Bestuursverslag 2010
Ambities op de horizon
1
Een persoonlijke kanttekening Dit is het verslag van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland over het kalenderjaar 2010. Ik nodig u graag om te bekijken hoe de stichting en met haar verbonden scholen het vorig kalenderjaar vorm hebben gegeven aan het bereiken van haar doelen en ambities. Op 29 december 2010 overleed Harry Delnooz op 64-jarige leeftijd. Een betrokken onderwijsmens. Hij was de eerste voorzitter van het bestuur van onze stichting. Hij trad aan op 1 juli 2005. Harry heeft zich altijd opgesteld als een bestuurder met een missie: gelijke onderwijskansen voor alle kinderen. Harry, zelf ooit begonnen als onderwijzer, verbaasde zich na 30 jaar nog steeds over het grotendeels klassikaal georganiseerde primair onderwijs. Harry leeft voort in de ambities van de stichting. Hij zou trots geweest zijn op ons nieuwe strategisch beleidsplan. Wel zou hij kritisch zijn op onze financiële resultaten, iets wat voor 2011 dan ook speerpunt nummer 1 is. Een harde voorwaarde voor het realiseren van onze ambities. Een woord van dank past aan alle medewerkers van de Stichting, maar ook allen die op een andere wijze hebben bijgedragen om de kern van de Stichting te realiseren: het aanbieden en verzorgen van kwalitatief hoogstaand onderwijs. Heeft u naar aanleiding van dit verslag nog vragen, stuur dan een mail naar
[email protected]. Zeist, juni 2011 L.W. de Wit voorzitter College van Bestuur
2
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Inhoud 1. Organisatie
4
Interview Jean Lamaison
2. Onderwijskunde en kwaliteit
10
Interview Marjan van den Haak
3. Personeel 4. Huisvesting en Facilitair
14
16 19
Interview Willem Klap
20
Interview Anne-marie Barkhuis
5. Ontwikkelingen
6. Financiën Overzicht scholen
6
22 24
26 30 3
1. Organisatie De Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland verzorgt onderwijs op 24 scholen, verdeeld over 42 locaties. Van deze scholen richten 22 zich op het verzorgen van primair onderwijs. Daarnaast omvat de stichting Praktijkonderwijs Zeist (voortgezet onderwijs) en één school die zich richt op Speciaal Onderwijs (SO) en Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO), namelijk de Van Lieflandschool1 te Zeist. Ook maakt de stichting deel uit van een vijftal samenwerkingsverbanden voor Weer Samen Naar School (WSNS) en één Regionaal Expertise Centrum (REC). Het verzorgingsgebied van alle activiteiten van de stichting strekt zich uit van Veenendaal tot Maarssen.
Het onderwijs dat de stichting verzorgt, is openbaar. En de stichting vindt het belangrijk dat onderwijs voor èlk kind bereikbaar en beschikbaar is. Elke school die onderdeel is van de stichting geeft hier vorm aan door kinderen, ongeacht hun niveau, afkomst of gezin te leren respectvol met elkaar om te gaan. Er wordt kwalitatief hoogwaardig onderwijs geboden, dat aansluit bij de mogelijkheden van elk kind. De scholen van Rijn- en Heuvelland willen kinderen prikkelen om zelfstandig te zijn en hun eigen verantwoordelijkheid stimuleren in een uitdagende leef- en werkomgeving. Daarbij krijgen kinderen de mogelijkheid om verschillende culturen te ontdekken en van elkaar te leren. Het gaat erom de kinderen onze samenleving te laten leren kennen, inclusief de normen en waarden die hierin gehanteerd worden. Elke school en elke leraar van de stichting gaat een peda gogisch partnerschap aan met de ouder(s)/verzorger(s) van de kinderen. Dit pedagogisch partnerschap wordt gekenmerkt door respect voor de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van ouders, kinderen en leraren. 1
4
Van Lieflandschool heet per 26-1-2011 Meerklank.
Pedagogisch partnerschap tussen de ouders, de scholen en leraren betekent ook dat inspraak en medezeggenschap goed geregeld zijn en dat ouderparticipatie prioriteit heeft. Raad van Toezicht In 2010 heeft de stichting een kanteling doorgemaakt naar het Raad van Toezicht model. Daarbij is de bestuurlijke verantwoordelijkheid op 18 november 2010 overgedragen aan het College van Bestuur. Op die datum is de algemeen directeur, de heer De Wit, benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur. De nieuwe Raad van Toezicht bestaat vooralsnog uit vier leden. Twee nieuwe leden, mevrouw Van Gemeren en de heer Bontes en twee leden uit het voormalige bestuur, de heren Tulner en Schoon. De leden van de Raad van Toezicht zijn benoemd na instemming van de gemeente raden, van de gemeenten waar de stichting openbaar onderwijs verzorgt2.
2
De zes gemeenten (Veenendaal, Utrechtse Heuvelrug, De Bilt, Bunnik, Maarssen en Zeist) waar de stichting het openbaar onderwijs verzorgt, houden vanuit hun wettelijke taak toezicht op financiën en de kwaliteit van bestuur en toezicht.
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Het verzorgingsgebied van Rijn- en Heuvelland strekt zich uit van Veenendaal tot Maarssen.
Raad van Toezicht
College van bestuur
GMR
Bedrijfsbureau Directorium Adviserend overleg integrale schooldirecteuren
Gedurende het jaar 2010 zijn diverse voorbereidende werkzaamheden verricht om de kanteling naar het zogenaamde two-tier-model soepel te laten verlopen. Er is onder meer hard gewerkt aan de statuten, het toezichtplan, het governance handboek en de overige noodzakelijke voorbereidingen om de kanteling succesvol vorm te geven. Maar uiteraard gaat ‘tijdens de verbouwing de verkoop gewoon door’. Dat wil zeggen dat thema’s als Passend Onderwijs, de school als maatschappelijk onderneming en intensieve samenwerking met partners ook op de bestuursagenda stonden. Daarnaast heeft de werving plaatsgevonden voor de twee nieuwe leden van de Raad van Toezicht. In 2011 zal de stichting met het nieuwe governance model een nieuwe weg inslaan met nieuwe verhoudingen in het bestuur en het interne toezicht.
Schooldirecteur MR Schoolteam
5
Jean Lamaison, Op Dreef ‘Betere resultaten boeken? Dan moet onderwijs zo ingericht worden dat je tot die resultaten kan komen’ Binnen het nieuwe strategisch beleid van Rijn- en Heuvelland is resultaatgericht werken een van de pijlers. Jean Lamaison, directeur van de veelkleurige basisschool Op Dreef in Zeist, licht toe wat dat in de praktijk inhoudt. Lamaison: ‘Het is natuurlijk best wel een hoogdravende uitspraak als je zegt: wij zijn zó ambitieus dat we 10 procent boven de inspectienorm willen zitten. Dat betekent dat onderwijs zo ingericht moet worden dat je tot die resultaten kan komen. En dat varieert van je richten op de leerlingen, je richten op de leraren en ook richten op omgeving. Bijvoorbeeld stakeholders, direct en indirect betrokkenen, en met name ook ouders ’. Het realiseren van betere resultaten hangt ook samen met de andere ambitielijnen binnen Rijn- en Heuvelland. Het ‘werelds leren’ leidt volgens Jean Lamaison ook logischerwijs tot meer nieuwsgierigheid en motivatie. Mondige kinderen ‘Wereldburger zijn, dat heeft vooral te maken met kinderen voorbereiden op, zoals wij noemen, twenty first century skills. Je moet kinderen voorbereiden op de maatschappij van morgen. En dat is niet alleen ICT-gerelateerd, maar het gaat ook om mondigheid. Niet alleen ín de school lesgeven, maar ook daar buiten. Dus je moet ook de omgeving daarbij kunnen betrekken.’
6
‘Ik vind een van de sterkste dingen van onze stichting bijvoorbeeld het project 10-14. Daar worden kinderen aangesproken op hun ideale leerstijl. Die leren door doen en die krijgen de mogelijkheden aangeboden om eindtermen, kerndoelen te halen binnen de leerstijl. Dus dat betekent dat er heel veel omzettingen zijn; je werkt niet meer met methodes. Je gaat echt uit van: aan het eind moeten ze dat bereikt hebben en je geeft ze de kans om binnen hun eigen leerstijl dat ook te bereiken. Dat is zo krachtig en zo anders dan het vroegere leerstof-jaar-klas-systeem, daar zit een wereld van verschil tussen. En het bereidt de kinderen veel beter voor op de maatschappij waar ze zich in moeten redden. Het geldt dus echt voor alle niveaus, dus voor minder vaardige kinderen tot onze hoogvliegers, onze hoogbegaafden.’ ‘Als je werkt met ontwikkelprofielen voor kinderen, kun je dat als leraar ook heel goed volgen, kun je daar op sturen. En als je daar op stuurt, ligt mijn aandacht voornamelijk op faciliteren: zorgen dat ze de ruimte hebben om zich binnen Rijn- en Heuvelland optimaal te ontwikkelen.’ In de tijd weggezet Resultaatgericht werken, dat wil iedereen wel. Maar hoe voer je zoiets in? Jean Lamaison legt uit: ‘We hebben eerst een aantal “grote termen” genomen zoals toekomstgericht, ontwikkelingsgericht. Dat hebben we verfijnd naar daadwerkelijke items. En die items ook in de tijd weggezet, dus bijvoorbeeld
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
vastleggen wanneer iedere school een leerlingenraad moet hebben; of het bereiken dat elke leerling minimaal 50% van zijn leertijd met ICT-middelen werkt. Dat betekent dat we onze doelen stellen binnen de stichting, maar dat je ook zorgt dat je als school de omgeving creëert waarin je dat voor elkaar krijgt’. ‘Elke school moet natuurlijk toch zorgen dat die z’n plek vindt in de grote organisatie, maar Rijn- en Heuvelland zorgt er wel voor dat je je gesteund voelt in alle zaken waarvan jij denkt: dáár zit ontwikkeling in. Bijvoorbeeld de Rijn- en Heuvelland Academy (zoals ik die noem) is in feite datgene wat veel onderwijsinstellingen nog niet hebben: een in-company training voor alle doelen die we onszelf gesteld hebben. Daar kun je mensen van buitenaf voor inhuren, maar het zou ook best kunnen dat in de grote organisatie van Rijn- en Heuvelland expertise zit die je aan kunt wenden om in-company training voor elkaar te krijgen’.
Omschakeling in denken ‘Er wordt heel veel gezocht naar: dat zou je eens moeten proberen. Bijvoorbeeld het gebruik van Engels als tweede taal. Wij zeggen: dat willen we in 2014 gewoon stichtingbreed ingevuld hebben. Het gebruik van IPC, International Primary Curriculum, is eigenlijk een vorm van wereldverkenning. Met name de mensen in de onderbouw, de kleuterjuffen, worden daarmee helemaal happy, want die vinden namelijk dat in de midden- en bovenbouw met veel te veel vakken gewerkt wordt. Het International Primary Curriculum gaat uit van thema’s die helemaal uitgediept worden (geschiedenis, aardrijkskunde, biologie) maar ook gewoon buitenspelen, allerlei zaken die kinderen interesseren die ze kunnen inbrengen in dat thema. Dat is een behoorlijke omschakeling in denken, als je maar elke keer de kerndoelen en eindtermen in de gaten houdt en je core-business (taal, rekenen, lezen) de plek geeft die het verdient, dan kun je daarmee behoorlijk innovatief en ambitieus onderwijs neerzetten, met z’n allen’.
7
Missie, visie en onderscheidingskracht De missie van Rijn- en Heuvelland richt zich op kansen die voor ons liggen, het ontwikkelen van talent en het creëren van maximale mogelijkheden voor iedereen. Het credo waarin deze missie te vangen is, luidt: “Elke dag verleggen we de horizon”
Rijn- en Heuvelland creëert binnen haar regio op innovatieve wijze maatschappelijke waarde voor haar omgeving. Daarbij gaat zij uit van de onbeperkte en grensverleggende mogelijkheden wat betreft onderwijs voor alle kinderen. De scholen binnen de stichting helpen mensen nieuwe kansen te ontwikkelen en uitdagingen aan te gaan. Daarnaast bieden zij de aan hun toevertrouwde kinderen binnen een vernieuwende en inspirerende leeromgeving nieuwe perspectieven voor hun toekomst. Perspectieven die kinderen helpen hun ambities te verwezenlijken en ‘elke dag de horizon te verleggen’. Op weg naar verdere professionalisering Om de missie te verwezenlijken, zijn er in 2010 diverse ontmoetingen georganiseerd met directorium, stafmedewerkers, Raad van Toezicht en GMR om tot strategische speerpunten te komen. Deze bijeenkomsten hebben geleid tot deze strategische speerpunten voor de nieuwe periode van het strategisch beleidsplan:
8
Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs in de regio Rijn- en Heuvelland biedt excellent onderwijs in de regio aan waardoor kinderen hun talenten ontwikkelen en toekomstkansen grijpen. Uitgedaagd door het beste onderwijs, halen kinderen binnen hun eigen onderwijsprofiel maximaal leerrendement. Samen oneindig veel leren Kinderen verhogen hun leerrendement optimaal doordat zij continu gestimuleerd worden veel te leren. Zij groeien op in een omgeving van ontwikkeling en vooruitgang waar ze door hun ouders en begeleiders gezamenlijk gestimuleerd worden hun talenten optimaal te ontwikkelen. Werelds leren De aan Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland toevertrouwde kinderen ontwikkelen zich met behulp van nieuwe technologie. Internationalisering en multiculturele diversiteit zijn daarbij de context om hun creatieve vermogen, communicatieve vaardigheden en toekomstkansen te vergroten.
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Alle scholen hebben een eigen school ondernemingsplan ontwikkeld. Hierin staat hoe iedere individuele school haar marktaandeel kan uitbouwen of behouden en haar aantrekkelijkheid kan vergroten
Maatwerk voor iedereen Rijn- en Heuvelland wil voor een breed publiek aantrekkelijk onderwijs bieden zonder daarbij haar onderscheidend vermogen te verliezen. De stichting wil een duidelijke koers varen die voor elke school helder is. Om dit te realiseren, hebben alle scholen binnen de stichting een eigen schoolondernemingsplan ontwikkeld. In deze schoolondernemingsplannen staat niet alleen het (gewenste) onderwijsprofiel beschreven, maar ook hoe iedere individuele school haar marktaandeel kan uitbouwen of behouden en haar aantrekkelijkheid kan vergroten. Imagobeleid en PR maken een belangrijk deel uit van dit plan. Met nadruk is er bij het opstellen van deze plannen sprake van maatwerk; binnen de openbare stichting is namelijk een gedifferentieerd geheel van scholen aanwezig. De stichting wil graag het beste onderwijs in de regio realiseren en er op die manier voor zorgen dat de voorkeur van ouders en hun kinderen uitgaat naar één van de scholen binnen de stichting.
medewerkers en kinderen, medewerkers onderling en kinderen onderling. Het gaat om ‘onderwijs-ècht-op-maat’ waar elk kind van kan profiteren door in gevarieerde onderwijsleersituaties en heterogene groepen het onderwijs aan te bieden. Rijn- en Heuvellandscholen hebben medewerkers met passie voor het onderwijs. De kinderen en leraren gaan ‘Samen op ontdekking’. En kinderen krijgen de ruimte om invloed uit te oefenen op hun eigen leertraject en leren mede verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen ontwikkeling. Heldere organisatie en voldoende faciliteiten Bij Rijn- en Heuvelland wordt erop gestuurd dat scholen onderwijskundig goed presteren, werken volgens onderwijsvernieuwende concepten, een leerlingvolgsysteem hebben en gericht zijn op een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs.
De kenmerkende aanpak van Rijn- en Heuvelland bestaat onder meer uit betrokkenheid bij alle participanten in het onderwijs, door de heldere omgangsvormen tussen
9
2. Onderwijskunde en kwaliteit Kwaliteitsbeleid: op weg naar het beste onderwijs in de regio Rijn- en Heuvelland wil het beste onderwijs in de regio realiseren. Met het strategisch beleid als uitgangspunt wordt er ingezet op een veilige en uitdagende schoolomgeving voor elk kind en pedagogisch partnerschap, het aangaan van samenwerking met ouders en externe partners zoals scholen voor voortgezet onderwijs, kinderopvang, jeugdzorg, bedrijfsleven, enz. In 2010 is het beleid onderwijscontinuüm vastgesteld. Voor elk kind wordt ingezet op een passend onderwijsaanbod in onze scholen. Dit beleid voorziet bovendien in een verantwoordingskader. Verspreid over de acht schooljaren leveren directeuren op basis van afgesproken toetsen gegevens aan over de opbrengsten va n hun onderwijs. Op deze manier worden resultaten gebruikt om er samen beter van te worden. Vijf scholen doen voor het tweede jaar mee aan een lande lijke pilot over de verbetering van het rekenonderwijs. De Merseberch, Jan Ligthart, de Van Everdingen, Op Dreef en De Koppel werken samen in een driejarig rekenverbetertraject. Meerdere malen per jaar is er een bijeenkomst voor directeuren en rekencoördinatoren waar veel van elkaar
10
geleerd wordt en ook specifieke kennis wordt aangedragen. De eerste resultaten laten een verbetering zien van de rekenopbrengsten in de scholen. In 2011 is het formele traject afgelopen. In 2010 is Rijn- en Heuvelland gestart met een tweetal IB-netwerkbijeenkomsten. Circa 20 intern begeleiders hebben deelgenomen aan voorbereidingen rond de gevolgen van de wet Passend Onderwijs. Samenwerking met OSG Schoonoord verder op weg In 2010 is in de samenwerking met OSG Schoonoord in een volgende fase gekomen. Met leraren uit onze scholen en OSG Schoonoord zijn bijeenkomsten geweest om de samenwerking te verstevigen en inhoudelijke vervolgstappen te zetten. Doel van deze bijeenkomsten was: wederzijdse kennismaking waardoor de drempel om elkaar op te zoeken wordt verlaagd; uitwisselen en bespreken van beelden die over en weer bestaan; basis creëren voor inhoudelijke samenwerking (structureel); verduidelijken van de strategische doelen en de inhoudelijke en operationele winst door de samenwerking.
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Rijn- en Heuvelland wil het beste onderwijs in de regio realiseren. In onze scholen wordt het inrichten van een digitale leeromgeving voor de kinderen steeds belangrijker. Ook op dat terrein willen wij toonaangevend zijn.
De besturen van beide organisaties hebben intussen een samenwerkingsconvenant ondertekend. Een stuurgroep en een projectgroep bereiden de volgende stappen voor. Uiteindelijk leiden die voor ouders en kinderen van schoolverlaters tot de mogelijkheid om op basis van een onderwijskundig rapport van de basisschool zonder toelatingsdrempels in te stromen in OSG Schoonoord. Toonaangevend op ICT gebied In onze scholen wordt het inrichten van een digitale leeromgeving voor de kinderen steeds belangrijker. Dit jaar zijn de laatste scholen van onze stichting voorzien van digitale schoolborden. In alle klassen van de 42 locaties zijn deze borden nu in gebruik. Door enkele ervaren leraren zijn scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor leraren die met de digitale borden en bijbehorende software nog geen ervaring hebben. Op deze wijze van ‘leren van elkaar’ is erg enthousiast gereageerd. Stepco/Schooldesk, onze partner in ICT, is in een werkgroep met directeuren in overleg om na te denken over vervolgstappen in de IT. De virtuele basisschool is hierbij nadrukkelijk in beeld.
Ondernemend in onderwijs In 2010 is een aanvang gemaakt met de voorbereidingen voor de nieuwe beleidsperiode. In enkele inspiratiesessies met alle directeuren zijn de ambities voor de stichting en de scholen geformuleerd en is een conceptplan strategisch beleid opgesteld. In augustus 2010 vond, als afsluiting van deze studieperiode, een Advisory Board plaats. Externe belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers van het ministerie, onderwijsorganisaties en -begeleiders werden geïnformeerd door de directeuren over de toekomstplannen, waarna een interessante terugkoppeling volgde met adviezen om de beleidsvoornemens verder aan te scherpen, dan wel aan te passen. Op basis van het strategisch beleid van de stichting maken de directeuren in 2011 hun schoolondernemingsplan waarin zij schrijven hoe de beleidskeuzes worden omgezet in resultaten in de scholen. De voorbereidingen voor het beleidsplan zijn opgezet in samenwerking met het internationaal georiënteerd ondersteuningsbureau CBE uit Amsterdam.
11
Tevredenheid: meten is weten In een cyclus van minimaal drie jaar worden meningen en suggesties van de meest betrokken partijen rond de school gemeten. De resultaten die uit deze meetmomenten naar voren komen, worden gebruikt om het schoolbeleid te toetsen, aan te scherpen of aan te passen. In 2010 hebben 11 scholen deelgenomen aan het oudertevredenheidonderzoek. De gemiddelde respons was 33,5 %. De ouders gaven de scholen een gemiddelde score 7,3. Een hoge score van 7.85 was er voor Meerklank (voorheen de Van Lieflandschool). Meer dan 60% van alle deelnemende ouders in onze stichting vindt dat hun kinderen met plezier naar school gaan. De hygiëne en de verkeersveiligheid rond de school zijn thema’s die stichtingbreed extra aandacht vragen.
uit Veenendaal hun school hoog waarderen met een 8,54. Achtbaan, locatie ‘t Kofschip, eveneens uit Veenendaal scoort met 8.92 ook hoog. Verder waren er 16 scholen die de tevredenheid van hun personeel hebben gemeten. De gemiddelde score van deze scholen bedroeg een 7,5. Het team van De Triangel uit Maarssen scoorde het hoogst, zij gaven hun school een 8.10. In 2010 hebben 554 schoolverlaters uit groep 8 deelgenomen aan een onafhankelijk schooleindonderzoek. Voor 392 kinderen was dat de Citotest; 162 kinderen hebben de Nio-test of het drempelonderzoek gemaakt. Op basis van deze testen is in de grafiek aangegeven naar welke vorm van voortgezet onderwijs de leerlingen van groep 8 zijn uitgestroomd.
Een opvallend hoge score gaven de ouders van de Bongerd in Odijk; zij gaven hun school een 8.34. In 2010 namen 9 scholen deel aan de kindertevredenheidpeiling. De kinderen uit de groepen 5 t/m 8 gaven hun school gemiddeld een 8, waarbij de kinderen van Het Mozaïek
12
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Praktijkonderwijs Zeist Totaal verlieten 23 leerlingen Praktijkonderwijs Zeist. Tien leerlingen gaan naar het vervolgonderwijs via het ROC, 1 leerling naar Rec4, 9 stromen door in het bedrijfsleven en 3 leerlingen gaan naar de dagbesteding. Meerklank (voorheen Van Lieflandschool) In 2010 hebben 16 leerlingen de Van Lieflandschool verlaten; 12 leerlingen stroomden uit naar de dagbesteding, 3 richting het arbeidsproces en 1 naar de sociale werkplaats. Inspectietoezicht Het bestuur van onze stichting is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt namens de overheid toezicht op de resultaten van het onderwijs. Jaarlijks overlegt het bestuur met de inspectie voor het basisonderwijs met behulp van een risicoanalyse welke scholen bezocht en beoordeeld worden. De inspectie beoordeelt de leerresultaten van scholen en kijkt vooral naar de opbrengsten voor taal, rekenen en (begrijpend) lezen. De leerresultaten van scholen zijn echter zeer gevarieerd en veel breder dan de inspectie beoordeelt.
In 2010 bezocht de inspectie twaalf scholen van onze stichting. Voor Het Mozaïek, De Tweesprong, Daltonschool Maarssen, Het Spoor, Van Dijckschool, Van Everdingen, De Kievit en de VSO van Meerklank is een basisarrangement afgegeven. Dit houdt in dat deze scholen over vier jaar weer worden bezocht. Voor Achtbaan en Montessorischool Den Dolder is een aangepast arrangement afgegeven. De inspectie komt bij hen over twee jaar terug. Meander en de SO Meerklank voldoen uiterlijk in 2011 aan de gestelde inspectie-eisen. 10-14 Talentgericht onderwijs voor doeners In augustus 2010 is het tweede leerjaar van 10-14 van start gegaan; een voorziening voor onderwijs voor doeners van 10-14 jaar, geïnitieerd door Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland (PO) en de CVO Groep (VO). De uitgangspunten zijn: Talentrijk onderwijs: leren en ontwikkelen vanuit je talenten; Leren door doen: je de leerstof eigen maken door te beleven en te bewegen; Samenwerken: je hebt elkaar nodig en samen weet je meer; Binnen en buiten leren: overal kun je leren en ontdekken;
Uitstroom naar schooltype
3 70
209
554
117
155 Praktijkonderwijs VMBO gemengd + K VMBO theoretisch HAVO
Reflectie, waardering en reacties van jezelf en een ander versterken je leren. Talentrijk onderwijs is een belangrijk vertrekpunt van 10-14. Om de aangeboren begaafdheden van kinderen tot wasdom te laten komen, is talentontwikkeling onontbeerlijk. Motivatie, leerdoelen en passie zijn hiervoor de motoren. Zowel bij leraren als bij kinderen.
De eerste onderwijsresultaten zijn zeer positief en ook de ouders geven aan dat zij hun kind zien groeien en ontwikkelen. CPS (Christelijk Pedagogisch Studiecentrum) monitort het project en doet onderzoek naar de resultaten. In oktober 2010 schreven zij in hun publicatie ‘Ieder talent telt’: “Ouders noemen meermaals aspecten als: aandacht voor het kind, gezien worden van het kind en zijn/haar talenten en het onwankelbare vertrouwen van de docent in de ontwikkeling van kinderen. Zij benadrukken dat de andere manier van leren heeft geleid tot meer zelfvertrouwen bij de kinderen, meer vertrouwen om te exploreren.” 10-14 blijkt een waardevolle aanvulling op bestaande onderwijsvormen en onderwijsorganisaties, waarbij zowel de sociaal-emotionele als de cognitieve ontwikkeling een sterke impuls krijgen.
VWO
13
Marjan van den Haak, Praktijkonderwijs Zeist ‘De hele wereld is een speelveld om te leren’ ‘We worden wereldburger, dus de hele wereld is een speelveld om te leren. Ieder kind heeft talenten en die talenten gaan we aanspreken. En we zorgen dat kinderen kunnen gaan leren, mogen leren en trots zijn op zichzelf. Wij willen dat leerlingen zelfbewuste burgers worden en gewoon een onderdeel worden van deze maatschappij’. Aan het woord is Marjan van den Haak, directeur van Praktijkonderwijs Zeist. Dat is een school voor voortgezet onderwijs, gericht op speciale doelgroepen. Maar de strategische uitgangspunten die zij hanteert, worden toegepast op het beleid van alle Rijn- en Heuvellandscholen. Dus voor alle kinderen. Marjan van den Haak: ‘Dat betekent dat we kinderen steeds net iets hoger aanspreken dan waar ze zelf denken dat ze uit kunnen komen. Dus ze gaan reiken naar hun plafond. Dat betekent dat we kinderen die denken dat ze iets niet kunnen, steeds iets optillen waardoor dat ze toch blijken het wel te kunnen. We gaan zoeken bij kinderen: waar ben jij nou goed in? Je talent ontdekken. Bijvoorbeeld bij houtbewerking: er zijn kinderen die misschien niet zo heel goed kunnen rekenen, maar op het moment dat ze iets moeten opmeten van hout dan wel heel goed kunnen optellen en aftrekken op dat moment. Ze blijken dan gouden handjes te hebben en prachtige producten te kunnen maken. Dus misschien kunnen ze in de meubelmakerij terecht komen...’ ‘Wij zeggen ook: je zet een kind niet vast. Je geeft een kind ruimte, je biedt kansen. En door de kansen te bieden, leert een kind zichzelf om die te grijpen. En dat wil je natuurlijk ook meegeven voor later’.
14
Zelf leren sturen De scholen van Rijn- en Heuvelland hebben in de visie van Van den Haak een duidelijk onderscheidend vermogen. ‘Een Rijn- en Heuvellandschool biedt kinderen meer dan onderwijs alleen. Wij bieden kinderen meer dan een methode volgen waardoor je iets leert, maar we bieden kinderen de kans om een wereldburger te worden. En we bieden kinderen ook de kans om hun eigen leerstijlen te ontdekken. Om te weten: hoe leer ik nou het beste en hoe kan ik alle stof omzetten in mijn eigen leerstijl? En hoe kan ik zelf leiding gaan geven aan mijn eigen ontwikkeling. Dus niet langer volgen wat de meester of de juf zegt, maar vooral zelf sturing gaan geven aan zo’n proces. Kansen krijgen. En wat wij noemen: eigenaar worden van je eigen leren, van je eigen ontwikkeling. En dat geldt ook wat mij betreft niet alleen voor kinderen en voor jongeren, maar ook voor medewerkers. Dit betekent dus dat we niet proberen mensen zo lang mogelijk op een vaste plek te hebben, maar steeds kijken: Wie ben jij? Waar zit jij? Wat kan jij? en Hoe ga jij je route lopen met mijn steun’. Het vernieuwde beleid binnen Rijn- en Heuvelland houdt ook voor Marjan van den Haak grote veranderingen in. ‘Het betekent vooral dat ik de kans krijg dat wat ik nastreef, ook nu werkelijk uit kan gaan voeren, met steun van het bestuur. Dat betekent dus dat ik de kans krijg om allerlei vernieuwingen door te voeren, bijvoorbeeld qua ICT. De tijd dat je op een voortgezet onderwijsschool een ICT-lokaal had waar je een uur ICT per week kreeg, is wat mij betreft voorbij. Wij moeten gewoon onderwijs bieden met moderne media. Daar heb je dus een flexibele
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
onderwijsvorm voor nodig. Daar heb je voor nodig dat je door de hele school op allerlei plekken met moderne media kunt werken. En dat betekent dus dat ik gewoon een moderne school kan zijn in deze tijd, die kinderen onderwijs kan geven vanuit hun eigen interesses en vanuit hun eigen omgeving. Dat vind ik heel prettig, want onderwijs volgt vaak de maatschappij. Ik krijg nu de gelegenheid om vooraan mee te lopen of voorop te lopen in de maatschappij. En ook de jongeren op deze school krijgen die kans. Daar kunnen ze trots op zijn’. De ramen gaan open Het nieuwe beleid geeft Marjan de mogelijkheid om ook haar persoonlijke ambities waar te maken. ‘Dat betekent dus dat wat ik toch al wilde, wat ik toch al vond, nu werkelijkheid wordt. Dat jongeren belangrijk zijn met hun toekomst, ouders een belangrijke
partner zijn, partner-scholen, partner-bedrijven: allemaal mogen ze iets zeggen over onze kwaliteit. Ze mogen meepraten als stakeholders over het resultaat dat ik oplever. Daar doe ik het voor. Uiteindelijk gaat het mij niet om de verantwoording die ik moet afleggen aan het Ministerie van Onderwijs; natuurlijk moet dat ook kloppen, maar het gaat er nu vooral om dat jongeren die ik aflever op de arbeidsmarkt ook daadwerkelijk van meerwaarde zijn voor die werkgever. Dat kan ik bereiken door die werkgever ook te betrekken bij mijn school en mij zelfs als school bij die werkgever neer te zetten. Dus de muren worden dunner, de ramen gaan open en wij kunnen in de wereld onderwijs geven en daar biedt het strategisch beleidsplan van Rijn- en Heuvelland zeker ruimte aan’.
15
3. Personeel In lijn met ons motto ‘Elke dag verleggen we de horizon’ streeft Rijnen Heuvelland naar een continue ontwikkeling van competenties van zowel leerlingen als professionals. Hierbij werkt de stichting bewust aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie. Binnen ons personeelsmanagement richten we ons op ontwikkeling en verbetering van de medewerkers, zodat zij optimale ondersteuning kunnen bieden aan de ontwikkeling van talenten van kinderen.
Wij werken bewust aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie. Er wordt nadrukkelijk gestuurd op ontwikkeling en verbetering van de medewerkers, zodat zij optimale ondersteuning kunnen bieden aan de ontwikkeling van talenten van kinderen.
16
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Rijn- en Heuvelland vindt het belangrijk zorg te dragen voor een goede koppeling tussen onderwijs, kwaliteit en personeelsmanagement. De stichting wil vooral door middel van een boeiend en bindend HRM-beleid een aantrekkelijke werkgever zijn voor de professionals die hun loopbaan in het onderwijs vormgeven. Strategisch Beleid en Human Resource Management Human resource management is een stevig thema binnen het strategische beleid van Rijn- en Heuvelland. De ambities op het gebied van onderwijs en zorg zijn groot, en dat veronderstelt bekwame leraren, management en staf en overige medewerkers, die duurzaam inzetbaar zijn, competent, betrokken en gezond. Het HR-beleid dient deze duurzaamheid van de inzetbaarheid te stimuleren, maar daarnaast in verband met de ‘war for talent’ ook onderscheidend te zijn van concurrenten en bij te dragen aan een professionele cultuur. In 2010 hebben we vorm gegeven aan het transitie programma Rijn- en Heuvelland als stichting voor ondernemende scholen’. Resultaat van dit programma is het strategisch beleidsplan voor de planperiode 20112015. Binnen het transitieprogramma is aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Governance; Organisatiemanagement en verandering; Leiderschap; Innovatie; Leading through trust; Innovation and professional learning culture.
Er zijn diverse belangrijke maatschappelijke, economische en onderwijskundige ontwikkelingen in kaart gebracht die effect hebben op de maatschappelijke vraag naar het onderwijs dat wij verzorgen. Deze ontwikkelingen zijn hierdoor tevens van invloed op het te ontwikkelen HRM-beleid. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om globalisering, internationalisering, Nederland als kennisland, sociale c ohesie en burgerschap, multimediale technieken, zorgplicht en passend onderwijs, maatschappelijk ondernemen. In 2011 zal de omslag naar Human Resource Management geconcretiseerd worden. Een belangrijk fundament wordt gevormd door de thema’s: optimaal presteren: op naar excellence life long learning continue innovatie maatschappelijk ondernemerschap, met daarin vervat de thema’s verantwoording en maatschappelijke waarde aantrekkelijk werkgeverschap. Tevredenheid van medewerkers Onze medewerkers waarderen hun baan gemiddeld met een 7,6, maar zijn ontevreden over de werkdruk. Op andere fronten zijn de resultaten vatbaar voor verbetering (loopbaanmanagement, inwerken nieuwe collega’s, interne communicatie, besluitvorming, ICT, reiskosten en relaxruimte in de pauze). Personeelsbestand Ons personeelsbestand laat een aantal uitdagingen zien. Zo is in totaal slechts 18,6% van het totaal aan onderwijzend personeel een man. Dit is een verhouding die het
17
onderwerp van feminisering van het onderwijs ook bij de stichting onder de aandacht brengt. De samenstelling van ons personeelsbestand laat zien dat 61,3% van het Onderwijzend Personeel ouder is dan 45 jaar. Ook bij onze organisatie lijkt de verhouding tussen oudere en jongere leerkrachten uit balans. De gemiddelde leeftijd van directie en leraren is met 46,2 jaar hoger in 2009-2010 dan het landelijke beeld (43,2 jaar). Bij ons werken meer mensen parttime dan landelijk (53% versus 49% in 2009-2010). Opvallend is dat onze stichting aanmerkelijk meer vrouwen in het management heeft dan landelijk te zien is. Functiemix In 2010 is gestart met de implementatie van de functiemix. Er zijn in samenspraak met de GMR functiebeschrijvingen opgesteld voor de functies leraar LB primair onderwijs en leraar LC speciaal onderwijs. Per augustus 2011 wordt de eerste tranche leraren benoemd in deze functie. Samenstelling personeelsbestand In onderstaande tabellen zijn het totaal aantal medewerkers en fte medewerkers weergegeven in de verhouding man/vrouw.
Totaal aantal medewerkers in dienst per
Ziekteverzuim Het verzuimpercentage was in 2010 iets hoger dan in het jaar ervoor. Het verzuimpercentage bleef met 5,7% ruim onder het laatst bekende landelijk gemiddelde verzuimpercentage in het basisonderwijs (6,0% in 2009). De verzuimfrequentie is ten opzichte van 2009 licht gedaald naar 1,17.
31-12-2010
31-12-2009
Aantal mannen
97
100
Aantal vrouwen
483
504
Totaal
580 604
Totaal aantal fte in dienst per
18
Het totaal aantal medewerkers op 31 december 2010 is afgenomen met 24 medewerkers. Het totaal aantal fte’s op 31 december 2010 is ook afgenomen. Het totaal aantal vrouwen kent een grotere krimp dan het totaal aantal mannen. Verder is opmerkelijk dat binnen alle functiecategorieën het aantal vrouwen groter is dan het aantal mannen. Het merendeel van de leraren behoort tot de leeftijdscategorie vanaf 45 jaar. Binnen de categorie directie behoort het merendeel tot de leeftijdscategorieën 35 tot en met 59 jaar. Opvallend is dat de verdeling binnen deze categorieën gelijkmatig is. Binnen de categorie OOP behoort het merendeel van de medewerkers tot de leeftijdscategorie 25 tot en met 54 jaar.
31-12-2010
31-12-2009
Aantal mannen
77,32
76,53
Aantal vrouwen
317,24
331,05
Totaal
394,57 407,58
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
4. Huisvesting en Facilitair Rijn- en Heuvelland heeft het principe dat een schoolgebouw een uitstraling moet hebben die het voor de leerlingen, ouders en werknemers prettig maakt om in te verblijven. De stichting heeft diverse werkzaamheden uitgevoerd om dit te realiseren.
Onderhoud Onderhoud van de scholen is een doorlopend proces. De staat van de gebouwen is goed te noemen. De scholen die betrokken zijn bij nieuwbouwplannen, zijn niet opgenomen in de meerjaren onderhoudsplannen. Frisse scholen Scholen in het primair- en voortgezet onderwijs hebben in 2009 aanspraak kunnen maken op extra financiële ondersteuning voor het opknappen van hun gebouwen. Dit geld kan worden gebruikt voor het verbeteren van de ventilatie en energiebesparende aanpassingen aan schoolgebouwen. In 2010 zijn de eerste stappen gezet in de uitvoering. Hierbij valt te denken aan het aanbrengen van energiezuinige verlichtingsarmaturen en dubbel glas. De projecten hebben een uitloop naar 2011. De Meent in Maarn heeft in 2010 een flinke opknapbeurt gehad. Dit om de school een frisse uitstraling te geven. De lokalen zijn geschilderd en de gemeenschappelijke ruimte heeft een nieuwe uitstraling gekregen. Drie scholen zijn voorzien van nieuwe CV-ketels. Uiteraard zijn hier hoogrendementsketels geplaatst. Inkoop Op facilitair gebied hebben we de afgelopen jaren gekeken welke inkoopprocessen centraal ingekocht kunnen worden. In 2010 is dit proces ook voortgezet.
Schoonmaak Ook in 2010 is de schoonmaak uitgevoerd door Hago. Kwaliteitsbeoordeling wordt uitgevoerd door Verhoeven & Partners. Deze technische kwaliteitsmetingen resulteren in managementinformatie over het schoonmaakproces. Bij het dagelijks onderhoud wordt 90% van de scholen beoordeeld met een voldoende of ruim voldoende. Bij het periodiek onderhoud ligt dit percentage op 65%. Het periodiek onderhoud blijft een punt van aandacht. In het overleg met Hago zal hier nadruk op worden gelegd om het kwaliteitsniveau te verbeteren. Beveiliging Eind 2009 is een contract afgesloten met Schipper Security voor het totaalpakket van de beveiliging (alarmmeldingen, opvolgingen en onderhoud). Doordat de organisatorische en elektronische maatregelen op elkaar zijn afgestemd is de implementatie in 2010 goed verlopen. Brandbeveiliging In het kader van brand veilig gebruik van onze gebouwen, voert de brandweer jaarlijks inspecties uit. Vastgesteld is dat de scholen voldoen aan de gestelde eisen. Safety fire heeft alle scholen voorzien van een logboek waarin brandblusmiddelen, noodverlichting, BHV en ontruimingstekeningen zijn opgenomen. Speeltoestellen De veiligheidsinspecties worden uitgevoerd conform de normen en richtlijnen van de Nederlandse- en Europese wetgeving. Van alle speeltoestellen worden digitale logboeken bijgehouden, waardoor direct inzichtelijk is wat de inspectieresultaten zijn. 19
Willem Klap, ’t Palet ‘Ik beloof de ouders visie. Die visie reken ik af bij de deur.’ Willem Klap is directeur van ’t Palet, een grote openbare basisschool in Maarssen, met vier vestigingen. Toekomstgericht onderwijs is volgens hem niet alleen een kwestie van veel computers neerzetten. Het is een mindset, zegt Klap. ‘Computers, dat is één ding. Dat is eigenlijk ook maar gewoon hardware, gewoon een middel. Maar het is ook een mindset: bedenken dat er ook op andere manieren kennis verworven wordt. Dus niet alleen een schrift. We gaan schriften niet weggooien, we gaan ook geen oude dingen weggooien die we goed hadden, maar het gaat om op een andere manier kijken. Op een andere manier informatie verwerven. Ook kijken of de informatie die je krijgt, wel klopt. Wij hebben een project op school, dat heet: Is dat zo? Je leest iets op internet en je gaat er klakkeloos van uit dat het zo is. Maar het hoeft helemaal niet waar te
20
zijn, want het kan wel geschreven zijn door iemand die er baat bij heeft. Dus de informatie die je krijgt, schift dat nou eens. Wat wij proberen is de wereld van morgen voor kinderen behapbaar te krijgen. En dat is iets wat op school moet gebeuren, want wij doen het acht jaar’. Belofte afrekenen Willem Klap is heel duidelijk als het gaat om de ambities die zijn verankerd in het strategisch beleidsplan van de Rijn- en Heuvellandscholen: ‘Wij willen dingen. Dus ik wil dat een kind die van deze school afkomt goed geëquipeerd is om zijn werk te doen in de toekomst. Dat is een ambitie die ik beloof aan ouders. Dus ik beloof de ouders de visie. Die visie reken ik af bij de deur. Dat kan je hier zien, en over acht jaar kun je het meten aan je eigen kind’. In de leeromgeving die een Rijn- en Heuvellandschool
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Hier komt afbeelding uit film Pietje Puk
Directeur O.S.B. Het Palet
biedt, ontwikkelen kinderen zich anders. Sneller, beter? Willem Klap: ‘Ik denk dat kinderen op een Rijnen Heuvellandschool zich in ieder geval ontwikkelen op een manier die bij hen past. En of dat nou sneller of beter is... Dat kun je niet afdichten, dat is iets wat past bij elk kind. Sommige kinderen gaan snel en sommige kinderen gaan op een andere manier. Maar vergeet niet: ICT is één ding, maar je kan ook goed zijn in muziek of sport. Je kunt je op heel veel manieren ontwikkelen, maar het mooie is als je een ontwikkelingsconcept op een kind toepast wat geen frictie vertoont. En als je dat kind acht jaar meeneemt, dan kan hij het zelf doen. Of in ieder geval er zijn voordeel mee doen op het voortgezet onderwijs’.
‘Leren is leuk. En digitaal leren is ook heel erg leuk. Dus die mensen die van deze school afkomen, die zijn geëquipeerd met heel veel goede vaardigheden en met heel veel lol. Die combinatie maakt dat je na acht jaar van de school afkomt als een goede wereldburger. Dat moet ook, want je moet met iedereen kunnen communiceren, niet alleen met je buurvrouw’.
Lol hebben Bij ’t Palet moeten kinderen zich sterk ontwikkelen, maar volgens Klap vooral ook gelukkig worden.
21
5. Ontwikkelingen Voor de komende periode zijn de onderstaande onderwerpen de belangrijkste ontwikkelingen binnen de stichting.
Strategisch beleidsplan 2011 – 2015; de scholen als maatschappelijke ondernemingen Ter voorbereiding op het strategisch beleidsplan zijn er diverse bijeenkomsten georganiseerd voor directeuren, stafmedewerkers, bestuur en GMR. De ontwikkelfase van het strategisch beleidsplan is afgesloten met een stakeholderscongres in het voorjaar 2011, waarna het plan in de zomer van 2011 gepresenteerd zal worden. Tijdens de scholing voor directeuren maatschappelijk ondernemen is een studiereis gemaakt naar Engeland om te zien hoe ze daar werken. Daarnaast zal in vervolg hierop gewerkt worden aan regionaal partnerschap met een bestuur in North Lincolnshire en uitgewerkt worden tot internationale contacten voor leerkrachten en leerlingen. De eerste scholen zijn gestart met Engels voor kinderen vanaf 4 jaar: ‘Early Bird’. Dit zal de komende jaren verder uitgerold worden over de scholen. Alle scholen van de stichting maken een schoolondernemingsplan waarin de verbinding naar het strategisch beleidsplan wordt gelegd en een gezamenlijkheid voor alle scholen vorm wordt gegeven. Financiële ontwikkelingen De ontwikkelingen voor Passend Onderwijs hebben ook consequenties voor de scholen vallend onder Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland. Meerklank, school voor SO en VSO, is reeds geïnformeerd door het ministerie over de financiële gevolgen van Passend Onderwijs. Daarnaast zijn de financiële consequenties voor de leerlingen met een rugzakje op de reguliere scholen nog niet geheel in beeld. Totaal wordt er uitgegaan van een korting op het budget van minimaal €500.000. Ontwikkeling Onderwijscontinuüm In augustus 2012 treedt de Wet passend onderwijs in werking. Met deze wet geeft het kabinet besturen en scholen de ruimte om onderwijs aan kinderen te bieden dat nauw aansluit op hun mogelijkheden. De versterking van de sa-
22
menwerking met jeugdzorg en jeugdhulpverlening is een belangrijk uitgangspunt. In plaats van de huidige leerling gebonden financiering (“rugzakfinanciering”) komt een flexibele inzet van middelen waarbij scholen aan de hand van hun onderwijszorgprofiel al dan niet middelen krijgen toegekend. Rijn- en Heuvelland heeft zich in het afgelopen jaar voorbereid op de komende wetgeving. Er is beleid beschreven dat uitgaat van een Onderwijscontinuüm voor alle kinderen van de stichting. Binnen dit continuüm hebben alle scholen van de stichting per 1-8-2012 een onderwijsprofiel dat voldoet aan de vereisten vanuit wet- en regelgeving. Bovendien hebben alle scholen per genoemde datum te maken met een “verantwoordingskader” waarin staat beschreven via welke toetsen leerprestaties in kaart gebracht worden. Het verantwoordingskader is gekoppeld aan de monitoring van de leeropbrengsten van de inspectie voor het onderwijs. Naast het vaststellen van de schoolprofielen en het werken met een stichtingbreed verantwoordingskader gaat het Onderwijscontinuüm er voor de stichting van uit dat circa 98% van haar leerlingen “passend” binnen de eigen scholen kan worden bediend. Binnen dit percentage wordt gewerkt in vijf niveaus, waarbij voor circa 8% van de leerlingen gebruik gemaakt wordt van externe deskundigheid naast de groepsleraar. Voor circa 2% van de leerlingen is het niet mogelijk om binnen Stichting Openbaar Onder-
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
De eerste scholen zijn gestart met Engels voor kinderen vanaf 4 jaar: ‘Early Bird’.
Sinds de start van Project ‘10-14’ blijkt dat de motivatie om te leren bij deze kinderen sterk toeneemt.
wijs Rijn- en Heuvelland het Onderwijscontinuüm van een passend onderwijsaanbod te creëren. Het Onderwijscontinuüm met deze verdeling past zowel binnen de PO- als de VO-scholenvan de stichting.
zonder toelatingsdrempels in te laten stromen in OSG Schoonoord.
Balansleren Rijn- en Heuvelland gaat met vijf scholen te De Bilt, Maarssenbroek en Veenendaal, samen met KMN Kind & Project 10-14 Co starten met geïntegreerde curricula voor onderwijs en Bij Project ‘10-14’, talentgericht onderwijs voor doeners, krijgen kinderen in de leeftijd van tien tot veertien jaar on- opvang, Balansleren genaamd. Binnen Balansleren wordt onderwijs afgewisseld met alderwijs aangeboden vanuit de beginselen voor meervoulerlei dagelijkse bezigheden van kinderen buiten school: dige intelligentie en multi level learning. Het is een groep spelen, sporten, eten/drinken, rusten, gamen, knutselen, die hiervoor onvoldoende profiteerden van het huidige muziek maken en luisteren, dansen en lezen e.d. Door op onderwijsaanbod waarin hun praktische talenten onvoleen dag de onderwijstijden te integreren met de dagactidoende benut werden. Bij ‘10-14’ worden kernkwaliteiten bij kinderen aangespro- viteiten ontstaat een gevarieerd aanbod voor kinderen dat ken. Zij leren door te doen hetzelfde (en vaak méér) als in pedagogisch begeleid en ondersteund wordt. Door een zorgvuldige afstemming tussen leraren en begeleiders van bestaande onderwijsvormen. De creativiteit van kinderen de dagactiviteiten krijgen kinderen meer kansen om zich en hun leraren wordt sterk aangesproken. breed en optimaal te ontwikkelen. Sinds de start blijkt dat de motivatie om te leren bij deze kinderen sterk toeneemt. Ouders zien hun kinderen opbloeien. Deze exclusieve vorm van onderwijs voor kinderen met een specifieke leerstijl is in 2009 gestart en heeft zich Personele en financiële dienstverlening in 2010 verder bewezen. In de komende periode zal onderzocht worden om de personele en financiële dienstverlening in eigen beheer uit Samenwerking OSG Schoonoord te gaan voeren. Dit om de dienstverlening naar onze meDe samenwerking met OSG Schoonoord zal verder vorm dewerkers en crediteuren te verbeteren en de kosten naar worden gegeven waarbij leerkrachten en docenten PO beneden bij te stellen. Hierbij wordt ook gekeken naar een en VO inhoudelijk uitwisselen om tot een structurele gezamenlijk servicebureau met KMN Kind & Co. samenwerking te komen. Dit alles om de schoolverlaters
23
Anne-marie Barkhuis, De Breeakker ‘Kinderen leren niet alleen meer uit een boek’ De Breeakker in Amerongen ademt de sfeer van een rustieke dorpsschool. Maar ook op deze Rijn- en Heuvellandlocatie is de innovatiekracht voelbaar. De voorbereidingen voor nieuwbouw zijn in volle gang. En onder een vooralsnog geheime nieuwe naam is de Breeakker straks klaar voor de toekomst, zo vertelt directeur Anne-marie Barkhuis enthousiast. Hoe pakt de strategie van Rijn- en Heuvelland uit voor De Breeakker? ‘Dat pakt uit in heel goede plannen, plannen de toekomstgericht zijn, bijvoorbeeld plannen om in nieuwbouw veel meer samen te gaan werken met peuterspeelzalen en kinderopvang, maar ook bijvoorbeeld met bibliotheek, culturele activiteiten en jeugdhonken om te kijken hoe je onderwijs afstemt op de samenleving en wat daarin gebeurt’. Werken aan competenties De vernieuwingsdrang binnen Rijn- en Heuvelland zorgt ervoor dat traditionele processen doorbroken worden. Barkhuis: ‘Wat er anders gaat, is dat we de samenhang zoeken tussen wat er in de school aangeleerd moet gaan worden aan competenties en vaardigheden, en die koppelen we aan wat buiten in de samenleving gebeurt. Als ik het heb over De
24
Breeakker, ga je ook zien dat we samenwerken met een culturele organisatie, dat we samenwerken met de peuterspeelzaal en kinderopvang om te kijken hoe we goed op elkaar aansluiten. En daarbij zie je dat we erg duidelijk werken met kinderen aan competenties: hoe ga ik leren zelfstandig te plannen, hoe vind ik een oplossing op een vraag die ik zelf heb. Ook die vragen stellen aan kinderen: hoe kan je het antwoord vinden op deze vraag, hoe kan ik je daarbij helpen? Meer coachend bezig zijn, in plaats van alleen maar vertellen hoe dingen in elkaar zitten. Dat zijn dingen die je bij ons terug gaat zien. En dat zie je ook aan de manier waarop wij werken: kinderen leren niet alleen meer uit een boek, kinderen leren geïntegreerd bezig te zijn met een bepaalde opdracht. Gebruik je daar voor niet alleen een boek, maar ook de computer, maar ook een maatje in de klas. Dat maatje kan net even iets meer weten of iets anders weten dan wat je zelf weet. Dat stimuleren is denk ik belangrijk’. Kwestie van bijhouden In de visie van Anne-marie Barkhuis wordt het onderwijs in toenemende mate digitaler. ‘Digitaal is een hulpmiddel om kinderen te leren zelfstandig in deze maatschappij te kunnen staan. Digitaal is niet meer
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
los te denken van wat in deze wereld gebeurt. Ik had pas een kind van twee-en-een-half die al fantastisch uit de weg kon met een iPhone, zonder uitleg. Die vond de apps vanzelf, die vond een spel en die ging er vlekkeloos doorheen. Dat is de ontwikkeling die wij moeten bij zien te houden. Dat is waar de kinderen moeten leren ontwikkelen: hoe ga je daarmee om, met de nieuwe technologie, wat leer je daarvan en hoe gebruik je dat in je onderwijsprogramma? Dat zijn vaardigheden van de toekomst’. Dat wereldse leren, werkt dat ook in Amerongen? ‘Een wereldburger ben je elke dag, door de actualiteit van wat er in deze wereld gebeurt en die daarbij te gebruiken. Wereldburger zijn kinderen al, omdat ze met hun ouders veel verder op vakantie gaan en dingen meemaken die vroeger misschien minder gewoon waren. En wat wij heel duidelijk zien in de wereldburgers, is dat kinderen een tweede taal leren, bijvoorbeeld Engels. Daarmee willen we ook contacten leggen in het buitenland en dat is ook onze wens in deze school, om dat te gaan doen’.
Zelfstandig burgerschap ‘Wat wij extra doen, is kijken: hoe kan je het beste effect bereiken met je onderwijs, wat kan het leerrendement voor kinderen zijn door op school aanwezig te zijn. Dat betekent dat we de onderwijsresultaten volgen van kinderen, in het team, met elkaar. Waar gaat een kind vooruit, waar gaat een kind achteruit, waar moeten we een kind anders ondersteunen. Waar moeten we meer bieden, waar wat minder. En dat in samenhang met het onderwijspakket wat je aanbiedt. En dat gaat niet alleen om lezen en taal, het gaat ook over wereldoriëntatie, het gaat ook om kunst en cultuur. Die combinatie als team aanbieden aan een kind (en dat ook goed volgen en dat bespreken met ouders én kinderen), maakt dat je daaraan kan zien dat we met elkaar bezig zijn kinderen voor te bereiden op deze wereld, maar ook op zelfstandig burgerschap in deze wereld’.
25
6. Financiën
Financieel beleid Het bestuur van de stichting streeft naar een financieel beleid dat aansluit bij de ambities van de organisatie. Hierbij zal te allen tijde een rationele afweging worden gemaakt tussen de kosten in relatie tot terugverdientijd en realiseerbaarheid van het gewenste ambitieniveau. Het gewenste ambitieniveau is beschreven in het strategische beleidsplan van de organisatie waarvan het financiële beleid een afgeleide is. De bestuursvorm van de stichting is gedurende 2010 gewijzigd. Het vorige bestuur heeft haar taken overgedragen aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft hierbij de rol van de interne toezichthouder gekregen. Het financiële beleid is gericht op de continuïteit van (de kwaliteit van) het onderwijs. Daarom dient in dat beleid steeds de balans te worden gevonden tussen eisen die het onderwijs stelt en de inkomsten. De stichting streeft met haar financiële beleid zoveel mogelijk ‘bedrijfseconomische risico’s’ af te dekken, waarvan de grootste risico’s gevormd worden door bedreigingen van de continuering van de bekostiging (als gevolg van overheidsbeleid en dalende
26
leerlingenaantallen) en in mindere mate aan de uitgavenkant (met name voor personeel). De stichting heeft de afgelopen jaren een solide financiële en bedrijfseconomische basis weten te bereiken en heeft voldoende reserves en adequate voorzieningen. Financiële positie op balansdatum De terugloop van het aantal leerlingen maakt dat de personele lasten een steeds groter deel van de jaarlijkse kosten bepalen (circa 80%), waardoor de realisatie van andere strategische doelstellingen mogelijk (financieel) in het gedrang komt. De overheidsvergoeding is gebaseerd op een gemiddelde groepsgrootte van ongeveer 25 leerlingen, een groepsgrootte dat bij een aantal scholen van de stichting niet meer kan worden gerealiseerd. De stichting is dan ook genoodzaakt in 2011 in te grijpen. Naast de personele kosten lopen ook de onderhoudskosten van de schoolgebouwen en schoolmeubilair uit de pas met de vergoedingen van de Rijksoverheid. Ook hier is het financiële beleid van de stichting om het onderhoudsniveau meer op het bekostigings niveau te krijgen, onder
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
De financiële kentallen zijn goed en nog altijd boven signaleringsgrenzen van de Rijksoverheid.
meer door de uitgaven van vervangingen en verbouwingen te spreiden over de langere gebruiksduur. Het jaar 2010 was een in financieel opzicht een uitdagend jaar met name als het gaat om de financiering vanuit de overheid. De bekostiging voor Bestuur & Management is beëindigd per augustus 2010 en uit onderzoeken van belangenorganisaties is gebleken dat de loonkostenstijging door gestegen werkgeverslasten maar gedeeltelijk door de overheid zijn vergoed. Ook de terugloop van het aantal leerlingen (100) zorgt voor een lagere bekostiging. Om weerstand te bieden tegen de dalende inkomsten zonder dat dat kwaliteitsverlies betekent van het aangeboden onderwijs door de stichting, is er door de stichting fors geïnvesteerd. De stichting heeft (eenmalige) uitgaven gedaan voor productontwikkeling (Balansleren en 10-14) en geïnvesteerd in professionalisering van medewerkers. Daarnaast zijn nieuwe samenwerkingsverbanden onderzocht.
overtuiging, zichtbaar worden in de komende jaren en worden verankerd in ons strategisch beleid, onze organisatiecultuur en onze dienstverlening richting onze stakeholders. Kengetallen Ondanks het negatieve resultaat zijn de financiële kentallen goed en nog altijd boven signaleringsgrenzen van de Rijksoverheid. Vorig jaar rapporteerde Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland haar solvabiliteit, rentabiliteit, liquiditeit en de kapitalisatiefactor. Hieraan zijn dit jaar toegevoegd de transactiefunctie en financieringsfunctie. Samen vormen de laatste drie kengetallen een beoordelingskengetal voor de financiële buffer van de stichting. In de bijlagen zijn de financiële kengetallen van de stichting weergegeven. De gerealiseerde niveaus van de kengetallen zijn goed.
De uitgaven voor deze investeringen gaan voor de baten uit. De resultaten van de investeringen zullen, naar onze
27
Balans
31 december 2010
31 december 2009
Activa Vaste Activa Materiële vaste activa
3.795.736
Financiële vaste activa
-
3.434.377
-
Vorderingen
2.812.668
2.101.850
Liquide middelen
1.831.943
4.290.091
8.440.347
9.826.318
Totaal activa
Passiva Eigen vermogen
4.375.030
5.073.970
Voorzieningen
884.883
1.382.439
Langlopende schulden
-
-
Kortlopende schulden
3.180.434
3.369.909
8.440.347
9.826.318
Totaal passiva
Exploitatie
31 december 2010
Begroting 31 december 2010
31 december 2009
Baten Rijksbijdragen
28.777.457
28.445.039
29.615.974
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
458.407
177.584
299.284
Overige baten
999.957
501.257
822.818
30.235.821
29.123.880
30.738.076
Totaal Baten
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal Lasten Saldo Baten en Lasten Financiële baten en lasten Buitengewoon resultaat Exploitatieresultaat
28
24.933.036
23.472.933
25.045.815
608.927
495.422
554.269
1.723.463
2.192.578
2.204.936
3.720.324
3.012.742
3.482.407
30.985.750
29.173.675
31.287.427
749.929-
49.795-
549.351-
50.989
70.000
112.232
- 698.940-
20.205
31.569 405.550-
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
Financiële kengetallen Hieronder wordt de balans en exploitatie in hoofdlijnen weergegeven, waarbij de vergelijkende cijfers van 2009 zijn opgenomen. Kengetallen Kengetal
Solvabiliteit
Waarde 2010
Waarde 2009
Streefwaarde
62% 66%
20%
Eigen vermogen + Voorzieningen/ Balanstotaal
Kapitalisatiefactor
28%
29%
Bovengrens 35%
Balanstotaal / Totale baten
Financieringsfunctie
11% 9%
nvt
11% 11%
nvt
Financieringsbehoefte* x Aanschafwaarde overige MVA/Totale baten
Transactiefunctie Kortlopende schulden /Totale baten
Financiele buffer
7%
9%
5%
Kapitalisatiefactor - Transactiefunctie - Financieringsfunctie
*Financieringsbehoefte = 55%
29
Overzicht scholen Brinnr.
School
04GC
Breeakker
05YA
Kievit
Plaats
Gemeente
SWV
1
Amerongen
Utrechtse Heuvelrug
Veenendaal & omstreken
1
Maartensdijk
De Bilt
De Bilt
05ZW
Meander
2
Leersum
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
08EO
Dolfijn
2
Driebergen
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
08GH
Anne Frank
1
Bunnik
Bunnik
Zorg Gebundeld
09GJ
Bongerd
1
Odijk
Bunnik
Zorg Gebundeld
12CI
Everdingen
2
Bilthoven
De Bilt
De Bilt
12DF
Mozaïek
4
Veenendaal
Veenendaal
Veenendaal & omstreken
12IW
Montessori Z
4
Zeist
Zeist
Zorg Gebundeld
12LK
Van Dijck
1
Bilthoven
De Bilt
De Bilt
12YM
Op Dreef
1
Zeist
Zeist
Zorg Gebundeld
13AN
Achtbaan
2
Veenendaal
Veenendaal
Veenendaal & omstreken
13JT
Montessori DD
1
Den Dolder
Zeist
Zorg Gebundeld
13MO
Triangel
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
13SY
De Koppel
2
Zeist
Zorg Gebundeld
13VD
Dalton
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
13YR
Tweesprong
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
14DF
Het Spoor
2
Zeist
Zorg Gebundeld
Zeist
Zeist
18EA
Kameleon
1
Doorn
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
18JW
De Meent
1
Maarn
Utrechtse Heuvelrug
NIS
18LK
Merseberch
1
Maarsbergen
Utrechtse Heuvelrug
NIS
19TJ
Meerklank
4 Zeist
Zeist
Reactys
23EW
’t Palet
4
Maarssen
Maarssen
Maarssen
26KN
Praktijkonderwijs Zeist
1
Zeist
Zeist
SW 19-1
Totaal
30
Aantal locaties
42
Stichting Openbaar onderwijs Rijn- en Heuvelland Bestuursverslag 2010
‘Elke dag verleggen we onze horizon’
Colofon: Jaarverslag Stichting Openbaar Onderwijs Rijn en Heuvelland 2010 Contact gegevens: Stichting Openbaar Onderwijs Rijn en Heuvelland Postbus 344 3700 AH Zeist T/ 030-6969100 F/030-2762072 www. rijnheuvelland .nl
[email protected] Hoofdredactie: Leon de Wit Eindredactie: Bram Donkers Vormgeving en digitale realisatie: Barnyard Creative Powerhouse
31
www. rijnheuvelland .nl