HOMOSEXUEEL HIJ ZAL OOK WEL ZO ZIJN
Fiehi maa fiehi Het is wat het is, en wat dan nog?
Vele moeslims gaan op de troon van Allaah soebhaana ta'laa zitten en ... oordelen.
Een diepgaande analyse die veel onrechtmatig leed kan wegnemen, of wacht u totdat het één van uw nakomelingen overkomt ...
U kunt door uw ouders als een ongewenst kind zijn geboren, maar Allaah gaf u het leven. Allaah heeft u gewenst. U kunt kreupel, doof, blind, homosexueel, hermafrodiet, door Allaah gewenst geboren zijn; als schandknaap, prostituee bent u niet geboren; dit heeft Allaah niet gewenst. Dat was uw eigen keuze. Wat Allaah doet is niet zonder redenen (H.Q. 24:61, Johannes 9:1-3).
door: Yahya Djurjany Keeskamp Muhammad Ali Al-Hajj. Holland Islam Missie, Ahmadiyya Lahore Nederlandse Islam Missie Informatie Centrum Amsterdam Bewerkt door: M.R.F. Ghafoerkhan.
INHOUDSOPGAVE Inleiding3 1.1 Voorwoord4 1.2 Het oude liedje bestaat nog7 1.3 Vrouwen in Jodendom, Christendom en Islaam11 1.4 Paulus en homosexualiteit14 1.5 Onzedelijkheid en afgoderij16 1.6 Homosexualiteit is geen zonde17 1.7 Homosexuelen maatschappelijk niet aanvaard19 1.8 Homosexualiteit is een natuurlijk verschijnsel21 1.9 Homosexueel is huwelijksongeschikt23 1.10 Sexgodenverering24 1.11 Gelijkheid der mensheid27 1.12 Slot en naschrift29 Deel 2, Enkele uitspraken in de mannengodsdiensten, Brief31 2.1 Afscheid van een homosexueel32 2.2 Vooraf, opgedragen aan de Joods-Christelijk beïnvloede maulana's33 2.3 Een paar Joodse en Christelijke bewijzen34 2.4 De stenen spreken35 2.5 De mens geschapen ter aanbidding36 2.6 De verborgen ziel37 2.7 Vroegere volken niet homosexueel38 2.8 Sex is geen huwelijksdoel40 2.9 De blinde leidslieden42 2.10 Alles met een doel geschapen44 2.11 De Heilige Qoer'aan heft eerdere wetten op45 2.12 Het oordeel is aan Allaah47 2.13 Slotsom, mannenreligieën50 Deel 3, Slot53 3.1 Vooraf54 3.2 Volken discrimineren zichzelf55 3.3 Homosexualiteit is niet aangeleerd56 3.4 Homosexualiteit en de galiefa's58 3.5 De mens moet zich sublimeren60 3.6 Onzedelijkheid is overal ter wereld61 3.7 Homosexualiteit en varkensvlees62 3.8 Een gesprek met Djoyosugito66 3.9 De Heilige Qoer'aan is een leiding67 3.10 Nawoord69 3.11 Bibliografie70
INLEIDING. Mevr. Sajidah Abdus Sattar bracht het fenomeen homosexualiteit naar voren. Mede aanzittende gesprekspartners een Surinaamse Hindoestaanse godsdienst-onderwijzer, een homosexuele moeslim van Arabische afkomst, die getrouw vijf keren per dag zijn gebed doet, en een doctor van een Islamitische raad in Nederland. Natuurlijk kwam men met het gesprek niet tot een oplossing van het fenomeen homosexualiteit. Je komt zonder kennis van de Thora-Genesis, de geschiedenis van Lot en van Abraham niet verder dan de verdorven stad Sodom en Gomorra, waar mannen onderling een verhouding hadden vanuit de promiscuïteit bij de sex-, drek- en vruchtbaar-heidsgodenvereringen. Deze mannenverhouding heeft niets gemeen met de van het moederslijf geboren homosexueel. Net zomin als vanaf het moederslijf geboren doven, stommen, kreupe-len, mongolieden, zwakzinnigen ook maar iets te maken heeft met de zonden der vaderen tot in het derde, vierde of het zevende geslacht. Zowel de Joodse Soncino bijbelboeken als vele citaten uit de Christelijke geschriften zijn een bewijs dat homosexualiteit niets te maken heeft met de zonden van Sodom en Gomorra. Niets te maken heeft met de zonden van voorouders; grootvaders en grootmoeders en de eigen ouders. Het is zoals de profeet Jezus zegt, ze zijn zo geboren vanaf het moeders-lijf, waardoor Allaah zich met dit teken openbaarde. Allaah zal zich door alle tekens blijven en blijvend openbaren, net zolang tot er recht is gedaan aan de anders geborenen. Het maakt niet uit of dit een blinde is (Johannes 2:1-5, Mattheus 19:10-12). Gebed van een homosexueel. Here mijn God, die mij het levenslicht gaf, mijn vrienden keerden zich van mij af. Verliefden zich met mijn zusters en hun vriendinnen, wie is schuldig aan mijn anders zijn van te beminnen. Is liefde kwaad, niet te gedogen? Mijn Here God, als ik schuld heb, laat dan de dood over mij komen. Verlossing van deze smaad. In eenzaamheid blijf ik dolen met een nimmer beantwoorde vraag: waarom, waarom. Werken in mij krachten die ik nooit heb gewenst, die mij krachteloos maken als Paulus, uw dienstknecht in zwakte, ... ook ik.
(Gereformeerde Jongeren Org. 1933).
1.1 VOORWOORD. Heterosexueel! .... Homosexualiteit; dit gaat ook u aan. Als in uw gezin, met een liefderijke opvoeding, zelfs een zeer godsdienstige opvoeding, bij uw kinderen blijkt, in zijn puberteit en soms al in de wieg of kleutertijd, dat hij zich doet onderscheiden van zijn broertjes of zusjes, die zowel voor of na hem of haar geboren zijn. U kunt hem of haar ondanks uw tuchtigende hand of stok niet veranderen, niet verhinderen. U kunt alleen maar verliezen wat uw dierbaar eigen vlees en bloed is. U kunt zijn of haar ingeschapen natuur vanaf het moederslijf niet veranderen. Net zomin u natuurrampen kunt voorkomen, blinden kunt laten zien, doven kunt laten horen, lammen en kreupelen kunt laten lopen, of van kleinver-standelijken wetenschappers kunt maken. De ingeschapen natuur; "gaat zo die gaat" , fiehi maa fiehi, koen fajakoen, word en het wordt, wat door Allaah gewenst is zich te openbaren. In paren te hebben geschapen ter onderscheiding, om te doen kennen. Voor Allaah is niets verloren wat hij wil behouden door Zijn genaden. Allaah wenst u te leiden en duidelijk te maken het "hoe en waarom". Hij die zijn lusten volgt is in grote dwaling (H.Q. 4:26-27).
In de zesde jaargang van de Holland Islam Missie 1986-1987 plaatsten wij een artikel uit de Volkskrant van 8 sept 1986, toegezonden door br. M.J.H. Crul en tevens als verzoek van drs. M.P.R. Karamat Ali, voorzitter van de F.A.A.I.I.N. De aanleiding was de vestiging van het C.O.C., een culturele club van homosexu-elen naast een moskee, de voormalige Oranjeschool te Zwolle. De moeslims hadden het gebouw bezet uit angst dat homosexuelen onrein zijn en het gebouw zouden ontheiligen met sodomiterijen. De moeslims brachten naar voren dat in de Koran staat dat homosexuelen met het zwaard moetem worden geveld en van een berg moeten worden afgesmeten (niet in de Qoer'aan maar in de bijbel). Abdulwahid van Bommel, destijds van het Moslim Informatie Centrum, zegt naar aanleiding daarvan, dat dit nergens in de Koran voorkomt (zie H.Q. 4:15-18, heteroseksuelen). Dit is inderdaad juist. Wel komt in de Heilige Qoer'aan voor de verzen over de profeet Lot, die zijn land de waarschuwing geeft om geen onzedelijkheid te begaan: "Gij nadert immer de mannen in wellustige begeerte inplaats van de vrouwen" (H.Q. 7:80:84). Hier is sprake van het volk van Sodom, dat zich overgaf aan vruchtbaar-heidsritus en aanbidding van sex- en drekgoden. In de Joodse geschriften wordt daarover heel veel geschreven. Ook in latere tijden omreden dat de Joden zich ook schuldig hieraan maakten: "Mannelijke bijligging als van vrouwen is de Heer een gruwel" (Leviticus 18:22). Met betrekking van Lots volk van Sodom komen naar voren: kinderoffers, drekgoden, overspel, hoerderijen en sabat-schendingen (Leviticus 15:1-34, Ezechiel 16:40, 20:16, 23:39-47). Christelijke groeperingen halen niet de Joodse geschriften naar voren, maar de brieven van de afgevallen Paulus, waarvan de Christenen niet eens met zeker-heid weten dat deze door hem zijn geschreven, door naar voren te brengen dat de brieven van een latere tijd zijn als van Paulus, die leefde tussen, met, zonder, boven en onder de wet (I Corinthiërs 9:19-27). Wel of niet van Paulus; in elk geval gaat het ook voor Paulus op met zijn "doorn in het vlees", als hij "in zwakte overwint, sterk is". Ook voor Paulus gaat op een gesnedene van het moederslijf te zijn (Mattheus 19:6-12). Gebruik even het verstand en denk na. Iets tegen de aangeboren natuur in doen is zonde. Dit wordt met alle zonden naar voren gebracht. Zeer duidelijk komt dit naar voren in de verzen H.Q. 4:14-18. Hier is sprake van overspel, ontucht; twee vrouwen, twee mannen, een man en een vrouw: geef hen beiden een lichte straf. Ontucht is iets anders dan overspel (H.Q. 17:32, 24:1-10, 24:3). Er is een duidelijk onderscheid: tegennatuurlijkheid is zonde, in- of aangeborenheid is geen zonde. De zonden van Sodom en Gommora; sexgodenvereringen, drekgoden, phallus- of lingamverering, overeind gezette stenen of hoogten, bomen etc. die werden aanbeden of vereerd, of de zonden van menselijke zwakheden, of aan de andere kant de ingeschapen natuur, zoals de gesnedenen van het moeders-lijf; blinden, doven, kreupelen, sexuele geaardheid. De Heilige Qoer'aan verbiedt alles wat tegen de ingeschapen natuur ingaat, dus zonde is, omdat het anders kan dan tegennatuurlijk. Moeslims, Marokkaanse, Turkse of Surinaams-Hindoestaanse, kunnen nu wel als struisvogels de kop in het zand steken, in India en Marokko is het voor een toerist een probleem steeds weer lastig gevallen te worden door opdringers in de omgeving van hotels of bezienswaardigheden. Roy Kasiem, een Surinaamse Hindoestaan, geeft toe dat ook bij moeslims velen in leer verschillen, maar hij kan beter toegeven dat ook bij de Hindoe-staanse moeslims met een Hindoeistische voorouderucultuur de geest gewillig en het vlees zwak is (Mattheus 26:41). Deze Zwolse moeslims waren ook van Surinaams Hindoestaanse afkomst en aangesloten bij de World Islamic Mission van Roy Kasiem. Moeslims die van witte en zwarte mensen spreken, nationaliteit, ras en cultuur boven de eenheid van volken en boven broederschap stellen (H.Q. 2:213, 10:19) en seperatistische groepen in de Islaam vormen, kunnen moeilijk de Islaam als uni-versele broederschap uitdragen. Eerst de eigen
Augiasstal schoonmaken, het onder-scheid weten te maken tussen Sodom (tegennatuurlijk) en in- en aangeboren, gesne-denen vanaf het moederslijf. Schandknapen doen homosexueel voor geld en verkopen niet alleen hun lichaam, maar ook hun geslachtsziekten. Hij die zich met schandknapen inlaat of afgeeft, betaalt niet alleen met zijn geld maar ook met zijn gezondheid. De echte homoseksuelen, vanaf het moederslijf, zijn overal aan te treffen. Onder artsen, rechters, ambachtslieden, leraren, kunstenaars, priesters, dominees, artiesten etc. Seth Gaaikema is de zoon van een dominee en zijn moeder een dominese. Jos Brink (NCRV) predikt in kerken en gebedsstonden. Heeft Roy Kasiem wel eens gehoord van homosexuele galiefa's, het Ghilman-instituut, homosexuele jongens die door de galiefa Harun Ar-Rashid werden uitgehuwelijkt met andere homosexuele jongens. Zij vormden jongensgezinnen. Zij verdrongen de euneuchen; de castraten. Castratie was onmenselijk, onnatuurlijk. De laatste Turkse castraat is in de jaren 80 op hoge leeftijd overleden. Er is geen andere godsdienst die zo eenvoudig en helder is als de Islaam. Meer nog dan het jodendom is de Islaam belasterd. Of al die laster nu kwam uit de Christelijke hoek van Rooms-Katholieke of van Protestante zendelingen, alles wat tussen P.M. Legene en Herman H. Sommers zit, is laster en het maakt niets uit of die laster komt van een doopsgezinde zendeling van de Zeister Broedergemeente of van een hooggeleerde met drie fabuleuze titels als Herman H. Sommers; laster blijft laster. Prof. dr. Kinsey, sexuoloog 1894-1956, onderzocht sexuele gedragingen en publiceerde uitsluitend te controleren feiten-materiaal zonder een pro- of anti-oordeel te geven (Sexual behaviour in the human male 1948, idem female 1953). Vergelijkingen met andere onderzoekingen verschillen weinig en vele oorzaken van eerdere geleerden werden verworpen, zoals het moedercomplex e.d. van het sexuele vraagstuk van Prof. dr. Forel. Een man die voor de vuist weg meer boeken schreef, dat men zich afvraagt in welke tijd hij zijn onderwerpen bestudeerde. In 1879 behaalde hij zijn doctorstitel en werd hij hoogleraar. Maar in 1898 voelde hij zich geroepen terug te treden. Moeilijkheden werden niet door hem opgeheven. Op soms pornografische wijze haalt hij travestie en homosexualiteit door elkaar en weet geen onderscheid te maken; zie alleen al zijn :Het bal der vrouwenhaters", overigens een bijdrage van von Krafft-Ebing. De grootste miskleun van August Forel is dat hij zijn kennis over homosexualiteit opdoet in een krankzinnigen-gesticht. Van dergelijke quatsch en quasi-wetenschappelijke benaderingen kunnen niet anders dan vooroordelen worden verwacht, slachtoffers worden gemaakt wegens hun onschuldig anders zijn.
1.2 HET OUDE LIEDJE BESTAAT NOG. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd ik beschuldigd van het ene volk opstoken tegen een ander volk (Christenen). Zes weken lang een dage-lijks onderzoek, na gereageerd te hebben op een brochure van de doopsgezinde evangelische zendeling van de broedergemeente in Indonesia en Suriname: "Het land waar Mohamed regeert" van P.M. Legene. Uiteindelijk na het aantonen van de duideljke bewijzen uit het geschrift van deze zendeling: "Moehammad was een grove wellusteling, die gedurig in de armen van naakte vrouwen lag. Hij ontwaakte uit een dronkemansroes op een mestvaalt met nog van wellust ontbloote schaamdelen tussen de varkens. Hij schaamde zich hierover zo, dat hij het eten van varkensvlees en drank verbood." werd ik vanzelf vrijgesproken en door de procureur-generaal niet ontvankelijk verklaard voor strafvervolging en in het gelijk gesteld met mijn proclamatie protest, welke niet van strekking was het ene volk tegen het andere op te zetten, maar juist om grote moeilijkheden van godsdienstige aard te voorkomen, waaronder de bevolking vooral in Atjeh op Sumatra de djihaad nog zo levendig was. (Omgang met Indonesiërs werd verdacht gemaakt, homoseksueel te zijn, tot een eigen leven te leiden, koloniale boycot in de gemeenschap)
In Suriname werd door de Islamitische Vereniging het in 1937 geschreven protest van dhr G.A. Sovan te Moengo in juni 1943 uitgegeven na een bewerking door een andere tot het hoofdbestuur behorende cultuurgroep als de Indonesische te Moengo. De eigenzinnigheden van de vele in de Islaam vertegenwoordigende cul-tuurgroepen hebben de Islaam in vele landen met moeslims altijd grote schade en versplinteringen toegebracht ondanks dat de Heilige Qoer'aan alle volken één volk noemt (H.Q. 2:213, 10:19) en de belijders tot één universele, internationale broederschap maakt. Helaas is de eigenzinnigheid van de cultuurgroepen, of dit nu Marokkanen, Turken, Hindoestanen of andere kleinere verschillende cultuurgroepjes zijn, een versplintering van de "kracht van de Islaam". Elke groep hotst maar op eigen houtje voort en vinden zich belangrijker dan andere moeslimgroeperingen. Nationa-liteit, vooroudercultuur, zelfs de huidskleur schijnen van betekenis te zijn. Er wordt voorbijgegaan aan de bedevaartsgedachten één broederschap te zijn en aan de afscheidsboodschap van de Heilige Profeet Moehammad s.a.w.s. Alle moeslims die de Qoer'aanische Islaam belijden, de Heilige Qoer'aan van kaft tot kaft als de grondslag van de Islaam hebben aanvaard en Moehammad als de laatste profeet (een andere keuze is er niet), vormen één en dezelfde broeder-schap van moeslims bij monde van de Heilige Profeet Moehammad in zijn afscheids-boodschap en bedevaart. Ook hazrat Mirza Ghulam Ahmad bevestigde dit: "Mijn Islaam-belijden is geen andere dan dat van de de Ahl-I-Sunnah moeslims. Dat is dat mijn geloof precies hetzelfde is als dat van de volgers van de sunnah; dat is dat ik geloof dat het profeetschap is begonnen bij Aadam en is geëindigd met de Heilige Profeet Muhammad s.a.w.s. als de allerlaatste van de profeten. Iedereen die na de Profeet Muhammad aanspraak maakt op het profeetschap en profeet-zijn, is een afvallige leugenaar" (Tabligh-i-Rissalat Vol III pag 3).
De Qadianies keren nu terug en erkennen de fouten van de zoon na de dood van zijn vader, gemaakt in 1914.
Met dit voorbeeld hier geschetst blijkt dat er, ondanks de herhaalde oproe-pen van hazrat Mirza Ghulam Ahmad, er zeer weinig of niets is veranderd. Nog al-tijd is cultuurverschil, naijver, hoogmoedigheid, eigenzinnigheid en eigengereid-heid een groot struikelblok voor de kracht van de Islaam als één grote universele broederschap ongeacht ras, cultuur of afkomst. De aanvallen op de Islaam en de Heilige Profeet Moehammad gaan door. Er is in ruim vijftig jaren na de Tweede Wereldoorlog niets maar dan ook niets ten opzichte van de Islaam en de Heilige Profeet Moehammad veranderd of verbetert door de verdeeldheid van de tegen zichzelf verdeelde moeslims, die dan ook nog worden bedreigd door fundamentalistische moeslims, zoals van de Algerijnen. I.In het boek "De zusters van Sheherazade; de moderne vrouwen in de Islami-tische traditie", komt de schrijfster, die van Algerijnse afkomst is, tot de slotsom dat het in de Islaam alleen draait om een ongebreidelde sexualiteit. Het was voor schrijfster Djura niet mogelijk een ander boek over de vrouwen in de Islaam te beschrijven want nog altijd is de Babylonisch-hindoeistische voorouder-cultuur in de Islaam van de pre-Islamitische Lat, Uzza en Manat in de gedachten aanwezig als de "reine schonen" in het paradijs (H.Q. 53:19-21, 52:19-20). Voorou-derculturen die van de "religie van vrede" een sexueel lustoord in het paradijs maken (H.Q. 38:51-56) en dit terwijl er "geen onvertogen woord" is, maar "slechts vrede" (H.Q. 56:22-26). Het is wat geen oog heeft gezien en waarvan dan ook geen voorstelling van kan worden gemaakt en het is zeker geen sexueel lustoord, waar driften tot goden worden gemaakt (H.Q. 79:43, 25:43). Integendeel, niemand op aarde kan met geheel zijn verstand een voorbeeld geven van hoe het paradijs er uitziet. Een voorstelling van het paradijs kan niet gemaakt worden als een sexueel lusthof (H.Q. 2:17, 6:103-105). II.Een andere schrijver, Youssef Al-Masry, schreef "Het sexuele drama van de Arabische vrouw". Hij schreef dit ten aanzien van alle vrouwen in de Islaam voor-al uit de landen Egypte, Soedan, Somalië, Syrië en Irak, maar evenzo de vrouwen van Pakistan, Afganistan en Oezbekhistan. Vrouwen van en in het algemeen in de Islaam... Het afsnijden van clitoris en zelfs het afsnijden van de schaamlippen en het daarop dichtnaaien en weer opensnijden voor de huwelijks-nacht, zodat het maagd-zijn is beschermd (Somalië, Egypte, etc.). III.Van alle paradijsvoorstellingen als het geloof in een sexueel lustoord, is het de schrijver Herman H. Sommers (dr. in de toegepaste psychologie, dr. in de theologie - godgeleerdheid -, dr. in de wijsbegeerte en letteren), die bij gebrek aan bewijs in letter of punt, de Heilige Profeet Moehammad zelf naar voren brengt als voorbeeld voor de moeslims in het geloof van een paradijslijk sexueel lust-oord. Mohammad lijdt aan acromegalie, epilepsie, paranoïde, hysterische sexuele disorde, die overigens ook al in de medische Winklerprins naar voren is gebracht en zelfs in de hadieth zou zijn aan te treffen. Daar de Heilige Qoer'aan geen enkel hoofdstuk of vers bevat waarop deze en andere conclusies kunnen worden getrokken, wordt de Heilige Profeet Moehammad s.a.w.s. zelf aangevallen voor het waanbeeld van de moeslimgelovigen, die zelf nooit zijn losgekomen van hun vooroudercultuur (H.Q. 6:11, 7:4-8, 11:108-109, 16:38-38, 19:98). De Heilige Qoer'aan is een groot protest en verbod tegen de ongebreidelde hartstochten van onzedelijkheid, sexuele religiën en sexgodenaanbidding en -verering (H.Q. 6:102). De Heilige
Qoer'aan weerlegt dat het paradijs een sexueel lustoord is (H.Q. 52:20-28, 56:7-38). Het leven van ongebreidelde hartstocht, van vuiligheid is slechts spel (H.Q. 6:32) en hij die de religie van de Islaam tot een spel maakt, maakt zijn eigen hartstochten tot goden. Hij aanbidt, maar aanbidt met de lippen zijn goden en niet tot Allaah. Zijn gebed is een lippengebed (H.Q. 107:4-5). Een dergelijke onzedige, door de Heilige Qoer'aan verworpen levenswijze en wijze van leven kan nimmer een voorbeeld zijn voor het paradijslijk leven. Hoe zou een verworden persoon, omkomende in zijn eigen onzedelijkheid en onreinheid een voorbeeld kunnen zijn voor zijn volgelingen. De Heilige Profeet verhief zijn volgelingen uit het dal van verval, vuiligheid, verdorvenheid en de diepste duisternis van sex en sexgoden. Hoe kon hij een voorbeeld zijn van het paradijs indien hij zelf verdorven was. Hoe kon hij een voorbeeld zijn voor de gelovigen en hen vant de diepste duisternis naar het licht leiden als hij zelf in duisternis en verdorvenheid van ongebreideld sexueel leven leefde. Een leven van sexuele uitspattingen (H.Q. 13:13, 91:9-10, 25:43). Hoe kon de Heilige Profeet een voorbeeld ter navolging zijn, de sunnah zoor de gelovigen, voor miljoenen moes-lims als hij zelf de personificatie van onzedelijkheid was. Een voorbeeld van een rein, sociaal, humaan, godvruchtig leven dan dat leven waarmee onverlaten de le-zers wil indoctrineren. Men kent de boom aan zijn vruchten. Een goede boom brengt goede vruchten voort, een slechte boom draagt slechts onvolwaardige vruchten. Dat zei de profeet Jezus a.s. (Mattheus 7:16, Lucas 6:43). Ook westerse, dus Europese christengeleerden, hebben hun oordeel over de Heilige Profeet Moehammad gegeven. Rev. John Davenport, Thomas Carlyle, sir William Muir, prof. T.W. Arnold, Stanly Lane Poole, prof. E. Monet, G. Bernard Shaw en vele orientalisten hebben hun oordeel gegeven: Moehammad is de grootste van alle reli-gieuze leiders. Een huis gebouwd op leugens en bedrog is het bouwen van een huis op drijfzand. Voor het is voltooid zal het instorten. De Islaam bestaat al eeu-wen. Inderdaad, de laatsten zullen de eersten zijn en de eersten de laatsten. In Allaah's eeuwig weten was Moehammad reeds als eerste geschapen voor de wording van Aadam en als hoeksteen der struikeling en vermorzeling is de Heilige Profeet Moehammad ook altijd in Allaah's weten de laatste profeet voor alle volken en niemands vader (H.Q. 33:40). Om de positie van de vrouwen in de Islaam te beoordelen, zal men eerst moeten zien hoe de Joodse vrouw in de Joodse geschriften naar voren komt. Verder zal gezien moeten worden wat of de positie van de vrouw is in de geschriften van de Joden-christenen en de Paulinischeheidenchristenen, die nog altijd van in-vloed zijn op de moeslims, tegen de positie van de vrouwen in de Islaam. Eerst de positie van de vrouwen ondermijnen en beïnvloeden door de moeslims te indoc-trineren om tenslotte zich in de Christelijke zendingspropaganda op te werpen als de bevrijder van de vrouwen van de onderdrukking van hun mannen door de Islaam voor te stellen als de onderdrukker van de vrouwen. Het zijn niet de Joodse mannen en Christenmannen die hun vrouwen van hun onderdrukking hebben verlost. Het zijn de vrouwen zelf geweest die zich aan de mannen hebben ontworsteld tegen alle voorschriften van de heiden-apostel en afvallige Jood Paulus in. Waar Joodse en Christelijke vrouwen zich hebben ontworsteld aan hun mannen, daar is de moeslimaat noch niet toegekomen aan deze vreemde beïnvloedingen van het Jodendom en Christendom (de Joodse invloeden zijn een 700 jarige Iberische erfenis en latere koloniale
zendingen). Het geestelijk conservatisme is in wezen een modernisme. Een Islaamvreemde, Joods-christelijke beïnvloeding van pir, mullah, kijahih, ustad, marabuth en hoe deze priesters in de Islaam voelende schriftgeleerden zich ook moge noemen. Zij hebben geen enkele Qoer'aanische grondslag voor hun bestaan, hun handel en wandel. Het is ook de enigste reden waarom deze schriftgeleerden zich keren tegen de AhmadiyyaLahore en de Qoer'aanische grondslag van de Beweging in de Islaam. Hazrat Mirza Ghulam Ahmad en de daaruit voorvloeiende Ahmadiyya-Lahore heeft reeds lang en vanaf het begin van haar bestaan de positie van de vrouw naar voren gebracht. Vele moeslims die de Heilige Qoer'aan uit het hoofd weten op te dreunen of te lezen, kennen desondanks de inhoud en de betekenis van het Arabisch niet. Veelal is hun enige weten een en ander uit Al-Hadith. Vele westerlingen hebben meer betekend voor de Islaam dan vele schriftgeleerden in de Islaam. 1.3 VROUWEN IN JODENDOM, CHRISTENDOM EN ISLAAM. Het was dr. Carl van Bolan, 1904-1974, die in zijn "Erotiek van het Oosten" naar voren bracht dat Muhammad van alle religieuze leiders en mannen, de eerste man was die de vrouwen emancipeerde en gelijkwaardig maakte aan de man op Qoer-aanische grondslag. De Heilige Qoer'aan zegt hiervan: "en zij hebben rechten als die tegenover haar op een rechtvaardige wijze; en de mannen zijn een graadje boven haar; en Allah is Machtig, Wijs" (H.Q. 2:228). Dit komt neer op gelijkheid van man en vrouw. De man heeft de algehele verant-woording voor inkomsten en onderhoud van het gezin. De vrouw is verantwoordelijk voor de opvoeding en het groot brengen van de kinderen en de uitvoering van de huishouding. Daarin zal de man haar moeten steunen en tegemoet komen. Zij heeft voor de man haar onaantastbare rechten in alle zaken het huwelijk betreffende. De vrouw is de man tot een bouwland, welke hij naar goeddunken mag bebou-wen. Goeddunken is niet op eigenzinnige wijze, lukraak gebruik maken van het hu-welijksrecht tot voortplanting. Goeddunken is goed nadenken in overleg en behoef-ten. De term "bouwland" appeleert aan de landbouwer, die zijn land naar goeddun-ken mag bebouwen, na goed nagedacht te hebben. Hij moet na elke oogst van de ge-wassen het land braak laten liggen, rust geven, om het land gezond te houden en niet laten uitputten zodat het onvruchtbaar wordt. "De vrouw is de man als een bouwland" wil dan ook zeggen dat zij na haar zwangerschap en bevalling als een land rust nodig heeft, braak moet liggen om op krachten te komen en daarvoor is de zoogtijd van twee jaren gesteld (H.Q. 2:233). Als de omstandigheden van de man zo zijn dat hij zich in zwakte niet kan onthouden of beheersen en dreigt door vreemd gaan in overspel of hoerderijen te geraken, is het beter, als hij de middelen daarvoor heeft, een oorlogsweduwe of wees te huwen uit het overschot van vrouwen zodat noch hij noch de vrouwen ont-sporen door en van ontucht tot overspel. Overigens brengt de Heilige Qoer'aan naar voren dat de ontuchtige mannen de ontuchtige vrouwen moeten huwen zodat er een einde komt aan een ontuchtig leven (H.Q. 24:3). Een over en weer verwijt on-
tuchtig te hebben geleefd is daarmee uitgesloten. Aanbevolen te lezen is "De religie van de Islam" door Maulana Muhammad Ali, in het bijzonder de hoofdstukken "Het Islamitische huwelijk" (Hfst VI) en "Strafwetten" (Hfst XI). Wie geen huwelijkspartner vindt, moet kuis blijven totdat Allaah uitkomst geeft (H.Q. 24:32-33). Het dwingen van de vrouw tot geslachtelijke gemeenschap en de vrouw uitgebreideld te gebruiken voor de eigen lustgevoelens, is de man verbo-den. Hij kan de lichamelijke toestand van de vrouw niet weten, niet voelen. Zo is de geslachtelijke gemeenschap met een menstruerende vrouw verboden. Het is als bloedverwantschap en zwagerschap zo Allah het heeft gemaakt (H.Q. 25:54, 2:222, 65:4). Menstruatie van de vrouw en baren is geen onreinheid, maar een ongemak. Fouten van mensen en denkwijzen van mensen kunnen niet worden verhaald op de Islaam. De moeslims is duidelijk de Heilige Qoer'aan als boek van leiding gegeven en dit verandert niet (H.Q. 3:6, 11:1, 2:2, 6:93, 10:15, 18:27, 44:2, 26:2, 38:29, 16:89, 29:49-51). De Heilige Qoer'aam is de grondslag van de Islaam (H.Q. 3:6) en dat betekent dat de man niet de vrouw mag onderdrukken. Met geweld in nuchterheid of onder bedwelming, ongeacht de oorzaak, tot zich nemen tegen haar wil. Het is de onkunde van de geestelijke leiders dat, hoewel ze de gehele Qoer-aan uit hunne hoofden kunnen opzeggen, hun kennis van het Arabisch miserabel is. En als hun kennis van het Arabisch onberispelijk en perfect is, dan blijkt dat ze wel zeggen te geloven in de eerdere profeten en de boeken (H.Q. 2:177, 4:136), maar hun kennis hiervan zeer gering of in het geheel niets is. Van een vergelij-kende godsdienststudie hebben zij geen notie, ondanks de vermeldingen Thora, Psalmen en Indjiel (de blijde tijding als de vervulling van de komst van de Heilige Profeet Muhammad voorzegd in Thora Deuteronomium18:18, Psalmen en Hooglied 5:1-16 en tientallen andere vermeldingen tot aan de locaties toe, vergelijk Psalm 84:7 en H.Q. 3:96, Psalm 48:1-2 en H.Q. 62:1-4, 33:40) in de Heilige Qoer'aan. De Heilige Qoer'aan zelf
geeft de bewijsgronden voor alle vergelijkingen waaraan de geestelijke analphabeten voorbijgaan, op en-kele geleerden en commentatoren na. De hadieth is een menselijk woord. Overlevering is niet te vergelijken met de sunnah als de gewoonte-overleveringen. De gewoonte-overlevering als sunnah van de Heilige Profeet is belangrijker dan de hadieth, menselijk woordelijke overle-veringen. Welke fouten of verwrongenheid van de waarheid door moeslims worden ge-maakt of naar voren worden gebracht, het is geen Islaam. Allaah Zelf is de Bewa-ker (H.Q. 15:9, 85:21-22). Het is de Islaam niet aan te rekenen. In het Jodendom van de oudheid waren er vele wetten ter bescherming van de vrouwen. Zowel in omgang met mannen als daarbuiten in het openbaar. Wetten die door tegenstanders van Joden als vrouw-onvriendelijk werden gezien. Zo was de bitterproef ter bescherming voor het bewijs geen ontucht of overspel te hebben gepleegd (Numeri 5:1-31), zodat een onschuldige, die niet haar zwangerschap kon verklaren door overmacht, bruut geweld, bedwelming, ervoor zou worden gestraft. Zo zegt Paulus dat "vrouwen moeten zwijgen en niet spreken gelijk de wet heeft voorgeschreven" (I Corinthiërs 14:35). "Een vrouw laat zich in stilheid leren" zegt de wet en Paulus zegt "laat niet toe dat vrouwen leren of over de man heer-sen" (I Timotheus 2:11). Het is Paulus geweest die het leven van de vrouw ondraag-lijk heeft gemaakt met een verwijzing naar Thora
Genesis 6:16. Uit de geschiede-nis van de Joodse profeten is duidelijk dat vele Joodse vrouwen een grote rol speelden in het Joodse leven. Vele Jodinnen waren heldinnen, aanvoerders en verdedigers, zoals Deborah, die de "Moeder van de Israelieten" als eretitel verwierf (Richteren 4:1-24, 5:31). Esther, die trouw bleef aan de Heer van Israel en de wet van Mozes. Het Joodse Purimfeest gedenkt haar verdiensten (Esther 9:20-26, zie ook het boek Esther - koning Ahashveros, een Hindoe, regeerde Medië en Perzië tot aan Marokko, Esther, Joods weesmeisje werd door haar oom Mordachai aan hem uitgehuwelijkt -). Ook in de Islaam kwamen vele vrouwen als heldinnen voor. Hieruit blijkt dat vrouwen niet werden onderdrukt, maar aan het openbare leven deelnamen, zowel in de handel, als op de markten, als op het slachtveld als verpleegsters van de gewonden. Zij wasten de gewonden, kookten. De vitalisering was geheel in handen van de vrouwen, als `Aisjaa, Umm Salim en Umm Sali. Het was de Heilige Profeet zelf, die bij de slag van Chaibar de vrouwen toestond de vijandelijke pijlen uit de lichamen van de gewonde mannen te halen, hen te wassen en te verzorgen. Eveneens bij de slag van Uhud waren Umm Salim, Rabi, Ma`uz dochter, op het slagveld terwijl Umm Raqida haar huis ontruimde en tot een ziekenhuis inrichtte (de Islaam kent ook vele dispensaties in tijden van nood, zelfs het eten van var-kensvlees). Umm Attya was een goede kokkin, die tijdens de zeven veldslagen eten kookte zowel voor de vechtende verdedigers als voor de gewonden. Niet zelden vochten de vrouwen naast hun echtgenoot, zoals Umm Amarah en raakten tot twaalf maal zelf gewond bij het uitschakelen van de opstand en slag van Musailma, de leugenaar en valse profeet. Vele van deze vrouwen verloren va-ders, grootvaders, zonen, zoals Khansa die afhankelijk was van haar gesneuvelde zoon. Umar gaf haar daarvoor een levenslang pensioen van 800 dinars per maand, een rijkdom die tevoren nooit had bezeten. Ook onder de eerste vier rechtgeleide galiefa's namen de vrouwen deel aan de verdedigingsoorlogen tegen de Romeinen en de Perzen, die de Islaam bedreigden. De vele Christelijke bronnen als Gibbon's "The decline and fall of the Roman Em-pire" maken zonder uitzondering gewag van de oorlogen en de vrouwen op de slag-velden. Asma, de dochter van Abu Bakr, vocht te paard schouder aan schouder naast haar echtgenoot. Waar mannen het lieten afweten, waren de vrouwen de doorzetters en dit zou zo doorgaan. Zelfs toen Isabella van Frederik tegen Abu Abdullah van Spanje vocht (History of the Moors in Spain, S. Lana Poole). 1.4 PAULUS EN HOMOSEXUALITEIT. Het was de apostel Paulus, die oorspronkelijk de eerste Christenen (Joden-Christenen) vervolgde en op weg naar Damascus overrompeld werd en tot inkeer kwam. Wat niet gelukte met vervolging van de Joden-Christenen, lag nu de weg daartoe wel open. Hij sloot zich aan bij de Joden-Christenen. Zijn zendingstak-tiek, een einde maken aan de Joden-Christenen, was niet moeilijk. Jezus was de heer van de Sabbat (Markus 2:27-28). Jezus was ook niet gekomen om de wetten van de profeten ongedaan te maken. Geen jota (de kleinste letter) of tittel (puntlees-teken) zou voorbij gaan. De gehele Joodse wet zou vervuld worden (Mattheus 5:17-19, Lucas 16:17). Paulus maakte een einde aan alle Joodse wetten. Paulus is onder de wet en boven de wet en
zonder de wet en met de wet geworden. Hij schaft de besnijdenis af als onzinnig, nutteloos. Het huwelijk is er alleen opdat er geen hoerderij is. Niet trouwen is beter dan wel trouwen (I Corinthiërs 7:1-40) en zo verkondigt Paulus de geest God te bezitten. Hij is onder en boven de wetten (I Corinthiërs 9:20-27). Vrouwen moeten zwijgen in alle opzichten (I Corinthiërs 14:32-34). Paulus noemt zijn eigen zonden "onwijsheid" en een "doorn in zijn vlees" (I Corinthiërs 2:16-21). Het is Paulus te zijn zoals hij is en dat is een doorn in zijn vlees, een aangeboren zwakheid, die hij hoopt "in zwakheid te overwinnen", te kunnen weerstaan, want dan is hij sterk en van goede wil. Hij weet niet of het aangeboren is of niet aangeboren, of het in het lichaam zit of van buiten het li-chaam komt. Paulus zit met zijn eigen gevoelsleven in de knoop. Hij heeft gewaar-schuwd tegen "mannen die bij mannen liggen instede bij vrouwen". Hij heeft niet trouwen beter gevonden als wel (Paulus kent het verschil niet tussen zo geboren te zijn vanaf het moederslijf en de ontucht en onzedelijkheid van Sodom, Mattheus 19:10-12, evenals de moeslims niet). Maar met moeite weet hij onderscheid te maken tussen mannen die schande-lijkheid met mannen bedrijven (de sex- en vruchtbaarheidsgodenvereerders) en de door Jezus genoemden "gesnedenen vanaf het moederslijf". Paulus had vriendschap met een jongen die hij als kind had onmoet, een zoon van een heidense vader en een Joodse moeder. Na een aantal jaren ontmoet Paulus op zijn reizen de nu vol-wassen jongen en besnijdt hem eigenhandig, ondanks dat hij de besnijdenis had afgeschaft, en hij noemt hem zijn "geliefde" en "trouwe kind" (I Corinthiërs 4:17, I Timotheus 1:2-18 en II Timotheus 1:5), hoewel de andere zendelingen willen dat hij Timotheus niet aan zich bindt. Het komt uiteindelijk tot een climax. Paulus krjgt ruzie en de anderen laten hem vallen. De Christenen noemen "de doorn in zijn vlees" stotteren en anderen epilep-sie en weer anderen zeggen dat hij de jongen alleen maar besneed zodat hij gemak-kelijker door de Joden aanvaard zou worden. De ene verklaring of de andere uit-vlucht is van de Joden zelf, maar werd nooit op Jezus van toepassing naar voren gebracht. Jezus met zijn volgelingen waren toch boven alle verdenkingen verheven en juist daardoor zijn zijn woorden van groter gezag dan van de beschuldigende schriftgeleerden. Zo schrijft Louis Hoyak, een gezaghebbende filosoof en schrijver, in zijn boek "Het woord is scheeps gegaan": "Paulus was een cryptohomoseksu-eel. De vriendschap met Timotheus is natuurlijk meer dan kameraadschap. Dat blijkt wel uit de woorden van Paulus zelf". So what, Paulus is ook maar een mens en een gesnedene van het moederslijf en juist mogelijk daarom tegen het Jodendom. Joden, die zeer zeker meerdere malen hadden deelgenomen aan sexorgiën van de vreemde volken, vruchtbaarheidgoden en -godinnen vereerden en feestten aan de voet van overeindgezette stenen. Alleen al uit het feit dat de schandjongens hun hutten tegen de tempel hadden gebouwd voor ontucht, blijkt hoe verdorven het Jodendom was door Babylonische invloeden. Deze ontuchtige homosexuele handelingen maakten deze schandknapen niet tot homosexueel vanaf het moederslijf gesneden (geboorte). Paulus kende Timotheus reeds als jongen van 10 tot 12 jaar en als hij tien jaren later deze jongeling weer ontmoet, is de aantrekking zo groot, dat hij zich aan hem bindt en eigenhandig besnijdt. So what, heeft Allaah ook niet blinden en doven geboren doen worden. Doodgeboren baby's en kreupelen. Zijn er niet rampen, windhozen, overstromingen, aardbevingen als tekens
van Allaah? Mongooltjes, ach-terlijken? Als de Joden Jezus zien met een blinde jongeman, is de eerste vraag van de schriftgeleerden: "Heeft deze jongeman zonden gedaan of zijn ouders?" Jezus antwoordt: "Noch deze noch zijn ouders hebben zonden gedaan, maar dit is geschied opdat de werken Gods in hem geopenbaard zouden worden" (Joh.9:1-20). 1.5 ONZEDELIJKHEID EN AFGODERIJ. De Heilige Profeet Moehammad kwam in het meest verdorven deel van de wereld van zijn tijd en voor de toekomst (H.Q. 33:40, 6:93, 10:15, 5:3). De overeindgezette stenen, maar ook dat mensen met afwijkingen van geboorte meegekregen, blinden, kreupelen, doven niet uit- en buitengesloten mogen worden, zoals dit bij de Joden het geval was, die niet de tempel en Jeruzalem mochten betreden. Aan de geboden en verboden kent men de toestand van goede of slechte volken. Ondanks dat het volk Israel in één God geloofde, liet zij zich in met afgodendienaren, de Babylo-niërs en maakte ook goden voor zichzelf, terwijl het hun verboden was (Exodus 34:17). Het Hindoeistische, Sumerische, Sjamaanse en Babylonische was diep geworteld bij vele volken die het volk van Israel omringden. "Geen hoeren en schandjongens zullen er onder de kinderen Israels zijn" (Deuteronomiun 15:21). "Gij zult u geen goden maken" (Exodus 34:17). "Ik zal uw hoogten (overeindgezette stenen, heilige bomen, phallusbeelden, zonnebeelden) uitroeien en zal uw dode lichamen op de dode lichamen uwer drekgoden werpen en mijn ziel zal van u walgen (dit was sodomie)" (Levitivus 26:20). "De door plettering verwonden, alle uitgesnedenen aan de mannelijkheid (castraten) zullen niet in de vergadering des Heren komen. Geen bastaard zal in de vergadering des Heren komen" (Deuteronomium 23:1-3). "Geen hoer en geen schandjongen zullen onder de kinderen Israels zijn" (Deutoronomium 28:17-18). Hieruit blijkt duidelijk de toestand waarin het volk Israel verkeerde. Allaah kon toch geen verbod openbaren als er geen vuiligheid en afgoderijen in Israel bestonden of onbekend waren. De Joden, het volk Israel, zou er geen weet van hebben. Geboden en verboden werden ter onderscheiding van goed en kwaad gege-ven, wat wel en wat niet toelaatbaar was en is. Geestelijke analphabeten gaan altijd voorbij aan bewijsgronden. Je zou je kunnen afvragen wie is beter wie is slechter. Alle vormen van vruchtbaarheidsere-diensten voor afgoden kunnen al sowieso opzij worden gezet in de duidelijkste verwoordingen. Vervolgens dan de heterosexuelen, die in overtreding zijn van de elementaire wetten van welvoegelijkheid, waarbij het niets uitmaakt wel of geen gelovige te zijn of belijder van de Islaam. Wij kunnen hen allen, ongeacht wat zij pretenderen te zijn, volkomen uitsluiten van een oordeel over anderen. Niemand is zonder zonde. Het is duidelijk wat o.a. de profeet Jezus naar voren bracht (Mattheus 7:1-7, Marcus 4:22-25). Niets zal overblijven of worden gespaard. Zelfs over de "gesnedenen van het lijf" van voorheen tot aan heden toe is het oordeel hetzelfde, zowel over goed als kwaad.
1.6 HOMOSEXUALITEIT IS GEEN ZONDE. Zeer zeker is het een groot misverstand de gesnedenen van het moederslijf af, homosexuelen, te kwalificeren als sodomieters te zijn. Het is bekend dat het in homosexuele clubs er sexueel zeer ruig aan toe kan gaan. Maar ook in de clubs, hotels, het strand- en badleven in de Europese steden, in de Spaanse en Griekse kustgebieden, maar ook in oosterse landen komt ongebreidelde hetero- als zowel homosexuele ontucht voor. Je kunt geen enkele heterosexueel onzedelijk gedrag en geen enkele homosexueel onzedelijk gedrag aanrekenen, welke binnen de ingeschapen mogelijkheden zijn gegeven. De Islaam is de religie van de ingeschapen natuur (H.Q.30:30). Er is geen verandering in de door Allaah ingeschapen wetten (H.Q. 33:62). Geen verandering in Allaah's handelswijzen (H.Q. 17:77). Allaah's woord en zijn schepping zijn in rechtvaardigheid volbracht en niemand die zijn woorden "word en het wordt" kan veranderen (H.Q. 6:116, 2:117, 40:68). Laten die heterosexuelen die verachting hebben voor homosexuelen eens goed nadenken, dat zij met de verachting en veroordeling ook Allaah verachten. Allaah schiep mensen, kreupelen, blinden, doven, doofstommen. Hij deed regenen en over-stromen. Hij liet vulkanen uitbarsten. Hij schiep alles naar zijn aard in paren. Zelfs hermophrodieten met meerdere of mindere geslachtskenmerken. Sommige herma-phrodieten veranderen op latere leeftijd, in de pubertijd, op geheel natuurlijke wijze van geslacht. Wie geen huwelijkspartner kan vinden zal kuis moeten blijven tot Allaah uitkomst biedt (H.Q. 24:32-33). Waar het in de Islaam om gaat is het op een wettige manier onder zichzelf samenstemmen. Niemand heeft enig recht een ander te veroor-delen of te blameren door een vergelijking te maken die zeer tot nadeel is van die persoon. Zoals Sodom te vergelijken met ingeboren homosexuallteit. Sodom en Gomorra was een sexuele vruchtbaarheidseredienst van vele volken, heterosexuele volken, waarbij ontucht, overspel en bestialiteit voorop stond. Zoals men bijv. ook bij Arja Samaadj in het Hindoeisme de "Niyoga" ziet, waarbij de aanstaande bruid eerst sexueel werd "beproefd" zwanger te kunnen worden door een van de meerdere mannen, oudere broers of andere familieleden, of Hindoe-priesters. In de pre-Islamitische tijdperk heeft ook zoiets bestaan, blijkt uit een betrouwbare hadieth (Buchari 67:37). In de Islaam was het zeer beslist verboden. De Islaam verbiedt alles waarin geen goed is maar alleen kwaad. Dat blijkt ook uit het vers dat "alles wettelijk is tenzij verboden" (H.Q. 2:29). Het spreekt dan ook voor zichzelf dat de geleerden in de Islaam grote moeite hebben gehad met hermophrodieten, homosexuelen, en zelfs wel met vrouwen en daarbij het vers H.Q. 24:32-33 "wie geen huwelijkspart-ner kan vinden" ook gebruiken als voor degene die geen huwelijkspartner kan zijn en die ten enenmale ongeschikt is als huwelijkspartner of onaanvaardbaar. Geacht wordt dat onder de geëigende omstandigheden onvruchtbaren, homo-sexuelen en andere gelijkgestemden wel met elkaar in het huwelijk zouden kunnen treden als levenspartners in een soort van al of niet platonische of semi-plato-nische verbintenis. Deze vorm zou voor betrokkenen geen onreine verbintenis zijn, geen ontuchtige verbintenis, zoals de ontuchtigen zelf een eigen toegestane of gedwongen verbintenis hebben (H.Q. 24:3).
De verzen H.Q. 4:15-18 hebben dan ook alleen betrekking op de hetero-sexuelen, bij wie wel ontucht bestaat en het vers H.Q. 24:3 voor wie de ontucht het overspel is. Ontucht en overspel zijn niet gelijk, maar zowel ontucht als overspel is een onzedelijkheid. Naar analogie geoordeeld is er ten opzichte van de homosexuele verbintenis of onvruchtbare huwelijksparen geen verschil anders dan elkaar trouw zijn en is eveneens de wet op overspel van kracht. Alleen krankzinnigen en minderjarigen is niets aan te rekenen (Buchari 86:22, Abu Dawud 37:17). Zo zegt Paulus: "ik bedwing mijn lichaam
en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf
verwerpelijk worde (I Corinthiërs 9:27).
"en dat opdat ik mij door uitnemendheid der openbaringen niet zoude verheffen. Zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, een engel des satans, opdat ik mij niet zoude verheffen. Hierover heb ik de Heer driemalen gebeden, opdat Hij van mij zoude wijken en Hij heeft tot mij gezegd: "Mijn genade is u genoeg", want mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van verlossing in mij wone" (II Corinthiërs 12:7).
Men kan iets zijn en door niet toegeven te zijn wat men is, toch in grote moeilijkheden komen. Abraham toog uit de Oer der Chaldeeuw, nadat hij de sexgoden de koppen had afgeslagen (H.Q. 21:57-70). Toch streed Abraham eerst samen met de koning van Sodom om zijn gevangen broer te bevrijden. Als de strijd is volbracht en men de oorlogsbuit in tienden wil verdelen, stelt de koning van Sodom hem voor "neem jij de have en goed (de oorlogsbuit)" en "geeft mij de zielen". Dan zegt Abraham: "Ik heb mijn hand opgeheven tot de Heer, de allerhoogste God, Die hemel en aarde bezit. Zo ik van de ene draad af tot ene schoenriem toe; ja, zo ik van alles dat uw is iets neem, opdat u niet zult zeggen "ik heb Abraham (Abram) rijk gemaakt". Hij zij buiten mij alleen wat de jonsten verteerd hebben en het deel dezer mannen die met mij getogen zijn, Anol, Eskol en Mamré" (Genesis 14:12-24).
1.7 HOMOSEXUELEN MAATSCHAPPELIJK NIET AANVAARD. Over de zin en onzin der eeuwen is genoeg geschreven. Circa 3% van de mannen en vrouwen zijn getekend met het zwaar beladen woord "homosexueel". Prominente leden kiezen voor het woord "homofilie", maar ook dit woord wordt gemeden. Je hunt je afvragen of dit een soort van schuldgevoel is na eeuwenlange vervolging, door een vooroordeel op basis van Sodom, dat niets te maken heeft met de gesnedenen van het moederslijf, zoals de profeet formuleerde. Een Amerikaanse vader van meerdere zonen vond van een van zijn zonen een afscheidsbrief. Bijna 15 jaren had hij tegen ieder en allen gezwegen homosexueel te zijn. Dagelijks had hij zijn broers horen spotten met "gay" en zijn vader ho-ren zeggen "ze moeten de vuilakken levend verbranden, een langzame en pijnlijke dood geven zoals tijdens de inquisitie". In ontroerende woorden verhaalde hij "heeft God alzo lief de mensheid gehad, dat hij Zijn enige geliefde Zoon offerde voor de mensen ter verlossing". Verder schrijft hij nog nooit homosexuele kontak-ten te hebben gehad, maar vreesde dat de dag en uur zou komen te buigen voor de onbedwingbare krachten, die zijn leven tot een hel hadden gemaakt en zich nu zelf hiervan had verlost door de strop.... De vader vond zijn zoon in de garage han-gen. Bij een dominee met een groot gezin bekende een van de middelste zonen homosexueel te zijn
en nimmer moest verwachten hem in een huwelijk in te zegenen. Dezelfde gezin, dezelfde opvoeding; de "doorn in zijn vlees", waarvan hij zoveel verwachtingen had, werd een illusie minder; de harde waarheid van het ingeschapen anders zijn. "Ik schaam mij voor mijn gedane preken. De waarheid van de apostel Paulus weten wij allang en als de zienden blinden kletsten wij van de kansels "Paulus had een spraakgebrek, Paulus had epilepsie". Om smoesjes zaten wij nooit verlegen. Onze troost kwam uit een leeg hart, dat wij hadden toegesloten voor echte menselijke behoeften. Een homosexueel, ik gebruik liezer het woordje homo-fiel. In het westen denken de mensen dat wij kinderverkrachters zijn. Dat onder-wijzers allemaal pedofiel zijn, opvoedkundigen, pedagogen, dat weten vele mensen niet. Maar als je hun oordeel hoort, zou je bijna vermoeden dat ze alles weten, maar zij weten niets en de dominees en pastoors zwijgen om geen verdenkingen op zich te laden ook zo te zijn. Dat het in het Oosten meer aanvaardbaar en beter begrip voor is, schei maar uit. In een mum klappen ze dicht, hebben ze geen tijd meer en sta je op straat. Oosterlingen zijn niet minder grote huichelaars. In de Oosterse steden lopen bij de honderden kinderen, jongens, op straat op zoek naar geld om het eigen onderhoud te verdienen". In Duitsland werd de beschuldigende vinger gewezen naar Jezus: "Jezus was homosexueel". In het boek "De andere Mohammad" kom je wel iets meer tegen. Daar is de de zendeling Legene nog een leerling bij in verhalen vol van walging. Uit betere bronnen, die als de volgelingen van de Heilige Profeet Moehammad s.a.w.s. staan en hem zeer nabij waren, blijkt in alle opzichten het tegendeel van alle naar voren gebrachte beschuldigingen. Een deel van de bronnen zijn zowel in de hadieth als in andere bronnen opgenomen een ook door de soennah overgele-verd. Bronnen, waaraan niet elke dag gedacht wordt, totdat er iets plaats vindt en dit weer midden in de belangstelling staat met een min of meer onbehaaglijk gevoel. En dit is geen gevolg van "onbekend maakt onbemind" maar deze onbemind-heid is een gevolg van onkundigheid, miskenning dat misverstand wordt, waarbij vooroordelen het gezonde verstand overheersen. In de jaren 1938-1939 werden meerdere landen, waaronder ook Westerse lan-den, opgeschrikt door zedenschandalen, waarbij zowel Oosterlingen als Westerlin-gen waren betrokken. Waar ook ter wereld ook waar hoerderijen werden getolereerd als het oudste en onuitroeibaarste probleem, gingen de regeerders, justities en juristen hieraan voorbij. Zelfs tot de geestelijke leiders aan toe, gezien de plaatsen, centra van ontucht. De Kauman's bouwen achter de moskeeën, kerken, kazernes plaatsen waar ontucht wordt bedreven. Dit ter vergelijking als de plaatsen van de schandjongens, die hun schandhutten tegen de tempelmuren bouwden en de plaatsen van hoererende vrouwen. Plaatsen van mannelijke en vrouwelijke prostitu-tie (II Koningen 23:7). In dit geval stond de homosexueel wel in de belangstelling. Hoe geslepen en grondig het tegen elkaar uitgespeelde justitieel onderzoek plaatsvond, laat ik buiten beschouwing. Het resultaat was zeer veelzijdig. Verraad en verdacht-makingen, waarbij betrokken waren rechters, pastoors, priesters, imaams, regen-ten, residenten, direkteuren, officieren, onderwijzers, zakenlieden, artsen etc, etc. Wie de pest had op zijn buurman, dan beschuldigde hij hem maar van homosexualiteit. Gehuwd zijn of kinderen hebben was geen bezwaar; voorlopig zat deze be-schuldigde een paar maanden in voorarrest, voor niets en onschuldig. Schandknapen moesten de woning beschrijven, de slaapkamers, de kleuren van de muren, de bed-den, de wandversieringen en dit
was veelal een bewijs. Geld en luxe voor armoede waren een van de motieven waar de rijken gebruik van maakten. Het was een zeer complexe zaak. Het geld en luxe verdienen van de schand-jongens of het "Bantji"-wezen, pure prostitutie, waaronder enkele gevallen waren van aangeborenheid (gesneden vanaf het moederslijf), mede bevestigd door de ou-ders. Voor wat de gearresteerden betreft, lag het enigszins anders. Angst voor een geslachtsziekte opgelopen bij een vrouw, puur spel en enkele gevallen van aangeborenheid, waarvoor de bewijzen waren gevonden als de middelste te zijn of de jongste te zijn in een meerkindertallig huisgezin, opgevoed onder dezelfde omstandigheden zowel uit dominees- als dokters- als militaire gezinnen. Het maak-te zeer beslist niets uit of de betrokken personen moeslims, protestant of rooms-katholiek waren. Hindoeisten beschouwden het als een onvolledige evolutie in de reïncarnatie. Ook de scholengemeenschappen, pasantren of madrasa, de zendings- of missiescholen of -internaten of ook de marine of landmacht maakte het weinig uit. Het intensieve onderzoek werd uiteindelijk geheel stopgezet nadat een ver-tegenwoordiger van de Nederlandse president, dr Hendrik Colijn (zelf een voorma-lig officier van Kon. Ned. Indië), bij binnenkomst van Rosendaal (Ind) werd ge-arresteerd. Na lang praten kreeg hij de gelegenheid met zijn opdrachtgever, Co-lijn, te telefoneren, de reden van zijn verhindering naar voren te brengen even-als de uitslag van zijn onderzoek en opdracht betreffende een clearingwet. Om nog grotere schandalen te voorkomen (er waren ook Duitsers, Belgen, Fransen en Engel-sen hiebij betrokken), gaf de Christelijk-Gereformeerde president de opdracht aan de GouverneurGeneraal en de Procureur-Generaal het onderzoek te stoppen. 1.8 HOMOSEXUALITEIT IS EEN NATUURLIJK VERSCHIJNSEL. Prof. dr. G.F. Pijper gaat in zijn studiën over de geschiedenis van de Islaam in Indonesia 19001950, het voorkomen van homosexualiteit in Indonesia niet uit de weg, maar vanzelfsprekend alleen als naar voren komend in zijn stu-dieonderwerp "de Islaam", en daarbij niet ontkent dat het ook een Christelijk probleem is. Het kwam voor als bijgeloof o.a. in Athej (Indonesia was voor de Islaam Hindoeistisch, de Islaam kwam via Sumatra Indonesia binnen door Indiase handelslieden, Malik Saleh 1292, Malik Ibrahim 1518 etc,).
Uit zowel Arabische bronnen, als van Amier Ali Syed in zijn "The spirit of Islam" als Westerse, als "De Arabische wereld" van Philip H. Kitti, is het bekend dat aangeboren honosexualiteit, gesnedenen van het moederslijf, geen enkel be-zwaar was om tot galiefa te worden gekozen, zoals de galiefa Al-Amin. En zo waren er wel meer die tot galiefa werden gekozen, waarbij met grote zuiverheid van ge-voelens zeer fijn werd aangevoeld welke wel en welke niet tot de gesnedenen van het moederslijf behoorden. Het verhinderde de galiefa Amin niet een haren te be-zitten met als jongens verklede meisjes met kort haar. Als de Christenen een opmerking willen maken, moeten zij eerst maar een van hun Bijbelboeken openslaan, I Koningen 2:3-9: Salomon dat 700 vrouwen en 300 bijwijven en zij vervielen tot de Babylonische afgoderijen van Astoreth. Christe-nen moeten dit niet afdoen met "Salomon was een Jood en Israeliet". Jezus was ook een Jood en Israeliet. En is dat een excuus? Wij geloven ook in de Joodse boeken. Waarom dan het Oude Verbond, het Oude Testament genoemd, en het Nieuwe Verbond, Testament? Dan was dit door Jezus de Messias gegeven aan het volk Israels en
niet aan de Grieken, Romeinen, de heidenen, de Westerse Christenen. Hoeveel pausen wa-ren er niet met een heel rijtje vrouwen. Spreek niet over het Perzische-, Arabische- of Moorse "Ghilman-wezen". In Hellas bij de oude Grieken bestond het Ghilman-wezen. In het oude Rome bestond niet alleen de Ghilman, maar was het de Romeinse soldaten zelfs verboden te huwen of tot prostituees te gaan om geen overmijdelijke geslachtsziekten op te lopen. De soldaten moesten zichzelf en elkaar maar bevredigen of gebruik maken van jon-gensprostitutie. Tegenwoordig is er zowel in de Westerse als de Oosterse landen zelfs een soort van handelsverkeer ontstaan in sexualiteit. Sommige Westerse zowel als Oos-terse landen willen deze vormen van sexualiteit aan banden leggen. Als je hiero-ver tegen een Christen spreekt, is zijn antwoord "het heeft altijd al bestaan". Maar wij spreken niet over het Christendom, maar over de Islaam. Alsof het Chris-tendom homosexualiteit verbiedt en de Islaam het toestaat. Het Christendom heeft de homosexualiteit onder gebracht bij de rechten van de mens; discriminatie. Het Oosten maakt hiervan ook gebruik. Er is echter meer dan dat. In het Christendom wordt geen verschil gemaakt en gezien tussen tussen de sexuele wellust van een homosexueel als lustobject in de sexbusiness/commercie en de gesnedenen van het moederslijf. Zelfs deze van geboorte homosexuelen, die voor een samenleven kiezen, worden over één kam geschoren. Een duidelijke schei-ding is niet aangegeven. Niet dicrimineren komt de sexbusiness zeer goed uit ge-lijk het eeuwenlang gedogen van de vrouwelijke prostitutie. Alleen de pedofiel is vervolgbaar (zgn. kinderverkrachter). Aan het onderscheid van homosexuele on-tucht en de homosexuele vorm van samenleven gaat men voorbij alsof er geen ver-schil bestaat tussen homosexuele ontucht/business en aangeborenheid, de gesnedene vanaf het moederslijf. Hermophrodieten komen als gesnedenen van het moederslijf meer voor in het Oosten dan in het Westen. Een bevriende Indonesische familie ontving mij met de woorden "broeder Keeskamp, onze zoon is een dochter geworden". Een Opympische kampioene skiën werd bij nacontrole gekwalificeeed meer man dan vrouw te zijn. Daarna werd hij ski-instrukteur in Zwitserland. De vrouw van een bekende Engelse arts-genealoog, waarvan ook de vrouw gyneacologe was en een paar kinderen had ge-baard, veranderde langzaam van vrouw in man. Na de scheiding huwde "hij" een man die vrouw werd. Het spreekt van zelf dat kunstmatige veranderingen geen natuurgebeuren zijn en niet in aanmerking komen. Wij kunnen slechts natuurlijke gebeurtenissen als natuurfenomenen of natuurverschijnselen naar voren brengen als daar zijn en voor-komen blind geborenen, doofstommen, doven, stommen, hermaphrodisme als tweeslach-telijkheid. Evenals vanaf geboorte misvormelijkheid, geestelijk kleinverstandigen als idiotisme, maar ook mongoloïden, die afwijkende chromosomen bezitten en homo-sexuelen. Vele aangeborenheden kunnen nu onomstotelijk genetisch worden vastgelegd. De mens heeft 23 genen-paren die de erfelijke informatie bevatten. Indien er te-veel of te weinig chromosomen zijn, kunnen de genen afwijken. Zo heeft een mon-gooltje een verdubbeling van het chromosoom 21 en weer anderen hebben een andere afwijking die het aantal facetten bepaald van het sexueel
anders-zijn. Eén van de meest aangeboren afwijking, 1:140, is in het hart. En als een kind met een af-wijking in het hart wordt geboren, is het zeer zeker niet de schuld van de ouders of voorouders, zoals bij de oud-testamentische Joden; zonde tot in het zoveelste geslacht (Allaah Zelf spreekt over de zielen die Hij op een bestemde tijd tot Zich neemt en niet over het lichaam -H.Q. 39:42- voor het lichaam geeft Hij levensregels ten dienste van de ziel).
Een afwijking is geen ziekte. Iets anders is het als een moeder besmet is, bijvoorbeeld met AIDS, en het kind de ziekte erft als gevolg van één of twee van de zieke ouders. Voor ziekten zijn al of niet geneesmiddelen uitgevonden. Voor lichamelijke afwijkingen zijn er zo nodig prothesen, hulpstukken. Zo zijn er voor kleinere of grotere ongemakken soms wat verlichtingsmiddelen, maar helaas zijn er grenzen en beperkingen. Onder alle volken zijn er goede en slechte mensen. Onder de heterosexuelen zijn er goede en beheerste mensen en slechte mensen van velerlei soorten. Onder de homosexuele mensen, vrouwen (lesbiënnes) en mannen, zijn er goede en slechte mensen. Het slechte heeft meestal niets te maken met het sexueel anders zijn. Als de zonen van de moeders niet meer genetisch zouden erven als van de vaders, dan zouden de zonen allemaal behoren tot agressievelingen of sadisten. Als de doch-ters van de vaders niet meer zouden erven, dan zouden alle dochters masochis-tisch. Sommige kinderen verschillen zo weinig van de moeder en de vader, dat ze afwisselend anders gevoelen, bi-sexueel zijn. Mogelijk is hierin, door onderken-ning en opvoeding om in het heterosexuele spoor te blijven, geen hetero-wording. 1.9 HOMOSEXUEEL IS HUWELIJKSONGESCHIKT. De afwijkingen blijven bestaan, maar vormen niet meer het grote probleem. Er is een keuze van en tussen beheersen en zelf kiezen. Het in een verstandelijke wijze ermee omgaan, wat echter voor velen onomstotelijk niet is weggelegd. Hete-rosexuelen zijn inderdaad makkelijk van oordeel; zij kennen het grote probleem niet. Zij doen wat in hun het sterkst naar voren komt, in hun aantrekkingskracht van een duidelijke man-vrouwrelatie. De man-vrouwrelatie kent het probleem niet en eveneens het zich beheersen niet. Het is dan gemakkelijk om met hun verkeerde inzichten anderen, de homosexueel, het goedkope advies te geven dat ze zich maar moeten leren beheersen, in plaats van dat zij zichzelf beheersen (het oudste be-roep, de hoerderijen, bestaat slechts bij gratie van de hetero-sexuelen, het gro-tere kwaad). Beheersen van de celibatairen in kloosters en in het clerus-wezen, pries-terschappen, blijkt echter ook niet de hemel op aarde te zijn. De geschiedenissen van verdorvenheid in de kloosters en priesterwezens, die vanuit de kloosters zelf naar buiten zijn gebracht, spreken voor zich. Vele priesters zijn voor de af-schaffing van het celibataire leven, als in wezen onnatuurlijk, zoals dit ook door de Heilige Qoer'aan naar voren is gebracht (H.Q. 57:27). Huwen is een plicht (Buchari 67:1). Dat zijn de huwelijksgeschikten gegeven en niet de huwelijksonge-schikten (H.Q. 24:33-34). Wie geen partij kan vinden, ondanks zijn huwelijksge-schiktheid, moet zich onthouden totdat Allaah hem hiervan verlost. Alles is wettig tenzij het verboden is en zo zijn de huwelijksgeschikten onderworpen aan de voor hen ingestelde natuurwetten. Onreine huwelijksgeschikten moeten trouwen met de onreine huwelijksgeschikten (H.Q. 24:26, 24:3). De Heilige Qoer'aan spreekt dus alleen over de huwelijksgeschikten in zwagerschap en bloed-verwantschap (H.Q. 24:32-33, 25:54) dus niet over
reinen en onreinen, niet over huwelijksongeschikten om welke reden dan ook. Wat niet aan huwelijksgeschiktheid voldoet, is geen huwelijk, zoals een platonische verhouding. Ook de vrije liefe is geen huwelijk omdat er geen vastgelegde verantwoordlijkheid is voor de kin-deren. Huwelijksongeschikten en krankzinnigen worden niet gestraft evenals min-derjarigen (Buchari 86:22, Ubu Dawud 37:17).Geen enkel mens, gelovig of ongelovig, wordt gestraft voor de gevolgen van zijn gebrek of ongeschiktheid, omdat hij niet hoort of spreekt, niet kan lopen of omdat hij sexueel andere gevoelens heeft vanf het moederslijf gesneden, of omdat hij onvruchtbaar is. Dit zijn huwelijksbelet-selen als anders gericht-zijn van het moederslijf. 1.10 SEXGODENVERERING. Een mens kan niet gestraft worden vanwege zijn aangeboren gebrek. Dit komt zelfs in het meest profeetvijandig boek naar voren, ook al is het met het oogmerk de Profeet als de ontuchtige zelf voor te stellen op grond van hun eigen Pauli-nische-Christelijke veroordelingen "de dood zijn zij schuldig", terwijl dit juist "de doorn in het vlees" van Paulus zelf was. Maar waar Paulus het over heeft zijn de huwelijksgeschikten die ontucht plegen; de Grieks-Romeinse mannen, de cultuuren sexgodenaanbidding als Eros, Amor, Ate, Aphrodite, Cupido, Venus. Daarvan maakt de Heilige Qoer'aan als lustbeleving onder vele volken en hun culturen ge-wag (H.Q. 5:104, 7:27-28, 25:42, 55:46). En dit is allemaal gezegd tegen de huwelijksgeschikten. Ook de Oosterse landen en godsdiensten hebben hun lustbeleving en goden aanbidding: Dagon, Baäl-Zeboeb, Baäl-Markod, Ata, Astarta, Asjera, Rimmon, Ramman, Hadad, Adad, Sin, Gad, Meni, Tamoes, Adonis, Apis, Lat, Oezza, Manaat. Duizenden Hindoe-Babylonische go-den waar ook nog eens Germaanse en Keltische goden aan kunnen worden toegevoegd. De bronnen van het godendom is de Oosterse wereld, de Oude Wereld, die zich niet onder de ijskap omtwikkelde. Familiegemeenschappen met stamhoofden, de oudervere-ringen werden godenvereringen, vooral in de Hindoe-Babylonische vereringen. Het Hindoeisme is een duidelijk voorbeeld van hoe de ene god uit de andere voortkomt, evenzo bij de Arabische stammen. Zelfs het Jodendom was hier niet ge-heel van vrij en het is verwarrend dat namen van stamhoofden de ene keer voor de stammen en de andere keer voor personen worden gebruikt. Familiegemeenschappen waren in aanzien en macht afhankelijk van hun talrijkheid. In het Hindoeisme kwam hieruit het kastestelsel voort met als buitenkaste de slavernij. Hindoes, Perzen, Joden en Arabieren waren slavenhandelaren, dikwijls tegen een religieus verbod in. Afrikenane verkochten de leden van verslagen stammen aan Arabieren, Joden, Per-zen, Chinezen en ook zag men dat de Joden hun slaven castreerden gelijk als in het Hindoeisme. De Westerse slavenhandel kwam op gang door een Spaanse dominicaner monnik, die negerslaven opkocht van de negerstamhoofden ter vervanging van de indianen, die als gevolg van de door de Spanjaarden overgebrachte ziekten als ratten stier-ven. Het Christelijk geloof vond de slavernij niet immoreel. Het was ook het uit-dragen van het Christelijk geloof, zij het met dwang. Met het Christelijk geloof kwam ook het vooroordeel andere normen en waar-den gelijk te
trekken tot zonden, wat uiterlijk enige overeenkomsten had, maar wezenlijk verschilde met het Joodse zondenbesef tot in het zoveelste geslacht. Dit deed de grenzen van verwording in zonden verkeren, als van de voorouderlijke zonden. Men ziet dit ook in de Hindoeistische reïncarnatie; tot het "nirvana", tot goden maken, opgaan in het "niets" als verlossing. De Chandelas waren Hindoeisten, rajputs, nakomelingen van de maangod Khajuraho. Khajuraho was ook een lustplaats met vele paleizen voor vrouwen, mannen en dieren, waarmee de "tantric"sex werd bedreven. Hamvati, de maagd en dochter van de priester van Benaras, werd overvallen door de maangod tijdens het baden in de rivier de Tati. Hij gaf haar lessen in de tantric-liefde. Zij baarde hem een zoon, Chandravarman. Het was het begin van een dynasty (hetzelfde als het Hindoeistische-Indonesische verhaal, Ardjuna bespiedt godin sri Siti Noerel). De tantric-sex bestaat in alle mogelijke vormen, met als doel dichter bij het "nirvana", de hemelse lusthof, te komen. In de tantric-sexualiteit zijn alle vormen van sexualiteit vrij om te doen. Het zijn deugden van liefde. Alle liefde is goddelijk; Brahma, de scheppende kracht. Alle liefdesvormen van heterosexuali-teit, homosexualiteit, sodomie (bestialiteit, groepssex, sexuele dansen) zijn als verplichte verrrichten in de "Kama Sutra" weergegeven. De Chandelas Hindoe-Rajputs waren geparenteerd aan de Pratihars-dynasty van tempelbouwers, waaraan zij hun eigen namen gaven: Lakhsman, Yashovarman, Kanda-riya, Mahadevaras, Ahashveros. De bouwrituelen- en ritualen werden verricht door de zichzelf offerende bouwers, Brahmacharis. Dit waren totaal gecastreerde jonge-ren tussen 20 en 25 jaar. Zij bestaan nog onder de naam Premlatha Sakhi. De rijke Hindoeisten bezoeken met hun bruid de tempel, overeenkomstig de geëigende maan-stand. "The government of India tours" hebben voor de Hindoeisten andere bezoek-tijden en voor de toeristische pottenkijkers weer andere bezoekuren bepaald en moeten daarvoor 2 rupees betalen. Door hun driften (hawaa) tot goden te maken, ervaart men de walging van de weerzinwekkende sexuele vormen niet. De Heilige Qoer'aan zegt: beheers uw driften (hawaa) en maak deze niet tot goden (H.Q. 25:43). Integendeel, wie zijn driften beheerst, zijn verblijfplaats zal het paradijs zijn (H.Q. 79:40). Hij die zijn "hawaa" niet wil beheersen zal verlies lijden, richt zijn eigen ziel ten gronde en zal geen succes (falaah) hebben (H.Q. 91:9-10). De mens is in de beste vorm geschapen, in vrijheid, zichzelf te verder-ven als hij zich niet aan de natuurwetten houdt en goede daden doet (H.Q. 95:4-5). Er is geen dwang (H.Q. 2:256). Alles is goed en toegestaan, mits binnen de wetten van de door Allaah geschapen natuur (H.Q. 2:29, 33:62, 17:77, 6:116, 30:30). Allaah wenst u duidelijk te maken en te leiden. "Allaah wenst u te verklaren en u in de wegen te leiden van degenen die voor u waren, en Zich genadig tot u te wenden en Allaah is Wetend, Wijs. En Allah wenst zich genadig tot u te wenden, en degenen die hun lusten volgen, wensen dat u met een grote dwaling afdwaalt. Allaah wenst uw lasten te verlichten, en de mens is zwak geschapen." (H.Q. 4:26-28).
Het is duidelijk dat hervormers in het Hindoeisme het Hindoeisme niet tot een geopenbaarde godsdienst kunnen maken, zoals sommige Surinaamse moeslims bewe-ren. Het blijft satanswerk. Hindoeisten zijn godslasteraars, beledigers van de Ene Bestaande God. De hervormers, als swami Daja Nanda Saraswati van de Arja Samaadj, kunnen met hun hervorming van het Hindoeisme geen geopenbaarde gods-dienstreligie maken. Zij zeggen wel dat alle goden manifestaties zijn van de "absolute waarheid", de ene God, naar het dogmatische Rooms-
Katkolieke of Chris-telijke voorbeeld (de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, drie goden ... één God, de schepper van de hemel en aarde), maar dat is een leugen en een misleiding. Allaah is één God (Genesis 6:4, Markus 12:29. H.Q. 112:1-4, 2:163, 27:26, 40:3). Allaah is Één en Onvoorstelbaar (H.Q. 6:103104). In vele Afrikaanse landen bestaan nog steeds erotische goden- en vrucht-baarheidsbeelden. Op het Indonesische eilandje Nias nabij Sumatra bevinden zich ook erotische godenbeelden. In Peru zijn vele Mochia erotische waterkruiken, va-zen, potten etc. gevonden. De sculpturen van tempels en pyramiden vertonen bijna identieke overeenkomsten van Oosterse sodomie, zoals te Khajaraho en Ayodhya. Het Sumerische Babylonische Hindoeisme is na de profeet Noach door zijn zonen en kleinzonen verspreid. De gedachtengang van enkele onderzoekers is: omdat het volk niet kon lezen en schrijven en daardoor niet kon weten wat wel en niet geoorloofd of verboden was, werd dit plastisch voorgesteld als een soort beeldverhaal of stripverhaal. Het tegendeel hiervan is duidelijk en voldoende bewezen en niet alleen door eerdere geopenbaarde boeken, die ook in de Heilige Qoer'aan genoemd worden, en die deze duidelijk als tegennatuurlijk en als verboden handelingen aantonen. 1.11 GELIJKHEID DER MENSHEID. Allen die van nature aangeboren anders zijn, vanaf het moederslijf, kunnen min of meer ongewenst zijn, maar daarom nog niet zondig. Echtscheiding en polyga-mie is "makruh", ongewenst, maar niet zondig. Het aangeboren anders zijn, blind, doof, stom, kreupel, hermaphrodiet (tweeslachtigheid), homoseksualiteit, mongolo-ide (de mongoloïde heeft i.p.v 2, 3 eicellen; i.p.v 2 homologen, 1 bepaald chro-mosoom, wordt genoemd het syndroom van Down). Dan zijn er nog de kleinverstande-lijken en tenslotte idiotisme of krankzinnigheid (Buchari 86:97, Abu Dawud 37:9). Al deze zaken zijn geen blaam en zijn zeker niet het gevolg van de zonden van de ouders, voorouders, of de persoon zelf. Wat wel een blaam is, is dat heterosexuelen en homoseksuelen van hun gevoe-lens een ontuchtig, onzedelijk spel maken en geen morele moed kunnen opbrengen waardoor zij in pornografische handelingen ten onder gaan; hun sexualiteit in een ongedisciplineerde sexwellust uitleven, in orgieën. De liefde en hartstocht van twee tot elkaar aangetrokken personen in de verbintenis van wederzijdse trouw is geen zonde, geen makruh. Het voorkomt tuchteloosheid, zedeloosheid. Liefdeloosheid in geslachtsdrift is zonde. Het maakt niet uit of dit twee heterosexuelen zijn of twee homosexuelen. Zij maken hun driften tot goden (H.Q. 25:43, 31:13). Zodra hun driften zijn bevredigd, gaat ieder zijn eigen gang of wacht op de volgende. Hoeren en schandknapen zijn lust-zoekers. Zij kennen niet de liefde, Het is een liefdeloosheid, ieder voor zich-zelf. Zodra zij hun driften hebben bevredigd, gaat ieder zijn eigen gang met het toegeven aan zijn of haar driften. Er zijn voorbeelden genoeg van jarenlange verbintenissen van twee homosexu-elen, die elkaar
eeuwige trouw hebben beloofd en ook gehouden hebben tot op hoge leeftijd, tot aan de dood van één van de twee (Allaah is Liefde, Al-Barr, Al-Wadoed, waar liefde is daar is Allaah). Zij hebben niemand kwaad gedaan, zijn geen kinderlokkers, kinderverkrachters, die zich verschuilen achter hun pedofielzijn. De echte pedo-fiel is een kinderopvoeder, pedagoog, onderwijzer. Zelfs de liefde van de ouders voor hun kinderen is niet lichamelijk en voor zelfbevrediging ten koste van een kind, een onrijp kind of een puber. De Rooms-Katholieke bisschop mgr Bärr zei: ik begrijp niet dat je niet van je eigen lichaam mag genieten. Op de daartoe geëigende manier mag iemand wel van zijn eigen lichaam genieten, maar hij mag geen ontucht plegen, onzedelijkheid be-gaan. Zo zei de profeet Jezus "heb een ander lief gelijk uzelf" (Mattheus 19:19). Een andere uitspraak was "wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet". De omgang tussen mensen moet die van gelijken, van broeders en zusters zijn. De Heilige Qoer'aan zegt van alle volken dat zij slechts één volk zijn (H.Q. 2:213, 10:19) en in de positie van onderscheiding zijn geplaatst (H.Q. 49:10-13). De profeet Jezus zei "noem niemand uw meester, maar broeders". Tijdens zijn af-scheidsbedevaart sprak de Heilige Profeet Moehammad s.a.w.s. "de ene moeslim is de broeder van de andere". Alle gelovigen, zij die geloven in de eerdere profeten met hun geopenbaarde boeken, waarin ook het geloof van een moeslim behoort te zijn (H.Q. 4:136) - de Heilige Qoer'aan is de grondslag van het voorgaande geopen-baarde en de voltooiing van de religie van Allaah (H.Q. 5:3, 3:18) - ieder die zijn verstand gebruikt, kan weten dat de verschillen onder de mensen niet zijn om de mensheid te verdelen maar te verenigen. Voor een ieder en elk is een plaats in het paradijs; "in het huis des Heren zijn vele woningen" (Johannes 14:2-3, H.Q. 2:155-157, 3:155-158). Er zijn zovele gesnedenen van het moederslijf, zoveel soorten en verschil-len zoals reeds hiervoren genoemd. Denkt u, dat de homosexueel, die in eerbaar-heid leeft, uitgesloten is en dat de heterosexueel, die in ontucht en verwording leeft, tot het paradijs wordt genodigd? Mensen mogen van huis uit, dat wil zeggen geografisch en klimatologisch, artistiek en cultureel van elkaar verschillen, het mens-zijn in reinheid of in zonden verschilt niet. De Babylonische culturen, Su-meriërs, Sjamanen, Babyloniërs, Hindoeisten, verschillen niet van elkaar. Overal ter wereld worden dezelfde godenbeelden aangetroffen uit de tijd van en voor de Islaam (onzedelijkheid, roof, moord is overal hetzelfde ongeacht ras, huidskleur of nationaliteit). Alleen de geopenbaarde godsdiensten, Jodendom, Christendom en Islaam, bevatten veroordelingen tegen afgoden, meergodendom. De afgodsbeelden in hun meest primitieve vormen zijn overal hetzelfde. Of dat nu in Nias bij Sumatra is, of in Afrika, of in Peru, het zijn allen goden-gedrochten met een groot scheppingsorgaan. De pyramide-achtige tempels in India en Indonesia en de Maya-tempels, zelfs het beeldhouwwerk, poortwachters, bas-reliëfs en wapens zijn identiek van vorm, evenals de kleuren die zon en maan aangeven, rood en wit. Natuurlijk kan men overeenkomsten wel toeval noemen, zoals de barongmaskers op Bali en de poortwachters boven de tempelpoorten. Maar ook het vlechtwerk van de manden op de Molukken, Celebes en Borneo zijn identiek aan die van de Tacoma in Noord-Amerika. De verenhoofdtooi en hoofddoeken van Bali, Timor en Borneo zijn hetzelfde als die van de Maya, Peru, Tacoma van Noord- en Zuid-Amerika.
Dat dit geen toeval is, is meerdere malen bewezen. De afstammelingen van de profeet Noach (zijn zoon Jafeth en diens zonen Gomer, Magog, Mandai, Javan, Tubal, Mesech en Tiras) verspreidden zich over de aarde. Enkele zonen zijn bekend als stichters van nederzettingen en komen voor als namen van rivieren in Rusland. Andere zonen volgden andere wegen en hun namen zijn door taalovereenkomsten door de linguïstischte wetenschappers reeds lang naar voren gebracht, zoals Victor W. von Hagen, Kamal Salibi, sir Alan Gardiner, C.J. Gadd m.a., K. Hopkind-Jenind b.a., en de Nederlander Louis Hoyack, die ook nog een studie had gemaakt van godsdienst en mythologie, waarbij hij het mysterieuze Sufisme in zijn ontwik-keling volgt, en van de Islaam versus de zonne-diensten, Hindoeisme en Christendom. Twee religies met dezelfde achtergrond, die ook bij de Grieken en de Romeinen wordt aangetroffen. In de Islaam kan Khwaadja Kamal ud-Din naar voren worden gebracht en revd David Benjamin Kaldani b.d. die de Islaam aannam en het boek "Muhammad in de Bijbel" schreef. 1.12 SLOT EN NASCHRIFT. HIJ ZAL OOK WEL ZO ZIJN. Geen vooroordeel en veroordeling, is de scherpste analyse, treffen de gesnedenen vanaf het moederslijf niet in het hart, dan door een oordeel van ont-spoorden, zoals de schandknapen en die daarvan gebruik maken. Zij onderscheiden zich niet van de heterosexuele ontspoorden, die van hoeren gebruik maken. De homo-bars onderscheiden zich niet van de hetero-bars. Maak ook geen onderscheid tussen blanke of gekleurde volken. De ene is niet beter of slechter dan de andere (de meest verdorven heterosexuelen keren zich tegen homosexuelen, zij zijn zelf de sodomieten). In bepaalde culturen staat de sexualiteit centraal. Zo heeft Griekenland en het oude Romeinse Rijk hun sexcultuur en -religie gehad, aangeduid met de gangbare term het "oude Babylonië", zoals dit nog steeds voorkomt in India en voortleeft in de "steen van Khajuraho" en in de Hindoe-religie te Ayodhya. Ik moet tot mijn spijt erkennen dat er Hindoestaanse moeslims zijn, die het Hindoeisme vanuit hun vooroudercultuur in zekere zin beschermen en verkondigen. Er staat in de Heilige Qoer'aan "er is geen volk geweest of Wij zonden hun bood-schappers" (H.Q. 10:47 maar ook 112:1-4). Dus ook het Hindoeisme zou een door Allaah geopenbaarde religie zijn (H.Q. 7:86, 18:17). Dat Allaah vele volken voor hun afval van hun profeten vernietigde, dat lezen zij niet in de Heilige Qoer'aan (H.Q. 16:36, 6:11, 19:98). Zij volgen in hun vermaledijde cultuur hun voorouders (H.Q. 5:104) en hun instelling is "wij volgen de cultuur van onze vaderen" (H.Q. 7:28). Zelfs Buchari maakt hiervan gewag (Bu. 67:37). Dit is niets anders dan de "niyoga" van de Arja Samaadj. Het is genoegzaam bekend dat een dergelijke traditie bestaat vanuit een vooroudercultuur bij de moeslims in India, Pakistan en Suriname. 3½ tot 4% van elk volk is homosexueel of bisexueel van gevoelens (Dr. Kinsy Raport). Denk niet dat 96% heterosexuelen engelen zijn, omdat zij hun sexualiteit op natuurlijke wijze beleven. Dit is geheel buiten de waarheid. Zeer zeker, meer dan 40% bestaat uit een verbindingsloos sexueel leven; vrije liefde, lat-relatie, groepssex, anaal en oraal gebruik van vrouwen, hoer-derijen, overspel, slavernij etc. etc. Is dit
nog een natuurlijke coïtus te noemen, geen verantwoording willen dragen, zoals kinderen willen dragen, is een walgelijke en gruwelijke zonde; abortus provocatus, gebruik van de pil, euthansie op het ongeboren kind of levende ovum of zaadcel. De mens is een levendige ziel. Wie leven op welke manier ook doodt, die doodt het leven uit Allaah gegeven. Allaah geeft leven tot een bepaalde tijd, een natuurlijk toegemeten tijd en neemt de zielen terug (H.Q. 39:42). Angst voor het onbekende nirvana (sexueel paradijs, eeuwige dood) doet de mensen in reïncarnatie geloven (H.Q. 21:95, 23:99-100). Hat natuurlijke heterosexuele wettige en trouwe huwelijk is niets meer of minder dan twee mannen of twee vrouwen die overeenkomstig hun ingeboren sexuele gevoelens vanaf het moederslijf in verbintenis leven. Het zondige leven van hete-rosexuelen of homosexuelen is de ontrouw, overspel, onzedelijkheid. De grote fout in beoordelingen is een oordeel naar voren te brengen over het ongewenste, onzedelijke. De ware liefde tussen twee personen als levenspart-ners, levende naar hun ingeschapen natuur, hetero- of homosexueel, kan niet ge-lijk worden gesteld. Allaah openbaart zich in wat anderen ongeloofwaardig vinden en Hij is velen genadig behalve hen, die hun lusten om de lusten volgen. Dat is de grote dwaling (H.Q. 4:26-27). Sommige mensen zeggen te geloven, maar zij geloven niet (H.Q. 2:8-12), amders zouden zij meer begaan zijn met het lot dat zij voor u dragen, omdat u in daden uw geloof inhoud kan geven. Gebeden zonder daden zijn holle woorden. Een zeggen met woorden die niet ook uit het hart komen, is bijgeloof en onkunde. Oordelend en veroordelend tot het uzelf in uw gezin of familie heeft getroffen. Als u geen onderscheid weet te maken tussen verwording, pornografie, phallusvereringen, Sodom, vruchtbaarheidsreligieën, dan moet u geen oordeel of veroordeel maken. De tempels laten duidelijk het verschil zien tuusen tempelreligie en geopenbaarde religie. Heeft u maar ooit in synagogen, kerken of moskeeën pornografische beelden gezien? Sexualiteit en afgoderijen gaan hand in hand. Vele mensen, gelovigen, zeggen te geloven, maar zij geloven niet. Dat werd reeds door de profeet Jezus naar voren gebracht: "Met hetzelfde oordeel en met dezelfde maat gij oordeelt en meet, zult gij zelf geoordeeld en wedergemeten worden" (Mattheus 7:1-6)
De arrogantie van de zich priesters in de Islaam gevoelende ulema's en van de zich orthodox voelende moeslims, uit zich in de tegenstrijdigheid in hun bewe-ring te geloven in alle voorgaande profeten en hun boeken (H.Q. 2:177, 4:136), waar-van de Heilige Qoer'aan de bewijsgrond is (H.Q. 17:89). Liefde van twee personen, liefde voor kinderen, liefde is geestelijk of het is lichamelijk. Liefde is verbondenheid en liefde is geen kwaad. Liefde is geen overspel, orale of anale ontucht, ontrouw en andere perversiteiten. Er is geen verschil tussen hetero- en homo-trouw in verbondenheid. Perversiteiten zijn zowel voor de hetero als voor de homo verboden. Alleen domme, geestelijk verknipte he-terosexuelen veroordelen in hun geeestelijke kortzichtigheid en in al hun eigen perversiteiten (alles mag) de homosexuelen.Inderdaad, alles mag tenzij het verbo-den is en dat zijn de perversiteiten, orale en anale tegennatuurlijk gebruik van vrouwen. Homosexuelen in liefde en trouw aan elkander gebonden, beleven hun lief-de op de door Allaah ingeschapen
natuur vanaf het moederslijf. Wij danken de Nederlandse omroep en in het bijzonder onze moeslimzuster Mevr Sajidah Abdus Sattar, die het als moeder heeft aangedurfd, en misschien wel daardoor, het fenomeen homosexualiteit op de tv-uitzending van zondag 22 juni 1997 in beeld te brengen. Eerdere door ons naar voren gebrachte uitspraken werden ons beantwoord met "Hij zal ook wel zo zijn". Dat is dan voor hun verantwoording. De Holland Islam Missie Ahamdiyyah-Lahore staat open voor allen, die de Islaam willen belijden. Een goede eerbare homosexuele verbondenheid achten wij even hoog als een goede heterosexuele verbondenheid. Wij hebben niets te verduis-teren in geld of goed, waarmee wij een schande zijn voor de Islaam. Zij die zich schuldig hebben gemaakt aan on-islamitische praktijken, weten nu "boontje komt om zijn loontje". En dat heeft de NMO goed begrepen. EINDE DEEL 1.
HOMOSEXUEEL DEEL II
2 ENKELE UITSPRAKEN IN DE MANNEN-GODSDIENSTEN. De heilige Augustinus, kerkvader: "De vrouw is een ondergeschikte minderwaardige schepping
en het verderf van
de mannen."
Sint Bernardus: "De vrouw is het geslachtsorgaan van de duivel." Sint Antonius: "De vrouw is de wapenbron van de duivel en haar stem is als van het sissen van een gifslang." Johannes van Damascus (ware naam Yuahanna bin Mansur Bin Sargun) 750: "De vrouw is de dochter van de valsheid en een schildwacht van de hel, een vijand van de vrede. Door haar ging het paradijs * verloren en van alle wilde beesten is de vrouw de gevaarlijkste." (voor 1100 geen Maria-verering) Maar ook in de 19de en 20ste eeuw komen voor: S.J. Madlener: "Vrouwen zijn serpenten en mannen verleidsters, die mannen van het Christendom valse profeet Muhammad doen aanhangen." Dr. J. Scheider: "Een kerk die zich aanpast is ten dode opgeschreven. Onze jonge Kerk heeft een verhalen." (zie Lucas 1:1-4, Johannes 21:24-25)
vervreemden en de
keuze gemaakt uit vele
* De Maria-verering kwam pas in de 11de eeuw, aldus Dr E. Sloots in Maria-documenten, Hildegard van Bingen 1070, Brigitta van Zweden 1373, stichteressen van vrouwenkloosters. ╶────────────────────────────────────────────────────── BRIEF VAN MEVR.SATTAR Geachte broeder waliya Keeskamp, assalaam `alaikum16-7-97. met waardering heb ik de editie "homoseksueel" gelezen van uw periodiek, waarin u steun betuigt aan het initiatief van de NMR en NMO dit onderwerp bespreekbaar te maken en een halt toe te roepen aan de stigmatisering van homoseksuelen. Ik begrijp de moed die nodig is om over dit onderwerp te schrijven en publiceren. Evenals ik zult u waarschijnlijk ook weerstand ondervinden. Daarom wens ik u Gods steun en zegen toe. Sajidah Abdus Sattar.
2.1 AFSCHEID VAN EEN HOMOSEXUEEL. Pa ... ma, verstrikt in tranen schrijf ik u, mijn liefde voor u is uw en mijn verdriet. Kan de liefde een vervloeking zijn. God heeft toch mijn vervloeking niet gewild. Waarom boeten mijn ouders voor mijn geboorte, waaraan ik niet schuldig ben. Waarvoor moet ik worden veracht, gemeden als een onrein mens, was ik maar melaats geweest, daar is genezing. Een gehangene is God tot een vloek. Bij God, is dit mijn verlossing, in Gods naam dan ....
Zie Thora Deuteronomium 21:23. Vele eerbare godsgetrouwe homosexuelen worden door verworden en godson-trouwe heterosexuelen de dood ingedreven. Het aantal zelfmoorden is het hoogst onder homosexuelen en vele anderen worden in de verwording gedreven door vrome kwezels, door vooroordelen en veroordelingen. Gelukkig kan Allaah de wanhoopsdaad van de zelfmoord vergeven en omzetten in een goede daad (H.Q. 39:53, 25:70). Jezus de Messias zei reeds tot de veroordelende en discriminerende Joden dat zij met hetzelfde oordeel en maat geoordeeld en gemeten worden (Mattheus 7:1-6). Anderen veroordelen en discrimineren is zelfveroordeling en zelfdiscrimi-natie. De boom wordt aan zijn vruchten gekend, of gelooft u niet in de profeten en hun Boeken (H.Q. 2:177 4:136-139), anders is één boek u genoeg (H.Q. 29:51) en Allaah zelf is de Bewaker van Zijn religie (H.Q. 15:9). De Heilige Qoer'aan bevat alle bewijsgronden (H.Q. 17:89). In de oprechtheid en rechtvaardiging van bijna 84 jaren sta ik dichter bij de Maaliku-jaum-iddien dan al die betweters die zeggen in de voorgaande profeten en hun boeken te geloven, maar die zelfs nog niet eens goede vertalingen hebben gelezen (H.Q. 2:136, 4:150). Veroordeel en vooroordeel niet. Allaah is niet in-competent (H.Q. 3:159, 3:175-176, 6:54, 35:15, 25:70).
2.2 VOORAF. OPGEDRAGEN AAN DE SCHRIFTGELEERDEN.
JOODS-CHRISTELIJK
MAULANA'S
EN ANDERE
"En laat hun taal u niet bedroeven; zeer zeker, de macht behoort geheel en al toe aan Allaah; Hij is de Horende, de Wetende " (H.Q. 10:65)
In deel I werden de achtergronden van heterosexuelen en de gesnedenenvan het moederslijf, de anders-geborenen, naar voren gebracht. Het waren miljoenen heterosexuelen die in verwording leefden, zich bogen voor sexgoden en drekgoden. Een zelfde verwording vond plaats in Griekenland (Hellas) en in het Romeinse Rijk. Onder de Meden en Perzen, Indieërs en Mongolen, maar ook in de Afrikaanse landen en op Sumatra-Nias en Java-Bali. Onder deze volken kwamen ook anders-gebo-renen voor: hermafrodieten, homosexuelen, blinden, doven, mongoloïden, open rug-gen, aaneen geborenen als foetustweelingen, verstandelijk gehandicapten. De Joden noemden dit de zonden van de vaderen, ouders of voorouders (o wee; veroor-delende schriftgeleerden, die op de troon van Allaah zitten, uw kinderen van moederslijf). De profeet Jezus verwierp het idee van de zonden der vaderen, dat verwor-den ouders in hun kinderen worden gestraft. Het vooroordeel en veroordeel treft zowel de goeden als de kwaden, schuldigen en onschuldigen, zelfs de ouders. De gevolg was een splitsing in groeperingen. In verwording onderscheiden heterosexuelen en homosexuelen zich niet. Zij zijn één in verwording. Zij maken hun driften en lusten tot goden (H.Q. 25:43). Hetreosexuelen en homosexuelen die de zedelijke verwording weten te weerstaan, voor hen is het paradijs (H.Q. 79:40). Wie zijn ziel van verwording niet reinigt, zal inderdaad verlies lijden (H.Q. 91:9-10, 17:13). Zo zijn er onder de homosexu-elen twee groepen. De ene groep bestaat uit de verdorvenen, die van hun homosexuele geaardheid een sex-carnaval maken, zich verkleden als travestieten hoewel zij dit niet zijn. De zedelijk verworden homosexuelen en hetrosexuelen hebben ieder hun eigen sexclubs en -plaatsen. De eerbare hetero- en homosexuelen vallen in het dagelijkse leven niet op of te onderscheiden. Aan de heterosexuelen en homosexuelen hebben zowel de Joden als de Chris-tenen een boodschap, maar het zijn de moeslims die vanaf het begin van de open-baringen een universele taak hebben alle volken te roepen tot de Islaam (H.Q. 16:125). Het zijn de moeslims die zowel heterosexuelen als homosexuelen tot het goede moeten nodigen (H.Q. 3:103). Een moeslim die in vooroordeel en veroordeel leeft, blijft in gebreke tot de Islaam te roepen. Deze mensen zullen ook altijd verklaren "Allaah heeft de mens voor de voortplanting geschapen". Had Allah geen hoger doel dan de mensen ter voortplanting te scheppen? Sex om Sex? De Heilige Qoer'aan: "Allaah schiep de mens ter zijner aanbidding" (H.Q. 51:56) en om Hem in Zijn schepping van het koninkrijk der hemelen en aarde te vertegen-woordigen (H.Q. 2:30). Dat voor opvolgers voortplanting nodig is, is een andere zaak waarvoor de mens is geplaatst. De Islaam is geen godsdienst waar de sexuali-teit als voortplanting voorop staat (Hindoeisme en Jodendom, ras en religie zijn één, gesloten religies, geen missie of zending). De Islaam sluit niemand uit door zijn in- en aangeborenheid de Islaam te belijden.
2.3 EEN PAAR JOODSE EN CHRISTELIJKE BIJBELSE BEWIJZEN, WELKE BEVESTIGING VINDEN IN DE HEILIGE QOER'AAN. 4. Eer zij zich te slapen leiden, zo hebben de mannen dier stad, de mannen van Sodom, van de jongste tot de oudste toe, dat huis omsingeld, het gehele volk, van het uiterste einde af, 5.en zij riepen Lot toe en zeiden tot hem: Waar zijn die mannen die dezen nacht tot u gekomen zijn? Breng ze uit tot ons, opdat wij ze bekennen .... (Thora Genesis 19:4-5 Statenver-taling 1618-1619, 1904). 4.But before they lay down, the men of the city, even the men of Sodom, compassed teh house round both young and old, all the people from every quarter. 5.And they called unto Lot, and said unto him: Where are the men that came in to thee this night? Bring them out unto us, that we may know them. (Joodse Soncino-bijbel 1478-1979).
Hoewel er een groot verschil is tussen bekennen, kennismaken of voorstel-len, blijkt uit de teksten en de Joodse rabbijnse commentaren, dat de volken van Sodom en Gomorra in meerdere opzichten oer en oerslecht waren; onsociaal, ongast-vrij, zelfzuchtig, egoïstisch. Het "mannen met mannen" komt als een conclusie in de gehele Joodse geschiedenis voor ten opzichte van alle volken en hun vrucht-baarheidserediensten van de heterosexuelen. Nergens komt het als een individuele handeling tussen twee mannen voor, tot aan Paulus in de Christelijke geschriften ten aanzien van de Griekse godenvereringen. 26.Daarom heeft God ze overgegeven tot de oneerbare beweging; want ook hunne vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen natuur, (Paulus heeft het over heterosexuelen) 27.en is gelijk ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, verhit geworden in hunne lust tegen elkander. Mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende en de vergelding van hun dwaling die daartoe behoorde, in zichzelve ontvangen . (de brief van de apostel Paulus aan de Romeinen 1:26-27). 10.Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch mannen die bij mannen liggen, noch dieven. noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen roovers zullen het Koninkrijk Gods beërven. (de eerste brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs 5:10, zie ook Thora Genesis 3:16, I Corinthiërs 7:-11, 9:20-22, 14:34-35, vrouwen moeten zwijgen).
In de brieven van Paulus (die overigens omstreden zijn van zijn hand te zijn, Paulus had ook een secretaris, ene Tertius, Romeinen 16:22) laat hij zich alleen uit over de heterosexuelen en hun sex- en sexgodencultuur van Romeinen en Grieken. Tot op heden gebruiken de Latijnse Christenen (Italianen, Fransen) voor het uitdrukken van "liefde" godennamen; amor, amoreus, amora etc. Namen die Jezus nooit heeft gebruikt. Jezus en de Joden spraken Aramees. Het grote probleem is dat zowel de rechtvaardige heterosexuelen, de goede gelovigen, als de verworden heterosexuelen zich afzetten tegen de homosexuelen, geboren vanaf het moederslijf. Ook de Heilige Qoer'aan spreekt van heterosexuele volken van Sodom en van andere volken (H.Q. 7:73-84 etc.).
2.4 DE STENEN SPREKEN. De profeet Jezus brengt naar voren dat er "gesnedenen" (celibatairen) zijn om Gods wil te behagen (?) en zich van voortplanting onthouden. Er zijn ook ge-snedenen (castraten = ontmanden) uit economische motieven, zoals slaven die ont-mand werden door hun meesters. De Joden en vele andere volken castreerden hun slaven. Sultaans castreerden slaven voor de harembewaking in de vrouwenverblijven (euneuchen, zie "Harem" van M.N. Penzer). Ondanks het regeringsverbod van India dat het castreren verbiedt, is het Hindoeisme als laatste overblijfsel van Sodom en Gomorra nog volop levendig. De Hindoeistische "premlatha", de "sakhri's, de dansers voor de goden in de tempel zijn allen gecastreerd en vormen geheel zelfstandige dorpen. Wat erger is dat kleine misleide moeslimjongetjes van de straat worden gelokt en hen het "nirvana" als paradijs wordt beloofd. Deze kinderen worden uitgekleed, hun geslacht wordt in een gespleten bamboe afgeklemd en met een vlijmscherp mes in één keer in zijn geheel afgesneden. Na de zgn. "menstruatieperiode" wordt het "godenoffer" geleerd voor de modergodin "Bahuchra Mata" te dansen. Als de Ram-geboortefeesten voorbij zijn, worden zij zonder meer op straat gezet. Als deze jongetjes van 5 tot 8 jaar naar hun ouders terugkeren, worden zij door hun moeslimouders verstoten. De ge-volgen zijn dat eerdere en nu volwassen gecastreerden zich over hun ontfermen en leren hoe zij als "hizra", schandknapen, in hun onderhoud kunnen voorzien (zie ook "Onze wereld", NOVIB uitgave nr 2, feb 1992 - de NOVIB is een sociale hulpverle-ningsorganisatie, Hindoestaanse Surinaamse moeslims schamen zich vanuit hun rasverbondenheid met het Hindoeisme hiervoor - ).
De stenen spreken en zullen getuigen van het verleden, hoe mensen in het verleden Allaah's geboden en verboden overtraden. Als de mensen dood zijn en zwijgen, zijn het de stenen overblijfselen die de getuigen zijn (Lucas 19:38-41). Ook de Heilige Qoer'aan maakt gewag van de vernietiging van de afgodische tem-pelsteden van vele volken met hun sex- en drekafgoden en vruchtbaarheidsgoden-vereringen, zoals het volk van Sodom en het volk van Sjoe`aib, die hun offers brachten aan overeind gezette stenen. Gruwelen voor goden (Deuteronomium 20:18). Zeer duidelijke voorbeelden van sprekende stenen als getuigen van de sexuele religiën en cultueren, zijn de afbeeldingen van het tempelcomplex te Khajuraho, maar ook de overeind gezette stenen te Gezer, Palestina. Opmerkelijk is dat deze stenen vele bewijzen leveren van de geweldige uitgestrektheid van de sex-, drek- en vruchtbaarheidsgodenvereringen van Sodom en Gomorra, maar ook die van de Grieks-Romeinen. Het offeren van kinderen was in deze door wellust in rein gewaad gebonden religiën hetzelfde. Gruwelen voor goden (Deuteronomium 29:17). 2.5 DE MENS GESCHAPEN TER AANBIDDING. De Joden beschouwen alle van het moederslijf anders-geboren kinderen, hermafrodieten, homosexuelen, kreupelen, doven, blinden, maar ook ziekten als melaatsheid als straf voor de ouders. De zonden van de ouders zouden door God gewroken worden in de kinderen tot in de derde, vierde en zelfs wel tot in het tiende geslacht (Exodus 20:5, 34:7, Johannes 9:1-3). De blind geborene was niet blind als straf voor zondige ouders, maar omdat Allaah Zich door hem openbaarde. Allaah schiep de mens niet in de eerste plaats tot voortplanting, zoals de Joden en ook met het
Hindoeisme besmette moeslims menen. Allaah heeft de mens en de djinn geschapen ter zijner aanbidding (H.Q. 51:56), niet ter voortplanting (voortplanting was nodig voor H.Q. 2:30 en de gemoedsrust H.Q. 2:223, 57:20, 7:51, 6:32, 70). Aanbidding is erkenning en Allaah vragen en eren en dat heeft niets te maken met de vele volken, zoals van Sodom tot aan het resterende Hindoeisme en voortplanting, zoals de Joden en sommige moeslim schriftgeleerden menen. Hervormingen in het Hindoeisme, zoasl de Arja Samaadj, maken van het Hin-doeisme geen geopenbaarde godsdienst. In de pre-islamitische tijdperk bestond het proefhuwelijk (Buchari 67:37), wat bij de Hindoes en de Arja Samaadj bekend staat als de "niyoga", waar familieleden van de aanstaande bruid eerst de bruid "uit-proberen" vruchtbaar te zijn alvorens de koopsom wordt vastgesteld wat de bruid waard is. Vele volken verloochenden hun profeten. Deze volken waren niet alleen de volken van Sodom, maar ook van de Arabische volken wordt dat door de Heilige Qoer'aan naar voren gebracht. Deze volken werden allen vernietigd. Slechts de stenen overblijfselen zijn getuigen hiervan (H.Q. 3:134137, 6:11, 16:36,50, 50:12-14). Moeslims van Hindoeistische afkomst willen nog al eens hun onderscheid maken met andere moeslims afdoen met aanspraak te maken op een vooroudercultuur gebonden aan ras. Wat zou het voor nut hebben gehad als Allaah de Islaam openbaarde en elk volk en belijder zich vastklampt aan vooroudercultuur. De Heilige Qoer'aan geeft hierop het antwoord (H.Q. 5:104) en duidelijker nog (H.Q. 7:28). Met de Islaam hebben voor Allaah alle niet geopenbaarde religiën en afge-vallen religiën van de hun toegezonden profeten afgedaan. Wat de Heilige Qoer'aan erkent als de gelovigen is weer iets anders dan de religie van deze gelovigen; Jodendom, Christendom, Sabieërs en die in de jongste dag geloven. Hindoeisten geloven niet in de jongste dag en het oordeel van de Maaliku-jaum-iddien (H.Q. 1:3). Hindoeisten geloven in wedergeboorten totdat het "nirvana" is bereikt, het rad van het leven opgehouden heeft te bestaan als verlossing, vrede, waarvan geen besef is en niet kan worden gekend of ervaren. 2.6 DE VERBORGEN ZIEL. Het is duidelijk dat voor het huwelijk en voortplanting de huwelijksonge-schikten niet kunnen zondigen tegen de natuurlijke voortplanting en de zeden die wel voor de huwelijksgeschikten geldt. Het huwelijk is voor de gemoedsrust, waar-bij strikt in acht moeten worden genomen de rustperioden voor de vrouw (H.Q. 2:222-223, 30:30,33, 25:41-44) en als het geoorloofd is, tot haar ingaan pas na goed nadenken. Uw vrouwen zijn u een bouwland, dat ter beschikking is, bruikbaar is naar uw goeddunken. Dit is in oppasendheid binnen de grenzen van het toegestane blijven (H.Q. 2:223). "Alles is toegestaan, tenzij het verboden is" heeft geen andere betekenis dan binnen de wetten van de natuurlijke voortplanting blijven, d.w.z. de vrouw niet op een tegennatuurlijke wijze te gebruiken (orale, anale, borsten gebruik). Het huwelijk is geen sexspel (H.Q. 6:32, 6:70, 7:51, 57:20, 17:31). Het is geen wedijver in kinderen maken. De Islaam is geen Jodendom of Hindoeisme. Alles wat de natuurlijke voortplanting ongedaan maakt, abortus, masturba-tie, condooms, de pil en andere voorbehoedsmiddelen, is verboden. Het is het doden van leven (DE LEVENDE ZIEL
IS IN HET ZAAD VERBORGEN H.Q. 2:28, 19:9, 23:14). De sexuele lustbeleving is voor de potente huwelijkspartners verboden. Hun driften worden door hun lustbeleving tot goden gemaakt (H.Q. 79:40, 25:43). Het slaafs volgen van de sexuele drang om de sexuele drang wordt als sjirk veroor-deelt (H.Q. 31:13-14). Het is als de boer, die zijn bouwland na de oogst braak laat liggen, om het rust te geven en vruchtbaar te houden en niet uit te putten; schade te doen aan het land en aan zichzelf. In dit verband moet de moeslim en moeslima zich duidelijk de betekenis van het huwelijk realiseren (H.Q. 4:1, 7:189: 16:72, 30:31, 42:11). Dat is een funktioneel en harmonieus samenleven in gelijkheid van mannen en vrouwen, zoals verwoord in de afscheidsbedevaart van de Heilige Profeet, die de ene moeslim de broeder van de andere moeslim noemde en de vrouwen hun rechten hebben gelijk als van de mannen. 2.7 VROEGERE VOLKEN NIET HOMOSEXUEEL. Afwijkende geborenen worden in de Heilige Qoer'aan niet ontkent. Zo wordt er gezegd van de kreupelen of de lammen van het moederslijf "op hun rust geen blaam". Op geen andere andersgeborenen rust een blaam (H.Q. 24:61). De Thora-wetten die voor de Israelieten golden, werden door de Qoer'aanische wetten vervangen. Afwijkingen bij de geboorte hebben niets te maken met voor Israelieten en Joden geldende wetten. Ook hebben afwijkingen bij geboorte af niets te maken met de zonden van ouders of voorouders. Dat werd reeds door de profeet Jezus naar voren gebracht met zijn antwoord aan de schriftgeleerden en de van geboorte blinde man. Het is omdat Allaah zich door hem aan u openbaart. Jezus verwierp alle Joodse vooroordelen. Dat blijkt ook uit het feit dat hij de overspelige vrouw niet veroordeelt door steniging tot de dood hierop volgt, integendeel. Jezus confronteerde de priesters en schriftgeleerden met hun eigen zonden; zij die vrij zijn van zonden, werpen de eerste steen. Alleen Jezus bleef over en vergaf de vrouw (Johannes 8:1-13). Het was zoals Jezus heeft gezegd tegen Nicodemus, een overste van de Joden: "Geest is uit geest geboren en vlees is uit vlees geboren" (Johannes 3:1-12). Hoe kan men zeggen "ik geloof", terwijl men niet gelooft en niet tot de "kinderen des lichts", tot de verlichten onder de moeslims, zijn geloof kan waarmaken (Lucas 16:8, Johannes 12:31, zie H.Q. 4:16-18, 39:53, 25:70). Moeslims zeggen te geloven in alle geopenbaarde boeken en hunne profeten, maar als men verwijst naar die in de Heilige Qoer'aan genoemde boeken, dan zeggen zij: ja, maar die boeken zijn door de Joden vervalst en met de eigen handen ge-schreven. Dat Allaah Zelf de Bewaker is van Zijn religie (H.Q. 15:9), dat gaat aan voorbij. Eveneens gaat aan hun voorbij dat waar gesproken wordt van "met de eigen handen geschreven boeken" geen geopenbaarde boeken zijn. De boeken met de eigen handen geschreven (H.Q. 2:79, 3:77-78, 5:15) zijn de Babylonische en de Palestijnse Talmud, die de boeken bevatten als de Misjnah, Gemarah, Midrasj en de Halagah en Agadah. Deze boeken zijn een uileg en leer van de geopenbaarde boeken en zij zijn overleveringen als de Al-Hadieth die wij kennen; menselijke overleveringen. Ook de Christelijke Evangelies zijn door mensenhanden geschreven op naam van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Duidelijk is de erkenning hiervan door Lucas (Lucas 1:1-4, Johannes 21:25-
25).
Desondanks is in de Christelijke vier boeken de blijde tijding van de komende profeet, Muhammad s.a.w.s, aanwezig (H.Q. 61:6, zie o.a. Mattheus 23:36-39, die komt in de naam ....). Allaah Zelf is de Bewaker van de openbaringselementen in de Joodse geopenbaarde boeken en de Christelijke Evange-lies. Allaah bewaakt Zijn Eigen religie, de religie van Aadam en alle profeten en zelfs van de volken die hun profeten ontrouw werden. Volken die door Allaah werden vernietigd (H.Q. 3:136, 16:36, 6:11). Uit zowel de Bijbelboeken als de Thora als de Heilige Qoer'aan weten we waarom die volken en hun steden werden vernie-tigd. Zelfs alle eerdere benamingen, zoals Babylonië, werden voor dezelfde afgoderijen, sexgodenvereringen, zoals Sodom en Gomorra, van de aardbodem wegge-vaagd. Slechts de stenen overblijfselen zijn als getuigen achtergebleven als een teken voor de volken te reizen in die landen en zien wat het einde was der ver-werpers, zoals de Sodomieten, zoadat er nu alleen onder één en dezelfde naam worden genoemd ... Sodom ... Sjoe`aib (H.Q. 25:40, 15:73-77). Het moet de gelovigen toch wel duidelijk zijn, dat de volken van al die landen en steden niet allen geboren zijn als homosexueel, hermafrodiet, mismaakt etc. Inderdaad hebben er vele sexgoden en drekgoden bestaan, die werden aanbeden door sexorgiën in een ververleden door heterosexuelen. Niet alleen de Babylo-niërs, maar ook in Mongolië, Hellas - het oude Griekenland - en in Rome onder de legioenen, zelfs op last van de keizers als een soort voorbehoeden tegen ge-slachtsziekten. Al deze als "mannen met mannen" genoemd als "sodomieten" waren natuurlijk geboren mannen met een natuurlijk aangeboren aantrekkingskracht voor vrouwen. Al deze mannen waren heterosexueel. Of het nu de heterosexuele mannen met mannen waren of de Romeinse legioenen, of de sex- en drekgodenaanbidding, of het Tantric-Hindoeisme, het zijn heterosexuelen en geen homosexuelen, de 3 tot 6% van het mensdom. Opmerkelijk is dat de heterosexuelen met al hun eigen ontspo-ringen zich afzetten tegen homosexuelen, die niet onder de natuurwetten van de homosexuelen vallen. Tot op heden nog worden onder vele volken de kreupelen, blinden, doven, stommen en andere anders-geborenen weggestopt, verstoten of zelfs gedood. Elke sociale en hulpverlenende organisatie kan hiervan getuigen, of dit nu de non Moe-der Theresa is, of de Novib, of de Unesco. Vele andersgeborenen vanaf het moe-derslijf worden door de heterosexuelen verworpen (Mattheus 7:1-6). Door dezelfde heterosexuele verwording werden zieke mensen, als door de goden met melaatsheid geslagen mensen, de woestijnen ingejaagd. Ook de Joden jaagden de melaatsen de woestijn in. De melaatse was in hun ogen verontreinigd door de zonden van de ou-ders en voorouders (Exodus 4:6, Leviticus 22:4, hele hoofdstukken gaan over dit melaats-zijn, Leviticus 13:2-59, 14:3,14,57 en nog veel meer). Melaatsheid is met ƒ 50,- te genezen (Ned Leprastichting giro 50500 Amsterdam). 2.8 SEX IS GEEN HUWELIJKSDOEL. Alleen voor de van nature geboren heterosexueel bestaat de zonde van on-tucht en overspel en de straffen daarvoor. Voor de homosexuelen is het soort-gelijk; voor ontrouw, overspel en ontucht, niet als tegennatuurlijk. Als twee uit uw midden, twee mannen of twee vrouwen, maar ook twee uit uw heterosexuele mid-den, één man en één vrouw, zich schuldig maken aan onnatuurlijk sexueel gedrag, geen hun beiden een lichte straf. Een lichte straf is in de Islaam een repriman-de.
De Heilige Qoer'aan zegt dat binnen het huwelijk alles geoorloofd is, behalve als het verboden is. Verboden is voor de gehuwden alles dat tegenna-tuurlijk is; alles wat de geboorte van kinderen voorkomt. Verboden zijn de hete-rosexuelen alle sexuele handelingen die niet tot de voortplanting leiden; het orale en anale geslachtsverkeer, maar ook "pe'ctus" (Lat), "ma'mma" (Lat) of "ma'stas" (Gr) en "al-biz-al-hoeloemah" (Ar), een coïtus tussen de borsten. Coïtus interruptus, voorbehoedsmiddelen, masturbatie, onanië; alle vormen van sexlustbeleving zonder aan de natuurlijke behoeften te voldoen. Het zijn juist de meest verdorven heterosexuelen die zich veelvuldig af-zetten tegen de vanaf het moederslijf anders sexuele gerichtheid, die dikwijls voor de zeer oplettende vader of moeder al begint in de wieg. Het zijn juist de verworden heterosexuelen die met hun eigen bevlekte blazoen zich keren tegen de vanaf het moederslijf geborenen als hermafrodieten, travestieten, homosexuelen, voor wie de voortplanting niet is weggelegd en voor wie de wetten van de voortplanting niet gelden. Het maakt niet uit met welk sexueel anders-zijn of met welke lichamelijke afwijkimg iemand vanaf het moederslijf geboren is en voor wie een natuurlijke voortplanting onmogelijk is. Voor deze geborenen gelden wel de wetten van mens-waardigheid, wellevendheid, liefderijkheid en eerlijkheid, ieder naar zijn daad. Het maakt niet uit of dit een blindgeborene is, die wel een natuurlijke voort-planting kan hebben, of een kreupele voor wie dit niet mogelijk is. Niemand is het sexueel ontzegd, ook de arme niet, kinderen te hebben: "en dood uw kinderen niet uit armoede" (H.Q. 6:152, 17:31). Maar er geldt ook dat het leven slechts een spel is van vermaak, pracht en praal en grootspraak en dat de voortplanting een wedijver is in het vermeerderen van bezittingen en kinderen (H.Q. 57:20). De djinn en de mensen zijn gemaakt ter aanbidding (H.Q. 51:56). Er zijn wetten die voor bepaalde personen gelden of slechts voor een be-paalde groep en er zijn wetten die voor iedereen gelden. Zo is de wet op stelen, bedriegen een wet voor iedereen, ook voor de blinde, de kreupele, de stomme, de homosexueel als ook voor de heterosexueel. Wetten kunnen voor iedereen hezelfde zijn, maar kunnen ook verschillen. Voor de kleinverstandelijken vervallen vele wetten en voor krankzinnigen vervallen alle wetten, als ook voor de minderjarigen (Buchari 86:22, Abu Dawud 37:17). Natuurlijk zijn huwelijken met krankzinnigen en ongeneeslijke zieken niet mogelijk. Huwelijken zijn alleen toegestaan als er voor de man en de vrouw geen bezwaren bestaan en aan de wettelijke voorschriften kan worden voldaan. Hiermede is voldoende gezegd over het heterosexuele huwelijk en de voort-planting. De voortplanting staat helemaal niet in het teken van een ongebreideld gebruik maken van de vrouw als lustobject, de vrouw te beschouwem als geboren te zijn voor voortplanting. Het huwelijk staat in het teken van het levensgeluk voor zowel de man als de vrouw. Echtscheidingen zijn een zeer ernstige zaak (H.Q. 33:37, Abu Dawud 13:3). Het moet genoeg zijn te weten dat het huwelijk niet moet worden opgevat, zoals bij de lagere dieren het geval is, als een vermenigvuldiging, zoals bij ratten en konijnen netzomin polygamie iets is als één haan met vele kippen. Wie echt iets over het huwelijk en alle bijkomstigheden wil weten, die leest maar "De religie van de Islam" van Maulana Muhammad Ali Hfst VI "Het huwelijk".
Genoeg over de (ontuchtige) heterosexuele huwelijken, de goede huwelijken niet na te gesproken. Opmerkelijk is dat de heterosexuele wereld zich altijd afzet tegen de ho-mosexualiteit als Sodom, terwijl zij zich zelf schuldig maken aan alle sexuele handelingen, die in Sodom ter ere van sex- en drekgoden werden verricht. Waar de heterosexuelen zich in wezen tegen afzetten is niet tegen de homosexualteit van de moederslijf af geboren, maar tegen de schandknapen, die mannen, waaronder het grootste deel heterosexuelen, verleiden voor geld en met het geld zelf hun hoer-lopen betalen (pedofiele kinderverkrachters zijn geen homosexuelen, soms machtswellust-sadisten). Er is dus een groot verschil tussen schandknapen die mannen verleiden en homosexuelen met verbintenissen als gehuwden van meer dan 25 to 40 jaren en zelfs meer. Het zijn dan ook de heterosexuele schandknapen die gelijk als de hoeren geslachtsziekten overdragen. Staan de hoeren onder wettelijke controle, op de schandknapen heeft de wet geen greep. In de V.S. komen elk jaar 12 miljoen mensen onder doktersbehandeling voor geslachtsziekten. In Afrika en India is het AIDS-cijfer niet meer in cijfers uit te drukken. De wisselwerking is heterosexuele schandknapen en hoeren die hetrosexuele mannen besmetten. Daarbij komt in India het Hindoeistische Sakhi-wezen en het Hizra-wezen; travestieten en castraten als dansers voor de moedergodin Bahuchra Mata en de magische vruchtbaarheidsfeesten ter ere van Ram. Van de heterosexuelen staat geschreven dat als zij zich niet beheersen, hun "hawaa", hun driften tot goden maken (H.Q. 25:43). Dat is geheel en al de zonden van Sodom en Gomorra. Er is geen verschil tussen sex- en drekgoden en de "hawaa" tot goden nemen (H.Q. 95:4-5). 2.9 DE BLINDE LEIDSLIEDEM. Vele goede en welwillende gelovigen, zowel de belijders van de Islaam als van het Jodendom en het Christendom (de enige nog bestaande religieën die hun profeten trouw zijn gebleven), zitten met het homosexuele vraagstuk, omdat een van hun kinderen is geboren als homosexueel vanaf het moederslijf. Vanzelfspre-kend lopen grotere gezinnen, waarvan de kinderen dezelfde opvoeding hebben geno-ten, meer kans dan kleinere gezinnen. De oude wetenschappers deden het af als een moederbinding; een conclusie getrokken op een gezin met één kind, de mammies lieveling. Prof dr August Forel deed onderzoek naar homosexualiteit onder zijn patiënten in een krankzinnigen-gesticht; belachelijk primitief. Het is zoals de grote sexuoloog prof dr Kinsey, 1894-1956, naar voren bracht, dat het geestelijk onbegrip, kortzichtigheid en een zware taboe vele wetenschappers heeft afgeschrikt onderzoek te doen en heeft veel leed als gevolg gehad. Niet alleen voor de homosexueel, maar ook voor de ouders. Liefde is meer dan sex. Het beheersen van zijn driften en deze niet ot goden maken (H.Q. 79:40, 55:46, 25:43, 31:13, 91:9-10, 95:4-5). Daaruit blijkt dat niet het vermenigvuldigen hoofdzaak is, maar de liefde die twee personen bindt in trouw zijn aan elkaar. De Islaam bewandelt de middenweg. De profeet Jezus veroordeelde het Fari-zeeïsme en het
Joodse priesterschap (Lucas 18:10-17) en de extreme vormen van de schriftgeleerden (Mattheus 23:1-39). De Islaam veroordeelt priesterschap en de daarmee gepaard gaande hoogmoedigheid van de schriftgeleerden als niet door Allaah ingestelde nieuwigheden (H.Q. 9:30-34, 57:27). De moeslims, en vooral de zich priesters in de Islaam voelende ulema's, moeten goed tot zich laten doordringen, niet de grenzen te overschrijden en gaan oordelen, en dat zij zelf niet zonder zonden zijn, maar wel op de stoel van Allaah gaan zitten oordelen (H.Q. 5:87-93). De Heilige Profeet heeft volgens een hadith gezegd: "De geleerden onder mijn volk zijn als de kleine profeten Israels. Ze hebben het voorkomen van profeten, behalve dat ze geen profeten zijn. Ik ben de laatste van de profeten" (Buchari 62:6, 60:50).
Dit wil zeggen niet de autoriteit van een profeet te hebben. Zij hebben geen recht wetten te maken of te wijzigen, maar zorg te dragen voor de Heilige Qoer'aan en de Qoer'aanische Islaam in stand te houden (H.Q. 3:3, 2:2, 10:15, 18:27). De Heilige Profeet vroeg aan de door hem benoemde gouverneur van Damascus wat hij zou doen als hij de Heilige Qoer'aan niet zou kunnen toepassen. De gou-verneur antwoordde: dan zou ik zoveel als mogelijk handelen naar de soennah van u Profeet. Soennah betekent Qoer'aanische interpretatie. De Profeet keurde dit goed. Als Oemar twee jongelingen betrapt op ontucht en hun aan een paal bindt om ze levend te verbranden, wordt hij door een vrouw, of moeder, van een van de jon-gelingen erop gewezen dat de Profeet niet eens een lichte straf gaf voor ontucht en zelfs geen reprimande, maar een goede raad. Bidt, vast en sport tot mogelijk later uitkomst of huwen mogelijk is. Zou ook later het huwelijk niet mogelijk zijn, dan in goede verhouding elkaar trouw zijn in vriendschap, eer en deugdzaamheid. De Heilige Profeet Muhammad had geen afwijkende mening van de geboorten vanaf het moederslijf. Werden door de Joden andersgeborenen, kreupelen, lammen, blinden, de toegang tot de tempel ontzegd, de Heilige Qoer'aan neemt de blaam weg die de Joden op de andersgenorenen legden (H.Q. 24:61). Castraten werden niet ver-boden aan het gebed deel te nemen zoals dit bij de Joden het geval was (Deuterono-mium 23:13, 2 Samuel 5:8). Voor sommige mensen gelden bepaalde wetten wel en voor anderen gelden ze niet. Voor elk mens en gelovige gelden wetten naar hun persoonlijke omstandig-heid. Zo is de wet op niet stelen en bedriegen zelfs niet voor elk mens hetzelf-de. Hetzelfde verbod en gebod kan voor sommige lieden, zoals de kleinverstande-lijken, vervallen. Krankzinnigen is zelfs geen wet aan te rekenen (Buchari 86:22, 27, Abu Dawud 37:9, 17). Voor homosexuelen, hermafrodieten en andere huwelijksongeschikten gelden geen huwelijkswetten, omdat er geen geboorten plaats kunnen vinden. Met hun inge-schapen natuur kunnen zij zich niet voortplanten. De lustgevoelens to goden maken is zowel de heterosexueel als de homosexueel als de hermafodiet verboden. Door de lustgevoelens, driften, tot goden te maken. maakt men zich schuldig aan Sodo-mie, Tubba, waar het in toepassing gelijk aan is. Onzedelijke handelingen als orale en anale sex, indien het nu de hetero- of de homosexueel is,
het is de driften tot sex- en drekgoden maken (H.Q. 25:43). De heterosexuelen kunnen nu wel dichtklappen als het over de homosexuelen gaat, maar zij kunnen zelf hierdoor getroffen worden in hun kinderen vanaf het moederslijf. Van Allaah's doen en laten kunnen de gelovigen zich geen voorstel-ling maken. Op vulkanische uitbarstingen, overstromingen, rampen en epidemieën heeft de mens geen enkel invloed. Allaah openbaart zijn bestaan in tekenen en in openbaringen als een leiding of als een waarschuwing of als straffen van vernie-tiging. Het grote probleem van vele geestelijke leiders, die niet een hun eigen driften kunnen beheersen, is dat zij geen onderscheid zien tussen de tekenen van Allaah en als blinde leidslieden oordelen en als ziende blinden niet het onder-scheid willen zien tussen de sexafgoderijen en drekgoden, de zonden van Sodom, Tubba, Sjoe`aib, Hoe zou iemand het verschil zien als hij zijn eigen sexleven, zijn eigen driften tot goden maakt en zoch daarmee schuldig maakt aan één van de vele zondi-ge praktijken van Sodom en Gomorra, welke heel wat meer was dan van mannen en mannen onderling. Hele heterosexule volkerem zijn tenonder gegaan aan de zonden van Sodom en Gomorra. De Heilige Qoer'aan maakt gewag van deze volken (H.Q. 3:134-138, 16:36, 6:11, 25:38-43, 29:35-40). Vele aan vouroudercultuur verknochte gelovigen maken zich nog daaraan schuldig (H.Q. 5:104, 7:28), o.a. het volk van Tubba (H.Q. 44:37, 50:14). De heilige Qoer'aan verwijst niet alleen naar het volk van Sodom en Gomorra, maar naar vele volken en zegt zelfs ten goede en ten kwade dat alle vol-ken slechts één volk zijn (H.Q. 2:213, 10:19). 2.10 ALLES MET EEN DOEL GESCHAPEN. Zowel gelovigen als ongelovigen vragen zich af; waarom laat Allaah die ellende toe? Waarom vulkanische uitbarstingen, overstromingen? Waarom doven blin-den, kreupelen? Waarom hermafrodieten, homosexuelen? Waarom kinderen met open-ruggen, waterhoofden? Waarom doodgeboren kinderen, de ziel teruggetrokken nog voor de geboorte. Waarom onvruchtbare mannen, onvruchtbare vrouwen? Waarom zwak-begaafden? Welk mens heeft hiervoor een verklaring? Geen mens kan hierover maar één zinnig woord zeggen, ook de duivel niet (H.Q. 14:22). Welk mens kan over Allaah oordelen terwijl hij zelf niet eens in staat is een zandkorrel te scheppen of een grassprietje te doen leven. Wie kan Allaah ter verantwoording roepen zolang hij over anderen oordeelt en denkt te kunnen begrijpen en te oordelen. Voor Allah is niets doelloos. Hij schept wat Hij wil. Hij geeft leven en dood en eeuwig leven. Veroordelen zonder het hoe en waarom te begrijpen, waarom de dingen zo zijn, is het domste oordeel en vooroordeel. Niemand kan Allaah's doen en laten beïnvloeden of ongedaan maken. Allaah is Zelf de Beschermer van Zijn religie, van Zijn openbaringen, ook in de Joodse en Christelijke boeken. Niemand is in staat het geopenbaarde te ontkrachten. De Joden beschouwden Allaah als hermafrodiet, mannelijk en vrouwelijk, Die eerst de "adamkadmom", een volkomen hermafrodiet naar Gods-beeld en gelijkenis, schiep (H.Q. 2:28, 19:9, in Allaah's eeuwig weten). Daarna schiep Allaah uit adam de vrouw. Allaah had met de adam-kadmom de man en de vrouw geschapen, man en vrouw uit hetzelfde. Uit de ontologische adam-kadmom werden zowel de man als de mannin-ne, als antropologische mens, als een paar geschapen.
Islaam: Allaah schiep en vormde van aarde en deed ze groeien uit de aarde (H.Q. 49:13, 86:5-7, 53:46, 22:5, 32:1-8), als het ware doen groeien (H.Q. 71:17). Allaah schiep de mensen volkomen volmaakt om hem vervolgens een vrije wil te geven, ge-heel op zichzelf aangewezen (H.Q. 94:4-5). Het is duidelijk dat dit niet alleen slaat op de van moederslijf geborenen, maar op alle mensen en volken. De van moederslijf afwijkende geborenen kunnen, hoe onaangenaam voor de personen dan ook, een teken en een voorbeeld zijn, waardoor Allaah Zich open-baarde. Dit werd door de Joden veroordeeld als gevolg van de zonden van de ouders en voorouders tot in vele geslachten. Dit blijken niets anders dan tekenen van Allaah te zijn voor de veroordelende hoogvaardigen, van wie Jezus zegt: heb ik gezegd dat gij goden zijt? De Joodse schriftgeleerden namen naar eige interpretatie van de wet om Jezus te stenigen (Johannes 10:29-39). Uitspraken van Jezus die overdrachtelijk bedoeld warenn namen zij letterlijk. Jezus sprak in overdrachtelijke zin, zoals hij sprak over de "Abba" = Vader-Schepper of VaderVerwekker, kinderen van één Vader, broeders en zusters (Mattheus 12:47-50). Jezus verwierp dat blinde, mismaakte of anders gevoelende geboren kinderen een erfenis is van zondige ouders en voor-ouders, zoals de blind geborene (Johannes 9:1-5). De Joden geloofden Jezus niet in het onderscheid van verworvenheid en aangeborenheid. 2.11 DE HEILIGE QOER'AAN HEFT EERDERE WETTEN OP. Medicijnen zijn voor de zieken, die verworden zijn door verworvenheden. Reden waarom de heilige Qoer'aan een geneesmiddel is genoemd (H.Q. 17:82, 41:44). Tegen de schriftgeleerden zegt Jezus: medicijnmeester, geneest uzelf (Lucas 4:23). Dit is niet alleen gezegd tegen de Joodes schriftgeleerden, maar tegen allen die geloven in de openbaringen en boeken van de eerdere profeten. Helaas zijn de moeslimse schriftgeleerden erg beïnvloed door Joodse en Christelijke priesters met hun rare fratsen, als in de openbaringen van de voor-gaande profeten. Over de lieden die zich schuldig maken aan de zonden van Sodom en Gomorra (mannen met mannen, ontucht plegen) staat geschreven, dat zulke lieden gestenigd moeten worden en van een toren moeten worden gesmeten. Maar ook van runderen staat geschreven dat ze gestenigd moeten worden (Exodus 21:28-32). Maar ook de eigenaar van de rund als hij wist dat het rund gevaarlijk was. De Heilige Qoer'aan heeft vele Joodse openbaringen en voorschriften opgehe-ven. Het begon al bij Jezus, de Messias Israels, dat vele wetten en straffen wer-den afgezwakt tot opheffen aan toe. Dat blijkt al voor wat betreft de overspeli-ge vrouw, waarvan Jezus zegt: hij die vrij is van zonden, werpe de eerste steen (Johannes 8:1-11). Indien twee mannen, twee vrouwen of zelfs man en vrouw in gehuwde staat zich schuldig maken aan ontucht, geef hun dan een lichte straf en hier be-treft het heterosexuelen (H.Q. 4:14-18). Ontucht is iets anders dan overspel (H.Q. 17:32, 24:1-12). Hele volken maakten zich schuldig aan de zonden van Sodom en Gomorra en dit waren heterosexuele volken en geen homosexuele, ook al was er ontucht tussen man-nen onderling. De zonden ter ere van de sex-, drek- en vruchtbaarheidsgoden gin-gen nog veel verder. Sex werd ook bedreven met dieren en kleine kinderen. Zelfs werden kleine kinderen als eerstgeborenen
levend in de brandoffers gesmeten (Joden en Hindoeisten maakten zich schuldig aan kinderoffers II Koningen 23:10, Kali-Yuga = vernietinging, verwording). De doodsteniging van overspelige vrouwen werd door de Heilige Qoer'aan af-geschaft en veranderd in een lijfstraf voor de vrouw en de man en welke voor de slavinnen werd gehalveerd. Deze afschaffing kwam na een Joods verzoek van een Jodin, die door Heilige Profeet dienovereenkomstig het Joods gebruik (doodsteni-ging) werd gevolgd (H.Q. 24:2, 4:25, Buchari 23:61, 61:25, Abu Dawud 37:25). Hier is dud sprake van heterosexuelen. Sodom en Gomorra en vele andere door Allaah vernietig-de volken waren heterosexuelen. Zelfs de Griekse en Romeinse mannencultuur was, gelijk Sodom, een afgodendienst van heterosexuelen. Al deze vormen van vrucht-baarheids-erediensten staan volkomen los van de van moedserslijf af geborenen. De onvruchtbaren vanaf het moederslijf. Er is dus een groot verschil tussen mannen met mannen van Sodom en van vele andere volken en de anders-gevoelende geborenen, gesnedenen vanaf het moeders-lijf. Het zijn de huichelachtige schriftgeleerden in de Islaam die het anders-geboren niet willen inzien. Zij zwijgen over alle andere geboorten; geboorten met een open rug, hazelip, zonder verhemelte, doven, blinden, stommen, kreupelen, siamese tweelingen als vanaf het moederslijf zo geboren. Daar geven zij geen verklaring voor, anders zou dit een aanklacht tegen Allaah en Zijn volmaakte schepping zijn. In de eerste plaats schiep Allaah de heterosexuelen volmaakt en bracht ze daarna tot de laagste der laagsten (H.Q. 95:4-8). De uitzondering is dus geloven en goed doen en dat zijn degenen waaruit Allaah Zijn vertegenwoordigers heeft gekozen (H.Q. 2:30). Het is een raadsel; Allaah heeft duidelijk geopenbaard en niets achter-gehouden als een leiding voor de mensen en vele schriftgeleerden kunnen het ver-schil niet zien tussen de afgoderijen en vruchtbaarheidsrituelen en ritualen van heterosexuele volken gelijk aan Sodom en allle voor het huwelijk ongeschikten vanaf het moederslijf. Schandknapen zijn gewone heterosexuelen net zoals de overspelige en vrouw-ontrouwe mannen ook gewoon heterosexuelen zijn. Al menen de schriftgeleerden overeenkomsten te zien tussen verworden heterosexuelen en zedelijke verwording, daarmee is de heterosexueel niet een onvruchtbare van het moederslijf. Evenmin wordt een homosexueel van moederslijf door het huwelijk met een vrouw een hetero-sexueel. Zijn gevoelens blijven. Er is geen verandering in Allaah's wetten (H.Q. 33:62), niet in Zijn handelen (H.Q. 17:77), niet in Zijn woorden (H.Q. 6:116) en niet in de door Hem geschapen natuur (H.Q. 30:30). Zijn "word" is "wordt" (H.Q. 2:117, 40:68) en Zijn woorden zijn vele (H.Q. 31:27, 18:109). 2.12 HET OORDEEL IS AAN ALLAAH. Zedelijke verwording onder heterosexuelen en onder homosexuelen komt voor, even zeer dat zedelijk hoogstaande verbintenissen voorkomen. De Heilige Qoer'aan is geen medicijn en geneesmiddel voor de gezonde, zedelijk levende hetero- of homosexuelen, maar voor de zedelijk ontspoorden. Jezus maakt de Joodse schrift-geleerden zeer duidelijk: het paradijs heeft vele woningen, als antwoord op het geloof van de Joden in een schimmenrijk. Zij verwerpen het paradijs.
Hindoeisten geloven in het "Niravana", het ophouden te bestaan als leven, als verlossing. De ware verlossing is het betreden van het paradijs, waarvan niemand zich enige voorstelling kan maken (H.Q. 52:20, 17:48:49, 38:52-55, 56:25). Vele schriftgeleerden in de Islaam, indien zij zich niet beroepen op het Jodendom of Hindoeisme, meten de voorstelling van het paradijs af naar hun eigen verwording en onzedelijke levenswandel als een sexueel lustoord. Nergens uit de Heilige Qoer'aan blijkt dat het paradijs een sexueel lustoord is. Een oord van zinnelijke lusten als beloning voor degenen die zich juist hebben onthouden van zinnelijke lusten? Wie dat denkt, pleegt ondanks zijn onthoudingen reeds onzedelijkheid. Van alle gelovigen zijn de moeslims de meest tolerante, hoewel zij anders-zijds alles wat anders is verbergen, zich ervoor schamen en dichtklappen. De op-lossing is niet gelegen in het verbergen, maar in het in de openbaarheid brengen; verschil te kunnen maken tussen zedelijke verwording en in geborenen vanaf het moederslijf, het door hen best bewaarde geheim. Anderszijds zijn heteroschand-knapen en hoeren even aktief in de Oosterse moeslimlanden als in het Christelijke Westen. Laat alles aan de beoordeling en strategie van Allaah over. Hij oordeelt en weet meer dan alle veroordelers tesamen. Hij is de Heer van het oosten en het westen en zelfs van beide westens (H.Q. 2:115, 26:28). Het oosten en het westen behoort toe aan Allaah (H.Q. 2:142, 55:17). Niemand begrijpt Allaah, maar Hij begrijpt alles (H.Q. 6:102-104). Laat aan Allaah het oordeel over en oordeel niet over wat voor u een niet te doorgronden geheim is. Ook uit het midden van uw ge-zin en familie kunt u voor een verassing komen te staan uit het moederslijf. Niet als straf voor uw zonden. Allaah straft geen onschuldigen vanaf het moederslijf. De islolatie en vooroordeel en oordeel heeft de homosexueel uitgesloten van de universele broederschap van de Islaam en in de verwording gedrongen. De Islaam is een leiding die duidelijk maakt dat heterosexualiteit en homosexualiteit in verwording het gelijke is van de sexen drekgodenaanbidding van Sodom en Gomor-ra, die van hun lusten en driften goden maakten (H.Q, 25:43).Door het kolonialisme dat in de meeste landen (100 tot 300) is geweest, is het de Christelijke invloed die de moeslims in hun denken van de Heilige Qoer'aan hebben verwijderd met Christelijke geloofsdogma's, die nooit door de Heilige Profeet zijn verkondingd of heeft gekend. Vele moeslims zijn door Hindoeistische en Christelijke inloeden lippen-gebed-aanbidders geworden (H.Q. 107:4-5). Helaas zijn er onder de ulema's, gelijk als onder vele moeslims, versexten, die vanuit hun eigen verworden sexleven oor-delen en veroordelen en op de troon van Allaah gaan zitten zoals ook de Joodse schriftgeleerden dat deden (Mattheus 23:1-39) totdat de gezegende des Heren zou komen, de Heilige Profeet Muhammad. De Islaam noemt de priesterinstelling een menselijk bedenksel (H.Q. 5:81-85, 9:31-32, 57:27). Zij zijn niet de geleerden, die het voorkomen hebben van de kleine profeten Israels, hoewel zij geen profeten zijn (Buchari 62:6, 91:5). Wie de soennah van de Heilige Profeet volgt, beleeft geen lustbeleving om de lust, als door Allaah geschapen te zijn in vruchtbare vermenigvuldiging (H.Q. 51:56), als door Allaah geschapen te zijn voor de lustbeleving van vermenigvul-diging (H.Q. 25:43, 79:40). De ware soennah is de interpretatie van de Heilige Qoer'aan en dat is geen wellust en lustbeleving. De Heilige Qoer'aan
zegt hier-van: ze volgen niets anders dan een gissing en de lage begeerten waartoe hun zie-len neigen (H.Q. 53:23). Dit is lust beleven onder het mom van: wij zijn geschapen voor vermenigvuldiging, voor ons nakomelingsschap (H.Q. 6:32, 6:70, 7:51) en een wedstrijd in vruchtbaarheid, in kinderen maken (H.Q. 57:20). Hoe de wereld ook moderner en anders wordt, de grondslag van de Islaam blijft hetzelfde (H.Q. 3:6, 13:39, 29:51, 18:89). Islaam is de religie van Allaah (H.Q. 3:18) en geen andere religie zal worden aangenomen (H.Q. 3:84). Allaah Zelf is de Bewaker (H.Q. 15:9). De Heilige Qoer'aan is voor alle tijden de grondslag (H.Q. 3:6, 3:190, 5:48, 2:2, 6:54, 6:93, 10:37, 10:15, 18:27, 26:2, 38:29, 29:51) . De Heilige Qoer'aan bevat alle bewijsgronden (H.Q. 17:89). En wat dachten de schriftgeleerden, dat alle steden die door Allaah van de aardbodem werden weggevaagd, dat al die miljoenen mensen homosexuelen waren? Neen, het waren verworden heterosexuelen, die hun lusten en driften tot goden maakten (H.Q. 25:43). Allaah wreekt zich niet op ongeboren kinderen om de zonden van oudeers en voorouders. Allaah verbiedt het doden van ongeboren en geboren kinderen (H.Q. 17:31). Dood zelfs geen moeslim en noem een moeslim geen ongelovige (kaafier) (H.Q. 4:92-94). Elke geborene is door Allaah gewenst en tot leven gebracht. Allaah wreekt zich niet op kinderen uit zondige lust, zelfs niet de hoerenkinderen en de niet uit liefde geboren kinderen. De mens is een levendige, door Allaah gewen-ste ziel. De Holland Islam Missie heeft altijd naar voren gebracht dat de leugen de waarheid niet kan bedekken (H.Q. 2:42, 17:81). Integendeel, de leugens tonen de waarheid aan. De "niyoga", waar mannelijke familieleden de aanstaande bruid eerst uitproberen tot het zwanger-zijn, waarna de sluiting van het huwelijk kan plaats-vinden (de boreling wordt geacht van de nieuwbakken echtgenoot te zijn), is een gebruik uit de pre-islamitische tijd (Buchari 67:37), De "muta" of "safah", het tijdelijke huwelijk, is verboden (Abu Dawud 12:13, Muslim 16:3, Buchari 64:40). De knapenliefde, de bacabozlik, zang- en dansjongens voor sexuele bevre-diging is verboden. Onder de latere galiefa's waren er homosexuelen, zoals Harun Ar-Rasjid (170 AH, 786 nC) en AlAmin (193 AH, 809 nC). Het Ghilman-instituut werd door hen in het leven geroepen voor de homosexuele status als gelijk aan het hetero-sexuele huwelijk ("kafaa'a": gelijkheid, imaam, vrijheid, vriendschap, trouw). Islaam en Jodendom staan diametraal tegenover elkaar. Het verschil Jodendom versus Islaam komt naar voren in het wezen en doel van ons bestaan. De Joden pro-pageerden, als heel klein volk, dat Allaah de mensen heeft geschapen ter verme-nigvuldiging als het uitverkoren ras boven alle andere wezens als dieren en vreemde volken, die niet als mensen werden beschouwd (H.Q. 2:40, 2:47, 2:94, 62:5-6, 5:18).Ook bij de Hindoeisten staat de sexualiteit voorop in de vereringen van goden en worden de lusten tot goden gemaakt (H.Q. 25:43, 95:4-5). Zelfs de Hindoe-staanse Surinaamse Moeslims zijn niet daarvan vrij en stellen hun vooroudercul-tuur en ras boven anderen, ondanks dat de Islaam een universele broederschap van volken is. Alle volken zijn één volk (H.Q. 2:213, 10:19). Ook de Hindoestaanse moeslims beweren dat Allaah de mens heeft geschapen ter vermenigvuldiging, wat een Joods-Christelijke leerstelling is, die overigens door Jezus werd verworpen en die in de Islaam geen enkele grond heeft.
Allaah schiep de djinn en de mensen ter Zijner aanbidding (H.Q. 51:56) en plaatste de mensen als Zijn vertegenwoordigers op aarde (H.Q. 2:30). Daarnevens waarschuwt de Heilige Qoer'aan om van de zinnelijke lusten geen goden te maken (H.Q. 25:43) en niet een wedstrijd te houden in het vermeerderen van kinderen (H.Q. 57:20) en de Islaam als een inzet van een spel te maken (H.Q. 6:70, 7:51); de Islaam te maken tot een zinloos leven (H.Q. 6:32) en de gebeden tot een lippengebed (H.Q. 107:4-5). De voortplanting is omdat Allaah de mensen als Zijn vertegenwoordigers op de aarde wilde plaatsen, als regeerders in het koninkrijk van Allaah op aarde (H.Q. 2:30, 25:70-74). Lees "De vijf fundamentele leerstellingen van de Islam" van hazrat M.Ghulam Ahmad. Dat is wel wat anders dan wat de blinde leidslieden bewe-ren, die geen onderscheid kunnen maken tussen de heterosexuele verwording, het tot goden maken van de zinnelijke lusten (H.Q. 25:43, 95:4-5), geen verschil zien tussen wat tot Allaah's competentie behoort en waarover Allaah de mensen heeft aangesteld als Zijn vertegenwoordigers. De gesnedenen, zo geboren vanaf het moederslijf als homosexuelen, hermafro-dieten, onvruchtbaren, kunnen in goede harmonie en vrienschap met elkander leven en zedelijk hoger staan dan de in wellust en zinnelijkheid verworden heterosexu-elen, die van lustbeleving tot goden maken en van hun huwelijksleven een wed-strijd maken in het verkrijgen van kinderen (H.Q. 57:20), daar waar de Heilige Qoer'aan spreekt van "goed nadenken" en gemoedsrust (H.Q. 30:21) als een teken. Allaah's tekens zijn vele. Ook de natuurelementen als bliksem, stormen, regens en overstromingen ,maar ook de anders-geborenen als kreupelen, doven, blinden, onvruchtbaren, anders-gevoelenden, behoren tot de tekenen van Allaah, evenals de gehele schepping der hemelen en aarde, de talen en kleuren (H.Q. 30:20-26) en de zelfs de bomen en bergen gehoorzamen Hem (H.Q. 22:18, 55:5-6). Homosexuelen die niet in verwording en ongeloof leven, maar in vrienschap en trouw, hebben niets te vrezen van Allaah's oordeel, zoals de heterosexueel die van zijn geloof een ongeloof maakt en van zijn zinnelijke lusten een afgod en een wedstrijd houdt in het maken van kinderen. Al zegt deze heterosexueel te geloven, hij gelooft niet, anders zou hij in zijn geloof en huwelijk gemoedsrust hebben. Opmerkelijk is dat deze heterosexuelen ook spreken van witte en zwarte mensen en elkaar discrimineren. Rassen, kleuren en talen verschillen, maar er zijn geen witte en zwarte mensen (H.Q. 49:10-13, 35:27-29, 30:22, 2:213). Verworden heterosexuelen zijn gelijk aan verworden homosexuelen en Godsgetrouwe heterosexu-elen verschillen niet van Godsgetrouwe homosexuelen. Aan de Maaliku-jaum-id-dien is het laatste woord.
2.13 SLOTSOM. MANNENRELIGIE, SEX-, SEXGODEN-, DREKGODENGEESTENAANBIDDING, MEERGODENDOM. Sjamanisme .................. mannenreligie. Babyloniërs ................. mannenreligie. Hindoeisme .................. mannenreligie. Akkadiërs-Grieken-Romeinen .. mannenreligie. Jodendom .................... mannenreligie. Babylonische en Palestijnse Talmud, Thora, profetische boeken: -de mens is ter vermenigvuldiging geschapen (Genesis 1:27:28). -vijandschap tussen man en vrouw (Genesis 3:15-16). -vermenigvuldigen met smart (straf) en onderdrukking van de vrouw (Genesis 3:16). -vrouwen zijn onrein (Leviticus 15:1-33). -Paulus: niet trouwen is beter (I Corinthiërs 1:1-17). -wie niet uithuwelijkt, is het best (I Corinthiërs 7:38). -de vrouwen zullen zwijgen in de gemeente, zij mag niet spreken (I Corinthiërs 14:34). -en zo zij iets wil leren, vraag het de man, het is lelijk als vrouwen spreken (I Corinthiërs 14:35). -vrouwen moeten de mannen onderdanig zijn in alles (Efeziërs 5:22). -gij vrouwen zijt uwe mannen onderdanig (Colossenzen 3:18). -een vrouw late zich leren in onderdanigheid, maar ik laat niet toe dat ze lere, maar zwijgt en stil is (I Timotheus 2, 11:12). Jezus leerde anders. Er kan van bovenstaande religieën, de vruchtbaarheids-, sex- en sexgoden-religieën, mannen religieën als Jodendom en Christendom alleen maar sprake zijn van mannen met mannen als heterosexuele mannen in ontucht met mannen. Vrouwen wa-ren buitengesloten, gestraft in kinderen te baren in pijnen en onderworpen, on-derdanig en dom te zijn. Islaam: Allaah schiep de djinn en de mensen ter Zijner aanbiding (H.Q. 51:56) ood de homosexueel. De mannen zijn als gezinsverantwoordelijken één graadje meer dan de vrouw (H.Q. 2:228). Islaam is geen mannengodsdienst van de ontucht bedrij-vende heterosexuele mannen met mannen. Dat is Sodom. De homosexueel is geboremn vanaf het moederslijf: homo, doof, blind, kreupel (H.Q. 24:61). Moeslims slaan hun vrouwen niet, tenzij zij een overtreding van de zeden maakt door overspel. Hij die het liefste is voor zijn vrouw, is de beste van de moeslims, aldus de Heilige Profeet Moehammad s.a.w.s. In Christelijke families komt veelvuldig het slaan van vrouwen, de echtgenote, voor en zelfs wel omge-keerd, dat de vrouw de man slaat. Direct na de apostel Paulus met zijn vrouwenhaat raakte het Christendom in verval.
Geloofsdogma's van de kerkvaders vervingen de apostelgeschriften. Pas in 687, na de verschijning en bekendmaking van de Heilige Qoer'aan en toen er nog weinig belangstelling was voor de vrouw, gaf paus Sergius I opdracht aandacht te besteden aan de verloren gegane geschriften. In 994-1049 begon abt Odilo met het verzamelen van de teruggevonden brokstukken. Pas in 1100 werd Maria in ere hers-teld (zie O.F.M. Sloots "Maria in documenten en monumenten"). De kerken hebben de eer van de vrouwen niet kunnen redden, ook niet met de instelling van de nonnenkloosters. Het Christendom is geen evangelische zending van Jezus, de Messias voor de Joden, maar van Paulus en de Griekse en Afrikaanse kerkvaders in Carthago (Tune-sia) en Constantinopel. Met de missie, zending en kolonialisme is de mensheid in zedelijk verval geraakt en gedegradeerd tot een wedstrijd in zedeloosheid en por-nografie, waarin de vrouw een sexueel lustobject is geworden. Onbeheerste zucht naar sexualiteit als enigste waarom Allaah de vrouw heeft geschapen? Vergelijk mensen met dieren (Genesis 1:21-29, H.Q. 2:30, 51:56, 2:223, 30:21, 57:20). De ondergang van de wereld is de schuld vam het oorlogszuchtige en onzedelijke Christendom. Zege-ningen en handel in wapens. EINDE DEEL 2. ╶────────────────────────────────────────────────────── Deel 3 zal in het teken staan van H.Q. 2:42 en 17:81. De leugens van de ulema's en maulana's, geleerde heren met titelatuur. Het zijn hun eigen leugens die de waarheid onthullen, veelal door hun eigen achtergronden: het Hindoeisme, Babylonische en Christendom (H.Q. 5:104, 7:25). Niets te verbergen, wel te onthullen: schaamteloze vooroordelen, misleiding en misbruik van de Heilige Qoer'aan, de grondslag van de Islaam (H.Q. 3:6), door moeslims.
HOMOSEXUEEL DEEL III
3 SLOT
De Holland Islam Missie Ahmadiyya-Lahore draagt deze driedelige serie op aan in het bijzonder mevr. Sajidah Abdus Sattar, die als moeder en grootmoeder het onderwerp "homosexualiteit" naar voren bracht voor de Nederlandse Moslim Omroep-stichting. Vele moeders met kinderen wacht de teleurstelling dat een van haar kin-deren, een dochter of een zoon, onder dezelfde omstandigheden grootgebracht, sexueel gevoelsmatig anders is gericht. Het zijn de veroordelingen van vele heterosexuelen, die hun eigen sexuele gevoelens tot goden hebben gemaakt (H.Q. 25:43, 91:9-10), die vele slachtofers maken. Het zijn ook de geestelijke leiders, die in hun eigengenoegzaamheid verblind zijn en geen onderscheid weten te maken in heterosexuele verdorvenheid en zich onver-draagzaam opstellen. Zij kennen maar één argumentatie: Sodom (= sexafgoderijen van heterosexuelen). Het zijn ook de vaders, die hun zoon of dochter uit huis zetten en in het ongewisse van verdorvenheid jagen, daar waar goede verbinte-nissen bij begrip tot stand hadden kunnen komen. Het zijn de moeders die begripsvol zijn en die wat voor homo en hetero geldt, in goede banen weten te leiden. Beheersing, rhythmisering en sublimering. Heilige Qoer'aan 95:4-5: "Voorzeker hebben Wij de mens in de beste vorm geschapen. Vervolgens doen Wij hem van het mormale afwijken".
Andere vertaling: 1. laagste der laagsten, 2. verdorvenheid, 3. vervallen "Behalve degenen die Allaah's wetten volgen".
Andere vertaling: 1. geloven en het goede doen "Want zij zullen een nimmer af te snijden beloning hebben" (H.Q. 95:6).
Alleen Allaah kan oordelen over de heterosexuelen en homosexuelen (H.Q. 95:7-8).
3.1 VOORAF. Het Arabische equivalent voor het woord "homosexueel" komt in de Heilige Qoer'aan niet voor. Er is alleen sprake van heterosexuele volken; Sodom, Tubba, `Aad, Madjan, Thamud etc. Volken die als heterosexuelen voor hun ontucht werden vernietigd. Ook bij hazrat Mirza Ghulam Ahmad in zijn "Leringen van de Islam" komt het niet voor. Het zijn altijd de verdorven en onbeheerste heterosexuelen die zich tegen de homosexuelen afzetten en die met de meest absurde argumenten komen, die als een tang op een varken slaan en een wezenlijke zelfveroordeling is van de hetero-sexuelen zelf. Hun vooroordeel en veroordeel kan alleen hun zelf treffen (Mattheus 7:6), maar helaas, zij geloven niet in de eerdere boeken van de profeten (H.Q. 2:177, 4:136) en dat Allaah de Bewaker is van Zijn religie (H.Q. 15:9). De verschijning van "Homosexueel, hij zal ook wel zo zijn" deel drie zal in het teken staan van dat de leugen de waarheid niet kan bedekken en ongedaan kan maken (H.Q. 2:42, 17:81). Het zijn de leugens, de vooroordelen en het oordelen die de leugens van de waarheid onderscheiden en onthullen. Veelal komen in hun vooroordeel hun eigen verdrongen achtergronden naar voren (H.Q. 5:104, 7:28). Met het zich afzetten zijn de eigen immorele achtergronden niet te verbergen. Te verbergen is er niets, te onthullen is er wel. 3.2 VOLKEN DISCRIMINEREN ZICHZELF. Joden worden alleen geboren uit het Joodse moederlijf. Een Jood getrouwd met een Christenvrouw krijgt geen Joodse kinderen. Het zijn kinderen van een "goy" (vreemdeling) van een ander ras. Donker- of lichtgekleurde rassen, het maakt niets uit. Allen zijn geboren van het moederslijf af. Witte en zwarte men-sen bestaan niet. De gekleurden of niet-gekleurde, de donkere of lichtgekleurde mensen maken zelf het onderscheid van wit en zwart. Deze mensen discrimineren zichzelf en ook anderen. Joden en Hindoeisten vallen terug op de eigen ras als zelfstandig of uit-verkoren volk van God of goden (H.Q. 5:18, 62:5-6). De Heilige Qoer'aan brengt naar voren dat alle volken slechts één volk zijn (H.Q. 2:213, 10:19). Joden, Hindoeisten, maar ook de Hindoestaanse moeslims hechten zich, zelfs ook in een vreemde vesti-ging, aan een zelfstandige en eigen gemeenschap, waarmee zij zich onderscheiden van andere rassen en volken in de landen van vestiging (afstandelijk gedrag gebaseerd op eigen ras als identiteit staat wezenlijk los van cultuur en kunst). In Amerika heeft elk volk en ras zijn eigen stadswijk. Ook in Zuid-Afrika is dit het geval. Ras en godsdienst vormen aparte gemeenschappen, ieder voor zich in een eigen ghetto. Hoewel de ghetto-vorming in het verleden veelal gedwongen was, geschiedde het toch meer uit eigen verkiezing. Integreren is meer "de ande-ren moeten ons maar accepteren hoe wij zijn met onze cultuurrijkdom" dan een integreren naar de normen van het land van vestiging. Joden vormden altijd een eigen religieuze gemeenschap. Moeslims en Hindoeisten vormen in hun grote religieuze tegenstellingen van de eenheid Gods en het Hindoeistische meergodendom, geen eenheid als religie, maar als ras in vele Hindoe-moeslim stichtingen. Afgezien van ghetto-vorming, welke in strijd is met de Islamitische inter-nationale en universele
broederschap van en in de Islaam, is de eigen gemeen-schapvorming naar rassen en volken een versplintering, een sekte. Ondanks ver-scheidenheid en onafhankelijkheid is er een verbondenheid onder de mensen. Een verbondenheid zonder kontakten, die zich uit onder alle volken als de geborenen vanaf het moederslijf; kreupelen, doven, stommen, homosexuelen, hermafrodieten, autisten, kleinverstanmdelijken etc. etc. Voor het anders-zijn is geen leer-school, netzomin er enige menselijke kracht is dan de kracht van Allaah. Aard-bevingen, overstromingen, vloedgolven, vulkanische uitbarstingen, droogte en verzanding etc., het zijn de tekenen van Allaah als waarschuwingen, openbaringen, genaden, maar het kunnen ook straffen zijn. Maar Allaah straft geen kind in de moederbuik voor de zonden van ouders of voorouders Een duidelijk voorbeeld is die van de blinde man, die door Jezus wordt genezen (Johannes 9:1-3). Het vanaf het moederslijf blind geboren zijn, alle vragen over zondigen en zonden van voorouders en ouders worden door Jezus afgedaan door te zeggen dat dat is geschied opdat de werken Gods in hem geopenbaard zouden worden. 3.3 HOMOSEXUALITEIT IS NIET AANGELEERD. Krante-artikel uit "De Telegraaf" van donderdag 28 aug 1997 ╶────────────────────────────────────────────────────── ──────────────────────╴
Homoseksuelen op safari Beekse Bergen belicht homogedrag dieren Van onze correspodent HILVARENBEEK, donderdag Homoseksuelen in ons land kunnen het weekeinde van 6 en 7 september op safari tijdens een speciale themadag bij Beekse Bergen. De educatieve dienst van het park in Hilva-renbeek organiseert rondleidingen die de homo-sexualiteit van de dieren nader belichten. Nu al bestaat er veel belangstelling voor deze dagen, aldus een woordvoerder van Beekse Bergen, dat als eerste park in Nederland der-gelijke themadagen houdt. Het initiatief is afkomstig van de Stichting Rainbow Fundays, die dit jaar alle eerste za-terdagen van mei tot oktober gezelligheidsweekenden organiseert. Bezoekers kunnen kennismaken met het homoge-drag van enkele mantelbavianen, waarbij regel-matig de schijnparing kan worden waargenomen. Bovendien zijn er diverse voorbeelden uit an-dere dierentuinen bekend. Zo heeft Blijdorp in Rotterdam een flamingo-homopaar. Bij het raadplegen van literatuur blijkt dat homoseksualiteit bij meer dan 300 soorten zoogdieren, vogels en reptielen voorkomt. De gidsen zullen daarover in de safaribus deskundige tekst en uitleg geven. Overigens is het park het eerste weekeinde van september ook voor heteroseksuelen geo-pend.
╶──────────────────────────────────────────────────────
Dieren hebben geen verstand zoals dat van mensen. Dieren kunnen geen zonden doen. Dieren leven naar hun ingeschapen natuur en behoeften. Dieren zijn af te richten zoals hon-den. Sommige wilde dieren zijn te temmen, andere niet. Sommige tamme dieren is niets te leren. Andere dieren doen op commando wat ze van nature kunnen doen voor een beloning. Kikkers, salamanders zijn niets te leren. Dolfijnen zijn vanuit hun intelligentie redders geweest van mensen, van verdrinking en haaien. Dieren zijn geslachten als wij (H.Q. 35: 27-28) en een teken van Allaah (HQ. 42:29,45:4).
Voor het vanaf het moederslijf geboren zijn bestaat geen leerschool. In het dierenpark Beekse Bergen komen apen als mantelbavianen voor, die homosexueel zijn. De betweters zeggen dat vingerdieren uit verveling door zelfontdekking tot masturbatie en homosexualiteit komen. Diezelfde betweters staan versteld als ze zien hoe in Blijdorp bij Rotterdam en in de Avifauna te Alphen homosexuele fla-mingo's voorkomen. Ook in de natuur komen homosexuale dieren voor. Er is zelfs een boek bekend bij dierenparken waarin 300 soorten vogels en reptielen zijn geregistreerd, waaronder homosexualiteit voorkomt. Om homosexueel te worden is geen leerschool nodig, niet voor mensen en niet voor dieren. De onzinnige bewijzen dat homosexualiteit kan worden aangeleerd ko-men o.a. van de Qadianies en een stel bevooroordeelde artsen, zoals prof. dr. August Foreldie zijn uitspraken doet na zijn studie van homosexuelen bij krank-zinnigen. Forel is overigens al buiten beschouwing. Krankzinnigen zijn wel de slechtste objecten voor onderzoek. Zowel in de Heilige Qoer'aan als in de Hadieth treffen de krankzinnigen geen enkele blaam voor hun gedragingen en zijn vrij van het ondergaan van straffen. Het behoeft de lezers geen probleem te zijn dat hier de Qadianies zijn genoemd. Dit zijn de Ahmadiyya-Qadianies, die onder aanvoering van de van zijn vader afgevallen zoon geheel in strijd zijn met de opvattingen van de stichter van de Ahmadiyya, hazrat Mirza Ghulam Ahmad. Het bedrijven van speelse ontucht onder de jongeren heeft niet geleid tot homosexualiteit. Schandknapen of hoerenjongens zijn geen homosexuelen. Dit soort schandknapen worden overal ter wereld aangetroffen, zowel in het Westen als in het Oosten, Azië en Afrika. Het is zelfs een klacht van vele toeristen lastig te worden gevallen. Anderzijds zijn het gedegenereerde leiden die die juist als toe-rist die landen bezoeken (sextoerisme), gebruik makende van de daar heersende ar-moede. Geld stinkt niet. Deze ontuchtige viezerikken maken gebruik van zowel kleine meisjes als jongetjes. Zij zijn geen homosexuelen en zelfs geen pedofie-len. Het zijn gewetenloze schurken met dikwijls nog een sado-masochistische inslag. 3.4 HOMOSEXUALITEIT EN DE GALIEFA'S. Dat er ulema's of schriftgeleerden zijn die niet lezen of het gelezene niet kunnen begrijpen, is reeds lang bekend. Hun eigen taal en schooltaal is zeer ge-brekkig. Ik ken er vele die bijv. zeer slecht Nederlands spreken en begrijpen, geen behoorlijke brief kunnen schrijven en nog nooit een boek over de Islaam hebben geschreven. En wat zij wel hebben geschreven in brochurevorm is puur pla-giaat van het in Nederlands vertaalde geschriften van anderen. Hun Arabisch is uit het hoofd geleerd zonder te weten wat zij opdreunen en dronken zijn van hun eigen betweterigheid en hoogmoed. Het eigen sexuele gevoelsleven is geen maatstaf van en voor beoordelingen. Het "God heeft de
mens geschapen ter vermenigvuldiging", alsof Allaah een onge-breideld sexleven voor de mens heeft gewild, komt zelfs in de Thora niet voor. Het is gezegd van planten en dieren als voorziening voor de schepping van de mens. In de Thora wordt wel gezegd dat het niet goed was voor aadam om alleen te zijn (Genesis 1:20:22). Verder staat er dat God de mens naar Zijn evenbeeld en gelijkenis heeft geschapen, als man en vrouw schiep Hij ze. "En God zegende ze en God zei: weest vruchtbaar en vermenigvuldigt en heb heerschappij over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt" (Genesis 1:26-28).
Pas in Genesis 2:6-7 werd de mens geschapen als een levendige ziel slechts van aadam en pas later wordt de vrouw geformeerd. Het was niet goed voor aadam alleen te zijn. Zo werd Aadam een hulp gegeven uit hem zelf, uit zijn zijde, uit een rib van hem (Genesis 2:18-23, zie ook H.Q. 32:7-8, 49:13, 76:2, 86:5-7). De uitleg van de Rabbijnse commentatoren in bijv. de Joodse Soncino Bijbel-boeken 1478-1979, komt dichter tot wat de Heilige Qoer'aan naar voren brengt: "O mensen, Wij hebben u uit een man en een vrouw geschapen" (H.Q. 49:13) als plaatsvervangers te regeren on Allaah's koninkrijk op aarde (H.Q. 2:30, 6:166, 24:55). Zo heeft Allaah de djinn en de mens geschapen ter Zijner aanbidding (H.Q. 51:56) en de vrouw voor de man geschapen als zijn gemoedsrust (H.Q. 30:21) en tot een bouwland (H.Q. 2:223) naar voorbeeld van de akkerbouwer, die zijn bouwland niet uitput en onvruchtbaar maakt. Zelfs wordt er gezegd om geen spel en wedstrijd te houden in het verkrij-gen van kinderen (H.Q. 57:20) en ook kinderen niet te doden (H.Q. 17:31). Integendeel, de vrouw is de zoogtijd van twee jaren voorgeschreven, gelijk aan het braakliggen van het land (H.Q. 2:233, 31:14). Nergens wordt in de Heilige Qoer'aan de man als een beest op zijn vrouw losgelaten. Ook brengt de Heilige Qoer'aan naar voren dat de mensen zich ter onderscheiding van de dieren moeten sublimeren (H.Q. 79:40, 25:43, 31:13, 91:9-10, 95:4-5). De mens moet van zijn onbeheerste driften, zijn "nafs-ul-ammara" (H.Q. 12:53) tot beheersing van zijn driften komen (H.Q. 91:7-10). Dit onderwerp is zeer duidelijk beschreven in de vijf "Leerstel-lingen van de Islam" door hazrat Mirza Ghulam Ahmad. Het is duidelijk dat hij die zijn zinnelijke onbeheerste lusten tot goden maakt (H.Q. 25:43), ook niet in staat is een oordeel te geven over homosexualiteit en ook geen begrip heeft voor de openbaringen en de werken Gods. Het maakt niet uit of deze werken Gods natuurrampen zijn als aarbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen of andersgeborenen als doven, blinden, kreupele of sexueel anders gevoelend zijn. De onvruchtbaar geborenen zijn ongeschikt voor het huwelijk (Mattheus 19:10-12, zie ook Buchari, de natuurwet is, dat er uit komt wat ingeschapen is, daarin is geen verandering H.Q. 33:62, d.i. toemeting, bestemming, doel, opdracht). De Goddelijke rechtvaardigheid is, dat de heterosexueel en de homosexueel rechtvaardig zullen worden behandeld en geoordeeld. Het huwelijk met afgodendienaren, hetzij man of vrouw, is verboden en stemt overeen met die personen, die hun zinnelijke lusten tot goden maken. Prostitutie is heterosexuele ontucht en overspel (Buchari 34:113. 37:20, 68:50, Abu Dawud 22:37). De lustbeleving tot afgoden maken is sjirk en het spreekt vanzelf dat de wetten en de straffen voor de heterosexuelen zijn gegeven en gelden. Tijdelijke huwelijken staan gelijk met ontucht. Huwelijk is "ihsaan", tijdelijke huwelijk is
"fahsjaa". Huwelijksbeletselen voor de heterosexuelen worden in H.Q. 4:22-24 naar voren gebracht. Over de onvruchtbaren en huwelijksongeschikten wordt in de Heilige Qoer'aan weinig naar voren gebracht, omreden dat heterosexuele wetten en voorschriften niet voor deze groepen van mensen gelden. Er is een verscheidenheid in deze groe-pen: onvruchtbaren, krankzinnigen, mongoloïden, open-ruggen, maar ook kreupelen, hermafrodieten en homosexuelen naar gelang hun mogelijkheden. Het is duidelijk dat niet alle kreupelen ongeschikt zijn voor een normaal huwelijk. Zo ook voor de kleinverstandelijken, die zelf aan hun eigen gevoelens kunnen bepalen zonder dat hun natuur geweld wordt aangedaan, of dat er risico's aan verbonden zijn, of dat het tot verkapte ontucht wordt. Onder de eerste vier galiefa's, die als de rechtgeleiden bekend staan, was er een samenwerking tussen de galiefa's en de gelovigen en werden vele moeilijke vraagstukken en problemen tot een oplossing gebracht, waardoor veel leed van kwetsbare groepen werden weggenomen. Tijdens de latere galiefa's, zoals onder Harun ar-Rasjid, werden veel verborgen zaken naar buiten gebracht en geregeld. Als gevolg daarvan werd het Ghilman-instituut opgericht en werden regelingen getroffen die het leven van velen verdragelijker maakten. Het Ghilman-instituut regelde verbintenissen van homosexuelen en castraten met soortgelijke wetten als bij de huwelijkswetten, zoals echtscheiding, ontucht en overspel. Harun ar-Rasjid was een van de rechtvaardigsten door de gelovigen met rijkdom en schatten te overladen. Het Ghilman-instituut was heel nuttig. Het maakte zelfs een einde aan schandknaperijen, heterosexuele ontucht, overspel bisexualiteit. Als na Harun ar-Rasjid een nieuwe galiefa moet worden gekozen, kiezen de gelovigen voor de homosexuele Al-Amin (193 AH, 809 nC). Zowel onder de Baybars als onder de Mamelukken waren er homosexuele galiefa's en sultaans. Sommige van deze staatshoofden werden op handen gedragen. het was de Christelijke inquisitaire beïnvloeding, die door de moeslims werd overgenomen en waardoor er onder de Ash`arieten de "micha" onstond, die zelfs nog wreder was dan de Christe-lijke inquisitie. Tenslotte werd het ook nog een theologische strijd tussen de Hanbalieten, de Mu'tazilieten en de Ash`arieten, die meer dan honderd jaren zou duren. Homosexualiteit stond daarbuiten. 3.5 DE MENS MOET ZICH SUBLIMEREN. Het is duidelijk dat een homosexueel in zijn verbintenis zich ook wel schuldig kan maken aan dat, waaraan heterosexuelen zich schuldig maken: de trouw-breuk. Zo is het ook duidelijk dat een homosexueel die zijn zinnelijke lusten beheerst en niet tot goden maakt ook het paradijs kan verwachten (H.Q. 95:4-8). Het Godsoordeel gaat boven elk menselijk begrip en oordeel uit. Een homosexueel in goede verbintenis kan een zedelijker leven leiden dan vele heterosexuelen, die van hun lusten goden maken. Bij Allaah gaat het er niet om wat men is, maar om wat men doet en met het geloof in hem, waartoe men is geschapen ter Zijner aanbidding (H.Q. 51:56). In de Heilige Qoer'aan wordt duidelijk naar voren gebracht, dat de mensen zich moeten sublimeren (= zichzelf naar een hoger geestelijk niveau verheffen). En hoewel de man en vrouw tesamen zijn gebracht voor een nageslacht, mag de ver-menigvuldiging geen spel worden in kinderverwekking (H.Q. 6:32, 6:70, 7:51, 57:20). Een wedijver in het verkrijgen van kinderen keurt de
Heilige Openbaring af evenals het doden van kinderen gedrag, pil, abortus, euthanasie, drie-dubbele moord).
(H.Q. 6:152, mensen met een onbeheerst sexueel
Allaah schiep de mens als Zijn vertegenwoordiger op aarde (H.Q. 2:30) met Aadam om tot regeerders van de aarde te maken (H.Q. 6:166, 24:55). Daartoe moet de mens zich sublimeren, ongeacht wat hij is, homosexueel, heterosexueel of wat an-ders. Zelfs kreupelen kunnen goede regeerders zijn. Er rust op de kreupelen, lam-mem etc. geen blaam (H.Q. 24:61) zoals bij de Joden het geval is door de zonden van ouders en voorouders. De mensen moeten zich, ongeacht wat ze zijn of hoe zij zijn geboren ter aanbidding van Allaah, sublimeren. Hoe te sublimeren wordt onover-treffelijk uiteengezet op basis van de Heilige Qoer'aan in "De leringen van de Islam"; de oplossing van de vijf fundamentele leerstellingen en religieuze pro-blemen uit oogpunt waarvoor de Heilige Qoer'aan als leiding is gegeven als de grondslag vam de Islaam. Het eerste stadium is dat de mens zijn dierlijkheid, en soms nog lager dan dat, moet overwinnen (H.Q. 91:7-10). Het spreekt vanzelf dat hij of zij, die verblind is door zijn zinnelijke lusten en deze tot goden maakt, niet hezelfde is als iemand die wel probeert zich te sublimeren. (H.Q. 95:4-5). Allaah sluit niemand uit van het doen van goede daden; geen hetero, geen homo, zelfs niet de lamme, de blinde en de doven. Voor wie in het geheel tot niets in staat is, on-machtig is in alles, bestaat nog de aanbidding (H.Q. 51;56). Niemand is buiten gesloten, tenzij hij of zij zichzelf heeft buitengesloten (H.Q. 4:142-143, 7:178); dwaling als gevolg van een eigen willen, het eigen ongeloof. Er is geen dwang in wel of niet te willen geloven (H.Q. 2:256). Als Allaah het wil, zullen alle mensen geloven (H.Q. 10:99-100). 3.6 ONZEDELIJKHEID IS OVERAL TER WERELD. De heterosexueel die zijn eigen zinnelijke lusten niet de baas is, niet beheerst, zal zich altijd afzetten tegen een homosexueel met zijn zwakste argu-ment welke als zodanig in het geheel niet voorkomt in de Heilige Qoer'aan. Zeer beslist zijn dit ook de lieden van het lippengebed (H.Q. 107:4-5). Hun gemoraliseer is een misleiding van zichzelf en van anderen. Elke predikant, legeraalmoezenier, pastorale verzorger of reclasseringsambtenaar weet dat hoe meer iemand zich afzet tegen de homosexueel, hoe meer hij zelf wordtelt met verdrongen complexen of zelf homosexueel is. In het leger, gevangenissen, kloosters, komen noodsituaties voor waarbij heterosexuelen zich schuldig maken aan homosexuele handelingen (dit is waaraan heterosexuelen in afgoderijen zich schuldig maakten, Sodom em Gomorra, `Aad, Madjan, Thamud, Babylonië, Hellas etc.). Dit is geen homosexualiteit, maar pure ontucht. In gevan-genissen in Amerika, Frankrijk komen deze nood-homosexuele handelingen voor en zijn een eigen leven gaan leiden. Toch heeft dit niets te maken met de homosexu-eel, geboren van het moederslijf af. Natuurlijk zijn er onder deze echte homosexuelen ook bij, die hun zinelusten trachten te beheersen en zijn erbij, die hun zinnelijke lusten de vrije loop laten. DE SPROOKJES VAN DUIZEND EN ÉÉN NACHT. Sprookje I: het verworden Westen, waar alles kan en mag en het kuise Oosten, waar zedeloosheid niet bestaat.
1. In alle Oosterse landen, ook moeslimlanden, worden de toeristen lastig gevallen door zowel schandknapen, als door mannen als vrouwen, die onder het mom van een massage hun diensten opdringen. 2. In landen als Uzbekistan, Baluchstan is de naakte zang- en dansjongen populair. ook in Atjeh (noord Sumatra) waren jongens in de mannenwerled zeer populair. De jongens, die bekend staan in Uzbekistan als de "bacbozlik", zijn tot in India aan te teffen. Ook de travestie of "ludruch" in Indonesia evenals de "kaboeki" in Japan. 3. In Suriname is de "londa ke naatj" zoals in India de zingende en dansende "Sakhi" en "Hizra's" in het Hindoeisme. In het Hindoeisme zijn deze zang- en dansjongens gecastreerd, zoals in de vorige eeuw de jongenskoren van de Six- tijnse Kapel en de Weense zangknapen. Babylonische invloeden werkten door in het Jodendom, Hindoeisme en Christendom en had weer invloeden op de Aziatische Islaam. Met de komst van de invloeden op de Islaam, kwamen ook allerlei drogreden mee uit het Jodendom en Hindoeisme: varkensvlees zou de oorzaak zijn van homosexualiteit. 3.7 HOMOSEXUALITEIT EN VARKENSVLEES. Het is elke boer die varkens erop na houdt bekend, dat het varken zich,net als olifanten en neushorens, in een modderpoel wentelt, zich dan laat drogen in de zon en vervolgens de huid spant, zodat eventuele teken of luizeneieren met de gedroogde aarde van de huid afvallen. Zo is het ook gesteld met de buffels in India en de karbauwen in Indonesia. Maar door de Joodse invloeden zet men zich af tegen het varken. Het roept de vraag op: waarom hielden de Joden varkens? Vuilopruimers? Waren ze tam of wild? Bekend is het Bijbelse verhaal van de verloren zoon (Lucas 15:11-32). De zoon at met de varkens de drab uit de trog. Elke boer heeft zijn varkens, ook in het verleden, afgezonderd en omheind, omdat het anders het gehle grasland omwoelt op zoek naar wortels en truffels. Geen enkele boer laat zijn varkens los tussen de koeien. Het varken is zeer kri-tisch en beslist geen alleseter, laat staan de mest van koeien. Het is niet zo dat wat andere dieren laten vallen, door de varkens wordt opgegeten, zoals dr. A. Sakr beweert in het blad Qiblah, de uitgave van de Federatie van Moslims, onder redaktie van Abdulwahid van Bommel (Qiblah jg2, nr.2, blz 29-31). Het is toegegeven, het varken kent geen rangorde. Het kan de beer niets schelen als de zeug gedekt wordt door andere beren of andersom. Bij dieren be-staat er geen rangorde. Er is geen getrouw aan de eigen mannetje- of vrouwtje-verhouding. De vraag kan worden gesteld: waardoor onstaat huwelijksontrouw, onge-acht in het Westen of in het Oosten, of in moeslimlanden waar geen varkensvlees wordt gegeten? De homosexualiteit bestaat meer nog in de oosterse landen. In Israel bestaat de homosexualiteit en daar wordt geen varkensvlees gegeten. Alle Chinezen zouden volgens deze vrome bedriegers homosexueel, huwelijksontrouw en echtbrekers moeten zijn. In China eet men het meeste varkens vlees. Ook in het Westen wordt zeer veel varkensvlees gegeten. Volgens de betweters als dr. Sakr en zijn aangehaalde bronnen
als de geestelijke Vories, prof. M. Harris, zouden alle westerlingen homosexueel moeten zijn. De Hindoeistische en vegetarische gedachtengang is, dat het eten van vlees de mensen tot moordenaars maakt. Het militairisme denkt dat vegetariërs laf zijn. Het is een afzetten tegen elkaar, terwijl het tegendelen niet kunnen worden bewezen. Artikel uit "Qiblah" jaarg.2, nr.2, 1978 ╶────────────────────────────────────────────────────── Gedragsbewijzen
Het oude spreekwoord dat zegt "zeg me wat je eet een ik zeg je wat je bent", is nog steeds tot op bepaalde hoogte waar. Er is een groot aantal experi-menten op moleculaire basis uitgevoerd op kinderen om de effecten van voe-ding op hun persoonlijkheid, karakter en gedrag te bestuderen. Onthouding van een vitamine, een ami-nozuur of een amine heeft het gedrag van kinderen beïnvloed. Het is bevonden dat borstvoeding bete-re menselijke eigenschappen voort-brengt dan flesvoeding. Het is bewezen dat eten van vlees van kalveren die met het diethylstilbesterolhormoon (DES) ingespoten zijn, het karakter van mensen heeft beïnvloed, d.w.z. het heeft homosexualiteit doen toenemen. Andere experimenten werden uitgevoerd bij schoolgaande kinderen om de effec-ten van verkeerde voeding op hun in-tellectuele prestaties en zintuige-lijke waarnemingen te bestuderen. Het mechanisme werd direct of indirect be-invloed en het resultaat was verlies aan leertijd, storingen in het leer-proces gedurende kritieke perioden van ontwikkeling, veranderingen in motiva-tie en veranderingen in de persoon-lijkheid. Uit de voorafgaande bevindingen kunnen we concluderen dat de voedselsoort die gegeten wordt, het karakter en gedrag van het individu beïnvloedt. Het effect kan voortkomen uit het eten van speciale voeding, zware voeding of een bepaald bestand-deel in de voeding. Als we naar het diëet van sommige mensen kijken, zien we dat er vegeta-riërs zijn en vleeseters. Onder de laatste groep zijn mensen die herbivo-re dieren eten maar ook mensen die zowel herbivore als carnivore dieren eten. Het vreemde is echter dat de laatsten van de carnivore dieren al-leen varkens eten en geen katten, rat-ten, honden, muizen enz. Dr. El-Fanga-ry heeft gerapporteerd dat veel mensen die vlees van carnivore dieren eten, verdorven neigingen en gebrek aan men-selijk gedrag ten opzichte van andere mensen vertonen, snel klaar staan an-dere mensen zonder reden te doden en van sommige is het zelfs bekend dat zij mensenvlees gegeten hebben.* "Varkensvlees is voedzaam, daarom moe-ten we doorgaan het te eten als bron van dierlijke proteïne." Dr. O.S. Parret zegt in zijn boek "Ziekten van voederdieren", "varkens-vlees is ook moeilijker verteerbaar dan de meeste andere vleessoorten." Dit betekent dat de biologische waarde laag is. Een andere vraag is waarom we dan ook geen honden, katten, ratten en soortgenoten eten. "Varkensvlees was in Arabië verboden met hygiënische redenen. Tegenwoordig groeien varkens op onder gezondere om-standigheden." Het is een feit dat het varken een bij uitstek smerig en vuil dier is; het staat erop naar vuilstortplaatsen te gaan om zichzelf te voeden; het loopt achter het vee en andere dieren om op te eten wat zij laten vallen en het om te zetten in varkensvlees voor de openbare verkoop. Eerwaarde Varies zegt in zijn boekje "Het Zwijn", "Zie de bruut als hij zich in de modder entelt. Zie hem op het hoogtepunt van zijn glorie, bo-venop de mesthoop met zijn kop begra-ven in de drek terwijl hij van die verheven plaats uitdrukking geeft aan zijn plezier en tevredenheid met zijn ritmisch geknor." Een antropoloog Dr. Marvin Harris, schrijft in "De menselijke strategie": ".... het bedekt de huid met eigen u-rine en uitwerpselen." "Varkensvlees was in Arabië verboden omdat het een heet woestijngebied is. De mensen kunnen er last en diarree van krijgen, maar mensen buiten Arabië kunnen het rustig eten." Het is een feit dat varkensvlees door-trokken is van het hoogste percentage vet en er is geen manier om het vet van het vlees te scheiden. Een hoog vetgehalte in voedsel kan diarree in hete gebieden veroorzaken, maar spruw in andere gebieden. het kan zwaarlij-vigheid en een hoog percentage van driewaardige vetten in het plasma ver-oorzaken en kan leiden tot hartvaat-ziekten. Professor M. Harris van de universi-teit van Colombia, trachtte een antro-pologisch antwoord te geven op het raadsel van het varken, warom God de Joden en de Moslims verboden had var-kensvlees te eten. Hij zei:"Varkens smaakten goed, maar ze eten je de oren van je hoofd en als je ze de kans geeft maken ze ook al je water op. Nou, dat is mijn antwoord op het raad-sel waarom God de Joden en Moslims ge-bood geen varkensvlees te eten. Heeft iemand een beter
╶──────────────────────────────────────────────────── ────────────────────────╴ Wat bewezen is, is dat de met groeihormonen ingespoten kalfsvlees invloed heeft op de groei van kinderen, die zich daardoor niet langs de natuurlijke weg ontwikkelen. idee?"
1. Het meest belachelijke is dat het homosexualiteit heeft bevorderd. Waar blijven nu de geleerde professoren, artsen, de Joodse en Christelijke wetenschappers om van de vele ulema's met hun koranschooltjes helemaal maar niet te spreken. 2. Homosexualiteit is een gevolg van masturbatie, zelfbevlekking. 3. Homosexualiteit is een gevolg van aangeleerd zijn door eigen wil. 4. Homosexualiteit is een gevolg van degeneratie. 5. Homosexualiteit is een gevolg van het eten van varkensvlees.
6. En zo kan men maar doorgaan; omdat hij een moederbinding heeft, omdat hij geen broertjes of zusjes heeft etc. En hoe zit het met de verloren zoon die met de varkens uit de trog van de varkens at van de Joodse varkenshouder en met lief- de door zijn vader terug ontvangen werd. Was hij door de varkens honosexueel geworden? 7. Prof. M.Harris, de geestelijke Vories, dr. O.S.Parret, allen hebben hun eigen ook
verhaal en zo
8. prof.dr. August Forel die homosexualiteit bij krankzinnigen onderzocht. (ad 2,3,4,6,7 uit de veelheid van ervaringen moeten deze vrome bedriegers zelf wel homosexueel zijn).
Om gegronde redenen is het eten van varkensvlees niet gezond; overgewicht, hart- en vaatziekten, trombose. En natuurlijk kan in deze zelfde Qiblah jg.2 nr.2 1978 ook de kaas en de roomboter niet onbesproken blijven ("Kaas voor moslims" door Usman Rösner Manz).In zijn artikel tracht hij naar voren te brengen, dat buitenland-se kaasfabrieken, en dus ook boeren die kaas bereiden, voor de bereiding van kaas, en dus ook voor de bereiding van roomboter, gebruik maken van varkensstrem-sel. Varkensstremsel zou o.a. voorkomen in de Franse kaas welke van geitenmelk is gemaakt. In Nederland wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de lebmaag-enzymen van nuchtere kalfjes (er zijn zelfs kunstmatige chemische stremsels). Voor geitenkaas wordt overigens gebruik gemaakt van stremsel gemaakt uit zeewieren. Het bereiden van geitenkaas was bij de Joden en Arabieren bekend en wordt heden nog steeds toegepast in bijv. Marokko, waar de Franse kaasmakerij haar kennis aan heeft ont-leend. Tenslotte worden nergens ter wereld varkensenzymen gebruikt, die totaal ongeschikt zijn voor het maken van kaas. Voor margarine werd als dierlijke be-standdeel wel vistraan gebruikt en voor halvarinen gelantine gemaakt van visbeen en ook wel zeewieren. Moslims die geen vertrouwen hebben in de aangeboden kaas, kunnen altijd bij Joodse zaken tercht, zelfs wel voor vleeswaren. ╶────────────────────────────────────────────────────── Artikel uit "Sinar Islam" no.1 1980, van de Ahamdiyya-Qadiani: "Babi dan penyakit manusia" (Varkens en ziekten van de mensheid), door dr. S.F. Ahmad en dr. H.Achmad Dahlan: 1. mensen eten (kannibalisme) een gevolg van het eten van varkensvlees. 2. homosexualiteit een andere gruwel als gevolg van varkensvlees. En dan volgt er een hele uiteenzetting van alle mogelijke ziekten en bacte-riën, zoals salmonella, die teruggebracht worden op het varken. Dat kippeneieren ook salmonella en dat eende-eieren ook typhus kunnen overbrengen, daaraan gaat men voorbij. Joden, Zevendaagse Adventisten en Mormonen worden naar voren ge-bracht als bewijs dat het eten van varkensvlees het leven van mensen verwoest. Dat dieren, en vooral het eten van dieren, ziekten kunnen overbrengen of op zijn zachts gezegd ongezond is. dat is reeds lang onderzocht en bekend. De bewijzen zijn daarvan voorhanden. Immoraliteit is sex. De Grieken, Spartanen aten geregeld "black broth" (bloedworst), varkensvlees gekookt in varkensbloed met zout. Volgens Herodotus kwam als gevolg van het eten van varkensvlees homosexualiteit veel voor bij de Grieken als immoreel sex-leven (Herodotus
484-424, Griekse geschiedschrijver van Perzische oorlogen).
Natuurlijk worden de Westerse wereld en SovjetRusland door de consump-tie van "babi dan sepek" als een varkensziekte naar voren gebracht Homosexuali-teit, selorosis als gevolg van het eten van geiten en varkenskoppen en verder nog 50 soorten verkensziekten, kanibalisme, salmonella etc. etc. Je zou bijna hele-maal niet meer eten. Hazrat Mirza Ghulam Ahmad brengt in zijn boek het woord "ginzir" (varken) naar voren. Het woord "ginzir" verklaart hij als bestaande uit twee woorden, "ginz" (vies, vuil) en "ar" (zien) en dus betekent het "ik zie vies" of "ik zie vuil". Deze betekenis slaat duidelijk op het gedrag van het varken, die geen rangorde heeft zoals bij andere dieren, een dierlijke natuurwet. Hazrat Mirza brengt het varken naar voren als een symbool van algemene immoraliteit, zoals de satan staat voor de personificatie van alle kwaad. Hij legt geen verband tussen het varken en homosexualiteit, evenmin dat het verbod op het eten van varkens-vlees in verband wordt gebracht met homosexualiteit. De Heilige Qoer'aan generaliseert niet en legt zich niet vast op één enkel gruwelijke zonde. Ook hazrat Mirza Ghulam Ahamd doet dit niet. Nu kunnen in de Islaam dieren die geworgd of doodgeslagen zijn wel worden beschoud als te zijn gestorven door een natuurlijke dood, maar zij mogen evenals het varken niet die-nen als voedsel voor de mensen (H.Q. 5:3). Ook het vers H.Q. 5:90-91 noemt, zonder het varken te noemen, alle andere genoemde dingen een onreinheid en het werk van de duivel. Het varken is een schepping van Allaah, genoemd bij zijn naam ginzir. Alle andere genoemde verboden dingen zijn misbruiken van de vrije mogelijkheden, die de mens zijn gegeven te kunnen doen. 3.8 EEN GESPREK MET DJOYOSUGITO . In een gesprek met de president van de Anjuman Ahmadiyya-Lahore, prof. dr. Ahmad Muhammad Djoyosugito, die in Nederland was voor het behandelen van klier-kanker in de hals in het Antonius Leeuwenhoek Kankerhospitaal in 1984, kwam bij die gelegenheid (waar ook zijn echtgenote en dochter, die ook bij ons logeerde, bij waren) ook het onderwerp homosexualiteit ter sprake. "Homosexualiteit kan niet aan de varkens worden toegeschreven. Onze "bantjies" zijn zeker niet allemaal homosexueel maar schandknapen, zoals die overal op de wereld in grote steden zijn aan te treffen. Onder ons Indonesiërs komt homosexua-liteit voor, zelfs in goede moeslimgezinnen. Hermafrodieten komen voor en ge-slachtsveranderingen. Wij weten nog lang niet alles van deze problemen. Indien het van het eten van varkensvlees zou komen, wij eten geen varkensvlees, dan zou het bij ons wemelen van homosexuele Chinezen, die elke dag varkensvlees of varkensprodukten eten. Wij Indonesiërs moeten als moeslims zeer voorzichtig zijn in onze oordelen. Als Indonesiërs hebben wij over het algemeen veel kinderen. Alleen het gezin van mijn vader, Almarhoem, vormde een eigen djamaat op vrijdag. Allaah zij gedankt dat homosexualiteit in onze gezin niet voorkwam. Grote gezinnen heb-ben altijd een kans, maar de frequentie is zo klein, dat het geen zorg is. En als het zich voordoet, dan zijn wij begripsvol. Het aantal wat zich bij ons of elders voordoet, is zo klein. Het is te verwaarlozen, maar het houdt ons wel bezig. Homosexualiteit is altijd een beladen woord geweest. Als wij Indoenesiërs hand in hand liepen of elkaar omhelsden, dan dachten de Nederlanders dat wij homo-sexuele verhoudingen hadden.
Zelfs de Islaam werd niet buiten schot gehouden. Hoe was het met u in de omgang met ons Indonesiërs?" "De omgang met Indonesiërs (inlanders genoemd) was voldoende om verdacht te zijn, vooral als moeslim. Zelfs is mij gevraagd of wij goden in de moskee hadden. Sex-goden wel te verstaan." "Wat antwoordde u daarop?" "Wij hebben geen afgoden en goden of beelden in de moskee. Dan moet je in de ker-ken zijn. De Roomskatholieken reageerden dat hun beelden geen goden of afgoden waren, waarop de Protestanten bijvielen: dat hebben jullie wel. En als ze elkaar in de haren vlogen, dan ging ik heen als lachende derde." "U hield vol?" "Natuurlijk, en met de grote razzia's werden zowel Europeanen en Indonesische bedienden opgepakt. De meesten waren vals beschuldigd en kwamen weer spoedig op vrije voeten. Na het oppakken van een vertegenwoordiger van de minister-prsident Hendrik Colijn werd het gehele onderzoek door de ministers gestopt en een storm en een glas water genoemd". 3.9 DE HEILIGE QOER'AAN IS EEN LEIDING. Het moet voor elke verstandige moeslim duidelijk zijn, dat elke mens of moeslim, gelovige of ongelovige, verantwoordlijk is voor de eigen daden (H.Q. 17:13) en niet dat de zonden van de ouders in de kinderen worden gestraft, volgens de Joden. Een andere onzin is dat volgens dr. Sakr de inspuiting van kalveren met hormonen de homosexualiteit in grote mate heeft doen toenemen; dierenvlees beïn-vloedt de mensen tot moordenaars, vegetarisme veroorzaakt lafheid en slavernij, en zo kan men wel doorgaan. Elk mens zal met vrees en angst moeten zijn voor het baren van kindeen. Een lafbek, een moordenaar, een homosexueel of een hermafro-diet kan in de buik van de zwangere vrouw zijn. Een straf tengevolge van zonde, natuurrampen en ziekten. Bijgeloof en ongeloof is geen leidsman. Allaah zij alle lof als Beste Weter en als de Maaliku-jaum-id-dien en Beste Oordeler, zelfs over de profeten. De Maliku-jaum-id-dien is de Meester van het dag des oordeels.Zelfs Jezus zal uit de doden worden opgewekt en hij zal verant-woording moeten afleggen (H.Q. 5:75, 5:117, 3:143) en hij zal worden geoordeeld en hij zal clementie vragen voor wijsgemaakt geloof een zoon van God te zijn (H.Q. 5:117-120). Jezus was de verlosser, de Messias, voor het volk Israel, die de boodschap van de komende profeet moest uitdragen, die voorzegd was door Mozes (Deuteronmium 18:18) en waarvan Jezus zegt tegen de Joden: gezegend is hij die komt in de naam van de Heer (Mattheus 23:37-39). Wat van de vervulling van de voorzegging van Mozes en van de aankondiging en boodschap van Jezus verwacht mogen worden, daar zijn de handelingen dan Jezus een voorbeeld van en zo ook van meerdere voorgaande pro-feten. De profeet zou gekend worden aan het woord "vrede" dat hij zou spreken (Jeremia 28:8-9). Jezus zelf brnegt naar voren dat de gehele wet en de profeten vervuld zullen worden en dat geen "jota" (kleinste letterteken) en "tittel" (puntleesteken) voorbij zal
gaan. Alles zal worden vervuld (Mattheus 5:17-19). De handelingen van Jezus voltrekken zich in wonderen en vergeving in de naam van Allaah. Zo openbaart Allaah zich in de genezing van een blinde door Jezus (Johannes 9:1-6) en in het vergeven van de overspelige vrouw (Johannes 8:1-10). Alleen zij die vrij zijn van zonden gooien de eerste steen. Het oordeel is alleen aan Allaah als de Meester van de dag van vergelding. Dit blijkt ook uit de af-scheidsrede van de Heilige Profeet. De dag waarop de satan wanhoopte. De siraat-ul-mustaqiem is duidelijk aangewezen (H.Q. 3:6) om "kinderen van het licht" te kunnen worden, zoals Jezus naar voren heeft gebracht. Het is beter kreupel door het leven te gaan, dan zich met twee voeten in de verdorvenheid te storten (Mattheus 9:43-45). Rabbijnse schriftgeleerden en priesterinstellingen zijn een nieuwigheid (H.Q. 57:27), die zich als goden gedragen (H.Q. 9:31-34) en die gelijk de Joodse schriftgeleerden op de troon van Allaah zijn gaan zitten oordelen (Mattheus 23:1-39) tot de Heilige Profeet, de gezegende van Allaah zou komen. Jezus zegt van deze priesters en schriftgeleerden: zondige leken zijn voorzichtiger dan de schriftgeleerden, die zich de kinderen van het licht wanen (Lucas 16:8). Die op de troon van Allaah zijn gaan zitten en anderen veroordelen, terwijl juist zij, de schriftgeleerden, geoordeeld zullen worden met het oordeel en vooroordeel, waarmee zij anderen hebben geoordeeld (Mattheus 7:1-7). Jezus zegt tegen de schriftgeleerden, dat de hoeren en woekeraars die berouw tonen het para-dijs zullen ingaan (Mattheus 21:31-32). Ook al zegt de moeslim te geloven in de voorgaande profeten en hunne boeken (H.Q. 2:177, 4:136), zij gedragen zich niet als de kinderen van het licht. De Heilige Qoer'aan is niet alleen een leidraad, een gids en en de grondslag van de Islaam (H.Q. 3:6), maar ook een bewijsgrond voor al het eerder geopenbaare (H.Q. 17:89). De weg die de moeslim moet opgaan, de siraat-ul-mustaqiem, is duidelijk aangegeven: nafs-ul-ammaara, nafs-ul-lawwaama, nafs-ul-moetmainna. "Ammaara" (H.Q. 12:53) is de laagste hoedanigheid van een mens, het dierlijke stadium. "Lawwaama" (H.Q. 75:2) is het geweten, het inzicht in de eigen toestand. een trapje hoger op weg om zichzelf te sublimeren. "Moetminna" (H.Q. 89:27) is de toestand waarbij de mens tot rust is gekomen, zichzelf heeft overwonnen en het bewijs heeft geleverd dat de satan geen enkele macht heeft over de mens (H.Q. 14:22, 59:16-17). De satan heeft geen macht over degenen, die niet hun toevlucht bij de satan zoeken (H.Q. 23:97) en geen bescherming zoeken bij de satan (H.Q. 113:1-8, 114:1-6). De satan heeft alleen kan alleen openbaringen geven aan zijn vrienden, die geen moeite doen een beter mens te worden. Mensen die bidden om het kwaad. 3.10 NAWOORD. Het is duidelijk dat de leer voor alle mensen, ongeacht heterosexueel, homosexueel, blind, kreupel of met welk gebrek dan ook geboren vanaf het moeders-lijf, hetzelfde is. Gebreken vanaf het moederslijf zijn even onafwendbaar als stormen, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen of elke andere natuurramp. Zijn natuurrampen tekenen van Allaah, ook de anders-geborenen zijn tekenen van Allaah, waardoor Allaah Zijn krachten kan en doet openbaren. Waar een mens ondanks zijn inspanning tekort komt, is Allaah voor de berouwvolle Vergevingsgezind, Genadig en zegt ook: wanhoop niet aan Allaah's genade, Hij vergeeft ieders zonde (H.Q. 39:53).
De heterosexuelen kunnen de tekenen Gods niet ontkennen. Allaah openbaart zich in de mens en in het natuurgebeurenen en kan ingrijpen in het natuurgebeu-ren; ingrijpen, vernietigen en scheppen, het ene uit het andere doen voortkomen Het kan voor de mens een ramp zijn maar voor Allaah een noodzakelijkheid. Mensen die veroordelen en niet begrijpen en ook niet de macht hebben veranderingen aan te brengen of zich niet kunnen beheersen, moeten niet oordelen waar tegenover zij zelf onmachtig zijn in het afwenden en waarbij het hun zelf of hun kinderen kan treffen. Deze mensen veroordelen met hun vooroordelen Allaah zelf, de Beste Weter! Niet zij zijn in staatveranderingen aan te brengen. Dat is alleen Allaah voorbehouden. Allaah kan zelfs hun heterosexueel kwaad na berouw in goede daden doen verkeren (H.Q. 25:70). Allaah is competent genoeg zijn eigen schepping te beheren en te besturen. Daar heeft Allaah geen rabbijnen, priesters of ulema's voor nodig. En wanneer het noodgewongen is, niet wensende noch de grens overschrijdende, dan is Allaah in alles de Maaliku-jaum-id-dien van wat er in het vermogen de mensen is en wat niet in het vemogen van de mensen is. De heilige Qoer'aan mist alle grond waarop een geborene van het moederslijf kan worden veroordeeld, tenzij hij zelf de grenzen buite gaat. ook onder de van het moederslijf geborenen zijn goeden en slechten. Er is geen onderscheid in trouw, eerlijkheid en liefdadigheid. "Zeg mij wie uw vrienden zijn, dan hebt gij zelf getuigd van wie u bent". Er is geen behoefte aan menselijk veroordeel en vooroordeel. Op de alzo geborenen rust geen enkel blaam. In het kwaad is geen verschil; ontrouw, overspel, moord, diefstal etc. Maar er is ook geen verschil in trouw, liefde, eerlijkheid, menswaardig zijn, Godwaardig zijn. En het oordeel hierover berust bij Allaah en bij geen enkele ulema-schriftgeleerde. De profeet Jezus had het reeds voorzegt; de geborenen vanaf het moederslijf (Mattheus 19:11-12) en niet te oordelen. oordelen is zelfveroordeel (Mattheus 7:1-6, H.Q. 6:57, 6:62, 12:40, 28:88). Hij is het Die Zijn tekenen toont (H.Q. 40:13-14). Aan Allaah en aan niemand anders is het oordeel. De homosexuele moeslim, die vijf keren per dag zijn gebed doet, vast in de maand ramadaan en zichzelf sublimeert, was aan het woord in de uitzending van de Nederlandse Moslim Omroep. Hij heeft zeer zeker er toe bijgedragen hebben, begrip te hebben voor een oppassende homosexueel. In vele moeslimgezinnen zal men er op verdacht moeten zijn, dat ook één van hun zoons, ondanks een zelfde opvoeding, een teken is waardoor Allaah Zich doet kennen.
3.11 BIBLIOGRAFIE Heilige Qoer'aan, 22 vertalingen. De religie van de Islam. Bijbel: Christelijk-Protestants, Rooms-Katholiek van andere Christelijke genootschappen in meerdere talen. Nieuwe Testament: Statenbijbel Petrus Canisius vertaling. Thora en profetische geschriften: The Soncino books of the Bible in 14 complete volumes. Het geloof der profeten: Martin Buber. Inleiding tot de Talmoed: dr. J.L. Palache. Opera minora Sinai en Paran: dr. J.L. Palache. Muslim caste en Uttar Pradesh: Ghaus Ansari. Inleiding tot den Bijbel: dr. Obbink, Brouwer. De psychische verschillen en omgangsvormen: dr. H.G. Rogge Maandblad voor de geestelijke gezondheid juli-aug 1968. Homosexualiteit: 11 samenstellers, o.a. dr C.van Emden Boas en prof.dr.ir. S.J. van Leeuwen. Gehuwd en ongehuwd: dr. C.J.B.J. Trimbos, KRO-uitzending 6-9-1963. Seksualiteit en temperament: Magaret Mead. De homosexuele naaste: prof.dr. A.L. Janse de Jonge, dr. S.J. Ridderbos, dr. M. Zegers, prof.dr. H. Bianchi, ds. S.J. Popma. Homosexualiteit: dr. Charles Berg, A.M. Krich. Normaal en afwijkend seksueel gedrag, of hetero en homo seksueel gedrag: dr. C.J.B.J. Trimbos. Homo-seksualiteit: D. Wets, ma,m.d,dpm 1961 Pastorale cahiers homosexualiteit: dr. A.F.C. Overing, prof.dr. G.Th. Kempe, Prof.dr. J. Vermeulen, prof.dr. Ruygers. The harem: N.M. Penzer. Ja ik wil: Hudleston Sleater. De Arabische wereld: Philip K. Hitti. The ethics of Al Ghazali en andere werken. Pain en grace: Annamarie Schimmel. The Eastern key - Kitab al-ifidah wal-l'tibar: Abd al-Latif al-Baghadi. De Mohammedaansche wet (Inleiding) volgens de Sjafitische school: dr. T.W. Juynboll Erotiek van het Oosten: dr. Carl van Bolan. The spirit of Islam: Ameer Ali Syed, p.c.ll.d,d.l.c.i.e. The Quran and its exegesis: Helmut Gätje. En het woord is scheeps gegaan: L. Hoyack. De onbekende Koran: L. Hoyack. Homo adorans: L. Hoyack. Indrukken: C. Snouck Hurgronje, Saich Amien, Ibn Hasan Holwani al Madami al Hanafi, Gereinigde lusthof te Medina. Muhammad the eternal message: `Abd al Rahman Azzam. Ontwakend Arabië: D. van der Meulen. Hygiënische informatie-reis: dr. J.J. van Loghem. De gnostische evangelieën: Elaine Pagels. Bij Jezus tellen vrouwen mee: Elisabeth Moltman-Wendel. Maria in documenten en monumenten: dr. E. Sloots. Een andere Mohammad: Herman H. Somers. Islamisme: dr. R. Dozy. Moslem schism and sects: Al fark Bain al Firak Abu Mansur Abd al Kahir ibn Tahir al Baghdadi. De slavenhandel in deze tijd: Sean o'Callaghan. Slavernij: Onze Wereld, okt 1993. Het seksuele drama van de Arabische vrouw: Youssef el Masry.