Gramsbergerweg 50a 7772 CX Hardenberg tel.nr.: 0523-272442 1
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van de christelijke school voor speciaal basisonderwijs professor Waterinkschool.
De schoolgids is bedoeld voor ouders en verzorgers van kinderen op de professor Waterinkschool en voor ouders die belangstelling hebben voor onze school. Kenmerkend voor onze school is dat wij specialistische zorg bieden die de reguliere basisschool niet biedt. Dat is de essentie van onze sbo-school. Wij werken hard aan het gevoel van eigen waarde, opbrengsten en inspiratie. In deze schoolgids vindt u ook praktische informatie over wie wij zijn, wat wij doen en wat wij willen, maar ook namen, adressen, informatie over het bestuur, de medezeggenschapsraad, de organisatie van de school, enz.
De schoolgids wordt jaarlijks opgesteld en uitgereikt aan de ouders/verzorgers van onze leerlingen. In de eerste week na de zomervakantie wordt de gids uitgereikt aan alle ouders en allen die bij de school zijn betrokken en aan ouders die zich oriënteren voor plaatsing van hun kind op onze speciale school voor basisonderwijs. Wij blijven u op de hoogte houden van ontwikkelingen in onze school. Voor verdere informatie of toelichting kunt u contact opnemen met de directie. Namens het team Aaldert Renting Directeur
1
Colofon
Prof. Waterinkschool Christelijke Speciale School voor Basisonderwijs Gramsbergerweg 50a 7772 CX Hardenberg. Telefoon: 0523 272442. Fax : 0523 272443. E-mail:
[email protected] Website : www.profwaterinkschool.nl Directeur: Dhr. A. Renting Westerveldseweg 18 7921 NB Zuidwolde tel.nr.: nog niet bekend Intern begeleidster: Mevr. I. van Faassen Burg. v. Riemsdijkstraat 21 7783 BJ Gramsbergen tel.nr.: 0524-562044
Bevoegd gezag: Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono Voorzitter college van bestuur: Dhr. H. Brink, Erve Odinck 7c, 7773 DE Hardenberg tel. 0523-272821.
Onderwijs inspectie: Rijksinspectiekantoor Zwolle "Hanzeland" Postbus 10048 8000 GA Zwolle. tel. 088 6696060.
2
Van de directeur/bestuurder van de Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono, gevestigd te Hardenberg De professor Waterinkschool behoort tot de Stichting voor Protestants Christelijk Primair Onderwijs Chrono, gevestigd te Hardenberg. Onze stichting van 16 scholen stelt zich ten doel het doen geven van Protestants Christelijk primair onderwijs. Zij tracht dit doel te bereiken door het oprichten en instandhouden van scholen voor Protestants Christelijk primair onderwijs in Noordoost Overijssel. Dit alles zoveel mogelijk in samenwerking met ouderklankbordgroepen, directies, medezeggenschapsraden van de scholen en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Chrono is per 1 januari 2005 ontstaan door een fusie van de Vereniging voor PC basisonderwijs in Avereest en de Vereniging voor PC Primair Onderwijs in Noordoost Overijssel, gevestigd te Hardenberg. Per 1 januari 2012 is de vereniging omgezet in een stichting. De Ledenraad van Chrono heeft op 29 juni 2011 daartoe besloten en er voor gekozen om bestuur en toezicht volledig te scheiden: het College van Bestuur (CvB) bestuurt en de Raad van Toezicht (RvT) houdt (intern) toezicht. Omdat de schoolcommissies zijn verdwenen en we veel belang blijven hechten aan ouderbetrokkenheid, heeft elke school nu een ouderklankbordgroep. Een door de Ledenraad vastgestelde beknopte kaderstelling geeft richtlijnen voor samenstelling en werkwijze van de ouderklankbordgroep.
gekozen voor de omschrijving directeur/bestuurder. Op de website van Chrono (www.chronoscholen.nl) staan de Statuten van de Stichting, het bestuursreglement en het organogram. Het Protestants Christelijk onderwijs is onderwijs waarbij ouders een belangrijke rol spelen. Uw meeleven en meedenken is erg belangrijk. Dat zult u vooral doen op de school zelf, bijvoorbeeld in de ouderklankbordgroep of de medezeggenschapsraad (MR). Bovenschools kunt u een rol spelen door u als ouder verkiesbaar te stellen voor de GMR (=gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Deze GMR bestaat uit 8 leden, waarvan de helft ouders en de helft personeelsleden van Chrono. Daarnaast kunt u solliciteren als lid van de Raad van Toezicht, indien er een vacature is.
Per 1 januari 2012 zijn de leden van de Raad van Toezicht gestart met hun werkzaamheden.
We werken samen aan het onderwijs voor onze kinderen op alle Chronoscholen. De directeuren en directeur/bestuurder worden daarbij ondersteund door de medewerkers van het bestuurscentrum. Wij willen Chrono als professionele organisatie verder uitbouwen. Daarmee zorgen we met name voor goede randvoorwaarden, zoals op het gebied van onderwijs, christelijke identiteit, personeel/ organisatie, financiën, huisvesting en ICT. Door goed samen te werken, solidair te zijn en elkaar te ondersteunen bij zaken die onze aandacht vragen, kunnen we als stichting voor alle Chronoscholen het nodige betekenen! Daar ligt de meerwaarde voor de scholen.
Bij Chrono is gekozen voor een eenhoofdig College van Bestuur. College van Bestuur is de wettelijke term; een College van bestuur kan uit één of meerdere personen bestaan. Indien het om één persoon gaat, zoals bij Chrono, wordt in de praktijk vaak
Vanuit Chrono willen we planmatig werken en plannen op elkaar aan laten sluiten. Een belangrijk basisdocument is het Strategisch Bestuursbeleidsplan 20142018 (SBB); u treft het aan op de website van Chrono.
3
De zes speerpunten daaruit zijn: vorm en inhoud geven aan Passend Onderwijs het vormgeven van ouderbetrokkenheid als educatief partnerschap het inspelen op ICT-ontwikkelingen voor het onderwijs in de scholen het blijvend sturen op competenties van personeel het inspelen op het Integraal Huisvestingsplan (IHP) en doorcentralisatie buitenonderhoud het afstemmen van de interne organisatie van de scholen en het bestuurscentrum Elke school werkt volgens het Schoolplan 2011-2015. De schoolplannen 2015-2019 worden dit schooljaar ontwikkeld en deze sluiten aan op het SBB 2014-2018: naast de zes speerpunten van Chrono zijn er speerpunten op schoolniveau. Een paar hele praktische voorbeelden van de meerwaarde van Chrono: Alle personeel is in dienst van Chrono en dus niet van een school. Dat betekent dat het personeel de mogelijkheid heeft eens op een andere school te gaan werken. Soms is dat noodzakelijk, bijvoorbeeld als de ene school minder leerlingen krijgt en een andere juist meer. Binnen Chrono bestaat de mogelijkheid voor tweescholendirecteur. Dat is met name aantrekkelijk voor kleine(re) scholen. We organiseren personeelsbijeenkomsten, waar ervaringen worden uitgewisseld. Zo kun je gemakkelijk van elkaar leren. Bijvoorbeeld door het uitwisselen van lesmateriaal. Op het gebied van ICT, bijvoorbeeld de aanschaf van computers en tablets, werken we nauw samen. De systeembeheerder werkt voor alle scholen, die hetzelfde systeem gebruiken. Dat maakt het onderhoud gemakkelijker. Het bestuurscentrum ondersteunt de directeuren bij hun werk. Als je dingen voor één school uitzoekt en ander scholen daarover inlicht, scheelt dat moeite en tijd. Voorbeelden zijn vragen op het gebied van huisvesting en onderhoud, verlofaanvragen voor personeel, veiligheid van speeltoestellen.
In het directeurenoverleg worden zaken besproken die voor alle scholen van belang zijn. Bij scholing van personeel werken we nauw samen, zodat we bijvoorbeeld steeds vaker cursussen in Hardenberg kunnen organiseren. Onder de stichting valt, naast vijftien basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs, de Professor Waterinkschool. De expertise die in deze school aanwezig is, kan door alle Chronoscholen gebruikt worden. De directeur/bestuurder en een aantal directeuren nemen deel aan overleg binnen de afdeling Hardenberg van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Veld, Vaart en Vecht
De afgelopen schooljaren hebben we een systeem ontwikkeld voor kwaliteitszorg, op zowel schoolniveau als bovenschools. Daarmee krijgen directies, MR, GMR en Raad van Toezicht meer zicht op de kwaliteit van de diverse onderdelen die we belangrijk vinden. We willen zo voorkomen dat we verrast worden. Het “Jaarbericht juni 2013” is te vinden op de website www.chronoscholen.nl Mocht u liever een leesexemplaar willen, dan kunt u deze verkrijgen via de directeur van de school; op elke school ligt een aantal exemplaren van het Jaarbericht. Door het lezen van het Jaarbericht weet u wat er speelt binnen Chrono en de scholen. Het komend cursusjaar zullen we u een aantal keren via de nieuwsbrief van de scholen op de hoogte houden van actuele ontwikkelingen. Ook kunt u daarvoor de websites van de scholen en Chrono raadplegen (www.chronoscholen.nl). De bedoeling van deze schoolgids is om u als ouder een helder en duidelijk beeld te geven waar de school voor staat. Scholen verschillen, ook binnen onze stichting. Als directeur/ bestuurder ben ik daar blij om. De stichting streeft naar “eenheid in verscheidenheid”. Dat betekent dat iedere school de nodige ruimte krijgt om zichzelf te profileren in samenspraak met de directe omgeving van de school (team, ouderklankbord, mr en ouders). Daarnaast is het zo dat in de schoolgids ook verantwoording wordt afgelegd door de school over de manier van werken en de resultaten. Ook dat aspect van de schoolgids juich ik toe. U als ouder hebt er recht op om te weten waar de school voor staat, maar ook waar u op mag rekenen.
4
Uw kind(eren) brengt/brengen veel tijd door op de basisschool. Als directeur/ bestuurder ben ik blij dat u uw kind(eren) wilt toevertrouwen aan een van onze Chronoscholen. Ik wens u, samen met allen die bij de school betrokken zijn, een goede tijd toe. Voor al uw vragen kunt u contact opnemen met de school. Jan van Dijken, directeur/bestuurder (tot 1 augustus 2014; per deze datum opgevolgd door Henk Brink)
Gegevens van het bestuurscentrum van Chrono Bestuurscentrum Chrono Erve Odinck 7c 7773 DE HARDENBERG Tel.: 0523-272821 De medewerkers zijn bereikbaar tijdens kantooruren (behalve vrijdag) e-mail:
[email protected] website: www.chronoscholen.nl Medewerkers bestuurscentrum: Henk Brink (directeur/bestuurder) Roelineke Gommer (beleidsmedewerker Personeel en Organisatie) Dalida Harders (beleidsmedewerker Financiën, Huisvesting en ICT) Janine Murk (managementassistent, ondersteuning beleidsmedewerker Personeel en Organisatie) Ada van der Linden (administratief medewerker, ondersteuning beleidsmedewerker Financiën, Huisvesting en ICT) Leden van de Raad van Toezicht, situatie per 1 augustus 2014: De heer K. Muis Voorzitter Mevrouw A. Meijer Vice-voorzitter De heer H. Meilink De heer H.J. Waterink De heer R. van de Klippe De heer E.M. Mulder De heer J. Rieks
5
1. Wie zijn wij? In dit hoofdstuk beschrijven wij onze visie en uitgangspunten. Op basis van deze uitgangspunten werken wij aan de kwaliteit van ons onderwijs en baseren wij de scholing van team en teamleden.
1.1 Visie van onze school Christelijke visie: De Prof. Waterinkschool is een Christelijke school. Wij geloven dat het woord van God beslissende betekenis heeft voor het leven van ieder mens. Dit trachten wij zichtbaar te laten worden in ons bestaan, opdat de leef- en werkvormen die we gekozen hebben voor het kind geloofwaardig worden. Wij willen ons hieraan houden door in onze school regelmatig om te gaan met het gebed, de Bijbellezing, de Bijbelvertelling, de kerkgeschiedenis, Christelijke liederen en de viering van de Christelijke feestdagen. Onze school is toegankelijk voor leerlingen van alle gezindten. Bij aanmelding wordt de ouders/verzorgers gewezen op het Christelijk karakter van de school. Van hen wordt verlangd dat ze de grondslag respecteren.
Onderwijskundige visie: “ Sterk zijn waar het kind zwak is”. De opdracht die wij hierin zien is “uitgaande van de sterke kanten van het kind de zwakke kanten versterken”. Elk kind mag zich in onze school gewaardeerd en gelijkwaardig weten ongeacht afkomst en mogelijkheden. Om elke leerling de mogelijk te bieden zich, afhankelijk van zijn/ haar mogelijkheden, optimaal te ontwikkelen hebben wij een sfeer gecreëerd die kan worden gekenmerkt door de uitgangspunten: rust, orde en regelmaat. Deze drie punten bieden een kind de mogelijkheid om zich in een veilige en vertrouwde omgeving optimaal te ontplooien. 1.2 Algemene doelstellingen: Wij willen onze kinderen helpen te komen tot een volwassenheid die, voor dit kind met zijn speciale mogelijkheden en
6
beperkingen, met deze ouders/verzorgers en onder deze verdere omstandigheden zo optimaal mogelijk is. M.a.w. het kind helpen later zo zelfstandig mogelijk zijn levenstaak te vervullen. Langs verschillende lijnen proberen we het doel te bereiken: 1. Sociaal-emotionele ontwikkeling. 2. Verstandelijke ontwikkeling. 3. Ontwikkeling van vaardigheden 4. Ontwikkeling van creativiteit. 1.3 Beleidsvorming De doelstellingen van het onderwijs op de PWS worden in overleg met het team uiteindelijk bepaald door de directie en de MR. Uitgangspunt bij de beleidsvorming is, dat het onderwijs op onze school op een kwalitatief hoog niveau gegeven wordt. De sterke punten willen we borgen en verbeterpunten moeten worden opgespoord en uitgevoerd. Binnen de scholen van CHRONO is gekozen voor het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit). Het INK-model sluit goed aan bij hoe de schoolorganisatie functioneert: er wordt gewerkt voor resultaten en om die te bereiken levert de school een inspanning. Het INK-model onderscheidt twee soorten domeinen, namelijk organisatiegebieden en de resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt het functioneren van de school beschreven. In de resultaat gebieden worden de daarmee behaalde resultaten aangegeven. De samenhang tussen ‘resultaat’ en ‘organisatie’ bepaalt de mate waarin wij als school in staat zijn om te leren verbeteren en te excelleren. Voortdurend verbeteren is de brandstof waarop een organisatie draait. In het INKmanagementmodel is de motor voor de verandering de zogenoemde ‘plan-docheck-act’-cirkel van Deming. Deze cyclische aanpak vormt de basis voor het verbeteren van de schoolorganisatie. Jaarlijks vindt een evaluatie plaats van actieplannen en borgingsdocumenten en worden resultaten en opbrengsten in kaart gebracht. Op basis van de evaluatiegegevens en de schoolgids worden de actieplannen/borgingsdocumenten bijgesteld.
Eens in de vier jaar vindt een grondige positiebepaling plaats, waarin met behulp van diverse instrumenten wordt gemeten en geëvalueerd hoe we er als school voorstaan. Op basis van deze evaluatie wordt het nieuwe schoolplan opgesteld. Voor de evaluatie gebruiken we de volgende instrumenten: - Zelfevaluatierapport (ZER) a.d.h.v. de prestatie-indicatoren voor alle INK domeinen - Inspectierapport - Tevredenheidmetingen onder personeel, ouders en leerlingen - Gegevens vanuit de Kwaliteitsmonitor (het Early Warning System). 1.4 De kwaliteitsmonitor Om beter zicht te krijgen op de kwaliteit van de schoolorganisatie en om te voorkomen dat er kwaliteitsverlies optreedt, beschikken de scholen van Chrono over een systeem dat tijdig waarschuwt voor kwaliteitsverlies. In een uitgewerkt overzicht zijn de inspectienormen en de eigen kwaliteitsindicatoren (zowel vanuit Strategisch bestuursbeleidsplan (SBB), als schoolbeleid) beschreven. Ieder jaar beschrijft de school haar kwaliteit van de hand van deze indicatoren. Hiervoor is een digitaal hulpmiddel ingericht: de Kwaliteitsmonitor. De Kwaliteitsmonitor is operationeel vanaf juni 2010 en alle scholen werken inmiddels met dit systeem. De Kwaliteitsmonitor is een vast onderdeel van de kwaliteitsmonitoring binnen de scholen van Chrono.
7
2. Hoe helpen wij onze leerlingen die extra zorg nodig hebben? In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe wij de zorg voor onze leerlingen organiseren. 2.1 Zorgbeleid op school. Alle leerlingen op de PWS hebben specifieke zorg nodig. Daarom is onze zorg en ons onderwijs gericht op het individuele kind, waarbij het kind en niet de leerstof het uitgangspunt is. De wijze waarop onze orthopedagogische (opvoedkundige) en ortho-didactische (hulp bij leerproblemen) aanpak gestalte krijgen is omschreven in ons schoolplan. Bij binnenkomst in de school wordt van elke leerling een dossier gemaakt waarin de gegevens zijn vastgelegd die door de school van herkomst zijn aangeleverd. Dit dossier wordt tijdens de schoolloopbaan aangevuld met de eigen gegevens. Tevens wordt bij binnenkomst een toekomstperspectief vastgesteld op grond van de aangeleverde gegevens. Een leerling wordt geplaatst in een groep op grond van leeftijd, cognitie (kennis en kunnen) en aanpassingsmogelijkheid binnen een groep. Voor alle vakgebieden wordt een groepsplan gemaakt. Voor leerlingen die niet mee kunnen doen binnen het groepsplan, wordt een individueel handelingsplaan opgesteld. Deze plannen worden tijdens de leerlingbespreking geëvalueerd en, waar nodig aangepast.
Door de school zijn standaardaanpakken geformuleerd voor de onderscheiden vakgebieden en de behandeling van (grotere) groepen leerlingen. 2.2 Intern begeleidster (IB-er) Ten behoeve van leerkrachtondersteuning en remediëring van leerlingen is Ineke van Faassen vrijgesteld van lesgevende taken. Zij is onze intern begeleidster. Zij organiseert de leerlingenzorg, onderhoudt de externe contacten met ambulante dienstencentra en de basisscholen binnen ons samenwerkingsverband, voor zover dit de leerlingenzorg betreft. Zij regelt de procedures en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de leerlingenzorg door de leerkrachten en onderwijsassistenten. De vorming en opzet van het leerlingendossier, het opstellen van de jaarlijkse toetskalender en het regelen van de groeps-/ leerlingenbesprekingen vallen onder haar verantwoordelijkheid. Tot haar takenpakket behoort: a. leerkrachtondersteuning b. verantwoordelijk voor uitvoeren remediëring c. afnemen en verwerken van diverse toetsen (niet zijnde de methode gebonden toetsen die door de leerkrachten worden afgenomen)
8
d. leidinggeven aan de groeps- en leerlingenbesprekingen e. leidinggeven aan de vergaderingen van de Commissie van Begeleiding f. begeleiding en uitvoering van het aanvankelijk leesonderwijs in de kleutergroep g. hulp bieden aan kinderen met specifieke leerproblemen h. ondersteuning bieden bij het groepsgebeuren i. contacten onderhouden met de a.b.-ers van de rugzakleerlingen k. verantwoordelijk voor de planning en toetsmomenten, de juiste afname en verwerking van de toetsscores. l. analyse van de toetsresultaten en bespreking van de scores met de collega’s. 2.3 Onderwijsassistenten Op de PWS zijn 4 onderwijsassistenten werkzaam. Eén onderwijsassistent is ingezet in de kleutergroep, de drie anderen ondersteunen de leerkrachten bij het onderwijs in de groepen of werken elders met kleine groepjes leerlingen. 2.4 Logopedie De logopediste werkt op maandag, woensdag en donderdag. Ze behandelt kinderen met spraak-, taal-, gehoor- en communicatieproblemen. De aandacht gaat met name uit naar de leerlingen in de onderbouw. In de middenen bovenbouw kunnen leerlingen op verzoek van de leerkracht of intern begeleider een onderzoek krijgen om te bepalen of logopedische begeleiding nodig is. Het doel van de logopedie op school is het verbeteren van communicatieve vaardigheden en bijbehorende voorwaarden binnen de spraak- en taalontwikkeling die ervoor zorgen dat een kind effectiever kan communiceren met zijn omgeving. Aan het begin van het schooljaar worden de nieuwe leerlingen gescreend. Zo nodig volgt verder onderzoek en wanneer een kind logopedische begeleiding krijgt, wordt dit afgestemd met de ouders en de betreffende leerkracht. 2.5 Fysiotherapie Een dag per week zijn fysiotherapeuten en ergotherapeuten op school aanwezig om leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen, te behandelen. Wanneer daartoe aanleiding bestaat kunnen leerlingen door de therapeute worden getest. Als therapie
nodig blijkt neemt de therapeute contact op met de ouders om e.e.a. te bespreken. Bekostiging gaat via de ziektekostenverzekering van de ouders. 2.6 Leerlingenzorg door externen onder schooltijd We worden in toenemende mate geconfronteerd met het feit dat ouders/ verzorgers op eigen initiatief en voor eigen rekening c.q. op medische indicatie, extra hulp inschakelen om extra zorg voor hun kinderen te organiseren. Daarom hebben we beleid opgesteld voor alle scholen van Chrono getiteld "Leerlingenzorg door externen onder schooltijd". Ons bevoegd gezag staat afwijzend tegenover externe hulp, op eigen initiatief, onder schooltijd, in en buiten de school. Echter, indien er sprake is van een medische indicatie kan hierop een uitzondering worden gemaakt, mits gesproken kan worden over een geregistreerde, erkende behandelaar. In dat geval dient er door de ouders/ verzorgers en de uitvoerder van de hulpverlening een contract met daarin een "verklaring van vrijwaring van verantwoordelijkheid" aan school te worden afgegeven. Op die wijze wordt bewerkstelligd dat de school c.q. het bevoegd gezag, niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en/of producten. U vindt de betreffende beleidsnotitie op de website van de CHRONO. 2.7 Leerling Gebonden Financiering (LGF) Voor leerlingen met een LGF (“rugzakje”) blijft de situatie zoals het was. Extra begeleidingsuren, andere materialen of extra hulp (onderwijsassistent) wordt ingezet. Zij werken het grootste deel van de dag mee met het school-groepsgebeuren en vallen uiteraard ook onder de “gewone” schoolse zorg. Het samenwerkingsverband heeft een andere systematiek opgezet middels arrangementen. De extra zorg wordt gecoördineerd door de Intern Begeleider (IB-er). Ze heeft daartoe o.a. regelmatig overleg met de ambulante begeleider van de desbetreffende leerling, de ouders en de groepsleerkracht. Tijdens dit overleg wordt het handelingsplan en het ontwikkelingsperspectief geëvalueerd en, waar nodig, opnieuw vastgesteld. De ondersteuning van de leerkracht en de inzet van de IB-er worden eveneens bekostigd uit de LGF. Leerlingen met een
9
LGF worden uitsluitend toegelaten tot het sbo, met een positieve beschikking van de PCL. Voor verder uitwerking van dit onderdeel wordt verwezen naar het hoofdstuk “Passend Onderwijs”. 2.8 Sociaal-emotionele ontwikkeling Voor veel leerlingen, en zeker op onze school, geldt dat ze slechts goed tot leren komen in een omgeving die veiligheid, rust, orde en regelmaat biedt. Wij trachten dit te bereiken door het stellen (en toepassen) van regels, aandacht te schenken aan problemen/klachten van de leerlingen, gebruik te maken van dagritmekaarten (pictogrammen waarop de dagindeling wordt aangegeven) en vooral elke leerling te laten merken dat hij/zij wordt gewaardeerd en geaccepteerd zoals hij/zij is. De sociale vaardigheden worden geoefend met de methode “Goed gedaan”. Daarnaast worden er voor een aantal leerlingen met een dezelfde problemen groepjes gevormd waarin, o.a. door middel van spel, kinderen leren inzicht te krijgen in hun “handicap”, maar ook hoe ze hiermee om moeten gaan. De methode “Rots en water” wordt klassikaal ingezet vanaf groep 4/5. De kinderen leren door deze training, startend vanuit een fysieke invalshoek, mentale en sociale vaardigheden. Actie (spel, spelen en simpele zelfverdedigingsvormen) wordt afgewisseld door momenten van zelfreflectie en kringgesprekken. Drie leerkrachten binnen de school hebbende bevoegdheid om deze lessen te geven Kinderen met leer- en/ of gedragsproblemen hebben hulp nodig. Deze extra hulp heet zorgverbreding. Meestal is de dagelijkse zorg van de leerkracht voor de kinderen in de groep genoeg. Soms heeft een kind extra hulp/ begeleiding, met andere woorden “zorgverbreding” nodig. De hulpvraag van de leerkracht wordt besproken in de commissie van begeleiding (CVB) en samen met de leerkracht wordt een plan gemaakt. 2.9 Leerlingenvolgsysteem Voor een goede zorgverbreding is het noodzakelijk dat de ontwikkelingen van de leerlingen goed in beeld zijn. Wij maken gebruik van Parnassys, een digitaal leerlingen-volgsysteem. Door het regelmatig uitvoeren van observaties en het afnemen van toetsen brengen we de ontwikkeling van de leerlingen in kaart. De vorderingen van de leerlingen worden
(door de leerkracht) bijgehouden en verwerkt in Parnassys. Met dit leerlingenvolgsysteem, vinden we een betere aansluiting op de hedendaagse onderwijsontwikkelingen. Door een goed beeld van de resultaten van de leerlingen wordt de effectiviteit van het onderwijs groter. Door dit digitale systeem zijn de gegevens, voor de leerkrachten, snel en overzichtelijk toegankelijk. 2.10 Leerlingendossiers. Van elke leerling wordt een dossier aangelegd omvattende persoonlijke gegevens, verslagen van betrokken disciplines, verslagen van leerlingenbespreking en besprekingen van de Commissie van Begeleiding. De dossiers worden volledig digitaal gearchiveerd. De dossiers zijn uitsluitend toegankelijk voor de groepsleerkracht, de logopediste en de leden van de Commissie van Begeleiding. Gegevens betreffende leerlingen worden aan derden (ook van toepassing bij verhuizing e.d.) uitsluitend verstrekt op verzoek van de desbetreffende persoon / personen of instantie(s) en met schriftelijke toestemming van de ouders. Dezelfde procedure geldt voor het opvragen van gegevens bij personen of instanties. Gegevens betreffende leerlingen worden tot 5 jaar nadat een leerling de school heeft verlaten bewaard en daarna vernietigd. 2.11 Informatieverstrekking De informatie is voor ouders op verzoek in te kijken of opvraagbaar. De school ziet alleen af van informatieverstrekking aan een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, indien daaraan een gerechtelijke uitspraak, waarin een contactverbod of een beperking van de informatieplicht is opgenomen, ten grondslag ligt. 2.12 Groeps-/leerlingenbespreking Minimaal twee keer per jaar worden alle leerlingen besproken in een groeps- en leerlingenbespreking in aanwezigheid van de groepsleerkracht, intern begeleidster en, op verzoek van de intern begeleider, de orthopedagoog. De resultaten en observaties van de kinderen uit de betreffende groep worden besproken en acties/reacties hierop vastgesteld. De leerkracht verwerkt deze bespreking in een (groeps)handelingsplan en in het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief wordt elk half jaar geëvalueerd en bijgesteld. Tijdens deze evaluatie wordt ook de mogelijkheid voor terugplaatsing van de leerlingen naar de school van herkomst besproken.
10
Voor het protocol “Terugplaatsingsbeleid” zie onze website. Leerlingen met specifieke problemen worden geagendeerd voor bespreking in de commissie van begeleiding. Doelstelling groeps-/leerlingbespreking - vaststellen van de vorderingen van de leerlingen; - signalering van stagnaties in de ontwikkeling (zowel didactisch als pedagogisch); - signaleren van problemen in de onderwijsleersituatie; - zoeken naar oplossingen op groeps-en individueel niveau. 2.13 Commissie van Begeleiding Op vastgestelde momenten in het schooljaar of op verzoek van de intern begeleider worden groepen of kinderen besproken in de commissie van begeleiding. De CvB bestaat uit de intern begeleider, de orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker en de leerkracht. Op verzoek van de intern begeleider kan ook de ambulant begeleider, logopedist of fysiotherapeut aanschuiven bij de CvB. 2.14 Voortgezet onderwijs Bij het verlaten van de basisschool, aan het eind van groep 8, richting het voortgezet onderwijs, wordt het VO-aanmeldingsformulier ingevuld. Dit formulier geldt tevens als onderwijskundig rapport. Gedurende de eerste drie schooljaren in het voortgezet onderwijs, worden de rapportlijsten van de leerlingen ook naar de basisscholen gezonden. Aan het eind van het schooljaar 20132014 zijn 29 leerlingen uitgestroomd naar het voortgezet onderwijs: 3 leerlingen naar VSO 10 leerlingen naar praktijkonderwijs 5 leerlingen naar VMBO basis + LWOO 2 leerlingen naar VMBO basis 3 leerlingen naar VMBO kader
2 leerlingen naar HAVO/VWO 2.15 JGZ GGD IJsselland
De afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD IJsselland is er voor kinderen en jeugdigen van 0 tot 19 jaar.
medewerkers van de JGZ tegen op de basisschool. Het JGZ-team verzorgt onder andere de preventieve gezondheidsonderzoeken. Dat gebeurt op de basisschool bij leerlingen in groep 2 en groep 7. U ontvangt hiervoor een uitnodiging. Tijdens het onderzoek wordt samen met u gekeken of uw kind zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed ontwikkelt. Om dit te kunnen beoordelen vindt een lichamelijk onderzoek plaats naar bijvoorbeeld groei en beweging en komen in een gesprek onderwerpen aan de orde als: eten, samen spelen, school en hobby’s. Tijdens het onderzoek is er gelegenheid om vragen te stellen over de ontwikkeling en opvoeding van uw kind. Als uw kind meer zorg nodig heeft wordt u uitgenodigd voor een extra onderzoek of voor een gesprek. Met vragen of zorgen over de ontwikkeling van uw kind kunt u trouwens altijd terecht bij de afdeling JGZ. Als u twijfelt of uw kind goed groeit of als er thuis of op school problemen zijn, kunt u zelf contact opnemen met de afdeling JGZ of CJG in de gemeente. Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Kinderen krijgen deze vaccinaties om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Verder ontvangen alle 12-jarige meisjes 3 keer een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker. De informatie in het (elektronisch) kinddossier van uw kind is vertrouwelijk. De medewerkers van het JGZ-team hebben een beroepsgeheim. Maakt het JGZ-team zich zorgen over uw kind, dan melden zij dit aan u. Ook met vragen en problemen kunt u altijd terecht bij het Jeugdgezondheidszorgteam. Het algemene JGZ nummer 088-4430702. E-mail:
[email protected]. Ook vindt u veel informatie op www.ggdijsselland.nl/jeugdgezondheid, waar u ook allerlei voorlichtingsmateriaal (folders, leestips) aantreft. Namen:
jeugdverpleegkundige - Winy Brinkhuis jeugdartsassistente - Anita van Veen. schoolarts:
- Bert Luttmer
Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders met hun kinderen naar het consultatiebureau. Vanaf het vierde jaar komt u de
11
2.16 School Maatschappelijk Werk Ter ondersteuning van sociale, opvoedkundige, economische en maatschappelijke problemen in gezinnen werken we samen met AMW Coevorden. Janny Seubring is, als schoolmaatschappelijk werker, twee uur per week werkzaam voor De PWS. Zij is regelmatig op school aanwezig om ouders te ondersteunen, begeleiden of adviseren, wanneer er zorgen zijn rondom het kind. U kunt hierbij denken aan een verandering in gedrag van het kind zoals het niet willen eten of drinken, problemen rond de opvoeding, financiële problemen, verwerking van ingrijpende gebeurtenissen, etc. Daarnaast is de schoolmaatschappelijk werker betrokken bij de zorg die De PWS biedt en kunnen leerkrachten bij haar terecht met vragen. U kunt via de intern begeleider of via de leerkracht van uw kind een afspraak maken. 2.17 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De wet Verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is per 1 juli 2013 in werking getreden. Vanaf deze datum zijn beroepskrachten verplicht deze meldcode te gebruiken bij signalen van geweld. In de meldcode staat duidelijk beschreven wat er van de professional verwacht wordt bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld. Het biedt houvast in het proces van signaleren en handelen doordat het duidelijk beschrijft wat er in iedere fase van het proces gedaan moet worden. Die duidelijkheid vermindert de onzekerheid en vergroot te bereidheid tot handelen. Dit schooljaar volgen alle collega’s de training “vroegtijdige signalering huiselijk geweld en kindermishandeling”. Als wij op school een vermoeden hebben dat een leerling mogelijk slachtoffer is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, dan handelen wij zoals beschreven staat in de meldcode van ons bestuur. Deze code is te vinden op de website van ons bestuur: http://www.chronoscholen.nl/documenten /algemeen
2.18 Sociale veiligheid Bij het beoordelen van sociale veiligheid gaat het om 4 indicatoren: - De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel - De school heeft inzicht in de beleving van de sociale veiligheid door leerlingen en personeel en in incidenten die zich op het gebied van de sociale veiligheid voordoen. - De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op preventie van incidenten. - De school heeft een uitgewerkt veiligheidsbeleid gericht op het optreden na incidenten. De school stelt zich actief op de hoogte van de veiligheidsbeleving door leerlingen en personeel en van incidenten die zich voordoen. De school zal ook (beleidsmatig) incidenten trachten te voorkomen en als ze wel optreden zullen deze incidenten op een goede manier worden afgehandeld. Elke vier jaar wordt de kwaliteit enquête afgenomen op alle Chronoscholen. Leerlingen en personeelsleden (of een representatieve groep van hen) worden systematisch bevraagd op allerlei gebieden, waaronder veiligheidsbeleving. In het veiligheidsbeleid is vastgelegd, dat aandacht wordt besteed aan de preventie van incidenten. Dat betekent in de praktijk: - het beleid wordt regelmatig geëvalueerd, geanalyseerd en bijgesteld. - Incidenten worden vastgelegd in een logboek. Hoe voorkomen we incidenten: - afspraken over gelijkluidende maatregelen - pleinwacht voor schooltijd, in de pauzes en na schooltijd - gedragsregels bespreken(gedragscode). - Gedragsregels worden ieder schooljaar besproken, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld Hoe afhandelen: - er zijn afspraken gemaakt over gelijkluidende afhandeling (afspraken maken over gelijkluidende sancties.)
12
3. Passend onderwijs Onze school is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs “Veld, Vaart & Vecht.”
3.1 Samenwerkingsverband Ons samenwerkingsverband bestaat uit vier afdelingen. De “Afdeling Hardenberg” wordt gevormd door de Christelijke basisscholen in de gemeente Coevorden en de Christelijke basisscholen in de gemeente Hardenberg. Doel van het samenwerkingsverband en de “Afdeling Hardenberg” is de zorg zodanig te organiseren dat leerlingen, zolang dit mogelijk is, op hun eigen school kunnen blijven. Binnen het samenwerkingsverband is een doorgaande lijn in de zorgvoorzieningen ontwikkeld, waarbij kinderen zo goed mogelijk een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen doorlopen. De “Afdeling Hardenberg” stimuleert de daartoe al in gang gezette ontwikkeling waarbij scholen en met name ook individuele leerkrachten steeds beter kunnen omgaan met verschillen in het leerniveau en de sociaal-emotionele ontwikkeling van met name die kinderen die extra zorg behoeven. Het zal duidelijk zijn dat de vertaling van de "grote lijn" per school verschillend is. Elke school ontwikkelt een eigen leercultuur (pedagogisch en didactisch)
waarin de betrokken school zelf verantwoordelijk is voor de professionalisering en kwaliteitsverbetering. Binnen de “Afdeling Hardenberg” fungeert de Prof. Waterinkschool als een speciale onderwijsvoorziening voor leerlingen waarvoor binnen de eigen school de condities voor een goede afstemming op de onderwijsbehoeften onvoldoende zijn. Met ingang van de cursus 2013-2014 is er bovendien in zowel Coevorden als Hardenberg een speciale deeltijdvoorziening (een dagdeel per week) voor excellente leerlingen, De Manifestogroepen. (Zie ook voor andere activiteiten van de Afdeling Hardenberg: http://www.veldvaartenvecht.nl/regios/hardenberg/organisatie-hardenberg). 3.2 Passend onderwijs “Het bestuur van de school waar uw kind is ingeschreven of wordt aangemeld is verantwoordelijk voor een goed onderwijsaanbod ook wanneer uw kind is aangewezen op speciaal onderwijs.” Geen mens is het zelfde en ook als het op leren aankomt bestaan er grote verschillen. In onderwijs en opvoeding houden ouders en leraren meestal
13
vanzelfsprekend rekening met die verschillen en stemmen zij als het even kan hun complimentjes, correcties, verwachtingen en doelen af op hun kind of de betreffende leerling. Ieder kind vraagt in onderwijs en opvoeding als het even kan “maatwerk” van de opvoeders. In de “gewone” school voor basisonderwijs betekent dit maatwerk bijvoorbeeld dat niet van alle leerlingen na acht jaar onderwijs verwacht mag worden dat zij dan even goed kunnen rekenen of lezen. Ook de wijze waarop leerlingen zich het rekenen en lezen eigen hebben gemaakt kan erg verschillen. De een heeft op onderdelen of de hele linie veel begeleiding of instructie nodig gehad en de ander leek het “aan te waaien”. Voor de meeste leerlingen lukt het in de basisschool om goed rekening te houden met de wijze waarop kinderen leren. Soms echter vraagt een leerling om goed te kunnen leren zo’n gespecialiseerde ondersteuning en begeleiding dat deze in de basisschool niet meer geboden kan worden. In die gevallen is dat de ouders en leraren meestal ook in een vroeg stadium duidelijk en kan in onderling overleg besloten worden dat de school onvoldoende in huis heeft om een voldoende afstemming te bieden. Voor een onderwijsvorm waarin beter rekening gehouden kan worden met wat deze leerling nodig heeft kan dan verwezen worden naar bijvoorbeeld een “speciale school voor basisonderwijs” of een school voor “speciaal onderwijs”. Om in die gevallen te voorkomen dat de ouders en de school bij het zoeken naar een school die goed “past” bij deze leerling van het kastje naar de muur verwezen worden, heeft de minister het onderwijs (de scholen voor gewoon onderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs) de opdracht gegeven om hierover sluitende afspraken te maken. Nu de “wet op passend onderwijs” op 1 augustus 2014 van kracht is geworden, is het bestuur van het regulier onderwijs (deze wet geldt voor zowel basis- als voortgezet onderwijs) verplicht om voor iedere leerling die bij één van haar scholen (voor regulier onderwijs) staat ingeschreven of wordt aangemeld “passend onderwijs” te bieden. Wanneer dat niet lukt in de betreffende school, dan moet het bestuur een alternatief kunnen bieden waarin wel op een goede wijze maatwerk geleverd kan worden. In onze regio (Hardenberg, Mariënberg, Ommen en Slagharen) is deze wet voorbereid door de gezamenlijke besturen van basis en voortgezet onderwijs en de besturen van scholen die speciaal
onderwijs in en buiten de regio aanbieden. In mei 2008 hebben zij hierover al een intentieverklaring ondertekend waarin zij verklaren samen te willen werken voor “passend onderwijs”. De besturen zijn hierin bovendien overeengekomen om het passend onderwijs zo “thuis-nabij” mogelijk te realiseren. Voor veel vormen van speciaal onderwijs moeten leerlingen nu nog iedere dag naar bijvoorbeeld Zwolle of Emmen reizen. Het afgelopen cursusjaar is het nieuwe samenwerkingsverband “Veld, Vaart en Vecht” waarin de besturen van onze regio samenwerken tot stand gebracht. De gezamenlijke besturen beschrijven in het “ondersteuningsplan” hoe zij vorm en inhoud zullen geven aan passend onderwijs. In het verlengde van de vroegere intentieverklaring betekent passend onderwijs voor het SWV Veld, Vaart & Vecht dus onder meer dat leerlingen - waar het maar even kan - ook voor het speciaal onderwijs in de regio terecht moeten kunnen. Inmiddels hebben ook de “ondersteuningsplanraad” (waarin de MRen van alle besturen vertegenwoordigd zijn) en de betreffende gemeenten met het ondersteuningsplan ingestemd. In het ondersteuningsplan wordt voor twee jaar beschreven welke afspraken over passend onderwijs gemaakt zijn, hoe voorkomen kan worden dat de ouders bij het zoeken naar een goede school van de ene naar de andere commissie verwezen worden, hoe het speciaal onderwijs zoveel mogelijk thuis nabij georganiseerd kan worden en hoe de ouders en leraren bij deze plannen betrokken kunnen worden. Ouders van leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen staan op basis van dit plan niet alleen in het zoeken naar een goede onderwijsvoorziening voor hun kind. Het bestuur van de school blijft - ook wanneer de school zelf het gewenste niet kan leveren - verantwoordelijk voor een goed passend alternatief. In het Afdelingsplan van onze “Afdeling Hardenberg” wordt de wijze waarop de ouders, de school en de afdeling daarbij als partners samenwerken nader geconcretiseerd. Zowel het “ondersteuningsplan” van het SWV Veld, Vaart & Vecht als het “Afdelingsplan” van de Afdeling Hardenberg staat op de website van het SWV Veld, Vaart & Vecht, http://www.veldvaartenvecht.nl.
14
3.3 Commissie voor Arrangeren en Toewijzen - CAT 3.3.1 Toewijzen: De CAT van de “Afdeling Hardenberg” is onder meer verantwoordelijk voor een goede toewijzing van voorzieningen voor leerlingen die zijn aangewezen op speciale onderwijsvoorzieningen. Behalve de school voor sbo van de afdeling (De Prof. Waterinkschool) kan dat ook een school voor so zijn. De ouders zijn in alle gevallen waarbij een andere school in aanmerking komt als “partner” betrokken bij een eventuele verwijzing. Vertegenwoordigers van de scholen voor s(b)o (expertise) maken deel uit van de CAT. Wanneer een beschikking van de CAT anders uitpakt dan de ouders goed lijkt dan kunnen zij binnen een termijn van zes weken bezwaar aantekenen tegen een door de CAT genomen beslissing. 3.3.2 Adviseren: Vragen van school en ouders waarbij een gezamenlijke inzet van onderwijszorg en jeugdzorg van belang is kunnen ook aan de CAT voorgelegd worden. Hiervoor maakt een vertegenwoordiger van het Centrum voor Jeugd en Gezin van de gemeente Coevorden of Hardenberg deel uit van de CAT. In het ouderformulier kunnen de ouders aangeven of zij bij deze CAT-bespreking aanwezig willen zijn. De bespreking in de CAT sluit aan op de zorgteams zoals deze in alle scholen van onze afdeling functioneren. 3.3.3 Arrangeren: Wanneer voor een goede afstemming op de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling een bijzondere inspanning van de school wordt gevraagd (dat wil zeggen dat de basis-ondersteuning zoals deze beschreven is in het “schoolondersteuningsprofiel” daarin niet voorziet, dan kan de school ook een verzoek om extraondersteuning indienen bij de CAT. Dit verzoek van de school aan de CAT is altijd voorzien van een advies van de adviseur leerlingenzorg (orthopedagoog) van de school. Verzoeken om extraondersteuning worden omdat de inhoudelijke afweging al op schoolniveau met ouders en team is voorbereid behandeld in de zgn. “smalle CAT”. In de “smalle CAT” wordt geen nadere inhoudelijke afweging gemaakt m.b.t. het plan zoals de school en de orthopedagoog dat nodig achten voor een goede afstemming, maar wordt beoordeeld of gegeven het “schoolondersteuningsprofiel” van de school extra-ondersteuning inderdaad noodzakelijk is. Om die reden
maken een collega-directeur en ib-er deel uit van deze “smalle CAT”. 3.4 Zorgverbreding De laatste jaren is leerlingondersteuning op de basisschool een belangrijk aandachtspunt geworden. Hieronder vindt u beschreven hoe wij de ondersteuning op onze school inhoud proberen te geven. De leerlingondersteuning op basisscholen is er op gericht om, zoals het woord al zegt, extra ondersteuning te bieden aan kinderen die daarop zijn aangewezen. Dit kan voor van een enkel vak zijn, maar kan ook voor meerdere vakken gelden. Ook kan het zijn dat kinderen op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling extra ondersteuning behoeven. Leerlingondersteuning is niet enkel bedoeld voor kinderen die aan de onderkant uitvallen, maar ook kinderen die hoog (of meer-) begaafd zijn, hebben ondersteuning nodig. Voor leerlingen die in aanmerking komen voor de “deeltijdvoorziening excellente leerlingen” (in Coevorden of Hardenberg) wordt daarom ook in de eigen school het onderwijs op hun specifieke onderwijsbehoefte afgestemd. Om alle kinderen zo goed mogelijk te kunnen volgen en hun niveau in kaart te brengen worden de leerlingen getoetst. Hiervoor maken wij gebruik van CITO toetsen. Volgens de toetskalender worden deze toetsen verspreid over het schooljaar afgenomen. We proberen zo nauwgezet de ontwikkeling van de kinderen op de betreffende gebieden te volgen. De resultaten van de toetsen worden besproken met de betreffende leerkracht de Interne Begeleider. Tijdens dit gesprek wordt bekeken welke kinderen extra ondersteuning nodig hebben, of wat we met de hele klas extra kunnen oefenen. Soms is het een schoolprobleem en wordt er, maar dan in teamverband, gekeken naar oplossingen op schoolniveau. We maken hiervoor handelingsplannen ook weer op individueel niveau, dan wel klassen- of schoolniveau. Gebeurt de aanpak buiten de groep dan noemen we dat Remedial Teaching (RT). Voor onze leerlingen wordt, in de middenen bovenbouw, altijd een individueel “ontwikkelingsperspectief”(OPP) opgesteld.
15
Ook kinderen met een handicap worden soms op de basisschool toegelaten, mits de handicap dat toelaat en/of de school in staat is de gevraagde ondersteuning te bieden. Deze kinderen moeten namelijk vaak speciaal begeleid worden. 3.5 Samenhang met het Afdelingsplan Zoals u al hebt kunnen lezen maakt onze school deel uit van de Afdeling Hardenberg van het SWV Veld, Vaart & Vecht. Een aantal directeuren van de deelnemende scholen vormen samen een stuurgroep en deze stelt jaarlijks een zogeheten Afdelingsplan voor de Afdeling Hardenberg op. In dit plan staat beschreven wat er binnen de Afdeling allemaal gedaan wordt voor de leerlingen die extra-ondersteuning behoeven en hoeveel geld de scholen hier voor krijgen. De afzonderlijke scholen stellen bovendien een eigen “schoolondersteuningsprofiel” op. Hierin beschrijft de school onder meer de wijze waarop de ondersteuning in de school vorm en inhoud krijgt, welke “basis-ondersteuning” wordt geboden en hoe de “extra-ondersteuning” binnen de school wordt ingezet en welke de grenzen m.b.t. de afstemming binnen de school van toepassing zijn. Zowel het “Afdelingsplan” als het “Schoolondersteuningsprofiel” liggen voor belangstellenden op school ter inzage. Tevens kunt het deze downloaden via de website van het SWV Veld, Vaart & Vecht. Ons beleid is erop gericht om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Dit hebben we binnen onze school op verschillende manieren vormgegeven, zoals een goed systeem voor ondersteuning, een positief pedagogisch klimaat en een passend leerstofaanbod. In principe zijn ook kinderen met een handicap welkom op onze school. Voor deze kinderen is onze ondersteuning echter niet altijd toereikend. Hiervoor kan de school wanneer zij meent dat met extra-ondersteuning (een arrangement) een leerling wel binnen de school kan blijven “extra-ondersteuning” aanvragen bij de Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT). Bij elke aanmelding van een leerling met een handicap zullen we opnieuw de afweging maken of onze school met deze extra faciliteiten in staat zal zijn om de extra ondersteuning die dit kind nodig heeft te bieden. Als gedurende de schoolloopbaan wordt geconstateerd dat een leerling voor een arrangement in aanmerking komt, wordt ook de afweging gemaakt of onze school de extra
ondersteuning die de leerling nodig heeft kan bieden. Bij deze afweging spelen de volgende factoren een rol: De omvang en de aard van de pedagogisch didactische behoefte van het aangemelde kind. De mogelijkheden van de school. (Die worden mede bepaald door bv: het aantal leerlingen dat is aangewezen op extra-ondersteuning dat we al begeleiden op onze school, de groepsgrootte, eventuele combinatiegroepen, toegankelijkheid van het schoolgebouw etc.) De mate waarin wij een beroep kunnen doen op specialistische hulp van de betrokken SO-school of andere externe instanties Onze school heeft de aanmeldingsprocedure van kinderen met een handicap vastgelegd in een protocol. Wanneer u uw kind wilt aanmelden op onze school kunt u contact opnemen met de directeur. Hij/zij zal u dan informeren over deze procedure. 3.6 Doel van het SWV Doel van het samenwerkingsverband (SWV) is de zorg zodanig te organiseren dat leerlingen, zolang dit mogelijk is, op hun eigen school kunnen blijven. Binnen het samenwerkingsverband is een doorgaande lijn in de zorgvoorzieningen ontwikkeld, waarbij kinderen zo goed mogelijk een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen doorlopen. Het samenwerkingsverband stimuleert de daartoe al in gang gezette ontwikkeling waarbij scholen en met name ook individuele leerkrachten steeds meer kunnen omgaan met verschillen in het leerniveau en de sociaal-emotionele ontwikkeling van met name die kinderen die extra zorg behoeven. Het zal duidelijk zijn dat de vertaling van de "grote lijn" per school verschillend is. Elke school ontwikkelt een eigen leercultuur (pedagogisch en didactisch) waarin de betrokken school zelf verantwoordelijk is voor de professionalisering en kwaliteitsverbetering. Binnen het samenwerkingsverband fungeert de prof. Waterinkschool als een speciale onderwijsvoorziening voor leerlingen waarvoor binnen de eigen school de condities voor een goede afstemming op de onderwijsbehoeften onvoldoende zijn.
16
3.7 Manifesto Met ingang van de cursus 2013-2014 is er in zowel Coevorden als Hardenberg een speciale deeltijdvoorziening (een dagdeel per week) voor excellente leerlingen. Manifesto-groepen. (zie ook voor andere activiteiten van het SWV: www. profwaterinkschool.nl, kopje SWV/PCL). 3.8 Talentenklas - Christelijke basisscholen en Vechtdal College De christelijke basisscholen in de gemeente Hardenberg hebben regelmatig overleg met het Vechtdal College. We informeren elkaar over de ontwikkelingen in onze scholen en willen van elkaar leren. In het schooljaar 2009-2010 is besloten te starten met de talentenklas voor begaafde kinderen. We willen een extra leerstofaanbod doen voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. De extra activiteiten worden zowel in Hardenberg als Dedemsvaart georganiseerd in een gebouw van het Vechtdal College. Direct na de zomervakantie zullen we kinderen die daarvoor in aanmerking komen en hun ouders informeren over dit extra aanbod.
17
4. Hoe wij werken Over de verschillende vakken en de methodes die we gebruiken en hoe we hiermee werken. Uitvoeriger informatie kunt u vinden in het schoolplan. Op school ter inzage.
4.1 Wat leren de kinderen op school De leerstof wordt in principe aangeboden op een passend niveau en tempo van het kind. We gaan uit van maximaal 3 niveaugroepen (per vakgebied) per groep. Leerlingen leren hierdoor samenwerken en krijgen een eigen verantwoordelijkheid t.o.v. hun werk. Voor een tweetal vakgebieden, te weten lezen en lichamelijke opvoeding, wordt de groepsindeling losgelaten. In beide vakgebieden wordt gewerkt in niveaugroepen, samengesteld naar aanleiding van (voor lezen) de AVI-TOETS en (voor gymnastiek) de “Bewegen en Spelen test”. De gymgroepen worden aan het begin van het schooljaar ingedeeld. Bijstelling van de leesgroepen vindt, na toetsing, drie maal per jaar plaats. In november wordt de eindtoets (NIO) afgenomen bij de leerlingen van groep 8. De resultaten van deze toets vormen een onderdeel van de advisering voor het vervolgonderwijs. 4.2 Bijbelse geschiedenis We gebruiken de methode “Trefwoord”. Deze methode geeft voor elke week een thema. Bij elk thema horen verhalen; tevens is er een verwerking voor elk thema. Zowel de verhalen als ook de verwerking zijn verschillend voor onder-, midden- en bovenbouw. Daarnaast is er
bij elk thema een lied. Op onze informatiebrief staan wekelijks het thema van de week en het lied van de week. 4.3 Onderwijs aan jonge kinderen In onze kleutergroep wordt gewerkt vanuit het concept basisontwikkeling. Aan de hand van thema’s die voor kleuters ontwikkelingswaarde hebben en betekenisvol zijn worden activiteiten aangeboden die een brede ontwikkeling stimuleren. 4.4 Lezen In groep 3 start het aanvankelijk leesonderwijs. De daarbij gebruikte methode heet “Veilig leren lezen”, waarbij gebruik wordt gemaakt van de methodiek van José Schraven: “Zo leer je kinderen lezen en spellen”. Vanaf instructie AVI-niveau 1 wordt 4 keer per week gelezen in niveaugroepen. In de niveaugroepen ligt de nadruk op het verhogen van het niveau van het technisch. Diverse leesvormen, zoals Ralfi lezen, Connect lezen, en duo lezen worden gebruikt en bij de hogere niveaus komen daar o.a. toneellezen, voordrachtslezen en stillezen. We werken samen met de begeleiders van de leerlingen die dyslexie training hebben. Er is een leesgroepje voor kinderen met ernstige
18
leesproblemen. Ze volgen het dyslexieprogramma “Leesbalans”. Voor het begrijpend lezen wordt gebruik gemaakt van de methode “Tekstverwerken”. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van mindmappen, een techniek die helpt om gemakkelijker informatie te verwerken. 4.5 Nederlandse taal Wij maken gebruik van de methode: “Taal op Maat”. Naast de schriftelijke taal wordt veel aandacht besteed aan de mondelinge taal en het uitbreiden van de woordenschat. 4.6 Spelling We werken met woordpakketten. Deze worden aangeboden volgens de methodiek van José Schraven. Ook wordt op de computer gewerkt met “Spelwerk” van Ambrasoft. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de woordpakketten van “Taal op maat”. Bij de kleuters wordt gebruik gemaakt van de methode “Ik en Ko”. 4.7 Schrijven Methode: “Pennenstreken”. Het doel van het schrijfonderwijs is de leerlingen een vlot en duidelijk te lezen handschrift te leren. 4.8 Rekenen In augustus 2014 starten we met de nieuwe rekenmethode Wizwijs, een methode die een programma aanbiedt vanuit het kind en praktisch en creatief rekenen combineert. 4.9 Wereldoriëntatie We werken met de volgende methodes: biologie: “Natuurlijk”; aardrijkskunde: “Een wereld van verschil”; geschiedenis: “Bij de tijd”; verkeer: “Klaar Over”. Daarnaast worden diverse programma’s gevolgd van de school-t.v. Verder wordt gebruik gemaakt van projecten en leskisten van natuur- en milieueducatie. De groepen 8 nemen deel aan het verkeersexamen. 4.10 Expressievakken Hiertoe behoren de vakken muziek, tekenen en handenarbeid. Voor muziek gebruiken we de methode: “Moet je doen”, voor tekenen en handvaardigheid: “Uit de kunst”.
4.11 Bevordering van burgerschap en sociale integratie Juist omdat er zoveel verschillende culturen en religies in Nederland zijn, is het belangrijk dat kinderen al vroeg leren over de waarden en normen in Nederland. De school kan daaraan een bijdrage leveren door kinderen op te voeden met waarden en normen die voor de inwoners van Nederland belangrijk zijn. Bij burgerschap draait het om de centrale vraag: wat is mijn verantwoordelijkheid en hoe ga ik vanuit die verantwoordelijkheid om met de wereld om me heen? Burgerschap is geen vak, maar een manier van doen! Het is geen kennisgebied, maar een vorm van ervaringsleren: je leert het door te doen! Op onze school wordt bij de genoemde vakken binnen en buiten de methoden aan verschillende zaken aandacht geschonken. In de hoogste groepen komen ook de wereldgodsdiensten aan de orde. Tijdens de voorbereidingen van het schoolkamp en tijdens het kamp komen doelstellingen m.b.t. sociale vaardigheden en algemene ontwikkeling nadrukkelijk aan de orde. Elk jaar kiezen we een goed doel waarvoor wekelijks gespaard wordt, dit om de kinderen medeverantwoordelijk te maken voor de wereld om hen heen. We houden rekening – en dragen dat ook actief uit – met diversiteiten in achtergrond, verscheidenheid van godsdiensten, culturen, etniciteit, opvattingen, leefwijzen en gewoonten. Wij maken hierbij ook dankbaar gebruik van het cultuuraanbod van de gemeente Hardenberg. Binnen het pedagogisch klimaat van de school schenken wij, op leeftijdsniveau van de leerlingen, aandacht aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Te denken valt aan: vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid, begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, afwijzen van onverdraagzaamheid, afwijzen van discriminatie. Binnen onze multi- en interculturele school is dit een voortdurend punt van aandacht. 4.12 ICT Alle groepen beschikken over twee computers. Deze worden veelal ingezet voor remediëring. Hiervoor zijn diverse programma’s beschikbaar voor lezen, taal en rekenen. We hebben een computerkar met daarin 18 laptops, waarmee in de groep, klassikaal gewerkt kan worden. In alle groepen wordt gebruikgemaakt van een digitaal schoolbord, daarbij hebben alle leerkrachten een eigen computer.
19
5. Informatie en oudercontacten Ouders zijn op veel manieren betrokken bij de school. In dit deel van de schoolgids leest u hoe wij de communicatie naar de ouders geregeld hebben, hoe u als ouders invloed hebt op het schoolbeleid en hoe u mee kunt helpen bij diverse activiteiten. 5.1 Algemeen De PWS is een streekschool. Dat betekent dat er in veel gevallen geen dagelijks contact is tussen school en ouders. Een goed contact tussen school en thuis vinden wij heel belangrijk. Vandaar dat wij u op papier en via de mail informeren. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind. U mag van ons verwachten dat wij goed informeren. Omgekeerd verwachten wij van u als ouders dat u bijzonderheden over uw kind, die van belang zijn voor de school, schriftelijk, telefonisch of via email aan ons doorgeeft. U kunt bijvoorbeeld mailen naar het centrale mailadres:
[email protected]. In een aantal gevallen hanteert de school een z.g. communicatieschrift waarin zowel ouders als de leerkracht bijzonderheden kunnen c.q. kan noteren. Dit schriftje gaat dagelijks mee met de leerling. Wij vinden het belangrijk dat u, wanneer u vragen hebt of ergens mee zit, hierover komt praten op school, zodat wij samen
een oplossing kunnen zoeken. Wij doen als school regelmatig een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie. Jaarlijks zijn er veel ouders actief bij allerlei binnen- en buitenschoolse activiteiten. Ook hebben ouders zitting in de ouderwerkgroep, ouderklankbordgroep en in de medezeggenschapsraad. 5.2 Ouderbijdrage Onze school vraagt een vrijwillige ouderbijdrage ten bedrage van € 20,00 per leerling per jaar. Dit geld wordt gebruikt om de kosten van Sinterklaas, Kerstviering enz. te betalen. Dit geld worden door de school geïnd en beheerd door de ouderwerkgroep. Het door het Ministerie opgestelde reglement ouderbijdrage ligt op school ter inzage. Om het innen van de gelden voor schoolkamp en ouderbijdrage te vergemakkelijken ontvangt u een formulier voor automatische incasso via de school. Wij vragen u vriendelijk hiervan gebruik te maken.
20
5.3 Schoolgids Elk jaar, zo spoedig mogelijk na de start van het nieuwe cursusjaar, wordt de nieuwe editie van de schoolgids aan de kinderen meegegeven. Ook aan ouders die belangstelling tonen voor de school in verband met mogelijke plaatsing van hun kind, stagiaires en nieuwe personeelsleden wordt de schoolgids uitgereikt. De schoolgids is ook op onze website te vinden. 5.4 Jaarkalender Gelijktijdig met de schoolgids krijgen de kinderen een jaarkalender mee naar huis. De jaarkalender geeft een handig overzicht van alle activiteiten, die in de loop van het schooljaar zullen plaatsvinden, aangevuld met andere belangrijke, praktische informatie. Wij hopen dat de jaarkalender een vast plaatsje bij u thuis krijgt. Zo hebt u alle geplande afspraken voor het hele schooljaar binnen handbereik. 5.5 Het informatieblad Elke vrijdag komt het informatieblad uit. Deze is wekelijks op onze website te lezen. In het informatieblad worden de belangrijkste data, activiteiten en de thema’s voor de godsdienstlessen nog eens op een rijtje gezet. Verder houden wij u op de hoogte van nieuwtjes en ontwikkelingen. 5.6 Ouderinformatieavond Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt in alle groepen een ouderinformatieavond georganiseerd. De leerkrachten informeren u dan over methoden en materialen voor het komende schooljaar. Het tweede deel van de avond is een gezellig ontmoetingsmoment voor alle ouders van de groep. 5.7 Huisbezoek De groepsleerkracht van uw kind komt één keer per jaar langs voor een huisbezoek. Zij maken hiervoor vooraf een afspraak. U kunt als ouders de leerkracht om een extra bezoek of een gesprek vragen. 5.8 bijeenkomst ouders van nieuwe leerlingen In het najaar en in het voorjaar worden de ouders van leerlingen die pas op school zijn, een ochtend of een middag uitgenodigd door de orthopedagoog en de schoolmaatschappelijk werker. Tijdens de bijeenkomst wordt informatie gegeven en kunnen ervaringen worden uitgewisseld.
5.9 Kennismakingsbijeenkomst Als een kind binnen een aantal weken/ maanden op school komt of net op school is gestart, worden de ouders uitgenodigd voor een informatie ochtend. De IB-er nodigt de ouders uit. De IB-er en de directeur ontvangen de ouders. 5.10 Rapport De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per jaar een rapport mee: in november en voor het einde van het schooljaar. De leerlingen van groep 1 en 2 krijgen twee keer een ontwikkelingsverslag mee. Een soort ‘rapport”. 5.11 Rapportspreekuren Twee keer per jaar, in november en juni, voordat uw kind het rapport ontvangt, wordt u uitgenodigd voor een bespreking over de vorderingen en het welbevinden van de leerling. Voor de ouders van elke leerling een half uur beschikbaar is. Blijkt deze tijd toch nog te krap dan wordt een vervolgafspraak met u gemaakt. U krijgt, via uw kind, een formulier met een antwoordstrookje waarop u kunt invullen wanneer en of u wel of niet komt. 5.12 extra spreekuur In maart nodigen de leerkrachten de ouders uit voor een 15-minuten-gesprek over het welbevinden en de vorderingen van de leerling. De ouders kunnen aangeven of ze hiervan gebruik willen maken. 5.13 Ouderavond Eén keer per twee jaar wordt een ouderavond georganiseerd. U ontvangt hiervoor te zijner tijd een uitnodiging. Deze avond staan een actueel thema centraal. Als de ontwikkelingen in het onderwijs uitnodigen tot een informatieouderavond organiseren we elk jaar één keer een thema-avond. 5.14 Afscheidsavond groep 8 De leerkrachten van groep 8 nodigen, in de laatste schoolweek, de ouders en de kinderen uit voor een gezellige avond waarop afscheid genomen wordt van de kinderen. Het rapport en de schoolbijbel wordt dan aan de kinderen uitgereikt. 5.15 Gesprek Als u, als ouder, een gesprek wilt met de directeur, intern begeleider of leerkracht kunt u hiervoor (telefonisch) een afspraak maken. U bent van harte welkom.
21
5.16 Intakegesprek Als het kind een sbo-beschikking heeft gekregen en het kind komt daadwerkelijk naar onze school, vindt er een intakegesprek plaats met de IB-er. 5.17 Exitgesprek Als een ouder besluit om onze school te verlaten, om een andere reden dan verhuizing of uitstroom naar het VO, nodigt de directie de ouders uit voor een exitgesprek. 5.18 Open dag In de week voor de voorjaarsvakantie wordt een open lesochtend georganiseerd. Ouders en belangstellenden zijn dan van harte welkom op school en in de groepen. 5.19 Website Onze website wordt wekelijks bijgewerkt. Alle belangrijke informatie kunt u daar vinden. Van veel activiteiten maken we foto’s die daarna zo snel mogelijk op de site te vinden zijn. 5.20 Rommelmarkt Jaarlijks, aan het einde van het schooljaar, wordt een rommelmarkt georganiseerd. Leerkrachten, ouders en de kinderen van de groepen 8 spelen hierbij een centrale rol. 5.21 Klusdag Twee keer per schooljaar (najaar en voorjaar), op een zaterdag, wordt een klusdag georganiseerd. Ouders en leerkrachten helpen mee bij diverse klussen in en om de school. 5.22 Publicatie van foto’s en filmpjes Tijdens activiteiten in en rond de locaties van de PWS worden regelmatig foto’s en soms ook filmpjes gemaakt. Een deel van deze foto’s/ filmpjes wordt gebruikt voor publicitaire doeleinden en/ of geplaatst op de website van de PWS. Als uw kind niet gefotografeerd of gefilmd mag worden, om welke reden dan ook, vragen we u dit nadrukkelijk te melden bij de leerkracht van uw kind. Bij het gebruik van foto’s/ filmpjes gaat de school zorgvuldig om met de belangen van afgebeelde personen. 5.23 Bij ziekte van het kind Ouders informeren de school, voor aanvang, over de afwezigheid van het kind, bijvoorbeeld bij ziekte of artsenbezoek. Tussen 8.15 en 8.45 uur melden de ouders de afwezigheid van het kind.
5.24 Bij calamiteiten thuis Als thuis bijzonderheden zijn voorgevallen (sterfgeval in familiekring, dood van een huisdier, ernstige ziekte, enz.) waar het kind door “geraakt” wordt, horen wij dat graag voordat het kind op school komt. Wij kunnen hier dan rekening mee houden in onze aanpak/benadering. 5.25 Bij ziekte groepsleerkracht Als de leerkracht van uw kind langer dan een week ziek is/wordt, stelt de directie eerst de groepsouders op de hoogte van de situatie en informeert vervolgens de andere ouders middels het infoblad. 5.26 Calamiteiten in de groep Als in de groep of op school iets ernstigs voorvalt, met grote impact op de kinderen, stellen wij de ouders zo snel mogelijk op de hoogte. Zo mogelijk voordat het kind thuis is. 5.27 Informatie aan gescheiden ouders Wij vinden het belangrijk dat beide ouders de informatie over de ontwikkeling van hun kind of kinderen ontvangen. Voorwaarde is dat van beide ouders hun verschillende woonadressen bij ons bekend zijn. Wij zien af van informatieverstrekking aan een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, indien daaraan een gerechtelijke uitspraak, waarin een contactverbod of een beperking van de informatieplicht is opgenomen, ten grondslag ligt. Informatiebronnen: - De schoolgids gaat aan het begin van het schooljaar mee met het kind. De digitale versie staat op onze website. Als de andere ouder ook een schriftelijk exemplaar van de schoolgids wil ontvangen dient hij/zij hiertoe een verzoek in bij de administratie. Wij zullen dan een exemplaar toezenden. - Het rapport is een uniek document, behorend bij het kind. We gaan er vanuit dat het rapport, door het kind, ook meegenomen wordt naar de andere ouder. Is dit niet mogelijk, dan kan deze ouder de leerkracht vragen om een kopie van het rapport. De leerkracht zal dan het kind vragen het rapport mee naar school te nemen om een kopie te maken. De leerkracht stuurt de kopie dan aan de andere ouder toe. - De uitnodiging voor de rapportbesprekingen gaat mee met het kind naar de verzorgende ouder. We gaan er vanuit dat de verzorgende ouder ook de expartner informeert.
22
Zomogelijk komen zij samen naar het gesprek. Als dit niet mogelijk blijkt, kunnen beide ouders, in overleg, afspreken om en om de rapportbesprekingen te bezoeken en onderling elkaar te informeren. Als de ouders op geen enkele manier kunnen samenwerken in de opvoeding van hun kind en er bestaat geen mogelijkheid voor overleg of informatie, dan kan de andere ouder contact opnemen met de leerkracht van hun kind en met hem of haar een alternatieve (telefonisch of een afspraak) manier van informeren afspreken. Het initiatief hiervoor ligt bij de andere ouder. De planning van de rapportbesprekingen staat op de jaarkalender en is op de website te vinden. - De uitnodiging voor ouderavonden/ thema-avonden gaat naar de verzorgende ouder. We gaan er vanuit dat de verzorgende ouder ook de expartner informeert. Zomogelijk komen zij samen naar de ouderavond/themaavond. Als dit niet mogelijk blijkt beslissen zij onderling wie wel of niet gaat. De planning van de ouderavonden vindt u op de website. - Voor andere informatie kunnen alle ouders contact opnemen met de schoolleiding. - Informatie voor derden. Een verzoek gegevens van het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan, tenzij één van de ouders geen ouderlijk gezag heeft. De ouders moeten hier schriftelijk toestemming voor verlenen. Als het uitwisselen van de informatie onmogelijk blijkt, kan de andere ouder telefonisch contact opnemen met de groepsleerkracht en een afspraak maken over het verkrijgen van de gemiste informatie. (mogelijk telefonisch). Het eerste initiatief hiervoor ligt bij de nietverzorgende ouder. Wij verstrekken geen informatie aan een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, als daaraan een gerechtelijke uitspraak ten grondslag ligt, waarin een contactverbod of een beperking van de informatieplicht is opgenomen. 5.28 Ouderklankbordgroep De ouderklankbordgroep bestaat uit 7 ouders. De doelstelling van de OKBG is met elkaar van gedachten wisselen over de school, de ontwikkelingen en het beleid. De OKBG heeft een adviserende rol richting directie, team en medezeggenschapsraad. Het gezamenlijke belang is de ontwikkeling van de kinderen.
- Er wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van ouders over onder/midden- en bovenbouw. - De OKBG komt minimaal 2 x per schooljaar bijeen. Daarnaast vergadert zij een keer samen met de MR. - De OKBG voorziet zelf in haar vacatures door middel van coöptatie in samenspraak met de schooldirecteur. - De zittingsduur is maximaal 3 jaar. - De schooldirecteur is tijdens de bijeenkomsten aanwezig en heeft een uitdrukkelijke verantwoordelijkheid voor wat betreft het stimuleren, ondersteunen en organiseren van de OKBG bijeenkomsten. - De besprekingen van de OKGB hebben een informeel karakter. De leden van de ouderklankbordgroep zijn: mevrouw Simone vd Pol mevrouw Harma Langemaat mevrouw Petra Booij de heer André Kramer de heer Herwin Ribberink twee vacatures 5.29 Ouderwerkgroep Tijdens een schooljaar worden er diverse activiteiten georganiseerd. Hiervoor hebben we ondersteuning nodig. Voor het assisteren bij verschillenden schoolactiviteiten hebben we een ouderwerkgroep. Namens het team is meester Albert Hakkers de contactpersoon van deze oudergroep. Hij woont alle vergaderingen van de ouderwerkgroep bij. De ouderwerkgroep bestaat uit de volgende personen: Mevrouw Miranda Zandman Mevrouw Jenneke Spijker De heer Gerrit Vedelaar Mevrouw Irma Snippe De heer Gerbin Reijnders Mevrouw Marieke Netjes Mevrouw Natasja Weering De heer Gert Eggengoor Meester Albert Hakkers 5.30 MR en GMR Op schoolniveau (medezeggenschapsraad) en op bestuursniveau (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad) is de medezeggenschap van ouders wettelijk geregeld. Vanaf 1 januari 2007 is de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) van kracht. Deze wet is in de plaats gekomen van de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). De belangrijkste wijzigingen zijn: - De GMR is meer een onafhankelijke raad geworden, die eigen bevoegdheden heeft en zich bezighoudt met zaken van
23
gemeenschappelijk belang. - Het personeelsdeel en het ouderdeel van (G)MR hebben, afzonderlijk van elkaar, ook een aantal onderwerpen waarover alleen zij adviseren. - De wettelijke status van het personeelsdeel van (G)MR is die van een ondernemingsraad - Het belang van goede, tijdige informatie voor de (G)MR neemt toe. - Leden van de MR kunnen geen deel uitmaken van de klankbordgroep Daar waar de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) zich bezighoudt met zaken van gemeenschappelijk belang, spreekt de medezeggenschapsraad( MR) alleen over zaken van schoolbelang. De gesprekspartner van de MR is de directeur. Veel beslissingen over belangrijke schoolzaken nemen zij samen. In onze MR zitten: Als teamvertegenwoordigers: Juf Linda Luijmes Juf Miriam Vugteveen Juf Fenneke Brink. Als vertegenwoordigers van de ouders: Mevrouw Hermien Roelofs De heer Theo Oldehinkel vacature
overleg op deze manier kunnen worden opgelost. Het te lang blijven lopen met een klacht is niet goed voor ons en voor u. Komt u er dus mee als er iets niet op een goede manier verloopt. Dan kunnen we er samen wat aan doen. Komt het niet tot een oplossing op schoolniveau, dan kunt u zich wenden tot de directeur/bestuurder. Contactpersoon: Iedere school heeft één of twee contactpersonen aangesteld. Als u met een klacht naar de contactpersoon gaat, zal hij/zij u uitleggen welke stappen u kunt zetten en u in contact brengen met de vertrouwenspersoon, de directeur/bestuurder of de klachtencommissie. Vertrouwenspersoon: U kunt zich ook wenden tot de één van de twee vertrouwenspersonen van de Stichting voor PCPO Chrono. De vertrouwenspersoon zal kijken of bemiddeling een oplossing kan bieden of dat u beter een klacht kunt indienen. Als u dat wilt, kan hij u hierbij ook helpen. Hij kan u ook doorverwijzen naar een organisatie die zijn gespecialiseerd in opvang en nazorg.
De GMR heeft als gesprekspartner de voorzitter van het college van bestuur. De taken en bevoegdheden van de MR en de GMR zijn vastgelegd in reglementen. Voor belangstellenden is een exemplaar ter inzage aanwezig. De vertegenwoordiging van de scholen in de GMR is als volgt geregeld. De scholen van Chrono zijn ingedeeld in 4 clusters. Elk cluster is met 2 leden (1 ouder en 1 personeelslid) vertegenwoordigd in de GMR te weten: Cluster 1: CNS Balkbrug, de Regenboog, de Ark en de Groen van Prinstererschool Cluster 2: De Bron, de Akker, de Elzenhof Cluster 3: De Marsweijde, de Vlinder, cbs Rheezerveen, ds. Koningsbergerschool Cluster 4: De Bloemenhof, ‘t Kompas, de Kastanjehof, prof. Waterinkschool Namens ons cluster zit juf Ellen Landstra in de GMR. 5.31 Klachtenregeling Chrono: “Een goed gesprek voorkomt erger” Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Deze fouten kunnen leiden tot klachten, die vaak op te lossen zijn door met elkaar in gesprek te gaan. Veruit de meeste klachten zullen in onderling
24
Melden grensoverschrijdend gedrag Elke school heeft een meldingsplicht bij het vermoeden van grensoverschrijdend gedrag. Dit kan gedrag zijn van leerlingen tegenover leerlingen en/of leerkrachten tegenover leerlingen en omgekeerd. Het gaat om gedrag in de schoolsituatie, niet bij de thuissituatie. De melding gaat dan naar de directeur/bestuurder. Klachtencommisie: De stichting voor PCPO Chrono heeft een klachtenreglement en is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs. Het klachtenreglement van de stichting voor PCPO Chrono is op te vragen bij de directeur van de school en staat ook op de website van de stichting; www.chronoscholen.nl Vertrouwenspersoon inspectie: Daarnaast is er een meldpunt bij de inspectie voor klachten over seksuele intimidatie, misbruik en fysiek of psychisch geweld. (zie ook beleidsplan ‘Agressie, geweld en seksuele intimidatie” op www.chronoscholen.nl) U kunt daarvoor terecht bij het meldpunt vertrouwenspersoon van de inspectie: 0900 1113111
Namen en adressen voor melding van klachten: Contactpersoon/personen: meester Gert Gerrits juf Rita Dekker Vertrouwenspersonen van de stichting: Mevr. D.A.L.M. Jansen 0524-562747 Dhr. J. Kruiter 0523-264462 Directeur/bestuurder: Dhr. H. Brink Erve Odinck 7c, 7773 DE Hardenberg Tel. 0523-272821 Landelijke klachtencommissie: Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Tel. 070 386 16 97 Website: www.klachtencommissie.org Email:
[email protected]
Zijn er klachten op het gebied van sponsoring en bestuursbeleid, dan graag in eerste instantie melden bij de directeur/bestuurder.
25
6. Praktische zaken Hier vindt u allerlei afspraken en regelingen die dagelijks in de school een rol spelen. Ook zaken als verlof en organisatorische zaken worden hier beschreven. Allerlei zaken die goed zijn om te weten. Een belangrijke reden om deze gids te bewaren. 6.1 Schoolorganisatie Leerlingen worden in een bepaalde groep geplaatst voornamelijk op basis van hun leeftijd. Daarnaast zijn echter ook pedagogische en/of didactische motieven mede bepalend. Binnen de groepen wordt zoveel mogelijk getracht leerlingen per vak-/vormings-gebied in drie homogene subgroepen te benaderen. Uitgangspunt hierbij is per vak-/vormings-gebied niet meer dan drie subgroepen. Wanneer een leerling niet kan worden ingepast in een subgroep kan deze leerling: 1. individueel worden benaderd; 2. mogelijkerwijze worden ingepast in een subgroep in een andere groep; 3. hulp krijgen van een onderwijsassistente (in of buiten de groep); 4. voor dit vak-/vormingsgebied worden verwezen naar de intern begeleidster. 6.2 Regels/afspraken Waar mensen samen zijn of samenwerken zijn afspraken en regels nodig. Ook op school. Ze zijn er niet om te pesten of
mensen te beperken in hun handelen, maar om een “omheining” aan te geven waarbinnen je je vrij en veilig kunt voelen. Hoewel regels vaak negatief zijn gesteld “je mag niet …”, zijn ze er dus juist voor bedoeld om een positieve invloed te geven aan het samenzijn, -leven en - werken. Zo bevorderen ze de rust, orde en regelmaat binnen onze school. Er zijn verschillende regels op papier gezet. Deze regels gelden voor iedereen. Enkele keren per jaar zullen deze regels in de teamvergadering aan de orde worden gesteld om te bezien of ze nog up to date zijn en, indien nodig, worden aangepast en/of bijgesteld. Al deze regels kunnen worden samengevat in drie hoofdregels: 1.We doen elkaar geen pijn of verdriet, maar zorgen voor elkaar. 2. We luisteren naar elkaar. 3. We zijn zuinig op de spullen van ons zelf en van een ander.
26
De regels zijn nader uitgewerkt voor verschillende situaties en groepen: - er zijn regels voor leerkrachten - er zijn regels voor buiten school - er zijn regels voor binnen de school - er zijn regels voor computergebruik - er zijn regels voor het gebruik van het voetbalveld. - er zijn regels voor op het luchtkussen - er zijn regels voor ontruiming bij calamiteiten - er zijn regels voor stagiaires. De regels zijn opgenomen in de klassenmap zodat ze ook voor vervangers vlot toegankelijk zijn. Het personeel van de school dient er op toe te zien dat de regels worden nageleefd. 6.3 Regel van de week Om de week wordt op het informatieblad een regel van de week aangegeven. In die twee weken wordt extra aandacht aan deze schoolregel of afspraak besteed. Soms is dit seizoengebonden of is er een actuele situatie waarom deze regel extra aandacht krijgt. 6.4 Fietsen op school De oudere kinderen uit Hardenberg en directe omgeving komen met de fiets naar school. De fietsen worden mee naar school genomen onder verantwoordelijkheid van de ouders. De school is niet verantwoordelijk voor schade aan de fietsen. We verwachten dat de fietsen op de daarvoor bestemde plaatsen worden neergezet. Zorg dat de fietsen op slot staan en de sleutel goed wordt bewaard! 6.5 Verzekering Onze school is via de stichting aangesloten bij de Vereniging Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs te Voorburg. Deze besturenraad heeft voor de aangesloten scholen een collectieve W.A.-verzekering afgesloten. Deze W.A.-verzekering dekt het aansprakelijkheidsrisico van de besturen en personeelsleden van de aangesloten scholen in de uitoefening van hun functie, alsmede het risico van aansprakelijkheid voortvloeiende uit ouderparticipatie. Het gaat dus om schade toegebracht aan derden, die te wijten is aan een onrechtmatige daad, gepaard gaande met de schuld (of risico) van het schoolbestuur en/ of personeel, respectievelijk ouderparticipanten. Derde is ieder ander dan het schoolbestuur en kan dus ook een leerling van de school zijn. Het is dus niet juist dat de W.A.verzekering dekking biedt voor alle schade die in en om de school ontstaat. Dit is
alleen het geval, wanneer er verwijtbaar doen of nalaten van het bestuur, het personeelslid respectievelijk de ouderparticipanten in het geding is. 6.6 Ongevallenverzekering De scholierenongevallenverzekering geeft onder de in de polis omschreven voorwaarden recht op een uitkering, wanneer een kind een ongeval met lichamelijk letsel overkomt, ongeacht wiens schuld het is. Het bestuur van de stichting heeft voor deze situaties ook een collectieve verzekering afgesloten. Het is een aanvulling op de verzekering van de ouders voor die onkosten, die door de verzekering van de ouders niet wordt gedekt. De uitkering is aan een maximum gebonden. Let wel: dit betreft alleen letselschade. De school neemt geen verantwoordelijkheid voor zaakschade (schade aan goederen). Indien de “dader” bekend is kan dit door de ouders onderling evt. worden geregeld via de WA-verzekering. Als door een leerling schade wordt toegebracht aan de school of schooleigendom zal de ouders van de desbetreffende leerling worden verzocht dit via hun WA-verzekering te vergoeden. 6.7 Kader buitenschoolse activiteiten Het bestuur is te allen tijde verantwoordelijk voor het toezicht bij buitenschoolse activiteiten. Dat geldt zowel voor bijvoorbeeld het schoolkamp, het voetbaltoernooi en bijv. het schoolzwemmen. Het gaat daarbij niet alleen om de activiteit zelf maar ook om de reis er naar toe. Genoemde activiteiten worden door de school of vanuit de school georganiseerd. Dat betekent dat op dat moment de school ook verantwoordelijk is voor de veiligheid van de kinderen. Het bestuur heeft een zorgplicht ten opzichte van de veiligheid van de aan haar toevertrouwde kinderen. Dat houdt o.a. in dat het bestuur ervoor zorgdraagt dat er in ieder geval voldoende toezicht is bij buitenschoolse activiteiten en dat de leerlingen adequaat verzekerd zijn. In de praktijk is het natuurlijk zo dat de school zelf verantwoordelijk is voor de veiligheid en ook zelf zorgdraagt voor het toezicht. Het toezicht hoeft niet te geschieden door leerkrachten, het kunnen ook ouders/ verzorgers zijn die toezicht houden. Het bestuur heeft een schoolongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De verzekering geeft een adequate dekking in geval van
27
aansprakelijkheid van het bevoegd gezag, het personeel en de vrijwilligers. Wanneer er sprake is van buitenschoolse activiteiten draagt de school, i.c. de directeur, er in ieder geval zorg voor dat: - er voldoende toezicht aanwezig is van volwassenen; - er een instructie is voor de toezichthouders, zodat die weten wat er van hen verlangd wordt (bijv. de groep bij elkaar houden; toezicht houden bij activiteiten; verbieden van bepaalde zaken waardoor kinderen in gevaarlijke situaties kunnen komen; vooraan in de rij fietsen e.d.); - de toezichthouders weten dat zij bepalen of kinderen iets wel of niet doen (en niet de kinderen of een andere volwassene); - bij vervoer in de auto dat er een ongevallen-inzittendenverzekering is afgesloten en dat de kinderen in “de gordels” zitten. Voordat een buitenschoolse activiteit plaatsvindt wordt gekeken of er voldoende toezichthouders zijn. Is dit niet het geval dan wordt de activiteit geannuleerd. 6.8 Schooltijden Onze schooldag begint elke dag om 8.45 uur en eindigt om 15.00 uur Op woensdag en vrijdag eindigt de school om 12.15 uur. De middagpauze, maandag, dinsdag en donderdag, is van 12.15 tot 12.45 uur. 6.9 Overblijven Alle leerlingen eten tussen de middag op school, hoewel dit natuurlijk niet verplicht is. De leerlingen eten in de eigen klas onder begeleiding van de groepsleerkracht. Het houden van toezicht tijdens de pauzes (en voor en na schooltijd) gebeurt door leerkrachten (pleinwacht). N.b.: wij verzoeken u vriendelijk maar dringend geen pakjes of blikjes drinken mee te geven (in verband met de hoeveelheid afval). Ook verzoeken wij u geen snoep en aanverwante zaken mee te geven (behoudens traktaties bij verjaardagen) 6.10 Schoolkamp Jaarlijks gaan we met alle leerlingen op schoolkamp. Voor de twee jongste groepen betreft dit een minikamp (met één overnachting op school), voor de overige groepen 4 dagen. De kosten voor het minikamp bedragen € 20,00 per leerling ; voor het “grote” kamp € 70,00. Aangezien het schoolkamp wordt meegerekend als lestijd, gaan wij ervan
uit dat alle kinderen meegaan, behalve wanneer hiervoor via een huisarts of specialist een geldige reden wordt aangegeven. Vanuit pedagogisch oogpunt (aanpassing aan groep, omgaan met gevoelens van heimwee) maken wij niet op voorhand uitzonderingen voor een individuele leerling t.a.v. regels en afspraken. De leerkracht houdt hierbij de kindspecifieke eigenheden van de leerling nauwlettend in de gaten en neemt hierover bewust en verantwoord besluiten in overeenstemming met de uitgangspunten van de school. 6.11 Gymnastiek Jaarlijks worden de leerlingen getest op hun vaardigheden. Op basis van de behaalde scores worden de leerlingen ingedeeld in gymniveau-groepen. Iedere groep krijgt wekelijks twee keer les van onze vakleerkracht. De groepen 1 t/m 4 krijgen tevens extra bewegingslessen. Van de groepsleerkracht hoort u in welke niveaugroep uw kind zit en wanneer uw kind gym heeft. Gymkleding: korte broek, gymbroekje of gympakje is verplicht (s.v.p. voorzien van naam). 6.12 Activiteiten Een aantal culturele activiteiten wordt centraal geregeld door de ‘Culturele commissie voor de schooljeugd’ voor de gemeente Hardenberg. Aan deze activiteiten doen uiteraard ook onze leerlingen mee. Op dit moment is nog niet bekend welke activiteiten. U hoort hierover meer. 6.13 Schoolfotograaf De schoolfotograaf komt elke twee jaar in de maand mei of juni. Er worden dan groepsfoto’s en individuele foto’s gemaakt. 6.14 Verjaardagen kinderen Als uw kind jarig is, mag hij of zij uiteraard trakteren. We beperken dit tot een traktatie in de eigen klas. We zouden het zeer op prijs stellen als uw kind op een gezonde manier trakteert. Alle kinderen krijgen van school een prachtige verjaardagskaart . 6.15 Verjaardagen van meester of juf Op de dag dat de meester of de juf zijn of haar verjaardag viert, mogen de kinderen verkleed op school komen of doen een andere gezellige activiteit, bijv. een morgen naar het bos o.i.d.
28
Voor de kinderen blijft het leuk om iets voor de leerkracht te doen. Nooit kostbare cadeaus meebrengen. Een tekening of een plakwerkje is net zo leuk. Om voor de jarige leerkracht een cadeau te kopen wordt geld ingezameld. Hiervan krijgen de leerlingen t.z.t. bericht mee. 6.16 Verjaardag van familieleden Alleen voor jarigen in het gezin en voor oma of opa mogen de kinderen een kleurplaat maken. Wilt u hiervoor aan uw kind een briefje meegeven, ongeveer een week van tevoren? Voor de kleuters kunt u de data op de verjaardagskalender op het prikbord in de gang zetten. 6.17 Sinterklaasfeest De kinderen krijgen een cadeautje van Sinterklaas, dat bekostigd wordt uit de ouderbijdrage. De groepen 5 t/m 8 "trekken lootjes" en maken een surprise met gedichtje voor een medeleerling. De kinderen mogen als Sint/Piet verkleed op school komen. 6.18 Kerstfeest Het kerstfeest, waarvoor de ouders ook worden uitgenodigd, wordt met de hele school gevierd op de laatste vrijdag voor de kerstvakantie. De locatie wordt tzt bekend gemaakt. 6.19 Paasviering Het Paasfeest wordt op school gevierd met o.a. een Paasliturgie en een gezamenlijke lunch in de klas, op de donderdag vóór Pasen. 6.20 Projecten Jaarlijks worden er één of meerdere projecten in de klas gedaan. Denk aan culturele activiteiten, sport, thema’s enz.. Jaarlijks wordt er een gezamenlijk project door de hele school gehouden. Thema’s zoals pestgedrag komen regelmatig aan de orde. Voorbeelden van klas-projecten zijn het Halt-project (vuurwerkvoorlichting), schrijvers in de klas, boomplantdag, kinderboekenweek, enz. In de kleuterbouw wordt regelmatig met thema’s gewerkt 6.21 Voor een goed doel Elke week kunnen de kinderen geld meenemen voor een goed doel. Wij sparen ook dit jaar voor het project Home of Hope & Dreams in Uganda. Juf Miriam is vanaf het allereerste begin betrokken bij
dit prachtige project. We hebben twee kinderen uit het project Home of Hope & Dreams geadopteren: Ethan en Jerom. Het goede doelengeld wordt gebruikt om deze twee jongens een toekomst te bieden. Verantwoording van de middelen vindt plaats via de informatiebrief. 6.22 Schoolontbijt Eén keer per schooljaar ontbijten we samen in de klas. Samen aan tafel onder het genot van een heerlijk ontbijt. 6.23 Wisselmorgen/wisselmiddag Op de laatste woensdagmorgen voor de zomervakantie gaan de kinderen na de pauze een kijkje nemen in de nieuwe klas. Zodoende hebben alle leerlingen vóór de zomervakantie een beeld van hun komende situatie. Dat is belangrijk voor hen. Ook de nieuwe kinderen worden hiervoor uitgenodigd. 6.24 Vervanging van leerkrachten Wanneer een leerkracht afwezig is wegens ziekte of andere ernstige zaken zal in eerste instantie worden getracht een vervanger(ster) aan te trekken. Lukt dit niet dan zal worden geprobeerd intern een oplossing te vinden door bijv. een ADVdag te laten vervallen of groepen samen te voegen. Slechts in uiterste noodzaak zal een groep (en dan beslist niet langer dan een dag) vrij worden gegeven. U krijgt hier dan zo vroeg mogelijk (in verband met het vervoer) telefonisch bericht van. 6.25 Vervoer van kinderen Vanaf 1 maart 2006 moeten kinderen kleiner dan 1,35 meter in een goedgekeurd kinderzitje vervoerd worden. Volwassenen en kinderen groter dan 1,35 meter moeten de autogordel om en mogen zonodig ook een kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken. Om de regels in de praktijk hanteerbaar te maken, zijn er uitzonderingen opgenomen. Zo is bijvoorbeeld in de bus en de taxi een kinderzitje niet verplicht. 6.26 Taxivervoer Ouders dienen zelf het taxivervoer voor hun kind(eren) aan te vragen bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente waarin zij wonen. Aangezien de aanvraag de nodige tijd in beslag kan nemen is het handig om deze aanvraag tijdig te doen. Voor ouders die zelf hun kind brengen (of leerlingen die op eigen gelegenheid komen) bestaat de mogelijkheid onder bepaalde omstandigheden een vergoeding
29
te krijgen. Ook dit dient door de ouders bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling te worden aangevraagd. Voor klachten en/of problemen over het vervoer dient u zich te wenden tot - Taxibedrijf Leemhuis: tel. 0523 - 24 13 19 - Ommer Vervoerstichting: tel. 0529-408080. Voor de gemeenten Dalen en Coevorden: - Taxicentrale Dorenbosch Assen: tel. 0529-615000 - Ook kunt u terecht op het gemeentehuis, afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Het leerlingenvervoer is een zaak van gemeente en vervoerder; als school hebben wij hier geen enkele invloed op. Toch verzoeken wij u klachten / problemen te ook te melden bij school. 6.27 Sponsoring Op 19 februari 2009 heeft het Ministerie van Onderwijs een “”Convenant sponsoring onderwijs” afgesloten met partijen die het onderwijs, het bedrijfsleven, ouderverenigingen, scholieren en de overheid vertegenwoordigen. Chrono volgt de richtlijnen en aanbevelingen uit dit Convenant. Dat is de reden dat Chrono niet een eigen sponsorreglement heeft opgesteld. Voor directeuren, ouderklankbordgroepen en MR’n is het van belang kennis te nemen van dit Convenant op het moment dat er afspraken worden gemaakt over sponsoring. Als sponsoring gebeurt op een zorgvuldige wijze, is daartegen geen bezwaar. Het is goed nog op te merken dat er sprake is van donatie als er geen enkele tegenprestatie wordt gevraagd. Zodra dit wel het geval is, wordt het sponsoring. Het meest recente convenant, getekend 9 februari 2009, is bijvoorbeeld te downloaden via Google onder: “Convenant sponsoring onderwijs”. 6.28 Ziekte en afwezigheid Ziekte of afwezigheid van uw kind dient u ‘s ochtends, tussen 8.00 en 8.45 uur, door te geven. Wij registreren de afwezigheid van uw kind. Als uw kind om welke reden dan ook niet (of niet op tijd) op school kan zijn, verzoeken wij u, de leerkracht van de betreffende groep op de hoogte te stellen. Bij afwezigheid zonder bericht maken wij ons zorgen en nemen dan contact met u
op. U begrijpt dat dit lastig is omdat de leerkracht de klas dan moet verlaten. Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen we de ouders of verzorgers van het kind te bereiken. Dit gebeurt meestal telefonisch. We vragen u dan het kind op school te komen ophalen. We sturen kinderen niet zelf naar huis. Als we geen gehoor krijgen, ook niet op uw telefoonnummer (2e nummer bij geen gehoor) blijft het kind dus op school. Als het zodanig ziek is, dat verzorging onmiddellijk nodig blijkt, dan schakelen we medische hulp in. Als uw kind meteen naar de dokter of naar het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen, zodat u met uw kind naar arts of ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind en de leerkracht kan dan bij de groep blijven. Als we u niet kunnen bereiken en ook niemand op uw 2e telefoonnummer, gaan we zelf als begeleiding mee. We hopen dat u dan later het kind kunt overnemen. Wilt u in verband hiermee jaarlijks even controleren of het door u opgegeven 2e telefoonnummer (noodnummer) nog wel juist is? 6.29 Luizencontrole Regelmatig wordt in de groepen hoofdluis geconstateerd. Bijna altijd na de schoolvakanties. De week na een vakantieperiode worden de kinderen op hoofdluis gecontroleerd door de ‘luizenouders’. Wanneer bij uw kind luizen zijn aangetroffen krijgt u hierover bericht. Ook krijgt u via uw kind een brief waarin aangegeven wordt hoe te handelen. 6.30 Gevonden voorwerpen Elk jaar blijft er een aantal voorwerpen en kledingstukken in school liggen/ hangen, waarvan de herkomst onbekend is. Als een naam op het voorwerp of kledingstuk staat, zorgen wij dat de rechtmatige eigenaar zijn eigendom terugkrijgt. Als er geen naam op staat, worden de voorwerpen verzameld in een bak in de personeelskamer. Gevonden sleutels en ‘sieraden’ kunt u terugvragen bij de concierge. Als de tijd van laarzen aanbreekt, wilt u dan de naam van uw kind in de laarzen zetten?
30
Graag een lusje in de jas en een koordje aan de handschoenen en de naam van uw kind in kledingstukken en op voorwerpen. Dit bevordert het sneller terug laten keren van de eigendommen van de kinderen. 6.31 Waardevolle spullen Regelmatig komen kinderen naar school met een mobiele telefoon, een mp3speler, enz. De school is voor deze spullen niet verzekerd. We raden het dus ook af om deze spullen mee te nemen naar school. We hanteren het principe dat kinderen geen mobieltjes mee naar school nemen tenzij het kind ver moet fietsen, of met openbaar vervoer reist e.d. Kinderen die een mobiel bij zich hebben leveren deze, voordat de lessen beginnen, in bij de groepsleerkracht. Aan het einde van de schooldag kunnen ze deze weer meenemen.
6.32 Buitenschoolse Opvang Vanaf schooljaar 2007/2008 kunnen ouders die dat wensen, gebruik maken van een door de school geregelde vorm van buitenschoolse opvang. N.a.v. een enquête, gehouden onder de ouders in maart 2007, heeft het bestuur in overleg met de aanbieders van buitenschoolse opvang gekozen voor het makelaarsmodel. Dit houdt in dat het bestuur van de Stichting Chrono de buitenschoolse opvang heeft uitbesteed. De school heeft geen rol in de organisatie van de kinderopvang. Buitenschoolse opvang is opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar voor en na schooltijd. Stichting Welluswijs verzorgt de buitenschoolse opvang voor veel scholen in de regio Hardenberg. Wanneer u voorschoolse opvang afneemt, brengt de bso-leidster de kinderen naar school. Voor de naschoolse opvang geldt dat de kinderen ’s middags van school gehaald worden en naar een opvanglocatie in de buurt gaan. Op deze locatie is een activiteitenprogramma opgezet waar kinderen aan deel kunnen nemen, daarbij komen aan de hand van thema’s diverse activiteiten aan bod. Van natuur- tot sport- en spelactiviteiten, van lees- tot knutselactiviteiten. Ouders kunnen kinderopvangtoeslag aanvragen voor BSO, wat betekent dat slechts een klein deel van de kosten zelf betaald dienen te worden. Voor verder informatie verwijzen wij u naar de website van Stichting Welluswijs: www.welluswijs.nl
31
7. Leerplicht, verlof, vakantie en vrije dagen In dit deel vindt u de regels en afspraken betreffende de leerplicht en verlof. Hoe verzuim wordt geregistreerd en de uitwerking van deze wet op het minimum aantal klokuren onderwijs.
7.1 Regels van de leerplicht Als uw kind 4 jaar wordt mag het naar school. Wanneer een kind 5 jaar wordt geldt de leerplicht. Wel is het zo dat in overleg met de school een 5-jarige nog enkele uren per week met reden thuis mag blijven. Uiteraard is het veelal het beste dat het kind de lessen op school regelmatig volgt. De directie van de school is belast met de uitvoering van de leerplicht. De mogelijkheden voor extra vakantie of verlof zijn aan strenge regels gebonden. Algemeen uitgangspunt is: verlof buiten de schoolvakanties om is niet mogelijk, tenzij er sprake is van gewichtige omstandigheden. Dit betekent dat voor een extra vakantie wegens wintersport, een tweede vakantie, een extra lang weekend enz. geen verlof mag worden verleend. Vakantieverlof kan hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste tien dagen worden toegestaan indien:
- wegens de specifieke aard van het beroep van een van de ouders het niet mogelijk is om tijdens de officiële schoolvakanties op vakantie te gaan; - een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt dat verlof binnen de officiële schoolvakanties niet mogelijk is; - dit minimaal 8 weken van tevoren schriftelijk wordt aangevraagd bij de directeur. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie. Verlof mag worden verleend in geval van gewichtige omstandigheden. Daaronder verstaat de Leerplichtwet dagen waarop kinderen vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kunnen komen en omstandigheden die buiten de wil van de leerling of de ouders zijn gelegen.
32
Voorbeelden zijn: huwelijk, jubilea, verhuizing, ernstige ziekte van een familielid, begrafenis van een familielid. De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd of vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen ouders die hun kind(eren) zonder toestemming thuishouden kan proces-verbaal worden opgemaakt. Eveneens kan tegen de directeur proces-verbaal worden opgemaakt wanneer deze niet voldoet aan zijn verplichtingen. 7.2 Verlof leerling De leerplichtige leeftijd is vijf jaar. Tot uw kind 6 jaar wordt, mag u uw kind vijf uren per week thuis houden. Dat is natuurlijk niet wenselijk, maar als u het echt noodzakelijk vindt, kan het. U moet dat wel melden en bespreken met de schooldirectie. In voorkomende gevallen moet u verlof aanvragen. Dit zijn de richtlijnen die we bij het aanvragen van verlof hanteren: - Bezoek huisarts, ziekenhuis, therapie of tandarts. Zo'n bezoek hoeft u slechts mede te delen aan de betrokken leerkracht. We vragen u wel om dergelijke afspraken zoveel mogelijk na schooltijd te maken. Indien de afspraak onder schooltijd valt, dan bent u verplicht om uw kind (van groep 1 t/m 8) op school te komen ophalen. Zonder uw toestemming sturen we geen kinderen alleen naar huis. Aangezien het “vrij vragen” (verlofaanvraag) af en toe een ingewikkeld onderwerp is, wordt een en ander hieronder nog even toegelicht. - Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen en dergelijke. U kunt voor een verlofaanvraag een speciaal formulier vragen aan de directeur bij wie u dit ingevuld weer kunt terug geven met een kopie van de evt. uitnodiging. Indien de directeur voor verlof op basis van onderstaande regelgeving geen verlof kan verlenen, zal hij u dit meedelen. U kunt het formulier dan zelf opsturen naar de leerplichtambtenaar van de gemeente Hardenberg. Deze zal het verzoek vervolgens beoordelen. - Verlof voor vakantie. Hiervoor wordt slechts in uitzonderingsgevallen toestemming gegeven. Een verzoek hiervoor dient
schriftelijk, liefst met een mondelinge toelichting, ingediend te worden bij de directie, minstens zes weken voor aanvang van het gevraagde verlof. De directie is op dit punt gebonden aan bepaalde afspraken met de leerplichtambtenaar van de gemeente aan wie hij tevens verantwoording verschuldigd is. Uiteraard dient iedereen zich te houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties e.d. Een paar uur eerder vrijgeven in dit verband kan daarom door de directie niet worden goedgekeurd. In heel bijzondere gevallen mag de directeur van de school een leerling vrijgeven om met zijn ouders op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar voor een periode van ten hoogste tien dagen (Twee keer vijf dagen mag bijvoorbeeld niet). Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep niet in de schoolvakanties vakantie kunnen nemen. De directeur mag geen toestemming verlenen als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie. Indien u bezwaar hebt tegen het besluit van de directie dan wel de leerplichtambtenaar, kunt u binnen 30 dagen in beroep gaan bij de Raad van State. In geval van twijfel kunt de directie uiteraard altijd vragen om toelichting. 7.3 Onderwijs tijdens een langdurige ziekteperiode van een leerling In de wet "Ondersteuning Onderwijs aan Zieke Leerlingen" van 1999 is nog eens duidelijk aangegeven dat ook zieke leerlingen recht hebben op onderwijs. Voor kinderen of jongeren die in een ziekenhuis zijn opgenomen - of thuis ziek zijn is het belangrijk dat het gewone leven zo veel mogelijk door gaat. Onderwijs hoort daar zeker bij. Onderwijs aan zieke leerlingen is o.a. om de volgende redenen van belang: - het leerproces wordt voortgezet (een onnodige achterstand wordt zo veel mogelijk voorkomen) - de zieke leerling houdt een belangrijke verbinding met de buitenwereld (regelmatig sociale contacten) Ook tijdens een ziekteperiode van een leerling blijft de eigen school verantwoordelijk voor het onderwijs aan die leerling. De leerkrachten staan er echter niet alleen voor. Zij kunnen voor deze onderwijsbegeleiding aan de zieke
33
leerling een beroep doen op de ondersteuning van een Consulent Onderwijs aan Zieke Leerlingen (COZL). De leerkracht van de school en de consulent maken in overleg met de ouders van de leerling afspraken over de inhoud van de ondersteuning. Het accent kan daarbij liggen op begeleiding en advisering, maar ook kan een deel van het onderwijsprogramma van school worden overgenomen. Het belang van de zieke leerling wordt daarbij steeds als uitgangspunt genomen
7.4 Belangrijke data: St. Nicolaasfeest: 5 december Kerstviering: 19 december Open huis: 19 februari Paasviering: 2 april Rommelmarkt: 6 juni Schoolkamp: 15 t/m 18 juni Minikamp: 17 en 18 juni 7.5 Studiedagen De studiedagen staan hieronder vermeld. Alle teamleden zijn die dag, op allerlei manieren bezig met ontwikkeling van kennis en vaardigheden, die noodzakelijk zijn voor de verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Door de lange meivakantie zijn er dit schooljaar weinig studiedagen binnen de schooltijden. Dat betekent dat we als team meer studiemomenten hebben buiten de schooltijden. Op onderstaande dat zijn de kinderen vrij. Lustrumdag Chrono Studiedag sbo-scholen Teamstudiemiddag
5 januari 8 april 23 april
7.6 Vakantierooster Eerste dag
Laatste dag
Herfstvakantie
13 oktober
17 oktober
Kerstvakantie
22 december
2 januari
Voorjaarsvakantie
23 februari
27 februari
Paasvakantie
3 april
Koningsdag
27 april
27 april
Meivakantie
4 mei
15 mei
Pinksteren
25 mei
25 mei
zomervakantie
6 juli
14 augustus
6 april
34
8. Omgangsnormen Chrono Voor een goede samenwerking school en ouders
De school is meer dan alleen een gebouw. Het is een plaats waar kinderen, leerkrachten en vaak ouders elkaar ontmoeten. Wij vinden het erg belangrijk dat de relatie tussen de ouders en de school goed is. We werken ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid aan de opvoeding en ontwikkeling van het kind en zijn tevens “partners” om die ontwikkeling goed te kunnen begeleiden en volgen. Hierna treft u een aantal aanbevelingen aan, die belangrijk zijn om goed te kunnen samenwerken. 8.1 Wat mag u van de professor Waterinkschool verwachten: A. Op de PWS draait alles om het kind: - wij doen ons best om ieder kind een kans te bieden zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen - de schoolresultaten zijn op het niveau van vergelijkbare scholen in ons land - wij nemen deel aan diverse projecten o.a. sport en cultuur
B. Het welbevinden van uw kind krijgt veel aandacht: - wij werken met veel zorg aan een goede sfeer, waarbij elk kind zich veilig, geborgen en vrij mag voelen - elk kind krijgt les in een uitdagende (leer)omgeving en in een verzorgd schoolgebouw - wij hechten aan goede omgangsvormen; daarom letten wij op taalgebruik, eerlijkheid, respect; wij doen ons best zelf het goede voorbeeld te geven. C. De professor Waterinkschool communiceert met u op een heldere wijze: - u hoort bij de aanmelding van uw kind over de wijze waarop de PWS een christelijke school is - u hoort bij de aanmelding van uw kind hoe u door ons geïnformeerd wordt over de vorderingen van uw kind bijv. het rapport en handelingsplan - wij doen ons best om een goed leesbare schoolgids te schrijven, zodat u op de hoogte kunt zijn van de organisatie van de school
35
- wij hechten veel waarde aan een goed contact met ouders d.m.v. de nieuwsbrief, website, ouderspreekuur - het team staat open voor uw vragen en uw tips/adviezen rondom uw kind - het team is goed bereikbaar 8.2 Wat mag de professor Waterinkschool van u verwachten: A. Het schoolgebeuren: - iedereen houdt zich aan de schoolregels - ieder doet zijn/haar best zich aan de schooltijden te houden - loyaliteit wordt getoond door respectvol met elkaar om te gaan - het schoolbeleid wordt gerespecteerd
B. Het welzijn van uw kind: - u toont interesse in het schoolgebeuren door bijv. de schoolvorderingen met de leerkracht te bespreken en samen de zorg en het welbevinden te delen - samen te werken (school en thuis) aan de sociaal emotionele ontwikkeling - u staat open voor tips en adviezen die de school aandraagt C. Ondersteuning bij activiteiten: - betrokkenheid bij het schoolgebeuren te tonen door o.a. medewerking te verlenen bij activiteiten (klusdagen, ouderwerkgroep, ondersteunende activiteiten, e.d.) - mee te denken in de ontwikkeling van de school bijv. in de ouderklankbordgroep en de medezeggenschapsraad.
36
9. Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen Voor Chrono geldt een vastgesteld beleidsplan “Toelating en verwijdering van een leerling”. Dit plan ligt bij de directeur ter inzage. In deze schoolgids vermelden we enkele hoofdzaken uit het plan. 9.1 Toelating en verwijdering Voor Chrono geldt een vastgesteld beleidsplan “Toelating en verwijdering van een leerling”. De scholen van stichting PCPO Chrono staan midden in de samenleving. Dat betekent dat in beginsel alle kinderen van harte welkom zijn om bij ons onderwijs te volgen. Als wij een leerling niet toelaten, verwijzen of verwijderen moeten wij hier een hele goede reden voor hebben. De beslissing over toelating en verwijdering van leerlingen berust formeel bij het bestuur. In de praktijk wordt de beslissing over toelating genomen door de directeur en over de verwijdering/ verwijzing en het niet toelaten door de voorzitter college van bestuur op voorstel van de directeur. 9.2 Algemene uitgangspunten toelatingsbeleid 1. Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle scholen, in het kader van Passend Onderwijs, de zorgplicht om aangemelde leerlingen die extra ondersteuning
behoeven een zo passend mogelijk onderwijsaanbod te doen. 2.
Ouders hebben een keuzevrijheid: zij zoeken een school die het beste aansluit bij hun eigen opvattingen en ideeën over goed onderwijs en die zij het beste vinden aansluiten bij aard en karakter van hun kind (levensbeschouwelijke, pedagogische en didactische uitgangspunten).
3.
In principe zijn alle kinderen welkom op één van de scholen ressorterend onder het bevoegd gezag. Er wordt geen onderscheid gemaakt op grond van levensbeschouwing, cultuur of handicap.
4.
Ouders moeten hun kind schriftelijk aanmelden(aanmeldingsformulier) vanaf de dag dat het kind drie jaar wordt en ten minste tien weken
37
voor de datum waarop ze toelating vragen. 5.
Ouders zijn verplicht bij aanmelding aan te geven bij welke school ze eveneens om toelating hebben verzocht.
6.
De school die de het aanmeldingsformulier als eerste ontvangt, moet een zo passend mogelijk onderwijsaanbod doen, dus een plek vinden op een school waar het kind daadwerkelijk geplaatst kan worden.
7.
8.
9.
10.
Het schoolbestuur (dit is gedelegeerd aan de schoolleiding) beoordeelt of een aanmelding een kind betreft dat extra ondersteuning behoeft en moet een oordeel vellen over de ondersteuningsbehoefte van de aangemelde leerling. Hiertoe kan het bestuur (via de cat, school) de ouders vragen gegevens te overleggen over stoornissen of handicaps van het kind of de beperkingen in de onderwijsparticipatie. De school waarvoor toelating wordt verzocht, toetst de ondersteuningsbehoefte aan het eigen ondersteuningsprofiel. Het profiel is te vinden op de schoolwebsite. De (on)mogelijkheden van de individuele basisschool zijn bepalend voor de plaatsing van een kind op de school waar het kind wordt aangemeld, deze staan beschreven in het School ondersteuningsprofiel, hierna te noemen SOP). Hierbij wordt o.a. gekeken naar: a. de capaciteiten van het team in relatie tot de gewenste zorg van het kind; b.
de groepsgrootte;
c.
de groepssamenstelling;
d.
de beschikbare huisvesting;
e.
de beschikbare personeelsformatie.
De toelating van een kind mag niet afhankelijk zijn van een financiële
bijdrage van de ouders. 11. Als een school een leerling die extra zorg behoeft moet weigeren, is zij verplicht er voor te zorgen dat deze leerling bij een andere school terecht kan. Dit is een resultaatverplichting. 12.
Ouders en leerlingen dienen de bijzondere grondslag van de school te onderschrijven of te respecteren.
13.
Leerlingen zijn verplicht met alle activiteiten mee te doen; uitsluitingen, bijvoorbeeld van het bijwonen van vieringen en godsdienstlessen zijn niet mogelijk een en ander met inachtneming van artikel 58 WPO.
Voor toelating tot onze speciale school voor basisonderwijs geldt bovendien: Voor de leerling moet een positieve beschikking zijn afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg van ons samenwerkingsverband.
9.3 Toelating van een kind Aanmelding is mogelijk gedurende het schooljaar (zie ook nr. 4 Algemene uitgangspunten toelatingsbeleid). Ouders die kun kind willen aanmelden op de school van hun keuze, dienen eerst contact op te nemen met de directeur van de school. Er wordt een afspraak gemaakt voor een gesprek waarin de ouders informatie ontvangen over het onderwijs op de school. Daarbij wordt in ieder geval de schoolgids aan de ouders overhandigd. Ouders zijn verplicht alle relevante informatie over het kind te verstrekken aan de school: het achterhouden van informatie kan het weigeren van de inschrijving tot gevolg hebben, ook met terugwerkende kracht. Een toekomstige kleuter leerling wordt voorafgaande aan de definitieve plaatsing zodra het de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden heeft bereikt, in de gelegenheid gesteld kennis te maken met de school, de kinderen en de leerkracht. De kennismaking omvat minimaal 1 en maximaal 5
38
dagdelen. Definitieve plaatsing is mogelijk vanaf het vierde levensjaar. In het speciaal basisonderwijs bestaat, onder voorwaarde van goedkeuring door de inspectie, de mogelijkheid om op speciale gronden een leerling toe te laten vanaf de leeftijd van 3 jaar en 6 maanden. Indien de leerling afkomstig is van een andere basisschool, vindt voorafgaand aan de inschrijving altijd overleg plaats met de directie van de andere basisschool. De directeur van de ontvangende school stuurt vervolgens een bewijs van inschrijving naar de school van herkomst. De school van herkomst is verplicht een onderwijskundig rapport van de leerling aan te leveren aan de nieuwe school van het kind. (Art. 42 WPO) Een zorgdossier kan reden zijn om een kind niet toe te laten tot de school indien aantoonbaar is dat de benodigde zorg door de school niet geboden kan worden. Een kind heeft een zorgdossier wanneer: o het een speciaal onderwijsindicatie heeft, d.w.z. een lichamelijke of geestelijke handicap of een beschikking voor een school voor speciaal basisonderwijs; o het een pedagogischdidactisch/psychologisch onderzoek heeft gehad, waarin een advies voor verwijzing naar het speciaal basisonderwijs is opgenomen; o er sprake is van gedragsproblemen; o het een afwijkend programma volgt in een of meer vakgebieden. Wanneer de (terug)plaatsing van een kind met een lichamelijke/geestelijke handicap problemen geeft op de school bespreekt de directeur van de desbetreffende school dit met het College van Bestuur. Een beschikking van de Commissie Arrangeren en Toewijzen (CAT) / zorg advies team (ZAT) waarbij een kind wordt verwezen naar een school voor speciaal basisonderwijs,
kan reden zijn om een kind niet toe te laten tot de school. Plaatsing van een toekomstige leerling in een minder geschikte periode (december/ laatste weken van het schooljaar) wordt in overleg met de ouders afgesproken. Ouders dienen het inschrijfformulier geheel en naar waarheid in te vullen en te ondertekenen. Indien het formulier niet volledig en/of niet naar waarheid is ingevuld kan plaatsing worden geweigerd. Leerlingen worden geacht verzorgd op school te verschijnen volgens algemeen gangbare normen, dit ter beoordeling van de schoolleiding. De schoolleiding heeft de bevoegdheid voorschriften te geven en te wijzigen terzake van uiterlijk en kleding van leerlingen.
9.4 Toelating en (vrijwillige) ouderbijdrage Conform artikel 40 WPO, maar ook in de internationale verdragsteksten is opgenomen dat het primair onderwijs kosteloos beschikbaar moet zijn. Er kan dus geen sprake zijn van een verplicht lidmaatschap van een school - of ouderraad waarvoor contributie wordt geheven. Het al dan niet heffen van een vrijwillige ouderbijdrage is een zaak van de aan de school verbonden M.R. / klankbordgroep. 9.5 Schorsing van een leerling Schorsing was tot 1 augustus 2014 niet wettelijk geregeld in de Wet op het primair onderwijs. Nu zijn dezelfde regels als in het voortgezet onderwijs van toepassing. Dit betekent dat het bestuur met opgave van reden een leerling voor een periode van ten hoogste één week kan schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. Tenslotte stelt het bestuur de onderwijsinspectie van de schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 9.6 Procedure voor verwijdering van een leerling Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die een directeur slechts in het uiterste geval en dan nog uiterst zorgvuldig moet nemen. Er moet sprake zijn van ernstig wangedrag en een onherstelbaar verstoorde relatie tussen leerling en school en/of ouder en school.
39
Wanneer de directeur de beslissing tot verwijdering heeft genomen moet vervolgens de wettelijk vastgestelde procedure worden gevolgd. Stapsgewijs komt dat neer op het volgende: • Voordat het bevoegd gezag/de directeur tot verwijdering van een leerling besluit hoort het zowel de betrokken groepsleerkracht(en) als de ouders. • De ouders ontvangen een gemotiveerd schriftelijk besluit waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. • Het bevoegd gezag/de directeur meldt het besluit tot verwijdering terstond aan de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. • Indien de ouders bezwaar maken hoort de bevoegd gezag/de directeur hen over dit bezwaarschrift. • De bevoegd gezag/de directeur neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Definitieve verwijdering van een leerling kan alleen wanneer het bestuur er voor heeft gezorgd dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. Het bestuur heeft een resultaatsverplichting om een andere school te vinden, voordat een leerling verwijderd kan worden. Het verdient de voorkeur dat door
correspondentie met andere scholen vast te leggen. Ook hier geldt dat de leerplichtambtenaar en de onderwijs in kennis moeten worden gesteld. De school houdt een dossier bij, waarin opgenomen welke problemen zijn opgetreden, wat de school er aan gedaan heeft om ze op te lossen om verwijdering van de leerling te voorkomen. In het dossier bevindt zich in ieder geval een schriftelijke waarschuwing van de school aan de (ouders van de) leerling, waarbij gewezen wordt op mogelijke verwijdering als het wangedrag aanhoudt. De beslissing tot verwijdering van een leerling moet immers een eventuele rechtelijke toets kunnen doorstaan. Dit komt in het basisonderwijs en ook op onze scholen gelukkig heel weinig voor. Mocht het wel aan de orde komen dan is het genoemde beleidsplan leidend. Geschillencommissie Passend Onderwijs De regels voor het indienen van bezwaar tegen besluiten over de weigering van toelating of het verwijderen van een leerling blijven ongewijzigd. Nieuw is wel dat er per 1 augustus 2014 een Tijdelijke Geschillencommissie Toelating en Verwijdering is gekomen, kortweg Geschillencommissie Passend Onderwijs. Aan deze commissie kunnen ouders geschillen voorleggen over de weigering tot toelating en de verwijdering van elke leerling. Zie voor meer informatie de folders over de Geschillencommissie Passend Onderwijs voor ouders en besturen op www.onderwijsgeschillen.nl
40
10. Tot slot Wij hebben geprobeerd u een zo volledig en goed mogelijk beeld van onze school te geven. Natuurlijk zijn er nog veel meer zaken waarover wij u zouden kunnen informeren. Voor de andere zaken die voor u van belang kunnen zijn, is er het informatieblad, ons wekelijks informatiebulletin.
Voor data die voor u van belang zijn verwijzen wij u naar de jaarkalender die ieder jaar, aan het begin van het schooljaar verschijnt. Opmerkingen of suggesties om de inhoud te verbeteren zijn van harte welkom! U kunt deze via mail aan ons doorgeven.
41
11. Dit zijn wij Coby vd KolkA. Renting
I. Van Faassen
Vedelaar
E. Landstra
directeur
intern begeleider
groepsleerkracht
groepsleerkracht
W. Hegger
R. Dekker Kuilder
A. van der Veen Eikelboom
F. Oostra Heinhuis
groepsleerkracht
groepsleerkracht
groepsleerkracht
groepsleerkracht
A. Hakkers
G. Gerrits
A. Maathuis Willems
L. Luijmes
groepsleerkracht
groepsleerkracht
groepsleerkracht
F. Brink
M. Vugteveen
L. Dekker
N. Luisman
groepsleerkracht
groepsleerkracht
vakleerkracht gym
vakleerkracht gym
groepsleerkracht
invaller
42
K. van Beugen Sasbrink
M. BuitenhuisV.d. Leest
L. Withaar
I. Groen
groepsleerkracht
logopedist
onderwijsassistent
Onderwijsassistent
G. EsselinkNiezink
J. Baksteen
M. Rooseboom Drok
C. Marsman
onderwijsassistent
onderwijsassistent
psych. assistente & administratie
Ambulant begeleider
M. Ottink
D. Keute
J. Olthof Beuving
B. Mee-Gort
orthopedagoog
conciërge
schoolschoonmaak ster
schoolschoonmaak ster
J. Seubrink
schoolmaatschappelijk werker
43
12. Inhoudsopgave Voorwoord
1
Colofon
2
Van de directeur/bestuurder van Chrono
3
1. Wie zijn wij? 1.1 Visie van de school Christelijke visie Onderwijskundige visie 1.2 Algemene doelstellingen 1.3 Beleidsvorming 1.4 Kwaliteitsmonitor
6 6 6 6 6 7 7
2. Hoe helpen wij onze leerlingen 2.1 Zorgbeleid op school 2.2 Intern begeleidster 2.3 Onderwijsassistenten 2.4 Logopedie 2.5 Fysiotherapie 2.6 Leerlingenzorg door externen onder schooltijd 2.7 Leerling gebonden financiering (LGF) 2.8 Sociaal emotionele ontwikkeling (SEO) 2.9 Leerlingenvolgsysteem 2.10 Leerlingendossiers 2.11 Informatieverstrekking 2.12 Groeps-/leerlingenbespreking 2.13 Commissie van Begeleiding (CvB) 2.14 Voortgezet onderwijs 2.15 JGZ/GGD IJsselland 2.16 Schoolmaatschappelijk werk 2.17 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2.18 Sociale veiligheid
8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 10 10 10 11 11 11 12 12 12
3. Passend onderwijs 3.1 Samenwerkingsverband 3.2 Passend onderwijs 3.3 Commissie voor Arrangeren en Toewijzing - CAT 3.3.1 Toewijzen 3.3.2 Adviseren 3.3.3 Arrangeren 3.4 Zorgverbreding 3.5 Samenhang met het afdelingsplan 3.6 Doel van het SWV 3.7 Manifesto 3.8 Talentenklas ba.o.-VO
13 13 13 15
15 16 17 17 17
44
4. Hoe werken wij 4.1 Wat leren de kinderen 4.2 Bijbelse geschiedenis 4.3 Onderwijs aan jonge kinderen 4.4 Lezen 4.5 Nederlandse taal 4.6 Spelling 4.7 Schrijven 4.8 Rekenen 4.9 Wereldoriëntatie 4.10 Expressievakken 4.11 Bevordering burgerschap en sociale integratie 4.12 ICT
18 18 18 18 18 19 19 19 19 19 19 19 19
5. Informatie en oudercontacten 5.1 Algemeen 5.2 Ouderbijdrage 5.3 Schoolgids 5.4 Jaarkalender 5.5 Het informatieblad 5.6 Ouderinformatieavond 5.7 Huisbezoek 5.8 Bijeenkomst ouders van nieuwe leerlingen 5.9 Kennismakingsbijeenkomst 5.10 Rapport 5.11 Rapportspreekuren 5.12 Extra spreekuur 5.13 Ouderavond 5.14 Afscheidsavond groep 8 5.15 Gesprek 5.16 Intakegesprek 5.17 Exitgesprek 5.18 Open dag 5.19 Website 5.20 Rommelmarkt 5.21 Klusdag 5.22 Publicatie van foto’s en filmpjes 5.23 Bij ziekte van het kind 5.24 Bij calamiteiten thuis 5.25 Bij ziekte van de groepsleerkracht 5.26 Bij calamiteiten in de groep 5.27 Informatie aan gescheiden ouders 5.28 Ouderklankbordgroep 5.29 Ouderwerkgroep 5.30 MR en GMR
20 20 20 20 21 21 21 21 21 21 21 21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 23 23 23
45
5.31 Klachtenregeling Chrono
24
6. Praktische zaken 6.1 Schoolorganisatie 6.2 Regels/afspraken 6.3 Regel van de week 6.4 Fietsen op school 6.5 Verzekering 6.6 Ongevallenverzekering 6.7 Kader buitenschoolse activiteiten 6.8 Schooltijden 6.9 Overblijven 6.10 Schoolkamp 6.11 Gymnastiek 6.12 Activiteiten 6.13 Schoolfotograaf 6.14 Verjaardagen kinderen 6.15 Verjaardagen van meester of juf 6.16 Verjaardagen van familieleden 6.17 Sinterklaasfeest 6.18 Kersfeest 6.19 Paasviering 6.20 Projecten 6.21 Voor een goed doel 6.22 Schoolontbijt 6.23 Wisselmorgen/wisseldag 6.24 Vervanging leerkrachten 6.25 Vervoer van kinderen 6.26 Taxivervoer 6.27 Sponsoring 6.28 Ziekte en afwezigheid 6.29 Luizencontrole 6.30 Gevonden voorwerpen 6.31 Waardevolle spullen 6.32 Buitenschoolse opvang
26 26 26 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 28 28 28 29 29 29 29 29 29 29 29 29 29 29 30 30 30 30 31 31
7. Leerplicht, verlof, vakantie en vrije dagen 7.1 Regels van de leerplicht 7.2 Verlof leerling 7.3 Onderwijs tijdens langdurige ziekteperiode 7.4 Belangrijke data 7.5 Studiedagen 7.6 Vakantierooster
32 32 33 33 34 34 34
8. Omgangsnormen Chrono 8.1. Wat mag u van de PWS verwachten 8.2. Wat mag de PWS van u verwachten
35 35 36
46
9. Toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen 9.1 Toelating en verwijdering 9.2 Algemene uitgangspunten en toelatingsbeleid 9.3 Toelating van een kind 9.4 Toelating en ouderbijdrage 9.5 Schorsing van een leerling 9.6 procedure voor verwijdering van aan leerling
37 37 37 38 39 39 39
10. Tot slot
41
11. Dit zijn wij – voorstellen teamleden
42
12. Inhoudsopgave
44
47