Goederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties
Sandy Dekker 0401323
Studiejaar 2009
Afgerond op 19 september 2009 Beoordelend docent: W.A.P. Nieuwenhuizen
Studierichting: Fiscale Economie Universiteit van Amsterdam
1
Inhoud
1. Inleiding
3
2. Wetten en regelingen
6
2.1. Margeregeling
6
2.2. Veilingregeling
8
2.3. Intracommunautaire transacties
9
2.4. Invoerregeling
10
3. Problemen uit de praktijk
12
4. Btw aangifte voor goederen gekocht via Ebay
14
5. Conclusie
16
Bibliografie
2
1. Inleiding
Ondernemers die goederen inkopen in een ander land van de Europese Unie, moeten rekening houden met de verschillende punten wanneer zij btw-aangifte gaan doen. Zij kunnen te maken krijgen met intracommunautaire transacties (ICT), de margeregeling en de veilingregeling. Ondernemers die goederen inkopen buiten de Europese Unie, krijgen te maken met het begrip invoer. Allereerst worden deze begrippen kort uitgelegd. In hoofdstuk twee wordt dieper op deze begrippen ingegaan. De margeregeling is vastgelegd in de wet op de Omzetbelasting, artikel 28b. De wet houdt in dat de belastingplichtige alleen btw betaalt over zijn behaalde winstmarge en niet over zijn omzetbedrag. Dit wordt verduidelijkt met een voorbeeld. Ondernemer A koopt van particulier B een tweedehands antieke stoel voor 60 euro. Deze wordt opgeknapt door A en vervolgens verkocht aan geïnteresseerde C voor 100 euro. A heeft bij deze transactie een winstmarge van 40 euro. Over deze 40 euro betaalt hij 19% btw, 19/119*40= 6,39 euro. Als deze transactie niet onder de margeregeling zou vallen, maar onder de normale btw-regeling, zou ondernemer A 19/119*100= 15,97 euro aan btw betalen. De veilingregeling is opgenomen in de wet op de omzetbelasting 1968 onder artikel 3 - lid 5. Er staat letterlijk:
Goederen welke over een veiling worden verhandeld, worden geacht aan en vervolgens door de houder van de veiling te zijn geleverd.
Dit houdt in, dat de goederen fictief zijn geleverd door partij A aan de houder van de veiling, waarna hij deze goederen weer levert aan de koper, partij B. In werkelijkheid zullen de goederen rechtstreeks van partij A naar partij B gaan. Als de veilingregeling niet zou bestaan, zou de houder van de veiling een dienst verrichten en geen levering. Een intracommunautaire transactie (ICT) vindt plaats wanneer nieuwe goederen worden ingekocht in het buitenland door een Nederlandse ondernemer van een buitenlandse ondernemer, binnen de Europese Unie. De buitenlandse ondernemer
3
brengt 0 procent btw in rekening. Op de factuur staat alleen het netto bedrag exclusief de verschuldigde btw. De Nederlandse ondernemer betaalt in Nederland bij zijn btwaangifte de btw. Dit bedrag kan hij gelijk weer aftrekken als voorbelasting. Invoer vindt plaats wanneer een ondernemer goederen inkoopt die afkomstig zijn uit een land, buiten de Europese Unie. Deze goederen worden “niet-communautaire goederen” genoemd. Er moet onder andere aangifte worden gedaan en belastingen worden betaald, voordat deze goederen op de binnenlandse markt mogen worden gebracht.1
Het is in de huidige literatuur in bepaalde situaties nog niet duidelijk hoe aankopen via veilingsites als Ebay en Marktplaats in de btw-aangifte behandeld moeten worden. Dit wordt verduidelijkt met een voorbeeld. Wanneer de Nederlandse ondernemer N handelsgoederen inkoopt via Ebay van de Duitse ondernemer D, zou dit volgens de Europese wetgeving 2 een intracommunautaire transactie (ICT) moeten zijn. Dientengevolge zou het 0 procenttarief van toepassing zijn. De praktijk leert dat verkopers op Ebay er vanuit gaan dat zij aan particulieren verkopen. Hierdoor hebben zij vaak geen weet van het 0 procenttarief en dient de inkopende ondernemer wel btw te betalen over de ingekochte goederen. Daarnaast komt het ook vaak voor dat D geen correcte, of helemaal geen, factuur meezendt. Het gevolg is dat N hierdoor geen recht heeft op terugvordering van de btw in Duitsland, waardoor hij als het ware dubbel belasting betaalt over het inkoopbedrag, namelijk ook nog eens over de omzet wanneer het artikel verkocht wordt. Wanneer de margeregeling zou worden toegepast, valt dit probleem van dubbele belasting weg.
Op welke manier moeten de goederen die ingekocht zijn via Ebay fiscaal behandeld worden? Deze vraag staat centraal in de scriptie. De margeregeling mag niet altijd worden toegepast zoals hierboven staat beschreven en een ICT moet ook voldoen aan bepaalde genoemde eisen. 1 2
Douane Homepage www.douane.nl/zakelijk/invoer Artikel 20 BTW-richtlijn
4
In de scriptie wordt onderzocht, onder welke voorwaarden een transactie onder de margeregeling, veilingregeling, invoerregeling, of ICT zou kunnen vallen en wat hierbij de uitzonderingen zijn. Zouden nieuwe artikelen ingekocht in het buitenland, onder voorwaarden, ook onder de margeregeling kunnen vallen? Er wordt ook gekeken naar wat de wetgever eigenlijk bedoeld heeft met de wetten en of dit ook zo werkt in de praktijk. Bestaande conflicten met de Nederlandse omzetbelastingwet en de praktijk worden nader onderzocht. Als aanvulling hierop wordt er ook gekeken naar de Europese wetgeving. De scriptie eindigt met een advies over hoe deze goederentransacties behandeld zouden moeten worden.
De opbouw van deze scriptie ziet er als volgt uit. Allereerst zal er in hoofdstuk twee door middel van literatuuronderzoek in kaart worden gebracht wat de huidige regelingen (marge-, veiling-, invoerregeling, ICT) inhouden en wat hierbij de criteria en uitzonderingen zijn. Er zal gebruik worden gemaakt van wetten en EU-richtlijnen. Daarna zal in hoofdstuk drie deze theorie getoetst worden aan de praktijk met behulp van een voorbeeld. Een ondernemer die goederen inkoopt via Ebay staat hier centraal. De problemen die hij tegenkomt worden besproken in samenhang met de huidige regelingen en wetten. Vervolgens wordt er in hoofdstuk vier geanalyseerd op welke punten de theorie en de praktijk met elkaar in overeenstemming zijn en waar nog conflicten ontstaan. Er wordt gekeken naar mogelijkheden om deze conflicten op te lossen.
5
2. Wetten en regelingen
In de inleiding zijn de begrippen margeregeling, veilingregeling, invoerregeling en ICT al kort uitgelegd. Nu volgt een gedetailleerdere beschrijving van deze begrippen.
2.1 Margeregeling De margeregeling3 houdt in, dat een ondernemer alleen btw afdraagt over de behaalde winstmarge en niet over de gehele omzet.4 Bij een “gewone” transactie5 dient de ondernemer btw te betalen over zijn totale verkoopprijs. De volgende voorbeelden verduidelijken het begrip margeregeling. Deze voorbeelden geven aan dat er zonder deze regeling een oneerlijke situatie zou ontstaan. Wanneer een ondernemer goederen inkoopt van een particulier, zal hij hierbij geen factuur ontvangen6. Factureren is alleen verplicht voor een ondernemer die verkoopt aan een andere ondernemer7. Particulieren hoeven geen facturen bij te voegen. Wanneer een ondernemer een transactie sluit met een particulier, is factureren ook niet verplicht. Dit wordt desondanks wel vaak gedaan bij bijvoorbeeld een internetverkoop, ook wel een “koop op afstand” genoemd, omdat de particulier dan het recht heeft om te ruilen of te retourneren. Aftrek van voorbelasting is bij de transactie tussen een particulier en een ondernemer dus niet mogelijk, omdat de ondernemer geen factuur ontvangt met hierop het bedrag plus de btw. Wanneer de margeregeling niet zou bestaan, zou ondernemer N uit het voorbeeld in de inleiding 15,97 euro aan btw moeten betalen zonder dat hij de btw van het ingekochte goed zou kunnen aftrekken. Dit is een ongewenste situatie omdat de ondernemer op deze manier dubbel zou worden belast. Hij betaalt namelijk de btw over de totale verkoopwaarde, terwijl de btw die schuilt in 3
De wet op de Omzetbelasting, artikel 28b Zie Bijl, Hilten, Vliet (2001, pp 3, 444-450) 5 Met een gewone transactie wordt hier bedoeld, een transactie die valt onder de normale btw-regeling 6 Artikel 20 btw-richtlijn 7 Zie voor een volledig overzicht van de factureringsplicht Van Vilsteren-Maters (2005, pp. 33-35) en de Homepage van de Belastingdienst: www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob02/ob0231.html#P528_47511 4
6
de inkoopwaarde niet terug te vorderen is wegens het ontbreken van een factuur. De wetgever heeft hiervoor de margeregeling in werking laten treden, zodat deze goederen via de margeregeling in de btw-aangifte behandeld kunnen worden. In de volgende alinea wordt besproken in welke gevallen de margeregeling toegepast mag worden. De margeregeling is van toepassing voor ondernemers die gebruikte goederen inkopen en verkopen. De voorwaarden voor deze regeling worden nu besproken. In de volgende alinea wordt besproken wanneer de margeregeling niet van toepassing is. De Belastingdienst geeft op de website twee voorwaarden waaraan de ondernemer moet voldoen. De eerste is dat de ondernemer een wederverkoper moet zijn van de ingekochte gebruikte goederen, kunst, antiek of voorwerpen voor verzamelingen. Hij moet de goederen dus inkopen met als doel om deze weer te verkopen, het winstoogmerk maakt hier niet uit. Onder gebruikte goederen vallen ook goederen, die eerst gerepareerd worden voordat ze doorverkocht worden. De tweede voorwaarde is dat de ondernemer moet inkopen van een leverancier die hem geen btw in rekening brengt. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de leverancier een particulier is of zelf de margeregeling heeft toegepast. Voor deze tweedehands goederen is bij de aankoop al btw afgedragen. Dit hoeft niet nogmaals te gebeuren. Vandaar dat de margeregeling hier uitkomst biedt.8 Met betrekking tot transacties binnen de Europese Unie mag ook de margeregeling worden toegepast voor gebruikte goederen, kunst, antiek of verzamelvoorwerpen. De regels voor een ICT gelden dan niet. Hierna volgen een aantal uitzonderingen op de margeregeling. Er zijn situaties wanneer de margeregeling niet van toepassing is. In de vorige alinea werden de gebruikte goederen genoemd, die gerepareerd werden voordat doorverkoop plaatsvond. Wanneer er zoveel aan het goed veranderd wordt dat er een nieuw goed ontstaat9, valt deze niet meer onder de margeregeling. Als voorbeeld kan een tweedehands kledingwinkel genoemd worden waar kleding doorverkocht wordt of waar oude kleding gebruikt wordt voor het maken van een “nieuw” kledingstuk. In het 8
Homepage van de Belastingdienst www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob07/ob0704.html#P35_6490 9 Dit is vervaardiging van een goed, zie Sligter (2007, pp. 34-35)
7
eerste geval, doorverkoop, kan de margeregeling worden gebruikt. In het tweede geval kan dit niet. Nu wordt namelijk de stof van het oude kledingstuk, bijvoorbeeld een versleten jeans, gebruikt voor het maken van een nieuw kledingstuk, bijvoorbeeld een strokenrok waarbij verschillende lappen stof zijn ingezet. Hierdoor is een nieuw goed ontstaan en moeten de gewone btw-regels toegepast worden10. Wanneer de ondernemer een bedrijfsmiddel, bijvoorbeeld een machine, heeft ingekocht van een particulier en die later weer verkoopt, is over het gehele verkoopbedrag btw verschuldigd. Ook al is het bedrijfsmiddel ingekocht via de margeregeling, de verkoop is gewoon normaal belast. De margeregeling geldt namelijk alleen voor handelsgoederen en niet voor bedrijfsmiddelen. Het is overigens niet verplicht om de margeregeling te hanteren wanneer dit mogelijk is, er mag ook gekozen worden voor de normale btw-regeling.11 In de vorige alinea’s is de margeregeling uitgelegd en de voorwaarden van deze regeling. Hierna wordt de veilingregeling uitgelegd.
2.2 Veilingregeling
In de vorige paragraaf werd het begrip margeregeling uitgelegd. Hieronder volgt een beschrijving van het begrip veilingregeling. De veilingregeling12 zorgt ervoor dat de goederen geacht worden aan en vervolgens door de veilinghouder geleverd te zijn. Dus niet rechtstreeks van de verkoper aan de koper. De verkoper levert de goederen eerst aan de veilinghouder en stuurt de veilinghouder bij verkoop een factuur. Deze veilinghouder stuurt een factuur naar de koper inclusief de provisie welke hij rekent. De koper betaalt het totale bedrag aan de veilinghouder. Zonder deze regeling is het erg lastig via een veiling goederen te verkopen. Omdat de verkoper niet weet of de koper een ondernemer of een particulier 10
Zie voor regels omtrent het gebruik van de margeregeling de Homepage van de Belastingdienst www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob07/ob07-05.html#P44_7045 11 www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob07/ob07-01.html 12 Artikel 3-5, wet op de omzetbelasting 1968
8
is, weet hij niet welke factuur hij moet versturen naar de koper. Bovendien zou de veiling zijn provisie bekend moeten maken, omdat deze ook betaald dient te worden door de koper aan de veilinghouder. Hiervoor is de veilingregeling in werking getreden, zodat de veilinghouder geen dienst levert, maar een fictieve levering van de goederen.13 De Belastingdienst geeft aan dat goederen zoals kunst, antiek, verzamelvoorwerpen of gebruikte goederen, onder de margeregeling vallen als deze goederen afkomstig zijn van particulieren of daarmee gelijkgestemden14. Hieruit zou men kunnen opmaken, dat de overige goederen niet onder de margeregeling vallen. In Europees verband zijn er geen regels met betrekking tot goederen die verhandeld zijn over een veiling. De Zesde richtlijn15 geeft hierover geen bijzonderheden. In de vorige alinea is de veilingregeling uitgelegd. Hierna worden de Intracommunautaire transacties uitgelegd.
2.3 Intracommunautaire transacties
In de vorige paragraaf werd het begrip veilingregeling uitgelegd. Hieronder volgt een beschrijving van het begrip ICT. Een ICT vindt plaats wanneer nieuwe goederen worden ingekocht in het buitenland door de Nederlandse ondernemer N van de buitenlandse ondernemer D. Dit zal met een voorbeeld worden verduidelijkt. De Nederlandse ondernemer N koopt van een Duitse ondernemer D een partij nieuwe goederen. N geeft aan D zijn btw-nummer voor de administratie en aangifte. N moet dus een geregistreerde ondernemer zijn, omdat hij op het moment van aanmelden bij de Belastingdienst dit btw-nummer ontvangt. De goederen worden geleverd door D aan N met een bijgevoegde factuur waarop geen btw in rekening is gebracht. N hoeft geen btw te betalen en D hoeft geen 13 Zie Van Kesteren & Dongen (2003, pp. 97-98) en Van Hilten & Van Kesteren (2007, pp.116) en Bijl, Hilten, Vliet (2001, pp 72) 14 www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob07/ob07-05.html#P44_7045 15 Artikel 2a-1a, btw-richtlijn 2006, hieronder wordt verstaan: richtlijn nr 2006/112/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
9
btw te berekenen, omdat het hier om een ICT gaat. De goederen gaan dus btw-vrij de grens over.16 In Nederland moet N bij zijn aangifte de btw op deze partij goederen afdragen, maar hij kan deze ook gelijk weer aftrekken als voorbelasting17. Waarom deze regeling als het saldo uiteindelijk nul is? Volgens de wet moeten goederen worden belast daar waar de plaats van levering is. Omdat daar door de consument de voordelen worden genoten. Als N btw had betaald over de ingekochte goederen, zou deze btw toekomen aan de Duitse Belastingdienst18, terwijl de goederen in Nederland verkocht worden. N moet vervolgens de btw terugvorderen via de Duitse Belastingdienst. Deze manier zorgt voor veel administratie, wat volgens de wetgevers ongewenst is, vandaar dat de ICT is ingevoerd. Deze regeling maakt het handelen over de grens, binnen de Europese Unie, makkelijker. In de vorige alinea is de ICT uitgelegd. Hierna wordt het begrip invoer uitgelegd.
2.4 Invoerregeling
In de vorige paragraaf werd het begrip ICT uitgelegd. Hieronder volgt een beschrijving van het begrip invoer. Wanneer een ondernemer of een particulier een goed koopt van een Amerikaanse ondernemer, zal er geen btw drukken op het ingekochte goed, omdat Amerika geen btw systeem heeft zoals wij dat kennen. Dit leidt tot oneerlijke concurrentie met binnenlandse ondernemers, zij moeten namelijk wel btw in rekening brengen. Hierdoor zal het voor een particulier goedkoper zijn om goederen te kopen van een Amerikaanse ondernemer19. De wetgever vond dit een onwenselijke situatie en heeft hiervoor de invoerregeling ingevoerd20. Alle goederen die van buiten de
16
Bormann-Bakker en Veen (2008, pp 9-11) Van Kesteren & Dongen (2003, pp. 339-341) 18 De correcte benaming in Duitsland is “Bundeszentralamt für Steuern” 19 Van Hilten & van Kesteren (2007, pp.14-15) 20 Zie de artikelen 18-23 van de Wet op de omzetbelasting 1968 17
10
Gemeenschap21 één van de lidstaten binnenkomen, komen belastingvrij binnen22. In deze lidstaat wordt vervolgens btw geheven die overeenkomt met het binnenlandse tarief23. Dit geldt zowel voor particulieren als voor ondernemers, die een goed kopen uit een derde land. Voor particulieren gelden veel vrijstellingen, zodat zij veelal belastingvrij het goed zullen ontvangen24. Voor een ondernemer maakt het niet uit, deze kan namelijk de geheven btw weer als voorbelasting aftrekken. De invoer van een goed werkt dan op dezelfde manier als een ICT voor deze ondernemer. In art. 15-1-c-1° van de Wet op de omzetbelasting 1968 is geregeld dat de verschuldigde belasting met betrekking tot de invoer alleen aftrekbaar is bij de ondernemer voor wie de goederen uiteindelijk zijn bestemd25. Dit is om de situatie te voorkomen dat een goed onbelast bij een particulier terecht zou komen. Zonder deze bepaling gebeurt het vaak dat de douane-expediteur de goederen invoert, deze hoeft geen invoerbelasting te betalen, waarna de goederen onbelast het land ingaan en bij een particulier terecht kunnen komen26.
In de vorige vier paragrafen zijn de begrippen margeregeling, veilingregeling, ICT en de invoerregeling uitgelegd. De voorwaarden van de margeregeling zijn duidelijk, echter niet altijd toepasbaar. Het Ebay voorbeeld uit de inleiding maakt duidelijk, dat er problemen ontstaan voor de btw-aangifte, wanneer een Nederlandse ondernemer goederen inkoopt via Ebay van een Duitse ondernemer. Dit is een situatie die vaak voorkomt in de praktijk. In hoofdstuk drie zal dit praktijkprobleem getoetst worden aan de verschillende regelingen die in dit hoofdstuk besproken zijn.
21
Zie art. 5 van de btw-richtlijn voor een definitie van de lidstaten en de derde landen Zie art 30 Btw-richtlijn 23 Zie art. 20 van de Wet op de omzetbelasting 1968, voor Nederland is dit 19, 6 of 0 procent 24 Van Hilten & van Kesteren (2007, pp.48) 25 De Hoge Raad heeft bepaald dat dit degene is die de macht heeft om als eigenaar over de goederen te beschikken. Arrest van 11 april 2003 (BNB 2003/210). 26 Van Hilten & van Kesteren (2007, pp.311-312) en Coppieters (1998) 22
11
3. Problemen uit de praktijk
In het vorige hoofdstuk zijn vier van de regelingen besproken waar een Nederlandse ondernemer mee te maken kan krijgen wanneer hij goederen gaat inkopen in het buitenland. In dit hoofdstuk worden de problemen besproken waar een Nederlandse ondernemer mee te maken krijgt, wanneer hij gaat inkopen in het buitenland. In deze praktijk situatie is een Nederlandse ondernemer N van plan goederen te kopen via Ebay, met het doel om deze in Nederland te wederverkopen. N is voor de omzetbelasting belastingplichtig in Nederland, omdat hij zelfstandig een onderneming drijft en zijn bezigheden een regelmatig karakter hebben27. Het is mogelijk op de website van Ebay aan te geven of men een zakelijke of een particuliere verkoper is. Niet alle zakelijke verkopers staan ook daadwerkelijk ingeschreven in het handelsregister of zijn btw-plichtig, het is voor iedereen mogelijk om zich in te schrijven als zakelijke verkoper28. Hierdoor is het vaak niet duidelijk in welke hoedanigheid de verkopende partij opereert. N heeft een aantal verkopers in Duitsland gevonden die goederen aanbieden welke hij wil wederverkopen in Nederland. Meestal koopt hij meerdere artikelen bij één verkoper en laat deze vervolgens verzenden naar Nederland. Het betreft hier nieuwe goederen. Deze goederen worden in Nederland verkocht via een online webshop en verzonden naar de adressen van de klanten, welke veelal in Nederland wonen. Facturen worden niet bij elk pakket meegezonden, ook wanneer N hier uitdrukkelijk om vraagt, willen een aantal verkopers hier geen gehoor aan geven. Op welke manier dienen deze goederen fiscaal behandeld te worden? Deze vraag wordt in de volgende alinea’s nader onderzocht aan de hand van de besproken regelingen. Vallen de ingekochte goederen onder de margeregeling? Zoals in hoofdstuk twee besproken is, moeten de goederen aan bepaalde voorwaarden voldoen, om onder deze regeling te vallen. N moet een wederverkoper van gebruikte goederen zijn en de 27
Art. 1 en 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Homepage van de Belastingdienst www.belastingdienst.nl/zakelijk/ondernemen_ondernemerworden/ondernemen_ondernemerworden05.html#P64_12605 28 Zie Ebay Homepage www.pages.ebay.nl/help/sell/business/businessinformation.html
12
Ebay verkoper mag hem geen btw in rekening gebracht hebben. N is een wederverkoper, maar de goederen die hij verkoopt zijn nieuw, deze voorwaarde gaat niet op. Daarnaast brengen een aantal Ebay verkopers hem wel btw in rekening, dit is te zien op de factuur die zij meezenden29. Het lijkt erop dat de margeregeling in dit praktijkvoorbeeld geen uitkomst biedt. Aangezien N goederen inkoopt in Duitsland, een lidstaat van de Europese Unie, wordt nu de vraag onderzocht of deze inkoop aan te merken is als een ICT. Een ICT vindt plaats wanneer nieuwe goederen worden ingekocht in het buitenland door N van een buitenlandse ondernemer uit één van de lidstaten. In dit praktijk voorbeeld is dit het geval. Het probleem waar N tegenaan loopt is dat de Duitse ondernemers vaak geen kennis hebben van de mogelijkheid om de goederen btw vrij naar Nederland te verzenden, zodat N deze goederen met btw kan belasten in eigen land. Zij willen geen 0 procent factuur maken voor N en berekenen gewoon het 19 procenttarief dat geldt in Duitsland. Hierdoor betaalt N dus Duitse btw en is het niet mogelijk om de inkoop van goederen aan te merken als een ICT. Het begrip invoer komt niet aan de orde in dit voorbeeld, omdat de goederen ingekocht worden in Duitsland. Dit is een lidstaat van de Europese Unie, dus kom je aan het begrip invoer niet toe. Biedt de veilingregeling dan uitkomst? De goederen worden ingekocht via Ebay. Is Ebay aan te merken als een houder van de veiling in de zin van art 3-5 van de Wet op de omzetbelasting? Dit is niet het geval, omdat Ebay een dienst verricht en geen levering. De goederen worden niet eerst aan Ebay geleverd en vervolgens aan de koper, de goederen gaan rechtstreeks van de verkoper naar de koper. Deze verkoper stuurt eventueel een factuur mee, hier heeft Ebay geen zicht op. Ebay berekent de verkopers een provisie en verricht dus een dienst. Hierdoor heeft te veilingregeling geen toepassing. In de vorige alinea’s is een probleem uit de praktijk getoetst aan de vier besproken regelingen. Er is gebleken dat geen van deze regelingen een oplossing kan 29 De in rekening gebrachte btw in Duitsland op de goederen die N inkoopt, is 19%, gelijk aan het Nederlandse tarief
13
bieden voor het probleem waar de Nederlandse ondernemer mee te maken kreeg. In hoofdstuk vier wordt gekeken wat voor gevolgen dit heeft voor de btw-aangifte van de Nederlandse ondernemer en naar eventuele andere oplossingen.
4. Btw aangifte voor goederen gekocht via Ebay
De vier regelingen die besproken zijn in hoofdstuk twee bleken onbruikbaar te zijn voor de Nederlandse ondernemer. In dit hoofdstuk zal worden geadviseerd op welke wijze de goederen in de btw-aangifte moeten worden behandeld. Duitse verkopers die hun goederen verkopen via Ebay, sturen niet allen een factuur mee met de goederen, wanneer zij deze verzenden naar Nederland. Allereerst wordt gekeken naar de situatie waarin de Nederlandse ondernemer wel een factuur ontvangt. Daarna volgt een advies met betrekking tot de situatie waarin deze niet meegestuurd wordt. Wanneer N een wettelijk correcte factuur ontvangt van de Duitse ondernemer, staat hierop de Duitse btw vermeld. Aangezien het hier nieuwe goederen betreft, moet N bij verkoop van deze goederen btw afdragen over de verkoopprijs. In een ideale situatie, zou deze transactie aangemerkt moeten worden als een ICT, zodat N deze goederen btw vrij ontvangt, maar zoals blijkt uit de praktijk, werken de Duitse verkopers meestal niet mee en brengen toch btw in rekening. Er bestaat voor N een mogelijkheid om deze in rekening gebrachte btw terug te vorderen in Duitsland. Op deze manier geniet N toch aftrek van voorbelasting en drukt er geen dubbele btw op de goederen. N kan de btw niet via zijn normale aangifte in Nederland als voorbelasting aftrekken, maar moet zich hiervoor wenden tot de Duitse Belastingdienst, Bundeszentralamt für Steuern. Bij de Nederlandse Belastingdienst kan N een formulier aanvragen, welke hij samen met de originele Duitse facturen opstuurt naar het Bundeszentralamt für Steuern. Dit formulier moet uiterlijk binnen zijn op 1 september van het jaar ná het boekjaar waarop de
14
facturen betrekking op hebben.30 Na deze termijn vervalt het recht op teruggaaf van btw en betaalt N dientengevolge dubbele btw. Voor de Nederlandse ondernemer is dit een tijdrovend traject met extra administratieve verplichtingen. Vooral wanneer het gaat om één of twee facturen, kost het teveel tijd voor wat dit oplevert in terugontvangen btw. Vaak duurt het erg lang voordat de andere lidstaat de btw teruggeeft. Om de teruggave van btw makkelijker te maken voor de Nederlandse ondernemers, is vanaf 3 december 2007 het btw-pakket aanvaard door de Europese ministers van Financiën. Deze nieuwe wet gaat in vanaf 1 januari 2010. In het algemeen houdt dit in, dat Nederlandse ondernemers het verzoek tot teruggaaf van buitenlandse btw nu in kunnen dienen bij de Nederlandse Belastingdienst. Deze zal vervolgens de aanvraag doen in de andere lidstaat. Indien deze aanvraag gehonoreerd wordt, betaalt de Nederlandse Belastingdienst de btw terug aan de Nederlandse ondernemer.31 Voor deze teruggave zijn wel geleverde facturen nodig, maar wat gebeurt er in de btw-aangifte wanneer deze niet aanwezig zijn? In de volgende alinea wordt dit probleem besproken. Het komt geregeld voor dat N geen factuur ontvangt samen met de ingekochte goederen, omdat de Duitse verkoper dit niet meestuurt. Nu doet zich het probleem voor van dubbel betaalde btw, omdat de btw van de inkopen niet terug te vorderen is wegens het ontbreken van de facturen. Het is mijns inziens niet mogelijk om voor N tot een gunstige oplossing te komen. De in hoofdstuk twee behandelde regelingen zijn allen niet van toepassing op dit probleem. Mede doordat het hier om nieuwe goederen gaat, blijft het probleem van dubbele belasting in stand. Anders zouden deze goederen namelijk via de margeregeling in de aangifte betrokken kunnen worden, hier is geen factuur voor nodig. Mijn advies omtrent dit probleem is om vooraf informatie in te winnen over de betreffende Duitse verkoper en hem te vragen of deze facturen meezend welke voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Wanneer dit niet het geval is, moet 30
Zie de Homepage van de Belastingdienst www.belastingdienst.nl/zakelijk/omzetbelasting/ob03/ob0333.html 31 Zie de Homepage van het Ministerie van Financiën www.minfin.nl/Actueel/Nieuwsberichten/2007/12/Veranderingen_in_de_teruggaaf_van_BTW en de artikelen 33 t/m 33f van het Wetsvoorstel www.minfin.nl/dsresource?objectid=69494&type=org
15
tijdens het inkopen rekening worden gehouden met de dubbele belastingdruk die rust op de goederen. De goederen die al ingekocht zijn zonder factuur, dienen in de btwaangifte behandeld te worden volgens de normale btw-regeling, zodat over de verkoopprijs gewoon 19 procent afgedragen moet worden. Er zit niets anders op dan de dubbele belastinglast te accepteren.
5. Conclusie
In deze scriptie is onderzocht op welke manier goederen die zijn ingekocht via Ebay fiscaal behandeld moeten worden in de btw aangifte. In hoofdstuk twee zijn de voorwaarden besproken waaraan een transactie moet voldoen, om onder de volgende regelingen te vallen; de margeregeling, de veilingregeling, de ICT en de invoerregeling. Vervolgens is in hoofdstuk drie een voorbeeld uit de praktijk getoetst aan de verschillende regelingen. Het betrof een Nederlandse ondernemer die goederen inkocht bij een Duitse verkoper via Ebay. De margeregeling bleek niet van toepassing omdat de Nederlandse ondernemer nieuwe goederen inkocht, gebruikte goederen hadden wel onder deze regeling kunnen vallen. Ebay kon niet aangemerkt worden als veilinghouder waardoor de veilingregeling ook niet van toepassing was. Vervolgens is ontdekt dat de transactie aangemerkt kan worden als ICT. Uit het praktijkvoorbeeld bleek echter dat er vaak geen 0 procenttarief berekend wordt door de Duitse verkoper, vanwege het feit dat hij dit niet wil of dat hij geen weet heeft van de regeling. Invoer is niet van toepassing omdat er wordt ingekocht in een andere lidstaat en niet in een derde land. In hoofdstuk vier is besloten dat van de goederen die zijn geleverd met een factuur de btw teruggevorderd kan worden bij de Duitse Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2010 is het ook mogelijk om deze btw via de Nederlandse Belastingdienst terug te vragen. Voor de goederen welke zijn geleverd zonder factuur, is het niet mogelijk om de btw terug te vorderen. Deze dienen volgens de normale btw-regeling behandeld te worden. Hierop rust dus een dubbele belastingdruk. Daarom luidt het advies om vooraf informatie in te winnen over het feit of er een factuur wordt meegezonden, dit voorkomt het probleem van dubbele belasting.
16
Wellicht zou Ebay hierbij ook kunnen helpen. Zij zouden ervoor kunnen zorgen dat alleen echte, ingeschreven ondernemers de status “zakelijke verkoper” kunnen verwerven. Vervolgens zouden zij een factuursysteem als extra dienst kunnen aanbieden voor de verkopende ondernemers, zodat het voor hen gemakkelijk is om een factuuradministratie bij te houden en hun klanten, ongeacht of dit een ondernemer of een particulier is, altijd te voorzien van een wettelijk correcte factuur.
17
Bibliografie Belastingdienst (2009). Homepage (www.belastingdienst.nl), 18 september. Bijl, D.B., Hilten, M.E., Vliet, D.G. (2001). Europese BTW en Nederlandse omzetbelasting. Kluwer. 3,72,444-450. Bormann-Bakker, M., Veen F. van, (2008). De plaats van een intracommunautaire levering. BTW bulletin, 1, 9-11. Coppieters, S. (1998). Europese rechtspraak in kort bestek - Vrij verkeer van goederen Louter interne situatie - Potentiële belemmeringen intracommunautair verkeer Geografische aanduidingen en oorsprongbenamingen. Rechtskundig weekblad, 62, (1), 26. Douane (2009). Homepage (www.douane.nl), 18 september. Ebay (2009). Homepage (www.ebay.nl), 18 september. Europa (2009). Homepage (www.europa.eu) , 18 september. Hilten, M.E. van, Kesteren, H.W.M. van (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer. 1415,48,116, 311-312 Kesteren, H.W.M. van, Dongen, A. (2003). Omzetbelasting: Fiscaal commentaar. Deventer: Kluwer. 97-98, 339-341. Ministerie van Financiën (2009). Homepage (www.minfin.nl), 18 september.
Omzetbelasting – 25 Intracommunautiare transactie (2006). Vakstudie-nieuws : documentatie op het gebied van het fiscaal recht, 61, (35), 83-84. Sligter, R. (2007). Btw-memo. 34-35. Verzameling Belastingwetten, Wetteksten 2009. Vilsteren-Maters, C.W. van (2005). BTW. Belasting met Teveel Werk ? 33-35. Wetsvoorstel implementatie richtlijnen BTW-pakket.
Arrest van 11 april 2003, BNB 2003/210
18