GPR Gebouw 4.2 Inzicht in meerkosten van ambities Actualisatie 2015
Rapportnummer Versie Status Datum Tekstgedeelte
001 001 definitief 16 januari 2015 15 pagina's
Opgesteld door E-mail Telefoonnummer Internet
bbn adviseurs in samenwerking met W/E adviseurs
[email protected] en
[email protected] 088 - 226 74 00 en 030 - 677 87 77 www.bbn.nl en www.w-e.nl
Inhoudsopgave 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
Introductie GPR Gebouw Actualisatie voorjaar 2015 Uitgangspunten berekeningen Referentiewoningen Ambitieniveaus
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6.
Meerkosten van ambitieniveaus Tussenwoning Hoekwoning Twee-onder-een-kapwoning Vrijstaande woning Galerijcomplex Appartementencomplex
6 7 8 9 10 11 12
3.
Opbrengsten van ambitieniveaus
13
4. 4.1. 4.2.
Ambitieniveaus bij verdere aanscherping energieprestatie Lente-akkoord Bijstellen ambitieniveaus
14 14 14
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Colofon Algemeen bbn adviseurs W/E adviseurs
15 15 15 15
2
3 3 4 4 4 5
1.
Introductie 1.1.
GPR Gebouw
GPR Gebouw is ontwikkeld vanuit een uitgesproken visie op duurzaamheid. Duurzaamheid is het creëren van een gebouwde omgeving met een zo hoog mogelijke kwaliteit en tegelijk een zo laag mogelijke milieubelasting. GPR Gebouw geeft inzicht in de duurzaamheid van een gebouw, gebruikmakend van de meest recente methodes en ontwikkelingen. Na invoer van de gegevens worden prestaties zichtbaar op de modules Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit, Toekomstwaarde en Proceskwaliteit. Per module verschijnt een waardering op een schaal van 1 tot 10. Module
Submodule
Energie
Energieprestatie (EPG ) Energieprestatie, aanvullend
Milieu
Milieuprestatie (MPG ) Milieuprestatie, aanvullend Water
Gezondheid
Geluid Luchtkwaliteit Thermisch comfort Licht en visueel comfort
Gebruikskwaliteit
Toegankelijkheid Functionaliteit Technische kwaliteit Sociale veiligheid
Toekomstwaarde
Toekomstgerichte voorzieningen Flexibiliteit Belevingswaarde
Proceskwaliteit
Diverse onderdelen gericht op de ontwikkeling, de realisatie en het gebruik van het gebouw
1
2
Figuur 1: Overzicht modules GPR Gebouw
Deze rapportage heeft als doel de gebruikers van GPR Gebouw inzicht te geven in de indicatieve kostengevolgen van het realiseren van verschillende ambitieniveaus in GPR Gebouw. De rapportage is vooralsnog gericht op de nieuwbouw van woningen en geeft voor 6 referentietypen meerkosten voor het bereiken van de prestatieniveaus 7, 7,5 en 8 voor alle modules. Hogere prestatieniveaus leiden tot hogere bouw- en dus investeringskosten. Daar staat naast dat in de gebruiksfase sprake zal zijn van kostenverlaging, vooral door lagere energiekosten.
1 2
3
Energie Prestatie Gebouw conform Bouwbesluit 2012, afdeling 5.1. Milieu Prestatie Gebouw conform Bouwbesluit 2012, afdeling 5.2.
1.2.
Actualisatie voorjaar 2015
De enthousiaste reacties van beleidsmakers, ontwikkelaars en uitvoerende partijen op de voorgaande rapportages 'Inzicht in meerkosten van ambities' van bbn adviseurs en W/E adviseurs heeft er toe geleid de ambities en de kostengevolgen wederom te actualiseren. In deze rapportage zijn onder meer de volgende onderdelen aangepast of toegevoegd: de berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de meest recente versie (4.2.1) van GPR Gebouw. Ten opzichte van GPR Gebouw 4.1 zijn enkele visuele en methodische wijzigingen in het programma doorgevoerd. Tevens heeft een aantal maatregelen een andere weging gekregen en zijn de Procesmaatregelen separaat in beeld gebracht; de aanscherping van de EPC (voor woningbouw per 1 januari 2015 naar 0.4) is als vertrekpunt voor de berekeningen aangehouden. De module Energie voldoet in een aantal van de gevallen in basis al aan ambitieniveau van 7,8; de module Milieuprestatie is gekoppeld aan de Nationale Milieu Database 1.63; het prijspeil van de gehanteerde kostenkengetallen is aangepast naar voorjaar 2015.
1.3.
Uitgangspunten berekeningen
Voor het opstellen van de meerkosten voor de 3 ambitieniveaus zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: de referentiewoningen voldoen in alle gevallen aan de EPC-eis van 0.4; het prijspeil van de kostenkengetallen is voorjaar 2015; de kostenkengetallen betreffen bouwkosten inclusief de opslagen van de hoofdaannemer; de kostenkengetallen zijn exclusief btw; kosten voor architecten- en advieshonoraria, precario, leges en dergelijke zijn niet opgenomen; de kostenkengetallen zijn gebaseerd op een gemiddelde projectgrootte van 20 woningen. Projectafhankelijke, locatieafhankelijke en regionale factoren zijn daarbij buiten beschouwing gelaten; in de berekeningen is beperkt rekening gehouden met het toepassen van kwaliteitsverklaringen voor de woningbouwinstallaties. Op projectniveau kunnen hier mogelijk grotere voordelen worden behaald; in sommige situaties zullen er bij een minimale score van een 8,0 (op alle modules) bepaalde keuzen moeten worden gemaakt die niet direct (grote) financiële verschillen opleveren, maar die met name de nodige creativiteit vragen bij het maken van het ontwerp, de realisatie op de bouwplaats en de inkoop van grondstoffen en materialen. Voorbeelden hiervan zijn een houten gevelafwerking in plaats van een metselwerk gevelafwerking en het regionaal (straal < 500 km) inkopen van grondstoffen en materialen.
1.4.
Referentiewoningen
Voor de berekening van de meerkosten van ambitieniveaus zijn de referentiewoningen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland4 gebruikt. In GPR Gebouw 4.2.1 kunnen bij het aanmaken van een nieuw project de kenmerken van deze referentiewoningen worden ingeladen. De kenmerken van de referentiewoningen zijn uitgebreid/aangepast om in basis aan de EPC-eis van 0.6 te voldoen. Tevens zijn er aanpassingen gedaan om een betere aansluiting op realisatie in de huidige markt te bewerkstelligen.
3
Stichting Bouwkwaliteit (z.d.). Nationale Milieu Database 1.6. Geraadpleegd op 16 januari 2015. https://www.milieudatabase.nl/ Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (z.d.). Referenties woningbouw Nieuwbouw 2013. Geraadpleegd op 16 januari 2015. http://www.rvo.nl/sites/default/files/2013/09/Referentiewoningen.pdf 4
4
1.5.
Ambitieniveaus
GPR Gebouw is vanaf 2004 op grote schaal ingezet door gemeenten en marktpartijen. Veel organisaties hebben hun beleid geformuleerd op basis van de 3 onderstaande ambitieniveaus. Ambitie in algemene termen ACTIEF ('mainstream duurzaam')
Aanbevolen GPR-niveau
Beter dan de referentie, een niveau waar met een doordachte keuze en weinig meerkosten een zekere mate van duurzaamheid wordt gerealiseerd.
Minimaal 7,0 op elke module
VOORLOPEND ('onderscheidend duurzaam') In zijn geheel, of op verschillende thema's onderscheidend beter door een doordacht en integraal concept.
Minimaal 7,5 op elke module
INNOVATIEF ('hoog niveau van duurzaamheid') Vergaande optimalisering van gebouwconcept met door duurzaamheid gestuurde ontwerpkeuzen.
Minimaal 8,0 op elke module
Figuur 2: Veelal gehanteerde ambitieniveaus GPR Gebouw
In sommige gevallen zullen keuzen met een positief effect binnen de ene module een negatief effect opleveren in een andere module. Een goed voorbeeld daarvan is het toevoegen van m² photovoltaïsche cellen in de module Energie. Deze individuele module is onder andere door het toevoegen van deze energiebesparende maatregelen zelfs naar een GPR-niveau van 10,0 te brengen. Het toevoegen van deze photovoltaïsche cellen zorgt anderzijds voor een significante toename van de hoeveelheid materiaal dat wordt toegepast in het gebouw, wat tot direct gevolg heeft dat de module Milieu in geen geval een gelijkwaardig GPR-niveau zal kunnen halen. Het zoeken naar een optimum binnen alle modules vormt dan ook een grote uitdaging en is tevens de reden dat deze notitie geen GPR-niveaus (op alle modules) beschrijft hoger dan een 8,0, op basis van een generieke ambitie. Bij een gedifferentieerd ambitieniveau kunnen voor specifieke thema’s uiteraard wel hogere ambitieniveaus worden nagestreefd. Het onderstaande resultatenoverzicht geeft, voor het genoemde voorbeeld, op een globale wijze deze ‘wet van de communicerende vaten’ tussen de modules ‘Energie’ en ‘Milieu’ weer.
Figuur 3: Voorbeeld resultatenoverzicht onder invloed van het toevoegen van (veel) m² photovoltaïsche cellen. 5
2.
Meerkosten van ambitieniveaus
In de navolgende paragrafen worden per woningtype de onderstaande onderdelen beschreven.
Een korte beschrijving. Een plattegrond en gevelaanzicht. De tabel met meerkosten van de ambitieniveaus (zowel in- als exclusief kosten proceskwaliteit). De grafiek met meerkosten van de ambitieniveaus (zowel in- als exclusief kosten proceskwaliteit).
Voor de eerste 2 items wordt gebruik gemaakt van de informatie zoals deze is opgenomen in de brochure van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
6
2.1.
Tussenwoning
De oppervlakte van een tussenwoning is gemiddeld 125 m². In een tussenwoning zijn doorgaans 3 slaapkamers aanwezig. Een tussenwoning komt in verschillende uitvoeringen voor, zowel met een zadel- of een lessenaarsdak als met een plat dak. Een zadeldak komt relatief vaak voor. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan, indien nodig, onder invloed van de meest recente weten regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 4: Gevelaanzicht en plattegrond tussenwoning
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
Tussenwoning GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,9 7,7
5,9 6,8
7,0 7,9
7,4 7,0
5,7 6,8
6,0 6,4
7,0
actief
7,7
7,1
7,9
7,0
7,0
7,0
7,5
voorlopend
7,7
7,7
7,9
8,0
7,5
7,5
8,0
innovatief
8,0
8,1
8,0
8,2
8,0
8,0
Figuur 5: Resultaten tussenwoning
Figuur 6: Resultaten tussenwoning
7
€ € € € € €
1.600 600 2.900 1.200 7.500 5.200
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
10 4 18 8 47 33
Procentueel
2% 1% 3% 2% 7% 5%
2.2.
Hoekwoning
De oppervlakte van een hoekwoning is gemiddeld 127 m². In een hoekwoning zijn doorgaans 3 slaapkamers aanwezig. Een hoekwoning komt in verschillende uitvoeringen voor, zowel met een zadel- of een lessenaarsdak als met een plat dak. Een zadeldak komt relatief vaak voor. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan, indien nodig, onder invloed van de meest recente weten regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 7: Gevelaanzicht en plattegrond hoekwoning
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
Hoekwoning GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,5 7,5
6,2 6,3
7,0 7,9
7,4 7,0
5,7 6,8
6,0 6,4
7,0
actief
7,5
7,2
7,9
7,0
7,0
7,0
7,5
voorlopend
7,5
7,6
7,9
8,0
7,6
7,5
8,0
innovatief
8,0
8,1
8,0
8,0
8,0
8,0
Figuur 8: Resultaten hoekwoning
Figuur 9: Resultaten hoekwoning 8
€ € € € € €
1.800 900 3.600 1.900 12.400 10.100
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
11 5 22 11 74 61
Procentueel
1% 1% 3% 2% 9% 8%
2.3.
Twee-onder-een-kapwoning
De oppervlakte van een 2^1 kapwoning is gemiddeld 142 m². In een 2^1 kapwoning zijn doorgaans 3 slaapkamers aanwezig. Een 2^1 kapwoning komt in verschillende uitvoeringen voor, zowel met een zadel- of een lessenaarsdak als met een plat dak. Een zadeldak komt relatief vaak voor. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan, indien nodig, onder invloed van de meest recente weten regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 10: Gevelaanzicht en plattegrond 2^1 kapwoning
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
2^1 kapwoning GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,5 7,6
6,4 6,1
6,9 7,9
7,6 7,2
5,9 6,8
6,0 6,4
7,0
actief
7,6
7,1
7,9
7,2
7,0
7,0
7,5
voorlopend
7,6
7,6
7,9
8,0
7,6
7,5
8,0
innovatief
8,0
8,0
8,3
8,2
8,0
8,0
Figuur 11: Resultaten 2^1 kapwoning
Figuur 12: Resultaten 2^1 kapwoning
9
€ € € € € €
2.000 1.100 3.700 2.100 10.900 6.500
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
10 6 19 11 56 33
Procentueel
1% 1% 2% 2% 7% 4%
2.4.
Vrijstaande woning
De oppervlakte van een vrijstaande woning is gemiddeld 164 m². In een vrijstaande woning zijn doorgaans drie slaapkamers aanwezig. Een vrijstaande woning komt in verschillende uitvoeringen voor, zowel met een zadel- of een lessenaarsdak als met een plat dak. Een zadeldak komt relatief vaak voor. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan indien nodig, onder invloed van de meest recente wet- en regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 13: Gevelaanzicht en plattegrond vrijstaande woning
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
Vrijstaande woning GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,7 7,5
6,1 5,7
7,3 8,1
7,5 7,8
6,3 6,9
6,0 6,4
7,0
actief
7,5
7,0
8,1
7,8
7,0
7,0
7,5
voorlopend
7,5
7,6
8,1
7,8
7,5
7,5
8,0
innovatief
8,1
8,0
8,1
8,0
8,0
8,0
Figuur 14: Resultaten vrijstaande woning
Figuur 15: Resultaten vrijstaande woning
10
€ € € € € €
2.200 1.200 5.200 3.600 11.300 7.300
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
10 5 23 16 50 32
Procentueel
1% 1% 3% 2% 6% 4%
2.5.
Galerijcomplex
De oppervlakte van een meergezinswoning in de koopsector is gemiddeld 105 m². In dit gemiddelde zijn zowel luxe penthouses als eenvoudige galerijwoningen opgenomen. In de huursector zijn de meergezinswoningen vaak kleiner. Een meergezinswoning heeft meestal 2 slaapkamers. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan, indien nodig, onder invloed van de meest recente weten regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 16: Gevelaanzicht en plattegrond galerijcomplex
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
Galerijcomplex GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,9 7,9
5,4 6,2
6,5 7,8
7,2 7,4
5,8 6,7
6,0 6,4
7,0
actief
7,9
7,1
7,8
7,4
7,0
7,0
7,5
voorlopend
7,9
7,5
7,8
7,5
7,5
7,5
8,0
innovatief
8,1
8,0
8,0
8,2
8,0
8,0
Figuur 17: Resultaten galerijcomplex
Figuur 18: Resultaten galerijcomplex
11
€ € € € € €
1.700 800 3.800 2.100 10.000 7.800
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
16 7 34 19 90 71
Procentueel
1% 1% 3% 2% 9% 7%
2.6.
Appartementencomplex
De oppervlakte van een meergezinswoning in de koopsector is gemiddeld 105 m². In dit gemiddelde zijn zowel luxe penthouses als eenvoudige galerijwoningen opgenomen. In de huursector zijn de meergezinswoningen vaak kleiner. Een meergezinswoning heeft meestal 2 slaapkamers. Als referentie wordt uitgegaan van een conventionele HR-107 ketel met laag temperatuur vloerverwarming, natuurlijke toe- en mechanische afvoer van ventilatielucht en een PV-installatie. In de referentie van bbn adviseurs kan indien nodig, onder invloed van de meest recente wet- en regelgeving, kostenefficiëntie en een betere aansluiting bij het huidige marktniveau, worden afgeweken van dit principe. Figuur 19: Gevelaanzicht en plattegrond appartementencomplex
De onderstaande tabel geeft de resultaten per ambitieniveau weer. Meerkosten In- en exclusief kosten proces
Appartementen complex GPR-referentiewoning Huidig marktniveau
6,8 8,0
6,2 5,9
6,9 7,8
7,2 7,5
6,2 6,7
6,0 6,4
7,0
actief
8,0
7,1
7,8
7,5
7,0
7,0
7,5
voorlopend
8,0
7,6
7,8
7,5
7,5
7,5
8,0
innovatief
8,0
8,0
8,0
8,3
8,0
8,0
Figuur 20: Resultaten appartementencomplex
Figuur 21: Resultaten appartementencomplex
12
€ € € € € €
2.200 1.200 4.200 2.500 9.000 6.800
Meerkosten per m² bvo
€ € € € € €
17 9 33 20 71 53
Procentueel
2% 1% 3% 2% 7% 5%
3.
Opbrengsten van ambitieniveaus
De meerinvestering ten behoeve van duurzame maatregelen kan op meerdere manieren worden terugverdiend, te weten: verlaging van woonlasten: besparing op energielasten door toepassing van energiezuinige of -opwekkende maatregelen; vermeden onderhouds- en vervangingskosten; waardevermeerdering woning: verhoging comfort- en kwaliteitsniveau; toevoeging flexibiliteit, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. De terugverdientijd is hierdoor afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals financieringslasten, gebruik groen- of klimaathypotheek, gebruik van subsidieregelingen, vastgoedontwikkelingen en materiaal- en energieprijsstijgingen. De terugverdientijd is daarom als zodanig niet opgenomen in deze rapportage. Wel kan worden aangegeven dat door de aanscherping van de EPC-norm naar 0.4 de referentiewoningen op de module Energie reeds een score van circa 7,8 behalen waarmee het ambitieniveau 'hoog niveau van duurzaamheid' wordt benaderd. Met enkele eenvoudige (en kostenefficiënte) maatregelen kan hierna het niveau 8,0 worden behaald zonder dat er sprake is van een directe besparing op energielasten. Het directe terugverdieneffect op de maatregelpakketten is daarom op deze niveaus klein.
13
4.
Ambitieniveaus bij verdere aanscherping energieprestatie 4.1.
Lente-akkoord
In 2008 is tussen de ministeries van VROM en WWI en de marktpartijen - Bouwend Nederland, NVB en de NEPROM (later ook de AEDES) - het Lente-akkoord ondertekend. Met als doel om klimaat en eindige brandstoffen te sparen en de woonlasten te drukken, is de afspraak gemaakt om op korte termijn steeds energiezuiniger te gaan bouwen. In de onderstaande grafiek zijn de voorgenomen ambities aangegeven.
Figuur 22: Voorgenomen ambities Lente-akkoord
4.2.
Bijstellen ambitieniveaus
Voor 1 januari 2011 was de EPC-eis 0.8. Dit kwam en komt gemiddeld genomen overeen met een score van circa 6,0 op het subthema 1.1 Energieprestatie. Door de nieuwe aanscherping van de EPC-eis per 1 januari 2015 zal een gemiddelde woning ongeveer een 7,7 scoren op het subthema 1.1 Energieprestatie. Het advies is om bij het vaststellen van ambities voor beleid of project bij voorbaat rekening te houden met deze aanscherping. Een score van 8,0 als ambitie voor het thema Energie blijft een 'hoog niveau van duurzaamheid' representeren, maar kan niet langer als innovatief en vooruitlopend op de regelgeving worden gezien. Bij verdere aanscherpingen van de EPC-norm in de toekomst zal de ambitie op dit thema hoger moeten worden gesteld. Het kan uiteraard ook uitkomst bieden per thema te differentiëren met de ambitie, in plaats van een generieke ambitie voor alle thema’s te hanteren. Hierbij kan de focus gelegd worden op specifieke aandachtsgebieden zoals energiezuinigheid (energieneutraliteit?), duurzaam materiaalgebruik (Cradle to Cradle?), comfort (Frisse scholen?) of Toekomstwaarde (levensloopbestendig bouwen?).
14
5.
Colofon 5.1.
Algemeen
Deze publicatie is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. bbn adviseurs en W/E adviseurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor het gebruik van deze informatie, noch voor schade (in welke vorm dan ook), direct of indirect veroorzaakt door het gebruik van deze informatie. Opgesteld door: E-mail: Telefoonnummer: Internet:
de heren ing. J.J.S (Jeroen) Diks en ing. G.C.J. (Gerard) van Dijk (bbn adviseurs) de heren ir. J.P. (John) Mak en ir. R.V. (Rogier) Wolf (W/E adviseurs)
[email protected] [email protected] 088 - 226 74 00 030 - 677 87 77 www.bbn.nl www.w-e.nl
© bbn adviseurs en W/E adviseurs, januari 2015
5.2.
bbn adviseurs
bbn adviseurs ondersteunt al meer dan 45 jaar alle partijen die betrokken zijn bij het ontwikkelen, realiseren en beheren van gebouwen en gebieden. Het begeleiden van de herontwikkeling of renovatie van gebouwen behoort tot een van onze kerntaken. Het zoeken naar de juiste huisvesting, het afwegen van duurzame investeringen, het begeleiden van het ontwerp- en uitvoeringstraject en een duurzaam beheer van uw gebouw zijn in goede handen bij de adviseurs van bbn adviseurs. De dienstverlening van bbn adviseurs onderscheidt zich door gedegen kennis, creativiteit en pragmatisme, gekoppeld aan de gedrevenheid om opdrachtgevers 100% van dienst te zijn. bbn adviseurs is een veelzijdig adviesbureau met ruim 110 medewerkers, actief op het gebied van strategie voor gebouw en gebied, huisvestingsadvies, projectmanagement, bouwkostenmanagement, directievoering & toezicht en vastgoedmanagement. bbn adviseurs heeft vestigingen in Houten, Amsterdam en Rotterdam.
5.3.
W/E adviseurs
W/E adviseurs is een enthousiast en creatief adviesbureau voor duurzaamheid in bouw, vastgoed en gebiedsontwikkeling. Al ruim 3 decennia. Wij bieden klanten maatwerk in praktisch projectadvies over energie, bouwfysica en Duurzaam Bouwen. Organisaties ondersteunen we van visievorming tot handelen in de dagelijkse praktijk. We ontwikkelen kennis en software die duurzaamheid inzichtelijk, eenvoudig meetbaar en bespreekbaar maakt. Met onze cursussen delen wij onze kennis en inzichten met u. W/E werkt voor en met iedereen met ambitie. Wij werken jaarlijks aan tientallen spraakmakende projecten en plannen in de bouw, renovatie en ruimtelijke ordening. Om daarmee samen met u aan een duurzamer wereld te bouwen. Dat proberen we in onze eigen bedrijfsvoering ook; met onze huisvesting, inkoop van materialen en manieren van reizen. 15
Onze adviezen berusten niet op studeerkamerwijsheid. W/E heeft een uniek profiel met één been in de bouwplaatspraktijk en één been in fundamenteel onderzoek. Daardoor zijn we een veelgevraagd vertaler van wetenschappelijke kennis naar concrete bouwsituaties. Onze klanten zijn vooral architecten, ontwikkelaars, beleggers, expertisecentra, overheden en woningcorporaties. W/E begon in 1979 met een kantoor in Gouda. Inmiddels zijn wij uitgegroeid tot 25 medewerkers, met vestigingen in Eindhoven en Utrecht, en projecten door het hele land en daarbuiten.
16