Grensverleggend: De stip op de horizon van Douane Nederland voor toezicht op de aldoor groeiende goederenstromen
Voorwoord De Douane is van toezicht op de fiscale integriteit en veiligheid van EU-grensoverschrijdende goederenstromen. Tegelijkertijd wordt van ons een bijdrage verwacht aan de economische concurrentiekracht van Nederland en de Europese Unie, in de vorm van ondersteuning en stimulering van handelsfaciliterende maatregelen. Daarmee heeft de Douane dus een dubbelrol: enerzijds goederen controleren en stoppen, anderzijds goederen ongehinderd doorlaten. De Douane wil deze veeleisende functie ook in de toekomst op een efficiënte en doeltreffende wijze blijven vervullen. Daarom hebben wij – onder het motto ‘grensverleggend’ – een stip op de horizon vastgesteld: een visie waaraan alle maatregelen die we de komende jaren nemen worden getoetst, en een eindbeeld waar we geleidelijk naartoe bewegen. In onze ogen een aanpak waarmee we de vooraanstaande positie van Nederland op de internationale logistieke ranglijsten blijven ondersteunen. In dit document wordt die ambitieuze visie uiteengezet. Het is geen blauwdruk, maar eerder een kompas dat ons helpt de komende jaren stappen in de juiste richting te zetten.
Aly van Berckel Algemeen directeur Douane Nederland
Grensverleggend: De stip op de horizon van Douane Nederland voor toezicht op de aldoor groeiende goederenstromen Douane Nederland ontwikkelde een grensverleggend concept van gelaagde handhaving, waarvan zowel de dienst zelf als het bonafide bedrijfsleven de vruchten kunnen plukken. Aan de ene kant leidt het tot minder – en minder ingrijpende – interventies in de logistiek bij betrouwbare bedrijven, en tot meer controles bij onbekende ondernemers. Aan de andere kant helpt het de Douane beslissingen te nemen bij het inzetten en toedelen van zijn toezichtcapaciteit. En maakt het de organisatie klaar voor de Union Customs Code (UCC), het nieuwe Europese douanewetboek dat in 2016 van kracht wordt. Een te voorzien scenario is dat de internationale handelsstromen op termijn zullen blijven groeien – ook die over Nederlands grondgebied. Dat geldt niet alleen voor goederen die over zee worden in- of uitgevoerd (opening van de Tweede Maasvlakte), maar evengoed voor andere modaliteiten. En dat terwijl de controlecapaciteit van Douane Nederland naar verwachting gelijk blijft of misschien zelfs krimpt. Dit dwingt de dienst tot het aanscherpen van zijn toezichtproces. Daarom heeft de Douane een handhavingsvisie ontwikkeld: een opvatting van hoe de organisatie in de nabije toekomst het slimste kan toezichthouden op het EU-grensoverschrijdend goederenverkeer. Kern hiervan, is dat 100% van de vervoermiddelen en goederen die onze grenzen passeren onder toezicht staat. Dit wil niet zeggen dat de Douane dan alles controleert, maar wel dat de dienst van elk vervoermiddel dat binnenkomt of uitgaat kan nagaan of de vereiste meldingen en aangiften zijn gedaan. En dat de organisatie van elke binnenkomende of uitgaande container en pallet een gedegen beeld heeft, op basis van gegevens uit de aangifte en uit andere bronnen. In deze ideale situatie kan de dienst, nog meer dan nu het geval is, zeer gerichte fysieke en administratieve controles uitvoeren. Hieraan gaat verzameling en weging van informatie en risicodetectie en -selectie vooraf.
Automatische detectie
Om deze filosofie volledig in praktijk te kunnen brengen, zal de Douane vooral moeten doorgaan met investeren in innovatieve (informatie-)technologie. Nu al helpen diverse moderne technische hulpmiddelen het douanetoezicht effectiever en efficiënter te maken. Allereerst de zogenoemde virtuele netten voor lucht en maritiem: aan de hand van radarbeelden heeft de dienst zicht op de schepen en vliegtuigen in onze wateren en ons luchtruim, met dank aan de Kustwacht en Defensie. Daarnaast heeft de Douane nucleaire detectiepoorten in het Rotterdamse havengebied, voor de controle van per
vrachtwagen vervoerde containers. Deze poorten staan op logische plekken langs de gangbare route; niemand hoeft ervoor om te rijden of te stoppen. De apparatuur detecteert zelfstandig of goederen straling afgeven, en zolang er geen afwijkingen worden waargenomen, hoeft de dienst niet te interveniëren. Met andere woorden: een vorm van 100%-controle waarvan het bedrijfsleven in principe geen enkele hinder ondervindt. Een derde staaltje van een state-of-the-art controlemiddel uit het Douane-arsenaal is de treinscan op de Maasvlakte. Goederenwagons rijden hier met een snelheid van 60 kilometer per uur doorheen, terwijl de scan voor de Douane beelden van de lading maakt. Die beelden moeten nu nog door een ambtenaar worden geanalyseerd. Op termijn moet aan dit proces geautomatiseerde detectie worden gekoppeld. De beelden worden dan door software vergeleken met een referentiebestand waarin alle bij de dienst bekende data van de betreffende goederen – zoals aangifte-informatie – zijn opgenomen. Als er verschillen worden geconstateerd tussen de gegevens op de documenten en de inhoud van de container, gaat een signaal uit, en op basis van deze intelligence onderneemt de Douane gepaste actie.
Eén controlestraat aan de buitengrens
De Douane werkt momenteel binnen Europese researchprojecten samen met de industrie aan de beoogde doorontwikkeling van scan- en detectieapparatuur. De ambitie is om een zo breed mogelijk pallet van technologieën – zoals reukherkenning voor het onderkennen van explosieven – in te zetten in één controlestraat aan de buitengrens. Met zo’n opstelling kunnen in havens en op vliegvelden goederen bij uitgaan of binnenbrengen in één keer op zo veel mogelijk verschillende risico’s worden gecheckt. Nader onderzoek vindt dan plaats in die gevallen dat de apparatuur een bepaald risico detecteert, of als anderszins risico’s zijn gesignaleerd. Een efficiënte werkwijze, zeker wanneer de Douane en de logistieke wereld afspreken dat de goederenstroom voortaan standaard langs die checkpoints loopt. Deze voorbeelden maken duidelijk dat de Douane nog steeds risicogericht werkt, maar daarnaast met hoogstaande technologie voor een deel opschuift richting 100%-controle. Op de mainports is dat op onderdelen al haalbaar en efficiënt.
Nog doeltreffender wordt de aanpak, wanneer verfijnde detectietechnologie behalve in de fysieke ook in de bijbehorende aangiftedatastroom wordt toegepast. De Douane kan dankzij automatisering in de aangiftebehandeling al heel veel elementen van aangiften screenen. Zo wordt een aangifte niet in behandeling genomen, als de coderingen niet aan de voorgeschreven normen voldoen. En aangiften die onlogische data bevatten – zoals een onwaarschijnlijke douanewaarde – worden door het betreffende douanesysteem herkend. Op termijn wil de dienst in zijn acceptatieproces van aangiften nog meer van dergelijke geautomatiseerde controles inbouwen.
Intelligence: verzamelen, wegen, valideren, selecteren, detecteren
Dankzij detectietechnologie in de aangiftebehandeling worden veel risico’s afgevangen. Bepaalde aangiften worden geselecteerd voor nadere controle op andere risico’s. Die selectie gebeurt op basis van intelligence. De Douane verzamelt informatie uit diverse bronnen, veredelt deze met de eigen kennis van goederen en risico’s en stelt op basis daarvan selectieprofielen op. Als een aangifte wordt ingediend, gaan de opgegeven data langs die profielen en wordt de aangifte mogelijk ‘uitgeworpen’ voor controle. De hoeveelheid gebruikte bronnen en gegevens in dit proces wordt steeds uitgebreider. De Douane detecteert straks bijvoorbeeld online hoe lang een bedrijf bestaat, waar een container vandaan komt en wat de reguliere goederenstroom van de firma is. Voordat een zending wordt gecontroleerd, heeft de dienst kortom een veel completere informatieset. De detectie vindt dan ook deels plaats op geautomatiseerd vastgestelde risicoselecties. En aangiften worden op termijn gecontroleerd door specialisten die op basis van workflow management systemen worden aangestuurd.
Andere manier van denken
Al deze ontwikkelingen zullen leiden tot een andere manier van werken en denken binnen Douane Nederland. De dienst creëert 2 losstaande stromen – één van goederen en één van informatie – die beide volledig worden doorgelicht. Ook als geen bijzonderheden worden gedetecteerd, matcht de Douane vervolgens nog de bevindingen uit het fysieke proces – de scanbeelden – met de data uit het administratieve traject. Pas wanneer dan iets niet lijkt te kloppen, wordt een zending voor een diepgaandere controle geselecteerd.
Die gang van zaken is geheel anders dan de huidige aanpak. Nu analyseert de Douane allerlei gegevens uit documenten, waaruit de conclusie kan worden getrokken dat een bepaalde container of pallet voor controle in aanmerking komt. Die wordt dan uit het logistieke proces gehaald, naar een van de vaste scanapparaten van de dienst vervoerd – bijvoorbeeld aan de Bosporusweg op de Maasvlakte – en gescand. Het scanbeeld wordt geanalyseerd, en het resultaat vergeleken met de kennis die de Douane heeft van de betreffende goederen. Ten slotte wordt besloten of een nader onderzoek nodig is. Al met al heeft elke beslissing om goederen te scannen nu een tamelijk ingrijpende interventie in de logistiek tot gevolg. De Douane kan die last voor het bedrijfsleven flink reduceren door de gehele goederenstroom standaard te onderwerpen aan scanning – en zo mogelijk detectie – waarvan zoals gezegd feitelijk niemand iets merkt. Zo faciliteert de dienst enerzijds de handel, en verhoogt hij anderzijds de kwaliteit en het rendement van zijn toezicht. Op weg naar dit ideaalbeeld maakt de Douane intussen al stappen met remote scannen. Bij terminals op de Tweede Maasvlakte en afhandelaars op Schiphol worden goederen gescand met mobiele apparatuur; de beelden worden vervolgens op afstand uitgelezen op een douanekantoor. De geschetste werkwijze heeft een hoge toegevoegde waarde voor de Douane, zeker waar het de stroom goederen van onbekende marktpartijen betreft. Van veel zendingen weet de dienst immers niet wie er feitelijk achter zit; de eigenaar is niet bekend, en over zijn betrouwheid valt niets te zeggen. Die goederen gaat de dienst nog scherper fysiek controleren aan de grens dan nu al het geval is; de bijbehorende documenten zullen veelal worden gecheckt terwijl de goederen stilstaan. De Douane heeft zijn nieuwe handhavingsvisie gevisualiseerd in een model (zie infographic onderaan dit artikel), waarbinnen de categorie goederen van onbekende marktpartijen is weergegeven als een blauwe balk. Deze wordt met het verstrijken van de tijd idealiter steeds smaller, maar de controledichtheid stijgt er substantieel. De dienst controleert hier veel fysiek, verifieert de aangiften met de onderliggende handelsdocumenten en checkt waar mogelijk transacties achteraf in de administraties van de bedrijven. Valt de stabiliteit van de achterliggende opdrachtgever in de aangiftebehandeling niet met zekerheid te achterhalen, dan vindt controle plaats in de logistieke stroom.
Van risicogericht naar compliancegericht toezicht
De inzet van innovatieve (informatie-)technologie alleen is echter niet zaligmakend. Om bij de voorziene ontwikkeling van het wereldwijde goederenverkeer de fiscale en niet-fiscale belangen van de samenleving te kunnen blijven beschermen, maakt de Douane ook slim gebruik van het fenomeen Authorised Economic Operator (AEO). Bij dit certificeringstelsel kan een bedrijf de AEO-status verwerven, als de Douane voldoende vertrouwen heeft in zijn interne beheersingssystemen en controlemechanismen. Het AEO-certificaat levert de houder, conform de EU-uitgangspunten, bepaalde douanefaciliteiten op. Zo kan de Douane de goederen van deze in beginsel bewezen betrouwbare marktpartij feitelijk ongemoeid laten. De dienst kent de bedrijfseigen procedures, wat iets zegt over de wijze waarop met de verplichtingen rondom de goederen zal worden omgegaan. Alleen de naleving van die procedures moet worden gemonitord: doet de onderneming wat ze heeft beloofd? Daarom gaat de Douane bij de AEO toe naar een andere vorm van toezicht. In principe worden alleen steekproefcontroles in de logistieke en bedrijfsprocessen uitgevoerd, om te beoordelen of de onderneming doet wat ze behoort te doen. Een vorm van systeemgericht toezicht – een accountancy-achtige benadering van de bedrijfsbeheersingssystemen – die mondiaal in toenemende mate wordt toegepast. Daarnaast verricht de Douane periodiek steekproeven in de vorm van zowel fysieke als administratieve controles. Er wordt daarvoor een model op hoofdzakelijk mathematische grondslag uitgewerkt, dat ervoor zorgt dat alle AEO-bedrijven naar rato evenveel worden geraakt door deze onderzoeken. In z’n automatisering zet de dienst vervolgens in op de detectie van afwijkingen – big data analyses – van het reguliere proces binnen de betrouwbare goederenstroom. Zo’n signaal is het sein om in overleg te gaan, of om toch tot controle over te gaan. De uitkomsten van deze controles gebruikt de Douane om de betrouwbaarheid van een bedrijf te valideren, dan wel te hervalideren. Deze waarnemingen behoren te bevestigen dat de beheersing van de bedrijfsprocessen toereikend is. De goederen van een AEO-bedrijf hoeven niet langer aan de grens te worden geïnspecteerd, tenzij er sprake is van een directe dreiging. De Douane controleert op meer logische momenten en plekken in de keten, bijvoorbeeld ter bestemming. Als regel wordt iedere AEO’er op dezelfde manier behandeld, met betrouwbaarheid en compliance als uitgangspunten. Deze hele trend zorgt voor een mindshift binnen de Douane: een ambtenaar gaat niet langer bij een AEO-bedrijf langs om te kijken of dingen fout gaan,
maar om te bezien of nog steeds alles goed gaat – of de onderneming nog in control is. De dienst transformeert dus van risicogericht naar compliance-gericht toezicht. Dit draagt bij aan de voorspelbaarheid in het logistieke proces – een groot goed voor een flink deel van het bedrijfsleven.
Voordelen van vooraf aangifte
Ook in het documentaire traject zijn voordelen te behalen dankzij het AEO-certificeringstelsel. Omdat de Douane goed contact heeft met AEO-bedrijven, kan met hen de afspraak worden gemaakt dat zij hun aangiften eerder indienen. Het nieuwe aangiftesysteem van de Douane – AGS – biedt de mogelijkheid van zogenoemde vooraf aangifte: voordat de goederen zijn aangebracht kan al aangifte worden gedaan. Het systeem kan daardoor in een vroeg stadium toetsen of aan alle technische acceptatie-eisen is voldaan. De controle start dus al, zodra de goederen onderweg zijn naar de EU. Zo nodig kan de Douane een risicoanalyse op de data loslaten, of onderliggende bescheiden opvragen ter verificatie – alles vooruitlopend op de aankomst van de goederen. Op die manier wordt voorkomen dat verderop – in de fysieke stroom – oponthoud ontstaat.
Optional dual filing
In het ontwerp van de nagestreefde gelaagde handhaving van de Douane werd de generieke stroom goederen van bekende en betrouwbare marktpartijen vervat in een groene balk (zie infographic onderaan dit artikel). Vanzelfsprekend is de bedoeling dat deze tranche in de loop der jaren verbreedt, ten koste van de eerdergenoemde blauwe stroom. Hiertoe ontplooit de Douane verschillende initiatieven, in samenwerking met het bedrijfsleven. Om allerlei redenen onderkent de dienst de eigenaren van vervoerde goederen nu vaak niet als een AEO-gecertificeerd bedrijf. Bijvoorbeeld omdat de informatie over goederen bij binnenbrengen worden verstrekt door een rederij. Deze werkt in opdracht van logistiek dienstverleners, die op hun beurt zijn ingeschakeld door importeurs. Ten gevolge van allerlei commerciële overwegingen geeft de logistiek dienstverlener de namen van zijn klanten niet door aan de rederij. Het gevolg hiervan is, dat deze op de veiligheidsaangifte de logistieke dienstverlener als geadresseerde vermeldt. Maar de Douane gaat het nu juist om de betrouwbaarheid van de achterliggende bedrijven; die beheren immers de inhoud van de container. Het komt dus voor dat een container wordt geselecteerd voor controle, terwijl de inhoud toebehoort aan één of meerdere
importeurs die AEO-gecertificeerd zijn. Simpelweg omdat de Douane dit op het moment van selectie niet weet. Hiervoor heeft de dienst onlangs een oplossing bedacht in de vorm van optional dual filing. Het betreft een extra bericht in het douanesysteem voor binnenbrengen, waarin de logistiek dienstverlener zijn opdrachtgevers kan opvoeren, of een andere partij in de keten die extra informatie over de zending beschikbaar heeft. De Douane kan dit bericht zien, maar de rederij niet: for Customs' eyes only. Zo heeft de Douane nog een middel in handen om de groene goederenstroom uit te breiden. Bij binnenbrengen en uitgaan heeft de dienst te maken met het fenomeen douane-expediteur. Deze dient aangiften in namens een achterliggende partij – een van de tienduizenden im- of exporteurs in Nederland of elders binnen de Europese Unie; bedrijven die natuurlijk lang niet allemaal de AEO-status hebben. Maar van douane-expediteurs die over een AEO-certificaat beschikken, mag worden verwacht dat zij hun klanten kennen en hen screenen volgens de AEO-normen. Dit maakt dat zij voor wat betreft hun betrouwbare of gescreende opdrachtgevers kunnen instaan voor de kwaliteit van de informatie in de aangifte. En als de Douane dat soort aangiften al wil controleren, dan gebeurt dit bij voorkeur als controle na invoer of uitvoer bij de opdrachtgever. Douane-expediteurs kunnen echter ook opdrachtgevers hebben die zij niet kennen. Die vallen nadrukkelijk onder het risicogerichte controleregime van de blauwe logistieke stroom. De expediteur kan zelfs een signaal afgeven, als er naar zijn oordeel risico’s kleven aan een zending. Hij wordt dan de oren en ogen van de Douane, en helpt de dienst targets te benoemen binnen de blauwe balk.
‘Blauwgroene’ stroom
Bij de monitoring van een AEO-gecertificeerde marktpartij kan het uiteraard voorkomen dat de Douane onvolkomenheden vaststelt. In serieuze gevallen verschuift de onderneming in kwestie tijdelijk als het ware naar een ‘blauwgroene’ stroom, en gaat ze een traject in van intensief toezicht. Een dedicated compliance-ambtenaar begeleidt het bedrijf dan tot het weer voldoet aan de AEO-standaarden die de Douane hanteert. Boekt het onverhoopt niet de vereiste vooruitgang, dan verliest het zijn AEO-status.
Smart & Secure Trade Lanes
Binnen zijn model van gelaagd toezicht onderscheidt de Douane nog een derde, gele goederenbeweging (zie infographic onderaan dit artikel): die van de Smart & Secure Trade Lanes – een concept uit de koker van de Wereld Douane Organisatie. Smart staat voor de kwaliteit van de data, secure voor de fysieke integriteit van de goederenstroom binnen de keten. Het betreft ketens waarvan de Douane elke schakel kent, vanaf dan wel terug tot aan de bron. Bij deze in- en uitgaande stromen kan de dienst zeggen: we know who packed the box. De fysieke veiligheid in zo’n keten is gewaarborgd – bijvoorbeeld door een elektronisch zegel op een container –, evenals de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de data die de betrokken partijen uitwisselen. AEO is immers een wereldwijd concept. Omdat de Douane weet welke eisen elders aan AEO-bedrijven worden gesteld, kan de dienst de certificering van ondernemingen door zusterorganisaties erkennen. Die wetenschap maakt dat in principe kan worden volstaan met één controle van de goederen: bij het inladen van de zee- of luchtvrachtcontainer. De gele stroom komt niet enkel voort uit AEOcertificaathouders uit het groene segment, maar wordt voor een deel ook gevormd door onbekende marktpartijen uit de blauwe balk. Het kan namelijk heel goed voorkomen dat de Douane te maken heeft met een aantal blauwe onbekende exporteurs, maar dat een zending wordt geconsolideerd door een gele gecertificeerde logistieke dienstverlener binnen zo’n trusted trade lane. Die kan instaan voor de goederen, de documenten en de data daaromtrent. Het is aan hem om hier vanuit zijn commerciële belang invulling aan te geven, en aan de Douane om vervolgens te bekijken of hierop faciliteiten kunnen worden verleend. Douane Nederland zet al wat langer fors in op deze ontwikkelingen. Zo participeert de dienst in Europese onderzoeksprojecten als Integrity, Cassandra en Core, waarin opties worden verkend om ketentoezicht op een slimme wijze gestalte te geven. Noemenswaardig in dit verband is bijvoorbeeld de creatie van een dashboard, een monitor waarop alle relevante goederengerelateerde gegevens van iedere speler in een trade lane zijn te vinden. Bedrijven stellen die informatie vrijwillig beschikbaar. Het dashboard bevat technologie om deze data vanuit verschillende bedrijfssystemen op uniforme wijze toegankelijk te maken. Wanneer de Douane die informatie vrijelijk kan raadplegen – en er mogelijk zelfs zijn risicoselectietechnieken op kan loslaten – hoeven beduidend minder aanvullende data te worden opgevraagd bij ondernemers. Zeker als zij door middel van optional dual filing bij hun aangiften kenbaar maken dat de dienst extra gegevens op het dashboard kan bekijken. Verificatie van aangiften krijgt daardoor een totaal
andere dimensie: het kost het bedrijfsleven veel minder tijd en geld, en de Douane ook. Behalve van genoemde datadashboards gaan Douane en bedrijfsleven gebruik maken van zogenoemde business dashboards. Deze geven weer hoe het binnen een bedrijf of keten is gesteld met de kwaliteit van de procesbeheersing (lees: de beheersing van de risico’s). Op die manier kan de Douane zich onafhankelijk van tijd en plaats een beeld vormen van die beheersing, zonder zelf het bedrijf te hoeven bezoeken. Inloggen op het systeem van de betreffende onderneming volstaat. Uiteraard zullen hierover goede afspraken worden gemaakt, in het bijzonder over de beveiliging van het dataverkeer en de te verlenen autorisaties aan douanemedewerkers.
Supply chain security information exchange
Waar genoemde ontwikkelingen in moeten uitmonden, is zogenoemde supply chain security information exchange: een toestand waarin alle vormen van informatie-uitwisseling wereldwijd onderdeel uitmaken van de risicoweging in het controleproces van Douane Nederland. De dienst heeft bijvoorbeeld een verdrag van wederzijdse erkenning met de Japanse douane, wat inhoudt dat elkaars AEO-standaarden als valide worden beschouwd. Als er dan een container van een Japans AEO-bedrijf in Nederland aankomt, kan de Douane de bevindingen van de Japanse collega’s overnemen, en er vanuit gaan dat de goederen en de informatie daaromtrent betrouwbaar zijn. Andersom heeft Douane Nederland de opdracht bij uitvoer de keten veilig te maken. De Douane wil onderzoeken hoe de gele goederenstroom verder kan worden vormgegeven, in samenwerking met de top van het Nederlandse im- en exporterende en logistieke bedrijfsleven – een kleine kopgroep, sterk genoeg om vanuit de eigen verladende of logistieke rol invloed uit te oefenen op de gehele keten. Zoals AEO-bedrijven tijdelijk intensief begeleid worden door een compliance-ambtenaar, krijgen ook marktpartijen die in een Smart & Secure Trade Lane opereren een diepgaande relatie met de Douane. Specialisten op het gebied van logistiek en toezicht bij de dienst onderhouden nauw contact met de compliance en supply chain officers van die ondernemingen, waarbij risicobeheersing in de keten centraal staat. Het gaat er om dat deze bedrijven zich bewust worden van hun commerciële belangen, en hun activiteiten uit eigen beweging afstemmen op het inrichten van smart and secure trade lanes. Wil een onderneming hierin participeren, dan kiest ze bewust voor de gele stroom, en voor innovatie en
onderzoek. De Douane hoeft dan nog slechts mee te kijken in wat er binnen de bedrijfssystemen gebeurt. Ook marktpartijen die zelf wellicht niet in staat zijn voldoende invloed uit te oefenen op een goederenketen, kunnen in de gele stroom terechtkomen. Dit zijn bedrijven die deel uitmaken van een concern. Vaak worden deze nu nog behandeld op het niveau van individuele rechtspersoon, en ondervinden daardoor – cumulatief gezien – veel lastendruk. Door deze ondernemingen te benaderen vanuit de concerngedachte ontstaan overeenkomsten met de eerder beschreven ketenregie, waarbij een benadering vanuit de gele stroom voor de hand ligt. De Douane gaat dit echter alleen doen voor bedrijven die bereid zijn om douane-issues vanuit één centrale plaats binnen het concern te regisseren en mee te werken in de ontwikkeling van smart and secure trade lanes.
Coordinated border management
Cruciaal voor het welslagen van gelaagd toezicht op het goederenverkeer, is dat collega-handhavingsdiensten meegaan in de visie en de operationele aanpak van de Douane. Want pas dan worden de voordelen voor ondernemend Nederland werkelijk voelbaar. In dat geval kan een single window voor de sector handel & transport worden geschapen: een faciliteit voor het eenmalig aanleveren van gegevens door bedrijven, en het hergebruik van die gegevens en het verzenden van één tegenbericht door de overheid. Ook kan dan het onestop-shop-principe worden voltooid: alle toezichthouders doen hun controles op dezelfde logische plek en op hetzelfde logische moment in de transportketen. Zo werken overheidsdiensten gezamenlijk toe naar coordinated border management.
Stip op de horizon
Samenvattend kunnen we stellen dat de Douane een beweging doormaakt richting gelaagde handhaving, met toezicht in een blauwe, een groene en een gele variant. De dienst: • intervenieert in de logistiek, aan de grens, op basis van risicoanalyse in de blauwe goederenstroom, • doet waarnemingen – liefst buiten het logistieke proces – om de juistheid van het handelen te toetsen van marktpartijen in de groene goederenstroom • en werkt aan het veilig maken van complete ketens in de gele goederenstroom. Het succes van dit concept is echter niet alleen afhankelijk van de Douane zelf; het staat of valt evenzeer met de mate van fiducie en inzet van het bedrijfsleven. Het AEO-stelsel bijvoorbeeld stoelt feitelijk geheel op het vertrouwen van marktpartijen. En trusted trade lanes werken alleen, als ondernemers er voor zichzelf pluspunten in zien en op basis daarvan bereid zijn te investeren in innovatie.
Dit is een uitgave van Belastingdienst/Douane Juni 2014