Gordon Parks: Renaissance Man of Civil Rights activist?
De rol van ras in het werk van Gordon Parks Toine van der Lingen
Scriptie Taal-‐ en Cultuurstudies Hoofdrichting: Moderne Kunst, Cultuur en Geschiedenis Toine van der Lingen 3672980 Begeleider: Rutger van der Hoeven Universiteit Utrecht
Inhoudsopgave Inleiding: _____________________________________________________________________ 3-‐ 6 Hoofdstuk 1: _________________________________________________________________ 7 -‐ 8 Hoofdstuk 2: _________________________________________________________________ 9 -‐ 24 Hoofdstuk 3: _________________________________________________________________25 -‐ 26 Hoofdstuk 4: _________________________________________________________________27 -‐ 35 Conclusie: ____________________________________________________________________36 -‐ 37 Bibliografie:__________________________________________________________________38 -‐ 41
2
Inleiding Gordon Parks was one of the seminal figures of twentieth century photography. A humanitarian with a deep commitment to social justice, he left behind a body of work that documents many of the most important aspects of American culture from the early 1940s up until his death in 2006, with a focus on race relation, poverty, Civil Rights, and urban life.1 – Dr. Henry Louis Gates Bovenstaande woorden zijn opgeschreven door Henry Louis Gates, directeur van het W.E.B Du Bois Research Center for African American Research aan de universiteit van Harvard. Gates noemt Gordon Parks de belangrijkste zwarte fotograaf in de geschiedenis van fotojournalistiek. De redenen om iets dergelijks te stellen zijn talrijk: Parks was de eerste Afro Amerikaan die als fotojournalist en schrijver voor Life Magazine werkte2; hij was de eerste zwarte regisseur van een grote Hollywood-‐ productie3; en is houder van meer dan 20 eredoctoraten.4 Toen Parks in 2006 overleed, wijdden veel kranten en tijdschriften een necrologie aan hem. In de necrologieën gingen de auteurs voornamelijk in op de veelzijdigheid en de artistieke waarde van Parks’ oeuvre. De sociale waarde en de rol van ras in zijn werken werden nauwelijks besproken. Parks werd voornamelijk afgeschilderd als een renaissance man, die uitblonk met zijn vele artistieke talenten.5 Tijdens verschillende exposities in 2012 ter ere van Parks’ geboorte een eeuw daarvoor, werd juist de nadruk gelegd op het raciaal activisme van zijn werk. In samenwerking met de door Parks zelf opgerichte Gordon Parks Foundation, organiseerden galerieën in verschillende steden exposities ter ere van zijn fotografie-‐ oeuvre. Bij al deze tentoonstellingen lag de nadruk sterk op Parks’ werken waarin ras een grote rol speelt. In de beschrijvingen van de exposities werd Parks voornamelijk als 1 The Gordon Parks Foundation. "Biography." Accessed August 3, 2014. http://www.gordonparksfoundation.org/biography/. 2 The Gordon Parks Foundation. "Biography." Accessed August 3, 2014. http://www.gordonparksfoundation.org/biography/. 3 Estrin, J., A gift to New York from Gordon Parks, 17 mei 2012 4 Bevestigd in onder andere: http://www.gordonparksfoundation.org/biography/, Milton Moskowitz ‘Gordon Parks: A man for all seasons’, The Journal of Blacks in Higher Education, No. 40 (Summer, 2003), pp. 102-‐104, David Peck, ‘American Ethnic Writers’, p. 899., A diploma at last for Gordon Parks. By: Boyd, Herb, New York Amsterdam News, 00287121, 7/24/2003, Vol. 94, Issue 30. 5 David Peck, American Ethnic Writers, p. 869, Milton Moskowitz ‘Gordon Parks: A man for all seasons’, The Journal of Blacks in Higher Education, No. 40 (Summer, 2003), pp. 102-‐104
3
iemand die streed voor de Civil Rights Movement neergezet.6 Parks werd getypeerd als “A documentarian and resolute advocate for the civil rights movement, Parks’s photographs bore witness to the collective efforts of Black public figures, politicians, and ordinary Americans for civil rights.”7 Het feit dat Parks naast foto’s ook nog films maakte, poëzie schreef en muziek componeerde, wordt in de meeste beschrijvingen slechts kort aangekaart.8 Zodoende dragen deze tentoonstellingen bij aan het collectieve geheugen waarin Parks wordt herinnerd door zijn werk over racisme, armoede en rassen-‐ relaties.
Er is dus een duidelijke tegenstelling aanwezig in hoe Parks vlak na zijn dood
(2006) en op zijn 100e verjaardag (2012) wordt herinnerd. Het lijkt hierbij alsof een bespreking van Parks’ complete oeuvre enerzijds en een bespreking van Parks’ ras gerelateerde werken anderzijds elkaar uitsluiten.
In de huidige collectieve herinnering wordt Parks voornamelijk met de Civil
Rights Movement in verband gebracht. Dit lijkt echter vooral te komen door de foto’s die Parks voor Life Magazine tussen 1948 en 1971 maakte.9 Over de rol van ras in de rest van Parks’ werken wordt zowel in de necrologieën als de expositiebeschrijvingen niet gesproken. In deze scriptie wordt die rol van ras in de rest van Parks’ oeuvre onderzocht. De hoofdvraag luidt: ‘Wat is de rol van ras in de werken die Gordon Parks tussen 1948 en 1971 maakte? Er is specifiek voor deze periode gekozen omdat Parks tussen 1948 en 1971 niet alleen voor Life Magazine werkte, maar ook alle werken maakte waarnaar werd gerefereerd in alle necrologieën en expositiebeschrijvingen.10 Daarnaast is belangrijk om op te merken dat in deze periode de Civil Rights Movement en daarna de Black Power Movement opbloeiden in Amerika. Vanaf de jaren ’50 zetten verschillende burgerrechtenactivisten zich in tegen discriminerende regels in Amerika.11 In de jaren ’60 resulteerde het collectieve protest tegen racisme uiteindelijk 6 http://www.icp.org/museum/exhibitions/gordon-‐parks-‐100-‐years, http://moadsf.org/exhibits/?id=36. Ook de andere artikelen benoemen Parks toewijding aan de civil rights movement en zijn gevecht tegen armoede en geweld in de Amerikaanse getto’s. 7 Museum of the African Diaspora. "Museum of the African Diaspora :: Exhibits." Accessed August 3, 2014. http://moadsf.org/exhibits/?id=36. 8 In de artikelen van onder andere de Navo Scotia Bank en The Museum of African Diaspora wordt in de eerste of laatste alinea een korte notie gemaakt van Parks’ brede oeuvre. In de artikelen van the New Orleans Museum of Art en the International center of Photography wordt het nergens genoemd. 9 Parks werkte tussen 1948 en 1971 voor Life Magazine. 10 In geen enkele necrologie of expositiebeschrijving wordt werk van Parks genoemd dat hij voor 1948 of na 1971 maakte. 11 Chong, Dennis. Collective Action and the Civil Rights Movement. Chicago: University of Chicago Press, 1991. P. 102.
4
in de Civil Rights Act of 1964.12 In de late jaren ’60 en begin jaren ’70 ontstond de Black Power Movement. In plaats van integratie en gelijkheid lag bij deze beweging de nadruk op zwarte trots en zelfbeschikking voor zwarten.13 Deze ontwikkelingen worden bij het beantwoorden van de deelvragen betrokken om te bepalen in hoeverre Parks hierdoor werd beïnvloed. Om de hoofdvraag te beantwoorden worden eerst drie deelvragen behandeld. Deze vragen worden voorafgegaan door een korte biografie van Parks, waarin duidelijk wordt gemaakt waarom ras een belangrijk en persoonlijk onderwerp was voor Parks.
Voor het beantwoorden van de eerste deelvraag wordt gekeken naar de foto’s die
Parks heeft gemaakt en de artikelen die hij heeft geschreven voor Life Magazine. Er wordt eerst gekeken in hoeveel foto’s en artikelen ras überhaupt een rol speelt. Daarna wordt bepaald wat die rol precies is. Dit wordt ten eerste gedaan aan de hand van een eigen analyse van de foto’s en een analyse van de context waarin ze zijn geplaatst. De artikelen die de foto’s begeleiden zijn worden dus samen met de beelden geanalyseerd. Vervolgens wordt er literatuuronderzoek gedaan: er wordt nagegaan wat Parks over zijn eigen werk zegt en wat academici erover zeggen.
Voor het beantwoorden van de tweede deelvraag wordt gekeken naar de
dichtbundels van Parks. In deze bundels worden er gedichten samen met foto’s gepresenteerd. Hier wordt ook gekeken in hoeveel gedichten en foto’s ras een rol speelt. Daarna wordt bepaald wat die rol precies is. Dit wordt bepaald aan de hand van een eigen analyse van de gedichten en foto’s. Er is voor een dergelijke analyse gekozen omdat er geen secundaire literatuur beschikbaar is over deze dichtbundels.
Voor het beantwoorden van de derde deelvraag wordt gekeken naar twee films
die Gordon Parks tussen 1948 en 1971 maakte. Parks heeft meerdere films gemaakt, maar de twee onderzochte films maakte hij voor grote Hollywoodmaatschappijen, waardoor een ze groter publiek hebben gekregen dan zijn andere films en meer in het collectieve geheugen liggen.14 Daarnaast is er juist naar deze twee films veel secundair
12 Chong, Dennis. Collective Action and the Civil Rights Movement. Chicago: University of Chicago Press, 1991. P. 193. 13 Scott, Joseph W. The Black Revolts: Racial Stratification in the U.S.A. : the Politics of Estate, Caste, and Class in the American Society. Cambridge, Mass: Schenkman Pub. Co, 1976. P. 91. 14 IMDB. "Gordon Parks -‐ Biography." IMDb. Accessed August 16, 2014. http://www.imdb.com/name/nm0662953/bio?ref_=nm_ov_bio_sm. Shaft was een groot commerciëel success, The Learning Tree is zelfs in het National Film Registry of all Time opgenomen.
5
onderzoek gedaan. Daarom is het interessant om de rol van ras in deze twee films te onderzoeken. Deze rol wordt bepaald aan de hand van een eigen analyse van de films in combinatie met secundaire literatuur over de films. Er zal gekeken worden naar de manier waarop de verhaallijn en beelden boodschappen over ras aan het publiek overbrengen. Omdat in deze scriptie de rol van ras wordt onderzocht, zal er niet diep worden ingegaan op de werken waarin ras duidelijk geen rol speelt. Werken zoals portretten van filmsterren en verslagen van theaterstukken zullen meegenomen worden in de analyse van Parks oeuvre in het algemeen. Ze zullen echter niet uitgebreid individueel behandeld worden. Uiteindelijk zal door een gecombineerde analyse van de raciale boodschap in Parks’ werken in Life magazine, zijn dichtbundels en zijn films een conclusie worden getrokken over de rol die ras daadwerkelijk in het oeuvre van Gordon Parks speelde.
Boyd, L. Roy. "Leadbelly: Thirty Years Later: Exploring Gordon Parks as Auteur through the Leadbelly Lens." Black Camera 21, no. 2 (2006): 18 -‐ 21. Accessed August 16, 2014. Parks’ film Leadbelly (1976) was commercieel een veel kleiner success.
6
Hoofdstuk 1 – Gordon Parks: van glamour naar Civil Rights. “If providence were to will me the choice of starting all over – as a rich black or white boy – I would choose the way I have come. Indeed the road was rougher to travel, but one with a kind of learning no other road might have lent me.” – Gordon Parks15 Gordon Parks (30 november 1912 – 7 maart 2006), groeide op in Fort Scott, Kansas. Kansas was, in de tijd dat Parks er leefde, een gesegregeerde staat. Parks werd in zijn jeugd vaak door segregatiewetten tegengehouden om activiteiten, zoals sport en schooltoneel, te ondernemen.16 De eerste foto opdracht die Parks kreeg was voor een modehuis in St. Paul, Minnesota. Via deze opdracht kwam Parks in contact met David Ross, curator van het Southside Art center in Chicago. Via Ross kreeg Parks een atelier om in te werken in Chicago.17 Vanuit dit atelier probeerde hij aanmerking te komen voor Julius Rosenwald beurs.18 Lopend door Chicago, op zoek naar onderwerpen om te fotograferen, zag hij hoe slecht de situatie was voor zwarte mensen in de gettos. Hij besloot de schokkende leefomstandigheden van deze zwarte mensen als onderwerp te nemen; ‘’Everything looked wrecked and bombed out, this is what I would photograph and submit to the Rosenwald fellowship.’’19 De foto’s die hij in Chicago maakt leveren hem uiteindelijk de beurs op, waarna hij stage mag lopen bij de afdeling fotografie van de FSA (Farm Security Administration). Die afdeling was er om Amerika tijdens de grote depressie weer te geven.
Uiteindelijk ging de FSA, in verband met het einde van de grote depressie en het
begin van de tweede wereldoorlog, over in the Office of War Information. De afdeling fotografie van de OWI was er om informatie over de oorlog te leveren aan het Amerikaanse volk. Parks verliet de organisatie in verband met racisme: hij zou meegaan naar Europa met het eerste zwarte gevechtbataljon, maar werd door het Pentagon tegen gehouden. ‘’I never resigned from OWI. I just left.’’20
15 Parks, Gordon. ‘’Preface’’ in: Choice of Weapons. New York: Harper & Row, 1966. 16 Parks, Gordon. Voices in the Mirror. New York: Harlem Moon, 1990. Pp. 1 -‐2. 17 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 201. 18 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 208. 19 Ibid. 20 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 93.
7
Na freelancewerk voor Glamour en Vogue meende Parks dat hij zich op een
kruising bevond: hij kon gestaag geld blijven verdienen bij de modebladen, of bijdragen aan de strijd tegen racisme.21 Parks koos voor het tweede. Deze bijdrage wilde hij via Life Magazine leveren. In 1948 kreeg Parks zijn eerste opdracht voor Life magazine. Hij maakte een fotoverslag van een Afro-‐Amerikaanse jeugdbende in Harlem, New York. Parks werkte van 1948 tot en met 1972 voor Life magazine. In deze periode publiceerde Parks foto’s en artikelen over zeer verschillende onderwerpen, variërend van de affaire tussen Ingrid Bergman en Roberto Rossellini tot de Black Panthers. Daarnaast regisseerde hij twee films en publiceerde hij twee dichtbundels.
21 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 111.
8
Hoofdstuk 2 – Gordon Parks bij Life Magazine: meebewegen met de Civil Rights Movement? In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de rol van ras in de fotografische werken die Gordon Parks maakte in de tijd dat hij voor Life Magazine werkte: respectievelijk van 1948 tot 1972. De drie decennia dat Parks bij Life werkte worden apart behandeld; per decennium zijn er een aantal thema’s die opvallen in Parks’ werk. Aan de hand van die thema’s zal een deelconclusie worden getrokken over de algemene rol van ras in de foto’s die Parks in de meer dan twintig jaar dat hij voor Life werkte voor het magazine maakte. In 1948 begon Gordon Parks als fotograaf bij Life magazine. Naar eigen zeggen wilde hij bij Life wilde werken omdat hij onderdeel van de zwarte beweging tegen racisme wilde zijn: ‘’Black people were on the move against racism. I wanted to move with them. […] A vast and relentless audience was waiting. The problem was to move within range of its understanding. Life magazine was the most likely prospect.’’22 In dit hoofdstuk is zichtbaar in hoeverre Parks tussen de jaren ’50 en ’60 meebewoog met de Civil Rights Movement en de Black Power Movement.23 In de late jaren ’40 is te zien dat Parks zich focust op het verbeteren van de situatie van zijn eigen ras, onafhankelijk van de witte maatschappij. In de jaren ’50 plaatst Parks echter de situatie van zijn eigen ras tegenover die van het witte ras: hij toont het onrecht van discriminatie en racisme en pleit voor gelijkheid. In de jaren ’60 in is Parks’ werk een reflectie van de verbreding van de Civil Rights Movement en de opkomst van Black Power te zien. Hij laat de verschillende gezichten van de beweging zien met artikelen over bijvoorbeeld Malcolm X, Stokely Carmichael en Martin Luther King. Jaren ‘40 Parks werd in 1948 bij Life aangenomen, en nam tussen 30 augustus 1948 en 14 november 1949 11 opdrachten aan. In slechts één van die opdrachten speelt ras een duidelijke rol: het artikel Harlem Gang Leader uit 1948. Parks wilde met dit artikel een einde maken aan de bende oorlogen in Harlem. Zoals hij tegen een redacteur van Life
22 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 113. 23 Hoewel er moeilijk een absoluut tijdskader voor de Civil Rights Movement te schetsen is, bestaat er een
consensus
9
zei: ‘’Gang wars are hot up in Harlem. Black kids need to see the stupidity of killing each other.’’24 Hiermee is van tevoren al duidelijk dat ras een centrale rol speelt in dit werk: Parks wil de moordpartijen tussen zwarte jongeren stoppen. Parks volgde voor dit artikel een aantal weken een bendeleider: Red Jackson. Nadat Parks kennis heeft gemaakt met met Jackson vertelt hij hem dat hij heeft gehoord dat Jackson een einde wil maken aan het geweld. Parks wil hem daarbij helpen.25 Door middel van zijn foto’s laat Parks meerdere kanten van Jacksons leven zien. Hij laat een gewelddadige bendeleider zien26, maar ook iemand die zijn moeder helpt met breien27, iemand die danst met een meisje28 en iemand die rouwt om een dode vriend.29 Ten slotte presenteert Parks Red Jackson als een jongen die er alleen voor staat in een maatschappij die niet om hem geeft. Jackson wil stoppen met het geweld en heeft zelfs meegedaan aan een jeugdprogramma waarbij hij jongeren in Harlem toesprak en opriep ook met het geweld te stoppen.30 Aan het einde van dit programma Afbeelding 1 hielp echter niemand hem meer, en moest hij alleen naar huis lopen (Afbeelding 131). Uiteindelijk presenteert Parks’ Red Jackson als een getroebleerde jongen die hulp nodig heeft maar het niet krijgt: hij kan de mensen op wie hij daadwerkelijk kan rekenen op zijn vingers natellen.32 In zijn biografie vertelt Parks dat de bende van Jackson een jaar later was opgebroken: ‘’For the nomads, it seemed the terrible days and nights were over. I hoped so. It’s hard to say that Life’s essay contributed to the cessation of their hostillities.’’33 Parks erkent dat hij niet zeker weet of het aan hem te danken is dat Jackson gestopt is met het bendegeweld. Het is echter duidelijk dat dit wel Parks’ bedoeling was. 24 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 112. 25 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 115. ‘’I hear you’re trying to cool things down, and I think I can help you.’’ 26 Parks, Gordon. "Harlem Gang Leader." Life Magazine, November 1, 1948. Pp. 101 -‐ 103. 27 Parks, Gordon. "Harlem Gang Leader." Life Magazine, November 1, 1948. P. 99. 28 ibidem 29 Parks, Gordon. "Harlem Gang Leader." Life Magazine, November 1, 1948. P. 100. 30 Parks, Gordon. "Harlem Gang Leader." Life Magazine, November 1, 1948. P. 106. 31 Parks, Gordon. "Harlem Gang Leader." Life Magazine, November 1, 1948. P. 106 32 Ibidem. 33 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 123.
10
In de fotoserie Harlem Gang Leader doet Parks als zwarte journalist verslag van
het leven van een zwarte bendeleider. Parks had als doel het geweld onder zwarte jongeren te stoppen: hij laat al het geweld in Jacksons leven en de gruwelijke gevolgen daarvan zien. Zodoende hoopte hij aan de zwarte kinderen te laten zien waar het bendeleven toe kan leiden. Enerzijds lijkt Parks dus direct de jongeren aan te willen spreken door hun een spiegel voor te houden. Anderzijds lijkt Parks de hulp van het publiek te vragen: Red Jackson wil namelijk wel stoppen met al het geweld, hij heeft echter te weinig mensen die hem helpen uit het gewelddadige leven te stappen. Hierdoor is duidelijk dat Harlem Gang Leader geen sensatieartikel is. Hoewel Parks duidelijk het geweld in het leven van Jackson laat zien. Legt Parks sterk de nadruk op het feit dat Jackson wil stoppen met dit geweld, maar daar te weinig hulp voor krijgt. Met dit artikel kan Parks bij het Life publiek bewustzijn van dergelijke situaties creëren. Zodoende lijkt Parks ook een beroep te doen op de empathie van het Amerikaanse publiek. Van alle 11 publicaties waar Parks aan bijdroeg in zijn eerste 2 jaar bij Life Magazine, was Harlem Gang Leader de enige waar ras een duidelijke rol in speelde. De rest van Parks’ werken bestaan onder andere uit modefoto’s, portretten van kunstenaars, acteurs en danseressen en een aantal triviale nieuwsfragmenten.34 Dit verkleint de algehele rol van ras in Parks’ werk voor Life Magazine in de jaren ’40 aanzienlijk. Jaren ‘50 Tijdens de jaren ’50 nam Parks 41 opdrachten aan voor Life. In slechts twee van die artikelen speelt ras een rol. Het artikel He wouldn’t cross the line gaat over half zwarte-‐ half joodse zanger Herb Jeffries en de vooroordelen waarmee hij te maken krijgt. Het artikel Restraints: hidden and open gaat over het leven van de familie Thornton, een familie in het Zuiden van Amerika. De artikelen reflecteren de verandering in het politieke klimaat in Amerika een de opkomst van de Civil Rights Movement. In het artikel Restraints wordt het onrecht van segregatie getoond. Segregatie in het Zuiden was iets 34 Nb. "New Puerto Rico Shows Off." Life Magazine, January 24, 1949. Pp. 19 – 26. Een artikel over een
hoop nieuwe investeringen in Puerto Rico. Op de foto’s staan onder andere nieuwe fabrieken en een hoop zakenlui in Hawaii shirts. Nb. "Atom City." Life Magazine, June 27, 1949. Pp. 83 – 89. Artikel over Los Alamos, stad naast een nucleaire reactor.
11
waar praktisch alle burgerrechtenorganisaties in het Zuiden tegen streden. Daarnaast valt in beide fotoseries valt op dat Parks de vooroordelen over zwarte Amerikanen wil uitroeien en een begrip tussen zwarte en blanke Amerikanen wil creëren, iets wat bijvoorbeeld Martin Luther King namens de Civil Rights Movement ook wilde bereiken.35
De thema’s die in deze artikelen centraal staan zijn van belang om de rol van ras
te bepalen. Deze thema’s zijn: het opwekken van empathie, het afbeelden van zwarte mensen als hoopvol en opgewekt, en impliciete aanklachten tegen racisme. Parks toont in beide artikelen aan dat zwarte mensen gelijk zijn aan blanke, maar dat ze door racisme en discriminatie worden beperkt in hun leven.36 Parks wil empathie bij het Life publiek opwekken door het onrecht van deze situatie te tonen.37 In sommige foto’s is dat direct duidelijk, bij andere foto’s blijkt het uit de bijbehorende teksten.
Ten tweede valt op dat Parks zwarte slachtoffers van racisme niet moedeloos
maar hoopvol, opgewekt en positief, afbeeldt. Parks wil geen empathie opwekken door zwarte mensen als moedeloze slachtoffers af te beelden, maar door te laten zien dat ze menselijk zijn. Door verschillende activiteiten de fotograferen, bewijst Parks dat zwarte mensen in dit soort aspecten hetzelfde zijn als witte mensen. Paks laat zien dat zwarte mensen hetzelfde leven en dezelfde dingen voor lief nemen als witte mensen.38
Ten derde doet Parks in een klein aantal foto’s een rechtstreekse aanklacht tegen
racisme. Het overgrote deel van zijn foto’s zijn in plaats van expliciete aanklachten juist intieme weergaven van individuen. Parks toont de individualiteit van mensen, terwijl hij racisme en discriminatie als achtergrond gebruikt. Parks’ uitspraak tegen racisme is dus 35 Berger, Maurice. "A Radically Prosaic Approach to Civil Rights Images." New York Times. Last modified
July 16, 2012. lens.blogs.nytimes.com/2012/07/16/a-‐different-‐approach-‐to-‐civil-‐rights-‐ images/?_php=true&_type=blogs&_r=0. ‘’ Troughout his career, [Parks] endeavoured to help viewers, white and black, to understand and share the feelings of others. It was with this goal in mind that he set out to document the lives of the Thornton family.’’ Cone, James H. Martin & Malcolm & America: A Dream or a Nightmare. Maryknoll, N.Y.: Orbis Books, 1991. P. 36. Martin Luther King was van mening dat men elkaar door integratie kon leren kennen: ‘’door integratie kan men elkaar leren kennen: ‘’men often hate each other because they do not know each other; they do not know each other because they cannot communicate; they cannot communicate because they are separated.’’ 36 Ibid. ‘’It is this incongruity, made visible by Mr. Parks’s photographs, which may have appealed to the empathy and fairness of some of Life’s white readers. It challenged them to reconsider both their attitudes about segregation and the stereotypes they assigned to people who were little different from them.’’ 37 Berger, Maurice. "A Radically Prosaic Approach to Civil Rights Images." New York Times. Last modified July 16, 2012. lens.blogs.nytimes.com/2012/07/16/a-‐different-‐approach-‐to-‐civil-‐rights-‐ images/?_php=true&_type=blogs&_r=0. These quiet, compelling photographs elicit a reaction that Mr. Parks believed was critical to the undoing of racial prejudice: empathy. 38 Berger, Maurice. "A Radically Prosaic Approach to Civil Rights Images." New York Times. Last modified July 16, 2012. lens.blogs.nytimes.com/2012/07/16/a-‐different-‐approach-‐to-‐civil-‐rights-‐ images/?_php=true&_type=blogs&_r=0. ‘’we enjoyed a richness that the mainstream never showed, but that we took for granted just as white people did.’’
12
veelgelaagd en niet altijd expliciet. Toch vormen de fotoseries als geheel een protest tegen racisme.
Het eerste artikel waar die thema’s als racisme en discriminatie ter sprake
worden gebracht gaat over Herb Jeffries; een zanger met zwart en joods bloed. In het artikel wordt beschreven met welke vormen van discriminatie Jeffries te maken krijgt zodra mensen weten dat hij half zwart is: mensen zien hem namelijk in eerste instantie vaak aan voor Joods, Spaans of Italiaans. Jeffries is dus meermaals slachtoffer van racisme en discriminatie, maar in het artikel wordt hij als opgewekte familieman getoond39, of als zanger, optredend in iemands huiskamer.40 Parks laat zien wat voor mens Jeffries is ondanks de discriminatie in zijn leven: een positief, hoopvol individu. Op deze manier wekt Parks empathie van de lezer op: Jeffries is een gewone man met een gezin en mooie zangcarrière, maar hij wordt geremd in zijn leven omdat hij deels zwart is. Jeffries heeft echter nog een relatief goed leven. Dit in tegenstelling tot de familie Thornton, een familie in het Zuiden van Amerika die Parks volgde voor zijn artikel Restraints: hidden and open. Voor Restraints heeft Parks een aantal weken doorgebracht in het Zuiden van Amerika om verslag te doen van de beperkingen in het leven van zwarte Amerikanen aldaar. ‘’The effect of the restraints, in pride, education, job opportunity, recreation and housing are shown on the following pages.’’41 De manier waarop Gordon Parks racisme in het Zuiden toont in zijn foto’s is niet eenduidig. Een aantal foto’s zijn volgens Maurice Berger, curator van één van de exposities voor Parks’ Afbeelding 2 100e verjaardag, “onheilspellend en intens,”42 zoals een aantal foto’s die expliciet de onrechtvaardigheid in het Zuiden tonen. ‘’[…] the “colored only” signs that marginalized one community as assuredly as they enriched another; the
39 Williams, Richard L. "He Wouldn't Cross the Line." Life Magazine, September 3, 1951. P. 81. 40 Williams, Richard L. "He Wouldn't Cross the Line." Life Magazine, September 3, 1951. P. 94. 41 Parks, Gordon. "The restraints: hidden and open." Life Magazine, September 24, 1956. P. 99.
42 Berger, Maurice. "A Radically Prosaic Approach to Civil Rights Images." New York Times. Last modified
July 16, 2012. lens.blogs.nytimes.com/2012/07/16/a-‐different-‐approach-‐to-‐civil-‐rights-‐ images/?_php=true&_type=blogs&_r=0.
13
backbreaking labor; the squalor and overcrowding; and the unequal, ramshackle accommodations.’’43 (Zie afbeelding 244).
De meeste foto’s in dit artikel zijn echter opgewekt en positief: ze laten het
dagelijks leven van de Thornton familie zien. Zo laat Parks zien dat de familie Thornton een normale alledaagse familie is, net als alle blanke families in Amerika.45 Ze zijn echter beperkt in hun doen en laten, enkel omdat ze zwart zijn. Zodoende wil Parks empathie opwekken bij zijn publiek: These quiet, compelling photographs elicit a reaction that Mr. Parks believed was critical to the undoing of racial prejudice: empathy. Throughout his career, he endeavored to help viewers, white and black, to understand and share the feelings of others. It was with this goal in mind that he set out to document the lives of the Thornton family, creating images meant to alter the way Americans viewed one another and, ultimately, themselves.46 Volgens Berger bracht deze fotoserie en de boodschap dat zwarte mensen niet veel van andere mensen verschilden het publiek ertoe hun vooroordelen over mensen van andere etniciteiten te herzien. Enerzijds is deze serie een impliciete aanklacht tegen de segregatie in het Zuiden van Amerika – Parks toont namelijk slechts één keer een expliciete uiting van racisme -‐ anderzijds is het een roep om empatie voor de onderdrukte zwarte bevolking aldaar.
In de jaren ’40 stond Parks ras-‐gerelateerde werk in dienst van creëren van
bewustzijn van-‐ en het beëindigen van bendegeweld van zwarte jongeren. In de jaren ’50 is Parks’ omschakeling naar de strijd tegen discriminatie en racisme te zien. Net als de Civil Rights Movement leek Parks met zijn werk als doel te hebben een einde te maken aan de raciale ongelijkheid in Amerika. Hij deed dit door het onrecht en de hypocrisie van segregatie en racisme te tonen: zwarte mensen zijn hetzelfde als witte mensen, ze worden echter als tweederangsburgers behandeld enkel omdat ze een andere huidskleur hebben. Zodoende doet Parks een beroep op de empathie en het geweten van het Life publiek. Hier is een parallel te trekken met Martin Luther King. Ook hij deed een 43 Ibidem
44 Parks, Gordon. "Restraints: hidden and open." Life Magazine, September 24, 1956. P. 109. 45 Ibid. 46 Ibid.
14
beroep op het geweten van de Amerikanen: als de Amerikanen hun politieke en religieuze documenten echt zo respecteren als ze zeggen, moeten ze de zwarte mensen in Amerika wel als gelijken behandelen.47
Ondanks het feit dat Parks in de zojuist behandelde artikelen duidelijk uitspreekt
tegen racisme en voor raciale gelijkheid, moet worden opgemerkt dat in slechts twee van de eenenveertig artikelen die Parks in de jaren ‘50 publiceerde ras een duidelijke rol speelt. Het merendeel van zijn andere werken bestaat uit modefoto’s, portretten van bekende Amerikanen en foto’s over culturele gebeurtenissen zoals balletvoorstellingen48, kunstexposities49 en festivals50. De rol van ras is daarmee erg klein, maar niet insignificant. Hoewel de foto’s waarin ras een rol speelt een klein deel van zijn werken in de jaren ’50 uitmaken, sluit Parks zich duidelijk aan bij de strijd van de Civil Rights Movement. Jaren ‘60 In de jaren ’60 nam Parks zevenendertig opdrachten aan voor Life, waarvan er zeven aan ras geralateerd zijn. In deze zeven artikelen zijn er drie hoofdthema’s te ontdekken. Deze thema’s worden hieronder beschreven. Vervolgens zal in aparte paragrafen beschreven hoe deze thema’s in de werken van Parks te zien zijn. Het valt ten eerste op dat Parks meerdere artikelen aan zwarte activisten heeft gewijd. Hij legt in deze artikelen de nadruk op waar al de groepen precies voor staan. Veel van de groepen werden zeer negatief neergezet door de algemene Amerikaanse media.51 Parks probeert met zijn foto’s de andere kant van het verhaal te laten zien. 52 Ten tweede is armoede in de grote steden een belangrijk thema dat door Parks wordt besproken. Volgens zijn opdrachtgever bij Life moet Parks een rol als bemiddelaar
47 Cone, James H. Martin & Malcolm & America: A Dream or a Nightmare. Maryknoll, N.Y.: Orbis Books, 1991. P. 4. 48 Nb. "The Girls Backstage." Life Magazine, December 22, 1958. 49 Parks, Gordon. "Picasso the Sculptor." Life Magazine, October 14, 1957. 50 Parks, Gordon. "Summer Night Surprise." Life Magazine, August 2, 1954. 51 Churchill, Ward. To Disrupt, Discredit And Destroy The Fbi's Secret War Against The Black Panther Party. Routledge, 2009. In dit boek legt Ward Churchill de methoden uit die de FBI gebruikte om de Black Panthers in een kwaad daglicht te stellen. Een onderdeel ervan was een smaadcampagne door de media. Wallace, Mike Lomax, Louis. The hate that hate produced. 1959. Newark: WNTA-‐TV, Film. Deze gehele documentaire gaat over het feit dat de Nation of Islam een haatzaaiende organisatie is. 52 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 300.
15
tussen de armste klasse en de middenklasse innemen.53 Ten derde valt het op dat Parks vaker zijn eigen mening en gevoel expliciet verwoord in zijn foto essays. Zo beschrijft hij zijn woede tegen de Amerikaanse maatschappij na de moord op Martin Luther King. Daarnaast schrijft hij steeds meer over zijn eigen ervaringen met racisme in zijn leven en hij toont vaak begrip voor de zwarte Amerikanen die strijden voor gelijkheid. Als eerste zwarte activistengroep kreeg Parks de Black Muslims toegewezen. Omdat hij zwart is, dachten de redacteurs bij Life dat Parks een grote kans zou hebben toegang te krijgen tot de groep.54 Voor dit artikel vertelt Parks duidelijk dat hij zich niet door zijn redacteurs wil laten beïnvloeden, hij rapporteert op basis van zijn eigen inzicht, en wil niet door anderen beïnvloed worden.55 In het artikel laat Parks zien dat Black Muslims zeer gedisciplineerde mensen zijn. Er is te zien hoe honderden mannen tegelijk bidden56, hoe de zelfverdedigingseenheid Fruit of Islam traint57, hoe de vrouwen lessen in huishouden krijgen58 en hoe gezinnen in hun eigen huis bidden.59 Een ander voorbeeld van de islamitische discipline is dat een man vertelt dat hij zonder problemen voor een blanke baas kan werken. Hij moet slechts onthouden dat hij beter is dan zijn blanke baas.60 Vervolgens toont Parks de woede van de Black Muslims. Dit wordt gesyboliseerd door Malcolm X, de man die door de Amerikaanse media een haatzaaier wordt genoemd.61 Parks toont Malcolm terwijl hij een krant vasthoudt waarop staat dat zeven ongewapende zwarten zijn vermoord door de politie.62 Zo toont Parks een reden waarom Malcolm zo boos is op de Amerikaanse maatschappij: zwarten strijden voor vrijheid maar worden vermoord door de politie, de representanten van de blanke
53 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 258.
54 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 214.
55 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 217. ‘’I wouldn’t allow Life magazine to alter my report on the Nation of Islam. If you have a helpful message for this world I want to deliver it, but in my own way.’’ 56 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. P. 23. 57 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. Pp. 24 -‐ 25 58 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. Pp. 26 -‐ 26 59 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. Pp. 28 – 29. 60 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. Pp. 28. 61 Wallace, Mike Lomax, Louis. The hate that hate produced. 1959. Newark: WNTA-‐TV, Film. 62 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. P. 33.
16
maatschappij. Wellicht om empathie op te wekken toont Parks ook een foto van een weduwe van één van de vermoorde mannen.63
In het artikel dat volgde na de dood van Malcolm X valt op dat Parks meerdere
kanten van Malcolm laat zien. Hij laat een boos sprekende Malcolm zien die 2000 zwarte mensen vertelt dat het tijd is om onder het blanke juk vandaan te komen64, maar ook een Malcolm die eenheid onder zwarte Amerikanen wil creëren: op de foto is Malcolm te zien bij een conferentie voor de vereniging van zwarte mensen in Amerika.65 In het artikel Stokely Carmichael: a young man behind an angry message, over activist Stokely Carmichael, toont Parks meerdere kanten van de jonge activist. Op de eerste foto’s is Carmichael te zien terwijl boos een menigte toeschreeuwt en Black Power predikt,66 en een Black Panther trui draagt.67 De Black Panthers Party was een militante groep zwarte activisten die er onder andere bekend om stonden zich bewapend te verdedigen tegen de gewelddadige politie. Ze zorgden echter ook voor gratis ontbijt voor zwarte schoolkinderen. Hierdoor zag J. Edgar Hoover, directeur van de F.B.I., ze als een grote bedreiging voor de samenleving.68 Parks toont echter ook andere kanten van CarmichaelL hij toont hem als vriendelijke familieman, bij de bruiloft van zijn zus. Daarnaast geeft Parks in het artikel aan Carmichael de ruimte om zijn standpunten uit te leggen aan blanke lezers, zonder dat zijn woorden verdraaid worden. Black Power werd namelijk vaak als negatief en expliciet anti-‐wit gezien. Parks vraagt Carmichael wat Black Power voor hem betekent: Black power means black people coming together to form a political force and either electing representatives or forcing their representatives to speak their needs. It’s an economic and physical
Afbeelding 3
63 Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. P. 31. 64 Parks, Gordon. "The violent death of a man called Malcolm." Life Magazine, March 5, 1965. P. 28. 65 Ibidem. 66 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19, 1967. P. 75. 67 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19, 1967. P. 77. 68 PBS: Public Broadcasting Service. "A Huey P. Newton Story -‐ People -‐ J. Edgar Hoover & the FBI | PBS." Accessed August 15, 2014. http://www.pbs.org/hueypnewton/people/people_hoover.html. Hoover zag het Free Breakfast Program al seen gevaarlijke infiltratie van de Black Panthers.
17
bloc that can exercise its strength in the black community instead of letting the job go to Democratic or Republican parties or a white-‐controlled black man set up as a puppet to represent the black people. We pick the brother and make sure he fulfills our needs. Black power doesn’t mean anti white, violence or separatism.69 Door Carmicheal af te beelden als iemand die hard werkt voor vrijheid en gelijkheid en door hem zaken als Black Power uit te laten leggen, geeft Parks een minder negatief beeld over de Black Power Movement en Carmichael dan andere media tot dusver deden.70 Parks toont echter ook een hard werkende Carmichael zien die lijdt onder zijn politiek leiderschap (Zie afbeelding 371). Met zijn hoofd in zijn handen zit hij aan zijn bureau. Aan zijn houding is te zien dat hij moe is. Het bijschrijft luidt: ‘’In Snick’s Atlanta headquarters, a weary Stokely rests bewtween rounds of speachmaking and political organizing.’’72
Parks’ laatste artikel over zwarte activisten gaat over de Black Panther Party. Over dit artikel zegt Parks dat hij hun kant van het verhaal wil vertellen. Hij denkt dat de wereld hun reden tot handelen dan misschien beter zal begrijpen.73 In het artikel ligt de focus op negatieve handelingen van de overheid tegen de Black Panthers. Op de eerste foto is te zien dat de oproerpolitie de ingang blokkeert van een Black Panther kantoor
69 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19,
1967. P. 82.
18
nadat ze een bijeenkomst uiteen hebben geslagen. (Zie afbeelding 474)
Afbeelding 4
Op een volgende foto is Eldrigde Cleaver te zien. Hij is tijdens een hinderlaag van de politie in zijn been geschoten. Een andere Panther is gedood.75 Een volgende foto toont een vrouwelijk lid van de Black Panther Party die een journaliste fouillieert, omdat de Panthers vrezen dat er anders ‘bewijs’ geplant kan worden.76 Parks begint dus met de negatieve handelingen van de overheid tegen de Panthers. Vervolgens belicht Parks de positieve kanten van de Panthers zelf. Zo hebben ze dezelfde ideeën als Martin Luther 70 Carmichael, Stokely. "Speeches and Sounds -‐ Stokely Carmichael -‐ Garfield High School, Seattle,
Washington." African-‐American Involvement in the Vietnam War. Accessed July 30, 2014. http://www.aavw.org/special_features/speeches_speech_carmichael01.html. ‘’You know what usually happens is that in the newspapers they call us racists and anti white and say we hate white folk and all that irrelevant nonsense.’’ 71 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19, 1967. P. 82. 72 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19, 1967. P. 82. 73 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 300. 74 Parks, Gordon. "Eldridge Cleaver in Algiers: a visit with Papa Rage." Life Magazine, February 6, 1970. P. 18. 75 Parks, Gordon. "Eldridge Cleaver in Algiers: a visit with Papa Rage." Life Magazine, February 6, 1970. P. 20. 76 Parks, Gordon. "Eldridge Cleaver in Algiers: a visit with Papa Rage." Life Magazine, February 6, 1970. P. 24.
19
King; slechts hun methoden verschillen. Daarnaast proberen de Panthers veel te doen voor de zwarte gemeenschap in alle steden waar ze actief zijn: Our goals are the ones the white man fights for: a decent education for our children, good jobs, good housing. We have a breakfast program to feed the poor kids. We work for voter registration so that eventually we can wrest control of black communities from the police. In fact we want just about the same things like Martin Luther King wanted. It’s only that our tactics differ.77 Parks merkt zelf op dat dit contrast tussen retoriek en doelen bij meerdere activistengroepen voor komt. Hierbij doelt hij waarschijnlijk op Stokely Carmichael, Malcolm X en de Nation of Islam.
Uiteindelijk vallen een aantal zaken in alle artikelen over de zwarte activisten op.
Ten eerste biedt Parks in al deze artikelen een tegengeluid aan de negatieve portrettering van de weergegeven personen door de algemene media. Parks toont bewust verschillende – ook positieve -‐ kanten van de activisten. Hij geeft hun tevens allemaal de kans hun kant van het verhaal te vertellen. Parks laat ze vertellen waar ze voor staan, en wat ze willen bereiken. Daaruit blijkt vaak dat ze niet zo’n gevaar voor de maatschappij zijn als andere media zeggen. De tekst blijkt uiteindelijk minstens zo belangrijk als de foto’s om de rol van ras in Parks’ werk te bepalen. Het tweede thema dat aanwezig is in Parks’ werk tijdens de jaren ‘60, en dat veel reacties teweeg heeft gebracht78, is armoede in Amerika’s getto’s. Parks moest van zijn redacteur optreden als bemiddelaar tussen de arme zwarten en het blanke publiek: ‘’Show us, don’t tell us. Dramatize. Don’t lecture. No one, black or white, can presume to speak for the Negro in the collective sense. Show trough a piling up of details, incidents and snatches of talk, what the existence of a single negro ghetto family is like.’’79
77 Parks, Gordon. "Eldridge Cleaver in Algiers: a visit with Papa Rage." Life Magazine, February 6, 1970. P.
25. 78 In de week na de publicatie van het originele artikel Race and poverty werden er talloze brieven aan Gordon Parks gericht waarin mensen vroegen wat zij konden doen om als degene in het artikel beschreven te verhelpen. 79 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 258.
20
Door te tonen hoe uitzichtloos de situatie voor arme gezinnen in de getto zijn, kon Parks de emoties van zijn lezers aanspreken, zoals hij in de jaren ’40 en ’50 ook al deed. Voor het artikel Race and poverty heeft Gordon Parks een week een familie, de familie Fontenelle, in hun dagelijks leven gevolgd. Het resultaat is een verslag van een straatarme familie die vaak niet genoeg eten heeft om de baby te voeden.80 De familie leeft in een huis waar een rattenplaag heerst, waar de verwarming het niet doet en waar de wind door de gaten in de muur naar binnen komt.81 Het volledige fotoverslag bestaat uit foto’s die de situatie illustreren waar de familie in leeft (zie foto’s 5 en 682). Afbeelding 5
Afbeelding 6
Parks wil met dit artikel een verklaring geven voor al het geweld in de Amerikaanse getto’s.83 Volgens hem leidt het dagelijkse leven in de getto’s de mensen tot criminaliteit. Hij illustreert dit in beeld en tekst aan de hand van een geëscaleerde ruzie tussen Norman en Bessie Fontenelle, de ouders van het gezin. Norman heeft Bessie zwaar mishandeld, waarna Bessie kokende olie over hem heen heeft gegooid. Zo veel frustratie ziet Parks overal terug in de getto’s: […] just another one of the thousands of violences that explode in a ghetto every week, I thought as we left. In the heat of summer they pile up and spill into the street. And buildings burn and people are killed and windows are smashed. And the Normans, big and small, dash in to loot what they don’t have at home.84 80 Parks, Gordon. "Race and poverty." Life Magazine, March 8, 1968. P. 49. 81 Parks, Gordon. "Race and poverty." Life Magazine, March 8, 1968. P. 52. 82 Parks, Gordon. "Race and poverty." Life Magazine, March 8, 1968. P. 52, 59
83 Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. P. 258. Tijdens een discussie
met zijn redacteur vertelt Parks dat hij een week nodig heeft om te laten zien waarom er zo veel geweld is. 84 Parks, Gordon. "Race and poverty." Life Magazine, March 8, 1968. P. 61.
21
Gordon Parks wil aantonen dat zo veel armoede en ellende in de getto’s uiteindelijk misdaad in de hand zal werken. Mensen gebruiken geweld om te krijgen wat ze nodig hebben om te overleven. Hij relateert deze situatie duidelijk aan Afro-‐Amerikanen. Dit komt met name duidelijk naar voren in de Life publicatie een week later. Veel mensen hebben Life naar aanleiding van het artikel geschreven en gevraagd wat ze kunnen doen. Parks geeft hier zelf antwoord op in een kleine column: The answer is far too big and complex for me to attempt: society must give its conclusions. […] If you wish to turn my anger – the negros anger – from you, acknowledge me and my needs. […] During one wintry night years ago, I sought shelter in a hotel in upstate New York. The desk clerk ignored me […] and pushed the register toward a white youth who stood just behind me. ‘But this man was before me’, [he] explained. ‘We don’t take negroes in this hotel’, came the clerks answer. ‘Then I wouldn’t stay here either,’ the young man said. […] If a hotel refused me today, would you do what that boy did?85 Naast het feit dat Parks empathie en begrip voor de armste mensen in de getto’s wilde opwekken, wil hij vooral ook erkenning voor hun menselijkheid. Hiermee sluit hij zich aan bij het doel van praktisch alle burgerrechtenactivisten. Parks laat in zijn artikelen zien dat hij zich persoonlijk bewust is van problematische rassen verhoudingen in Amerika en geeft daar zijn eigen mening over. Vaak geeft hij deze mening naar aanleiding van de standpunten van activisten. Parks stelt bijvoorbeeld in zijn artikel over de Black Muslims dat hij het met veel van hun overtuigingen eens is, maar ook met veel overtuigingen niet. Desalniettemin erkent Parks dat hij naast de Black Muslims zal staan als het geweld uitbarst.86 Parks weet dat hij in zekere zin een van hen is: hij is ook zwart en wil ook gelijkheid in de Amerikaanse maatschappij. Op deze manier positioneerd Parks zichzelf als zwarte en raciaal bewuste fotograaf. Hij hoeft dus niet een duidelijke politieke boodschap te prediken, hij is zich echter altijd bewust van het rassenprobleem in Amerika. Dit bewustzijn van Parks is ook
85 Nb. "Life's readers respond to ''Race and poverty''." Life Magazine, March 29, 1968. P. 23.
86 Parks, Gordon. "How it feels to be black." Life Magazine, August 16, 1963. P. 87.
22
te zien in zijn artikel over Stokely Carmichael. Parks geeft in dit artikel openlijk toe dat Carmichael een beter drijfveer heeft om te vechten dan zijn zoon in Vietnam: ‘’[…] in face of death, which was so possible for both of them, I think Stokely would surely be more certain of why he was about to die.’’87 Parks’ reflecteert ook vaak op zijn eigen ervaringen als zwarte Amerikaan. Bijvoorbeeld In het artikel getiteld How it feels to be black vertelt Parks over zijn eigen leven, en alle problemen die hij in verband met racisme heeft meegemaakt. Uiteindelijk stelt hij dat hij alleen maar als gelijkwaardig behandeld wil worden door de blanke maatschappij, verder niets.88 Het is volgens Parks in de jaren ’60 eindelijk zo ver dat zwarte Amerikanen zonder angst opkomen voor rechten om gelijk behandeld te worden89 Bij dit artikel zijn portretten gevoegd van zwarte Amerikanen tijdens een demonstratie in Harlem. Allen kijken recht voor zich uit en wekken een boze indruk.90 Ze lijken een symbool voor de boze zwarte Amerikanen die niet meer willen wachten op hun rechten, maar klaar zijn er voor te strijden.
Parks doet in de jaren ’60 en begin jaren ’70 minder beroep op de empathie van
het Life publiek dan hij eerst deed. Hij toont in de jaren ’60 de woede van zwarte Amerikanen en probeert zodoende het blanke publiek in te laten zien dat het tijd wordt wat aan de ongelijkheid te doen. Dit zegt Parks ook expliciet in zijn artikel over Martin Luther King: de blanke maatschappij moet zijn verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat er wat gedaan wordt aan het geweld en de ongelijkheid. Het is aan zwarte mensen om de blanke mensen op die verantwoordelijkheid te wijzen.91 Parks spreekt zich met de jaren steeds meer expliciet uit tegen racisme en ongelijkheid. Hij toont daarnaast een breed spectrum van groepen binnen de Civil Rights Movement. Hij is het weliswaar niet met alle groeperingen eens, maar hij toont zich wel altijd bewust van het rassenprobleem dat deze groepen aan willen pakken. Daarnaast werkte hij in de jaren ’60 aan meer ras-‐ gerelateerde opdrachten dan in de jaren ’40 en ’50 samen. Echter, ook in de jaren ’60 bestaat meer dan de helft van Parks’ opdrachten
87 Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19,
1967. P. 82. 88 Parks, Gordon. "How it feels to be black." Life Magazine, August 16, 1963. P. 87. 89 Ibidem. 90 Parks, Gordon. "How it feels to be black." Life Magazine, August 16, 1963. P. 80. 91 Parks, Gordon. "A man who tried to love somebody." Life Magazine, April 19, 1968. P. 31.
23
uit verslagen van culturele gebeurtenissen, modeshows en theatervoorstellingen. Daarmee is de rol van ras in Parks’ foto’s in de jaren ’60 en ’70 klein. Absoluut gezien speelt ras een kleine rol in de foto’s die Gordon Parks maakte voor Life Magazine. In meer dan de helft van de opdrachten die Parks aannam speelde ras geen enkele rol. Parks fotografeerde veel modecollecties, maakte portretten van politici en filmsterren, of deed verslag van culturele gebeurtenissen. Echter, wanneer Parks ras als onderwerp had, sprak zich duidelijk uit tegen de ongelijkheid binnen de Amerikaanse maatschappij. In beeld en woord toonde hij het onrecht en de armoede in de Amerikaanse getto’s, de segregatie in het Zuiden en de woede van de zwarte activistengroepen. Parks hanteerde verschillende methoden om bij te dragen aan de strijd tegen ongelijkheid. Parks deed een beroep op de empathie van de lezers van Life. In de jaren ’60 toont Parks lezers de woede van de zwarte Amerikanen, alsmede zijn eigen woede. Daarnaast reflecteerde Parks vaak Op deze manier vraagt Parks lezers niet alleen om empathie, maar ook om het gebruik van gezond verstand en een meer subjectief begrip van de situatie. Tegen de conclusie dat de rol van ras aanzienlijk was binnen Parks’ werk valt in te brengen dat de rol van ras in Parks’ werk voor Life Magazine erg klein is; in minder dan een kwart van al Parks’ opdrachten voor Life Magazine speelt ras een rol. Het is echter wel dit kleine gedeelte waar Parks om herinnerd worden.
24
Hoofdstuk 3 – Dichtbundels: de wereld van een dichter. In de periode dat Gordon Parks zich bij Life het vaakst tegen racisme uitsprak bracht hij ook twee dichtbundels uit: A Poet and his Camera (1968) en Whispers of Intimate Things (1971). Om na te gaan wat de rol van ras is in Parks’ oeuvre is het ook belangrijk of hij in zijn meer persoonlijke werk ook ras een rol laat spelen. Philip B. Kunhardt, jr., schrijver van het voorwoord in beide bundels, zegt dat men zich Parks vaak herinnert door zijn realistische werk over de toestand van zijn volk.92 Volgens Kunhardt hoeven foto’s echter niet altijd puur realistisch te zijn. Foto’s kunnen gecreëerde beelden zijn van een bepaalde stemming of smaak. Gordon Parks was daarin volgens Kunhardt een pionier: hij kon een poëtische interpretatie geven aan dingen die hij zag.93 Parks kon stemmingen weergeven met een foto. In deze twee bundels draait het om die stemmingen. Kunhardt stelt dat Parks voor deze bundels uit de wereld van fotojournalistiek, armoede, racisme en geweld stapte. In plaats daarvan stapte hij in de wereld van een dichter.94 In deze bundels zijn de foto’s en gedichten verlengstukken van elkaar.95 Om de rol van ras in deze dichtbundels te kunnen bepalen worden de foto’s en gedichten samen geanalyseerd. Er wordt ook gebruik gemaakt van de voorwoorden in beiden bundels. Daarin geeft Kunhardt, Jr. namelijk inzicht in de thema’s van beide bundels. In A poet and his camera schrijft Philip B. Kunhardt Jr. dat Parks’ foto’s idealistische en romantische symbolen zijn.96 De thema’s in deze bundel focussen zich vooral op de romantiek van het leven. De onderwerpen zijn bijvoorbeeld: een zwangere moeder97, een jongen die zichzelf leert kennen98, de zegen van het hebben van een
92 Kunhardt, Jr., Philip B. "On Gordon Parks." In A Poet and His Camera. New York: Viking Press, 1968.
Daarmee wordt het volk van Gordon Parks bedoeld. 93 Ibidem. 94 Ibid. 95 Kunhardt, Jr., Philip B. "introduction." In Gordon Parks: A Poet and his Camera. New York: Viking Press, 1968.: ‘’The poems can be read for themselves, and the photographs looked at for themselves, but if you look at the pictures and read the poems, […] the enrich one another and add up to a larger sum of enjoyment. Paginanummers niet beschikbaar. Kunhardt, Jr., Philip B. "introduction." In Gordon Parks: Whispers of Intimate Things. New York: Viking Press, 1971.: ‘’[Parks] has been sighting through cameras, framing what he sees there, capturing beauty and passion […] and learning to paint with his camera. […] And so it is not unusual that his poetry is and extension of his pictures.’’ 96 Ibid. 97 Parks, Gordon. A Poet and His Camera. New York: Viking Press, 1968. 98 Ibidem.
25
familie99, het hebben van een goed leven.100 In deze bundel is er één foto met een gedicht waarin ras een rol speelt. In het gedicht Kansas Land herinnert Parks zich Kansas, de staat waar hij is opgegroeid. Hij vertelt dat hij alles zal missen: ‘’I would miss this Kansas land that I was leaving, […] junebugs, swallowtails and bobolink.’’101 Parks eindigt dit gedicht met een boze zin102 : ‘’Yes, all this I would miss – along with the fear, hatred and violence. We blacks had suffered upon this beautiful land.’’103 Het lijkt erop dat Parks tussen alle romantiek de lezer stil wil laten staan bij het feit dat zwarte Amerikanen hebben geleden. Dit is het enige werk in de bundel waarin Parks ras expliciet aanhaalt. Daardoor is de rol van ras in deze bundel te verwaarlozen. In de bundel Whispers of intimate things ligt de nadruk nog meer op melancholie en romantiek dan in zijn eerste bundel. Voor Whispers is Parks volgens Kunhardt volledig van wereld gewisseld.104 Poëtische schoonheid en betekenis zijn in Whispers van groot belang. Het is duidelijk dat ras geen rol speelt in deze bundel. Parks verwijst geen enkele keer naar racisme, discriminatie of geweld, in de foto’s noch in de gedichten. Parks lijkt deze bundels niet samengesteld te hebben om rassen verhoudingen, geweld of armoede in Amerika te bespreken. De foto’s en gedichten hebben veel verschillende onderwerpen, maar slechts één heeft ras als onderwerp: Parks spreekt zich één keer uit over het feit dat hij en zijn volk geleden hebben onder angst en geweld in Kansas. Ras speelt zodoende de rol als bron van woede en angst in het verleden. Omdat dit maar één keer voor komt in twee bundels, is deze rol nagenoeg verwerpelijk. 99 Ibid.
100 Ibid. 101 Ibid. 102 Spender, Stephen. ‘’Preface’’ In Gordon Parks: A Poet and his Camera. New York: Viking Press 1968. 103 Ibid. 104 Kunhardt, Jr., Philip B. "introduction." In Gordon Parks: Whispers of Intimate Things. New York: Viking
Press, 1971. In A poet and his camera zegt Kunhardt, jr. dat Parks de armoede e.d. links heft laten liggen om zich op poëzie te concentreren, in Whispers of intimate things zegt Kunhardt expliciet dat Parks van ‘wereld’ is gewisseld.
26
Hoofdstuk 4 – Films: noodzakelijke acceptatie en agressief protest Tussen 1948 en 1971 heeft Gordon Parks twee films geproduceerd en geregisseerd: The Learning Tree (1969) en Shaft (1971). In dit hoofdstuk zal de rol van ras in de films worden bepaald aan de hand van primaire en secundaire literatuur en een analyse van de films zelf. The Learning Tree. The Learning Tree was de eerste grote Hollywood productie die was geschreven en geregisseerd door een zwarte man. De film geeft een weergave van hoe het als zwarte tiener was om op te groeien in een gesegregeerd deel van Amerika in de jaren ’20. De film beschrijft het leven van Newt Winger, een zwarte tiener die woont in Kansas. Newt biedt racisme en discriminatie waardig en kalm het hoofd.105 Dit in tegenstelling tot de boze Marcus Savage. Verschillende omstandigheden drijven Marcus en Newt steeds verder uit elkaar. Newt is uiteindelijk getuige van een moord die wordt gepleegd door Marcus’ vader, Booker. Newt besluit om te getuigen in de rechtbank, wat uiteindelijk leidt tot Bookers dood. Marcus wil hiervoor wraak nemen op Newt en bedreigt hem met een mes. Newt wint het gevecht, maar laat Marcus gaan. Kort daarna wordt Marcus echter neergeschoten door de racistische sheriff.106
De film is een semi-‐ autobiografie van Gordon Parks’ jeugd in Fort Scott, Kansas.
In zijn leven in Fort Scott had Parks veel met racisme te maken, en dat heeft hem vaak in de problemen gebracht.107 Parks toont in The Learning Tree de verschillende vormen van racisme en de reacties die het op kan wekken bij zwarte Amerikanen: noodzakelijke acceptatie of agressief protest. Parks lijkt zo op een artistieke wijze een rationele verklaring te geven voor de raciale problemen in Amerika, en de effecten daarvan op de zwarte bevolking. Dit deed hij ook met zijn fotografie voor Life. Zoals eerder besproken 105 Parks, Gordon. The learning tree. 1969. Warner Bros., Film. Newt wordt slechts één keer echt boos, op zijn lerares. Hij zegt dat alle zwarte scholieren haar haten. Dit zegt hij nadat zij hem heeft verteld dat zwarte scholieren niet naar de universiteit kunnen gaan. 106 Parks, Gordon. The learning tree. 1969. Warner Bros., Film. 107 Parks, Gordon. "I make my choice of weapons." Life Magazine, January 28, 1966. P. 62. Gordon Parks vertelt over meerdere situaties waarbij hij in een gevecht terecht kwam in verband met racistische handelingen tegen hem.
27
gaf Parks verklaringen voor bijvoorbeeld het geweld in de getto’s of de woede van zwarte activisten. In The Learning Tree komen twee opvallende thema’s voor, deze komen beiden voort uit racisme. Het thema van het plot van hoofdpersoon Newt is noodzakelijke acceptatie van racisme. Het thema in van het subplot, waarin Marcus Savage hoofdpersoon is, is agressief protest tegen racisme. Parks’ toont in de film hoe discriminatie onderdeel uitmaakt van het dagelijks leven van zwarte Amerikanen. Zo zijn Newt en zijn familie dagelijks slachtoffer van verschillende vormen van racisme. Newt wordt bijvoorbeeld nigger genoemd door sheriff Kirky108 en mag zijn cola niet in het plaatselijke café opdrinken.109 Ondanks dit alles koesteren Newt en de meeste zwarten in de film geen wrok tegen blanke mensen. Nadat een boer Newt en Marcus heeft betrapt op het stelen van zijn appels, slaat hij Marcus met zijn zweep. Marcus vecht echter terug en slaat de boer in elkaar. Newt neemt het later tegen Marcus op voor de boer: ‘he ain’t all bad […] and we were stealing his apples.’110 Vervolgens biedt Newt in het ziekenhuis zijn excuses aan de boer aan en stelt voor om de zomer gratis voor hem te werken.111
Newt leert ook expliciet over tolerantie van zijn familie. Newt vraagt zijn moeder
waarom blanke mensen zwarten zo haten. Zij zegt dat sommige mensen goed zijn, en sommige slecht, net als appels aan een boom: ‘Think of it like that till the day you die. Let it be your learning tree.’’112 Newt’s oom uncle Zest vertelt dat men niet naar de huidskleur van mensen moet kijken. Zelf is Zest blind: hij beoordeelt mensen op hun daden, niet hun kleur. Zest zegt Newt dat hij dat ook moet doen.113 Dit is een duidelijke reflectie van de filosofie van de Civil Rights Movement. Volgens de Civil Rights activisten zou ras irrelevant gemaakt moeten worden. Alleen dan kan er een succesvol geïntegreerde samenleving ontstaan.114
108 Parks, Gordon. The learning tree. 1969. Warner Bros., Film. 109 Ibidem. 110 Parks, Gordon. The learning tree. 1969. Warner Bros., Film. 111 Ibidem. 112 Ibidem. 113 Ibid.
114 Cone, James H. Martin & Malcolm & America: A Dream or a Nightmare. Maryknoll, N.Y.: Orbis Books,
1991. P. 31. Martin Luther King zei bijvoorbeeld: ‘’If you’re setting out to do a good negro’s job, you’ve already flunked your matriculation exam for entrance into the university of integration.’’
28
Acceptatie komt ook vanuit de blanke mensen in de film. De boer accepteert
Newt’s excuses, in plaats van boos op hem te blijven.115 De schoolrector biedt zijn excuses aan Newt aan nadat een lerares Newt heeft verteld dat hij niet naar de universiteit kan gaan. Volgens haar kan Newt toch hooguit kok of bediende worden. De rector zegt dat het hem spijt dat nog zo veel mensen er zo over denken, en belooft Newt dat hij hier wat aan wil doen.116
Tijdens de rechtszaak tegen Marcus Savage’s vader Booker, wijst ook de rechter
de mensen in de rechtszaal op tolerantie. Met Newts getuigenis is het leven van een blanke man gered, en is een zwarte man verdachte gemaakt. De mensen in de zaal roepen vervolgens allemaal ‘kill that nigger!’, waarop Booker vlucht en zelfmoord pleegt. De rechter wijst de mensen op hun intolerantie, en zegt dat hun intolerantie Bookers dood is geworden. 117 Ondanks het feit dat veel mensen in The Learning Tree tolerant zijn naar elkaar, is racisme constant aanwezig. Door racisme en de raciale verhoudingen in het dorp durft Newt in eerste instantie niet te getuigen in de rechtszaal; hij is bang dat de spanningen tussen zwart en wit hoger op zullen lopen.118 Daarmee insinueert hij dat die spanningen al hoog zijn.
Het subplot draait om Marcus Savage. Marcus haat alle blanke mensen, en hij
wordt door veel blanken racistisch bejegend. Wanneer Savage in de gevangenis zit, komt er een pastoor voor hem bidden. Savage schreeuwt dat een blanke god niets doet voor zwarte mensen. Als de pastoor vertokken is, geeft de cipier aan zwart gekleurd plaatje van Jezus aan Savage. ‘Here’s your black god. Merry Christmas nigger.’119 Ook wordt geïnsinueerd dat Marcus in de gevangenis geslagen wordt door de cipiers.120
Wanneer Marcus op het einde van de film met Newt wil vechten, om wraak te
nemen op Newt voor het getuigen tegen Marcus’ vader, wordt hij achtervolgd door de sheriff. Newt laat Marcus gaan, maar de sheriff schiet Marcus toch dood. Ras en racisme spelen dus een centrale rol in dit filmische werk van Gordon Parks. Parks laat in The Learning Tree zien dat het niet van huidskleur afhangt of iemand
115 Ibid. De sheriff blijft hatelijk doen tegen Newt en zijn vrienden, ook nadat ze de Sheriff hebben geholpen bij het pakken van een crimineel. Ook Newt’s lerares wordt boos wanneer Newt vraagt waarom ze zwarte kinderen haat. 116 Ibid. 117 Ibid. 118 Ibid. 119 Ibid. 120 Ibid.
29
een goed mens is, maar van iemands daden. Racisme zelf wordt als boosdoener afgeschilderd, niet het blanke ras. Het is racisme dat voor problemen en spanningen tussen blanken en zwarten, maar ook tussen zwarten onderling zorgt. Zodoende lijkt de overkoepelende boodschap met betrekking tot ras te zijn dat huidskleur er weinig toe doet: de nadruk ligt in The Learning Tree op ‘goed doen’, niet op onvoorwaardelijke trouw aan je eigen ras.121 Dit is een duidelijke reflectie van de denkbeelden omtrent de Civil Rights Movement, waar ‘goed doen’ en gerechtigheid voorop stonden.122 Dit staat in contrast met de latere Blaxploitation films, het genre waar Parks’ tweede film Shaft (1971) binnen valt. Shaft Shaft (1971) was de tweede film die Gordon Parks maakte voor een grote Hollywood filmmaatschappij. De film werd in 1971 uitgebracht en vertelt het verhaal over privé detective John Shaft. De film vertelt het verhaal van privédetective John Shaft. Op een dag komt Bumpy Johnson, een zwarte bendeleider, Shafts kantoor binnen. Bumpy’s dochter is ontvoerd door de blanke maffia. Om een bendeoorlog in Harlem te voorkomen, moet Shaft Bumpy’s dochter redden. Shaft schakelt hiervoor de hulp in van een oude vriend, die nu een Black Panther is. Na een groots vuurgevecht en achtervolgingsscène lukt het Shaft uiteindelijk om Bumpy’s dochter te redden. De film eindigt nadat Shaft de plaats delict is ontvlucht. De film valt binnen het Blaxploitation genre. De opkomst van dit filmgenre is volgens Ed Guerrero aan de opkomst te danken van Black Power. De opkomst van Black Power bracht zwarte trots met zich mee wat resulteerde in een vraag naar multi-‐ dimensionale zwarte karakters in films.123 Voor Blaxploitation werden zwarten in films altijd in stereotyperende rollen neergezet: als bediende, als kamermeisje etc.124 In Blaxploitation films, waaronder Shaft, werden zwarten neergezet als sterk, succesvol en 121 Cripps, Thomas. "The Learning Tree." The Massachusetts Review 11, no. 3 468 -‐ 485. Accessed August 1, 2014. P 117 – 118. 122 Cone, James H. Martin & Malcolm & America: A Dream or a Nightmare. Maryknoll, N.Y.: Orbis Books, 1991. P. 76. 123 Guerrero, Ed. Framing Blackness: The African American Image in Film. Philadelphia: Temple University Press, 1993. P. 71. 124 Ibidem.
30
onafhankelijk. Op die manier werden de negatieve stereotypes van voorheen tegen gewerkt. Academici zijn het er echter niet over eens of Blaxploitation positieve of negatieve gevolgen heeft gehad voor zwarte Amerikanen. Enerzijds wordt gesteld dat Blaxploitation veel mogelijkheden creëerde voor zwarte mensen. Zwarte Amerikanen werden afgebeeld als multidimensionale en assertieve karakters. Daarnaast focusten de thema’s van de films zich meer op zwarte cultuur.125 Charlotte Madsen schrijft in haar dissertatie over Blaxploitation dat het genre de niet alleen een reflectie van het veranderde politieke en culturele klimaat was, maar ook bijdroeg aan het vormen van een identiteit voor zwarte Amerikanen: […] the blaxploitation films of the early 1970s were not only influenced by and came to reflect the changes in American society in the 1960s and early 1970s, but […] the films also in return, through their stereotypical depictions and the reception of these, influenced the construction of a young urban black identity.126 Ze focust zich op het feit dat Blaxploitation niet alleen de tijdsgeest weer gaf, maar voor sommige zwarte Amerikanen hielp bij het vormen van een identiteit.
Anderen stellen daar echter tegenover dat Blaxploitation films simpelweg het ene
stereotype met het andere verving. In plaats van onderdanig werden zwarten nu als oversekst, gewelddadig en anti-‐sociaal afgebeeld.127 Daarnaast gaven ze de tijdsgeest verkeerd weer, en hielden ze de zwarte bevolking een verkeerd ideaal. Volgens Bennett zijn de hoofdpersonen in Blaxploitation films ahostorisch en steevast individualistisch en niet politiek betrokken.128 Daarnaast stelt Bennett dat Blaxploitation armoede en criminaliteit romantiseert: ‘’Some men foolishly identify black aesthetic with empty bellies and big bottomed prostitutes.’’129
125 Guerrero, Ed. Framing Blackness: The African American Image in Film. Philadelphia: Temple University Press, 1993. P. 70. 126 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 76 127 Perry, Robert. Towards the Gendering of Blaxploitation and Black Power. Milwaukee: University of Wisconsin, n.d.P. 81. 128 Bennett, Lerone. "The emancipation orgasm: Sweetback in wonderland." Ebony Magazine, September, 1971. P. 106 – 116. 129 Ibidem.
31
Desalniettemin zijn in de film Shaft verschillende aspecten van de opkomst van Black Power in Amerika te zien.130 In de volgende alinea’s wordt gekeken naar hoe die aspecten in beeld worden gebracht. Shaft
Gordon Parks maakte deze film, naar eigen zeggen, als een leuke film voor op de
zaterdagavond met een zwarte man als heldhaftig hoofdpersonage.131 Desalniettemin menen veel academici dat de boodschap omtrent ras in Shaft verder reikt dan enkel het afbeelden van ‘een zwarte held.’ Verdere boodschappen die door academici herkend zijn, zijn bijvoorbeeld: geëmancipeerde zwarte mannelijkheid, zwarte ideologie, whitey132 te slim af zijn, racisme, anti-‐ blanke stereotyperingen en stereotypering van de getto’s.133
John Shaft wordt duidelijk als zwarte man neergezet die zich van niets en
niemand iets aan trekt. Dat is al duidelijk in de openingsscène, waarin hij een drukke straat oversteekt en zich niets aantrekt van langsrijdende auto’s. 134 Hij trekt zich ook niets aan van de luitenant van de politie135: hij zegt, ‘’Up yours!’’ en, ‘’All the hassle in the world wouldn't make me sing a song to the police’’ als de luitenant dreigt Shaft’s detective licentie in te nemen als hij de politie geen informatie geeft.136 Volgens Samuel L. Jackson, die in de remake van Shaft in 2000 speelde, was John Shaft door zijn houding iemand die Afro-‐Amerikanen trots maakte zwart te zijn.137 Zwarte ideologieën uit de jaren ‘70 zijn in Shaft terug te zien in het feit dat Shaft samenwerkt met Black Panthers. Dit toont een erkenning van de aanwezigheid van de Black Power Movement.138 Echter, Shaft is niet politiek betrokken bij de Panthers en blijft strikt individualistisch.139 140 Desalniettemin reflecteert de aanwezigheid van de Panthers het politieke klimaat in Amerika in de tijd dat de film geproduceerd werd. 130 Perry, Robert. Towards the Gendering of Blaxploitation and Black Power. Milwaukee: University of Wisconsin, n.d.P. 81. 131 Guerrero, Ed. Framing Blackness: The African American Image in Film. Philadelphia: Temple University Press, 1993. P. 93. 132 Deze term wordt in deze scriptie gehanteerd bij gebrek aan een geode nederlandse vertaling. Whitey is een scheldwoord dat zwarte mensen tegen blanke mensen gebruiken. 133 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. Pp. 37 – 61. 134 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 135 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 39. 136 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 137 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 39. 138 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 41. 139 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film.
32
De muziek van Isaac Hayes in de film levert ook sociaal commentaar. In het
nummer Soulesville vertelt Hayes over de situatie in Amerika voor zwarte mensen: Black man, born free, At least that's the way it's supposed to be, Chains that binds him are hard to see, Unless you take this walk with me. Any kind of job is hard to find, That means an increase in the welfare line, Crime rate is rising too, If you are hungry, what would you do?141 De liedtekst becommentarieert de scheve verhoudingen in de maatschappij, veroorzaakt door raciale ongelijkheid.142 Shaft beaamt deze situatie. Op de vraag of hij problemen heeft antwoordt hij: ”Yeah, I got a couple of them. I was born black, and I was born poor”.143 Het suggereert dat het je een leven lang door problemen achtervolgt wordt wanneer je zwart en arm geboren bent.144 Zo kreeg het publiek een impressie van hoe het was om zwart te zijn en in de getto te leven. Ondanks de problemen in zijn leven is Shaft een man die vaak de whitey te slim af is.145 Zoals in veel Blaxploitation films, verslaat Shaft whitey door een list. Zo gaat ook Shaft tegen het vooroordeel in dat zwarte mensen dommer zijn dan blanke.146 Shaft dringt bijvoorbeeld aan het eind van de film het hoofdkwartier van de blanke maffia binnen door zich te verkleden als bediende.147 Op die manier gebruikt Shaft dus de vooroordelen van blanken tegen hen. Dit laat zien dat zwarten niet alleen slimmer zijn dan blanken denken, maar ook dat zwarten het systeem dat wordt gebruikt om zwarten te onderdrukken zo goed kennen dat ze het juist in hun voordeel kunnen gebruiken. Op die manier zijn het de zwarten die uiteindelijke de macht hebben. Het te slim af zijn van de blanke vijand reflecteert de zwarte emancipatie en de wil het blanke systeem van zwarte onderdrukking te verslaan.148 Het feit dat dit in Shaft ook lukt reflecteert een anti-‐ blanke houding: de blanke maffiosi zijn zo arrogant en onwetend dat ze de list van 140 Guerrero, Ed. Framing Blackness: The African American Image in Film. Philadelphia: Temple University Press, 1993. P. 93. 141 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 142 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. Pp. 44 – 45. 143 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 144 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 59. 145 De term Whitey wordt in de tekst gebruikt bij gebrek aan een goede nederlandse vertaling. Whitey is een scheldwoord, door zwarten gebruikt, om een blanke aan te duiden. 146 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 42. 147 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 148 Madsen, Charlotte. Can you Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. P. 43.
33
Shaft niet doorhebben.
De anti blanke stereotypering is ook terug te zien in het getoonde racisme in
Shaft. Racisme is twee keer expliciet te zien in de film. De eerste keer is wanneer Shaft in de openingsscène een taxi wil aanhouden. De chauffeur rijdt door om vervolgens een blanke man mee te nemen.149 Shaft kan niets anders doen dan een andere taxi proberen aan te houden. De tweede keer is wanneer Shaft in een café een ontmoeting heeft gepland met een maffialid. Wanneer het lid het café binnen komt spreekt hij Shaft aan met: ‘’I’m looking for a nigger called John Shaft.’’150 Filmcriticus Elvis Mitchell stelde dat dit soort scènes de alledaagse ervaringen van zwarte mensen op het grote scherm toonden. Dit was tot dan toe nog nooit gebeurd.151
Alledaagse ervaringen van zwarten in de getto’s worden ook getoond in Shaft. De
getto’s worden gepresenteerd als donker, arm en onveilig. Kinderen staan buiten in de kou zonder iets te eten.152 Wanneer Shaft in de getto op zoek gaat naar zijn partner komt hij een kind tegen die hongerig op de stoep staat. Shaft geeft hem wat geld om eten te halen.153 Dit illustreert het feit dat men in de getto te arm is om eten te kopen. Zoals eerder vermeld onderschrijft Isaac Hayes in zijn nummer deze situatie: weinig banen, weinig geld, weinig eten.154 Volgens Hayes zelf zijn het deze omstandigheden die leiden tot misdaad.155 Er wordt ook een duidelijke parallel tussen deze problemen en zwart zijn getrokken in Shaft. In de getto worden enkel zwarte mensen getoond.156 er worden geen witte mensen getoond in de getto. Dit insinueert dat de allerarmsten allemaal zwarten zijn. Alhoewel de raciale boodschap in Shaft in de eerste instantie meer eendimensionaal lijkt te zijn dan in The Learning Tree, komen veel van de boodschappen uit The Learning Tree wel terug in Shaft. In Shaft wordt de hoofdpersoon neergezet als geëmancipeerde zwarte man. Hij bewandelt zijn eigen pad, laat zich door niemand intimideren en wint van zijn blanke vijand. Ondanks deze krachtige zwarte hoofdrol, laat ook deze film de veelzijdigheid van racisme zien. Net als in The Learning Tree komen
149 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 150 Ibidem. 151 Caroline, KaplanColin, McGabePaula, JalfonIsaac, Julien. BaadAsssss Cinema. 2002. Independent Film Channel, Film. 152 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 153 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. 154 "Soulville -‐ Black Moses -‐ Isaac Hayes." YouTube. n.d. Accessed July 31, 2014. http://www.youtube.com/watch?v=XhpKxmhfKZs. 155 Ibid. Mensen zijn hongerig en hebben geen werk, en dus geen geld. ‘Wat zou jij doen?’ vraagt Hayes. 156 Ibid.
34
in Shaft blanke en zwarte ‘good guys’ en ‘bad guys’ voor. Eveneens worden verschillende facetten en gevolgen van racisme becommentarieerd, zoals vooroordelen, armoede, onderschatting en verdeling van macht.
Uiteindelijk lijkt Parks in Shaft de personages van Savage en Newt te combineren;
John Shaft is, zoals Robert Terry het beschrijft; “een zelfbeschikkend persoon en hij is trots op het feit dat hij zwart is (hij wil ook geen uncle Tom genoemd worden).”157 Hij combineert die trots met een sociaal bewustzijn dat verder strekt dan alleen de blanke maatschappij te willen tegenwerken. Zo biedt hij een Black Panther onderdak158; en geeft geld aan een kind om eten te kopen. Op deze manier laat Parks zien dat raciale solidariteit niet betekend dat je alleen maar samen tegen een vijand vecht, maar vooral ook dat je goed moet zorgen voor je medemens, ongeacht zijn of haar politieke ideeën of status. Deze boodschap is ook terug te zien in Parks’ werk voor Life. Daarin verklaarde hij ook dat hij, wanneer het er op aan zou komen, zich naast de Muslims zou scharen, omdat hij hun broeder is.
In zowel The Learning Tree als Shaft is duidelijk te zien dat ze door het politieke
klimaat ten tijde van hun productie beïnvloed zijn. In The Learning Tree komt een duidelijke roep om gelijkheid naar voren. Er ligt een sterke nadruk op het feit dat iemands acties moeten gelden, en niet diens huidskleur. Deze boodschappen waren ook belangrijk voor de Civil Rights Movement eind jaren ’60. Shaft is beïnvloed door de opkomst van de Black Power Movement. De boodschap van zwarte trots en solidariteit met de zwarte gemeenschap, ongeacht de politieke overtuiging of sociale status, is duidelijk te zien. Hoewel Shaft een duidelijkere boodschap van zwarte trots bevat dan The Learning Tree, is er ook een overeenkomst tussen beide films. In zowel The Learning Tree als Shaft worden de verschillende manieren getoond waarop racisme effect heeft op zowel zwarte als blanke mensen. In The Learning Tree is er met Newt en Marcus Savage een duidelijke scheiding gemaakt tussen acceptatie en protest. In Shaft is er met John Shaft een combinatie van Newt en Marcus gemaakt: enerzijds accepteert hij het racisme waarmee hij te maken krijgt, bijvoorbeeld bij de taxichauffeur die niet voor hem wil stoppen. Anderzijds protesteert hij door zijn blanke vijanden te verslaan. 157 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. Wanneer een
van de Black Panther Shaft een uncle Tom noemt, schreeuwt Shaft woedend dat hij geen Tom genoemd wil worden. 158 Parks, Gordon. Freeman, Joel. Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film.
35
Conclusie Uit de voorgaande hoofdstukken blijkt dat Parks na zijn dood een breed oeuvre heeft achtergelaten: hij maakte foto’s, schreef journalistieke artikelen, maakte films, schreef poëzie en maakte kunst. Er is ook gebleken dat het terecht is dat Parks aan de Civil Rights Movement wordt gekoppeld. Een deel van zijn foto’s en films zijn duidelijk door de burgerrechtenbeweging beïnvloed. Daarnaast is echter nog gebleken dat ras een sterke rol speelt in Park’s werk voor Life Magazine en zijn twee films. In zijn dichtbundels speelt ras bijna geen rol.
Deze scriptie toont aan dat Parks zich via verschillende media uitspreekt tegen
racisme en de ongelijkheid tussen zwart en wit in Amerika. Hiermee wordt enerzijds afstand gedaan van het beeld dat Parks enkel door zijn foto’s als burgerrechten activist getypeerd kan worden, en anderzijds van het beeld dat Parks een Renaissance Man was die weinig sociaal geëngageerd was. Parks was een veelzijdig man met vele talenten, maar hij koppelde ook veel van zijn werk aan de strijd tegen ongelijkheid tussen zwart en blank. Hoewel moeilijk te bepalen is of Parks daadwerkelijk bij heeft gedragen aan de Civil Rights Movement of de Black Power Movement is wel gebleken dat hij door deze bewegingen beïnvloed is. Zo toont Parks dat zaken als racisme en segregatie onjuist zijn, en toont hij de meerdere gezichten van de rassenstrijd in Amerika in de jaren ’60. Hij identificeert zich niet duidelijk met één bepaalde groep binnen de bewegingen, maar positioneert zich wel duidelijk als zwarte fotograaf. Hij voelt zich een met de groepen omdat hij ook zwart is. Daardoor speelt Parks’ eigen ras een belangrijke rol in zijn werk. De boodschappen die Parks uitte over ras verschilde tussen zijn verschillende media. Binnen die media verschilden de boodschappen ook. Er is echter een duidelijke rode lijn te zien in Park’s werk over ras. Hij toonde namelijk, door de empathie en rationaliteit van mensen aan te spreken, dat racisme een complex fenomeen was en verstrekkende gevolgen had voor de hele maatschappij. Een voorbeeld van de complexiteit van racisme is dat Parks benadrukt dat ‘goed’ en ‘slecht’ niet aan de hand van ras gedefinieerd kan worden: zwarte mensen zijn niet altijd goed en blanke mensen zijn niet altijd slecht. Dit is bijvoorbeeld duidelijk terug te zien in The Learning Tree (dit is ook de voornaamste boodschap in de film), maar ook in de film Shaft, waar John Shaft zwarte en blanke bondgenoten heeft.
36
Daarnaast gaf Parks altijd een multidimensionale uitleg in beeld en tekst, en legde hij vaak de nadruk op de menselijkheid door verschillende kanten van zijn onderwerpen te tonen. Dit begint bij Red Jackson: enerzijds een gewelddadig bendeleider, anderzijds een liefhebbende zoon en een jongen die hulp nodig heeft om te stoppen met zijn gewelddadige leven. Dit eindigt bij de Black Panthers: enerzijds zijn ze in een gewelddadige strijd met de politie verwikkeld, anderzijds zorgen ze voor een gratis ontbijt voor zwarte scholieren en hebben ze dezelfde doelen voor ogen als de geliefde Martin Luther King.
Desalniettemin beslaat het deel van Parks’ werk waarin ras een rol speelt enkel
een klein gedeelte van zijn oeuvre. Het is daarom niet verwonderlijk dat Parks oeuvre na zijn dood en na zijn honderdste verjaardag op verschillende manier gekarakteriseerd werd. In 2006 werd Parks door zijn veelzijdigheid en artisticiteit herinnerd. Het feit dat Parks nu voornamelijk door zijn ras gerelateerde werk wordt herinnerd, komt door de inhoud van dat werk. Deze inhoud maakte duidelijk wat Parks dacht over racisme en hoe hij zich positioneerde als zwarte fotograaf, regisseur en dichter. Dit betekent dat hij herinnerd moet worden als een man die zich artistiek inzette tegen racisme.
Tot slot moet worden genoteerd dat er ook punten niet zijn onderzocht in deze
scriptie, die aanbevolen kunnen worden voor vervolgonderzoek. Zo is Parks’ vroegere werk voor de Rosenwald beurs en de FSA niet in dit onderzoek opgenomen, omdat dit niet beschikbaar was. Het betrekken van deze werken zou de schaal van dit onderzoek kunnen vergroten. Het zou interessant zijn om na te gaan in hoeverre het verslag doen van zo veel verschillende zwarte activisten onderdeel was van een bewuste actie van Life magazine, door de artikelen te vergelijken met andere artikelen over de burgerrechtenbeweging die rond die tijd, of zelfs daarvoor, door Life werden gepubliceerd. Hierbij zou de focus kunnen liggen op de raciale oriëntatie van Life magazine tijdens de burgerrechtenbeweging, of op Parks, door na te gaan in hoeverre zijn werk aan de wensen van Life werd beïnvloed en in hoeverre hij zelf bepaalde wat hij schreef/publiceerde.
37
Bibliography Boeken: -‐ Churchill, Ward. To Disrupt, Discredit And Destroy The Fbi's Secret War Against The Black Panther Party. Routledge, 2009. -‐ Doss, Erika Lee. Looking at Life Magazine. Washington, D.C.: Smithsonian Institution Press, 2001.
-‐ Guerrero, Ed. Framing Blackness: The African American Image in Film. Philadelphia: Temple University Press, 1993. -‐ Haak, Niels. Preying on the Panther: The FBI?s (c)overt war against the Black Panther Party, 1968-1971. Utrecht: Utrecht University, 2011. -‐ Kunhardt, Jr., Philip B. "Preface." In A Poet and His Camera. New York: Viking Press, 1968. -‐ Kunhardt, Jr., Philip B. "introduction." In Gordon Parks: Whispers of Intimate Things. New York: Viking Press, 1971. -‐ Madsen, Charlotte. Can You Digg it?. Copenhagen: University of Copenhagen, 2013. -‐ Parks, Gordon. A Hungry Heart: A Memoir. New York: Atria Books, 2005. -‐ Parks, Gordon. A Poet and His Camera. New York: Viking Press, 1968. -‐ Parks, Gordon. Choice of Weapons. New York: Harper & Row, 1966. -‐ Riboud, Marc, Michael Edelson, and Cornell Capa. "Gordon Parks." In The Concerned Photographer 2; The Photographs of Marc Riboud, Roman
- Scott, Joseph W. The Black Revolts: Racial Stratification in the U.S.A. : the Politics of Estate, Caste, and Class in the American Society. Cambridge, Mass: Schenkman Pub. Co, 1976. Vishniac, Bruce Davidson, Gordon Parks, Ernst Haas, Hiroshi Hamaya, Donald McCullin, W. Eugene Smith. New York: Grossman Publishers, 1972. Artikelen: -‐ Cripps, Thomas. "The Learning Tree." The Massachusetts Review 11, no. 3 468 -‐ 485. Accessed August 1, 2014. -‐ Gallagher, Victoria J., and Kenneth S. Zagacki. "Visibility and Rhetoric: Epiphanies and Transformations in the Life Photographs of the Selma Marches of 1965." Rhetoric Society Quarterly 35 (2007): 113 -‐ 135. Accessed July 17, 2014. doi:10.1080/02773940601016056. Kraszewski, Jon. "Recontextualizing the historical reception of Blaxploitation." The Velvet Light Trap no. 50 (2002): 48 -‐ 61. Accessed -‐ Perry, Robert. Towards the Gendering of Blaxploitation and Black Power. Milwaukee: University of Wisconsin, n.d.
38
-‐ July 16, 2014.
Websites: -‐ Teaching American History | A leading online resource for American History teachers & students. "A Summing Up: Louis Lomax interviews -‐ Malcolm X | Teaching American History." Accessed July 30, 2014. http://teachingamericanhistory.org/library/document/a-‐summing-‐up-‐louis-‐lomax-‐interviews-‐malcolm-‐x/. -‐ Becker, Howard S. "Visual sociology, documentary photography, and photojournalism: It's (almost) all a matter of context." Visual Studies (1995): 5 -‐ 14. Accessed August 8, 2014. doi:10.1080/14725869508583745. -‐ Berger, Maurice. "A Radically Prosaic Approach to Civil Rights Images." New York Times. Last modified July 16, 2012. http://http://lens.blogs.nytimes.com/2012/07/16/a-‐different-‐approach-‐to-‐civil-‐rights-‐ images/?_php=true&_type=blogs&_r=0. -‐ The Gordon Parks Foundation. "Biography." Accessed August 3, 2014. http://www.gordonparksfoundation.org/biography/. -‐ Carmichael, Stokely. "Speeches and Sounds -‐ Stokely Carmichael -‐ Garfield High School, Seattle, Washington." African-‐American Involvement in the Vietnam War. Accessed July 30, 2014. http://www.aavw.org/special_features/speeches_speech_carmichael01.html.
IMDB. "Gordon Parks - Biography." IMDb. Accessed August 16, 2014. http://www.imdb.com/name/nm0662953/bio?ref_=nm_ov_bio_sm. -‐ Jenkins Johnson Galley. "Gordon Parks: Centennial." Jenkins Johnson Gallery. Accessed August 8, 2014. http://www.jenkinsjohnsongallery.com/press/2013/02.Parks_PR.pdf. -‐ MOAD. "Museum of the African Diaspora :: Exhibits." Museum of the African Diaspora. Accessed August 8, 2014. http://moadsf.org/exhibits/?id=36. -‐ Museum of the African Diaspora. "Museum of the African Diaspora :: Exhibits." Accessed August 3, 2014. http://moadsf.org/exhibits/?id=36. -‐ The New York Photo Review. "The New York Photo Review Gordon Parks at International Center of Photography." Accessed August 8, 2014. http://www.nyphotoreview.com/NYPR_REVS/NYPR_REV2366.html.
-‐ NOMA. "GORDON PARKS: THE MAKING OF AN ARGUMENT -‐ News @ NOMA | New Orleans Museum of Art." NOMA | New Orleans
39
Museum of Art. Accessed August 8, 2014. http://noma.org/news/detail/222/GORDON-‐PARKS-‐THE-‐MAKING-‐OF-‐ AN-‐ARGUMENT. -‐ Nova Scotia Bank. "Scotiabank CONTACT Photography FestivalPortraits." Scotiabank CONTACT Photography Festival. Accessed August 8, 2014. http://scotiabankcontactphoto.com/primary-‐exhibitions/1816. -‐ Studio Museum. "Gordon Parks." The Studio Museum in Harlem. Accessed August 8, 2014. http://www.studiomuseum.org/exhibition/gordon-‐ parks-‐harlem-‐family-‐1967. Tijdschriften: -‐ Nb. "Atom City." Life Magazine, June 27, 1949. -‐ Nb. "Life's readers respond to ''Race and poverty''." Life Magazine, March 29, 1968. -‐ Nb. "Puerto Rico shows off." Life Magazine, January 24, 1949. Nb. "The Girls Backstage." Life Magazine, December 22, 1958. -‐ Bennett, Lerone. "Sex and the Black." Ebony Magazine, August, 1972. -‐ Moore, Gerald. "Return of the prodigy." Life Magazine, November 15, 1968. -‐ Parks, Gordon. "A man who tried to love somebody." Life Magazine, April 19, 1968. -‐ Parks, Gordon. "Eldridge Cleaver in Algiers: a visit with Papa Rage." Life Magazine, February 6, 1970. -‐ Parks, Gordon. "Harlem gang leader." Life Magazine, November 1, 1948. -‐ Parks, Gordon. "How it feels to be black." Life Magazine, August 16, 1963. -‐ Parks, Gordon. "I make my choice of weapons." Life Magazine, January 28, 1966. -‐ Parks, Gordon. "Picasso the sculptor." Life Magazine, October 14, 1957. -‐ Parks, Gordon. "Race and poverty." Life Magazine, March 8, 1968. -‐ Parks, Gordon. "Restraints: open and hidden." Life Magazine, September 24, 1956. -‐ Parks, Gordon. "Stokely Carmichael: a young man behind an angry message." Life Magazine, May 19, 1967. -‐ Parks, Gordon. "Summer night surprise." Life Magazine, August 2, 1954. -‐ Parks, Gordon. "The restraints: hidden and open." Life Magazine, September 24, 1956. -‐ Parks, Gordon. "The violent death of a man called Malcolm." Life Magazine, March 5, 1965. -‐ Parks, Gordon. "The white devil's day is almost over." Life Magazine, May 31, 1963. -‐ Williams, Richard L., and Gordon Parks. "He wouldn't cross the line." Life Magazine, September 3, 1951. Films: -‐ Caroline, Kaplan, Colin, McGabe, Paula, Jalfon, Isaac, Julien. BaadAsssss Cinema. 2002. Independent Film Channel,
40
Film. -‐ Parks, Gordon. The learning tree. 1969. Warner Bros., Film. -‐ Parks, Gordon, Freeman, Joel, Tidyman, Ernest. Shaft. 1971. Metro, Goldwyn, Mayer, Film. -‐ Wallace, Mike, Lomax, Louis. The hate that hate produced. 1959. Newark: WNTA-‐TV, Film. Muziek: -‐ "Soulville -‐ Black Moses -‐ Isaac Hayes." YouTube. n.d. Accessed July 31, 2014. http://www.youtube.com/watch?v=XhpKxmhfKZs.
41