Sociaal Jaarverslag 2009
GROEI
Edelweiss Het prachtige stervormige rotsplantje edelweiss is wereldberoemd geworden door de muzikale verering ervan in de film The Sound of Music. Waarschijnlijk kun je zonder problemen de eerste klanken van het bekende lied oproepen in je hoofd. Edelweiss houdt van hoogte en is in Europa dan ook alleen te vinden in de Alpen. Nou zijn de Alpen een populaire vakantiebestemming voor mij. Vooral in de winter als de hellingen prachtig wit zijn en uitnodigen om in hoog tempo naar beneden te skiën. Wintersportvakanties zijn bij mij zo geliefd, dat ik zelfs probeer om elke winter twee keer te gaan. Eerst in de kerstvakantie en nog een keer in het begin van het voorjaar.
Edelweiss: elk jaar groter en sterker. De KSU ook.
2
In de kerstvakantie zijn de dagen kort, is de zon niet krachtig (als hij al schijnt) en zijn de bomen bedekt met een dikke laag sneeuw. In het voorjaar ziet alles er al helemaal anders uit. De afdalingen zijn hetzelfde, maar de bomen doen hun uiterste best om de sneeuw van zich af te schudden en iets groens te laten doorschijnen.
Zo ook de beschermde edelweiss. Elk jaar weet hij te overleven op de kale rotswand en zich omhoog te worstelen boven de sneeuw uit om te genieten van de eerste stralen van de voorjaarszon. Hij heeft niet veel nodig. Een basis aan voedingsstoffen is toereikend. Maar als de bodem en de zon extraatjes bieden, komt de edelweiss groter en sterker uit de winter tevoorschijn. En zo is het ook met de KSU. Een basis alleen vinden we niet voldoende. We bieden de kinderen en de medewerkers graag iets extra’s. ‘Meer dan een basis’ willen we zijn. Ik merk dan ook dat de groep KSUmedewerkers elk jaar groter en sterker wordt. Niet alleen in kwantiteit, maar vooral in kwaliteit. Meer kennis en kunde. We groeien met z’n allen, ook al moeten we er soms, net als het rotsplantje, even voor worstelen. En die groei komt weer ten goede aan de 5500 kinderen die aan de KSU-scholen zijn toevertrouwd. Zij groeien omdat wij groeien. Dat was in 2009 zo en dat zal hopelijk nog steeds zo zijn in de vele jaren die voor ons liggen. Jan van der Klis, voorzitter College van Bestuur
Ralf Tienhooven
schoolleider van de Gertrudis
’Het thema “groei” heeft op de Gertrudis een dubbele betekenis: enerzijds groeit het leerlingaantal van de school, anderzijds groeit de school onderwijskundig richting Daltononderwijs. Het accent bij onderwijskundige vernieuwingen op de Gertrudis ligt vooral op het zoveel mogelijk afstemmen op de behoeften van de individuele kinderen. Gedurende dit proces zijn we in 2007 tot de voorlopige conclusie gekomen dat de school inhoudelijk een werkwijze voor onze kinderen nastreeft zoals deze in het Daltononderwijs wordt gehanteerd. Op onze school staan de begrippen zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerking in toenemende mate centraal. De onderliggende overtuiging is dat kinderen veel zelf kunnen, zelf tot veel in staat zijn. Als school zijn we er voor om dit mogelijk te maken, de voorwaarden te scheppen, de kinderen te begeleiden, te stimuleren en verder te helpen. Op basis van positieve en hoge verwachtingen van onze kinderen is het streven dat zij zich zo goed mogelijk ontwikkelen binnen de eigen indivi-
duele mogelijkheden. Daarnaast zorgt het werken vanuit een (Dalton)onderwijsconcept voor sterke binding binnen de school, waardoor doorgaande lijnen en verticale afstemming gemakkelijker gerealiseerd kunnen worden. Op dit moment heeft het team een groot deel van de scholing “Certificaat Daltonleerkracht” met goed gevolg afgelegd. Onderwerpen die aan de orde kwamen tijdens de opleiding waren onder andere de doorgaande lijnen in een Daltonschool, samenwerkend leren, keuzetaken/meervoudige intelligentie en reflecteren/ evalueren met kinderen. Onlangs heeft het College van Bestuur van de KSU ingestemd met het voornemen om van de Gertrudis een erkende Daltonschool te maken. Eerder was ook de MR al akkoord gegaan, nadat eerst een enquête onder ouders was uitgegaan. Het team is nog steeds blij met de ingezette ontwikkeling. We merken wel dat het erg belangrijk is om niet te snel te gaan en iedereen “binnenboord” te houden. Op sommige momenten nemen we dan ook even bewust gas terug. Op dit moment heeft de Gertrudis de status van “Daltonschool in oprichting”. Ik verwacht dat we nog ongeveer een jaar nodig hebben voordat we het officiële Daltonbord op de school mogen bevestigen. Erkend of niet: het verbeteren van het onderwijs voor de kinderen is en blijft het uitgangspunt. Het werken vanuit het Daltonconcept geeft ons prachtige mogelijkheden om dit te realiseren!’
Fien
zit in groep 8 van de Gertrudis
‘Dalton betekent heel veel zelfstandig werken. Niet meer klassikaal, maar veel alleen of samen met iemand. Dat we niet meer klassikaal werken, mis ik niet. Geschiedenis en aardrijkskunde doen we nog wel met de hele klas. In groep 6 begonnen we met taken. Eerst een dagtaak en nu een weektaak. En dat is heel fijn. Ik moet zelf mijn taken inplannen. Als ik ergens geen zin in heb, dan doe ik het later. En met het plannen bepaal ik zelf hoe lang ik er over doe. We beginnen het werken altijd met een stiltemoment. Je mag dan niet praten en niet samenwerken. Ik vind het wel lastig om stil te zijn. Maar het gaat steeds beter. Op het digitale schoolbord hangt een klok. Dan weet je hoelang je moet werken. Ik ga straks naar het Bonifatius College. Daar werken ze wel klassikaal. Ik heb ook gekeken bij Unic. Dat lijkt wel veel op Dalton, maar ik heb toch besloten om daar niet naar toe te gaan.’
De Gertrudis groeit onderwijskundig richting Dalton
3
Personeel Personeelsomvang
Op 31 december 2009 werkten er 619 mensen bij de KSU, verdeeld over 485 FTE’s (FullTime Equivalent). Ten aanzien van voorgaande jaren is de omvang van het personeel in de organisatie licht toegenomen met ruim één procent. Vorig jaar bestond de KSU uit 595 medewerkers.
De Arbeidsmarkt
Vacatures in het onderwijs zijn lastig in te vullen door krapte op de arbeidsmarkt. De vacatures blijven langer openstaan en het is moeilijk om geschikte kandidaten te vinden. De KSU heeft daarom in het afgelopen jaar diverse pogingen ondernomen om goed gekwalificeerd personeel aan zich te binden. Speeddaten, de PersoneelsInformatieMarkt (PIM) en het vergroten van naamsbekendheid op de pabo’s moeten zorgen voor meer geschikte sollicitanten. Er starten veel schoolverlaters bij de KSU. De overgang naar de daadwerkelijke praktijk kan voor de groep starters groot zijn. Daarom zet de KSU extra begeleiding in op startende leerkrachten. Aan het begin van het schooljaar 2009-2010 zijn er bij de KSU 38 nieuwe medewerkers gestart. Ten opzichte van het jaar ervoor is dat een groei van 1,4%. Onder deze groep vallen zowel startende als ervaren leerkrachten.
Verdeling man-vrouw
4
In het primair onderwijs is circa 80% van de werknemers van het vrouwelijk geslacht. Bij de KSU is 83% van het personeelsbestand vrouw. Het aantal mannelijke collega’s bij de KSU is ten opzichte van vorige jaar wel met 1% gegroeid. De KSU is trots op deze groei, te meer omdat landelijk gezien het aantal mannen dat
kiest voor het onderwijs, de afgelopen jaren is afgenomen. De Ludgerschool en de Joannes XXIII hebben naar verhouding de meeste mannen in het schoolteam.
Dienstverbanden
Als medewerker kun je op verschillende manieren aan de KSU verbonden zijn. Er kan sprake zijn van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd duurt maximaal 12 maanden. Daarnaast hebben we bij de KSU ook medewerkers die vervangingswerkzaamheden verrichten.
Fulltimers en Parttimers
Landelijk werkte vorig jaar 54% van alle medewerkers in onderwijsland parttime. De KSU kent een hoger percentage: 64% van het personeelsbestand heeft een werktijdfactor <1,0. Slechts 36% van de KSU-medewerkers werkt fulltime. Naar verhouding hebben de Kameleon (69%) en de Ludgerschool (71%) de meeste fulltimers in dienst. Op SBOschool Sint Maarten, locatie Neckardreef, vind je het hoogste percentage parttimers (90%). De Zeven Gavenschool heeft een balans in het aantal fulltimers en parttimers.
Ralph Borghart schoolleider van
Irene Koopman
remedial teacher op de Paulusschool
‘Ik ben bijna klaar met de HBO Master Special Educational Needs (opleiding tot Remedial Teacher). Deze opleiding volg ik omdat ik naast mijn werk voor de klas op de Paulusschool, een groot deel van de remedial teaching op die school voor mijn rekening neem. Na het afronden van de pabo besloot ik om in ieder geval mijn opleiding te gaan inzetten en te gaan solliciteren naar een baan in het onderwijs. Maar ik was er al wel achter dat ik me nog verder wilde ontwikkelen. Ik wist alleen nog niet op welke wijze ik dat ging doen. Ik vond al snel een vacature op de Paulus-
school waar ze een leerkracht voor groep 3 zochten, die daarnaast een halve dag remedial teaching zou willen verzorgen. Ik had nog geen ervaring als RT’er, maar het leek me wel een fantastische kans om me, behalve als leerkracht, ook op een nieuw gebied te gaan ontwikkelen. Ik werd aangenomen en aan het einde van het schooljaar werd mij gevraagd of ik de opleiding voor RT-ers zou willen volgen. Daar was de volgende stap in mijn ontwikkeling. Ik ga nu al anderhalf jaar één avond in de week zelf weer naar school en ik vind het heerlijk. Ik smul van de nieuwe kennis, goede discussies en zinvolle intervisiemomenten en, met een deel van mijn taakuren die ik ervoor krijg, is de studie prima te combineren met mijn vierdaagse werkweek. Het is een leuk proces om het geleerde, stukje bij beetje, in de praktijk te kunnen inzetten en de effecten hiervan te zien. Mijn enthousiasme over het studeren is zelfs zo groot dat de plannen voor een nieuwe studie voor volgend jaar al gemaakt zijn. Ik heb namelijk in de afgelopen tijd gemerkt dat ik van organiseren en regelen houd en dat ik er plezier in heb om mee te denken over het hele reilen en zeilen van een school. Dus als het te combineren is met mijn baan, start ik hopelijk volgend jaar met de opleiding middenmanagement. Wie weet, welke koers ik nog ga varen…’
de Paulusschool ‘Ik vind het belangrijk dat leerkrachten kunnen groeien. Niet alleen lichamelijk (we hebben altijd wel een paar zwangere collega’s op school), maar vooral ook professioneel. Daarom probeer ik alle medewerkers zoveel mogelijk daarin te stimuleren. Hierbij maak ik een afweging tussen het persoonlijk belang van de betrokkene (wat heeft hij of zij er zelf aan?) en de schoolontwikkeling. Daarnaast moeten leerkrachten bereid zijn om zelf veel (tijd) te investeren in een opleiding. Vanuit het taakbeleid lukt het helaas maar ten dele om dit te compenseren. Er zijn op dit moment leerkrachten van de Paulusschool bezig met de Masters Leren & Innoveren en Special Educational Needs, de opleiding voor intern begeleider, de studie orthopedagogiek, een cursus voor de “pedagogische conciërge” en de bevoegdheid om gym te geven. Het hele team heeft in het schooljaar 2009-2010 met succes de Kanjertraining gevolgd, een pedagogische aanpak voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Zelf ga ik in binnenkort eindelijk leren hoe ik letterlijk brandjes moet blussen en hoe ik ouders en kinderen razendsnel in de stabiele zijligging kan leggen. Mijn droom komt uit: ik word bhv’er!’
Leerkrachten in ontwikkeling op de Paulusschool
5
Personeel (vervolg) Leeftijdsopbouw
De grootste groep KSU-medewerkers valt met 38% in de leeftijdscategorie 25 tot en met 34 jaar. Gevolgd door de groep 35 tot 44-jarigen met 22%. Slechts 9% van onze bezetting is jonger dan 25 jaar. De gemiddelde leeftijd binnen de KSU is 38 jaar.
Verzuim
De landelijke verzuimcijfers van het schooljaar 20082009 zijn: • onderwijzend personeel: 6,11% • ondersteunend personeel 7,70%
Verzuimcijfers KSU Schooljaar
Verzuim percentage
2005-2006
6,39
2006-2007
7,60
2007-2008
7,13
2008-2009
7,26*
hoogte van dit percentage ligt vooral aan de laatste maanden van het jaar 2008
*
6
De laatste jaren ligt het verzuimpercentage van de KSU hoger dan het landelijke cijfer. Er zijn in 2009 maatregelen getroffen om dit percentage te verlagen. Eén van de maatregelen was het ontwikkelen van nieuw verzuimbeleid. Doelstellingen van dit verzuimbeleid zijn: • het bevorderen van het welzijn van de medewerker; • het voorkomen dat medewerkers ziek worden door hun werk; • het begeleiden van zieke medewerkers tijdens hun ziekteperiode; • het voldoen aan de wettelijke regels. Om bovenstaande mogelijk te maken is de KSU in 2009 overgestapt naar een andere arbodienstverlener, namelijk Tredin. Alle schoolleiders hebben in januari 2009 scholing gehad op het gebied van verzuimbegeleiding. De genomen maatregelen hebben effect gehad. In het kalenderjaar 2009 is het verzuim flink gedaald, namelijk naar 5,3%. Dit cijfer is exclusief zwangerschapsverlof. De KSU verwacht dat de aanpak die is ingezet in de komende jaren een verdere daling zal laten zien.
Werving en selectie
PIM Op 28 maart 2009 organiseerde de KSU de jaarlijkse PersoneelsInformatieMarkt (PIM). De PIM is bedoeld voor medewerkers die op zoek zijn naar een andere baan binnen de KSU (vrijwillige mobiliteit) en externe kandidaten. Op de PIM kwamen 80 bezoekers. Het aantal bezoekers is met 1,6% licht gestegen t.o.v. het voorgaande jaar. Speeddaten In 2009 is er voor het eerst gestart met speeddaten. Speeddaten is een vorm van werving en selectie. In korte gesprekjes van circa 7 minuten voert een kandidaat gesprekken met verschillende selecteurs. De selecteurs bestonden voornamelijk uit schoolleiders en clusterdirecteuren. Op de eerste speeddatebijeenkomst waren 13 kandidaten. Uiteindelijk bleken 10 van de 13 kandidaten geschikt voor een functie als leerkracht bij de KSU. Bovenschoolse Pool (12+) en Vaste Invallers Pool (VIP) Gedurende het afgelopen jaar bleek dat de eerste vervanging van afwezige medewerkers problemen opleverde binnen de scholen. Daarnaast bleek dat de invulling van vacatures in een aantal situaties niet lukte of moeizaam verliep. De KSU heeft zich daarom in 2009 gericht op de volgende twee activiteiten: • het treffen van maatregelen die voor meer vervangers moeten zorgen voor kortdurende vervanging. In 2010 start de KSU een pilot in de vorm van een Vaste InvallersPool (VIP). • het benoemen van 12 FTE (4 FTE per cluster) aan bovenschoolse leerkrachten om ontwikkelingsimpulsen te genereren en knelpunten op te lossen (12+ banen).
Fitriani Samidan
Jeske Brouwer
leerkracht groep 7 en 8 Montessorischool
’In oktober 2007 kwam ik voor het eerst in Banda Atjeh, Indonesië. Het was bijna drie jaar na de verwoestende tsunami en ik mocht twee weken lang workshops geven aan leerkrachten. In 2009 ging ik weer terug, maar toen voor drie maanden. In die periode heb ik leerkrachten gecoacht, contact gehad met de lokale pabo, workshops voor leerkrachten georganiseerd en nog veel meer. Ik heb met eigen ogen kunnen zien dat Banda Atjeh zich enorm aan het ontwikkelen is. Vooral op materieel gebied: huizen en schoolgebouwen worden in een rap tempo gebouwd. Maar wat tijdens mijn eerste workshopreis al duidelijk werd: een schoolgebouw maakt nog geen school. En daar heeft de KSU, samen met Domstad, iets in kunnen betekenen. Door de workhops kregen de leerkrachten op verschillende vakgebieden een positieve impuls. Ze kregen het lesgevoel weer terug en hadden weer “gewoon” plezier met de leerlingen.
leerkracht en tolk
Door een langere periode daar te zijn, zag ik ook dat er nog veel kansen tot groei liggen. Nog steeds vinden leerkrachten het bijvoorbeeld moeilijk om kindgericht onderwijs te geven en merkte ik dat kinderen in groep 3 plussommen als 35+23 cijferend aan het oplossen waren, terwijl de cijfers nog niet eens geautomatiseerd waren. Een mooie groei die ik heb gezien, is dat er, mede door de KSU en Domstad, een begin is gemaakt met het betrekken van pabostudenten in de dagelijkse praktijk van basisscholen. Het bleek dat derdejaars pabostudenten nog nooit een basisschool van binnen hadden gezien! Voor ons is dat ondenkbaar. Persoonlijk heb ik van die periode in Atjeh heel veel geleerd. Uiteraard dingen die je over jezelf leert als je drie maanden lang weg bent uit je vertrouwde omgeving. Maar ook dat ik eigenlijk veel meer kan dan ik zelf denk en zelf toepas in mijn dagelijkse (school)praktijk. Zo had ik van tevoren nooit gedacht dat ik een college zou kunnen geven aan 80 studenten, meerdere vergaderingen zou hebben met een International Advisory Board, zonder (moderne) hulpmiddelen terug zou gaan naar de basis van het lesgeven, workshops zou maken en geven aan leerkrachten enzovoort. Eén ding is zeker: competenties als creativiteit en improvisatievermogen zijn zeker ontwikkeld bij mij en die kan ik opnemen in mijn POP!’
in Atjeh ’Zes scholen in het tsunamigebied worden door de KSU en Domstad bezocht met workshops. Zowel door leerkrachten als studenten wordt dat enorm gewaardeerd. De KSU zorgt daarnaast ook voor belangrijk materiaal zoals computers en boeken. De komst van de KSU-leerkrachten heeft hier gezorgd voor een verandering in het onderwijs. Eerst was het eenrichtingsverkeer: de leerkracht legt uit, de leerlingen luisteren. Tegenwoordig zijn de leerlingen actiever, gemotiveerder en de resultaten zijn verbeterd. In Atjeh was het zeldzaam dat er complimenten werden uitgedeeld aan de leerlingen. Nu hebben de leerkrachten geleerd dat de leerlingen daarvan groeien. Ik ben enorm blij dat ik deel uit mag maken van dit project. Ik doe op deze manier veel wereldkennis op en leer nieuwe vaardigheden voor de klas. Daarnaast heb ik vriendschappen gesloten met collega’s in Nederland. Dat is me heel waardevol. Als vertegenwoordiger van de Atjeese bevolking wil ik de KSU bedanken voor alles. Het is fantastisch, gezellig en bijzonder waardevol. Duizendmaal dank!’
KSU-medewerkers helpen leerkrachten in Indonesië
7
Personeel (vervolg) Externe vertrouwenspersoon
De KSU vindt het erg belangrijk dat iedereen prettig en veilig kan werken binnen de stichting. De KSU heeft daarom op alle scholen interne contactpersonen. Deze interne contactpersonen zijn het eerste aanspreekpunt voor iemand die in vertrouwen een situatie wil bespreken. Daarnaast zijn er ook twee externe vertrouwenspersonen beschikbaar via schoolbegeleidingsdienst Eduniek. In 2008-2009 zijn de externe contactpersonen in totaal zes keer benaderd en werd naar aanleiding hiervan drie keer een AMK-melding (Advies & Meldpunt Kindermishandeling) gedaan.
Professionalisering
De medewerkers maken het verschil binnen de organisatie. Zij zijn doorslaggevend voor de resultaten van de scholen. Om die reden wordt er geïnvesteerd in opleiding, vorming en training. Jaarlijks wordt er een budget op schoolniveau en op bovenschools niveau beschikbaar gesteld om groei in het kader van scholing te kunnen realiseren. Onder de bovenschools bekostigde opleidingen vallen onder andere de volgende opleidingen: bedrijfshulpverlening (BHV), opleiding directeur primair onderwijs, basisbekwaamheid voor leraren, Magistrum middenmanagement (boco-opleiding), interne begeleiding, remedial teaching, gedragsspecialisme, groepsgespecialiseerde leerkrachten (GGL) en de Montessori-opleiding.
Bekwaamheidsdossiers
8
Alle leerkrachten hebben hun bekwaamheidsdossier ontvangen. In dit dossier worden alle individuele bekwaamheden bijgehouden. Eind 2009 moesten alle leerkrachten dit ingevuld hebben. Uit een evaluatie is gebleken dat de invoering van de bekwaamheidsmappen op schema ligt. De KSU vindt het belangrijk dat leerkrachten hun groei en
ontwikkelingen bijhouden in het bekwaamheidsdossier. In de toekomst speelt het bekwaamheidsdossier een grote rol bij deelname aan bovenschoolse opleidingen, vrijwillige mobiliteit en functiemix.
Lerarenbeurs
In 2008 is de lerarenbeurs landelijk geïntroduceerd. Eén maal in hun onderwijsloopbaan kunnen leraren met deze beurs hun vakkennis verbreden of zich specialiseren. Hiervoor zijn financiële middelen beschikbaar. Door een opleiding te volgen verbetert de kwaliteit van de lessen en worden leraren breder inzetbaar. Binnen de KSU neemt het aantal leerkrachten dat hier gebruik van maakt toe. Een leerkracht kan een lerarenbeurs aanvragen voor een reguliere bachelor- of masteropleiding of voor een korte opleiding die gericht is op het verwerven van extra bekwaamheden.
Opleiden in de school
Studenten aan de pabo worden steeds beter opgeleid voor de praktijk. Dit betekent dat zij een groot deel van hun opleiding doen in een basisschool. Het voordeel is dat de student helemaal meedraait in het schoolgebeuren. De student koppelt hierdoor makkelijker theorie en praktijk aan elkaar. Een opleidingsschool is een school waar een relatief groot aantal leerkrachten werkt die nog in opleiding zijn en die na afronding van de lerarenopleiding, in principe, op een andere school werk zullen moeten vinden. Een academische opleidingsschool is een school die deze opleidingsfunctie combineert met op de praktijk gericht onderzoek, innovatie en schoolontwikkeling. De KSU heeft drie opleidingsscholen, te weten de Zeven Gaven, de Dominicus en de Kameleon. Daarnaast hebben twee scholen zich ontwikkeld tot academische opleidingsscholen, namelijk Hof ter Weide en de Ariënsschool.
‘Alweer ruim dertig jaar lopen we rond op De Spits,’ zegt Jennie. ‘Eerst was ik hulpmoeder. Ik wilde namelijk graag betrokken zijn bij de school waar mijn kinderen een groot en belangrijk deel van de dag door zouden brengen. Ik nam als hulpouder zoveel taken op mij dat het uiteindelijk uitmondde in een reguliere baan. Nu ben ik onder andere verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang (TSO).’ Esther: ‘Als leerling vond ik De Spits een fijne school. Het was voor mij een fijne, vertrouwde plek waar ik een goede tijd heb gehad. Toen ik op de pabo zat, wilde ik bewust op andere scholen stage lopen om te zien hoe het er daar aan toe ging. Op De Spits was ik ook nog wel te vinden, ik hielp graag mee met bijzondere activiteiten. Op het moment dat er een vervanger voor groep 3 werd gezocht, liep ik juist rond op school. En toen is het balletje snel gaan rollen. Eerst invallen, maar later een vaste fulltime aanstelling.’ Jennie: ‘In de loop der jaren is De Spits enorm gegroeid. Vroeger had je voor elke klas één leerkracht, nu heb je heel veel parttimers. Het gebouw is veel groter geworden. Er is zelfs een complete verdieping bovenop gezet!’ ‘Gelukkig is er ook veel gelijk gebleven. De sfeer van De Spits en de warmte van de collega’s is niet veranderd. Iedereen denkt aan elkaar,’ vult Esther aan. Moeder en dochter die collega’s zijn, dat zie je in het onderwijs niet zo vaak. Hoe ervaren jullie dat?
Jennie en Esther van der Veen moeder en dochter én collega’s op De Spits
Jennie: ‘Op school is Esther, net als andere teamleden, een collega. Behoefte voor een gezellig privégesprek is er niet echt; dat doen we thuis wel. Dit komt natuurlijk ook omdat onze pauzes niet synchroon lopen; ik ben tussen de middag altijd druk met de TSO bezig. Het voordeel van samen op dezelfde school werken is toch wel dat wij in principe elkaar elke dag zien. Ook al zijn we allebei druk met onze eigen werkzaamheden. Nadelen zijn er niet echt. Wij bemoeien ons nooit met elkaars werk.’ Esther:’ Zo ervaar ik het ook. Tot op de dag van vandaag is het erg fijn om m’n moeder als collega te hebben!’
‘Als stagiaire kwam ik in 1990 binnen op De Spits. Daar had ik het Tilly Melissen meteen enorm schoolleider op naar mijn zin. Hof ter Weide De professionele uitstraling die de school heeft, de betrokken collega’s en de goede sfeer waren voor mij redenen om daar te willen werken. En dat lukte. Na mijn opleiding kreeg ik in 1993 een vaste aanstelling bij de jongste kleuters. En zoals kinderen groeien, kon ik ook als leerkracht groeien. Ik was in alle bouwen werkzaam, in bijna alle groepen leerkracht. Ik was bouwcoördinator, intern begeleider, lid van de verbrede directie en uiteindelijk schoolleider op De Spits. In alle jaren veranderde mijn beeld van De Spits niet. Toch veranderde er heel wat binnen de school zelf. Want De Spits groeide hard. En ik? Ik groeide mee en heb mij ontwikkeld door alle kansen die mij geboden werden! Inmiddels heb ik afscheid genomen van De Spits en ben ik in 2009 verder gegaan op een andere KSU-school, namelijk Hof ter Weide. Dat is een nieuwe uitdaging, een nieuwe groei voor mij. Op Hof ter Weide zit ik ook helemaal op mijn plek. Dankzij het vertrouwen dat ik daar krijg van kinderen, ouders, teamleden en de KSU blijf ik mijzelf ontwikkelen.’
Groeien op De Spits; als persoon en als medewerker
9
Onderwijs Cito-uitslagen
In 2009 scoorde Utrecht goed op de Cito-eindtoets. Voor het vijfde jaar op rij steeg de gemiddelde Citoscore. De Utrechtse leerlingen scoorden in 2009 gemiddeld 535,1 (in 2008 was dat 534,9 en in 2007 was dat 534,2). Daarmee lag de gemiddelde score in Utrecht iets onder het landelijke gemiddelde (535,5 punten), maar is het verschil kleiner geworden. Ook in vergelijking met de steden Amsterdam (534,5), Rotterdam (531,6) en Den Haag (532,9), doet Utrecht het goed In de rapportage Slim onder de Dom XI wordt gerapporteerd over scholen die meerdere jaren achter elkaar hoog of laag presteren op de Cito-eindtoets. In Utrecht blijkt één school meerdere jaren achtereen laag te scoren. Dit is geen KSU-school. Veertig scholen in Utrecht blijken meerdere jaren achter elkaar hoog te scoren. Hieronder vallen negen KSU-scholen. Uit deze uitslagen blijkt dat we het goed doen met elkaar. De KSU blijft natuurlijk streven naar een nóg beter resultaat voor alle kinderen maar een compliment voor al die leerkrachten en ib’ers die dit bereikt hebben, is hier zeker op zijn plaats!
VVE
10
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in Utrecht bestaat uit voorscholen voor peuters van 2,5 tot 4 jaar en vroegscholen (basisscholen met VVE) voor kleuters in de groepen 1 en 2. Onder het motto ‘Een goede schoolloopbaan voor iedereen’ wil de gemeente Utrecht met VVE zoveel mogelijk kinderen bereiken met een kwalitatief goed programma in, waar mogelijk, gemengde groepen. In het schooljaar 2008-2009 waren er in Utrecht 34 basisscholen uit acht wijken met in totaal 47 locaties betrokken bij één van de 41 voorscholen. Veertien KSU-
scholen werken samen met één of meerdere VVE-groepen en beschikken zelf over een vroegschool.
Rekenpilot
Goed reken- en wiskundeonderwijs vormt samen met goed leesonderwijs, de basis voor de kansen van kinderen in het onderwijs en in de samenleving. De rekenpilot (ook wel rekenverbetertraject genoemd) is gericht op het meetbaar verbeteren van de rekenprestaties van leerlingen. Zowel scholen die rekenzwak zijn als scholen die het goed doen, maar nog beter willen worden, kunnen deelnemen aan dit rekenverbetertraject. Het traject heeft een looptijd van drie jaar. In 2009 zijn drie KSU-scholen gestart met het Rekenverbetertraject: SBO Sint Maarten LR, de Spits en de Zeven Gaven. Samen met vier collegascholen van andere besturen zijn zij de afgelopen maanden aan de slag gegaan om hun rekenonderwijs te versterken. In 2009 zijn er drie plenaire bijeenkomsten geweest. Daarnaast wordt iedere school individueel en op maat begeleid door externe experts. Effectieve rekeninstructie is het hart van het rekenonderwijs. Leerkrachtvaardigheden zijn heel bepalend voor de opbrengst van het rekenonderwijs van een school. Veel inspanningen zijn dan ook gericht op het versterken van de instructiekwaliteiten van leerkrachten. Om echt tot betere resultaten te komen, is het belangrijk dat het hele schoolteam bij het traject betrokken is. Leerkrachten in de onderbouw spelen een cruciale rol bij een preventieve aanpak van het rekenonderwijs. Ook daarom is het van belang dat de schoolleider, samen met de rekencoördinator en interne begeleider, het voortouw neemt bij de verbeteractiviteiten en dat versterking van het rekenonderwijs prioriteit krijgt binnen de school.
Doris en Maya
’Alle kinderen hebben recht op onderwijs, alle kinderen hebben recht op leren lezen! Goed kunnen lezen is zeer belangrijk, omdat de meeste kennis via het schrift tot ons genomen Gerard Peelen wordt. leerschoolleider op de De resultaten van het Villa Nova leesonderwijs op de Villa Nova stemden ons niet tot tevredenheid. De resultaten op de AVI-toetsen waren te laag. De Taalpilot, opgezet door de PO-raad, is een middel om op je school de leesresultaten aanmerkelijk te kunnen verbeteren. Lezen moet op onze school prioriteit krijgen. Ook een paar andere KSU-scholen zijn met de Taalpilot begonnen. Onze school is ook bezig met het project Afstemming. Dit project wil het handelingsgericht werken van leerkracht en kind bevorderen. Het leek ons een goed idee om te proberen beide projecten in elkaar te vlechten. De Taalpilot wil de basis verstevigen van het technisch en begrijpend lezen door mondelinge taalontwikkeling, woordenschat, begrijpend luisteren en beginnende geletterdheid te stimuleren. In de groepen 3 t/m 5 vindt het aanvankelijk en voortgezet technisch lezen plaats, dus daar is de Taalpilot het meest op gericht. Het lesrooster op de Villa Nova is drastisch aangepast. Er is veel meer leestijd ingeroosterd. Veel
meer tijd inruimen voor lezen heeft het voordeel dat er een flink aantal “leeskilometers” gemaakt kunnen worden, maar het nadeel is dat het ten koste gaat van andere activiteiten. Alles dient op groepsniveau strak gepland te worden. Onze leerkrachten ervaren dit soms als een keurslijf dat ten koste kan gaan van de spontaniteit. Er wordt tijdens de Taalpilotbijeenkomsten voor de leerkrachten veel aandacht gegeven aan het stellen van (hoge) doelen en doelgericht werken, goede inhoud van leesonderwijs, omgaan met het directe instructiemodel, differentiëren en het maken van groepsplannen. Vanuit de invalshoek Afstemming worden de groepsplannen besproken met de interne begeleider. Na anderhalf jaar mogen we stellen dat de Taalpilot een aanmerkelijke verbetering heeft aangebracht in de leesresultaten van de kinderen op de Villa Nova. Bij sommige kinderen sprongen de AVI-niveaus omhoog. Leerkrachten melden zelf dat zij veel bewuster geworden zijn van de manier waarop het leesproces zich voltrekt. Er is een betere afstemming aan het ontstaan tussen de leerlijnen. Het didactisch groepsplan is een verrijking voor de leerkracht en de kinderen. Wij hopen volgend schooljaar in aanmerking te kunnen komen voor het logisch vervolgtraject “begrijpend lezen”. Tevens willen wij de focus van groep 1 t/m 5 verbreden naar 1 t/m 8. De Taalpilot is een investering die zeer de moeite waard is.’
zitten in groep 6 van de Villa Nova
De meiden zijn heel enthousiast over het aangeboden leesonderwijs in groep 6. Allerlei verschillende vormen van lezen worden aangeboden. Grappig vinden Doris en Maya het zogenaamde ‘koor-voor-door’. ‘Daar leer je veel van’, zegt Doris. ‘Ook lezen met een maatje is heel erg leuk’. Maya vindt het leescircuit cool: ‘We doen van alles wat en elke week iets anders! Zo kun je strips (Taptoe) lezen, Juniorleesboeken, Kids Week. Heel erg leuk vind ik het voorlezen aan de kleuters. Zo grappig!’ ‘Thuis lees ik vooral voor het slapen gaan. Je wordt dan helemaal rustig en dan kun je goed slapen’, vertelt Doris. ‘Lezen is zo leuk geworden, dat ik op school de juffrouw soms niet hoor, want ik ben dan verdiept in een leuk leesboek’. Vriendin Maya vult aan: ‘Wij zijn flink vooruit gegaan in het lezen. Zelfs zo dat wij sinds het begin van dit schooljaar in “Plus” zitten. Maar ja, we lezen ook zoveel!’
De Villa Nova boekt goede resultaten dankzij de Taalpilot
11
12
ICT
Bindingsacties
Het jaar 2009 stond voor ICT-zaken geheel in het teken van het invoeren van het webbased programma Parnassys. Door het gebruik van dit programma is het mogelijk om een overzichtelijker beeld te krijgen van de leerlingen die de KSU-scholen bezoeken. Enerzijds is het programma in staat om de volledige leerlingadministratie te herbergen en anderzijds biedt het programma plaats aan alle toetsresultaten, oudergesprekken, onderzoeken e.d.. Scholing aan de verschillende teams zorgde ervoor dat Parnassys inmiddels door alle leerkrachten in de stichting gebruikt kan worden. De studie over het maken van een digigids (digitale schoolgids) was een boeiend traject in 2009. Een speciale werkgroep heeft verschillende vormen van media onderzocht die ingezet kunnen worden om de inhoud van de schoolgids beter onder de aandacht van de ouders te brengen. In een pilot met zeven KSU-scholen wordt daarom de schoolgids audiovisueel gemaakt. Het eindresultaat moet klaar zijn in augustus 2010. De websites van de diverse scholen werden in 2009 steeds meer uitgebouwd en er werden op verzoek van de verschillende scholen allerlei functionaliteiten aan toegevoegd. Tegelijkertijd werd ook begonnen met de voorbereidingen van de overstap naar een eigen mailserver. Dit traject vereiste veel voorbereiding. Er waren immers slechte ervaringen opgedaan met Smartermail en daarom werd gezocht naar een eigen webbased systeem dat minder storingen zou geven. Een en ander resulteerde in de aanschaf van een eigen webserver, die door netwerkbeheerder Qlict wordt beheerd. Net voor de kerstvakantie van 2009 werd alle digitale post van alle KSU’ers verhuisd naar de nieuwe locatie en daarna konden alle medewerkers de nieuwe service gaan gebruiken.
De KSU zet sinds 2008 bindingsacties in die speciaal bedoeld zijn voor alle medewerkers in dienst van de Katholieke Scholenstichting Utrecht. Op deze manier onderscheidt de KSU zich van andere werkgevers op de onderwijsmarkt. De stichting heeft de overtuiging dat een goed werkklimaat positief werkt voor het welbevinden, de betrokkenheid en de kwaliteit van de personeelsleden. Daarom is de KSU bereid om jaarlijks bovenschools budget vrij te maken voor bindingsacties. In het jaar 2009 zijn de bindingsacties echt goed van de grond gekomen en zijn er een tiental acties georganiseerd. Zeker 70% van de KSU’ers hebben in 2009 met één of meerdere activiteiten meegedaan. Onder de jaarlijks terugkerende bindingsacties vallen o.a. de nieuwjaarsbijeenkomst, het volleybaltoernooi, de taarten op de eerste schooldag, het presentje op de Dag van de Leraar en de kerstattentie. Nieuw in 2009 was de mogelijkheid om in KSU-shirt deel te nemen aan de Singelloop, kaartjes te winnen voor de populaire musical Joseph en museum Catharijneconvent te bezoeken tijdens de tentoonstellingen ‘Allemaal engelen’ en ‘Sint Nicolaas op bezoek’. Daarnaast werden er een tweetal schilderworkshops gegeven door KSU-medewerkers. Op een zaterdag in februari 2009 konden twintig KSU’ers deze workshops gratis volgen. In het kader van het Strategisch Beleidsplan bekijkt een werkgroep elk jaar welke bindingsacties er georganiseerd gaan worden. KSU-medewerkers worden van harte uitgenodigd om ideeën aan te leveren. In oktober 2009 zijn de bindingsacties voor 2010 vastgesteld.
Esther de Jager ‘Op de Marcusschool is een groepje leerkrachten dat bestaat uit fanatieke hardlopers. Toen ik bijna twee jaar geleden op de Marcus kwam werken, had ik nooit gedacht dat ik dat ook ooit nog eens zou gaan doen. Ik ben toch overgehaald door die collega’s en ben heel summier gaan lopen. Ik was al trots als ik één kilometer had gelopen! Na de meivakantie van 2009 kwam de oproep om met de KSU deel te nemen aan de Singelloop, een loop in september van 10 kilometer. Ik dacht: ‘Ach ja, ik ga niet op vakantie deze zomer, dus ik heb alle tijd om te trainen.’ Dat heb ik geweten! Het hele KSU-loopschema heb ik gevolgd. Dat was pittig kan ik je vertellen! Na de zomervakantie kwamen de vrijwillige KSU-trainingen. De avond voor de eerste training ben ik nog vijf kilometer heel fanatiek gaan lopen. Dat was niet zo slim. Dit leverde mij een heleboel spierpijn op. Onder de KSU-lopers waren veel verschillen. Snelle ervaren lopers, maar gelukkig ook mensen die, net als ik, nog niet zo snel en geoefend waren. De dag van de Singelloop was ik heel nerveus en ik dacht aldoor: dit wordt niks! Maar ik had enorm hard getraind en ik kon 10 kilometer volhouden! De dag was warm en het was zenuwslopend. Ik was niet de enige KSUmedewerker die voor het eerst meedeed. De loop op zich was leuk, vermoeiend en vooral zwaar. Ik kwam heel mooi als één van de laatsten binnen (lees: na mij kwamen er nog ongeveer vijf lopers binnen). Ik kan wel zeggen
leerkracht op de Marcusschool
dat ik na afloop al mijn spieren kon voelen! Maar wat was ik trots! Net als mijn collega’s die ons kwamen aanmoedigen. Het hardloopvirus is daarna in mijn lijf gebleven, want momenteel ben ik aan het trainen voor een vijfkilometerloop met Pasen. Ik heb zelfs een collega gevonden en het virus aan haar doorgegeven. Ik ben enorm gegroeid in mijn conditie en doorzettingsvermogen. Ik weet dan ook zeker dat ik samen met een heleboel KSU-collega’s in september 2010 weer ga meelopen met de Singelloop en mijn tijd dan zeker ga verbeteren! Zo zie je maar dat je met doorzetten en veel trainen met gezellige mensen een heel eind komt. Maar pas op: het hardloopvirus is besmettelijk!’
‘Al ruim twintig jaar mag ik het inspirerende kunstvak op de Gertrudisschool geven. Het idee Jen de Pater om creatieve vakleerkracht beeldende vorming workshops te op de Gertrudis geven aan KSUcollega’s in het kader van de bindingsacties, vond ik meteen leuk. Ik wilde andere leerkrachten graag laten ervaren wat een heerlijk gevoel het ook alweer is als je zelf iets met je handen en je hart maakt. Daar groei je van hoor! Maar ik wilde ze ook laten ervaren hoe leuk het is om samen één kunstwerk te maken. Voor deze schilderworkshop ben ik uitgegaan van de kunststroming CoBrA. Ik heb verteld over het ontstaan van deze kunststroming en heb werk laten zien van verschillende CoBrAkunstenaars, zoals Corneille. De groepskunstwerken in de stijl van Corneille hangen nu als een fleurig welkom in de hal van het KSUhuis. En de deelnemers hebben ook thuis een exemplaar aan de muur. De volgende workshop die ik wil gaan geven aan KSU-collega’s, zal een kleiworkshop worden. Hopelijk kan ik dat weer doen in mijn vaklokaal op de Gertrudis. Dat is een inspirerende werkruimte, die mij en de kinderen elke dag weer in staat stelt om een stukje meer te groeien in dit prachtig mooie kunstvak.’
KSU-medewerkers groeien van de bindingsacties
13
Huisvesting In 2009 heeft de staffunctionaris Huisvesting van de KSU het druk gehad met de vele plannen voor nieuwen verbouw. Er zijn flinke stappen gezet om deze plannen snel te kunnen uitvoeren, zodat de medewerkers ook in de toekomst verzekerd zijn van een goede, prettige en veilige werkplek. Twee voorbeelden uit de plannen: • Het voorlopig ontwerp van de SBO-school Sint Maarten Leidsche Rijn op de toekomstige locatie in Vleuterweide is door de welstand goedgekeurd en de architect zal binnenkort het definitief ontwerp presenteren. • De voorbereidingen voor de nieuwbouw van de Ariënsschool en de Joannes XXIII zijn in 2009 onverminderd voortgegaan. Verschillende scholen van de KSU groeien qua leerlingenaantal en moeten op zoek naar extra lokalen. In 2009 is gestart met het zoeken naar extra ruimte voor de Dominicusschool, de Achtbaan, de Paulusschool, de Montessori, de Gertrudis en Hof ter Weide.
Risico’s
14
De KSU streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel. De KSU wil de veiligheid, het welzijn en de gezondheid van medewerkers waarborgen en bevorderen. Een organisatie als de KSU moet per school een RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) hebben. Een RI&E bestaat uit twee dingen: een lijst met alle mogelijke risico’s op de werkplek en een plan voor het oplossen ervan. Met de lijst en met het plan kan de KSU het aantal risico’s voor het personeel terugbrengen. Want wat als er plotseling een ongeval op de werkplek gebeurt? Of als iemand uitvalt omdat hij of zij te zwaar werk heeft, of te veel? Dat is niet goed voor de mensen en niet goed
voor de organisatie. Daarom neemt de KSU het werken met de RI&E ook heel serieus. Een RI&E kent de volgende stappen: 1. Inventarisatie: alle mogelijke risico’s van een school komen op één lijst. 2. Evaluatie: risico’s worden ingedeeld naar prioriteit. 3. Plan van aanpak: wie doet wat en wanneer? 4. Actueel houden: Klaar? Houd de vinger aan de pols en blijf controleren.
Gebruiksvergunning
Een voorbeeld van een mogelijk risico is de brandveiligheid van de schoolgebouwen. Alle KSU-scholen zijn in 2009 door de brandweer brandveilig verklaard en hebben dat keurmerk onder meer omdat ze alle beschikken over een gebruiksvergunning. De KSU was de eerste grote onderwijsstichting van Utrecht die deze vergunningen rond had. Daar is de stichting trots op. Veiligheid voor leerlingen en medewerkers blijft een punt van aandacht, zowel van de KSU als van de brandweer in Utrecht. Daarom zullen in de nabije toekomst onverwachte controles door de brandweer plaatsvinden op de scholen.
Binnenmilieu
Ook in 2009 was er sprake van een groeiend besef dat schoolgebouwen op het gebied van binnenmilieu een slechte tot zeer slechte status hebben. Door stimulerende maatregelen van het rijk in verband met de economische crisis heeft de KSU subsidie aangevraagd. Voor ruim 1 miljoen euro kunnen er nu verbeteringen worden aangebracht. De KSU vindt het belangrijk dat niet alleen leerlingen maar ook de 600 medewerkers in de nabije toekomst gebruik kunnen maken van scholen met een goed en gezonder binnenmilieu.
Esther Wijnands schoolleider op de Montessorischool
‘In 2009 was er landelijk veel media-aandacht voor de slechte staat van het binnenmilieu in scholen. Dit zorgde ervoor dat bezorgde ouders meteen bij mij aan de bel trokken. Dat waren vooral ouders uit de onderbouw. Er is toen, in overleg, een ouderinitiatiefgroep opgericht die ervoor wil zorgen dat de kinderen op de Montessori in frisse lokalen les kunnen krijgen. De GGD heeft in 2009 op verschillende KSUscholen metingen verricht met betrekking tot de kwaliteit van het binnenmilieu. Ook op beide locaties van de Montessorischool. De resultaten en aanbevelingen van de meting stonden in het rapport “Verbetering binnenmilieu”. De Montessorischool beschikt over een oud en een nieuw gebouw (12 jaar). Opvallend is dat het in het nieuwe gebouw minder goed gesteld was met het binnenmilieu. In het rapport kwam vooral naar voren dat het
juiste leerkrachtgedrag en leerlinggedrag veel bij kan dragen aan het verbeteren van het binnenmilieu. Zoals vaker het speelgoed wassen, geen kasten voor de verwarming zetten en ramen altijd openen in de pauzes. In de verschillende bouwen moesten de leerkrachten op zoek naar praktische oplossingen. Dat lukte, maar het moet herhaaldelijk onder de aandacht worden gebracht. Naast gedragsverandering moeten er ook grotere aanpassingen komen en daarvoor hebben we echt hulp en geld nodig van de KSU, de gemeente of andere deskundigen. Daar heb ik als schoolleider niet genoeg kennis van en ook geen middelen voor. Voor de Montessorischool betekent het dat er andere knoppen op de radiatoren moeten, dat er klapramen geïnstalleerd moeten worden en zonneschermen aangebracht moeten worden. Het goede nieuws is dat het Rijk 165 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld voor verbeteringen. Dat lijkt heel wat, maar het betekent dat wij als school € 5000,- kunnen besteden. En dat is zeker niet voldoende voor alle benodigde aanpassingen. Sterker nog: per lokaal heb ik een bedrag van € 10.000,- nodig. Als we weer eens een zomerse dag hebben, neem ik mijn petje af voor de leerkrachten. Ook al is het warm, ze klagen niet en maken er het beste van. Toch zou ik het heel fijn vinden om de situatie voor hen zo snel mogelijk te verbeteren.’
Barbara Raadsen leerkracht groep 7 en 8 op de Montessorischool
‘Vermoeide kinderen, drukke kinderen of kinderen die klagen over hoofdpijn: dat zijn voor mij signalen dat het binnenmilieu niet goed is in mijn lokaal. Wat ik er nu aan doe? Het liefst zet ik de ramen open, maar dat kan niet altijd i.v.m. het lawaai op het schoolplein. Na de meting van de GGD ben ik samen met de kinderen gaan onderzoeken hoe we de lucht in het lokaal zouden kunnen verbeteren. Ik geef les boven in de school, onder een plat dak. Op zomerse dagen is het dan al snel heel warm en benauwd. Ik zet in zulke gevallen zoveel mogelijk de ramen open. Zeker in de pauzes. Kan dat niet, dan staat de deur open. Ik probeer heel bewust te werken aan een goed binnenmilieu. Ik let er nu meer op. Maar ik merk wel dat het lastig is om zowel in de winter als in de zomer een stabiel klimaat in het lokaal te hebben. De kinderen zijn o.a. door die meting heel alert geworden op duurzaamheid. Als we naar de gym gaan, gaat ook steevast het licht uit en gaan de ramen open. Daar denken de kinderen goed aan. Soms zelfs beter dan ik.’
Montessorischool Buiten Wittevrouwen werkt aan een beter binnenklimaat
15
In 2009 zijn er vele, leuke, leerzame, sportieve en uitdagende activiteiten georganiseerd op de KSU-scholen.
Kamp Johannes
Schaatsen Sint Jan de Doper
Creamiddag Ludger
Colofon
Show Pijlstaart
Het sociaal jaarverslag 2009 is een uitgave van de KSU en verschijnt in een oplage van 1000 exemplaren.
Tekst: Sara van Maurik, Corrie Eshuis, Jan van der Klis, Rob van der Westen, Marianne Kemps en Dianne te Velde
Beeld: Hans de Brouwer, Geert Gratema en Dianne te Velde Druk: Kerckebosch grafische communicatie, Zeist
Schooltuintjes Carrousel