Jaarverslag 2015
Gemeente Ommen, Gemeente Hardenberg Bestuursdienst Ommen - Hardenberg
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
3
Inhoud jaarverslag
3
1.
De procedure in het jaar 2015
4
2.
Ervaringen met de procedure
6
2.1
Instroom van bezwaarschriften
6
2.2
Advies- en beslistermijnen
6
2.3
Uitstel van behandeling / Wachttijden
7
2.4
Nader overleg en onderzoek
7
2.5
Behandelduur bezwaarschriften
8
2.6
Aantal behandelde bezwaarschriften / uitgebrachte adviezen
8
2.7
Het aantal bezwaarschriften per afdeling
9
2.9
Zonder hoorzitting afdoen
10
2.10
Ingetrokken bezwaarschriften
11
3
Het advies
11
3.1
Afwijken van het advies van de Commissie
13
3.2
Kosten
13
3.3
Geconstateerde gebreken in besluiten
13
De aanbevelingen uit 2014 handhaaft de commissie ook in 2015 (samengevat)
15
Bijlage
15
Overzicht van uitspraken in (hoger) beroep en voorlopige voorzieningen 2015
15
1
Voorwoord Hierbij treft u jaarverslag 2015 aan van de Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Ommen en Hardenberg en de Bestuursdienst Ommen-Hardenberg. Het verslagjaar heeft vooral in het teken gestaan van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, die per 1 januari 2015 de Wmo 2007 heeft vervangen. De Wmo 2015 maakt onderdeel uit van de bestuurlijke, financiële, decentralisatie naar gemeenten van een aantal taken uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Die taken zijn toegevoegd aan Wmo-taken die de gemeente al uitvoerde. Wat zich vooral deed gelden was het gegeven, dat de gemeenten 40% minder Wmo-budget ontving voor de maatwerkvoorziening huishoudelijke hulp. Deze flinke versobering noodzaakte de gemeente om nieuw beleid te maken. Dat nieuwe beleid werd toegepast op nieuwe cliënten, nieuwe indicaties, maar ook op cliënten die over doorlopende indicaties voor huishoudelijke hulp beschikten vanuit de Wmo 2007. Daardoor werd een flink aantal inwoners getroffen, die afhankelijk zijn van huishoudelijke hulp. Daar waar onder de oude regeling in vele gevallen nog sprake was van meerdere uren huishoudelijke hulp, werd op basis van het nieuwe beleid het begrip ‘schoon huis’ gehanteerd. Hoewel het ‘denken in uren’ niet bij die systematiek past, is erkend dat het gaat om circa 2 uren per week. Daarvoor moeten de basisruimten in een woning schoon en leefbaar worden gehouden. De bezwaarschriften die zijn binnengekomen hadden nagenoeg alle betrekking op het toekennen van te weinig uren, met andere woorden: de bezwaarmakers vonden dat de genoemde basisruimten niet in 2 uur schoongemaakt konden worden. Het waren soms emotionele zittingen. Voor bezwaarmakers valt het maar moeilijk te begrijpen, waarom voor andere ruimten, zoals bijvoorbeeld een tweede slaapkamer, geen uren meer beschikbaar zijn om deze schoon te houden. Ook voor het lappen van de ramen, voor het strijken en het vegen van het tuinpad zijn geen uren meer beschikbaar. Respect past voor de ambtenaren van het Sociaal Domein, maar ook voor ons als commissie in haar diverse samenstellingen voor de unanieme advieslijn die is gevonden in deze moeilijke materie, waarin nog veel onduidelijk was. Gelukkig tekent zich nu een lijn af in de rechterlijke toetsing die wij als commissie ook willen benadrukken. Kern ervan is: geïndividualiseerd onderzoek en een meer op de persoon toegesneden motivering van besluiten. Verder is een goede communicatie met de burger belangrijk voor een goede kwaliteit van het gehele besluitvormingsproces. In 2015 heeft de commissie ook de antwoordkaartmethode ingevoerd. Daarop kunnen bezwaarmakers en andere belanghebbenden aangeven of zij wel of niet van hun recht gebruik willen maken om gehoord te worden. Het voert in dit voorwoord te ver om de details van deze methode nader toe te lichten. Feit is wel, dat deze methode in de praktijk goed werkt. Een en ander leidt tot minder zaken om te horen ter zitting en minder uitval van zaken als gevolg van het zonder afzeggen niet ter zitting verschijnen. Tot slot wil ik in dit voorwoord aandacht besteden aan de commissie zelf en de ambtelijke ondersteuning die zij krijgt. De commissie heeft in beide gemeenten met veel passie en inzet inhoud gegeven aan haar taak om vanuit haar onafhankelijke positie de bestuursorganen te adviseren. Mijn mede-commissieleden wil ik daarvoor hartelijk dank zeggen. Hierbij past ook veel dank aan onze secretarissen die de adviezen van de commissie op meer dan voortreffelijke wijze, snel en deskundig hebben uitgewerkt. Hardenberg, 28 april 2016
A.J. Afink Algemeen voorzitter Commissie Bezwaarschriften
2
Inleiding De Commissie Bezwaarschriften is zowel werkzaam voor bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten van gemeente Ommen, de gemeente Hardenberg en de Bestuursdienst Ommen – Hardenberg (uitsluitend rechtspositionele besluiten). De Commissie Bezwaarschriftenis ingesteld met als taak: het adviseren over de te nemen beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). In de praktijk brengt de commissie - aan de hand van een dossier en een hoorzitting - een advies uit aan het betrokken bestuursorgaan. Meestal is dat het college van burgemeester en wethouders, af en toe de burgemeester en in uitzondelijke gevallen de gemeenteraad. Uitgesloten van advies zijn bezwaarschriften in het kader van gemeentelijke leges- en belastingverordeningen en de Wet waardering onroerende zaken. In het jaar 2015 bestond de commissie uit de volgende, onafhankelijke, leden: -
de heer A.J. Afink ( algemeen voorzitter) de heer mr. L.P.V.A. Roijakkers (voorzitter) mevrouw mr. C.E. Wolf (voorzitter) de heer mr. B.H. Abbing (voorzitter, alleen voor personele zaken) de heer S.B. ten Kate (lid) de heer mr. H. ten Hoven (lid) mevrouw M. Zoestbergen (lid, alleen voor personele zaken) de heer A. van Driesten (lid, alleen voor personele zaken) de heer L. van der Tol (lid) de heer mr. E.H.H. Schelhaas (lid) mevrouw mr. C.E.J.M. Vertegaal-Kerssemakers (lid) de heer mr. O. Pol (lid)
Plaatsvervangende leden -
de heer J.W. Mondria (alleen voor personele zaken) de heer P. Nagtegaal (alleen voor personele zaken)
De commissie beschikte in het jaar 2015 over een vaste notulist, mevrouw N. Stoker. Gedurende het gehele jaar waren de heer mr. C. van Ramshorst en de heer W.J. van Emmen secretaris van de commissie. Een stagiaire, mevrouw S. Timmerman, heeft tussen 31 augustus 2015 en 11 februari 2016 in het kader van haar studie HBO-rechten werkzaamheden verricht voor de commissie. Het secretariaat, dat bij het cluster Juridische Zaken van het team Personeel, Juridische Zaken en Communicatie is ondergebracht, valt onder de afdeling Dienstverlening van de Bestuursdienst OmmenHardenberg.
Inhoud jaarverslag In hoofdstuk 1 wordt de procedure voor het behandelen van bezwaarschriften behandeld. In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaringen van de commissie in het jaar 2015, waarna in hoofdstuk 3 apart aandacht wordt besteed aan de adviezen die de commissie heeft uitgebracht. Hoofdstuk 4 bevat de samenvatting van de aanbeveling(en). In een bijlage is een overzicht van uitspraken op beroepschriften (ingesteld tegen beslissingen op bezwaarschriften) in het jaar 2015 opgenomen.
3
1. De procedure in het jaar 2015
1
Hoewel het bezwaar wordt ingediend bij het bestuursorgaan, boekt het team ICT/ Facilitaire Zaken/ISP het bezwaarschrift rechtstreeks in op het team Juridische Zaken (secretariaat commissie). Het secretariaat verzorgt vervolgens een ontvangstbevestiging richting bezwaarmaker en eventuele derde belanghebbende(n). De vakafdeling wordt eveneens op de hoogte gesteld van het bezwaar. Naar de bezwaarmaker en derde belanghebbende(n) zendt het secretariaat tevens een folder, waarin de procedure van behandeling van het bezwaar en de samenstelling, functies en de werkwijze van de commissie worden uitgelegd. Bij de ontvangstbevestiging is in dit verslagjaar voor het eerst ook een antwoordkaart gevoegd waarop de bezwaarmaker aan kan geven of hij wel of niet komt naar de hoorzitting. Tevens beoordeelt het secretariaat het bezwaarschrift op mogelijke gebreken of termijnoverschrijding. Het secretariaat geeft de bezwaarmaker binnen maximaal drie weken na ontvangst van het bezwaar de gelegenheid om gebreken te herstellen of een termijnoverschrijding te verklaren. In deze fase beoordeelt het secretariaat ook of een bezwaarschrift kennelijk niet- ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. Zo ja, dan legt het secretariaat het bezwaar met de onderliggende stukken voor aan de voorzitter die dan beslist over het al of niet houden van een hoorzitting. Als de voorzitter beslist tot het niet houden van een hoorzitting, dan wordt de bezwaarmaker in een brief hiervan op de hoogte gebracht. De commissie brengt dan advies uit op basis van de stukken zonder dat een verweerschrift wordt gevraagd. In de gevallen waarin wel een hoorzitting plaatsvindt, verzoekt het secretariaat de vakafdeling om een procesdossier samen te stellen en een verweerschrift op te stellen. Uiterlijk drie weken voor een geplande zitting moeten de stukken bij het secretariaat worden aangeleverd. Het secretariaat stelt het dossier samen, stelt een inhoudsopgave van des tukken op, laat het dossier vermenigvuldigen en verzendt de uitnodigingen en de dossiers in beginsel veertien dagen voor de hoorzitting aan alle betrokkenen. De commissie vergadert volgens een rooster in principe drie keer per maand, op woensdagmiddag en donderdagavond in Hardenberg en op woensdagochtend in Ommen. Telkens komen een voorzitter en twee leden bijeen. Bij personele zaken komt de commissie op afroep bijeen. De commissie behandelt alle zaken, behalve met betrekking tot gemeentelijke belastingen. Als een bezwaarschrift binnenkomt, dan wordt dit geagendeerd voor de eerstvolgende beschikbare vergaderdatum, uiteraard met in achtneming van de termijn voor het opstellen van een verweerschrift en verzending van de stukken. Voor de leden van de commissie heeft dit tot gevolg dat zij adviseren over zaken die op allerlei beleidsterreinen liggen (variërend van de weigering van omgevingsvergunningen tot terugvordering van bijstand). De commissie hoort de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en (vertegenwoordigers van) het verwerende bestuursorgaan in elkaars aanwezigheid en beraadt zich vervolgens - in beslotenheid - over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. De hoorzittingen van de commissie zijn in beginsel openbaar, dat wil zeggen: ook toegankelijk voor publiek en pers. Als er echter zaken aan de orde komen die de persoonlijke levenssfeer raken, wordt de behandeling van die bezwaarschriften niet gepubliceerd en behandeld achter gesloten deuren. In de
1
Op de website van de gemeente Hardenberg en de gemeente Ommen (www.hardenberg.nl/ www.ommen.nl) is uitgebreide informatie opgenomen over de procedure van behandeling van bezwaarschriften bij beide gemeenten. De gemeentegids 2016 van Hardenberg bevat summiere informatie over de bezwarenprocedure en verwijst naar de website. De gemeentegids 2016 van Ommen bevat geen informatie over het indienen van bezwaren. 4
regel betreft dit bezwaarschriften op grond van de Participatiewet (verder: Pw), de Wet maatschappelijke ondersteuning (verder: Wmo), de Jeugdwet en ook bezwaarschriften die betrekking hebben op de ambtelijke rechtspositie. Het conceptverslag en -advies worden, nadat deze door het secretariaat zijn opgemaakt, per e-mail aan de voorzitter en de leden, die de betreffende hoorzitting hebben bijgewoond, toegezonden. Deze leden hebben een week de tijd om hun opmerkingen aan het secretariaat door te geven. De stukken worden, zo nodig aangepast. Na ondertekening door de voorzitter en de secretaris worden de stukken gekopieerd en aan alle betrokkenen gezonden. Het originele advies en verslag gaan - samen met het procesdossier (de originele stukken) - naar het bestuursorgaan. Dit gebeurt inmiddels ook digitaal. Aangezien er sprake dient te zijn van een volledige heroverweging van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt, toetst de commissie de rechtmatigheid en beoordeelt zij ook de doelmatigheid. Bij de beoordeling van de doelmatigheid stelt de commissie zich terughoudend op als het beleidskeuzes – vastgelegd in een verordening of in beleidsregels – van de gemeente betreft. Anderzijds betrekt de commissie wel wijzigingen in de omstandigheden, bijvoorbeeld in de medische situatie, bij de heroverweging van het besluit. De commissie bekijkt tijdens de hoorzitting ook of er een andere oplossing van het conflict mogelijk is. Dit kan leiden tot de opschorting van het advies om partijen binnen een vast te stellen termijn de gelegenheid te bieden tot een oplossing te komen. De commissie adviseert aan het gemeentebestuur en neemt dus zelf geen besluiten op het bezwaarschrift. De werkwijze is dat het advies wordt overgedragen aan de betreffende vakafdeling, die de op het bezwaarschrift te nemen beslissing verder voorbereidt (dat wil zeggen: aan het bestuursorgaan voorlegt) en uitvoert. Het bestuursorgaan bepaalt dus, hiertoe geadviseerd door de vakafdeling, zelf hoe met de adviezen van de commissie wordt omgegaan. Afwijking van een advies is dus mogelijk maar moet uiteraard wel goed gemotiveerd worden. Nadat het bestuursorgaan een beslissing op het bezwaar heeft genomen, krijgt het secretariaat van de commissie daarvan een afschrift, ter kennisname. Het secretariaat licht de betrokken commissieleden in als het bestuursorgaan het advies niet overneemt. Het secretariaat licht de leden ook in over eventuele beroepszaken (voorzover het secretariaat hiervan op de hoogte wordt gesteld). Wat betreft de informele procedure (pre-mediation) om bezwaarschriften te behandelen, merkt de commissie op dat deze activiteiten vooral liggen bij de vakafdeling, in die zin dat de vakafdeling na binnenkomst van een bezwaarschrift, vaak na overleg met het secretariaat van de commissie, beoordeelt of het besluit is te handhaven. Zo niet, dan volgt regelmatig een nieuw,voor bezwaarmaker gunstig, besluit waarna deze zijn bezwaarschrift intrekt. In het jaarverslag is wel opgenomen hoeveel bezwaarschriften er zijn ingetrokken (meestal vóór, maar soms ook ná de hoorzitting) waarbij de commissie zelf niet behoefde te adviseren. Bij een enkel geval, op het terrein van omgevingszaken, vindt mediation plaats door een interne, hiertoe opgeleide, mediator.
5
2. Ervaringen met de procedure 2.1
Instroom van bezwaarschriften
De instroom van bezwaarschriften vond in het verslagjaar - zie de grafiek - niet gelijkmatig over het jaar verspreid plaats. In dit geval waren er in de maanden maart, april en mei pieken in de instroom. Deze zijn veroorzaakt door het versturen van besluiten over wijzigingen in de huishoudelijke hulp per 1 april 2015. Daarnaast zijn veel bezwaarschriften binnengekomen over de individuele inkomenstoeslag die door gewijzigd (Rijks-) beleid minder werd toegekend. Ook om andere redenen – boetes, terugvordering – zijn er veel bezwarschriften binnengekomen op het terrein van de Participatiewet. Die instroom kan overigens behoorlijk wisselen. Dit komt bijvoorbeeld doordat in een bepaalde maand financiële bijdragen worden verlaagd, wetgeving wordt gewijzigd of gewoon door toeval. Het aantal bezwaarschriften tegen besluiten van de gemeente Hardenberg is om bovenvermelde redenen fors gestegen van 111 in 2014 naar 178 stuks. Tegen de besluiten van de gemeente Ommen zijn 44 bezwaarschriften binnengekomen, bijna een verdubbeling met vorig jaar (in 2014: 24 stuks). Tegen besluiten van de bestuursdienst Ommen – Hardenberg is één bezwaarschrift (in 2014: 11) binnengekomen dat betrekking heeft op personele zaken. In totaal zijn er derhalve 222 bezwaarschriften binnengekomen bij de Commissie Bezwaarschriften. Een zeer forse groei ten opzichte van het vorige verslagjaar (2014: 146) Onderstaand grafiek laat zien hoe de verdeling is:
32 30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 januari
2.2
Hardenberg Ommen BOH
april
juli
oktober
Advies- en beslistermijnen
Voor de behandeling van een bezwaarschrift geeft de Awb zogenaamde beslistermijnen. Het bestuursorgaan dient binnen twaalf weken, nadat de bezwarentermijn is verstreken, een beslissing op het bezwaar te nemen. Deze termijn kan met ten hoogste zes weken worden verdaagd. Verder uitstel is mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of ermee instemmen.
6
Het bestuursorgaan (lees: de vakafdeling) bewaakt deze termijnen zelf. In de adviezen van de commissie wordt daar wel altijd expliciet aandacht aan besteed. In de meeste gevallen ontvangt het secretariaat een afschrift van het besluit op bezwaarschrift van de vakafdeling. Indien dit wordt vergeten, vraagt het secretariaat deze afschriften op of zoekt, indien de vakafdeling daaarvan gebruik maakt, het betreffende besluit op in het digitale systeem Verseon.
2.3
Uitstel van behandeling / Wachttijden
De behandelduur van bezwaarschriften is vaak onderhevig aan externe factoren. Rechtshulpverleners, zoals advocaten en juristen van rechtsbijstandverleners, vragen regelmatig, nadat zij een zogenaamd pro-forma bezwaarschrift hebben ingediend, om een termijn voor het indienen van (nadere) gronden van het bezwaarschrift. Daarnaast verzoeken bezwaarmakers regelmatig – wegens ziekte, vakantie – om uitstel van behandeling. In slechts twee gevallen ging het om lang wachten op reacties van de vakafdeling. In totaal bedraagt het verleende/gevraagde uitstel 156 weken bij 13 dossiers. Gemiddeld is dit per uitgebracht advies (156 weken verdeeld over 175 uitgebrachte adviezen) afgerond 1 week. Het binnen de beslistermijn blijven is geen doel op zich. Als alle partijen (indiener van het bezwaarschrift en het verwerend bestuursorgaan) instemmen met een langere beslistermijn (bijvoorbeeld omdat men tijd wil nemen voor nader overleg), terwijl derde-belanghebbenden hierdoor niet worden benadeeld, is er geen ‘probleem’. De wet biedt hiertoe ook de mogelijkheid (artikel 7:10, lid 4, Awb: “Verder uitstel is mogelijk voor zover: a. alle belanghebbenden daarmee instemmen b. de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad, of c. dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.” Met andere woorden: het niet halen van de beslistermijn is in die gevallen geen reden tot zorg of aanleiding tot ‘acties’. In het verslagjaar 2015 zijn de gegevens over de voortgang opnieuw handmatig, als “schaduwboekhouding” in Excel verwerkt. Een voortgangssysteem waaruit deze gegevens gemakkelijker te voorschijn komen is niet beschikbaar. Ook Verseon biedt dit instrument niet.
2.4
Nader overleg en onderzoek
Als de commissie van oordeel is dat zij over onvoldoende gegevens beschikt voor het uitbrengen van een advies, kan tijdens de hoorzitting de zaak worden aangehouden en kan de voorzitter van de commissie een nader onderzoek gelasten. Dit kan zowel door de commissie zelf geschieden, als - in opdracht van de commissie - door een derde partij. Indien het nader overleg / onderzoek nieuwe en relevante gegevens oplevert, die van belang kunnen zijn voor de op het bezwaar te nemen beslissing, worden de nieuwe gegevens toegestuurd aan bezwaarmaker en het college voor eventuele nadere opmerkingen. De mogelijkheid bestaat om een tweede hoorzitting te beleggen. Van deze mogelijkheid is in 2015 geen gebruik gemaakt. In een aantal gevallen wordt tijdens de hoorzitting afgesproken, dat nader overleg plaatsvindt tussen bezwaarmaker en de behandelend ambtenaar. Het uitbrengen van advies en de beslissing op bezwaar worden daarbij in ‘de wachtstand’ gezet, in afwachting van de resultaten van het overleg. Nader overleg leidt niet altijd tot snel resultaat. Vaak kost het weken - bijvoorbeeld door uitwisseling van nadere stukken, het maken van nieuwe offertes - voordat partijen al dan niet tot een oplossing komen. Al die tijd ligt het bezwaarschrift op de stapel "nog te behandelen zaken". Om de voortgang te bevorderen bewaakt het secretariaat de procedure. Regelmatig moet het secretariaat (niet altijd met succes) zowel de vakafdeling als bezwaarmaker aansporen om de benodigde actie te ondernemen. Als nader overleg
7
niet voor alle partijen het gewenste resultaat oplevert, brengt de commissie alsnog advies uit, waarna een formele beslissing op het bezwaar volgt.
2.5
Behandelduur bezwaarschriften
Het onderstaande schema geeft de volgende behandeltermijnen aan. Hierbij is gerekend met netto termijnen, waaruit de vertraging door het wachten op gronden en / of nadere stukken, en ander uitstel zo veel mogelijk is weggefilterd. 2
(Gemiddelde) netto behandeltermijn van de bezwaarschriften in 2015) Gemiddeld Besluit binnen Besluit langer Gemiddeld aantal weken minder dan of dan 14 weken aantal weken tot tot advies gelijk aan besluit op 14 weken bezwaarschrift 13,2 37 82 Totaal 2,4
Uit deze cijfers blijkt dat de gemiddelde benodigde termijn voor het opstellen van het advies, vergeleken met het vorige verslagjaar (2014: 12,27 weken) met een week is gestegen. Gelet op de fors gestegen hoeveelheid gemaakte adviezen (74 meer dan in 2014) is dit een goed resultaat. Wat betreft het gemiddeld aantal weken vanaf het verzenden van het advies tot het besluit op het bezwaarschrift is de gemiddelde behandelduur 2,4 weken. In het jaar jaar 2014 was dit 2,7 en in 2013 2,9 weken.
2.6
Aantal behandelde bezwaarschriften / uitgebrachte adviezen
In het verslagjaar 2015 is de commissie 33 keer bijeengekomen (2014: 26 keer in totaal). De kamer voor personele zaken is één keer bijeengekomen. In totaal heeft de commissie in 2015 222 bezwaarschriften, die betrekking hebben op besluiten van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, ontvangen. De commissie heeft in het verslagjaar 2015 in totaal 246 bezwaarschriften in behandeling genomen. Dit is inclusief 24 bezwaarschriften die zijn binnengekomen in het jaar 2014 maar zijn behandeld in het verslagjaar 2015. De commissie heeft in totaal 152 plus 23 adviezen (over bezwaren uit 2014) = 175 adviezen uitgebracht. In het jaar 2015 zijn nog 23 adviezen uitgebracht over bezwaarschriften die zijn binnengekomen in het jaar 2014. Deze adviezen worden meegenomen in het verslag jaar 2015. In één geval uit het jaar 2014 is het bezwaarschrift wel behandeld in de commissie maar daarna alsnog ingetrokken. Aantal binnengekomen bezwaarschriften/uitgebrachte adviezen (2010, 2011, 2012, 2013,2014 en 2015 (vanaf 2013 inclusief BOH en Ommen) 300
246
250 193
200 150
128 112
128
130 102
100
164
151 80
175 Aantal bezwaarschriften Aantal uitgebrachte adviezen
101
50 0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2
Het betreft de behandeling vanaf binnenkomst bezwaarschrift t/m het verzenden van het advies door de commissie en de stand van zaken per 1 april 2016 8
Het verschil tussen het aantal (binnengekomen) bezwaarschriften en het aantal uitgebrachte adviezen wordt verklaard doordat ook een aanzienlijk deel van de bezwaarschriften werd ingetrokken en door bezwaarschriften die nog in behandeling zijn, zie de tabel op pagina 13.
2.7
Het aantal bezwaarschriften per afdeling
Bij de indeling is rekening gehouden met de indeling in afdelingen. Alleen bij het Maatschappelijk Domein is de onderverdeling tussen de Wet maatschappelijke ondersteuning/leerlingenvervoer en de Participatiewet (voorheen Wet werk en bijstand) aangebracht. Bij de afdeling Dienstverlening is het onderdeel personeel apart gehouden, omdat hiervoor een aparte kamer van de commissie actief is. Het aantal bezwaarschriften in het kader van de Wmo / leerlingenvervoer is ten opzichte van 2014 meer dan verdubbeld. Het gaat vooral om bezwaren tegen wijzigingen van de huishoudelijke hulp per 1 april 2015. In totaal gaat het om 222 ingekomen bezwaarschriften. Bij de Participatiewet is het aantal ingediende bezwaarschriften vergeleken met de vorige jaren verdubbeld. De meeste bezwaarschriften hebben betrekking op het terugvorderen van bijstand en het toepassen van maatregelen waardoor de periodieke bijstandsuitkering wordt verlaagd en boetes. Ook zijn veel bezwaarschriften binnengekomen over de individuele inkomenstoeslag.
Aantal bezwaarschriften per afdeling/cluster (2010, 2011, 2012 2013, 2014 en 2015)
120
109
101
2010 2011 2012 2013 2014 2015
100 75
80 51
60 40
60
40
53 43 30 27 33
29
20
2
4
2
7
2
6
0 Bijstand
Wmo leerlingenvervoer
Dienstverlening
Het aantal bezwaarschriften op het terrein van de Wet algemene bepalingen omgevingswet is vergeleken met het jaar 2014 gelijkgebleven. De helft van de bezwaarschriften heeft betrekking op verleende omgevingsvergunningen. De andere helft van de bezwaarschriften heeft betrekking op het handhaven met lasten onder dwangsom.
9
Het aantal bezwaarschriften op het terrein van de Wet algemene bepalingen omgevingswet is vergeleken met het jaar 2014 gelijkgebleven. De helft van de bezwaarschriften heeft betrekking op verleende omgevingsvergunningen. De andere helft van de bezwaarschriften heeft betrekking op het handhaven met lasten onder dwangsom.
2.8
Hoorzitting
Het bestuursorgaan (meestal het college van burgemeester en wethouders) laat zich bij de commissie vertegenwoordigen door de behandelende ambtenaar. De commissie is in het algemeen tevreden over de wijze van optreden van de ambtelijke vertegenwoordigers. Zij zijn goed voorbereid op mogelijke vragen. Hierbij merkt de commissie op dat de ambtenaar het bestuursorgaan vertegenwoordigt. Dit houdt in dat hij ook vragen dient te beantwoorden die niet altijd op zijn eigen vakterrein liggen. Soms levert dit problemen op omdat deze vragen niet waren voorzien. Zo nodig kan de vertegenwoordiger een collega van een ander vakterrein vooraf raadplegen of meenemen naar de hoorzitting. Bij zaken die liggen op het terrein van de Participatiewet en de Wmo valt het nog steeds op dat de vertegenwoordigers van het college (i.c. medewerkers van het bedrijfsbureau MD) niet zelf betrokken zijn geweest bij de besluitvorming. De commissie is van mening dat door deze werkwijze onvoldoende ‘leereffect’ uitgaat van de adviezen die de commissie uitbrengt. In ieder geval bij zaken op het terrein van bijstandsfraude is het zeer aan te raden dat naast of in plaats van de vertegenwoordiger van het bedrijfsbureau MD (ook) de consulent bij de zitting aanwezig is.
2.9 Zonder hoorzitting afdoen De commissie hoort de partijen (bezwaarmaker en het bestuursorgaan) niet, als een bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is. Dat is bijvoorbeeld het geval als het bezwaarschrift te laat is ingediend, als er geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb of als de bezwaarmaker geen belanghebbende is bij het bestreden besluit. In het verslagjaar 2015 is dit in 25 gevallen gebeurd. In die gevallen heeft het geen zin om bezwaarmakers op te roepen en te laten komen waarna hij tijdens de zitting verneemt dat zijn bezwaarschrift niet ontvankelijk is en niet inhoudelijk wordt behandeld. De betrokken bezwaarmakers worden in een brief op de hoogte gesteld van het feit dat de voorzitter van de commissie heeft besloten om af te zien van het horen. Als er bijvoorbeeld twijfel is over de ontvankelijkheid, dan hoort de commissie bezwaarmakers wel. In het verslagjaar is dit bij 4 zaken gebeurd. Een soortgelijke werkwijze wordt toegepast ingeval een bezwaarschrift ‘kennelijk ongegrond’ is, maar dat is in het verslagjaar niet voorgekomen.
10
2.10
Ingetrokken bezwaarschriften
Ook in 2015 zijn weer veel bezwaarschriften ingetrokken, namelijk 62 stuks, dat is 27 % van de in het verslagjaar ingediende bezwaarschriften. In 2014 werd ook 27 % van het totale aantal ingediende bezwaarschriften ingetrokken (43 stuks). Net als in voorgaande jaren zijn de meeste intrekkingen het gevolg van nader overleg tussen de behandelend ambtenaar, de secretaris van de Commissie Bezwaarschriften, de vergunninghouder/aanvrager om een voorziening of uitkering en/of derde-belanghebbende. In bijna alle gevallen is dit gebeurd voordat een hoorzitting is gehouden. In al die gevallen vond veelvuldig overleg plaats tussen de behandelende afdeling en het secretariaat van de commissie. In twee gevallen is het bezwaar tijdens de hoorzitting ingetrokken. Meerdere keren is een bezwaarschrift ingetrokken omdat de gevraagde voorziening / vergoeding / uitkering alsnog werd verstrekt. Het gaat hier om 34 zaken. Bij 30 zaken van deze 34 zaken heeft de afdeling Maatschappelijke Domein een nieuw besluit genomen dat tegemoet kwam aan de bezwaren. De andere vier zaken lagen op het terrein van de afdeling Ruimtelijk Domein. Verder is opvallend dat bij 28 dossiers nadere mondelinge uitleg is gegeven waarna het bezwaar is ingetrokken. Dit is met name gebeurd bij bezwaren die liggen op het terrein van de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
3
Het advies
Na de hoorzitting beraadslaagt de commissie in beslotenheid over het uit te brengen advies. Bij de toetsing op ontvankelijkheid gaat de commissie na of het bezwaar gericht is tegen een besluit als bedoeld in de Awb, of dit besluit is uitgezonderd van bezwaar en beroep en of het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn van zes weken is ingediend. Daarnaast kijkt de commissie of de bezwaarmaker is aan te merken als belanghebbende bij het bestreden besluit en of het bezwaarschrift voldoet aan de wettelijke vormvereisten, bijvoorbeeld het motiveringsvereiste. Als het bezwaar deze toets doorstaat, beoordeelt de commissie of het bezwaar al dan niet (gedeeltelijk) gegrond is en of het bestreden besluit moet worden herroepen.
11
Hierbij past de opmerking dat de Awb in het kader van de heroverweging de termen gegrond en ongegrond niet gebruikt. Artikel 7:11, tweede lid van deze wet zegt: "Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit". Dit betekent, dat de commissie zorgvuldig met de termen gegrond en ongegrond om moet gaan. Zo komt het voor dat de commissie van oordeel is, dat het bestreden besluit om (procedurele) redenen niet in stand kan blijven, zonder dat de bezwaarmaker deze gronden aanvoerde. In dat geval is de term gegrond niet op zijn plaats, maar zal het oorspronkelijke besluit wel herroepen moeten worden. Overzicht adviezen, ingetrokken en in behandeling zijnde bezwaarschriften (2011, 2012, 2013, 2014 en 2015) Bij de gegronde bezwaarschriften is in bijna alle gevallen sprake van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:4 Awb), strijd met een wettelijk voorschrift of het motiveringsbeginsel (artikel 3:46 Awb). 120 115 110 105 100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
108
64 57 57 53
niet ontvankelijk
62
2013(totaal=150) 2014(totaal = 164) 2015(totaal = 222)
28 18 10 148 2
12 1613 1014 10 6 7 4 ongegrond
2012(totaal=132)
51 43
35
30 24 19 17 13
2011(totaal=204)
66
gegrond
anders
ingetrokken
in behandeling
De categorie 'anders' bestaat voornamelijk (5) uit gemengde adviezen. Dat wil zeggen dat een bezwaarschrift naar het oordeel van de commissie deels gegrond en deels ongegrond was.
Overzicht van gegeven adviezen, in behandeling zijnde zaken en ingetrokken zaken (in totaal 222) in percentages 4% 3% 11% ongegrond gegrond 49%
ingetrokken niet ontvankelijk in behandeling
27%
anders
6%
12
3.1 Afwijken van het advies van de Commissie Nadat het advies van de commissie is uitgebracht overweegt het bestuursorgaan of het advies wordt overgenomen. Dit geldt ook voor het verslagjaar 2015. In het verslagjaar is drie keer afgeweken van het advies van de commissie met als gevolg dat het bezwaar alsnog ongegrond (dus: niet gegrond, zoals werd geadviseerd) werd verklaard. In een enkel ander geval is op een onderdeel afgeweken van het advies van de commissie.
3.2 Kosten Het is mogelijk dat bezwaarmakers de door hen gemaakte kosten in de bezwaarfase bij de gemeente kunnen declareren. De proceskosten worden op grond van een landelijk vastgesteld systeem in de vorm van forfaitaire bedragen vergoed. Kostenvergoeding vindt alleen desgevraagd plaats indien het bezwaar – wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid - gegrond is en het bestreden besluit is herroepen. In de folder bij de ontvangstbevestiging is hieraan door de commissie een paragraaf gewijd. Het gaat hier vooral om kosten van professionele rechtshulp, zoals advocaten, medewerkers van rechtsbijstandverzekeraars en juristen van vakbonden. Er is in meerdere gevallen een beroep gedaan op deze regeling, in de meeste gevallen door professionele rechtshulpverleners. De commissie heeft dit jaar in acht gevallen geadviseerd om de gemaakte kosten van rechtshulp te vergoeden. Het betreft hier in totaal een bedrag van € 4.404,--. Hiervan is een bedrag van € 980,-- vergoed. In drie gevallen (zie ook 3.1) is het college van burgemeester en wethouders afgeweken van het advies – ongegrond in plaats van gegrond – en zijn dus geen proceskosten vergoed. In het vorige verslagjaar 2014 betrof het een bedrag van € 5.972,50 aan proceskosten dat in de bezwaarfase is vergoed.
3.3 Geconstateerde gebreken in besluiten Indien de commissie dat nodig oordeelt, kan zij aan het advies een zogenaamde 'overweging ten overvloede' toevoegen. Een dergelijke overweging houdt verband met de signaalfunctie van de commissie en heeft doorgaans geen betrekking op de inhoud van de zaak, maar bijvoorbeeld op de gevolgde procedure, het niet (volledig) vermelden van de juiste wetsartikelen of beleidsregels, of de onderbouwing van besluiten. De geadresseerde moet in het besluit kunnen lezen waarom nu juist dit besluit is genomen. In dit verslag is er voor gekozen om slechts kort aandacht te besteden aan de door de commissie geconstateerde gebreken en gemaakte opmerkingen / signalen. Hierbij speelt ook een rol dat in het jaar 2015 weinig gebreken zijn geconstateerd. Afdeling MAATSCHAPPELIJK DOMEIN 1. Enkele keren heeft de commissie (niet alleen in dit verslagjaar) moeten constateren dat de juridische grondslag (welke regeling, welke artikelen) ontbreekt in besluiten. Hierdoor weet de lezer vaak niet – als hij dit wil – op grond van welke regeling of artikelen hij geen voorziening of vergunning ontvangt. Het betreft een motiveringsgebrek dat in het besluit op bezwaar kan worden hersteld. 2. Bij de afdeling MD is opnieuw geconstateerd dat geen sprake van een sluitende verzendadministratie. Dit betekent dat als iemand stelt een brief of besluit niet te hebben ontvangen, uw college niet kan bewijzen dat deze brief of dit besluit daadwerkelijk is verstuurd. Dit kan worden ondervangen door voor de bijstandsgerechtigde belangrijke besluiten of brieven – bijvoorbeeld met een hersteltermijn of een tweede oproep om te verschijnen – aangetekend te versturen. Ook kan – wat in de jurisprudentie wordt genoemd – een ‘deugdelijke verzendadministratie’ worden bijgehouden.
13
3. Evenmin is sprake van een sluitende ontvangstregistratie, met name als het gaat om stukken die door cliënten aan de balie worden afgegeven. De cliënt krijgt slechts een ontvangstbevestiging als hij daarom vraagt. In sommige gevallen zijn afgegeven stukken ‘ergens’ tussen de balie van het LOC-gebouw en de consulent zoekgeraakt en is hierdoor de cliënt in de problemen gekomen. 4. Het niet (volledig) motiveren van besluiten heeft opnieuw geleid tot problemen. Het betrof hier de besluiten voor huishoudelijke hulp (niet alle hulpvragen zijn meegenomen, behandeld en in het besluit opgenomen). Bij besluiten over de individuele inkomenstoeslag was sprake van een nieuwe regeling die strengere criteria hanteert dan de oude regeling. Vooral het criterium “zicht op inkomensverbetering” was onvoldoende uitgelegd in de verzonden besluiten. Veel bezwaarmakers dachten dat, omdat zij al jaren bijstand ontvingen (en dus een langdurigheidstoeslag op grond van de oude regeling gewend waren), zij geen zicht hadden op inkomensverbetering en dus ook recht hadden op een inkomenstoeslag als bedoeld in de nieuwe regeling. Met name mensen die ouder zijn dan 60 jaar dachten dat zij geen zicht hadden op inkomensverbetering. Toch is het beleid dat ook deze moeilijk aan een baan te helpen groepen wel zicht op inkomensverbetering d.m.v. werk hebben, als zij geen lichamelijk of psychische belemmeringen hebben. Afdeling RUIMTELIJK DOMEIN In het kader van het ruimtelijke domein zijn ook bezwaren over evenementensubsidies behandeld. Hier bleek dat de subsidieaanvragers werden beoordeeld aan de hand van een puntensysteem dat zij allen niet kenden. De commissie is van mening dat het beoordelingssysteem met puntentoekenning bekend had moeten worden gemaakt in de besluiten die zijn verzonden. Dan kunnen de aanvragers in het besluit kunnen lezen waarom hun subsidieverzoek werd afgewezen. Nog beter is het om de criteria en wijze van puntentoedeling vooraf bekend te maken.
14
De aanbevelingen uit 2014 handhaaft de commissie ook in 2015 (samengevat) 1 ) In besluiten van uw college dient altijd de juridische grondslag (de regeling, de relevante artikelen uit de wet of de verordening) te worden vermeld. Dit geldt niet alleen bij beschikkingen die veel worden gebruikt maar juist ook bij het afwijzen van een voorziening of uitkering. Daarnaast dienen ook de inhoudelijke, vaak afwijzende, redenen goed omschreven te zijn. 2) Besluiten of brieven die voor bijstandsgerechtigden belangrijke, nadelige, gevolgen kunnen hebben aangetekend versturen zolang er geen sluitende verzendadministratie is bij de afdeling Maatschappelijke Domein. 3. Het strafrecht heeft zijn intrede gedaan in het bestuursrecht. De commissie adviseert om bij boetebesluiten duidelijk en grondig te omschrijven welke mate van verwijtbaarheid (opzet, grove schuld, gemiddelde verwijtbaarheid en verminderde verwijtbaarheid) aanwezig is en of er redenen zijn om de boete te verlagen. Zonder duidelijke onderbouwing is geen straf te bepalen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bijlage Overzicht van uitspraken in (hoger) beroep en voorlopige voorzieningen 2015 beroepschriften:
voorlopige voorziening:
hoger beroep
6 gegrond 1 niet ontvankelijk 12 ongegrond 1 toegewezen 5 afgewezen 4 ongegrond 0 gegrond 1 niet ontvankelijk
15
Zaak
Voorlopige voorziening (datum + uitspraak)
1. verzoek tot handhaving houtsnippers en stookinstallatie 2 last onder dwangsom om illegale gebouwen af te breken en illegale bewoning te beeindigen 3. ambtelijke aanstelling, informatie 4.vereniging industriele.kring Hardenberg
Hoger Beroep (datum + uitspraak)
9 maart 2015 Gegrond
Leerpunten
Niet inhoudelijk gereageerd op verzoek tot handhaving van opslag houtsnippers naast de woning van verzoeker; proceskosten € 980,-plus griffierecht € 165,00
31 maart 2015 Ongegrond
22 mei 2015 Ongegrond
De bestreden brief is gericht op het verstrekken van informatie; niet gericht op rechtsgevolgen De doelstelling is te algemeen en onvoldoende concreet geformuleerd om aan te nemen dat deze vereniging rechtstreeks wordt getroffen door de handhavingsbesluiten.
25 juni 2015 Verzoek afgewezen
5. last onder dwangsom 25 juni 2015 om afvalstoffen te Verzoek verwijderen toegewezen 6. levensvatbaar bedrijf; Oudere zelfstandige, bevoegdheid 7. Interne verbouwing
8. gedrag bij solliciteren
Beroep Rechtbank Overijssel (datum + uitspraak)
13 maart 2014 Ongegrond 1 juli 2015 Ongegrond 1 juli 2015 Gegrond;
23 juni 2015 Ongegrond
Last is niet uit tevoeren zonder medewerking van Inspectie Leefomgeving en Transport; proceskosten € 490,-- en griffierecht a € 331,-Deskundigenrapport avedis voldoende basis; onvoldoende bewijzen. Geen eigen persoonlijke belang bij het besluit tot vergunningverlening voor interne verbouwing Verschil in te werken uren; vragen naar uurloon is gerechtvaardigd; ook het gedrag van de inlener is bepalend. Sanctie van 1 maand uitkering vervalt. Proceskosten € 9,36 en griffierecht à € 45,--
9. afsluiting Katingerveldweg
10 juli 2015 Niet ontvankelijk
Het bezwaar wordt teruggestuurd naar de gemeente ter verdere behandeling. Proceskosten €14,14 en griffierecht à € 165,--
10. wijziging naam en geboortedatum
8 september 2015 Ongegrond
11. hoofdverblijf
27 oktober 2015 Gegrond
12. last onder dwangsom, invordering dwangsom, verzoek derde belanghebbende 13. inschrijving in basisregistratie
6 januari 2015 Ongegrond
14. gronden van bezwaar te laat ingediend; geen bewijs van aanbieding bij Post.nl 15. verbeuren dwangsommen tot een bedrag van € 15.000,--
28 januari 2014 Ongegrond
4 december 2015 Ongegrond
31 maart 2015 Ongegrond
30 december 2015 Ongegrond
16. beeindigen subsidie aan stichting Nationaal Tinnen Figuren Museum
4 februari 2015 Ongegrond Afwijzen verzoek tot voorlopige voorziening
28 oktober 2015 Ongegrond
13 november 2015 Ongegrond
Onderzoeksbevindingen bieden onvoldoende feitelijke grondslag voor het standpunt dat iemand zijn hoofdverblijf niet had op het opgegeven adres Derde belanghebbende heeft geen rechtstreeks belang meer bij invordering dwangsom als de last al is uitgevoerd. De feitelijke verblijf is bepalend voor inschrijving, ook al is dit in een forensisch psychiatrisch centrum Bewijs niet geleverd.
Rechtmatigheid last onder dwangsom kan niet meer bij bezwaren tegen de invordering aan de orde komen. Bevoegdheid subsidiebeëindiging ligt bij het colleg van b en w en niet bij de raad; In redelijkheid kon subsidierelatie beeindigd worden.
1
17. verhuren van recreatiewoningen aan arbeidsmigranten en voor permanente bewoning;last onder dwangsom 18. opstelling bij traject ATC om competenties vast te stellen; verlaging uitkering 100% 1 maand
26 februari 2015 Ongegrond
Strijd met het bestemmingsplan
19. huishoudelijke hulp; algemene voorziening
29 maart 2016 Gegrond; rechtsgevolgen bestreden besluit blijven in stand
Het verwijzen naar een algemene voorziening is onvoldoende, het college dient te beoordelen of de algemene voorziening een passende voorziening is.
20. maatregel om bijstand gedurende 1 maand te verlagen met 100%
24 april 2015 Verzoek afgewezen
Gedrag tijdens werk bij werkgever leidt tot voortijdig beëindiging werk. Traject beëindiging.
21. individuele inkomenstoeslag
29 mei 2015 Verzoek afgewezen, geen sprake van spoedeisend belang
22. proceskosten; beroep ingetrokken na behandeling bij rechtbank doordat college tegemoet kwam aan bezwaren 23. terugvordering pgbgelden
29 april 2015 Gegrond Veroordeling in proceskosten
22 maart 2016 Ongegrond
12 december 2014 Gegrond
De proceskosten zijn € 980,-- en kosten de Haere à € 145,--
29 juli 2015 Niet ontvankelijk
In beroep heeft betrokkene alsnog rekeningen ten bewijze ingeleverd. Bedrag terugvordering is hiermee verlaagd door de Rb. In hoger beroep is geen griffierecht betaald
2