Groei door samenwerking
academisch ziekenhuis Maastricht Jaarverslag 2007
Groei door samenwerking
In het jaarverslag geven wij een beeld van de wijze waarop het azM in 2007 is gegroeid en ook de komende jaren wil blijven groeien. Die groei is alleen mogelijk door samen te werken. Binnen onze organisatie, maar ook met externe partijen. Daarom besteden we in dit verslag apart aandacht aan het thema ‘Groei door samenwerking’. Een reeks samenwerkingsverbanden lichten we toe in de vorm van teksten en foto’s, die als visuele rode draad door de hoofdstukken lopen. Samenwerking biedt mogelijkheden om processen beter en efficiënter in te richten en aan te passen aan de veranderende behoeften. Daarnaast biedt samenwerking kansen op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en wetenschappelijk onderzoek.
Jaarverslag 2007
3
Inhoud
Voorwoord 1
Verantwoording
2
Visie en strategie
Meerjarenbeleid azMove azMoves on
3
17 18
23 24 25 25 26 27
Raad van Toezicht
Algemeen Verslag Raad van Toezicht Samenstelling Raad van Toezicht Bezoldiging Raad van Toezicht
5
11
Organisatie
Structuur van het concern Kernactiviteiten en nadere typering Werkgebieden Belanghebbende partijen Bedrijfsvoering Feiten en cijfers
4
7
31 31 34 35
Corporate Governance
Bestuur en Toezicht Zorgbrede Governance Code Raad van Bestuur Maastricht UMC+ Samenstelling Raad van Bestuur Bezoldiging Raad van Bestuur Medezeggenschap Algemeen kwaliteitsbeleid Commissies Maatschappelijke betrokkenheid Aandacht voor het milieu
39 39 39 40 41 42 43 44 45 47 49
6
Prestaties
Patiëntenzorg Vernieuwingen patiëntenzorg Onderwijs & opleiding Vernieuwingen in onderwijs & opleiding Wetenschappelijk onderzoek Vernieuwingen in wetenschappelijk onderzoek Ondersteuning kerntaken Samenvatting strategische speerpunten Externe oriëntatie en samenwerking
7
Personeel
Click call face Ontwikkelcentrum Transferium Arbeidsmarkt en vacatures Beoordelingssysteem voor medewerkers Kwaliteit van het werk
8
Jaarverslag 2007
79 81 84 85 86 88 88 88 89 90
Accountantsverklaring
101
10 Groei door samenwerking
103
11 Bijlagen Bestuur Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE) en hoofden Medische afdelingen Bestuur Stafdirectoraten en –diensten
4
73 73 73 73 75 75
Financieel-economische resultaten
Financiële ontwikkelingen Productieontwikkeling Analyse geconsolideerd financieel resultaat Ontwikkeling bedrijfsopbrengsten Ontwikkeling bedrijfslasten Financiële baten en lasten Vermogen en resultaat Overige balansontwikkelingen Ratio’s Financiële overzichten
9
53 57 62 63 64 64 65 68 69
Jaarverslag 2007
109 112
5
Voorwoord
De gezondheidszorg is in hoge mate in beweging. Internationaal doen zich grote veranderingen voor en veel nieuwe spelers treden toe tot de sector. Aan deze golf veranderingen komt voorlopig geen einde, gezien de ingrijpende plannen van de overheid voor de komende jaren. Verdere liberalisering van de gezondheidszorg heeft grote gevolgen en dit proces zal zich naar verwachting in hoog tempo voltrekken. Sinds de introductie van azMove, de nieuwe koers die ons voorbereidt op de veranderingen in de zorg, zijn veel van de plannen inmiddels gerealiseerd. Deze koers moet leiden tot een organisatie die de patiënt daadwerkelijk centraal stelt. Het jaar 2007 stond daarom in het teken van verandering en groei. Samenwerking met externe partners enerzijds en interne samenwerking in de vorm van multidisciplinaire teams anderzijds, stelt het azM in staat om de ambities voor de toekomst veilig te stellen. Onderzoeksspeerpunten - Hart en Vaten, Chronische ziekten, Geestelijke gezondheid en Kanker- zijn geconcretiseerd, patiëntencategorieën zijn benoemd en de zorglijnen zijn volop in ontwikkeling. De invoering van een nieuw managementsysteem en de modernisering en optimalisering van ICT is van start gegaan. Een kwaliteitssysteem zorgt voor continue verbetering van kwaliteit en veiligheid van zowel de behandeling van onze patiënten
< Raad van Bestuur V.l.n.r. Lou Brans Brabant, vice-voorzitter Harm Jan Driessen, lid Guy Peeters, voorzitter
6
Jaarverslag 2007
alsook van de arbeidsomstandigheden van onze medewerkers. Om de zorg en de diensten voor onze patiënten te verbeteren en uit te breiden, zoeken we actief naar samenwerkingspartners. We schromen niet om hiervoor over de landsgrenzen te kijken. Door middel van trainingen voor al onze medewerkers werken we aan klantgerichte gedragsveranderingen. Daarnaast is het werken in resultaatverantwoordelijke teams een doeltreffende aanpak voor kwaliteitsverbetering gebleken. De komende periode moeten we de uitvoeringskracht van het azM verder versterken. De aandacht zal blijven uitgaan naar de verbetering van cultuuren gedragsaspecten, de competenties van medewerkers en het uitbouwen van het klantenperspectief. Strategische allianties bieden in deze context mogelijkheden beter in te spelen op de behoeften van de onze patiënten en meer kansen te scheppen op het gebied van onderwijs & opleiding en wetenschappelijk onderzoek. De wens tot verdergaande samenwerking met het Universitätsklinikum Aachen heeft in 2007 geleid tot de start van een haalbaarheidsonderzoek, waarvan in medio 2008 de resultaten bekend zijn. Bedrijfsprocessen kunnen altijd efficiënter en effectiever en dat zal zeker een constante bundeling van krachten eisen. In 2007 zijn de Faculteiten Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen samengevoegd tot de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML). De vorming van het Maastricht UMC+, de samenvoeging van de FHML en het azM, die op 1 januari 2008 een feit werd, is een belangrijke ontwikkeling. Door een
verdere bestuurlijke integratie moet een betere aansturing worden gerealiseerd, gericht op een versterkte positie in onderwijs, onderzoek en integrale gezondheidszorg. Voor een succesvolle toekomst van het azM als onderdeel van het Maastricht UMC+ zal een proactieve visie op gezondheidszorg ons in staat stellen onze zorg en diensten blijvend positief te onderscheiden. Tot slot herdenken we het plotselinge overlijden van de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur, prof.dr. J.J. Carpay op 24 oktober 2007. Jan Carpay was van 1990 tot 2003 voorzitter van de Raad van Bestuur van het azM. Daaraan voorafgaand was hij vanaf 1987 directeur Patiëntenzorg en voorzitter van de toenmalige Directie. Hij was een daadkrachtig en inspirerend leider. Zijn vastberaden leiderschap was van grote betekenis voor de ontwikkeling van de academische gezondheidszorg in Limburg en van het azM in het bijzonder. Deze ontwikkeling zullen we verder voortzetten op Euregionale schaal.
Drs. G.J.H.C.M Peeters Voorzitter Raad van Bestuur
Jaarverslag 2007
7
Betrouwbare samenwerking
In Maastricht, Utrecht en Groningen werken meer dan 35 mensen samen aan preïmplantatie genetische diagnostiek, kortweg PGD. Het azM houdt zich hiermee bezig sinds 1995 en is in Nederland het enige ziekenhuis dat hier een vergunning voor heeft. Met Utrecht werken we sinds ongeveer twee jaar samen. Groningen gaat binnenkort van start. Afgaand op enthousiaste reacties van patiënten en goede zwangerschapscijfers is er sprake van een succesvolle samenwerking. Het succes valt of staat met transparantie en vertrouwen tussen de drie centra en tussen de afdelingen klinische genetica en de unit voortplantingsgeneeskunde van obstetrie / gynaecologie. Het mooie van de samenwerking tussen de drie centra is dat mensen in het midden en noorden van het land dichterbij huis geholpen kunnen worden. Ze hoeven niet ‘helemaal’ naar Maastricht te komen, terwijl de Maastrichtse expertise ook voor de satelietklinieken compleet beschikbaar is. Christine de Die-Smulders, klinisch geneticus
Verantwoording
1
In 2007 zijn de contouren voor de nieuwe omgeving van het azM helderder geworden. Deze omgeving wordt gekenmerkt door een aantal ontwikkelingen. De ombuiging van de Nederlandse gezondheidszorg naar een marktconform onderdeel van de economie, is in 2007 voor de toekomst nader ingevuld. Deze tendens zal met ingang van 2008 en 2009 grotere mogelijkheden voor zorgaanbieders bieden om over grote onderdelen van het zorgaanbod in vrijheid te onderhandelen met zorgverzekeraars. Daarnaast is in 2007 het werkveld als geheel ook internationaler geworden, met een toenemend aantal samenwerkingsverbanden. Naast de kansen brengt deze dynamische omgeving voor het azM ook risico’s met zich mee. De wijze waarop onze organisatie omgaat met het management van deze risico’s zal mede
De ombuiging van de Nederlandse gezondheidszorg naar een marktconform onderdeel van de economie, is in 2007 voor de toekomst nader ingevuld.
10
Jaarverslag 2007
bepalend zijn voor het succes in de komende jaren.
Temidden van deze veranderende omgevingsfactoren vaart het azM een heldere koers. Deze koers wordt ingegeven door de wens om: - zo veel mogelijk meerwaarde te bieden aan haar patiënten en samenwerkingspartners; - deze meerwaarde te leveren door middel van effectieve en efficiënte processen; - dit te doen in een voor de patiënt veilige omgeving; - dit te doen op een wijze die ook voor de azM organisatie tot een lange termijn rendement leidt.
In het verslagjaar zijn een aantal forse stappen gezet in de goede richting. Er is nadrukkelijke aandacht geweest voor klantbeleving en er zijn vorderingen gemaakt op het gebied van de inrichting van de organisatie met Resultaatverantwoordelijke Eenheden. Er is sprake van groei op activiteitenniveau: de doelstellingen voor de productie in de patiëntenzorg zijn ruimschoots bereikt. Dit resulteert in een gezond financieel resultaat. Daarnaast leggen omvangrijke investeringen in ICT een goede basis voor de toekomst. In dit rijtje van belangrijke vereisten voor de toekomst past ook de nieuwe bestuurlijke structuur van het Maastricht UMC+ geldend vanaf 1 januari 2008, die tot en met 2007 is voorbereid.
Jaarverslag 2007
11
Dit alles zal in 2008 en verder moeten leiden tot groei voor het azM, groei van de aantrekkelijkheid voor de zorgconsument, groei in volume van geleverde zorg maar ook groei in kwaliteit van medische zorg en onderzoeksprestaties. Deze groei kan alleen worden gerealiseerd door continu te innoveren, niet alleen technologisch maar ook door verbetering van te leveren producten en processen. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de het meerjarenbeleid en de initiatieven die ontplooit worden om dit beleid te concretiseren. De structuur van de organisatie, kernactiviteiten, werkgebieden, belanghebbende partijen en de bedrijfsvoering zijn nader toegelicht in hoofdstuk 3. Het jaarverslag van de Raad van Toezicht over het jaar 2007, de samenstelling en bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht, zijn vastgelegd in hoofdstuk 4. De governance structuur, waarbij de taken en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht
gescheiden zijn, wordt in de hoofdstuk 5 beschreven. In dit hoofdstuk zijn tevens de organisatieonderdelen uitgelicht, die de Raad van Bestuur ondersteunen en adviseren bij beleidsvraagstukken. Binnen het meerjarenbeleid zijn concrete speerpunten geformuleerd voor het jaar 2007 op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding, wetenschappelijk onderzoek, ondersteuning en samenwerking. In hoofdstuk 6 zijn de concrete prestaties op deze terreinen nader toegelicht. Hoofdstuk 7 is gewijd aan personeelszaken. In 2007 vond een organisatiebrede herbezinning op het personeelsbeleid plaats. In hoofdstuk 8 vindt de financiële vertaling van de resultaten in het verslagjaar plaats in vorm van de jaarrekening. Tot slot is een overzicht van de samenwerkingsrelaties opgenomen, die in het jaarverslag zijn uitgebeeld, met een tekst over de aard van de samenwerkingsrelatie.
Groei is alleen mogelijk door samen te werken. Binnen onze organisatie, maar ook met externe partijen. Samenwerking biedt mogelijkheden om processen beter en efficiënter in te richten en aan te passen aan veranderende behoeften. Samenwerking biedt kansen op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en wetenschappelijk onderzoek.
12
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
13
Voortvarende samenwerking
In het regionale distributiecentrum werkt het azM samen met Atrium MC en Orbis Sittard. Het RDC is de eerste proeve van bekwaamheid als het gaat om samenwerking van deze drie ziekenhuizen. De samenwerking is leerzaam. In de businesscase zijn de logistieke processen van de ziekenhuizen naast elkaar gelegd. Je leert van de verschillen. Voor deelname van andere partijen is het nog te vroeg. Eerst moet het voor de initiatiefnemers goed werken. Daarna zie ik mogelijkheden als gezamenlijk inkopen en samenwerking op het gebied van voeding. We hoeven niet het wiel opnieuw uit te vinden. Ik ben ervan overtuigd dat de klant profiteert. De verpleegkundige die een bepaald artikel moet hebben grijpt niet meer mis. Regionale samenwerking levert schaalvoordeel op, waardoor de efficiëntie groeit en de kosten lager worden. Henk Levy, directeur RVE Facilitair bedrijf
14
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
15
Visie en strategie
Verdere samenwerking met zowel internationale als nationale partners, aandacht voor klantbeleving en aandacht voor verbetering van efficiëntie van processen zijn de drijfveren voor innovatie.
Het azM is zowel dienstverlener als kennisinstelling. Het azM streeft op haar taakgebieden patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en onderzoek naar het realiseren van zo veel mogelijk meerwaarde voor haar klanten, dit gekoppeld aan een excellente uitvoering. Deze ambitie is in de afgelopen jaren uitgewerkt en vormgegeven in het strategie- en veranderingstraject ‘azMove’. In het missie- en visiedocument ‘azMove: Vernieuwend in zorg en leren’ is de kern van het meerjarenbeleid verwoord.
Meerjarenbeleid azMove Deze missie van het azM kan worden samengevat in de volgende elementen: • optimale en integrale zorg voor de individuele patiënt; • grenzen verleggen in maatschappij en wetenschap; • internationaal uitmunten op meerdere gebieden; • referentiecentrum voor vernieuwend onderwijs; • voortrekkersrol in (eu)regionale netwerken; • samenwerken met partners; • een organisatie waar medewerkers trots op zijn; • een continu lerende organisatie. Jaarlijks worden door het azM vanuit deze meerjarendoelstellingen speerpunten voor het komend jaar geformuleerd. De speerpunten voor 2007 en de wijze waarop deze zijn gerealiseerd komen aan bod in hoofdstuk 6. Maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen zijn van grote invloed op het meerjarenbeleid van het azM. Kern van de externe ontwikkelingen, die in 2006 en 2007 zijn ingezet en de komende jaren op de organisatie afkomen, is de verdergaande marktwerking in de zorg. Dit manifesteert zich in een wijzigende bekostiging van de ziekenhuizen waarbij de essentie afrekening op prestatie is. In eerste instantie uit de dynamiek op de zorgmarkt zich in de veranderende rol van patiënten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Patiënten worden steeds kritischer in hun keuzes naar welk ziekenhuis ze gaan voor hun zorgvraag. Zorgverzekeraars kopen scherper in en de verzekerden gaan meer sturen. Voor zorgaanbieders wordt het steeds belangrijker om zich te verdiepen in de eisen en behoeften in de markt en op de hoogte te blijven van de concurrentie.
16
Jaarverslag 2007
2
In tweede instantie zullen in de nabije toekomst naar verwachting markten voor nieuwe zorgproducten ontstaan, zoals bijvoorbeeld de preventie- en lifestylemarkt. Het is noodzakelijk voor het azM om op de juiste manier en met de juiste snelheid op de veranderende omgeving in te spelen. Essentieel daarbij is de vraag hoe we in deze marktdynamiek de kerntaken zorg, onderwijs & opleiding en onderzoek op een hoog niveau kunnen blijven uitvoeren. Dit is een belangrijk thema geweest tijdens de strategieconferentie, die eind oktober 2007 heeft plaatsgevonden. Om de azM-strategie in relatie tot externe ontwikkelingen te evalueren, worden halfjaarlijks strategieconferenties gehouden, waarbij de medische afdelingshoofden, RVEbestuurders en -management, stafdirecties en -hoofden, en de Raad van Bestuur aanwezig zijn. Belangrijkste conclusie van de najaarsconferentie 2007 is dat –met het oog op de toekomst– aanscherping en actualisatie noodzakelijk is van de azM-strategie zoals uitgewerkt in ‘azMove’. Kern van dit nieuwe plan is het realiseren van groei om de toekomstige positie van het azM te versterken. Groei zowel in kwaliteit van zorg, onderwijs en onderzoek als groei in volume. Verdere samenwerking met zowel internationale als nationale partners, aandacht voor klantbeleving en aandacht voor verbetering van efficiëntie van processen zijn daarbij de drijfveren voor deze innovatie. Voor het azM geldt dat het maken van keuzes een voorwaarde is voor groei. Focus op de speerpunten van het azM, zowel op het gebied van topreferente als reguliere zorg is noodzakelijk.
Jaarverslag 2007
17
Visie en strategie
Visie en strategie
De inhoudelijke focus van het azM ligt op het gebied van de vier strategische aandachtsgebieden: Hart en Vaten, Oncologie, Chronische Ziekten en Geestelijke Gezondheidszorg.
Om deze ambities in 2008 verder te concretiseren, zijn in het document Addendum azMoves on de volgende actiepunten opgenomen.
Gedurende 2006 is het keuzeproces op het vlak van de academische zorg afgerond. Ter vaststelling van de zwaartepunten in de topreferente zorg zijn alle topreferente en topklinische functies van het azM in kaart gebracht en criteria voor keuze en beoordeling geformuleerd. Ook in de relatie met partners vormen deze keuzes het uitgangspunt. Tezamen met partners wordt ernaar gestreefd op deze topreferente gebieden de zorg verder te versterken en te verdiepen.
1 Uit herhaalde metingen moet een aantoonbare verbetering van klanttevredenheid gaan blijken. Het azM gaat klanten nadrukkelijk naar hun oordeel over het ziekenhuis vragen door middel van quick scans.
azMoves on
Om groei te kunnen bereiken zal allereerst een aantal initiatieven, die reeds in azMove gedefinieerd zijn, afgerond dienen te zijn om de randvoorwaarden voor een groeiscenario in te vullen. Dit varieert van het realiseren van een aantal efficiencyverbeteringen in het patiëntenzorgproces, implementatie van ziekenhuisbrede ICT projecten tot en met grootschalige bouwkundige aanpassingen. Daarna zal de nadruk liggen op het bewerkstelligen van groei, waarbij tempo geboden is. Groei vanuit integrale innovatie van technologie en zorgproducten en processen, en door middel van samenwerking met strategische partners in de regionale, nationale en Euregionale setting, zoals de samenwerking met Universitätsklinikum Aachen. Ook de UMC-vorming is een belangrijke factor in de realisatie van de strategie.
2 Voor leidinggevenden zal een gericht management development programma worden opgezet. Medewerkers moeten uitstralen trots te zijn op het azM. De organisatie stelt daar respect, waardering en passende arbeidsvoorwaarden tegenover. De leidinggevenden moeten voorbeeldgedrag tonen in alles wat ze doen. 3 Verwijzers moeten een laagdrempelige toegang tot het azM hebben, via eenduidige aanspreekpunten. Het azM moet voor verwijzers een betrouwbare partner in de zorgketen zijn. 4 Met het oog op vernieuwing van kennis en kunde zal onder meer een alliantiebeleid worden geformuleerd om innovatie samen met relevante partners vorm te geven. 5 Er wordt gestart met de implementatie van een kern-ZIS1 en een ERP-systeem2 . De Resultaatverantwoordelijke Eenheden die de hoogste prioriteit krijgen, zijn het Hart en Vaat Centrum, het Kankercentrum en Operatieve Geneeskunde. 6 Het azM zal nieuwe producten blijven ontwikkelen en gedifferentieerde zorg aanbieden. Deze producten en zorg richten zich in eerste instantie op preventie & predictie en op ondersteuning van de zorgaanbieders in de eerste lijn met diagnostische faciliteiten. Het azM zal daarnaast een verdere uitwerking versnellen van zorgstromen in ‘complex’, ‘acuut’ en ‘electief’ (voor de niet-complexe en goed planbare zorg van operatieve patiënten). Bovendien zal duidelijk verschillende zorg worden geboden aan patiënten met weinig of met veel co-morbiditeit3. 7 Het azM kiest voor meer focus op integrale zorg en verdere ontwikkeling van de gekozen multidisciplinaire centra. Meer zorg wordt in ketens/netwerken rond de patiënt georganiseerd. De vier multidisciplinaire centra die gekozen werden, zijn: Hart en Vaat Centrum, Kankercentrum, Geestelijk Gezondheid en Chronische Ziekten.
18
Jaarverslag 2007
8 Patiëntveiligheid krijgt hogere prioriteit door het implementeren van een risico- en veiligheidssysteem. Dit systeem zal tot een betere zorg en minder complicaties zorgen. 9 Het azM zal anticiperen op marktontwikkelingen door de interne sturing (interne verrekening) hierop aan te passen. De nieuwe bekostiging van de zorg dwingt het azM strategische keuzes te maken in de portfolio van de patiëntenzorg. Deze keuzes moeten tot stand komen op basis van afwegingen van strategische belangen en een kosten-baten analyse. 10 Het azM zal zijn regionale functie voortzetten en versterken. Andere hoekstenen van het beleid zijn de uitbouw van een Euregionaal netwerk, internationale oriëntatie daarbuiten en samenwerking met onderzoeks- en ontwikkelingscentra en bedrijven. De implementatie van het Maastricht UMC+ bestuursmodel in het licht van de verdere integratie met de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences en de haalbaarheidsstudie naar verdere samenwerking met het Universitätsklinikum Aachen zijn daarbij voorbeelden van stappen in de goede richting. 11 Het azM zal een nieuw strategisch plan voor de komende jaren samenstellen en een business intelligence plan opstellen. De resultaten van de te volgen strategie moeten periodiek worden geëvalueerd, waarna doelstellingen op grond daarvan kunnen worden bijgesteld. Het blijft belangrijk snel en adequaat op maatschappelijke ontwikkelingen in te kunnen spelen. Dit kan alleen door voortdurend naar vernieuwing en optimale prestaties te streven. Het azM zal daartoe steeds de strategie en het beleid moeten herijken, zodat het voor patiënten, partners en medewerkers en alle overige belanghebbende partijen helder blijft waar het azM voor staat en hoe het de ambities wil realiseren.
1
Kern-ZIS is een nieuw patiënteninformatiesysteem, bestemd voor de
2
SAP-ERP is een nieuw informatiesysteem, bestemd voor de diensten die
primaire zorgverleners binnen het ziekenhuis. de primaire zorgverleners ondersteunen, zoals de stafdiensten en stafdirectoraten. 3
Co-morbiditeit: verschillende ziekten tegelijk.
Jaarverslag 2007
19
Nieuwsgierige samenwerking
De samenwerking tussen het Universitätsklinikum in Aken en het azM heeft nu vorm gekregen op het terrein van de vaatchirurgie. Wat we doen, gebeurt nog nergens ter wereld. Het team bestaat in totaal uit zo’n twintig personen. Zowel aan Duitse als aan Nederlandse kant was er veel nieuwsgierigheid naar elkaar en de wens om samen te werken. Fysiek ben ik twee dagen aanwezig in Aken, dat maakt de samenwerking letterlijk zichtbaar. Het laat zien dat het niet vrijblijvend is. De samenwerking vindt ook online plaats: als ik opereer in Aken kan een collega in Maastricht online metingen verrichten via de monitor. Die monitoring was wel in Maastricht aanwezig, maar niet in Aken. Zo hoeven we niet op twee plekken dezelfde dure apparatuur aan te schaffen. Er is veel belangstelling voor wat we hier doen. De Euregio wordt in de samenwerking wel heel tastbaar. Ik ben trots op de bereidwilligheid aan beide zijden om de samenwerking mogelijk te maken. Michael Jacobs, directeur-bestuurder RVE Hart en Vaat Centrum
Organisatie
3
De taakgebieden patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en onderzoek zijn onderling
Raad van Toezicht
nauw met elkaar verweven. De zorg voor de patiënt is de drijfveer van het handelen en staat centraal in alles wat het azM doet. Op het gebied van onderzoek, onderwijs & Stafconvent
Raad van Bestuur
opleiding vervult het azM een werkplaatsfunctie. Samen met de Faculty of Health,
OR
Medicine and Life Sciences (FHML) van de Universiteit Maastricht kan het aanbod stafdiensten
stafdirectoraten
F&I
SB
Financiën & Informatievoorziening
Stafdienst Bestuur
van stageplaatsen en co-schappen van de studenten gegarandeerd worden. Het azM verricht kwalitatief hoogwaardig onderzoek, vaak in samenwerking met partners. Daarnaast fungeert het azM ook als streekziekenhuis voor patiënten uit
RVE’s Resultaat Verantwoordelijke Eenheden
Maastricht en omgeving. Om al deze functies goed te kunnen uitvoeren, is een goede PZ
Personeelszaken
S&P
Strategie & Projecten
ZOL
Zorg en Leren
HVC
Hart en Vaat Centrum
BCCZ
Beschouwend / Chronische ziekten
KNW
Klinische Neurowetenschappen
KC
Kankercentrum
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
EVK
Erfelijkheid, Voortplanting en het Kind
MIC
Medisch Interventiecentrum
LAB
Laboratoria
TZ
Transmurale zorg
OG
Operatieve geneeskunde
BEV
Beeldvorming
FB
Facilitair Bedrijf
COMM
Communicatie
ICID
ICT & Instrumentale Dienst
INK
Inkoop
organisatie van essentieel belang.
Structuur van het concern
Het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) is een publiekrechtelijke rechtspersoon op basis van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het azM heeft taken op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs en opleiding en onderzoek. Naast de erkenning voor academisch ziekenhuis heeft het azM ook een toelating AWBZ voor psychiatrie.
Aan het azM zijn de volgende rechtspersonen gelieerd: 1 Stichting Beheer Uitkeringen, voor het beheer van (wachtgeld) uitkeringen. 2 Stichting Mebaz, voor de verzekering van medische aanspraken jegens het azM. 3 Stichting Faciliteitengebouw azM, die huisvesting exploiteert voor het azM. 4 Stichting Bejaardenzorg Clara Fey, dienstverlener op het gebied van verpleging en verzorging. 5 Clinical Trial Center Maastricht (CTCM) BV, levert professionele ondersteuning aan onderzoekers op het gebied van contract research, data- en projectmanagement en subsidieaanvragen. 6 Ease Travel Clinic & Health Support BV, levert advies en vaccinaties aan reizigers. 7 IP Randwyck BV, verwerft, beheert en exploiteert uitvindingen en resultaten van onderzoek op (bio)medische en andere onderzoeksgebieden. 8 Stichting Faciliteitengebouw azM is in 2007 voor het eerst geconsolideerd in de jaarrekening van het azM.
< Zie voor verdere indeling van de Resultaatverantwoordelijke Eenheden bijlage 1. Het organogram geeft de situatie weer per ultimo december 2007.
22
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
23
Organisatie
Organisatie
Daarnaast heeft het azM een deelneming in Biomedbooster BV, Biopartner Center Maastricht BV, Pharmacell BV en Particle Therapy Center. De deelnemingen in Pharmacell BV (2,7%) en Particle Therapy Center (50%) heeft het azM in 2007 genomen. Pharmacell is een onderneming die gespecialiseerd is in de biotechnologie en onder meer onderzoek doet naar de toepassing van celtherapie bij de ontwikkeling van nieuwe geneeswijzen. In het Particle Therapy Center zullen nieuwe veelbelovende bestralingstherapieën worden toegepast op het gebied van het gericht en selectief behandelen van tumoren.
Klantbejegening is een cruciaal item voor het azM.
azM De aansturing van het azM berust bij de Raad van Bestuur (zie organogram). Toezichthouder is de Raad van Toezicht van het azM. De azM-organisatie is ingedeeld in twaalf Resultaatverantwoordelijke Eenheden (RVE’s), vier stafdirectoraten en vier stafdiensten. In de RVE’s wordt de zorg rondom specifieke patiëntengroepen gebundeld. De stafdirectoraten en stafdiensten opereren ter ondersteuning van de Raad van Bestuur en ter facilitering van de RVE’s. In het verslagjaar is overeenstemming bereikt over de juridische grondslag voor de UMC-vorming, die is ingegaan per 1 januari 2008. Deze juridische grondslag voorziet erin dat bevoegdheden worden gedelegeerd vanuit de Raad van Bestuur van het azM en het College van Bestuur van de UM naar de Raad van Bestuur van Maastricht UMC+, als bedoeld in artikel 12.22 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). De Raad van Bestuur van Maastricht UMC+ vormt het gemeenschappelijk uitvoeringsorgaan (GUO) en bestaat uit de leden van de Raad van Bestuur van het azM en de decaan en vice-decaan van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences.
Kernactiviteiten en nadere typering
Als academisch ziekenhuis heeft het azM kernactiviteiten op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en onderzoek. Deze taakgebieden zijn onderling nauw met elkaar verweven. De zorg voor de patiënt is de drijfveer van het handelen en staat centraal in alles wat het azM doet. Op het gebied van onderzoek, onderwijs & opleiding vervult het azM als academisch ziekenhuis een werkplaatsfunctie. Het azM en de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) van de Universiteit Maastricht waarborgen samen het aanbod van stageplaatsen en co-schappen van de studenten. Het azM verricht kwalitatief hoogwaardig onderzoek, vaak in samenwerking met partners. Voorbeelden van samenwerkingsverbanden zijn de nauwe relatie met de FHML en de samenwerking met de faculteit Biomedische Technologie
24
Jaarverslag 2007
van de Technische Universiteit Eindhoven. Zoals eerder aangegeven is de relatie met de FHML met ingang van 2008 omgezet in een samenwerkingsverband, zijnde Maastricht UMC+. De faculteit en het azM bepalen in overleg de onderzoeksportfolio, waarbij wordt ingezet op een koppeling met prioriteiten in de patiëntenzorg 4.
Werkgebieden
Het azM fungeert als regionaal streekziekenhuis voor patiënten uit Maastricht en omgeving. Binnen het azM zijn vrijwel alle specialismen en subspecialismen aanwezig, zodat een volledig pakket aan ziekenhuiszorg geleverd kan worden aan deze patiënten. Vanwege de academische functie van het azM nemen naast de standaard patiëntenzorg, ook de topklinische en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Bij topklinische zorg gaat het om functies die onderling samenhangende, hoogwaardige en meestal dure voorzieningen vereisen. Op grond van doelmatigheids- en deskundigheidsoverwegingen worden deze functies op basis van de Wet op de Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV) geconcentreerd in academische ziekenhuizen en een beperkt aantal grote algemene ziekenhuizen. Topreferente zorg is zeer specialistische patiëntenzorg, waarbij het azM de laatst mogelijke verwijsplek is, met bijbehorende bijzondere diagnostiek en behandeling. Dankzij de sterke samenhang van onderzoek en patiëntenzorg kan deze bijzondere zorg geleverd worden. Voor deze functies bereikt het azM een gebied dat zich uitstrekt tot Zuidoost Brabant en de aangrenzende Belgische en Duitse regio’s (Euregio). Voor excellente functies, zoals de behandeling van cardiovasculaire aandoeningen, vervult het azM de rol van internationaal expertise centrum. In het kader van de AWBZ zorg heeft het azM een toelating voor de psychiatrie. Deze zorg wordt voornamelijk geboden aan patiënten uit Zuid-Limburg.
4
Belanghebbende partijen
Bij de uitvoering van haar publieke taken heeft het azM te maken met een groot aantal belanghebbenden. Het azM hecht veel waarde aan een goede dialoog en samenwerking met deze partijen. Directe belanghebbenden zijn onder andere patiënten, medewerkers en zorgverzekeraars. Het azM zoekt actief de dialoog met patiënten en medewerkers via de medezeggenschapsorganen Ondernemingsraad (OR), Stafconvent en Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ). Ook worden patiënten en andere belangstellenden van informatie voorzien via verschillende kanalen, zoals internet en publicaties in de media. De zorgverzekeraars zijn een belangrijke overlegpartner voor het azM. In 2007 werden zorgverzekeraars vertegenwoordigd door de grootste regionale zorgverzekeraar en de regiovertegenwoordiging van Zorgverzekeraars Nederland. Met ingang van 2008 worden de zorgverzekeraars vertegenwoordigd door de belangrijkste regionale marktpartijen UVIT en CZ. Met de zorgverzekeraars zijn productieafspraken gemaakt en gemonitored. Het azM verstrekte hiertoe maandelijks productieoverzichten aan de zorgverzekeraars. Daarnaast is gesproken over diverse marktontwikkelingen. Andere belanghebbenden zijn onder andere de Universiteit Maastricht, huisartsen, andere ziekenhuizen, overheidsinstanties en externe samenwerkingspartners. Veranderende relaties In de veranderende zorgmarkt is de rol van patiënten, zorgverzekeraars en verwijzers aan het wijzigen. Patiënten worden meer en meer kritisch in hun keuzes. Zorgverzekeraars kopen scherper in en sturen de patiënten meer in hun keuzes. Klantbejegening is dan ook een cruciaal item voor het azM. Voortvloeiend uit een in 2007 uitgevoerd imago-onderzoek heeft het azM een aantal concrete verbeteracties op het gebied van klantgerichtheid in gang gezet. Zo is per specialisme een eenduidig aanspreekpunt voor de huisartsen gecommuniceerd en zijn gedragsregels voor patiëntgerichtheid opgesteld. Tevens wordt gedurende een jaar de patiënttevredenheid gemeten via een zogenaamde quick scan vragenlijst. Daarnaast worden de wachtlijsten voor eenvoudig planbare ingrepen verkort.
E.e.a. is vastgelegd in het document ‘Focus en ketens; onderzoek en topreferente zorg in Maastricht UMC+. Uitgegeven door: UM, bureau FHML, afdeling Strategie en Beleid & azM, stafdirectoraat Strategie en Projecten; 2007.
Jaarverslag 2007
25
Organisatie
Organisatie
Bedrijfsvoering Interne bedrijfsvoering en beheersing De bedrijfsvoering van het azM is gebaseerd op een besturingsfilosofie, waarbij de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk decentraal is neergelegd. Met de vorming van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s) in 2006 is hiermee een eerste stap gezet. Alle eenheden hebben hun eigen productietaakstellingen en jaarbudget, waarbinnen ze grote vrijheid van handelen hebben. Maandelijks ontvangt de Raad van Bestuur managementinformatie in de vorm van een rapportage over productie, financiën en ziekteverzuim per eenheid. De RVE’s, stafdiensten en stafdirectoraten leggen hierover, in periodieke gesprekken, verantwoording af aan Raad van Bestuur. Planning en Control In het kader van de verdere explicitering van de integrale resultaatverantwoordelijkheid van de eenheden heeft in het verslagjaar nadere uitwerking plaatsgevonden van de Planning en Control cyclus. De Raad van Bestuur heeft medio 2007 de azM-brede Balanced Score Card vastgesteld. Aan de hand hiervan hebben de eenheden tevens afgelopen jaar hun eenheidsspecifieke Balanced Score Card opgezet. Met ingang van 2008 maakt de Balanced Score Card integraal onderdeel uit van de periodieke gesprekken tussen Raad van Bestuur en eenheden. Aan de hand van de hierin benoemde kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren kunnen de doelstellingen op zowel azM-niveau als RVE-niveau worden gemonitored . De Balanced Score Card bevat azM specifieke indicatoren op het gebied van innovatie, klant/markt positie, interne bedrijfsvoering en financiën. In het licht van de verwachte nieuwe prestatiebekostiging in de zorg zal het azM ook intern overgaan op sturing op output, waarbij de essentie afrekening op prestaties (DBC’s5) is. Als voorbereiding hierop is in 2007 voornamelijk aandacht besteed aan de vaststelling van de kostprijzen en zorgprofielen van met name de segment B DBC’s. In 2008 zal verder worden toegewerkt naar een systeem, waarbij een RVE integraal verantwoordelijk is voor zowel de opbrengsten als de baten samenhangend met bepaalde groepen van DBC’s. Hiertoe zal een uitgebreidere toepassing van interne verrekening binnen de organisatie nodig zijn. Risico’s en risicobeheersing Kern van de externe ontwikkelingen die in 2008 en de jaren daarna op ons afkomen is verdergaande marktwerking in de
5
De Diagnose Behandel Combinatie (DBC) is de basis van het betalingssysteem voor de zorg in ziekenhuizen en de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg.
26
Jaarverslag 2007
zorg. Het grootste deel van de bekostiging van de patiëntenzorg zal dan afhankelijk zijn van het volume en de prijs van geleverde prestaties, uitgedrukt in DBC’s. Door de toenemende concurrentie, maar ook toenemende (internationale) samenwerkingen en hogere vereisten aan patiëntveiligheid, zijn instellingen veel meer dan voorheen zelf risicodragend. Het op een adequate manier omgaan met risico’s is noodzakelijk voor een organisatie als het azM. De risico’s die het azM loopt, betreffen onder meer strategische risico’s, financiële risico’s en veiligheidsrisico’s. Om de risico’s zoveel mogelijk te beheersen heeft het azM verschillende risicomanagementsystemen, die geborgd zijn in de huidige organisatiestructuur. Zo heeft het azM onder andere een intern auditsysteem, een patiëntveiligheidsysteem en een Arbozorgsysteem. Deze worden verder toegelicht in hoofdstuk 5 en hoofdstuk 7. Vanwege de verdergaande marktwerking is volumegroei van de productie essentieel om de inkomsten en groei voor het azM te waarborgen. Een volledige en juiste registratie van DBC’s binnen het azM is daarbij van groot belang (DBC-registratierisico). In 2007 heeft het azM gerichte acties opgezet om de DBC- en bronregistraties te verbeteren. Daarnaast worden landelijke tekortkomingen in de DBCsystematiek opgepakt zoals: - zorgen voor een complete en juiste vertaling van geleverde zorg naar DBC’s; - de hogere zorgzwaarte binnen UMC’s tot uitdrukking brengen in de DBC’s. Over 2007 heeft het azM op grond van de Regeling Administratieve Organisatie en Interne Controle DBC registratie en facturering (Regeling AO/IC) verantwoording afgelegd over het totaalbedrag aan gefactureerde DBC’s in 2007 in het ‘Verantwoordingsdocument gefactureerde DBC’s 2007’. Door interne controle aan de hand van een statistische steekproef, is vastgesteld dat het totaalbedrag juist en rechtmatig is gefactureerd. Het bij de interne controle geconstateerd aantal incidentele fouten ligt onder het maximaal toegestane aantal. Desondanks heeft het azM in 2007 nog niet geheel voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Regeling AO/IC. Deels is dit toe te schrijven aan verbeteringen die nog aangebracht worden in de DBC-systematiek. ICT neemt een steeds grotere rol in in de ondersteuning van de bedrijfsvoering van de azM-organisatie. Om de hiermee gemoeide risico’s goed te kunnen monitoren, vormen de grote ICT projecten een vast onderdeel van de besprekingen op bestuurlijk niveau. Met het inrichten van een IT governance model is daarnaast een mechanisme geïmplementeerd, dat als IT besturingsmodel fungeert en in de pas loopt met de missie, strategie, waarden
Met het inrichten van een IT governance model is een mechanisme geïmplementeerd, dat als IT besturingsmodel fungeert en in de pas loopt met de missie, strategie, waarden en normen van de azM organisatie. en normen van de azM organisatie. Vanuit een overkoepelende visie en architectuur worden informatieaanvragen vanuit de organisatie getoetst en gecoördineerd. Het ICT governance model is op verschillende niveaus werkzaam. Het steering committee (strategisch niveau) toetst de plannen op informatiegebied aan de azM strategie en visie; de policy board opereert op tactisch niveau; en het customer reference board op operationeel niveau. Ook gegevensbeveiliging krijgt veel aandacht in azM. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 6. In het azM worden de risico’s nog veelal afzonderlijk in beschouwing genomen. Gespecialiseerde afdelingen beheersen de verschillende soorten risico’s vaak onafhankelijk van elkaar. Om een efficiënte beheersing van de processen, de continuïteit van de dienstverlening en een pro-actief beleid te kunnen borgen ontwikkelt het azM een integraal risicomanagementsysteem. Bij integraal risicomanagement worden alle bedrijfsrisico’s van de organisatie meegenomen, waaronder risico’s op het gebied van personeel, financiën, arbo, milieuzorg, ICT en wet- en regelgeving. De gedachte achter zo’n systeem is dat risico’s worden opgespoord voordat ze tot incidenten leiden (risico–inventarisatie), dat onderkende risico’s systematisch en structureel opgepakt worden (risico-beheersing) en dat geleerd wordt van incidenten. Het azM heeft in het verslagjaar de eerste voorbereidende stappen gezet om te komen tot een dergelijk integraal systeem, dat als sturingsmechanisme gekoppeld zal worden aan de reguliere Planning en Control cyclus van het azM.
Feiten en cijfers
- 715 bedden, inclusief dagverpleging - bedbezetting van 80,4% - 22 operatiekamers (OK’s), waaronder 15 centrale OK’s, 4 narcose OK’s ofwel Electief Snijdende Centra en 3 lokale OK’s voor het Dagcentrum - 26.429 opnamen per jaar - verblijfsduur gemiddeld 7,5 dagen - 401.637 patiënten per jaar op de poliklinieken - 28.196 SEH-bezoekers - 18.031 patiënten voor dagbehandeling - 4.826 medewerkers - het geconsolideerde jaarbudget bedraagt in totaal 387,1 miljoen euro (excl. overige opbrengsten) - van het geconsolideerde jaarbudget is 86,6% (335,2 miljoen euro) bestemd voor patiëntenzorg - van het geconsolideerde jaarbudget is 13,4% (51,9 miljoen euro) bestemd voor onderwijs en onderzoek in de vorm de rijksbijdrage van het Ministerie van OC&W
Algemene identificatiegegevens Bezoekadres: P. Debyelaan 25 6229 HX Maastricht Postadres: P. Debyelaan 25 6229 HX Maastricht Tel: +31 (0)43 387 65 43 Fax: +31 (0)43 387 78 78 Identificatienummer BRZA: 2500 www.azm.nl
Jaarverslag 2007
27
Vooroplopende samenwerking
Het Kankercentrum is zo groot als nodig. Afhankelijk van de tumorzorglijn zijn specifieke disciplines lid van het team. Iedere discipline die zich met kanker bezighoudt is vertegenwoordigd. Ons Kankercentrum loopt in Nederland voorop. Andere ziekenhuizen komen belangstellend kijken. De verbinding die we hebben gecreëerd tussen kliniek en prekliniek, voegt veel waarde toe. Wij proberen een platform te creëren waarop onderzoekers uit de prekliniek en uit de kliniek de relevantie van elkaars werk ervaren, er interactie ontstaat waardoor het werkplezier verder toeneemt. Dat moet ook bijdragen aan een groter wervend vermogen, niet alleen voor geldstromen maar ook voor toptalent. In de eerste plaats dienen we onze patiënten ermee. Nu al wordt ons gevraagd naar ingewikkelde problemen te kijken. We ambiëren gezag op basis van kennis. We zien voor onszelf een rol in het enthousiasmeren en betrekken van onze omgeving. Dat gezag resulteert in een natuurlijk leiderschap. Maarten von Meyenfeldt, directeur-bestuurder RVE Kankercentrum
Raad van Toezicht
4
De Raad van Toezicht van het azM handelt conform het Bestuursreglement, waarin taken, bevoegdheden, werkwijze, verantwoording en het bestuurlijk verkeer met de Raad van Bestuur zijn vastgelegd. De Raad van Toezicht houdt integraal toezicht op de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden , bij wie kennis op 6
het gebied van financiën en zorg aanwezig is.
Algemeen
De Raad van Toezicht heeft in 2007 zeven maal vergaderd. De heren Hommen, Tent en Benjamins waren bij alle vergaderingen aanwezig. Mevrouw Meurs heeft aan vier vergaderingen deelgenomen. De heer Van Iperen is per 1 maart 2007 benoemd en heeft vijf vergaderingen bijgewoond. De Raad van Bestuur was bij alle Raad van Toezicht vergaderingen aanwezig. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bij de benoeming van het nieuwe lid van de Raad van Toezicht in 2007 is de daartoe geëigende procedure gevolgd. De bezoldiging van de Raad van Toezicht geschiedt conform het beleid en de richtlijnen zoals opgesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kijkt in verschillende opzichten met voldoening terug op 2007. Internationalisering, de vorming van een Maastricht Universitair Medisch Centrum en goede prestaties op medisch gebied en op het gebied van de bedrijfsvoering springen daarbij in het oog. Grensoverschrijdende zorg Het academisch ziekenhuis Maastricht heeft zich in 2007 internationaal nog nadrukkelijker kunnen manifesteren. De Raad van Toezicht ziet in deze internationalisering
6
30
Jaarverslag 2007
Voor samenstelling Raad van Toezicht, zie pagina 34.
strategische kansen voor het azM. Een belangrijk voorbeeld hiervan betreft de samenwerking met het Universitätsklinikum Aachen. In de Raad van Toezicht is uitgebreid gesproken over de mogelijkheden die een eventuele verdere intensivering van de samenwerking met het 30 kilometer verderop gelegen Universitätsklinikum Aachen in strategisch opzicht biedt. In 2007 is besloten na een zorgvuldige voorbereiding een grote haalbaarheidsstudie hiernaar uit te voeren. De resultaten zullen voor de zomer van 2008 bekend worden. Grensoverschrijdende zorg is niet mogelijk als regelgeving hier niet ook de mogelijkheden toe biedt. Met tevredenheid heeft de Raad van Toezicht kunnen constateren dat hier actief aan wordt gewerkt. Contacten met de Nederlandse regering, intensief overleg met het Ministerie van VWS en het bezoek van EU-commissaris voor Gezondheidszorg Kyprianou aan het azM in 2007 vormen daarvan illustratieve voorbeelden. Maastricht UMC+ De Raad van Toezicht heeft met grote belangstelling het proces gevolgd dat ertoe heeft geleid dat er tussen het academisch ziekenhuis Maastricht en de Universiteit Maastricht afspraken werden gemaakt over de vorming van een Universitair Medisch Centrum. De Raad van Toezicht was verheugd in december 2007 haar instemming te kunnen geven aan een model dat het mogelijk maakt op basis van delegatie het onderwijs in het kader van de initiële opleidingen, onderzoek, de patiëntenzorg en de specialistenopleiding per 1 januari 2008 onder één integraal bestuur te brengen van het Maastricht UMC+. Over twee jaar zullen de resultaten worden geëvalueerd. In 2007 is op medisch inhoudelijk vlak wederom meer gepresteerd dan voorgaande jaren. Zowel de (topreferente)
Jaarverslag 2007
31
Raad van Toezicht
Raad van toezicht
functies als het volume in zijn algemeenheid zijn gestegen. De totstandkoming van het document Focus & Ketens - in samenwerking met de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences - vormt een belangrijke illustratie van de gezamenlijke focus die wordt aangebracht in de keten van research en toepassing. De wetenschappelijke prestaties in 2007 kunnen geïllustreerd worden aan de hand van een stijging van het aantal promoties (125 in 2007) en het aantal wetenschappelijke publicaties (1.906 in 2007). Financieel resultaat De Raad van Toezicht heeft met voldoening kunnen constateren dat het azM erin is geslaagd deze prestaties te leveren met een gunstig financieel resultaat. Er kon goedkeuring worden gegeven aan de jaarrekening en het daarmee geboekte exploitatieresultaat van 7,2 miljoen euro positief. Dit resultaat draagt bij aan de financiële buffer die noodzakelijk is als gevolg van de wijzigingen in het financiële stelsel van de gezondheidszorg. Een ander gevolg van de toenemende marktwerking betreft de noodzaak klantgerichtheid hoog in het vaandel te hebben. Het azM heeft klantgerichtheid terecht tot speerpunt verheven: er is een programma gestart waarbij alle medewerkers een training op dit gebied zullen krijgen. Investeringen in ICT moeten het azM verder voorbereiden op de toekomst. In 2008 zal een compleet nieuw ERP en ziekenhuisinformatiesysteem worden voorbereid. Wisseling Raad van Bestuur In 2007 nam mr. S. Kuijer afscheid als lid van de Raad van Bestuur van het academisch ziekenhuis Maastricht. Gedurende twaalf jaar heeft de heer Kuijer zich met bestuurlijke gedrevenheid ingezet voor het azM en het sociaal beleid in het bijzonder. De Raad van Toezicht is hem daarvoor zeer erkentelijk. Hij ontving om die reden bij zijn afscheid ook de azM-award. In 2007 werd ook in de opvolging voorzien. Na een zorgvuldige procedure is per 1 oktober 2007 drs. H.J. Driessen benoemd als lid van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft het vertrouwen dat met zijn aanvulling de Raad van Bestuur voorbereid is op de uitdagingen van de toekomst. Prof. Dr. J.J. Carpay overleden Met verslagenheid heeft de Raad van Toezicht in het najaar van 2007 kennis genomen van het plotselinge overlijden van de voormalige voorzitter van de Raad van Bestuur, prof.dr. J.J. Carpay. De heer Carpay heeft met grote gedrevenheid en enthousiasme het azM opgebouwd van een aspirant academisch ziekenhuis tot een volwaardig academisch ziekenhuis, alom gerespecteerd in de Nederlandse samenleving, waarvan hij in de periode van 1990 tot 2003 bestuursvoorzitter was.
32
Jaarverslag 2007
Prijzen / awards De Raad van Toezicht kan met trots melden dat in 2007 wederom een aantal prestigieuze prijzen is behaald. Van deze prijzen wil de Raad van Toezicht in het bijzonder noemen de Vasculaire Geneeskunde Prijs en de Pulmonologie Prijs. Prof.dr. Stehouwer heeft in november 2007 de Vasculaire Geneeskunde Prijs 2007 gewonnen voor zijn gehele wetenschappelijke oeuvre. Hij heeft de prijs ontvangen vanwege het feit dat hij een internationaal erkende, in Nederland werkzame toponderzoeker is op het gebied van de vasculaire geneeskunde. Prof.dr. Drent heeft in oktober 2007 de Pulmonologie Prijs 2007 ontvangen voor haar inzet en grote betrokkenheid bij het verbeteren van de diagnostiek en behandeling van patiënten met interstitiële longziekten, in het bijzonder sarcoïdose. Governance Het academisch ziekenhuis Maastricht houdt zich aan de Zorgbrede Governance Code. Hiervan wordt slechts incidenteel afgeweken, bijvoorbeeld omdat de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), waar onder het academisch ziekenhuis valt, anders bepaalt. In 2007 is binnen de NFU om die reden een specifieke UMC-governance code ontwikkeld die per 1 januari 2008 is ingevoerd. Ten aanzien van de samenstelling van de Raad van Toezicht heeft er zich in 2007 een verandering voorgedaan. Per 1 maart 2007 is door de minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap benoemd als nieuw lid van de Raad van Toezicht de heer ir. R. van Iperen. Hij volgt daarmee de heer Wiedhaup op, die in 2006 na twee termijnen afscheid nam als lid van de Raad van Toezicht.
Vergaderingen Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2007 in totaal zeven keer vergaderd. De gemiddelde aanwezigheidsgraad van de vergaderingen bedroeg 88%. Al deze vergaderingen kenden een besloten gedeelte en een gedeelte waaraan de Raad van Bestuur deelnam. De voorzitter van het Stafconventsbestuur, of diens plaatsvervanger, was telkens als toehoorder aanwezig. Diverse onderwerpen - Door de Raad van Toezicht is in een besloten vergadering gesproken over de benoeming van het nieuwe lid van de Raad van Bestuur. Hierbij is ook de bezoldiging ter sprake geweest. De totale Raad van Toezicht vormt de renumeratiecommissie. - Tijdens elke vergadering van de Raad van Toezicht wordt tijd besteed aan de financiële resultaten van het azM. De Raad van Toezicht vormt in zijn geheel de rol van financiële commissie. In de vergadering van mei 2007 heeft de externe accountant een toelichting gegeven op de concept jaarrekening 2006. - Onderdelen van risicomanagement hebben in 2007 separaat op de agenda gestaan (veiligheidsaspecten, financiële rapportages etc.). De Raad van Toezicht heeft de Raad van Bestuur verzocht een geïntegreerd risicomanagementsysteem te ontwikkelen. Het veiligheidsmanagementsysteem moet onderdeel hiervan vormen. De eerste aanzetten hiertoe zijn inmiddels gegeven. - In december 2007 heeft de Raad van Toezicht in besloten kring haar eigen functioneren geëvalueerd. - Na afloop van de vergaderingen werden er bedrijfsbezoeken gebracht aan diverse onderdelen van de organisatie. - In september 2007 heeft de Raad van Toezicht samen met de Raad van Bestuur deelgenomen aan een strategieconferentie met de Ondernemingsraad. Maastricht, 1 juni 2008 Namens de Raad van Toezicht
Drs. J.H.M. Hommen Voorzitter
Jaarverslag 2007
33
Raad van Toezicht
Raad van toezicht
Samenstelling Raad van Toezicht
Bezoldiging Raad van Toezicht
Naam
Nevenfuncties
Termijn
Naam
Functie
Drs. J.H.M. Hommen
Tot 1 mei 2005 Vice Chairman & CFO Royal Philips Electronics
Eerste termijn 01-12-’00 t/m 30-11-’05 Voorzitter per 01-12-’01 Tweede termijn 01-12-’05 t/m 30-11-’09
Drs. J.H.M. Hommen Dr. K. Wiedhaup Mw. Prof. Dr. P. Meurs Drs. H. Tent H. Benjamins R.L. van Iperen
Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid (vanaf 1-5-2006) Lid (vanaf 1-3-2007)
- Voorzitter Raad van Commissarissen Reed Elsevier - Voorzitter Raad van Commissarissen TNT - Voorzitter Raad van Commissarissen ING Groep - Voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas Business School - Lid Raad van Commissarissen Campina
Totaal Mw. Prof.dr. P. Meurs
Hoogleraar Management van Instellingen in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam
2007 €
2006 €
14.521 0 7.260 7.260 7.260 6.050
14.521 7.260 7.260 7.260 4.840 0
42.351
41.141
Eerste termijn 01-07-’04 t/m 30-06-’08
Lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid - Lid Raad van Toezicht Alysis Groep - Lid Bestuur Werkverband de Open Ankh/Zorgcoöperatie Nederland - Vice-voorzitter Bestuur de Baak, opleidingscentrum VNO-NCW - Commissaris Van Spaendonck Groep
Drs. H. Tent
Tot augustus 2001 directeur-generaal Research Europese Commissie te Brussel; vanaf augustus 2001 met pensioen. - Lid Raad van Toezicht Stichting Sint Annadal - Lid Commissie van Wijzen Ices/Kis - Lid Adviescommissies RUG en UT
H. Benjamins
Tot 1 mei 2005 CEO Koninklijke Frans Maasgroep n.v.
Eerste termijn 01-12-’01 t/m 30-11-’05 Tweede termijn 01-12-’05 t/m 30-11-’09
Eerste termijn 01-05-’06 t/m 30-04-’10
- Voorzitter Limburgse Werkgevers Vereniging - Voorzitter Raad van Commissarissen Grondexploitatie maatschappij Californië b.v. - Voorzitter Raad van Commissarissen CA FNZ - Voorzitter Stichting Doortocht - Voorzitter Stichting Robur - Lid Raad van Commissarissen Vos Logistics - Lid Raad van Commissarissen KARDAN n.v. - Lid Raad van Commissarissen FloraHolland - Voorzitter Raad van Commissarissen Munckhof Groep - Lid Raad van Toezicht Stichting St. Annadal
ir. R.L. van Iperen
Vanaf september 1999 voorzitter van de Raad van Bestuur van Océ
Eerste termijn 01-03-’07 t/m 28-02-’11
- Lid Raad van Toezicht Technische Universiteit Eindhoven
34
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
35
Kruisbestuivende samenwerking
NUTRIM is een van de schools van het UMC en werkt in de zorgketen samen met de Resultaat Verantwoordelijke Eenheid (RVE) ‘Beschouwend / Chronische ziekten’ van azM. Door deze inbedding hebben we toegang tot de volledige zorgketen: van preventie tot ‘de complexe patiënt’. De vergelijkende analyses die we kunnen maken tussen de verschillende chronische ziekten verbreden het onderzoeksperspectief en leiden tot unieke kruisbestuiving. Door de nieuwe structuur kan onderzoek vanuit NUTRIM sneller vertaald worden naar innovatieve strategieën ter preventie en behandeling van chronische ziekten. De samenwerking tussen school en RVE is in een opstartfase maar vooralsnog prikkelend en laagdrempelig. We voeren discussies op basis van inhoud en gaan samen op zoek naar de niches voor Maastricht, zowel in onderwijs, onderzoek als gezondheidszorg. Ook tussen de schools is kruisbestuiving, doordat sommige RVE’s met meerdere schools werken en sommige schools met meerdere RVE’s. Annemie Schols, directeur School for Nutrition, Toxicology and Metabolism
36
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
37
Corporate Governance
5
Vanwege de snelle ontwikkelingen in de externe omgeving van het azM, is een adequate interne besturingsstructuur van cruciale betekenis. Het azM hecht dan ook veel belang aan een duidelijke corporate governance structuur, waarbij de taken en verantwoordelijkheden van Raad van Bestuur en Raad van Toezicht gescheiden worden.
Bestuur en Toezicht
Het bestuur van het azM berust bij de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht van het azM is belast met het houden van toezicht op alles wat het azM aangaat. Een nadere toelichting op de rol van de Raad van Toezicht is beschreven in hoofdstuk 4. De medezeggenschapsstructuur van het azM bestaat uit regulier overleg tussen Raad van Bestuur enerzijds en Ondernemingsraad en Stafconvent anderzijds. Medezeggenschap voor patiënten is voor de universitair medische centra gezamenlijk geregeld in de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ). De medezeggenschapsstructuur van het azM wordt verder in dit hoofdstuk uitgewerkt.
Zorgbrede Governance Code
Sinds 1 januari 2006 is de Zorgbrede Governancecode van toepassing. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) onderschrijft het belang van deze code, waarin heldere afspraken worden vastgelegd over bestuur en toezicht. Vanwege de speciale positie en specifieke regelgeving en bekostiging van de UMC’s heeft de NFU besloten tot het ontwikkelen van een eigen UMC governancecode. De UMC Governancecode doet meer recht aan de specifieke verantwoordelijkheden ten aanzien van onder meer hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, opleiding en de daarmee samenhangende zorg. De code is eind november 2007 door het NFU-bestuur goedgekeurd en geldt met ingang van 1 januari 2008. Kern van de governancecode is een heldere afbakening van de taken en verantwoordelijkheden van Raad van Bestuur
38
Jaarverslag 2007
en Raad van Toezicht. Daarnaast wordt met deze code de betrokkenheid bij en verantwoording over het gevoerde beleid aan belanghebbenden gewaarborgd. De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van het azM hebben in 2007 de principes van deze code nageleefd. In de NFU governancecode is een artikel opgenomen over de vaststelling van een klokkenluidersregeling. In het azM wordt momenteel gewerkt aan het opstellen van deze regeling. De definitief vastgestelde klokkenluidersregeling is voorzien voor 2008.
Raad van Bestuur
Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van het azM handelen conform het Bestuursreglement van het azM. In dit reglement zijn de taken en bevoegdheden, werkwijze en verantwoording, de benoemingsprocedure en het bestuurlijk verkeer tussen beide partijen vastgelegd. Het huidige reglement dateert uit 2001. Een actualisatie van het Bestuursreglement zal plaatsvinden in 2008, in verband met de Maastricht UMC+ vorming per 1 januari 2008. De leden van de Raad van Bestuur van het azM hebben hun eigen portefeuille. De voorzitter, vice-voorzitter en lid van de Raad van Bestuur vervullen respectievelijk de rol van Chief Executive Officer, (CEO), Chief Financial Officer (CFO) en Chief Operations Officer (COO). De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de Raad van Toezicht. In 2007 heeft een wijziging plaatsgevonden in de samenstelling van de Raad van Bestuur. Per 1 augustus 2007 is mr. S. Kuijer teruggetreden als lid van de Raad van Bestuur van het azM.
Jaarverslag 2007
39
Corporate Governance
Corporate Governance
Hij is met ingang van 1 oktober 2007 opgevolgd door drs. H.J. Driessen. De Raad van Bestuur heeft nagenoeg wekelijks vergaderd. Belangrijke onderwerpen in de bestuursvergaderingen waren de UMC-vorming, het ICT beleid, de samenwerking met Universitätsklinikum Aachen, diverse andere samenwerkingsverbanden, nieuwbouwplannen, ontwikkeling zorglijnen, uitvoering imago-onderzoek en een medewerkerbetrokkenheidsonderzoek. Daarnaast werd uitdrukkelijk aandacht besteed aan diverse onderwerpen op het gebied van financieel, kwaliteits- en personeelsbeleid, waaronder het patiëntveiligheidssysteem en risicomanagement. Deze beleidsonderwerpen worden in hoofdstuk 6 beschreven. De Raad van Bestuur legt over deze onderwerpen in periodieke rapportages en overleggen aan de Raad van Toezicht verantwoording af. De Raad van Bestuur benoemt de directeuren en medische afdelingshoofden van de RVE’s. De Raad van Bestuur overlegt met de directeur-bestuurders in het Centraal Bestuurlijk Overleg (CBO). Het overleg met de adjunct-directeuren vindt onder andere plaats in het Centraal Management Overleg (CMO). Daarnaast zijn voorbereidingscommissies voor het CMO op het gebied van financiën, personeelszaken, beddenhuis en verpleegkundig beleid en opleiden operationeel. Hierin vindt voor-overleg plaats tussen betreffende aandachtsdirecteuren en een aantal leden van het CMO. Het management van de RVE’s is nadrukkelijk betrokken bij het vaststellen van de strategie van het azM. Tweemaal per jaar organiseert het azM een strategieconferentie, waarbij medische afdelingshoofden, RVE-bestuurders en management en de Raad van Bestuur aanwezig zijn en waarin de strategische koers, behaalde resultaten en benodigde bijstellingen worden besproken.
Maastricht UMC+
Met ingang van 1 januari 2008 wordt de governance structuur van het azM gewijzigd, in verband met de start van Maastricht UMC+. De topstructuur van het Maastricht UMC+ bestaat uit een Raad van Bestuur en een gemeenschappelijk beleidsorgaan (GBO). De Raad van Bestuur van het Maastricht UMC+ bestaat uit de drie leden van de Raad van Bestuur van het azM (drs. G. Peeters, drs. L. Brans Brabant en drs. H.J. Driessen) en de decaan en vice-decaan van de Faculteit Health Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht (prof.dr. H. Hillen en prof.dr. F. van Merode). Voorzitter van de Raad van Bestuur van het UMC is drs. G. Peeters. Het GBO bestaat uit zeven leden te weten: voorzitter en vice-voorzitter Raad van Bestuur azM, voorzitter Raad van Toezicht azM, voorzitter College van Bestuur UM, Rector Magnificus UM, voorzitter Raad van Toezicht UM en decaan FHML. Het GBO heeft als hoofdtaak de samenwerking tussen de universiteit en het ziekenhuis te bevorderen. Het GBO is vooral een afstemmingsorgaan in het kader van het toezicht op het UMC en dient tevens ter vaststelling van het plandocument, waarin de gezamenlijke doelstellingen en activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek jaarlijks worden beschreven.
Samenstelling Raad van Bestuur Naam / Bestuursfunctie
Portefeuilleverdeling
Nevenfuncties
Drs. G.J.H.C.M. Peeters Voorzitter (CEO)
- Stafdirectoraat Zorg en Leren - Stafdirectoraat Strategie & Projecten - Stafdienst Bestuur - Stafdienst Communicatie - Stafconventsbestuur
-
Chief Executive Officer
Drs. L.J.H.M. Brans Brabant Vice-voorzitter (CFO) Chief Financial Officer
- Facilitair Bedrijf - Stafdirectoraat Financiën & Informatievoorziening - Stafdirectoraat Personeelszaken - Stafdienst Inkoop - Ondernemingsraad
De regeling van de medezeggenschap in het Maastricht UMC+ blijft in de nieuwe bestuurlijke constructie ongewijzigd: voor het azM blijft de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van kracht en voor de FHML de regeling medezeggenschap uit de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW).
-
-
Drs. H.J. Driessen Lid (per 01.10.2007) (COO) Chief Operating Officer
De ICT portefeuille is op bestuurlijk niveau belegd bij de heer ir. J. Hendriks.
Jaarverslag 2007
-
-
Mr. S.W.M.J. Kuijer Lid (tot 01.07.2007)
40
-
Voorzitter Stichting Clara Fey Lid Bestuur Stichting Lifetech A2 Lid Supervisory Board Centre for Molecular Medicine i.o. Voorzitter Raad van Commissarissen Clinical Trial Centre Maastricht Voorzitter Raad van Commissarissen Ease Travel Clinic & Health Support Bestuurslid NFU Voorzitter Bestuurscommissie Inhoudelijke Zaken (BIZ) Lid BOLS Lid Raad van Commissarissen Biomedbooster Vice-voorzitter Ronald McDonald Huis Lid Adviescommissie Instellingen van de NZa Lid WAZ-Bouwcollege Lid Bestuurscommissie Sturing en Financieringen (S&F) van de NFU Plaatsvervangend lid Medische Specialisten Registratie Commissie (zittingstermijn eindigt per 30 juni 2007) Lid Farmaceutisch Specialisten Registratie Commissie Lid Raad van Toezicht Groene Kruis Domicura Lid Raad van Commissarissen LICOM N.V. Lid Bestuur Stichting Medische Ondersteuning Sportevenementen Vice-voorzitter Stichting Clara Fey Lid Raad van Commissarissen Clinical Trial Centre Maastricht Lid RvC Ease Travel Clinic & Health Support Lid CAAZ (Commissie Arbeidsvoorwaarden Academische Ziekenhuizen)
- Lid Raad van Toezicht Hogeschool Zuyd - Voorzitter Raad van Commissarissen Roda J.C. b.v. - Lid CAAZ (Commissie Arbeidsvoorwaarden Academische Ziekenhuizen) - Beeldvorming, Beschouwend/Centrum voor Chronische ziekten, Erfelijkheid, Voortplanting en het Kind, Geestelijke Gezondheidszorg, Hart en Vaten, Kankercentrum, Klinische Neuroweten schappen, Laboratoria, Medisch Interventie Centrum, Operatieve Geneeskunde en Transmurale Zorg
- Directeur/eigenaar Haermes b.v. - Directeur/eigenaar Haermes Advies b.v.
Jaarverslag 2007
41
Corporate Governance
Corporate Governance
Bezoldiging Raad van Bestuur
Medezeggenschap 2007 €
Drs. G.J.H.M. Peeters Brutosalaris Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, vut Totaal bruto inkomen Belastbaar loon
239.653 3.812 4.972 36.308 284.745 240.844
Drs. L.J.H.M. Brans Brabant Brutosalaris Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, vut Totaal bruto inkomen Belastbaar loon
214.907 3.812 4.970 31.424 255.113 213.068
Drs. H.J. Driessen Brutosalaris Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, vut Totaal bruto inkomen Belastbaar loon
52.241 661 1.205 8.706 62.813 52.037
Mr. S.W.M.J. Kuijer Brutosalaris Bruto-onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, vut Totaal bruto inkomen Belastbaar loon
135.472 1.779 900 19.620 157.771 189.416
Tot 1-8-2007 was de heer Kuijer voor 1 dag per week werkzaam bij derden. Deze kosten zijn in mindering gebracht op zijn salariskosten.
Belangrijkste interne overlegpartners in de medezeggenschapstructuur van het azM zijn de Ondernemingsraad en het Stafconvent. De Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ) is het patiëntenmedezeggenschapsorgaan.
Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad (OR) behartigt de (collectieve) belangen van het personeel van het azM, rekening houdend met het bedrijfsbelang. De Ondernemingsraad bestaat uit eenentwintig leden. Met de decentralisatie van de azM-organisatie is ook de medezeggenschap gedecentraliseerd. Zo heeft de OR zijn advies- en instemmingsrecht ten aanzien van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden overgedragen aan de Onderdeelcommissies (OC’s). Elk bedrijfsonderdeel heeft een eigen OC die de belangen van het personeel van de betreffende eenheid behartigt. De directeur-bestuurder / directeur van het bedrijfsonderdeel fungeert als overlegpartner voor de OC. De Ondernemingsraad heeft zeventien vergaderingen in eigen kring gehouden en heeft negen maal overleg gehad met de Raad van Bestuur. Belangrijke onderwerpen waren UMC-vorming, azMove implementatie, samenwerkingsmogelijkheden op P&O gebied tussen UM en azM en de oprichting van een Regionaal Distributiecentrum. In januari 2007 heeft de OR met de Raad van Bestuur een extra conferentie gewijd aan de Wet Op de Ondernemingsraad (WOR). In het voorjaar en najaar is de planning en controlcyclus in een strategieconferentie met de Raad van Bestuur besproken. In september heeft het jaarlijks symposium met de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Het symposium was gewijd aan de thema’s: financiering van de gezondheidszorg, regionale samenwerking, besturingsfilosofie van het azM en topklinische zorg en streekfunctie van het azM.
Stafconvent
Het Stafconvent is samengesteld uit de medische staf van het azM. Het Stafconvent heeft tot doelstelling om een optimale geneeskundige behandeling en verzorging van de patiënten te waarborgen en om onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in het azM mogelijk te maken. Het Stafconvent kiest acht bestuursleden die het Stafconventsbestuur vormen. Dit Stafconventsbestuur vertegenwoordigt het Stafconvent en is overlegpartner voor de Raad van Bestuur bij belangrijke ontwikkelingen of beleidsvoornemens. In 2007 heeft het Stafconventsbestuur 34 maal vergaderd, waarvan 24 keer in het bijzijn van de Raad van Bestuur. De voorzitter van het Stafconventsbestuur heeft in 2007 vijf vergaderingen bijgewoond van de Raad van Toezicht. Belangrijke onderwerpen die afgelopen jaar zijn behandeld,
42
Jaarverslag 2007
betreffen onder andere de positionering van het Stafconventsbestuur, strategische samenwerking en kwaliteit (complicatieregistratie en interne kwaliteitsvisitaties).
De Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ) is het patiëntenmedezeggenschapsorgaan (van elk) van de acht UMC’s. De acht UMC’s hebben dus samen één cliëntenraad. Hierin hebben dezelfde leden zitting en men vergadert gezamenlijk. De CRAZ oefent, als duidelijk aanwezige gesprekspartner, medezeggenschap uit op bestuurlijk niveau. Dit doet zij op basis van tijdige (= in de initiële fase) informatie door middel van consultatie en advisering (gevraagd en ongevraagd). De CRAZ vergadert elk kwartaal, waarvan één keer op locatie in een UMC en drie keer bij de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU). Van elk UMC is een lid van de Raad van Bestuur aanwezig bij de vergadering. Voor het azM is dat de voorzitter van de Raad van Bestuur. Verder zijn er drie commissies die tot taak hebben om de UMC’s structureel te adviseren over: bouw, benoeming leden Raden van Bestuur van de UMC’s en kwaliteitsbeleid. De CRAZ heeft een onafhankelijke voorzitter. De contacten tussen CRAZ en azM worden vanuit de CRAZ onderhouden door twee aandachtspersonen en vanuit het azM door de stafmedewerker patiëntencommunicatie. De ondersteuning van de CRAZ op secretarieel niveau wordt verzorgd door de NFU. In 2007 heeft het azM advies gevraagd over het patiëntveiligheidssysteem in het azM en meer specifiek het decentraal incident melden. Daarnaast is advies gevraagd met betrekking tot het Reglement hoofdbehandelaar / medebehandelaar / consulent. Dit onderwerp zal in breder UMC-verband in 2008 verder worden behandeld. Ook is de wijziging van de juridische grondslag UMCvorming aan de orde geweest. Eveneens in 2007 heeft de benoemingscommissie van de CRAZ (waarin één van de aandachtspersonen voor het azM zitting had) een gesprek gevoerd met het beoogd kandidaat lid Raad van Bestuur. Verder is met de aandachtspersonen van de CRAZ gesproken over de nieuwe azM-website en het evaluatierapport van het Electief Snijdend Centrum. Een van de aandachtspersonen heeft desgevraagd commentaar gegeven op de uitkomsten van het azM-imago onderzoek tijdens de strategieconferentie. Ook is een presentatie verzorgd over de (nieuw)bouwplannen van het azM. De contacten met de CRAZ-Bouwcommissie zullen verder in 2008 worden geïntensiveerd. Tijdens een heimiddag is door de CRAZ het onderwerp patiëntenmedezeggenschap uitgebreid besproken met de
Jaarverslag 2007
43
Corporate Governance
Corporate Governance
Raden van Bestuur van de acht UMC’s. De vanuit de CRAZ ontvangen adviezen en opmerkingen worden intern doorgeleid naar betrokken afdelingen.
Algemeen kwaliteitsbeleid
Onder kwaliteitsbeleid wordt binnen het azM verstaan: patiëntgericht, doelgericht, samenwerken en daarbij verantwoord omgaan met de beschikbare tijd, middelen en voorzieningen. Kwaliteitszorg biedt de concrete methodieken en instrumenten om dit mogelijk te maken. Binnen het ziekenhuis is het kwaliteitsmanagementsysteem gebaseerd op de NIAZ-systematiek (Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen). Daarnaast wordt binnen de afzonderlijke afdelingen gebruik maakt van kwaliteitssystemen geënt op: - CCKL (Coördinatie Commissie ter bevordering van de Kwaliteitsbeheersing Laboratoriumonderzoek in de Gezondheidszorg) binnen de laboratoria. In 2009 zullen álle azM-laboratoria gecertificeerd zijn volgens deze norm. Het CCKL bevordert de kwaliteit van laboratiumonderzoek en accrediteert laboratoria in de gezondheidszorg; - NEN-ISO 9001 (Nederlands Normalisatie Instituut) binnen het Facilitair Bedrijf en het Bureau Donatie- en Transplantatiecoördinatie (BDTC). - HKZ binnen de Diabeteszorg en Dialyse (stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector); - NEN-ISO 20000 / HACCP (Hazard Analysis Critical Control Points) binnen de catering van het ziekenhuis. - JACIE (Stamcellaboratorium: planning 2008). JACIE staat voor Joint Accreditation Committee ISCT (International Society for Cellular Therapy), EBMT (European group for Blood and Marrow Transplantation). In 2009 zal het azM wederom extern getoetst worden door het NIAZ. Deze audit zal plaatsvinden op de nieuw ontwikkelde NIAZ-norm. Hierin is ook de NTA-norm (Nederlands Technische Afspraak) voor patiëntveiligheid geïntegreerd. Dus ook patiëntveiligheidsbeleid zal onderdeel zijn van toekomstige audits. Het kwaliteitsbeleid voor de komende jaren rust op een viertal aandachtspunten: - patiëntgerichtheid; - veiligheid; - excellent presteren; - transparantie.
44
Jaarverslag 2007
Patiëntgerichtheid Patienttevredenheidsonderzoek Ook in 2007 heeft de tweejaarlijkse NFU-enquête in het kader van patiënttevredenheid plaatsgevonden. Voor de polikliniek en voor de kliniek zijn naar alle afdelingen enquêtes verstuurd. De resultaten worden in april/mei 2008 verwacht. Met ingang van april 2008 wordt ziekenhuisbreed gestart met continu patiënttevredenheidsonderzoek (quick scans) voor meer dan 80 afdelingen. Hierdoor beschikt het management maandelijks over de resultaten van zijn eigen afdeling waardoor verbeteracties veel sneller tot resultaat leiden. Trainingen klantgerichtheid In 2007 zijn wederom grote groepen artsen, verpleegkundigen en ondersteunend personeel getraind in klantgerichtheid volgens het ‘Efteling concept’. In 2008 worden gedragscodes geïmplementeerd en wordt getoetst of daadwerkelijk verbeteringen plaatsvinden.
Patiëntveiligheid
Het patiëntveiligheidsbeleid stond in 2007 in het kader van het ontwikkelen en implementeren van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) volgens de NTA 8009 (2007). Een belangrijk onderdeel van het veiligheidsmanagementsysteem is het risicomanagementsysteem dat het management helpt bij het beheren en aanpakken van onderkende risico’s. Het ontwerp van het veiligheidsmanagementsysteem is in 2007 gereed gekomen. In 2008 vindt de implementatie van het veiligheidsmanagementsysteem plaats op alle afdelingen van het azM, te beginnen met vrijwillig incidentmelden (VIM) en wordt het systeem vanuit deze basis verder ontwikkeld in de richting van integraal risicomanagement. Voor het ziekenhuis is het van belang alle risico’s in kaart te brengen. Daarnaast moeten de onderkende risico’s beheerst en indien mogelijk aangepakt worden. Naar analogie van het veiligheidsmanagementsysteem voor patiëntveiligheid wordt in 2008 een integraal risicomanagementsysteem ontworpen en geïmplementeerd.
Transparantie Prestatie-indicatoren Zowel de overheid als ziektekostenverzekeraars en consumenten verwachten van zorginstellingen een toenemende mate van transparantie. Dit leidt tot het verzamelen van grote aantallen kwaliteitsindicatoren ten behoeve van instellingen als de IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg), zorgverzekeraars en de website Kies Beter ( www.kiesbeter.nl ). Het azM levert jaarlijks de basisset prestatie-indicatoren aan,
met gegevens over kwaliteit, veiligheid, patiënttevredenheid en zorginhoudelijke aspecten. Hierbij worden ook gegevens verstrekt met betrekking tot personeel, financiën en onderwijs en onderzoek. Deze indicatoren worden onder meer openbaar gemaakt via de website www.ziekenhuizentransparant.nl en het jaarverslag van het azM. De gegevens over verslagjaar 2007 worden vóór 1 juni 2008 gepubliceerd op de eerder genoemde website ‘ziekenhuizentransparant’. Audits In 2007 zijn de audits conform de NIAZ-planning uitgevoerd. Ook is een start gemaakt met het beoordelen van zorgprocessen. Naast kwaliteitsaudits worden steeds vaker audits vanuit een ander aandachtsgebied uitgevoerd, zoals Arbo, milieu, ziekenhuishygiëne en voedselveiligheid. Om deze audits meer geïntegreerd uit te kunnen voeren, wordt in 2008 gestart met een betere afstemming ten aanzien van de planning van deze audits. In 2007 voorbereidingen getroffen uitgevoerd om in 2008 te starten met interne medische kwaliteitsvisitaties. Een procedure is ontwikkeld met het bijbehorende instrument (de quick scan).
Commissies
In het azM is een aantal commissies ingesteld die een belangrijke functie vervullen op het gebied van kwaliteitsbewaking en maatschappelijke verantwoording. Klachten Een klacht kan binnen het azM op drie verschillende plaatsen worden afgewikkeld. De medewerkers van Patiëntenvoorlichting bieden een eerste klachtenopvang en handelen de eenvoudige klachten af. De klachtenfunctionaris binnen het azM heeft een meer bemiddelende rol en streeft ernaar in overleg met de klager te komen tot een bevredigende oplossing. De klachtenfunctionaris spreekt formeel geen oordeel uit over de gegrondheid van een klacht. Een officieel ingestelde klachtencommissie zorgt voor een formele uitspraak van klachten. Deze klachtencommissie staat onder voorzitterschap van een onafhankelijke jurist en handelt klachten af conform een wettelijke procedure. In 2007 zijn 98 klachten, met 107 klachtaspecten ingediend bij Patiëntenvoorlichting en 449, met 650 klachtaspecten bij de klachtenfunctionaris. Bij de klachtencommissie werden 59 klachten ingediend. Hiervan is 51% gegrond verklaard. Voor vergelijkingen met de cijfers van 2006, zie tabel Prestatieindicatoren IGZ op pagina 56. Medisch Ethische Commissie De Medisch Ethische Commissie azM/UM is een door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek erkende medisch-ethische toetsingscommissie in de zin van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen
Jaarverslag 2007
45
Corporate Governance
Corporate Governance
(WMO). De taak van de commissie is primair het beoordelen van medisch-wetenschappelijke onderzoeken op grond van de WMO. Het secretariaat van de commissie is in april 2007 ondergebracht bij de Stafdienst Bestuur van het azM. De commissie heeft zich in 2007 gericht op verdere professionalisering van de commissie, bijvoorbeeld door de bouw van een website en het stroomlijnen van interne processen. De commissie heeft in 2007 353 nieuwe onderzoeksvoorstellen ontvangen; over 285 onderzoeksvoorstellen is een besluit genomen. Dit betreffen: 166 positieve oordelen over WMO-onderzoeken, 1 negatief oordeel over een WMOonderzoek, 76 positieve adviezen aan de Raad van Bestuur/ faculteitsbestuur over de lokale uitvoerbaarheid van multicenteronderzoeken in het azM/UM en 42 positieve adviezen over niet-WMO plichtig onderzoek.
Het Heart Attack Prevention Program for You (HAPPY) werd in 2007 voor de derde keer uitgevoerd in de vorm van een hardloopwedstrijd door Maastricht. De duizend deelnemers werden een jaar lang persoonlijk begeleid. Hun risico op hartproblemen nam daardoor af.
Commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg De commissie Melding Incidenten Patiëntenzorg (MIP) analyseert de meldingen van personeel over (bijna-) incidenten. Alle medewerkers van het azM die werkzaam zijn in de patiëntenzorg, zijn verplicht incidenten en bijna incidenten aan de MIP-commissie te melden. De MIP-commissie is verantwoordelijk voor het verwerken van de meldingen. De wijze waarop is in belangrijke mate afhankelijk van de aard, inhoud en frequentie van de melding. Op grond van door de meldingen verkregen informatie kunnen preventieve maatregelen worden genomen en adviezen worden uitgebracht, welke tot een veilige en kwalitatief goede patiëntenzorg kunnen leiden en uiteindelijk tot een afname van het aantal (bijna) incidenten. In 2007 zijn 759 incidenten gemeld. Van de 759 incidenten zijn er 272 valincidenten (in 2006 waren 834 incidenten gemeld, waarvan 321 valincidenten). Bij 14% van alle incidenten zijn direct maatregelen genomen. Het aantal direct genomen maatregelen moet niet verward worden met het aantal gegeven adviezen. In 80% van de meldingen werd een advies gegeven.
Maatschappelijke betrokkenheid azM Heart Attack Prevention Programm for You Het project HAPPY (Heart Attack Prevention Programme for You) heeft in 2007 voor de derde keer plaatsgevonden. Dit unieke project heeft als doel de groei van hart- en vaatziekten af te remmen. Het azM heeft hiertoe een check-up ontwikkeld die, nog voordat ze ergens last van hebben, uitwijst hoeveel risico de deelnemers lopen op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Bij de deelnemers wordt onder meer het cholesterol, de bloeddruk en de hartslag gemeten. Ook dient iedere deelnemer een vragenlijst in te vullen over zijn of haar drink-, rook- en eetgedrag. De nieuwe check-up van het hart- en vaatcentrum moet een schat aan informatie opleveren over relaties tussen feitelijke gegevens als gewicht, leeftijd, leefstijl, aderverkalking en de instabiliteit van vaatwanden. In 2007 werd het project uitgevoerd tijdens de HAPPY-run in Maastricht, een hardloopwedstrijd door de stad. Daaraan deden ongeveer duizend mensen mee, die een jaar lang persoonlijk werden begeleid. Hun risico op hartproblemen nam daardoor met 15 procent af. In 2008 vond een vervolg plaats op de HAPPY run: in april 2008 werd het onderzoek op basis van vrijwilligheid uitgevoerd bij een groot aantal azM-medewerkers. De bedoeling is dat bedrijven en particulieren uiteindelijk ook een HAPPY check-up kunnen aanvragen bij het azM. Teddyberenziekenhuis In 2007 heeft wederom het project ‘teddyberenziekenhuis’ plaatsgevonden in het azM, georganiseerd door de studenten federatie IFMSA7 . Tijdens deze dagen brachten kleuters van Maastrichtse basisscholen een bezoek aan het azM. De kleuters konden hun beer laten verbinden, een röntgenfoto laten maken of zelfs een operatie uitvoeren. Het doel van het project is de angst van kinderen voor het ziekenhuis en de dokter te doen verminderen of weg te nemen.
7
IFMSA een internationale medische studentenvereniging die zich richt op Global Health en alles wat daar van invloed op is.
46
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
47
Corporate Governance
Corporate Governance
Aandacht voor het milieu
In 2007 heeft het azM wijzigingen aangebracht in de milieuorganisatie. De milieuorganisatie wordt nu vanuit een kleine centrale afdeling aangestuurd. Vanuit deze afdeling worden directe contacten onderhouden met de milieucontactpersonen op de afdelingen. Certificering Het Milieuzorgsysteem van het azM werd voorgesteld voor certificering. De ingezette koers met betrekking tot certificering heeft zijn vruchten afgeworpen en het azM mag zich het derde milieuzorg (NEN ISO 14001) gecertificeerd ziekenhuis noemen, ingaande per 5 maart 2007. De reikwijdte (scope) van de certificering betreft: - het verzorgen van facilitaire dienstverlening betreffende de nutsvoorziening, gevaarlijke stoffen-, afval - , reststoffen -, water - en bodembeschermingbeheer. - het monitoren en toetsen van de milieubeersingsfaciliteiten van het primaire proces en de daaraan gerelateerde ondersteunende processen van het azM.
Het azM mag zich per 5 maart 2007 het derde milieuzorg (NEN ISO 14001) gecertificeerd ziekenhuis in Nederland noemen.
Vergunningen In 2007 is in samenwerking met de convenantpartners -te weten azM, UM, Stichting 3X, Maastro Clinic, Servatius en Biopartner- conform de convenantafspraken uit 2005, voor het academisch terrein een complexvergunning in het kader van de Wet Milieubeheer ‘academisch terrein Randwyck’ aangevraagd en verkregen (juli 2007). Het azM heeft conform de afspraken met het bevoegd gezag (Waterschap Roer en Overmaas) een nieuwe lozingsvergunning in gevolge de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren aangevraagd en verkregen (juli 2007).
zijn geen afwijkingen geconstateerd en hiermee voldeed het azM aan de richtlijnen. Incidenten In 2007 vonden vier incidenten plaats die een mogelijke relatie hadden tot milieu. Deze incidenten hadden betrekking op vrijgekomen vloeistof, een lekkage in een opslagvat, lekkage van diesel en het dumpen van eternietplaten. Twee van deze incidenten zijn waarschijnlijk veroorzaakt door derden. Alle incidenten zijn conform de daartoe geldende procedures zelfstandig, danwel met brandweer- of politieondersteuning afgehandeld. Processen Het totaal volume afval in 2007 is met 7% toegenomen ten opzichte van 2006. In 2007 is een aantal maatregelen genomen om energiebesparingen te realiseren, waaronder het vervangen van vacuümpompen en het vervangen van de ventilatoren van de koeltoren. Ondanks deze maatregelen is het totale elektriciteitsverbruik ten opzichte van 2006 toegenomen met 2%. Het waterverbruik daarentegen is wel gedaald met 9% ten opzichte van 2006.
Inspecties De in 2006 afgekeurde ondergrondse tank voor de opslag van afgewerkte olie is in 2007 gesaneerd en vervangen door een dubbelwandige tank met lekdetectie. Hiermee voldoet het azM op het vlak van de BOOT-regeling (Besluit Opslag Ondergrondse Tanks) aan de normen. In het kader van WVO-vergunning (Wet Verontreiniging Oppervlaktewater) worden jaarlijks monsters genomen van het afvalwater. Voor 2007 lagen voor het azM alle parameters binnen de grenswaarde. In het kader van de vergunningaanvraag Wet Milieubeheer is voor het azM een Bodemrisicodocument opgesteld. Dit zal als leidraad dienen voor de bodembescherming. Bij alle bouwwerkzaamheden wordt een bodemonderzoek verricht. De in de BEES-wet (Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties) gestelde emissienormen zijn van toepassing op stoom- en verwarmingsketels en de motoren voor de opwekking van elektriciteit en warmte in de energiecentrale. Bij de inspecties
48
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
49
Verder reikende samenwerking
De diabeteszorg in Maastricht en Heuvelland is georganiseerd in DIAMAND. Hierin trekken huisartsen en specialisten gezamenlijk op. Allebei gaan ze verder dan hun eigen poort. We maken goed gebruik van elkaars sterke kanten. De huisarts vindt in het ziekenhuis een hoge organisatiegraad, bekendheid met kwaliteitsbeoordeling en onderhandeling met zorgverzekeraars. Specialisten maken gebruik van de unieke holistische kijk van de huisarts. We krijgen nu de gelegenheid om te werken met een populatie patiënten die we normaal gesproken in een academisch ziekenhuis niet zien. Voor innovatief onderzoek is dat heel gunstig. Zo intensief samenwerken, met dezelfde doelen, en volgens dezelfde lijn - zowel inhoudelijk als in vormgeving - levert veel werkplezier op. In de samenwerking zijn zo’n 150 mensen (huisartsen, internisten, internisten in opleiding en diabetesverpleegkundigen) direct betrokken. Maar het succes reikt veel verder: door de samenwerking groeit de professionaliteit bij álle spelers, ook de indirect betrokkenen. Nicolaas Schaper, internist/endocrinoloog
50
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
51
Prestaties
6
Afgeleid van de langetermijn doelstellingen in azMove heeft het azM concrete speerpunten voor 2007 geformuleerd op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding, onderzoek, ondersteuning en samenwerking. In onderstaande paragrafen wordt nader toegelicht wat het azM op de verschillende terreinen bereikt heeft en wordt tevens de lijn doorgetrokken naar het jaar 2008 en verder. Daarnaast worden diverse relevante vernieuwingen die in het verslagjaar op het gebied van patiëntenzorg, onderwijs & opleiding en onderzoek hebben gespeeld, nader toegelicht.
Tijdens het verslagjaar zijn diverse zorglijnen ontwikkeld en geïmplementeerd, bijvoorbeeld mammacare, hartfalen en diabetes.
52
Jaarverslag 2007
Patiëntenzorg
De patiëntenzorg van het azM is gericht op het realiseren van een patiëntgerichte organisatie, waarbij hoogwaardige zorg wordt geboden aan de patiënten. Hierbij staat ook innovatie in de patiëntenzorg centraal. Hieronder staan enkele vernieuwende initiatieven in 2007 op een rij.
mammacare, hartfalen en diabetes. Begin 2007 heeft een nulmeting plaats-gevonden ten aanzien van de introductie van de zorglijnen. Hierbij is een aantal multidisciplinaire zorgprocessen geselecteerd die nu verder worden uitgewerkt. Doelstelling is in 2008 de zorglijnen verder te intensiveren.
Electief Snijdend Centrum Het Electief Snijdend Centrum is een entiteit binnen het azM waarbinnen de niet-complexe en planbare operatieve zorg is georganiseerd. De effectiviteit van het Electief Snijdend Centrum is het afgelopen jaar verbeterd, zo blijkt onder meer uit een groei van het aantal opnamen en eerste polikliniekbezoeken. Voor komend jaar blijft een verdere optimalisatie van planning en logistiek een punt van aandacht.
Imago-onderzoek Het azM realiseert zich dat de rol van de consument, verwijzer en zorgverzekeraar steeds belangrijker wordt. Om inzicht te krijgen in het beeld dat de omgeving heeft van het azM, is in 2007 een imago-onderzoek gehouden. Hoewel de kwaliteit van zorg in het azM door de betrokken belanghebbenden als zeer hoog wordt ervaren, bleek uit dit onderzoek dat verbeterpunten met name liggen op het gebied van communicatie, klantbejegening en de toegankelijkheid van de zorg. Voortvloeiend uit de resultaten van dit onderzoek zijn reeds concrete vervolgacties voor 2008 in gang gezet. Ter verbetering van de relatie met regionale verwijzers hebben alle medische afdelingen per december 2007 een eenduidig aanspreekpunt voor de huisartsen. Tevens zijn teams geformeerd die gedragsregels voor patiëntgerichtheid opstelden voor polikliniek, verpleegafdeling, functieafdeling en artsen. Deze gedragsregels gelden met ingang van 2008. Daarnaast zal meer aandacht zijn voor verdere reductie van de wachttijden.
Zorglijnontwikkeling Het idee achter de zorglijnontwikkeling is alle facetten van diagnose en behandeling te centreren rondom specifieke patiëntengroepen. Tijdens het verslagjaar zijn diverse zorglijnen ontwikkeld en geïmplementeerd, bijvoorbeeld
Regionale zorg Het azM vervult in het verzorgingsgebied Maastricht en Heuvelland de functie van regionaal ziekenhuis. Om deze reden is de relatie met de 84 gevestigde huisartsen en andere 1e lijns zorgverleners intensief en van bijzonder belang.
Acute Opname Afdeling Gedurende 2007 is een businessplan opgesteld voor de ontwikkeling en implementatie van een Acute Opname Afdeling, waarin met name aandacht is besteed aan benodigde huisvesting en medische formatie. In 2008 zal de focus liggen op de daadwerkelijke inrichting van deze afdeling. Binnen twee jaar zal de Acute Opname Afdeling geplaatst worden binnen de Spoed Eisende Hulp; dit zal in fasen worden gerealiseerd.
Jaarverslag 2007
53
Prestaties
Prestaties
Productiegegevens 2007
2006
2005
2004
Opnames Verpleegdagen Gemiddelde verpleegduur Eerste Adm. Consulten
26.429 197.437 7,5 134.148
25.768 197.451 7,66 132.585
24.362 197.639 8,11 128.601
24.235 196.804 8,12 127.234
Polikliniekconsulten - waarvan eerste - waarvan herhaling - waarvan SEH/EHH
401.637 98.942 274.499 28.196
394.632 99.619 268.320 26.693
387.997 96.931 265.268 25.798
380.692 94.658 261.462 24.572
18.031 951 78 16.282
17.765 969 66 14.335
15.592 971 64 12.211
13.219 1.011 64 11.835
1.823 19 463 227
1.646 22 432 170
1.363 22 410 160
1.363 30 511 157
277 259 58
254 231 42
282 185 32
223 151 29
715 19
715 19
715 19
715 18
Algemeen
Dagopnamen Open hartoperaties Niertransplantaties Haemodialyses (exclusief thuisdialyses) PTCA BMT allogeen IVF ICD-implantaties Catheterablaties Aantal patiënten Thuisbeademing Cochleaire implantaties
Capaciteit Kliniek Aantal bedden Aantal OK’s kliniek
54
Jaarverslag 2007
Ï Stijging aantal opnamen 25.768 ‡ 26.429
Ï 39% meer ICD-implantaties 170 ‡ 227
Ï 7% meer IVF-behandelingen 432 ‡ 463
Ï 1,8% meer polikliniekconsulten 394.632 ‡ 401.637
In het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) wordt samen gewerkt met onder andere de UMC’s, Philips, Technische Universiteit Eindhoven en UM. Het CTMM richt zich op het voorkomen van ziekten door middel van het in een vroeg stadium zichtbaar maken van de eerste indicaties.
Jaarverslag 2007
55
Prestaties
Prestaties
Prestatieindicatoren Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
Decubitus (puntprevalentie) Klachten/ klachtenaspecten* - via klachtencommissie - waarvan gegrond - via klachtenbemiddeling Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (MIP) - maatregelen AAA’s (Aneuriysma van de Abdominale Aorta) - Acuut - Electief - OCR ( Oesophagus Cardia Resectie) Ongeplande heroperaties - Cholecystectomieen - Colorectale heroperaties Afgezegde operaties door het ziekenhuis door de patiënt 30 daagse ziekenhuissterfte Acuut Myocardinfarct (AMI) < 65 jaar > 65 jaar Heupfractuur bij personen > 65 jaar binnen 1 kalenderdag geopereerd Cataract Percentage patiënten waarbij operatie tussen het 1e en het 2e oog niet meer dan 28 dagen betreft Postoperatieve pijnmeting op verpleegafdeling Aantal patiënten bij wie mammacarcinoom is behandeld Aantal patiënten waarbij kankerweefsel is achtergebleven Aantal patiënten bij wie het bekend is of weefstel is achtergebleven Totaal aantal patiënten met eerste borstbesparende operatie
* Eén klacht bevat soms meerdere aspecten.
56
Jaarverslag 2007
2007
2006
8,70%
10,10%
59 28 547
78 40 471
759 14,00%
834 8,80%
80 23 57 8
92 41 51 18
0% 12,20%
1,20% 25,40%
4,20% 3,60% 0,60%
4,00% 2,30% 1,70%
1,80% 8,40%
4,29% 11,15%
71,00%
78,40%
1,10%
-
13,14%
10,70%
156 11 0 75
-
De RVE Transmurale zorg heeft hierbij een coördinerende en ondersteunende rol. In 2007 zijn de faciliteiten voor 1e lijns diagnostiek uitgebreid o.a. op het gebied van de cardiologie, de radiologie en de endoscopie. De introductie van de 1e lijns keten DBC diabetes heeft geleid tot een verdere intensivering van de samenwerking in de zorg voor chronisch zieken. Via een beveiligde verbinding hebben alle huisartsen toegang gekregen tot de gegevens van hun eigen patiënten in het ziekenhuisinformatiesysteem (ZIS), waardoor alle uitslagen en afspraken online beschikbaar zijn. Voor eenvoudige laboratoriumdiagnostiek kunnen patiënten nu in de huisartsenpraktijk worden geprikt, waarna de monsters door een ophaalservice naar het azM worden vervoerd. De positieve resultaten van de snelle toegangspoli orthopedie hebben ertoe geleid dat de inrichting van laagcomplexe polikliniekvoorzieningen nu ook voor andere specialismen ter hand is genomen.
Vernieuwingen patiëntenzorg
Het azM streeft naar continue verbetering van kwaliteit en toegankelijkheid van haar dienstverlening aan de patiënten. Dit kan worden geïllustreerd met een aantal belangrijke vernieuwingen in de patiëntenzorg die in 2007 hun beslag kregen. Kinderen opereren met een robot Sinds 2004 gebruiken de Maastrichtse urologen bij complexere kijkoperaties de Da Vinci robot. De meest recente ontwikkeling van het urologieteam in 2007 is het splitsen van dubbele nieren met de robot waarbij de zieke nierhelft wordt verwijderd. Deze ingreep wordt zelfs bij zeer jonge kinderen (vanaf zes maanden oud) die slechts een paar kilo wegen, uitgevoerd. Slechts drie centra ter wereld voerden deze geavanceerde ingreep met behulp van de robot uit, waaronder het azM als eerste en voorlopig enige centrum in Europa. Centrum voor kinderen met ademhalingsstoornissen Ademhalingsstoornissen bij kinderen zijn een frequent voorkomend en complex probleem en verdienen dus extra aandacht. Het azM heeft in 2007 als eerste ziekenhuis in Nederland een centrum opgericht speciaal voor kinderen met ademhalingsstoornissen. Het gaat om kinderen die chronisch thuis worden beademd, kinderen met een probleem in de bovenste luchtwegen, waarvoor soms een tracheacanule (buisje in de luchtpijp) noodzakelijk is en kinderen met stoornissen in de aansturing van hun ademhaling. Het Centrum voor Ademhalingsstoornissen bij Kinderen coördineert de totale zorg van kinderen met ademhalingsstoornissen vanaf verwijzing, diagnostiek, behandeling, scholing van de ouders (zowel in het azM als in de thuissituatie) tot en met de nazorg. Zo wordt goede zorg gegarandeerd vanaf het ziekenhuis tot thuis.
De meest recente ontwikkeling van het urologieteam in 2007 is het splitsen van dubbele nieren met de Da Vinci robot bij kinderen, waarbij de zieke nierhelft wordt verwijderd.
Jaarverslag 2007
57
Prestaties
Prestaties
Personele bezetting functiefamilie 2007
2006
931,42 433,61 119,99 267,16 77,41 108,77 712,59 372,18 335,29 336,55 127,35 0
918,05 412,83 113,68 251,19 80,76 100,05 676,68 380,33 318,35 325,6 140,21 1,88
3.822,32
3.719,59
2007
2006
4,43% 3,26%
4,48% 3,00%
2007
2006
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten
192.476 9.689 32.020 7.992
182.934 5.466 30.626 8.332
Personeel niet in loondienst
242.178 8.096
227.358 5.966
Totaal
250.273
233.324
Totaal # fte (alleen azM medewekers)
Verpleging en verzorging Klinisch ondersteunen Klinisch (mede)behandelen Analytisch personeel Wetenschappelijk Onderzoek & Onderwijs Management Staf, Administratie & Secretariaat Facilitair Arts-assistenten & Basisarts Medisch Specialistisch In opleiding Overig Alle fuwavaz functies
Ï Sociale lasten sterk toegenomen 5.466 ‡ 9,698 €
Ë Ziekteverzuim nagenoeg gelijk 4,13% ‡ 4,12%
Ï Gemiddeld aantal fte’s gestegen 3.720 ‡ 3.822
Ó Personele bezetting in opleiding 140 ‡ 127
Ziekteverzuim (alleen azM medewekers)
Ziekte% in fte Exclusief gravida verlof Exclusief langdurig zieken vrouwelijke medewerker mannelijke medewerker
Personeelskosten (bedragen x € 1000)
58
Jaarverslag 2007
Ten opzichte van 2006 is de opleidingscapaciteit voor medisch specialisten in het azM met 10% toegenomen.
Jaarverslag 2007
59
Prestaties
Prestaties
Downsyndroompoli In november 2007 startte het azM de Downsyndroom poli Zuid-Limburg. Deze nieuwe poli is een samenwerkingsverband tussen het Maaslandziekenhuis te Sittard en het azM, waarin het Atrium Medisch Centrum te Heerlen op termijn ook zal worden opgenomen. De benodigde zorg vanuit één ziekenhuis aanbieden binnen één spreekuur maakt een goede samenwerking en beter op elkaar afgestemde zorg mogelijk tussen de verschillende hulpverleners. Dat houdt niet alleen in dat er minder ziekenhuisbezoek nodig is, maar door de concentratie van zorg is er ook grote expertise aanwezig bij de betrokken hulpverleners.
over een hartchirurgische afdeling (een vereiste voor dottercentra) zal het azM als cardiochirurgische achterwacht fungeren. De voornaamste reden voor Venlo om zelf te gaan dotteren, is dat de reistijd voor acute dotterpatiënten uit Noord- en Midden-Limburg naar het azM of Catharinaziekenhuis te lang wordt bevonden. Het azM leidt de interventiecardiologen op die de dotterbehandelingen moeten gaan uitvoeren op de nieuwe locaties. In de eerste helft van 2008 start de opleiding van de Venlose ‘dotteraars’ zodat daar met ingang van 2009 kan worden gedotterd. De intentieverklaringen tussen de betrokken ziekenhuizen zijn in 2007 getekend.
Snellere diagnose longkanker Sinds 2007 beschikt het azM over de zogeheten autofluorescentietechniek, waarmee minuscule afwijkingen van het longweefsel in een vroeg stadium kunnen worden opgespoord. Het azM past deze nieuwe techniek toe bij patiënten die zich melden met klachten aan de luchtwegen en tot de risicogroep voor longkanker behoren. Het is bewezen dat autofluorescentie circa vijftig procent gevoeliger is dan het gebruikelijke bronchoscopisch onderzoek. Bovendien vormt het onderzoek geen extra belasting voor de patiënt. Longkanker is één van de meest voorkomende vormen van kanker. Een belangrijke factor voor de genezing van longkanker is de vroegtijdige diagnose. Het azM is het tweede ziekenhuis in Nederland dat deze techniek toepast.
Polikliniek voor abnormaal vaginaal bloedverlies De afdeling Gynaecologie van het azM is gestart met een speciale polikliniek voor vrouwen met abnormaal vaginaal bloedverlies. De doelstelling van de polikliniek is te zorgen voor een snelle diagnose en behandeling. Het bijzondere van de azM-poli is dat al tijdens het eerste policonsult alle onderzoeken worden verricht, terwijl hier vroeger verschillende afspraken voor nodig waren. Aansluitend wordt een afspraak gemaakt voor de behandeling. Wanneer de huisarts een patiënt rechtstreeks naar de poli Abnormaal Vaginaal Bloedverlies van het azM doorverwijst, weet de patiënte sneller waar ze aan toe is en kan ze sneller worden behandeld.
Uitbreiding endoscopisch onderzoek In mei 2007 opende het azM een nieuwe faciliteit voor maag- en darmonderzoek op de locatie Medisch Centrum Annadal in Maastricht. Op deze locatie verrichten artsen van het azM endoscopisch onderzoek, waarbij een slangetje met camera in de maag of darm wordt ingebracht. Het centrum is in staat om binnen één werkweek na aanvraag door de huisarts een endoscopie uit te voeren. De uitbreiding van de bestaande faciliteiten van het azM past binnen het streven van het ziekenhuis naar verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van haar dienstverlening. Door deze onderzoekstechniek nu op zo’n korte termijn beschikbaar te stellen, kunnen artsen ook sneller tot de bepaling van een ziektebeeld komen en kan dus ook de behandeling sneller worden ingezet. Uitbreiding aantal dottercentra Het aantal dotterpatiënten zal naar verwachting de komende jaren stijgen, met name nu patiënten met een hartinfarct eerder worden gedotterd. Patiënten uit Noord- en MiddenLimburg, die moeten worden gedotterd, zijn nu nog aangewezen op het azM of het Catharinaziekenhuis in Eindhoven. Het Laurentiusziekenhuis in Roermond, het VieCuri ziekenhuis in Venlo en het Atrium Medisch Centrum in Heerlen hebben de ambitie om te gaan dotteren op eigen locatie. Omdat de drie ziekenhuizen zelf niet beschikken
60
Jaarverslag 2007
Poliklinisch Kankercentrum van start Sinds 1 september 2007 is in het azM het poliklinische Kankercentrum operationeel. In dit centrum zijn alle medische disciplines rondom patiënten met kanker verzameld. Tijdens één bezoek van de patiënt kunnen daardoor meerdere onderzoeken of behandelingen worden gecombineerd. Alle benodigde specialisten bezoeken de patiënt in de centraal gelegen spreekkamer voor behandeling of advies. Patiënten worden sneller en effectiever behandeld en hoeven dus minder vaak naar het ziekenhuis te komen. Doordat de specialisten zich in het Kankercentrum kunnen concentreren op de poliklinische kankerpatiënten, weet de patiënt zich verzekerd van de beste zorg op de specifieke deelgebieden rondom zijn aandoening. Binnen het nieuwe Kankercentrum is ook een centrale plek ingericht waar de patiënt en zijn familie terecht kunnen voor informatie over zijn ziekte. Er is foldermateriaal en internet beschikbaar en men kan informeren bij deskundige medewerkers. Daarnaast kan de patiënt in het Kankercentrum terecht voor psychosociale zorg, zoals het regelen van gezinshulp of andere ondersteuning door de medewerkers van de afdeling Maatschappelijk Werk.
Doordat de specialisten zich in het Kankercentrum kunnen concentreren op de poliklinische kankerpatiënten, weet de patiënt zich verzekerd van de beste zorg op de specifieke deelgebieden rondom zijn aandoening. De CardioFit werkt twee kanten uit: door prikkeling van de nervus vagus worden zowel hart als hersenen gestimuleerd, waardoor enerzijds het hart efficiënter klopt en anderzijds in de hersenen ontstekingsremmende stoffen vrijkomen. De Maastrichtse oogartsen kregen het predikaat ‘zeer goed’ in het vergelijkend onderzoek van de 54 Nederlandse ooglaserklinieken door de Consumentenbond.
Jaarverslag 2007
61
Prestaties
Prestaties
De afdeling Nefrologie & Transplantatie van het azM is in 2007 door de European Renal Association (ERA) als eerste en enige afdeling in Nederland erkend als European Training Center. Onderwijs
Kengetallen Rijksbijdrage aantal nuttige m2 aantal eerstejaars studenten* aantal artsdiploma’s aantal promoties *
2007
2006
72.567 310 233 98
72.567 306 195 64
berekening conform Rijksbijdragemodel (gebaseerd op voorgaande jaren)
Overige gegevens aantals co-assistenten aantal assistentenplaatsen aio’s** incl. aioko’s*** ** aio is: assistent in opleiding *** aioko is: assistent geneeskundigen in opleiding tot klinisch onderzoeker (voorheen agiko)
62
Jaarverslag 2007
156 285
178 276
Onderwijs & opleiding
Het azM vervult als opleidingsinstelling een belangrijke taak op het gebied van onderwijs & opleiding. In de eerste plaats gaat het om het opleiden van artsen en specialisten. Daarnaast zijn ook opleidingen voor nieuwe beroepen ontwikkeld, zoals nurse practitioner en physician assistant. In partnership met andere onderwijsinstellingen tracht het azM tot vernieuwende opleidingen te komen. Opleidings- en OnderwijsRegio Zuid Oost Nederland (OOR ZON) Op landelijk niveau is de focus gericht op de innovatie van de opleidingen van medische beroepen. In dit kader vindt regionalisering plaats in de vorm van onderwijs- en opleidingsregio’s. Voor de samenwerking tussen azM en de regionale ziekenhuizen is de OOR ZON opgezet. De komende jaren zullen de partners in de Opleidings- en OnderwijsRegio Zuid Oost Nederland (OOR ZON) invulling geven aan het doel van de OOR ZON, namelijk vernieuwingen en verbeteringen van de gezamenlijke medische opleidingen in de regio. In 2007 is het visiedocument van OOR ZON voorbereid. Werkplaatsfunctie Het azM heeft een werkplaatsfunctie voor studenten Geneeskunde. Voor wat betreft de opleiding tot basisarts zijn de afdelingen van het azM van het eerste tot en met het zesde jaar bij het curriculum van de opleiding geneeskunde van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) betrokken. Jaarlijks vinden gesprekken plaats over de kwantiteit en de kwaliteit van de geleverde inspanning. Het azM draagt zorg voor de organisatie van stages en coschappen van de studenten van de opleiding Geneeskunde. De kwaliteit van het co-assistenten onderwijs wordt voortdurend geëvalueerd. Het azM en de FHML waarborgen het aanbod van stageplaatsen en co-schappen tot de numerus fixus van 341 studenten. Eind 2007 zijn er 277 artsen in opleiding tot specialist (AIOS) in het azM werkzaam. Ten opzichte van 2006 is de opleidingscapaciteit voor medisch specialisten in het azM met 10% toegenomen. In 2007 zijn de mogelijkheden onderzocht voor een medisch simulatiecentrum voor de vervolgopleidingen. Dit centrum zal in 2008 worden gerealiseerd. Biomedische Technologie UM, azM en de Technische Universiteit Eindhoven bieden een gezamenlijke opleiding aan op het gebied van de Biomedische Technologie. De Technische Universiteit Eindhoven en het azM hebben afspraken gemaakt met betrekking tot de jaarlijkse vergoeding van de werkplaatsfunctie biomedische technologie voor het accommoderen van studenten in het azM. In 2008 zal de (klinische) vakgroep Biomedische Technologie verder gestalte krijgen.
Met het Euregional Vascular Center beschikken de academische ziekenhuizen van Maastricht en Aken over het eerste grensoverschrijdende, vaatchirurgisch opleidingscentrum ter wereld.
Vernieuwingen in onderwijs & opleiding Europees trainingscentrum voor nierziekten, transplantatie en dialyse / Samenwerking met Mario Negri De afdeling Nefrologie (nierziekten) & Transplantatie van het azM is in 2007 door de European Renal Association (ERA) als eerste en enige afdeling in Nederland erkend als European Training Center. De ERA verleent deze erkenning op basis van bepaalde verdiensten op het gebied van de nefrologie, dialyse en transplantatie. De afdeling Nefrologie & Transplantatie van het azM ontving de erkenning vanwege haar innovatieve patiëntenzorg, het grote aantal internationale publicaties en bijdrages aan internationale tijdschriften en voordrachten op congressen. Verder hielp de afdeling bij het opstellen van Europese richtlijnen op het gebied van de nefrologie en zogenoemde best practice-richtlijnen. Bovendien staat de afdeling bekend om haar goede, internationale samenwerking op onderzoeks- en onderwijsgebied. In 2005 sloot het azM reeds een samenwerkingsverband met het gerenommeerde onderzoeksinstituut Istituto di Ricerche Farmacologiche Mario Negri en het bijbehorende ziekenhuis Azienda Ospedaliera Ospedali Riuniti in Bergamo, Italië. Sindsdien komen Italiaanse promovendi naar Maastricht om te promoveren en gaan Maastrichtse studenten naar Bergamo voor wetenschappelijk onderzoek. Deze samenwerking is in 2007 verder geconcretiseerd. Grensoverschrijdende specialistenopleiding vaatchirurgie Het azM en het Universitätsklinikum Aachen beschikken over één gezamenlijk vaatcentrum, het Euregional Vascular Center. De Ärtztekammer NordRhein Westfalen heeft na visitatie de bevoegdheid afgegeven om de volledige opleiding tot vaatchirurg in de gecombineerde setting Aken-Maastricht te verzorgen. Deze bevoegdheid is per 1 december 2006 ingegaan. Dit houdt in dat de vierjarige, grensoverschrijdende opleiding tot vaatchirurg in 2007 daadwerkelijk kon starten. Vervolgens is medio december 2006 het Euregional Vascular Center zowel in Maastricht als in Aken gevisiteerd door de vertegenwoordigers van de Deutsche Gesellschaft für Gefäßchirurgie en de Deutsche Gesellschaft für Radiologie. Inzet was de certificering van de combinatie MaastrichtAken als een officieel gecertificeerd vaatcentrum. Begin januari 2007 resulteerde dit in een positief advies. De eerste ‘grensoverschrijdend opgeleide vaatchirurgen’ zullen in 2011 klaar zijn met hun opleiding. Met het Euregional Vascular Center beschikken de academische ziekenhuizen van Maastricht en Aken over het eerste grensoverschrijdende, vaatchirurgisch opleidingscentrum ter wereld.
Jaarverslag 2007
63
Prestaties
Prestaties
Wetenschappelijk onderzoek
Het azM verricht kwalitatief hoogwaardig onderzoek, vaak in samenwerking met partners zoals onder andere medische (universitaire) centra, bedrijfsleven en industrie, zowel nationaal als internationaal. Samenwerking azM/UM De kernidee binnen Maastricht UMC+ is de vorming van multidisciplinaire ketens van zorg, onderzoek en onderwijs, met verbindend onderzoek op gemeenschappelijk terreinen, een aantal gezamenlijke onderzoeksfaciliteiten en een gemeenschappelijk onderwijsinstituut. De multidisciplinaire ketens richten zich op Hart- en Vaatziekten, Oncologie en Ontwikkelingsbiologie, Mental Health and Neuroscience en Chronische Ziekten. Het azM staat voor zover de belangen van patiënten dat toelaten, mede ten dienste van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML). Het azM kan op haar beurt voor onderzoek gebruik maken van de infrastructuur van de FHML. Naast een verdere intensivering van de samenwerking tussen azM en UM wordt ook gewerkt aan een versterking van de positie van beide instellingen in (Eu)regionaal verband. In 2008 zal de Maastricht UMC+ researchcode verschijnen. In deze code zullen de algemene uitgangspunten worden vastgelegd met betrekking tot het wetenschappelijk onderzoek dat door medewerkers van Maastricht UMC+ wordt verricht. Kennisvalorisatie In het kader van kennisvalorisatie participeren de UM en het azM vanaf 2007 voor de duur van vier jaar in een landelijk initiatief, genaamd NFU Parelsnoer. Dit initiatief beoogt in NFU verband een infrastructuur voor biobanken op te zetten, waarin nieuwe patiëntengroepen op een gestandaardiseerde manier opgenomen en geanalyseerd worden. Het azM/FHML coördineren samen met VU medisch centrum twee projecten, te weten neurodegeneratieve hersenziekten en diabetes. Daarnaast participeren ze in bijna alle overige projecten. Behalve deelname aan het NFU Parelsnoer, neemt het azM deel aan onderzoeken met diverse industriële partners. In het Center for BioMedical Materials werken azM en UM samen met DSM voor een periode van vier jaar. De ambitie van het programma is om biomedische materialen te ontwikkelen die biomedische doorbraken mogelijk maken. In het Center for Translational Molecular Medicine wordt samengewerkt met onder andere de UMC’s, Philips, Technische Universiteit Eindhoven en UM. Deze projecten richten zich op het voorkomen van ziekten door middel van het in een vroeg stadium zichtbaar maken van de eerste indicaties.
64
Jaarverslag 2007
Vernieuwingen in wetenschappelijk onderzoek Prestigieuze prijs voor onderzoek naar aminozuren De onderzoeksgroep experimentele heelkunde VUmc en de afdeling heelkunde van het azM ontvingen in februari 2007 de prestigieuze Harry M. Vars Award. Het winnende onderzoek richt zich op de relatie tussen de aminozuren glutamine en arginine. Beide aminozuren zijn van groot belang voor het herstel van ernstig zieke patiënten. Het is de eerste keer dat een niet-Amerikaanse groep deze prijs ontvangt. Dit prijswinnende project is onderdeel van de ambitieuze door NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) gesubsidieerde studie die in 2000 startte met als onderwerp de relatie tussen glutamine en arginine. Deze studie heeft als doel de metabole route van glutamine naar arginine in kaart te brengen. Voor het onderzoek werd tijdens operaties bloed afgenomen uit de afvoerende vaten van de darm, lever en de rechter nier, een unicum op het gebied van medisch wetenschappelijk onderzoek bij mensen. Eieren eten Het azM en de FHML startten in 2007 samen met de Limburgse bedrijven Newtricious en Globus ei een onderzoek om maculadegeneratie tegen te gaan en wellicht zelfs te voorkomen. De consumptie van eieren met een verhoogd gehalte aan kleurstoffen biedt mogelijk uitkomst. Het is bekend dat de benodigde kleurstoffen beter worden opgenomen in het bloed wanneer ze zich bevinden in de vetachtige omgeving van bijvoorbeeld eidooiers. Bij maculadegeneratie spelen vooral de pigmenten luteïne en zeaxanthine een rol. Juist deze pigmenten zitten van nature in eieren. Maculadegeneratie is een aantasting van het netvlies die resulteert in verlies van gezichtsvermogen. De helft van de mensen die ouder zijn dan 65 jaar heeft er last van. Begin 2008 verwachten de Maastrichtse onderzoekers en de Noordlimburgse ondernemers de hypothese bevestigd te zien dat de eieren een positieve bijdrage leveren aan het gezichtsvermogen van ouderen en zo aan hun kwaliteit van leven. Maculadegeneratie Het azM gaat de effectiviteit van Lucentis en Avastin onderzoeken. Dat zijn geneesmiddelen die slechtziendheid door natte maculadegeneratie tegengaan. Beide middelen worden met goed resultaat gebruikt, maar het goedkopere Avastin is voor deze aandoening officieel nog niet geregistreerd. Dit onderzoek vergelijkt beide middelen voor het eerst met elkaar. Naast het azM werken nog vijf andere universitair medische centra mee aan de studie. Ze krijgen daarvoor een subsidie van 850.000 euro van ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek eninnovatie.
Ondersteuning kerntaken
Ook op het gebied van ondersteuning van de kerntaken heeft het azM voor 2007 een aantal concrete speerpunten geformuleerd.
Algemeen Nieuwbouw De Raad van Bestuur heeft in 2007 de besluitvorming rondom de plannen voor de nieuwbouw van het azM afgerond. De bouwplannen passen in de azM-strategie en zijn het logische vervolg op de vorming van de Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s). Dankzij de nieuwbouw en de herinrichting van bestaande bouwdelen kan de zorg in deze eenheden worden geconcentreerd en efficiënter worden ingericht. De patiëntenzorg wordt zoveel mogelijk in het hoofdgebouw van het azM geconcentreerd, andere diensten worden zoveel mogelijk in de overige gebouwen ondergebracht. Ook worden onderdelen die vanwege ruimtegebrek nu nog buiten het azM zijn gehuisvest, weer teruggehaald. Het gaat dan om de patiëntenzorg die wordt geboden op het terrein van het oude voormalig Annadal ziekenhuis en de afdelingen die in het MECC zijn gehuisvest. In 2008 zal gestart worden met het uitvoeren van twee nieuwbouw projecten ‘Toren Noord en Toren Zuid’, respectievelijk ter huisvesting van ondersteunende functies en van primaire zorg, onder andere op het gebied van oogheelkunde. Binnen vijf jaar moeten de nieuwbouw- en herinrichtingsplannen gerealiseerd zijn. Medewerkerbetrokkenheidsonderzoek In 2007 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de betrokkenheid van de medewerkers bij azMove. Alle medewerkers van het azM hebben een vragenlijst gekregen om ‘het betrokken worden’ en het ‘betrokken zijn’ van medewerkers bij azMove te meten. De resultaten van het onderzoek worden in het voorjaar van 2008 verwacht. Op basis van de resultaten kan gestart worden met eventuele verbetertrajecten.
De onderzoeksgroep experimentele heelkunde VUmc en de afdeling heelkunde van het azM ontvingen in februari 2007 de prestigieuze Harry M. Vars Award. Het is de eerste keer dat een niet-Amerikaanse groep deze prijs ontvangt.
Jaarverslag 2007
65
Prestaties
Prestaties
Business Intelligence functie In 2007 is gestart met de opzet van de Business Intelligence functie van het azM. Doel is het verzamelen van alle relevante informatie, zowel intern als vanuit onze omgeving, om een adequate sturing van het azM in een veranderende omgeving mogelijk te maken. Dit zowel op strategisch als tactisch niveau. Deze functie zal de komende jaren verder worden uitgewerkt.
ICT ICT strategische enabler ICT is een kritieke succesfactor in de realisatie van de ambities van het azM. Naast een vernieuwing van de complete technische infrastructuur zijn er in 2007 keuzes gemaakt voor een nieuw Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) en een Enterprise Resource Planning (ERP) systeem en is besloten het Laboratorium Informatie Systeem, Patient Data Management Systeem en Radiologie Informatie Systeem te vervangen. Dit alles moet leiden tot een betere informatievoorziening in de zorgprocessen, medisch ondersteunende processen en de algemeen ondersteunende bedrijfsprocessen.
Naast een vernieuwing van de complete technische infrastructuur zijn er in 2007 keuzes gemaakt voor een nieuw Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) en een Enterprise Resource Planning (ERP) systeem en is besloten het Laboratorium Informatie Systeem, het Patient Data Management Systeem en het Radiologie Informatie Systeem te vervangen.
Nieuw ZIS en ERP Leidend in azMove en de visiedocumenten van de RVE’s is de ambitie dat de patiënt centraal moet komen te staan. Om dit te realiseren dient de omslag van functiegericht naar procesgericht werken gemaakt te worden. Dit stelt eisen aan de informatievoorziening voor diverse informatiedomeinen zoals bijvoorbeeld het Electronisch Patiënten Dossier, Workflowmanagement, Managementinformatie etc. In het kader van de voorbereidingen van de implementatie van het nieuwe ZIS heeft er een Proof of Concept (PoC = proeftuin om het nieuwe systeem uit te testen) plaatsgevonden waarbij processen van de RVE’s Hart & Vaten, Operatieve Geneeskunde en Kankercentrum, opnieuw onder de loep zijn genomen en geijkt op de toekomstige informatiebehoeften. Feitelijk is er een procesherontwerp gemaakt van de RVE en wordt hiermee voortgeborduurd op zaken die geïnitieerd zijn vanuit de ontwikkeling van zorglijnen. Medio 2007 heeft de definitieve gunning plaatsgevonden voor SAP/ISHMed voor het KernZIS deel (primair proces). Aansluitend heeft de start van de (gefaseerde) implementatie plaatsgevonden van het nieuwe ZIS en de nieuwe processen. Op basis van de ervaringen uit de PoC is een implementatiestrategie azM breed voor 2008 en 2009 ontwikkeld. Ten behoeve van de algemeen ondersteunende processen wordt momenteel een nieuw ERP systeem geïmplementeerd. In het kader van de voorbereidingen voor de implementatie van het ERP zijn in 2007 de processen van de ondersteunende afdelingen uitgewerkt. Vervolgens is een implementatie blauwdruk voor de inrichting van het systeem
66
Jaarverslag 2007
opgesteld. Gezien de onderlinge relaties van zorg en ondersteunende processen hangen de ontwikkelingen van ERP en ZIS nauw samen. De SAP module Patient Management (PAM) speelt hierin een belangrijke rol. Doelstelling is om per 1 januari 2009 met het ERP systeem en deze module operationeel te zijn. Het programma Generieke Realisatie Infrastructuur Primaire Processen (GRIPP) omvat de grootschalige vervanging van de totale technische infrastructuur en vormt een randvoorwaarde voor de nieuwe informatiesystemen. De realisatie zal in 2008 worden afgerond. Overige systemen De nieuwe dienst Videoconferencing kan voorzien in informatiebehoeften en teleteaching. Dit laatste zowel in het kader van zorg als ook van onderzoek en opleiding. Tegen het einde van 2007 is de centrale infrastructuur gereed gekomen voor gebruik in de pilot (overleg en uitwisseling informatie) voor de gebruikers van het Kankercentrum in samenwerking met Integraal Kankercentrum Limburg en Vie Curie (Venlo). De voorbereidingen van de niet-openbare Europese aanbesteding van een nieuw Patient Data Management Systeem (PDMS) zijn opgestart. Dit PDMS wordt azM-breed ingezet voor het bewaken van patiënten met een specifieke zorgindicatie (medium, high en intensive care). Ten tijde van de jaarwisseling naar 2008 is het bestek in een vergevorderd stadium gekomen en zijn een aantal referentiebezoeken afgelegd. Eind 2007 is de Europese aanbesteding opgestart van het integrale Laboratorium Informatie Systeem. Einde verslagjaar bevond het programma zich in de fase Request for Information. Naast de grootschalige programma’s ERP, ZIS en GRIPP, zijn een aantal specifieke programma’s gerealiseerd in 2007. Zo is bijvoorbeeld de toegang voor huisartsen tot het binnen het azM gehanteerde patiënteninformatiesysteem (Mirador) geregeld. Vooruitzicht De voorbereidende fase voor de SAP-trajecten zijn in 2007 grotendeels afgerond. De komende jaren richt het azM zich op de verdere implementatie van de nieuwe systemen, KernZIS en ERP. Hiermee is ICT voorbereid op de eisen van de toekomst.
Jaarverslag 2007
67
Prestaties
Prestaties
Samenvatting strategische speerpunten azM 2007/2008
Externe oriëntatie en samenwerking
Aard
Speerpunten
Realisatie 2007
Doelstelling 2008
Patiëntenzorg
Acute Opname Afdeling
Afgeronde besluitvorming; businessplan opgesteld
Inrichting afdeling
Electief Snijdend Centrum
Verbeterde effectiviteit
Optimalisatie planning en logistiek
Zorglijnontwikkeling
Nulmeting stand van zaken ontwikkeling diverse zorglijnen
Intensiveren zorglijnontwikkeling
Imago-onderzoek
Imago-onderzoek uitgevoerd
Vervolgacties op klantgerichtheid uitvoeren zijnde eenduidig aanspreekpunt voor verwijzers, opstellen gedragsregels en verbetering wachttijden eenvoudig planbare ingrepen
Opleidings- en OnderwijsRegio Zuid Oost Nederland
Visiedocument voorbereid
Invulling geven aan vernieuwingen en verbeteringen
Onderwijs en opleiding
Simulatiecentrum Algemeen
Maastricht UMC+
Externe oriëntatie
68
Voorbereid UMC bestuursmodel
Overige samenwerkingsverbanden In december 2007 is een alliantieovereenkomst getekend tussen de University of Vermont (Verenigde Staten) en het azM inzake de samenwerking op het gebied van chronische longziekten. De samenwerking heeft betrekking op uitwisseling van studenten, kennisuitwisseling en gezamenlijke onderzoeksprojecten.
Implementeren UMC bestuursmodel Voltooiing medio 2008
Nieuwbouw
Afgeronde besluitvorming nieuwbouwplannen
Start uitvoeren nieuwbouw projecten (toren Noord en Zuid)
Nieuwbouw
Start nieuwbouw ‘Drie-x gebouw’/ laboratorium Klinische genetica
Afronding nieuwbouw
Medewerkerbetrokkenheidsonderzoek
Uitgevoerd medewerkerbetrokkenheidsonderzoek
Beoordelen uitkomsten en uitvoering geven aan verbeterpunten
Business Intelligence functie
Gestart met opzet functie
Verdere uitwerking functie
ICT
Afgeronde keuze voor nieuwe informatiesystemen
Implementatie van SAP ERP per 1 januari 2009; afronding technische infrastructuur
Samenwerking Aken
Haalbaarheidsstudie naar samenwerking gestart
Afronden haalbaarheidsstudie medio 2008 plus integratie in strategisch beleid
Particle Therapy Center
Deelname aan gezamenlijke organisatie
Uitwerken businessplan voor realiseren Particle Therapy Center
Jaarverslag 2007
Samenwerking Aken Met het Universitätsklinikum Aachen is een samenwerkingscontract gesloten met betrekking tot topklinische patiëntenzorg en onderwijs en onderzoek op het gebied van hart- en vaatziekten, oncologie en transplantatiegeneeskunde. Belangrijke uitgangspunten van deze samenwerking zijn complementariteit van zorg binnen de Euregio en de bundeling van kennis en kunde onder meer door de opzet van Centers of Reference op Europese schaal. De haalbaarheidsstudie naar de samenwerking met Aken is in 2007 gestart en zal medio 2008 worden afgerond. Daarnaast streven het azM, MAASTRO, Universiteit Maastricht,
Universitätsklinikum Aachen en de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule de realisatie na van een Particle Therapy Center. In dit centrum zullen nieuwe veelbelovende bestralingstherapieën worden toegepast op het gebied van het gericht en selectief behandelen van tumoren. Ter voorbereiding hierop heeft het azM in 2007 voor 50% een belang genomen in een gezamenlijk met Universitätsklinikum Aachen opgerichte organisatie. Hierdoor werd een Europese aanbesteding voor de bouw van een dergelijk centrum mogelijk. Eind 2007 is gestart met de verdere uitwerking van het businessplan, de aanbesteding van de bouw en de opzet van de infrastructuur.
Ingebruikname simulatiecentrum
Actualisatie strategisch plan Ondersteuning kerntaken
De samenwerking tussen de (academische) ziekenhuizen in de Euregio op de verschillende deelterreinen van de gezondheidszorg krijgt steeds duidelijker vorm. Onderdeel van de ambities van het azM is het verder versterken van de topreferente functie. Strategische samenwerkingsverbanden zijn daarbij noodzakelijk.
Jaarverslag 2007
69
Grensoverschrijdende samenwerking
De samenwerking tussen het Mont Goddine ziekenhuis in Yvoir (bij Namen, België) en het azM gaat niet alleen over de grens Nederland/België: ook domeinen worden overschreden. De cardioloog staat toe dat de chirurg zijn domein betreedt en andersom. Daar was wel wat draagvlak voor nodig. Maar de samenwerking verloopt zo goed dat er binnen afzienbare tijd een speciale operatiekamer/elektronisch fysiologisch lab komt. Een zogenaamde hybrid room. In Nederland zijn we het eerste team dat zo werkt, maar andere ziekenhuizen volgen snel. De samenwerking met Yvoir werkt niet alleen in operationele zin (elke week is gedurende één dag een chirurg van het azM werkzaam in Yvoir), er wordt ook samengewerkt in onderzoek. We zijn geestverwanten, dat blijkt wel uit het feit dat we al ruim twee jaar samenwerken en er nog steeds geen officiële handtekening onder het contract is geplaatst. Maar dat gaat binnenkort wel gebeuren. Jos Maessen, hoofd cardiothoracale chirurgie
70
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
71
Personeel
7
Het jaar 2007 is gebruikt voor een herbezinning op het personeelsbeleid organisatiebreed. Het in 2006 ontwikkelde ‘strategisch sociaal beleid’ geldt nog steeds als leidraad, maar de accenten zijn verschoven. De in het kader hiervan ontwikkelde uitvoeringsnotities zijn op onderdelen herzien (werving en selectie en jaargesprekken), aangehouden (beoordelen en belonen) of getemporiseerd (‘het ontwikkelcentrum’). De in 2007 gestarte inspanningen als reactie op een aantal voor het azM relevante maatschappelijke ontwikkelingen worden in 2008 voortgezet. Het betreft hier met name de activiteiten gericht op een toename van het aantal vrouwelijke specialisten in hogere en leidinggevende functies: het project ‘time to change’ en de benchmark
In verband met de ontgroening en vergrijzing van de beroepsbevolking, het ophogen van de uittredingsleeftijd en het ongezonder wordende leefpatroon van de Nederlandse bevolking, is ervoor gekozen het arbobeleid expliciet te richten op het vitaal en gemotiveerd houden van de medewerkers.
loopbaanontwikkeling vrouwelijk/mannelijk, medisch/medisch-wetenschappelijk personeel.
Wat betreft de reguliere activiteiten kunnen de volgende ontwikkelingen worden gemeld.
Click call face
Click call face maakt onderdeel uit van het Personele Service Centrum van het azM. Doelstelling van het click call face concept is verhoging van de efficiency en verhoging van de bereikbaarheid van de basis dienstverlening voor azM medewerkers. Deze doelstelling wordt gehaald door een getrapt systeem van digitalisering van vraag en antwoord (click), telefonische beschikbaarheid (call) en eventueel een persoonlijk onderhoud (face). In februari 2008 is officieel gestart met het click call face concept.
Ontwikkelcentrum
Sinds mei 2007 kent het azM een ‘ontwikkelcentrum’. Onderdelen hiervan zijn loopbaanadvies en het transferium. Wat betreft loopbaanadvies gold in 2007 dezelfde doelstelling als voor 2006, namelijk het uitvoeren van in totaal 120 activiteiten, zoals het opstellen van een portfolio voor
72
Jaarverslag 2007
herplaatsing, loopbaanonderzoek, sollicitatietraining, coaching, nazorg, informatieve/oriënterende gesprekken etc. Hiervan zijn 116 activiteiten gerealiseerd. In 2006 waren er 156 activiteiten gerealiseerd. De dienstverlening wordt bij evaluaties door medewerkers en leidinggevenden zeer positief gewaardeerd. Als nieuwe activiteiten zijn in 2007 coaching en, in het kader van kwaliteitsverhoging en efficiency, sollicitatietraining voor groepen ingezet. In 2008 zal om diezelfde reden ook loopbaantraining in groepsverband worden gegeven.
Transferium
Binnen het azM is een zogeheten Transferium ingesteld. Het Transferium bemiddelt en plaatst namens alle RVE’s bij boventalligheid en bij reïntegratie. Afgestudeerd leerling verpleegkundigen worden aangesteld bij het Transferium en stromen van daaruit in op de goedgekeurde vacatures.
Arbeidsmarkt en vacatures
Hoewel in 2007 het merendeel van de vacatures is ingevuld, is de verwachting dat dit in de toekomst steeds moeilijker
Jaarverslag 2007
73
Personeel
Personeel
Leeftijdsopbouw personeel 2007/Dec
2006/Dec
< 20 jaar
60
94
20-29 jaar
815
829
30-39 jaar
1.269
1.300
40-49 jaar
1.534
1.524
50-59 jaar
975
906
60-65 jaar
123
79
4.776
4.732
Alle leeftijdsklassen
Personele bezetting in fte per geslacht totaal # fte (alleen azM medewerkers)
Vrouw Man Totaal
Gemiddelde personele bezetting (part- en full-time)
2007
2006
2.406 1.476 3.882
2.321 1.464 3.785
Gemiddelde diensttijd in het azM 2007 2006
2007
2006
1.765,90 2.056,67 3.822,57
1.673,42 2.046,17 3.719,59
totaal # fte (alleen azM medewerkers)
Part-time Full-time Totaal
Gemiddelde loonsom 11.18 10.79
2007 2006
€ 60.242,01 € 58.391,55
Loopbaanadviescentrum activiteiten
(in % van loonsom inclusief sociale lasten)
(aantal gesprekken/trajecten)
2007 0,73%
Informerende gesprekken Loopbaangesprekken Coaching Begeleiding na adviestraject Totaal
2005 0,58%
74
Jaarverslag 2007
Beoordelingssysteem voor medewerkers
In de azM-organisatie wordt gewerkt met jaargesprekken en beoordelingsgesprekken. Tijdens het jaargesprek wordt het voorafgaande jaar geëvalueerd en worden afspraken gemaakt voor het komende jaar. Iedere medewerker heeft jaarlijks een jaargesprek met de leidinggevende. Over het algemeen worden de jaargesprekken ook daadwerkelijk één maal per jaar gehouden met iedere medewerker. Wanneer er op basis van het functioneren van de medewerker rechtspositionele besluiten worden genomen, vindt een beoordelingsgesprek plaats. Voor medisch specialisten is een nieuwe systematiek voor jaargesprekken in voorbereiding. Deze zal in de loop van 2008 gereed zijn.
(inclusief sociale lasten per fte)
Opleidingskosten
2006 0,81%
wordt. Behalve dat voor sommige vacatures in het buitenland (met name België en Duitsland) is geworven, zijn nog geen aanvullende maatregelen getroffen. Het arbeidsmarktbeleid (inclusief de arbeidsmarktcommunicatie) krijgt in 2008 prioriteit en inhoud. Het totaal aantal vacatures in 2007 bedroeg 727 waarvan het merendeel is ingevuld. Er zijn in 2007 ongeveer 7.400 schriftelijke reacties (per brief of per e-mail) binnengekomen op de advertenties. Moeilijk in te vullen waren onder andere vacatures voor diverse medisch specialismen, ziekenhuisapotheker, medewerkers bij de laboratoria en leidinggevende functies. Wat betreft leerling verpleegkundigen waren in 2006 de vacatures redelijk goed in te vullen. In 2007 zijn de beoogde aantallen (32 MBO en 16 HBO studenten) niet gehaald, er zijn 25 MBO en 5 HBO studenten gestart. De werving voor 2008 is nog niet afgerond, beoogd wordt dezelfde instroom als in 2007. Om dit te realiseren zijn aanvullende maatregelen nodig.
Kwaliteit van het werk Werkdruk In 2007 zijn met de Ondernemingsraad afspraken gemaakt om de verschijningsvormen van werkdruk in kaart te brengen. Afhankelijk van de resultaten worden in 2008 passende maatregelen getroffen.
2007
2006
53 48 6 16 123
35 84 37 156
Arbo In verband met de ontgroening en vergrijzing van de beroepsbevolking, het ophogen van de uittredingsleeftijd en het ongezonder wordende leefpatroon van de Nederlandse bevolking, is ervoor gekozen het arbobeleid expliciet te richten op het vitaal en gemotiveerd houden van de medewerkers. In 2007 is een breed gedragen projectplan ‘integraal gezondheidsmanagement’ tot stand gekomen en in mei heeft het azM een landelijk congres ‘Integraal gezondheidsmanagement’ georganiseerd. Aan de doelstelling voor
2007 is hiermee voldaan. De komende jaren zal preventie van gezondheidsklachten bij medewerkers een aandachtspunt blijven. De lopende projecten van het in december 2006 succesvol afgeronde Arboplusconvenant zijn in 2007 geconsolideerd en afgerond. Het project preventiemedewerker, de preventieprogramma’s Fysieke belasting (99 deelnemers), KANS 8 (271 deelnemers) en Psychische belasting (328 deelnemers), de implementatie van het Arbomanagementsysteem OHSAS 18001 en de implementatie van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) op basis van zelfwerkzaamheid, dragen bij aan de verdere professionalisering van het arbobeleid. In 2007 is de e-learning module voor het preventieprogramma Gevaarlijke stoffen, narcosegassen en cytostatica opgesteld. De uitvoering van het programma vindt plaats in 2008. Ook het samenstellen en het uitvoeren van het preventieprogramma Narcosegassen zal in 2008 plaatsvinden. Op dit moment wordt een systeem voor incidentmelding en risicomanagement (SPAR) ontwikkeld door het azM. In 2007 zijn 45 medewerkers getraind. Ziekteverzuim en reïntegratie Evenals in 2006 is het netto verzuimpercentage 4,1%. De WIA-instroom bedroeg slechts 0,1%. Hiermee is dus ruim aan de doelstellingen van het Arboplusconvenant voldaan. De intensivering van de inspanningen betreffende integraal verzuimmanagement voor leidinggevenden in 2006 en 2007 hebben de bedoelde blijvende uitwerking gehad. Vooruitzichten komend jaar Voor 2008 zijn in overleg met management en Ondernemingsraad, naast de reeds benoemde lopende activiteiten, de volgende prioriteiten vastgesteld: klantgerichtheid, arbeidsmarktbeleid, management development, integraal gezondheidsmanagement en lifestyle, de uitwerking van azM kerncompetenties, organisatieontwikkeling, positionering en professionalisering personeelszaken, systematiek van jaargesprekken voor medisch specialisten en flexibilisering. Medewerkersoordeel In 2007 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de betrokkenheid van de medewerkers bij azMove. azMove is een grootschalig project met als doel de strategische heroriëntatie van de organisatie vorm te geven. Alle medewerkers van het azM hebben een vragenlijst gekregen om ‘het betrokken worden’ en het ‘betrokken zijn’ van medewerkers bij azMove te meten. De resultaten van het onderzoek worden in 2008 verwacht. Op basis van de resultaten kan gestart worden met eventuele verbetertrajecten. 8
KANS is de afkorting van Klachten aan Arm, Nek en Schouder. Dit is de nieuwe aanduiding voor de aandoening Repetitive Strain Injury (RSI).
Jaarverslag 2007
75
Regionale samenwerking Het azM werkt in het telebegeleidingsproject hartfalen samen met de ziekenhuizen in Sittard en Heerlen. In totaal vormen zo’n 18 mensen het team. Niet op de foto, maar wel een essentiële schakel in het geheel zijn de 245 patiënten die in het onderzoek betrokken zijn. Zij zijn echt partners in de zorg. Het team overlegt regelmatig, zodat alle locaties zo veel mogelijk dezelfde lijn voeren wat de zorg betreft. Met de Health Buddy®, het apparaat dat de telezorg mogelijk maakt, leveren we hoogstaande zorg met relatief weinig techniek. Het is belonend dat we als team twee prijzen hebben gewonnen, maar voorop staat dat we prettig samenwerken in Zuid-Limburg. Met zijn drieën kunnen we Zuid-Limburg op de kaart zetten en promoten op het gebied van telezorg. De patiënten in het onderzoek worden een jaar lang gevolgd. In 2010 verwachten we de eerste uitslagen, dan hebben we hopelijk de troeven in handen om méér te willen. Een (tele)hartfalencentrum bijvoorbeeld. Josiane Boyne, onderzoeker
76
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
77
Financieel-economische resultaten
8
Het jaar 2007 is door het azM afgesloten met een positief financieel resultaat. Oorzaak hiervan is met name gelegen in een continue focus op kostenbewaking, efficiency en productiviteit in de processen. Op het gebied van patiëntenzorgproductie was in 2007 weer een stijging te zien. Het azM heeft zich in het verslagjaar verder voorbereid op de groei van de marktwerking in de zorg in de vorm van uitbreiding van het B-segment en de mogelijke invoering van maatstafconcurrentie. Op de volgende bladzijden worden de ontwikkelingen op het gebied van financiën en productie gedurende het verslagjaar nader toegelicht.
Belangrijke verklarende factor voor het positieve bedrijfsresultaat in 2007 is continue focus op efficiency en productiviteit in het bedrijfsproces.
Financiële ontwikkelingen Het jaar 2007 is afgesloten met een geconsolideerd resultaat van 7,2 miljoen euro positief. Dit resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat van 6,4 miljoen euro voor het azM (incl. de dochter bv’s CTCM, Ease Travel en IP Randwyck) en 0,8 miljoen euro voor de overige aan het azM gelieerde stichtingen. Belangrijke verklarende factor in 2007 voor het positieve bedrijfsresultaat was de continue focus op efficiency en productiviteit in het bedrijfsproces. Het gros van de RVE’s behaalde haar productietargets terwijl ze qua kosten binnen de daartoe gestelde budgetten bleven. Overigens is in 2007 binnen het azM een regeling van kracht geworden die ervoor zorgt dat RVE’s hun jaarlijkse (positieve of negatieve) financiële resultaat voor een belangrijk deel zelf kunnen behouden. Dit past in het streven om het ondernemerschap binnen de RVE’s zoveel mogelijk te bevorderen. Naast de focus op kostenbewaking was er gedurende het jaar 2007 ook een aantal positieve externe opbrengsten waar gedurende de begrotingsronde 2007 nog geen rekening mee gehouden kon worden en die mede hebben geleid tot het positieve resultaat 2007
78
Jaarverslag 2007
Belangrijk hierbinnen zijn: - de compensatie voor loonontwikkeling; de compensatie voor loonkosten is voor een heel jaar verkregen terwijl daadwerkelijke effecten pas ingingen op 1 augustus 2007. Positief incidenteel effect in 2007 is ongeveer 2,6 miljoen euro hetgeen in 2008 echter volledig zal worden besteed. - afrekeningen voorgaande jaren; door de afwikkeling van de patiëntenzorgbudgetten tot en met 2005 zijn additionele eenmalige middelen verkregen van ongeveer 9 miljoen euro. Deze positieve mutaties ontstaan doordat nacalculaties hoger zijn uitgevallen dan verwacht en doordat deze nacalculaties definitief zijn vastgesteld, waardoor gevormde risicovoorzieningen ter zake konden vrijvallen; - terugbetaling huren faciliteitengebouw: door de inge bruikname van het dr. Tans gebouw door het radiotherapeutisch instituut MAASTRO ontvangt het azM de huur van dit gebouw voor de afgelopen twee jaren retour; dit betreft een bedrag van ongeveer 1,8 miljoen euro. - opleidingsbudget aio’s: door een hoger aantal aio’s is de uitkering vanuit het opleidingsfonds 2 miljoen hoger geworden dan begroot in 2007 - het positieve resultaat van het Clinical Trial Center Maastricht van 2,6 miljoen euro. Dit betreft voornamelijk een incidenteel resultaat op één grootschalig project. Aangezien dit een projectresultaat betreft, wordt dit toegevoegd aan de bestemmingsreserves inzake projecten binnen het CTCM.
Jaarverslag 2007
79
Financieel-economische resultaten
Tegenover deze positieve mutaties staat met name één post die het resultaat in 2007 vermindert. Door de wijzigingen in het landelijke bouwregime en de toegroei naar een echte marktsituatie met ingang van 2009 is het onzeker of het azM in de toekomst voor bepaalde immateriële vaste activa, zoals aanloopverliezen, nog dekking via de prijsstelling van DBC’s kan verkrijgen. Derhalve heeft het azM in 2007 ten laste van de exploitatie voorzichtigheidshalve een voorziening van 10,7 miljoen euro moeten treffen inzake het historische boekwaardeverlies rond het voormalige Annadal-complex. Zie hiertoe ook de toelichting op het Wettelijk Budget Aanvaardbare Kosten (pag. 85). Het azM is er in 2007 in geslaagd om de door de overheid opgelegde doelmatigheidskortingen op te vangen. Voor 2008 gelden opnieuw doelmatigheidskortingen (1,5%) die verder oplopen tot 3,75% in 2011. Hierop wordt binnen het azM geanticipeerd door een opgelegde productiviteitsverbetering van 3% in 2008, te realiseren door het leveren van meerproductie met hetzelfde aantal mensen. In 2007 werd het azM wel geconfronteerd met hogere ICT kosten, zowel in de exploitatie- als in de investeringensfeer. In 2007 is nog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om deze additionele exploitatiekosten ten laste te brengen van de daartoe gecreëerde bestemmingsreserve, aangezien de reguliere azM-exploitatie nog voldoende ruimte bood om deze kosten op te vangen. Deze bestemmingsreserve ICT zal in de komende jaren, waar nodig, worden aangesproken. Het jaar 2007 heeft met name in het teken gestaan van de gevolgen van de groei van de marktwerking in de zorg. Er is uitgebreid aandacht besteed aan de uitbreiding van het B-segment (m.i.v. 2008) en de mogelijke effecten van maatstafconcurrentie (m.i.v. 2009) voor de academische ziekenhuizen en voor het azM in het bijzonder. Bij dit alles heeft het azM in landelijk verband steeds haar zorgen geuit omtrent de stabiliteit en betrouwbaarheid van de DBCregistratie. Dit gegeven het belang dat deze basisadministratie heeft in ieder nieuw te hanteren systeem.
Financieel-economische resultaten
Daarnaast koerst het azM op dit moment naar de inrichting van een systeem dat de organisatie daadwerkelijk in staat stelt te sturen op haar DBC-producten. Door middel van een systeem van interne verrekening wordt de verantwoordelijkheid voor de kosten van een DBC gelegd bij die organisatorische eenheid (RVE) die ook de opbrengsten van die DBC krijgt. Doelstelling is om dit systeem met ingang van 2009 te implementeren. Recent is helder geworden dat op landelijk niveau door de NZa negatief wordt geadviseerd ten aanzien van de haalbaarheid van maatstafconcurrentie per 1-1-2009 gegeven de tekortkomingen in de DBC productstructuur en de kwaliteit van de data. Dit past in de ook eerder door het azM uitgesproken wens tot zorgvuldigheid op dit punt. Welk systeem er ook door VWS, in samenspraak met het veld, gekozen wordt, de belangrijkste uitgangspunten zullen dienen te zijn eenvoud, betrouwbaarheid en stabiliteit. Overigens zal een eventuele vertraging in of afstel van de maatstafconcurrentie niet betekenen dat de interne azMdoelstelling van sturing op eindproducten (DBC’s) zal veranderen. Los van de omgeving is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat transparantie wordt gegenereerd in kosten en opbrengsten van DBC’s en dat daarop binnen de organisatie wordt gestuurd. Vooruitkijkend naar 2008 zijn enkele ontwikkelingen bepalend. Positief is het feit dat groei in bijzondere functies komend jaar op grond van afspraken met zorgverzekeraars adequaat gehonoreerd zal worden (zie paragraaf ‘productieontwikkeling’). Daartegenover staat wel een mogelijke druk op prijzen voor geleverde zorg, mede gezien de uitbreiding van het B-segment. Aan de kostenkant zullen stijgende automatiseringskosten voor het azM een belangrijke factor zijn. Per saldo verwacht het azM voor 2008 minimaal een sluitende exploitatie, met als streven een gematigd positief resultaat.
Productieontwikkeling
In 2007 heeft de lijn van groei in de productie van de afgelopen jaren zich voortgezet. Met name in de bijzondere (topklinische) functies was er een sterke groei in de zorgvraag zichtbaar. Het azM heeft hier in 2007 getracht zo volledig mogelijk invulling aan te geven. Hoewel deze meerproductie in 2007 vanwege de begrenzing van het macrokader niet volledig werd gehonoreerd, heeft het azM deze productie toch geleverd. Gemiddeld genomen bedroeg de (ongewogen) groei in aantallen bijzondere functies in 2007 ongeveer 7%. Deze gemiddelde groei is samengesteld uit een aantal sterke stijgers, doch daarnaast ook enkele functies die daalden in 2007. De belangrijkste stijgers in de bijzondere functies zijn cochleaire implants (32% t.o.v. 2006), haemodialyses (20%), niertransplantaties (24%), opnames PICU (26%), ICD’s (16%), stents (5%) en PCI’s (11%) Met name ten aanzien van de laatstgenoemde functie heeft het azM in 2007 een aantal afspraken gemaakt met Limburgse ziekenhuizen ten aanzien van ontwikkeling van deze functie in de regio. In 2007 bood de hantering van de landelijke macro kaders nog weinig ruimte hiervoor; in de productie-afspraken 2008 zijn met zorgverzekeraars hier adequate afspraken over gemaakt. De reguliere productie in termen van variabele parameters (opnamen, dagverpleging en polibezoeken ontwikkelde zich conform planning en steeg derhalve licht ten opzichte van 2006. Het aantal opnamen is ten opzichte van 2006 met bijna 2,6% gestegen (van 25.768 naar 26.429 in 2007). Het aantal eerste polikliniekbezoeken steeg met 1,2% (van 132.585 naar 134.148 in 2007). De groei in het aantal dagbehandelingen is minder sterk dan de afgelopen jaren, de stijging bedroeg 1,5% (van 17.765 naar 18.031 in 2007). De gemiddelde verpleegduur is wederom licht gedaald, van 7,7 dagen in 2006 naar 7,5 dagen in 2007. De bedbezetting bedroeg in 2007 80,4% op azM-niveau. Op de volgende pagina is voor deze parameters de ontwikkeling van de afgelopen jaren weergegeven.
In dit licht heeft het azM dan ook actief geparticipeerd in de door de NFU ingezette trajecten om te komen tot verbetering van de DBC-systematiek op voor de Universitair Medische Centra relevante gebieden. Dit betreft de assortimentsanalyse DBC’s, de DBC tarieven, de zorgzwaarte binnen de DBC’s en de verdeling van de kapitaalslasten. Intern ligt de focus van het financieel beleid met name op een tweetal punten. Als basale voorwaarde voor productie- en financiële sturing is verbetering van de kwaliteit van de DBC-registratie essentieel. Vanuit alle geledingen in de organisatie is en wordt hier met zeer veel energie aan gewerkt.
80
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
81
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Opnames
Eerste Administratieve Consulten (EAC’s)
Dagverpleging
(x 1000)
(x 1000)
(x 1000)
27
140
20
26
135
19
25
130
18
24
125
17
23
120
16
22
115
15
21
110
14
20
105
13
19
2004
2005
2006
2007
100
2004
2005
2006
2007
In 2007 heeft de groei in de productie van de afgelopen jaren voortgezet. Met name in de bijzondere (topklinische) functies was een sterke groei in de zorgvraag zichtbaar.
82
Jaarverslag 2007
12
2004
2005
De omzet in de segment B DBC’s, bestaande uit de daadwerkelijk gefactureerde DBC’s en de DBC’s in het onderhanden werk, bleef nagenoeg constant in 2007. Zowel ten aanzien van de prijs als ten aanzien van het totale volume waren er in 2007 geen grote mutaties ten opzichte van het jaar 2006. Aangezien voor een aantal patiëntengroepen in de electieve zorg op dit moment nog wachttijden bestaan, is het azM in 2007 gestart met een ziekenhuisbreed initiatief om deze (electieve) wachttijden verder terug te dringen.
2006
5% voor een aantal bijzondere functies. De afspraken met zorgverzekeraars bieden hiertoe ruimte. Ook voor het B-segment, zowel met betrekking tot de oude DBC’s als de uitbreiding, wordt een groei voorzien.
Ten aanzien van de totale productie verwacht het azM dan ook verdere groei in 2008. Deze groei zal ongeveer 2% bedragen voor de variabele parameters en gemiddeld
Topreferentie Het aandeel patiënten afkomstig van buiten de regio Heuvelland, de zogenoemde topreferente patiëntenpopulatie, bedraagt voor klinische patiënten 41,9% en voor poliklinische patiënten 32,7% (EAC’s). Dit supraregionaal percentage is licht gedaald voor de klinische patiëntenpopulatie (42,8% in 2006) en licht gestegen voor de poliklinische populatie (32,4% in 2006).
Ó Geconsolideerd resultaat 13,6 ‡ 7,2 miljoen €
Ï Stijging bedrijfslasten 363,0 ‡ 405,6 €
Ï Stijging eigen vermogen 47,0 ‡ 54,0 miljoen €
Ï Stijging rijksbijdrage 50,1 ‡ 51,8 miljoen €
Ï Stijging bedrijfsopbrengsten 385,9 ‡ 422,0 miljoen €
Ï Budget aanvaardbare kosten 294,2 ‡ 295,6 miljoen €
2007
Jaarverslag 2007
83
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Ontwikkeling bedrijfsopbrengsten
Analyse geconsolideerd financieel resultaat 2007 In miljoenen Euro’s
2007
2006
Verschil voordelig
Verschil nadelig
Verschil procentueel
Wettelijk budget aanvaardbare kosten DBC opbrengsten B segment Overige opbrengsten
295,6 10,5 115,9
294,2 10,7 81,0
1,4 -0,2 34,9
0% -2% 43%
Som bedrijfsopbrengsten
422,0
385,9
36,1
9%
Personeelskosten Afschr. op immateriële & materiële vaste activa Overige bedrijfslasten
250,3 32,8
233,3 20,1
17,0 12,7
7% 63%
122,5
109,6
12,9
12%
Som bedrijfslasten
405,6
363,0
42,6
12%
Bedrijfsresultaat
16,4
22,9
Financiële baten en lasten
-9,2
-9,3
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
7,2
13,6
w.v. azM (enkelvoudig, excl. dochter BV’s) w.v. CTCM w.v. Travel Health Clinic w.v. IP Randwyck w.v. St. Faciliteitengebouw azM w.v. St. Beheer Uitkeringen w.v. St. MEBAZ w.v. Clara Fey
3,8 2,6 0,0 0,0 0,1 0,5 0,1 0,1
13,9 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 -0,4 -0,1
0,1
-1%
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Het wettelijk budget aanvaardbare kosten is per saldo nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2006 (stijging 0,5%). Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een daling van het budget als gevolg van de eliminatie van het opleidingsbudget voor aio’s uit het patiëntenzorgbudget (29,1 miljoen euro). Met ingang van 2007 worden de opleidingskosten van aio’s via een separate subsidie vanuit het opleidingsfonds bekostigd. Anderzijds dient bij de vergelijking tussen de jaren ook rekening te worden gehouden met de effecten van de nacalculaties van voorgaande jaren om een adequate vergelijking tussen de structurele patiëntenzorgbudgetten mogelijk te maken. In 2007 heeft 4,9 miljoen euro betrekking op nacalculaties van de wettelijke opbrengsten uit voorgaande jaren (in 2006 was dit 1,9 miljoen euro). In het budget van 2007 is daarnaast incidenteel opgenomen een bedrag van 10,7 miljoen euro, zijnde de volledige resterende afschrijvingen op het boekwaardeverlies van het voormalige Annadal-complex, zoals eerder benoemd bij de ‘financiële ontwikkelingen’ (p. 80). Gegeven het vervallen van de garantie van VWS op de vergoeding van deze afschrijvingskosten in het nieuwe bekostigingstelsel, is het azM van mening dat deze post in één keer in het budget van 2007 gecompenseerd dient te worden. Dit op grond van het feit dat ten aanzien van het boekwaardeverlies separate afspraken zijn gemaakt. Deze kosten hebben reeds jarenlang onderdeel uitgemaakt van het budget van het azM. Het azM zou anders sterk benadeeld worden op het moment van introductie van het nieuwe bekostigingssysteem. In het huidige stelsel zou deze post ook in de toekomst een onderdeel van het azM-budget blijven vormen. Vanzelfsprekend komen ook de extra afschrijvingskosten in deze financiële jaarverslaggeving tot uitdrukking. Aangezien deze post nog niet volledig zeker is, is daarnaast ook een voorziening getroffen voor hetzelfde bedrag. Indien van deze drie effecten wordt geabstraheerd is er sprake van een stijging van 6% van het structurele patiëntenzorgbudget. Dit is een bedrag van 16,8 miljoen euro.
84
Jaarverslag 2007
De belangrijkste posten hierbinnen zijn: - korting door overheid – 2,9 miljoen euro - productieafspraken azM en Klinische Genetica + 8,5 miljoen euro (nagenoeg gelijk aan niveau 2006) - technische aanpassingen budget bijzondere functies + 3,2 miljoen euro - loon- en prijsbijstelling azM en klinische Genetica + 4,6 miljoen euro - nacalculatie dure geneesmiddelen en hemofilie + 1,2 miljoen euro - demogroei academische component 2007 + 0,5 miljoen euro - mutatie kapitaalslasten azM en Klinische Genetica + 1,7 miljoen euro - Totaal + 16,8 miljoen euro Daar waar sprake is van budgetuitbreidingen in bovenstaand overzicht staat hier in het algemeen ook een vrijwel evenredige stijging in de bedrijfskosten van het azM tegenover. Het effect van de productie-afspraken 2007 is conform het overleg met de lokale zorgverzekeraars en past binnen het landelijk macro kader en het daarover afgesloten convenant. Voor de academische component is in 2007 een groei van 0,5 miljoen euro opgenomen. De academische component dient ter bekostiging van de topreferente zorg en de ontwikkelings- en innovatiefunctie binnen de UMC’s. Met betrekking tot enkele componenten van het budget 2007 bestaat nog geen duidelijkheid ten aanzien van de voorgeschreven wijze van opnemen in het budget. In verband met de jaarlijks aanwezige onzekerheid omtrent de definitieve vaststelling van het patiëntenzorg budget doteert het azM jaarlijks een bedrag aan de risicovoorziening risico nacalculatie. Omzet segment B Zoals reeds toegelicht bij ‘Productie-ontwikkeling’ (pag.81) blijft de totale omzet in het segment B nagenoeg constant in 2007. De met ingang van begin 2008 ingestelde maatregelen ter reductie van toegangstijden en wachttijden voor zowel poliklinieken als OK zullen naar verwachting in 2008 ertoe leiden dat het aantal patiënten binnen het B-segment zal stijgen.
Jaarverslag 2007
85
Financieel-economische resultaten
Overige opbrengsten De zeer sterke stijging van deze opbrengstenpost is nagenoeg geheel te verklaren door de eerdergenoemde overheveling van het opleidingsbudget naar een separate subsidie vanuit het opleidingsfonds (ad 29,1 miljoen euro). Indien hiervoor wordt gecorrigeerd bedraagt de reële stijging van de niet gebudgetteerde zorgprestaties ongeveer 6 miljoen euro, zijnde 7 procent. Onder deze opbrengstenpost worden daarnaast verantwoord de Rijksbijdrage en overige opbrengsten. Rijksbijdrage Het azM heeft in 2007 een totaalbedrag van 51,8 miljoen euro ontvangen in de vorm van de Rijksbijdrage. Hiermee is de Rijksbijdrage met 4 procent gestegen ten opzichte van 2006 (50,1 miljoen euro). Deze relatief sterke stijging is voor de helft het gevolg van compensatie voor loon- en prijsstijging en voor de andere helft van een landelijke verruiming van het macrokader voor de Rijksbijdrages van de UMC’s. De Rijksbijdrage wordt uitgekeerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en dient ter dekking van de werkplaatsfunctie die het azM vervult op het gebied van academisch onderwijs en onderzoek. De kosten toe te rekenen aan de werkplaatsfunctie in het jaar 2007 bedroegen 70,3 miljoen euro. De kosten die het azM maakt voor het uitvoeren van de werkplaatsfunctie zijn, net zoals voorgaande jaren, substantieel hoger dan de bijdrage die ze ontvangt. De hogere kosten van de werkplaatsfunctie in vergelijking met 2006 (65,7 miljoen euro) zijn voornamelijk het gevolg van de stijging van de totale opbrengsten welke als basis dienen voor de toerekening van de vertragingskosten en de overheadkosten. Daarnaast heeft een wijziging plaatsgevonden in de systematiek van de toerekening van de overheadkosten. De overige opbrengsten zijn in 2007 met bijna 4 miljoen euro gestegen. Deze betreffen onder andere subsidies en doorberekeningen voor dienstverlening aan derden. De stijging wordt met name veroorzaakt door de opbrengsten bij het Clinical Trial Center Maastricht (3,4 miljoen euro) en bij Stichting Bejaardenzorg Clara Fey (0,6 miljoen euro). De opbrengst bij CTCM wordt voor 2,6 miljoen euro verklaard door het incidenteel resultaat op één grootschalig onderzoeksproject.
Ontwikkeling bedrijfslasten
Tegenover de hierboven geschetste stijging van de bedrijfsopbrengsten staan ook stijgingen in de diverse kostencategorieën voor het azM.
86
Jaarverslag 2007
Financieel-economische resultaten
Personeelskosten De personeelskosten zijn in 2007 met 17 miljoen euro (7,3%) gestegen naar 250,3 miljoen euro. Deze stijging kan als volgt worden gespecificeerd: - stijging van het gemiddeld aantal fte’s (+ 111 fte) + 4,2 miljoen euro - stijging salarissen a.g.v. de CAO verhogingen in 2007 + 2,5 miljoen euro - stijging salarissen a.g.v. anciënniteitseffect + 2,0 miljoen euro - stijging pensioenpremie + 1,4 miljoen euro - stijging toeslagen/toelagen/overwerk + 0,4 miljoen euro - stijging inhuur extern personeel + 2,1 miljoen euro - ophoging voorziening seniorenregeling + 2,0 miljoen euro - stijging overige sociale lasten + 2,0 miljoen euro - overig + 0,4 miljoen euro - Totaal + 17,0 miljoen euro De salariskosten zijn in 2007 gestegen als een gevolg van de stijging van het gemiddeld aantal fte’s van 3.787 in 2006 naar 3.898 in 2007. Deze stijging van 3% doet zich met name voor bij het algemeen en administratief personeel (stijging van 5,4%) en bij het personeel patiëntgebonden functies (stijging van 2,6%). De helft van de stijging bij het algemeen en administratief personeel wordt verklaard door een stijging van het aantal fte’s bij ICT. Daarnaast heeft in 2007 tweemaal een CAO verhoging plaatsgevonden: 0,7% per 1 januari 2007 en 1,5% per 1 augustus 2008, en dient rekening te worden gehouden met de structurele doorwerking van de salarismutatie per 1 april 2006. Als gevolg hiervan zijn ook de pensioenkosten toegenomen, veroorzaakt door een stijging van de kosten voor het ouderdomspensioen en de FPU. Het anciënniteitseffect als gevolg van de jaarlijkse periodiek van medewerkers bedroeg ongeveer 2 miljoen euro voor 2007. In verband met de voorbereidingen van de migratie naar nieuwe ICT systemen (SAP KernZIS en SAP ERP) is de inhuur van extern personeel gestegen. Mede in dit kader heeft het azM in 2007 ook meer betaald aan overwerk, onregelmatigheidstoeslagen en andere toelagen.
In 2007 heeft een additionele dotatie van 2 miljoen euro plaatsgevonden aan de voorziening seniorenregeling, die dient ter dekking van het in de CAO overeengekomen seniorenbeleid. Reden hiervoor is dat momenteel een grotere groep medewerkers hiervan gebruik maakt dan in het verleden. In onderstaande grafiek worden de personele kosten uitgedrukt ten opzichte van de bedrijfsopbrengsten. Gegeven het incidentele karakter is hierbij wel de eenmalige opname van de 10,7 miljoen aan extra afschrijvingskosten (ten behoeve van het boekwaardeverlies Annadal) in het budget buiten beschouwing gelaten. In 2007 zien we een zeer lichte stijging in dit percentage. In de reguliere bedrijfsprocessen van het azM is het afgelopen jaar een productiviteit bereikt die gelijk was aan niveau 2006. De lichte stijging wordt veroorzaakt door de grotere personele inzet die nodig is om de ICT investeringen te realiseren. Deze investeringen zijn noodzakelijk om op langere termijn azM breed een hogere effectiviteit en productiviteit in het totale productieproces te genereren. Afschrijvingen De stijging van de afschrijvingskosten bedraagt 12,7 miljoen euro ten opzichte van 2006. Voor 10,7 miljoen euro wordt dit, zoals eerder toegelicht, verklaard door de inhaalafschrijving op het boekwaardeverlies van het voormalige Annadalcomplex. De resterende stijging in de afschrijvingen doet zich met name voor bij de niet vergunningsplichtige materiële vaste activa, zoals medische en overige inventaris. Met name door
Personele kosten uitgedrukt in een percentage van de bedrijfsopbrengsten
de investeringen in 2006 en 2007 in ICT apparatuur (in het kader van GRIPP en SAP) zijn deze afschrijvingskosten het afgelopen jaar met ongeveer 2 miljoen euro gestegen. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten zijn in 2007 met 12,9 miljoen euro gestegen ten opzichte van 2006. Dit is opgebouwd uit een stijging in de reguliere bedrijfslasten met 7,9 miljoen euro en een stijging in dotaties aan diverse voorzieningen van 5 miljoen euro. De stijging in de voorzieningen van per saldo 5 miljoen euro wordt met name veroorzaakt door de voorziening getroffen voor de risico’s nacalculatie, in relatie tot het mogelijk risico rondom de bekostiging van het boekwaardeverlies van het oude Annadalcomplex (zie paragraaf ‘financiële ontwikkelingen’). Dit als gevolg van het vervallen van de garantie van VWS op de vergoeding van deze afschrijvingskosten in het nieuwe kapitaallastenregime. Dit betekent een verhoging van 10,7 miljoen euro. Daartegenover staat met name vrijval vanuit de voorziening “risico nacalculatie” in verband met de definitieve afrekening van budgetten van voorgaande jaren. De kostenstijging in de reguliere bedrijfslasten (7,9 miljoen euro) betekent ten opzichte van 2006 een procentuele stijging van 7 procent. De belangrijkste posten hierbinnen zijn: - advieskosten + 1,9 miljoen euro - kosten bijdragen + 1,4 miljoen euro - patiëntgebonden kosten + 4,5 miljoen euro - onderhouds- en energiekosten + 1,8 miljoen euro - huur en leasing – 1,4 miljoen euro
(%)
De advieskosten zijn in 2007 met 1,9 miljoen euro gestegen, waarbij een bedrag van ongeveer 1 miljoen euro betrekking had op kosten in het kader van SAP KernZIS en SAP ERP. De overige advieskosten betroffen een aantal grootschalige azM-brede projecten.
68 66 64 62
In de post bijdragen zijn de kosten opgenomen van de overname van twee oogheelkundige praktijken waarvan één in België. Dit past in het streven van het azM tot uitbreiding van het adhaerentiegebied voor haar oogheelkundige functie in de regio en over de grens.
60 58 56 54 52
2002
2003
2004
2005
2006
2007
De stijging van de patiëntgebonden kosten van 4,5 miljoen betekent een stijging van ongeveer 7%, hetgeen in lijn ligt met de stijging van de bedrijfsopbrengsten.
Jaarverslag 2007
87
Financieel-economische resultaten
Onderdeel van de patiëntgebonden kosten zijn de geneesmiddelen. Voor de stijging in de geneesmiddelen wordt een belangrijk deel budgettair gecompenseerd in het kader van de beleidsregel ‘dure geneesmiddelen’. De kosten van onderhoud zijn onder andere gestegen door een stijging in de verbouwingskosten in 2007 (0,3 miljoen euro) en onderhoudskosten aan installaties (0,4 miljoen euro). In deze onderhoudskosten is ook opgenomen een deel van de kosten van de verbouwing van de energiecentrale (0,9 miljoen euro); het betreft dat deel dat niet gedekt kon worden uit de reguliere DHAZ-middelen. De energiekosten zijn in 2007 gestegen met 0,2 miljoen euro, door toename in zowel verbruik als in prijs van gas en electriciteit.
Financiële baten en lasten
De financiële lasten zijn in 2007 licht gedaald met 0,1 miljoen euro. Deze daling hangt samen met de geleidelijke afbouw van de kasgeldleningen gedurende het jaar 2007 als gevolg van de verbetering in de liquiditeitspositie van het azM. Deze verbetering wordt veroorzaakt door hogere DBC-inkomsten gedurende 2007. Bij de beschrijving van de liquiditeitspositie (zie ‘Overige balansontwikkelingen’) wordt hier nader op ingegaan.
Vermogen en resultaat
De totale bedrijfsopbrengsten zijn in het jaar 2007 gestegen met 9%. De stijging van de totale bedrijfslasten was hoger, namelijk 12%. Desondanks heeft het azM in 2007 een positief geconsolideerd resultaat gegenereerd van 7,2 miljoen euro. Ultimo 2007 bedraagt het geconsolideerde eigen vermogen van het azM hierdoor 54 miljoen euro ten opzichte van 47 miljoen euro ultimo 2006. Het enkelvoudig resultaat van het azM (inclusief de dochter BV’s CTCM, Ease Travel en IP Randwyck) bedraagt 6,4 miljoen euro, terwijl de stichtingen gezamenlijk een winst boekten van 0,8 miljoen euro. Van het enkelvoudig resultaat van het azM betreft 2,6 miljoen euro niet-collectief gefinancierde resultaten gegenereerd binnen de dochters CTCM, Ease Travel en IP Randwyck. Het merendeel hiervan betreft een resultaat op projecten CTCM en zal derhalve ook worden toegevoegd aan de hiervoor beschikbare bestemmingsreserve binnen het CTCM. Het resterende deel zal worden toegevoegd aan de vrij besteedbare eigen vermogens van de betreffende rechtspersonen. Van het positieve enkelvoudige resultaat van het azM in 2007, ad 3,8 miljoen euro, heeft 0,2 miljoen betrekking op
88
Jaarverslag 2007
Financieel-economische resultaten
de Transmurale Apotheek en valt derhalve onder het nietcollectief gefinancierd vermogen. Het restant, ad 3,6 miljoen euro, zal volledig worden toegevoegd aan de Reserve Aanvaardbare Kosten en aan het Saldo Budget Onderwijs en Onderzoek ter nadere bestemming, dit naar rato van het Wettelijk Budget Aanvaardbare Kosten en de Rijksbijdrage. In de sector Verpleging en Verzorging boekte de Stichting Clara Fey een positief exploitatiesaldo van 0,1 miljoen euro. Dit wordt toegevoegd aan het eigen vermogen in het segment Verpleging en Verzorging. Hierdoor wordt het negatief eigen vermogen van deze stichting, zoals ultimo 2006 aanwezig, nagenoeg gereduceerd tot nihil. De positieve resultaten van respectievelijk SBU, MEBAZ en St. Faciliteitengebouw azM zijn ten gunste gebracht van de niet collectief gefinancierde vrije vermogens van deze rechtspersonen. Het azM heeft zich twee jaar geleden tot doel gesteld op korte termijn toe te groeien naar een financieel weerstandsvermogen van 12%. Weerstandsvermogen wordt hierbij gedefinieerd als de verhouding tussen eigen vermogen enerzijds en de omzet op grond van Patiëntenzorgbudget (incl. segment B) en Rijksbijdrage anderzijds. Bij de bepaling van dit algemene weerstandsvermogen laten wij de in voorgaande jaren gecreëerde bestemmingsreserves (ICT en Sociaal beleid) buiten beschouwing. Vanuit het resultaat 2007 hebben geen additionele dotaties aan deze bestemmingsreserves plaatsgevonden. Met de hierboven geschetste resultaatbestemming stijgt dan het financiële weerstandsvermogen van 9,8% ultimo 2006 naar 11,3% ultimo 2007. Hiermee benadert het azM nagenoeg haar korte termijn target ten aanzien van het weerstandsvermogen ad 12%. Met name gezien de ontwikkelingen naar een verdergaande marktomgeving, de daarmee gepaard gaande risico’s en snelheid waarmee de omgeving voor ziekenhuizen momenteel verandert, wordt het belang van een adequate financiële buffer voor het azM steeds groter. Aangewezen lijkt dan ook voor de komende 3 jaren te streven naar een verdere verhoging van het weerstandsvermogen.
Overige balansontwikkelingen Immateriële vaste activa De post immateriële vaste activa is reeds in voorgaande paragrafen toegelicht. Materiële vaste activa Het niveau van de materiële vaste activa is in 2007 beduidend
hoger dan in 2006. Dit wordt met name veroorzaakt door een stijging van de investeringen in ICT met ongeveer 9 miljoen euro. Deze ICT investeringen betreffen technische infrastructuur in het kader van het GRIPP-project en de implementatiekosten van SAP systeemdelen. Onderhanden werk DBC’s De netto onderhanden werk positie van DBC’s is gestegen in 2007. Deze stijging wordt niet veroorzaakt door een hogere omvang van het totale bruto onderhanden werk. In 2007 heeft echter een beperktere afwaardering dan in 2006 hoeven plaats te vinden van deze bruto onderhanden werk post, omdat de kwaliteit van de registratie in het validatie- en declaratieproces is verhoogd. Vanuit zorgverzekeraars wordt structurele bevoorschotting ontvangen ter dekking van de kosten van het onderhanden werk. Deze is gebaseerd op een gemiddelde doorlooptijd van 3,5 maanden en niet op de in academische ziekenhuizen aanwezige doorlooptijd van 6 maanden. Deze dekking is derhalve niet volledig. Op landelijk niveau is door de NFU een verzoek tot ophoging van deze bevoorschotting voor alle UMC’s ingediend. Einde verslagjaar heeft hier nog geen besluitvorming over plaatsgevonden.
zorgverzekeraars van de saldi t/m het jaar 2005 in 2007 en de verhoging van het verrekenpercentage op de azM DBC’s in het A-segment. Door bovenstaande positieve liquiditeitsontwikkelingen konden de kasgeldleningen door het azM (in de balanspost ‘overige kortlopende schulden’) in 2007 sterk worden afgebouwd. Deze zijn verminderd van 60 miljoen euro (ultimo 2006) naar 35 miljoen euro (ultimo 2007). De resterende behoefte aan kasgeldleningen kan voor een belangrijk deel verklaard worden door het toegenomen investeringsniveau in 2007. In 2008 zal beoordeeld worden in hoeverre omzetting naar langlopende leningen opportuun is.
Ratio’s
Op grond van het format voor het Jaardocument Zorg worden hieronder nog de volgende ratio’s weergegeven:
Financieringsoverschot en kortlopende schulden Het ultimo 2006 aanwezige financieringstekort is gedurende 2007 omgeslagen in een financieringsoverschot. Belangrijkste oorzaken hierin zijn de verbeterde registratie en declaratie van DBC’s binnen het azM, de lumpsum afrekening door
Resultaatratio
2006
2007
Resultaatratio: AWBZ-gefinancierde resultaten (Resultaat/Totale opbrengsten)
-0,03
0,02
0,04
0,02
1,15
1,13
0,12 0,12
0,15 0,13
Resultaatratio: niet-AWBZ-gefinancierde resultaten (Resultaat/Totale opbrengsten)
Liquiditeit
Vlottende activa/kortlopende schulden (quick ratio)
Solvabiliteit
Solvabiliteit (totaal eigen vermogen / balanstotaal) Solvabiliteit (eigen vermogen / totaal opbrengsten)
Jaarverslag 2007
89
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Geconsolideerde balans per 31 december 2007
Activa
(bedragen in €)
31 dec 07
31 dec 06
Vaste activa
Passiva
(bedragen in €)
31 dec 07
31 dec 06
Eigen vermogen
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
154.261 233.584.482 1.380.910
19.521.079 217.185.417 676.720
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
239.400 35.362.122 18.371.202
239.400 31.652.299 14.911.229
Totaal vaste activa
235.119.653
237.383.216
Totaal eigen vermogen
53.972.724
46.802.928
Egalisatierekening afschrijving
28.050.879
30.311.049
Voorzieningen
26.128.841
26.625.219
Langlopende schulden
142.704.735
153.799.540
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
100.240.805 18.123.790
125.911.713 -
Totaal Passiva
369.221.774
383.450.449
Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s Vorderingen Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Effecten Liquide middelen
3.084.426 25.201.149 76.425.192 315.309 29.076.045
2.385.747 11.060.364 71.606.040 29.729.906 423.100 30.862.076
Totaal vlottende activa
134.102.121
146.067.233
Totaal Activa
369.221.774
383.450.449
90
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
91
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Geconsolideerde resultatenrekening over 2007
Geconsolideerde gesegmenteerde resultatenrekening over 2007 Collectief gefinancierde activiteiten azM 2007
(bedragen in €)
2006
Bedrijfsopbrengsten:
(bedragen in €)
2007
2006
Bedrijfsopbrengsten:
wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie DBC opbrengsten B-segment Overige opbrengsten
295.576.508 10.538.333 115.906.806
294.157.898 10.748.219 81.019.677
wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie DBC opbrengsten B-segment Overige opbrengsten
291.704.973 10.538.333 108.011.675
290.454.727 10.748.219 77.262.873
Som der bedrijfsopbrengsten
422.021.647
385.925.794
Som der bedrijfsopbrengsten
410.254.981
378.465.819
Bedrijfslasten:
Bedrijfslasten:
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
250.273.480 32.845.037 122.564.870
233.324.120 20.111.467 109.589.479
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
245.195.993 32.339.321 119.446.822
228.725.334 19.470.154 106.880.588
Som der bedrijfslasten
405.683.387
363.025.066
Som der bedrijfslasten
396.982.136
355.076.076
16.338.260 -9.168.460 7.169.800 0
22.900.728 -9.298.965 13.601.763 0
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten
13.272.845 -9.665.109 3.607.736 -
23.389.743 -9.560.399 13.829.344 -
7.169.800
13.601.763
Resultaat boekjaar
3.607.736
13.829.344
2007 �3.063.205 544.531 -
2006 �5.825.412 1.003.932 6.000.000 1.000.000
3.607.736
13.829.344
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar
Resultaatsbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld: Collectief gefinancierde activiteiten azM Overige activiteiten Activiteiten stichting bejaardenzorg Clara Fey
92
Jaarverslag 2007
Resultaatsbestemming 2007 3.607.736 3.459.977 102.087
2006 13.829.344 -86.626 -140.955
7.169.800
13.601.763
Het resultaat is als volgt verdeeld: Reserve aanvaardbare kosten Saldo O & O Bestemmingsreserve ICT Bestemmingsreserve Strategisch Sociaal Beleid
Jaarverslag 2007
93
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Geconsolideerde gesegmenteerde resultatenrekening over 2007
Geconsolideerde gesegmenteerde resultatenrekening over 2007
Overige activiteiten
Stichting Bejaardenzorg Clara Fey 2007
(bedragen in €)
2006
Bedrijfsopbrengsten:
2007
2006
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige opbrengsten
3.871.535 621.617
3.703.171 445.649
Som der bedrijfsopbrengsten
4.493.152
4.148.820
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
3.171.579 144.593 1.060.120
3.097.237 162.976 1.025.294
Som der bedrijfslasten
4.376.292
4.285.507
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten
116.860 -14.773 102.087 -
-136.687 -4.268 -140.955 -
Resultaat boekjaar
102.087
-140.955
2007 �102.087 -
2006 �-213.227 72.272
102.087
-140.955
(bedragen in €)
Bedrijfsopbrengsten:
Overige bedrijfsopbrengsten
7.273.514
4.195.489
Som der bedrijfsopbrengsten
7.273.514
4.195.489
Bedrijfslasten: Bedrijfslasten: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
1.905.908 361.123 2.057.928
1.501.549 478.337 2.567.931
Som der bedrijfslasten
4.324.959
4.547.817
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten
2.948.555 511.422 3.459.977 -
-352.328 265.702 -86.626 -
Resultaat boekjaar
3.459.977
-86.626
Resultaatsbestemming Resultaatsbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld: Bestemmingsreserves
2007 �3.459.977
2006 �-86.626
3.459.977
-86.626
Het resultaat is als volgt verdeeld: Reserve aanvaardbare kosten Reserve aanvaardbare kosten verpleging en verzorging Bestemmingsreserve herstelkliniek
In deze gesegmenteerde resultatenrekening worden de exploitatieresultaten verantwoord van azM inzake Transmurale Apotheek Maastricht, Stichting Mebaz, Stichting Beheer Uitkeringen, Clinical Trial Centrum Maastricht B.V., IP Randwyck B.V., Ease Travel Clinic & Health Support B.V. en Stichting Faciliteitengebouw azM.
94
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
95
Financieel-economische resultaten
Financieel-economische resultaten
Enkelvoudige balans per 31 december 2007
Activa
(bedragen in €)
2007
2006
Vaste activa
Passiva
(bedragen in €)
2007
2006
Eigen vermogen
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
222.722.642 4.869.851
19.396.333 207.338.235 1.651.878
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
239.355 35.385.923 3.975.241
239.355 31.778.187 1.166.327
Totaal vaste activa
227.592.493
228.386.446
Totaal eigen vermogen
39.600.519
33.183.869
Egalisatierekening afschrijving
27.957.694
30.239.003
Voorzieningen
22.594.787
22.824.639
139.072.538
145.522.814
87.082.235 17.747.371
116.209.297 -
334.055.144
347.979.622
Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s Vorderingen Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen
3.068.001 25.201.149 76.709.664 1.483.837
2.370.775 11.060.364 70.672.291 30.474.879 5.014.867
Totaal vlottende activa
106.462.651
119.593.176
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
Totaal Activa
334.055.144
347.979.622
Totaal Passiva
96
Jaarverslag 2007
Langlopende schulden
Jaarverslag 2007
97
Financieel-economische resultaten
Enkelvoudige resultatenrekening over 2007
2007
2006
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie DBC opbrengsten B-segment Overige opbrengsten
291.704.973 10.538.333 114.866.100
290.454.726 10.748.219 80.687.729
Som der bedrijfsopbrengsten
417.109.406
381.890.674
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
245.642.009 32.352.255 123.010.418
229.379.584 19.483.089 109.448.398
Som der bedrijfslasten
401.004.682
358.311.071
16.104.724 -9.688.074 6.416.650 -
23.579.603 -9.573.571 14.006.032 -
6.416.650
14.006.032
2007 �3.063.205 544.531 2.808.914 -
2006 �5.825.411 1.003.932 176.689 6.000.000 1.000.000
6.416.650
14.006.032
(bedragen in €)
Bedrijfsopbrengsten:
Bedrijfslasten:
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Buitengewone baten en lasten Resultaat boekjaar
Resultaatsbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld: Reserve aanvaardbare kosten Budget O & O Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Bestemmingsreserve ICT Bestemmingsreserve Strategisch Sociaal Beleid
98
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
99
Accountantsverklaring
100
Jaarverslag 2007
9
Jaarverslag 2007
101
Groei door samenwerking 102
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
103
Preïmplantatie
Regionaal distributie centrum
Klinikum Aachen
Kankercentrum
Voortvarende samenwerking Het azM, Atrium Medisch Centrum Parkstad en Orbis medisch en zorgconcern in Sittard gaan op een voor Nederland unieke wijze samenwerken: zij gaan gezamenlijk hun logistieke functie invullen in een regionaal distributiecentrum. De voorzitters van de raden van bestuur hebben daartoe op 20 augustus 2007 de samenwerkingsovereenkomst ondertekend. Aan de wens om tot één regionaal distributiecentrum (RDC) te komen, van waar uit de drie zorginstellingen bevoorraad worden, liggen meerdere belangen ten grondslag. Regionale samenwerking levert schaalvoordelen op, wat leidt tot een verhoging van de efficiëntie en tot kostenreductie. Daarnaast neemt het aantal transportbewegingen in de gehele logistieke keten af, wat vanuit milieu-oogpunt gunstig is. Hoewel al eerder initiatieven op dit vlak zijn ontplooid, kenden deze nooit eerder de omvang of verstrekkendheid van het RDC. Het RDC wordt in de nieuwe situatie aangestuurd door DSV Solutions BV. De locatie van het distributiecentrum is nabij Maastricht-Aachen Airport.
Nieuwsgierige samenwerking Het azM en het Universitätsklinikum Aachen beschikken over één gezamenlijk vaatcentrum, het Euregional Vascular Center. De Ärtztekammer NordRhein Westfalen heeft na visitatie de bevoegdheid afgegeven om de volledige opleiding tot vaatchirurg in de gecombineerde setting Aken-Maastricht te verzorgen. Deze bevoegdheid is per 1 december 2006 ingegaan. Dit houdt in dat de vierjarige, grensoverschrijdende opleiding tot vaatchirurg in 2007 daadwerkelijk kon starten. Vervolgens is medio december 2006 het Euregional Vascular Center zowel in Maastricht als in Aken gevisiteerd door de vertegenwoordigers van de Deutsche Gesellschaft für Gefässchirurgie en de Deutsche Gesellschaft für Radiologie. Begin januari 2007 resulteerde dit in een positief advies. De eerste ‘grensoverschrijdend opgeleide vaatchirurgen’ zullen in 2011 klaar zijn met hun opleiding. Met het Euregional Vascular Center beschikken de academische ziekenhuizen Maastricht en Aken over het eerste grensoverschrijdende, chirurgisch opleidingscentrum ter wereld. Daarnaast hebben het azM, het Universitätsklinikum Aachen en de regering van de deelstaat Nordrhein-Westfalen in het voorjaar van 2007 besloten tot het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie naar een vorm van verdergaande samenwerking tussen beide instellingen op het gebied van patiëntenzorg, onderzoek en opleiding.
Vooroplopende samenwerking Sinds 1 september 2007 is in het azM het poliklinische Kankercentrum operationeel. In eerste instantie is het poliklinische Kankercentrum opgezet voor de tumorlijnen: mammacare, hoofd/hals oncologie, complexe dermatologische oncologie, erfelijke tumoren, medische oncologie en hematologie. In een latere fase zullen ook ander zorglijnen worden betrokken bij het centrum. In dit centrum zijn alle medische disciplines rondom patiënten met kanker verzameld. Tijdens één bezoek van de patiënt kunnen daardoor meerdere onderzoeken of behandelingen worden gecombineerd. Binnen het nieuwe Kankercentrum is ook een centrale plek ingericht waar de patiënt en zijn familie terecht kunnen voor informatie over zijn ziekte. Er is foldermateriaal en internet beschikbaar en men kan informeren bij deskundige medewerkers. Daarnaast kan de patiënt in het Kankercentrum terecht voor psychosociale zorg, zoals het regelen van gezinshulp of andere ondersteuning door de medewerkers van de afdeling Maatschappelijk Werk. Voorheen waren deze diensten ook in het ziekenhuis beschikbaar, maar waren ze versnipperd over de verschillende afdelingen.
Genetische Diagnostiek Betrouwbare samenwerking Het azM mag als enige ziekenhuis in Nederland preïmplantatie genetische diagnostiek (PGD) uitvoeren. In het najaar van 2006 ging het azM al een samenwerking aan met het UMC Utrecht voor transport-PGD. Vanaf voorjaar 2008 is transport-PGD ook vanuit het UMC Groningen (UMCG) mogelijk. Doel van de samenwerking is om deze vorm van diagnostiek beter toegankelijk te maken voor patiënten in Midden- en Noordoost-Nederland. De genetische diagnostiek blijft plaatsvinden in Maastricht, maar ouderparen kunnen voortaan voor de bij PGD noodzakelijke IVF-behandeling terecht in het het UMCU of UMCG. PGD is een methode waarmee de geboorte van kinderen met ernstige genetische aandoeningen voorkomen kan worden bij paren met een sterk verhoogd risico op een kind met een genetische ziekte, zoals taaislijmziekte, hemofilie, de ziekte van Huntington of een ernstige spier-ziekte. Voor PGD is een IVF-behandeling noodzakelijk. Hierbij wordt één cel afgenomen van embryo’s die drie dagen oud zijn en in het laboratorium onderzocht op de aan- of afwezigheid van de betreffende ziekte. Op basis hiervan wordt op de vierde of de vijfde dag na de bevruchting besloten welke embryo’s in aanmerking komen voor plaatsing in de baarmoeder. De kans op zwangerschap na plaatsing is ongeveer een kwart.
V.l.n.r.
Nienke Muntjewerff, PGD arts Ewka Nelissen IVF arts Maartje van Rij, PGD arts Aisha de Graaff, IVF arts John Dumoulin, embryoloog Christine De Die-Smulders, klinisch geneticus Hans Evers, gynaecoloog Tanja Gijsen, gynaecoloog Guido de Wert, ethicus Sabine Spiertz, analist Joep Geraedts, antropogeneticus Jos Dreesen, analyst Marion Drusedau, analyst Yvonne Arens, klinisch geneticus
104
Jaarverslag 2007
V.l.n.r.
Axel Olislagers, projectleider azM Frans Daamen, projectleider DSV solutions Jack Rossel, inkoper azM Eric Vos, projectleider ORBIS Nicole Philips, projectleider Atrium
V.l.n.r.
Gereon Schälte, anesthesist Universitätsklinikum Aachen Michael Jacobs, chirurg azM & Universitätsklinikum Aachen Johannes Kalder, arts assistent vaatchirurgie Universitätsklinikum Aachen Werner Mess, klinisch neurofysioloog
V.l.n.r.
Anouk Michiels, baliemedewerkster Manja Noteborn, baliemedewerkster Ankkele Fokkema, baliemedewerkster Chantal Nijkerken, staffunctionaris bedrijfsvoering en KRAM Manon Kemme, directiesecretaresse Maarten von Meyenfeldt, directeur bestuurder Ilse Simons, hoofd polikliniek Toos Offermans, personeelsfunctionaris Gerda Volmer, patiëntenvoorlichter Wilma Savelberg, gezondheidsvoorlichter Arnoud Sloof, adjunct directeur Mark Kamps, maatschappelijk werk
Jaarverslag 2007
105
Ketens van zorg, onderzoek
Diamand
Atriumfibrillatie
Telebegeleiding hartpatiënten
Verder reikende samenwerking De diabeteszorg in Maastricht en Heuvelland is georganiseerd in DIAMAND, een samenwerkingsverband van alle betrokken instanties in eerste en tweede lijn. De laatste jaren heeft een herschikking van de taken plaatsgevonden tussen het ziekenhuis en de huisartsenpraktijken. Bijzonder hierbij is de nauwe verwevenheid van eerste en tweede lijn. De huisarts is met name verantwoordelijk voor de grote groep patiënten met type 2 diabetes (ouderdomsdiabetes). Het azM is met name verantwoordelijk voor de zorg voor patiënten met type 1 diabetes (kinderdiabetes) en voor patiënten met type 2 diabetes die complexe zorg behoeven. De specialist heeft een adviserende rol richting huisarts bij voorkomende problemen bij type 2 diabetes patiënten. Behandelprotocollen, allocatie van patiënten en kwaliteitsborging worden centraal geregeld via DIAMAND. De diabetesverpleegkundigen zijn zowel in het azM als in de huisartsenpraktijken te consulteren. Educatie, zorginnovatie, consultatie en expertise zijn de kernactiviteiten van de diabetesverpleegkundige. Hierbij is goede samenwerking met de overige betrokken hulpverleners/ instanties onlosmakelijk verbonden.
Grensoverschrijdende samenwerking Op 18 april 2007 tekenden de raden van bestuur het ziekenhuis UCL Mont Goddine in de plaats Yvoir te België en het azM een samenwerkingsovereenkomst. Het UCL en het azM werken samen op het gebied van de minimale chirurgische behandeling van patiënten met atriumfibrilatie ofwel hartritmestoornissen. Dit houdt in dat specialisten van het azM in het UCL patiënten met hartritmestoornissen opereren. De verdere medische behandeling van deze patiënten wordt verzorgd door het UCL. Daarnaast werken UCL en azM samen op het gebied van wetenschappelijk onderzoek naar atriumfibrilatie. Beide ziekenhuizen zullen voor de toekomst nagaan op welke manier verder kan worden samengewerkt op het gebied van cardiothoracale chirurgie.
Regionale samenwerking De drie Zuid-Limburgse ziekenhuizen in Maastricht, Heerlen en Sittard zijn in 2007 een tweede proef gestart met de zogenoemde Health Buddy®. Deze Health Buddy® maakt het mogelijk de gezondheid van de patiënt op de voet te volgen en medisch advies te geven, zonder dat daarbij direct contact nodig is. De Health Buddy® is een klein apparaat, uitgerust met een scherm en vier knoppen. De Health Buddy® staat via een telefoonlijn in verbinding met een internetplatform dat toegankelijk is voor artsen en verpleegkundigen in het ziekenhuis. In totaal nemen 400 hartpatiënten deel aan deze vervolgstudie met als doel het meten van de kosteneffectiviteit van de Health Buddy®. Met dit project wordt onderzocht of mensen met hartfalen met behulp van techniek hun eigen ziekte in de hand kunnen houden, zonder dat daarvoor direct contact met een zorgverlener nodig is. De Health Buddy® lijkt een uitkomst te zijn voor patiënten met hartfalen. Het biedt de gezondheidszorg de mogelijkheid tot persoonsgebonden dienstverlening, waarbij ook nog wordt gestreefd naar kennisvermeerdering bij de patiënt. Na gebleken succes in Nederland zal de Health Buddy® mogelijk ook in andere Europese landen worden ingezet.
en onderwijs Kruisbestuivende samenwerking Een van de belangrijkste doelstellingen van azMove is de koppeling van succesvolle onderzoekslijnen aan de academische patiëntenzorg. In het kader van de strategische heroriëntatie heeft het azM speerpunten in de academische (topreferente) patiëntenzorg vastgesteld; hart- en vaatziekten, geestelijke gezondheidszorg , oncologie en chronische ziekten. De vier speerpunten van het azM sluiten volledig aan bij de zwaartepunten van de Schools van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML). In de ketens voor zorg, onderzoek en onderwijs (ZKO’s) wordt het onderzoek en onderwijs vanuit de schools en de academische patiëntenzorg vanuit het azM in onderlinge samenhang gebracht en integraal aangestuurd. Deze ZKO’s moeten zich ontwikkelen tot internationale centers of excellence. Het centrum voor Hart- en Vaatziekten is koploper in deze ontwikkeling.
V.l.n.r.
Maarten von Meyenfeldt, RVE Kankercentrum Annemie Schols, School for Nutrition, Toxicology and Metabolism (NUTRIM) Harry Steinbusch, School for Mental Health and Neurosciences (MHENS) Piet van den Brandt, School for Oncology & Developmental Biologie (GROW) Michael Jacobs, RVE Hart en Vaat Centrum Op de foto ontbreken:
Math Daemen, School for Cardiovascular Diseases (CARIM) Guy Widdershoven, School for Public Health and Primary Care (CAPHRI) Martien Limburg, RVE Klinische Neurowetenschappen Coen Stehouwer, RVE Beschouwend / Centrum voor Chronische Ziekten Jim van Os, RVE Geestelijke Gezondheidszorg
106
Jaarverslag 2007
V.l.n.r.
Mark la Meir, cardiothoracaal chirurg Jos Maessen, cardiothoracaal chirurg Nathalie van Breugel, arts assistent cardiothoracale chirurgie Loes Sauren, klinisch fysicus i.o. Martijne Tromp, eerste OK-assistant
V.l.n.r.
Wendy Engering, coördinator praktijk ondersteuning RHZ Maastricht-Heuvelland Nicolaas Schaper, internist/endocrinoloog azM Katrien Verstraete, huisarts in praktijk De Poort Bea Jöbses, verpleegkundig hoofd Diabetes Zorg Maastricht
V.l.n.r.
Elly Keijsers, onderzoeksassistente azM Bert Vrijhoef, senior onderzoeker azM Nicole Fey, hartfalenverpleegkundige azM Maria Clijsters, hartfalenverpleegkundige azM Hilde Dekkers, hartfalenverpleegkundige ORBIS Josiane Boyne, onderzoeker azM Pascalle Jamin, verpleegkundig ondersteuner azM Petra Erkens, researchverpleegkundige azM
Jaarverslag 2007
107
Bijlagen
11
Bijlage I
Bestuur Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE) en hoofden Medische afdelingen
RVE Beeldvorming Prof. dr. J.M.A. van Engelshoven Directeur bestuurder Drs. D.P.M. Florack Adjunct-directeur T 043 - 387 46 11 / 043 - 387 46 94 Nucleaire geneeskunde Prof. dr. G.J.J. Teule Afdelingshoofd T 043 - 387 47 46
RVE Beschouwend / Centrum Chronische ziekten Prof. dr. C.D.A. Stehouwer Directeur-bestuurder T 043 - 387 70 06 / 043 - 387 70 41 Prof. dr. E.F.M. Wouters Directeur-bestuurder T 043 - 387 70 46 M.H.J. Conjaerts, MBA QC Adjunct-directeur T 043 - 387 40 86
Radiologie Prof. dr. J.M.A. van Engelshoven Afdelingshoofd T 043 - 387 69 10
Interne Geneeskunde Prof. dr. C.D.A. Stehouwer Afdelingshoofd T 043 - 387 70 06
Biomedische Technologie Mr. J.M.R. Debey Directeur bedrijfsvoering T 043 - 387 42 60
Longziekten Prof. dr. E.F.M. Wouters Afdelingshoofd T 043 - 387 50 44
RVE Erfelijkheid, Voortplanting en het Kind Dr. F. Smits Directeur-bestuurder Mevrouw drs. C.A.J. Abrams Adjunct-directeur T 043 - 387 43 05 Kindergeneeskunde Prof. dr. L.J.I. Zimmermann Afdelingshoofd T 043 - 387 72 50
RVE Hart en Vaat Centrum Prof. dr. M.J.H.M. Jacobs Directeur-bestuurder Mevrouw ir. E.P.S. van Engelshoven Adjunct-directeur T 043 - 387 43 93 Cardiologie Prof. dr. H.J.G.M. Crijns Afdelingshoofd T 043 - 387 50 93 Cardiothoracale chirurgie Prof. dr. J. Maessen Afdelingshoofd T 043 - 387 70 70
RVE Kankercentrum Prof. dr. M.F. von Meijenfeldt Directeur-bestuurder Prof. dr. P.A. van den Brandt tot 1-08-2007 Directeur-bestuurder Drs. A.R.M. Slooff Adjunct-directeur T 043 - 387 61 40 Radiotherapie / MAASTRO Clinic Prof. dr. Ph. Lambin Directeur MAASTRO Clinic T 043 - 387 44 70
Obstetrie & Gynaecologie Prof. dr. J.G. Nijhuis Afdelingshoofd T 043 - 387 47 64
108
Jaarverslag 2007
Jaarverslag 2007
109
Bijlage I
Bijlage I
RVE Klinische Neurowetenschappen
RVE Laboratoria
RVE Medisch Interventiecentrum
RVE Operatieve Geneeskunde
Drs. R.I. Lalisang Directeur-bestuurder
Dr. C.A.B. Webers Directeur-bestuurder
Prof. dr. M. Limburg Directeur-bestuurder
Mevrouw prof. dr. M.P. van Dieijen-Visser Directeur-bestuurder
Mevrouw drs. B.H.M.C. Gabriëls Adjunct-directeur
Drs. D.P.M. Florack Adjunct-directeur
A.P. Dansen, MHA Adjunct-directeur
Mevrouw drs. I.A. ter Laak Adjunct-directeur
T 043 - 387 51 24
T 043 - 387 79 88
T 043 - 387 71 27
T 043 - 387 44 99
Neurologie Prof. dr. M. Limburg Afdelingshoofd T 043 - 387 70 58
Hematologie Dr. K. Hamulyák Hoofd laboratorium Hematologie T 043 - 387 47 80
Anesthesiologie Prof. dr. M van Kleef Afdelingshoofd T 043 - 387 74 57
Algemene Heelkunde Prof. dr. M.J.H.M. Jacobs Afdelingshoofd T 043 - 387 74 78
Neurochirurgie Prof. dr. J.J. van Overbeeke Afdelingshoofd T 043 - 387 50 01
Klinische Chemie Mevrouw prof. dr. M.P. van Dieijen-Visser Hoofd laboratorium Klinische Chemie T 043 - 387 46 94
Intensieve zorg Prof. dr. J.H. Zwaveling Afdelingshoofd T 043 - 387 63 85
Dermatologie Prof. dr. P.M. Steijlen Afdelingshoofd T 043 - 387 52 92
RVE Geestelijke Gezondheidszorg
Keel-, Neus- en Oorheelkunde Prof. dr. B. Kremer Afdelingshoofd T 043 - 387 55 85
Klinische Neurofysiologie Prof. dr. W.H. Mess Afdelingshoofd T 043 - 387 52 73 Revalidatie Dr. J.M. Ruijgrok Afdelingshoofd wnd T 043 - 387 51 47
Klinische Farmacie & Toxicologie Prof. dr. C. Neef Hoofd Klinische Farmacie & Toxicologie T 043 - 387 47 19 Klinische Genetica Prof. dr. J. Geraedts Hoofd Klinische Genetica T 043 - 387 58 99 Klinische Immunologie Prof. dr. J.W. Cohen Tervaert Hoofd laboratorium Klinische Immunologie T 043 - 388 14 33 Medische Microbiologie Mevrouw prof. dr. C.A. Bruggeman Hoofd laboratorium Medische Microbiologie T 043 - 387 66 44
Prof. dr. J.J. van Os Directeur-bestuurder Mevrouw drs. B.H.M.C. Gabriëls Adjunct-directeur T 043 - 387 51 24 Psychiatrie Prof. dr. J.J. van Os Afdelingshoofd T 043 - 387 54 43 Psychologie Dr. R. Severeijns Divisiemanager Medische Psychologie T 043 - 387 56 86
RVE Transmuraal Dr. J.F.B.M. Fiolet Directeur-bestuurder Prof. dr. J.F.M. Metsemakers Aandachtsdirecteur eerste lijn T 043 - 387 7540
RVE Facilitair H.P. Levy, MFM CFM Directeur T 043 - 387 68 73
Mondziekten & Kaakchirurgie (naam tot 1-11-2007)
Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (naam per 1-11-2007)
Prof. dr. P.A.W.H. Kessler per 1-08-2007 Prof. dr. P.J.W. Stoelinga tot 1-08-2007 Afdelingshoofd T 043 - 387 20 10 / 043 - 387 20 15 Oogheelkunde Prof. dr. F. Hendrikse Afdelingshoofd T 043 - 387 53 46 Orthopaedie Prof. dr. G.H.I.M. Walenkamp per 1-02-2007
Pathologie Prof. dr. M.J.A.P. Daemen Hoofd laboratorium Pathologie T 043 - 387 46 11 Weefseltypering Dr. M.J.J. Tilanus per 1-01-2008 Mevrouw prof. dr. P.M. van den Berg-Loonen tot 1-11-2007 Hoofd Laboratorium Weefseltypering T 043 - 387 46 80
110
Jaarverslag 2007
Dr. R. Ponds Divisieleider Neuropsychologie T 043 - 387 60 44
Prof. dr. R.G.T. Geesink tot 1-02-2007 Afdelingshoofd T 043 - 387 70 38
Dr. F. Wojciechowski Divisieleider GGZ-Psychologie T 043 - 387 41 42
Plastische Chirurgie Prof. dr. J.P.A. Nicolai per 1-05-2007 Dr. R.R.W.J. van der Hulst tot 1-05-2007 Afdelingshoofd a.i. T 043 - 387 74 81 Urologie Prof. dr. Ph.E.V.A. Van Kerrebroeck Afdelingshoofd T 043 - 387 72 58
Jaarverslag 2007
111
Bijlage II
Bestuur Stafdirectoraten en -diensten
Stafdirectoraat Financiën & Informatievoorziening
Stafdirectoraat Zorg en Leren
Stafdienst ICT *
B.L. Smeets R.C. Directeur
Prof. dr. K.M.L. Leunissen Directeur
R. Lardenoye Hoofd
T 043 - 387 72 77
T 043 - 387 70 12 / 043 - 387 51 15
T 043 - 387 40 01
Stafdirectoraat Personeelszaken
Stafdienst Bestuur
Stafdienst Inkoop
Drs. R. Counet per 1-09-2007 R. Schonewille, wnd tot 1-09-2007 Directeur
Drs. ir. O.C.A. Kurvers Hoofd
L.M.A. van Dijk Hoofd
T 043 - 387 50 44
T 043 - 387 59 98
T 043 - 387 48 46
Stafdirectoraat Strategie en Projecten
Stafdienst Communicatie
* De stafdienst ICT is per 1 april 2008
Drs. M. Foppen Directeur
Mevrouw E.J.M. Tans-Jongh Hoofd
T 043 - 387 67 30
T 043 - 387 51 82
omgevormd tot stafdirectoraat ICT / ID. In dezelfde maand is de heer Lardenoye
112
Jaarverslag 2007
benoemd tot directeur van het stafdirectoraat ICT / ID.
Colofon Uitgave Stafdienst Communicatie azM Postbus 5800 6202 AZ Maastricht T 043 - 387 65 43 www.azm.nl Hoofdredactie Jaarverslagcommissie azM Redactie Stafdienst Communicatie azM Zuiderlicht, Maastricht Concept en vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Fotografie Henk Wildschut, Amsterdam Druk Rosbeek, Nuth