F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 14
DOSSIER GREEN FLEET “Fleet & Business staat voor een maatschappelijk verantwoord wagenparkbeheer en plaatst de inspanningen die de industrie en de fleet-owners al geleverd hebben in de kijker.”
INTRO
15
De natuur en de maatschappij vragen een groen denken en groen handelen.
GROENE LEASEMAATSCHAPPIJEN
18
De groene initiatieven bij Belgische leasemaatschappijen laten nog wat op zich wachten. In Nederland is er meer creativiteit.
CASE STUDIES GREEN FLEET AWARD
20
Akzo Nobel kreeg de Speciale Prijs van de Jury op de voorbije Fleet & Business Awards. Peter den Besten licht de groene vlootpolitiek toe. Ook de finalisten Stad Hasselt en Ricoh Belgium leggen hun groene kaarten op tafel.
CO2-WET
26
Centraal onderwerp van de voorbije Fleet & Business Academy was de CO2-wetgeving, en dan vooral de gevolgen ervan voor bestuurder en bedrijf.
BIOBRANDSTOFFEN
30
Er verschijnen steeds meer soorten biobrandstoffen op de markt. Een overzicht.
Caroline THONNON
3 VRAGEN AAN…
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
Minister van Financiën Didier Reynders. Een groen intermezzo.
14
Als we de natuur willen beschermen, is het tijd voor intelligente actie. Een groene vlootpolitiek past hierin perfect, want behalve milieuvriendelijk is ze ook kostenbesparend.
33
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 15
Groen zal het zijn De aarde warmt op. Drastische klimaatsveranderingen zijn te verwachten. Voertuigen worden vaak gezien als één van de belangrijkste vervuilers op het gebied van broeikasgasemissies. En dat is helaas waar. De Europese Commissie wil nu de CO2uitstoot tegen 2012 op 130 g/km per auto terugbrengen. Maar om werkelijk een verschil te maken, heeft iedereen de verantwoordelijkheid om ‘groen’ te denken en handelen.
H
et wegtransport is verantwoordelijk voor maar liefst 18,5% van de totale uitstoot van broeikasgassen, en 20,8% van de CO2-uitstoot. Personenwagens nemen 10% CO2-uitstoot voor hun rekening, zware vrachtwagens 5% en lichte bedrijfswagens 3%.
Zowat één auto op vijf in België is ingeschreven op naam van een onderneming, waaronder zo’n 250.000 auto’s ingeschreven zijn op naam van een leaseonderneming. Volgens FEBIAC worden deze bedrijfsauto’s de laatste maanden en jaren
De aarde warmt op. Komt er nog een winter zoals wij hem vroeger kenden?
steeds meer met de vinger gewezen omdat ze zouden aanzetten tot meer verplaatsingen dan strikt gezien nodig en zo extra vervuilen. Maar volgens een mobiliteitsonderzoek blijkt echter dat de bedrijfswagen niet de hoofdverantwoordelijke is voor het hoge percentage autogebruikers in de woon-werkverplaatsingen. Slechts 10% van de pendelaars zou over een bedrijfswagen beschikken.
145 g/km FEBIAC onderzocht bovendien de CO2uitstoot van de 20 populairste automodellen ingeschreven op naam van een onderneming. In deze lijst vinden we auto’s terug gaande van de Renault Clio en Mégane, de Volkswagen Golf, Touran en Passat, de Opel Zafira, de BMW 3 en 5, Audi A4 en A6 of nog een Peugeot 307 of een Citroën Xsara. Uit dit onderzoek bleek dat de C02-uitstoot met 145 g/km ver onder het gemiddelde van alle verkochte nieuwe wagens (155 g/km) in België ligt. Bovendien worden bedrijfswagens, en zeker leasingwagens, om de 3 à 4 jaar vervangen, zodat ze kunnen genieten van de jongste ontwikkelingen van de autoconstructeurs.
Aandeel van de verschillende sectoren in de broeikasgasemissies in België in 2004. 1,1% Afval 9,3% Landbouw
0,6% Vluchtige emissies 20,1% Energetische transformatie
10,2% Industrie (processen)
15,9% Residentiee
20,1% Verwerkende bouwnijverheid
4,2% Tertiair 18,5% Transport
Bron: Nationale inventaris van de broeikasgasemissies 2006/ Febiac Themanummer CO2 januari 2007)
Naar 130 g/km De Europese Commissie heeft zijn toekomstplannen voor de autosector begin februari uit de doeken gedaan en is vastbesloten om strengere uitstootnormen in te voeren. Om de Kyoto-normen te halen, en zo de toekomst van onze planeet en van onze kinderen veilig te stellen, moet de gemiddelde uitstoot van auto’s teruggebracht worden naar 120 g/km in 2012. Dat zou een vermindering van zo’n 25%. Vertaald in brandstofverbruik betekent dit 4,5 l/100 km met een dieselmotor en 5 l/100 km met een benzinekrachtbron. De Europese Commissie wil nu dit wettelijke kader op tafel hebben tegen 2008 met als uiteindelijk doel 120 g/km te halen
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MMART 2007 I
AANDEEL SECTOREN TOV BROEIKASEMISSIES
15
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 17
DOSSIER GREEN FLEET Geven we hem ook een kans op een groene toekomst?
DE INSPANNINGEN VAN DE CONSTRUCTEURS Auto’s worden zuiniger en milieuvriendelijk. Alle constructeurs zijn vandaag druk bezig om nieuwe technieken en alternatieven te testen en zelfs op de markt te brengen. Toch worden de inspanningen van de constructeurs om het verbruik van de voertuigen te verminderen niet altijd naar waarde geschat. Daarom stellen we u in ons volgende nummer van Fleet & Business, en na het salon van Genève, een volledig overzicht voor van alle initiatieven van de autobouwers. Zo kan u zelf oordelen en de beste keuzes maken voor uw wagenpark, op korte en middellange termijn.
DE VERSCHILLENDE VERVUILERS - CO2 (koolzuur): draagt bij tot de opwarming van de aarde - CO (koolmonoxide): schadelijk voor de gezondheid - HC (koolwaterstof ): draagt bij tot het broeikaseffect en de vorming van de ozonlaag - NOx (stikstofoxide): draagt bij tot het broeikaseffect en de vorming van zure regen - PM (deeltjes) en zichtbare rook: verantwoordelijk voor kankers en cardiovasculaire ziektes
In afwachting van alternatieven In afwachting van werkelijke alternatieven van massaproductie in massaproductie is het hoog tijd om actie te ondernemen. De bestuurder en zijn rijstijl zijn vandaag verantwoordelijk voor een niet te onderschatten deel van het brandstofverbruik. Het sensibiliseren en het opleggen van nieuwe regels is dat ook niet meer weg te
denken uit een modern vlootbeheer. Niet alleen voor het milieu trouwens, maar ook om de budgettaire aspecten van de vloot te verminderen. En zoals steeds, begint alles met zichzelf. Weet u hoeveel brandstof u verbruikt en hoeveel CO2 uw wagen uitstoot? Weet u hoe u brandstofefficiënter kan rijden? En communiceert u dat ook aan uw bestuurders?
De groene car policy Heel wat ondernemingen tonen dat ze bereid zijn om maatregelen te nemen om een milieuvriendelijker wagenparkbeheer te ontwikkelen. Kleine initiatieven zoals het
nauwlettend opvolgen van het brandstofverbruik, het motiveren van bestuurders om minder te verbruiken of drastischere maatregelen die echte beperkingen opleggen. Op de volgende pagina’s gaan we dieper in op de case studies van ondernemingen die hebben gewacht op wetgevende macht, maar die zelf het initiatief hebben genomen. Drie ondernemingen die zich kandidaat hebben gesteld voor de eerste Green Fleet Awards, georganiseerd door Fleet & Business. Caroline THONNON
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
in 2012. De constructeurs moeten de grens van 130 g/km respecteren, en de overige 10 g/km moeten worden geëlimineerd door brandstof, bandengebruik,…
17
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 18
DOSSIER GREEN FLEET
Wachten duurt lang Op de Europese markt schieten groene initiatieven van leasingmaatschappijen uit de startblokken. Maar hoever staan we in België?
B
elgië staat bekend om zijn behoudgezindheid tegenover nieuwe trends. Dat is in het groene leasingverhaal niet echt anders. Een rondvraag bij een groot gedeelte van de Belgische leasingmarkt leert ons dat zo goed als geen enkele leasemaatschappij in ons land vandaag een duidelijk uitgewerkt groen leaseprogramma of –product aanbiedt. Jammer toch, want onze Green Fleet Enquête van eind vorig jaar toont aan dat ruim de helft van de ondervraag-
den een groene input verwacht van de verhuurders (zie kader).
CO2
Wel positief is dat onze verhuurders hun klanten en prospecten begeleiden en sensibiliseren naar een groener bewustzijn en dan meer bepaald inzake de CO2bijdrage. Die CO2-bijdrage wordt net als de CO2-uitstoot van de voertuigen al regelmatig vermeld op de websites van de leasemaatschappijen, samen met
De meerderheid van de Belgische leasebedrijven concentreert zich vandaag op de CO2-bijdrage als het over milieuvriendelijk fleet management gaat. Van doelgerichte groene leaseprogramma’s is zelden sprake.
ander ecologisch getint nieuws zoals tips voor een lager brandstofverbruik, info over het belang van de juiste bandendruk,…. Ook staat de CO2-bijdrage steeds meer apart genoteerd op de prijsoffertes voor klanten, zodat deze laatste zich realiseert welke financiële milieulasten verbonden zijn aan een gekozen fleetwagen. Een ander populair gebaar is de organisatie van seminaries rond de fleetauto en het milieu, waarbij tal van groene thema’s de agenda’s halen: van de CO2-bijdrage over de toekomst van biodiesel en waterstof tot het opstarten van een groene car policy. Wat opvalt, is dat vooral klanten met
VAN WELKE LEVERANCIERS VERWACHT U CONCRETE OPLOSSINGEN? 1. Constructeurs 2. Brandstofleveranciers 3. Bandenleveranciers 4. Consultants 5. Leasemaatschappijen
Wagenparkbeheerders verwachten in de eerste plaats concrete milieu-initiatieven van productleveranciers zoals constructeurs, brandstof- en bandenspecialisten. Dan volgen consultants en leasemaatschappijen. Meer dan 54% van de ondervraagden vindt dat verhuurders ook moeten meedenken in het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bron: Green Fleet Enquête van Fleet & Business, september 2006.
18
20/02/07
16:01
grote vloten interesse hebben in een groene bijsturing. Het zijn ook deze grote vloten die een leasemaatschappij al eens raad vragen om hun car policy milieuvriendelijker te oriënteren. Een gebied waar alle leasemaatschappijen “graag aan meewerken”, zo zeggen ze zelf.
Concreet Als we de omvang van de leasemaatschappij als criterium hanteren, merken we dat de grote maatschappijen verder staan dan de kleinere. Ergens is dit logisch, want de grote spelers hebben niet alleen meer middelen, maar ze beschikken ook over een grotere, vaak internationaal gestuurde structuur, die groene investeringen sneller mogelijk maakt. Denk maar aan LeasePlan, GE Fleet Services en ING Car Lease, die met respectievelijk ‘Green Plan’, ‘green & safe solutions’ en ‘Eco Lease’ een gestructureerd fleetprogramma hebben uitgewerkt waarin de groene parameter centraal staat. Voor sommige van deze programma’s moet de uitrol in België nog starten, maar het concept is alleszins al aanwezig. Toch geven ook de kleinere leasespelers de groene fleet-owner hoop. Want heel wat leasemaatschappijen bereiden momenteel groene programma’s voor, waarmee ze in de tweede helft van dit jaar zullen uitpakken. Waar het dan precies over gaat, willen ze niet verklaren. Dit om langs de ene kant de concurrentie niet op dezelfde ideeën te brengen en langs de andere kant geen beloftes te doen die naderhand niet realiseerbaar blijken. Wat er ook van zij en welke precieze initiatieven er op de leasemarkt zullen verschijnen, onze redactie volgt ze van kortbij voor u op. Tot slot even aanstippen dat er landen zijn waar sneller en creatiever met groene lease-initiatieven wordt omgesprongen.
Page 19
NOORDERBUREN ZIJN GROENER • Save Lease van Athlon Car Lease Save Lease moet bestuurders motiveren om goedkoop te tanken en zuinig te rijden. Hiervoor sparen ze punten, zogenaamde Savers, die ze kunnen inwisselen voor leuke cadeaus. Wie bovendien kiest voor een auto uit de Wereld Natuur Fonds Top10 (geselecteerde auto’s met lage CO2-uitstoot) kan extra besparen. De besparing kan oplopen tot 15% van de brandstofkosten zegt men bij Athlon. • Terberg Leasing al 1,5 jaar GREENLease GREENlease reduceert de CO2-uitstoot door inzet van energiezuinige auto’s (A, B of C label) en rijstijltraining voor bestuurders. De resterende CO2-uitstoot wordt gecompenseerd door het planten van bomen. Dit wordt opgevolgd door een speciale brandstofpas die het aantal getankte liters optelt. Zo’n 5% van het wagenpark (totale vloot van 21.000 voertuigen) van Terberg is ondertussen green. Terberg Leasing, dat ondertussen deel uitmaakt van de internationale alliantie European Fleet Alliance, spreekt ook met zijn buitenlandse collega’s over het groene concept. En er blijkt interesse. • Milieu en veiligheid met green & safe solutions GE Fleet Services koppelt het groene element aan veiligheid in het green & safe solutions programma, om de tastbaarheid van het programma te maximaliseren. Dit bestuurdersprogramma volgt het milieuvriendelijke rijgedrag op aan de hand van 5 parameters: bandengebruik, remblokkenslijtage, schades, boetes en brandstofverbruik. • Eco Lease bij ING Car Lease Eco Lease is een product waarbij voertuigen uit de A,B of C-klasse worden aangeboden met andere milieuvriendelijke elementen. Dit programma omvat een motivatie-bonussysteem voor de meest milieuvriendelijke bestuurders. • Nederland: MultiLease gaat Natuurlijk Leasen MultiLease bracht onlangs Natuurlijk Leasen op de markt. Volgens Directeur Jelle Hassefras zouden zo’n 20% van zijn klanten (1.900) overstappen naar het groene programma. • Nederland: Go Lease komt met Spring Lease Dit gaat programma gaat om maatschappelijke verantwoordelijkheid en koppelt donateurschap aan groen rijden. “ De één plant bomen, wij helpen kinderen,” zegt directeur Joost van Rooijen.
Landen, die niet eens veraf zijn. Nederland bijvoorbeeld. Wij hebben de meest in het oogspringende initiatieven bij onze noorderburen op een rijtje gezet. Hopelijk vormen ze een inspiratie voor fleet-owners en
leveranciers in ons land om de groen strijd wat meer gedreven aan te gaan. Caroline THONNON, Stijn PHLIX en Steven SCHOEFS
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
19
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 20
DOSSIER GREEN FLEET Akzo Nobel
Met praten alleen schieten we niet op Uniek aan het internationale vlootbeleid van Akzo Nobel is dat de strategische kernwaarden van dit concern treffend vervat werden in een op Green & Safe car policy. Bezieler van dit uitgesproken, groene vlootbeheer is Peter den Besten, winnaar van de Speciale Juryprijs, Green Fleet Award 2006.
P
eter den Besten is Global Implementation & Category Manager - Carlease bij Akzo Nobel Central Purchasing bv, een afdeling van het Akzo Nobel nv hoofdkantoor in het Nederlandse Arnhem. Wereldwijd stelt het in de Chemische & Farmaceutische Industrie actief zijnde Akzo Nobel concern 62.000 mensen tewerk. Een kleine duizend daarvan in België waar het bedrijfswagenpark 300 voertuigen telt. Wereldwijd, bedraagt de vlootsterkte van dit concern meer dan 12.000 voertuigen. Waarom ligt de nadruk van jullie internationaal gevoerde vlootstrategie zo intens op “groen & veilig”? Peter den Besten: “People, Planet &
I
Profit zijn dé strategische leidmotieven van Akzo Nobel. Bijgevolg moesten die drie P’s ook vertaald worden in onze vlootcultuur. Kostefficiëntie is een beduidende factor (Profit) maar mag nooit resulteren in de aankoop van minder veilige voertuigen. Mensen zijn uitzonderlijk waardevol voor iedere onderneming (People). Veiligheid moet troef zijn. Naast veilige auto’s bieden we onze berijders ook online veiligheids- en indien nodig ook rijvaardigheidstrainingen aan. Kostenbewustzijn en veiligheid combineren we bovendien met een streng gevoerd, milieugericht (Planet) vlootbeleid. Akzo Nobel beschouwt het als een plicht om daadwerkelijk bij te dragen tot de verbetering van onze leefomgeving.”
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
Peter den Besten: “In principe bekijken we om de 6 maanden de autokeuzelijsten. Daarbij ligt het accent andermaal op milieu en veiligheid. Zijn er nieuwe auto’s geïntroduceerd met lagere CO2-uitstoot, dan voegen we die toe.”
20
Beperkt een milieuvriendelijk mobiliteitsbeleid zich tot het inzetten van CO2-efficiënte en zuinigere voertuigen? P. den Besten: “Ons mobiliteitsbeleid beperkt zich daar beslist niet toe. Men moet zich ook de vraag stellen of bepaalde medewerkers überhaupt een auto nodig hebben. Of kan het openbaar vervoer aangeraden worden? Waarom kunnen binnen een milieugeorienteerd mobiliteitsbeleid geen combinaties van verschillende vervoersmodi bedacht worden?” Indien men de zorg voor mens en milieu duidelijk inkadert, kan op het einde van de rit zelfs meerwaarde gegenereerd worden. Want, indien het brandstofverbruik
I
GROTE AMBITIES “Mocht blijken dat de CO2-uitstoot onvoldoende daalt, zullen we extra maatregelen moeten treffen,” stelt Peter den Besten. “Akzo Nobel stelt zich tot doel om op termijn de gemiddelde CO2-drempel te kunnen verlagen tot 120g/km. Toch blijft voorzichtigheid geboden in het nastreven van lage CO2-doelstellingen. Wat doen we met automatische transmissies? Traditionele automatische versnellingsbakken hebben de reputatie meer te verbruiken. Op veiligheid en comfort levert een automaat echter meerwaarde op. Gelukkig worden we hier geholpen door de autofabrikanten. Er bestaan nu zuinige transmissies, zodat milieu en veiligheid ook beter te verzoenen zijn.”
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 21
DE VLOOT
“We verplichten onze bestuurders niet alleen om een groene auto te kiezen. Via rijder-beïnvloedingprogramma’s leren we onze bestuurders ook een beter rijgedrag aan,” verduidelijkt Peter den Besten.
Aantal wagens: Worldwide: ±12.000 - In België: 300 Financiering: Financial & operational closed end lease Brandstof: diesel
DE FLEET-OWNER Naam: Peter den Besten Leeftijd: 42 Studies: Chemische Technologie aan de Technische Universiteit van Delft, MBA Eerste functie binnen het bedrijf: Groepsleider Coatings Research Huidige functie: Global Implementation - & Category Manager - Carlease Rechtstreekse overste: Dhr. T. Buijtenhuijs, NPR Program Manager Eigen wagen: Volvo S60 2.4D Droomauto: Porsche 911 Carrera 4S
Wat zijn de krachtlijnen van jullie vlootstrategie? P. den Besten: “Brandstofverbruik en CO2-emissie vormen de sleutelelementen. We baseren ons daartoe op energielabels, die in een toenemend aantal landen gebruikt worden als indicatie van de auto- energieklasse. Enkel auto’s met een groen of geel emissielabel zijn welkom in de vloot. Rode label auto’s worden uitgesloten. Afhankelijk van budgetten – toegewezen volgens functieniveau – mogen onze bestuurders hun auto’s wel opwaarderen met opties.”
I
Hoe zit het met de implementatie van die wagenclassificatie? P. den Besten: “Een zeer belangrijke stap, in de realisatie van ons groen georiënteerde vlootbeleid, werd medio 2006 gezet. De raad van bestuur heeft zich toen onvoorwaardelijk achter deze Green & Safe car policy geschaard. Het
I
is al uniek op zich te noemen, dat een raad van bestuur van een multinational, overgaat tot het nemen van strikte schikkingen met het oog op een internationaal te voeren vlootbeleid. Dat betekende vooral dat deze autopolitiek wereldwijd opgelegd werd en dit voor alle functieniveaus, van CEO tot basis. Geen uitzonderingen meer. De raad van bestuur verbiedt rood gelabelde auto’s en SUV’s en verplicht veilige, CO2-vriendelijke en brandstofzuinige auto’s en maakt ook van diesels met een roetfilter een must. Met de daadwerkelijke implementatie van het Green and Safe Project werd nog voor het jaareinde 2006 begonnen en op het moment van schrijven is de policy reeds in een 10-tal landen doorgevoerd.” Men kan ernstige milieu-inspanningen doen maar blijft de impact doorgaans niet minimaal? P. den Besten: “Alle beetjes helpen. Met praten alleen schieten we niet op. Akzo Nobel doet tenminste iets. Of dat het beste is wat we kunnen verzinnen? Er zullen ongetwijfeld intelligenter luidende ideeën bestaan. Belangrijkst is dat Akzo Nobel vandaag iets onderneemt dat het leefmilieu ten goede komt .”
I
Gaan jullie de milieu-impact van die vloot blijven opvolgen en kan dat leiden tot het bijsturen van de car policy? P. den Besten: “In december 2006 hebben we per land vastgesteld wat de gemiddelde CO2-vlootuitstoot per km was. In juli van dit jaar onderzoeken we
dat cijfer opnieuw. Normaal moet dat gemiddelde CO2-uitstoot per km dan lager liggen want CO2-onvriendelijke auto’s worden voortaan geweerd. Blijkt dat die gemiddelde vlootuitstoot onvoldoende teruggedrongen wordt, dan zullen we moeten bijsturen of mogelijk zelfs de policy verder aanscherpen.” Welk advies zou u politieke mandatarissen willen aanbevelen? P. den Besten: “Binnen het debat rond ecologie en mobiliteit vormt de auto meestal een geïsoleerd thema. Dat is fout. Zowel ecologie als veiligheid vraagt een logistieke benadering waaruit blijkt dat voor de auto “en” het openbaar vervoer een beduidende rol is weggelegd. Hoe vaak kan dat één enkel telefoongesprek, teleconference of video conference, meerdere uren autorijden overbodig maken, brandstofbesparing opbrengen en de kans op ongevallen aanzienlijk verminderen. Het is dus essentieel om bewust met mobiliteit, ecologie en veiligheid bezig te zijn en te blijven. Men moet van A naar B. Akkoord…maar is dat altijd echt noodzakelijk? Indien ja, bestaan er dan geen alternatieven? Dat dergelijke aanpak een gunstige invloed kan hebben op het milieu, staat evenzeer buiten kijf.”
I
I
Ferre BEYENS Foto’s: Erik DUCKERS
Met de steun van:
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
daalt, dalen de vlootkosten. Als mensen veiliger rijden en minder schade veroorzaken, dalen ook verzekeringspremies en indirecte kosten. Met die besparingen, kan men de mensen, die effectief met de auto moeten rijden, veiliger en nog milieuvriendelijker auto’s aanbieden. Kunnen er extra rijvaardigheid - en ecodrive - cursussen georganiseerd worden en zou men desnoods de logistieke structuren kunnen optimaliseren. Vlootbeheer hoeft dus niet altijd om budgetbesparing te gaan. Het mag al eens meer kosten. Deze oefening toont alvast aan dat een adequaat vlootbeheer meerwaarde schept.”
21
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 22
DOSSIER GREEN FLEET Stad Hasselt
Dwingende eco-opdracht met brio vervuld Economische belangen zijn niet altijd gemakkelijk te verzoenen met investeringen in milieuminnende - maar vaak duurdere mobiliteit. Maar openbare instellingen moeten het voorbeeld geven. Het is hun plicht om extra te investeren in groene mobiliteit. Die dwingende eco-opdracht wordt door de Centrale Uitvoeringsdiensten van de stad Hasselt alvast met brio uitgevoerd.
D
e Stad Hasselt heeft een vloot 125 voertuigen ter beschikking. Vlootverantwoordelijke is Ir. Marc Swyngedouw, hoofd Centrale Uitvoeringsdiensten en genomineerde voor de Green Fleet Award 2006. Hij beheert het rollend materieel volgens een welomschreven milieupolicy, die vervat zit in het globaal mobiliteitsplan en deel uitmaakt van de fiche, ingediend in de milieuconvenant met Vlaamse Overheid. “Uiteraard baseert ons groene vlootbeleid zich op wettelijke ecologiecodes. Toch beschouwen we onze eco-gedrevenheid veeleer als een sensibiliserende plicht. In het ijveren voor minder milieubelastende mobiliteit, hebben we als stad een belangrijke voorbeeldfunctie te vervullen. We moeten bereid zijn om meer te investeren in milieuvriendelijke mobiliteitsvoorziening. Het milieuaspect zit overigens rotsvast geïntegreerd in vergunningscriteria, die - bij de aankoop van nieuwe voertuigen - strikt opgevolgd wor-
den. We zoeken dus naar voertuigen met de beste eco-score. We gaan zelden voor de minst dure, haast altijd voor de milieuvriendelijkste oplossing.” Ook van jullie partners verwachten jullie een groene gedrevenheid? Ir. Marc Swyngedouw: “We wensen inderdaad milieugeëngageerde leveranciers. Maar als openbare instelling blijven we tevens verplicht om, voor aankopen vanaf een bepaald bedrag, onze aankoopintentie te publiceren. We kunnen of mogen dus geen kandidaat partners uitsluiten in dergelijke openbare aanbestedingen. Wat we echter wel kunnen, is milieugeëngageerde kandidaat partners opwaarderen. Dat kan door in onze vergunningscriteria een belangrijk deel rond dat milieuaspect te accentueren.”
I
Hoe valt een milieuvriendelijk vlootbeleid te verzoenen met steeds strengere budgetten?
I
M. Swyngedouw: “De duurzame mobiliteit werd opgenomen in het beleidsplan van de stad Hasselt. Financieel wordt ons dus de gelegenheid geboden om ons vlootbeleid in die richting uit te bouwen. Voor privé-ondernemingen ligt dit verhaal uiteraard moeilijker. Toch niet vergeten dat ons vlootbeleid, ook op andere vlakken, in weinig te vergelijken valt met een doorsnee privé-bedrijfsvloot. Zo wijzen we wel persoonlijke voertuigen toe, maar, enkel voor gebruik tijdens de diensturen…” Jullie vloot lijkt een onvervalste smeltkroes van alternatieve brandstoffen en aandrijvingen? M. Swyngedouw: “Naast benzine en diesel hebben we ook voertuigen op LPG en aardgas. In de binnenstad gebruiken we minivrachtwagentjes op elektriciteit. Uiteraard hebben we ook hybridevoertuigen en we gebruiken sinds kort een reinigingswagen op plantaardige olie.
I
M. Swyngedouw en Hilde Pootemans: “De toelevering van plantaardige olie blijft een probleem maar dat mag vandaag niet beletten dat we ons verder blijven focussen op deze alternatieve uitkomst.“
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
FOCUS OP PLANTAARDIGE OLIE
22
Ir. Marc Swyngedouw ziet op korte termijn heil in het gebruik van plantaardige olie als brandstof: “We willen onze inspanningen rond dergelijke brandstof alvast opvoeren. Toch dienen we eerst te evalueren in hoeverre we onze voertuigen, specifiek gebruikt in de binnenstad, kunnen converteren naar gebruik van deze brandstof. De vraag luidt immers: kunnen we überhaupt het rijden op plantaardige olie onbeperkt opvoeren? De toelevering van dergelijke brandstof blijft vooralsnog een probleem. Maar, los daarvan willen we ons verder focussen op het rijden op plantaardige olie. Daarbij aansluitend willen we op korte termijn ook het aantal hybridewagens opvoeren.”
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 23
DE VLOOT Aantal voertuigen: 125 Best vertegenwoordigde merken: Renault, Ford, Citroën Financiering: Eigen aankoop Brandstof: diesel, LPG, hybride, plantaardige olie, bio- brandstoffen, elektriciteit
DE FLEET-OWNER
Hasselt was trouwens de eerste stad die een reinigingswagen omschakelde om op dergelijk milieuminnende brandstof te rijden.” Milieubewustzijn kan zo dus ook leiden naar een complexe administratieve controle van het brandstofverbruik? M. Swyngedouw: “Wij hebben een duidelijke en administratief makkelijk op te volgen controle op het onderhoud van onze voertuigen alsook op het tankgedrag van de bestuurders. Als gevolg van Vlarem-richtlijnen hebben we 3 jaar geleden onze eigen tankfaciliteit opgedoekt, omdat die bijkomende investeringen vroeg om exploitabel te blijven. Sindsdien is onze brandstoflevering geprivatiseerd. Ook al omdat we voor onze vloot een wel zeer uiteenlopend gamma aan brandstoffen nodig hebben.”
I
Heeft die sterk gediversifieerde brandstofbehoefte ook geen schat aan technische en milieu-informatie opgeleverd? M. Swyngedouw: “Onze milieupraktijk leverde uiteraard belangrijke technische ervaringen op. Dagelijks doen we trouwens nieuwe eco-ervaring op. We hebben ook geleerd waar zich technische problemen kunnen manifesteren. Zo hebben we minder leuke ervaringen met elektrische voertuigen, die we inzetten in de binnenstad. Beperkte actieradius, technische problemen, te traag, te klein. Wat dat betreft zijn onze ervaringen met hybride-aandrijving een stuk positiever. Degelijk, bedrijfszeker, comfortabel en
I
verbruikscijfers die binnen het verwachtingspatroon vallen.” Het groene mobiliteitsbeleid van de stad Hasselt reikt verder dan het aankopen van milieuvriendelijke voertuigen? M. Swyngedouw: “Beslist. We promoten het fietsgebruik. Iedere vestiging beschikt over een fietspool, er zijn fietsvergoedingen voor woon- werkverkeer, en mensen die in Hasselt wonen, weten dat beslist - ons openbaar vervoer is gratis. We hebben ook gezorgd voor bushaltes in de onmiddellijke nabijheid van al onze vestigingen. Daarnaast geven we voortdurend opleidingen rond ons algemeen, aanvullend en duurzame milieubeleid in al zijn aspecten. Ook voor onze bestuurders worden regelmatig opleidingen georganiseerd naar eco-driving toe. Daarbij blijven we onafgebroken sensibiliseren. Via folders, displays en TV-schermen geven wij milieutips mee en moedigen we chauffeurs aan tot de naleving van een eco-minded rijgedrag.”
I
Welke recente wijziging in jullie vlootbeleid heeft volgens u een beduidende ecologische impact gekend? M. Swyngedouw: “De ombouw van onze reinigingswagen om te rijden op koolzaad. De eerste resultaten worden geëvalueerd. Ook de bevindingen van de bestuurder. Want, de eerste die tevreden moet zijn, is hij die dagelijks met dit voertuig onderweg is. Indien die teveel gebruiksproblemen ondervindt, dan zit het fout. Vandaar dat we die bestuurder
I
vanaf het eerste ogenblik nadrukkelijk betrokken hebben bij dit project. De eerste evaluaties hebben aangetoond dat er geen operationele problemen zijn en dat het milieu er andermaal wel bij vaart. “ Wat zijn jullie plannen op korte termijn? M. Swyngedouw: “Het aanschaffen van nieuwe hybridevoertuigen, de introductie van koolzaad als brandstof. Het van nabij opvolgen van de evoluties rond koolzaad, hybridetechnologie en andere alternatieve uitkomsten vormen nu de aandachtspunten. Onze mensen krijgen trouwens regelmatig de gelegenheid om voorstellingen, voordrachten en workshops rond deze materie bij te wonen.”
I
Wat zou je onze overheid in het kader van groen geëngageerde mobiliteit aanraden? M. Swyngedouw: “Een moeilijke vraag voor iemand in mijn positie… Aan de hand van onze dagdagelijkse vaststellingen, kan en wens ik enkel advies te verlenen. Wij hebben geleerd dat met kleine zaken kan begonnen worden. Met kleine stappen, zoals eco-minded rijgedrag, hebben wij alvast spectaculaire resultaten geboekt naar brandstofbesparing en verminderde uitstoot toe.”
I
Interview: Ferre BEYENS Foto’s: Erik DUCKERS
Met de steun van:
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
De Stad Hasselt was één van de finalisten van de eerste Green Fleet Award georganiseerd door Fleet & Business.
Naam: Ir. Marc Swyngedouw Leeftijd: 52 Studies: Industrieel Ingenieur Openbare Werken Huidige functie: Hoofd Centrale Uitvoeringsdiensten Rechtstreekse overste: College van Burgemeester en Schepenen Eigen wagen: Toyota Prius Droomauto: Ik ben uiterst tevreden met de Toyota Prius
23
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 24
DOSSIER GREEN FLEET Ricoh Belgium
Blijvend sensibiliseren en tijdig rapporteren Karina Lauwers, HR manager & wagenparkverantwoordelijke bij Ricoh Belgium, is pertinent. “In onze vlootpolitiek is het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot al jaren doorslaggevend, zelfs voordat de CO2-wet in voege trad.” Niet toevallig dat Ricoh als finalist eindigde in de Green Fleet Award 2006.
G
oed 2 jaar geleden werd de CO2-taks ingevoerd. Een maatregel die weinig impact had op de vlootpolitiek van Ricoh Belgium. Dit bedrijf was al langer overtuigd van het gegeven dat de CO2-uitstoot drastisch naar beneden moest. Toen onze wetgever kwam uitpakken met een op de CO2uitstoot gebaseerde solidariteitsbijdrage, kon Ricoch Belgium meteen gepast anticiperen met een milieuvriendelijk vlootbeleid. De Belgische tak van Ricoh Europe BV, telt 130 personeelsleden, is gevestigd in Zaventem en verdeelt kopieerapparaten, digitale duplicators, wide format copiers, printers, faxen, multifunctionele kantoormachines & scanners. Zoals het Europese moederhuis voert ook Ricoh Belgium een uitgesproken milieubeleid. De Europese hoofdzetel heeft milieudoelstellingen opgelegd. Zo moet de totale, door Ricoh veroorzaakte CO2-uitstoot, tegen 2010 met 12% omlaag. Die heilzame doelstelling heeft een onontkoombare impact op
de car policy. Nu bewijst de verhouding van het aantal personeelsleden/aantal voertuigen, dat het merendeel van het personeel over een bedrijfswagen beschikt. Wat meteen ook de gewichtigheid van die milieu-georiënteerde car policy onderlijnt, omdat de meerderheid van het personeel zo effectief en direct betrokken is bij de internationale ecobetrachtingen van de onderneming. Hoe vertalen die opgelegde milieudoelstellingen zich in jullie car policy? Karina Lauwers: “We evalueren regelmatig onze transportbehoeften. Onze eerste vraag is dus: ‘Wat hebben we nodig?’ Vraag twee is: ‘Welke voertuigen zijn er op de markt om vraag één in te kunnen vullen en dit dan tegen redelijke kost en – vooral – met een zo minimaal mogelijke belasting van onze leefomgeving?’ CO2-uitstoot en brandstofverbruik zijn belangrijk in de voertuigkeuze. Nog voor het bestaan van de CO2-wet was
dat al zo. Onze car policy moedigt lichtere motorisaties aan, maar die motordownsizing wordt gecompenseerd met rijker uitgeruste voertuigen. Daarbij volgen we strikt het naleven van de onderhoudschema’s en de verbruikscijfers op. In het kader van ons eco-beleid, kregen alle bestuurders een gps in hun voertuig. Want gps staat voor minder zoeken, minder stress, minder brandstofverbruik en lagere uitstoot.”
I
Sensibiliseren is één, nagaan of de regels effectief opgevolgd worden is twee… K. Lauwers: “Communicatie blijft belangrijk. Men moet continu stimuleren, het milieubelang accentueren, benadrukken in welke mate een goede autobestuurder zijn steentje kan bijdragen. Overigens moet men weten dat de internationaal gedirigeerde milieudoelstellingen niet enkel de automobiliteit viseren. Elektriciteitsverbruik, trein- en vliegtuigtickets… het hoort er ook bij. Natuurlijk
I
“Onze partners moeten van een onverzettelijke milieucultuur kunnen getuigen,” stelt Karina Lauwers.
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
ECONOMISCH VERANTWOORD
24
Ricoh zal ook in de toekomst nauwlettend toekijken op de CO2-uitstoot van haar vloot. Karina Lauwers: “CO2 -uitstoot en laag brandstofverbruik blijven de belangrijkste selectiecriteria bij de aankoop van nieuwe voertuigen. Wij overwegen ook om 2 hybride auto’s in te zetten als poolwagen. Zo willen we onze mensen bewust maken van de hybride-voordelen. Hybridewagens zijn duurder in aanschaf maar dergelijke voertuigen tonen aan dat ecologie vaak ook economisch verantwoord kan zijn.”
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 25
DE VLOOT Aantal wagens: 103 Best vertegenwoordigde merken: Renault (36%), VW (19%), Peugeot (13%) Financiering: Operationele leasing Brandstof: diesel
DE FLEET-OWNER Naam: Karina Lauwers Leeftijd: 41 Eerste functie binnen het bedrijf: boekhouding Huidige functie: HR Manager Rechtstreekse overste: Patrick Lens Eigen wagen: Renault Espace
Karina Lauwers, HR manager Ricoh Belgium: “Het kiezen voor lichtere motoren wordt gecompenseerd met rijker uitgeruste auto’s.”
Leiden die meetresultaten enkel tot sancties of kunnen ze ook aanleiding geven tot beloning? K. Lauwers: “Die meetgegevens moeten vooral sensibiliserend werken. Indien men weet waar de problemen zitten, weet men ook op welke acties men zich specifiek kan toespitsen. Met kan dan, bijvoorbeeld, extra ‘driver awareness’ bijbrengen. In groep trouwens, organiseren we jaarlijks een milieudag waarop al onze medewerkers de noodzaak van een propere leefomgeving wordt bijgebracht. Die dag richt zich niet specifiek tot het gebruik van een bedrijfswagen, maar we leren onze mensen er wel dat juist autogebruik tot een lagere milieu-impact kan
I
leiden. Zodra we afwijkingen vaststellen, kunnen we daarop anticiperen. Overigens kunnen die bewuste metingen en rapporteringen ook uitdraaien op een “beloning”. Bij Ricoh maken voertuiggebruik en car policy trouwens onderdeel uit van het evaluatiesysteem. Iets wat ook aanleiding kan geven tot sanctioneren.” Hoe kiezen jullie de juiste partners? K. Lauwers: “Zoals ons milieubeleid ingegeven wordt door Ricoh Europe, zo ook selecteren we onze (Automotive) partners in nauw overleg met het moederhuis. Eén van onze pan-Europese criteria bestaat er inderdaad in om die partners aan te trekken die getuigen van een onverzettelijke milieucultuur. Partners ook die al hun informatie met betrekking tot het milieu begrijpelijk en transparant durven communiceren. De lat ligt even hoog voor ieder partner die met ons in zee wil. Elke leverancier moet onze eisen naar ISO (14001) en milieunormering beantwoorden.”
I
Welke zijn jullie jongste verwezenlijkingen om een beter milieu te bevorderen? K. Lauwers: “Onze technici moesten vroeger allemaal naar Zaventem komen om de nodige wisselstukken op te halen. Nu wordt dat centraal georganiseerd met een koerierdienst die ‘s nachts wisselstukken ophaalt en levert bij onze technici. Dat levert km-besparingen en heel veel tijdwinst op. Ook in Antwerpen kozen
I
we voor een logistieke oplossing die ecologisch voordeel oplevert. Onze technici rijdt met zijn dienstauto tot aan de stadsgrens, parkeert zijn wagen, neemt de nodige wisselstukken en rijdt vervolgens met het openbaar tot bij de klant.” Zou de motorfiets een logistiek alternatief kunnen bieden? K. Lauwers: “Dat zou interessant kunnen zijn. De motorfiets is onze bedrijfsvloot trouwens niet vreemd. Ook al gaat het om een nog alleenstaand geval. Onze medewerker in kwestie had recht op een firmawagen. Maar, gezien zijn persoonlijke voorkeur, het aanzienlijk kunnen beperken van haast zeker dagelijks fileleed en een gegarandeerde fikse brandstofbesparing, kan de man over een motorfiets als firmavoertuig beschikken.”
I
Welke ecologische schikkingen zou u onze politici in het oor willen fluisteren? K. Lauwers: “Promoot biodiesel en alle andere mogelijke alternatieve uitkomsten. Maak milieuminnende initiatieven taksvriendelijker en beloon het aanschaffen van hybridewagens.”
I
Ferre BEYENS Foto’s: Erik DUCKERS
Met de steun van:
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
zien we streng toe op verkeersovertredingen, onaangepast rijgedrag en overdreven brandstof verbruik. We beschikken over de nodige tools om dat exact op te volgen. We controleren onze voertuigen ook regelmatig op orde en netheid. Want, wie zijn wagen niet respecteert, neemt het doorgaans ook niet zo nauw met andere zaken. We kunnen vandaag, quasi online, controleren welke voertuigen zich niet aan hun onderhoudschema houden, te veel verbruiken of waarmee een exuberant aantal kilometers wordt gereden. Bij eventuele excessen, krijgen we daar meteen weet van en wordt ingegrepen. Want sensibiliseren doe je ook met adequate reporting. Alles meten en registreren heeft geen zin indien de gegevens nooit gerapporteerd worden naar de autogebruiker toe.”
25
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 26
DOSSIER GREEN FLEET
De gevolgen van de CO De Fleet & Business Academy heeft als doelstelling via uitwisseling van ervaringen en ideeën een correct inzicht verschaffen in de financiële, fiscale en sociale dimensies van het moderne vlootbeheer. Sessie 1 zette de CO2-wetgeving centraal.
N
a twee jaar praktische CO2-beleving door de Belgische wagenparkbeheerders werden gedurende deze openingssessie van de Fleet & Business Academy praktische en soms originele belevingen uitgewisseld. Duidelijk werd ook dat zelfs na 2 jaar “praktijkervaring” - het uitschrijven van een car policy, waarin grillige sociale wetgevingen rimpel-
loos met typische bedrijfsculturen verzoend moeten worden, niet altijd evident is. Verrassend is dat niet. Leerden we in vroegere Fleet & Business Academies trouwens niet dat wagenparkbeheer geen exacte wetenschap is? Dat het veeleer een onophoudelijk zoeken is naar op bedrijfsmaat gesmede strategieën? Stond fleet management niet synoniem voor het
continu ambiëren van een politiek, gericht op integer evenwicht tussen financiële, sociaal wettelijke en menselijke factoren? In het kader van de nog relatief jonge CO2-wetgeving, blijkt het nastreven van een harmonieuze vlootaanpak geen sinecure. Hoe kiest een fleet manager een passend voertuig voor zijn vloot rekening houdend met
De eerste sessie van de Fleet & Business Academy ging door op 22 november jongstleden en behandelde de gevolgen van de CO2-wet.
HET VERSCHIL TUSSEN PROFESSIONEEL, PRIVÉ & COLLECTIEF Een voertuig dat strikt professioneel wordt gebruikt, is vrij van solidariteitsbijdrage indien het wordt benut voor verplaatsingen tussen de gebruikelijke arbeidsplaats en occasionele bestemmingen, waar de werknemer om professionele redenen moet zijn. Of voor verplaatsing tussen woonplaats en occasionele beroepsmatige bestemming. Privé-gebruik van een voertuig – waarvoor wel een solidariteitsbijdrage is verschuldigd – heeft betrekking op verplaatsing tussen woonst en gebruikelijke arbeidsplaats en alle pure privé-verplaatsingen. Ook collectief vervoer, georganiseerd door de werkgever als woon-werkverkeer wordt als privé-vervoer beschouwd. Slechts onder zeer strikte voorwaarden is geen CO2-bijdrage voor dergelijk collectief vervoer verschuldigd.
26
de impact van de CO2-uitstoot en tegelijkertijd met een mobiliteitswaarborg en een optimalisatie van de totale vlootkosten. Terwijl ook de bestuurder gemotiveerd moet worden door het gekozen voertuig.
Voordeel van alle aard Tijdens de Fleet & Business Academy legde Daniel Debrouwer, Managing Partner van EuroFleet Consult, hoe een vlootverantwoordelijke zou moeten omgaan met de CO2-regelgeving op korte, middellange en lange termijn. Uit de reacties van de deelnemers bleek dat de CO2maatregel vaak als onvervalste milieutaks wordt gezien. En dat is niet helemaal juist. Het gaat eigenlijk om een solidariteitsbijdrage aan de RSZ. Voordelen van alle aard, weet u nog? Deze bijdrage, weliswaar berekend op basis van de C02-uitstoot, is eigen aan een voertuig dat werknemers ter beschikking wordt gesteld. Om de totale impact van die solidariteitsbijdrage – anders gezegd, de fiscale “gevolgen” van het voordeel van alle aard – exact in te schatten, moet iedere firma individueel de rekening durven maken. Voor ondernemingen werkend volgens de Fiche 281.10/20, blijkt die impact relatief klein (max +4%). Maar, geldt deze bijdrage als een persoonlijke bijdrage van de werknemer, dan liggen de CO2-consequenties aanzienlijk hoger en mag van een stijgende globale vlootkost van +6% tot +12%, afhankelijk namelijk van
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 27
CO2-wet
Daniel Debrouwer, Managing Partner van EuroFleet Consult, bespreekt de maatregelen die bedrijven kunnen nemen om de impact van de CO2-wet te beperken.
de samenstelling van de vloot, worden gesproken.
Het temperen van de impact Hoe kan u de CO2-impact op het totale vlootbudget beperken? De lijst van mogelijke uitkomsten is eindeloos maar bevestigt tezelfdertijd dat van een exact en algemeen te hanteren beleid nooit sprake kan zijn. Wie uit CO2-oogpunt een car policy wil optimaliseren, bots wel zeker met paradoxale aspecten die de financiële, sociale en menselijke vlootbalans verstoren. Komt daarbij dat elke uit CO2-perspectief gestroomlijnde car policy nooit de wetmatigheden van de eigen bedrijfscultuur omzeilen kan. Concrete oplossingen? Een eerste groep van mogelijke uitkomsten is te rangschikken onder “Smart buy” of (engine) “Downsizing”. Om de solidariteitsbijdrage te beperken, opteert men dus voor auto’s met lage CO2-uitstoot. Hoe
lager de cilinderinhoud hoe lager de CO2-uitstoot, stellen de door onze gouvernementele instanties gepubliceerde uitstootwaarden, waarop de CO2-bijdragen worden berekend. Vlootverantwoordelijken kiezen daarom voor “kleinere” motoren binnen hetzelfde gamma. Intelligente wagenaankoop dus, waarbij gelet wordt op een zo laag mogelijke CO2uitstoot. Of, op CO2-uitstoot en brandstofverbruik. Of nog, op CO2-uistoot, brandstofverbruik en kilometerkostprijs (KKP). Deze derde mogelijkheid is trouwens de beste, want ook al zijn we er allemaal blindelings van overtuigd, wie garandeert dat een lichtere motorisatie, gemonteerd in een even zwaar automodel en onder dezelfde gebruiksomstandigheden, effectief ook minder verbruikt? Een tweede groep maatregelen staan onder het thema “kostendrukking”. Door bijvoorbeeld de KKP te stroom-
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 28
DOSSIER GREEN FLEET
Uit de reacties van de deelnemers bleek dat de CO2-maatregel vaak als onvervalste milieutaks wordt gezien. En dat is niet helemaal juist.
lijnen. Door de vlootsamenstelling te rationaliseren en/of door het aantal afgelegde privé-kilometers te beperken. En, door de bestuurders bewust te maken en een “lichte” rechtervoet te belonen. Het zijn stuk voor stuk maatregelen die de CO2impact helpen temperen, maar die niet veralgemeend kunnen worden. Wat deze maatregelen wel gemeen hebben? Ze zijn haast onder een groen geïnspireerde, gemeenschappelijke noemer te plaatsen. Of, hoe de fiscale nasleep van het voordeel van alle aard, omwille van op CO2-basis berekent accijns, munt naar de staatskas sluist en een groeiende, toch heilzame aandacht voor “Green Fleets” genereerde.
Green Fleet Enquête
Fleet&Business I 155 I FEBRUARI-MAART 2007 I
Steeds meer bedrijven kiezen resoluut voor milieuvriendelijkere voertuigen omdat het fis-
28
caal interessanter is. Zo bleek ook uit een recente enquête van ons vakblad. Niet minder dan 76% van de ondervraagde bedrijven was het eens met volgende stelling: Er worden CO2-vriendelijkere voertuigen aangekocht omdat de fiscale consequenties dan gunstiger uitvallen. Steeds meer bedrijven beseffen trouwens ook dat milieu op termijn een doorslaggevende factor wordt en dat propere voertuigen minder brandstof verbruiken. Alsmaar meer bedrijven geven toe dat ze zich milieuvriendelijk willen profileren. Ook al omdat ze beseffen dat hun concurrenten er eenzelfde milieufilosofie op nahouden.
Zware sancties Ook de meest recente CO2maatregelen, met verplichting tot aangifte en bewijsvoering van strikt professioneel voertuiggebruik, eventuele contro-
Niet minder dan 76% van de ondervraagde bedrijven kiest voor CO2-vriendelijke voertuigen omdat de fiscale consequenties dan gunstiger uitvallen.
les daarop, en de daaruit voortvloeiende (zware) sancties, werden in sessie 1 besproken. Hoe het strikt professionele gebruik in de hand houden? Met een car policy, die privé-gebruik uitsluit en door het voeren van een coherent beleid, dat effectief rekening houdt met de functie van betreffende werknemers. Door sancties te hanteren, die voldoende afschrikwekkend zijn, door effectief te controleren op verboden gebruik, door voertuigen niet langer ter beschikking te stellen van werknemers die gedurende een periode van meer dan één week geen prestaties hebben verricht… Sinds 1 juli 2005, als gevolg van het weerlegbare vermoeden van het privé-gebruik van een bedrijfswagen en de daarop te heffen CO2-bijdragen, worden sancties getroffen. In april 2006 verscheen een ministeriële circulaire
die verplicht tot een aangifte/rechtzetting (periode 30/04/2006 – 31/05/2006) en waarin sancties tot dubbele bijdrage, retroactief vanaf 01/01/2005 staan vermeld. In juli 2006 verscheen een programmawet met verplichting tot aangifte/rechtzetting tot 30/06/2006. Betreffende programmawet werd gepubliceerd op 28/07/2006 en benadrukte een termijnuitbreiding tot 30/11/2006. Sinds 01/12/2006 geldt een wijziging voor de periode tussen het eerste semester 2005 en het tweede semester 2006. Sancties bij in gebreke stelling? Dubbele bijdrage, verhoogd met 10% en 7% interest per jaar. Wagenparkbeheerders die het niet zo nauw nemen met aangifte en bewijsvoering van strikt professioneel voertuiggebruik, zijn hiermee gewaarschuwd. Ferre BEYENS
CO2-ARME VLOTEN Milieuvriendelijk wagenparken hebben de groene trend in hoofdzaak te danken aan een CO2-wet die de aankoop van milieuminnende vlootauto’s aanmoedigt. Ook Frankrijk zal in toenemende mate CO2-arme vlootwagens in het straatbeeld zien verschijnen. In 2005 bedroeg de jaarlijkse TVS taks (Taxe Vehicules de Societé) voor een voertuig van 9 pk of meer: 2.440 EUR/jaar. Sinds 2006 wordt die TVS taks berekend naar CO2-uitstoot. Voor een voertuig met CO2-emissie van 230 g/km betaalt een Franse ondernemer net geen 4000 EUR/jaar aan TVS taks.
De Fleet & Business Academy is een initiatief van Fleet & Business en EuroFleet Consult.
F&B155_10_dossGREEN_nl_05
20/02/07
16:01
Page 30
DOSSIER GREEN FLEET
Biobrandstoffen, een alternatief met toekomst De ons omringende landen zijn er al een tijdje mee bezig, maar sinds eind vorig jaar wordt het gebruik van biobrandstoffen nu ook in ons land mogelijk. Andere biobrandstoffen maken opgang. Fleet-owners willen dan ook meer weten over hun gebruik.
B
ijna 1 op 3 van de fleet-owners in ons land wil het gebruik van ecologische producten zoals partikelfilters, banden en biobrandstoffen bevorderen. Dat bleek uit de Green Fleet enquête die Fleet & Business in september 2006 organiseerde. Biobrandstoffen als alternatief om de CO2-uitstoot terug te dringen, staan dus meer en meer in de belangstelling. En da’s maar goed ook. Want Europa heeft een richtlijn aangenomen waarbij gestreefd wordt naar 2% aanwezigheid van biobrandstoffen in het totale brandstofvolume in 2006 en 5,75% in 2010 en 7,5% in 2012. Ons land is eind vorig jaar in actie geschoten. Vier olieproducenten kregen van de overheid toestemming om uit de landbouw afkomstige diesel te produceren. Oleon leverde deze zuivere biodiesel ofwel FAME (Fatty Acid Methyl Ester) eind november voor het eerst aan Total. De raffinaderij van Total mengt deze FAME met gewone diesel. Sinds
februari heeft Total de mengverhouding van FAMA in gewone diesel opgetrokken tot 3%. Op lange termijn wordt gestreefd naar 5%, dit om aan de Europese normen te voldoen.
Soorten Biobrandstoffen zijn er in vele soorten. Voor een goed overzicht volgt hier een opsomming van de belangrijkste alternatieven. • Biodiesel kent sterke overeenkomsten met gewone diesel. Het wordt gemaakt uit plantaardige olie (voornamelijk koolzaad). Biodiesel is in ons land veruit de meest gebruikte biobrandstof en wordt vermengd met gewone diesel. • Bio-ethanol ontstaat door het vergisten van suikerriet (Brazilië), maïs (VS) of andere plantaardige grondstoffen. In Europa wordt ethanol in verschillende verhoudingen vermengd met benzine : 5% voor E5, 10% voor E10, 85% voor E85 en tot 100% voor ‘Flex Fuel’-voer-
tuigen. Bio-ethanol is vooral populair in Brazilië en de VS. In ons land zijn er sinds oktober vorig jaar in Brussel 5 tankstations voor E85 geopend. • PPO oftewel Pure Plantaardige Olie is net als biodiesel gemaakt van plantaardige olieën (zonnebloemen, koolzaad). PPO is echter niet geschikt voor de huidige dieselmotoren. • Biogas wordt geput uit de biologisch afbreekbare fractie van afval. De toepassing blijft beperkt omdat er in Europa nauwelijks tankstations zijn. Vooral openbare besturen in diverse Europese steden experimenteren met biogas. Daarnaast is nog een hele waslijst soorten voorradig zoals DME, synthesegas (SNG) of biomethanol. Maar verwacht wordt dat bovengenoemde biobrandstoffen de meeste kans maken voor een wijdverspreid verbruik. Stijn PHLIX
De eerste biodiesel werd eind november vorig jaar in ons land geleverd. Andere biobrandstoffen zijn in opgang.
BIODIESEL EN BIODIESEL IS TWEE ! Sinds eind november vorig jaar is er in elk Total-tankstation biodiesel te verkrijgen. De prijs van biodiesel is dezelfde als gewone diesel. Nochtans is de productie van biodiesel duurder maar de federale regering heeft een accijnsverlaging doorgevoerd. Eddy De Beucker van Total: “Biodiesel is dus niet duurder dan gewone diesel en dit vormt een belangrijk argument naar de klant toe. Deze kan een bijdrage leveren aan het milieu zonder dat hij moet bijbetalen.” De Beucker wil nog een misverstand uit de wereld helpen. “Volkswagen, Audi en BMW plakken in de klep van de benzinetank een etiket met de melding ‘verboden om biodiesel te gebruiken’. Maar zij bedoelen pure biodiesel en niet de gemengde versie. M.a.w. eigenaars van deze auto kunnen probleemloos biodiesel tanken”, aldus De Beucker.
30