Utrecht, 8 mei 2011
Grote vervuilers kregen opnieuw onterecht miljoenensubsidie Binnen het Europese CO2-emissiehandelsysteem (ETS) hebben de industrie en energiebedrijven emissierechten nodig om CO2 uit te mogen stoten. Veel bedrijven krijgen van de Nederlandse overheid meer CO2-emissierechten toebedeeld dan dat ze werkelijk uitstoten. Deze bedrijven hoeven niets te doen om hun CO2-uitstoot te verlagen en verdienen geld aan de verkoop van emissierechten. Staalproducent Tata Steel heeft met afstand het grootste voordeel hiervan. Over 2010 kreeg Tata Steel een overschot aan emissierechten ter waarde van ongeveer 44 miljoen Euro. Het ETS kan duidelijk een stuk ambitieuzer dan het nu is, door het verminderen van het aantal beschikbare emissierechten. CO2Markt van Natuur & Milieu draagt bij aan de vermindering door zelf emissierechten uit de markt te halen.
Het Europese emissiehandelsysteem Binnen het Europese CO2-emissiehandelsysteem (ETS) hebben de industrie en energiebedrijven emissierechten nodig om CO2 uit te mogen stoten. Doordat er ieder jaar minder emissierechten worden uitgegeven, daalt de CO2-uitstoot in deze sectoren. In 2020 zal de CO2-uitstoot daardoor 21% lager zijn dan in 2005. De emissierechten worden nu nog ieder jaar vooraf door de nationale overheden verdeeld over de verschillende bedrijfslocaties in dat land. De toebedeling van emissierechten gebeurt aan de hand van inschattingen over de te verwachten CO2-uitstoot van een bepaalde productielocatie. Daarbij zorgt de overheid ervoor dat internationaal concurrerende bedrijven, zoals de staal- en chemiesector, voldoende rechten krijgen voor alle CO2-uitstoot. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat deze bedrijven op de wererldmarkt een concurrentienadeel zouden ondervinden. Bedrijven die niet buiten Europa concurreren, met name de energiesector, krijgen minder rechten dan hun verwachte uitstoot en moeten dus actie ondernemen: emissierechten kopen op de markt voor emissierechten of minder CO2 uitstoten. Bedrijven krijgen teveel emissierechten Uit de cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA) blijkt echter dat veel bedrijven ook over 2010 weer veel meer emissierechten hebben ontvangen dan hun werkelijke uitstoot van CO2. Deze bedrijven kunnen de overgebleven emissierechten verkopen, waarmee ze flink winst maken. Het zijn vooral de staal- en chemieproducenten die hier flink aan verdienen.
De top tien van Nederlandse bedrijfslocaties met het grootste overschot aan emissierechten ziet er als volgt uit:
Bedrijf
1
Tata Steel (Corus)
Sector
Werkelijke
Ontvangen
Overschot
Waarde
CO2-emissie
emissierechten
(miljoen
2010 (ton)
2010
Euro)
Staal
6.227.169
8.968.238*
44%
43,9
IJmuiden 2
Shell raffinaderij Pernis
Aardolie
4.134.663
5.176.642
25%
16,7
3
Nuon kolen/gas-centrale
Energie
2.367.013
3.225.743
36%
13,7
Energie
1.971.161
2.715.348
38%
11,9
Energie
568.134
1.035.873
82%
7,5
Kunstmest
399.180
817.582
105%
6,7
3.174.699
3.559.598
12%
6,2
1.576
252.244
15905%
4,0
Hemweg 4
Delta/EDF gascentrale Sloecentrale
5
Essent gascentrale Claus
6
Yara Sluiskil
7
Chemelot Geleen
Chemie
Van Twiller B.V.
Papier/energie
8
(Morgan Stanley) 9 10
Air Liquide/Pergen VOF
Chemie
1.374.820
1.622.263
18%
4,0
Total raffinaderij
Aardolie
1.482.721
1.674.135
13%
3,1
Vlissingen Tabel 1: Top 10 van bedrijfslocaties met het grootste overschot aan emissierechten in 2010. * Het overschot van Tata Steel is gecorrigeerd voor het feit dat Tata Steel emissierechten afstaat aan Nuon voor de productie van energie uit de afgassen van Tata Steel. Uitgaande van 16 Euro per emissierecht. Bron: NEA.
Bij interpretatie van de tabel moet gekeken worden naar de specifieke omstandigheden van productielocaties 1 . Indien het overschot aan emissierechten een direct gevolg is van CO2-reducerende maatregelen door het bedrijf , is dat juist een beoogd effect van het ETS en is het een beloning voor een bedrijf als het emissierechten overhoudt en deze kan verkopen op de markt . Zo daalt de CO2-emissie van Shell in Pernis gestaag sinds 2005. Omdat de toebedeling van emissierechten over een aantal jaren wordt vastgelegd, heeft Shell nu een flink overschot. Indien het overschot een gevolg is van langdurige overallocatie van rechten door de overheid gaat het om een vorm van staatssubsidie. Veel bedrijven hebben over het jaar 2009 een stuk meer emissierechten ontvangen dan over 2008 of 2010. Er is dus duidelijk een piek te zien in de overallocatie over het jaar 2009. De rafinaderij van Total profiteert hiervan en maakt over 2009 en ook nog over 2010 flink winst op emissierechten. Bij chemiegigant Chemelot is over 2009 ook een piek te zien. Daarnaast krijgt Chemelot sinds 2005 ieder jaar al structureel veel meer rechten dan de werkelijke uitstoot van broeikasgassen, waardoor het jaarlijks miljoenen Euro’s winst maakt op het ETS. De papierfabriek van Twiller B.V. werd gesloten in 2008, maar is opgekocht door Morgan Stanley. Sinds 2007 vindt hier geen productie plaats, terwijl er wel nog steeds ieder jaar voor miljoenen Euro’s aan emissierechten op de rekening van de eigenaar wordt gezet. Morgan Stanley kan deze rechten verkopen en daarmee veel geld verdienen. 1
Zie voor meer informatie: www.sandbag.org.uk/maps/emissionsmap
Ook bij Yara is de productie, en daarmee de CO2-uitstoot, drastisch afgenomen, terwijl over 2009 en 2010 nog wel emissierechten worden uitgekeerd alsof er niets gebeurd is. Dit geldt ook voor de energiecentrales van Nuon en Essent. Nuon en Essent hebben als energiebedrijven over het geheel genomen echter een tekort aan emissierechten (zie figuur 2). De gascentrale van Delta en EDF (Sloecentrale) is pas sinds 2009 in bedrijf, maar heeft vanaf het begin direct een flink overschot aan emissierechten ontvangen. Dit geldt ook voor Air Liquide/Pergen, dat vanaf 2008 in bedrijf is. Tata Steel ontvangt structureel subsidies Absolute koploper is en blijft echter Tata Steel. Dit bedrijf ontvangt al sinds de aanvang van het ETS een groot overschot aan emissierechten van de Nederlandse overheid (zie figuur 1)
Figuur 1: CO2 -uitstoot van Tata Steel in IJmuiden over de periode 2005 tot 2010, en de hoeveelheid verkregen emissierechten over die periode. Het aantal verkregen emissierechten is gecorrigeerd voor het feit dat Tata Steel emissierechten afstaat aan Nuon voor de productie van energie uit afgassen van Tata Steel. Bron: NEA.
In geval van Tata Steel gaat het overduidelijk om subsidiëring, omdat er structureel een overschot aan emissierechten door de overheid gratis wordt gegeven. Dit overschot is dus niet het gevolg van effectief klimaatbeleid door Tata Steel zelf, of een gevolg van productiedaling door de economische crisis. De grafiek laat zien dat het overschot aan emissierechten nog nooit zo groot is geweest als in 2010, mede doordat Tata Steel over 2010 veel meer rechten toebedeeld heeft gekregen dan over 2009. Over 2010 heeft Tata Steel daardoor een staatssubsidie ontvangen van ongeveer 44 miljoen Euro, zonder iets te hoeven doen aan de eigen CO2-uitstoot. Tata Steel krijgt door deze oneigenlijke subsidie een concurrentievoordeel ten opzichte van fabrikanten van buiten de EU, die deze staatssteun niet krijgen. Staalsector stapt naar de rechter Vanaf 2013 veranderen de spelregels binnen het ETS. Bedrijven krijgen dan niet meer vooraf emissierechten toebedeeld, maar achteraf aan de hand van hun werkelijke productie . Het aantal emissierechten dat wordt toebedeeld door de overheid wordt bepaald aan de hand van de meest efficiënte productiemethode die beschikbaar is voor dat product (benchmarking). Daarmee behoort overallocatie van emissierechten aan
bedrijven tot het verleden. De staalsector heeft de Europese Commissie echter voor het Hof gedaagd om deze aanpassing te voorkomen. Hiermee proberen staalgiganten zoals Tata Steel hun omvangrijke subsidies veilig te stellen, onder het mom dat dit geld nodig is voor aanpassingen voor CO2-reductie. Benchmarking is een verbetering voor het ETS ten opzichte van de huidige situatie, maar het zou nog beter zijn als alle emissierechten door de overheid zouden worden geveild, door ze te verkopen aan de hoogste bieder. Het weggeven van emissierechten die een marktwaarde hebben, betekent in principe een enorme inkomstenderving voor de overheid. Door alle rechten te veilen en alle bedrijven te laten betalen voor emissierechten wordt voldaan aan het principe ‘De vervuiler betaalt’. Ook kan de overheid daarmee geld vrijmaken voor investeringen in een schonere economie, zoals duurzame energie.
Conclusie: Het ETS kan veel ambitieuzer dan het nu is Over 2009 zag de verdeling van emissierechten over de verschillende sectoren er als volgt uit:
Figuur2: Overschot aan emissierechten bij verschillende ETS-sectoren over het jaar 2009. Bron: NEA.
De energiesector (donkerblauwe balk) is de enige sector met een tekort aan emissierechten. Alle andere sectoren, en met name de metaal- en chemie, hebben een groot overschot. Overigens kunnen elektriciteitsbedrijven gemakkelijk CO2-rechten uitsparen door meer duurzame energiebronnen in te zetten. Omdat de meeste EU-lidstaten duurzame energie subsidiëren, is dit voor deze energiebedrijven zelfs winstgevend. Bovenstaande laat zien dat alle bedrijven binnen het ETS momenteel nauwelijks een prikkel krijgen om hun CO2-uitstoot te verminderen. Dit toont aan dat het emissieplafond van het ETS sterk omlaag kan, waardoor er meer schaarste aan emissierechten zal ontstaan.
Door CO2Markt kunnen mensen en bedrijven een bijdrage leveren Natuur & Milieu heeft in 2010 CO2Markt opgezet (www.CO2Markt.eu). Hier kunnen mensen en bedrijven hun CO2-uitstoot compenseren door emissierechten uit het ETS te halen en te laten vernietigen door de NEA. Deze emissierechten kunnen dan niet meer worden gebruikt door de bedrijven die onder het ETS vallen. Per vernietigd emissierecht wordt gegarandeerd één ton CO2 minder uitgestoten. Hiermee kan iedereen dus eeen bijdage leveren aan het verlagen van het emissieplafond en het opschonen van de Europese economie. Met de aankoop en het laten vernietigen van emissierechten, stimuleert de koper groene investeringen bij de industrie.