H
A
N
D
L
E
I
D
I
N
Verslaghulpen Culturele Activiteiten
Deze verslaghulpen kunnen je een aanknopingspunt geven bij het maken van je verslag, recensie of presentatie. Er vallen enkele termen die bij de bepaalde discipline horen, de gestelde vragen kunnen je op weg helpen bij het schrijven van je verslag. Echter, het is niet de bedoeling alleen antwoord te geven op de vragen, ook is het niet de bedoeling dat je alleen behandelt wat er in de verslaghulpen aangegeven wordt. Een verslag of recensie is een goed leesbaar verhaal waarin je de punten die naar jouw idee van belang waren in de voorstelling/expositie/kunstwerk die jij gezien hebt verwerkt. Ben wel volledig, zo heeft een gebouw naast de buitenkant ook een binnenkant, is een schilderij vaak onderdeel van een grotere expositie en kunnen foto’s een belangrijke rol spelen bij de beschrijving van jouw kunstwerk.
Marcel Duchamp ‘Naakt dat de trap afdaalt’ 1912
G
Verslaghulp Theater (toneel, opera en musical) Schrijf een volledig verslag volgens de vier invalshoeken, gebruik hiervoor de informatie die je hebt verkregen via de kijkwijzers en onderstaande punten. Over cabaret schrijf je een recensie.
Kunstwerk (1A4)
Inhoud • Geef een korte samenvatting van het stuk Personages • Wie waren de belangrijkste personages? • Probeer ze te karakteriseren (goed of slecht etc.), waren ze geloofwaardig? • Hoe zijn hun onderlinge relaties? • Met wie heb je het meest meegeleefd (kon je jezelf erin herkennen)? Hoe komt dat? Het toneelbeeld • In wat voor soort ruimte vond de voorstelling plaats? Waar zit het publiek, heeft dat nog een bepaald effect? • Beschrijf het toneelbeeld: decor, licht, attributen en kostuums (hebben deze ook een symbolische functie?) Muziek en geluidseffecten • Werd er gebruik gemaakt van muziek en/of geluidseffecten? Ondersteunen ze de handeling, dienen ze alleen maar als overgang naar een volgende scène of spelen ze een overheersende rol? Structuur • Hoe werden de gebeurtenissen gepresenteerd? Hoe is de opbouw van het stuk? Zijn er veel wisselingen van tijd en plaats en hoe werden die gerealiseerd? Kunstenaar (¼ A4) • Wie was de regisseur en welke artiest(en) speelden erin mee? • Geef achtergrondinformatie over deze personen (leeftijd, opleiding, loopbaan etc.) • Wat heeft deze groep/kunstenaar nog meer gedaan Context (½ A4) bijvoorbeeld: • Verhaal n.a.v een boek,film of waar gebeurd verhaal? Maak een vergelijking. Of; • Ga dieper in op het thema van de voostelling. Of; • Voorstelling over personen uit de klassieke mythologie of een bekend persoon uit heden of verleden? Vertel.Of; • Bespreek het genre. • Etc. Kijker (1/2 A4) Thematiek en interpretatie: waar ging de voorstelling volgens jou over? Wat boeide je in deze voorstelling? Welke middelen heeft de regisseur volgens jou daarvoor gebruikt en welke daarvan waren het meest effectief? Wat vond je niet boeiend? Wat vond je van de voorstelling als geheel? Wat vond je van de spelers? Welke hebben de meeste indruk gemaakt en waarom? Wat vond je van het gebruik van de theatrale middelen? Welke argumenten zou je gebruiken als je een ander de voorstelling zou willen aanraden of afraden?
Musical
Van deze activiteit schrijf je een volledig verslag waarin je niet alleen ingaat op de onderdelen uit de verslaghulpen en kijkwijzer van theater maar ook die van dans en muziek!
Cabaret
Van deze gezamenlijke eerste activiteit schrijf je een (oefen)recensie. Hierin verwerk je onderstaande punten en de kijkwijzer. Lees de toelichting ‘hoe schrijf ik een recensie’ in je bundel goed door voor je begint! Tekst en thematiek • Waar heeft de cabaretier het over: welk soort onderwerpen komen aan de orde, loopt er een rode draad door de voorstelling, is er een bepaalde thematiek te ontdekken? Welke theatrale middelen worden gebruikt? • Kun je beschrijven op welke manier de artiest zijn boodschap verpakt: de soort humor, de afwisseling van plezier en ontroering enzovoort? Spel en prestaties • Op welke manier richt(en) de cabaretier(s) zich tot het publiek? Worden er rollen gespeeld, wordt er gezongen, wordt er direct gereageerd op het publiek? Vormgeving • Hoe zijn decor, licht, attributen en kostuum(s) gebruikt? Boeiende werking • Was het vooral de tekst, de persoonlijkheid van de cabaretier(s), de muziek of de vormgeving die je boeide?
Verslaghulp Dans Van deze activiteit schrijf je een recensie. Hierin verwerk je onderstaande punten en de kijkwijzer. Heb je een mondelinge presentatie over dans; dan volgens de vier invalshoeken (dus ook de context). Inhoud • Waar ging de voorstelling volgens jou over? Hoe werd je duidelijk waar de voorstelling over ging (behalve de tekst in je programmaboekje) • Bij welk genre zou je de voorstelling indelen (moderne dans, klassieke dans, jazzdans, dansexpressie, volksdans)? Vertel iets over dit genre. • Ga in op de volgende onderdelen m.b.t. de inhoud: - bewegingen, gelaatsuitdrukking, samenspel tussen een of meer dansers - tijd (tempo, duur, maat/ritme) - kracht (lichtvoetig etc.) - rollen en karakters • Ga in op de volgende onderdelen m.b.t. de vorm: - compositie (richtingen, patronen, vlakken, herhalingen, variatie leiden/volgen) - licht - ruimte en decor - kleding, grime en attributen Personages • Wie waren de belangrijkste personages? • Probeer ze te karakteriseren (goed of slecht etc.), waren ze geloofwaardig? • Hoe zijn hun onderlinge relaties? • Met wie heb je het meest meegeleefd (kon je jezelf erin herkennen)? Hoe komt dat? Het toneelbeeld • In wat voor soort ruimte vond de voorstelling plaats? Waar zit het publiek, heeft dat nog een bepaald effect? • Beschrijf het toneelbeeld: decor, licht, attributen en kostuums (hebben deze ook een symbolische functie?) Muziek en geluidseffecten • Welke muziek en/of geluidseffecten werd er gebruikt? In hoeverre is de muziek medebepalend voor je waardering van de voorstelling? • Volgden de dansers het ritme (was de muziek ondersteunend) of werd er door de muziek een bepaalde sfeer neergezet en hadden de dansers (ieder) een ander ritme? Structuur • Hoe werden de gebeurtenissen gepresenteerd? Hoe is de opbouw van het stuk? Zijn er veel wisselingen van tijd en plaats en hoe werden die gerealiseerd? • • •
Wie was de regisseur en welke artiest(en) speelden erin mee? Geef achtergrondinformatie over deze personen (leeftijd, opleiding, loopbaan etc.) Wat heeft deze groep/kunstenaar nog meer gedaan?
Thematiek en interpretatie: waar ging de voorstelling volgens jou over? Wat boeide je in deze voorstelling? Welke middelen heeft de choreograaf volgens jou daarvoor gebruikt en welke daarvan waren het meest effectief? Wat vond je niet boeiend? Wat vond je van de voorstelling als geheel? Wat vond je van de dansers? Welke hebben de meeste indruk gemaakt en waarom? Welke argumenten zou je gebruiken als je een ander de dansvoorstelling zou willen aanraden of afraden?
Verslaghulp Muziek Van deze activiteit schrijf je een recensie. Hierin verwerk je de onderstaande punten en de luisterwijzer. Heb je een mondelinge presentatie over muziek; dan volgens de vier invalshoeken (dus ook de context). De uitvoering • Waar ging het concert over (thema/inhoud)? • Wat is de vorm (decor in relatie met de muziek, kostuums etc.)? • Was de muziek instrumentaal, vocaal of beide? • Welke instrumenten worden er gebruikt? • Wat was de sfeer of stemming van de muziek (bv ernstig, vrolijk, zwaar etc.)? • De composities: kende je de stukken of songs die werden uitgevoerd werden en hoe verhoudt zich de uitvoering tot de oorspronkelijke compositie. • Wat is het verband tussen tekst en muziek. Vertel iets over eventuele (song)teksten. • Is de muziek een onderdeel van een groter geheel (opera, musical, ballet etc)? • Tot welk genre (stijl) behoort de opvoering (klassiek,, pop, jazz, folk etc)? • Was er nog iets speciaals wat betreft: belichting, versterking, kleding, choreografie en/of andere opvallende zaken? Het doel van het concert Wat was de opzet van de uitvoering? Afhankelijk van het soort concert waar je heen gaat, zul je deze vraag heel verschillend beantwoorden. Wanneer je naar een popconcert gaat, kan het doel de promotie van een nieuwe cd zijn. Ook is het mogelijk dat juist nieuwe nummers uitgeprobeerd worden. Het verstevigen van een goede band met het publiek is ook een mogelijk doel. Willen de uitvoerenden alleen vermaken of wilden zij misschien een boodschap overbrengen of zelfs shockeren? Bij klassieke muziek is het mogelijk dat de uitvoerenden alleen als doel hadden de composities zo mooi mogelijk uit te voeren. Ook wil de dirigent misschien en onbekend werk laten horen of zijn interpretatie van het stuk geven. • • • • •
•
Geef achtergrondinformatie over dirigent, solisten, orkest of groep ( opleiding, leeftijd, land van herkomst etc). Wat vond je van het concert? Welke argumenten zou je gebruiken als je een ander de voorstelling zou willen aanraden of afraden? Wat vond je van de opbouw van het programma, de belichting, het geluid? De uitvoerenden: wat vond je van de kwaliteit van het spel? Was iedereen even goed of vond je enkelen beter: wie waren dat en wat is de reden daarvan? Zou jij het concert anders georganiseerd hebben en waarom?
Verslaghulp Film Van deze activiteit schrijf je een volledig verslag volgens de vier invalshoeken. Kunstwerk (1A4) Inhoud • Geef een korte samenvatting van de inhoud van de film (max ½ A4) Thematiek en interpretatie • Wat is het belangrijkste thema van de film? • Had de regisseur een bepaalde bedoeling met de film? Verklaar. • Kun je de film tot een bepaald genre rekenen? Personages • Beschrijf de belangrijkste hoofdpersonen in de film. • Op welke andere manieren kreeg je informatie over de hoofdpersonen (denk hierbij aan flashbacks, informatie via anderen etc.) • In hoeverre vertegenwoordigen zij de tijd en omgeving waarin het verhaal zich afspeelt? Middelen • Op welke locaties (plaatsen) speelt de film zich af? Beschrijf die plaatsen, die voor jou het belangrijkst zijn. In hoeverre hebben die de sfeer van de film bepaald? • In hoeverre speelt de belichting van de verschillende scènes een rol? • Hoe waren de hoofdpersonen gekleed (denk hierbij aan de functie die de kleding heeft)? Waren deze personen opvallend gegrimeerd? • Werd er gebruik gemaakt van muziek? Was deze muziek speciaal gecomponeerd voor de film? Had de muziek een opvallende rol in de film of diende deze alleen als achtergrond? • Was er sprake van speciale geluidseffecten of andere speciale effecten? Camerawerk en montage Welke scènes zijn je het meest bijgebleven? Beschrijf ze en probeer na te gaan in hoeverre cameravoering (hoog/laag standpunt, hand-held of statief etc) en montage (snel, harde overgangen, flash backs etc) daarbij een rol hebben gespeeld. Kun je daar ook iets over zeggen als je de film geheel overziet? Kunstenaar (¼ A4) • Vertel iets over de regisseur (leeftijd, opleiding, loopbaan etc.) • Spelen er bekende acteurs mee? Context (1/2 A4) bijvoorbeeld • Is het een boekverfilming; zo ja een vergelijking met het verhaal uit het boek. Of; • Waar gebeurd verhaal; ga terug in de geschiedenis en vergelijk het met elkaar (waarom zou dit als inspiratiebron zijn genomen?). Of; • Vergelijk een andere film van deze regisseur met de film die je hebt beschreven; zijn er overeenkomsten, thematiek, manier van filmen etc. Of; • Soortgelijke film van een andere regisseur vergelijken met de film die je hebt beschreven. • Bespreek het genre. • Etc. Kijker (1/2 A4) • Wat boeide je in deze film? • Vind je de film geloofwaardig en wat zijn de sterke en wat de zwakke punten? • Beoordeel het spel van de hoofdrolspelers. Vond je de spelers geschikt voor hun rollen? Hoe vond je de grime en kleding, pasten deze bij het door de acteur opgeroepen beeld? • Geef een oordeel over het gebruik van licht, speciale effecten, muziek enzovoort.
Verslaghulp Beeldende Kunst Van deze activiteit schrijf je een volledig verslag volgens de vier invalshoeken. Kunstwerk (1 A4) Vorm • Zorg voor een goede kleurenafbeelding en geef allereerst een zo volledig mogelijke beschrijving van het door jou gekozen kunstwerk. Beschrijf daarna zo nauwkeurig mogelijk wat je precies ziet Vermeld daarbij tevens zaken als: - gegevens over de maker, de titel, jaartal en de plaats waar het werk zich bevindt - de afmetingen - de materialen - de techniek waarmee het werk tot stand is gekomen - waar heb je het gezien (open ruimte, in een gebouw etc: geef een beschrijving van de expositieplek en eventueel het thema) • Je belicht de verschillende beeldaspecten; vorm, ruimte(suggestie), kleur, lijn, compositie, ritme, textuur, licht (zie toelichting kijkwijzer voor uitleg begrippen). Inhoud • Waar gaat het over? Bestudeer de voorstelling en kijk ook naar de titel (soms geeft deze een aanwijzing over de inhoud van het schilderij). • Zoek meer informatie over de symboliek en over de zaken waar de kunstenaar zich in zijn werk mee bezighoudt. • Hoort het werk tot een bepaalde stroming/periode? Zo ja waarom. Functie • Waarvoor denk jij dat het werk dient, wat had de kunstenaar ermee voor ogen? • Als het werk voor een andere plek is gemaakt dan waar het zich nu bevindt, ga dan na wat de oorspronkelijke plek is geweest. Heeft het werk in de tijd dat het gemaakt is dezelfde functie gehad? • Welke plek heeft het werk volgens jou binnen de expositie?
Kunstenaar (1/4 A4)
Geef achtergrondinformatie over de kunstenaar (leeftijd, opleiding, loopbaan etc.). Context (1/2 A4) bijvoorbeeld • Tentoonstelling (waarom hangt dit werk in deze (thema) tentoonstelling?), of; • Hoort het kunstwerk tot een bepaalde stroming? Vertel. Of; • Heeft het werk te maken met een bepaalde periode in de (cultuur) geschiedenis? Of; • Vergelijk een schilderij met dezelfde titel of onderwerp met jouw kunstwerk. • Etc. Kijker (1/2 A4) • Geef je beargumenteerde eindoordeel met behulp van de beeldaspecten welke je terug kunt vinden op je kijkwijzer. • Wat vond je van het geheel (kunstwerk, expositieplek etc)?
Verslaghulp Architectuur Van deze activiteit schrijf je een volledig verslag volgens de vier invalshoeken. Kunstwerk (1A4) • Beschrijf het gebouw zo volledig mogelijk (zowel exterieur als interieur). Als steun moet je gebruik maken van zelfgemaakte foto’s van het gebouw en sommige details (schetsen maken mag eventueel ook). Loop denkbeeldig nog eens om en door het gebouw en beschrijf: - de afmetingen - vormen - het materiaalgebruik - kleurgebruik - opvallende details - ruimtegebruik - de indeling van het gebouw (een plattegrond is dan heel handig…) • Vertel iets over de historische achtergrond (jaartal, bouwstijl etc.). De locatie • Bekijk waar het gebouw staat: is deze plaats logisch, past het gebouw wat vorm, grootte en materiaalgebruik betreft in de directe omgeving? • Hoe is het gebouw in de omgeving gesitueerd; is met straataanleg, groenvoorzieningen e.d. rekening gehouden? Wat was er eerst: de omgeving met de infrastructuur of is het gebouw deel van een geplande wijk? De functie • Is het gebouw neergezet met een bepaald doel: welk doel is dat en wordt het nog steeds voor dit doel gebruikt? Waaraan zie je dat? • Maak een lijst van zaken waar een gebouw met dat doel aan moet voldoen, bekijk vervolgens in hoeverre het door jou gekozen gebouw voldoet aan de door jou gestelde eisen. Kunstenaar (1/4 A4) Geef informatie over de architect (leeftijd, opleiding, loopbaan etc.). Ga eventueel ook op zoek naar andere gebouwen van dezelfde architect. Context ( ½ A4) bijvoorbeeld • Vergelijk meerdere gebouwen van dezelfde architect of dezelfde functie met elkaar of; • Behoort het gebouw tot een bepaalde bouwstijl? • Etc. Kijker (1/2 A4) • Vind je dat de buitenkant van het gebouw aan de omgeving een meerwaarde verleent? Verklaar je antwoord. • Is het ontwerp van het gebouw zo, dat je je erin thuis voelt? Geef argumenten. • Welke details geven het gebouw een eigen gezicht? • Bespreek materiaalgebruik, kleurgebruik en de vorm van de verschillende ruimtes. • Noem in je eindbeoordeling enige sterke en enige zwakke punten van het gebouw. • Welke aanbevelingen kun je doen om verbeteringen aan te brengen? • Geef met argumenten je eindconclusie.