JOUW SUPERVISOR
NAAM
: ..................................................
ADRES
: ..................................................
TELEFOONNUMMER
: ..................................................
BEREIKBAAR
: .................................................. .................................................. ..................................................
HANDLEIDING voor de interviewer
VOORJAAR 1994 (golf 3)
1
VOORWOORD
Deze handleiding is bestemd voor de interviewer die deelneemt aan de derde golf van de Panel Studie van Belgische Huishoudens.
De derde bevragingsronde wordt iets later opgestart dan de beide eerste golven. Dit komt omdat de context van het onderzoek gedeeltelijk is veranderd. Hierover volgt nu een woordje uitleg.
De organisatie van een panelonderzoek vergt een grote financiële inspanning (ongeveer 20 miljoen Bfr per jaar voor het hele project). De Diensten voor de Programmatie van het Wetenschapsbeleid kunnen deze inspanning slechts verantwoorden wanneer er perspectieven zijn tot samenwerking met een overheidsinstelling. Dit perspectief is nu voorhanden : op termijn zal het Nationaal Instituut voor Statistiek meer ingeschakeld worden in de dataverzameling.
Waarom het NIS? Er is nog een andere ontwikkeling op internationaal vlak die hierin meespeelt. Het opzetten van vergelijkende analyses binnen Europa aan de hand van de bestaande panelstudies leidt vaak tot onoverkomelijke moeilijkheden omdat weliswaar dezelfde thema's in de vragenlijsten aan bod komen, maar niet in precies dezelfde formulering. Dit doet elke vergelijking mank lopen. De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand : in alle landen zouden dezelfde vragenlijsten aan de respondenten moeten voorgelegd worden. De Europese organisatie voor statistiek (Eurostat) zette zich achter deze idee, en zo kwam het 'Europanel' tot stand. Het team van de PSBH deed vorig jaar de pilootstudies voor het Europanel. In de meeste andere landen stonden de nationale instituten voor statistiek in voor de dataverzameling. De pilootstudies waren succesvol en de Europese Raad besliste om het Europanel ook daadwerkelijk op gang te trekken in alle landen van de Europese Unie. De data zouden wel door de nationale statistische instituten moeten verzameld worden.
Na overleg met alle partijen die bij de PSBH en bij het Europanel betrokken zijn, hebben we beslist om de krachten te bundelen en om niet twee panelstudies die sterk op elkaar gelijken in België door te voeren, maar wel één enkele. Op dit ogenblik is het NIS evenwel niet toegerust om de panelstudie op te zetten en door te voeren. Daarom hebben we beslist om beide opdrachten te coördineren. In de loop van de huidige projectperiode zullen vormen van samenwerking uitgeprobeerd worden. Voor de derde golf is de inbreng van het NIS beperkt tot a) de actualisering van het adressenbestand en b) de integratie van de data in het vereiste Europanelbestand.
2
Voor ons geeft dit een zekerheid dat er nog drie bijkomende onderzoeksrondes kunnen georganiseerd worden en dat de dataverzameling ook nadien zou kunnen verdergezet worden. Dit is belangrijk voor het wetenschappelijk onderzoek : longitudinale gegevensbanken beginnen wetenschappelijk maar echt nieuwe resultaten te genereren na ongeveer 5 golven.
Er hangt evenwel een prijskaartje aan deze operatie : we moeten ons plooien naar de interesses van Eurostat. Eurostat moet informatie verzamelen die nuttig is voor het ondersteunen van het Europees beleid. Vooralsnog is dit beleid sterk economisch ingekleurd : tewerkstelling, sociale zekerheid en inkomensverwerving zijn prioritaire thema's. We hebben de Eurostat-vragen geïntegreerd in onze vragenlijst. Maar het staat buiten kijf dat de vragenlijst nu, sterker dan tijdens de eerste twee golven, beheerst wordt door economische thema's, soms zelfs op het boekhoudkundige af. Positief aan deze ontwikkeling is dan weer, dat ook in ons land de micro-economie, die op dit ogenblik aan de universiteiten slechts in de kinderschoenen staat, verder kan ontwikkeld worden. Bijkomend probleem, maar enkel voor dit jaar, is dat onze panelleden in sommige vraagstellingen benaderd worden alsof ze voor het eerst geïnterviewd worden. Dit is een euvel dat we niet kunnen vermijden.
De doelstelling van het project blijft dezelfde : informatie verzamelen over de veranderingen in de levensomstandigheden van de panelleden binnen het kader van hun huishouden en deze informatie beschikbaar stellen voor het wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeksresultaten moeten het sociaal-economisch beleid op het regionale (Vlaanderen), op het federale (België) én op het Europese niveau kritisch bijsturen. 1
Op dit ogenblik worden de gegevens van de eerste golf geanalyseerd door 15 teams uit de universiteiten Brussel (demografisch onderzoek), Gent (onderzoek naar geestelijke gezondheid), Leuven (onder meer, tewerkstelling binnen het huishouden, schoolcarrière van kinderen), Antwerpen (doelmatigheid van sociale zekerheid, indicatoren van welzijn, beschikbaarheid van kinderen voor de zorg aan hoogbejaarde ouders, tewerkstelling van de vrouw).
In deze handleiding beschrijven we de procedures die gevolgd worden voor het opzoeken en eventueel terugvinden van de panelleden. Verder vind je ook informatie over de vragenlijsten en over de betaling van het interviewwerk.
We zijn tevreden over de resultaten van de tweede golf : Van de 2019 huishoudens die tussen de beide golven identiek bleven, konden we er 1705 (85%) opnieuw met succes bevragen. Van de 1
Een volledige lijst vindt u in de brochure.
3
112 huishoudens die bijkomend ontstonden na een afsplitsing, werkten er 67 (60%) opnieuw mee. Dat betekent dat we opnieuw van start gaan met 1772 huishoudens. Het Waalse team bevraagt dit jaar ongeveer 2100 huishoudens. Zeker nu de omstandigheden van het onderzoek licht gewijzigd zijn, moeten we erover waken dat deze huishoudens gemotiveerd blijven om ook de volgende jaren mee te doen. We herhalen dat internationaal onderzoek heeft uitgewezen dat de interviewer dé cruciale factor is : hij/zij is het die het vertrouwen van het huishouden heeft gewonnen en het ook kan behouden. We rekenen dan ook verder op de deskundigheid en de inzet van het interviewersnetwerk.
4
INHOUD
1.
2.
VOORWOORD
2
DE OPVOLGING : ENKELE BASISPRINCIPES
5
1.1. 1.2. 1.3.
5 5 6
HOE GAAN WE TE WERK? 2.1. 2.2. 2.3. 2.4 2.5.
3.
4.
5.
Wie wordt bevraagd ? Hoe bevragen we de veranderingen ? Panelbinding
De introductiebrief De contacten met het huishouden. De samenstelling van het huishouden. Interview Ter afronding.
8 8 8 9 14 15
DE VRAGENLIJSTEN
18
3.1. 3.2.
18 19
Algemeen De vragenlijsten.
OVERZICHT VAN HET VELDWERK.
32
4.1. 4.2. 4.3.
32 32 33
De training De bundel Het verloop van het veldwerk
VOLLEDIGHEID VAN EEN DOSSIER
36
5
1.
DE OPVOLGING : ENKELE BASISPRINCIPES
1.1.
WIE WORDT BEVRAAGD?
→
Volwassen leden van het panel : In een volgende bevragingsgolf van een panelstudie komt het erop aan om zoveel mogelijk personen die vorig jaar panellid waren, dit jaar opnieuw te bevragen. Dit principe heeft tot gevolg dat we informatie inwinnen over de panelleden, ongeacht hun huidige woonsituatie. Personen die dit jaar verhuisd zijn naar een collectieve voorziening blijven panelleden en worden dus gecontacteerd. Degenen die vorig jaar verhuisden naar een collectieve voorziening worden niet meer gecontacteerd (slechts 2 van de 11 hebben een volwassenenlijst ingevuld).
→
Volwassen geworden kinderen en nieuwe kinderen : We bevragen voor de eerste keer de jongeren uit de panelhuishoudens die in de loop van het voorbije jaar 16 werden, evenals de kinderen die in de loop van het voorbije jaar geboren of geadopteerd werden in de panelhuishoudens (kindlijst).
→
Nieuwe partners en andere nieuwe huisgenoten : Al deze personen bevragen we dus in de context van het huishouden waarin ze op dit ogenblik leven. Daarom ondervragen we ook de nieuwe partners en andere nieuwe huisgenoten van onze panelleden. Maar, hun medewerking is niet strikt noodzakelijk. Een weigering van een nieuwe huisgenoot is geen bezwaar om het interview verder te zetten.
1.2.
HOE BEVRAGEN WE DE VERANDERINGEN?
In een panelonderzoek komt het erop aan om veranderingen in het levenspeil en in de organisatie van het dagelijkse leven vast te leggen. We doen dat op verschillende manieren :
6
-
We bevragen elk jaar de situatie op precies dezelfde manier als het jaar daarvoor; in de analyse van de gegevens blijkt dan wel of er een verschil is of niet.
We vragen de respondenten of er zich op een bepaald terrein een verandering heeft voorgedaan sedert vorig jaar. Indien dit inderdaad het geval is dan vragen we naar meer bijzonderheden; indien dit niet het geval is dan worden de gegevens van het vorige jaar gewoon gekopieerd in het gegevensbestand (bv. een verandering in de burgerlijke staat of in de woonst). -
We vragen de respondenten om het hele voorbije jaar te overlopen en maand na maand de situatie weer te geven. Deze strategie is van toepassing op die veranderingen die verschillende keren per jaar kunnen optreden en waarvoor het voor de analyse van belang is om de gang van zaken meer in detail te gaan volgen (bv. veranderingen in de tewerkstellingssituatie).
Dit jaar zijn er iets meer vragen van de eerste categorie in vergelijking met golf 2. Dit komt omdat voor het Eurostat-panel dit de eerste bevragingsronde is en omdat er in de Eurostat-methodologie minder expliciete vragen naar veranderingen voorkomen.
1.2.1.Huishoudlijst
De huishoudenlijst wordt, precies zoals vorig jaar, enkel mondeling afgenomen. Er zijn geen afzonderlijke vragen voorzien voor de huishoudens die verhuisd zijn en deze die nog op hetzelfde adres wonen.
1.2.1.Volwassenenlijsten
Ook in de volwassenenlijst wordt geen onderscheid gemaakt naar de reeds bevraagde en de nieuwe respondenten. Op deze regel is er één uitzondering : achteraan in de lijst zijn de meningsvragen gebundeld die enkel aan de personen die nog niet hebben meegedaan moeten voorgelegd worden. Er zijn geen M-vragen in deze derde onderzoeksronde. Naast de volwassenenlijst is er één bladzijde, in te vullen voor de panelleden die naar een collectieve voorziening zijn verhuisd. En verder maakten we opnieuw een beknopte vragenlijst aan voor volwassenen die niet bereid zijn om een volledige lijst in te vullen.
7
1.3.
PANELBINDING.
Het derde principe waarop de opvolging berust -naast de bevraging van alle panelleden en de bevraging van veranderingen- is de inspanning vanuit onze dienst om de panelhuishoudens aan te moedigen om verder mee te werken aan dit onderzoek.
- De respondenten van de vorige golf hebben onmiddellijk na het afsluiten van de onderzoeksperiode een dankbrief gekregen. - Met Nieuwjaar hebben we naar alle huishoudens een nieuwjaarskaartje gestuurd. - We hebben een brochure gemaakt die je opstuurt samen met de introductiebrief. In deze brochure geven we een beknopt verslag van de resultaten van de tweede golf. - We proberen ervoor te zorgen dat dezelfde interviewers opnieuw dezelfde huishoudens bevragen : ook dit is een factor die vertrouwen zou moeten schenken om verder mee te doen.
8
2.
HOE GAAN WE TE WERK?
Het werk van de interviewer wordt gestuurd door het contactenblad. We vonden de werkwijze van het Europanel op verschillende punten beter dan de onze : daarom werken we nu met een procedure die nauw aansluit bij de aanpak van de Eurostat-pilootstudie. Er is één contactenblad : alle situaties op het veld worden in dit blad geregistreerd.
Dit 'contactenblad' omvat de volgende documenten : - De adrespagina (los, geniet), waarop het adres van het huishouden bij het vorige interview werd afgedrukt. - De omslagpagina (bedrukt in het midden en op de achterkant), met het rooster waarin de informatie over de huishoudleden moet geregistreerd worden. Op de achterkant komt het nieuwe adres (of informatie hierover) van de persoon (of personen) die is verhuisd. - Het blad 'Samenstelling huishouden vorig jaar', waarop de informatie staat die moet overgeschreven worden in het rooster van de omslagpagina. - Het blad 'Verhuisinformatie'; deze informatie (contactpersonen en verhuisinformatie) kun je gebruiken om een eventueel verhuisd huishouden terug te vinden.
2.1.
De introductiebrief Je stuurt een introductiebrief naar het op de adrespagina afgedrukte adres; in de omslag steek je ook de brochure. We hebben adres-etiketten klaar gemaakt voor deze omslagen. Op vraag van de interviewers kleefden we deze etiketten niet op de omslag. Sommigen willen zelf het adres op de omslag schrijven : dan is de briefwisseling meer persoonlijk.
2.2.
De contacten met het huishouden. Enkele dagen na het versturen van de brief neem je contact op met het huishouden. Dan zal blijken of het gedrukte adres nog geldig is, of niet.
9
We bespreken eerst de situatie waarin het adres geldig is : dit wil zeggen, minstens één van de bewoners is panellid.
Wanneer de bewoners afwezig zijn, probeer je tot 5x om contact te nemen. Deze contactpogingen registreer je in de datum- en de uurkolom. Datum : de dag en de maand in de vorm ../.. Uur : in een 24 uur stelsel (bv 18 u).
LET OP ! Indien je er niet in slaagt het hele huishouden te interviewen, dan omcirkel je "3" als eindresultaat én je schrijft de reden op in het veld 'commentaar'. De supervisor zal deze informatie gebruiken om het type van uitval van het huishouden te bepalen. Indien minstens één panellid deelneemt aan deze ronde, dan vul je het eindresultaat in nadat alle vragenlijsten in dit huishouden verzameld zijn.
2.3.
De samenstelling van het huishouden.
Het interview begint met het maken van een overzicht van de samenstelling van het huishouden, op het ogenblik van de ondervraging.
We brengen eerst nogmaals onze definitie van het huishouden in herinnering en bespreken nadien, kolom per kolom deze rubriek. Wie zijn de huisgenoten ? In de meerderheid van de gevallen zal het huishouden samenvallen met één gezin. Nochtans willen we extra benadrukken dat het in dit onderzoek uitdrukkelijk gaat over
DE PERSONEN DIE PERMANENT IN EENZELFDE WONING VERBLIJVEN OF DIE DAARUIT SLECHTS TIJDELIJK AFWEZIG ZIJN.
10
Wie zijn tijdelijk afwezig ?
Er zijn een aantal typische situaties die we als een 'tijdelijke afwezigheid' beschouwen en waarbij in principe de personen in kwestie als huisgenoot gerekend worden, tenzij dit ontkend wordt.
→ dienstplichtigen → kostschoolgangers → studenten op kot (wanneer ze thuis gedomicilieerd zijn) → mensen in ziekenhuis; revalidatiecentrum; observatiecentrum → afwezigen omwille van beroep → vakantiegangers → vermisten, weggelopen of gevluchte personen → gevangenen → patiënten in psychiatrie, tenzij gecolloceerd → personen in tehuizen voor gehandicapten
Het verschil tussen 'gezin' en 'huishouden' kan toch tot een aantal discussies leiden over wie tot de 'huisgenoten' behoort en wie niet.
Het vraaggesprek over de samenstelling van het huishouden wordt ingezet met de vraag : 'WIE MAAKT DEEL UIT VAN UW HUISHOUDEN ? ' Deze vraag wordt gesteld aan de persoon die klaarblijkelijk als woordvoerder van het huishouden optreedt. Dit is ook de persoon die de huishoudenlijst invult en wiens oordeel (betreffende de samenstelling) de doorslag geeft.
Wanneer de respondent zelf twijfelt over een persoon of groep van personen, dan beslis je met hem/haar : → of het over een tijdelijke afwezigheid gaat ofwel over een permanente afwezigheid; → of over een deel van het eigen huishouden, ofwel over een sedert de vorige bevraging afgesplitst huishouden (op hetzelfde adres).
Mogelijke twijfelgevallen zijn :
11
→ de inwonende bejaarde ouder of familielid, het inwonende jonge paar... * in de meeste gevallen zullen deze personen door de respondent gerekend worden tot het huishouden, omdat er wellicht een gemeenschappelijk gebruik is van sommige voorzieningen. Wanneer de respondent zelf twijfelt of deze personen al dan niet moeten meegerekend worden, dan geldt de brievenbusnotie : wanneer er een aparte brievenbus is voor deze personen, dan worden ze niet tot het huishouden gerekend. Uiteraard worden deze personen wel gevolgd wanneer ze vorig jaar als panellid hebben meegewerkt. → de onderhuurder : * het gaat hier over personen die tegen vergoeding wonen in dezelfde wooneenheid/woning (of onderdelen daarvan) als het huishouden van de steekproef. In de meeste gevallen zullen deze personen niet als huisgenoot bestempeld worden. Als er hier twijfel heerst, dan is de regel dat ze niet meegerekend worden. Als de respondent deze persoon uitdrukkelijk als huisgenoot beschouwt, dan wordt hij opgenomen in het panel. → kinderen in een echtscheidingssituatie : * deze kinderen horen tot het huishouden van de ouder die ofwel bij voorlopige maatregel, ofwel bij vonnis het hoederecht heeft verkregen. Als er hierover nog geen uitspraak is, dan horen de kinderen tot het huishouden waar ze permanent of het meest verblijven. In geval van een gedeeld hoederecht worden in elk geval de vragen over dit kind gesteld. → pleegkinderen, jongeren in een formule van begeleid wonen : * als de kinderen/de jongeren op een permanente basis in het huishouden verblijven, dan worden ze als huisgenoot beschouwd : ze zijn dan panelleden. Als de pleegformule beperkt is tot het weekeinde of de vakantie, dan worden ze niet als huisgenoten ondervraagd. → tijdelijke gasten : * studenten van een uitwisselingsprogramma, familieleden uit het buitenland die op bezoek zijn, andere personen die tijdelijk onderdak hebben verkregen worden niet gerekend tot het huishouden. De tijdelijkheid van het verblijf wordt afgelezen aan het feit dat ze niet op het adres gedomicilieerd zijn. Als ze op het adres gedomicilieerd zijn sedert de vorige bevraging, en ze worden als een apart huishouden beschouwd, dan worden ze NIET bevraagd. Immers, ze maken geen deel uit van het panel. → gemeenschappen, communes : * hier geldt de postbusnotie : de personen die dezelfde brievenbus hebben als het panellid, worden opgenomen in het huishouden van het panellid. De andere leden van de gemeenschap worden niet ondervraagd.
12
→ studenten op kot : * worden enkel niet als huisgenoot beschouwd, wanneer ze elders zijn gedomicilieerd. Wanneer ze vorig jaar niet werden opgenomen in het panel, omdat ze toen elders waren gedomicilieerd, maar nu terug bij de ouders zijn gedomicilieerd, dan worden ze behandeld als een huisgenoot, maar wel als een 'nieuw lid' (zie verder). Voor ons is het uitermate belangrijk dat we de bestemming kennen van alle leden van het huishouden van vorig jaar. Daarom vertrekken we van de samenstelling van het huishouden vorig jaar. Deze samenstelling hebben we afgedrukt op een aparte bladzijde.
Kolom 2 tot 5. → De gezinsleden in golf 2. Eerst schrijf je alle gezinsleden van vorig jaar in het nieuwe rooster in met hun VOORNAAM en FAMILIENAAM, in hoofdletters. Je kunt dit zowel ter plekke doen als thuis. In elk geval moet de schrijfwijze ter plekke gecontroleerd worden. Ook de geboortedatum van elk van de gezinsleden en hun geslacht kun je op voorhand inschrijven, maar een controle van de informatie is noodzakelijk. → Zijn er nieuwe gezinsleden ? Dan vraag je of er nieuwe personen zijn bijgekomen in het huishouden. Je schrijft voornaam, familienaam, geboortedatum en geslacht in de passende kolom (kolom 2 tot 5) in. Kolom 10 en 11 : Registratiestatus. In kolom 10 komt dan de precieze status van de betrokkene. → 1. Persoon maakt nog steeds deel uit van het huishouden, ook al is hij/zij tijdelijk afwezig. → 2. Persoon is overleden : je vult de maand en het jaar van overlijden in kolom 11 in. → 3. Persoon is verhuisd (cfr verder) : je vult de maand en het jaar van vertrek in.
13
→ 4. Kindje geboren : je vult de maand en het jaar in. → 5. Persoon is bij het huishouden komen wonen : je vult de maand en het jaar in. → 6. Persoon is terug in het huishouden na vertrek in golf 2. Hier gaat het over iemand die wel lid was in de eerste golf, niet tijdens de tweede golf en opnieuw in de derde golf. → 7. Persoon is verhuisd uit een panelhuishouden. (zie verder) → 8. Andere persoon die deel uitmaakt van dit huishouden.
Kolom 6 : Band met persoon 1 (cfr lijst 6) Vanaf nu houd je enkel rekening met de personen die in het huishouden effectief aanwezig zijn : de personen met registratiestatus 1,4,5,6, 7 en 8. Eerst krijgt het hoofd van het huishouden het nummer 01 toegewezen. Dan ga je na wat de band is tussen de verschillende andere gezinsleden en deze persoon. Ze krijgen een nummer volgens de volgende lijst: 02 : echtgenoot of partner 03 : kind (ook geadopteerd of stiefkind) 04 : pleegkind 05 : (schoon)vader of (schoon)moeder 06 : (schoon)broer of (schoon)zuster 07 : kleinkind 08 : ander familielid 09 : inwonend bediende 10 : ander niet -familielid
Kolom 7 tot 9 : Familierelaties. Elk gezinslid krijgt het volgnummer (dit is het lijnnummer) van zijn eventuele partner, echtgenoot, vader en moeder in het huishouden. → Het nummer van de partner of echtgenoot komt in kolom 7. LET OP ! Om het onderscheid te kunnen maken tussen samenwonenden en gehuwden, moet je de nummers van de samenwoners omcirkelen.
14
→ Het nummer van de moeder (= ma) komt in kolom 8. → Het nummer van de vader (= pa) komt in kolom 9. Kolom 12 : Respondentstatus (cfr lijst 12). In deze kolom komt een code die je toelaat te beslissen welk type interview er moet afgenomen worden. Op het blad 'Samenstelling huishouden in golf 2', hebben we de codes reeds afgedrukt voor de personen die meegewerkt hebben in golf 2. Je kunt deze informatie ter controle gebruiken. 1. Persoon moet opnieuw geïnterviewd worden met volwassenenlijst. Dit geldt voor de personen die tijdens de laatste onderzoeksronde een volwassenenlijst hebben ingevuld. Deze personen moeten de meningsvragen aan het einde van de volwassenenlijst niet invullen.
Persoon wordt voor de eerste keer geïnterviewd met volwassenenlijst: 2.Dit geldt vooreerst voor personen die gezinslid waren, maar die in 1993 geen volwassenenlijst hebben ingevuld, bijvoorbeeld jongeren die vorig jaar 'kind' waren, en nu 'volwassene'; ook personen die in 1993 tijdelijk afwezig waren. Personen die in 1992 wél hebben meegedaan en in 1993 niet, krijgen ook deze code '2'. 3.Het geldt uiteraard ook voor personen die tothiertoe geen lid waren van dit huishouden, voor zover ze geboren werden voor 1978. Deze personen zijn geen panelleden in de strikte zin van het woord, nochtans worden ze ook ondervraagd.
4.Persoon is nog te jong om geïnterviewd te worden met een volwassenenlijst : over hen wordt een kindlijst afgenomen. Het gaat in deze golf over kinderen en jongeren, geboren in 1978 of later. 5.Deze code wordt ingevuld, wanneer de betrokkene overleden is of verhuisd. (Je hebt dit reeds ingevuld -afzonderlijk- in kolom 10 : dit is een dubbeltoets).
Kolom 13 : Scholing van het kind.
Eurostat neemt geen informatie op over elk kind afzonderlijk. Om moeilijkheden bij de constructie van de datafile voor Eurostat te vermijden, nemen we deze vraag ook hier, in het contactenblad, op.
15
De codes van 1 tot 7 moet je uiteraard enkel invullen voor de personen die de respondentstatus '4' hebben gekregen. 2.4
Interview Nadat je een goed overzicht hebt van de samenstelling van het huishouden, kun je beginnen met de afname van de huishoudenlijst. Als er kinderen zijn, wordt ook de kindlijst mondeling afgenomen. In de mate van het mogelijke vervolg je het interview met de volwassenenlijsten. We aanvaarden lijsten die schriftelijk werden ingevuld, eventueel op hetzelfde moment.
Kolom 14 en 15 : Eindresultaat volwassenenlijst. In kolom 14 komt dan het eindresultaat van de contacten met de personen van 16 jaar en ouder. In kolom 15 komt de dag en de maand waarop de lijst werd ingevuld. De codes voor kolom 14 staan opgesomd in lijst 14: Interview voltooid 11
Wanneer een mondeling interview werd afgenomen. Dit is ook de code wanneer slechts een beknopte lijst werd ingevuld. De datum is deze die op de voorpagina van de lijst staat.
12
Wanneer de vragenlijst door de respondent zelf werd ingevuld. De datum is deze die de respondent op de lijst heeft ingevuld.
13
Komt niet voor.
14
Komt niet voor.
Interview niet mogelijk door tijdelijke afwezigheid 21
In legerdienst of burgerdienst.
22
Persoon is op internaat, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode.
23
Persoon is werkzaam buiten zijn woonplaats, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode.
24
Persoon is tijdelijk opgenomen in een hospitaal of in een verzorgingstehuis.
25
Persoon is op reis en niet terug voor half september;
26
Persoon is afwezig omwille van andere reden.
16
Interview niet mogelijk om andere reden
2.5.
31
Ziekte
32
Weigering om deel te nemen
33
Andere reden : geef elke bijzonderheid
Ter afronding. Je rondt het interview van dit huishouden af door op de adrespagina onder 'eindresultaat' de code 1 of de code 2 in te vullen. Op de achterkant van de omslagpagina vul ja dan de datum in, je nummer, je naam en je handtekening. Je bevestigt daarmee dat de gegevens op een correcte wijze werden ingezameld.
Het adres is niet geldig, want het hele huishouden is verhuisd.
In dit geval zoek je het nieuwe adres op. Wanneer je dit nieuwe adres hebt gevonden, schrijf je het over onder de vraag : Wat is het nieuw adres?'
Hulpmiddelen. Op het blad 'Verhuisinformatie' staan de namen van de contactpersonen of andere informatie die je eventueel verder kunnen helpen. Dit blad hebben we enkel aangemaakt voor de huishoudens die deze informatie hebben ingevuld in de lijsten van vorig jaar. Indien je er niet in slaagt om een gezin of een persoon te lokaliseren, gelieve het PSBHteam te contacteren : het NIS staat in voor het terugvinden van een maximaal aantal panelleden.
Voor het overige is de procedure dezelfde als hierboven aangeduid.
Het adres is niet geldig want het gaat over een 'nieuw huishouden'.
17
Een nieuw huishouden is een huishouden (eventueel een alleenstaande) dat is gevormd door een panellid : het is een afgesplitst huishouden. Het gaat bv over een jongere die zich zelfstandig vestigt, al dan niet met een partner. Of over een persoon die vorig jaar met iemand samenwoonde en nu gescheiden leeft. Je kent de namen van de betrokkenen vanuit het interview met het stam-huishouden. Het stam-huishouden is het huishouden dat op het zelfde adres van vorig jaar wordt geïnterviewd. Wanneer er niemand meer woont op het adres van vorig jaar, is het stamhuishouden het huishouden van de referentiepersoon van vorig jaar.
Wanneer de registratiestatus van een persoon in het rooster van het stamhuishouden '3' is, dan heb je de datum ingevuld van het weggaan in kolom 11 en op de achterzijde van de omslagpagina heb je informatie opgenomen om deze persoon in zijn nieuwe huishoudelijke context op te sporen. Je stuurt naar dit nieuwe adres een introductiebrief met brochure en je neemt contact op zoals gewoonlijk. Wanneer het adres te ver verwijderd is van jouw woonplaats, dan neem je contact op met de supervisor.
Voor deze huishoudens moet je een blanco contactenblad nemen. Het eerste werk is het overschrijven van het panelnummer huishouden van het stamhuishouden. Het adres vul je in onder 'nieuw adres'. In dit geval ken je de samenstelling van het afgesplitste huishouden niet vanuit de documenten die we je hebben meegegeven. Daarom moet je de samenstelling ter plekke noteren : het gezinshoofd op de eerste lijn en dan nadien alle leden van het huishouden te beginnen met de oudste. Onder registratiestatus moet ofwel code 7 : Persoon is verhuisd uit een eerder ondervraagd panelhuishouden ofwel code 8 ingevuld worden : andere persoon die deel uitmaakt van dit huishouden. Onder respondentstatus kunnen alle codes van toepassing zijn.
UITZONDERINGEN Alle situaties op het veld passen onder één van de voorgaande drie procedures. Behalve twee : wanneer een alleenstaande overleden is en wanneer er zich op hetzelfde adres twee huishoudens hebben gevormd.
18
In het eerste geval is het afgedrukte adres niet meer geldig, maar er is ook geen nieuw adres. Bovendien passen de categorieën van eindresultaat niet echt op deze situatie. De oplossing ligt in de middenpagina : je vult onder registratiestatus code 2 in : 'Persoon is overleden'. Dit is genoeg.
In het tweede geval is het adres nog wel geldig, maar er mogen géén twee huishoudens met één enkel contactenblad behandeld worden. Deze situatie behandel je als een nieuw huishouden : je schrijft het panelnummer van het stamhuishouden over op een nieuw contactenblad, en ook het oude adres. LET WEL ! De toevoeging van een A of B, is een wijziging van adres.
19
3.
De vragenlijsten.
3.1.
ALGEMEEN We beginnen met een aantal algemene afspraken die te maken hebben met het invullen van de vragenlijst. Je weet, na de bevraging komt het moment van de invoer van de gegevens. Bij deze invoer moeten we zoveel als mogelijk vermijden dat er fouten gemaakt worden die te wijten zijn aan het slordig invullen van de lijsten. Bovendien vereist het panelkarakter van dit onderzoek een bijzondere aandacht voor dit punt : volgend jaar ondervragen we deze mensen opnieuw, het is erg tijdrovend om verbeteringen te moeten aanbrengen die te maken hebben met een verwisseling van geslacht, een verschuiving van de geboortedatum enzovoort. De verwerking van de gegevens heeft uitgewezen dat niet alle vragen van de huishoudenlijst werden ingevuld. Daar deze vragenlijst altijd mondeling moet afgenomen worden, gaat het hier zonder twijfel om onnauwkeurigheid van de interview(st)er. We vragen met aandrang ALLES in te vullen wat noodzakelijk is. Controleer steeds of er geen blanco bladen zijn in de vragenlijsten.
Stuursysteem We houden hetzelfde stuursysteem aan als vorig jaar : zolang je bij een antwoordcategorie niet weggestuurd wordt, neem je de volgende vraag. De kaders omgrenzen een hoofdvraag met de eventuele bijvragen. Cijfers en letters
Bedenk dat het ene handschrift moeilijker leest dan het andere. Daarom vragen we alles in drukletters in te vullen. Vraag ook aan de mensen die hun vragenlijst zelf invullen, om in drukletters te schrijven. Een tweede afspraak betreft het noteren van de cijfers. Gelieve nooit de "1" (één) als een streepje "|" te schrijven. Ervaring leert dat dit achteraf als een doorhaling wordt begrepen, wat niet de bedoeling is. Het getal "zeven" noteer je als "7" en niet als "7" (zonder streepje). Hier wordt de verwarring met een één te groot. Als een vraag of antwoord niet van toepassing is, laat je het gewoon open. De tekst niet doorhalen en ook geen streepjes zetten.
20
Aantallen en eenheden
Wordt er naar een aantal gevraagd (zoals bv in aantal auto's, aantal kilometers) of naar een bedrag en er zijn er geen, dan vult u een nul in. De plaats openlaten mag je niet doen, want dan begrijpen wij dat als 'geen antwoord', wat niet juist is. Voor een tijdsopgave worden hokjes voor de uren en hokjes voor de minuten voorzien. Een half uur wordt dan : "0 uur en 30 minuten" Exact twee uren wordt dan : "2 uur en 0 minuten". En anderhalf uur wordt : "1 uur en 30 minuten". Wordt er gevraagd naar een tijdstip dan gebruik je het 24-uren schema. Drie uur in de namiddag wordt dan geschreven als : " 15 uur en 0 minuten".
Alle antwoordmogelijkheden overlopen !
Wanneer bij een reeks antwoorden telkens ja-neen wordt vermeld dan wordt verwacht dat er telkens een cijfer wordt omcirkeld. Nooit openlaten in geval van een neenantwoord ! Het openlaten begrijpen wij als een situatie waarin de respondent niet wil of niet kan antwoorden.
De antwoordkaartjes
Zowel voor de huishoudenlijst als voor de volwassenenlijst hebben we kaartjes gemaakt met de antwoordcategorieën. De kaartjes van de beide vragenlijsten zijn gebundeld in één boekje. Dit met een wit voorblad, is bedoeld voor het interview van een oud panellid. Het boekje met het groen voorblad omvat de kaartjes voor de nieuwe respondenten. Dit boekje moet gebruikt worden tijdens de mondelinge interviews. Laat de respondent met een cijfer antwoorden, wanneer een andere persoon aanwezig is !
3.2.
De vragenlijsten.
21
De huishoudenlijst. Stuurschema: Aard van de woning en comfort: 1-2,Datum van verhuis, vroegere woonplaats; 3 aard woning. 4-8, Kamers, voorzieningen in woning, oppervlakte. 9, bouwjaar ↓ WOONSTATUUT Eigenaars of mede-eigenaars: 12-14, Wie is eigenaar, hoe eigenaar geworden; 15-16, afbetalingen; 17, waarde woning; 18, rentetoelage.
Huurders of onderhuurders: 19, Verhuurder; 20-22, Huurprijs en kosten; 23, huurtoelage.
Gratis bewoners
24, Bedrag toelage; 25-26 renovatie, onderhoudswerken. 27, Verhuur deel woning. ↓
↓
ECONOMISCHE SITUATIE 28-34, Of huishouden consumptiegoederen heeft, wil, zich kan veroorloven; Of huishouden hulp heeft van buitenaf; Schuldenlast; Of eindjes aan elkaar knopen meevalt; Of noodzakelijke dingen aanwezig zijn; Of er moeilijkheden zijn met betalingen. ↓ INKOMEN 35-39, Totaal inkomen van huishouden. Bronnen van inkomen;voornaamste bron, schatting totaal inkomen; Mogelijkheid om te sparen; Oordeel over minimaal noodzakelijk inkomen; Verandering financiële situatie in voorbije jaar. 40, Totaal bezit van huishouden.
22
41-45, Inkomenssituatie tijdens 1993. OCMW-uitkeringen; Inkomen door verhuring; Inkomen door verkoop, erfenis, loterij; Uitgaven voor anderen; Besparingen door huisproductie; 46-47,zicht op algemene economische situatie; ↓ ↓ ADMINISTRATIE
Informatie over het invullen van de huishoudenlijst: * Identificatie. Het nummer van het huishouden vind je op de voorpagina van het contactenblad. Dit nummer wordt ook gebruikt voor de afgesplitste huishoudens. * Vergeet niet het begin- en einduur van het interview in te vullen. * Vragen waar met 'ja' of 'neen' op geantwoord moet worden : ALTIJD een van beide omcirkelen. Als er niets wordt aangeduid kunnen we niet achterhalen waarom dit niet is gebeurd.
* De huishoudenlijst wordt mondeling afgenomen : dit houdt in dat je de vragen VOLLEDIG voorleest (ook de bijgevoegde commentaar). Enkel wanneer er staat 'voor de interviewer', gevolgd door een tekst in italics, is de boodschap voor jou bestemd en niet voor de ondervraagde persoon. * Vraag per vraag. Vraag 1. In deze vraag slaat 'u' op de ondervraagde persoon zelf. Vanaf vraag 2 slaan de vragen op alle leden van het huishouden. Vraag 3 Wanneer dit duidelijk is voor de interviewer vanuit het zicht op de woonst, moet deze vraag niet gesteld worden. De interviewer vult zelf in.
23
Vraag 4 De keuken wordt niet meegeteld, wanneer deze een aparte ruimte vormt. Wanneer de keuken ingebouwd is in de living wordt het geheel als één kamer gerekend. Wanneer een kamer zowel voor de zaak als voor het privé-leven wordt gebruikt, dan wordt ze meegeteld; wanneer ze enkel voor de zaak wordt gebruikt, dan wordt ze niet meegeteld. Vraag 5a Een woonst heeft een aparte keuken, wanneer er een kookruimte is die niet tegelijkertijd wordt gebruikt als slaapruimte. Dus, een kitchenette, ingebouwd in de living is een 'aparte keuken'. 'Centrale verwarming' betekent dat verschillende kamers tegelijkertijd kunnen verwarmd worden vanuit één bron. Deze verwarmingsbron kan al dan niet gedeeld worden met andere woonsten, zoals bv in een appartementsblok. Maar, niet alle kamers moeten noodzakelijk vanuit deze bron kunnen verwarmd worden. De beslissing hangt af van de grootte van de woonst. Wanneer de woonst slechts één kamer telt, dan is er centrale verwarming, wanneer de verwarmingsbron ook door andere kamerbewoners of appartementen wordt gebruikt. Wanneer de woonst 2 à 4 kamers telt, dan moeten minstens twee kamers centraal verwarmd worden. Wanneer de woning 5 of meer kamers telt, dan moeten er minstens drie kamers centraal verwarmd worden. Hetzelfde geldt voor de elektrische verwarming. U omcirkelt 'ja' wanneer een voldoende aantal kamers ofwel centrale verwarming ofwel elektrische verwarming hebben. Een 'tuin of terras' moet zeer ruim begrepen worden : voorwaarde is dat de ondervraagden kunnen buiten zitten. Dus een terras, een balkon, een dakterras, een met anderen gedeelde tuin ... is een 'ja'-antwoord. Vraag 10 Bij deze vraag worden er geen normen voorgehouden voor wat een 'gebrek' is. Het gaat over het subjectief aanvoelen van de respondent dat er zich voor hemzelf of een ander lid van het huishouden een probleem stelt of niet. 'Lawaaihinder ' slaat op elke bron van lawaai. 'Te donker...' : dit moet niet voor alle plaatsen gelden; te donker in één kamer is voldoende om 'ja' te omcirkelen. 'Moeilijk te verwarmen' : hier slaat het probleem in eerste instantie op de installatie, gegeven de aard van de woonst, en niet op de kostprijs van de verwarming. De kostprijs is slechts een probleem wanneer deze rechtstreeks verbonden is met het type van verwarming. Vraag 11 We noemen iemand 'huurder of onderhuurder', ook wanneer de totale huurprijs gedekt wordt door een woonsubsidie, afkomstig van een openbare dienst of van een private organisatie. Gratis bewoners zijn enkel degenen die in het totaal geen huur moeten betalen, bv omdat het bedrijf in huisvesting voorziet.
24
Vraag 15a De vraag slaat uitsluitend op de actuele situatie. Wanneer de eigendom met een lening werd verworven, die nu is afbetaald, luidt het antwoord 'neen'. Vraag 15b Voor alle bedragen geldt dat er gevraagd wordt naar het bedrag dat bruto wordt betaald of gekregen. Dit wil zeggen dat er géén rekening wordt gehouden met het effect van de belastingen. Vraag 18 De 'rentetoelage' is een nieuw systeem in het huisvestingsbeleid, waarbij aan de koper een toelage wordt verleend voor de afbetaling van zijn woonst. Andere toelagen komen in aanmerking wanneer ze op regelmatige basis (niet eenmalig) worden uitbetaald. Vraag 19 'Een overheids- of gemeenschapsinstelling' omvat ook een huisvestingsmaatschappij, een liefdadigheidsinstelling. 'De werkgever ...' : deze categorie omvat alle gevallen waarin de huisvesting te maken heeft met de tewerkstelling van één van de leden van het huishouden. De aard van de werkgever - een organisatie, een onderneming, een individu- is hierbij onbelangrijk. Deze categorie heeft prioriteit op de volgende, in de situatie waarin beide antwoordmogelijkheden van toepassing zijn.
Vraag 20 Ook hier is het de bedoeling om het bedrag te kennen voor de aftrek van eventuele huursubsidies. Vraag 21 Wanneer de elektriciteitsrekening of de gasrekening zowel de kosten dekt voor verwarming als voor bv het koken, dan wordt op beide items met 'ja' geantwoord. Het is dus niet noodzakelijk dat er afzonderlijke rekeningen zijn. Er moet met 'ja' geantwoord worden wanneer er lasten zijn die bovenop de huur moeten betaald worden, ongeacht de persoon of instantie waaraan betaald wordt. Maar, alle kosten die door de huurprijs gedekt worden krijgen in deze vraag het antwoord 'neen'.
Vraag 24a Het gevraagde maandelijkse bedrag slaat op de laatste betaalde maand. Het aantal maanden heeft betrekking op het afgelopen jaar, 1993. Het ligt in de bedoeling om een schatting te maken van het jaarlijkse bedrag, vertrekkende van deze beide gegevens.
25
Vraag 29a Bij deze vraag ligt het in de bedoeling om tweemaal de lijst met items te overlopen : eenmaal om te registreren of het item in het huishouden aanwezig is, en een tweede maal om voor de objecten die niet aanwezig zijn te achterhalen of dit te maken heeft met een financieel probleem. De term 'bezit' wordt breed genomen : wanneer slechts één lid van het huishouden over het item kan beschikken, is het voldoende. 'Tweede verblijf' kan in eigendom zijn of op langere termijn gehuurd. Wanneer een eigendom permanent wordt verhuurd aan anderen, dan is dit géén 'tweede verblijf'. De eigendom moet door een of meerdere leden van het huishouden af en toe bewoond worden. Vraag 31a De vraag slaat op leningen, aangegaan in een koopovereenkomst (bv een auto op afbetaling). Het gaat niet over bv het geld opnemen met een kredietkaart. Vraag 33 Hier gaat de vraag niet of men deze items al dan niet wenst, wél over de mogelijkheid om erin te voorzien wanneer men het wenst. Het antwoord is 'ja', wanneer minstens één lid van het huishouden het zich kan veroorloven. 'Het jaarlijks een week op vakantie gaan': het gaat over de mogelijkheid om dit te betalen. Wanneer men gratis bij vrienden of kennissen kan verblijven, maar zich geen vakantie kan betalen, is het antwoord 'neen'. Vraag 34 In deze vraag wordt een niet-antwoord mogelijkheid toegevoegd : sommige van de items zijn niet op alle situaties van toepassing (bv huur betalen voor eigenaars). Het neen- én het NVTantwoord krijgen dezelfde code,2. Vraag 35a Bij deze vraag wordt rekening gehouden met de inkomens van alle leden van het huishouden. Het is dan ook best mogelijk dat de grootste bron van inkomen, de som is van het inkomen van hetzelfde type van verschillende personen in het huishouden. Vraag 37 Het adjectief 'normaal' moet begrepen worden als gedurende minstens 6 maanden per jaar. Vraag 38 De interviewer mag zelf geen definitie geven van 'de eindjes aan elkaar knopen'. Dat moet de respondent zelf doen. Vraag 39 De term 'financiële situatie' moet ruim begrepen worden : het gaat niet enkel over de ikomenssituatie maar ook over de lasten en de schulden die men draagt.
26
Vraag 41a Wanneer het huishouden op een onregelmatige basis geld heeft ontvangen van het OCMW en/of ongelijke bedragen, dan maakt u een gemiddelde, rekening houdend met het aantal maanden en het totaal ontvangen bedrag. Vraag 42a Hier gaat het niet over betalingen tussen huishoudleden. Vraag 42b Net als bij de andere inkomensvragen gaat het hier over een brutobedrag, dit wil zeggen voor de aftrek van belastingen. Kosten die met de eigendom verbonden zijn, mogen wel afgetrokken worden. Vraag 46 'Grote aankopen' gaat over duurzame goederen, uitgezonderd de aankoop van een huis. De kindlijst: Vraag 8a : het gaat hier om regelmatige opvang, NIET om af en toe babysitten. Vraag 23 : we willen weten hoeveel iemand slaapt per etmaal, dus op 24 UUR.
27
De volwassenenlijst
Stuurschema.
HOOFDBEZIGHEID (Economische activiteit) Huidige beroepsactiviteit ↓
↓
HOOFDSTATUS : BEROEPSAKTIEF (min 15 u per week)
HOOFDSTATUS: NIET TEWERKGESTELD
Belang; wanneer en hoe werk gevonden; eventueel vorig werk.
Situatie; type opleiding voor schoolgaanden.
Profiel van de job : beroep, categorie; relatie tot opleiding; sector; vreemde talen; status;uren; reden voor deeltijds werk.
Indien occasioneel werk in laatste 7 dagen : aard, uren, reden deeltijds;inkomen.
Indien werknemer/leercontract: aard contracten; inkomen; dienstenaanbod door werkgever;
Indien op zoek naar werk: beschikbaarheid.
Voor alle beroepsmatige :Tevredenheid met werk; afwezigheid; bijberoep; al dan niet werkzoekend. ↓
↓ {schoolgaanden}
| Mobiliteit ↓ Laatste hoofdberoep ↓
↓
28
SOCIALE RELATIES EN VERANTWOORDELIJKHEID Aanwezigheid van anderen tijdens interview Dagelijkse activiteiten : opvang van kinderen, van anderen; uren hieraan besteed. Verenigingsleven en ontspanning : lidmaatschap, vrijwilligerswerk, socio-kulturele aktiviteiten, buurtleven, kontakten.
↓ AKTIVITEITEN TIJDENS VOORBIJE KALENDERJAAR Opleiding en vorming in 1993 : aard, duur, betaler,nut. Aktiviteitenstatus maand per maand in 1993; onregelmatig werk. ↓ INKOMEN TIJDENS VOORBIJE KALENDERJAAR Inkomen voor loontrekkende : totale inkomen uit loon in 1993; overuren, andere vergoedingen. Inkomen voor zelfstandige. Inkomen uit beroepsaktiviteit, niet begrepen in tot nu aangegeven inkomen. Uitkeringen uit sociale zekerheid, kategorie per kategorie; kinderbijslag; studiebeurs; geboortepremie. Financiële steun door anderen, alimentatie; Financiële steun aan anderen; Inkomen uit kapitaal, uit verzekeringen; extra-betalingen voor pensioen. Beheer van inkomsten in het huishouden.
↓ GEZONDHEID Algemene gezondheidstoestand en gebruik van diensten; ziekteverzekering. Handikap Geestelijke gezondheid.
29
↓ BIOGRAFIE Demografische en verhuisinformatie: Plaats en datum van geboorte, nationaliteit, geslacht. Intergenerationele relaties 1: Kinderen buiten huishouden,afstand, contact, wederzijdse hulp; Intergenerationele relaties 2: vader, moeder in leven, afstand en contact met ouders. Indien thuiswonend : delen in huishoudelijk werk. Huidige burgerlijke staat, samenwonen, gezinstype, taakverdeling. Eerste beroepservaring, ervaring met werkloosheid, hoogst behaald diploma, stoppen met studeren. Algemene tevredenheid. ↓ ENKEL VOOR NIEUWE PANELLEDEN UW MENING Huwelijkswaarden Opvoedingswaarden Geloof Politiek. ↓ ADMINISTRATIE VAN HET INTERVIEW VERHUISINFORMATIE
Identificatie (kader op eerste blz): Het nummer van het huishouden is hetzelfde als het nummer dat u op de vragenlijst 'huishouden' heeft geschreven. Het persoonsnummer vindt u in het contactenblad.
-Ook hier datum, begin- en einduur van het interview invullen wanneer je het interview zelf afneemt. Als de volwassenenlijst wordt achtergelaten, vraag dan aan de mensen of ze willen opmeten hoelang ze met het invullen van de vragenlijst zijn bezig geweest. Dit wordt achteraan in de lijst expliciet gevraagd.
30
Vraag 1 Volgende vormen van economische activiteit worden in dit onderzoek NIET als werk beschouwd: * onbetaald werk voor een gezinslid, behalve wanneer deze persoon een eigen bedrijf heeft. Ook onbetaald werk voor een persoon die niet tot het huishouden hoort. * onbetaalde gemeenschapsdienst of vrijwilligerswerk. * het investeren in een zaak, zonder enige bijdrage tot het bestuur of het functioneren van deze zaak, bv het hebben van aandelen in een onderneming. * onvrijwillig werk in specifieke situaties die met dwang gepaard gaan, ook wanneer men daarvoor betaald wordt; bv werken als gevangene. * onbetaald huishoudelijk werk. Vraag2 'Tijdelijk onderbroken' : Als de periode van 'tijdelijke onderbreking' langer duurt dan 6 maanden, dan is het antwoord 'ja' ENKEL EN ALLEEN wanneer de betrokkene een loon of vergoeding krijgt. Wanneer het werk seizoensgebonden is (enkel tijdens het toeristisch seizoen, enkel tijdens de pluk-periode) en de bevraging gebeurt buiten dit seizoen, dan is het antwoord 'neen': de tewerkstelling is niet tijdelijk onderbroken, er is geen tewerkstelling. Een persoon is als zelfstandige bezig, wanneer hij/zij een kantoor, winkel, boerderij of andere plaats heeft waar het beroep wordt uitgeoefend of een machinepark/instrumenten heeft die nog worden gebruikt. Vraag 6 De vier eerste mogelijkheden zijn van toepassing op de werknemers. Wanneer een werkgever de betrokkene zelf heeft benaderd, dan is de eerste categorie van toepassing. Vraag 7a 'Dit werk' slaat op het werken bij dezelfde werkgever, ook wanneer de inhoud van het werk is veranderd. Wanneer er een onderbreking is geweest die langer duurde dan 6 maanden, dan is er een vorig werk, ook wanneer dit bij dezelfde werkgever is. 'Werkloos' slaat op de situatie waarin de betrokkene niet werkt of minder werkt dan 15 uur per week. De respondent beslist zelf of deze situatie al dan niet als werkloosheid moet geïnterpreteerd worden. Vraag 8a Ook hier heeft 'werk' enkel betrekking op situaties waarin er minstens 15 uur per week gepresteerd werd; Vraag 8d Wanneer het werk hetzelfde is, na een onderbreking van minstens 6 maand, dan worden de jobs toch met elkaar vergeleken. Vraag 16a De overuren moeten niet noodzakelijk betaald zijn.
31
Vraag 17b Wanneer verschillende redenen gelijkelijk van toepassing zijn dan moet de eerst voorkomende reden aangestipt worden. IQ25 Er wordt op verschillende plaatsen naar het inkomen gevraagd. Wanneer iemand slechts één job heeft en de enige verdiener is, dan is het mogelijk dat op alle inkomensvragen hetzelfde antwoord moet gegeven worden. En dit, niettegenstaande de vragen toch naar iets anders peilen : IQ25 slaat enkel op de huidige situatie én op het hoofdberoep; IQ96 gaat over het hele voorbije jaar en over alle inkomsten uit arbeid van de ondervraagde; HQ27 gaat over de som van inkomens van alle leden van het huishouden. IQ29 'Gezondheidszorg'?? verwijst naar elk aanbod vanuit de werkgever dat te maken heeft met preventieve of curatieve gezondheidszorg : gratis consultatie bij een geneesheer, eerste hulp diensten, regelmatige screening, ziekte verzekering... 'Opleiding en vorming' verwijst naar formele initiatieven, ongeacht of deze georganiseerd worden op de werkplaats dan wel betaald worden door de werkgever. IQ30 'Werkomstandigheden' gaat over alles (werkomgeving, sociale relaties...), behalve over het loon. 'Afstand naar het werk/pendel'???? refereert aan de omstandigheden waarin de afstand tussen werk en thuis wordt afgelegd. Indien de ondervraagde thuis werkt, dan wordt 'heel tevreden' omcirkeld, tenzij de respondent zegt minder tevreden te zijn. IQ34 Wanneer de ondervraagde verschillende bijkomende jobs heeft : maak de som van alle uren, besteed aan bijkomende jobs. IQ36 Vrijwilligerswerk hoort bij de categorie 'gemeenschapsdienst of legerdienst'. IQ38 Hier wordt een zeer ruime definitie van 'werk' gehanteerd : betaling of winstmaken is vereist, maar dit moet niet noodzakelijk in cash zijn. IQ44 Deze vraag gaat over het totaal aantal uren die iemand aan betaald werk besteedt. In principe kan dit aantal niet meer zijn dan 15 uur per week. Wanneer het werk onregelmatig is, moet toch geprobeerd worden om een gemiddeld aantal uren op te geven, niettegenstaande er een antwoordmogelijkheid 'onregelmatig werk' voorhanden is. IQ45 Wanneer verschillende antwoorden van toepassing zijn, moet de eerste mogelijkheid die van
32
toepassing is worden omcirkeld. IQ46 Noteer dat onbetaald werk ook mogelijk is. IQ48-49 Het opgegeven bedrag moet slaan op het aantal uren dat in de vorige vraag werd aangegeven : ofwel het totaal aantal uren aan betaald werk, wanneer de betrokkene een totaal andere job wil; ofwel het aantal bijkomende uren wanneer de respondent een bijkomende job zoekt. IQ71 Ook kinderen die speciale zorgen nodig hebben, bv mentaal of fysiek gehandicapte kinderen, worden hier bedoeld. IQ72 In de gevallen waarin er minimum 3 dagen per week besteed worden aan deze opvang: omcirkel het aantal uren per dag. In de gevallen waarin deze opvang minder dan drie dagen per week beslaat, moet het totaal aantal uren gedeeld worden door 7; het resultaat komt dan in één van de drie categorieën. IQ73 Hier worden de gehandicapte kinderen niet meegerekend. IQ78 Actief lidmaatschap is niet vereist. IQ81 Een ruime definitie van 'contact' wordt hier bedoeld : ook contact met postbode, een gesprek tijdens het winkelen... IQ82 Hier gaat het enkel over formele opleidingen. On-the-job training in een informele context hoort hier niet bij. IQ86 'Voltijds' slaat op een cursus van minimaal 5 uren per dag, gedurende minimaal 4 dagen per week, gedurende het hele cursusprogramma. Een cursus die minder dan een week beslaat is 'voltijds', wanneer de cursus (minimaal 5 uren per dag) op opeenvolgende dagen wordt gegeven; een cursus van één dag is 'voltijds', wanneer er minstens 5 uren les werd gegeven. IQ110 De toevoegingen hebben tot doel om te vermijden dat hetzelfde inkomen door verschillende personen wordt vermeld. IQ120 Het gaat hier enkel over consultaties die te maken hebben met de eigen gezondheid, niet met
33
deze die verband houden met de gezondheid van andere huishoudleden (bv kinderen). IQ126 Wanneer de ondervraagde tijdens verschillende periodes in Vlaanderen of Brussel woonde, schrijf dan het jaar op van het begin van de meest recente periode. IQ133 Hier gaat het ook over kinderen die overleden zijn of geadopteerd; niet over pleegkinderen.
34
De lijst voor personen,verhuisd naar een collectieve voorziening Tijdens deze onderzoeksronde houden we enkel de pagina over waarin gepeild wordt naar de reden waarom de respondent in een collectieve voorziening werd opgenomen. De vragen worden gesteld aan de betrokkene zelf of aan iemand die goed geïnformeerd is.
De beknopte vragenlijst Sommige panelleden (aantal = 52) werden tijdens de vorige ronde met een beknopte vragenlijst bevraagd door de supervisor. We proberen dit jaar opnieuw met de volledige lijst; als dat niet lukt, dring je aan om toch een beknopte lijst in te vullen.
35
4.
OVERZICHT VAN HET VELDWERK.
Het veldwerk duurt 2 maanden : het begint op 1 mei en eindigt op 30 juni 1993. De ervaring met de beide eerste golven heeft uitgewezen dat we een buffer moeten voorzien : daarom kan de veldwerkperiode uitgestrekt worden tot einde september. Doch dit uitstel staan we enkel toe bij uitzonderlijke omstandigheden.
4.1.
DE TRAINING
Vanaf de laatste week van april worden de trainingen voor de interview(st)ers georganiseerd. Ze hebben gespreid over het Vlaamse landsgedeelte plaats (Antwerpen, Gent, Leuven, Roeselare). De nieuwe interviewers (degenen die nog niet hebben gewerkt voor de Panel Studie van Belgische Huishoudens), worden, indien nodig, bijgestuurd tijdens een gesprek met de supervisor nadat ze drie huishoudens volledig hebben afgewerkt.
4.2.
DE BUNDEL.
Na de training ontvangt elke interview(st)er : 1) een lijst met de adressen van de panelhuishoudens; 2) introductieomslagen (met brief) en afzonderlijk, de etiketten met adressen; 3) introductiekaartjes; 4) niet-thuiskaartjes; 5) de adrespagina's; 6) de bladen 'Samenstelling huishouden vorige golf'; 7) de omslagpagina's van het contactenblad; 8) de bladen 'Verhuisinformatie' 9) huishoudenlijsten; 10) volwassenenlijsten; 11) 3 lijsten voor mensen in collectieve voorzieningen; 12) 20 grote bruine omslagen, voor afgewerkte dossiers. 13) wit afrekeningsformulier, roze + groene betaalformulieren. 14) de brochures voor de panelleden
36
In deze en alle volgende bevragingsrondes is het de bedoeling om zoveel mogelijk panelleden, leden van de huishoudens die 16 jaar zijn geworden, en in de mate van het mogelijke ook zoveel mogelijk nieuwe huisgenoten te bevragen. Er is niet voorzien in de vervanging van de personen die niet meer meedoen. Met andere woorden, het succes van deze derde ronde hangt opnieuw af van het aantal panelleden die opnieuw meedoen. De adressen uit de lijst kunnen in een willekeurige volgorde aangesproken worden.
4.3.
HET VERLOOP VAN HET VELDWERK.
De eerste stap
De eerste stap is het opsturen van een introductieomslag. Ofwel schrijf je het adres zelf over, ofwel gebruik je een voorgedrukt etiket. Deze omslag bevat reeds een introductiebrief. Vergeet niet de brochure en het introductiekaartje in te vullen en toe te voegen aan de omslag. Vermeld ook je eigen adres op de voorkant van de omslag. Je raakt immers niet op de hoogte van problemen met de verzending wanneer de post je daarvan niet kan verwittigen. We stellen voor om het eerste contact met de bewoners van minstens 15 adressen zo vlug als mogelijk te realiseren. Dan heb je reeds een agenda voor de eerste weken.
De tweede stap
Je neemt contact op met de bewoners van het adres op het moment dat je vermeld hebt op het introductiekaartje. Tijdens deze golf kan de afspraak telefonisch worden gemaakt wanneer je het huishouden reeds kent; anders is een contactname aan de deur beslist beter. Je neemt je legitimatiebewijs, een niet-thuiskaartje, het volledige contactenblad mee. Vergeet ook niet het blad 'Samenstelling Huishouden vorig jaar' mee te nemen. We raden je ten stelligste aan om je -voor het bezoekvertrouwd te maken met de samenstelling van dit huishouden vorig jaar door het overschrijven van de data.
37
Dan zijn er de vragenlijsten (die je gecontroleerd hebt op blanco bladen) : de huishoudenlijst en de nodige volwassenenlijsten. Je gaat na of de bewoner(s) dezelfde is (zijn) als aangegeven. Als dit het geval is of als de personen die er nu wonen 1 huishouden gevormd hebben met de persoon die werd aangeschreven, vraag je hen om opnieuw mee te werken aan het panel. Je onderzoekt wie deel uitmaakt van het huishouden dat op dit adres woont en noteert dit alles op het contactenblad. Dan neem je het interview af (huishouden- en eindlijst) van de persoon die het best op de hoogte is van het en de kinderen en bij alle personen die geboren zijn voor 1 april 1978 (volwassenenlijst). Het is duidelijk dat we hier vertrekken van de veronderstelling dat het huishouden gevonden wordt. Dit zal echter niet altijd het geval zijn. Wat je moet doen in het geval dat mensen niet meer wonen waar wij hen vorig jaar ondervroegen, bespraken we reeds in deze handleiding (de opvolging). Wanneer er panelleden zijn die niet meer willen meewerken, probeer dan toch het huishoudenrooster in te vullen.
De derde stap.
Nadat je de vragenlijsten van de leden van dit huishouden (inclusief de documenten van de afgespliste delen van het originele huishouden) in je bezit hebt en ze gecontroleerd hebt op volledigheid en accuraatheid, steek je ze in een bruine envelop, samen met het contactenblad en je stuurt deze per drie op naar jouw supervisor. Hiervoor maak je gebruik van een 'postpac', te verkrijgen in elk postkantoor. De kosten hiervoor breng je bij de afsluiting in rekening bij onkosten (groen formulier) aan de hand van een gedetailleerde boekhouding. Daar de dozen niet gesloten zijn, vragen we je er nog een extra touw rond te doen. Het zou spijtig zijn als er door eenvoudige nalatigheid dossiers zouden verloren gaan. We zullen zelf dit materiaal ophalen tijdens de eerste week van juni, respectievelijk juli, bij de supervisoren. Dit laat ons toe om een overzicht te houden van de ontwikkelingen in het veldwerk en om reeds met de editing en de invoer van de gegevens te beginnen, waardoor we de data vlugger ter beschikking kunnen stellen voor analyse.
Als er zich bij jouw huishoudens een verhuizing of een afsplitsing heeft voorgedaan waarbij de afstand voor jou tot het nieuwe adres té groot is, dan stuur je het voor jou afgewerkte dossier naar jouw supervisor. Zij/hij zorgt er dan voor dat het panellid door een andere interviewer in die regio wordt ondervraagd.
Het laatste postpac dat je naar jouw supervisor stuurt, bevat :
38
- de laatste afgewerkte dossiers - de laatste contactenbladen van de huishoudens die niet meewerken - al het materiaal dat je teveel hebt - de reeds ingevulde afrekeningsformulieren : één (roze) voor de honoraria en één (groen) voor de onkosten + het witte formulier.
Vergeet niet de contactenbladen te ondertekenen en vul al de betalingsformulieren zo gedetailleerd als mogelijk in. Op die manier vermijd je vertraging bij de uitbetaling. Gebruik ook slechts één interviewernummer, ook wanneer je dossiers van andere interviewers overneemt. Jouw nummer is het nummer dat op jouw legitimatiekaartje staat.
39
5.
VOLLEDIGHEID VAN EEN DOSSIER
De supervisor controleert de volledigheid van het dossier. Een dossier is volledig als we over alle nuttige informatie beschikken over de leden van het huishouden van vorig jaar. Maar, net zoals vorig jaar, omvat een huishoudendossier steeds minstens één huishoudenlijst en één volwassenenlijst.
GULDEN REGEL : Een dossier is volledig, wanneer alle nuttige informatie is verzameld rond alle panelleden van het originele panelhuishouden.
De documenten worden per huishouden van vorig jaar bij elkaar gebracht om het controlewerk te vereenvoudigen.
40
41