Programmaplan Grootschalige leeromgeving breedbanddiensten door interprovinciale samenwerking
Herziene versie 5.0 12 mei 2006
Redactie: Joep Brouwers (Noord-Brabant), Joost Kuijper (Overijssel) Voor het IPO overleg Breedband M.m.v. Willem Huntink (Gelderland) en Sven Malta (Dialogic innovatie & interactie)
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
1
Inhoudsopgave 1
Inleiding ............................................................................................... 3
2
Recente ontwikkelingen........................................................................ 4
3
Inhoud programmaplan ........................................................................ 6 3.1
Doelstellingen programmaplan ...................................................................... 6
3.2
Inhoud programmaplan ................................................................................ 6
3.3 Actielijn 1) Opschaling ‘best practice’ breedbanddiensten projecten in onderwijs, mobiliteit, veiligheid, cultuur, zorg en openbaar bestuur ............................................... 7 3.4
Actielijn 2) Regionale vraagbundeling en koppeling marktplaatsen ..................... 8
3.5 Actielijn 3) Beleidsmonitoring dienstenontwikkeling in open breedbandleeromgeving. .......................................................................................... 9 3.6 Actielijn 4) Communicatie met name gericht op kennisoverdracht, demonstratie van de mogelijkheden en meerwaarde van breedband bij het MKB. ..............................10
4
Uitvoering programmaplan ................................................................. 12 4.1
Organisatorische inrichting en projectaansturing.............................................12
4.2
Indicatieve begroting ..................................................................................13
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
2
1
Inleiding
De provincies Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant hebben in november 2005 een projectvoorstel opgesteld om in samenwerking te komen tot een interprovinciale open leeromgeving voor breedbanddiensten. Dit streven bouwt voort op het Masterplan versnelling Breedband Oost-Nederland en het onderzoek Brabant Breedband. Het projectvoorstel is ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en tevens op 8 december gepresenteerd aan de bestuurlijke adviescommissie EZ van het Interprovinciaal Overleg, bestaande uit de gedeputeerden Economische Zaken van de provincies. Na de presentatie eind 2005 zijn er drie vervolgsporen ontstaan:
Het voorstel van Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant is aanvankelijk door het ministerie ‘aangehouden’ vanwege een gedeeltelijke overlap met een onderzoeksvoorstel van de stichting Stedenlink genaamd “Breedband Over De Stadsgrenzen” dat tegelijkertijd is ingediend bij het ministerie. Ondertussen zijn in het verband van Connecting the Dots afspraken gemaakt over de afstemming van de twee initiatieven. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de provincies zitting hebben in de begeleidingscommissie van het onderzoek van Stedenlink.
Het interdepartementale programma “Maatschappelijke Sectoren & ICT” is gestart en ondergebracht bij het ICTU. Dit programma ondersteunt in de periode 20062009 dienstenontwikkeling in de sectoren zorg, onderwijs, mobiliteit en veiligheid. De aandacht verschuift gaandeweg van innovatie van infrastructuren naar innovatie in diensten en dienstverlening.
Het onderwerp ‘Breedbandinfrastructuur en –diensten’ is in december 2005 als prioriteit aangemerkt door de gedeputeerden Economie. De initiatiefnemers uit Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant is verzocht om in hun plan ruimte te maken voor deelname van andere provincies aan het initiatief. Verder stellen de gedeputeerden voor om zo veel mogelijk samen te werken richting het programma Maatschappelijke Sectoren & ICT. De thema’s Veiligheid, Mobiliteit en Zorg hebben immers raakvlakken met wettelijke taken van provincies.
Deze drie sporen zijn onderwerp van overleg tussen het ministerie van EZ en de provincies. Uitgangspunt voor de provincies is het onderliggende geactualiseerde programmaplan “Grootschalige leeromgeving breedbanddiensten door interprovinciale samenwerking”. De doelstelling van het overleg is een gezamenlijke werkagenda vast te stellen op basis van het rijksoverheidsbeleid voor breedband en het provinciale programmaplan. Op 7 maart is het provincieplan op ambtelijk niveau gepresenteerd aan de overige negen provincies (Groningen was vertegenwoordigd door Drenthe). Ook het ministerie van EZ was op ambtelijk niveau vertegenwoordigd. Hoewel er bij de andere provincies veel sympathie is voor het plan van de drie initiatiefnemers, was het op dat moment wat besluitvorming betreft nog niet mogelijk de kopgroep van drie uit te breiden. Op 30 maart hebben de verantwoordelijke gedeputeerden van de drie provincies overleg gevoerd met het ministerie van Economische Zaken in de persoon van de Directeurgeneraal voor Energie en Telecom, Mark Frequin. De afspraken die bij deze bespreking zijn gemaakt, zijn verwerkt in het onderhavige programmaplan.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
3
2
Recente ontwikkelingen
1) Opmars van investeringen in open breedbandinfrastructuren (op schaal van stad, regio, bedrijventerreinen) Ondanks het geruststellende advies van het Centraal Plan Bureau over een nagenoeg perfecte marktwerking rondom breedbandinfrastructuur, gaan de voorbereidingen voor nieuw aan te leggen open breedbandinfrastructuren gewoon door. Amsterdam kan onder voorwaarden starten met CityNet, Rotterdam heeft een besluit genomen tot een open stadsring, Drenthe en Overijssel hebben begin maart een aanbesteding gepubliceerd voor een regionale breedbandring. Gemeenschappelijk kenmerk is ten eerste dat overheden in de positie van initiatiefnemer en daarna afnemer randvoorwaarden vaststellen voor een strikte scheiding tussen passieve / actieve infrastructuur en diensten. Die scheiding is naar blijkt zeer moeilijk met de huidige dominante operators / carriers te bewaken. Ten tweede krijgt de verglazing van de infrastructuur een versnelling vanwege het solide schaalbare en kosteneffectieve fundament als platform voor meervoudig dienstenaanbod. Die versnelling wordt nodig geacht in verband met de groei van het internetgebruik voor particuliere en zakelijke doeleinden. De verglazingsoperatie wordt bovendien steeds fijnmaziger – dus dicht bij de klanten – gestart en zorgt op die manier voor een gezonde tegenkracht voor de bestaande landelijke operators. Ook in de financiering treden nieuwe partijen op. 2) Oprichting van nieuwe marktplaatsen in provincies Vanaf medio 2005 is het aantal beoogde en al gekoppelde stedelijke marktplaatsen gestegen.
de NDIX-wolk in Oost-Nederland strekt zich inmiddels uit van Twente, Arnhem, Deventer en binnenkort Zwolle en Hardenberg, telkens op basis van een strikte scheiding tussen passieve en actieve infrastructuur en IP-gebaseerde diensten van verschillende aanbieders. Ook in Nordrhein-Westfalen groeit het aantal door de NDIX beheerde marktplaatsen (Münster, Düsseldorf).
In Den Bosch zijn partijen het eens geworden over de oprichting van een marktplaats. Eindhoven en Tilburg werken aan een verbinding tussen de Eindhoven Fibre Exchange en stichting TOWN in Tilburg. Contacten met Zuid-Limburg en Aken worden aangehaald.
De GNIX te Groningen beheert tevens de FRIX in Leeuwarden.
Verkeer over Amsix blijft exponentieel groeien. SARA zoekt via het Stedenlinkonderzoek aansluiting bij de regionale peering knooppunten.
Wat opvalt, is dat de met elkaar gekoppelde lokale marktplaatsen naar elkaar toegroeien, waarbij dus ook business modellen elkaar gaan raken. Bij de marktplaatsen zijn publieke investeringen of eigendomsverhoudingen in het geding en is het marktgebied territoriaal afgebakend. Bij een verdere opschaling van de onderling verbonden netwerken, is een goede analyse over publieke interventie en ‘governance’ nodig om te kunnen blijven voldoen aan condities van marktwerking en staatssteun. Dat is onderwerp van het “Breedband Over de Stadsgrenzen” onderzoek, uitgevoerd onder auspiciën van de stichting Stedenlink. Bovendien is het marktplaatsconcept inmiddels zover uitgegroeid dat er uitspraken kunnen worden gedaan over de impact op innovatie van diensten, prijsdynamiek en verandering in bedrijfsvoering bij diverse groepen afnemers. Want dankzij de netwerkstructuur van
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
4
hoofdverbindingen en fijnmaziger netwerken voor FttB, FttI en FttH, is de verwachting dat de dienstenontwikkeling sneller tot wasdom komt in die delen van Nederland met een open breedbandinfrastructuur dan elders. 3) Moeizaam uit ontwikkelfase komen van allerlei e-initiatieven. Op provinciaal en lokaal niveau wordt beleidsmatig nog lang niet altijd onderkend wat de overgang naar een door breedband geschraagde netwerkmaatschappij betekent voor aanbieders en afnemers. Er wordt flink gepionierd en er zijn vele partijen tegelijkertijd bezig het wiel te monteren. Techniek is mensenwerk. Voor breedband geldt dezelfde les als voor ICT in het algemeen, 10 % is techniek, 90 % organisatie(s) in beweging krijgen en processen afstemmen. Het gebruik van breedbandvoorzieningen bij scholen en bepaalde groepen bedrijven begint nu op gang te komen dankzij de overgang naar telefonie, internet en bepaalde automatisering via breedband (meestal glas) tegen aanvaardbare prijzen. Minder ‘technische’ diensten waar de content (beeld, geluid, gegevens) een bepalende rol speelt, zijn nog veel minder beschikbaar en uitontwikkeld. Veel ‘pilots’ uit de Kenniswijk-demonstratiefase of als succesvol gepresenteerde ‘proof of concepts’ van kennisinstituten komen niet tot wasdom1. Ketengerichte samenwerking blijft een forse kluwen van technische, organisatorische en financiële uitdagingen in vooral de non-profit sector en de overheid. Regievoering dicht op leveranciers en klanten en het opbouwen van deskundigheid in bedrijfsvoering en implementatie is van belang om meer resultaat uit gedane en toekomstige investeringen (incl. stimuleringssubsidies) te halen. Vanwege de voorbeeld- en versnellingsfunctie investeren Overijssel, Gelderland en NoordBrabant in een open en grootschalige breedband-leeromgeving. Dankzij gekoppelde marktplaatsen kunnen dienstenaanbieders die een ‘proven concept’ eerder hebben bewezen, snel opschalen naar een grotere groep op de marktplaats aangesloten afnemers. Ook in andere provincies is het besef groeiend dat de provinciale overheid een rol van betekenis kan en moet spelen bij het tot stand komen van de informatiesamenleving. Steeds meer provincies hebben beleid gericht op het op het stimuleren van de ontwikkeling van (breedband) ICT-diensten en –toepassingen. Een groeiend aantal provincies speelt, vaak samen met lokale overheden) ook een actieve rol bij het bevorderen van de komst van hoogwaardige ICT-infrastructuur (breedband). Een belangrijke voorwaarde is dat de grootste 12 gemeenten uit de drie provincies via open marktplaatsen gekoppeld worden, opdat de gewenste schaalgrootte ook daadwerkelijk bereikt wordt. Een dergelijke ‘foot print’ met een geografische omvang van drie centraal in Nederland gelegen provincies, geeft een goede uitvalsbasis voor landelijke samenwerking tussen provincies en steden. Deze mogelijkheid is inmiddels binnen het Interprovinciaal Overleg toegelicht en tot kansrijke ontwikkeling voor alle provincies benoemd. Vanuit deze actuele vertreksituatie is het programmaplan aangescherpt en in het volgende hoofdstuk verder uitgewerkt.
1
Fructuoasa van der Veen, V.A. e.a., De Digitale Economie 2005. CBS, Den Haag: 2005.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
5
3
Inhoud programmaplan
3.1 Doelstellingen programmaplan Het programmaplan “Breedband Leeromgeving” dient als basis voor nadere samenwerking tussen het ministerie van Economische Zaken/DGET en de provincies. De partijen beogen met de leeromgeving: 1. de lokale en regionale innovatie in zowel het publieke als het private domein te bevorderen en de economische ontwikkeling een impuls te geven; a) door de ontwikkeling en opschaling van nieuwe breedbanddiensten te versnellen; b) door de koppeling van lokale breedbandinitiatieven via regionale vraagbundeling; 2. de breedbandontwikkelingen beter te kunnen monitoren. Door te kiezen voor een ‘open geografisch en bestuurlijk model’ is de weg vrij voor aansluiting van lokale en regionale netwerken in alle provincies. Dit is als zodanig getoetst op de breedbandconferentie vorig jaar in Den Bosch2, in het IPO bestuurlijk overleg tussen gedeputeerden Economische Zaken en in het overleg tussen de initiatiefnemende provincies en het ministerie van Economische Zaken. Het programmaplan zal namens de provincies worden ingediend bij het ministerie van Economische Zaken. Het programmaplan zal voor de provincies eveneens de basis vormen voor (gecombineerde) deelname aan de tenders van het nieuwe Actieprogramma 'Maatschappelijke Sectoren & ICT'. De tweejarige looptijd van het programma heeft betrekking op de periode 2006 – 2007. Zaak is om in de initiële fase zoveel mogelijk andere provincies te committeren aan het programma.
3.2 Inhoud programmaplan De samenwerking tussen de partijen beoogt een feitelijke grootschalige leeromgeving te realiseren door breedbandnetwerken van gemeenten en regio’s via het marktplaatsconcept onderling te verbinden. Daarmee kunnen de introductie van nieuwe diensten en de daaropvolgende marktontwikkeling worden gemonitord. En wordt het mogelijk om beleidsmatige vragen te beantwoorden, zoals: “Wat is nu de werkelijke maatschappelijke en economische impact op lokaal en regionaal niveau, wanneer digitale marktplaatsen voor de volgende generatie breedband gekoppeld worden? In hoeverre worden positieve verwachtingen, zoals geschetst in de Dialogic/Two Minds-notitie Breedband innovaties versneld ook daadwerkelijk bewaarheid?3” Om antwoorden te geven op deze vragen bevat het programmaplan de volgende vier actielijnen: 1. Gemeenschappelijke projectdefinitie en -ontwikkeling voor opschalingprojecten in onderwijs, mobiliteit, veiligheid, cultuur, zorg en openbaar bestuur, op te leveren per medio 2007. De maatschappelijke en economische meerwaarde die voortkomen uit breedbanddiensten en -toepassingen staan centraal. Het programma vraagt daarom brede steun in de colleges van GS die verder reikt dan de porte-
2
Breedbandconferentie 3 november 2005, provincie Noord-Brabant, ’s-Hertogenbosch.
3
Zie S. Maltha en T. van Mil (2005), Breedband innovaties versneld; Ervaringen met lokale en regionale vraagbundeling en koppeling van marktplaatsen, Dialogic /Two Minds, Utrecht, augustus 2005. De notitie is opgesteld in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, DGET.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
6
feuille van economische ontwikkeling naar portefeuilles als zorg, onderwijs, mobiliteit en veiligheid 2. Regionale vraagbundeling (van gemeenten, instellingen, bedrijfsterreinorganisaties) en koppeling van zoveel mogelijk marktplaatsen binnen de provincies te realiseren per eind 2006; 3. Bestuurlijke en programmatische kennisopbouw tussen de provincies en het ministerie van EZ over en monitoring van de effecten van een open breedbandinfrastructuur en het dienstenaanbod; 4. Gerichte communicatie: in het bijzonder MKB én publieke instellingen informeren over kansen en voordelen van breedbanddienstenontwikkeling (awareness campagne). Hier ligt een nauwe relatie met actielijn één, ingeval van deelname aan een vraagbundelingsproject. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de te behalen resultaten per actielijn.
3.3 Actielijn 1) Opschaling ‘best practice’ breedbanddiensten projecten in onderwijs, mobiliteit, veiligheid, cultuur, zorg en openbaar bestuur Het programma ‘Maatschappelijke sectoren & ICT’ is ingesteld om de toepassing van ICT ten behoeve van betere bedrijfsvoering en effectiviteit te bevorderen. Het programma richt zich op de maatschappelijke sectoren onderwijs, zorg, mobiliteit, veiligheid en kruisbestuiving van goede ervaringen over de sectoren heen. Provincies vervullen wettelijke taken in delen van deze maatschappelijke sectoren en dragen in belangrijke mate bij aan instandhouding van diverse sociaal-economische voorzieningen. De meeste provincies in de periode 2002-2005 hebben pilot-projecten van partijen in de genoemde maatschappelijke sectoren gestart en ondersteund. Sommige van die pilots zijn kansrijk voor opschaling zoals gewenst met het programma Maatschappelijke Sectoren & ICT. Voorbeelden zijn het IZIT-programma ‘Innovatie Zorg en ICT Twente’, de aanjaagactiviteiten van de stichting Breedband Twente en diverse projecten uit het zogenaamde DODO-programma van de provincie Drenthe.4 Dienstenontwikkeling wordt naast een open infrastructuur tot prioriteit benoemd. Voor provincies liggen er aanknopingspunten in het eigen diverse sectoren: Zorg (in het bijzonder jeugdzorg en woon/zorg-combinaties) Onderwijs (vooral in relatie tot arbeidsmarkt-toeleiding) Mobiliteit (verkeer- en vervoermanagement) Veiligheid (externe veiligheid i.r.t. ruimtelijke ordening) Economie (bedrijventerreinen, creatieve economie, bijdrage aan plattelandsontwikkeling) Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat projectdefinitie, -uitwerking en gereed maken voor implementatie veel inspanning vergt, beroep doet op schaarse kennis en een duidelijke regievoering / bestuurlijk draagvlak vereist. Omdat hier doorgaans ook andere afdelingen bij betrokken zijn, heeft ‘EZ’ binnen de provincies vooral een rol als aanjager en in het concretiseren van projectideeën. Provincies willen in deze actielijn samenwerken met partijen die ervaring hebben met het doordenken van kansrijke ontwikkelingsrichtingen en het opstellen van projectvoorstellen. In overleg met het ministerie van Economische Zaken en de stichting Nederland BreedbandLand (NBL) is afgesproken om deze actielijn verder inhoud te geven in een onderlinge
4
Zie www.izit.nl , www.dododrenthe.nl , www.breedbandtwente.nl .
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
7
samenwerking.5 Stichting NBL onderneemt nu activiteiten in West-, Zuid- en NoordNederland en heeft enkele opschalingvoorstellen gedaan voor veelbelovende experimenten (o.a. Aa en Hunze leefbaarheid platteland, oncologieproject Eindhoven). Binnen deze actielijn stellen de provincies de volgende activiteiten in 2006 voor: 1. Organiseren van een bijeenkomst voor de ambtelijke trekkers van breedbandprojecten in samenwerking met Connecting the Dots. Deze heeft inmiddels plaatsgevonden op 7 maart 2006 te Zwolle. 2. Workshop juni/juli 2006 met accountmanagers MijS & ICT van EZ-DGET en projectleiders binnen provincies voor breedband en voor ketengerichte projecten binnen jeugdzorg, mobiliteit, veiligheid en onderwijs/arbeidsmarkt. 3. Analyse en uitwerking door provincies en NBL van welke dienstenprojecten interprovinciaal kunnen worden opgepakt. Leidt tot groslijst voor te leggen aan IPO bestuurlijk overleg EZ per einde 2006. 4. Uitwerken van masterclass-aanpak voor ‘Dienstenincubator’ in 2007: kennisoverdracht gericht op het met behulp van breedband ondersteunen van veranderingsprocessen binnen maatschappelijke sectoren. Case-based presentaties. Onderwerpen en te betrekken externe adviseurs nader te bepalen in overleg met het ministerie van EZ en het programmabureau MijS&ICT. 5. In 2007 leveren de provincies minimaal twee gezamenlijke projectvoorstellen voor het programma MijS&ICT. Eén in voorjaar 2007. Eén in najaar 2007.
3.4 Actielijn 2) Regionale vraagbundeling en koppeling marktplaatsen In diverse regio’s van Nederland zijn initiatieven genomen tot regionale vraagbundeling om tot betere prijs-/prestatie-condities te komen voor aansluiting op breedbandinfrastructuur (glasvezel). Het verschil met de stedelijke initiatieven op dit gebied is gelegen in de schaal en de relatieve dichtheid van aanbod en gebruik. Groningen, Drenthe en Overijssel hebben op dit onderdeel ervaring opgebouwd door middel van recente aanbestedingen met een Fibre-to-the-Institute karakter. Deze ervaring kan gedeeld worden met andere provincies. Vraagbundeling is vanwege het binnen redelijke termijn exploitabel krijgen van breedbandinitiatieven een randvoorwaardelijke actie. Het verlaagt financiële risico’s tot een aanvaardbaar niveau. Dat geldt zeker voor fijnmaziger uitbreidingen op stedelijke of regionale breedbandringen (bedrijventerreinen (FttB), woonwijken (FttH)). Provincies Gelderland en Overijssel presenteren eind maart een Handboek Parkmanagement met daarin opgenomen een module over vraagbundeling op bedrijventerreinen. Daarnaast is er het fenomeen marktplaatsen: fysieke contactpunten tussen geclusterd dienstenaanbod en breedbandinfrastructuur (van meerdere operators). Provincies nemen deel aan de begeleidingscommissie voor het onderzoek ‘Breedband over de Stadsgrenzen’, een initiatief van de Vereniging Stedenlink en mede ondersteund door het ministerie van Economische Zaken. Alle tot dusver gestarte marktplaatsen zijn tot dusver tot stand gekomen met provinciale ondersteuning. De neutrale beheersinstanties kunnen die functie vervullen dankzij toezicht op hun maatschappelijke taak door betrokken provincies en gemeenten. Ook hierover is
5
Overleg 6 maart 2006 met Westgren, Savelkoul (EZ/DGET), Spohr (NBL) en Kuijper, Huntink en Brouwers (provincies).
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
8
inmiddels de nodige kennis opgedaan en beschikbaar. De ‘governance-modellen’ zijn wel verschillend. Verdergaande koppeling van marktplaatsen tot een dekking van heel Nederland wordt ook sterk bepleit door de stichting Stedenlink. Landelijke dekking veronderstelt een eenduidig sturingsmodel en dat moet worden ontwikkeld (in samenwerking met andere betrokken overheden). Het al genoemde BODS-onderzoek richt zich mede hierop. Overijssel, Gelderland en Brabant geven als lid van de begeleidingscommissie aan dit sturingsmodel mede invulling. Deze actielijn leidt in 2006 en 2007 tot: 1. Interlokale koppeling – o.b.v. de ‘toolkit’ die wordt ontwikkeld in het BODSonderzoek - van lokale glasvezelnetten in steden of stedelijke agglomeraties in de provincies per begin 2007 (Direct in aanmerking komen nu al: in Overijssel: Enschede, Zwolle, Almelo, Stedendriehoek (Deventer-Apeldoorn-Zutphen); in Gelderland (naast Stedendriehoek): Arnhem, Nijmegen en Ede-Wageningen; en in NoordBrabant: Eindhoven-Helmond, Tilburg, Breda en Den Bosch). 2. Koppeling van EFX- en NDIX-hoofdvestigingen per einde 2006. Het betreft hier Eindhoven en Enschede. Dit voornemen en de actuele status van de beoogde koppelingen is in onderstaand figuur weergegeven. [figuur] Als de meest kansrijke ‘footprint’ in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant op afzienbare termijn is gerealiseerd, zullen spoedig marktplaatsen en stedelijke breedbandnetwerken in andere provincies worden gekoppeld. Gezien de actuele situatie is de volgende uitrol mogelijk: 3. Uitbreiding van het aantal (satelliet-) marktplaatsen onder beheer van GNIX in Groningen, Drenthe en Fryslân (FrIX) per medio 2007. 4. Oprichting van en koppeling van marktplaatsen al of niet i.c.m. regionale vraagbundeling in de tot dusver ontbrekende provincies per einde 2007. Denk aan de ‘creative industry’ – impuls in Noord-Holland, uitbreiding Almere-IX naar heel Flevoland, Isidoor in Limburg, koppelen medische cluster Zuid-Holland. 5. (Mede-)Ontwikkeling van het sturingsmodel dat openheid en marktwerking garandeert voor een landsdekkend patroon van stedelijke marktplaatsen. Provincies stemmen dit n.a.v. BODS-onderzoek af met stichting Stedenlink en het ministerie van Economische Zaken.
3.5 Actielijn 3) Beleidsmonitoring dienstenontwikkeling in open breedbandleeromgeving. De effecten van diensteninnovatie zijn in de officiële statistieken en analyses (CBS, SCP) nog slecht te volgen. Breedband voorziet in een infrastructuur voor diensten die deze ontwikkelingen nog verder versnelt. Provincies zijn voor hun eigen beleidsverantwoording op zoek naar een betere effectmeting. Dat geldt naar is begrepen ook voor het ministerie van Economische Zaken. De breedband-leeromgeving vormt een uitstekende test case om de kennis over en meetbaarheid van de micro-economische en sociaaleconomische effecten op te bouwen. De marktplaatsenstructuur met het publieke toezicht levert een belangrijke operationele bijdrage aan de monitoringsmogelijkheden. Provincies hebben ondermeer behoefte aan inzicht in:
Bijdrage van investeringen in breedband (infrastructuur, -diensten) aan werkgelegenheid (direct, indirect / stedelijk / ruraal).
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
9
Innovatie-effecten op bedrijfsorganisatie (dat geldt vooral voor de ICT- en contentgebaseerde sectoren, want daar zien wij forse wijzigingen optreden).
Sociaal-economische effecten (prijs en kwaliteit dienstverlening in verschillende sectoren, voorzieningenniveau, veranderingen in leef, woon-, werkpatronen).
Deze beleidsmonitoring-informatie (en onderliggende rekenmodellen) zou ter aanvulling kunnen worden ondergebracht in de Nationale Breedbandmonitor.nl, waarvoor momenteel de provincie Noord-Brabant de meeste gegevens heeft aangeleverd. In Twente is in opdracht van de stichting Breedband Twente en ondersteund door de provincie zeer recent een Accounting & Billing Platform ontwikkeld door het Telematica Instituut en In dialoog voor het analyseren en doorberekenen van breedbanddienstengebruik. Provincies vragen het ministerie van Economische Zaken om: 1. gezamenlijk een beleidsmonitoring-instrumentarium op te stellen en, 2. werkenderwijs in te richten op basis van detailgegevens uit de Breedband Leeromgeving. Hiermee kan eind 2007 de beleidsverantwoording over de breedbandstimulering worden onderbouwd. De ontwikkeling en het gebruik van de breedband(diensten)monitor is een nationale aangelegenheid. Aan het ministerie van Economische Zaken wordt gevraagd om in overleg met de daartoe geëigende kennisinstituten (CBS, SCP, universiteiten, (enkele) adviesbureaus) een adequaat monitoringsinstrument te laten ontwikkelen met een dusdanige opzet dat provincies de resultaten kunnen gebruiken voor eigen verantwoordingsverplichtingen.
3.6 Actielijn 4) Communicatie vooral gericht op kennisoverdracht, demonstratie van de mogelijkheden en meerwaarde van breedband bij het MKB. De belangstelling van het MKB voor breedband is nog gering. Dat komt ten eerste door het prijsniveau van huidige gesloten infrastructuurmodellen, waardoor bestaande bedrijventerreinen maar mondjesmaat zijn ontsloten. Ten tweede is er nog beperkt ervaring met (en behoefte aan) nieuwe dienstenconcepten. In de publieke sector is de kennis over de nieuwe mogelijkheden ook zeer ongelijk verspreid, hoewel geleidelijk aan grotere organisaties met meerdere kantoorlocaties de zegeningen van breedbanddiensten zoals VoIP-telefonie en werkplekbeheer-op-afstand ontdekken. Inmiddels ontstaan binnen het open breedbandnetwerkconcept diensten en infrastructuurprijzen die wel binnen de prijs-/prestatie-range van het MKB vallen. Ook wordt zeer recent duidelijk dat nieuwe investeerders actief worden in het verglazen van bedrijventerreinen en dat zeer veel – voornamelijk kleine nieuwe dienstenaanbieders – de concurrentie aangaan met de gevestigde operators in de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsgerichte diensten (bewaking, telefonie, automatisering). Gedacht wordt aan het organiseren van een aantal lokale workshops voor en door het bedrijfsleven in samenwerking met een keur van partijen die dit ambiëren: bijvoorbeeld VNONCW, MKB Nederland, Syntens, ICT Office en Stichting Nederland Breedbandland (NBL). Voor deze actielijn dient een communicatieplan te worden opgesteld met een duidelijke werktoedeling aan partijen die nu – al of niet met publiek geld ondersteund – voorlichting geven en demonstratieprojecten ontwikkelen. Verder moet dit plan leiden tot een planning en een samenhangende evenementenkalender. Provincies willen enerzijds een faciliterende rol (locaties, cofinanciering) vervullen en vragen anderzijds om enige vrijheid per provincie om met de eigen vertrouwde intermediairs een dergelijk kennisoffensief in te vullen. Dit is
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
10
nodig omdat bijvoorbeeld niet elke Syntens-vestiging over de adequate adviseurs beschikt. Van het ministerie van EZ wordt regievoering en cofinanciering gevraagd. Resultaten: 1. Zomer 2006: communicatieplan en afgestemde evenementenkalender. 2. Rest 2006 – 2007: minimaal 12 bijeenkomsten (MKB-gericht / instellingen gericht). Aan het ministerie van Economische Zaken wordt een bijdrage gevraagd in de proceskosten op basis van nader op te vragen offertes en aansturing van intermediairs voorzover die aansturing landelijk geschiedt.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
11
4
Uitvoering programmaplan
4.1 Organisatorische inrichting en projectaansturing Provincies streven naar een samenwerking op programmabasis en een periodiek bij te stellen uitvoeringsprogramma per actielijn. Voorgesteld wordt om de programmaorganisatie zo eenvoudig mogelijk te houden en aan te sluiten bij de bestaande situatie bij de provincies met een breedbandbeleid. Het programma beoogt geen vervanging te zijn voor provinciaal breedbandbeleid. Integendeel: deelnemen aan het programma veronderstelt dat er provinciaal breedbandbeleid is, dan wel in ontwikkeling is. Het gezamenlijke programma zorgt voor de synergie door het verbinden van de provinciale programma's onderling en met het nationale breedbandbeleid en zijn instrumentarium en zo mogelijk met het Europese beleid(-sintrumentarium)
Instellen van een stuurgroep voor het programmaplan. Dit is in de beginfase met drie initiatiefnemende provincies niet persé noodzakelijk. Indien alle provincies meedoen, kan het IPO Bestuurlijk Overleg van gedeputeerden EZ de stuurgroep vormen. Hieruit kan ook een bestuurlijke delegatie worden samengesteld of een gedeputeerde worden benoemd die de agenda en de voortgang bestuurlijk bewaakt en periodiek overleg voert met het ministerie. Tweemaal per jaar staat de voortgang van het programma op de agenda van de IPO Bestuurlijke Adviescommissie Economie. Daarvoor wordt dan ook een vertegenwoordiger van het ministerie uitgenodigd.
Instellen van een programmateam: het programmateam komt in de plaats van de huidige interprovinciale werkgroep Breedband en wordt uitgebreid met een vertegenwoordiger van het ministerie van EZ. Het programmateam fungeert als opdrachtnemer ten opzichte van de stuurgroep en is verantwoordelijk voor uitvoering van het programma. Elke actielijn krijgt een eigen eerste aanspreekpunt die daarvoor gedeeltelijk wordt vrijgemaakt door zijn/haar werkgever en er is één over all coördinator. Deze laatste is ook verantwoordelijk voor één van de actielijnen. Voor programmacommunicatie/secretariaat wordt aanvullende ondersteuning ingezet. De suggestie wordt gedaan om hiervoor gebruik te maken van de Connecting the Dots-formule, zodat de communicatie niet beperkt blijft tot de provincies.
Projectteams: per actielijn zullen externe partijen ingehuurd worden om de resultaten te realiseren.
Klankbordgroep: elke provincie organiseert een periodiek breedbandoverleg met de actieve gemeenten, organisaties en bedrijven en verkrijgt als zodanig feedback op de programma-activiteiten in de eigen regio.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
12
4.2 Indicatieve begroting De totale kosten voor het tweejarige programma worden begroot op circa € 425.000 voor de periode 1 september 2006 tot 1 september 2008. Daarbij is uitgegaan van de volgende veronderstellingen: 1. De provincies dragen zelf de primaire kosten voor de actielijnen zoals die binnen de provincies worden ontwikkeld en uitgevoerd. Zo zijn bijvoorbeeld de geschatte kosten voor het exploiteren van een stedelijke marktplaats plus de koppeling naar een volgende marktplaats € 60.000 per jaar. Per stad/stedelijke regio is de aanlooptijd tot ‘breakeven’ verschillend. De aanloopverliezen en het te nemen aandeel daarin door de provincie als subsidiegever / vraagbundelaar zijn daarom PM. Alle provincies nemen deel aan het programma en de daaruit voortvloeiende implementatieagenda voor € 25.000 gedurende de looptijd. Dit bedrag wordt ingezet voor de actielijnen ‘Breedbanddiensten’, 'Regionale vraagbundeling en marktplaatsen' en ‘Kennisoverdracht MKB’ en programmaondersteuning. Gewenst wordt een bestendiging van de Connecting the Dots-formule en samenwerking in de dienstenopschaling met de stichting Nederland Breedband Land. 2. Het ministerie van Economische Zaken neemt de kosten voor de actielijn ‘Beleidsmonitoring breedband’ geheel voor haar rekening en draagt bij in de programmakosten.
Tabel 3.1:
Indicatieve begroting voor 2 jaar
Inkomsten Bijdrage provincies 12 x € 25.000 Bijdrage ministerie van EZ Totaal
€ 300.000 € 125.000 € 425.000
Uitgaven Over all coördinatie Coördinatiekosten Uitvoeringskosten
€ 40.000 € 50.000
Actielijn 1 1.1 1.2
Opschaling breedbanddiensten - Coördinatiekosten - Uitvoeringskosten o.a. bijeenkomst CtD, workshop dienstenanalyse, opschalingsmasterclasses, projectontwikkeling
€ 40.000 € 50.000
Actielijn 2 2.1 2.2
Reg. Vraagbundeling en marktplaatsen - Coördinatiekosten - Uitvoeringskosten m.n. kennisdeling, implementatie BODS
Actielijn 4 4.1 4.2
Communicatie en awareness MKB - Coördinatiekosten - Uitvoeringskosten
€ 40.000 € 50.000
Onvoorzien
€65.000 Totaal
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
€40.000 € 50.000
€ 425.000
13
Toelichting bij de indicatieve begroting Er wordt zoveel mogelijk aangesloten bij en gebruik gemaakt van de bestaand e infrastructuur die zich de laatste jaren heeft ontwikkeld voor het bevorderen van de breedbandontwikkeling in Nederland: Nederland Breedbandland, Stedenlink, Connecting the Dots, Maatschappelijke Sectoren en ICT. Waar mogelijk wordt het programma ingezet om deze infrastructuur te versterken. Anders dan in de voorafgaande versies van dit plan zijn nu de personele kosten voor de coördinatie opgenomen in de begroting. Uitgangspunt blijft dat deze functies worden ingevuld door medewerkers van de deelnemende provincies met ervaring en deskundigheid op dit gebied. Het meest voor de hand ligt ook dat degene die de over all coördinatie doet ook de coördinatie op zich neemt van één van de actielijnen. 1. Actielijn 1 1.1. Bijeenkomst Connecting the Dots / provincies 1.2. Workshop kansrijke diensten voor MijS&ICT voor medewerkers provincies en EZ: geen kosten 1.3. Analyse opschaling: verslaglegging workshop en uitwerking. 1.4. Masterclasses: kosten te maken voor voorbereiding en houden van twee masterclasses (avond-, ochtend-, middagdeel), één najaar 2006, één voorjaar 2007. 1.5. Uitwerking provinciale voorstellen: inhuren adviseur(s) voor projectdefinitie. 2. Actielijn 2 2.1. De koppeling van steden binnen provinciale grenzen is primair een zaak van de steden en de provincies zelf. Provinciale afstemming, kennisuitwisseling en concrete samenwerking is noodzakelijk bij koppeling over de provinciegrenzen heen. Dit geldt ook voor koppeling van de centrale internet-exchanges GNIX en NDIX ten behoeve van de breedband-leeromgeving. 2.2. In het Stedenlink-onderzoek komt het sturingsmodel voor een landelijk dekkend netwerk van marktplaatsen aan de orde. Dit model zou in het kader van het provincieprogramma worden geïmplementeerd 3. Actielijn 3 3.1. Uitwerken opzet beleidsmonitoring: budget gereserveerd voor inhuur adviesbureau en samenwerking met CBS / SCP in 2006-2007. 3.2. Gebruik monitoringinstrument: geen kosten voor provincies aan verbonden. 4. Actielijn 4 4.1. Opstellen communicatieplan / evenementenkalender: budget gereserveerd voor inhuur communicatieadvies 4.2. Bijeenkomsten MKB / sectoren: kosten voor organisatie en houden van bijeenkomst. Voor programmacommunicatie en secretariaat wordt externe assistentie ingehuurd. Afhankelijk van de deelname van alle provincies wordt de rol van het IPO-secretariaat bepaald.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
14
Bijlage 1. Activiteiten provincies en ministerie EZ Verschillende provincies en het ministerie van EZ - DGET kennen ieder al een aantal lopende of geplande initiatieven die direct aansluiten bij het voorgestelde programma. Dit betekent inzet van capaciteit, financiering en concrete plannen die kunnen worden ingebracht in of afgestemd zijn op het programma. Om een indruk te geven van het activiteitenniveau volgt hieronder in willekeurige volgorde van een aantal provincies een omschrijving van wat er in de provincie speelt. Dit overzicht is niet compleet. Ook van enkele zeer actieve provincies als Groningen en Drenthe ontbreekt nog de informatie. Deze kan, indien gewenst, later worden aangevuld. Gelderland: De provincie Gelderland geeft vanuit haar afdeling Economische Zaken in 2006 en 2007 een extra impuls aan breedbandmarkt door: 1.
vraagbundeling in onrendabele gebieden (incl. eventueel met inzet WiMAX/hybride technologieën);
2.
vraagbundeling grotere bedrijventerreinen (> 100 bedrijven, op circa 40 terreinen in Gelderland);
3.
uitvoering masterplan breedband, hetgeen impliceert realisatie van een aantal gekoppelde digitale marktplaatsen.
Budget vanuit EZ: € 150.000 t/m 2007, € 300.000 eenmalig voor dienstenontwikkeling en marktplaatskoppeling. Gelderland heeft vanuit de externe subsidieregeling ICT circa 90 kleinschalige dienstenprojecten gesubsidieerd in verschillende sectoren. Het project is geëvalueerd en er wordt gewerkt aan een vervolgvoorstel waarin de nadruk komt te liggen op opschaling van deze projecten in aansluiting op Rijksprogramma's zoals M&ICT Op het gebied van Zorg heeft de provincie samen met drie grote regionale zorgaanbieders het project 'Thuis met Zorg' opgezet. De partijen werken samen om in het werkgebied Nijmegen e.o, Arnhem-Zuid en de Liemers regiobreed ICT- en domoticatoepassingen te gaan aanbieden via aanwezige en nieuwe breedbandnetwerken. In de regio worden in 2006 in totaal 16.000 woningen van glasvezel voorzien. In het project worden technische en organisatorische vraagstukken van open netwerken samen getackeld en entree barrières weggenomen. Het uiteindelijk doel is een business model voor het aanbieden van regionale zorg-en dienstenpakketten in stad én het tussenliggende gebied. Het betreft dus een opschaling van individuele projecten naar een (boven-)regionale schaal. Het project wordt gemonitord door de werkgroep Technoloy Assessment van de TU Twente. In dit kader wordt ook een subsidieaanvraag M&ICT voorbereid. Vanuit de afdeling EZ wordt de verglazing van bedrijventerreinen ter hand genomen. Dit gebeurt door stimulering van vraagbundeling in de regio en op bedrijventerreinen. Hiervoor heeft de provincie -samen met Overijssel- onlangs het themanummer breedband bedrijventerreinen uitgegeven, waarin actuele cases op bedrijventerreinen zijn beschreven inclusief een stappenplan voor vraagbundeling Noord-Brabant: De provincie Noord-Brabant heeft het project “De Brabantse Breedbandversneller”, dat sinds januari 2005 loopt en in 2006 en 2007 wordt vervolgd. Hiervoor is een bedrag van € 500.000 voorzien (300 infra, 150 dienstenontwikkeling, 50 communicatie). De centrale actielijnen in het project zijn: 1.
Koppeling van marktplaatsen in de 5 grote Brabantse steden;
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
15
2.
Dienstenontwikkeling (zorg, onderwijs en openbaar bestuur);
3.
Ontwikkeling breedband op bedrijventerreinen en
4.
Creëren van draagvlak bij bestuurders en bedrijfsleven.
Overijssel: De provincie Overijssel heeft binnen de bestuurlijke prioriteit Economie en Innovatie een Actieprogramma Breedband Overijssel 2005 – 2007 opgesteld met voor 2006 en 2007 een budget van circa € 1,5 miljoen voor ondersteuning diensten-pilots en vraagbundeling. Centraal staan: 1. het creëren van een open glasvezelnetwerk tussen de vijf grote steden in Overijssel, Hardenberg en Steenwijk. 2. het verbeteren van de publieke dienstverlening en intergemeentelijke/provinciale samenwerking door gemeenschappelijke dienstenontwikkeling. 3. diensteninnovatie door combinaties van bedrijven en instellingen binnen publieke sectoren zoals zorg, onderwijs, veiligheid, ruimtelijke ordening. Voor het Zorg & Technologie in Twente - programma (IZIT) is daarnaast een apart budget van € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Belangrijk voor de diensteninnovatie is voorts de Triangle-samenwerking tussen een drietal kennisclusters rondom Food, High Technology en Bouw. De universiteiten van Twente, Wageningen en Nijmegen zijn hier nauw bij betrokken. Waar mogelijk wordt het programmabudget op projectbasis aangevuld met middelen uit Europese structuurfondsen t.b.v. plattelandseconomie, reconstructie landelijk gebied. Noord-Holland De provincie Noord-Holland stimuleert toegang van multimediabedrijven tot een open breedbandnetwerk in het kader van het programma “Versterking Multimediacluster”. Twee (uit zeven) maatregelen die binnen dit programma worden uitgevoerd gaan over breedbandontwikkeling: 1. Digitale marktplaats Hilversum. Realisatie van een digitale marktplaats Hilversum met aansluiting van ca. 120 innovatieve bedrijven en instellingen als een strategische randvoorwaarde voor een duurzame ontwikkeling van het multimediacluster in Hilversum: het realiseren van een hefboom voor innovatie en dienstontwikkeling door het creëren van een lage drempel voor innovatieve dienstaanbieders. 2. Breedband als cement voor de creatieve as. Het brengen van de Noordvleugelgemeenten en de provincie op één lijn ten aanzien van breedband en het leggen daarmee van een basis voor opschaling van breedband in de regio: lokale digitale marktplaatsen en koppeling van de digitale marktplaatsen i.k.v. gebiedsgerichte economische programma Noordvleugel van Pieken in de Delta. In het kader van de uitvoering van de laatstgenoemde maatregel wordt nu een projectvoorstel voor Pieken in de Delta voorbereid voor het opzetten van digitale marktplaatsen en het verbinden ervan in de zogenaamde ‘creatieve as’ in de Noordvleugel: Haarlem, Amsterdam, Hilversum, Amersfoort. Limburg Op dit moment is de ambitie van de Provincie Limburg over breedband en breedbanddiensten geformuleerd in een conceptnota die in het najaar van 2006 zal worden vastgesteld door Provinciale Staten, zo is de verwachting. De actielijnen en bijbehorend programma
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
16
zullen vanaf de nieuwe coalitieperiode in mei 2007 geëffectueerd worden. Tot die tijd wordt het veld actief betrokken bij de ideeën die wij als provinciale overheid hebben en verzorgen wij het verwerven van draagvlak voor de 3 actielijnen die in de nota zijn gedefinieerd: 1. het stimuleren van nieuwe en het opschalen van bestaande innovatieve breedbanddiensten; 2. het stimuleren van een open en gekoppeld breedbandnetwerk voor bedrijven en (semi)overheidsinstellingen; 3. bewustwording creëren voor – en het stimuleren van het delen van kennis over – de meerwaarde en mogelijkheden van breedband, breedbanddiensten en ICT. Bij de invulling van deze actielijnen trekken wij duidelijk de regierol naar ons toe. We trekken daarbij samen op met partners in het veld: Syntens, LIOF, MKB-Limburg, Limburgse Werkgevers Vereniging, Kamer van Koophandel, Universiteit Maastricht en andere kennisinstellingen. Voor de uitvoering van het programma hebben we budget gevraagd aan Provinciale Staten. Inmiddels zijn er vanzelfsprekend al wel projecten op het gebied van breedband en breedbanddiensten lopende:
De Regionale Ambulance Voorziening Noord-Limburg maakt met behulp van een provinciaal subsidie nu gebruik van mobiele datacommunicatie op al hun ambulances (17 stuks) waardoor zij in staat zijn gegevens onmiddellijk te versturen en te ontvangen van en naar ziekenhuis, huisartsenpost en de eigen post. Hierdoor is op het moment van aankomst in het ziekenhuis alles bekend van de patiënt. Dat scheelt aanzienlijk in tijd, hetgeen het adequaat behandelen van de patiënt ten goede komt.
Het project Isidoor (managed dark fiber) wordt met behulp van een provinciaal subsidie opgeschaald door een marktplaats te ontsluiten in de regio Parkstad. Hierdoor wordt een koppeling met andere netwerken die aanwezig zijn in de regio verwezenlijkt.
In het Heuvelland loopt met behulp van een provinciaal subsidie een pilot in de toerisme-sector. Daarbij wordt toeristische informatie ontsloten op voor toeristen te huren handhelds. Zo kunnen zij tijdens wandeltochten informatie oproepen over de route en over bezienswaardigheden die zij al lopende of fietsende tegenkomen.
Voorts zijn de mogelijkheden onderzocht om aansluiting te zoeken bij kennisinstellingen die gesitueerd zijn bij de ICT-ontwikkelkernen in België en Duitsland. Enkele Interregprojecten zijn op dit gebied actief. De resultaten daarvan verwachten wij tegen het einde van dit jaar.
Utrecht Momenteel is het breedbandbeleid van de provincie Utrecht (geïnitieerd door Economische Zaken) in het bijzonder gericht op het aanjagen van vraagbundelingsprojecten op bedrijven –en kantoorlocaties (Fiber-to-the-business). In de periode 2005 – 2010 worden op 15 bedrijven – en kantoorlocaties projecten vraagbundeling uitgevoerd waarvoor de provincie aan gemeenten cofinanciering biedt à € 35.000,voor de uitvoering van een project vraagbundeling. Een project vraagbundeling is het geheel van inventarisatie of er glasvezel ligt en behoeftepeiling -en bewustwording onder bedrijven middels ‘innovatiesessies’; tot het komen tot breedbandaansluitingen middels een open marktplaats, waarbij marktpartijen uitgenodigd worden aanbiedingen te doen. Doel is dat zoveel mogelijk bedrijven aangesloten worden op breedband en gaande het project zich voordoende ‘hindernissen’ en de ‘last-mile’ problematiek worden opgeheven. BreedNet in Amersfoort is ondersteund door de provincie en momenteel loopt vraagbundeling voor alle Soester bedrijventerreinen. Potentieel is Veenendaal, Bunschoten en het
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
17
nieuwe bedrijvenpark Larenstein in de Bilt. Verkenningen worden uitgevoerd in de gemeenten Lopik en Nieuwegein. Wij verbreden ons huidig breedbandbeleid richting woonhuizen (Fiber-to-the-home) en breedbandtoepassingen voor de sectoren onderwijs, zorg, MKB en openbaar bestuur (Fiber-to-the- Institute), te starten in 2007. Begin 2006 is een inventarisatie uitgevoerd door Dialogic naar gemeentelijke initiatieven op het gebied van breedband en de aanwezige (breedband)infrastructuur. Deze inventarisatie wordt binnenkort openbaar gemaakt. De provincie is ruim voorzien van glasvezelinfrastructuur en met uitzondering van Oudewater en Woudenberg zijn er in de meeste gemeenten meerdere spelers. Stimulering van de uitrol van extra infrastructuur zou zich moeten richten op vraagbundeling. Dit is nodig om de ‘last-mile’ te realiseren naar de meterkast van huishoudens, bedrijven en instellingen. Het aantal aansluitingen is immers nog relatief laag. In de zomer van 2006 wordt een inventarisatie uitgevoerd van de ontwikkelingen op dienstengebied, de kansen van die diensten en de wijze waarop dienstenaanbod en –afname kan worden gestimuleerd. Het betreft dienstentoepassingen voor de maatschappelijke sectoren zorg, onderwijs (inclusief universiteiten) en openbaar bestuur, voor het bedrijfsleven, beveiliging en bewoners. Het nieuwe breedbandbeleid vanaf 2007 richt zicht op: 1. stimuleren van vraagbundeling last-mile infrastructuur 2. stimuleren dienstenontwikkeling en –afname voor maatschappelijke sectoren zorg, onderwijs (inclusief universiteiten) en openbaar bestuur, voor het bedrijfsleven (MKB), veiligheid en bewoners 3. Informeren gemeenten over het belang van (inter-)gemeentelijk breedbandbeleid. 4. Opschalen lokale breedbandinitiatieven voor regionaal niveau 5. Deelnemen aan het IPO programma grootschalige leeromgeving breed Flevoland De projecten dragen bij aan de lange termijn beleidsdoelstellingen van Almere op het gebied van Wonen, Werken & leren en Welzijn. De breedbandprojecten zijn een belangrijke randvoorwaarde. De 28 projecten van Almere Kennisstad en haar partners zijn ingedeeld naar: wonen, werken & leren, welzijn en breedband Wonen: Door allerlei intelligentie aan een huis toe te voegen en apparaten met elkaar te koppelen worden woningen 'slimmer'. Dit maakt het leven veiliger, makkelijker, leuker en efficiënter. Het 'automatiseren' van woningen wordt ook wel Domotica genoemd. In Almere hebben we veel aandacht voor bijzondere doelgroepen, zoals ouderen en gehandicapten. Door in woningen gebruik te maken van Domotica-toepassingen zoals medische alarmering of bediening van apparaten via een afstandsbediening, kunnen ouderen en gehandicapten langer zelfstandig wonen. Werken & leren: Het gebruik van computers en internet is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Ook het onderwijs moet mee in deze ontwikkeling. Scholieren moeten leren hoe je met een computer en het internet om moet gaan; wat kan er allemaal mee? Bovendien is de inhoud van het onderwijs veranderd. Deze richt zich tegenwoordig veel meer op het ontwikkelen van vaardigheden en competenties in plaats van op het reproduceren van kennis. Hierin
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
18
passen nieuwe didactische werkvormen die ondersteund worden door computerprogramma's. Naast het doorvoeren van verbeteringen in het onderwijs worden de economische ontwikkelingen in Almere gestimuleerd door het vestigingsklimaat voor (ICT-)ondernemers te verbeteren. Welzijn: 'Je goed voelen', dat is wat we verstaan onder welzijn. De gezondheidszorg en zorg voor specifieke doelgroepen zoals ouderen en gehandicapten zijn herkenbare voorbeelden. Ook het algemene gevoel van veiligheid en je 'thuis' voelen in je sociale omgeving is belangrijk voor de samenleving. Breedband: Om Almere voor te bereiden op de 'digitale toekomst' zouden inwoners en bedrijven toegang moeten hebben tot breedbanddiensten van hoge kwaliteit tegen aanvaardbare kosten. Het dataverkeer blijft groeien door een toename in het gebruik van o.a. audio- en videodiensten, maar ook door introductie van nieuwe toepassingen. Een succesvolle ICT infrastructuur in Almere is een essentiële randvoorwaarde om de lange termijn doelstellingen op de andere deelgebieden te behalen. Ministerie van EZ/DGET: Samenwerking tussen het ministerie van EZ en de provincies past binnen de actielijn Connecting the Dots uit het vigerende breedbandbeleid. Vraagbundeling en monitoring vormen hierbij belangrijke aanknopingspunten voor samenwerking. Het ministerie streeft naar verdere standaardisatie van volgende generaties breedband binnen het platform E-NORM. Dit biedt eveneens aanknopingspunten voor het programmaplan. Verder is het ministerie initiatiefnemer en penvoerder van het Actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT, waarin het onderhavige programmavoorstel mogelijk gedeeltelijk ondergebracht kan worden. Tot slot is de samenwerking met tussen het ministerie, Syntens en NBL relevant waar het opschalingprojecten betreft en gerichte communicatie richting MKB.
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
19
Bijlage 2. Afspraken van 30 maart 2006 In het overleg tussen de drie provincies en het ministerie van Economische Zaken, DGET, zijn de volgende afspraken gemaakt: EZ staat achter het plan van de drie provincies en de ambitie om alle provincies hierin te laten participeren. Wel ziet EZ graag doelstellingen duidelijker verwoord in het plan. Het gaat dan niet over de doelstellingen op het gebied van infrastructuur en marktplaatsen, maar om doelstellingen op het gebied van maatschappelijke sectoren, in termen van het effect dat men in de betreffende sectoren met de inzet van breedband Draagvlak bij portefeuillehouders zal waarschijnlijk bij het formuleren van dergelijke doelstellingen nodig zijn.
EZ biedt de provincies de “Nederland Breedbandland-aanpak” voor het opschalen van diensten aan. Het NBL-plan is bekend.
EZ biedt eveneens aan om relevante ontwikkelingen te monitoren. Wat gemonitord zal worden, zal ook in overleg met de betrokken provincies worden bepaald.
EZ zal €125.000 bijdragen in de proceskosten, onder voorwaarde dat alle provincies ieder €25.000 bijdragen in de proceskosten. Overigens zal nader bepaald moeten worden aan welke concrete post de subsidie van EZ gegeven zal worden (bijvoorbeeld aan "communicatie").
Voorstel Nat. Leeromgeving breedbanddiensten
20