Mijn ouders gaan, dus ik ga ook! Een onderzoek naar de verschillende factoren die invloed hebben op de latere cultuurparticipatie van een kind
Bijlagen Masterscriptie Naam: Laura Niemeijer Studentnummer: 10254803 Opleiding: Master Theaterwetenschap, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: dhr. dr. C. Dieleman Tweede lezer: dhr. dr. P.G.F. Eversmann Juli 2013
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 Topiclijst focusgroepen ........................................................................................................................... 3 Uitwerking focusgroepen ........................................................................................................................ 5 Focusgroep 1 ....................................................................................................................................... 5 Focusgroep 2 ..................................................................................................................................... 43 Focusgroep 3 ..................................................................................................................................... 94 Labeltoekenning focusgroepen ........................................................................................................... 156 Definiëren kernthema’s en thema’s van de focusgroepen ................................................................. 176 Analyse Focusgroepen......................................................................................................................... 178
2
Topiclijst focusgroepen 1. Inleiding onderzoek Achtergrond van de deelnemer (op papier in te vullen door de deelnemet) Algemene gegevens: geslacht, leeftijd, geboorteplaats, opleidingsniveau, beroep/student. Achtergrond ouders (bijvoorbeeld: buitenlands, financiële situatie) en de cultuur die heerste in de familie. Ben je momenteel zelf cultureel actief? Denk hierbij aan schouwburgbezoek, museum, bioscoop, maar ook aan het wel of niet bespelen van een instrument of vrijwilligerswerk voor een culturele organisatie. 2. Van jongs af aan… Dit zal het eerste onderwerp zijn waar de focusgroepen over zullen discussiëren. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: - De opvoeding met betrekking tot cultuur, met daarin vragen als: op welke leeftijd ging je voor het eerst naar het theater? Was dit met je ouders? Ging je vaak? - Buitenschoolse kunsteducatie: stimuleerden je ouders het ondernemen van culturele activiteiten of buitenschoolse kunsteducatie (denk aan muziekles)? Stimuleerden zij dit in de vorm van een kerk of museum bezoeken op vakantie? - Belang kunst en cultuur: vonden je ouders kunst en cultuur een belangrijk punt in de opvoeding? - Primaire socialisatie: Hebben jouw ouders je de eerste aanzet gegeven om deel te nemen in de wereld van kunst en cultuur? - Gezinssituatie: hoe is de gezinssituatie, welke cultuur heerst er? En de gezinssamenstelling? Inspireren jij en je broers/zussen elkaar wat betreft de deelname aan cultuur? Een voorbeeld hiervan is dat je broer een muziekinstrument bespeelt en jij dat daarom ook bespeelt? Hebben je grootouders invloed (gehad) op je cultuurparticipatie vroeger en nu? Hoe? Vertelden zij veel verhalen, bijvoorbeeld over de oorlog? Hebben deze verhalen jou gevormd tot de persoon wie je nu bent? - Omgeving: in wat voor omgeving ben je opgegroeid? Denk hierbij aan stad, platteland, etc. Waren er in de buurt van waar je woonde veel culturele voorzieningen? Maakte jij (en je ouders) hier veel gebruik van? Kwam je er veel mee in aanraking? - De invloed van nieuwe media: toen jij jong was, bestonden toen al de nieuwe media die invloed konden hebben op de vorming van je culturele identiteit? Hiermee worden de invloed van tv en internet bedoeld. Tv was er zeker: hebben bepaalde tv-programma’s invloed gehad op de vorming van je culturele identiteit (misschien zonder dat je het wist)? Als er internet beschikbaar was (thuis of op school) kun je je dan herinneren of je toen al veel met cultuuruitingen in aanraking kwam via het internet? Bijvoorbeeld via MSN? Is dit nu veranderd? Helpt het internet tegenwoordig bij het vormen van je culturele identiteit? Zie je veel cultuur via het internet? 3. Van buitenaf… - Vragen over het basisonderwijs: was de basisschool waar je op hebt gezeten gericht op cultuur? Bezochten jullie met de klas culturele instellingen? Stimuleerden de basisschool de kunstvakken (handarbeid, tekenen, muziek) of juist niet? Was er de mogelijkheid tot naschoolse muziekeducatie, zoals een schoolorkest? Denk je dat het onderwijs zoals het op 3
de basisschool gegeven werd bij heeft gedragen aan de vorming van je culturele identiteit of is dit pas veel later gekomen? - Vragen over het voorgezet onderwijs: was de middelbare school waar je op hebt gezeten gericht op cultuur? Was het toevallig een cultuurprofielschool? Was het zo dat op de middelbare school de kunstvakken gestimuleerd werden? Waren de docenten hier ook enthousiast in? Was er ruimte voor zelfontplooiing (bijvoorbeeld het uitwerken van je eigen ideeën of de deelname aan de schoolmusical)? Waren er bepaalde projecten waarin kunst en cultuur centraal stonden en werden die gestimuleerd? Werd naschoolse muziekeducatie (schoolorkest/schoolband) gestimuleerd? Waren hier docenten bij betrokken? - Vragen met betrekking tot het vak CKV: heb je CKV gevolgd? Op welke manier werden de lessen gegeven? Heb je er veel uit geleerd? Heeft CKV invloed gehad op je cultuurdeelname? Heeft het je interesse in kunst en cultuur gestimuleerd? Onderneem je vaak culturele activiteiten? Meer dan daarvoor? Wat vond je ervan dat het vak met een voldoende afgesloten moest worden in plaats van een cijfer? Denk je dat een cijfer scholieren meer zal enthousiasmeren en stimuleren om het vak CKV te volgen en zal het de latere participatie van de leerlingen verhogen? - De kunsteducatie in het algemeen (binnen en buitenschool): heeft die invloed gehad op de vorming van je culturele identiteit en op je cultuurdeelname? Bezoek je vaak culturele instellingen? Leer je daar iets van? Raad je aan dat het onderwijs dit stimuleert? - De invloed van vrienden: hebben je vrienden invloed op je cultuurparticipatie? Nemen ze je mee of ondernemen jullie samen culturele activiteiten? Denk hierbij aan het bezoeken van een concert, bioscoopavond of het bezoek aan een museum op vakantie. Is het wel eens voorgekomen dat je met je vrienden een bezoek aan een culturele instelling hebt gebracht waar je toen voor het eerst kwam? Heeft deze ervaring indruk op je gemaakt en had dit het positieve gevolg dat je nu vaker dit soort culturele activiteiten onderneemt? En andersom? Heb jij wel eens iemand meegenomen naar een culturele instelling waar die persoon nog nooit was geweest? En hoe zit dit met je (evt.) partner? Of in het verleden met partners? Hebben zij invloed gehad op je cultuurdeelname? 4. Van hoger af… - Invloed van de overheid: heb je enig idee wat de invloed is van de overheid met betrekking tot het stimuleren van de cultuurparticipatie van kinderen en jongeren? Heb je ooit te maken gehad met bijvoorbeeld subsidie verstrekken voor een eigen project of een project waaraan je deelgenomen hebt? Vind je de overheid een stimulerende factor in het onderwijs, betreffende de kunstvakken? Vind jij dat CKV afgeschaft moet worden, niet kijkend naar je eigen ervaringen, maar naar de doelstellingen van het vak? Word er veel geregeld binnen de gemeente waar je woont qua kunst en cultuur? Onderneem je culturele activiteiten die de gemeente stimuleert? 5. Afsluiting Omschrijf je eigen visie betreffende je eigen culturele identiteit en cultuurdeelname.
4
Uitwerking focusgroepen Focusgroep 1 5 deelnemers + gespreksleider 3 man, 2 vrouw Deelnemer 1: Man, 25 jaar, WO-opgeleid, werkzoekend, opgegroeid in Oosterhout (Nb) (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 2: Man, 24 jaar, WO-opgeleid, student, opgegroeid in Leiderdorp (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 3: Vrouw, 22 jaar, HBO-opgeleid, student, opgegroeid in Nieuwegein (Indonesische achtergrond). Deelnemer 4: Man, 23 jaar, HBO-opgeleid, student, opgegroeid in Laren (Gld) (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 5: Vrouw, 22 jaar, WO-opgeleid, student, opgegroeid in Overasselt (Nederlandse achtergrond). Gesprek Focusgroep 1 Deel I Gespreksleider: Goed ik wil graag beginnen met een algemene vraag, uh, hoe cultureel actief zijn jullie. Deelnemer 5: Ja, uuuhm, als ik op vakantie ga, eh, naar één of andere plaats, dan ga ik daar wel altijd ook weet ik veel, een kerk bekijken, beelden bekijken, misschien een museum bekijken. Dus dat sowieso. En daarnaast.. Gespreksleider: Alleen op vakantie? Deelnemer 5: Nee, maar ja dat doe je toch, ja dat doe je wel vaker, maar ja, de laatste tijd niet zo heel vaak meer, maar vroeger wel. Uhm, weet ik veel, ja. Deelnemer 3: Ja, dat deed ik ook. Ik moest altijd met mijn ouders mee. (Gelach) Deelnemer 3: Hey we gaan naar een kerk, je moet ff mee. Ja ik weet niet, prima. Ja, in Madrid. Deelnemer 5: O ja, Madrid, o ja, laatst nog. Deelnemer 3: Toen zijn we wel dingen gaan bekijken. Gespreksleider: En jij? Deelnemer 1: Hoe cultureel ik nu ben, ja goed, ik ga, ik maak wel eens stedentrips, dat vind ik wel
Labels
Wel cultureel actief: Op vakantie een museum of kerk bekijken
Met ouders mee
Wel cultureel actief: Stedentrips, high 5
leuk. En als ik daar dan ben vind ik het wel leuk om dingen te zien, de high lights, omdat ik ook wel vind dat ik dat gezien moet hebben. Verder lees ik wel op dit moment redelijk wat. Uhm, ik heb ook wel heel veel tijd, dat uh, scheelt. Maar verder cultureel, ik ga niet zomaar naar een museum of dat soort dingen. Wel af en toe muziekfestivals, maar dat komt dan meer vanuit mijn vrienden dan mezelf. Deelnemer 4: Uhh, hoe cultureel ik ben. Ja, eigenlijk niet heel erg cultureel. Inderdaad ook als je op vakantie gaat, dan ga je inderdaad wel een keer een mooie kerk bekijken of als je in een stad komt ga je, maar dat zal ook niet, ik ga het niet plannen denk ik. Ik ga op vakantie en dan zijn daar mooie dingen te bekijken, dus dan kun je dat mooi meepakken zeg maar. Ik ga niet uit mezelf echt bedenken van ik moet daarheen, want dat museum staat daar. Gespreksleider: Ok, en jij? Deelnemer 2: Ja, ik heb dat wel meer denk ik, dat ik bestemmingen wel uitzoek op culturele dingen. Ik ben zelf best wel geïnteresseerd in geschiedenis, dus dan heb ik best veel onderlegging waar ik heen zou willen gaan en zo. En festivals doe ik ook redelijk wat, dus, ja dat is ook allemaal cultuur gearrangeerd. Gespreksleider: Ok, dus bij de meeste is het wel een beetje vrije tijd. Deelnemer 5: Ik denk dat het ook wel scheelt als je gewoon. Net zoals piramides, ja, iedereen kent piramides, iedereen weet dat er piramides bestaan, ja als je dan een keertje de kans hebt om daar naar toe te gaan, ja, dan doe je dat toch ook gewoon en dan ga je ook zeker naar de piramides kijken. Gespreksleider: Maar je zou niet voor de piramides naar Egypte gaan, zoals hij zegt. Deelnemer 5: Nou, jawel, want dan heb je die dingen tenminste een keertje in het echt gezien. In plaats van dat je het alleen maar op TV zit. Deelnemer 2: Het is een beetje halve afwegingen maken, want als wij met het dispuut bijvoorbeeld naar een bepaalde plek, naar het oosten van Europa gaan, we gaan dan eigenlijk naar Warschau toe, maar dan gaan je naar Krakow om naar Auschwitz te gaan zal ik maar zeggen. Het speelt wel mee, maar je bent al een heel eind in de richting of je zon wil of ja ik weet niet, het is niet een eerste keus misschien maar het komt er wel bij kijken. Gespreksleider: Ok, en werd dat van thuis uit
lights zien, muziekfestivals
Wel cultureel actief: Bestemmingen uitzoeken op culturele activiteiten, festivals
Cultureel actief op vakantie: Dingen die je gezien moet hebben
Studentencultuur, invloed dispuut
6
vroeger ook gestimuleerd? Het bezoeken van kerkjes op vakantie, het uitzoeken van..? Deelnemer 3: Ja, bij mij wel. Deelnemer 1: Ik werd tot treurnis toe naar Franse kerkjes gesleurd. Deelnemer 5: Ja, ik ook, kasteeltjes! Deelnemer 1: Eigenlijk heb ik dat niet kunnen waarderen tot dat ik op een keer met een buitenlandse schoolreis naar Rome ging en toen vond ik het op eens wel vet en misschien komt dat ook een beetje doordat ik Rome interessant vind. Gespreksleider: En leraren weten er wat over te vertellen… Deelnemer 1: Ja, als je daar inderdaad met een aantal geschiedenisleraren rondloopt, dan is het wel echt heel uh, mooi om te zien. Deelnemer 2: Bij ons echt 0,0. Er is ook geen literatuurboek te vinden bij ons, bij ons thuis. Deelnemer 4: Bij ons thuis ook niet. Deelnemer 1: Ja, bij mij thuis hebben ze nog geprobeerd om me tot in de treurnis toe voor een muziekinstrument enthousiast te maken, het ging niet. En ik heb nog op een knutselclub gezeten, maar dat mocht ook al niet baten. Ze hebben het geprobeerd. (Gelach) Gespreksleider: En bij jou thuis? Deelnemer 3: Ja ik werd ook gewoon meegesleurd, dan moest ik boeken lezen van m’n moeder. We gingen naar de bieb elke week, om maar een boek uit te zoeken. Ik denk ook dat cultuur ook gewoon in je zit gewoon. Deelnemer 2: Dat denk ik ook ja. Deelnemer 3: Gewoon hoe je als persoon bent. Deelnemer 1: Ik denk dat dat wel een hele goede is. Gespreksleider: Leg eens uit? Deelnemer 3: Oh, uh, ja, gewoon ook achtergrond. Ja, ik weet niet. Het speelt gewoon dagelijks mee. Deelnemer 1: Mijn ouders namen ook elke week boeken voor ons mee uit de bieb, maar mijn broertje heeft dat nooit aangepakt, maar ik ben wel altijd blijven lezen. Het is ook maar een beetje dat ze iets kunnen vinden dat je van jongs af aan kunt interesseren. Ik denk dat dat wel heel belangrijk is. Gespreksleider: Klopt. Deelnemer 3: Ook een waarde denk ik ook. Ook al vond ik het eerst enorm stom. Iedere week zo een boek uitzoeken en dan proberen in een
Invloed ouders, stimuleren bezoeken culturele activiteiten op vakantie
Invloed middelbare school: Buitenlandse schoolreis
Invloed docent
Invloed ouders
Invloed ouders: Lezen, bibliotheek Identiteit, het zit in je
7
week het boek uit te lezen, ik moest elke dag een pagina lezen. Deelnemer 5: Ja, we werden gewoon op de bank gezet: hup lezen! Gespreksleider: Ik hoor jou zeggen muziekles? Deelnemer 1: Ja, ik heb twee jaar piano gedaan en ik kan nu helemaal niks. Ik vond ook gewoon, omdat het mij niet lukte vond ik het ook niet leuk om te doen. Bij mijn broertje wel, bij mij is het lezen dan blijven hangen en bij mijn broertje is muziek heel erg blijven hangen. Gespreksleider: Maar dat werd wel van thuis uit gestimuleerd? Ik werd op een muziekschool gesmeten, ik moest een instrument kiezen en ik ging dat doen, bij wijze van spreken, acht jaar lang. Deelnemer 5: Bij ons was dat ook meer, wij hebben dat ook alle drie gedaan, maar bij ons was het ook een soort van normaal of zo dat je dat deed. Het was ook niet, waarschijnlijk heb ik vast wel de keuze gehad, maar uhm, je hoorde t, het hoorde erbij, net zoals dat je… Gespreksleider: Ging sporten? Deelnemer 5: Ging sporten! Ja, dat hoorde er ook bij. Deelnemer 3: Mijn broer zat op hockey, dus ik ging automatisch ook op hockey. Gespreksleider: Maar was dat ook zo met muziek, ik weet niet of iemand een oudere broer of zus heeft? Deelnemer 5: Ja, mijn vader drumde, dus wij hadden een drumstel thuis dus wat ben ik gaan doen ik ben gaan drummer. Deelnemer 2: Ja, bij ons stond er ook een gitaar thuis, en op een gegeven moment zie je dat dat gaaf gevonden wordt en dan denk je nou ik ga het ook een keer proberen en rol je erin. Deelnemer 4: Ja, mijn zussen werden wel gestimuleerd vanuit mijn ouders, maar mijn ouders spelen helemaal geen instrument of zo, maar mijn zussen hebben het wel gedaan. Alleen ik dan niet, als enige jongen, ik had er ook helemaal geen zin in. Ik was veel liever aan het voetballen. Gespreksleider: Ja, zo ging het bij mij thuis ook, ik zeg ik werd op muziekles gesmeten, maar mijn broertje is zo amuzikaal als ik weet niet wat, dus dat was verder ook gewoon sporten. Deelnemer 4: Ik heb op een blauwe maandag nog wel gitaarles proberen te nemen, maar daar had ik echt geen geduld voor, dus ik ging liever naar buiten toe. Mijn zussen zaten wel op
Buitenschoolse muziekeducatie
Invloed broers/zussen
Invloed ouders: Kinderen op muziekles
Invloed vader: Keuze muziekinstrument Geen invloed ouders, behalve gitaar
Verschil in cultuurdeelname met zussen
8
blokfluit en al die dingen. Deelnemer 5: Ja, blokfluit! Gespreksleider: Ok, maar jullie hebben wel zoiets van papa en mama, mijn ouders, hebben dat wel aangepakt om het te stimuleren, geprobeerd, er is niks blijven hangen, er is wel wat blijven hangen. Deelnemer 2: Nee, ik denk niet dat het door mijn ouders is gekomen dat ik daardoor geïnteresseerd ben, we hadden thuis weinig, ja die gitaar die stond er, zal maar zeggen, maar geen cultuur of geen.. mijn ouders geven ook niet om geschiedenis of lezen, ja natuurlijk moesten we wel op een sport gaan, maar voor de rest valt het eigenlijk hartstikke mee. Deelnemer 5: Ja, maar is het ook niet meer zo van dat op een gegeven moment een vriendinnetje hebt die ergens op zit en dan he, goh hey leuk! Ik wil ook wel ergens op en dan zeggen je ouders nou dat is mogelijk, dit en dit en dit en dit en dit is er bij ons in de buurt. Wat zou je willen? Nou, laat ik dit eens proberen. Nou, heb ik dat geprobeerd, blijkt helemaal niks te zijn. En dan denk je van: Oh, maar mijn andere vriendinnetje zit daarop, weet je wat ik ga lekker met haar mee. Hup, dan gaan we naar balletles, hup dan gaan we naar paardrijden, hup dan gaan we naar hockey, hup dan.. snap je? Gespreksleider: Maar waren er veel culturele voorzieningen in de buurt, dat je dat kon ondernemen? Deelnemer 5: Ja! Gespreksleider: Overasselt? Deelnemer 5: Ja, zelfs een dorp! We hadden een voetbal, we hadden een korfbal, paardrijden? Gespreksleider: Muziekschool? Deelnemer 5: Ja, muziekschool, harmonie. Het was allemaal prima geregeld. Het was allemaal mogelijk, het was allemaal mogelijk. Deelnemer 1: Wij woonden naast een muziekschool. Gespreksleider: En nog is het niet gelukt, haha. (Gelach) Deelnemer 5: Het gaat er niet om of je het nog steeds doet, je hebt het wel gedaan, daar gaat het om! Gespreksleider: Maar er is natuurlijk wel een verschil inderdaad, of er een muziekschool in de buurt is of niet, want laat je een kind een half uur fietsen om naar een muziekschool te gaan in een grote plaats als je in een dorp woont of iets dergelijks. Ik weet niet of dat..
Geen invloed ouders
Invloed omgeving: Vrienden met culturele activiteiten Invloed omgeving: Culturele instellingen in de buurt
9
Deelnemer 3: Ik zie heel veel ouders gewoon rijden. Met de auto worden die gebracht. Er stond laatst ook een groot stuk in de krant dat ouders hun kinderen altijd maar heen en weer rijden en dat maakt het wel mogelijk. Deelnemer 5: Ja ik wilde drummen en ik moest daar een half uur voor fietsen, naar drumles. Deelnemer 3: Ja, ik moest altijd fietsen ja. Deelnemer 5: Ja, maar als je het wilt en als je er goed in bent, zie je het als voldoening. Dan vind je het ook niet zo heel erg. Kijk, als je er niet goed in bent, omdat je het niet leuk vind, kap je ermee. Maar ben je er wel goed in, dan is het leuk, want je bent er goed in, en je hoeft er niet heel veel voor te doen en dan ga je ook wel. Gespreksleider: Maar denk je er een verschil is in een dorp wonen en dat daar heel makkelijk of heel moeilijk met een museum geconfronteerd wordt, dan als je in een stad woont. Deelnemer 1: Nou ik weet niet.. Gespreksleider: Bijvoorbeeld als jij in Amsterdam woont. Deelnemer 1: Nou, ik woon in Oosterhout en dat zou je dan een stad kunnen noemen, 60.000 inwoners ongeveer, maar er was gewoon niks, maar ik denk dat het voor de meeste mensen geldt, dat de meeste musea, bezoek je als je een tripje maakt met je ouders. Deelnemer 2: Ja, ik denk dat er wel heel wat is. Ik, ja, ik ben natuurlijk geboren naast Leiden. Bij ons was er altijd een Museumdag of zo, dan ging je met de fiets naar Volkkunde of naar Boerhaave, best wel hele interessante, maar er zijn echt legio aan musea in Leiden. En ik denk wel dat ik daardoor, van oudheden of zo met wat geschiedenis en zo wel heel gaaf vond, en dat ik elk jaar weer terugging omdat het heel dicht in de buurt is. En met school, heb ik supervaak, gingen we echt naar Naturalis of naar dat soort dingen, want dat was gewoon op loopafstand van de school. Ik denk dat dat wel meespeelt, dat dat soort dingen er zijn. Deelnemer 5: Ja, en, daarnaast moet je ouders hebben die gewoon bereid zijn om de auto te pakken en daar naartoe te gaan. Gespreksleider: Ja, dat klopt. En deden jullie ouders dat? Jouw ouders hebben bijvoorbeeld in Amsterdam gewoond? Deelnemer 5: Ja, maar mijn ouders die deden dat wel als het inderdaad Museumdag of iets was, waren wij ook gewoon in een museum. Deelnemer 1: Ik had zo een museumjaarkaart en
Invloed ouders: Kinderen brengen naar culturele instellingen
Invloed omgeving: Dorp of stad
Invloed ouders
Invloed grote stad, veel musea
Invloed omgeving school
10
dan kon ik als kind bijna overal gratis binnen of zo. Dus dan nam mijn moeder me ook heel vaak mee naar een museum. Terwijl er niets in Oosterhout zelf zat. Gespreksleider: In de buurt heb je natuurlijk het Textielmuseum. Deelnemer 1: Ja daar ben ik zelfs nog nooit geweest, maar het werd wel vaak besproken. Gespreksleider: Iedereen woont nu in Tilburg, is iedereen wel eens in Tilburg naar een museum geweest? Deelnemers: Nee, nee.. Deelnemer 2: Het is ook niet dat het Textielmuseum bepaalde dingen activeert bij mij.. Gespreksleider: Ja, maar je hebt ook De Pont, museum voor Moderne Kunst? Deelnemer 2: Ja, precies, maar dat doet weinig nog steeds. Gesprekleider: Want daar zou je ook niet zomaar heen gaan op vakantie. Deelnemer 5: Ik heb sowieso niets met moderne kunst, dus. Deelnemer 2: Nou ja, we zijn in het Prado geweest in Madrid. Dat vond ik wel heel vet, wel een redelijk beroemd museum natuurlijk. Ja, dat vond ik redelijk gaaf en sindsdien ben ik wel meer gaan doen eigenlijk. Ook op vakantie gewoon een museum binnenlopen. Dus ja, wat jij zegt, als je ergens mee in aanraking komt en het bevalt, ga je het uitzoeken en als je inderdaad een boek leest of een akkoord speelt of een bepaalde sport doet, en het bevalt, dan ga je het zelf ontplooien. Gespreksleider: En denk je dat internet daar nog iets aan bijdraagt? Deelnemer 2: Oh ja, natuurlijk. Zeker, het geeft een enorme bijvoorbeeld met gitaarspelen, het geeft een enorme toegang om het jezelf aan te leren. Deelnemer 1: En je kan met veel meer in contact komen, dus je komt als kind misschien er ook wel sneller achter wat je interessant vind. Gespreksleider: Ja, je hebt een YouTube en een Facebook. Deelnemer 5: Ja, en vroeger was het ook veel meer, dat als je bijvoorbeeld inderdaad muziek speelde dan moest het via bladmuziek en zo een boekje en meer dan dat. In ieder geval, in mijn tijd, toen was internet, ja we mochten op internet, maar dat mocht alleen voor schoolzaken en verder niet, want dan konden we
Invloed ouders: Museumjaarkaart
Huidige cultuurparticipatie
Smaak
Digitalisering Invloed internet: Toegang tot informatie
Digitalisering: YouTube
11
niet meer bellen. (Gelach: ‘Oh ja’, ‘inbellen’, etc.) Deelnemer 5: Ja, snap je? Dus dat was echt niet mogelijk En nu, ja je hoeft maar op YouTube te kijken en je zoekt een liedje op en denkt: ooh dit liedje is leuk. Of je gaat op internet en je kan ook bladmuziek downloaden en weet ik veel wat allemaal. Dus je kan aan van alles en nog wat kun je gratis komen. Deelnemer 2: Een load aan informatie krijg je, alleen al door Nu.nl te openen, waardoor je denk ik echt zoveel meer dingen wat je interesse wekt uitzoekt, of dat het echt wat voor je is. Gespreksleider: Denk je dat het iets had uitgemaakt in jouw cultuurdeelname nu als je tien jaar geleden de mogelijkheden van nu had gehad? Deelnemer 2: Ik denk het wel. Gespreksleider: Hoe meer je ziet, hoe meer… Deelnemer 2: Ja, zeker als je een beetje breed geïnteresseerd bent, dan pak je ook meer eruit op. Ik denk dat het ook meer verschil maakt. Deelnemer 5: Het stimuleert denk ik ook wel heel erg. Deelnemer 4: Ja, je omgeving is gewoon veel groter waar je informatie uit kan halen. Vroeger was het inderdaad de omgeving, je had je ouders, je vrienden, de school. Deelnemer 3: Boekjes. Deelnemer 4: Ja, boekjes inderdaad die je daar had liggen en nu is het gewoon.. Gespreksleider: Vroeger voor spreekbeurt ging je naar de bibliotheek om boeken te halen. Deelnemer 3: Precies. Deelnemer 2: Documentatiecentrum! Deelnemer 5: Ja, haha, die dunne boekjes wat je dan letterlijk over schreef, haha. Deelnemer 2: Ja, ik heb ze nog geschreven mijn werkstukken. Deelnemer 1: Ja, ik ook. (Gelach) Gespreksleider: Dan heb ik een andere vraag, want in het verlengde van de ouders liggen misschien de invloed die je grootouders, die je familie op je hebben gehad. Zo heeft mijn opa mij heel veel over de oorlog verteld, hij zat in het Verzet en heeft heel veel over het Verzet verteld in de oorlog. Dat heeft mijn interesse gewekt en daarom kijk ik ook naar documentaires over de oorlog, vind ik heel interessant, Berlijn vind ik ook daarom interessant. Hebben jullie grootouders daar veel aan bijgedragen?
Invloed digitalisering op cultuurdeelname Informatie-uitwisseling
Invloed grootouders
12
Deelnemer 5: Als plantjes cultureel is dan, wel anders niet. Kippen, vissen, varen dan wel, maar verder niet. Deelnemer 3: Ik ben wel altijd geïnteresseerd geweest in de Indonesische cultuur, dat uh. Ja sinds dat mijn oma dood is weet ik wel echt meer erover, bijvoorbeeld dat ze echt mensen heeft dood zien gaan, vermoord en zo en ja daar ben ik wel interesse in gaan hebben en dan ga ik meer vragen aan mijn vader ja, wat heeft ze dan gezien? Ze heeft ook in een kamp gezeten, gescheiden van haar man. En mijn opa heeft bijvoorbeeld aan de Birma spoorlijn gewerkt in Thailand. En hoe is dat dan gegaan? Gespreksleider: Stukje familiecultuur in Thailand? Deelnemer 3: In Thailand? Ja, daar heeft hij gewerkt ja. Ja, daar ben ik altijd wel geïnteresseerd in geweest. Ze heeft het me nooit verteld, eigenlijk, want als ik het vroeg: Ja, hoe was het vroeger? Jaaaa, dan ging ze weer over iets anders praten. Gespreksleider: Maar jouw opa en oma woonden wel in Nederland toch, later? Deelnemer 3: Ja, later ja. Toen mijn vader acht was, of zes, zijn ze verhuisd. Gespreksleider: Dus grotendeels, jouw vader is opgegroeid in de Nederlandse cultuur? Deelnemer 3: Uh, ja, alleen hij heeft altijd de Indische cultuur behouden. Gespreksleider: Jajaja, maar jij bent ook grotendeels opgegroeid in de Nederlandse cultuur natuurlijk? Deelnemer 3: Jajaja, jaja, maar ik heb wel waarden en normen van hun overgehouden. Die zij belangrijk vonden. Gespreksleider: Kun je daar een voorbeeld van geven? Deelnemer 3: Uhm, ja dat mensen altijd welkom zijn eigenlijk en dat er altijd een extra bordje eten klaar staat zo van uh, anytime eigenlijk. Iedereen is welkom gewoon en hoe klein het huis ook is iedereen past erin. Dus dat is echt een waarde die ik heb geleerd, ja de deur staat altijd open. Gespreksleider: Is dat bij andere ook zo, opa’s en oma’s die je meenamen naar een concert of theaterstuk, museum? Deelnemer 1: Nee, dat waren primair mijn ouders die dat gedaan hebben. Mijn oma heeft daar niet zo heel veel..uh.. Deelnemer 2: Bij mij vertelden ze verhalen over
Familiegeschiedenis: Indonesische cultuur
Indonesische achtergrond, Nederlands opgevoed Cultuurverschillen Tradities behouden
13
de oorlog, maar ik was al geïnteresseerd in geschiedenis dus ik denk dat dat niet meer invloed heeft gehad. Deelnemer 4: Bij mij ook niet. Gespreksleider: Ok, ik werd aan mijn oren meegesleurd naar klassieke concerten door mijn opa. Deelnemer 4: Nee, ik ging vissen met mijn opa maar voor de rest.. ik ging niet naar de kerk met mijn opa. Deelnemer 1: Ja, mijn oma woonde op een boerderij met jonge schaapjes en dat vonden we geweldig, maar dat is niet echt cultuur te noemen.. Gespreksleider: Ok, dan is dit het eerste kopje. Klaar. Kopje 1. Deel II Gespreksleider: Hij staat weer aan. Dan gaan we nu naar de invloed van buitenaf, het is net al een heel klein beetje aan bod gekomen: school. Dus ik vroeg me af wat er om te beginnen bij de basisschool, dan moet je misschien heel diep graven, wat er aan kunstvakken gegeven werd, of er buitenschoolse muziekorkestjes waren? Deelnemer 3: Ik weet wel, we gingen, we moesten altijd ‘djembee’doen. Dan gingen we naar zo een cultureel centrum en dan uh, mocht je zo een activiteit kiezen. Gespreksleider: Stop, even overnieuw de zin, want hij ging even uit. Deelnemer 5: Dit ging over school. Ik denk ik zeg het maar even. Deelnemer 3: We gingen, we moesten dan djembee-en of zo, ja of schminken. Elkaar in een Afrikaanse stijl en zo. Gespreksleider: Dat waren dan speciale dagen? Want wij hadden ook van die… Deelnemer 3: Ja, bepaalde themaweken. Deelnemer 1: Ja, wij hadden volgens mij vast Muziek op het rooster staan, maar als je daar klassikaal zit, dan is dat eigenlijk de sfeer op de basisschool is een beetje we gaan zoveel mogelijk klieren en niet leren. Iedereen wilde de grootste xylofoon die we daar hadden staan, want dat was dan het leukste want daar kon je dan op rammen. Deelnemer 2: We hadden zo een woensdagblok met keuze vakken die je kon nemen, met van die creatieve dingen inderdaad. Tekenen tot weet ik het allemaal. Gespreksleider: Ja, handarbeid.
Invloed van buitenaf Invloed basisschool Ondernemen culturele activiteiten
Themaweken Kunstvakken op school: Muziek, handenarbeid
14
Deelnemer 2: Ja, maar dat was gewoon wat jij zegt, je tijd uitzitten zonder dat je er klassikaal zat en uh. Ja, ik zat op een christelijke basisschool wat dat betreft en dat heeft natuurlijk we iets in die richting, als je dat onder cultuur zet, me een hoop bijgebracht. Gespreksleider: Bijbel? Deelnemer 2: Ja, de Bijbel. Tenminste, ik ken hem wel redelijk en werd elk jaar herhaald. Gespreksleider: Ik herken dat ook, ik zat ook op een protestants christelijke basisschool en Bijbelles, iedere vrijdagochtend. Deelnemer 2: Ja in de kring en zo werd je inderdaad, dat weet ik nog wel. Gespreksleider: En waren er schoolorkestjes, wij hadden namelijk een schoolorkest. Deelnemer 1: Nee bij ons niet. Deelnemer 5: Nee, niet op de basisschool, op de middelbare school pas. Deelnemer 1: Ja, wij hadden musical aan het einde van groep acht. Dat is de enige keer dat ik opgetreden heb tussen grote aanhalingstekens. (Gelach) Gespreksleider: En ging je wel eens met de basisschool dat je je kan herinneren, zij zei het al, bijvoorbeeld naar een cultureel centrum, ik ben wel eens naar een theaterstuk geweest in de schouwburg met de basisschool. Deelnemer 2: Schoolreisjes deden we wel. Deelnemer 1: Ja dat deden we elk jaar ja, ten minste bij zo een schouwburg in de buurt gingen we wel eens naar zo een voorstelling. Deelnemer 4: Ja, dat hadden wij ook wel. We hadden altijd van die teamwerken en dan ging je bijvoorbeeld een dag naar de schouwburg en overdag kreeg je dan bijvoorbeeld toneellessen en leerde je schminken bij elkaar of werd je zelf geschminkt en ’s avonds ging je dan weer naar het toneelstuk in de schouwburg. Gespreksleider: En was dat, hele stomme vraag, met school? Met de basisschool? Deelnemer 4: Ja, dat was met de basisschool. Gespreksleider: En was dat de eerste keer dat je in een schouwburg was, met de basisschool? Of was je daarvoor al een keer met je ouders geweest? Deelnemer 4: Ja, daarvoor was ik wel eens met mijn ouders geweest, volgens mij. Naar zo’n stuk of zo. Gespreksleider: Jeugdtheater? Deelnemer 4: Ja, kinderpartijtje, ja jeugdtheater. Deelnemer 2: Ik zit te denken, wij deden met de
Invloed geloof
Aanwezigheid schoolorkestjes Musical
Schoolreisjes Eén keer per jaar naar de schouwburg
Invloed ouders: Mee naar schouwburg op jonge leeftijd
15
bassischool ook altijd, namen we altijd heel actief deel bij zo een herdenking 4/5mei, zal ik Tradities maar zeggen weet je wel. Met de basisschool stonden we dan bij zo een lokaal monument, waarschijnlijk met bloemen en zo. Daar werden we ook bij betrokken. Deelnemer 5: Wij gingen ook heel veel naar museums, Afrikamuseum, Natuurmuseum, echt, tot in den treure. Invloed basisschool: musea bezoeken Gespreksleider: Met de basisschool? Deelnemer 5: Ja, met de basisschool, ja. Maar niet muzikaalachtig, dat hadden we helemaal niet. Deelnemer 1: Bij ons ook schoolreisjes, dan ging je naar het Archeon kan ik me herinneren en wat was het, Tropenmu Deelnemer 5: Dat was gewoon een dagje Yes, een dagje zonder boeken. Deelnemer 1: In de bus met een snoepzak, op schoolreis. Deelnemer 2: Ja en dan was je op tijd terug. Deelnemer 1: Ja, en allemaal bukken in de bus, zodat ouders dachten waar zijn ze nou. Dat was een beetje het schoolreisje Gesprekleider: Beetje basisschoolcultuur? Deelnemer 1: Ja! Deelnemer 2: Ja, het is een beetje inderdaad, weet ik veel, het Archeon vond ik bijvoorbeeld heel vet. Deelnemer 1: Achteraf gezien, loop je dan met zo een groep rond die ook helemaal niet gemotiveerd werd door de leraren op de Interesse basisschool, want die lieten ons dan gewoon Levensfase helemaal vrij en dan loop je daar met een groep mensen rond waarbij het stoer is om gewoon niks te kunnen schelen. Deelnemer 2: Bij ons hadden ze wel van die gladiatorgevechten en ik weet nog wel dat iedereen het daar nog wel dagen over had zal ik maar zeggen. Het zag er ook heel echt uit, toen nog. Deelnemer 5: Wij gingen altijd wel, ik heb op een katholieke basisschool gezeten, wij hadden altijd zo een uhm, het katholieke, ja ik weet Invloed geloof: Katholieke basisschool eigenlijk niet hoe je dat noemt, het katholieke persoontje van onze school. Gespreksleider: Het katholieke persoontje van de school? Deelnemer 5: Ja, je had gewoon 1 persoon en die gaf altijd, ja een soort van Bijbelles, het heette bij ons niet Bijbelles, maar uh, over van alles en nog wat, maar op een hele leuke manier, dus hij was altijd de kameel.. op die manier. Maar hij ging altijd met ons mee en hij vertelde 16
altijd een hele hoop over wat we zagen en we mochten ook altijd.. er was ook echt altijd iets te doen, dus dat was altijd echt heel leuk. Ik heb het altijd, misschien ik ben katholiek opgevoed, maar ik vind het katholicisme, zeg je dat zo? Ik vind dat altijd heel interessant, maar dat is gewoon vanaf het begin af aan, van vroeger af aan is daar gewoon heel big, en groot, en interessant over gedaan, met vragenvuur en hel en hemel. Gesprekleider: En gingen jullie ook wel eens met school naar de kerk? Deelnemer 5: Uhm nee. O, jawel. Maar de eerste keer is dan rond je communie periode. Dan ga je inderdaad dan ga je naar de kerk en dan komt serieus de pastoor er iets over uitleggen en zo en blablabla. En dan heb je ook woensdag na school aparte groepjes, dan ben je er helemaal mee bezig, wat houdt communie nou eigenlijk in? En daar ben je dan echt twee maanden fulltime mee bezig. Deelnemer 2: We hadden ook paasdiensten inderdaad en ik kan me ook wel aubades herinneren met Koninginnedag en zo. Ken je dat niet? Zingen eigenlijk met z’n allen ergens op een centraal plein, met heel Nederland. Deelnemer 5: Ja, en ik woon ook in een dorpje en dan op een gegeven moment waren gewoon alle meisjes, zaten op het kerkkoor. Gesprekleider: Zat je zelf ook in het kerkkoor? Deelnemer 5: Ja, ik zat ook in het kerkkoor. Dat is gewoon zo. Want ja, wat je vriendinnen doen, doe jij ook. Dan ga je ook op het kerkkoor, dat is gewoon zo. Vriendinnen doen hun communie, jij doet ook je communie, misschien wel sociaal verplicht of zo. Gesprekleider: En werden er verder op school bijvoorbeeld, want ik hoor jou net zeggen met Pasen? Deelnemer 2: Ja paasdienst in de kerk inderdaad. Paasontbijt. Gesprekleider: Ja, wij hadden ook groot Pasen vieren op school en verder misschien dat alleen jij daarover mee kunt praten, Prins Carnaval die langs kwam? Deelnemer 3: Die hadden wij ook! Deelnemer 1: Is dat cultuur of is dat? Gesprekleider: Stukje Brabantse cultuur! Deelnemer 2: Ja, als je stukje katholieke diensten en zo.. hoort dat zeker erbij. Deelnemer 1: Ja bij ons was het altijd carnaval, maar de eerste drie, vier jaar vond ik dat
Interesse
Invloed omgeving: Vrienden
Lokale tradities: Carnaval
17
helemaal niks. Mijn ouders moesten me meteen weer weghalen: die harde muziek en die blije mensen. Deelnemer 5: Bij ons was dat echt fantastisch en zo, een dikke week helemaal niks, aan de ranja. Open deuren, dus alle lokalen stonden open. Je had overal wat te doen, weet ik veel, knutselen. Echt van alles en nog wat. Een week lang en liedjes zingen, we hadden ons eigen dorpslied natuurlijk dus dat moesten we tussendoor zingen met z’n allen buiten op het plein. Deelnemer 2: We hadden wel 22 oktober, Leids Ontzet dus. Dat was wel bij ons. Daar werd dan een week de tijd aan besteed hoe en wat met de Spanjaarden en de Watergeuzen. Deelnemer 5: Wat? Deelnemer 2: Leids Ontzet, Leiden, bevrijd met van die Spanjaarden door die Watergeuzen. Leiden ontzet, Nederland gered. Gesprekleider: Maar dat was een jaarlijks grote feestweek? Deelnemer 2: Nee, het is eigenlijk twee dagen, tegenwoordig drie dagen, maar dat was gewoon in Leiden. Net als wat carnaval hier is, is dat daar gewoon het volksfeest en zo. Gaat 400 jaar terug, of zo. Gesprekleider: Hadden jullie feestweken, bijvoorbeeld als de school zoveel jaar bestond, want ik kan mijzelf een feestweek herinneren waar wij de hele Koning van Katoren van Jan Terlouw met de school als musical hebben uitgevoerd dat de ouders kwamen kijken. Dat soort dingen? Deelnemer 2: Ja dat hadden wij wel, volgens mij was dat altijd met de verjaardag van de school inderdaad, dan had je zo een thema week en dan ging je sporten of cultuur en dan kwam iedereen verkleed naar school, een paar dagen, speurtochten door de buurt en zo, dat kan ik me wel herinneren. Deelnemer 3: Ja, dat hadden wij precies hetzelfde. Ook moesten we altijd een sponsorloop doen. Hoorde er altijd bij. Dat vond ik altijd heel leuk. Gespreksleider: En verder werden op school een beetje de.. handarbeid en waar we net over hadden muzieklessen, werden die een beetje gegeven? Deelnemer 4: Wij hadden wel lessen knutselen inderdaad, dat wel, maar muziekles was dan wel apart dat je na schooltijd dat kon doen? Gespreksleider: Okay. Maar dan bedoel je naar
Lokale tradities: Leids Ontzet
Invloed basisschool: Feestweken, themaweken
Kunstvakken
18
de muziekschool gaan? Deelnemer 4: Ja.. dat wel. Gespreksleider: Maar je had niet in de les op de basisschool, dan ging je bijvoorbeeld een half uur zingen. Deelnemer 4: Nee. Nee eigenlijk niet. Deelnemer 2: Woensdag hadden wij dan die keuzeblokken en daar zat ook Muziek tussen? Ja echt alles, van met die kraaltjes tot met buiten voetballen tot muziekdingen tot aan toneelspelen tot werkelijk alles. Gespreksleider: Dat is wel een verschil dan op veel scholen. Zou dat ook komen doordat je dichterbij een grote stad als Leiden..? Deelnemer 5: Ik denk dat het ook te maken heeft met je leraar of je lerares misschien? Deelnemer 2: Ja, het hele schoolsysteem. Bij ons had iedereen woensdag zo een blokkendag. Deelnemer 5: Nee dat hadden wij niet. Gespreksleider: Nee dat hadden wij ook niet, maar we hadden wel bijvoorbeeld een uur Handarbeid op donderdag en een uur op dinsdag en dan op woensdag in de ochtend bijvoorbeeld Tekenen en dan Rekenen. Deelnemer 1: Ik weet niet of dat echt afhankelijk is van de stad, maar meer van de school. Want ik zat bijvoorbeeld op een heel sobere school als ik dat achteraf zo bekijk. Want wij hadden geen feestweek of dingen, wij hadden gewoon lessen en je volgde gewoon wat je moest volgen en daar zaten inderdaad Muziek en Tekenlessen tussen en Gym, maar voorderest werd er bijna nooit iets gedaan iets speciaals. Gespreksleider: Oke, dat is wel een verschil tussen basisscholen. Deelnemer 2: Ja, en zeker ook de motivatie van een directeur of een scholengemeenschap en wat daarachter zit. Gespreksleider: Ja, en hoe zat dat bij je middelbare school? Deelnemer 1: Ja, daar komen weer een heleboel andere dingen om de hoek kijken, CKV en een buitenlandse schoolreis. Dat soort dingen en daar heb ik wel veel meer ook bewust met cultuur te maken gekregen. Dat is dan ook waar je voor kiest. Deelnemer 3: Dan heb je ook de leeftijd. Gespreksleider: Maar CKV is verplicht. Deelnemer 1: Ja, maar binnen die verplichting kun je nog van alles doen natuurlijk. Wij moesten wel een bepaald aantal disciplines moesten wij volgens mij van de tien iets van vijf
Geografisch
Invloed schoolsysteem Verschil tussen basisscholen
Invloed directeur of scholengemeenschap Invloed middelbare school
CKV is verplicht
19
of zes disciplines moesten wij gehad hebben. Maar daarbinnen kon je ook weer kiezen. Er zijn mensen die klassieke muziek hebben bekeken en ook mensen die naar Pater Moeskoen zijn geweest, voor de mensen die daarmee bekend zijn, een beetje lalala-we drinken bier ennuh dat soort dingen. Het kon allemaal. Dus dan heb je ook veel meer, je bent bewuster keuzes aan het maken, terwijl het op de basisschool veel minder was van je wordt de bus ingezet en je ziet wel waar we belanden. Gespreksleider: Ja, haha. Precies, maar we gaan dadelijk nog terugkomen op CKV, maar middelbare school.. wat.. Nou dezelfde vraag: was er een, een schoolband, een schoolorkest, een schoolmusical of..? In ieder geval buiten de normale lessen, was er op de middelbare school ruimte voor.. kunst en cultuur? Deelnemer 4: Ikzelf zat op een grote middelbare school, nou ja grote middelbare school, voor ons in het dorp zeg maar in het oosten daar, was het groot. Maar ja daar had je ook wel meerdere bandjes volgens mij, vanuit school zelf. En je kon ook muzieklessen volgen extra, dan kon je zelf aangeven welk instrument je wilde leren bespelen, ik heb het zelf nooit gedaan, eigenlijk, maar de mogelijkheid was er wel. En voor de rest niet echt.. ja toneel volgens mij, toneel ook nog wel, was er ook nog wel. Deelnemer 1: Ik kan me iets herinneren, er was echt zo een stroom bij ons, maar die kwam ook laat op gang, want als je dan Muziek2 koos, dan hoorde je, dan werd je er door de leraren actief bij betrokken en werden die mensen vaak ook in bandjes, gezet, zou ik bijna zeggen. Vanuit daar werden dan bandjes gevormd, logischerwijs zat ik daar niet bij. En het was ook bij, je had ook op een gegeven moment, Tekenen2, of hoe heette dat? Gespreksleider: Tekenen3 is wat jij bedoelt eigenlijk. Deelnemer 1: Nou goed, als je dat volgde werd er ook weer veel meer mee gedaan, maar de eerste jaren werd daar niet extra aandacht aan besteed. Gespreksleider: Ja, jij bedoeld Muziek3 en Tekenen3, dat was allebei voor Cultuur en Maatschappij. Deelnemer 1: Ja, nou ja, ik weet niet precies hoe dat zat. Gespreksleider: Ja, daar werd het steeds meer gestimuleerd.
Bewustwording van je keuzes
Muzieklessen op middelbare school Toneel
Invloed docent
20
Deelnemer 1: Ja, dus daarbuiten was er niet zoveel. Deelnemer 2: Bij mij zat een heel groot verschil, ik heb de eerste drie jaar in Leiderdorp dan gedaan, mijn middelbare school. Dat was best een klein schooltje, want daar zaten we alleen havo/vwo de eerste drie jaar en voorderest alleen mavo. En, daar gebeurde eigenlijk niet zo heel veel, ook niet zo heel veel met muziek, maar toen in Leiden, waar ik de andere drie jaar heb gedraaid, daar was het enorm, ik bedoel ik speelde een klein beetje gitaar en toen was het van: joh, we gaan uh we hebben het muzieklokaal gehuurd en iedereen die wat kan die gaat er heen en toen heb ik wel eens namiddagen gewoon vrijwillig daar gitaar zitten spelen omdat je alle instrumenten kon pakken die je wilde. En inderdaad, musea die we vaak bezochten. Het was natuurlijk ook wel in de buurt en ook de school die er heel veel aan deed. Dat was wel een groot verschil. Je had ook van die talentenjachten en zo, en dat soort dingen. Deelnemer 3: Dat hadden wij niet echt nee, wat wel gestimuleerd werd was naar het buitenland te gaan, eigenlijk toen al. Op studietrips gewoon, met je klas. Dat is het enige wat ik me een beetje kan herinneren. Gespreksleider: Was er ook geen schoolmusical? Of iets? Deelnemer 3: Nee niet dat ik me kan herinneren, het is ook al acht jaar geleden, o nee zes. Nee ja studietrips werd gewoon heel erg gewoon, daar stond de school ok om bekend ik ben ook naar die school… Gespreksleider: … gegaan om op reis te kunnen? (Gelach) Deelnemer 3: Haha, nee ik ben eigenlijk meer naar die school gegaan omdat mijn broer ook daarbij zat, zo ging dat gewoon. Ik ga naar die school want dat was een veilige keuze, mijn broer zit er ook en het zal wel prima zijn. Maar, terwijl ik naar mijn broertje nu kijk, die zit op een hele andere school en daar wordt wel cultuur heel erg gestimuleerd. Gespreksleider: Is het een cultuurprofielschool? Deelnemer 3: Nee, het is het Stedelijk Gymnasium in Utrecht. Daar wordt zo erg gestimuleerd, daar hebben ze dagen dat ze, weken ook dat ze dat Talent jacht wat jij net zei ook hebben, dat ze een week toneel gaan spelen en uhm, dat is echt een schoolstrijd, dat ze met
Middelbare school in grote stad Stimuleren muziek
Vrijwillig Interesse Omgeving school: Buurt
Stimuleren buitenlandse reizen
21
heel de school gewoon, ja schoolstrijd gewoon, hun team moet dan punten verzamelen, anderen moeten punten verzamelen door middel van activiteiten. Dat is wel anders dan de tijd dat ik op school zat. Deelnemer 2: Ik kan me wel zo voorstellen dat daar een groot verschil in zit in grote steden, bij mij waren echt vier middelbare scholen, verschillende, in 1 wijk. Dat was ook wel buiten dat er echt gevochten werd, ook een scholenstrijd, in de vorm van inderdaad, bandjes battelden op scholen met elkaar, sporttoernooien met elkaar. En dat hadden we wel heel erg, ik kan me voorstellen dat als je in een dorp woont, waar 1 middelbare school is waar in principe iedereen zit dat je dat veel minder hebt. Ik weet ook niet hoe dat is. Gespreksleider: Dat was bij ons wel. Je ging gewoon naar de KSE. Deelnemer 5: Ja bij mij zat Nijmegen om de hoek natuurlijk, iedereen ging gewoon naar Nijmegen. Gespreksleider: En hoe was dat bij jouw middelbare school? Deelnemer 5: Ik heb op een Jenaplanschool gezeten? Deelnemer 3: Echt, heb jij op een Jenaplanschool gezeten? Deelnemer 5: Ja, dan had je drie jaar brugklas, dus dan kon ik nog van havo naar vwo splitsen. Ja, Jenaplanschool, weeksluiting. We hadden elke week Handvaardigheid, Muziek, Tekenen en Drama. CKV. Deelnemer 3: Je mag dan toch zelf indelen wat je gaat doen? Deelnemer 5: Nee, niet de eerste drie jaar. De eerste drie jaar krijg je alles. Je wordt overladen. Wij hadden, en sowieso volgens mij 1x in de..? Nou ja, je had sowieso wat is het grote kerstsluiting met je ouders voor de kerstvakantie, grote sluiting voor de zomervakantie. Ja. Eigenlijk altijd wel. Volgens mij heb ik vaker toneel gekeken dan dat ik daadwerkelijk in een lokaal heb gezeten. Maar ja zo ging dat bij ons. Bandjes uh, iedereen was in de pauze muziek aan het maken, overal en zo. Gespreksleider: Maar dat was ook de eerste drie jaar al? Deelnemer 5: Ja, meteen. Meteen. Gespreksleider: Ja, want de eerste drie jaar is natuurlijk, iedereen heeft hier CKV gevolgd volgens mij he? Deelnemer 5: Ja, de eerste drie jaar.
Geografisch aspect Grote steden, meerdere middelbare scholen
Jenaplanschool
22
Gespreksleider: Eerste drie jaar is het geen CKV. Deelnemer 5: Oh, jawel. Bij ons was het de eerste drie jaar CKV. Gespreksleider: Ja, want normaal in de 4e, 5e en 6 e. Deelnemer 1: Ik heb maar 1 jaar CKV gehad. Deelnemer 5: Ikke niet. Deelnemer 3: Ik heb ook maar 1 jaar gehad. Gespreksleider: Oh, dat is dan anders. Jullie hebben allemaal 1 jaar CKV gehad? Deelnemer 3: Ja, maar ik heb ook vmbo gedaan, dus. Deelnemer 5: Nee, 1e, 2e en het 3e jaar krijg je dat toch? Daarna moet je ervoor kiezen. Daarna als je voor Cultuur en Maatschappij kiest, dan krijg je het erbij en anders niet. Deelnemer 1: Zo zat het bij ons in ieder geval niet. Deelnemer 5: Zo zat het bij ons.. als je er niet voor had gekozen krijg je het ook niet. Gespreksleider: Ja want je had CKV1.. Deelnemer 2: CKV1 was algemeen en CKV2 kreeg je bij Cultuur en Maatschappij. Deelnemer 5: Ja, maar dan heb je dat in je vierde… Gespreksleider: En CKV3 is dan Tekenen3 en Muziek3 wat jij zei net. Maar het gaat nu even over CKV1, uhm, dat is het eigenlijk, het om in grote lijnen te zeggen, het ondernemen van culturele activiteiten door leerlingen wat wel of niet beoordeeld wordt met een voldoende. Uhm.. Hoe hebben jullie CKV ervaren? Want op het moment staat het heel erg ter discussie, draagt het wel bij, scholen zijn heel erg vrij in hoe zij CKV invullen, uhm, wat jij net zegt is een lalala-muziekje al goed of wil je leerlingen echt stimuleren om naar het theater of een museum te gaan. Hoehoehoe kijken jullie daarnaar? Deelnemer 5: Bij mij, en ik heb het dus drie jaar gehad, en de eerste anderhalf jaar heb ik een leraar gehad en dan was het gewoon 50 minuten gewoon zitten en nou ja, hij vertelde iets en het zal wel, whatever. En het laatste anderhalf jaar hadden we een lerares en die was streng en moest je met je CJP pas er echt op uit en binnen zoveel periodes moest je zeker zoveel toneelstukken gezien hebben, zoveel musicals en zoveel dit en het werd ook serieus beoordeeld anders had je een onvoldoende en was het afgelopen. Het ligt er dus heel erg aan. Gespreksleider: Aan de docent? Deelnemer 5: Ja, ja, en als je het moet doen
CKV op het vmbo Invloed profielen
Invloed docent
23
voor je cijfer dan doe je het wel. Gespreksleider: Maar CKV wordt niet beoordeeld met een cijfer. Deelnemer 5: Nee, maar als je een onvoldoende hebt, heb je alsnog een onvoldoende. Ik weet dan niet of dat je over gaat met een onvoldoende. Deelnemer 3: Ik denk dat het ook heel erg ligt aan de leeftijd. Ik bedoel als je en puber bent, ga je echt niet luisteren naar wat de docent heeft te zeggen. Deelnemer 5: Echt wel, als je er toch een cijfer voor krijgt of ja een voldoende. Deelnemer 2: Bij ons had je volgens mij Kunstshot of zo heette dat en dat was de aftrap van CKV, door de hele stad heen, hadden ze allemaal overal activiteiten. Dan kreeg je zes onderdelen, kon je kiezen en aanvinken wat je het liefst wilde, en op een gegeven moment kreeg je dan een programma dat je moest volgen door heel de stad heen. Volgens mij heb ik toen in de schouwburg gezeten waar Ali B. optrad en toen ging ik daarna drie straten verder in de Laakhallen, in Leiden is supergroot, dan ging je daar met textiel wat doen en dan ging je ergens naar de stadsschouwburg naar wat klassieks luisteren volgens mij. Dat was één van de drie dingen die je moest doen, met een Kusntshotverslag, en dan ik had altijd musea en concerten bezoeken en je had nog wat. Ik weet niet precies. Iets met bepaalde dingen en ik weet wel dat iedereen had zoiets van: Oh moeten we nou naar Kunstshot morgen? Maar dat het wel voor iedereen wel heel erg leuk was eigenlijk? Gespreksleider: Motiveerde? Deelnemer 2: Ja, en ik weet wel dat iedereen inderdaad zoiets had van die Ali B. was echt tof en daar moeten we wel een keer heen, weet je wel. Bioscoop viel daar ook onder. Dus, ja, ik zou het echt, maar goed ik vind het belangrijk dat mensen een beetje breed onderlegt zijn, dus ik zou het echt heel raar vinden als ze dat afschaffen. Wat kan het überhaupt kwaad, het kan alleen maar goeds doen? Deelnemer 1: Ja, klopt, bij ons was het dan zo, ik weet niet of het overal was, maar er waren tien disciplines, je moest er zes en dan moest je als je geweest was een formulier inleveren met een kaartje dat je ook echt geweest was. Natuurlijk heel fraude.. Gespreksleider: Ja, een afgestempeld kaartje. Deelnemer 5: Ja dat hadden wij ook.
Beoordeling CKV
Levensfase
Initiatieven tussen scholen en gemeenten
Motiveren leerlingen
24
Deelnemer 1: Ik ben toen wel gegaan, uh, naar dat soort dingen. En ik denk dat het rond die leeftijd ook heel erg is dat je geluk moet hebben dat je bij de juiste dingen terecht komt, maar ik denk best wel dat dat kan werken want ik heb toen ook bij een musical gezeten, Who is Tommy?, dat weet ik nog wel en dat vond ik best wel vet. Ik dacht echt van te voren, had ik gedacht, gaan we hier een beetje anderhalf uur lang, zingende mensen en moet dat weer, maar ik vond het wel gewoon vet. En dat heeft mij wel opengesteld, al moet ik eerlijk zeggen dat ik daarna niet naar veel meer musicals ben geweest, maar dat heeft me wel opengesteld voor het concept musical. Wat ik normaal anders helemaal niet had gedaan. Aan de andere kant, we kozen wel op ons gemak uit. Dus oh, er draait nu toevallig iets, het is bij ons de buurt, we krijgen goedkeuring, okay. Zo ben ik naar moderne dans geweest, ik heb me anderhalf uur zitten ergeren. Ja, goed. Deelnemer 2: Ja, dan weet je dat ook. Op schoolreis gingen wij naar de opera, daar moesten we ook allemaal een pak voor meenemen en zo. Dus als kleine hummeltjes ging je naar … maar iedereen zat daar wel van oh moet dat nou, dat kan toch niet. Ik weet niet, maar ik denk nog steeds de mensen van m’n middelbare school die ik nog spreek, iedereen heeft het erover, we zijn naar de opera geweest, daarna nooit meer natuurlijk, maar je hebt het meegemaakt. Je kan vertellen dat je naar de Zauberflute bent geweest en zo. Gespreksleider: Ja, maar wat maakte dat voor een indruk toen je daar was? Deelnemer 2: Ja, je staat daar in Praag in een enorme opera. Iedereen voelde zich daar natuurlijk zo, het was natuurlijk een superervaring, maar dat ga je op het moment natuurlijk niet zeggen, maar ik denk als ik daar nu naar terugkijk is dat een enorm unieke ervaring. Ik denk wel dat zo een middelbare school daar een enorme invloed op heeft. Gespreksleider: Je ziet al wat voor verschil het tussen verschillende middelbare scholen brengt. Deelnemer 4: Ik had maar 1 jaar CKV volgens mij. Deelnemer 1: Ja, ik ook. Deelnemer 4: Wij moesten volgens mij vijf dingen bezoeken, dat mag dan inderdaad een toneelstuk zijn, of een musical, of een uh.. zo breed als wat. En daar moesten we dan een klein
Levensfase
Invloed CKV: Musical bezoeken
Invloed middelbare school: Buitenlandse reis Ervaring
Invloed is per school verschillend
25
verslagje over schrijven dat dan beoordeeld werd. En dat was het. Gespreksleider: Het werd afgevinkt. Maar denk je dat dat verschil maakt als je leerlingen zelf laat kiezen, als in van: je nu zegt we gaan naar een bioscoop, of dan gingen we hiernaartoe. Of dat je zegt we gaan nu naar een theater, want op mijn middelbare school zijn we een keer met de hele klas, het hele vwo naar een theatervoorstelling geweest. Dat je er ook verplichte dingen erin hebt zitten, dat is ook niet op iedere school ja. Deelnemer 2: Daar staat me ook iets van bij ja, van die initiatieven, we hebben nu kaartjes voor jullie hiervoor en dat kan je afvinken voor CKV als je mee gaat. Deelnemer 5: Ja maar dan geef je wel keuzes. Deelnemer 3: Ja dan geef je wel keuzevrijheid aan de leerling, keuzevrijheid dan kan je mee. Deelnemer 2: Ja, maar het was meer van iedereen gaat wel eens naar een concert of bioscoop, dat was bij ons echt om de hoek die concerthallen, dus dat gebeurde toch wel. En ze hadden soms wel eens van die schouwburgshows, of van die musicals of van die kijkhuisfilms en dan werd er vanuit de CKV-leraar gezegd van joh dit ligt er voor jullie en dan kan je nu bij mij een kaartje kopen of je krijgt een briefje mee voor thuis dat zij geld overmaken. Noem maar op zoiets, en dat kun je voor CKV afvinken als je naam op de lijst staat en ik weet wel dat heel veel zeiden van ja ik ga erheen voor CKV, zal ik maar zeggen en dat het gewoon echt zo werd aangedragen dat je niet zelf ergens nog een kaartje hoefde te halen. Gespreksleider: Ik denk wel dat dat scheelt. Deelnemer 1: Dat was bij ons niet, maar ik weet wel dat dat het beste combineert. Je zoekt als school wel iets uit dat een beetje culturele waarde heeft en aan de andere kant is het voor de leerlingen heel gemakkelijk, kijk want als je het verplicht stelt zitten mensen al snel met zo’n instelling van ik heb er geen zin in en ik zal alles doen om eronder uit te komen. Maar als je ze toch laat kiezen om het kaartje te halen überhaupt, heb je toch nog die keuze. Deelnemer 2: Bij ons was het ook ja ik moet toch nog iets voor CKV, Ga jij? Ja kom, we gaan wel weet je wel, omdat het toch allemaal voor je neus gebeurd. Gespreksleider: Maar denken jullie door het te verplichten, want jij zegt het wordt verplicht..?
Invulling vak CKV
Stimuleren ondernemen van culturele activiteiten voor CKV Keuzes
Invloed docent
Interesse Verplichten
26
Het kan ook de andere kant uit… Deelnemer 1: Er zitten voordelen en nadelen aan. Als iets verplicht stelt kan je als school heel erg specifiek iets uitzoeken van waarvan je weet dat heel goed zal zijn. Ik ben bijvoorbeeld naar moderne dans.. dat zou een school nooit doen, omdat ze weten dat iemand van mijn leeftijd, daar helemaal niet geïnteresseerd in is, aan de andere kant als je het verplicht stelt, is het natuurlijk wel het nadeel iedereen zit daar met zo een lange bek van wanneer is het afgelopen want dan kan ik weer naar huis. Maar kaartjes beschikbaar stellen is dan een combinatie van de twee die het beste werkt, dat hadden wij niet. Het was gewoon zoek het maar uit. Ja, dan kies je als kereltje van, wat zal het geweest zijn? Gespreksleider: 15? 16? Deelnemer 1: 15, 16 kies je gewoon van wat speelt er nu zo dicht mogelijk in de buurt, wat niet teveel geld kost. Zo maak je die keuze. Gespreksleider: En wat denk je als scholen verplicht zouden stellen van je moet dit jaar naar een theatervoorstelling, tuurlijk met een budget of iets dergelijks, je moet daarheen en je moet daarheen, zou het veranderen dan dat je naar een bioscoop mag? Dat je een bioscoop vervangt als een soort van lage drempel cultuur, we gaan nu met z’n allen naar een laten we zeggen opera… Deelnemer 1: Ja bioscoop, je mocht niet zomaar naar een bioscoop, je mocht niet naar de eerste blockbuster die er speelde. Je moest wel naar zo een arthousefilm. Dus dat is wel cultureel verantwoord. Ik zou niet als school daar een keuze in moet gaan maken. Gespreksleider: Maar wel bij de leerlingen laten? Deelnemer 2: Maar ik denk juist als je zulk soort dingen verplicht stelt, juist die gekke dingen, net als je zegt arthouse dingen en zo, dat je dat mensen laat ervaren, zoals ik zei die opera. Een bioscoop kom je toch wel, een concert kom je toch wel, ik zou dat juist wel goed vinden. Ik bedoel als je het een keer hebt mee gemaakt. Ja, ik heb nu makkelijk praten, want toen ik daar zat had ik ook zoiets van jaa… Gespreksleider: Maar het heeft wel uitgewerkt van ik ben er geweest, positieve ervaring, achteraf? Deelnemer 2: Ja, maar goed dat kan ik nu zeggen. Ja. Omdat ik nu ook de meerwaarde ervan in zie.
Levensfase
Verplicht stellen niet dagelijkse culturele activiteiten
27
Gespreksleider: Zou jij nu naar een opera gaan als je morgen een kaartje zou kon krijgen? Deelnemer 2: Uhm, denk het niet, maar ik praat nog wel, als het over opera’s gaat, ofzo dan heb je nog wel dat bij je staan dat je dat toen zo hebt meegemaakt hoe dat toen daar gebeurde. Je hebt een referentiekader. Maar dat vind ik nu belangrijk, en toen niet. Dus. Nja, misschien moet je ook op de lange termijn gaan denken voor leerlingen, ga daar nu maar met een lang gezicht daar zitten, misschien dat je daar later iets uitput. Gespreksleider: Want ja daar wil ik een beetje heen, heeft CKV bij jullie daaraan bijgedragen? Dat jij bijvoorbeeld naar een arthousefilm gaat? Deelnemer 1: Nou ja wat ik al zei, het feit dat ik daar ben geweest, heeft me wel wat meer opengesteld om dat een keer te gaan doen, een musical. Want wat ik daarvoor dacht, toen was ik er nog nooit geweest, had ik waarschijnlijk nooit zelf bedacht, maar het is vreselijk en is helemaal niet leuk. Sterker nog het is voor vrouwen, dat gebeuren. En uh, ja goed. Ik heb wel ervaren dat het wel heel leuk kan zijn, aan de andere kant die andere vier dingen kan ik niet eens meer bedenken wat ik daarvoor heb gedaan. Dus voor hetzelfde geld als ik naar een hele slechte musical was geweest, had ik er geen zak aan gevonden. Ja. Het is een beetje welke ervaring je opdoet als je dat doet. Deelnemer 2: Dat is zeker hetzelfde dat schoolreisje was indrukwekkender, maar als ik nu ga bedenken wat ik voor CKV heb gedaan. Ja. Ik kan me voorstellen het concert waar ik altijd wel heen ging en een bioscoop dat ik dat heb ingevuld, maar ja. Dat kunstshot staat me nu wel dus bij, dat dat zo een dag was. Je kan er wel mee bereiken, maar hoe het nu was heeft het weinig bijgedragen. Gespreksleider: En jij zei vmbo natuurlijk, was dat anders als je het zo hoort? Deelnemer 3: Ja. Ja ik kreeg ook wel veel workshops eigenlijk ook wel aangeboden. Ja ik kon natuurlijk wel met die CJP-pas wat doen, maar ik ging eigenlijk gewoon naar de bioscoop en ik mocht naar elke film die ik maar wilde. Dus. En ik ben ook nog, dat was naar het Geldmuseum geweest in Utrecht, met de pas. Eigenlijk heel leuk, is gewoon interactief, over hoe geld wordt gemaakt dus. Ja als ik dan iets moest opzoeken was het wel interactief, want dan ben je bezig.
Invloed CKV
Openstellen cultuuruitingen
Buitenlandse reis
CJP-passen
28
Gespreksleider: Ja, je zocht wel naar iets wat je leuk vond? Deelnemer 3: Ja echt, en wat bij mij past. Deelnemer 2: Was dat niet met CKV, dat je de kaartjes van je oma, als die naar een bioscoop of museum was geweest, die inleverde. Gespreksleider: Dat was zeker niet de bedoeling! (Gelach) Deelnemer 2: Dat was zo dat je naar je opa ging en die had nog een museumkaartje, oh mooi en dan zocht je daar wat over op. Gespreksleider: Dat is misschien wel een bruggetje: je laat het afvinken. Denk je dat het meer stimuleert als CKV een cijfer zal krijgen? Deelnemer 2: Nee, ik denk dat je mensen dingen moet laten meemaken. Ik denk dat je met CKV echt culturele, het kunstzinnige, echt gewoon inderdaad mensen… Gespreksleider: Meer interactief? Deelnemer 2: Nee, nee, ga maar naar moderne dans, ga maar een keer naar een musical. Als je drie van die grote dingen doet die niet gangbaar zijn zoals bioscopen en concerten wat toen ook nog een idee was, denk je dan wel, ja, ik denk dat dan een redelijk opleidingsniveau en interesseniveau verschil is, maar dat er dan wel meer blijvende herinneringen hebt aan wat je toen totaal uit je comfortzone bent gegooid, wat nu 9 van de 10 van ons heeft gewoon een bioscoop of concert meegemaakt waar niets van bij is gebleven? Gespreksleider: Denk je dat het uit heeft gemaakt met het profiel dat je koos op de middelbare school, bijvoorbeeld Natuur & Gezondheid, Natuur & Techniek, Cultuur & Maatschappij en Economie & Maatschappij? Deelnemer 2: Nee, dat denk ik niet, want de mensen die Cultuur & Maatschappij die hadden gewoon geen zin in wiskunde. Deelnemer 1: Ja, zo werkt het. Deelnemer 5: Ja, precies. Deelnemer 2: Toch, zo werkt het. Het heeft niets met mijn culturele interesse te maken dat ik Economie en Maatschappij ben gaan doen. Gespreksleider: En als keuzevakken, had je misschien, je speelt gitaar, je ging niet muziek3 erbij doen? Deelnemer 2: Nee, want ik deed Economie en Maatschappij, dus daar had ik niets aan voor mijn studie later en zo, maar we werden wel gepusht, we doen dit profiel dus kies dan
Beleven
Opleidingsniveau Interesseniveau
Comfortzone
Invloed middelbare school: Profielkeuze
29
Management en Organisatie, zal ik maar zeggen. Op die manier ga je voortborduren. Je gaat niet dingen die je interessant vindt, tenminste zo ben ik niet, erbij pakken om je tijd uit te zitten. Het was een beetje georiënteerd op de studie erna. Gespreksleider: En hoe was dat bij jou? Deelnemer 5: Oh, ik wel. Ik had drama erbij. Haha, ja. Ik had dat wel ja. Ik werd daarin gestimuleerd. Ik was zeker niet de enige. We hadden drie keuzevakken, dus, ja waarom niet. Je doet er een taal bij, je doet er iets bij wat je studie past en je doet er iets leuks bij zoals tekenen, handvaardigheid, muziek of drama. Dat was allemaal mogelijk. Ik denk dat de meeste mensen die ik ken dat ook wel hebben gedaan. Deelnemer 1: Wij hoefden maar twee keuzevakken of één keuzevak zelfs. Ja, ik heb toen biologie er nog bijgedaan, omdat het maar een half jaar was in de vierde dan was ik er daarna lekker vanaf. Dus ja biologie erbij. Ja. Je bent helemaal niet bezig met wat je interessant vind, maar meer van hoe maak ik mijn leven zo gemakkelijk mogelijk. Deelnemer 5: Ja, maar dat maak je toch met zo een… Tekenen of Handvaardigheid, maak je je leven zo gemakkelijk mogelijk, want wat is dat, 50 minuten een beetje kleuren bij wijze van… Deelnemer 1: Ja maar ik vond dat ook niet leuk. Dus ik dacht als ik dan toch iets erbij moet doen, doe ik maar iets wat een beetje de toekomst nog.. dus misschien niet helemaal met.. Gespreksleider: Maar er zit dus wel een verschil in. Jij zegt het houdt je bezig en jij zegt het is voor je toekomst. Dat zeg jij ook wel een beetje. Deelnemer 2: Ja, kijk, ik heb niet gekeken of het mezelf makkelijker maakt, want wij hadden een paar van die vakken van een half jaar, maar bij ons was het dus echt omdat we dus Economie en Maatschappij deden, ging je gewoon M&O doen, omdat het dus simpel was voor je studie, ja. Niet om jezelf makkelijk te maken. Deelnemer 3: Ja, ik deed het wel echt om mezelf makkelijker te maken, haha. Die vakken hoef ik niet, die vind ik leuk en die vind ik leuk en wat ik er mee kan zie ik wel. Deelnemer 5: Nou dan ben je op die leeftijd echt al toekomst gerelateerd! Deelnemer 2: Ja maar iedereen deed het bij ons. Iedereen deed het ook, iedereen deed dat, omdat iedereen dat deed en je er iets aan had. Ik heb niet zelf bedacht nou, ik ga later studeren, dus ik ga dit doen, maar dat was gewoon heel
Interesse Studie gerelateerd
30
standaard, maar meer van… Deelnemer 1: M&O doe je erbij want dat hoort erbij… Deelnemer 2: Ja, dat hoort erbij. Het hoort bij je.. ja.. Als jouw vriendengroep dat deed, deed jij dat ook. Gespreksleider: Nou dat is een mooi bruggetje, want ik wilde door naar een nieuw onderwerp. Ik vroeg me eigenlijk af, het gaat nu niet om de vrienden uh vroeger in je omgeving, zoals jij net zegt een buurmeisje die iets leuk vindt, uhm, dus ik vind dat ook leuk. Maar gekeken naar je leeftijd nu, jullie studeren allemaal of bent werkzoekende, hebben de afgelopen jaren uhm, heeft de invloed van mensen met wie je om bent gegaan tijdens je studie, hebben die invloed gehad, of nog steeds, op het ondernemen van culturele activiteit? Ben je daardoor bijvoorbeeld, er is ooit een onderzoek geweest dat mensen een concert bezoeken op jonge leeftijd met ouders, voelen zich veel meer thuis als ze op later leeftijd terugkomen, maar mensen die mee worden genomen door hun vrienden kunnen dat heel anders beleven, omdat ze ouder zijn, omdat ze.. Deelnemer 1: Ik denk dat als ik naar mijn vrienden kijken, vooral dingen zijn als concerten die ik toch al een beetje in mijn straatje paste van dingen die ik al deed. Deed, zoals naar concerten gaan deed ik ook al, of naar feestjes gaan, deed ik op de middelbare school al en met mijn vrienden van mijn studie ga ik dan ook naar een leuk concert of festival, waar ik daarvoor nog niet geweest, dus dat, maar niet ik denk heel weinig nieuwe dingen meegekregen, maar goed dat is mijn ervaring door mijn vrienden van mijn studie. Misschien wat reizen die ik gemaakt heb en mensen die al een keer eerder in die stad op bezoek waren geweest, waar je dan een beetje met die mensen die naar de echte hot spots kunnen brengen maar ik denk dat het daar wel bij blijft, voor mij in ieder geval. Deelnemer 2: Bij mij is het echt een enorm verschil geweest, want niet zo zeer nieuwe dingen ontdekken, maar wel gestimuleerd raken die je echt interessant vind. Ik ga ook echt pas sinds twee jaar naar die dance festivals, want ik ben daar door mijn vrienden naartoe getrokken, wat mij totaal beviel. Normaal ging ik alleen maar naar concerten toe en was ik van de livemuziek, en weet ik het wel en sindsdien ben ik echt alleen maar van de elektronische muziek
Invloed vrienden
Invloed vrienden op latere leeftijd
Reizen
Groot verschil Interesse
31
dus dat is wel echt iets, maar voorderest ook als ik een boek lees, heb ik genoeg aan wie ik dat kwijt kan, en die zeggen joh als je dat leuk vind moet je dat lezen, zo wissel je alles uit. Net zoals met gitaarspelen, als je een keer op Plato staat met de playbackshow dan ga je dat meer ondernemen en met stedentrips inderdaad, wanneer mensen wat weten te vertellen of ook uh, zelf ervaring daarmee hebben. Ik denk dat dat wel echt enorm mijn culturele deelname en kennis heeft verdiept in ieder geval en ook nog wel een klein stukje verbreed. Gespreksleider: Ok. Deelnemer 4: Ja, dat denk ik eigenlijk ook wel inderdaad. Vooral mensen in je dispuut dan, als je dan boeken leest, hey wat vind jij interessant, dan is dit wel een leuk boek voor jou, je helpt elkaar veel meer in zulke dingen. En uh, ook met dispuutsuitjes, dan ga je weer een stedentrip doen, uh gaan we weer ja, wel naar een museum wat je normaal niet zou doen, of naar een kerk, of uh.. Nee maar dan is het wel veel leuker en interessanter en je leert er dan veel meer van eigenlijk. Deelnemer 2: Ja je leert van andermans interesses. En die ga je ook meer waarderen en uitproberen als je dan met zo’n groep bent. Bij ons is het dan ook als we op vakantie gaan: we doen 1 dag gaan we die stad doorlopen en gaan we zien wat we moeten zien, zal ik maar zeggen. En niemand die daar nu nog bij nadenkt. Dat doe je in een dag. Deelnemer 3: Lijkt me ook logisch. Je bent in stad en dan wil je toch ook… Deelnemer 5: Op zo een moment is dat helemaal niet logisch, je hebt er ook bij die willen all inclusive… Deelnemer 2: Nou, sommige jongeren vinden het prima om heel de dag in een bar te zitten. Die denken daar veel minder bij na dan ouderejaars. Dat groeit wel echt hoor, verschilt per persoon natuurlijk. Ik ja, ik vind het zelf wel redelijk interessant, maar vroeger waren er ouderejaars, nu nog steeds wel eigenlijk, die echt cultuur gaan snuiven en zo en jongerejaars die gaan uitslapen en pakken een biertje mee. Over een paar jaar daarna zijn zij degenen die de stadswandeling slepen. Ik denk echt dat dat.. Deelnemer 3: Ja, misschien toch een deels opvoeding. Gespreksleider: Dat zal zeker meespelen. Wat jij zegt in je achtergrond.
Ervaringen delen met betrekking tot cultuuruitingen en cultuurdeelname
Studentencultuur, dispuut
Invloed ouders
32
Deelnemer 3: Ja ik ben naar Madrid gegaan om een dispuutsgenootje op te zoeken, maar ik ben er ook om de stad te bekijken. Deelnemer 2: Ja klopt, maar ik denk echt dat mensen door hun dispuut dingen gaan bekijken en later dan zeggen tegen de rest joh dat moet je echt gaan zien. Ik denk dat dat een hele grote invloed heeft en zeker voor mensen die een hele sterke achtergrond hebt wordt je minder verdiept in je studententijd, dan als jij een eigen achtergrond… Deelnemer 5: Wel verdiept, maar niet verbreed.. Deelnemer 1: Ja, ik probeer dat eigenlijk te zeggen, ik ben niet echt verbreed. Ik ben wel echt verdiept in de dingen die ik interessant vond, omdat ik denk dat dat inderdaad komt door mijn opvoeding. Mijn moeder sleepte mij overal heen, ik heb alles geprobeerd en ik wist op een gegeven moment al een beetje wat ik interessant vond. En, maar daar heb ik in m’n studententijd me veel meer in verdiept. Deelnemer 2: Ja, ik heb dus een kleinere basis en door mijn studententijd ben ik daar enorm in gestimuleerd door mensen, ja het klinkt dan weer heel dramatisch, maar je merkt dat het normaal is dat ik veel lees. Dat is bij ons, waar ik vandaan kom, helemaal niet zo heel als je een boek leest, is in principe heel erg nerd, zal ik maar zeggen. Gespreksleider: Denk je dat dat een verschil maakt, het opleidingsniveau, juist nu, juist in je studententijd? Deelnemer 2: In mijn ervaring een wereld van verschil. Ja, ik ben de enige in de hele familie die studeert. Gespreksleider: Is dat een studentencultuur of een opleidingsniveau? Deelnemer 2: Ik denk dat dat dicht bij elkaar ligt, in dit geval. Studenten, kijk WO en studentencultuur ligt natuurlijk heel dicht bij elkaar dan mensen die niks of in ieder geval weinig met literatuur en cultuur hebben en een lager opleidingsniveau. In mijn beleving, zo heb ik het ervaren van vroeger. Deelnemer 4: Ik kan dat wel beamen, want ik ben ook de enige inderdaad die gewoon, ja uh in het studentenleven zit en studeert. Je merkt wel gewoon bij mij thuis als je een boek leest, dan is het van: huh lees jij een boek in de trein en hoezo geen filmpje? Of zo. Ja zulke dingen is wel een heel groot verschil, maar ik denk dat het ook komt omdat je in zo een studentenomgeving zit
Verdiepen wat de opvoeding heeft meegegeven
Opleidingsniveau
33
en dat er heel veel mensen uit verschillende culturen… uh.. Gespreksleider: Achtergronden? Deelnemer 4: Achtergronden inderdaad bij elkaar komen en daar leer je ook heel van en daardoor ga je je misschien verdiepen en ook wel verbreden. Deelnemer 2: Maar ook wel met bepaalde interesses hoor, want studenten staan er wel voor open, ik vind het heel lastig om de vergelijking te maken met lager opgeleiden. Gesprekleider: Mag! Deelnemer 2: In ieder geval, mensen die in dorpjes bij elkaar blijven, blijven dezelfde groepjes en die staan toch minder open voor andere mensen. En met studenten ben je toch wel vaak breed geïnteresseerd en je hebt toegang tot heel veel andere dingen. Deelnemer 3: Het is meer de diversiteit die dan speelt. Deelnemer 2: Ja, maar je moet er ook voor open staan. Kijk je hebt natuurlijk ook spoorstudenten en dat soort termen en mensen die er minder voor open staan. En die hebben waarschijnlijk veel minder aan hun studentenleven dan als wij die hebben ervaren. Deelnemer 3: Ja, ja, ja. Gespreksleider: Denk je dat het scheelt om bij een vereniging of dispuut of iets dergelijks te gaan… in je cultuurdeelname, omdat jij de vergelijking maakt met spoorstudenten en dat soort dingen? Deelnemer 2: In mijn beleving wel, omdat ik zie gewoon heel erg de meerwaarde van een studentenvereniging door die diversiteit, en welke studentenvereniging het ook is, het ene jaar maak je een almanak en het andere jaar probeer je sponsoren voor je club binnen te trekken. Studieverenigingen, merk ik heel erg want ik ben er nu best wel veel in contact, die hebben een tunnelvisie en een doel, zal ik maar zeggen en bij ons beetje zoeken wat je gaat doen. En ik denk wel dat dat uh, heel veel teweeg brengt, ja net als met gesprekken aan de bar. Als je een commissie hebt, waar totaal andere mensen dan je dispuut in zitten en dan gaat het ook in een keer over best wel diepzinnige dingen aan de bar, maar ik denk dat dat je interesse best wel kan verbreden. Gespreksleider: En denk je dat dat bij mannen anders is dan bij vrouwen? Deelnemer 2: Zie ik de reden niet toe.
Invloed omgeving: Dorp of stad
Studentenvereniging heeft een meerwaarde
Geen verschil mannen en vrouwen 34
Deelnemer 1: Ik denk niet dat dat veel uitmaakt. Deelnemer 5: Meningloos. Deelnemer 3: Ja, ja meningloos. Deelnemer 2: Het is ook maar met wie je in contact komt. Toen ik in Australië was, toen kwam er een vent naar ons toe met een krat bier, kwam tussen ons in en ging ons vertellen, had zelf geen school afgemaakt, maar hij ging ons vertellen hoe wij als westerlingen in een soort van traject komen waarin we klaar worden gestampt voor een baan. Wij denken dat wij zelf profielen mogen kiezen, maar we mogen uit profielen kiezen, dus we worden alleen maar meer getunneld, zal ik maar zeggen, de hele tijd. Zo had ik nooit nagedacht, want het is voor ons zo standaard he, basisschool, middelbare school, studeren, baan. Hij zei: hoe normaal is dat, dat je dat traject hebt. Waarom zou je niet gewoon geld verdienen, uitgeven, ergens anders geld verdienen en dat weer uitgeven, he. Ja en dat, als je je daarvoor geïnteresseerd bent en je komt dat soort mensen tegen en ik denk dat dat zeker met het opleidingsniveau te maken heeft en je brede interesse, daar kun je totaal veel van leren. Gespreksleider: Dus vrienden hebben wel degelijk invloed. Deelnemer 5: Zeker Gespreksleider: Ok, ja, misschien niet voor iedereen relevant. Partner? Ga je met je vriendin naar een museum, of met je ex naar een museum of een theatervoorstelling, een musical: ik ken er zat die naar soldaat van oranje zijn geweest bijvoorbeeld. Deelnemer 4: Ja ik ook. Gespreksleider: Vertel! Deelnemer 4: Ja, nee, ja, musicals zijn wel leuke dingen inderdaad om met z’n tweeën te doen inderdaad. Gespreksleider: Uitjes. Deelnemer 4: Ja, uitjes. Inderdaad en dan ga je.. we zijn ook naar Amsterdam geweest en dan ga je ook in een rondvaartboot zitten met je vriendin, zulke dingen, dat zijn wel leuke dingen. Of ga je naar de opening van.. dinge… dat museum. Gespreksleider: Rijksmuseum. Deelnemer 4: Ja, Rijksmuseum. Ja, dan ga je daarheen en dat zou je niet doen inderdaad als je daar met je vriendengroep.. dan ga je niet in een boot zitten en een rondvaart in Amsterdam. Deelnemer 2: Ja, dat ben ik wel met je eens.
Invloed omgeving: Met wie je in contact komt
Opleidingsniveau Interesse
Invloed partner
Cultureel actief als sociale activiteit, met je partner
Met partner onderneem je ander soort culturele activiteiten dan met je vrienden
35
Deelnemer 4: En zulke dingen doe je dan wel met je vriendin.. ja.. Deelnemer 2: Je gaat er meer naar op zoek inderdaad. Gespreksleider: Je gaat een dagje uit. Deelnemer 4: Ja. Deelnemer 2: Ja. Maar ik had het bijvoorbeeld met de ouders van mijn ex, ja je weet het, die waren enorm kerkelijk en netjes, die vader was dirigent en speelde orgel en zo en als je daar dan een keer een borreltje mee drinkt heeft dat best wel invloed, ik bedoel ik ben niet anders gaan denken, maar je krijgt wel meer mee, maar natuurlijk speelt dat wel mee. Deelnemer 5: Ik ben het er mee eens. Het is gewoon met mensen met wie je in aanraking komt en met wie je spreekt, en als ze dan inderdaad, het hoeft niet eens interessant te zijn eigenlijk, maar het kan gewoon een heel andere kijk geven op iets dat je denkt van, ja, zo kan het natuurlijk ook. Deelnemer 3: Het kan je gewoon heel erg beïnvloeden. Deelnemer 5: Ja. Deelnemer 3: Het stelt je open voor andere ideeën. Deelnemer 2: Ja ik weet niet, je moet wel open staan voor andere ideeën. Deelnemer 5: Ja, dat is ook waar. Deelnemer 2: Nou, bijvoorbeeld mijn zusje krijg je nergens geïnteresseerd voor. Deelnemer 3: Niet? Echt, maar dat is toch niet zo moeilijk? Maar dat is toch.. Deelnemer 2: Ja die heeft er gewoon geen behoefte aan, die ziet dat niet en als zij het niet leuk vindt dan houd het op. Deelnemer 5: Nee, kijk maar als je dingen zo prima vindt, dan is het prima. Als het prima is, is het prima. Deelnemer 2: Ik heb ook niks ertegen, maar in dit gesprek moet je wel openstaan voor dingen wil je jezelf… Deelnemer 5: Nee, ja dat is waar, maar als het prima is, is het prima. Er zijn gewoon mensen die vinden alles prima, maar als je erin geïnteresseerd bent, ja, dan kan de wereld je een hele hoop opleveren. Gespreksleider: Oke. Nou dit is een hele mooie afsluiting van dit onderwerp. Dan heb ik nog iets heel kleins, dat is van hoger af, daar zetten we geen godsdienst of religies onder, maar de overheid bezuinigd veel, ook op cultuur, dus ik
Invloed familie partner
Openstellen
Open staan voor nieuwe invloeden
Interesse
Invloed van hoger af 36
vroeg me een beetje af hoe jullie daarop kijken, vinden jullie dat redelijk, uhm zien jullie het belang van in dat het wel ondersteund moet worden, moet alle cultuur ondersteund worden of juist niet.. Deelnemer 5: Ja, wat ik net zei: eerst was een kaartje 40 euro en nu is het 60 euro. Ja.. we zitten in een.. niet iedereen heeft er gewoon geld voor en ik vind wel dat iedereen ook cultuur mee krijgt, en dan heb ik het over, dat iedereen een boek kan kopen van noem een belangrijke Nederlandse schrijver, dat iedereen tenminste een keertje naar… Gespreksleider: Een Harry Mulisch heeft gelezen, of zo? Deelnemer 5: Precies. Dat iedereen tenminste een keertje André van Duin heeft gezien, bij wijze van. Dat moet wel gewoon mogelijk zijn ja, en als je daar dan ineens 70 euro voor neer moet tellen, ja kom op zeg. En ja natuurlijk ik ga niet zeggen dat het overal zo voor moet zijn, je hoeft niet voor elke musical, moet dat kaartje ook 30 euro zijn, maar er zijn gewoon wel bepaalde dingen waarvan ik vind ja, dat moet voor iedereen toegankelijk zijn, al zit je in de bijstand. Deelnemer 3: Of je doet gewoon op een bepaalde dag, een dag gratis. Dat het voor iedereen toegankelijk is. Deelnemer 5: Ja, bijvoorbeeld. Deelnemer 3: Ja, dat het toegankelijk is, dan is het wel druk, maar… Deelnemer 5: Ja, maar weet je, je moet toch ook gewoon trots zijn op je land, op Nederland en wat Nederland heeft voortgebracht en jij woont daar toch ook in en dat moet je.. ik bedoel je bent Nederlander en je moet dan ook de mogelijkheid krijgen, om dat te kunnen zien en om daarvan te kunnen genieten. En dat hoeft dan niet 70 euro te kosten. Dat is mijn mening. Gespreksleider: Ik zie jou lachen? Deelnemer 2: Ja, ik vind dat wel een hele radicale mening, overigens. Maar ik vind het heel goed dat ze de portemonnee van cultuur hier en daar wat schrappen. Maar ik denk dat ze bij de verkeerde dingen schrappen. Ik denk meer dat de kaartjes tegenwoordig met de BTW daarop dus redelijk hoog en alhoewel dat ook wel weer met juist het goede voorbeeld overblijft, als je naar een gratis festival gaat kijken, dat is niet leuk, want daar komt tuig op af zal ik maar zeggen, dus je verpest daarmee ook wel weer de sfeer die het normaal wel heeft dus
Financiële aspect
Toegankelijk
Erfstukken cultuur Nederland
Bezuinigingen op verkeerde plekken
37
dan krijg je geen eerlijke ervaring voor de mensen die echt geïnteresseerd zijn. Maar ik vind wel dat Nederland wel heel ver gaat met alle kunstopleidingen die we hebben. Deelnemer 5: Ja, dat klopt, al die muzikanten.. Deelnemer 2: Prima dat mensen schilder willen worden, maar er zijn volgens mij weet ik veel hoeveel mensen op de Kunstacademie die schilder gaan worden en die komen allemaal in de werkelozen, de WW en weet ik veel allemaal, daar is gewoon geen plek voor en geen brood in te verdienen. En als je daar nou eens echt naar gaat kijken en daar misschien iets meer risicofactor van maakt en dat geld daar iets strenger verdeeld en dat dan inderdaad misschien wel juist spendeert aan dingen toegankelijk maken en meer mensen ervaring geven met culturele…. Dan zet je misschien meer zoden aan de dijk dan wat betreft cultuurervaring van mensen. Deelname 5: Dan doe je beter dan wat je nu doet. Nu zijn ze overal alles duurder aan het maken en mogen alle muzikanten die er volgens mij miljoenen zijn, haha, die mogen allemaal hup.. ja zo werkt dat ook niet Deelnemer 2: Ik vind het heel gek, want bijvoorbeeld op de Noordstraat, zit een galerie en weet niemand, ja wij hebben er ooit een keer een kamer gehuurd voor een project, en toen kwam ik erachter dat het gewoon een supergroot pand was, een superduur pand echt een.. het zou een ideaal dispuutshuis zijn zou ik maar zeggen, maar daar zitten dan tien van die kunstenaars op subsidie, want het zijn kunstenaars. Die hebben dan drie van die expositieruimtes, om hun de kans te geven om hun te uiten en je loopt daar binnen en er hangt inderdaad een groot visnet met een idee erachter… en dat je denkt ja… weet je. Deelnemer 3: Dat kan inderdaad echt niet. Deelnemer 2: Ja, wat dit per maand kost! Wat dit per maand kost, geeft het alstublieft aan talentvolle bands. Deelnemer 1: Het gaat natuurlijk wel ver, hoor, dat ben ik wel met je eens, maar het probleem is als je zegt talentvol, dat is natuurlijk heel subjectief en wie moet dat dan bepalen. En dat vind ik heel lastig, want ik heb bepaalde voorkeuren, ik vind bijvoorbeeld bepaalde moderne kunst geen zak aan, maar er zijn mensen die dat geweldig vinden. Dus, ik snap ook wel, ik vind af en toe ook dat ze, het slaat
Veel verschillende kunstopleidingen Geen plek voor veel afgestudeerde kunstenaars
Smaak
38
helemaal nergens over, maar aan de andere kant wie ben jij dan om te zeggen dat dat visnet geen kunst is. Deelnemer 2: Nee, dat snap ik, maar kijk je moet op een gegeven moment wel gaan kijken wat het meeste eternal investment heeft. En de mainstreet mening kan best wel bepaald worden en natuurlijk moet je dat heel breed pakken, maar er zijn wel bepaalde dingen waarvan je weet, ja de kans dat dat succes heeft zo is, en je moet gewoon met je geld zuinig om gaan en ik vind dat cultuur voor iedereen maken, wat jij zegt, totaal redelijk en dan moet je wel naar de grootste groep gaan kijken, naar de meerderheid en dan is er gewoon niet ruimte voor bepaalde dingen en daar moet dan maar hier en daar een beetje in gesneden worden. Dat is dan jammer.. En zo vind ik ook muziek is veel dragender dan beeldend houdende kunst bijvoorbeeld, snap je wat ik bedoel. En natuurlijk geldt dat niet voor iedereen, maar ik vind wel dat je naar de grote groep moet kijken want het is wel allemaal geld. Ennuh, nou ja, als je nu ziet hoeveel van die kunstscholen er zijn en wat het uiteindelijk oplevert. Deelnemer 3: Best wel veel eigenlijk. Deelnemer 1: Ja, elke kunstuiting moet maar geld krijgen. Deelnemer 2: Ja, en als jij geld krijgt dan neem jij jezelf ook serieus. Nee, ga maar eens echt je best doen omdat je echt niets verdiend. Deelnemer 3: Ja, dat is wel radicaal. Deelnemer 2: Ja, maar ik kan me heel goed voorstellen dat als jij een kamer krijgt en een expositieruimte krijgt, dat jij jezelf kunstenaar voelt en dan ga je ook niet meer weg. Deelnemer 3: Ja, ok. Ja, inderdaad. Gespreksleider: Maar om even terug te komen, want je zei wel, het kunst toegankelijk maken voor anderen, met name dan kinderen en jongeren om, om terug te pakken op CKV. Deelnemer 2: Ja, ook liefhebbers natuurlijk, maakt niet uit. Deelnemer 1: Ik denk dat het een beetje 2 verschillende facetten zijn, want aan de ene kant is, zoals ik het begrijp, waar de meeste mensen hier het mee eens zijn, is dat je moet toegankelijk zijn, wat je hebt. Het Rijksmuseum moet niet te duur zijn, omdat daar hele mooie historische werken hangen en die moet gewoon iedereen kunnen zien. Aan de andere kant heb je ook hele hoop opkomende kunstenaars, want zo
Subsidie verstrekken waar het nodig is
Twee facetten: Toegankelijkheid (niet te dure musea) en subsidie verstrekken aan opkomende kunstenaars Subsidiëren opkomende kunst is van belang 39
noemt iedere kunstenaar zit, die een heleboel geld krijgen en dat is facet twee, maar je moet natuurlijk ook wel opkomende kunst en kunst die het moeilijk heeft subsidiëren. Maar hoever moet je daarin gaan en daar zijn de meningen natuurlijk meer over verdeeld. Wanneer is het kunst en wanneer moet je die mensen maar een pak geld toestromen. En dat is dus het lastige. Vind ik. Want dat eerste vind ik bijna vanzelfsprekend, dat je de jongeren en ook echt stimuleert om ook echt naar musea te gaan. Gespreksleider: Ja, er is een initiatief van de directeur van het Rijksmuseum, ieder kind voor zijn twaalfde naar de Nachtwacht, dat soort initiatieven. Deelnemer 5: Ja weet je wat het is… Gespreksleider: Ja, niet dat het gebeurd.. Deelnemer 5: Twaalf dan ben je groep? Gespreksleider: Twaalf ben je in groep acht. Het is Nederlandse cultuur. Deelnemer 5: Kijk er zijn bepaalde dingen. Ik ben het daar helemaal mee eens hoor, maar er zijn gewoon bepaalde dingen die moet je gewoon zien op latere leeftijd, je kunt ze prachtig vinden op jonge leeftijd, maar het is toch veel fijner als de Nachtwacht toch in je hoofd blijft hangen en dat je weet dat je er gewoon voor hebt gestaan en dat je beseft, ja ik weet niet of dat op je twaalfde al is he. Ik heb de Nachtwacht gezien… Deelnemer 3: Ja, dat kan wel. Deelnemer 1: Ik vind het wel een mooi initiatief. Ik vind er wel wat inzitten. Het gaat om de instelling. Gespreksleider: Ik denk niet dat het realiseerbaar is om iedereen daar voor zijn twaalfde heen te laten gaan, maar het gaat om het idee dat het gezegd wordt, het gestimuleerd wordt. Deelnemer 2: Ja, kijk ik schaam me kapot dat ik nog nooit in het Rijksmuseum ben geweest en ik ga er ook echt nog wel een keer heen, zal ik maar zeggen, voor mij geen probleem maar er zijn natuurlijk heel veel mensen die dat nooit meer gaan doen en er totaal geen zin in hebben en die wel die achtergrond hebben van ik ben er ooit gezien, ik ben ooit geweest, wat ik met die opera heb, dat is wel al heel goed voor je culturele besef, dus er zit wel een hele grote waarheid in. Gespreksleider: Denk je dat het ook, je zegt nu ik wil naar het Rijksmuseum toe, denk je dat met de aandacht van de afgelopen tijd te maken
Levensfase
Initiatieven vanuit culturele organisaties en instellingen
40
heeft gehad of wilde je sowieso? Deelnemer 2: Nee, totaal niet. Deelnemer 3: Ja, dat heb ik wel. Omdat het in de media heeft gestaan, denk ik van ja, het is vernieuwd, het is zo lang dicht geweest, ja daar zou ik wel heen willen. Deelnemer 2: Nee, Van Gogh museum moet ik nog een keer heen, Rijksmuseum moet ik nog een keer heen, dat soort dingen moet ik nog doen. Deelnemer 3: Maar het Rijksmuseum was ook heel lang dicht, dan zou ik niet… Deelnemer 5: Kröller Müller. Gespreksleider: Kröller Müller. Deelnemer 1: Nee ja, dat soort namen, inderdaad. Ik vind wel dat ik daar een keer geweest moet zijn. Natuurlijk heb je daar een prioriteitenlijst in, binnen drie jaar ben ik wel eens in het Rijksmuseum geweest, Kröller Müller komt wel een keertje als ik met pensioen ben zal ik maar zeggen. (Gelach, witte fietsen, Veluwe) Gespreksleider: Vinden jullie dat uuh, CKV afgeschaft moet worden? Deelnemer 5: Nee, ik vind dat een ander jasje moet het krijgen, het niet afgeschaft moet worden. Deelnemer 1: Nee, niet afschaffen. Deelnemer 4: Nee, voor mij ook niet. Wel een ander jasje, niet zo, ja, maar bij mij was het gewoon heel vrijblijvend inderdaad, dat je gewoon kon kiezen wat je wou inderdaad, ennuh ja, dan kies je de makkelijke weg en de leukere dingen. De echte cultuur die mis je dan en dat zou wel goed zijn. Deelnemer 3: Ik denk dat het gewoon interactief moet worden, want dan biedt je iets aan wat je gewoon moet doen en dan ben je er ook mee bezig, onbewust mee bezig zodat ze wel wat meepikken. Gespreksleider: En vindt je dat de overheid dat moet stimuleren met budgetten, je had vroeger die CJP-pas, je zei het net al? Deelnemer 3: Is die er nog steeds? Gespreksleider: Ik geloof het niet, er is een groot gedeelte bezuinigd, of het is nog maar de helft van het bedrag, dat zou ik moeten nazoeken, maar er is iets aan veranderd. Die bonnen zijn niet zomaar die bonnen meer. Deelnemer 5: Ik denk dat de overheid gewoon geld moet geven voor wat is het elke klas… (Gelach)
CKV niet afschaffen, ander format
CJP-passen
Invloed overheid: Geld voor scholen om leerlingen te stimuleren om culturele activiteiten te ondernemen 41
Gespreksleider: In principe wordt er iedere basisschool geld verstrekt en dat is dan 10 euro per leerling of zo. Deelnemer 5: Dat is toch niets. Daar kun je niets mee doen, een kind moet vier van die dingen zien, nou je zorgt ervoor voor elke klas dat er kaarten zijn gekocht voor vier van die dingen, je gaat er met die kinderen heen, je huurt een bus, en dat moet de overheid betalen. Deelnemer 3: Ik kan me herinneren dat mijn ouders een ouderlijke bijdrage hebben gedaan. Deden jullie ouders een ouderlijke bijdrage om naar dingen te kunnen… Dat moest. Deelnemer 1: Ja, mijn ouders vonden het wel belangrijk en die betaalden dat soort dingen wel. Deelnemer 5: Nou het kan best hoor. Gespreksleider: Ik denk dat we een beetje afdwalen nu en ik stop hem nu gewoon. Dank jullie wel.
Ouderlijke bijdrage Invloed ouders
42
Focusgroep 2 5 deelnemers + gespreksleider 1 man, 4 vrouw Deelnemer 1 Vrouw, 26 jaar, WO-opgeleid, werkt als junior pensioenconsultant, opgegroeid in Oosterhout (Nb), vervolgens naar Etten-Leur verhuisd (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 2so Vrouw, 24 jaar, WO-opgeleid, werkt als zorg manager, opgegroeid in Gastel (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 3 Man, 25 jaar, HBO-opgeleid, werkt als docent, opgegroeid in Meerssen (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 4 Vrouw, 21 jaar, HBO-opgeleid, student, opgegroeid in Made (Nb) (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 5 Vrouw, 24 jaar, WO-opgeleid, student, opgegroeid in Deurne (Nederlandse achtergrond). Gesprek Focusgroep 2 Deel I Gespreksleider: Goed hij staat aan. Uhm. Nou, we weten een beetje het idee nu en dan wil ik eigenlijk beginnen om 1 voor 1 een beetje af te gaan met mijn soort van hoofdvraag van deze focusgroep: Hoe cultureel actief ben je zelf? Jij mag beginnen. Deelnemer 2: Ik ben niet heel erg cultureel actief, denk ik, alleen op vakanties. Met stedentrips, dan kom ik uhh, in musea en zie ik gebouwen. Gespreksleider: Maar verder niet in Nederland? Deelnemer 2: Nee. Gespreksleider: Ok. En jij? Deelnemer 5: Bij mij eigenlijk precies hetzelfde, ja, op vakantie dan ga ik wel echt uh, alles een beetje bezichtigen, maar in Nederland eigenlijk nooit. Ja of als je hier misschien in een stad komt, dan wel, maar dat is eigenlijk ook niet zo heel vaak. Deelnemer 3: Het ligt eraan wat je natuurlijk cultureel actief noemt, maar.. Gespreksleider: Dat is voor mij heel breed nu! Deelnemer 3: Ja, dat vreesde ik al. Uhm, ja goh, in je leven, ik weet niet, maar in principe ben ik niet zo zeer cultureel geïnteresseerd, maar meer, het is meer politiek filosofisch achtige
Labels
Niet cultureel actief in Nederland Wel cultureel actief: Stedentrips, vakantie
Voorbeeld vakantie, stad bezoeken
Cultureel actief definitie
43
dingen en dan zit je meestal al heel gauw in één of ander gebouw met allerlei betekenis zeg maar, maar goed verder ga ik niet actief op zoek om de architectonische hoogstanden van uh, Tilburg te zoeken. Maar aan de andere kant, als wij in Limburg zijn of zo, dan doen we dat vaker. Dan ga je wat vaker naar Maastricht en dan ga je daar wat.. dat komt misschien ook omdat mijn ouders daar wat, misschien gewoonte, en daar misschien actiever in zijn en dan doe je dat wat meer zeg maar. Maar aan de andere kant kan ik mij ook heel goed, dat is een soort van vakantie eigenlijk, een soort tripje ga je dan omdat je dan iets te doen hebt zeg maar. Maar niet zo zeer vanuit mezelf. Gespreksleider: Oke, en nooit naar een theater voorstelling? Deelnemer 3: Ja, wel, dat.. maar ja oke, je gaat wel een keer naar het theater, je gaat een keer naar uh, uhm toneelvoorstelling of iets dergelijks, maar ja, het is een beetje ‘ad random’ snap je, ik zoek het niet per se op, maar je gaat het ook niet uit de weg. Het is meer.. Gespreksleider: Als het er is, is het leuk? Deelnemer 3: Als het er is, is het leuk en als het erbij hoort prima, he, maar je doet het meer als een evenement weet je wel. Vorig jaar ga je dan naar, uh, zijn we, je gaat als je feestje hebt of iets te vieren, dan ga je misschien iets leuks doen. Maar ik ga niet vanuit mezelf, uhm, naar een concertje. Dan ga je met meerdere mensen, snap je? Het moet een soort evenement zijn, anders doe ik het niet vanuit mezelf meestal, meer vanwege een aangelegenheid. Gespreksleider: Oke, en jij? Deelnemer 4: Uh, ja ik ben redelijk cultureel actief. Ik ga regelmatig naar het museum en uh, ook regelmatig naar het theater. Festivals, maar ja, dat is ook vaak in groepsverband en als evenement, dat je dat onderneemt. Gespreksleider: Oke. Jij? Deelnemer 1: Uhm, nee ik ben helemaal niet zo cultureel aangelegd, ja, bioscoop vind ik heel leuk en musicals. Daar ga ik heel graag heen, uh, maar voorderest museums zul je mij niet heel veel zien. Gespreksleider: Ook niet op vakantie? Deelnemer 1: Naa, op vakantie als ik dan in een stad ben, dan bezoek ik er wel eens wat, maar voorderest zoek ik het eigenlijk niet bewust op. Al moet ik wel zeggen dat ik het idee heb dat ik er steeds meer in geïnteresseerd raak, dat ik nu
In aanraking komen via werk, hobby
Voor bepaalde culturele activiteit terug naar de plaats waar je opgegroeid bent
Voorbeeld: Theater
Cultureel actief als sociale activiteit, met anderen
Cultureel actief: Musea, theater, festivals Cultureel actief als sociale activiteit, met anderen
Niet cultureel actief Voorbeelden: bioscoop, musical, vakantie
44
ook bijvoorbeeld denk ik wil een keer langs dat Rijksmuseum, he, dat is allemaal in de media geweest, en dan denk ik oh, ik ben wel eigenlijk benieuwd hoe dat er nu uitziet et cetera dus, ik denk wel dat het iets meer mijn culturele gevoel aan het groeien is. Gespreksleider: Denk je ook dat dat is omdat je ouder wordt? Deelnemer 1: Ja, ik denk wel dat het daarmee te maken heeft, dat ik wat ouder word ja. Bijvoorbeeld anders in het leven of zo ga staan, ik weet niet. Durf ik niet te zeggen. Gespreksleider: Ok, nou ja, dat is dus een beetje iedereen, als in van de één gaat net wat meer dan de ander, maar dat heeft natuurlijk ook heel veel te maken met hoe het thuis was. Ik werd met m’n haren naar een muziekschool gestuurd en ik moest een instrument gaan spelen en uh, wij mochten ieder jaar als het programmaboekje van de schouwburg uitkwam, mochten wij wat voorstellingen uitzoeken.. ik weet niet hoe dat bij jullie thuis is gegaan? Gingen jullie vaak naar het theater, werd dat gestimuleerd..? Deelnemer 5: Nooit, haha! Nee, uhm ik heb ook niet op muziekles gezeten, nee. Deelnemer 1: Ik ben een keer in het theater naar een balletvoorstelling geweest, met mijn ouders, met kerst.. Gespreksleider: Het Zwanenmeer? Deelnemer 1: Ja, ja. Ik had het echt naar een kwartier gezien. Ja het moet heel mooi zijn, maar ik weet niet. Daar ligt mijn uh, mijn passie niet echt zeg maar. Gespreksleider: Maar dat was eenmalig. Deelnemer 1: Ja, dat was eenmalig, ja. En ja, museums moest ik altijd mee als we op vakantie gingen, maar ja, dan moet je dus mee. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 1: Dat was niet op eigen initiatief, dat uh.. nee. Deelnemer 2: Ik heb op muziekles gezeten, maar daar ben ik ook weer heel snel mee gestopt, toen ik vond dat ik noten kon lezen, toen was ik er ook wel weer klaar mee en van thuis uit gingen wij eigenlijk nooit naar musea of voorstellingen ofzo. Gespreksleider: Maar wilde je zelf op muziekles of hebben je ouders gezegd..? Deelnemer 2: Nee, dat wilde ik toen zelf. Waarom weet ik niet, omdat de helft van de klas dat ging doen. Gespreksleider: Ja.
Levensfase
Buitenschoolse muziekeducatie Invloed ouders: Ondernemen culturele activiteiten
45
Deelnemer 2: En dan wil je dat ook. Gespreksleider: Het is niet zo dat je ouders hebben gezegd je moet op een muziekschool, en je broer heeft ook niet? Deelnemer 2: Nee, nee. Gespreksleider: En bij jou thuis deden ze dat ook niet zo, met je zussen? Deelnemer 5: Nee, ja we hebben alleen allemaal op dansen gezeten. Ik weet niet of dat ook telt? Gespreksleider: De breedste zin van het woord, haha. Deelnemer 5: Oh, yes. Ja dat heb ik wel vanaf mijn achtste gedaan. En mijn zusjes doen dat nou nog steeds. Ik wil er ook weer mee gaan beginnen als ik weer kan. Gespreksleider: En jij zegt, ik ben nu heel cultureel actief, denk je dat dat door vroeger komt, dat je..? Deelnemer 4: Ja, we gingen ieder jaar, met z’n allen, met heel de familie naar een musical sowieso. En, mijn vader vond dat altijd leuk om op vakantie musea te bezoeken, dus ik werd echt vanuit thuis gepusht. Gespreksleider: Ok. Deelnemer 3: Ja, wij deden vaak, ik weet niet of dat echt cultuur is, maar ik vind van wel, maar wij hadden heel veel met amateurtheater. Gespreksleider: Juist, cultuur. Deelnemer 3: Limburg. En allemaal verenigingen en mensen die bij elkaar horen en naast elkaar wonen en dan weer iets verzinnen. Dus bij ons in het dorp he, was altijd wel gewoon, mijn vader zat bij de amateurvereniging, amateurtheatervereniging. Daar heb ik zelf ook nog een blauwe maandag bij gezeten. Met schoolcabaret meegedaan. En mijn ooms en tantes die zitten dus ook overal bij iedere, uh, muziekharmonie of een fanfare of.. mijn oom die werkte voor uhm ik weet niet hoe dat hier heet, het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur of zo? Gespreksleider: Cultureel Centrum gewoon? Deelnemer 3: Dat daar op de Spoorlaan nu zit? Nou ja in ieder geval, die deed ook heel veel met amateurtheater, dus daar gingen we dan niet zo zeer, of ja, ik heb dat nooit ervaren van we gaan daar heen maar we gaan meer: ooh mijn oom regisseert weer iets, of hij speelt in iets dus dan gaan we daarheen. Of mijn vader speelt in iets, dan doen we dat. Dan gaan we daar heen. Stiekem kom je er dan wel elk jaar natuurlijk, maar ja nogmaals het werd niet echt gezien als
Invloed broers en/of zussen
Invloed ouders, enthousiasme
Amateurtheater Geografisch aspect Invloed omgeving: Dorp Invloed vader: Cultureel actief
Invloed familie: Cultureel actief
46
iets cultureels of zo, ik vind dat ook heel raar, ja, altijd als je dat zegt: cultuur, dan denkt iedereen altijd dat het super hoogdravend was, maar dat was het echt niet. (Gelach) Gespreksleider: Maar jij was er dus wel vroeg mee bezig? Deelnemer 3: Ja.. dat is gewoon mijn familie dat is, ja, hoe moet ik dat zeggen. Als je, ja, waar je mee omgaat word je mee besmet zeg maar. Dat je, je ziet dat andere mensen het leuk vinden dan denk je oh, dat lijkt me ook wel leuk, dus ga je dat proberen en doe je eerst met je neefjes en nichtjes op het familieweekend een act weet je wel en dat soort dingen allemaal. Dus dat werd wel gestimuleerd. Gespreksleider: Heb je zelf dan ook toneelgespeeld. Deelnemer 3: Ja. Ja. (Gelach) Deelnemer 3: Ja, nee ja, jawel. Op zich best wel maar dat was echt heel leuk, want op een gegeven moment vanuit school hadden we dan een schoolcabaret, dat was altijd wel leuk en dan hadden we, daarna heb ik dan nog wat in Maastricht gedaan, bij de Toneelacademie was dat en dan mocht je dus mee doen met de afstudeerstukken van.. zeg maar mensen die daar derde- of vierdejaars waren, regisseursopleiding geloof ik. En die zochten dan mensen zeg maar, om daar mee te spelen en dat was altijd wel grappig, want dat duurde niet zo lang en dat was dan ook uh, ja, die voorstellingen mochten maar 20 minuten duren en dat was toch wel weer leuk om daar in… Maar wat ik wel vind ik heb meestal wel een hele grote hekel aan mensen die daar rondlopen. Dus vandaar dat ik nu niet zo opzoek. Gespreksleider: Oke. Deelnemer 3: En dat is misschien niet het stereotype voorbeeld, maar ok. Sorry. Gespreksleider: Uhm.. ja om maar even verder te gaan op de gezinssituatie, bij mij hebben ook mijn opa en oma heel veel uh, gedaan. Mijn opa en oma vertelden heel veel over de oorlog bijvoorbeeld, dat ik ook een stukje cultuur wat je mee krijgt, maar ook ging ik met mijn opa naar klassieke muziekconcerten, ik weet niet of opa’s en oma’s bij jullie daar nog aan bij hebben gedragen? Jij zei net al je oom.. dat is ook al wel wat bredere familie. Deelnemer 3: Ja, maar mijn opa en oma niet
Cultureel actief: Toneelspelen
Invloed grootouders
47
echt. Mijn grootvader luisterde wel klassieke muziek. That’s it. Gespreksleider: Verder niet? Deelnemer 3: Ik heb mijn oma ook nog nooit bij een voorstelling gezien van mijn oom of van mijn vader of whatever. Gespreksleider: Oh, dat zelfs niet? Deelnemer 3: Nee. Maar die waren, die was dan ook weer te katholiek denk ik. Gespreksleider: Ok. En bij jou? Deelnemer 4: Ja, die musicals. Maar die waren echt met heel de familie, vanuit mijn oma was dat. Maar verder niet. Deelnemer 2: Nee bij mij ook niet. Deelnemer 5: Nee, haha bij mij ook niet. Deelnemer 1: Ja, de dierentuin, maar dat is niet echt cultuur. Deelnemer 2: Mijn oma was in de 80 toen ik klein was, dus die was vooral oud en de rest was al dood, dus uh…. Deelnemer 3: Ja, dat is wel zo, mijn oma was ook zeventig ofzo, dus ja, mijn grootvader ja.. zijn oud, dan gaan ze ook niet, ja ik weet niet en natuurlijk 16 kleinkinderen. Deelnemer 5: Ja, helemaal de zoveelste in de rij. Deelnemer 3: Ja, precies, dan ga je ik weet niet. Ik denk dat dat wel meespeelt. Deelnemer 5: Ja met de eerste gaan ze natuurlijk meer van alles doen dan later. Gespreksleider: Ja, en dan eigenlijk, want dan kijk ik nu al vast een beetje naar jou, stad of platteland, denk je dat dat uitmaakt? Deelnemer 2: Ik denk het wel, ik kom van oorsprong uit een heel klein door, 600 inwoners, iedereen is familie van elkaar, ze wonen ook allemaal dicht bij elkaar en uh, ja een beetje een naar dorp. En uhm, daar is eigenlijk helemaal niks en daar word ook niks gedaan, het woord kunst en cultuur zeg maar dat kennen ze eigenlijk niet eens. En uh, vanuit dat dorp ben ik naar Breda verhuisd en daarna naar Tilburg en dan leer je daar ook andere mensen kennen. Dat betekent ook dat je kijk op dingen anders word, ten minste voor mij. Gespreksleider: En het scheelt echt dat daar in principe niks te doen is? Deelnemer 2: Ik denk dat de interesse van mensen daar niet ligt. Ze vinden het daar heel erg uh.. leuk om uh… ja wat doen ze daar eigenlijk. Ze doen daar eigenlijk niet zo veel. Een beetje aan een tractor sleutelen, dat wordt gedaan in zo een dorp en een andere
Wel of geen invloed grootouders: Leeftijd grootouders
Invloed omgeving: Dorp of stad
Interesse mensen dorp
48
vrijetijdsbesteding dat zien ze niet, dat is er niet voor hun. Naar mijn idee. Gespreksleider: Ok. Iemand een reactie? Deelnemer 1: Nou ja, ik kom uit een stad. Oosterhout. Wordt als een stad gezien. Later verhuisd naar Etten-Leur, naja, weer een dorp. Gespreksleider: Maar daar had je wel een schouwburg, muziekschool en bibliotheek? Deelnemer 1: Ja. Daar had je inderdaad wel een schouwburg, waar ik dus naar die balletvoorstelling ben geweest. (Gelach) Deelnemer 1: Ja, haha, dus uh, ja goed ik ging daar gewoon eigenlijk niet echt heen, dus dan, maakte het voor mijn idee ook niet zoveel uit of ik nou in een dorp of in een stad woon. Uh, als je dat gewoon van thuis uit niet mee krijgt, denk ik, dat het ook al veel scheelt. Gespreksleider: Maar denk je niet als bijvoorbeeld in de buurt van Rotterdam of Amsterdam zou wonen, dat een Rijksmuseum om het zo maar te zeggen, dat dat dichter bij de deur is en dat je daar als kind eerder heen gaat. Heeft dat er mee te maken? Deelnemer 1: Ja, ik denk dat mijn ouders dan wel eerder me mee hadden genomen ja. Ja. Dat denk ik wel. Gespreksleider: En jij komt uit de buurt van Maastricht, heeft dat veel gescheeld? Deelnemer 3: Ja, een beetje maar Het is pas nu zeg maar, dus.. Ja, toen ik jong was.. in Maastricht heb je wel het Bonnefantemuseum en het theater en dat soort dingen allemaal. Dus op zich ook wel, ja, maar dat wat ik net zei, het is meer dat je, het soort uh, familieding en een dorpding, want er waren ook mensen die je gewoon kende, die ergens anders weet ik het, bij een ja, je hebt ook schutterijen en dat soort dingen. Die hebben dan ook allerlei uh, ceremonies en .. ja dat is de cultuurbeleving in het dorp in Limburg zeg maar. Ja, ik zeg maar steeds Limburg want het is echt een verschil merk ik, zelfs met Brabant, omdat je heel erg op dat uhm, wij-gevoel zit, van oh ja die ken ik dus dan mag ik daarbij zijn zeg maar. Dat is de houding. En veel minder van kom we gaan naar het theater in Maastricht, of we gaan naar het Bonnefantemuseum. Voor dat ik daar met school kwam was ik daar nog nooit geweest zeg maar dus het is ook niet iets van, het ligt wel dichtbij, maar het helpt niet of zo. Ik denk wel dat je ouders daar veel meer invloed in hebben
Geografisch aspect Dichtbij grote stad wonen
Invloed omgeving: Dorp
Geografisch aspect Limburg, Brabant
49
dan de aanwezigheid van een museum in het algemeen. Gespreksleider: In de stad bedoel je? Deelnemer 3: Ja dat denk ik echt wel. Gespreksleider: Dus je zegt eigenlijk van: ook al zou ik in een dorp wonen, dan moet je de auto instappen en dan gewoon het in je hoofd hebben om dat te gaan doen. Deelnemer 3: Ja, je moet vijf minuten met de trein zeg maar, snap je, net als je in.. weet ik het.. Oisterwijk woont, moet je tien minuten met de trein, is dat dan veel moeite, nee waarom? Om naar een theater te gaan of zo. Je gaat ook als je misschien drie kwartier in de trein zitten om bij de Primark te gaan winkelen weet je wel, ja.. (Gelach) Deelnemer 1: Ja maar ik denk ook dat de drempel laag ligt als het dicht bij huis is. Dat je dan eerder zegt we gaan een keer wat leuks met z´n allen doen: we gaan naar een museum. Gespreksleider: Maar moet het in jouw ogen wel groter zijn dan bijvoorbeeld een schouwburg in Etten-Leur waar dezelfde voorstellingen komen als in een schouwburg in Breda bijvoorbeeld.. dat het de belevenis is om naar een schouwburg te gaan of naar een museum te gaan met de hele familie? Deelnemer 1: Nee, ja, ik weet niet, maar ik denk ook omdat mijn ouders meer van de musea waren, dat je eerder daar heen gaat dan naar het theater. Ik bedoel toen ik klein was, was het nog niet echt van ik wil naar het theater. Deelnemer 5: Je ging gewoon mee zeg maar.. Deelnemer 1: Ja, je volgde nog een beetje als je jong bent. Pas later dat je echt je eigen mening gaat krijgen en je echt gaat … ja ontdekken wat je leuk vind. Als je jong bent ga je gewoon nog met je ouders mee. Ik denk wel dat de drempel hoger ligt als het ver weg is. Dat denk ik wel. Ja. Gespreksleider: Heeft iemand nog iets toe te voegen daaraan? (Gemompel, gelach) Gespreksleider: Ja, een beetje daarop voortbouwend, uhm, nu, kinderen die bijvoorbeeld in een dorp wonen en wel of niet in contact zijn, uh, of uh, beschikking hebben over het internet of iets dergelijk die kunnen misschien sneller geïnteresseerd raken voor bijvoorbeeld een museum in een grote stad of iets dergelijks. Iets dat ze op tv zien, of denk je dat als dat tien jaar geleden, ik bedoel wij
Invloed omgeving: Moeite doen om naar een culturele instelling te gaan
Invloed ouders
Digitalisering Invloed media: TV, Social Media
50
hadden alleen nog maar MSN met z’n allen en het was de eerste versie van MSN en dat had ik pas in de tweede, maar denk je dat dat nu voor kinderen, van jongs af aan ook van invloed kan zijn: als in van je komt via vrienden op Facebook, op YouTube, uhm, sites van musea, van cultureel instellingen. Deelnemer 2: Ik weet niet of kinderen daar naar op zoek gaan op internet. Ik denk dat ze eerder op zoek gaan naar uhm, ja een grappig filmpje, actie dingen. Deelnemer 5: Iets van een leuke serie.. of een ja. Deelnemer 4: Ik denk niet dat internet er niet zoveel mee te maken heeft, maar wel televisie. Dat dat wel een grote rol speelt. Deelnemer 5: Ja, misschien wel dat je dan iets ziet en dan kun je het zelf opzoeken op internet. Dus dan kun je dat wel.. zelf actief er mee bezig zijn. Deelnemer 3: Dat helpt wel, als je dan iets grappigs ziet, bij De Wereld Draait Door of zo, dan heb je wel nu als klein kind de mogelijkheid om gewoon dingen op te zoeken. En je hoeft alleen maar iets te weten hoe iets heet en je kunt het vinden. Dus wat dat betreft denk ik wel, ja, of je het daadwerkelijk gaat doen is een tweede. Maar afstanden worden wel kleiner denk ik, doordat je gewoon kan zien: hey dit is in Amsterdam nu en je kunt gewoon dan, je bent niet meer zo afhankelijk van je ouders, je kunt gewoon kijken hoe ver het rijden is naar Amsterdam, of hoe lang de trein erover doet om naar Amsterdam te gaan. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 3: Maar dan nog, stopt het wel op dat moment, want je kunt niet als 10-jarige … (Gelach) Deelnemer 3: Dat ligt ook maar weer aan de ouders of dat kan ja of nee, maar ik neem aan dat dat niet de bedoeling is zeg maar, dus dan nog ben je.. Deelnemer 5: Je bent wel afhankelijk of je ouders mee gaan ja. Gespreksleider: Maar als je kijkt naar bijvoorbeeld zo een One Direction of een Justin Bieber of iets dergelijks. Dat is wel via internet, dat wordt allemaal daardoor groot.. maar.. Deelnemer 1: Maar dat is heel iets anders dan een museum. Gespreksleider: Ja, dat klopt, maar het heeft ook te maken met uh, het digitalisering, het YouTube, het gebeuren dat dat kinderen filmpjes
Invloed ouders: Afhankelijk
51
gaan bekijken van.. en daardoor naar een concert gaan van Justin Bieber en One Direction.. zeg maar. Deelnemer 4: En zoek je dan ook filmpjes op van een museum hoe het erbinnen uitziet? Deelnemer 1: Dat zijn toch bepaalde interesses die je hebt op een leeftijd. En ja zo een Justin Bieber is echt fantastisch als je een jong meisje bent. Weet je wel.. ik denk dat het ook heel erg met interesses te maken heeft, uh, als je een bepaalde leeftijd hebt, want ik bedoel dat iedereen nu wel andere interesses heeft dan toen die 16 was, snap je wat ik bedoel. Ik denk dat het wel, dat het ook echt ermee te maken heeft, dat je dus niet inderdaad op je telefoon voor een museum gaat kijken. Deelnemer 3: Toch denk ik dat, de mogelijkheden zijn groter geworden denk ik, omdat je.. en zeker nu als je nu 10 jaar bent, dan groei je op in de zin met tablets en dat soort dingen en toch een stuk interactiever dan een computer die vaak, he, in ons geval stond die nog gewoon in de woonkamer en je ouders hebben gewoon ook controle over het feit waar je.. Gespreksleider: Gisteren riep iemand de inbelverbinding, je had maar een bepaalde tijd. Deelnemer 5: Oh ja! Deelnemer 3: Ja inderdaad, dus, maar, dus je kunt het tablet gewoon oppakken en weglopen en je kunt overal gaan kijken en je kunt ergens op klikken en er gebeurd iets weet je wel. Dus uhm. Ja ik weet niet, maar het is natuurlijk ook niet zo dat dingen als Justin Bieber en One Direction alleen maar komt omdat mensen het leuk vinden, het komt ook omdat het natuurlijk.. Gespreksleider: Het is een hype? Deelnemer 3: Ja, gewoon gemarket is en dat de eerste half miljoen views gewoon gekocht zijn, weet je. Ja. Gespreksleider: Dat wist ik helemaal niet. Deelnemer 1: Ik ook niet. Deelnemer 2: Teleurstellend. Deelnemer 3: Nee dat soort dingen, ja dat is zo. Ja, het aanbod is, en dat zeg jij weer heel terecht. Televisie is nog steeds denk ik één van de belangrijkste dingen dat het, het is nog steeds aanbod gestuurd. Tenminste wij zijn, ik ben nog steeds aanbod gestuurd, ik ga nog zappen. Ik denk dat mijn neefje die nu 7 is of zo, die gaat echt niet meer zappen straks. Die gaat gewoon zeggen: Oh ja wat was er op de gids; reserveer,
Interesses
Digitalisering: Tablets, interactief
Invloed media: TV
52
reserveer, reserveer. Deelnemer 1: Ja het is nu natuurlijk al minder. Deelnemer 5: Ja, ja digitaal ja. Deelnemer 3: Ja, ik denk echt dat dat, ja dat gaat wel veranderen, maar nu nog niet denk ik. Het is nog niet zo ver. Ja, mensen die nu 15 zijn of zo zijn nog niet zo ver dat ze dat dan al allemaal.. maar als zij 30 zijn zal dat wel anders zijn. Deelnemer 4: Maar, ik denk ook dat apps hierin heel erg helpen. De app van het Rijksmuseum is veel spannender dan een website. Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 3: Het is niet eens je tablet maar gewoon je telefoon. Deelnemer 1: Het wordt wel aantrekkelijker. Deelnemer 4: Maar internet zelf denk ik dat er weinig aan doet. Gespreksleider: Ja, en in het verlengde daarvan denken jullie allemaal dat de ouders daarin nog de grootste rol hebben in het sturen van? Deelnemer 5: Ja, maar ook je omgeving denk ik. Ook waar je op school zit en de vriendjes die je tegenkomt. En ook misschien die ouders. Als je bijvoorbeeld een vriendje hebt die heel vaak naar een museum gaat en jij mag altijd mee, ja dan zal je misschien ook wel… Deelnemer 3: En natuurlijk, je ouders moeten er wel geld voor hebben. Het is niet goedkoop. Deelnemer 1: Je bent er natuurlijk wel afhankelijk van. En je moet er komen. Deelnemer 5: Ja. Gespreksleider: Het is niet goedkoop. Nou dit was naar mijn mening het eerste onderwerpje. Deel II Gespreksleider: Goed. Uhm we hebben net een beetje de invloed van jongs af aan gehad, uhm ik wil nu vragen hoe het uh van buitenaf dus basisonderwijs, middelbaar onderwijs en vrienden en partner komen we strakjes bij. Om te beginnen bij het basisonderwijs. Hoe was bij jullie uhm, kun je herinneren dat je vroeger met je basisschoolklas naar een museum bent geweest of naar.. een theaterstuk? Deelnemer 5: Ja wij gingen dus naar het Rijksmuseum en het Anne Frankhuis. Ja dat was dan een dagje Amsterdam. Gespreksleider: Met de basisschool? Deelnemer 5: Met de basisschool, ja. Groep 8 denk ik. Maar, en ja ook volgens mij naar Den Haag, dat was dan denk ik groep 7 of zo. Als je dan naar de Tweede Kamer ging en naar de even
Digitalisering: Apps
Invloed ouders Invloed omgeving waarin je opgroeit
Financiële middelen
Invloed van buitenaf Invloed basisschool
Invloed basisschool: Ondernemen culturele activiteiten
53
kijken, wat was daar nog meer, ook van alles in ieder geval. Maar.. zulke dingen. Deelnemer 1: Nou dat vind ik wel heftig. Deelnemer 3: Ja, vind ik veel hoor. Deelnemer 5: Ja? Deelnemer 1: Ik kan me echt ook helemaal niks ervan herinneren, maar ik denk dat ik zoiets wel zou kunnen herinneren als we dat in het echt hadden gedaan. Dus, volgens mij heb ik heel weinig aan cultuur gedaan op mijn basisschool. Deelnemer 2: We hebben het in de tijd gedaan als je de communie deed, voorbereiding op de communie, ging je kerken bezoeken en uhm, van die ambachtelijke bakkers, of ja bakstukken of ja van die traditionele molenmensen.. dus dat is denk ik ook wel cultuur. Maar verder deden we ook niks. We gingen naar de Efteling. Deelnemer 3: Ja, wij gingen ook naar de Efteling. Maar we gingen ook dan weer inderdaad met je communie ga je dan naar de kerk en dan kijk je en dan krijg je een rondleiding in de kelders en weet ik het en dan tot in het topje. Maar met de basisschool deden wij ook best wel wat in de les, zeg maar. Wij hadden wel best wel leraren die daar wel veel aandacht aangaven. Gespreksleider: Aan de kunstvakken zelf? Muziek en handarbeid..? Deelnemer 3: Ja, muziek, handenarbeid, tekenen en dat soort dingen allemaal. Dat deden wij heel veel mee. Maar we gingen niet naar een museum of zo. Dat uhm, met de basisschool. Nee. Deelnemer 2: Je zong liedjes in de klas. Deelnemer 3: Ja! Deelnemer 2: En inderdaad wij hadden 2 uur in de week of zo handenarbeid of hoe dat dan ook heette toen? Gespreksleider: Knutselen? Deelnemer 5: Wij deden volgens mij tot groep 3 of groep 4 ook nog bidden in de klas. Ja ha. Gespreksleider: Ik heb ook op een protestant christelijke basisschool gezeten, wij hadden iedere vrijdag om 9 uur Bijbelles een uur. Deelnemer 5: Ja? Dat hebben wij nooit gehad. Deelnemer 3: Ja wij ook, hoor. Wij ook, maar ja. Gespreksleider: Dat ligt aan de school waar je op zit. Deelnemer 1: Ja, ik heb op een katholieke school gezeten en dan deden we inderdaad iedere ochtend wel iets en ik weet uhm, we keken altijd die film. Over Jezus, hoe heet die film nou? Deelnemer 3: Jezus Christ Superstar?
Invloed geloof: Katholieke basisschool
Invloed basisschool: Kunstvakken Muziek, handenarbeid, tekenen
Invloed geloof
54
Gespreksleider: Nou, die keek je denk ik niet op de basisschool! Deelnemer 1: Ja, nou, ik heb die in groep 7 of groep 8 gekeken. Ik heb er echt een trauma aan over gehouden, vond het zo een nare film. Echt heel naar. Deelnemer 3: Ja snap ik. Deelnemer 1: Ja. Ja echt, ja, niet zo een goede basisschool gehad denk ik. (Gelach) Gespreksleider: Maar wel ook tekenen en muziek, handarbeid, knutselen? Deelnemer 1: Uhm, poeh. Vast wel in die lagere klassen, dat wel denk ik op de basisschool. En natuurlijk de musical, maar ja, die heeft natuurlijk iedereen.. Deelnemer 3: Wat? Gespreksleider: Eindmusical. Deelnemer 1: In groep 8. Deelnemer 3: Oh, ja groep 8 en groep 5. Gespreksleider: Groep 5? Deelnemer 3: Ja, kerstmusical. Deelnemer 1: Ja we deden inderdaad af en toe wel wat muziek geloof ik. Maar ik weet niet, het is zo lang geleden! Ik vind het heel moeilijk om dat zo voor me te halen, eigenlijk. Deelnemer 4: Ja, wij hadden ook al die standaard dingen, maar wij hadden ook dat we om het jaar mee moesten doen aan het Scapino ballet. Gespreksleider: Oh!? Deelnemer 3: Oh!! Deelnemer 4: Ja, de school had dat gedaan, maar wel echt van Scapino en dan kwamen er van die mensen ons lesgeven en dan hadden we ’s avonds een voorstelling. Gespreksleider: Oh, wat leuk. En daar deed de hele school aan mee? Deelnemer 5: Dat is leuk ja. Deelnemer 4: Ja, nee het was om het jaar. En dan, zoiets. Ik weet het niet meer precies. Het is lang geleden. Gespreksleider: En dan was het heel die avond in het teken van die voorstelling, voor de ouders? Deelnemer 4: Ja, voor iedereen die wilde komen. Gespreksleider: En hadden jullie ook van die themaweken op school? Want wij hebben wel eens toen de school zoveel jaar bestond, hebben we een week lang een musical met heel de school gedaan, De Koning van Katoren van Jan
Musical groep 8
Kerstmusical
Samenwerking basisschool met culturele instantie Voorstelling
Themaweken
55
Terlouw of zo een Afrika avond of dat soort dingen? Deelnemer 4: We hadden wel van die themadingen, maar hoe en wat precies, dan ging je vooral knutselen maar niet specifiek dat ik me daar iets van herinneren. Deelnemer 3: We hadden wel een leraar en die had ik in groep 6 en in groep 8, en die deed dan elke keer als hij jarig was, deed hij niet zo dat je bonbons of zo mee nam naar hem weet je wel, maar dan zei hij van ga maar gewoon een soort heitje voor karweitje zeg maar thuis klusjes doen en dan verzamelen we allemaal geld in voor het Liliana fonds, weet je wel. En ook als het dan open dag was deden we altijd knutselen voor een goed doel. Gespreksleider: Ja, dat deden wij in samenwerking met de Derde Wereldwinkel. Of hoe noem je dat? Derde Wereldwinkel toch? Deelnemer 2: De Wereldwinkel (Gelach) Deelnemer 3: Nee, maar wij hadden ook wel Boekenweek en zo en dan kwam er gewoon zo’n obscure schrijfster die dan net niet bekend was die kwam dan wel voorlezen. Gespreksleider: En deed je school ook mee aan de gedichten voorlezen? Of uhm, voorleeskampioen? Deelnemer 5: Ja, voorleeswedstrijd. Deelnemer 1: Ja, ja! Deelnemer 4: Ik mocht naar de regionale, ja, maar verder dan dat werd het niet… Deelnemer 1: Ik liet mijn moeder altijd de gedichten schrijven. Ja, ik kan gewoon niet dichten en mama wel! Deelnemer 2: Ik heb er een prijs mee gewonnen toen! Deelnemer 1: Wow, dat is helemaal goed. Deelnemer 3: Ja stiekem, maar dat merk je dus, in eerste instantie denk je nee.. hoezo? Deelnemer 5: Ja stiekem is het toch best wel meer dan je denkt. Deelnemer 3: Ja, maar stiekem zijn er best nog wel brede dingen gebeurd. En ik denk dat je toch wel, uhm, ook wij hadden dan met knutselen deden wij ook niet heel de tijd hetzelfde, weet je wel. De ene keer deed je iets vouwen, dat kan ik me goed herinneren, dat we echt zo een halve les moesten luisteren en als je dan klaar was had je een kikker gevouwen of zo, geen idee hoe dat dan kwam. Maar ook met naald en draad en helemaal niet zo zeer, uhm,
Invloed leraar
Kinderboekenweek
56
dat het je toen uitmaakte wat je aan het knutselen was. Het ging meer over het feit dat je bezig was, zal ik maar zeggen. Het maakte allemaal niet meer zo uit. Gespreksleider: Figuurzagen kan ik me herinneren, met zo’n zaagje. Deelnemer 3: Ja dat altijd kapot ging inderdaad. Gespreksleider: En hadden jullie ook, dat hadden wij namelijk wel, en daar zat ik ook in, een schoolorkest? Deelnemer 2: Nee. Deelnemer 3: Nee. Deelnemer 4: Nee. Deelnemer 1: Nee. Deelnemer 5: Dat weet ik niet meer. Deelnemer 2: Nee, maar ik zat op een school met 80 leerlingen. Gespreksdeelnemer: Ja, maar onze school was ook niet heel groot, wij hadden 15-16 mensen in de klas en dat waren 8 klassen waarvan groep 5 en 6 en groep 4 en 5 gezamenlijk gesplitst waren.. Deelnemer 2: Ja, nee bij ons was dat niet. Deelnemer 3: Maar ik denk toch dat je weer terugkomt op de rol van de ouders. Want als kind ga je het niet actief opzoeken, hoewel.. maar natuurlijk, er is dan wel een balletschool of in ieder geval, een uhm, een soort gemeenschapshuis waar ook balletles gegeven wordt. En mijn zusje zat daar op natuurlijk en haar hele klas zat daarop. Want dat is wat je doet als je 8 jaar bent en een meisje, blijkbaar bij ons in het dorp. Maar dat is weer best wel vanuit ouders gestuurd weet je wel. Als zij het bij elkaar rapen en zeggen ok jongens, we gaan daar in dat buurthuis gaan we.. twee keer per week balletlessen geven op vrijwillige basis, ja want dan gebeurd dat, want daar is daar belang bij zeg maar. En als daar niemand met een trompet kan spelen of zo dan word er geen trompetles gegeven. Zo is dat wel een beetje. Tenminste zo ervaar ik dat wel. Als er aanbod is dan rommelt dat… Gespreksleider: En dan komt het ook op basisscholen van de grond, bedoel je? Want ik had het over een orkestje in de basisschool? Deelnemer 3: Ja, maar dat komt ook bijvoorbeeld dat daar een leraar bij is, die het aantrekt. Gespreksleider: Die het aantrekt ja. Deelnemer 3: Ja, en als die leraar er niet is, wij hadden dat heel vaak met gym. Wij hadden dat
Invloed basisschool: Schoolorkest
Invloed ouders
Invloed leraar
57
bijna nooit, ik kan me dan twee jaar herinneren of zo dat wij een gymdocent hadden op de basisschool, en wat deden wij met gym. Bij de één docent deden we altijd slagbal en bij de andere altijd trefbal, ja, weet je dat is ook onderdeel van je culturele opvoeding, denk ik. Maar dat ligt dus weer aan een volwassene. Deelnemer 2: Maar wat in zo’n dorp als waar ik kom, uh, vanaf dat je daar in groep 6 of 7 zat, meestal ging je dan met jouw klas, met jouw groep, richtte jij een carnavalsvereniging op en dan gingen ze wagens bouwen. Ik heb er zelf nooit mee meegedaan, maar dat werd wel heel veel gedaan. En dat is natuurlijk ook wel een beetje … kunst. Deelnemer 5: Ja.. ja.. kunst en cultuur. Gespreksleider: Ja, carnaval, Prins Carnaval kwam ook ieder jaar langs bij ons op school, bijvoorbeeld. Deelnemer 1: Bij ons Sinterklaas. Deelnemer 3: Ja bij ons ook. Gespreksleider: Ja, bij ons ook Sinterklaas. Deelnemer 3: Dat is die andere met die hoed op. Gespreksleider: Maar het is ook een stuk Nederlandse cultuur. Deelnemer 1: Maar ik denk ook eigenlijk vanaf de basisschool dat je vrienden ook wel van invloed gaan zijn, wat jij gaat doen. Ook qua hobby’s, ga jij inderdaad een muziekinstrument bespelen, ga jij op jazz ballet, of ga jij op hockey, weet je wel. Dat is.. ja je gaat met je vriendinnetjes samen ga je iets doen, maar ik denk dat dat ook heel erg gaat meespelen vanaf de basisschool, in, ja waar je interesses gaan liggen. Gespreksleider: En heeft de school daar zelf nog invloed op? Deelnemer 1: Nee. Nee.. denk het niet. Gespreksleider: Doordat een school misschien stimuleert om te gaan tekenen, lijkt je tekenen heel leuk en maak je alter striptekeningen? Deelnemer 5: Ja, dat kan wel denk ik. Deelnemer 1: Ja, kan wel, maar goed mijn talent lag daar ook niet. Uh, dus het was ook, nee ja echt niet. Dus ik denk ook als je daar echt geen feeling mee hebt dan kan de school dat niet veranderen. Gespreksleider: Maar op een basisschool breng je natuurlijk wel heel veel tijd door en.. als het goed is moeten leraren ook zien wat een kind, of als een kind heel veel leest, dat een kind.. Deelnemer 3: Ja, maar dat is wel irrationeel
Invloed omgeving: Tradities
Invloed vrienden
Invloed school: Zelfontwikkeling, ontplooiing, talent
58
natuurlijk. Kijk wat is er hip op welk moment, dat is wat mensen gaan doen weet je wel. Kijk toen ik op de basisschool zat was het op een gegeven moment niet meer zo tof om bij uh, de voetbalvereniging te gaan. Gingen er heel veel mensen gingen hockeyen, zelf ging ik atletiek doen, en andere mensen gingen ook individuele sporten doen en zo. Dat was op eens niet meer hip, terwijl het jaar daarna en het jaar daarvoor was het wel zo geweest dat iedereen bij de voetbal zit. Dus.. ja daar heeft die school helemaal niks mee te maken. Op dat moment. Het is gewoon wat die leerlingen onderling beslissen, dat.. Deelnemer 5: Ja, wat hip is eigenlijk. Deelnemer 3: Ja, of in ieder geval wat leuk is zeg maar he. Deelnemer 5: Maar ik denk wel, ja , als leraren buiten school actief zijn en dingen organiseren dat er wel, kan bijdragen, ja. Dat je leuke dingen ernaast doet. Deelnemer 2: Maar ik moet ook wel zeggen de momenten dat uh, wij, ik denk wij zijn vast en zeker wel ooit naar een museum of iets dergelijks geweest. Nou daar was de inzet van mij en mijn klasgenoten was zeer laag. Het was zo van het is verplicht en je gaat mee en je hebt een, als je daar nu naar terug kijkt, een heel onbeschofte en ongeïnteresseerde houding ja op dat moment. Deelnemer 5: Ja wij gingen vorig jaar ook elk jaar naar het museum in het dorp. Schilderijen bekijken. Gespreksleider: Ja, wij ook. Maar dat had je naar drie keer ook wel weer gezien. Deelnemer 5: En, maar dat was inderdaad een beetje hetzelfde. Ja, dat was echt een moetje zeg maar. Sommige mensen vonden het misschien wel leuk. Deelnemer 1: Ja, school kan je er wel in aanraking mee brengen met sommige dingen denk ik, maar je bent daar helemaal niet mee bezig, je bent er helemaal niet bewust van, althans ik was er niet helemaal bewust van. Deelnemer 5: Maar je doet ook zoveel he, zoveel verschillende dingen. Deelnemer 3: Maar toch blijft er wel iets hangen denk ik, kijk als jij ergens in geïnteresseerd bent en je vindt iets tof en iets mooi, kijk dan is het wel goed dat de school je ermee in aanraking brengt, maar ik vind ook niet dat een school iets verder zou moeten doen, weet je wel. Je moet
Wat anderen doen
Invloed leraar, buiten school actief
Invloed klasgenoten
Interesse
59
ze met iets in aanraking brengen, vindt je het tof ga je ermee door, vindt je het niks, ga je er niet mee door, weet je punt. Dat is tot daar is ook de taak van die school, zeg maar, die je iets breder op te leiden. Gespreksleider: Maar hoe bedoel je, moet daarmee ophouden als in van..? Jij zegt van binnen de school houden en verder niet? Deelnemer 3: Nee, nou wat ik daarmee bedoel is dat de school niet bijvoorbeeld, uhm, ja hoe zeg je dat. Stel je voor je gaat naar een balletvoorstelling en twee meisjes in de klas vinden het helemaal te gek en dat je dan dus voor die twee meisjes in de klas een hele dansvoorstelling gaat maken, met heel de klas zeg maar. Nou ja, ik, zulke dingen zijn wel gebeurd, volgens mij. Meer in de zin met knutselen of zo. Dat sommige mensen, kan ik me nog goed herinneren. Dat we op een gegeven moment slangen zijn gaan schilderen omdat twee mensen een spreekbeurt hadden gehouden over slangen, weet je wel, en dat de juffrouw dacht: Yes ik heb een raakvlak of zo. Terwijl, wat maakt mij dat nou uit, dus, het gaat mij meer om het feit dat je je als school, zou ik het goed vinden, vind ik het goed dat je je leerlingen met dingen in aanraking laat komen, maar je hoeft ze daar niet verder in door te stimuleren. Tuurlijk als iemand dat zegt, en uhm, je kan er als docent wat mee door te zeggen: nou dan moet je daar eens een keer heen gaan, dan moet je dat doen, maar je moet natuurlijk ook in de gate houden dat je met meerdere mensen in een klas zit. Denk ik dan. Gespreksleider: En zeker met meerder culturen, want er zaten bij ons ook mensen van andere culturen in de klas. Deelnemer 1: En ik denk dat het ook wel een aanwennen is om met veel basisschoolleerlingen het museum in te gaan. Gespreksleider: Het gebeurt. Wij zijn met de basisschool naar een theatervoorstelling geweest. Deelnemer 1: Ja, maar ben je dan met z’n zestienen gegaan? Gespreksleider: Nee, met de basisschool. Deelnemer 1: Met de hele basisschool? Gespreksleider: Het was wel in de feestweek, maar het is wel blijven hangen. We zijn toen met alle klassen daarheen gelopen van de Klankhof naar de Nobelaer. We kregen daar eerste een les van hoe werkt het licht en dit en dat, toen stond
Invloed klasgenoten uit andere culturen
60
iedereen te kijken en toen kwam de onderbouw erbij en toen hebben we die theatervoorstelling gezien. Dat was op de basisschool. Deelnemer 3: Ja, maar dan weet je dat het er is. Ik denk dat dat wel oke is. Je weet dat het er is, stel je voor dat je het helemaal te gek vind, weet je ook van oh er zijn meerdere mensen die dit tof vinden, dus ik kan het georganiseerd doen of zo. En vind je het helemaal niks, ja prima. Heb je een dagje vrij van school. Deelnemer 5: Ja. Hm, hm. Dan ga je gewoon niet mee. Deelnemer 1: Ja. Vind je het op dat moment ook leuker denk ik. Niet iedereen, maar veel wel ja. Gespreksleider: En uhm, vind je dat een beetje hetzelfde als in de middelbare school? Moet dat ook een beetje handen af…? Deelnemer 3: Dat is toch wel anders denk ik. Middelbare school ben je toch zeker als je, dat vind ik dan altijd zo frappant, als je dus vwo doet zit je zes jaar op je middelbare school en dan heb je best wel lang de tijd om echt je mening een beetje te vormen en je pubertijd te doorleven. En als je op vmbo zit dan mag je maar 4 jaar en dan moet je ook klaar zijn daarna en dan.. maar goed. En, maar er gebeurt ook steeds minder. Dat vind ik wel heel arbitrair op een middelbare school, tenminste dat heb ik gemerkt. Wij gingen met school gingen wij ook internationaal he, dus naar uh, wat is het Rome, Londen, Parijs, dus en mijn zusje deed vmbo en die is dus naar Barcelona geweest en ook echt gewoon drie dagen, terwijl wij ook steeds een week gingen. Deelnemer 5: Gingen jullie elk jaar dan zeg maar? Deelnemer 3: Wij gingen in de derde, vierde nee, wij gingen in de derde, vierde en in de zesde. Deelnemer 2: Maar ja ik ben zo maar, ik ben ik heb ook vmbo gedaan, ooit en uhm, wij gingen toen ook, één keer gingen wij op reis in de vierde, waar gingen we naar toe? Naar de Ardennen om te survivallen. Wij gingen niks uhm… Deelnemer 5: Jullie mochten niet kiezen of zo? Deelnemer 2: Nee. Deelnemer 3: En wat, wat dat vind ik dan wel, wat deed dan het vwo bij jullie? Deelnemer 2: Die gingen inderdaad naar Rome en zo. Deelnemer 3: Ja, dat is toch..
Invloed middelbare school
Tijd dat je op middelbare school doorbrengt, verschil vmbo en vwo heel groot
Invloed middelbare school: Buitenlandse reizen en excursies
61
Deelnemer 2: En dan, maar, er werd ook letterlijk tegen ons gezegd, want wij zeiden wij willen ook ergens naar toe waar het warm is natuurlijk, en toen was de reactie ook letterlijk van de leerkrachten: ben maar blij dat je daar niet naar toe hoeft, want die moeten allemaal opdrachten maken en die moeten naar al die musea toe en jullie hoeven dat allemaal niet. Oke! Dus toen was het ook wel weer prima. Gespreksleider: Ja, maar achteraf, vind je dat eerlijk om het zo maar te zeggen? Deelnemer 2: Ik denk niet dat ik er gelukkig van was geworden als je mij op die leeftijd, want ik was toen 14, dat je mij in en stad had gezet en dat ik musea moest gaan bezoeken. Daar was ik niet gelukkig van geworden. Deelnemer 3: Was jij 14? Deelnemer 2: Ik was, ja, ik was 14, ja nou misschien net 15. 14, 15. Ik was een hele jonge leerling, maar ik was er niet gelukkig van geworden en ik vond dat survivallen dat vond ik wel prima, want iedereen had stiekem wat drank en zo meegenomen wat helemaal niet mocht en uh, ja zo’n dorp he. Deelnemer 3: Ja, maar dat was op het vwo ook! (Gelach) Deelnemer 2: Maar, dus dan uh, heb je eigenlijk ging je gewoon volgens mij gingen we vijf dagen of zo gewoon ja, lol maken. Gespreksleider: Ja, maar heb jij nou nog havo gedaan? Deelnemer 2: Nee. Gespreksleider: Nee he. Deelnemer 4: Ik denk ook dat het heel erg ligt aan de vakken die je kiest. Wij gingen bijvoorbeeld met Frans naar Lille en zo. Dan leerde je ook weer wat over die stad, het ging er vooral om dat je die taal moest leren, maar.. en CKV en Handvaardigheid, daar heb je ook Kunstgeschiedenis. Ja, dan duwt de school het niet per se door je strot, maar dan kies je er eigenlijk zelf voor en dan is het wel heel fijn dat ze er ook dingen in doen. Deelnemer 3: Ja dat is wel waar ja. Deelnemer 5: Ja dat stimuleert dan wel. Gespreksleider: Want heeft iedereen hier CKV gehad? Deelnemer 2: 1 jaar in de derde. Deelnemer 1: Ja ik heb het wel gehad. Hoe lang? Geen idee. Gespreksleider: In de vierde? Deelnemer 5: Ik dacht 1 of 2 jaar.
Invloed CKV
62
Deelnemer 3: Ik heb geen idee, ik dacht echt dat het meer was, maar het zou zomaar 1 jaar kunnen zijn. Gespreksleider: Ik heb het zelf drie jaar gehad, maar ik had C&M. Deelnemer 5: Ja, bij ons had je ook kunstgeschiedenis, alleen als je C&M had volgens mij. Deelnemer 3: Ja, maar als je C&M had bij ons, dan kreeg je ook, maar dan moest je ook gymnasium doen, dan kreeg je niet CKV maar KCV. Gespreksleider: Klopt en dan ben je ook vrij van al die culturele activiteiten die je moest doen voor CKV. Deelnemer 3: Ja precies. Gespreksleider: Want dat verschilt heel erg per school: bij de ene school moest je verplicht naar vier en moest je er zes uitzoeken, bij de andere mocht je gewoon geheel vrij activiteiten bezoeken. Ik weet niet wat jullie allemaal hebben gedaan en wat jullie daarvan vonden? Of het enig nut had of je cultuurdeelname nu, he? Deelnemer 2: Wij moesten naar 1 ding toe volgens mij en dan moesten we het entreekaartje als bewijs dat we er geweest waren en volgens mij zijn we toen naar de film gegaan met vriendinnen. Gespreksleider: Een gewone..? Deelnemer 2: Een gewone film in de bioscoop die we leuk vonden op dat moment. Ik heb geen idee welke het was, maar dat hebben wij gedaan. En uhm.. Gespreksleider: Geen arthouse film of iets dergelijks maar gewoon? Deelnemer 2: Gewoon een, een, een uh, populaire.. Gespreksleider: Een ‘Costa’? Deelnemer 2: Ja, zoiets. En ja, of dat meerwaarde heeft gehad trek ik in twijfel. Het was meer een leuk uitstapje van uh, mam uh, ja je moet echt m’n bioscoopkaartje betalen want het is voor school. Gespreksleider: En dat is het enige dat jij moest doen? Deelnemer 2: Ja, we hebben een.. we moesten foto’s maken met emoties en daar moesten we en verslag van maken met die foto’s, maar ja als ik heel eerlijk ben, ik herinner me die dag nog dat wij die foto’s zijn gaan maken, het was stralend weer.. en we hadden, er zaten twee meisjes bij ons in het groepje die niet zo populair
CKV op het vmbo
63
waren en uh die hebben we de meest rotte emoties uit laten beelden met ketchup over hun haar. Deelnemer 3: Dat meen je niet, wel heel cool. Deelnemer 2: Als kunst. (Gelach) Deelnemer 2: Ja, ik ben toevallig de foto’s laatst nog tegengekomen. Deelnemer 3: Ik zou dit uit.. schrappen gewoon zeg maar. Deelnemer 2: Ik word niet meer serieus genomen nu he, haha. Maar dat moesten wij doen. Gespreksleider: Maar ik had gisteren iemand en die had ook vmbo eerst gedaan en die zei van naar mijn idee was het veel praktischer, zelf bezig zijn, die kreeg workshops aangeboden en dat soort dingen. Maar dat kun jij je niet herinneren dat dat? Deelnemer 2: Ik heb, ik moet, ik weet, ik heb 1 jaar CKV gehad en ik weet dat het eerste half jaar was die leraar ziek, dus toen is dat al uitgevallen en volgens mij hebben we toen die opdracht gekregen om, daar hadden ze toen niet van gehoord daar, om 1 ding te bezoeken en die foto opdracht kan ik me herinneren en volgens mij hebben we daarna niks meer uh, gedaan of hoeven doen. Gespreksleider: En hoe was dat bij jou? Deelnemer 5: Uhm, ja, wij keken in ieder geval in de les vaak films, dat weet ik nog wel en dan wel een beetje van die culturele film zeg maar. En wij moesten ook naar de bioscoop, dan. Maar dan wel ook naar zo’n ja, niet zo maar naar een Costa zeg maar. En dan had je van allerlei, van die dingen, volgens mij moest je dan een paar richtingen. Je moest dan naar een dansvoorstelling en een cabaret en een film dan of zo, daar ben ik dan in ieder geval allemaal geweest. Maar ik kan niet zeggen dat dat heeft bijgedragen dat ik daarom uh, vaker zou gaan, nee… maar op zich wel leuk dat je, ja zo´n dingen een keer ziet ja. Gespreksleider: En bijvoorbeeld dat cabaret, werd dat vanuit school aangeboden van hier heb je kaartjes en je kan hier heen? Deelnemer 5: Ja, de keuze, ja dat wel volgens mij, ja, je had dan de keuze uit drie voorstellingen bijvoorbeeld en dan moest je zelf maar kijken wanneer je het beste uitkwam en welke je naar toe willen en wat je leuk vond. Maar je moest er wel gewoon zelf heen. Dat was
Status vak CKV
Stimuleren ondernemen culturele activiteiten vanuit school
64
niet georganiseerd. Gespreksleider: Ok. Deelnemer 3: Ja dat was bij ons ook zo, je kon dan inschrijven op bepaalde voorstellingen, want ik weet nog heel goed. Ik weet zeker dat inderdaad twee jaar heb gedaan, want we hadden in de onderbouw een jaar CKV en we hadden in de bovenbouw, want ik weet we hadden twee aparte gebouwen zeg maar. We hadden het junior college en het senior college. En dus uh, de eerste twee jaar was op een ander gebouw en daar dus ingeschreven, want dat weet ik nog goed, want ik had ingeschreven voor allerlei voorstellingen en toen was 42nd Street, zo een musical en die was heel erg populair. Gespreksleider: Met uh, hoe heet ze, van Goede Tijden Slechte Tijden…die ene.. Oh ja sorry. Deelnemer 3: Geen idee. Maar in ieder geval ik weet het nog goed dat was heel populair toen, maar mijn kaartjes moest ik toen weggeven van mijn moeder, want ik vond daar helemaal niks aan, dus toen moest ik die weggeven aan een nichtje of zo die daar helemaal .. maar goed. Wij konden dus inschrijven en dan kon je dus voor 7,50 euro kreeg je dus die kaartjes, een stuk goedkoper. En ik weet nog goed in de vierde of zo, was het niet meer zo dat je je kon inschrijven, dan kreeg je geen, kreeg je wel nog korting, had je wel je CJP pas, kreeg je wel nog wat korting, maar niet meer dat het overal hetzelfde was. Toen moesten wij ook vijf verschillende disciplines bezoeken of zo. Theater, muziek, film, beeldende kunst en nog iets of zo. En dan mocht je als je naar het theater ging, mocht twee keer naar het theater geloof ik, of je moest iets dubbel doen, of zo. Dus iedereen ging twee keer naar het theater, want iedereen ging steeds naar cabaret natuurlijk. Ja we gingen naar De Vliegende Panters en dat soort dingen. Deelnemer 1: Oh daar ben ik ook geweest, ja! Deelnemer 3: Ja, dus dat was zeg maar wat wij, dat was de enige escape die je had. Want je moest wel naar zo een arthouse film en je moest wel naar museum van de beeldende kunsten doen en zo en ik weet wel nog dat dat meer nog een verplichting was en daar werd je helemaal niet blij van. Dan moest ik dus op mijn vrije zaterdagmiddag met mijn vader naar het Bonnefante, mijn vader ook al zoiets van.. Gespreksleider: .. moet dit nou? Deelnemer 3: Het is niet iets, het is meer van als je dat leuk vind ik vond naar het theater gaan
CJP-passen
Invulling CKV
Invloed ouders: Stimuleren
65
veel leuker dan naar beeldende kunst en dan ga je ook gewoon niet naar beeldende kunst eigenlijk. Gespreksleider: Maar snap je dat daar die disciplines in zijn? Deelnemer 3: Ja het is wel goed, dat het verplicht werd gesteld, want dan ging je tenminste naar iets anders en dan zag je ook een keer een andere bioscoop zeg maar. Maar ja. Gespreksleider: En dat werd vanuit school, wat je zei, werd die lijst..? Deelnemer 3: Nee, nee in de vierde niet. We moesten dus vijf verslagen moest je inleveren ook, moest je verslag typen, moest je je kaartje erbij leveren en fotootje van jij bij, bij.. dat was best wel redelijk copy paste proof. Daar moest wel.. viel natuurlijk ook op als je naar hetzelfde beeldende kunstdingetje gaat, de hele tijd. Want die dingen lopen maar een bepaalde periode en dat soort dingen allemaal. Dus dat was wel redelijk streng. Verder was natuurlijk dat hele vak stelde niks voor.. Gespreksleider: In de les vooral niet? Deelnemer 3: Nee, lessen was inderdaad filmpje kijken en uh, zelf een beeld maken pff, ja wat stelt dat voor: ja dat ben ik. Weet je wel, want de eerste les, weet ik nog wel, hadden we het over artistieke vrijheid, en toen zei ze eigenlijk in van he, straks, wat is het, maar dan heeft hij dus een schilderij gemaakt van een pijp en dan zegt hij dat is geen pijp, dus de titel kon dan.. he ca ce ne past une pipe, he, de titel van het schilderij. Nou en als je dat uitlegde van mensen aan 15 dan hadden wij zoiets van oke, dan moeten we iets maken, prima. Homp klei, steek je potlood erin. Ja dat ben ik. Ja, artistieke vrijheid, zeiden wij de hele tijd. Deelnemer 2: Maar ik heb ook het idee, tenminste bij mij op school of door mijn docent, nou eerst valt het vak een half jaar uit. Dat het vak ook niet heel serieus genomen werd. Laat staan dat je, ik zat toen in een vmbo klas, dat je een vmbo klas vol 14-15 jarigen uh, vmbo’ers, dat je die kunt motiveren om uh, ja, ergens naar toe kunt motiveren. Dat je zelf al, tenminste ik had het idee dat ze bij mij op school ja, dan viel dat maar een half jaar uit, terwijl als het om m’n wiskunde ging, dan viel dat echt geen half jaar uit. Deelnemer 5: Dat kon echt niet. Gespreksleider: Dat viel nog geen half uur uit. Deelnemer 3: Nee, ja precies.
CKV: Verslagen
Invulling lessen CKV
Invloed middelbare school: Prioriteit CKV
66
Deelnemer 2: En ik weet dan nog, volgens mij moesten we daar af en toe iets bij maken. Ik zei altijd van oh ja dat heb ik gemaakt, ik heb dat ingeleverd. Oh is dat zo? En wat was het dan waard? Wat voor cijfer? Een 7. Ok dan krijg je een 6,5. Oke. Prima, zo ben ik dat vak ook doorgekomen, ja dan is het ook echt meer lang leven de lol. Deelnemer 5: Maar ik vind wel, als ze het geven moeten ze het eigenlijk ook goed doen. Dan moet je dat niet zo doen. Gespreksleider: Maar is bijvoorbeeld nu ook discussie, er is geen cijfer bijvoorbeeld voor het vak ckv. Het moet of voldoende of niet voldoende worden afgesloten. Het moet voldoende worden afgesloten, zo moet ik het zeggen. Denk je dat zo’n instelling, veranderd als uh, het eventueel verliespunten op zou brengen, als in van… Deelnemer 2: Het maakt al dat het vak CKV een vreemde eend in de bijt is, want de rest moet je cijfers voor halen en vooral om het feit dat het bij CKV niet is kan ik me al voorstellen dat het meer zo is van ja, zorg maar dat je een voldoende haalt en maakt het ook niet uit of je echt goed je best doet voor iets. Deelnemer 3: Ja precies. Het stimuleert helemaal niet, dat je je best gaat doen. Deelnemer 2: Nee, je moet het gewoon allemaal even doen. Gespreksleider: Afvinken.. Deelnemer 3: Heb je het gedaan? Prima, ok, doorgaan. Deelnemer 4: Maar je kan er ook lastig een cijfer aanhangen. Want als je die plomp klei hebt, met een potlood erin en je hebt daar een heel goed verhaal bij, ja dan is het niet kunst, maar als jij dat goed kan verantwoorden. Deelnemer 5: Nou ja op zich je kunt ook zeggen het is een voldoende, dan kun je misschien ook wel zeggen dan is het een zes en als mensen dan veel meer eraan hebben gedaan, dat heb je toch als leraar toch wel door. Deelnemer 3: Ja in werkhouding kun je toch ook gewoon mee.. Deelnemer 2: Ja ik denk inderdaad dat het meer om een soort werkhouding gaat, dat ze kunnen beoordelen van nou, en dat is gewoon te beoordelen, heeft er iemand motivatie toe en heeft iemand er zin in.. op.. ja, zo van, uhm en wordt er iets serieus mee gedaan. En ik denk dat dat wel beoordeeld kan worden. Net zoals
Cijfer kunstvakken
67
vroeger dat ze inderdaad met een vak als Tekenen. Daar krijg je wel een cijfer voor. Gespreksleider: Ja, hoe slecht je ook tekent. Deelnemer 2: Ja, en hoe slecht je ook tekent, je krijgt uiteindelijk, uiteindelijk beoordelen ze daar ook veel motivatie, want ik kon ook voor geen meter tekenen, maar ik heb nooit onvoldoendes voor tekenen gehaald. Deelnemer 3: En toch he, heb je bepaalde technieken natuurlijk. Ook bij Tekenen. Weet je wel, wij hadden wel tekeningen dan moesten we, weet ik veel.. bepaalde dieptetekeningen of zo. Deelnemer 5: Ja dat is waar. Gespreksleider: Vanuit de horizon of zo. Deelnemer 2: Ja, maar als dat dan mislukte en ze hadden wel gezien dat je je best had gedaan dan kreeg je een voldoende en dat is ook prima want anders dan was ik mijn middelbare school niet doorgekomen dan bleef ik hangen. (Gelach) Deelnemer 1: Maar ik weet ook niet of je daar wel echt punten aan moet geven of dat je daar verliespunten aan moet geven, want ik.. ik vind wiskunde ook belangrijker dan CKV. Ik denk dat ik daar later meer aan heb, aan Wiskunde dan aan CKV. En ik vind dat belangrijk dat ze het onder de aandacht brengen en dat je dus ieder voor zich kan kijken of tie daar zijn interesse in heeft, maar ik ja.. Gespreksleider: Maar een kunstvak, uh, de kunstvakken die zij eigenlijk verplicht vanuit de overheid, in het curr… hoe noem je dat in het curriculum van het voortgezet onderwijs. Je hebt de talen bij wijze van spreken, dan heb je het rekenen, maar ook kunst en cultuur. Die vallen daar ook onder. De kunstvakken laat ik maar zeggen. Maar dat vind je dan wel minder belangrijk dan rekenen en..? Deelnemer 1: Ja, ja.. Ik vind dat minder belangrijk of ik vind dan, wat ik dan belangrijk zou vinden is de geschiedenis van Nederland, he in zijn kunst en cultuur. Dat zou ik belangrijker vinden, dan leren tekenen of dat ik een keer naar een museum bent geweest. Deelnemer 3: Maar kunstgeschiedenis is natuurlijk ook veel makkelijk natuurlijk te kwalificeren met een cijfer weet je wel. Dat ken je of dat ken je niet. Ik ben er wel gevoelig voor om te zeggen van, ja.. maar ja.. wanneer is iets mooi, wanneer is iets goed gedaan.. Kijk het is natuurlijk ook weer niet de bedoeling denk ik
Interesse Belang CKV, kunstvakken Toekomst
68
dan, dat als iemand per se iets van uh, cum laude wil afstuderen op zijn atheneum of zo, kijk voor sommige studies moet je natuurlijk ook gewoon, inlootstudies en dat soort dingen allemaal, moet je een gemiddelde staan. En het natuurlijk van de zotte als een.. iemand niet ingeloot wordt voor, vind ik persoonlijk, voor een geneeskundeopleiding, omdat hij niet fatsoenlijk kan kleien of zo. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 3: Snap je, dus dat is wel natuurlijk wel iets waar je rekening mee moet houden, met het feit, als je het een punt geeft dan telt het dus ook mee voor je gemiddelde en dus ook, kan het dat soort consequenties hebben. Deelnemer 5: Ja, dat is waar. Deelnemer 1: Dat is ook de reden voor mij, dat ik vind dat CKV minder belangrijk vind en ik vind het gewoon belangrijk an sich, dat er iets mee wordt gedaan, dat wel, maar niet inderdaad dat je daar later, inderdaad met inloten en zo, echt consequenties van gaat voelen. Ja. Gespreksleider: En hoe was CKV ingevuld.. op de KSE? Deelnemer 1: Al sla je me dood, ik zou het niet weten. Maar jij waarschijnlijk nog wel, want jij hebt het ook drie jaar gehad, maar ik heb dat 1 jaar gehad dus. En uh, hoe het was ingevuld, ik weet echt oprecht niet meer. Gespreksleider: Het heeft geen indruk gemaakt? Deelnemer 1: Het heeft, nee.. maar ik denk ook gewoon dat daar mijn interesses gewoon echt niet liggen. En ik denk dat ik die activiteiten gewoon makkelijkste heb genomen of uh de leukste. Gespreksleider: Maar Vliegende Panters zei je net? Was dat voor CKV dan? Deelnemer 1: Ja, kijk dat vond ik dan wel heel grappig. Dat vind ik niet erg om heen te gaan en dat was dan ook bij ons in de Nobelaer. Dus dan is het ook dichtbij en daar ga je even op je fiets ga je daarnaartoe en dan is het wel prima. Maar dat vond ik ook niet erg. Maar ik had geen zin om uh, naar Amsterdam te reizen voor het Rijksmuseum of zo. Nee. Dat deed ik niet. Maar goed op zich de KSE heeft qua culturele activiteiten wel wat meer gedaan. De Heemdagen, ben ik dus naar de Nobelaer geweest voor een rondleiding. Vond ik natuurlijk niks aan.. maar goed. He. Komt weer mijn interesse voor de cultuur. Nee, ja. Gespreksleider: De Nobelaer is de schouwburg
Invulling vak CKV Interesse Duur vak CKV, één jaar
Invloed omgeving: Schouwburg in woonplaats
69
in Etten-Leur. Deelnemer 1: Ja, ik ben ook bij een iemand die vogels keek de hele dag geweest. Ja. Sorry. Het kan van alles zijn waar je dan heen gaat, maar goed. Ik vond het wel leuk dat ze dat ondernamen he zeg maar dat er dan zoiets wordt georganiseerd en dat je ook wat meer ziet zeg maar. Maar ja.. en ik heb volgens mij ook nog een keer een soort van voorstelling moeten geven met heel veel andere mensen en dat had ook met cultuur te maken. Maar, dus ze deden er wel wat aan en dat vond ik ook prima, maar … Gespreksleider: En de schoolbandjes en de schoolmusical? Deelnemer 1: Oh ja, de schoolmusicals natuurlijk ieder jaar. Gespreksleider: Want dat is ook niet op iedere school volgens mij. Deelnemer 2: Nee, bij ons niet. Gespreksleider: Dat er ieder jaar door de bovenbouw een schoolmusical wordt… Deelnemer 3: Oh jawel. Bij ons wel. Deelnemer 5: Wij hadden wel een voorstelling volgens mij. Deelnemer 4: En een culturele avond. Gespreksleider: Een culturele avond? Deelnemer 4: Bandjes, toneel, palmfluit. Deelnemer 3: Open podium… palmfluit? Oh jee. Deelnemer 4: Ja, hadden we echt ieder jaar. En dat was dan ook vaak gewoon uitverkocht. Ja, kaartjes verkopen.. Gespreksleider: Ja wij hadden een koffieconcert op zondag voor allemaal oma’s. Een koffieconcert. Maar dat viel ook weer in het verlengde van de, de, de, de, de muziekexamens van de vijfde en de zesde. Deelnemer 3: Maar hebben we het nou over de basisschool of over de middelbare school? Gespreksleider: De middelbare school! Deelnemer 3: Middelbare school?! Oh nou wij hadden cabaret zeg maar. Dat was wel ook zeg maar zo een cabaretvoorstelling voor mensen .. hadden jullie een musical op de middelbare school ja? Gespreksleider: Ja. Bovenbouw deed bij ons de musical. Deelnemer 4: Ja kerstmusical en de culturele avond. Gespreksleider: Ja, bij ons was het aan het eind van het schooljaar of het begin van het schooljaar? Deelnemer 1: Eind van het schooljaar dan had je
Invloed middelbare school: Musical, schoolbandjes, culturele avond, open podium
70
altijd de schoolmusical. Maar ja, ik kan ook niet zingen en niet dansen, dus daar deed ik ook niet aan mee. Gespreksleider: Instrument spelen? Deelnemer 1: Nee instrument spelen ook niet.. dus daar kon ik niet aan mee doen. Kijken wel, dat is prima. Was wel leuk. Deelnemer 3: Ja dat cabaret als ik daar nu over nadenk, dat was niet stand up of zo. Het was meer inderdaad sketches en liedjes en dat soort dingen en wij hadden wel ook gewoon, wij organiseerden ‘School of Rock’ elke keer. En dat was van die foute schoolbandjes, en superslechte net niet uh bekende bandjes die huurde je dan van het budget net kon inhuren weet je wel. En dat was dan, maar ook dat en je had een LAN party, hadden ze in de zin van met andere mensen. Deelnemer 5: Oh ja bij ons ook ja. Deelnemer 3: Dat was wel, dan kom je weer. Twee docenten trokken dan die kar. Bij School of Rock was dat niet zo zeer, dat was meer drie leerlingen die dat organiseerden.. maar dan moet die school moet daar wel open voor staan en dat vond ik wel fijn en zij zeiden gewoon van ok. Lever een plan in en dan gaan we het wel doen, weet je wel. Er is ook altijd wel iemand van school aanwezig om te kijken of het allemaal een beetje binnen de perken bleef, maar wij regelden alles. Wij regelden eigen drank, eigen muziek uh installatie en dat soort dingen allemaal. Dus dat is wel… cool dat dat kon op die school. Kan me ook voorstellen dat dat niet overal kan zeg maar. Deelnemer 2: Bij ons werd echt helemaal niks gedaan. Ja dingen met sport. Sport waren ze heel actief mee, maar met andere culturele dingen helemaal niet. Deelnemer 3: Ja wij hadden ook wel sportdag ja. Deelnemer 5: Bij ons had je ook wel naschoolse ja, dansgroepen bijvoorbeeld. Ik en mijn zusje gaven ook dansles. Gespreksleider: Aan jongeren? Deelnemer 5: Ja aan eersteklassers. En je had ook acro uh jumpers zoals bij ons helemaal. Ja echt superactief, echt zo’n hele actieve gymleraar die elke dag na school hadden ze een groepje. En die ook wel deed optreden in Deurne op de markt enzo. En je had ook elk jaar een voorstelling, waar dan ook bijvoorbeeld het dansen in terug kwam en zingen. We hadden dan ook de eind.. degenen die dan muziek
Invloed docenten
Invloed middelbare school: Mogelijkheden tot organiseren van culturele activiteiten door leerlingen Invloed middelbare school: Naschoolse activiteiten
Invloed docent
71
hadden gekozen en dan afstudeerden, die dan ook ja, hun concert gaven. Gespreksleider: Dat waren bij ons aparte avonden. Deelnemer 3: Kon je muziek kiezen ja? Dat hadden wij niet. Gespreksleider: Ja, bij C&M was het Muziek3 of Tekenen3. Deelnemer 3: C&M? Oh, ja. Nee wij hadden allemaal Tekenen… ja. Denk ik. Deelnemer 4: Wij hadden ook band night. Gespreksleider: Band night? Deelnemer 4: Band night hadden we ook nog. Maar dat werd echt inderdaad vooral door de docenten gedaan. Die hadden dat dan, ja het was echt vanuit school en die deden dan licht en geluid en uhh, backstage en.. Maar daar moesten wel altijd leerlingen aan mee doen. En dat was ook echt superpopulair altijd. Ja een decor en uhm. Gespreksleider: Ja, ik maak wel een beetje op dat bijna iedere school en aula had met een verhoogd podium als in van daar …? Deelnemer 5: Ja bij ons wel. Deelnemer 3: Ja. Gespreksleider: … stukken vertoond konden worden. Deelnemer 3: Er zou iets plaats kunnen vinden. Deelnemer 1: De mogelijkheden zijn er, ja. Deelnemer 5: Ja, zeker ja. Absoluut. Deelnemer 3: Het ligt ook wel echt aan de school en de schoolleiding misschien nog wel het meesten dat het dan ook daadwerkelijk gebeurd. Deelnemer 5: Bij ons werd het wel echt, ja bij ons was het wel echt actief ook door de leraren allemaal. Er waren ook echt verschillende leraren van verschillende vakken die zich daarmee bemoeiden zeg maar. Deelnemer 3: We hadden op een gegeven moment ook een Embassy, zo een darts toernooi. Ik weet niet of dat cultuur is. Gespreksleider: Een wat? Deelnemer 3: Darten. Dat was helemaal hip, joh, met uh van Barneveld en zo. Ja dan gingen we darten en zo. Deelnemer 1: Dat is sport. Deelnemer 4: Wij hadden drie schoolgebouwen en maar 1 had wel echt een aula met podium. Terwijl ze wel alle drie en aula hadden. Gespreksleider: Ja wij hadden ook twee gebouwen en in het hoofdgebouw zat de aula. En om de hoek ja, dan was er wel de
Invloed middelbare school: Band Night
Aanwezigheid Aula, ruimte met verhoogd podium
Invloed school, schoolleiding Invloed docenten, actief
72
mogelijkheid dat er iets plaatsvond. Maar dat was meer, dat was een kantine en die moest dan leeg als er iets plaats vond. Of iets dergelijks. Deelnemer 1: Voor een schoolfeestje. Gespreksleider: En uh want we hebben het er net al een beetje over gehad, de buitenlandse reizen…? Deelnemer 3: Ja je had ook zo een drive in show. Wat was daarmee? Wat was dat? Yorin FM drive in show. Dat was .. dat was cultuur. Deelnemer 1: Bij ons is Di-Rect nog geweest. Deelnemer 3: Ho eens. Gespreksleider: Dat hebben we gewonnen. Deelnemer 1: Gewonnen gewoon. Deelnemer 3: Ja nee, je had toch zo een.. Drive in show. Ik weet niet.. Nee wat was het? SUM? Ken je niet SUM? Dat was zo’n magazine, zo heel slecht cultureel, ik weet niet meer. Laat maar. Het was best een mooie avond. Deelnemer 1: Zegt genoeg dat je het niet meer weet waarschijnlijk. Gespreksleider: Uhm wat wou ik nou zeggen? Oh ja, want we hebben net al een beetje erover gehad, buitenlandse reizen en we hadden het net ook over leraren. Mijn ervaring is, buitenlandse reis, ja Berlijn, ja daar was jij dan niet bij, want Istanbul was dat minder vond ik… Deelnemer 1: Ik heb München-Wenen gedaan. Gespreksleider: … dat docenten zoveel weten te vertellen als je daar dan ook weer geïnteresseerd.. ik ben daar dan heel erg geïnteresseerd geraakt in Berlijn en daarom vind ik Berlijn fantastisch door de verhalen.. die ik daar heb meegemaakt met die docenten. Ik weet niet of dat… of jullie op buitenlandse reis zijn geweest en dat dat enigszins mee heeft gespeeld? Deelnemer 2: Nou ik heb uhm, maar dat was inmiddels mijn HBO, toen gingen wij naar Berlijn toe, ook met iemand die daar uh, een docent van ons die daar ook gewoond had en dat was eigenlijk mijn eerste echte stedentrip die ik maakte. En ik vind geschiedenis, heb ik wel altijd heel erg leuk gevonden, interessant gevonden. Vooral de Tweede Wereldoorlog en dergelijke. En als je dan in Berlijn komt zie je gewoon zoveel dingen en dat vind ik wel heel erg leuk. Maar dan gaat het meer om de verhalen achter locaties. Wat is hier gebeurd? Gespreksleider: Het is wel iets dat je aanspreekt? Deelnemer 2: Ja, maar dat was op m’n HBO he,
Invloed middelbare school: Buitenlandse reizen
Invloed docent
Interesse
73
dus he. Gespreksleider: Ben je ook weer wat ouder. Deelnemer 1: Uhm, ja, het, ik ging daar ook heen omdat ik het dan leuk vond, een weekje geen school, dat is natuurlijk altijd leuk. Dus ik ging er natuurlijk niet alleen voor de cultuur heen, maar ook omdat ik dan lekker een paar dagen op vakantie was. Gespreksleider: En Istanbul was met het vliegtuig. Het was de enige reis die met het vliegtuig was. Deelnemer 1: Ja, nou ja Istanbul inderdaad. Dat was ook, ik vond Istanbul wel echt heel mooi. Ja goed. Ze wisten ons eigenlijk niet heel veel te vertellen vond ik zelf, maar ja, soms spreken de gebouwen ook voor zich. Daar hoef je ook niet heel verhalen bij te weten, bij te horen. Ja ik weet niet. Die schoolreizen vond ik dus gewoon leuk inderdaad, ook wel vanwege de cultuur, maar ook dat het gewoon lekker vakantie was. Gespreksleider: En ben je in de vijfde nog weggeweest? Deelnemer 1: Ik ben naar uhm München-Wenen geweest. Gespreksleider: Was dat anders dan Istanbul? Deelnemer 1: Ja, want uh Istanbul gingen we in de vierde heen geloof ik en toen had ik dus nog echt die leeftijd van ooh, wat gaaf he een paar dagen op vakantie en een beetje dit doen ennuh… Gespreksleider: Ja, maar ik bedoelde meer van jij zei de docenten konden er niet zoveel over vertellen. In mijn beleving was in Berlijn was dat heel anders. Was dat bij München-Wenen ook zo? Deelnemer 1: Ja, wel wat meer. Ik weet niet meer uh.. van borst, hoe heet hij, Van Der Borst ofzo was mee en nog zo’n man die Duits gaf geloof ik, dus dat scheelt dan al wel weer. Ja zo’n lelijke man. Lange man met zo’n bril, ja maar goed. Gespreksleider: Nobelen. Deelnemer 1: Ja kan wel ja. Nou in ieder geval. En ja. Wel. Toen was ik ook weer net een jaartje ouder, net iets volwassener. Ja. Deelnemer 3: Ja, dat scheelt wel. Deelnemer 5: Kun je ook beter luisteren. Deelnemer 1: Ja het scheelt denk ik wel, omdat je dan toch als je 16 bent, dat je denkt: Ja! Deelnemer 3: Wij gingen op ons 16e gingen wij naar Londen, in de vierde is dat. Nee in je derde. Gespreksleider: 15 ben je dan.
Interesse, smaak
Levensfase
74
Deelnemer 3: 15, ok. Dan gingen we naar Londen. En zaten we in gastgezinnen. Nou… Als ik daar nu terug aan denk, als ik in een gastgezin he, dan had ik ons 6x op straat gegooid. Heel de avond keten daar in uh.. Gespreksleider: Was het een uitwisseling? Deelnemer 3: Nee, dat was gewoon gastgezinnen. Deelnemer 5: Ja hadden wij ook. Deelnemer 3: En wij zaten dan bij een iets ouder kereltje en vrouwtje weet je wel, zo een, ja hoe oud zijn die geweest, weet ik veel. Die zullen misschien vijftig zijn geweest, of zo? En die kinderen zullen net gaan studeren of uit huis zijn en uh, daar hebben wij die tent hebben wij gewoon, ja. Bijna iedere avond afgebroken en ’s ochtends aan het ontbijt dan was het weer vrolijk van hey ja hoe is het. Ennuh.. maar een jaar later zijn we dus naar Parijs geweest. Kwamen we ook wel, toen hadden ze het anders aangepakt. Eerst moest je met groepjes van drie, vier man zijn. En in Parijs hadden ze een groot hotel geboekt zeg maar en dan moest je de stad in, in groepjes van tien. En dat vonden we wel heel vervelend, want ik was altijd met twee goede vrienden zeg maar, we waren altijd met z’n drieën. Wij hadden niet echt een groepje waar we bij… iedereen had al direct groepjes, dus wij zaten bij het CKV groepje. Dus wij zaten zeg maar met zeven anderen, zeven vrouwen en een tekenleraar. Dus wij gingen naar Museum D’Orsay en Centre Pompidou, weet je wel. En we moesten daar ook echt iets doen zeg maar. Deelnemer 5: Maar mocht je dan wel zelf weten wat je ging doen zeg maar? Deelnemer 3: Oh ja, dat mochten we wel zelf invullen, nou ja in die zin. De tekenleraar had dan weer bepaald welke museums weet je wel. Dan zei hij ja we gaan niet naar het Louvre, want dan sta je alleen maar in de rij, zeg maar. Had hij natuurlijk uiteindelijk wel gelijk in, maar ja, wij hadden zoiets van weet ik veel museum D’Orsay ik zou het niet weten. Toen we daar aankwamen en zagen dat er heel veel Van Goghs hingen, en zo, was het wel weer interessant natuurlijk, want dat is een Nederlander en dan heb je daar wel wat mee.. Gespreksleider: Bonding. Deelnemer 3: Ja, ja, want wij hebben dat ook gewoon de helft van de tijd op een bankje gezeten en die andere, die vrouwen moesten allemaal tekeningen maken voor… uh die
Invloed middelbare school: Gastgezinnen
Invloed middelbare school: Buitenlandse excursie
Invloed docent
Bezoek musea
Interesse in Van Gogh, omdat het een Nederlander is
75
moesten allemaal tekeningen maken en opdrachten doen, want wij hoefden dat niet, want wij hadden dat niet zeg maar, wij hadden geen Tekenen2 of 3. Wij zaten daar gewoon en we vonden het wel lachen. Wat wel gaaf was, is dat wij als enig groepje daar nog op stap zijn geweest ’s avonds. En dat was wel weer op initiatief van die tekenleraar. Dus die leraren zijn toch wel belangrijk. Denk ik. In hoe je zo’n dingetje beleefd. Deelnemer 1: Ja, maar ook.. in Istanbul waren ze ook redelijk streng. Gespreksleider: Ja, maar dan ga je ook naar Istanbul he. Deelnemer 1: Ja, nee is ook wel zo, maar aan de andere kant moet je ook weten dat pubers zich gaan afzetten. Dat is gewoon zo. Dus ik vind het wel ook een beetje leeftijdsafhankelijk nog steeds. Gespreksleider: Je wordt een beetje door je vrienden opgejut? Deelnemer 1: Ja, maar ik vond dat ook heel irritant, mensen die een beetje interessant gingen doen, dat ik dacht van Jezus man, kijk gewoon die moskee en uhm, het is prima toch? Ja sommige mensen die heel leuk en interessant gingen doen, dacht ik echt van doei, ja weet je wel. Ja. Deelnemer 3: Maar je bent ook wel redelijk naïef, zal ik ook, vind ik ook. Maar de controle van docenten was ook echt nul, tenminste. Wij hadden dan een hotel inderdaad, dan was het dan gescheiden. In de ene vleugel lagen de meisjes en in de andere vleugels de jongens. Nou ja, daar had je natuurlijk om 10 uur het eerste gezeik mee. Tweede ding was, dan kwamen ze alcoholcontrole houden. Eerste avond: alcoholcontrole. Klop, klop. Zo een lerares voor de deur.. Oh sorry ja alcoholcontrole, mogen we even binnenkomen? Zijn jullie gekleed? Oh wacht ff, deur dicht? Zijn we gekleed, is alles weg, nou kom binnen weet je? (Gelach) Deelnemer 3: Nou hadden ze dan uh, drie flesjes bier gevonden, nou dat was dan wel prima, we waren met z’n drieën op de kamer en een flesje bier vonden ze ok. Wat wij dus vervolgens deden, we deden het raam open, schreeuwden de hele Franse nacht bij elkaar. Er is alcoholcontrole jongens he, vervolgens zie je allemaal alcohol uit het raam vliegen. Toen was
Levensfase Leeftijd
76
dat geweest en die zei kunnen we wat regelen, ben jij goed in Frans? Helemaal niet goed in Frans? Kunnen we wat regelen? Ja hoezo dan. Hij had zichzelf buitengesloten, was het verhaal. Maar hij wilde dan de sleutel gaan vragen bij de receptie, maar uhm, op bed lag dus wat wiet. En ja. Frankrijk is dat niet heel tactisch zeg maar, omdat bij te hebben dus wij naar beneden. Dus dat was het avontuur in Frankrijk meer, van uh.. o God we worden hier gepakt, mogen niet gepakt... Dus ik kan me heel goed voorstellen dat jij zegt het is leeftijdsgebonden, je bent dan toch wel even wat minder bezig met de Arc de Triomph en het graf van Napoleon. Weet je wel… Tof dat hij er ligt, maar… Deelnemer 1: Ja en je vindt het allemaal wel mooi, maar daarnaast heb je ook andere redenen weet je. Gespreksleider: Maar ben je achteraf niet blij dat je bent geweest. Deelnemer 1: Ja ik heb een leuke vakantie gehad. Gespreksleider: Nee maar ook dat je wat hebt gezien? Deelnemer 1: Nou ja wat, nou ja goed, ik heb me dus zoals in Istanbul ook vond ik dat heel mooi allemaal. Kijk ik heb me er niet helemaal in verdiept of zo.. Gespreksleider: Nee, maar je hebt wel die ervaring dat je in die Blauwe Moskee bent geweest, bijvoorbeeld met die sjaal op je kop. Deelnemer 1: Ja, en ik denk nog steeds van nou ik wil daar best nog een keer naar terug, want ik vond het wel echt een mooie stad. Maar dat is ook een beetje die indruk die je krijgt.. Dus ik hoefde dan niet helemaal precies alles te weten van die moskee, ik bedoel gewoon een beetje indrukken dat is genoeg, en voorderest hield ik me wel met andere dingen bezig. Deelnemer 3: Maar dat is toch ook. Op dat moment ben je toch veel meer geïnteresseerd in, in, in.. nou ja de andere sekse, uhm, alcohol, energiek.. Dingen die niet mogen. Vooral dingen die niet mogen weet je wel. Deelnemer 5: Maar ik denk dat het ook scheelt dat jullie dan ook nog in een hotel zaten met z’n allen. Dat is natuurlijk helemaal feest. Deelnemer 3: Ja natuurlijk! Is hartstikke keet! Deelnemer 5: Ja, want wij zaten dus verdeeld over Parijs en dan met z’n tweeën bij zo’n gastgezin. Dus ja.. Wij konden niet eens contact hebben met andere mensen, want die zaten
Smaak
Interesses
77
weer in een heel ander stuk zeg maar. Deelnemer 1: Ja wij waren continu heel die nacht over die gangen aan het hollen. (Gelach) Deelnemer 3: Maar wat wij dan wel, wat wij dan wel hadden, toen ik in de zesde in Rome was, over leeftijd gesproken, dan ben je toch 18. En dan was het echt dus vlak voor ons afstuderen, of uh voor je eindexamen weet je wel. Dus dat was toch wel iets, toch wel iets serieuzer. Je bent zelf al iets serieuzer. Ik weet nog goed, toen zaten we in een hotel en daar beneden zaten appartementen en boven was hotel zeg maar. Dus verdieping vijf tot en met tien was hotel, uhm. Toen was een jongen was jarig en toen gingen we dus tegenover het hotel zat een barretje, nou gingen we daar met een paar docenten. En daar werd gewoon gemoedelijk een biertje gedronken.. Deelnemer 5: Nou mag het, dat is eigenlijk veel beter eigenlijk. Deelnemer 3: Ja, precies en je bent al twee jaar aan het oefenen dus ja rust. Maar ja ik merkte ook dat die docenten gewoon veel ontspannender waren op dat moment. Deelnemer 5: Ja en dan zijn ze veel vriendelijker en veel gezelliger. Deelnemer 3: Ja, en toen wij naar boven liepen, goede anekdote is het, dat wij de lift weet je wel: 1 lift waar drie mensen in konden van dat hele gebouw en dat werkte natuurlijk niet, dus wij allemaal met de trap en toen zei zo’n docente doodleuk tegen zo’n jongen van: ja jongens, wat jullie dus nooit moeten doen is gewoon… en belt zij gewoon aan bij iemand die gewoon duidelijk thuis was weet je wel en die rent gewoon keihard die trap op en wij staan daar…. Maar dat je dit nu nog steeds verteld, maakt wel dat de houding van docenten zoveel relaxter en anders is en dus ook je eigen houding als je wat ouder bent zoveel anders is, dan wanneer je 16 bent. Het zijn maar twee jaar maar het is zo’n wereld van verschil. Tenminste in mijn beleving dan. Gespreksleider: Dat maakt het verschil misschien ook op vmbo en vwo dat je dan veel langer… Deelnemer 2: Ja, maar daarnaast ook gewoon de algehele houding van mensen die op het vmbo zitten is heel anders dan mensen op het vwo zitten. En uhm, het is natuurlijk je uh, achtergrond van mensen, het scheelt ook wel
Levensfase
Invloed docenten
Verschil vmbo en vwo Achtergrond van mensen 78
heel erg hoor. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 1: Maar dan hadden wij op vwo ook echt, althans ik, echt een extreem drukke klas en dat dat ik dacht, nou kerels, Jezus hey, die waren ook alleen maar rebels, dus ja.. aan de ene kant denk ik wel dat inderdaad vmbo net iets anders is, maar ik denk ook dat het op vwo ook net zo erg kan zijn. Deelnemer 2: Ja, nee dat denk ik ook wel, tenminste qua drukte en qua dingen doen die… maar uh, ik denk dat van mensen die op het vwo zitten over het algemeen genomen wel een bepaalde basis hebben die mensen op het vmbo niet hebben. Dus een soort basishouding, want.. ja. Deelnemer 1: Ja ok. Deelnemer 3: Maar goed, moet je dan op school dan echt zo, want waar ik dan grote moeite mee heb, is het feit dat een school dat maar niet doet en dus maar naar de Ardennen gaat, want jullie willen toch niet een hele week in zo’n stad zitten en het is natuurlijk ben je daar blij mee ja of nee. Maar je moet.. gewoon als school moet je het speelveld gelijk houden, weet je wel. Level playing field gewoon creëren. Deelnemer 1: Ja, maar ja, als die leerlingen er niet op zitten te wachten? Ik bedoel dan zou je ze die optie moeten geven van de vmbo leerlingen die dus wel mee willen, die zouden bijvoorbeeld met de havo-groepen mee kunnen. Deelnemer 2: Ja, ja. Deelnemer 5: Oh zo. Deelnemer 1: En uh, de leerlingen die niet mee willen, maar ja daar moet je wel wat anders tegenoverstellen, want anders wil iedereen mee op reis in plaats van op school zitten natuurlijk, maar uh, he..? Dan zou je het zo moeten doen. Deelnemer 3: Ik vind dat wel lastig. Deelnemer 2: Ja dat zou je denken maar toen wij bijvoorbeeld naar de Ardennen gingen, ik denk dat tien procent ongeveer niet mee ging, om de reden ja we kunnen het niet betalen. Nou of dat daadwerkelijk ook de reden was, dat weet ik niet. Maar die hadden zoiets van we gaan niet mee, we gaan wel gewoon lessen volgen, we blijven lekker hier. Deelnemer 3: Maar toch vind ik die, die voor, want dan doe ik even een uitstapje. Ik geef nu les aan uh mbo niveau 2 leerlingen, dus die zijn ook 17, 18 jaar uhm.. en die gingen, dat gaat dus altijd een reis naar Londen elk jaar vanuit onze
Financiële middelen
79
school en die waren nog nooit mee geweest. En dit jaar hebben we drie jongere docenten gezegd, nou wij willen wel gewoon mee, hoezo gaat nooit? Ja er is geen interesse. Nou we proberen het gewoon en we hadden gewoon een dubbeldekker vol. En die leerlingen zijn dan wel wat minder bezig misschien met, met uhm, die gingen dan eerder naar het Arsenal-stadion, dan dat ze naar Buckingham Palace gaan, maar ja, dat weet je, dat vind ik.. oké. Dat is een keuze die je als toerist ook maakt als je in Londen bent. Het zijn je interesses maar biedt het wel aan. Daarom ben ik zo blij dat we dat toch gedaan hebben en vind ik dus ook dat je eigenlijk als school.. ja.. ik vind dat gewoon niet rechtvaardig als je het bij de ene wel doet en de ander niet. Deelnemer 1: Ja, ik vind ook wel dat je die keuze ook wel moet geven. Deelnemer 3: Ja, precies. Deelnemer 5: Want jullie zijn dan wel drie keer of zo met je middelbare school naar het buitenland geweest. Deelnemer 3: Ja. Deelnemer 5: Wij bijvoorbeeld maar 1 keer. Gespreksleider: Twee keer, want derde keer zouden we naar Londen gaan maar dat werd afgeschaft. Gingen we survivallen in de Ardennen, heb ik vriendelijk voor bedankt. Deelnemer 1: Zo ik volgens mij ook. Deelnemer 3: Wij zijn wel naar Fantasialand geweest. En dat ligt technisch gezien natuurlijk ook in het buitenland. Gespreksleider: Wij zijn ook naar zo’n speelland geweest, maar goed dat maakt niet uit. We dwalen een beetje af. Deelnemer 1: Bobbejaanland. Deelnemer 3: Vanuit Limburg is alles al heel snel buitenland. Gespreksleider: Dat is wel waar. Wordt je omringt door buitenland. Lekker cultureel ook. Deelnemer 3: Heerlijk. Heerlijk! Gespreksleider: Nou een andere vraag, na de middelbare school, iedereen is gaan studeren hier. Uhm.. hebben de vrienden die je tijdens je studie hebt opgedaan of je studiegenoten invloed gehad, op je cultuurdeelname? Laat ik met jou beginnen. Deelnemer 2: Ik zat op het mbo, toen ik uh, van mijn 15e tot mijn, nee 16e tot mijn 19e ongeveer. Uhm. Nee 15e tot mijn 18e dat was het. Ik deed sociaal pedagogisch werk en daar heb je ook wel af en toe wat van die kunst dingen, want je moet
Interesse Stimuleren vanuit de school
Ondernemen populaire culturele activiteiten school
Invloed omgeving: Mensen met wie je omgaat, vrienden, studiegenoten
80
ook activiteiten kunnen begeleiden, uhm. Ja, dat was eigenlijk dezelfde houding als die ik net omschreef bij een uh bij een vmbo-klas. Uh, vervolgens ben ik hbo gaan doen, uhm, daar was de interesse voor.. daar had je nog bepaalde mensen die zeiden ja ik wil daar wel meer over weten of ik wil wel een stad bezoeken en dat dan ook deden. Maar dan was dat nog steeds niet heel erg, dan was het nog steeds alles behalve populair. Toen ging ik naar de universiteit en uhm.. daar heb ik uhm religiewetenschappen, dus ik heb best wel wat cultuurvakken gehad en dat heeft mijn interesse ook wat meer.. daardoor ben ik ook meer interesse gaan krijgen voor andere culturen, omdat je er gewoon meer van leert en daarnaast, leer je dan ook weer andere mensen kennen, moet ik zeggen dat ik het niet zo zeer van mijn studiegenoten heb, omdat mijn studiegenoten de gemiddelde leeftijd van uh, 45 hebben. Heel veel deeltijders, maar uh, maar wel de.. (Gelach) Deelnemer 2: Maar wel de mensen zo, die je er om heen leert kennen. Dus met die heb ik een vak gevolgd, en zo best wel meer mensen waar je dan een vak mee volgt, die je dan leert kennen, maar ook een stukje huisgenoten, een vriendenkring die je verder opbouwt en als ik kijk naar mijn huidige vriendenkring, die bestaat op dit moment ook uit bijna alleen maar mensen die op de universiteit studeren of gestudeerd hebben en .. op de één of andere manier kom je dan wel eerder in contact met een stukje kunst en cultuur en vind je het ook.. geef je jezelf ook de ruimte om daar iets mee te doen en om het interessant te vinden, terwijl wanneer, toen ik een jaar of 15 was, op het mbo zat, toen gaf ik mezelf daar ook de ruimte niet voor. Gespreksleider: Nee. Deelnemer 2: Toen was het gewoon van ja, dat is saai, dat wil ik niet uh.. dus ik denk dat.. Gespreksleider: Dat is eigenlijk ook een beetje wat jij in het begin zei he, dat je daar nu ook wat meer over na gaat denken he. Deelnemer 1: Ja, ja. Ja, daarom, ik denk nog steeds dat het ook wel een beetje, het komt wel. Als je wat ouder wordt denk ik die interesse, als je die dan nog niet hebt als je jong bent, dan komt het misschien later wel. Gespreksleider: En je hebt nou ook een baan. Deelnemer 2: Ja.
Studiekeuze
Studiegenoten
Huisgenoten
Interesse Levensfase
81
Deelnemer 1: Ja, je hebt toch een heel ander leven dan als je op de middelbare school zit of als je op een basisschool zit natuurlijk. Deelnemer 2: En het is nu ook, voorheen was het dat soort serieuze dingen die deed je niet, die waren allemaal stom om te doen, terwijl je, merk ik zodra je inderdaad, gaat studeren en wat verder bent met je studie of gaat werken, dan passen juist die serieuze dingen, die passen dan ook juist meer bij de leeftijdsfase waarin je zit. Gespreksleider: Maar is dat dan, omdat je werkt en dan ’s avonds denkt van oh, ik ga eens een keer hierheen of in het weekend denkt oh ik maak eens een uitstapje daar? Deelnemer 2: Nee, maar het is wel dat je, dat je uhm, dat jouw interesses, tenminste bij mij, dat mijn interesses meer naar buiten, in de tijd dat je heel jong bent is je interesse helemaal op jezelf gericht, oh als ik het maar leuk heb, als ik maar lol heb, heel de wereld eromheen boeit me niet, maar zodra je wat ouder bent heb je ook interesse voor de wereld om je heen en kun je ook denken ik wil daar eens meer over weten. Het stukje zelf leren, wat je niet doet als je een stuk jonger bent, tenminste wat ik nooit gedaan heb en ik denk dat dat ook wel een stukje omgeving is, een stukje vrienden, want op den duur heb je gewoon discussies ergens over, moet ik zeggen dat wij niet iedere avond discussiëren over kunst en cultuur natuurlijk, maar er zijn wel eens onderwerpen die aan bod komen en dan denk ik daar weet ik eigenlijk niets van en dan is het eerste wat je doet zodra je in bed ligt: eens even kijken wat dat ook alweer precies was. En dat merk ik wel dat ik dat nu meer doe dan toen ik een stuk jonger was. Gespreksleider: Het wekt je interesse? Deelnemer 2: Ja… nou.. dat klinkt meteen alsof ik uhm, dat … Gespreksleider: Nee maar je denkt wel van hey ik wil kijken of dat klopt of zo? Deelnemer 2: Ja.. ja meer zo van wat schandalig dat ik daar niks over weet, dat kan echt niet. Eens even wat over gaan lezen, want dan weet ik er de volgende keer ook wat van. Deelnemer 5: Daar wil je wel over mee kunnen praten ja. Deelnemer 2: Dat denk ik meer. Nieuwsgierigheid of zo, maar ook weer niet heel actief, want ik.. het is niet dat kunst en cultuur mijn interesse wekt. Ja een stukje cultuur wel, maar kunst totaal niet.
Interesse Nieuwe informatie zelf opzoeken
82
Gespreksleider: En hoe is dat bij jullie? Deelnemer 4: Ja ik studeer journalistiek dus dan wordt het ook vaak geacht dat je wel wat dingen weet. Je kan bij sommige dingen kan je niet aankomen en dat je daar echt niets vanaf weet. Dus dan ben je wel verplicht en uh, ja je moet ook regelmatig verslag doen van een … toneelstuk of iets of iets dergelijks. Dus dat.. ja, dat wordt wel van je verwacht als je ergens aan komt. Maar ook mensen die er ook op afkomen op de opleiding, die verbreden wel je kijk. Deelnemer 1: Hebben die niet een beetje dezelfde interesses? Dus ik denk dat daarin je opleiding ook wel heel belangrijk is, net zoals bij jou natuurlijk, dat jouw opleiding daar wel heel belangrijk in is, want ik heb niet zoveel aan kunst en cultuur gehad, tijdens mijn opleiding. Ja. Rechten heeft daar gewoon niet zo heel veel mee. Dus ik denk dat een opleiding daarin ook wel uh, van belang is, maar ja dat is natuurlijk je kiest voor die opleiding omdat je interesses daar ook liggen. Deelnemer 2: Ja, bij mij.. ik ben meer toevallig in religiewetenschap terecht gekomen. Ik was eigenlijk nooit geïnteresseerd in religies, ik vond religies eigenlijk ook stom. Ja nee, ik heb dat wel een hele tijd gevonden. En toen ging ik uh, ja, per toeval eigenlijk kwam ik op de faculteit uh, religiewetenschappen en theologie, of op het departement en uh, ik weet nog de eerste week dacht ik nog mijn God waar ben ik beland? Weerstand, weerstand. En toen dacht ik van ja, ik moet het toch leren dus ik kan beter op gaan letten en toen vond ik juist, het stukje religie, vond ik toen wel heel erg interessant, dat ik dacht van, oh het is wel heel mooi dat bepaalde standpunten vanuit een religie dat die het voor elkaar krijgen om zoveel volgers te krijgen, van hoe is dat dan mogelijk. En daar… Gespreksleider: Jij kijkt heel moeilijk. Deelnemer 1: Nou ja, dat vind ik ook wel interessant met die islam en zo hoe dat allemaal zit. Hoe je dat in godsnaam voor elkaar krijgt. Dat moet ik wel toegeven. Deelnemer 2: Ja maar dat, toen dacht ik al van dat is best wel interessant weer als je naar een stukje politiek krijgt, hoe kan een religie dat voor elkaar krijgen en hoe kun je dat eigenlijk schakelen naar een uh, politieke partij en hoe kan een politieke partij, ook op die manier zo uhm zo groots worden en dan bedoel ik niet kijk, een Hitler heeft dat ook perfect voor elkaar
Invloed studie
Interesses Elkaar opzoeken
83
gekregen, destijds. Want die is ook met een soort dergelijke gedachte zo groots geworden, maar dat zijn wel dingen die ik wel interessant vind, omdat ik er verplicht was er meer over te lezen. Toen begon ik het ook interessant te vinden. Dus dat is denk ik ook vaak een soort onwetendheid, zo van ik ken het niet, ver van m’n bed-show, dat hoef ik niet te kennen. Gespreksleider: Maar wel door omgeving later gekomen? Deelnemer 2: Ja, ja. Gespreksleider: En hoe is dat bij jullie als in met partners? Ga je daardoor andere dingen ondernemen, plan je een musical? Ik ken heel veel mensen die naar Soldaat van Oranje zijn geweest, met het vriendje en het vriendinnetje? Deelnemer 3: Naa, ik weet niet. Wat je wel doet, is, uhm. Nee maar wat ik wel vind, kijk ik heb juist, jij gaf net aan je gaat meer naar buiten kijken, je gaat meer naar mensen kijken, nu.. ja ik weet niet hoe ik dat moet zeggen, maar nu vind ik het allerbelangrijkste criterium voor als ik iets doe, is in eerste instantie vind ik het leuk en vind ik het interessant om te doen en in tweede instantie vinden mensen uit mijn directe omgeving het fijn als ik dat doe, zeg maar. Dat zijn criteria die ik aan hou en met heel veel dingen die ik dus uh, onderneem op cultureel vlak, dus heel vaak geschiedkundig of politiek georiënteerd, vind ik interessant en uhm, ja of iemand anders dat nou vind dat maakt mij dus niet zoveel uit, dus in die zin of je, je.. Ik heb Event Music en Entertainment Studies gedaan of all studies, ja precies, maar dan ga je wel naar andere dingen toe en dan ga je heus wel een keertje met iemand mee die helemaal in to de grunt is, zo’n bandje en dan vind ik dat echt ontzettend tof dat hij daar z’n geld mee kan verdienen en dat vind ik veel interessanter dan de muziek zelf, want dat vind ik gewoon niet tof, dus daarom ga ik er niet over in. Bij andere dingen, klassieke muziek vind ik wel interessanter en wat rock en zo, uhm, dus en.. Gespreksleider: Dat is wel nog heel breed. Deelnemer 3: Ja, maar het is heel breed. Het is heel breed, maar datgene waar ik in het verleden van dacht van oh, daar wil ik wel wat meer over weten, dat is nu nog steeds zo. Het is niet zo dat ik, ja ik weet niet, de laatste vijf jaar of zo is daar niet veel in veranderd. Dus niet zo zeer mijn hbo studie dat ik daar nou zoveel heb gezien. Ook nu ik lesgeef ofzo, is het nu zo dat ik
Invloed partner
Interesse Invloed mensen in directe omgeving
84
uhm, dingen van voor mezelf interessant vind, maar wat ik wel doe, als je zegt partner, wat ik wel doe is voor mijn, als ik leerlingen heb, en die luisteren naar een bepaalde muzieksoort en die kijken naar bepaalde filmpjes en die kijken bepaalde tv-programma’s dat ik die wel ga kijken, wat is hun belevingswereld? Dat is meer op professioneel gebied. Gespreksleider: Hm, hm, dan ben je meer nog met de educatie bezig denk ik. Deelnemer 3: Ja en omdat ik vind dat je een bepaald raakvlak moet hebben met je studenten, dat je in ieder geval voorbeelden moet geven die zij.. waar zij iets mee hebben. Deelnemer 2: En wat voor studie geef je eigenlijk les? Deelnemer 3: Ik geef Economie en Marketing. Gespreksleider: En Mode toch? Deelnemer 3: En mode.. ja. Ik heb commerciële economie uh, IMES, gedaan. Dat is een hbo studie hier op de Fontys, dat heet International Event Music and Entertainment Studies. Nu is dat een onderdeel van de creatieve academie.. crea.. creative acadamy, maar toen ik gestudeerd heb was het gewoon nog een commerciële economiestudie met heel veel marketing, heel veel verkoop, heel veel uh, bedrijfseconomie. Gespreksleider: Gericht op muziek? Deelnemer 3: Ja, met een sausje van uhm, muziek en entertainment erom heen. Veel project management en dat soort dingen en dus, nu doe ik een studie, dat is een kopopleiding, een eenjarige studie, dan kun je docent Economie worden, als je een hbo studie heb gedaan. En in die zin werk ik dus nu op een mbo school en geef ik Economie, Logistiek… Mode. Ja. Branche gerelateerde vakken, dus dat is mode, doe het zelf en food. En food is gewoon supermarkt. Uhm, maar ik geef mode inderdaad, nou ja als ik dan mode geef wil ik wel dat ik dan kijk, dan wil ik wel dat ik weet wat een zigzagpatroon is en dat soort onzin allemaal, dus dan ga ik dat wel.. Gespreksleider: Opzoeken? Deelnemer 3: Dan ga je dat wel opzoeken, ja en dat is, ja in die zin vind ik dat je dus door je werk of door je… datgene wat je moet doen, wordt je toch gestimuleerd om daar dan iets van te weten. Deelnemer 2: Maar zoek je dat dan op omdat je vind dat je dat moet weten?
Interesse
Culturele interesse vanwege werk
85
Deelnemer 3: Ja. Deelnemer 2: Maar niet omdat jezelf.. Deelnemer 3: Nee. Het interesseert mij echt geen fluit. Deelnemer 2: Heb je niks met zigzagpatroontjes? (Gelach) Deelnemer 3: Nee, nee. Dat sowieso niet, maar ik vind het wel interessant en zo en ik vind het ook wel leuk welke stromingen er zijn sinds de jaren twintig en dat soort dingen allemaal en je ziet ook heel veel paralellen met architectuur en dat soort dingen en dat is ook allemaal wel prima, uhm maar mij gaat het met name, dat ik vind dat een docent altijd in ieder geval hij moet ernaar streven, uhm, om evenveel dan niet meer te weten dan de leerling. Dus als ik.. ja, dus moet ik het weten van mezelf. Want stel je voor dat mijn vriendin heel erg in to klassiek ballet zou zijn geweest of heel erg in to punkrock, ik zeg maar eens wat, weet je wel, dan vind ik ook dat je daar dan een beetje je best van moet doen om daar iets van te weten, niet zo zeer omdat ik het zelf per se interessant vind, maar meer omdat je dan… Gespreksleider: Samen bent met iemand die dat.. Deelnemer 3: Ja, omdat iemand anders dat belangrijk vind, dus denk je van oke, weet je dan doe je daar je best voor of zo. Gespreksleider: Oke, dan wil ik eigenlijk werken naar het laatste gedeelte, een soort van laatste kopje, van hoger af. Gisteren werd daar gezegd, is dat dan religie, nee dat is geen religie, dat is wat de overheid uh, heeft te zeggen in cultuur en daar heb ik eigenlijk maar één grote vraag achtig iets in, of jullie het belangrijk vinden dat de overheid cultuur uh, ondersteund en dat de overheid er wat over te zeggen heeft? Uhm.. Deelnemer 5: Je bedoeld ook in subsidies en zo. Gespreksleider: Ja, en bijvoorbeeld ze willen, het is heel breed nu, dus jij gaat vast zeggen het is veel te breed, ze willen misschien ook CKV gaan afschaffen en dat soort dingen. Dat de overheid daar wel wat over te zeggen heeft. Ja en ook met subsidies en dergelijken. Deelnemer 1: Nou ja, nee ik vind het wel een beetje politiek in die zin, ik bedoel ja maar sorry nu in deze crisis, dan denk ik er zijn wel andere belangrijke dingen, dan een CKV, in mijn ogen. Gespreksleider: En als je het breder pakt, kunst en cultuur, want musea moeten ook
Interesses partner Interesseren in elkaar (partners)
Invloed van hoger af Subsidiegelden
86
gesubsidieerd worden. Deelnemer 1: Ja, maar ik heb ook bij de gemeente even gewerkt en daar werden ook subsidies gegeven voor ik weet niet wat, en dan denk ik serieus? Krijgen jullie hier subsidie voor? Gespreksleider: Kun je daar een voorbeeld van geven? Deelnemer 1: Nou ja, om in religies te blijven.. je hebt dus allerlei verenigingen voor verschillende culturen die van alles organiseren, dat ik denk ja… Kun je dat niet bij elkaar gooien of zo? Dat is misschien iets efficiënter en het kost misschien iets minder veel geld? Die kun je dan ook wat minder subsidies geven zeg maar. Ik vind dat er wel heel veel dingen zijn, uhm, qua.. Gespreksleider: Die zomaar geld krijgen? Deelnemer 1: Qua kunst en cultuur, waar inderdaad zomaar geld naar toe moet. Deelnemer 3: Ja, dat is helemaal terecht wat je zegt vind ik. Kijk kunst en cultuur in de zin CKV afschaffen dat zou ik niet willen doen, kijk. Kunst en cultuur zou er voor iedereen moeten zijn, dus in die zin is het goed dat CKV bestaat, want dat wordt gewoon op school.. Gespreksleider: Dat het aangeboden wordt? Deelnemer 3: .. op middelbare scholen en je bent gewoon verplicht naar een middelbare school te gaan. Dus het is gewoon.. Deelnemer 5: Dat iedereen het leert. Deelnemer 3: Ja iedereen krijgt het weet je wel, wat je er dan verder mee doet in de rest van je leven dat is dus een drempel te ver zou ik zeggen. Als een museum, uhm, een bepaalde, een bepaalde collectie wil laten zien en die moet het inkopen of verhuren of iets dergelijks, dan uhm… Gespreksleider: Beveiligen? Deelnemer 3: Ja bijvoorbeeld, ik weet bijvoorbeeld van De Pont, de enige echte tentoonstelling die daar geweest is, die een beetje break even heeft gedraaid, is die van Chow Wei Wei, hoe heet hij die Chinees? Met z’n zaadjes.. met z’n zonnebloemzaadjes? Kom op jij bent de..! Gespreksleider: Nee, echt weet ik niet. Ik weet wel bijvoorbeeld bij het Textielmuseum bijvoorbeeld Jan Taminiau dat heeft gedaan met zijn jurken en dat.. Deelnemer 3: Nou ja, Ahn Wei Wei of zo heet hij, in ieder geval twee keer Wei Wei. Maar dat is dan, die komt helemaal uit China en daar is dan heel veel belangstelling voor en uhm, dan denk
Subsidies aan veel organisaties verstrekt Samenwerkingsmogelijkheden Efficiënter
CKV niet afschaffen Kunst en cultuur toegankelijk voor iedereen
87
ik ja ok. Dan zou je dus daarop, als je volledig subsidievrij wil zijn zou je dat soort dingen moeten blijven aanbieden, want daar is blijkbaar vraag voor. En uh een poppodium als 013 vind ik toch echt ook een, die willen aan de ene kant concurreren met populaire dingen, zoals populaire concerten en populaire dj’s met name, he, in Tilburg is er niet erg een ander poppodium, waar iemand anders een groot concert zou kunnen geven, ja je zou naar Paradox… Gespreksleider: Op de schouwburg na? Deelnemer 3: Ja precies, dat soort dingen, uh, de schouwburg in maar dan zit je.. Deelnemer 5: Maar dat is dan net weer wat anders he. Gespreksleider: Ja dan zit je op een ander soort muziek, maar dat zou ook kunnen ja. Deelnemer 3: Maar ik heb het meer over het soort van uh, vroeger was Streets en uh Nope is Dope, dat soort dance feesten, dat was altijd in de 013, weet je. En dat is eigenlijk directe concurrentie met de horeca in de stad en dan heb ik zoiets: moet je? Je moet of.. echt helemaal in de subsidie zitten in de zin van dingen aanbieden die dus niet commercieel haalbaar zijn, maar niet uhm, uhm, aan de ene kant commerciële dingen aanbieden, aan de andere kant subsidie vangen. Want je zou of met die commerciële dingen, je niet-commerciële dingen moeten kunnen financieren, of je moet gewoon niet concurreren met commerciële instellingen. Dus een café, dus een poppodium. Als er nu in Tilburg een discotheek gaat ontstaan die dikke namen gaat programmeren, die heeft dezelfde kosten als een 013 zeg maar, bij zo’n feest, alleen krijgt die geen subsidie. Gespreksleider: Denk je dat bij subsidieaanvragen ook een stukje uh het moet toegankelijk zijn voor mensen? Deelnemer 3: Ja natuurlijk, dat zit er allemaal in en je moet he uh.. maar hey ik vind dat je nog steeds, dat mensen er te gemakkelijk vanuit gaan, dat je voor een culturele activiteit subsidie nodig hebt. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 3: Dat is gewoon niet waar en dat is toch een stukje vraag en aanbod. In die zin als er niemand op zit te wachten, moet je dan, moet je het dan aanbieden? Deelnemer 5: Ja, waarom zou je het dan aanbieden?
Culturele instelling concurreren met commerciële instellingen Bekijken per activiteit wel of geen subsidie
Toegankelijkheid cultuur
Vanzelfsprekendheid subsidie
88
Deelnemer 3: .. dat is toch gewoon.. ja.. Niemand zat op Van Gogh te wachten en nu vinden we ‘m te gek. Dat is ook, maar heeft iemand ooit Van Gogh subsidie gegeven, weet je wel, dat is ook gewoon niet waar. Deelnemer 1: Maar om op de 013 terug te komen, zou die het redden zonder subsidie? Deelnemer 3: Ja, hij draait nu een jaar zonder subsidie, of ja.. Deelnemer 1: Oh, ik wou net zeggen, want ik vind wel 013 is voor Tilburg, wel een belangrijk , wel echt belangrijk. Er komen veel mensen van buitenaf, bijvoorbeeld een collega bijvoorbeeld van mijn werk die woont in Haarlem, die is dus nu of nee die was gisteren naar de 013, want er stond één of andere bekende… Gespreksleider: Ja maar er komen ook grote dingen, want Train bijvoorbeeld was er ook pasgeleden. Deelnemer 1: Nee dat is ook, maar moet je dat van gisteren… Deelnemer 1: Maar ik vind voor Tilburg de stad het wel belangrijk dat er zoiets is.. Deelnemer 3: Dat is ook. Deelnemer 1: …en als dat zonder subsidie het niet zou redden zou ik denken van ja, dan vind ik het lastig om daar de subsidie van weg te nemen. Deelnemer 3: Ja maar is dat even belangrijk als Willem II? Willem II is ook cultureel, sinds 1906 of zo, is ook waar heel veel mensen hiervoor naartoe komen is ook wat een regionale uitstraling heeft? Deelnemer 1: Ja maar ik denk dat een 013 zich meer kan onderscheiden dan een Willem II. Gespreksleider: Maar kan een 013 zich ook meer onderscheiden dan een Theaters Tilburg? Zou je daar een onderscheid in moeten maken? Deelnemer 1: Ja, maar het theater hier heeft ook een hele andere doelgroep denk ik. Gespreksleider: Nou, ja het is wel eenzelfde soort van idee, want in principe is een poppodium ook gewoon een theater: het heeft een verhoogd podium en daar staan mensen op te spelen en is er publiek. Deelnemer 1: Maar zijn die mogelijkheden hier in de schouwburg, maar volgens mij..? Gespreksleider: Er zijn daar vier zalen dus er zijn heel veel mogelijkheden. Deelnemer 3: Ja, concertzaal bijvoorbeeld. Deelnemer 1: Maar wordt dat niet gedaan in de schouwburg?
Culturele instelling is belangrijk voor een stad
89
Deelnemer 3: Maar dat is het punt, de programmering van 013 is wel zo commercieel, vind ik. Gisteren stond Joey nog wat, Joe nog wat. Dat is inderdaad een ontzettend goede gitarist. Maar zo’n kaartje is 41,50 euro. Ja, het spijt me zeer, maar als daar ook nog subsidie bij moet zitten, dan vind ik…ja. Deelnemer 1: Nou ja, maar dan, maar dan zou je ook verwachten dat die het zou redden zonder subsidie. Deelnemer 5: Ja. Deelnemer 3: Ja, maar zaterdagavond was een heel dik dubstepfeest in de 013, maar dat was 5 euro entree. Vraag ik mij af, kijk stond ook vol he. Stond gewoon vol. Dus dan vraag ik me af in die zin, is die 5 euro, kijk als die organisatie die 5 euro entree heeft bepaald en ze hebben de zaalhuur bij 013 afgekocht, wat ik niet geloof, maar als dat zo is, vind ik het hartstikke prima, want dan huur je gewoon een zaaltje en organiseer je een feest. Dikke prima en commercieel hartstikke gezond. Maar waar ik moeite mee heb, is het feit dat je de ene avond iemand programmeert die iedere, die ook in Theaters Tilburg, die had die hele zaal ook wel vol gekregen, als mensen uit Haarlem hiernaartoe komen daarvoor. Dan het je het ook vijftig euro kunnen vragen voor een kaartje, was het nog steeds uitverkocht. Gespreksleider: Dat was misschien nog reëler geweest in een schouwburg dat je vijftig euro voor een kaartje betaald. Deelnemer 5: Ja. Deelnemer 3: Maar is het dan, is het dat dan de moeite om daar dan subsidie aan te geven, voor iets dat denk ik door een andere, iets andere programmering zich toch wel redt? Deelnemer 1: Nou ja, ik denk wel dat je bij dit soort dingen ook wel moet kunnen kijken of het zonder subsidie kan, want er zijn gewoon superveel instellingen die nu subsidie krijgen, dat vind ik ook overdreven, maar ik denk wel dat je dan ook wel moet meewegen of zoiets voor Tilburg als stad, want ze zijn wel heel erg bezig met Tilburg Stad te promoten, want ze willen ook niet dat bijvoorbeeld alle studenten na hun studie meteen wegvliegen, want dat gebeurt nu heel erg. Ze zijn wel echt bezig met Tilburg als stad en dan denk ik ja, want 013 is wel echt belangrijk voor Tilburg als stad en dan denk ik ja dat kun je wel meewegen in je beslissing om, uhm, zoiets wel of geen subsidie te geven.
Financiële aspecten Concertkaartjes zijn duur
90
Deelnemer 3: Ik zou persoonlijk eerder kijken op een lager niveau subsidies geven. Ik zou eerder subsidies geven richting wat nu dus helemaal in heel Brabant is afgeschaft eigenlijk, in Brabant hebben op zich de culturele instellingen het geluk dat ze het geld van RWE direct geïnvesteerd is in de bezuinigingen op cultuur, maar wat ze wel hebben gedaan is alle amateurkunst, is allemaal eruit. Dus daar is gewoon de botte bijl doorheen gegaan en gezegd van luister, amateurkunst, dikke prima, maar doei. En daar heb ik wel weer grote moeite mee, want je merkt tenminste, vind ik in het verhaal wat we tot nu toe verteld hebben is wel dat je, als je op jonge leeftijd is de enige manier waarop je met cultuur in aanraking komt, door je ouders, door je omgeving, door je school of door vrijwilligers, weet ik, en dat gaat dus verdwijnen als ik dus als ouder wel heel graag wil leren balletten. Maar ik geen zaaltje heb en ja dat kan bij mij in de woonkamer natuurlijk ook niet elke dag. Deelnemer 2: Net als, maar net als zo’n zaaltje als je het dan over een ballet hebt, komt dat niet uit een hele andere pot dan de kunst en cultuur pot? Want volgens mij komt dat meer uit een sportpot. Want een voetbalclub krijgt het ook. Ik denk ook niet dat het kunst en cultuur is. Deelnemer 3: Nee, dat klopt ja. Ik denk, ballet is meer … theaterzaal. Gespreksleider: Ballet zit vaak bij de muziekschool onder vaak. Ballet zit vaak bij de muziekschool. Deelnemer 3: Ik weet niet, in ieder geval wat ik wel weet is dat ze in Brabant gewoon gekozen hebben: je hebt twee verschillende bezuinigingsmaatregelingen. Je hebt de kaasschaaf en dan haal je overal een beetje vanaf en je hebt de taartpuntmethode en dan haal je gewoon 1 gedeelte eruit en geef je de rest evenveel geld. En daar hebben ze voor gekozen, amateurkunst halen we er helemaal uit en de rest geven we wel nog subsidie en dan vraag ik me af, ja dat is gewoon, dat is mijn mening. Is dat de beste manier? Is het niet gewoon veel beter als je het onderaan blijft voeden dat dan bovenaan commercieel haalbare initiatieven gewoon ontstaan. Deelnemer 2: Wat was nou eigenlijk jou oorspronkelijke vraag? Jouw beginvraag? Gespreksleider: Wat jullie vinden van uhm, de invloed van de overheid.. maar ik vind dit wel
Subsidiegelden Brabant
Bezuinigingsmaatregelen Commercieel tegenover nietcommercieel
91
een mooie om mee te eindigen. Deelnemer 3: Ja, ik weet niet. Als mensen nog wat willen zeggen.. Gespreksleider: Willen er mensen nog wat zeggen? Als slotwoord? Deelnemer 1: Nee ik denk, nee jawel. Ik denk wel echt dat uh, qua kunst en cultuur echt iedereen daar een andere mening over heeft omdat het zo ook is waar liggen je interesses. Het is zoiets anders dan, ja, weet ik veel waar ze nu allemaal op bezuinigen. Onderwijs bijvoorbeeld. Het is zoiets anders dan kunst en cultuur. Gespreksleider: Ja, maar kunst en cultuur zit ook in het onderwijs. Deelnemer 1: Ja, maar je snapt wat ik bedoel he? Het is zo, uhm, toch wel interesse gevoelig dat ik denk dat er echt hier echt duizenden, miljoenen meningen over zijn. Deelnemer 4: Maar daarom denk ik wel dat je op je school er al een keer mee in aanraking moet zijn geweest door een mening te vormen, dus dat de overheid daar wel in moet blijven investeren. Deelnemer 1: Ja, vind ik een goede ja. Deelnemer 2: Maar de manier waarop nu, tenminste hoe ik hem heb ervaren, het kennismaken met, moet dan ook op een goede manier gebeuren. Want prima dat ze daar geld voor krijgen, maar dan moeten ze ook wel iets fatsoenlijks van het geld doen. Deelnemer 5: Dat moeten ze wel serieus nemen. Deelnemer 4: Ja dat zeker. Maar ik vind wel dat je al in je jeugd op je school.. er in aanraking mee moet zijn geweest. Deelnemer 3: En ik snap gewoon niet zo zeer hoe bezuinigen op CKV, hoe kan dat een bezuiniging kan zijn? Want je geeft gewoon, je geeft, als school geef je gewoon geld per leerling aan een onderwijsinstelling en that’s it. Daar moet die onderwijsinstelling het mee doen. En ja.. je kunt gewoon als overheid gewoon zeggen, ja. Je moet kunst en cultuur geven. Punt. That’s it. Dus ik snap niet zo zeer hoe dat dan een bezuinigingsmaatregel is. Gespreksleider: Omdat er vanuit de overheid bijvoorbeeld de CJP-pas wordt niet vol beschikbaar gesteld Deelnemer 3: Nou goed, dan kun je die afschaffen. Gespreksleider: Die is al bijna afgeschaft. Deelnemer 3: Ja dat is ook.
Meningen over kunst en cultuur lopen uiteen, smaak Interesse
Bezuinigingen CKV
CJP-passen
92
Gespreksleider: De bonnen zijn er geloof ik uit. Of iets dergelijks. Deelnemer 3: Ja goed, en wat dan. Dan kun je nog steeds. Gespreksleider: Nou bij mij heeft die CJP-pas niet gestimuleerd om te gaan, ik ging toch wel, gewoon. Deelnemer 5: Nee. Deelnemer 3: Nee ja precies. Het was meer van ok, dan kost het geen tien euro, maar 7,50. Ja toch? Gespreksleider: En 9 van de 10 keer vergat ik dat dan ook, want mijn ouders die betaalde toch. Deelnemer 1: Maar het is denk ik voor mensen die het niet zo breed hebben, is het wel uh.. Gespreksleider: Een stap. Deelnemer 5: Stimulans. Deelnemer 1: Is het wel een uh, een beperking zeg maar. Ja. Gespreksleider: Oke. Dank jullie wel.
Financiële middelen
93
Focusgroep 3 7 deelnemers + gespreksleider 3 man, 4 vrouw Deelnemer 1 Vrouw, 25 jaar, HBO-opgeleid, werkt als docent beeldende vorming, opgegroeid in Son (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 2 Man, 26 jaar, WO-opgeleid, student, opgegroeid in Ulvenhout (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 3 Vrouw, 24 jaar, HBO-opgeleid, student, opgegroeid in Kerkrade (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 4 Man, 26 jaar, WO-opgeleid, werkzoekende, opgegroeid in Veldhoven (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 5 Vrouw, 24 jaar, WO-opgeleid, student, opgegroeid in Maassluis (Nederlandse achtergrond). Deelnemer 6 Vrouw, 25 jaar, WO-opgeleid, werkzoekende, opgegroeid in Dordrecht, vervolgens verhuisd Kerkdriel verhuisd (Nederlands-Indonesische achtergrond). Deelnemer 7 Man, 24 jaar, WO-opgeleid, werkzoekende, opgegroeid in Nijmegen (Nederlandse achtergrond). Gesprek Focusgroep 3 Deel I Gespreksleider: Goed, ik wil graag beginnen met een beetje de hoofdvraag van het uh, groepje, het focusgroepje om een beetje op gang te brengen. Hoe cultureel actief zijn jullie? Lekker breed. Deelnemer 4: Uh, nou natuurlijk afhankelijk wat versta je onder cultureel actief? Uh, naar museums gaan, kleien, kunstenaar en muziek uh, dat is niet echt voor mij weggelegd, uh, dus eigenlijk ben ik dus niet cultureel actief. Deelnemer 7: Cultureel passief? Deelnemer 4: Nou ja, het is dat ik het niet waardeer als ik het wel doe. Deelnemer 7: Je zoekt het niet op? Deelnemer 4: Nee ik ga niet actief uit mezelf zoeken, maar als ik ergens ben en ik kom het toevallig tegen dan vind ik het wel leuk. Deelnemer 2: Misschien ben je ook niet zo echt van dat je in de mood bent van: goh laat ik iets cultureels gaan doen, weet je.
Labels
Cultureel actief definitie Niet cultureel actief: Museum, kleien, kunstenaar, muziek
94
Deelnemer 4: Nee. Als het minder weer is denk ik niet gelijk van: hm, leuke dag om naar het museum te gaan. Nee dat komt niet snel in me op. Dan baal ik dat het slecht weer is. (Gelach) Deelnemer 7: Maar is het niet misschien handig als jij een definitie geeft van wat je onder cultuur verstaat? Gespreksleider: Nou ik zei al lekker breed, dus inderdaad of je naar een museum gaat of in je in een band speelt of niet, of jij zelf schildert of niet. Deelnemer 7: Dus ook uh, naar een musical gaan? Gespreksleider: Ja, ook naar een musical gaan bijvoorbeeld. Deelnemer 1: Maar dan ben ik wel cultureel actief. Ik uh, schilder zelf heel veel en verkoop her en der, maar goed dat weet je. Uh, en museums gaan vind ik leuk, maar het is dat het op een laag pitje staat omdat ik zelf heel druk ben, maar toevallig ga ik binnenkort wel naar De Pont, dus uh, als ik tijd heb ga ik zeker naar uh, ga ik zeker wel naar museums, vind ik wel leuk. Je moet me niet vragen waar ik het laatst ben geweest, maar uh, muziek ben ik helemaal niet cultureel actief, musical ook wel. De laatste was uh, hoe heet die nou? The Little Mermaid. Maar of dat nou zo een aanrader is haha, maar ja goed ik ben wel cultureel actief dus, ja. Deelnemer 5: Oh, ik ben dus niet cultureel actief. Ik ga eigenlijk, ik ga nooit naar musea, ook niet naar concerten. Misschien 1 of 2 keer per jaar naar een musical, maar daar blijft het ook bij. Ik kan me niet eens herinneren wanneer ik voor het laatst in het museum ben geweest. Deelnemer 4: Ja, ik laatst nog. In Keulen. Deelnemer 5: Oh ja, wacht, in Parijs ben ik naar het Louvre geweest, maar dat is ook al weer twee jaar geleden. Ja is wel even geleden. Deelnemer 2: En films ofzo? Deelnemer 5: Bioscoop? Deelnemer 2: Ja, ja. Deelnemer 4: Maar noem je dan een Hollywoodfilm wel cultureel actief of dan wel naar een uh, cult films. Deelnemer 2: Ik weet niet, ik weet niet. Ik denk dat dat best wel breed in te vatten is. Deelnemer 4: Ja.. Maar dan ben je altijd cultureel actief? Deelnemer 3: Een Bridget Jones is nou niet echt
Voorbeeld: Museum, band, schilderen Voorbeeld: Musical
Cultureel actief: Schilderen, verkopen, museum, musical
Cultureel actief: Museum in het buitenland Cultureel actief: Bioscoop
95
cultureel actief toch? Deelnemer 1: Nee Hollywood versta ik niet echt onder culturele films, dus. Deelnemer 4: Nee, terwijl je, nou ja, je.. Deelnemer 7: Dan zou ook alle muziek waar je naar luistert cultureel? Als je het zo breed gaat trekken. Deelnemer 4: Ja misschien als je het heel, een extreme stroming is dat je dus wel zegt van, ja hoe heet het… het is ook heel lastig, anders is muziek maken, welke muziek je maakt.. is muziek maken dan wel cultureel actief en is muziek luisteren niet. Deelnemer 7: Ik denk dat verschillende stromingen heb, dan zal je wel een bedoeling mee hebben of iets dergelijks. Deelnemer 4: Want ja, is het in de garage bijvoorbeeld, omdat jazz dan weer een beetje zo’n hippe.. muzikantensfeer zit, dat dat wel cultureel actief zou zijn, zeg maar en dan bijvoorbeeld gewone muziek luisteren niet? Deelnemer 5: Ja, want op die trommels is ook een beetje cultureel actief. (Gelach) Deelnemer 2: Maar heb je nou echt het uhm, het idee op het moment dat je een culturele activiteit gaat ondernemen dat het ook echt iets is waar je bijvoorbeeld gewoon tijd en moeite, energie in moet steken, niet iets dat je gewoon heel makkelijk consumeert zoals Goede Tijden, Slechte Tijden ofzo? Of echt energie? Deelnemer 1: Ik denk het wel, want als je gezellig met een groepje bijvoorbeeld uh, nou ja ik als docent muziek ga maken, dan vind ik wel dat ik cultureel bezig ben, maar als ik gewoon de radio aan zet niet en muziek luister. Ik denk wel dat je er energie in moet steken. Deelnemer 3: Ja, want bijvoorbeeld ik ben dan laatst een keer in Amsterdam op het toneelfestival geweest aan het IJ en dan ga ik daar ook naar zo’n hele vage voorstelling zitten kijken en dan vind ik dat ik heel cultureel actief ben, het was niet mijn keus, maar het was wel heel leuk en ik heb daar ook niet veel moeite in moeten steken om daar mee bezig te zijn dus ik weet niet of als je cultureel actief bent dat je daar ook moeite voor moet doen. Gespreksleider: Maar je staat er wel voor open dan. Deelnemer 3: Ja. Deelnemer 5: Nou ik heb dan wel eens dat, als je dan uh, op reis bent en één of ander museum
Cultureel actief: Muziek luisteren
Moeite doen, energie
Cultureel actief: Museum buitenland 96
dan loop je binnen en dan denk ik, dan hangt er 9 van de 10 keer hangt er iets waarvan ik denk van jeetje wat afschuwelijk en dan moet ik wel echt oprecht mijn best doen. Deelnemer 4: Maar het is ook wat je ligt gewoon, abstracte kunst vind ik over het algemeen, heb ik niks mee. Terwijl ik die, realistische of surrealistische.. die kunst juist wel echt kan waarderen, dat vind ik echt heel mooi bijvoorbeeld. Dat vind ik wel mooi om te zien. Dus is misschien ook, wat versta je daar precies onder. Deelnemer 7: Maar zou wel dezelfde activiteit, dezelfde tentoonstelling voor de één cultureel actief kunnen zijn en voor de ander die er gewoon zit een biertje te drinken. Deelnemer 4: Maar dan zijn we nu eigenlijk de definitie aan bepalen van wat is cultureel actief. Deelnemer 5: Maar cultuur is natuurlijk heel breed, dus er kan ook van alles onder vallen. Gespreksleider: Maar het gaat er nu niet om wat je vind, of je iets mooi of afschuwelijk vind. Het gaat er meer om dat je dan zegt van ik ga naar het museum, nou ja of het nou mooi of afschuwelijk is never mind, maar ik ga wel of ik ga juist niet. Of ik ga naar een concert, of ik ga op vakantie een kerk bezoeken die ik heel lelijk vind, maar ik ben er wel geweest. Deelnemer 5: Nou dan denk ik dat ik in Nederland ben ik niet cultureel actief, maar in het buitenland zoek je het dan wel op. Deelnemer 1: Ja, dan ben je er toch. Deelnemer 3: Ik wil, als ik ergens ben dan wil ik ook wel iets gezien hebben, dat ik er ben geweest. Gespreksleider: Ja, maar er zijn ook mensen die bij de caravan gaan zitten en die niet van het terrein afkomen. Deelnemer 4: Nee. Deelnemer 3: Amai, ik moet wel het kerkje en het museumpje of het pleintje en het dorpje gezien hebben en het liefst ook met zo’n boekje dat ik geweest ben. Deelnemer 4: Ja ik wil altijd wel even rustig rondlopen. Deelnemer 3: Maar ik wil dan ook het verhaal erachter weten als ik dan iets zie staan dan denk ik oh dat is leuk, maar waarom staat dat daar en wat is het idee erachter en dan is zo’n boekje ook heel makkelijk om het even op te zoeken. Deelnemer 1: Ik denk ook dat je voor jezelf wel gemakkelijk kan bepalen of je wel of niet
Smaak Waardering kunst
Cultureel actief In Nederland niet, in buitenland wel Iets zien in het buitenland
97
cultureel actief bent. Als je inderdaad op vakantie bent, ga je dan gewoon bij het zwembad zitten en lekker vakantie vieren of ga je dan de dorpjes eromheen en wil je inderdaad de cultuur daar zien. Nou ik ben zo iemand die dus zeker die dorpjes wil hebben gezien en inderdaad die kerkjes en wat dan ook. Deelnemer 3: Maar ik wil dan ook aan het zwembad gezeten hebben. Deelnemer 1: Ja, twee dagen zwembad, 1 dag cultuur, of ja dan van heb je toch drie vier dagen van je vakantie cultuur gezien. Maar dan heb je wel redelijk wat gezien. Deelnemer 3: Je moet toch op z’n minst kunnen zeggen dat je weet waar je bent geweest, in plaats van dat je alleen de camping hebt gezien. Gespreksleider: Dat sowieso. Deelnemer 4: Maar, misschien heel raar, maar cultuur wordt nu heel de tijd in de beeldende kunst gehad, de architectuur, maar bijvoorbeeld traditioneel eten van een streek ook niet een cultuuruiting? Deelnemer 3: Vind ik wel. Deelnemer 4: Dus eigenlijk in principe als je bij een lokale tent gaat eten, ga je ook al cultuur pakken. Deelnemer 1: Onbewust misschien. Gespreksleider: Zeker als het niet in je vertrouwde omgeving bent, misschien als je kijkt… Deelnemer 3: Misschien zou je zelfs kunnen zeggen dat sushi eten al een culturele activiteit is. Deelnemer 5: In Tilburg? Deelnemer 3: Ja, als je het nog nooit hebt gedaan, jaahaa! Deelnemer 4: Nou als je dat echt met die stokjes moet leren doen.. dan ben je wel bezig met, met anders, ander volk z’n… tradities. Deelnemer 1: Ja, dat klopt. Deelnemer 2: Maar ik ben zelf ook gewoon, in Tilburg eten. Deelnemer 3: Carnaval vieren! Deelnemer 2: Carnaval vieren! Dat vind ik ook een culturele uiting. Deelnemer 3: Dan ben ik heel erg cultureel actief! (Gelach) Gespreksleider: Ben jij cultureel actief als in van met je bands? Ja, ik vul hem al in. Deelnemer 2: Nou… Nee, ik ben wel cultureel actief uhm, ja ik doe een band zag maar, maar
Cultuur snuiven op vakantie
Lokale tradities
Brabant, Limburg Provinciale traditie: Carnaval
Zelf actief: band
98
dat is, ik beschouw dat niet echt als cultureel.. Gespreksleider: Maar je bent wel met je muziekinstrument? Deelnemer 2: Ja je bent wel met je muziekinstrument bezig en gewoon maken en doen. Maar niet echt.. belijden ervan, maar goed voor de rest volgens mij ook wel. Ik lees heel veel en ik kijk heel veel films. Uhm, ja dan ben ik volgens mij wel cultureel behoorlijk actief. Ik ga ook naar musea en dergelijke.. Laatst nog naar uh.. museum in Londen, uhm, uhm, ik kom er even niet op. Niet het Moma, uhm, nou ja, niet belangrijk. Veel musea. Deelnemer 5: Ook Nederlandse musea? Deelnemer 2: Ja, De Pont. Dat is echt heel stom, want De Pont is gewoon heel dichtbij, maar het is wel één van de best aangeschreven musea van de moderne kunst, zeker in Nederland. Deelnemer 1: Ja, maar dat is makkelijk inderdaad. Gespreksleider: Ik heb nog twee mensen niet gehoord en dan kunnen we het eerste onderwerpje aanspreken. Deelnemer 6: Nou ja, ik had net nee ingevuld, want ik dacht, nee ik ben helemaal niet bezig met dingen organiseren dit moment, maar wat betreft musea en theater en concerten en zo dat doe ik ook wel echt een paar keer per maand. Deelnemer 1: Oh, dan doe je best wel veel of niet. Deelnemer 6: Ja, wij gaan liever ergens naartoe dan dat we tv kijken. Deelnemer 4: Ja. Gespreksleider: Het is een sociale activiteit, dat je onderneemt. Deelnemer 6: Ja. Deelnemer 7: Uhm, bij mij was het een beetje hetzelfde, want daarnet toen we buiten stonden dacht ik van ik ben echt de grootste cultuurbarbaar, maar ik heb net wel vier maanden in Azië rondgereisd en ik heb alles gezien, alle tempelcomplexen, ook musea en ik denk dat als je in een andere cultuur zit, dan vind ik het ineens interessant om daar ook dingen van te zien, terwijl ik hier in Nederland helemaal niks opzoek, behalve dan een keer een wereldmuziekfestival, dat vind ik dan ook nog wel leuk, maar goed dan praat ik over twee keer in het jaar.. dus.. Ja hier in Nederland de cultuur, niet actief, maar als het dus heel ver van m’n, ver weg is en het is heel anders, dan zoek ik het wel op.
Bespelen muziekinstrument
Cultureel actief: Films, musea (ook in buitenland)
Cultureel actief in Nederland, in woonplaats (Tilburg)
Cultureel actief: musea, theater, concerten
Sociale activiteit
Cultureel actief: Rondreizen in Azië, hier in Nederland amper cultureel actief
Ver weg
99
Deelnemer 4: Maar stellen wij misschien zelf niet strengere eisen aan wat cultuur voor ons in Nederland is en dan in het buitenland. Deelnemer 3: Ik bedoel als je weet dat je bijvoorbeeld bij ons thuis kijkt: je hebt een treintje en je hebt de grotten en je hebt weet ik het wat allemaal musea, allemaal daar thuis. Nou dan ga je.. zelf zou ik nooit op het idee komen om maar door de grotten heen te gaan banjeren of met een stoomtreintje te gaan rondrijden en een bepaald mijndammuseum te gaan bekijken. Deelnemer 2: Hetgene wat vreemd is, zeg maar… qua cultuur. Deelnemer 3: Trekt je ook meer aan? Deelnemer 2: Leer je ook makkelijker kennen. We hebben ook in Tilburg, als je kijkt, heb je heel veel leuke verhalen en het is echt wel interessant, eigenlijk, stiekem. Terwijl je eigenlijk echt denkt: Tilburg, wanneer kan ik er weg. Zoiets, weet je wel. Deelnemer 4: Dat vind ik eigenlijk wel een goede, want ik zat wel even te denken van nou wie hebben er in Tilburg een stadstour gedaan. Deelnemer 3: Ja, dat doe je niet. Deelnemer 4: Nee, wij hebben die toen een keer als een Ouderdag gedaan, maar dan leer je ook dat er heel veel gebouwen in het centrum zijn, waar nog best wel een verhaal achter zit. En uh. Deelnemer 7: Ja, maar.. kijk zo had ik op sommige plekjes ook op reis, bij elk plekje kunnen ze wel wat verzinnen. Ik zeg niet dat ze het echt verzinnen, maar er is altijd wel iets. Deelnemer 4: Nee, in ieder geval dat je bij de Sint Josephstraat, de oude kazernes van het Nederlands leger van Willem II of III huisvest. Iets wezenlijks. Deelnemer 7: Maar daar ben je niet mee bezig echt of zo. Deelnemer 4: Maar is dat omdat het voor jou Nederlands is, dus eigenlijk niet normaal is? Deelnemer 7: Ja niet speciaal genoeg is. Deelnemer 4: Terwijl je als je, uh, bij wijze van spreken in Myamar uh, een tempelcomplex ziet die ook was gemaakt van monniken die moesten vechten of zo. Deelnemer 7: Dat is dan net weer een ander geloof, maakt het specialer. Deelnemer 4: Terwijl het eigenlijk hetzelfde is. Gespreksleider: Het ziet er anders uit. Deelnemer 5: Maar ik denk dat het ook zo is dat het op reis, dan ga je er ook bewuster naar op
Cultuuruitingen waar je bent opgegroeid
Cultuur in huidige woonplaats
Nederlands is niet interessant, buitenland wel
100
zoek, terwijl in Nederland kan je ook je normale dagelijkse dingen doen. Dan neem ik geen tijd vrij om eventjes naar Amsterdam te gaan om grachtjes te kijken of iets dergelijks. Deelnemer 1: Of naar een museum te gaan. Gespreksleider: Maar, want dan kom ik gelijk bij mijn eerste uhm, ik heb drie onderwerpjes: van jongs af aan, buitenaf, van hoger af. Uhm, van jongs af aan is denk ik de meest belangrijke. Denk je dat het ook te maken heeft met de invloed van die je van je ouders thuis hebt meegekregen. Deelnemer 1: Zeker. 100 procent. Deelnemer 4: Zeker. Deelnemer 3: Ja! Gespreksleider: En hoe werd het vroeger thuis zelf… ik werd aan mijn haren meegetrokken naar een klassiek concert bijvoorbeeld. Dus.. Deelnemer 1: Ja ik.. nou ja vooral ieder geval op vakantie, als klein kind wil je echt niet uh twee uur uh puffend in die auto zitten om dan een stadje te gaan bezoeken en een kerk in te moeten, dan wil je alleen maar bij het zwembad spelen en wij moesten mee. En wat ik dus nu zie, dat ik dat zelf ook doe. Ik ga die auto in inderdaad uh, twee uur puffend uh, in de auto wetend dat je ook lekker bij het zwembad kan zitten, maar ik denk wel dat ik dat zeker heb meegekregen van thuis uit. Deelnemer 4: Ja dat was bij ons ook. Om de dag, we hadden een dag zwembad, dag cultuur, zeker ook cultuur. Deelnemer 1: Ja dat hadden wij ook. Deelnemer 4: En daar kwam je niet onderuit. Deelnemer 1: Ja daar kwam je niet onderuit. Deelnemer 3: Maar stiekem vond ik dat ook zelf wel heel leuk, ondanks dat ik klein was en ik ook hele graag in het zwembad wilde spelen. Ik vond dat toch wel ergens heel leuk om gewoon ook gezien te hebben waar ik geweest was. Deelnemer 1: Maar doe je dat nu ook nog steeds? Als je op vakantie gaat? Deelnemer 4: Uh, als ik op vakantie ga doe ik dat wel. Deelnemer 1: Ja, dus dan denk ik wel dat je toch iets van thuis hebt.. want ik denk als je iemand spreekt, ik heb ook genoeg andere mensen die dat niet hadden thuis en die boeken zo een vakantie naar Turkije, inclusief en die zitten alleen maar rond het zwembad te hangen. Deelnemer 6: Nou niet allemaal. Ik heb het van mij thuis helemaal niet meegekregen. Wij lagen
Invloed ouders
Als kind gestimuleerd op vakantie cultuur te snuiven
Vroeger op vakantie cultuur, nu nog steeds
101
echt heel de dag aan het zwembad, ik was blij als we een keer de camping afgingen en als we de camping afgingen dan gingen we winkelen. En ik ga nu echt vaak meerdere keren per maand naar het museum, naar het theater, naar concerten. Deelnemer 4: Maar je hebt er misschien wel zelf wat voor moeten doen? Deelnemer 6: Ja. Deelnemer 4: Dat je, je.. balans zeg maar vroeger, dat het zo in je systeem is gezet en heb jij het er zelf uitgetrokken. Deelnemer 6: Ja…. Deelnemer 2: Maar hebben jullie dat bijvoorbeeld ook met boeken? Want het gaat nu echt heel erg over de high kant…? Deelnemer 4: Bij mij thuis werd ook gelezen. Maar dat is misschien ook inherent of je ouders hoger opgeleid zijn of niet. Ik weet nog dat dat verschil er ook erbij zit, ik denk het wel. Ik denk dat dat een hele grote invloed is. Gespreksleider: Dat heeft zeker mee te maken. Deelnemer 4: Ik bedoel, wij zelf doen zelf ook meer, leren ons zelf ook cultureel verdiepen omdat we studeren, dus dan neem je dat ook automatisch mee in je leven na je studie. Gespreksleider: Nee maar dat is ook uit onderzoek, en dat staat ook centraal in mijn onderzoek, in mijn thesis zeg maar. Van jongs af aan zijn de ouders heel belangrijk en het opleidingsniveau van zowel ouders als jijzelf.. want het is ook waar je jezelf in gaat interesseren, dat zijn eigenlijk de twee belangrijkste invloeden, maar ja is dat dan wel zo en moet iedereen die hoog opgeleid is dan maar aan cultuur deelnemen. Want dat is van zo’n groep maar zo een groepje. Bij wijze van spreken. Deelnemer 3: Maar ik denk niet dat het alleen maar mensen zijn die hoogopgeleid zijn. Gespreksleider: Nee nee nee, maar dat is uit onderzoek he? Deelnemer 3: Nee, ja ja ja, dat snap ik maar bijvoorbeeld als je uh, een harmonievereniging hebt, dan zit er echt niet alleen hoogopgeleide mensen bij en dat is ook cultuur actief zijn. Deelnemer 4: Nee, maar ik denk wel dat hogeropgeleiden de .. Deelnemer 3: Je hebt meer financiële middelen om dat te doen, misschien denk ik. Deelnemer 4: Ook dat, maar die zijn daar sneller mee bezig. Deelnemer 7: Ja. Je blijft bij jezelf kijken he.
Tegenovergestelde: Niet door ouders gestimuleerd, nu heel actief op cultureel vlak
Cultureel actief: Literatuur
Hoog opgeleide ouders
Niet alleen hoogopgeleiden
Financiële middelen
102
Gespreksleider: Het wordt je eerder toegereikt. Deelnemer 4: En ik denk niet dat andere mensen daar absoluut niet mee bezig zijn, maar ik denk wel dat een groter vlak is daar niet mee bezig. Deelnemer 3: Ja, dat is waar. Deelnemer 4: Die hebben gewoon andere zorgen dan.. bedoel je hebt uh, de Maslow piramide van hiërarch niest.. (Gelach) Deelnemer 4: Ik denk wel dat dat hier echt wel een, een functie bij heeft, aangezien uh, hogeropgeleiden inderdaad meer middelen hebben, dus ook voor de eigen zelfverrijking kunnen gaan en dat de lager opgeleiden eigenlijk ook maar een paar zorgen hebben om aan het eind van de maand alle rekeningen te kunnen betalen en die hebben niet de behoefte om uh.. Deelnemer 5: Nou daar ben ik het niet helemaal mee eens, want mijn ouders zijn niet hoogopgeleid, maar die hebben het echt niet slecht. Deelnemer 4: Maar ik bedoel ook meer je inkomen zit erbij he. Deelnemer 5: Maar die hebben goed, die hebben geld zat om naar het museum te gaan, maar dat, het trekt ze gewoon niet. Deelnemer 4: Maar met inkomen heeft dat uiteindelijk ook wel te maken. Gespreksleider: Hoe jij een kaartje kan betalen, kijk naar de kaartjes van concerten die bijvoorbeeld om hoog zijn gegaan. Deelnemer 1: Ik denk niet dat het zo … Deelnemer 3: Zwart-wit is. Deelnemer 1: Zwart-wit inderdaad, maar ik denk wel dat het indirect ook meespeelt. Deelnemer 7: Gemiddeld ga je het sowieso zien. Deelnemer 3: Ik heb bij de harmonie gespeeld, maar daar was ook, daar is het dan, als je het niet kunt betalen, dan kun je gewoon een instrument krijgen via de harmonie. Dan moet je wel op iedere zondag om half 10 op de repetitie aanwezig zijn, maar je hebt wel en je hoeft er zelf niet voor te betalen, als je de middelen niet hebt. Deelnemer 1: Precies. Deelnemer 2: Maar.. ik denk dat financiële middelen nooit echt.. ik denk misschien dat het meer van invloed is dat mensen een soort horizon hebben die ze ook wel of niet kunnen verkennen. Deelnemer 5: Ja, daar ben ik het mee eens. Deelnemer 2: In hun uh.. het heeft denk ik meer
Hogeropgeleiden hebben meer middelen
Geen interesse, wel geld om een museum te bezoeken
103
te maken met wat misschien hoe groot is jouw wereld? Gespreksleider: Dat je dat aan je kind meegeeft bedoel je als ouder? Deelnemer 2: Dat kun je bijvoorbeeld meegeven, maar het kan ook zijn… Deelnemer 7: Tot waar je interesses lopen. Deelnemer 2: Tot waar je interesses lopen, op het moment dat jij het aan kan, dan zal jij ook meer geneigd zijn om, ja.. jouw wereld is dan veel groter bijvoorbeeld dan stel jij bent een hoogopgeleid persoon, weet ik veel, Wilma op de hoek die elke dag de krant zit te lezen, buiten op stoep met haar twee honden en vier katten, dan heb je, dat is een heel ander, zij gaat dan waarschijnlijk minder vaak naar een raar museum in Berlijn. Deelnemer 5: Die gaat vaker naar de stamkroeg, daar liggen haar interesses. Gespreksleider: Maar werden jullie zelf, uh, om maar even terug te komen op ouders, door jullie ouders op muziekles gezet, balletles? Deelnemer 3: Ja, ja. Deelnemer 1: Ik mocht een muziekinstrument bespelen. Twee sporten en een muziekinstrument. En omdat ik zo aritmisch was als dat het maar zijn kan ben ik meteen gestopt, ik ben eerste begonnen met pianoles, en op een gegeven moment hoefde dat niet meer en toen ben ik er mee gestopt, dus maar dat was wel echt een uh.. Gespreksleider: Ben je blij dat je dat moest? Deelnemer 1: Nou ja achteraf wel, je hebt wel een beetje idee van hoe het is en als je het leuk had gevonden en je was er goed in, was je er misschien mee doorgegaan. En als je er helemaal niks mee had gedaan had je misschien de vraag gehad hoe zou het zijn geweest om een muziekinstrument te spelen? En nou weet ik gewoon dat dat me niet ligt. Maar ik vind het wel goed dat ze dat hebben gedaan. Deelnemer 3: Ik vond het ook wel leuk. Deelnemer 1: Ja. En je bent als kind gewoon lekker aan het pingelen en zo. Gespreksleider: Maar jouw vader is ook… Deelnemer 3: Mijn vader heeft Conservatorium gedaan. Gespreksleider: Is muziekdocent? Deelnemer 3: Ja, muziekleraar. Gespreksleider: Denk je dat dat ook mee heeft gespeeld? Deelnemer 3: Tuurlijk, ik heb babyfoto’s waarbij
Buitenschoolse muziekeducatie in jeugd
Positieve ervaring stimulatie ouders
Beroep ouders Vader muziekdocent
104
ik bij mijn vader op mijn rug en dat hij is trompet aan het spelen. Het is me redelijk met de paplepel ingegoten, maar ja bij ons was dat zo. Op een gegeven moment moest je kiezen wat wil je gaan spelen. Nou, dwarsfluit. Oke. En dan hop naar de harmonie, oke. Deelnemer 4: Dat heeft ook meegespeeld bij mijzelf, ook, dat ik een muziekinstrument moest spelen. Ik ben totaal niet muzikaal, dus ik drummen, ik ging net omdat ik nog een beetje kon tellen, maar ook naar de harmonie want daar zit ook iets van, zoals in een dorp heb je introductie van een kind gaat sneller naar de harmonie. Het scheelt ook heel erg waar je vandaan komt, in Zuid-Nederland is dat gewoon zo. Deelnemer 3: Ja, ja. Dat is wel. Deelnemer 5: Volgens mij hebben ze in Maassluis niet eens een harmonie. Deelnemer 3: Het is echt volgens mij ja… Deelnemer 7: Maar ik vind stimuleren wel beter dan verplichten. Deelnemer 3: Maar bij mij was het deels ook wel verplicht. Deelnemer 4: Het is wel iets dat je ouders, verplicht stimuleren, je moet toch luisteren naar je ouders, of het nou verplicht is of niet. Deelnemer 1: Het was voor mij niet het gevoel dat het verplicht was. Deelnemer 3: Maar je wist wel dat he verplicht was. Gespreksleider: Bijvoorbeeld mijn broertje en ik hebben het allemaal gedaan, nou ik ging viool spelen 8 jaar lang, mijn broertje was zo aritmisch als ik weet niet wat, nou die uh, ging gelijk door naar de hockey na een jaar. Die werd gewoon gelijk afgeleverd bij wijze van spreken, maar ik denk niet dat het… Deelnemer 3: Nee ik ben ook niet, ik wil nou ook niet beweren dat ik één of ander talent was op de dwarsfluit. Ik prutste gewoon wat aan, ik vond het wel leuk. En met de optocht meelopen met de carnaval dat was ook niet vervelend. Deelnemer 7: Dat is zeker leuk. Deelnemer 5: Nou ik heb nooit een muziekinstrument hoeven spelen, maar mijn moeder heeft nog wel geprobeerd om mij op stijldansen te krijgen, maar ik heb gezegd dat is niets voor mij. Deelnemer 7: Ja precies, maar dat is dus stimuleren. Deelnemer 5: Ze heeft het wel echt geprobeerd,
Geografisch aspect
Invloed ouders
105
zo van joh ga gewoon, is leuk. Maar nee. Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 7: Ja prima toch. Gespreksleider: En, en ik hoorde het net al wel vallen, maar denk je dat het uitmaakt dat je, ja hoe zeg je dat niet Randstad, maar dat je of dat je uit een dorp komt of uit de stad komt, dat daar, Deelnemer 3: Dat denk ik wel. Gespreksleider: ... dat het ermee te maken heeft, als in, in een dorp is geen muziekschool of zo. Deelnemer 7: Dat is een stadscultuur, dus dat is niet.. dat is gewoon anders, maar niet per se wel of geen cultuur. Deelnemer 4: De tradities die je in jouw omgeving hebt. Ik bedoel in een dorp heb je misschien wel vaak wat tradities, sterkere tradities of gewoontes of zo.. Deelnemer 3: Ja en ik denk sowieso doordat ik uit het katholieke zuiden kom, daar is dat al veel meer dat je met de harmonie, de pastoor en de communicantjes door de stad heen moet loodsen en carnavalsoptochten hebt waarbij ook muziek gemaakt moet worden en dat je ook misdienaar bent omdat je je communie hebt gedaan en daardoor, dat soort dingen. Deelnemer 2: Ja, iedereen zat toen ook op rooms-katholieke basisscholen en je deed gewoon je communie. Dat deed je gewoon, dat was normaal. Deelnemer 1: Daar dacht je ook niet bij na, je dacht alleen kadootjes, jeeej! Gespreksleider: Maar ging je ook, uh, want iedereen deed zijn communie omdat iedereen zijn communie deed, maar ging je ook omdat Piet een boek las, naar de bibliotheek om hetzelfde boek te halen? Deelnemer 3: Nee, maar wel omdat het leuk was om naar de bieb te gaan. Deelnemer 1: Nee ik niet, ik ging helemaal niet naar de bieb. Deelnemer 3: Iedere maand gingen we nieuwe boekjes halen. Deelnemer 5: Ja, af en toe maar ik kreeg altijd een boete als je te laat was. (Gelach) Deelnemer 7: Je had stempelkaarten. Deelnemer 3: Ja, dan moest je een stempelkaart en dan moest je met Kinderboekenweek en zo, deed ik ook altijd mee. Dan, dat haalde ik nooit om dat op tijd allemaal uit te lezen.
Geografisch aspect
Stadscultuur Dorpscultuur, tradities
Provinciaal aspect
Communie, katholiek
Cultureel actief: Naar de bibliotheek gaan
Kinderboekenweek
106
Deelnemer 7: Nee ik las nooit. Deelnemer 3: Maar ik las wel veel, maar ik las heel langzaam, dus dat is gewoon niet. Deelnemer 1: Ja dat had ik ook. Deelnemer 3: Dyslectisch, dan duurt het allemaal, je doet lang over je boeken uit hebt. Deelnemer 1: Nou voor mijn gevoel ben ik net echt gestimuleerd om te lezen, ja omdat ik er rete slecht in was en langzaam inderdaad en op een gegeven moment dacht… Gespreksleider: Maar ook je broers of zussen niet? Deelnemer 1: Ja die deden het wel heel veel, maar, ja ik denk niet dat ze echt heeft gezegd je moet een boek eens in de twee weken lezen, helemaal niet. Deelnemer 3: Oh, ik moest iedere dag als ik thuis kwam moest ik een half uur met mijn moeder gaan zitten om te gaan lezen. Maar dat vond ik nooit erg. Ik heb dat nooit als vervelend ervaren. Deelnemer 7: Maar dat was ook vooral zo omdat je er gewoon veel moeite mee had. Deelnemer 3: Er heel slecht in was? Ja. Ik ook nog steeds AVI niveau 4 had, terwijl de rest al op 8 was of zo. Deelnemer 5: Ik ben wel gestimuleerd om te lezen, maar dat dat begint bij jongs af aan dat je ouders je een stukje voor lezen en dat je gaat slapen. Op een gegeven moment ga je zelf lezen en met de Kinderboekenweek altijd die boeken uitzoeken en af en toe naar de bieb. Gespreksleider: En bij jou? Deelnemer 6: Ik las als kind ook al heel veel. Ik weet niet, ik denk niet dat het door mijn ouders komt, ik heb mijn vader nog nooit een boek zien lezen en mijn moeder las af en toe een boek van Danielle Steele op vakantie en dat was het dan. Maar uh, nee, ja ik weet het niet waar dat vandaan komt. Gespreksleider: Maar bij jouw gezinssituatie is echt helemaal niets echt van invloed geweest? Deelnemer 6: Nee, ja misschien ergens onbewust wel, maar als ik er zo over na denk dan heb ik mijn ouders nooit echt boeken zien lezen, we zijn op vakantie nooit echt iets gaan bekijken of zo of naar een museum geweest of… Deelnemer 4: Maar is dat bij nou juist niet de motivatie, dat je het juist meer bent gaan doen? Deelnemer 6: Ja misschien wel, want het begon toen ik een jaar of 13 was dat ik echt: ik wil naar musea en ik wil naar het theater! En, ik denk, ik ben dat zelf in mijn eentje ben gaan doen.
Invloed broers/zussen
Invloed moeder
Voorlezen door ouders
Geen invloed ouders, maar las als kind heel veel
Zelf cultuur gaan ontdekken, geen stimulatie van jongs af aan
107
Deelnemer 1: Ja, ertegenin juist. Deelnemer 4: Want ja klinkt misschien, niet zo zeer iedereen, elke puber heeft het rebelleren in zich en jij gaat je juist extra cultuur actief maken om je af te zetten tegen je ouders die het niet doen of zo. Niet dat het per se negatief is natuurlijk, maar wij, mensen die het van thuis meekrijgen het expres niet gaan doen omdat ouders het wel doen. Deelnemer 7: Kan. Denk dat het zeker voorkomt. Maar ik denk ook niet dat dat.. een.. normale…. Deelnemer 2: Daar zit wat in, zo zwart wit, dat het echt gewoon uh, je ouder-kindrelatie dat dat zo.. Deelnemer 4: Nee nee nee, maar ik denk dat, zeg maar voorkomend, voor nieuwe dingen.. Deelnemer 6: Ik denk ook dat als je op de middelbare school je er ineens achter komt dat er veel meer is dan dat je kende aan tv en de standaard dingen die je van je ouders.. Gespreksleider: Denk je dat het nu anders is met het internet. Dat kinderen sneller ermee in aanraking komen en dan pas met een CKV bijvoorbeeld? Deelnemer 4: Misschien minder snel… Deelnemer 6: Nee ik denk dat kinderen op internet toch hele andere dingen doen dan. Deelnemer 3: En ik denk ook dat kinderen het veel fijner vinden.. ik denk niet dat die een lap tekst gaan lezen omdat het interessant is. Ik denk dat die het juist veel leuker vinden om juist in zo’n setting te zijn waar de schilderijen hangen en waar de cultuur daadwerkelijk plaats heeft gevonden dan dat ze het van een tekst af moeten lezen. Juist omdat er nou zoveel internet is en alles met plaatjes en filmpjes en toestandjes is dat het veel moeilijker is voor hun is om van alles.. Gespreksleider: Maar denk je niet dat het erbij helpt als in van als jij op uh, ja, vroeger was dat dan MSN, maar als jij op de Facebookchat zit en iemand zegt tegen jou: hey heb je dit filmpje al gezien en dat heeft een link naar… Deelnemer 2: Het is wel een extreem hoge sharing cultuur, he, het heeft ook een uh, hele blend van media en uh, verschillende formats of je nou iets cultureels hebt. Kijk op het moment als jij bijvoorbeeld het nieuws wilt zien en jij gaat naar één of andere website en dan staat daar onder het nieuws staan daar koppen van, van, van cultuurdingen en sommige onzindingen, maar uhm, ik denk dat die internetomgeving
Invloed middelbare school
Digitalisering: Internet
Digitalisering: MSN, Facebookchat, links
Informatie met elkaar delen
108
heel erg.. ja.. Gespreksleider: Stimuleert misschien? Deelnemer 2: Nou stimuleert, maar versnelt ook, als een of andere soort op een rommelige warhoop gooit. Gespreksleider: Dat het misschien een teveel aan informatie is? Deelnemer 2: Het is zeker teveel aan informatie. En denk niet meer dat cultureel, culturele activiteiten op internet dan ook los van elkaar staan. Het zal altijd gewoon in verband zijn met iets anders, uit de entertainment, of dat je iets skimt wat cultureel is, maar dan daarna gewoon weer iets anders gaat doen. Dat je heel erg fragmentarisch bezig bent. Gespreksleider: En bijvoorbeeld als je, vroeger ging je naar de bibliotheek om een boek te halen voor je werkstuk, nu gaan kinderen typen het in op Google. Deelnemer 1: Ja dat sowieso, daar ben ik ook zeker van overtuigd, dat wel heel veel kinderen halen alles van internet… Deelnemer 3: Maar ze worden ook gestimuleerd om alles van internet af te halen. Deelnemer 1: Ja dat ook. Deelnemer 7: Maar we hadden het net wel over een bepaalde horizon en tot waar je interesses gaan op het moment dat het, als kind je veel ziet en, van de wereld, dan gaat die horizon nog wel, die wordt wel groter. Deelnemer 4: Je geeft ze natuurlijk wel een respons… Deelnemer 7: Nou je hebt wel zoiets van oh, daar zou ik wel een keer heen willen. Terwijl je daar vroeger misschien niet eens van gehoord had. Deelnemer 2: Ja maar dat het ook zo makkelijk bereikbaar is, heb je ook zoiets van uh, ik doe het even en dan ga ik weer iets anders doen. Deelnemer 7: Ja dat is ook wel weer zo. Maar je komt er wel weer mee in aanraking. Deelnemer 2: Je hebt heel erg instant gratification met internet. Uh, je wilt iets zien of je wilt iets he, of je denkt ergens aan en je tikt het in en dan is het er. Dan is dat verlangenloos meteen vervuld. Dus dan ga je eigenlijk voor je, je voelt je eigenlijk… Deelnemer 1: Je hebt het wel gezien. Deelnemer 2: Je hebt het wel gezien, je hebt niet echt een traject dat daarnaartoe loopt. Je kunt dan gewoon weer uh, je geest leegmaken en ergens ander naartoe gaan.
Digitalisering: Google (zoekmachines)
109
Deelnemer 1: Maar denk je dat dat de jeugd heeft of iedereen? Deelnemer 2: Ik denk eigenlijk iedereen, heel veel mensen die dat hebben. Deelnemer 1: Nou ja, als ik zeg maar iets wil zien en ik zie bijvoorbeeld schilderijen op een plaatje, ja dan heb je het niet gezien. Ik moet het in het echt zien. Gespreksleider: Ja, ik ook. Deelnemer 2: Ja. Deelnemer 1: Maar ja goed, ik denk dat zo, dat de jeugd zoiets heeft van oh ik heb het gezien. Deelnemer 2: Ja, maar jij hebt natuurlijk ook een bepaalde interesse. Gespreksleider: Ja maar is dat niet hetzelfde dat als jij een YouTube filmpje ziet en denkt van dat wil ik in het echt zien? Deelnemer 2: Nou ik heb.. Ik heb heel vaak.. Gespreksleider: Of muziek hoort op de radio? Deelnemer 2: Nou wat ik heel vaak had is dat gitaar speelde uh, check YouTube en dan, dan weet je al dat het gewoon opgenomen is met een camera en het komt uit je eigen boxen dus… niet het is niet dat je een akkoord aanslaat en heel de kamer trilt omdat het zo hard gaat. Dat is vet, dan hoor je gewoon wat het eigenlijk echt is. Uhm, tuurlijk. Maar dan heb je in uh, dan is het, heb je specifieke interesses. Dan is die instant gratification, je wilt bijvoorbeeld iets weten over Maleisië, ik ben er nog nooit geweest, maar ik wil weten of ze blauwe stranden hebben… Gespreksleider: Blauwe stranden? Deelnemer 2: Uhmm ja blauw water.. ja, witte stranden. (Gelach) Deelnemer 2: Maar dan weet je wel, dan heb je dat meteen. Deelnemer 4: Maar dat is denk ik sowieso met alles als jij er interesse toe hebt, ben je ook veel sneller vervult. Ja. Als jij geen behoefte hebt tot uh, of je vind een bepaald eten niet lekker, dan zit je veel sneller vol. Dat is denk ik hetzelfde, als je het lekker vind kun je er veel meer van hebben. Ik weet niet of dat ook per se bepaald in de vorm van cultuur. Deelnemer 7: Wat wel een groot voordeel is van de toenemende informatievoorziening is dat als je dan een activiteit wil gaan ondernemen, is die veel eerder geslaagd. Als jij van tevoren goed opzoekt wat zijn de mogelijkheden, dan kun je de alternatieven afwegen en dan ga je een dag
Digitalisering: YouTube-filmjes
Snelheid internet
Hoeveelheid informatie 110
weg. En die is dan wel sneller geslaagd, omdat die natuurlijk aansluit bij je behoeftes. Gespreksleider: Maar wekt het niet hogere verwachtingen? Deelnemer 7: Ja kijk dat is dan weer een tegenpunt. Deelnemer 4: Maar er zijn ook heel veel verhalen over de activiteit. Dus het is wel een stukje verwachting die hebt door die extra informatie. Deelnemer 7: Dat kan ook tegenvallen, maar je sluit wel de dagen steeds meer uit die helemaal niet geslaagd zijn. Je komt ergens wat je totaal niet verwacht en daardoor zoiets hebt van ja de volgende keer ga ik wel weer aan het zwembad liggen, want ja, dat marktje daar, sloeg nergens op. Deelnemer 5: Ja je kan het van tevoren uitzoeken met Google maps. Deelnemer 7: Ja, of een preview van iemand anders lezen van hoe is het nou. Dus dat is heel dubbel. Gespreksleider: Oke. Dan sluit ik dit onderwerp even af en hebben we een kleine pauze. DEEL II Gespreksleider: Uhm, we gaan, we hebben net de invloed van de ouders van jongs af aan een beetje bediscussieerd of hoe zeg je dat en nou gaan we kijken naar de invloed van buitenaf, uhm. Bij ons op de.. we beginnen op de basisschool, het basisonderwijs, bij ons op de basisschool werd best wel veel aan cultuur gedaan, ik uh, vroeg me af hoe dat bij jullie was. Gingen jullie wel eens naar het theater, gingen jullie wel eens met de basisschool naar het plaatselijk museum. Iedereen zegt, moet even heel diep graven denk ik. Deelnemer 7: Ik denk dat elke basisschool het verplicht doet, toch? Deelnemer 3: Ja, volgens mij wel. Gespreksleider: Het is een verplichting vanuit het ministerie, vanuit de overheid.. Deelnemer 4: Wij gingen volgens mij meer naar het.. Natuurmuseums weet je wel, van de, over de lokale bossen, weet je wel, paddenstoelen en dat soort dingen. Deelnemer 2: Ja klopt. Deelnemer 6: We zijn op zo’n VOC schip geweest. Deelnemer 4: En we gingen naar het prehistorisch dorp.
Verhalen van anderen lezen op het internet
Invloed van buitenaf Invloed basisschool
Verplichting basisschool: kunstvakken.
111
Deelnemer 1: Ooh ja! Ja! Deelnemer 4: Maar echt, nee ik denk dat we nog echt te jong waren voor abstracte kunst, dat wel gewoon de, de… Deelnemer 5: Het Scheepvaartmuseum. Deelnemer 4: Ja, maar dat is ook in het zuiden, Brabant heb je weinig scheepvaart. Deelnemer 5: Ja, meer mijn uh… Deelnemer 1: Een beetje wat in je regio te zien is daar neemt de school je wel mee naartoe ja. Deelnemer 3: Wij zijn ook wel naar het theater geweest. Deelnemer 1: En de musical natuurlijk he, die je in groep acht doet. Dat is echt uh, dat is het eerste waar ik aan dacht. Deelnemer 5: Dat was wel mijn hoogtepunt van de hele basisschool. Deelnemer 3: Maar ik heb ook in het kerstkoor gezeten en zo. Gespreksleider: Ja, was dat er veel? Want wij hadden bijvoorbeeld een schoolorkest op de basisschool hoe klein de school ook was. Deelnemer 3: Ja, geen schoolorkest, maar we hadden wel.. ja.. Hallo! Ik zat op een katholieke basisschool, dus met kerstmis dan werd er met school een, een koor.. en moest ik met mijn dwarsfluit gaan spelen en met Pasen. Deelnemer 1: Oh, uh, die stukjes van Maria en Jozef die iedereen, ik bedoel Maria wilde de meisjes en iedereen van de mannen, ja dat had je ook ja. Deelnemer 3: Ja, dat was bij ons ook ja. We hadden ook namelijk een gezinsmisgroep, dat waren dan moeders en vaders die dan gezinsmissen in elkaar zetten, en dan werden er ook kinderen actief bij betrokken. En ook 1 keer in de 4 weken had je kindernevendienst en dan mochten de kinderen van de basisschool hadden dan, tijdens gewoon een mis, kon je dan in de pastorie en dan werd dan een kindermis werd dan alles wat daar in de grote mis besproken werd, werd op z’n vereenvoudigd voor kinderen. Gespreksleider: Oke. Deelnemer 5: Nou dat hadden wij niet, maar we hadden wel af en toe een playbackshow met de hele basisschool. Gespreksleider: Maar was dat ieder jaar of was dat bijvoorbeeld rond Sinterklaas, of een feestweek, of als de school zoveel jaar bestond? Deelnemer 5: Ja, één keer in de zoveel tijd was het volgens mij open podium, dat van elke klas, of van elke groep moest er dan iemand
Geografisch aspect, regionaal Randstad Zuiden van het land
Musical groep 8
Kerstkoor
Invloed geloof: katholieke basisschool
Playbackshow op basisschool
Open podium op basisschool
112
meedoen. En dan 1x in het jaar had je volgens mij dan de enige echte … Gespreksleider: Hmhm. Deelnemer 7: Maar ook dingen als Driekoningen en zo, deden we dan altijd. Deelnemer 3: Ja, Drie Koningen. Deelnemer 1: Ja, dan ging je voor snoepjes langs de deuren en dan ging je kijken wie de meeste snoepjes had. Deelnemer 3: Maar dat deden wij nooit. Dat was bij ons weer niet. Deelnemer 4: Ja, als ook, ik zat ook op een katholieke basisschool, dus ook alles met wat katholieke feesten te maken, werd uitgelegd en werd gedaan. Maar ook de Drie Koningen is dan ook, even kijken.. en ook uh, uhm, muziekles hadden we ook altijd. Deelnemer 1: Oh ja! Deelnemer 3: Ja dat hebben we ook gehad. Deelnemer 7: Met van die stukjes. Deelnemer 4: En dan moest je, ging je van die Kinderen voor Kinderen liedjes. Gespreksleider: Muziekles onder schooltijd zeg maar? Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 3: Ja. Deelnemer 4: Ja. Gespreksleider: Ja. Hadden wij ook, dan gingen we bijvoorbeeld zingen of zo. Deelnemer 5: Ja, wij hadden ook toen, één keer in de zoveel tijd dat je een soort van workshops kreeg. Deelnemer 4: Elke week hadden we, ik weet niet, een paar uur. Gespreksleider: En handenarbeid, tekenen? Deelnemer 4: Ja, handenarbeid, tekenen. (Geroezemoes) Gespreksleider: Zullen we 1 gesprek doen? Wat zei jij? Deelnemer 4: Ja, potten maken op zo’n ding, niet dat ik er goed in was, maar ik vond het wel leuk.. haha. Ja dat soort dingen. Deelnemer 7: Maar is knutselen, is dat ook cultureel actief? Deelnemer 4: Nou ja, potten maken, potten bakken die je daarna af moet bakken en dan sowieso nog figuurtjes in moest maken, zoals uh. Gespreksleider: Dat wordt ook onder de kunstvakken op de basisschool verstaan. Ja. Deelnemer 5: Maar ook voor uh, Vaderdag en Moederdag moest je toch ook altijd knutselen. Deelnemer 7: Ja.
Invloed geloof: Driekoningen
Invloed geloof: katholieke basisschool Kunstvakken op school: Muziekles
Kunstvakken op school: Handenarbeid, tekenen
Knutselen voor Vaderdag en Moederdag
113
Deelnemer 3: Maar ik vond ook onze handvaardigheidslessen, vond ik altijd meer dan gewone en beetje knutselen. Dat vond ik ook echt, dat we dan echt .. Gespreksleider: Dingen gingen doen? Deelnemer 3: Aparte dingen moesten doen. Gespreksleider: Maar hadden jullie ook van die themaweken? Want wij hebben bijvoorbeeld een keer met de hele school, een je, uh, iedere klas deed dan een hoofdstuk van de Koning van Katoren van Jan Terlouw. Dat was ter eren van de verjaardag van de school. Zijn we eerst naar de schouwburg gegaan, zijn we eerst naar de schouwburg gegaan met z’n allen en daarna gingen we dat zelf dan doen en er werden ook door alle vaders en moeders kostuums en decors gemaakt en.. was een grote opvoering.. Heeft ook in de krant gestaan. Deelnemer 1: Vet. Deelnemer 2: Ja maar ik weet wel dat je op de basisschool dat je heel erg werd gestimuleerd om kinderboeken, ik weet niet hoe dat bij jullie was, maar wij hadden zeg maar een centrale ruimte, uh, in de school was zeg maar, er stonden allemaal kasten met boeken erin.. Gespreksleider: Een documentatiecentrum? Deelnemer 3: Ja, dat hadden wij ook ja. Deelnemer 2: Een documentatiecentrum. Gespreksleider: Hadden wij ook. Deelnemer 5: Met AVI-niveaus en zo. Of niet? Deelnemer 7: AVI en Vier? Deelnemer 3: Oh ik was daar zo slecht in. Deelnemer 1: Ja wij hadden dat ook. Deelnemer 4: Ja, bij ons stond dat in de aula ja. Stonden boeken die je kon lenen. Deelnemer 1: Wij hadden een soort bibliotheekje inderdaad en dat waren dan gewoon een paar moeders die dat bibliotheekje runde of zo en dan moest je inderdaad als je een boek had geleend, eens in de zoveel tijd een uh, ja samenvatting of verslagje daarvan maken en goed, ik weet dus dat ze bij mij altijd kwamen van je hebt al vier weken het boek in je laatje en je hebt nog steeds geen verslag ingeleverd. Deelnemer 3: Wij moesten ook, wij hadden, op school hadden wij dan ook zo een documentatiecentrum maar dan hadden we ook allemaal boekjes van honden en katten en deltawerken en zo en dan was dan allemaal.. en encyclopedieën en woordenboeken en dan moesten we allemaal van die cursusjes volgen van hoe gebruik je een woordenboek? En dan
Themaweken
Invloed basisschool: Kinder- en informatieboeken, documentatiecentrum
Stimuleren lezen: verslag
114
moest je allemaal woorden op gaan zoeken in woordenboeken en dan kreeg je dan zo’n boekje en dan moesten ouders, die zaten daar dan om dat te controleren en dan moesten we ook allemaal die boekjes gaan opzoeken en dan moest je allemaal opdrachtjes moest je.. gewoon echt gewoon: hoe zoek je iets op in een boek? Dat leerden we toen. Gespreksleider: Ok. Deelnemer 2: Maar toch ook dingen dat bijvoorbeeld Puk in de Petteflet werd gelezen in de klas? Deelnemer 3: Voorleesmoeders? Ja. Die hadden we ook. Deelnemer 1: Bij ons door de leraren. Deelnemer 2: Ja gewoon door de leraren, dat hadden wij ook. Deelnemer 3: Nee, we hadden ok voorleesmoeders die kwamen dan voor de klas en die gingen dan echt zitten met een boek en dan werd er voorgelezen. Gespreksleider: Dat hadden wij ook. Deelnemer 1: Maar ik denk dat er best wel veel werd gedaan dan, als je dus al het lezen, de musical, een museum waar je toe gaat dat er best wel veel werd gedaan dan, gewoon knutselen in de klas. Deelnemer 4: Ja de kerk, heel logisch. Dat is ook wel wat je meekrijgt. Deelnemer 3: Dat vond ik ook wel spannend allemaal. Deelnemer 1: En wij moesten volgens mij altijd het eerste half uur voordat je op school kwam, moest je een half uur in je boek lezen. Gespreksleider: Dat hadden wij niet. Deelnemer 1: Eén keer in de week… Deelnemer 7: Maar dat lezen vind ik ook weer een beetje moeilijk hoor, in de zin van… het is toch niet per se voor cultuur, het is ook gewoon de ontwikkeling van je lezen te stimuleren. Deelnemer 3: Maar cultuur is toch ook voor de algemene ontwikkeling van een kind. Deelnemer 1: Ja klopt, maar ja. Deelnemer 7: Maar, een beetje een scheidingslijn.. dat het gewoon gestimuleerd werd om te lezen was niet alleen maar omdat het cultureel… Deelnemer 1: Het hangt er vanaf wat je leest. Gespreksleider: Maar ik denk dat het bij sommige mensen wel eerder blijft hangen, doordat het zo gestimuleerd word. Deelnemer 4: Ik denk dat je bij jeugdboeken ook
Invloed basisschool: Lezen in de klas Voorleesmoeders
Cultureel actief op basisschool: Lezen, musical, musea, knutselen
Invloed geloof
Cultuur is voor de algemene ontwikkeling van een kind
115
onderscheid moet maken, als je een boek bijvoorbeeld van Thea Beckman leest, is eerder cultureel bepaald dan Carry Slee. Deelnemer 3: Nou ik denk dat je je daarin heel erg in vergist. Ik denk dat Carry Slee ook heel veel leert hoor. Deelnemer 5: Ja. Deelnemer 3: Qua sociale omgangsvormen en zo. Deelnemer 4: Maar is dat per se cultuur? Deelnemer 3: Ja. Deelnemer 4: Ik denk dan, ik weet niet of Thea Beckman daar zit ook.. Historisch heel veel verhalen? Gespreksleider: Ja, dat denk ik ook. Deelnemer 4: Daar staat het bekend om. Deelnemer 3: Ja maar cultuur is niet alleen maar toch, niet alleen maar dat, het is toch ook hoe je nu staat in het leven. Gespreksleider: Maar als je een onderscheid moet maken, dan zit het misschien daar in. Deelnemer 7: Ik had het net meer over van die standaardboekjes, dat je gewoon leert om te lezen, het gaat niet om het verhaal, kinderen lezen per zin en zijn alweer vergeten wat de vorige zin was. Gespreksleider: En merkte je op de basisschool dan niet bijvoorbeeld dat, ik had dat namelijk wel, ik ben niet de snelste hoor met lezen, maar ik werd, dat werd wel weer bij mij thuis gestimuleerd, dat sommige mensen die lazen inderdaad 1 boek per half jaar, deden thuis helemaal niks, ja. Deelnemer 7: Ja, omdat het gewoon moest op school. Gespreksleider: Omdat het gewoon op school, maar omdat ik wel op de basisschool ging lezen, ging ik naar de bibliotheek met m’n vriendinnetjes, met mijn moeder, met mijn vader niet. Dat soort dingen heeft er ook mee te maken. Deelnemer 7: Dat hangt zeker ook wel samen, maar ik wil er alleen mee zeggen dat van uit de school is dat niet per se.. uh, het primaire doel, om cultuur bij te brengen. Gespreksleider: Nee, ten eerste is het leren lezen. En is dat bij jou op de basisschool een beetje begonnen? Deelnemer 6: Het lezen of? Gespreksleider: Nee, het, het .. cultuurdeelnemen? Deelnemer 6: Nee valt wel mee. Nou moet ik
Invloed basisschool op lezen
116
ook zeggen, ik weet niet meer heel veel van mijn basisschooltijd, ik heb op vier verschillende basisscholen gezeten. Dus. Gespreksleider: Dat helpt ook wel… Deelnemer 6: Ja, maar ik denk dat het echt zeg maar dingen bezoeken, en zo dat dat pas op de middelbare school is gekomen. Lezen was wel van jongs af aan dat ik dat heel leuk vind. Deelnemer 1: Denk dat je als kind, ben je ook helemaal niet bezig met je cultuur… uh… Deelnemer 4: Maar kan je op je.. tot je twaalfde ben je basisschool, maar dan kan je toch helemaal niet op jezelf naar een museum gaan. Gespreksleider: Nee klopt. Deelnemer 6: Nee, maar als je ouders daar niet met je mee naar toe gaan dan… Deelnemer 4: Dan ben je gewoon.. de sjaak om het zomaar te zeggen. Deelnemer 2: Wat ik wel grappig vond, bij ons op school was er een soort, uhm, ik weet niet of ze het bewust deden, maar ze plakte echt een soort van statussymbool op van… ze stimuleerden heel erg als jij een boek had uitgelezen, werd je op een bepaalde manier beloond, dat je complimentjes kreeg. Dan was je zeg maar goed bezig. Deelnemer 1: Stickertjes. Deelnemer 2: Stickertjes, slimme jongen.. en dat werd dan gestimuleerd en op een gegeven moment zag je dat het een soort wedstrijdje werd, wie de meeste kinderboeken ging lezen en wie de snelste daarin was en dat is natuurlijk een hele foute manier, want je gaat, het gaat niet om het lezen maar meer om een soort status creëren.. en ik weet niet welke status je als 8jarige precies hoopt te vervullen? Deelnemer 4: Toch ben je daar ook op die leeftijd al mee bezig. Deelnemer 3: Maar dat was ook bij de Kinderboekenweek, want dat ben ik nooit vergeten, want toen moest je dan, volgens mij, binnen twee of drie maanden kon je dan, moest je dan zoveel boeken hebben gelezen, die dan allemaal deelnamen aan die Kinderboekenweek. En als je al die boeken.. Gespreksleider: Ja, zo’n lijst was er. Deelnemer 3: Ja. En dan kreeg je dan als je dan in de bieb was geweest en je hebt dat boek uitgelezen en je bracht dat terug, dan kreeg je daar een stempeltje voor. Een stempelkaart. Deelnemer 5: Oooh ja! Deelnemer 3: Op het moment dat jij die
Lezen van jongs af aan heel leuk
Kinderboekenweek
117
stempelkaart vol had, dan kreeg je dan zeg maar een soort Boekenweekgeschenk of een kadootje en ik las gewoon heel langzaam ik las steevast iedere avond zat ik gewoon thuis te lezen, proberen om al die boeken uit te hebben. Gespreksleider: Voor je stempels? Deelnemer 3: Nooit gelukt. Heb ik één, had ik vakantie en mijn boek uitgelezen. Toen ben ik meteen naar de bieb gegaan om een nieuwe te halen, want je mocht altijd maar 1 boek meenemen, maar dat mocht niet. Je mocht niet op dezelfde dag meenemen en dezelfde dag weer terugbrengen. Nou, dat mocht niet, dus ik kreeg geen extra stempel. Deelnemer 4: Zit nog steeds diep hè? Deelnemer 3: Ja, heel erg. Deelnemer 5: Er was toch ook een jury of zo he? Deelnemer 3: Ja je mocht maar 1 boek van de Kinderboekenweek meenemen, want er waren er niet zo veel van. Gespreksleider: Maar.. Maar hadden jullie dat ook, want dat schiet me nu ineens te binnen, dat is me met allemaal andere dingen nog helemaal niet binnen.. Je had ook van die Lijsters, die boeken die je kon bestellen en ik deed dat echt ieder jaar. Ik denk dat ik dertig van die boeken thuis heb liggen, maar daardoor heb ik ook.. je kon op een gegeven moment Gouden Lijsters bestellen. Ik ging namelijk alles aanvinken en streepte mama alles door, wat ik niet mocht hebben. Maar op een gegeven moment waren er ook.. het was een soort van jubileum-editie van de Gouden Lijsters. Maar daar zat ook bijvoorbeeld De Aanslag bij van, van, van Harry Mulisch. Deelnemer 2: Klopt. Maar dat was wel echt… Deelnemer 3: Middelbare school bij mij. Deelnemer 2: Middelbare school inderdaad. Gespreksleider: Nee, nee, nee, dat was niet middelbare school, dat is basisschool geweest, dat weet ik zeker! Deelnemer 4: Ik weet niet of het basisschool was of middelbare school, ik weet wel dat.. ik heb dan toevallig twee oudere zussen en die zijn één of twee jaar ouder. Dan werd voor alle drie tegelijk besteld. (…) En al die boeken werden wel besteld en die las ik ook wel echt allemaal. Deelnemer 7: Bij mij werden ze besteld, maar ik las ze nooit. Gespreksleider: En de Okki en de Taptoe en zo? Deelnemer 3: Dat hadden wij wel. Deelnemer 4: Ik las ze echt allemaal.
Invloed basisschool: Verkoop van boeken, zoals De Lijsters
Invloed familie: broers/zussen
Educatieve tijdschriften
118
Deelnemer 7: Mijn ouders probeerde dat wel te stimuleren, maar ja.. lastig. Deelnemer 2: Maar je hebt inderdaad ook de Taptoe en zo. En de Ok… Deelnemer 3: De Bobo.. Het begon met de Bobo en dan de Okki. Gespreksleider: En de Taptoe. Deelnemer 3: En dan de Taptoe en de HelloYou had je. Gespreksleider: Hello You ja! Deelnemer 1: Oh ja dat klopt ja. Deelnemer 2: Welke was met die paarse dude? Gespreksleider: Want dat was ook Engels. Deelnemer 2: Ohh dat was HelloYou. Deelnemer 1: Dat kan ik me echt niet meer herinneren, maar ik heb ze wel gehad ja. Deelnemer 7: Als je dat nu nog terugleest, denk je echt van hoe kun je dat twaalfjarige kinderen laten lezen, want dat heb je dan helemaal niet door, daar zitten allemaal cynische .. dat je allemaal .. dat is pas cultuur! (Gelach) Deelnemer 1: Tekenfilms dat je die.. oh die eend? Met uh… Deelnemer 4: Donald Duck? (Gelach) Deelnemer 1: Nee, met die kleine… Deelnemer 4: Alfred Jodokus Kwak? Van Herman van Veen. Deelnemer 1: Dat was pas één en al nazi.. (Gelach) Gespreksleider: En, en, en, over tv.. jij zegt tv? Maar dan denk ik aan School TV Weekjournaal en dat soort programma’s die je op school keek. Deelnemer 4: Ja. Deelnemer 3: Ja. Gespreksleider: Heeft dat bij gedragen denk je? Deelnemer 3: Hoe heette dat nou ook alweer? Deelnemer 5: Wij hebben inderdaad vooral… Deelnemer 3: Karbonkel… Gespreksleider: Dat doet er niet zoveel toe. Wat zei je? Deelnemer 5: Wij hebben vooral leren.. leren schaken. Ook op de basisschool. Gespreksleider: Wij ook. Deelnemer 1: Daar heb je ook zo’n film van. Deelnemer 2: Met Tygo Gernandt. Deelnemer 1: En die kwam laatst nog op tv.. Deelnemer 3: Lang Leve De Koningin of zo. Gespreksleider: Leve de Koningin. Deelnemer 1: Die was laatst op tv toen had ik die weer terug gekeken.
Invloed van de ouders: Stimuleren lezen
Invloed media: Educatieve schoolprogramma’s
Invloed media: Educatieve films
119
Deelnemer 3: Die hebben we op videoband. Deelnemer 5: Maar er was ook echt een hele serie om te schaken en toen hebben wij ook echt uh.. leren schaken. Gespreksleider: Wij hadden zo’n schaakcompetitie. Ik heb in groep 3 leren schaken. Ik had echt een hele rare culturele school als ik dat vergelijk met allemaal. Deelnemer 4: Ja.. maar Teleac had je toch ook? (…) Gespreksleider: Jongens, zullen we het even centraal houden, asjeblieft, ik moet het uittypen. Wat zei je? Deelnemer 6: Misschien hangt het ook af van welke plaats het is want ik ben opgegroeid in Dordrecht en de Randstad is toch heel anders, merk ik, dan Brabant. Ook qua culturele dingen en scholen en… Gespreksleider: Ja, maar ik heb in de afgelopen gesprekken al best wel wat verschillen gemerkt bijvoorbeeld met mezelf en mensen die bijvoorbeeld, bijvoorbeeld iemand kwam uit Oosterhout en die kwam er echt achter dat hij een hele sobere school had, vergeleken met… he, dat er heel veel verschillende basisscholen.. Deelnemer 3: Dat denk ik ook wel, maar dat dat Teleac NOT, dat is echt toch niet.. iets Limb.. Dat is echt een nationaal iets, met School TV Weekjournaal en inderdaad. Je had voor ieder jaar was er wel iets, want ik kan me herinneren dat ik ieder jaar een uurtje of een half uurtje per week, dat er televisie gekeken werd. Deelnemer 7: Ja, Ringdingding, zoiets. Deelnemer 3: Ja en je had Ik mik Loreland en zo, want daar leerde je dan lezen en schrijven bij, en je had dan Moffel en Pier en daarna kreeg je ook weer allemaal… Deelnemer 4: Zoveel hadden wij dan weer niet. Deelnemer 3: Ik heb dat wel allemaal gezien. Deelnemer 2: School TV Weekjournaal deden wij elke week. Deelnemer 5: Maar ik uh, kom uit Maassluis dus dat is ook wel enigszins vergelijkbaar, maar ik zie ook wel een heel groot verschil met Limburg dan en katholiek.. en uh.. Deelnemer 4: Maar dat is denk ik ook wel.. kijk.. Deelnemer 5: En ik zat op een heel openbare school, maar ik heb wel het idee dat ze echt hun best gedaan hebben om zoveel mogelijk dingen te ondernemen met ons. Gespreksleider: Maar ik zat op een protestantschristelijke basisschool, ik ben zelf ja, niet
Invloed basisschool: educatieve lesprogramma’s
Geografisch aspect Randstad Brabant
Verschil in scholen
Geografisch aspect
Openbare basisschool Protestants-christelijke basisschool Katholieke basisschool
120
kerkelijk of iets dergelijks opgevoed. Deelnemer 3: Atheïst. Deelnemer 6: Ben je nog wel gedoopt of ook niet meer? Gespreksleider: Opgevoed. Wat zeg je? Deelnemer 6: Ben je nog wel gedoopt? Of ook niet meer. Ok. Gespreksleider: Nee. Ik kom wel uit een domineesfamilie bijvoorbeeld. Maar… uh, wat wou ik nou zeggen? We hadden wel bijvoorbeeld Bijbelles. En ook al was ik niet zo opgevoed, dat is ook wel blijven hangen want ik weet precies wat er door het jaar heen gebeurt zeg maar. Deelnemer 2: Maar is die Bijbelles gekomen op de basisschool of omdat je ook je communie deed? Gespreksleider: Nee, want ik… Deelnemer 2: Ooh wacht. Deelnemer 4: Communie dat doe je niet bij protestants. Deelnemer 1: Maar als je niet gedoopt bent, dan mag je ook niet doen. Deelnemer 3: Maar je hebt best mens.. dat is op katholiek he, dat is op communie dus dat is ook bij protestants denk ik.. Gespreksleider: Nee, dat is niet bij protestants. Deelnemer 4: Communie en doop bijvoorbeeld, vormsels. Communie is alleen bij.. Gespreksleider: Nee dat is bij mij.. kijk mijn ouders hebben er niet zoveel van meegegeven. De ouders van.. Mijn opa en oma bijvoorbeeld, laat ik het zo zeggen, aan mijn vaders kant sowieso wel, want dat was toen nog weet je wel, maar dat heeft er ook alweer niks mee te maken, dat is niet meegegeven op mij, maar ik heb wel voor het eerst een Bijbel gezien, nou niet gezien… in aanraking gekomen met een verhaal uit de Bijbel, door de basisschool. Dat is wel zo. Deelnemer 3: Wij hadden de Kinderbijbel thuis. Gespreksleider: Ja wij ook. Deelnemer 4: Wij hadden ook de Kinderbijbel. Die was Blauw. Blauw. Deelnemer 3: Wij hadden met groenig was die. Gespreksleider: Ja, die ligt hier om de hoek. Deelnemer 5: Ik moest wel verplicht uh, want ik zat dan op een openbare school. Mijn opa en oma aan de ene kant zijn ook uh ja.. gelovig dan, dat heet gereformeerd volgens mij? En daardoor moest ik wel per se 1 jaar uh, op godsdienst. Dat moest verplicht van mijn moeder.
Invloed grootouders
Invloed ouders: Bijbel in huis
Invloed grootouders
121
Gespreksleider: Op Godsdienst? Deelnemer 5: Ja we hadden dan, je kon dan kiezen voor Maatschappijleer of uh.. Godsdienst.. en ik heb dan 1 jaar per se verplicht moest ik dan… Deelnemer 4: Was dat middelbare school of basisschool? Deelnemer 5: Dat was basisschool. Deelnemer 4: Ja wij hadden gewoon…uhh.. Deelnemer 1: Een catechese groepje. Deelnemer 3: Dat hebben wij ook gehad, dan leer je bidden. Deelnemer 1: Een catechese groepje, dat ging gewoon, dat was wel op de basisschool, maar buiten school en dan ging je bij verschillende moeders dan die zich daar uh, nou ja weet ik veel voor hadden opgegeven, ging je uh, ja knutselen eigenlijk. Maar alles wat je knutselde had te maken met de godsdienst. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 7: Catechese waar staat dat voor? Deelnemer 4: Catorgisme is gewoon de belijding van het katholieke geloof. Maar ik weet, mijn vader is wel echt vanuit.. proteserend katholiek en mijn moeder officieel, maar eigenlijk absoluut niet. Dus ik heb het wel van thuis uit wel meegekregen, en op de basisschool kreeg je dat ook wel mee. Ook mensen die niet gelovig waren, dus ik denk wel dat het een rol heeft gespeeld in je vorming daarmee. Dat je daardoor ook al enigszins heel erg in aanmerking komt met het katholieke geloof, van tradities, veel historie, waardoor je wel mee wordt gezogen in een bepaalde.. niet de moderne cultuur, maar wel de ouderwetse, weet je wel de historische.. Deelnemer 7: Bij mij op de basisschool was dat meer Levensbeschouwing en toen kreeg ik pas het idee dat er veel meer kanten waren. Deelnemer 4: Klopt. Deelnemer 7: Toen was het niet alleen maar meer katholiek en uh..? Gespreksleider: En was dat anders dan je middelbare school? Deelnemer 7: Toen was het heel anders dan op mijn basisschool. Deelnemer 2: Je moet in je achterhoofd houden, natuurlijk dat een basisschool is eigenlijk… veel meer… een soort verlenging van de lokale cultuur die in een dorp of gemeenschap heerst. Dat sowieso, je zal niet snel een Montessori school zien in Staphorst, of hoe heet dat? Deelnemer 4: Ja dat denk ik ook niet, nee maar
Invloed basisschool: Vakkenpakket
Invloed ouders: gelovig opgevoed
122
dat klopt. Ja Levensbeschouwing op de middelbare school was inderdaad, je.. ja, dan ging je meestal dat andere gelovigen.. maar eigenlijk niet. Deelnemer 3: Maar ik denk dat dat bij mij toen op school, er was wel aandacht voor die andere cultuur en die andere godsdiensten, maar ik denk dat bij ons toch wel echt de nadruk lag op het katholieke geloof. Deelnemer 4: Ook nog op de middelbare school? Deelnemer 3: Ja want ik zat op een katholieke basissch.. uh middelbare school. Deelnemer 4: Ok. Ik zat op een protestantse middelbare school dan. En dat was.. wel veel het christendom en het jodendom, maar ook heel veel juist op het.. uh.. Deelnemer 1: Boeddhisme of zo? Deelnemer 4: Hindoeïsme en islam. Deelnemer 5: Bij mij zaten er zoveel buitenlanders bij mij op school dat ze wel moesten. Ook op de basisschool in de klas. Deelnemer 4: Op mijn middelbare school ook. Deelnemer 3: Ik denk dat ze die bij mij op 1 hand kunnen tellen. Deelnemer 4: Bij mij op de basisschool was ook de helft buitenlander. Deelnemer 3: Voor mij echt maar tien of zo… kon je gewoon aanwijzen. Gespreksleider: En met uh, want ik vroeg net aan jou, was het anders op je middelbare school want dan kreeg je natuurlijk Levensbeschouwing, maar ook andere vakken? Muziek? Tekenen? Deelnemer 7: Uhm, theater, of ja ik weet niet..? Gespreksleider: Drama? Denk ik dat dat heet? Deelnemer 7: Drama. Dat vond ik echt verschrikkelijk. Gespreksleider: Dat is dus echt niet op iedere middelbare school. Ik heb dat ook nooit gehad. Deelnemer 4: Wij hadden, als je het dan over CKV had, je kon kiezen of je werd ingedeeld, dat weet ik niet meer dat is te lang geleden.. uit Drama, Muziek, Tekenen en uh. Deelnemer 1: Handvaardigheid? Deelnemer 4: Je had er vier, CKV1 tot en met 4. Gespreksleider: Dans denk ik dan. Deelnemer 4: Ja dat kan ook. Deelnemer 1: Wij hadden alleen maar CKV 1, 2, 3 volgens mij? Gespreksleider: Maar iedereen heeft CKV gehad hier, behalve jij denk ik hier? Deelnemer 6: Ja.
Invloed middelbare school: Andere culturen leren kennen
Invloed middelbare school Kunstvakken middelbaren school: Muziek, Tekenen, Drama
Kunstvakken verschillen per school CKV
123
Deelnemer 1: Maar wij hadden alleen maar CKV en dat was gewoon CKV1, zeg maar. Gespreksleider: Ja, CKV1 daar heb ik het over. Deelnemer 1: Ja, dat twee en drie bestond bij ons ook allemaal niet. Deelnemer 3: Wat was dat dan? Gespreksleider: Ja, ik heb dat wel gehad, want ik heb CKV 1 in de vierde gehad, CKV 2 in de vijfde en de zesde, maar dat was omdat ik C&M had gekozen, profiel C&M, en dat was dan kunstgeschiedenis en uhm.. dat soort dingen en CKV 3 was opgesplitst in Tekenen of Muziek3 en dat mocht je dan kiezen. En ik heb dan Muziek3 gehad, maar dat is dan in principe, die laatsten waren alleen voor Cultuur en Maatschappij profielen. Deelnemer 4: Bij ons werd je in de derde of de vierde, of alleen in de vierde, ik weet het niet? Deelnemer 3: Ik heb alleen in de vierde CKV gehad. Gespreksleider: Dat is heel logisch hoor, want dat is eigenlijk de limiet, of de minimale. Deelnemer 1: Ja ik ook alleen in de vierde. Ja ik ook. Deelnemer 4: Ja, dan werd je al die verschillende vormen daar werd je bij ingedeeld en daarvoor .. ja. Deelnemer 7: Maar dat vond ik wel echt een cultuurvak. Ik weet niet waar de afkorting voor staat maar..? Bijna iedereen: Culturele en Kunstzinnige Vorming… Deelnemer 7: Dat was alleen maar over cultuur. Dat werd veel duidelijker… Gespreksleider: Maar heeft dat bijgedragen aan jouw cultuurdeelname nu? Deelnemer 4: Nee. Deelnemer 7: Uhm.. Nou.. ja we gingen toen bijvoorbeeld zo ook eens een keer naar zo’n concert. Dus ik denk dat dat wel invloed heeft gehad. Deelnemer 3: Maar werd dat bij jou vanuit school geregeld dan? Deelnemer 7: Ja, dan gingen wij.. wij zijn met mijn middelbare school naar Alain Clark geweest en Doornroosje. Deelnemer 3: Echt? Oh nee, wij moesten gewoon zelf.. dan kreeg je dan gewoon bonnen he, van die CJC passen of zo? Gespreksleider: Op iedere school is dat anders. CJP passen is vanuit de overheid in principe heb je die ook gehad, maar uh iedere middelbare
Invloed CKV: Verschil per profiel Profiel Cultuur & Maatschappij: CKV1,2,3
CKV: minimaal een jaar in de bovenbouw
Invloed CKV op cultuurdeelname
Invloed school: Leerlingen wel of niet culturele activiteiten zelf laten regelen.
Invloed overheid en middelbare school: CJP-passen 124
school, bij mij was het bijvoorbeeld je had een lijst liggen en dan kon je van ik wil naar die voorstelling, zet mij erop en dan moest je geld overmaken naar je leraar bijvoorbeeld. Deelnemer 3: Oh nee, wij kregen gewoon.. nee.. je moest dan per periode een verslag, twee verslagen moest je, een groot verslag en een klein verslag maken. Deelnemer 5: Ja dat moest ik ook. Deelnemer 3: En een klein verslag was dan naar de bioscoop of dat soort dingen allemaal. Een groot verslag was echt iets in het theater of een museum bezoeken. En dan moest je dan als je een klein verslag.. dan was dat alleen maar een verslag schrijven. En als je een groot verslag, dan moest daar een heel werkstuk bij.. mijn vader had toen een, samen met de artsen van het ziekenhuis waar mijn moeder werkte, een concert van Alfred Jodokus Kwak in elkaar gezet en heb ik toen, naartoe geweest en toen heb ik een hele grote Alfred Jodokus Kwak gemaakt en daar de snelhechter aan vast geplakt. Dat was dan een groot verslag. Maar dat moest ik dus iedere periode zo iets… Deelnemer 1: Letterlijk. Deelnemer 4: Ja. Deelnemer 3: Ja. En dan een hele grote afsluitende opdracht nog. Deelnemer 1: Ja, wij hadden vier periodes en elke periode moest je dan inderdaad iets groots doen. En dan moest je verslag van maken, maar dan moest je gewoon zelf uh, betalen en dan, omdat je zelf moest betalen, was een film was ook goed, maar uh een … museum of. Deelnemer 3: Ja één per zo veel.. ja. Deelnemer 1: Ja. Dat klopt. Maar wat was het bij ons? Wij hebben in die zin was het heel minimaal en ik denk niet dat toen, bij mij, CKV of wat dan ook, uh, toen zeg maar bijgedragen aan mijn culturele nou ja… Gespreksleider: En dat vak Tekenen. Voor jou? Deelnemer 1: Ja, dan moet ik eerder kijken naar het vak Tekenen en Handvaardigheid omdat ik daar goed in was en daar haalde ik hoge cijfers in en dat vond ik leuk. En is dat later op een gegeven moment als je moet denken nou wat ga ik doen? Nou dat vind ik leuk, kan ik daar niet iets mee, is dat eigenlijk in havo 5 een beetje gaan borrelen. Maar eigenlijk daarvoor, ja, deed ik gewone dingen die elke leerling ook op school deed, en had ik niet zo iets van.. dat was voor mij ook niet echt?
CKV: Verslagen
Invloed kunstvakken op vervolgstudie
125
Gespreksleider: Ja. Deelnemer 3: Ja maar, ik denk ook wel… Deelnemer 4: Maar ik ben van de, de, de, Bèta kant. Natuurkunde-kant, dus er werd echt totaal geen focus opgelegd. Deelnemer 3: Ja, maar ik ben ook van de Bèta kant en ik heb ook gewoon CKV moeten doen. Deelnemer 4: Ja, maar 1 jaar. Deelnemer 3: Ja, 1 jaar. Deelnemer 4: Maar dat was 1 periode drama, 1 periode muziek en 1 periode tekenen volgens mij en 1 periode was het dans, weet ik niet meer.. Deelnemer 7: Heb je maar een kwartaal muziek gehad, op je hele middelbare school? Deelnemer 4: Nee in de tweede een keer muziek gehad, volgens mij. Deelnemer 3: Wij ieder jaar, vanaf het eerste tot en met de vierde. Deelnemer 4: In de derde hadden we drama, in de tweede hadden we muziek, in de derde hadden we drama en in de eerste hadden we niets.. ja handvaardigheid of zo, techniek. Deelnemer 2: Maar hebben jullie sowieso niet vanuit de Alfa vakken Nederlands, Engels en Duits of Frans..? Deelnemer 4: Kijk, je kreeg wel natuurlijk de literatuur mee. Deelnemer 2: Ja, je krijgt natuurlijk wel de literatuur mee. Deelnemer 4: Ja, de literatuur moesten we mee en ik zat ook in de oude Tweede Fase en je had ook sowieso twee buitenlandse talen, je moest verplicht Frans1 en Duits1. Gespreksleider: Ja, ja. Deelnemer 3: Ja ik ook. Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 3: Maar ik was van de havo dus ik hoefde maar 1 buitenlandse taal. Gespreksleider: En hoe zit dat bij jou, als in van met KCV, want dan hoefde je niet die culturele activiteiten en alles, want dat was volgens mij toch gewoon meer kunstgeschiedenis. Deelnemer 6: Ja.. ja het is… Gespreksleider: KCV? Deelnemer 6: … Griekse en Romeinse oudheid. Gespreksleider: Oh ja dat. Deelnemer 6: Dus uh, ja ik had ook Latijn en Grieks dus dan kreeg je wat extra verdieping in de geschiedenis. En we zijn geloof ik 1 keer naar het museum geweest en 1 keer naar Aachen. Deelnemer 5: Nou ik heb twee jaar Tekenen
Invloed middelbare school: Kunstvakken
Invloed middelbare school: Literatuur
KCV
Invloed vakken Latijns en Grieks Culturele activiteiten met KCV
126
gehad en drie jaar Muziek, en daarna werd het inderdaad, in de bovenbouw werd het CKV, maar ik weet nog dat dat, wij gingen altijd een schoolkrant maken en dat mens, was echt, echt zo gek als een deur, onze docent. Dat wij daar allemaal zaten van allemaal het was meer van.. Gespreksleider: Dat deed je met CKV? Deelnemer 5: Ja schoolkrant maken. Van ja hoe zorgen we dat we hier niet naar toe hoeven, dat was een beetje hoe gaan we… Gespreksleider: Maar jullie keken bijvoorbeeld, want wij bijvoorbeeld, maar dat zal met KCV dan niet zo zijn geweest, wij gingen, wij hebben bijvoorbeeld in de les een keer een film gekeken, nou was dat niet een fantastische film, het was Evita, maar dat vond mijn CKV-docent op dat moment relevant om mee geven, bij wijze van spreken. Dat is... Deelnemer 5: Ik ben niet zo heel vaak geweest bij CKV, want het is echt verschrikkelijk. Deelnemer 7: Oude spijbelaar. (Gelach) Deelnemer 1: Ik vond dat altijd wel leuk, je hoefde niet zoveel te doen, wij gingen ook met onze klas film kijken. Ik vond het altijd wel prima. Deelnemer 3: Ik vond het ook heel leuk. Deelnemer 4: Ik vond het echt, ja, ik vond het echt waardeloos. Deelnemer 2: Ja, ik ook wel. Deelnemer 5: Ik vond het echt zo slecht geregeld. En dan staat er zo’n zweverig ding, staat voor je, staat.. echt verschrikkelijk. Deelnemer 3: Ja dat was bij ons ook wel, die stond met twee verschillende schoenen aan voor de klas… Deelnemer 1: Expres of uh? Deelnemer 3: Dat weet ik niet, maar het waren echt gewoon twee verschillende schoenen. Gespreksleider: En hoe is dat nu, met het vak CKV? Deelnemer 1: Mmm.. Nou de school waar op ik nu lesgeef is sowieso geen CKV, want ik geef op een vmbo basis school kader les en dan heb je gewoon het vak handvaardigheid en tekenen en dat hebben ze, ze hebben twee keer in de week handvaardigheid en één keer in de week tekenen en dat is eigenlijk het enige wat ze een beetje qua kunst meekrijgen. Gespreksleider: Hmhm. Deelnemer 1: Maar wat ik weet op mijn LIOstage, daar had ik vooral onderbouw, dus dan
Invloed kunstvakken
Invulling vak CKV stimulerend of niet
Invloed docent
127
hebben ze nog.. Ja op de bovenbouw hadden ze CKV, en daar gingen ze toch wel echt met de klas uhm, allerlei dingen doen, maar dat, ik had alleen de onderbouwklassen en dan had je echt alleen maar gewoon Handvaardigheid en tekenen. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 7: En wat geef je zelf voor les dan? Deelnemer 1: Uh, ja. Zowel Handvaardigheid als Tekenen. Deelnemer 3: Bij mij op mijn stageschool.. Deelnemer 1: Maar op elke school is dat anders. De ene school noemt het uhh, Kunst en Cultuur, dan heet dat vak Kunst en Cultuur, maar dan is dat ook gewoon Handvaardigheid, het is maar net hoe je het zelf dan als docent invult. Je bent eigenlijk heel vrij als docent om uh, om het vak wat je wilt.. Gespreksleider: Denk je dat dat goed is? Deelnemer 1: Uhm.. Gespreksleider: Omdat het juist zo vrij is dat mensen het zelf invullen en dan krijg je heel erg die verschillen tussen scholen. Denk je dat dat meer, ja hoe noem je dat, gekaderd moet worden? Deelnemer 1: Mm, nou je hebt wel een soort van protocollen waar je je aan moet houden, maar dat is dan bijvoorbeeld in periode 1 moet uhm, ja een bepaald onderwerp moet dan behandeld zijn en dan ben je zelf vrij hoe je dat gaat doen. Dus dan kan jij zeggen ik ga met weet ik veel welk materiaal aan de slag, als dat onderwerp er maar een beetje in terug komt. Dan vind ik wel dat de ene school zich daar meer aan houdt dan een andere school. Kijk bij de school waar ik nu werk is echt gewoon van ja je zoekt het maar uit wat je doet, als je de kids maar bezig houdt. Dus of ik me nou wel of niet aan het protocol hou, dat maakt dus niks uit daar. Deelnemer 5: Ik vind wel dat ze.. dat beter geregeld moet worden, want ik heb echt niks opgestoken. Ik heb volgens mij van die twee jaar tekenen heb ik één keer een toets gehad en voorderest, ja dan moest ik mijn tekening inleveren en dan zag mijn docent, die keek dan naar mijn tekening en die dacht dan arm meisje, want dat wordt hem gewoon ook echt niet. (Gelach) Gespreksleider: Maar goed, zij gaan jou niet, jij hebt wel die tekening gedaan, je hebt jouw moeite daarin gestoken als klein kind, dan gaan
Verschil per middelbare school: Benoeming van de kunstvakken
Vak CKV inkaderen Protocolwerking verschilt per school
Beoordeling kunstvakken: Stimuleert wel of niet
128
ze niet tegen jou zeggen jij hebt een vier. Deelnemer 5: Nee, nee, nee, nou ja een vijf, vijven heb ik wel veel gehaald hoor. Ja, ik was echt verschrikkelijk ik kan het gewoon echt niet. Deelnemer 3: Had ik met gym. Gespreksleider: Ja, maar ik bedoel meer van op die vakken ga jij niet zakken. Deelnemer 4: Nee. Deelnemer 3: Nee. Ja, maar dat is hetzelfde als met Lichamelijke Opvoeding. Ik bedoel ik ben ook zo een tooi als maar wat en ze hebben mij een 5,6 gegeven. Gespreksleider: Maar was dat ook met KCV? Deelnemer 5: Nee maar wat ik ermee wil zeggen is, dat ik er echt niks van opgestoken heb, ik, ik, weet helemaal niks van bijvoorbeeld kunstgeschiedenis en verschillende soorten. Gespreksleider: Nee, daarom vraag ik heb jij dat zelfde ervaring met KCV, dat je er niks meer van weet? Of heeft dat iets meer indruk gemaakt dan een CKV. Deelnemer 6: Ik denk dat wel dat dat meer is blijven hangen, omdat ik ook drie jaar heb gehad, dus uh, daar blijft allicht iets hangen. Gespreksleider: Ja, ja, dat heb ik natuurlijk ook met CKV, ik heb dat ook drie keer gehad. Deelnemer 6: Maar we hadden ook elke maand wel groepswerk dus dat.. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 4: Nee maar ik weet wel dat ik uh, volgens mij heb ik 1 boekje gehad voor Tekenen, zo een ieniemienie… Deelnemer 1: Ziender Ogen Kunst ofzo? Deelnemer 5: Jaa! Ja! Deelnemer 3: Ik heb niet eens een boek gehad. Deelnemer 4: En dat leek meer zo’n folder.. Hoe heet die? Deelnemer 1: Ziender Ogen Kunst waarschijnlijk. Deelnemer 4: Ja dat kan.. dat klinkt heel bekend ja. Deelnemer 3: Ik heb niet eens zo’n boek gehad… Deelnemer 4: Ja, daar stond vast iets van barok in en dat soort.. maar.. of ik dat.. Deelnemer 5: Maar daar weet ik helemaal niets meer van. Deelnemer 4: Nee, het is meer dat ik dat nu meer herlees.. Deelnemer 1: Ik zelf, vanuit mijn tekenklas, les, we hadden dan, ik had dan C&M gekozen. Eén jaar heb ik dan inderdaad CKV gehad en ik had echt nog de oude stempel Tekenen. Dat was drie uur Tekenen in de week en 1 uur
Invulling KCV: 3 jaar
129
Kunstgeschiedenis. Maar van dat één uur Kunstgeschiedenis, wat ik had, kan ik gewoon werkelijk niks, ja ik kan, het enige wat ik me kan herinneren van de middelbare school van Kunstgeschiedenis is dat wij een foto kregen van een stilleven en dat hij daar iets over heeft verteld van een skelet en een zandlopen en meer weet ik van heel.. weet ik niets van. Dat is pas bij mij later… Deelnemer 3: Nou dan heb je veel meer gehad dan ik, op de havo. Wij hadden Tekenen… (Gelach) Deelnemer 7: Maar hoe is dat dan met Scheikunde van bijvoorbeeld? Want, daar kan ik me ook niks meer van herinneren. Deelnemer 3: Oh dat weet ik wel nog. Oh maar dat… Deelnemer 5: Jawel… Deelnemer 3: Dat is stiekem wel, daar onthoudt je heel veel van. Deelnemer 7: Ja? Ik niet. Deelnemer 3: Ik ben nou namelijk, ja, ik begeleid nou een leerling die dan in het revalidatie… Gespreksleider: Is dat heel relevant? Deelnemer 3: Nee, ja maar in ieder geval ik moet hem dus opdrachten laten doen en ik weet nog alles. Ik kan gewoon die opdrachten nog maken. Stiekem laat je… Gespreksleider: Maar dat is meer wat je opslaat. Maar in principe zou je en vak als CKV misschien ook moeten opslaan, want daar ligt je geschiedenis van Nederland. Het zijn niet je proefjes die je dan hebt en weet ik het wat, maar daar ligt misschien ook een…? Deelnemer 4: Nee maar als ik dan kijk wat ik met geschiedenis heb opgedaan en wat ik daarvan onthouden heb…? Gespreksleider: Ja ik bedoelde meer als in van de culturele kant als in een Van Gogh en een Rembrandt en een Vermeer. Deelnemer 4: Ja, maar dat heb je denk ik ook bij geschiedenis gehad. Deelnemer 3: Maar komt dat misschien, heeft dat misschien er ook niet mee te maken dat je het niet allemaal onthoudt omdat je er niet dagelijks mee bezig bent? Gespreksleider: Voor geïnteresseerd bent? Deelnemer 3: Ja niet geïnteresseerd bent wil ik niet zeggen, maar ik denk dat je ref.., als jij in je dagelijks leven, ben je niet wanneer je aan het werken bent of aan het studeren bent, ben je daar niet actief mee bezig.
Invloed kunstvakken: Theorie blijft niet hangen
Invloed middelbare school: Andere vakken
Lage status vak CKV onder leerlingen
130
Gespreksleider: Ja, maar ik was niet actief bezig met de Stelling van Pythagoras, maar toch zit die nog in mijn hoofd want die is er ingestampt in de tweede. Deelnemer 1: Ja.. nou wat ik wel ook vertelde.. inderdaad buiten ook. Ik geef nu les op een vmbo basis school, wat in principe gewoon bij Handvaardigheid gewoon bezigheidstherapie is en dan probeer ik toch nog enigszins iets van een uh, Van Gogh mee te geven. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 1: En het enige, nou ja de spanningsboog is zo laag dat je.. Gespreksleider: Dus jij zegt juist: ja hij sneed zijn oor af, die is een leuke kunstenaar. Deelnemer 1: Nou ja, haha, ja praten zeg maar, uhm, dat is niet te doen. Dus je moet echt beelden moet je bij die leerlingen echt iets over brengen. Dus wat deed ik dan, ik had verschillende bijvoorbeeld Van Gogh een foto en kunstenaars gewoon en bekende schilderijen en dan daarmee gingen ze, moesten ze iets knippen en plakken. En dan probeerde je op die manier iets van Van Gogh mee te geven, maar wat dan, wat helaas dan gebeurde is van: Ja ik had dat plaatje van die zwerver. Dus dat is gewoon, er bleef gewoon niks hangen, en dan ja… Deelnemer 4: En dat was dan een zelfportret? Deelnemer 1: Ja dat was dan een zelfportret, zo’n goede. Diegene met die oranje baard, met al die streepjes.. nou ja goed. Dan, dan was het ik had dat plaatje van die zwerver. En dan denk ik van die zwerver? Ik zeg Van Gogh bedoel je, oh ja weet ik niet. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 1: En dan, dus ja. Dan is het gewoon ook wel de interesse van het kind en het niveau dat ook meespeelt. Want hun… Gespreksleider: Maar denk je bijvoorbeeld ook als je kijkt naar de havo en vwo-klassen dat daar ook, je hebt een bepaald niveau, maar uh ik heb al heel veel gehoord: Ja, maar ik vond er maar gewoon niks aan dus het interesseerde me niet. Dus eigenlijk wat zij zegt? Deelnemer 1: Nou wat ik merk op de.. dat was nog bij vmbo 3, die zeiden van, die waren al slim genoeg om te denken ik ga gewoon later niks met dit vak doen dus waarom moet ik dit doen. Dan krijg je die discussie. Deelnemer 4: Ik denk zeker dat je in die fase in de bovenbouw, je zo met jezelf bezig bent, als persoon zijnde. Zo in je ontwikkeling zit,
Kunstvakken op middelbare school: Bij lagere niveaus meer bezigheidstherapie door lage spanningsboog leerlingen
Interesse van een kind
Invloed puberteit 131
persoonlijke ontwikkeling in ieder geval, ja gewoon je wordt echt volwassen. Het zijn gewoon je pubertijd jaren, zeker bij de mannen. Dat je echt… totaal geen interesse hebt in enige vorm van cultuur. Deelnemer 1: Je was alleen maar met jezelf bezig en met vrienden. Deelnemer 4: Ja met je vrienden en stoer overkomen.. en met meisjes proberen te regelen, haha. Deelnemer 7: Nou het zou toch een mooi keuzevak zijn, dat het aanbod er wel is en dat het dus sowieso voor de bovenbouw niet verplicht moet stellen. Gespreksleider: Maar het punt is… Deelnemer 3: Ik vind dat het verplicht moet blijven. Gespreksleider: Het is dus vanuit de overheid een verplichting, omdat je dus iets bij wil brengen, want zeg jij dan indirect eigenlijk ik vind het minder belangrijk dat je dat mee krijgt dan dat je net zegt Scheikunde, of is het van ik hou er zelf niet van dus.. Deelnemer 7: Nou ja, met Scheikunde bedoelde ik mee te zeggen dat ik dat ook helemaal niet interessant vond en daardoor ook helemaal niks meer van weet. Dat was mijn vergelijking. Deelnemer 4: Ik denk dat het.. in die fase waar het nu wordt gestopt, in je leven, dat je dan echt niet mee bezig bent. Deelnemer 7: Ja. Maar vrouwen wat eerder. Deelnemer 3: Ik denk dat je dan gewoon te jong bent. Ik vind wel gewoon… Deelnemer 1: Er zijn wel genoeg leerlingen die er wel mee bezig zijn, hoor. Gespreksleider: Maar denk je dat ik toen ik zes was te jong was om naar het theater te gaan? Deelnemer 3: Nee, maar ik denk wel als je, ik vind het wel gewoon goed dat het op een later tijdstip op middelbaar onderwijs gegeven wordt, om een vak als CKV te doen. Juist omdat wij geacht werden zelfstandig naar voorstellingen te gaan in de avonduren, je kunt niet… Gespreksleider: Nee, dat vind ik niet. Vind ik niet wat je zegt. Ik vind dat juist van jongs af aan. Deelnemer 3: Ja maar het werd bij .. ja bij ons thuis veel.. Gespreksleider: Ja, dat is je voordeel geweest. Deelnemer 3: Maar ik vind, ik denk niet dat je van kinderen vanaf, van acht jaar kunt verwachten dat zij … dan daar naar toe gaan als jij je ouders er niet achter staan. Ik bedoel je
Geen interesse, andere bezigheden
Verplicht stellen CKV
Levensfase
Invloed ouders: Culturele activiteiten 132
moet dat zelfstandig kunnen doen en als kunt van acht kun je niet zelf doen, als je ouders daar niet achter staan, je daar niet mee naar toe nemen… Deelnemer 1: Maar dan is de school die je daar toch bij helpt. Deelnemer 3: Ja, maar goed de school heeft daar ook geen tijd en plek voor. Deelnemer 7: Mwahhh. Deelnemer 3: Bij mij in ieder geval. Gespreksleider: Dat valt wel mee denk ik. Deelnemer 4: Maar ik denk dat dat gewoon buiten de discussie omgaat. Deelnemer 5: Ja… nou wij zagen het in ieder geval dat Tekenen en Muziek als een roddeluurtje, want dan waren we weer helemaal op de hoogte. Deelnemer 4: Bij ons was dat het uurtje om naar de Albert Heijn XL te gaan en naar de shop. Gespreksleider: Wij mochten het schoolplein niet eens af. Wij waren opgesloten met hekken dat meen ik serieus. Maar als je verder kijkt op de middelbare school he. Wat ik net bij de basisschool ook vroeg. Hadden jullie een schoolorkest of een, een, uh, schoolmusical. Wij hadden ieder jaar voor de zomer of voor de sluiting moet ik zeggen, zeg maar, deed de bovenbouw een schoolmusical. Deelnemer 2: Middelbare school is dit? Deelnemer 1: Ja, middelbare school kan ik me ook niet… Deelnemer 4: Wij hadden hele grote muziekavonden, maar wij hadden ook een muziekdocent, dat was Ad Maas, die componeert ook, componeerde, componeert heel veel voor Van Den Ende. Gespreksleider: Is dat die met die bril? Oh dat weet ik trouwens niet, dat is een andere die ik bedoel. Deelnemer 4: Ja, uh, en uh, uh, ja die was er heel erg mee bezig. Dat was heel groots en dat vond hij zelf ook superleuk, dus daar gebeurde heel veel mee. En voor drama was er ook wel een toneelclubje, maar volgens mij kwamen hooguit die ouders van iedereen van het toneelclubje op die voorstelling en voorderest niet zo heel veel. Bij ons was het zo specifiek, aan die docent. Gespreksleider: Ook geen bandjesavond of zo? Deelnemer 4: Nee dat was op die muziekavond. Dan werd er gedanst uh, optredens in de zin van dans, maar ook van bandjes ook, cabaret, alles
ondernemen
Kunstvakken: Interesse scholieren
Invloed middelbare school: Musical, orkest
Invloed docent, enthousiasme Muziekavonden middelbare school, toneelclubje
133
door elkaar heen en dat was dan twee, drie dagen in de schouwburg. Echt verschillende dagen, verschillende mensen. Gespreksleider: Hm hm. Deelnemer 1: Ja bij ons was het ook echt heel slecht, ik kan me niks van uh, ja een school uh uh, feest waar dan misschien een bandje kwam. Gespreksleider: Maar verder niet. Deelnemer 1: Maar voorderest uh, hadden wij geen uh, niet dat ik me kan herinneren. Gespreksleider: En hoe was dat bij jou, was je toen al in een bandje? Deelnemer 2: Uhm, nou. Deelnemer 1: Speel je in een band? Deelnemer 2: Nou dat was echt wel vanuit de muziekschool. Gespreksleider: Okay. Deelnemer 2: Maar, soortgelijks ook een .. jonge.. ja.. en daar ging je optreden. Maar bij ons op school was een heel actieve uh, docent Nederlands, die gaf ook toneelles en dat leeft heel erg bij ons zeg maar. We hadden hele grote gymzaal en een groot podium en op het moment dat daar een toneelstuk kwam was het ook echt een, uuh, ik weet wel één keer was daar Pirgint en Alice in Wonderland werd daar gespeeld. Dat zijn echt dingen dat weken van tevoren hingen er posters in de school.. Deelnemer 1: En dan leeft heel de school natuurlijk mee. Deelnemer 2: Het was eigenlijk echt voor heel de school. En ook omdat het klassieke werken zijn, uhm, dan komen mensen daar ook allemaal mee in aanraking en zien ze van het is interessant en op het moment dat het dan op het podium staat en is het daadwerkelijk vet.. je kreeg dan altijd hele rare scenes, die vent is zo, Henk van Loon, gek als een deur. Bijvoorbeeld de eerste scene bij Alice in Wonderland was dat Henk van Loon zou ruzie hebben met één van de hoofdrolspelers, dat was dan een grap of zo en dan stonden ze samen te vechten op het podium en iedereen dacht echt zo van Jezus wat is dit. Maar dat hoorde er gewoon bij en was iedereen in 1 keer zo van Oh vet. Gespreksleider: Ja, dan wordt je aandacht getriggerd. Deelnemer 2: Ja heel erg, ja. En dat was gewoon, dat was heel erg leuk. Zijn echt dingen.. die posters die hangen, er is een soort archief geloof ik op die school en daar hangen die posters nog allemaal. Van memorabele dingen die daar
Verschil per middelbare school Schoolfeest met een bandje
Invloed muziekschool: Band
Invloed docent Toneelles op middelbare school Uitvoering toneelstuk
Hoge cultuur: Klassieke werken
Aandacht triggeren, promotie
134
gebeuren. Gespreksleider: En ging je wel eens naar musea ofzo. Deelnemer 2: Ja. Deelnemer 1: Dat weet ik niet meer. Deelnemer 2: Wij hadden ook heel veel Grieks en Latijn op school en we zijn vaak naar die oudheidkundige musea geweest… en bij ons was het.. huh wat? Gespreksleider: Ja, zij heeft ineens iets, ziet het licht, zag ik zo! Deelnemer 1: Er schiet mij ineens iets te binnen. Ineens. Ik zat te denken er moet toch iets van cultureel bij mij op school zijn geweest. Kan toch niet dat er gewoon niks heb… Deelnemer 7: Gingen jullie niet naar Barcelona of Rome of zo? Dat soort reizen? Deelnemer 2: Rome. Rome. Deelnemer 1: Ja, ik wou net zeggen wij zijn een keer naar Parijs geweest op school, dat was dan uhm, cultureel en inderdaad naar Londen. Deelnemer 4: Ja ik mocht, bij ons werd je ingeloot en ik werd ingeloot voor Duitsland en dat werd georganiseerd door de gymleraar. En wij mochten toen fietsen naar Duitsland. Ja ja ja, 100 kilometer fietsen. (Gelach) Deelnemer 5: Echt? Oh.. Ik ben gaan skiën. Gespreksleider: Ik ben naar Istanbul en Berlijn geweest. Deelnemer 7: Uitwisselingen. Deelnemer 2: Uitwisselingen. Deelnemer 4: Maar wij gingen wel bijvoorbeeld vaak naar het Van Abbemuseum. Ja want.. Ik zat dan in Eindhoven op school en het Van Abbemuseum was echt, ja vijf minuten fietsen max. Dus Van Abbe werden we wel veel naar toe genomen. Maar… Deelnemer 1: Jaaja. Deelnemer 2: Bij ons werd ook eigenlijk veel meer de nadruk gelegd op literatuur.. ook. Deelnemer 4: Ja ook. Ja Nederlands wel heel veel ja. Deelnemer 2: Nederlands, Engels. Ook wel echt Duits, klassieke teksten. Gespreksleider: Maar dat is te merken aan jou, eigenlijk als je.. Ik vond ook altijd als wij in college bijvoorbeeld zaten dat jij altijd heel erg.. ermee bezig was. Deelnemer 4: We zijn wel diep in geweest op de Elegast, weet je wel. Gespreksleider: Karel en de Elegast?
Invloed middelbare school: Musea bezoeken
Invloed middelbare school: Buitenlandse excursies en uitwisselingen
Invloed middelbare school: Museum bezoeken Geografisch aspect
Nederlandse Literatuur Engelse Literatuur
135
Deelnemer 2: Karel en de Elegast. Deelnemer 4: Ja.. die, die klassieke werken en hoe heet die? Beowulf hebben we ook nog gehad natuurlijk ben Engels. En dat soort dingen hebben we wel heel veel gehad. Deelnemer 2: Ik heb alleen de film gezien. Beowulf. Gespreksleider: En hebben jullie ook bij Engels, bijvoorbeeld wij hebben Othello zitten kijken, Shakespeare of iets dergelijks. Ja wij hebben Othello zitten kijken, de zwarte moor. Deelnemer 4: Wij hebben wel al die Shakespearewerken moeten lezen. Deelnemer 5: Echt? Oh, ik alleen hoe heette dat uh, met die beesten? Gespreksleider: Romeo en Julia? Deelnemer 5: Die dan Rusland en het communisme en zo.. Farm.. animal farm. Deelnemer 2: Animal farm. Ja, met de Russische oorlog. Deelnemer 5: Dat is het enige wat wij voor Engelse literatuur gelezen hebben. Deelnemer 4: Nou bij ons was het ook.. voor Duits moesten wij ook dingen en voor Frans ook. Deelnemer 5: In het Nederlands hadden we.. Deelnemer 7: In het Nederlands ja. Deelnemer 5: … van die hele enorme boekenlijsten, voor je mondeling. Deelnemer 7: Ja je moest elke tijdsperiode.. Gespreksleider: Ik had een negen, hahaha. Deelnemer 7: De renaissance, barok en dat moest je allemaal maar stampen. Dat vind ik geen goede manier om cultuur bij te brengen. Deelnemer 5: Dat was echt.. Sloeg echt helemaal nergens op. Deelnemer 1: Niet te doen. Deelnemer 7: Ik moest echt gewoon met een, met een, met een spiekbriefje moest ik het, het was gewoon niet te doen. Deelnemer 2: Bij ons was het echt geweldig. Die docent Engels die was, die had echt… die, die, wij kwamen de klas binnen en op elke tafel lag er een kort verhaal dat was dan uh, van uh, van In Cold Blood van Truman Capote en dan een echt zo eruit, een paar alinea’s. En hij zei van uh, nou dan zag je hem, hij stond voor de klas en een hele dikke sigaar in zijn borstzak zitten en zei hij van nou dit is echt één van de mooiste stukken uit de Engelse literatuur. Ga ervan genieten, ik ben over een half uur terug en dan gaan we het even bespreken en dan ging hij gewoon buiten roken..
Invloed docent, enthousiasme
136
Deelnemer 1: Nee, tijdens de les! Deelnemer 2: Tijdens de les en het grappige was, dat in de eerste instantie denk je dan allemaal van whaaa keten! Yes, maar na drie minuten denk je van oh, we zijn een beetje uit gekeet en laten we dan maar gaan lezen en na dat half uur had iedereen het ook daadwerkelijk gelezen en dan was iedereen eigenlijk zo van: nou, was eigenlijk wel leuk. Moeten we vaker doen. Deelnemer 5: Oh echt? Bij ons waren ze echt alleen gummengevechten aan het houden. (Gelach) Deelnemer 1: Ja, dat is dan even dan is de lol er ook weer van af. Deelnemer 5: Gummengevecht, echt, oh verschrikkelijk. Gespreksleider: En denk je dat ook op de middelbare school je vrienden, ik denk dat dat bij jou misschien heel erg is geweest, dat je vrienden meer invloed hebben gekregen… Deelnemer 6: Ik weet niet? Ik ging altijd alleen naar een museum. Gespreksleider: Mensen met wie je omging. Deelnemer 6: Ik weet niet, ik ging altijd alleen naar het museum, dus ik weet niet of dat.. Deelnemer 1: Echt waar? Dan moet je uit echt uit jezelf heel veel interesse daarin hebben gehad. Deelnemer 4: Maar ik denk wel dat je vrienden echt een heel grote rol spelen.. zeker in die periode want dan ben je zo beïnvloedbaar. Deelnemer 7: Ja. Deelnemer 4: Door.. ik denk ik had zelf vrienden die interesseerden zich voor alles behalve dat soort dingen. En uh,.. dat was gewoon voetballen, buiten hangen, een uh, weekend stappen en uh, naar de coffee shop. Deelnemer 7: Groepsdruk. Deelnemer 4: Ja, nee maar het is wel zo. Daar heb ik echt veel anders meegemaakt dan mensen die dat niet deden. Deelnemer 1: Maar ik denk dat met cultuur vrienden uh, niks hebben ingebracht, maar nog steeds nog je ouders op dat moment. Deelnemer 4: Ja ik denk dat je wel heel veel, veel hebben ingebracht want ze hebben je juist absoluut niet gestimuleerd erin, ik bedoel.. kijk.. los daarvan of het goede vrienden of slechte vrienden zijn, met die gasten trok je wel op. Dan was je gewoon alles behalve cultuur aan het doen. Tenzij..
Invloed klas
Invloed vrienden
Geen invloed vrienden, interesse is heel belangrijk
Invloed vrienden, beïnvloeden Levensfase
Andere interesses
Groepsdruk
Invloed ouders
137
Deelnemer 1: Ja.. precies. Ja ik ook, maar dan heb je nog wel dat je dan je ouders.. Deelnemer 4: Ja, blowen en reggae luisteren als cultuur ervaart.. (Gelach) Gespreksleider: En hoe denk je dat dat nu is? Deelnemer 4: Ja nu ook nog steeds wel. Want je hebt… Gespreksleider: Nog steeds blowen en reggae… (Gelach) Deelnemer 4: Nee, maar ook uh, uh, wel minder maar nog steeds dat je elkaar misschien, eerder.. Gespreksleider: Denk je niet dat het nu meer is dat als ik zou zeggen, hey ga morgen mee naar het Rijks, dat je mee gaat? Deelnemer 4: Uhm.. Kan ik me niet… Deelnemer 7: Niet vergeleken toen ik 17 was. Dan zou ik dus nu eerder mee gaan misschien van… Deelnemer 4: Weet je ik zou… Gespreksleider: Ja.. Deelnemer 7: … voor jou is dat wel leuk. Maar dat is dus ja, maar omdat jij, van invloed zei. Gespreksleider: Maar zou je niet denken oh, oh, lijkt me interessant omdat je ouder bent. Deelnemer 7: Negatief van invloed zijn is ook van invloed zijn he.. Toen op mijn 17e was ik heel stellig ik ga niet mee, flikker maar op. Deelnemer 5: Het was niet cool. Deelnemer 7: Nee. Deelnemer 4: Ik denk dat je nu minder makkelijk gedestimuleerd wordt, dus, maar wel makkelijk gestimuleerd zeg maar, dus dat je veel stabieler bent geworden en eerder al getriggerd wordt om dingen te doen, dan, bijvoorbeeld dingen niet te doen. Deelnemer 2: Maar dat is natuurlijk ook wel belangrijk, ik denk dat heel veel thema’s die besproken worden in serieuzere cultuur, hogere culturen, eigenlijk waar we het de hele avond over hebben, waar we allemaal naartoe willen. Dat die eigenlijk nu veel meer van toepassing zijn op ons. Deelnemer 4: Ook veel interessanter Deelnemer 2: Veel interessanter.. dan wanneer we 17 jaar… Gespreksleider: Is het niet ook dichterbij? Deelnemer 2: … onsterfelijk en heel de wereld nog zeg maar, je bent gewoon lekker met jezelf bezig en.. ik denk dat het heel erg de buitenwereld voor je open is gegaan op het moment dat jij echt tot wasdom bent gekomen
Invloed vrienden op oudere leeftijd
Deelnemen aan cultuur is interessanter geworden Ontwikkeling
138
en dat er, dat jij tegen problemen aanloopt of dat jij dingen ziet in de maatschappij waar andere mensen ook heel mooi over denken, schrijven, schilderen. Uhm, op die manier. Dus ik denk dat het .. ik bedoel je moet wel een gezonde interesse in worden gewekt dat je het wel gaat ondernemen, maar ik denk dat het nu veel meer uh, nu veel toepasselijker is op je eigen, op je eigen mens zijn. Dat je zeg maar toen al die jaren naar toe bent gegaan… Deelnemer 5: Nou ik denk dat het nu wel zo is dat je wereld is uh, de wereld is natuurlijk wel een stuk groter. Je kan met, met gemak met je OV kan je ergens naartoe en dan bedoel ik dan ook veel makkelijker, nee, maar met de auto whatever, op de middelbare school.. ja verder dan met de fiets kwam je niet. Deelnemer 2: Nee dat is zeker zo. Deelnemer 5: In dat opzicht is het dan wel zo dat je nu makkelijker even zegt van nou ik ga wel even mee, vind ik het niks nou dan ga ik wel weer terug. Deelnemer 4: Maar het is ook zo, zeg maar je wordt steeds ouder… Deelnemer 5: En je hebt ook veel meer tijd ervoor. Deelnemer 4: Je wordt steeds ouder en je komt ook steeds per ongeluk in contact met cultuur. En door heel veel per ongelukkige contacten en niet per se festivals.. maar heb je ook gewoon, nee je komt ergens en dan ga je per ongeluk ga je ook mee naar het museum, dat doe je en dan ervaar je steeds een stukje extra, waardoor je meer gestimuleerd wordt. Deelnemer 3: Ik denk dat ik ook nieuwsgierig ernaar geworden. Deelnemer 4: Maar dat komt misschien doordat die toevallige dat je … Deelnemer 3: Ja misschien ook wel.. Gespreksleider: En komt dat ook niet bijvoorbeeld als je bijvoorbeeld naar een stad gaat? Uh, voor een weekend dat je dan denkt van dat en dat moet ik gezien hebben, want ik ga bijvoorbeeld het eind van de maand naar Madrid en ik denk ik moet naar het Prado. Of zo iets.. Deelnemer 3: Maar ik denk ook gewoon doordat je meer bewust bent van wat er zich afspeelt in.. niet alleen op vakantie maar ook om me heen ik bedoel ik weet nou ook weer dat binnenkort weer, dat ik nou om de hoek van de Koepelhal woon en dat ik het ook wel heel erg interessant vind om daar eens een keer te gaan kijken wat
Je wereld is groter Bereikbaarheid
Tijd
Levensfase
Cultuurdeelname: Stedentrips
Bewustwording zowel op vakantie als huidige woonplaats
139
daar allemaal voor aparte festivals en toestanden en feesten en voorstellingen gegeven worden. Deelnemer 4: Oh je bedoelt de Hall of Fame. Deelnemer 3: Nee Koepelhal, is weer wat anders. Deelnemer 1: Nee de Koepelhal. Deelnemer 3: Je hebt de Hall of Fame en de Koepelhal. Maar … En je hebt de, ik weet dat de, ik weet ook dat het Wereldmuziekconcours weer in Kerkrade is en dat ik het leuk vind om daar naar een concert te gaan kijken of ja heel flauw, naar mars en showwedstrijden zijn stiekem ook best leuk om naar te gaan kijken omdat je meer interesse hebt gekregen. (…) Deelnemer 2: Is het, ja is misschien interessant om nu uit te leggen. Deelnemer 3: Wat? Deelnemer 2: Nou, wat het is. Deelnemer 3: Nou je hebt gewoon muziekkorpsen die dan allemaal van die figuren op het veld gaan lopen en je hebt ook die komen op fietsen binnen, dat is vet cool, nee dat is echt serieus, je moet het maar eens terug kijken, het is echt vet om te zien, dat er op een gegeven moment een muziekkorps het voetbalveld opgefietst komt en ondertussen een muziekstuk aan het spelen is wat nog goed klinkt ook, nou dat vind ik gewoon petje af hoor. Ik krijg het niet voor elkaar en dan allemaal die voetjes zie je tegelijk op en neer en vooruit en dan achteruit en dan in de hoeken. Deelnemer 2: Ik ken dat meer van die filmpjes van Noord-Korea. (Gelach) Gespreksleider: En uh, partner heeft die invloed? Deelnemer 6: Ja… Deelnemer 2: Geen idee, echt geen idee. Deelnemer 1: Ja.. Deelnemer 3: Ja, jawel. Gespreksleider: Ja? Deelnemer 6: Ja, het is wel leuk om samen te gaan natuurlijk. Het is leuker als je… Gespreksleider: Maar hij is ook heel… Deelnemer 6: Ja hij is ook heel cultureel opgevoed. Deelnemer 4: Ja ik weet ook van mijn ex, die kwam ook al toen uit een meer kunstzinniger familie dan mijn familie. Maar ik merkte wel dat ik daardoor meer gestimuleerd, of meer
Voor bepaalde culturele activiteit terug naar de plaats waar je opgegroeid bent
Invloed partner
Invloed partner: dezelfde interesses Samen culturele activiteiten ondernemen.
Invloed familie partner 140
gestimuleerd, automatisch meer van die dingen ging doen, want uh… Gespreksleider: Dan ga je samen dingen ondernemen bedoel je? Deelnemer 4: Nou ja bijvoorbeeld haar broertje was filmregisseur, die maakte dan van die films weet je wel, en daar ging je daar naar toe. En op de familiedag ging hij mee en dan gingen ze of film maken of.. of knutselen of iets.. dingen. Nou mijn familieweekend dan zit iedereen elkaar af te zeiken, gaan we tennissen en voetballen en uh, misschien een klaverjassen, bier drinken, voor hetzelfde geld naar het jazzfestival in Breda. Dat is zeg maar… Deelnemer 7: Ik denk dat je partner heel veel invloed heeft.. Deelnemer 3: Dat denk ik ook. Deelnemer 7: .. maar dat het ook heel vaak zo is dat je partner niet heel veel verschilt van jou. Tuurlijk er zijn uitzonderingen, maar ja.. je partner heeft wel invloed, wat zei je? Deelnemer 4: Daarom is het ook m’n ex. Deelnemer 5: Ik ben het wel eens met uh, wat jij zegt want mijn partner heeft bijvoorbeeld veel meer van kunst en dergelijke opgepikt dan ik en dan voel ik me echt zo’n kneus en denk ik van waarom weet jij dat wel en ik niet. Laten we het er maar niet over hebben. Het zal wel. Gespreksleider: Maar leer je daar nou niet onbewust van? Sla je dat nu dan niet op? Deelnemer 5: Ja, want eerst wist ik niet eens wat Barok was? En dat ik denk nu van oh ja. Deelnemer 4: Maar hij is daar sowieso wel heel erg mee bezig. Deelnemer 5: Ja.. Deelnemer 1: Alles wat glittertjes heeft en sierlijk is.. Gespreksleider: Is het bij jou niet andersom? Deelnemer 1: Nou ja ik uh, hij is helemaal niet zo uh, in to de cultuur. Dat vind ik heel jammer. Want als je inderdaad een keer een dag vrij bent en je wilt met z’n tweeën iets gaan doen dan is het natuurlijk heel bepalend als je allebei iets leuk vind en dan ga je er veel sneller heen.. uh en ik plan het meer met mijn vriendinnen en degenen die het wel leuk vinden, dan met hem en ik probeer hem wel eens mee te nemen en dan zeg ik van kom we gaan mee, ja, geen zin, zeg ik van nou heb ik nog niet gezien dus hup gaan. En krijg ik hem soms wel mee, maar ja, dan loopt er zo’n zak naast je van oke laat maar, ik ga de volgende keer wel met iemand anders. Dus
Invloed familie
Invloed partner: Cultureel wel enthousiast
Invloed partner: Cultureel niet enthousiast
Invloed vrienden
141
ja, het speelt zeker mee, want als je het allebei leuk vind dan kan je bij wijze van elk weekend uh, ga je gewoon van alles af, want dan vind je het allebei leuk. En nu denk je van ok, dan gaan we ook iets doen wat jij leuk vind en dan is bijvoorbeeld ook geen cultuur. Gespreksleider: Ja. Deelnemer 1: Dus dan is het veel minder dan je eigenlijk wil. Deelnemer 4: Speelt dus wel een grote rol. Deelnemer 1: Ja, ja, heel veel elke vrije tijd die je samen hebt. Gespreksleider: Maar je gaat dan ook samen een soort van.. dan he.. Deelnemer 1: Ja en op vakantie is dus ook zo dan doen we een beetje een dag wat hij wil en daarna een dag wat ik wil. Nou ja dat komt er dus op neer: een dag in de schaduw zitten bij het zwembad en een dag in de zon uh, cultuur.. ja. Deelnemer 5: Dat is wel een echt een heel groot verschil. Want wij gaan nog wel gewoon samen dingetjes bekijken en dergelijke. Deelnemer 1: Ja hij gaat wel mee, en alleen bij het zwembad vindt hij ook niet leuk, maar hij gaat wel mee omdat hij weet dat ik het leuk vind en niet zo zeer omdat hij het zelf graag wil zien. Deelnemer 5: Ja, in dat opzicht zitten we wel op 1 lijn. Maar ik kijk gewoon en hij weet er dan nog een verhaal erachter. Deelnemer 7: Dus beïnvloedt het. Want jij trekt hem mee en jij wordt meegetrokken. Deelnemer 1: Ja, maar als het dan weer over geschiedenis zelf gaat, in Rome of zo, dan weet hij echt mega veel van geschiedenis, ja dan ben ik weer de … en dan is hij mijn gids. Dat is dan wel heel leuk. Gespreksleider: Ja. Okay. Nou dan denk ik dat we dit onderwerp een beetje hebben afgesloten. Deelnemer 7: Ik heb nog… één dingetje wat ik wilde toevoegen. Gespreksleider: Nog niet afgesloten, wat wil je zeggen. Deelnemer 7: Nou ik denk dat het ook nog wel een beetje met, we hebben het de hele tijd over vriendengroep, ik denk dat het ook met levensfasen te maken heeft, want toen we pubers waren dan was het veel meer gewoon dat het niet vet was om een beetje je culturele ik te tonen, was niet cool terwijl ik nu zelfs soms in mijn vriendengroep merk dat het zelfs weer overdreven wordt. Nu is het zelfs soms gewoon cool van ik verdiep me helemaal daarin, ik ben
Invloed partner: Compromis maken
Levensfase Invloed vrienden
142
dat aan het lezen.. ik heb soms het gevoel dat het zelfs weer een beetje doorslaat, dat het gaaf is richting je vrienden. Deelnemer 1: Wat denk je met al die verre reizen? Deelnemer 3: Ja.. Deelnemer 1: Wat ik nu merk is dat mensen: ik ga naar India, ik ga naar uh, nou ja, noem het op, Indonesië, ik ga een tocht maken.. Deelnemer 7: Ja, het is een beetje een show van oh ik ben zo intellectueel bezig. Deelnemer 1: Ik ben daar en daar.. Ja precies.. dat merk ik heel erg op Facebook waar alleen als mensen gaan reizen, allemaal backpacken, allemaal ver, allemaal cultuur snuiven her en der. Nou goed, natuurlijk de vluchten en alles wordt dan ook weer goedkoper en makkelijk om daar te komen, maar ik heb wel het idee dat het echt weer een flow is dat iedereen.. Gespreksleider: Dat het weer even helemaal hip is. Deelnemer 1: De wereld wil zien. Deelnemer 7: Begin je dadelijk aan kinderen, is het weer anders en zo… weet je wel. Deelnemer 4: Maar lijkt het flow of is het gewoon altijd zo geweest en komen wij nu zelf in die fase en lijkt het of dat het een flow is. Deelnemer 3: Ik denk dat het een flow is. Deelnemer 5: Nou ik denk dat het wel heel erg echt een flow van studenten is. Gespreksleider: Heb je altijd willen reizen? Deelnemer 4: Ja. Gespreksleider: Okay. Deelnemer 3: Ik denk dat het wel echt gewoon iets is.. van nu hoor. Deelnemer 1: Ik denk wel dat het een flow is van nu.. Ja dat denk ik ook. Deelnemer 7: Maar denk je van nu, of van onze leeftijd. Dat is wat anders he. Gespreksleider: Maar ik heb ook het idee dat als je kijkt… Deelnemer 7: Want wij zitten in die fase, maar dat is niet echt flow, ben je gewend weet je. Deelnemer 4: Mijn oom ging 30 jaar geleden, die ging ook allemaal reizen met zijn vrienden. Alleen gingen ze vaak hier bijvoorbeeld in Europa backpacken, omdat.. Gespreksleider: Dat was veel te ver. Deelnemer 4: Azië was gewoon nog niet zo toegankelijk zoals nu. Ik denk dat het misschien dat nu verder lijkt.. Deelnemer 1: Ja in die zin is het dan wel…
Verre reizen
Digitalisering: Social Media Mensen beïnvloeden elkaar
Studentencultuur
Invloed familie
Toegankelijkheid andere culturen
143
Deelnemer 4: Nee nee nee, want de wereld is kleiner geworden. Deelnemer 3: Ja, ik denk dat dat ook wel.. ja. Deelnemer 1: Ja, eerst was het Europa maar. Deelnemer 2: Maar is het niet ook gewoon zo van de introductie van Facebook dat je eigenlijk… Deelnemer 4: Ook meer bewuster bent van wat mensen doen. Deelnemer 2: Ja, veel bewuster. Deelnemer 4: Zeker inderdaad. Gespreksleider: Ja.. Maar door Facebook kun je ook bewust zijn als iemand gewoon naar een museum gaat en een foto op… Deelnemer 2: Ja, maar dan ben je ook.. dat gebeurt ook.. Bij de Pont had je, uhm was dat niet Amish Kapur die die spiegel had gemaakt? Deelnemer 1: Ja, ja. Deelnemer 2: Een spiegel daar kwamen heel veel fotootjes van mensen die zichzelf… Gespreksleider: Ja. Deelnemer 2: … in die spiegel gingen fotograferen. Deelnemer 1: Ja, ja ja. Deelnemer 2: En dat zag je echt dat mensen dan, dat mensen daarvoor zeg maar, er is iets interessants want iedereen maakt zo’n domme foto. Gespreksleider: Ja, maar kijk naar het Textielmuseum, die had nog nooit zo goed gedraaid dan het afgelopen half jaar toen Jan Taminiau er stond met zijn jurken. Dat is toch wel. Deelnemer 4: Van Maxima. Deelnemer 7: Oh, die hele mooie blauwe jurk. Gespreksleider: Ja maar dat was al daarvoor he, voordat hij Maxima heeft gekleed. Deelnemer 4: Maar sindsdien ken ik het pas hoor, dus. Deelnemer 2: Ik ben daar ook pas laatst voor het eerst geweest. Wel mooi trouwens, maar wel belachelijk duur die kleedjes die ze maken. Gespreksleider: I know, ik heb er gewerkt. 14,95 euro voor een theedoek. Maar goed, ik wil eigenlijk door naar het uh, laatste onderwerpje en dat zal het, veel korter zijn dan, want dan had eindigen we met twee soort van punten, van hoger af, overheid. Er wordt veel gesubsidieerd op kunst en cultuur, ook op kunst in het onderwijs, bijvoorbeeld afschaffing van CKV is sprake van. Ik vroeg me gewoon af, heel globaal, hoe jullie daarop kijken, uhm, moet het
Digitalisering: Facebook, informatie delen
Invloed overheid: Subsidiegelden Afschaffen CKV
144
afgeschaft worden. Deelnemer 1: Nee! Gespreksleider: Moet er bezuinigd worden.. als jij eens begint! Deelnemer 1: Ja ik zou het natuurlijk doodzonde vinden, als, als.. ja Beeldende Vorming docent als het afgeschaft wordt. En uhm, nou ja, goed.. Deelnemer 4: Maar docent wordt ook niet afgeschaft he, het vak wordt afgeschaft. Deelnemer 1: Nee, nee, nee, het vak, ja tuurlijk, maar het is mijn vak dat je graag wil overbrengen aan leerlingen en als dat wordt afgeschaft, ja, dat dat, zou ik verschrikkelijk vinden natuurlijk. Deelnemer 4: Nee, maar, mag ik jou iets vragen. Jij zegt zelf dat het eigenlijk geen zin heeft bij jouw school he, want wat je eigenlijk doet is bezigheidstherapie. Deelnemer 1: Ja bij de vmbo basis. Gespreksleider: Dat is het laagste van het laagste he? Deelnemer 4: Ja, ja, dat weet ik, maar in dat geval dan bijvoorbeeld niet zonde van het geld? Deelnemer 1: Nee, nee, want die leerlingen hebben het nodig om, die hebben zo een lage spanningsboog, die lessen zijn ook niet langer dan drie kwartier, die moeten juist een keer met de hamer timmeren en zagen om weer even.. uh.. die theorie die ze krijgen, weer even te laten bezinken, zeg maar. Als zij alleen maar theorie zouden hebben, dan zou, zou het een gekkenhuis worden. Dus in die zin is juist tekenen en beeldende vorming voor hun weer heel nuttig, om ja, die spanningsboog weer een beetje weg te krijgen. Deelnemer 5: Ik denk dat op mijn middelbare school hadden ze het net zo goed niet kunnen geven. Maar dat komt omdat ik er niks van opgestoken heb en dat die docenten, volgens mij, volgens mij, namen ze het zelf ook niet serieus, van ja ze hebben er toch geen zin in, dus laat maar. Deelnemer 7: Gold dat voor jouw hele klas? Was er niemand in jouw klas die wel daar op het puntje van z’n stoel zat? Deelnemer 1: Ja ik vraag me af of dat dat gewoon was dat je er zelf niet goed in was? Deelnemer 3: Ik denk dat je dat niet durfde te laten zien dan? Gespreksleider: Ook omdat je het misschien van thuis ook niet mee hebt gekregen? Deelnemer 1: Ja.
Kunstvak als bezigheidstherapie voor vmbo basis is nodig
Invloed docenten
Invloed ouders
145
Deelnemer 5: Nou ja mijn ouders hebben me echt wel meegenomen naar allerlei dingen en zo dus daar ligt het echt niet aan. Deelnemer 1: Maar zouden jullie dan zeggen dat Beeldende Vorming helemaal niks bijdraagt aan gewoon je, uhm…? Gespreksleider: Identiteit? Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 3: Ik denk allen al voor je hele algemene ontwikkeling en de ontwikkeling van je fijne motoriek denk ik alleen al dat het wat waard kan zijn. Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 4: Maar waar is die fijne motoriek dan gebleven? Deelnemer 3: Ja maar ja, het is wel al iets. Deelnemer 5: Ik denk dat het beter was geweest als er gewoon meer duidelijkheid is, wat ze gewoon wat die docenten moeten doen om je bij te brengen. Deelnemer 1: Ja, dat het misschien aan je docent lag.. Deelnemer 3: Ja, dan ligt het aan je docent en het beleid van de school misschien eerder, dan dat het gesubsidieerd.. Deelnemer 4: Als we het dan toch over subsidies hebben. Ik denk dat je een groot verschil moet zien. Wat ik wel slecht vind is dat ook heel veel projecten buiten de school ook gesubsidieerd worden, dat ik denk, het moet niet alleen op subsidie kunnen draaien. Gespreksleider: Je bedoelt in het hele culturele veld als in van dat er groepen zijn.. Deelnemer 4: Ja, ze moeten commerciëler leren denken. Deelnemer 2: Dat ben ik zeer met je oneens. Deelnemer 4: Nee, ik zeg.. ze moeten. Tuurlijk ze moeten ook leren om enigszins voor zichzelf te zorgen. Niet 100 procent, maar heel veel projecten werden eerst gewoon puur op overheidsgeld gedraaid. Deelnemer 2: Ja, kijk er is wel bijvoorbeeld een bepaalde laksheid ingekomen. Gespreksleider: Maar het zijn ook heel veel dezelfde instellingen die allemaal overheidsgeld krijgen, waarvan je denkt… Deelnemer 4: Maar dat wordt gewoon inefficiënt gebruikt, gewoon. Ik bedoel niet per se van, ik snap best dat een zo’n concert.. het koninklijk concert.. dat dat geld nodig heeft omdat het iets unieks is, maar op een gegeven moment werd er zoveel geld ingepompt dat er
Invloed docent
Invloed overheid: Veel subsidie
Culturele instellingen: Commerciëler denken, door subsidie bepaalde laksheid
146
denk ik ook een, een inefficiëntie kwam in de organisatie, dat je … Gespreksleider: Bedoel jij het Metropool Orkest? Deelnemer 4: .. Jaja. Dat weegt ook op subsidie. Dat het zo inefficiënt was dat het extra geld ging kosten wat in principe onnodig is, waardoor je nou het commerciële denken erop te gooien, dat ze wel.. lager in de kosten gaan zitten.. Gespreksleider: Maar vind jij dat het helemaal afgeschaft moet worden? Deelnemer 4: Nee, absoluut niet. Ik zeg gewoon.. maar.. uh, het nadeel is dat als je afhankelijk bent van subsidies… Deelnemer 7: Sommige hebben geen prikkel meer. Deelnemer 4: Geen prikkel meer om gestroomlijnd te blijven in een organisatie. Deelnemer 2: Ja, maar kijk je moet nu wel bedenken, dan heb je natuurlijk twee, dan heb je de praktische kant inderdaad van oee subsidie, goed besteedt, dat er inderdaad gewoon marktconform is, dat er geen gekke dingen gebeuren, in de organisatie, dat niet mensen zich uh, gaan wassen met geld of zo. Maar dat er wel echte dingen gebeuren en je hebt natuurlijk de andere kant en dat is gewoon echt wat heel belangrijk is in de kunsten, de hogere kunsten, dingen waar.. soms maar tien man publiek op afkomen, die zijn heel kwetsbaar en die zijn wel zeker de moeite waar om bewaard te blijven. Deelnemer 4: Maar ik denk… Deelnemer 7: Maar denk je meer van hey, als dat structureel zo kwetsbaar blijft, dat betekent dus dat er structureel weinig vraag naar is, dus dan ben je ook niet … altijd maar… Deelnemer 2: Nee dat kun je niet zeggen. Je kunt niet zeggen de helft van de bevolking die kijkt naar Jersey Shore, dus dat is een positieve ontwikkeling. (Gelach) Deelnemer 7: Ja maar jij zegt als iets structureel uh, te klein blijft, dat hoeft voor mij geen bestaansrecht te blijven. Deelnemer 5: Nee, daar ben ik het helemaal mee eens. Deelnemer 2: Nee, daar ben ik het echt zeer mee oneens. Deelnemer 5: Als er geen vraag naar is waarom zou het dan blijven bestaan? Gespreksleider: Er is wel vraag naar. Deelnemer 5: Nou dan moeten ze zichzelf zo
Afhankelijk van subsidies
Belang Kunsten
147
aanpassen dat er wel vraag naar is, dan moeten ze zelf het hoofd boven water houden en niet alleen maar van uh, op subsidiegelden bouwen. Deelnemer 4: Kijk er is natuurlijk wel iets in het kunstenaarsensemble om het zo maar even te noemen, dat ze zoiets hebben van he, nee dit vinden wij kunst, dus als andere mensen het niet mooi vinden dan hebben ze geen verstand van kunst. En dat is zeker.. Gespreksleider: Ja maar het wordt ook andersom zo gedacht, want jij zegt als maar zoveel mensen het mooi vinden, waarom zouden die het mooi vinden en waarom zou dat gesubsidieerd moeten worden, dat zijn eigenlijk twee dingen: wie bepaalt wat mooi is? Ja, dat kan niet. Deelnemer 4: Nee ik bedoel.. nee maar, ik, subsidie is ten eerste goed om de cultuur te, in stand te houden. Maar tegen welke prijs moet je dat doen? En dat is de afweging die je moet maken. Ik bedoel aan de ene kant, je kan cultuur in stand houden, aan de andere kant kun je misschien wel, uh, 100 mensen eten, brood en eten geven. Redden van de dood of zo, even heel… Gespreksleider: Maar vind jij dan ontwikkelingswerk, daar gaat ook heel veel geld in.. Deelnemer 4: Dat vind ik belangrijker, dan subsidies hier. Deelnemer 1: Dus jij zou dan zeggen, dus liever dat en dan maar geen kunst. Deelnemer 4: Ik heb liever dat er tienduizenden mensen in Afrika daar eten en drinken hebben en daar scholing, dat wij hier goedkoop naar een uh, dat dat bijvoorbeeld orkest hier bestaat. Ja. Deelnemer 2: Ja, maar kijk dat is natuurlijk, je moet niet denken dat als subsidies wegvallen, ik denk dat mensen altijd de behoefte hebben om zich te uiten. En er ook altijd gewoon cultuur. Deelnemer 4: Als die behoefte er is en die vraag is er dan kan het bekostigd worden, dan willen mensen… Deelnemer 2: Maar dit gaat om behoud van eigenlijk die subsidies, en hoe er praktisch is, dat praktische daar ben ik het een beetje mee eens, het is niet efficiënt en dat kan gewoon efficiënter, maar het is een kwestie van behoud. Dingen zijn wel de moeite waard om bewaard te blijven. Deelnemer 1: Ja, dat vind ik ook. Deelnemer 2: Als jij één of ander boek hebt
Smaak
Subsidie om cultuur in stand te houden
Subsidies tegenover efficiëntie
148
bijvoorbeeld.. Gespreksleider: Ja, kijk naar het Rijksmuseum. Deelnemer 2: Ja, want ook... Gespreksleider: Moet dat dan niet, dat we het lekker laten vervallen met z’n allen. Deelnemer 4: Maar je hebt natuurlijk wel het probleem, het kunstnalatenschap wordt steeds groter zeg maar, want er komt elke keer iets bij. Gespreksleider: Ja, maar niet alles komt overal bij, maar ik denk dat dat steeds… Deelnemer 2: Je houdt ook een canon over, dus. Deelnemer 4: Er komen steeds meer kunstwerken bij, dus op een gegeven moment moet je toch weer gaan filteren.. Deelnemer 2: Er zal altijd maar een bepaalde hoeveelheid erin relevant zijn en die blijft over in een canon. Deelnemer 5: Maar er is toch altijd, wat is kunst? Gesprekleider: Ja, wat is kunst. Deelnemer 5: Want ik had het er net nog over, dat dat er was een pindakaasvlak op de vloer. Dat is toch geen kunst en dat krijgt wel subsidie dan denk ik van hallo? Gespreksleider: Ja, maar dat vind jij. Deelnemer 1: Ja, maar dat vind jij. Deelnemer 5: Ja, dat vind ik. Deelnemer 1: Maar, ik denk niet zo zeer van, want dan heb jij zoiets van dit vind ik niet mooi dus dat is geen kunst. Deelnemer 5: Nou ja op tv zie ik een vlak met, dat.. dat kan iedereen maken. Dat is toch geen kunst? Deelnemer 1: Haha, ja dat is een heel mooie discussie. Deelnemer 5: Dat kan een klein kind van drie kan dat maken, waarom zou dat subsidie krijgen? Deelnemer 1: Ja maar wat dacht je van de Cobra-beweging die wilde juist de reactie wat jij zegt: dat kan een kind ook. Dat was het beste compliment die jij zou kunnen maken. Als jij naar een schilderij kon kijken en zegt nou dat kan mijn kind ook, dat is het beste compliment dat je zou kunnen geven. Omdat dat juist de bedoeling is. Dan is het vaak niet dat kan ik ook, of dat vind ik niet mooi, maar het is heel de bedoeling daarachter, wat wil degenen daarmee zeggen of juist mee bereiken? Deelnemer 5: Okay. Deelnemer 7: Ja als daar juist interesse voor is, ben ik helemaal voor…
Kunstnalatenschap wordt groter Canon
Smaak
Invloed media: TV, beïnvloedt smaak Perspectief
149
Gespreksleider: Of juist meer frictie in brengen? Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 7: Maar als daar niet, niet genoeg interesse voor is, dan hoeft het voor mij ook niet alleen maar van subsidie. Deelnemer 4: Ik zou juist zeggen bij mensen die. Deelnemer 1: Maar zou jij dan zeggen bijvoorbeeld, wat hij zegt, liever kindjes in Afrika eten dan dat het Rijksmuseum nog is? Deelnemer 7: Ja maar dat is een trade off tussen verschillende posten, waar we ons verder. Deelnemer 4: Maar ik denk dat het voor een Rijksmuseum dat er vraag wel vraag is, dus dat is geen eerlijke afweging. Deelnemer 5: Ja klopt. Gespreksleider: Dat het? Deelnemer 4: Dat voor het Rijksmuseum altijd vragen zijn? Gespreksleider: Omdat er toevallig toeristen komen? Deelnemer 4: Nou ook genoeg Nederlanders. Er komen meer Nederlanders dan toeristen volgens mij. Deelnemer 1: Nee… Gespreksleider: Dat denk ik niet. Deelnemer 4: Maar dat is ook niet, dat is ook echt… dat is ook onze nationale geschiedenis staat er ook. Gespreksleider: Want wie is er hier bijvoorbeeld wel eens naar het Rijksmuseum geweest? Deelnemer 1: Iedereen denk ik? Gespreksleider: Nou ik bijvoorbeeld nog niet geweest, ik moet er nog heen. Deelnemer 2: Ik ook. Deelnemer 1: Maar ok, dan, dan niet het Rijksmuseum, maar gewoon het museum an sich, zou dat dat niet meer moeten, geen museums meer in Nederland. Gespreksleider: Nou, De Pont. De Pont. Deelnemer 2: Nou iedereen is toch wel naar De Pont geweest, ongeveer, bijna? Deelnemer 5: Ik niet. Deelnemer 3: Nee, ik ook niet. Gespreksleider: Wij zijn er sowieso geweest met hoe heet ze ook alweer? Odille. Deelnemer 6: Ik ben heel vaak in De Pont geweest, want ik woon om de hoek he. Deelnemer 2: Ja, Odille. Maar De Pont is eigenlijk voortgekomen uit een stichting, uit een nalatenschap van een advocaat, maar die pot is gewoon, er moet gewoon.. er moet wel geld bij.
Interesse
Invloed overheid: Nationaal en lokaal
Invloed educatie: Universitaire studie Geografisch aspect
150
Deelnemer 7: Ja, maar dat is ook niet echt de discussie, ik denk dat wij het wel erover eens zijn dat er gewoon geld bij kan, maar er moet een bepaalde prikkel blijven voor die organisatie of die stichting om dat wel zo efficiënt mogelijk in de markt te zetten, waardoor er zo min mogelijk geld bij moet. Deelnemer 2: Maar vind je dan bijvoorbeeld zo een pindakaasvloer, omdat jij dat al had aangegeven.. Deelnemer 4: Ik heb het nog nooit gezien, dus daar kan ik niet over oordelen. Deelnemer 7: Nou wat ik dus net zei, als daar genoeg interesse voor is… Deelnemer 2: Daar hoor je wel veel mensen over. Deelnemer 7: Precies, als daar genoeg interesse voor is vanuit… Deelnemer 1: Misschien is dat wel de bedoeling geweest. Deelnemer 7: Dan, dan vind ik dat daar geld bij mag. Deelnemer 4: Ja maar dan kan je over alles, alles. Gespreksleider: Maar als een Metropool Orkest, dat is misschien nog wel internationaal groter dan hier in Nederland, dat wordt meegenomen door het Koninklijk Huis op staatsbezoeken, dan gaan ze spelen dat is de gift.. Dus dat moet gestopt worden dan? Deelnemer 5: Maar als daar zoveel vraag naar is dan moeten zij er zelf voor zorgen om genoeg geld in het laatje te brengen. Deelnemer 3: Kijk naar Andre Rieu. Deelnemer 5: Anders doen ze het toch niet goed. Deelnemer 2: Ja, maar dat is.. een soort kermiscultuur. Gespreksleider: Populaire… Deelnemer 4: Ja, maar het Metropool Orkest is toch met ook al met al die populaire artiesten gaan samenwerken om geld in te zamelen. Dat vind ik een goed iets. Commercieel leren denken. Deelnemer 5: Ja, dat moeten ze zelf, moeten ze maar hun manier van werken aanpassen.. Deelnemer 2: Weet je wat nou zo jammer is, we zijn met de middelbare school zijn we naar het theater gegaan in Den Haag, De Appel, daar werd de familiegeschiedenis van hoe heten die, die, uhm, maakt niet uit, iets Antigone of een Griekse geslacht werd verteld, dat was een, een
Subsidies tegenover efficiëntie Weinig geld
Interesse
Er moet vraag naar zijn
Commerciële samenwerkingen
Invloed middelbare school: Bezoek theater (Hoge kunst)
151
marathonvoorstelling van twaalf uur met pauzes ertussen, dat was, dat was echt geweldig. En wij zaten daar in die zaal, uh, ons schooltje met vier klassen… (…) Deelnemer 2: Uh, dat was prachtig. Naast ons zat er geloof ik nog een school en zaten er een paar mensen die daar echt gewoon een dag voor hadden vrijgemaakt en die zaten daar die hele excisie van 12 uur, dat was intellectuele inspanning, het was prachtig om te zien, het was echt mooi, artistiek, het was echt iets van dat bewaard moet blijven eigenlijk, maar ja welke gek gaat er nou twaalf uur lang naar een voorstelling en dat blijkt ook want De Appel heeft moeten sluiten een paar jaar later. En dan denk je aan de ene kant dan denk je van ja, maar inderdaad van, kom aan, wie verzint als ’s nachts dat je heel de dag in het theater gaat zitten. Maar als je het hebt gezien dit, dit is waardevol. Deelnemer 7: Maar dan gaat, ik wil ook niet per se die grens trekken bij een bepaald bezoekersaantal, als dan daar dus, in de cultuur veel, veel over wordt gepraat.. Deelnemer 2: Maar dat is heel lastig. Deelnemer 7: .. en er is daarna ook weer soort van effect weer op volgende stukken, als er gewoon een toegevoegde waarde voor is, dan zou je dat best wel kunnen subsidiëren, ondanks dat er weinig mensen zitten. Deelnemer 4: Je kan het ook anders zien he, kijk het geld dat naar, ik noem het dan dit soort cultuur gaat, gaat wel bijvoorbeeld geld af dat sommige kinderen meer moeten betalen voor hun eigen sportschool, dan niet kunnen sporten. Zo moet je het ook zien en wat is dan slechter. Gespreksleider: Ja, maar er zijn ook kinderen die geen instrument kunnen spelen, daardoor. Deelnemer 4: Nee, maar.. dat gaat ook.. dat gaat ook minder rechts.. noem je dat per se cultuur of dat.. er moeten traders gemaakt worden en subsidie zorgt er wel voor, dat heel veel van die clubjes inefficiënt gaan werken, die wel zelf kunnen bestaan. Waardoor die clubjes die niet zelf kunnen bestaan, minder subsidie krijgen. Deelnemer 1: Denk je? Deelnemer 4: Dat weet ik wel zeker. Deelnemer 5: Er zijn toch ook orkesten die samengaan omdat ze gewoon, de één krijgt meer subsidie gaan en dan komen ze er straks ook wel uit. Dan is het jammer dat er inderdaad wel wat minder in het orkest zitten, maar ze
Intellectuele inspanning
Subsidies tegenover bezoekersaantal culturele activiteit
Subsidies voor alle instellingen?
152
kunnen wel verder gaan. Ze moeten gewoon zelf deels het hoofd boven water houden. Deelnemer 4: Het is toch ook onzin, uh, dat er tegenwoordig, uh, dat zie je op bij psychologie op wo-niveau beperkt wordt instromen he, dat is toch ook logisch dat ze dat gaan beperken omdat er niet genoeg vraag naar is naar die mensen? Deelnemer 1: Ja. Deelnemer 4: Dus als die vraag er niet is, dan kun je het wel in stand houden, maar het zal altijd, uiteindelijk doodbloeden. Want het kan nooit voor eeuwig in stand gehouden worden. Gespreksleider: Ja, maar als dat met de vraag.. te maken heeft, heeft het dan indirect niet met smaak te maken? Wat je mooi vind en niet? En dat het daarom echt niet tot standhoud? Deelnemer 4: Uh, nou, kijk, de vraag, cultuur is niet te bepalen wat mooi of niet mooi is, wat waard en niet waard is.. dat is niet te doen. Deelnemer 7: Het is toch pas cultuur als er draagvlak voor is. Dus dan moet er toch ook een bepaald aantal mensen er geïnteresseerd hebben? Gespreksleider: Is iets pas cultuur als er draagvlak is of is iets pas kunst als er draagvlak voor is? Deelnemer 7: Ja, iets wat, als 1 iemand iets helemaal geweldig vind, dan vind ik het knap als je daar een cultuur van kan maken. Want volgens mij is cultuur toch ook… Deelnemer 4: Cultuur is nalatenschap. Wat jij nalaat aan een volgende generatie? Deelnemer 7: Ja maar niet individueel. Deelnemer 4: Nee, nee, nee, nee, nee. Als gemeenschap. Deelnemer 7: Er moet een bepaald draagvlak voor zijn, anders hebben ze daar over 200 jaar… Deelnemer 5: Maar dat is hetzelfde met kunst, want blijkbaar vonden toch mensen die pindakaas leuk. Deelnemer 4: Ja. Gespreksleider: Jij bent nog sceptisch. Deelnemer 5: Ja.. ik ben nog steeds uh.. Gespreksleider: Ik denk dat ik wel heel veel heb, want we dwalen wel af. Deelnemer 5: Wat was de oorspronkelijke vraag? Deelnemer 4: Subsidies ja of nee. Gespreksleider: Het belang van subsidies, overheidssteun.. Deelnemer 1: Maar subsidies ja of nee dan zeg
Smaak
Subsidies: Er moet een draagvlak zijn
Cultuur is nalatenschap voor de volgende generatie
153
jij? Deelnemer 4: Ik zeg wel ja. Deelnemer 7: We zijn wel lekker economen he. Deelnemer 4: Ja ik ben niet tegen cultuur, maar wel tegen de manier waarop er mee om wordt gegaan. Deelnemer 1: Ja.. Gespreksleider: Ik wou zeggen, is dit niet een mooi slot die je wilt geven.. Deelnemer 2: Maar, ik vind in de ideale wereld zouden we af kunnen stappen van subsidies, maar dan zouden we misschien ook naar een systeem kunnen gaan waarbij docenten niet, niet dat je één of ander rotvak CKV hebt, maar dat docenten gewoon enthousiast in de klas staan en ook gewoon echt interessante dingen weten te vertellen dat ze een tv aanzetten, wanneer we dat wilden, en niet ook gewoon naar Jersey Shore kijken, maar ook gewoon, uh.. nou, dat wel interessante dingen op tv te zien zijn, niet dingen die werken omdat er vraag, ja vraag… Ik kan me ook gewoon niet voorstellen dat het altijd een kwestie is van vraag? Want welke idioot gaat naar Sterren springen… mensen verlangen daar diep van binnen toch niet van. Gespreksleider: Behalve Patty Brard. Deelnemer 5: Maar dat is toch ook van de buis afgehaald omdat er geen hond naar kijkt. Gespreksleider: Het is heel erg goed verkocht in het buitenland, dat is het. Deelnemer 4: Maar is de waarde van een show is niet Sterren springen, de waarde van een show is amusement als mensen dat grappig vinden is dat wat ze verkopen. Deelnemer 1: Dat is iets waar inderdaad.. Deelnemer 4: Want Jersey Shore is gewoon puur leedvermaak. Deelnemer 1: Ja hoe heet dat nou, zo een Oh oh Cherso was toch ook zoiets. Gespreksleider: Maar heeft nog iemand iets dat ie zegt, dat moet ik kwijt dat moet je gebruiken, want anders dan uh…zet ik hem stop. Deelnemer 5: Maar je zou misschien wel kunnen zeggen wat dan heeft de meeste invloed, heeft de meeste invloed je basisschool, je middelbare school of je ouders. Gespreksleider: Wat vind je zelf? Deelnemer 1: Ouders, zeker. Deelnemer 3: Ouders. Deelnemer 5: Ja dan.. dan denk ik wel ouders. Gespreksleider: Ja denk je dat?
Subsidies Manier van omgaan met subsidies in de kunst- en cultuurwereld
Invloed media: TV
Meeste invloed
Ouders Partner (latere leeftijd) 154
Deelnemer 5: Maar aan de andere kant kan echt ook wel door je partner zijn. Gespreksleider: Maar dat komt later. Deelnemer 4: Maar dat is op latere leeftijd. Deelnemer 5: Ja dat komt later, want… Gespreksleider: Het zijn allemaal invloeden, maar ik denk dat de grootste factor, of factor, factor, grootste invloed, ik denk dat toch, met de uitzonderingen, bij je ouders ligt. Deelnemer 7: Ook omdat die invloed heeft op je basisschool, op je klas en op je middelbare school Gespreksleider: Misschien een stukje ook grootouders, misschien een stukje ook grootouders. Maar dat is denk ik niet bij iedereen zo, bij mij was dat wel. Deelnemer 1: Ja maar in principe is dat ook zo, je grootouders hebben ook je ouders.. Gespreksleider: Ja, dat is generatie op generatie, dus.. Deelnemer 4: Nee ik denk ouders voornaamste ja. Gespreksleider: Ok, dan zet ik hem stop. Deelnemer 7: Doei.
Grootste invloed (met uitzonderingen) zijn ouders
Invloed grootouders
155
Labeltoekenning focusgroepen Focusgroep 1 Labels Wel cultureel actief: Op vakantie een museum of kerk bekijken Met ouders mee Wel cultureel actief: Stedentrips, high lights zien, muziekfestivals Wel cultureel actief: Bestemmingen uitzoeken op culturele activiteiten, festivals Cultureel actief op vakantie: Dingen die je gezien moet hebben Studentencultuur, invloed dispuut Invloed ouders, stimuleren bezoeken culturele activiteiten op vakantie Invloed middelbare school: Buitenlandse schoolreis Invloed docent Invloed ouders Invloed ouders: Lezen, bibliotheek Identiteit, het zit in je Buitenschoolse muziekeducatie Invloed broers/zussen Invloed ouders: Kinderen op muziekles Invloed vader: Keuze muziekinstrument Geen invloed ouders, behalve gitaar Verschil in cultuurdeelname met zussen Geen invloed ouders Invloed omgeving: Vrienden met culturele activiteiten Invloed omgeving: Culturele instellingen in
Thema’s Cultureel actief Invloed ouders Invloed vrienden
Kernthema’s Culturele identiteit Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
Invloed ouders Invloed onderwijs
Culturele identiteit Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
Invloed broers/zussen Invloed ouders Invloed vrienden Invloed omgeving
156
de buurt Invloed ouders: Kinderen brengen naar culturele instellingen Invloed omgeving: Dorp of stad Invloed ouders Invloed grote stad, veel musea Invloed omgeving school Invloed ouders: Museumjaarkaart Huidige cultuurparticipatie Smaak Digitalisering Invloed internet: Toegang tot informatie Digitalisering: YouTube Invloed digitalisering op cultuurdeelname Informatie-uitwisseling Invloed grootouders Familiegeschiedenis: Indonesische cultuur Indonesische achtergrond, Nederlands opgevoed Cultuurverschillen Tradities behouden Invloed van buitenaf Invloed basisschool Ondernemen culturele activiteiten Themaweken Kunstvakken op school: Muziek, handenarbeid Invloed geloof Aanwezigheid schoolorkestjes Musical Schoolreisjes Eén keer per jaar naar de schouwburg Invloed ouders: Mee naar schouwburg op jonge leeftijd Tradities Invloed basisschool: musea bezoeken Interesse
Invloed omgeving waar je opgroeit Invloed ouders
Invloed van jongs af aan
Digitalisering Informatie-uitwisseling
Invloed van jongs af aan
Invloed grootouders Invloed cultuur familie
Invloed van jongs af aan
Invloed van basisschool Ontwikkeling identiteit op basisschool
Invloed van buitenaf
157
Levensfase Invloed geloof: Katholieke basisschool Interesse Invloed omgeving: Vrienden Lokale tradities: Carnaval Lokale tradities: Leids Ontzet Invloed basisschool: Feestweken, themaweken Kunstvakken Geografisch Invloed schoolsysteem Verschil tussen basisscholen Invloed directeur of scholengemeenschap Invloed middelbare school CKV is verplicht Bewustwording van je keuzes Muzieklessen op middelbare school Toneel Invloed docent Middelbare school in grote stad Stimuleren muziek Vrijwillig Interesse Omgeving school: Buurt Stimuleren buitenlandse reizen Geografisch aspect Grote steden, meerdere middelbare scholen Jenaplanschool CKV op het vmbo Invloed profielen Invloed docent Beoordeling CKV Levensfase Initiatieven tussen scholen en gemeenten Motiveren leerlingen Levensfase Invloed CKV: Musical
Invloed geloof Invloed omgeving Invloed basisschool
Invloed van buitenaf
Invloed middelbare school Invloed CKV
Invloed van buitenaf
Geografisch aspect Invloed middelbare school
Invloed van buitenaf
158
bezoeken Invloed middelbare school: Buitenlandse reis Ervaring Invloed is per school verschillend Invulling vak CKV Stimuleren ondernemen van culturele activiteiten voor CKV Keuzes Invloed docent Interesse Verplichten Levensfase Verplicht stellen niet dagelijkse culturele activiteiten Invloed CKV Openstellen cultuuruitingen Buitenlandse reis CJP-passen Beleven Opleidingsniveau Interesseniveau Comfortzone Invloed middelbare school: Profielkeuze Interesse Studie gerelateerd Invloed vrienden Invloed vrienden op latere leeftijd Reizen Groot verschil Interesse Ervaringen delen met betrekking tot cultuuruitingen en cultuurdeelname Studentencultuur, dispuut Invloed ouders Verdiepen wat de opvoeding heeft meegegeven Opleidingsniveau Invloed omgeving: Dorp of stad
Invloed middelbare school
Invloed van buitenaf
Invloed CKV CJP-passen Opleidingsniveau
Invloed van hoger af Invloed van jongs af aan
Invloed vrienden Invloed wereld Invloed omgeving
Invloed van buitenaf
159
Studentenvereniging heeft een meerwaarde Geen verschil mannen en vrouwen Invloed omgeving: Met wie je in contact komt Opleidingsniveau Interesse Invloed partner Cultureel actief als sociale activiteit, met je partner Met partner onderneem je ander soort culturele activiteiten dan met je vrienden Invloed familie partner Openstellen Open staan voor nieuwe invloeden Interesse Invloed van hoger af Financiële aspect Toegankelijk Erfstukken cultuur Nederland Bezuinigingen op verkeerde plekken Veel verschillende kunstopleidingen Geen plek voor veel afgestudeerde kunstenaars Smaak Subsidie verstrekken waar het nodig is Twee facetten: Toegankelijkheid (niet te dure musea) en subsidie verstrekken aan opkomende kunstenaars Subsidiëren opkomende kunst is van belang Levensfase Initiatieven vanuit culturele organisaties en instellingen CKV niet afschaffen, ander format CJP-passen Invloed overheid: Geld
Invloed partner Invloed familie partner
Invloed van buitenaf
Financieel Subsidies
Invloed van hoger af
Subsidiëren Invloed overheid Invloed ouders
Invloed van hoger af Invloed van jongs af aan
160
voor scholen om leerlingen te stimuleren om culturele activiteiten te ondernemen Ouderlijke bijdrage Invloed ouders
Focusgroep 2 Labels Niet cultureel actief in Nederland Wel cultureel actief: Stedentrips, vakantie Voorbeeld vakantie, stad bezoeken Cultureel actief definitie In aanraking komen via werk, hobby Voor bepaalde culturele activiteit terug naar de plaats waar je opgegroeid bent Voorbeeld: Theater Cultureel actief als sociale activiteit, met anderen Cultureel actief: Musea, theater, festivals Cultureel actief als sociale activiteit, met anderen Niet cultureel actief Voorbeelden: bioscoop, musical, vakantie Levensfase Buitenschoolse muziekeducatie Invloed ouders: Ondernemen culturele activiteiten Invloed broers en/of zussen Invloed ouders, enthousiasme Amateurtheater Geografisch aspect Invloed omgeving: Dorp Invloed vader: Cultureel actief Invloed familie: Cultureel actief Cultureel actief: Toneel spelen Invloed grootouders Wel of geen invloed grootouders: Leeftijd grootouders Invloed omgeving: Dorp of stad Interesse mensen dorp Geografisch aspect Dichtbij grote stad wonen Invloed omgeving: Dorp Geografisch aspect Limburg, Brabant
Thema’s Cultureel actief Invloed op vakantie Invloed op werk, hobby Invloed plaats waar je opgroeit
Kernthema’s Culturele identiteit Invloed van buitenaf Invloed van jongs af aan
Invloed van ouders Invloed van broers/zussen Invloed omgeving
Invloed van jongs af aan
Invloed van grootouders
Invloed van jongs af aan
Invloed omgeving Geografisch aspect
Invloed van buitenaf
161
Invloed omgeving: Moeite doen om naar een culturele instelling te gaan Invloed ouders Digitalisering Invloed media: TV, Social Media Invloed ouders: Afhankelijk Interesses Digitalisering: Tablets, interactief Invloed media: TV Digitalisering: Apps Invloed ouders Invloed omgeving waarin je opgroeit Financiële middelen Invloed van buitenaf Invloed basisschool Invloed basisschool: Ondernemen culturele activiteiten Invloed geloof: Katholieke basisschool Invloed basisschool: Kunstvakken Muziek, handenarbeid, tekenen Invloed geloof Musical groep 8 Kerstmusical Samenwerking basisschool met culturele instantie Voorstelling Themaweken Invloed leraar Kinderboekenweek Invloed basisschool: Schoolorkest Invloed ouders Invloed leraar Invloed omgeving: Tradities Invloed vrienden Invloed school: Zelfontwikkeling, ontplooiing, talent Wat anderen doen Invloed leraar, buiten school actief Invloed klasgenoten Interesse Invloed klasgenoten uit andere culturen Invloed middelbare school Tijd dat je op middelbare school doorbrengt, verschil vmbo en vwo heel groot Invloed middelbare school: Buitenlandse reizen en excursies Invloed CKV CKV op het vmbo
Invloed digitalisering Invloed ouders Invloed financiële middelen
Invloed van jongs af aan
Invloed van basisschool
Invloed van buitenaf
Invloed op basisschool
Invloed van buitenaf
Invloed vrienden, klasgenoten, omgeving
Invloed van buitenaf
Invloed middelbare school Invloed vmbo of vwo
Invloed van buitenaf
Invloed CKV
Invloed van buitenaf 162
Status vak CKV Stimuleren ondernemen culturele activiteiten vanuit school CJP-passen Invulling CKV Invloed ouders: Stimuleren CKV: Verslagen Invulling lessen CKV Invloed middelbare school: Prioriteit CKV Cijfer kunstvakken Interesse Belang CKV, kunstvakken Toekomst Invulling vak CKV Interesse Duur vak CKV, één jaar Invloed omgeving: Schouwburg in woonplaats Invloed middelbare school: Musical, schoolbandjes, culturele avond, open podium Invloed docenten Invloed middelbare school: Mogelijkheden tot organiseren van culturele activiteiten door leerlingen Invloed middelbare school: Naschoolse activiteiten Invloed docent Invloed middelbare school: Band Night Aanwezigheid Aula, ruimte met verhoogd podium Invloed school, schoolleiding Invloed docenten, actief Invloed middelbare school: Buitenlandse reizen Invloed docent Interesse Interesse, smaak Levensfase Invloed middelbare school: Gastgezinnen Invloed middelbare school: Buitenlandse excursie Invloed docent Bezoek musea Interesse in Van Gogh, omdat het een Nederlander is Levensfase Leeftijd
Het vak CKV De invulling
Invloed van hoger af
Invloed middelbare school Invloed schoolleiding, docenten
Invloed van buitenaf
Invloed middelbare school
Invloed van buitenaf
Invloed middelbare school Ontwikkeling op middelbare school
Invloed van buitenaf
163
Smaak Interesses Levensfase Invloed docenten Verschil vmbo en vwo Achtergrond van mensen Financiële middelen Interesse Stimuleren vanuit de school Ondernemen populaire culturele activiteiten school Invloed omgeving: Mensen met wie je omgaat, vrienden, studiegenoten Studiekeuze Studiegenoten Huisgenoten Interesse Levensfase Interesse Nieuwe informatie zelf opzoeken Invloed studie Interesses Elkaar opzoeken Invloed partner Interesse Invloed mensen in directe omgeving Interesse Culturele interesse vanwege werk Interesses partner Interesseren in elkaar (partners) Invloed van hoger af Subsidiegelden Subsidies aan veel organisaties verstrekt Samenwerkingsmogelijkheden Efficiënter CKV niet afschaffen Kunst en cultuur toegankelijk voor iedereen Culturele instelling concurreren met commerciële instellingen Bekijken per activiteit wel of geen subsidie Toegankelijkheid cultuur Vanzelfsprekendheid subsidie Culturele instelling is belangrijk voor een stad Financiële aspecten Concertkaartjes zijn duur Subsidiegelden Brabant Bezuinigingsmaatregelen
Invloed omgeving Invloed anderen Invloed in verschillende levensfasen
Invloed van buiten af
Invloed partner Invloed op latere leeftijd
Invloed van buitenaf
Subsidiegelden Samenwerkingsm ogelijkheden Afschaffen CKV
Invloed van hoger af
Financiële toegankelijkheid
Invloed van hoger af
Lokale bezuinigingen
Invloed van hoger af 164
Commercieel tegenover nietcommercieel Meningen over kunst en cultuur lopen uiteen, smaak Interesse Bezuinigingen CKV CJP-passen Financiële middelen
Bezuinigingen tegenover interesse
Invloed van hoger af
Focusgroep 3 Labels Cultureel actief definitie Niet cultureel actief: Museum, kleien, kunstenaar, muziek Voorbeeld: Museum, band, schilderen Voorbeeld: Musical Cultureel actief: Schilderen, verkopen, museum, musical Cultureel actief: Museum in het buitenland Cultureel actief: Bioscoop Cultureel actief: Muziek luisteren Moeite doen, energie Cultureel actief: Museum buitenland Smaak Waardering kunst Cultureel actief In Nederland niet, in buitenland wel Iets zien in het buitenland Cultuur snuiven op vakantie Lokale tradities Brabant, Limburg Provinciale traditie: Carnaval Zelf actief: band Bespelen muziekinstrument Cultureel actief: Films,
Thema’s Cultureel actief
Kernthema’s Culturele identiteit
Cultureel actief Definitie cultuur
Culturele identiteit
Cultureel actief
Culturele identiteit
Cultureel actief Invloed van omgeving waar je in opgegroeid bent
Culturele identiteit Van invloed van jongs af
Cultureel actief Sociale activiteit Invloed woonplaats
Culturele identiteit Invloed van buitenaf
165
musea (ook in buitenland) Cultureel actief in Nederland, in woonplaats (Tilburg) Cultureel actief: musea, theater, concerten Sociale activiteit Cultureel actief: Rondreizen in Azië, hier in Nederland amper cultureel actief Ver weg Cultuuruitingen waar je bent opgegroeid Cultuur in huidige woonplaats Nederlands is niet interessant, buitenland wel Invloed ouders Als kind gestimuleerd op vakantie cultuur te snuiven Vroeger op vakantie cultuur, nu nog steeds Tegenovergestelde: Niet door ouders gestimuleerd, nu heel actief op cultureel vlak Cultureel actief: Literatuur Hoog opgeleide ouders Niet alleen hoogopgeleiden Financiële middelen Hogeropgeleiden hebben meer middelen Geen interesse, wel geld om een museum te bezoeken Buitenschoolse muziekeducatie in jeugd Positieve ervaring
Rondreizen op latere leeftijd Met ander culturen in contact komen
Invloed van buitenaf
Invloed ouders
Invloed van jongs af aan
Opleidingsniveau ouders Financiële middelen
Invloed van jongs af aan
Invloed ouders: buitenschoolse muziekeducatie Geografisch aspect
Invloed van jongs af aan
166
stimulatie ouders Beroep ouders Vader muziekdocent Geografisch aspect Invloed ouders Geografisch aspect Stadscultuur Dorpscultuur, tradities Provinciaal aspect Communie, katholiek Cultureel actief: Naar de bibliotheek gaan Kinderboekenweek Invloed broers/zussen Invloed moeder Voorlezen door ouders Geen invloed ouders, maar las als kind heel veel Zelf cultuur gaan ontdekken, geen stimulatie van jongs af aan Invloed middelbare school Digitalisering: Internet Digitalisering: MSN, Facebookchat, links Informatie met elkaar delen Digitalisering: Google (zoekmachines) Digitalisering: YouTubefilmjes Snelheid internet Hoeveelheid informatie Verhalen van anderen lezen op het internet Invloed van buitenaf Invloed basisschool Verplichting basisschool: kunstvakken. Geografisch aspect, regionaal
Invloed ouders Invloed broers/zussen Zelf ontdekken
Van jongs af aan
Digitalisering Hoeveelheid en snelheid informatie
Invloed van jongs af aan
Invloed basisschool Kunstvakken zijn wettelijk verplicht Geografisch aspect
Invloed van buitenaf Invloed van hoger af
167
Randstad Zuiden van het land Musical groep 8 Kerstkoor Invloed geloof: katholieke basisschool Playbackshow op basisschool Open podium op basisschool Invloed geloof: Driekoningen Invloed geloof: katholieke basisschool Kunstvakken op school: Muziekles Kunstvakken op school: Handenarbeid, tekenen Knutselen voor Vaderdag en Moederdag Themaweken Invloed basisschool: Kinder- en informatieboeken, documentatiecentrum Stimuleren lezen: verslag Invloed basisschool: Lezen in de klas Voorleesmoeders Cultureel actief op basisschool: Lezen, musical, musea, knutselen Invloed geloof Cultuur is voor de algemene ontwikkeling van een kind Invloed basisschool op lezen Lezen van jongs af aan heel leuk Kinderboekenweek Invloed basisschool:
Invloed geloof Invloed basisschool
Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
Invloed basisschool Stimuleren ontwikkeling
Invloed van buitenaf
168
Verkoop van boeken, zoals De Lijsters Invloed familie: broers/zussen Educatieve tijdschriften Invloed van de ouders: Stimuleren lezen Invloed media: Educatieve schoolprogramma’s Invloed media: Educatieve films Invloed basisschool: educatieve lesprogramma’s Geografisch aspect Randstad Brabant Verschil in scholen Geografisch aspect Openbare basisschool Protestants-christelijke basisschool Katholieke basisschool Invloed grootouders Invloed ouders: Bijbel in huis Invloed grootouders Invloed basisschool: Vakkenpakket Invloed ouders: gelovig opgevoed Invloed middelbare school: Andere culturen leren kennen Invloed middelbare school Kunstvakken middelbaren school: Muziek, Tekenen, Drama Kunstvakken verschillen per school CKV Invloed CKV: Verschil
Invloed educatieve media Geografisch
Invloed van buitenaf
Invloed basisschool Invloed ouders en cultuur binnen gezin (familie) Invloed grootouders
Invloed van jongs af aan Invloed familie
Invloed middelbare school Kunstvakken op school Invloed van CKV
Invloed van buitenaf
169
per profiel Profiel Cultuur & Maatschappij: CKV1,2,3 CKV: minimaal een jaar in de bovenbouw Invloed CKV op cultuurdeelname Invloed school: Leerlingen wel of niet culturele activiteiten zelf laten regelen. Invloed overheid en middelbare school: CJPpassen CKV: Verslagen Invloed kunstvakken op vervolgstudie Invloed middelbare school: Kunstvakken Invloed middelbare school: Literatuur KCV Invloed vakken Latijns en Grieks Culturele activiteiten met KCV Invloed kunstvakken Invulling vak CKV stimulerend of niet Invloed docent Verschil per middelbare school: Benoeming van de kunstvakken Vak CKV inkaderen Protocolwerking verschilt per school Beoordeling kunstvakken: Stimuleert wel of niet Invulling KCV: 3 jaar Invloed kunstvakken: Theorie blijft niet hangen Invloed middelbare school: Andere vakken
Invloed KCV Invloed CKV Groot verschil tussen middelbare scholen Beoordeling vak CKV
Invloed van buitenaf Invloed van hoger af
Invloed middelbare school
Invloed van jongs af aan 170
Lage status vak CKV onder leerlingen Kunstvakken op middelbare school: Bij lagere niveaus meer bezigheidstherapie door lage spanningsboog leerlingen Interesse van een kind Invloed puberteit Geen interesse, andere bezigheden Verplicht stellen CKV Levensfase Invloed ouders: Culturele activiteiten ondernemen Kunstvakken: Interesse scholieren Invloed middelbare school: Musical, orkest Invloed docent, enthousiasme Muziekavonden middelbare school, toneelclubje Verschil per middelbare school Schoolfeest met een bandje Invloed muziekschool: Band Invloed docent Toneelles op middelbare school Uitvoering toneelstuk Hoge cultuur: Klassieke werken Aandacht triggeren, promotie Invloed middelbare school: Musea bezoeken Invloed middelbare
Status vak CKV Lagere niveau Levensfase, interesse Invloed ouders
Invloed van buitenaf Invloed van hoger af
Invloed middelbare school Ondernemen en organiseren van culturele activiteiten school
Invloed van buiten af
171
school: Buitenlandse excursies en uitwisselingen Invloed middelbare school: Museum bezoeken Geografisch aspect Nederlandse Literatuur Engelse Literatuur Invloed docent, enthousiasme Invloed klas Invloed vrienden Geen invloed vrienden, interesse is heel belangrijk Invloed vrienden, beïnvloeden Levensfase Andere interesses Groepsdruk Invloed ouders Invloed vrienden op oudere leeftijd Deelnemen aan cultuur is interessanter geworden Ontwikkeling Je wereld is groter Bereikbaarheid Tijd Levensfase Cultuurdeelname: Stedentrips Bewustwording zowel op vakantie als huidige woonplaats Voor bepaalde culturele activiteit terug naar de plaats waar je opgegroeid bent Invloed partner Invloed partner: dezelfde interesses
Invloed omgeving: vrienden Ontwikkeling Interesse
Culturele identiteit Invloed van buitenaf
Geografisch aspect
Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
Invloed partner Invloed familie partner
Invloed van buitenaf
172
Samen culturele activiteiten ondernemen. Invloed familie partner Invloed familie Invloed partner: Cultureel wel enthousiast Invloed partner: Cultureel niet enthousiast Invloed vrienden Invloed partner: Compromis maken Levensfase Invloed vrienden Verre reizen Digitalisering: Social Media Mensen beïnvloeden elkaar Studentencultuur Invloed familie Toegankelijkheid andere culturen Digitalisering: Facebook, informatie delen Invloed overheid: Subsidiegelden Afschaffen CKV Kunstvak als bezigheidstherapie voor vmbo basis is nodig Invloed docenten Invloed ouders Invloed docent Invloed overheid: Veel subsidie Culturele instellingen: Commerciëler denken, door subsidie bepaalde laksheid Afhankelijk van
Invloed vrienden Digitalisering Invloed omgeving
Invloed van buitenaf
Subsidies Afschaffen CKV
Invloed van hoger af
Invloed overheid Subsidies Belang kunsten
Invloed van hoger af
173
subsidies Belang Kunsten Smaak Subsidie om cultuur in stand te houden Subsidies tegenover efficiëntie Kunstnalatenschap wordt groter Canon Smaak Invloed media: TV, beïnvloedt smaak Perspectief Interesse Invloed overheid: Nationaal en lokaal Invloed educatie: Universitaire studie Geografisch aspect Subsidies tegenover efficiëntie Weinig geld Interesse Er moet vraag naar zijn Commerciële samenwerkingen Invloed middelbare school: Bezoek theater (Hoge kunst) Intellectuele inspanning Subsidies tegenover bezoekersaantal culturele activiteit Subsidies voor alle instellingen? Smaak Subsidies: Er moet een draagvlak zijn Cultuur is nalatenschap voor de volgende generatie Subsidies Manier van omgaan met subsidies in de
Subsidies tegenover efficiëntie Overheid, provincies, gemeenten Opleidingsniveau
Invloed van jongs af aan Invloed van hoger af
Subsidiegelden
Van hoger af
Subsidiegelden
Invloed van hoger af
174
kunst- en cultuurwereld Invloed media: TV Meeste invloed Ouders Partner (latere leeftijd) Grootste invloed (met uitzonderingen) zijn ouders Invloed grootouders
Invloed ouders Invloed partner
Invloed van jongs af aan Invloed van buitenaf
175
Definiëren kernthema’s en thema’s van de focusgroepen In de focusgroepen hebben vier thema’s centraal gestaan. In deze subparagraaf worden deze kernthema’s kort gedefinieerd worden en zullen de bijbehorende thema’s genoteerd worden. Kernthema 1
Culturele identiteit
Thema’s: Cultureel actief, invloed op vakantie, definitie cultuur, sociale activiteit, rondreizen op latere leeftijd, ontwikkeling, interesse Definitie: De deelnemers wordt in het begin van het gesprek gevraagd hoe cultureel actief ze zijn. Hieruit komt een gedeelte van hun culturele identiteit tevoorschijn. Veel deelnemers beseffen tijdens het gesprek dat ze juist wel of juist niet cultureel actief opgevoed zijn en welke factoren daar een invloed op hebben gehad. Bij dit kernthema hoort alles wat heeft te maken met de vraag hoe cultureel actief de deelnemer zichzelf vindt. Dit kernthema wordt voornamelijk in het eerste gedeelte van de gesprekken met de focusgroepen besproken. Kernthema 2
Invloed van jongs af aan
Thema’s: Invloed ouders, invloed broers/zussen, invloed omgeving waar je in opgroeit, digitalisering, informatie-uitwisseling, invloed grootouders, invloed cultuur familie, opleidingsniveau, invloed op je werk, hobby, invloed plaats waar je opgroeit, invloed woonplaats, opleidingsniveau ouders, invloed ouders: buitenschoolse muziekeducatie, zelf ontdekken, hoeveelheid en snelheid informatie Definitie: Tot dit kernthema behoren alle factoren die van jongs af aan van invloed zijn geweest op de culturele identiteit van de deelnemers. De belangrijkste factor is de ouders, maar uiteraard zijn meer factoren van belang geweest. De digitalisering behoort ook tot dit kernthema, omdat in de groepsdiscussie vaak werd bediscussieerd hoe het zou zijn als de digitalisering invloed zou hebben gehad op de cultuurdeelname van de deelnemers. Ook vanwege het feit dat de digitalisering een steeds grotere rol gaat spelen in de jonge levensfasen. Kernthema 3
Invloed van buitenaf
Thema’s: Invloed vrienden, invloed onderwijs, invloed omgeving, invloed basisschool, ontwikkeling identiteit op de basisschool, invloed geloof, invloed middelbare school, invloed CKV, geografisch aspect, invloed wereld, invloed partner, invloed familie partner, invloed klasgenoten, invloed vmbo of vwo, invloed schoolleiding, docenten, ontwikkeling op middelbare school, invloed anderen, invloed in verschillende levensfasen, invloed op latere leeftijd, met andere culturen in contact komen, stimuleren ontwikkeling, invloed educatieve media, kunstvakken op school, invloed KCV, lager niveau, ondernemen en organiseren van culturele activiteiten school, ontwikkeling, interesse
176
Definitie: Tot dit kernthema behoren veel thema’s. Hieruit is te concluderen dat de invloed van buitenaf erg divers is. Met name het onderwijs speelt een grote rol in de ontwikkeling van de culturele identiteit. Dat dit kernthema bestaat uit veel thema’s heeft ook als reden dat deelnemers naarmate zij ouder werden vanuit meerdere kanten gestimuleerd werden om deel te nemen aan bepaalde culturele activiteiten, maar dit heeft ook te maken met de levensfase waar ze zich in bevonden. Daar wordt in alle drie de gesprekken meerdere malen aan gerefereerd. De invloed van de vrienden is niet uit te wissen en ook de invloed van de partner is voor een aantal deelnemers een grote invloed geweest op hun culturele interesse en hun cultuurdeelname, die daar uiteraard uit voortkomt. Kernthema 4
Invloed van hoger af
Thema’s: Invloed CKV, CJP-passen, financieel, subsidies, het vak CKV, de invulling, subsidiegelden, samenwerkingsmogelijkheden, afschaffen CKV, financiële toegankelijkheid, lokale bezuinigingen, bezuinigingen tegenover interesse, kunstvakken zijn wettelijk verplicht, groot verschil tussen middelbare scholen, beoordeling van CKV, status vak CKV, invloed overheid, belang kunsten, subsidies tegenover efficiëntie, overheid, provincies, gemeenten Het laatste kernthema is tijdens de gesprekken eigenlijk ingeleid door twee onderwerpen, namelijk het belang dat de overheid cultuur ondersteunt en het wel of niet afschaffen van CKV. In alle drie de focusgroepen waren de meningen hierover verdeeld. In de eerste focusgroep ging het voornamelijk over de kunstopleidingen. In Focusgroep 2 werd er meer gesproken over subsidiegelden op lokaal niveau. In de derde focusgroep was het meningsverschil over de subsidiegelden het grootst.
177
Analyse Focusgroepen Uit de analyse van de drie focusgroepen blijkt dat de drie groepsdiscussies erg uiteen liepen, maar op sommige vlakken elkaar ook weer raken en tegemoet komen. Dit komt onder andere door de verschillende samenstellingen van de focusgroepen. In Focusgroep 1 speelt onder andere mee dat vier van de vijf deelnemers nog studeren en Deelnemer 1 net afgestudeerd is en werkzoekend. In het gesprek speelden de buitenlandse reizen die zij hebben gemaakt een grote invloed op hun cultuurdeelname en uiteraard de ouders. Volgens één van de deelnemers zit cultuur in je. De vijf deelnemers zijn allemaal actief, dan wel actief geweest in het Tilburgse studentenleven bij verschillende organen van studenten- en studieverenigingen. Dit was dan ook een belangrijk thema in het gesprek, met name bij het derde onderwerp. De invloed van buiten af werd op bij de meeste deelnemers namelijk gekenmerkt door de invloed van hun vrienden en dispuutsgenoten, met name bij Deelnemer 2. Hij heeft van thuis uit niet ervaren dat zij ouders enigszins hebben bijgedragen bij de vorming van zijn culturele identiteit. Cultuur is niet vanzelfsprekend voor iedereen en er wordt volgens de deelnemers bezuinigd op de verkeerde plekken. Kunst moet toegankelijk zijn voor iedereen, ook op financieel gebied. De deelnemers zijn het er ook over eens dat CKV in een andere vorm aangeboden moet worden. Focusgroep 2 bestond uit een gevarieerder gezelschap. Deelnemer 3 en 4 ondernemen redelijk vaak culturele activiteiten. De andere deelnemers bijna nooit. Deelnemer 1 geeft wel aan steeds meer geïnteresseerd te raken in kunst en cultuur. In deze focusgroep speelde het onderwerp ‘interesse’ dan ook een grote rol, zowel de interesse van de deelnemers nu als de interesse in de vroegere levensfases, bijvoorbeeld op de middelbare school voor het vak CKV. Ook de invloeden die deze interesse hebben veranderd waren in dit gesprek belangrijk. Met name Deelnemer 2 is hier een goed voorbeeld van, want toen zij op het vmbo zat had zij totaal andere interesses en vrienden dan tegenwoordig: Zij heeft een WO-mastergraad behaald en heeft (bijna) alleen nog maar vrienden die hoger opgeleid zijn. Deze vrienden zijn duidelijk van invloed. De groep is het ook eens over het feit dat er veel subsidie verstrekt wordt en dat daar efficiënter mee omgegaan kan worden. Er wordt over subsidievrije projecten gesproken, geïnspireerd op Poppodium 013 die nu een jaar subsidievrij draait. Subsidieverstrekking op een lager niveau, bijvoorbeeld amateurkunst heeft met name volgens Deelnemer 3 een hogere prioriteit. Uiteindelijk is het van belang dat kennis maken met cultuur op een goede manier gebeurt. De meest gevarieerde focusgroep is de laatste focusgroep. Een aantal deelnemers uit deze groep zijn niet cultureel actief en een aantal deelnemers juist heel cultureel actief. Deelnemer 1 schildert veel, verkoopt her en der en is docent Beeldende Vorming, Deelnemer 2 speelt in een band en 178
interesseert zich voor hoge kunst en cultuur en Deelnemer 6 onderneemt meerder keren per maand culturele activiteiten, bijvoorbeeld een museum bezoeken of naar de schouwburg gaan. Veel deelnemers bezoeken in het buitenland culturele instellingen zoals musea, maar in Nederland niet of nauwelijks. Deelnemer 4 stelt dat er strengere eisen gesteld worden aan kunst en cultuur in Nederland en Deelnemer 7 geeft aan dat het niet speciaal genoeg is. De invloed van de ouders speelt ook in dit gesprek een bepalende rol, behalve bij Deelnemer 6. Zij is van huis uit helemaal niet gestimuleerd om deel te nemen aan culturele activiteiten, maar heeft zelf haar interesses ontwikkeld. Het onderwijs speelt een belangrijke rol, met name de rol van een school zelf of een docent. Deelnemer 5 is hier bijvoorbeeld heel negatief over en van haar mag CKV afgeschaft worden. Hierover verschilde de meningen. Daarbij wordt gesteld dat culturele instellingen commerciëler moeten denken. Deelnemer 2 is het daar absoluut mee oneens. Het belang van de hoge kunsten wordt onderschat en het is de moeite om deze bewaard te laten blijven. Het is niet een kwestie van smaak of iets kunst is of niet. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat de ouders de grootste invloed hebben op de cultuurparticipatie van een kind en op latere leeftijd de partner.
179