BELGIE [-BE LGInUE-]
ook
F^05.00 ^ ^rQ1ti 11a^CÍ^ÉiUI1L .(^j j va^L 1 nn Q &. ni
N1735
c^e[ae
van het ja nb aan il eie en
Aan █████████ Van Doorne - Frechier Odetta █████████ █████ Guido Gezellelaan █████████ 54 █████ 9800 DEINZE █████████ █████ █████
Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze
Herman MAES
13° jaargang nr. 5
Ten Bosse 11
9800 Deinze Tel. 091 /86.24.53
MEI 1993
We nodigen uit tot de voorstelling van een extra K.O.K.-boek In de greep van het geweld Deinze mei 1940
door Tony Vanhee in het Museum op zondag 23 mei om 10.30 uur. Het boek zal er van dan af beschikbaar
zijn
tegen 700 F voor
K.O.K.-leden en 850 F voor niet-leden. Over de
ramp
op de
markt
en aan de Vaart in mei '40 325 blz. +
illustraties (enig).
8 oktober 199.3: K.O.K.
65 jaar
Feest- eten in de Brielpoort.
172 3.
12 oktober 1993: voordracht door Prof. Chris Vandenbroeke : Vrijen van de middeleeuwen tot nu
september-uitstap : Antwerpen '93
Tentoonstelling Antoon De Clerck van 28 mei tot 28 juni 1993 Op 28 mei : inleiding door Dr. Paul Huys.
Nogal wat leden vroegen of ze de tekst van de toespraken konden krijgen die bij de openstelling van
de tentoonstellingen Karel
Picqué en Kartografie
werden uitgesproken. We voldoen graag aan dit verzoek : 1. Karel Picqué
2. Kartografie (in volgend K.O.K.-blad) (de N.B. behoorden niet tot de toespraak. Maar een onderwerp geraakt nooit uitgeput.)
1364.
Charles Louis Picqué (1799 _ 1869) In juli 1939 -
men leefde in gespannen vrede - vierde de kunst en
oudheidkundige kring van Deinze zijn tienjarig bestaan :
gesticht : officieus in oktober 1928 officieel in februari 1929 Men vierde dat 11 met een openluchtopvoering van het toneelwerk Philippina van Vlaanderen, geschreven door de
in
1823
te Deinze geboren Desiré Delcroix, die naar
Brussel verhuisde en er zeer bedrijvig was in de onderwijssektor en de sektor Nederlandse Kultuur.
1724.
Hij werd er de eerste en enige staatsambtenaar voor Nederlandse kuituur ; toen hij stierf, 1887, kreeg hij zelfs geen opvolger. Men vierde die tiende verjaardag 2° met een tentoonstelling van 20 werken van Karel Picqué die men toen noemde "een Deinsche volksjongen die onder de leiding van Paellnck te Gent, en gesteund door de (zeer rijke Deinse) familie Ottevaere, zijn aanleg tot schilderen liet opbloeien" (cit KOK jb 1940 p 124). Deze Picqué was een generatie ouder dan Delcroix ; geboren 1799, en verhuisde ook naar Brussel. Het was Hugo Van den Abeele die 1939 had voorgesteld deze tentoonstelling te houden.
Hij had ze ontworpen, bijeengebracht en toegelicht ; het was
Albert Saverijs die voor de opstelling zorgde. Binus Van den Abeele, Hugo's vader, was begonnen als schrijver van volkse verhalen en van een merkwaardig-goede "Geschiedenis van Deinse", uitgegeven in
1865.
Binus liet de pen liggen
voor het penseel en
werd
schilder, de man die de Latemse groepen deed ontstaan. Eerst schepen, dan burgemeester van Sint-Martens-Latem, eindigde hij als gemeentesekretaris en als een soort lokker en verzorger van jonge schilders en literaten.
Hugo begon als schilder onder de vleugels van zijn vader, maar ruilde het penseel voor de pen - ook beroepshalve, want hij volgde zijn vader op als gemeentesekretaris van Latem en nadien ook van Deurle. Hugo kende dus via zijn vader, de Latemse schilders en hun tradities en hun verhalen over geslaagde en over mislukte collega's.
Het is allicht van zijn
vader en van diens vrienden dat hij een en ander vernam over de suksescarrière van Charles Picqué, een en ander dat hem later aanzette tot het opzoeken.
Want de schilder Picqué heeft Hugo van den Abeele niet
meer los gelaten ... zijn 86e jaar in 1974. over Charles
leven lang niet
meer ... en dat was toch tot zijn
Hugo is er echter nooit in geslaagd zijn vele vondsten
Picqué, genoteerd op papiersnippers van allerlei
ordenen, ... laat staan tot een
KOK-bijdrage
formaat,
te
af te werken, al was dat
jarenlang zijn bedoeling. Maar hij heeft wel de belangstelling wakker gehouden. Aan hem is het te danken dat de nieuwe straat - hat was lang een brede zandweg, nadien kasseiweg - van de Gentpoortstraat naar Bachte in 1931 de naam Karel Picquélaan kreeg, er stonden toen prachtige bomen aan beide kanten van de weg ; pas omstreeks
1960 werden
ze geveld. In het
jaarverslag over 1931 van KOK lezen we dat de kring toen "een geschilderd mansportret had gekocht te Gent, geschilderd door onze stadsgenoot Karel
1725.
Picqué ; dit schilderij kreeg toen een ereplaats in het KOK lokaal", schreef de toenmalige sekretaris Gaston Baert. Maar KOK had toen ook een tweede sekretaris en in 1931 was dat Boris Huys, onderwijzer, de man die een paar jaar later vader zou worden van een zoontje dat ingeschreven en gedoopt werd onder de naam Paul Huys.
Men sprak toen van Karel Picqué, niet van Charles, bij ons uitgesproken als Charel. De vorm
van de voornaam,
trouwens
ook
ervan, was en is
de keuze
ti jdsgebonden. In het ancien regime was dat Carolus Ludovicus, in de Franse tijd was het Charles Louis (uitspraak Charel en charlowie) ; in de Hollandse tijd was het dan Karel Lodewijk. De schilder noemde zich in zijn
In Deinze was dat
Italiaanse tijd Carlo.
Charel of deftiger en oorspronkelijker Karel, om de pejoratieve reminiscentie te ontlopen die besloten ligt in uitdrukkingen als "dat is me nogal ne sjarel" of "ne sjarlowie". Een flinke
generatie na
borelingske van
Hugo Van
den Abeele heeft
dat zopas genoemde
Boris Huys, die tweede-KOK-secretaris, namelijk Paul Huys,
zich een paar jaren op diezelfde Karel Picqué gestort ; Paul Huys, germanist van opleiding ; Paul Huys die reeds een fraaie studie over Albert Saverijs op zijn naam staan heeft en een studie over Verdegem ... naast veel ander werk en naast zijn kultureel-adviserende funktie Oost-Vlaanderen. heeft Dr.
hij
het provinciebestuur van
In de loop der jongste jaargangen van ons KOK-Kontaktblad
Paul Huys herhaaldelijk
notities geschreven over
Brusselaar Charles Picqué. Het waren begeleidende aantekeningen, vragen bij het zoekwerk naar leven en
werk
deze Deinse opmerkingen, van Charles
Picqué, notities ook van anekdotische aard die in het boek nauwelijks aangeraakt worden of amper vermeld omdat ze niet essentieel zijn, allemaal geschreven met de bedoeling informatie los te weken. We hebben het resultaat van die zoektocht nu voor ons liggen. In 1930 : 20 Picqués - veel meer kende men er niet - maar Hugo Van den Abeele wist dat er wel wat meer moest zijn ... ten minste 40. Paul Huys
beschrijft er nu - niet 20 - maar 200, en hij heeft ze allemaal
gelokaliseerd en
gezien.
Ik zeg : "beschrijft" ; dat is meer dan eventjes
vermelden of opsommen. Daarnaast zijn er nog tekeningen en lithografieén en kent hij uit vermeldingen nog honderd werken die nog niet lokaliseerbaar zijn en misschien zelfs in Engeland of in Italië hangen - misschien zelfs hier te lande ergens verborgen in privébezit.
172.6.
Aangezien Picqué vooral portretten schilderde veronderstelt dat meteen dat we weten wien hij portretteerde - en dus moest Paul Huys ook op zoek naar naam en toenaam van de man, de vrouw, het kind, het gezin, de groep door Picqué geschilderd, waardoor we meteen een hele portretten galerij hebben van gegoede en van vooraanstaande personen uit de jaren 1830 - 1970 (64 in het boek). De jonge Picqué leerde schilderen bij zijn oom, de bescheiden Pieter Cras, de broer van
Picqués moeder,
Maria
Judoca Cras.
Moeder Picqué, een
vruchtbare vrouw, en haar broer Pieter waren de kinderen van Johannes Ferdinandus Cras, de stadsbode van Deinze, een man die honderden geboorten en overlijdens in Deinze hielp aangeven. Deze Johannes Ferdinandus was de zoon van Judocus Cras, ook stadsbode te Deinze, hier geboren in 1703 als zoon van Carolus Cras, geboren in
1672,
misschien ook al in Deinze. De Cras-vleugel was dus sedert generaties, alleszins sedert 1700 te Deinze honkvast. De Picqué-vleugel van de
familie
was hier minder honkvast. Charles
Picquéss vader kwam van Aarsele naar Deinze en was hier kleermakersgast bij Pieter Verleye. Charles Picqués grootvader was in Tielt geboren en was in Aarsele komen wonen. De vader en de grootvader van de grootvader van de schilder en hun echtgenote waren allen in Tielt geboren en die brengen ons naar de jaren .1660. De naam werd toen zonder accent geschreven ; ze heetten Pycke. Onze schilder was het derde kind van zijn vader, het eerste uit een tweede huwelijk. Philippe Picqué was eerst met een Minnens getrouwd alvorens hij met Cras trouwde. Vader Picqué had twee kinderen uit zijn eerste huwelijk en tien uit zijn tweede huwelijk.
De eerste twee van die tien werden in Deinze geboren, het derde
in Astene, dan vijf in Deinze weer en de twee jongste in Cent. In 1814 ging vader Picqué met zijn kroost
naar
Gent wonen, alleen Charles bleef te
Deinze en die was inwonend bij Pieter Cras. Hij stond er genoteerd als "ginter", een verbastering voor peintre, schilder. Na de eerste opleiding bij oom Pieter ging Charles naar de akademie te Gent en te Brussel. Hij
haalde er een eerste prijs in 1823 en
werd
daarom te Deinze op
kanongebulder onthaald en door het stadsbestuur en de verenigingen aan de stadsgrenzen opgehaald en in stoet en per koets te pronk naar de gevoerd en aan een banket genodigd.
markt
172 7.
hij van koning
Willem 1 een studiebeurs om gedurende vier
jaar in Rome te gaan studeren.
Met die beurs op zak vertrok hij van Deinze
In 1826 kreeg
naar Rot-ne. Als Carlo keerde hij einde 1830 terug. En reeds in 1830, waarschijnlijk door bemiddeling van de republikeins-gezinden
Bernard
van
Callier
Deinze en Spilt hoorn van
Kruishoutem kreeg Picqué de opdracht het voorlopig Bewind te schilderen.ln Dat werk en die opdracht
Brussel gingen er enkele deuren voor hem open.
plaatsen hem meteen midden het establishment van toen, maakte zijn kunde bekend in het milieu dat portretopdrachten kon geven. Want in Deinze - een klein stadje - kon hij natuurlijk niet aan voldoende opdrachten geraken die het hem mogelijk moesten maken van zijn kunst te leven. De vele opdrachtgevers leren we kan kennen uit de annotaties van Paul Huys over de schilderijen. - de genealogie zit
er in
erin verweven, vele opmerkingen
over
Naast het biografische gedeelte van dit tabelvorm
bij - lezen we,
werk
tijdgenoten, wat ouder, wat jonger, zodanig dat de kunsthistorische achtergrond mee belicht wordt. Maar niet alleen dat
: door citaten en
opmerkingen krijgen we ook een kijk op de kunstkritiek 1820 - 1870, op nog een ander aspekt dus van het kunstgebeuren en van het kunstleven. Zodoende is
dit werk
van Paul
Huys meer dan
een biografie van Karel
Picqué, meer dan een opsomming van (bijna) 200 werken. We hebben hier nu, bij deze gelegenheid, een kleine tentoonstelling opgezet van alleen maar die Picque-werken die in het bezit zijn van dit museum. Het zijn er acht. We hebben er het werk, het enige, dat we hebben en het enige dat - voor zover we weten - bewaard is gebleven van Pieter
Cra.s, zijn
eerste en
wellicht ook meest bescheiden leermeester, bijgehangen. Het is het portret van de Wakkense rederijker audocus de Borchgrave, een portret geschilderd omstreks 1820, toen die dichter te Deinze een dichtwedstrijd gewonnen had, uitgeschreven en ingericht door het Deinse dichtgenootschap "Geen Kunst zonder Nijd". Deze Pieter Cras schilderde ook de scenes en achtergronden bij de opvoering van toneelstukken. Men kan dus vergelijken : Cras 1820 tegenover Picqué, een generatie jonger. Men kan ook de vorderingen vaststellen ; ook Picqués St. Caecilia is van 1820 - uitleg : zie boek. Er zijn te Deinze nog ander Picquéwerken, geschilderd in opdracht van de kerkfabrieken :
maar
die zijn in
werken van de O.L.V.-kerk. de pastoors en aan de
slechte bewaringsstaat,
vooral
de vijf
Maken we van de gelegenheid gebruik om aan
kerkfabrieken
te vragen hun kunstbezit beter te
1728.
bewaren en te beschermen. De schilderijen van Picqué, in het bezit van de museum - maar mogen niet in het
O.L.V.-kerk bevinden z ich nu in dit
gewone depot wegens besmettingsgevaar : door vocht en schimmelplekken. Ze bevinden zich hier apart, a.h.w. in de leprozerie, de quarantaine. Sint-Martinus heeft twee Picqués. Acht musea in dit land hebben werken van hem, 3 O.C.M.W.'s hebben werk van hem : Brugge, Brussel en
leper,
2 Akademies voor Schone Kunsten
hebben werk (Brugge en Gent) de RUG heeft er een , 2 zijn er in de Gentse St. Baafskathedraal, 2 in het Aartsbisdom Mechelen, 3 in het bezit van het bisdom Gent, 1 in het bezit van het bisdom Brugge, 1 in het seminarie West-Vlaanderen.
De koningen Willem II en Leopold II hebben elk 2 maal voor hem geposeerd evenals vele adellijke lieden en staatslieden. De
beperkte
tentoonstelling nu, moet een aanloop
Picquéretrospectieve tentoonstelling,
zijn naar een grote
zowat tienmaal meer, gepland voor
1994 ; Picqué zal dan 125 jaar dood zijn. Onze concervator heeft haar pen reeds gescherpt voor : de daaraan vooraf gaande correspondentie, de te verzekeren waarden, bezoeken, ... (alvorens definitief te kiezen en te vervoeren).
Charles Picqués vader had .12 kinderen ; zijn broer, Carolus had er zes. het is nogal logisch dat er van die 18 kinderen van die twee broers in het eerste kwart van de 19de eeuw, nu nog afstammelingen bestaan. Er zijn er, tot en met vandaag. Wanneer een van die afstammelingen burgemeester wordt van een van de 19 Brusselse gemeenten is dat een mooie promotie.
Wanneer een van die afstammelingen minister wordt is dat een nog grotere promotie die toch niet onvermeld mag blijven.
Dat is het geval met de nu
levende Charles Picqué, afstammend uit deze struik. Hij
is thans minister-voorzitter
van de
Executieve van het Brussels
hoofdstedelijk gewest, én minister van ruimtelijke ordening, van plaatselijke besturen en van tewerkstelling in diezelfde executieve.
Hij was driemaal na
mekaar Brusselaar van het jaar en is sedert 1987 burgemeester van St. Gillis Brussel.
Het is ons een eer en een genoegen dat hij ingegaan is op onze uitnodiging bij deze eerste Picqué hulde aanwezig te willen zijn. (1 ) (1) Maar het was een ijdele belofte hij om zijn komst te bevestigen.
; nog deze namiddag telefoneerde
1729.
Terloops een suggestie voor een KOK bijdrage
: de uitwijking
van
Deinzenaars naar Brussel : Beyens, Picqué, Delcroix, Joostens, De Coutere, Lagrange, e.a. De Clercq tot en met ..(toch tijdelijk voor zowat 20 jaar), Luc Matthijs. Maar ook in Deinze zelf zijn er nog afstammelingen. Niet van de schilder zelf want die had een zoon die niet gehuwd was
(wel direkteur van het
Prentenkabinet) en een dochter die geen kinderen had.
Maar van zijn broers en zusters zijn er afstammelingen tot en met vandaag, meestal via vrouwelijke lijn waardoor de naam hier verdwenen is. bij
Maar
de Bekaerts in Deinze,
bij de
Cockuyts en de Coppens, zijn
er
verwanten. Ik zal er slechts een bij naam noemen : de schilder André Dujardin - geboren 1934 - stamt van een zuster van de schilder, van Marie-Therese Picqué, de enige van de twaalf die in Astene geboren werd. André Dujardin woont ook in Astene. In ons Kontaktblad vertellen we wel over die verwantschap van die Bekaerts die hier Sander Pycke, Dujardin stamt
Pierke Pycke,
Sula Pycke genoemd werden.
André
aan de andere kant af van Gustaaf Dujardin die met Dr.
Liebaert naar de Boerenoorlog trok. In dat Kontaktblad heb ik al eens verteld dat voor KOK werken geen geld opbrengt.
Wij zijn
een vereniging zonder winstgevend doel ; ook dit boek
verkopen we niet om geld te verdienen, wel om uit de kosten te geraken. De kosten die we maken betalen we zelf. Ik ben wel ooit eens een week in Parijs gaan zoeken. Ook Paul Huys heeft voor zijn veel fotografisch werk en voor
zijn
vele verplaatsingen om werken te gaan zien geen kostennota
ingediend die we trouwens niet zouden kunnen betalen.
Hij wist dat bij voorbaat, zoals elke medewerker dat weet. Maar Paul Huys zal ons nu iel toestaan dat we even aan zijn vrouw denken. In een
ijdele poging de vele uren en dagen goed te maken waarin ze haar
man moest missen omdat hij op Picqué-jacht
was, geven we haar graag een
paar bloemen ter compensatie. En onze dank aan Paul Huys is onuitsprekelijk ; en onze waardering zeer groot. Herman Maes
19 maart 1993
17 30.
N. B. De naam Karel is oudgermaans en betekent "een vrije kerel", gelatiniseerd tot Carolus. De bekendste : Karel Martel, Karel de Grote en sedertdien vele vorsten en keizers (keizer Karel = Karel V, geboren te Gent in 1500.
Karel Martel is
de grootvader van Karel de Grote ; Karel De Grote is Karel 1 zowel voor Frankrijk als voor het Duise Rijk.
Karel de Grote stierf in 814 en werd
opgevolgd door zijn zoon Lodewijk 1 - de eerste Ludwig, de eerste Louis zowel in Frankrijk als in Duitsland).
De naam Lodewijk - Hlodo-wich (Frans : Clovis) betekent Hiod = beroemd wich/wig = strijd = beroemd door zijn strijd. Pic ué in de volksmond Pycke - Pyck Pyk Piek Een Picqué is dus een Piekenier = iemand die een Piek maakt = iemand die Pieken gebruikt (soldaat)
Een piek is een lans met platte ijzeren punt - nadien zo gemaakt dat ze op het geweer kon gezet worden, de voorloper dus van de bajonet (stad Bayonne). De naam Pike en Pycke komt al vroeg voor
reeds in 1241
in 14e eeuw al in Deventer (Meertens)
in de Kasselrij (Meertens) Kortrijk (De Brabander) Het Franse woord picquer is verwant met ons woord piek (cfr. vogelpiek een piek is om te steken). Er zijn
(volgens de kiezerslijsten en volgens het telefoonboek)
Picqués meer in Deinze. te
Deinze.
Door de
geen
Er zijn wel Picqué-afstammelingen en verwanten verwantschap
via de vrowelijke lijn zijn er geen
Picqué-naamdrager.s meer te Deinze.
Brussel Onze Deinse Brusselaar had een dochter en een zoon , maar geen kleinkinderen.
1731.
De Charles Picqué minister
te Brussel is verwant met de Charles
Picqué-schilder : hoe ? 1. Charles Picqué, geb. 1-11-1948 te Etterbeek is de zoon van 2. Sean Picqué, geb. 30-7-1919 te Gent, en die is de zoon van 3. Charles Picqué ° 13-6-1885 te Cent en overleden te Elsene 24-1-1974 (geboren als Carolus) en is de zoon van 4. Gerardus Picqué '18-3-1840 te Gent en gestorven 30-6-1917 te Gent ; hij was ijzerdraaier en gehuwd met een te Haarlem geboren vrouw (fabriekwerkster). Hij was de zoon van 5. Felix Picqué, '17-8-1820 te Gent, die de zoon was van 6. Carolus Picqué, O te Aarsele 8-2-1771. Deze Carolus (Charles) was de broer van Philippus Picqué, ° te Aarsele 9-1-1768,
kwam
naar
Deinze, de vader van onze schilder Charles -
Carol us - Karel - L. ouis (° 1799 - + 1869). De vader van Philippus en van Carolus was
7. Franciscus Jacobus Picquet, geboren te Tielt Aarsele 30-4-1816.
6-2-1744,
gestorven te
Zijn vader was
8. Judocus Franciscus ° 4-3-1705 en f 12-1-1755 te Tielt en diens vader was 9. Petrus Pycke, geboren te Tielt in 1665 (of 1667) en er gestorven in 1736. De Brusselse Picqué komt dus via Gent van Tielt. Negen generaties (of 1 - 2 - 4 - 8 - 16 - 64 - 128 - 2.56 in de kwartierstaatnummering)
Het Charles Picqué boek afhalen in het museum a.u.b. tegen 600 F voor K.O.K.-leden
en 750 F voor niet-leden of er bestellen en dan + 50 F verzendingskosten.
1732.
1365.
Verwant - en nog in Deinze De schilder Karel Picqué had een zuster, Maria Theresia, te Astene geboren op 12 september 1802. Ze trouwde met Pieter Bekaert, te Deinze geboren in herbergier op de markt
te Deinze in het huis nr.
1800.
Hij was
81 dat "Den Akker"
heette ; hij was ook landwerkman. Pieter Bekaert en Marie Picqué hadden ten minste vier kinderen : Ursula ° Deinze 25-6-1832, Alexander ° Deinze 24-8-1837, Corine Justine ° Deinze 24-5-1840, Petrus ° Deinze 21-11-1843. In 1876 verhuisden ze van de Markt naar Martensveld (huis 47) maar dan was alleen Petrus/Pieter nog thuis. Ursula trouwde met Triphon Cockuyt (° D. 25-7-1830) en had als kinderen : Leontine Maria Ulalia ° D. 13-11-1859 die op 13-6-1879 trouwde met Petrus Vindevogel (° D. 1858) ; op 7-4-1881 kregen ze een zoon Maurice. Celina ° D. .31-9-1861 die met Henri Coppens trouwt Mathilde ° D. 10-12-1877. Henri Coppens (° D.
7-6-1864) en Celina Cockuyt (° D. 31-9-1861) hebben
een zoon Maurice Coppens (° D. 7-3-1891) die met Martha Matthys trouwt, geboren te Deinze
7-5-1892, dochter van Camiel Matthys, landbouwer te
Petegem en van Maria Bogaert (50 jaar in 1914). Maurice Coppens en Martha 10-11-1914 werd
Matthys
waren gehuwd
op
8-7-1914. Op
hun dochter 3oanna Celina Coppens geboren.
Coppens liet zijn huwelijk ontbinden in 1932.
Maurice
Hij was toen loodgieter te
Gent en zijn vrouw was kleermaakster te Deinze. Deze 3eane Coppens
trouwde
in 1933 met de elektricien Roger Armand
Dujardin (° D. 20-12-1906), de zoon van Gustaaf Dujardin, in 1933
65 jaar,
bediende, en van de toen 52 jaar oude Marca Adoiphina Versichele.
(over de Dujardins : K.O.K. 3b. 1966 p. 50) Henri(cus) Coppens, koperslager, en zijn Celina Cockuyt hadden ook een zoon Remi, geboren in
1892, gehuwd met de 4 jaar oudere Maria Irma
Chanterie. Hun dochters Germana Alicia (° 2-5-1913) en Marcella (° 7-11-1915) zijn te Deinze gekend ; de eerste woont op de Kouter, Slachthuisstraat.
de tweede in
de
Marcella Coppens valt te Deinze op omdat ze met een
driewieler rijdt. Germana - gezegd Germaine - was een loopbaan lang bediende bij notaris Van Cauwenberghe.
Zij
werd mevrouw De Smet, echtgenote van
1733.
brandweerman André De Smet ; zoon Roland werd ook brandweerman. Alexander Bekaert trouwt met Marie Louise Ladou, ° te Zeveren 14-1-1849 met wie hij elf kinderen heeft. Ze woonden
in de Kattestraat. Van die
Bekaerts met een moeder Picqué moeten er nu nog Bekaerts zijn te Deinze. Wie zoekt het op ? Corine Bekaert trouwt met Camiel Staes, ze hebben 8 kinderen die dus een grootmoeder Picqué hadden. Ursula Bekaert werd te Deinze Sula Pyke genoemd, haar broer Alexander noemde men Sander Pyke en hun broer Petrus noemde men Pierke Pyke (dus naar de moeder). Karel Picqué - zus Maria Theresia '1802 x Pieter Bekaert '1800 Ursula Bekaert 0 1832 x Triphon Cockuyt 0 1830
Alexander Corine Petrus 0 1840 ° 1843 0 1837 x Ladou x Staes 11 kinderen 8 kinderen
tL Leontina Cockuyt "1<95-9 Celina Cockuyt '1861 x Henri Coppens 11864 x Petrus Vindevoge! ° 1858 Remi Coppens ° 1892 x Chanterie r
Maurice Coppens 0 1891 x Martha Matthys
Maurice Vindevoge) 0 1881
--Z
Germana Marcella 0 1913 0 1915 x André De Smet
Roland
Jeane Coppens ° 1914 x Roger Dujardin ° 1906
André en dan Dujardin ° 1934
Maak je K OK - reeks volledig en zet er (en lees) ook onze extra-uitgaven bij: - december 1991
Opstellen (door Herman Maes)
- februari 1993
Karel Picqué (door Paul Huys)
- mei 199.3
In de greep van het geweld Deinze in mei 1940 (door Tony Vanhee)