GMR VO-SO dinsdag 17 april 2012 1. Topstructuur (RvT) De Raad van Toezicht heeft de leden op 2 maart jl. een brief gestuurd over de samenstelling van het College van Bestuur, waarin een eenhoofdig CvB wordt voorgesteld, waarover een positief advies van beide GMR’en wordt gevraagd. Op deze brief licht de RvT nu toe: 1½ jaar geleden werd door de GMR’en de vraag gesteld of een tweehoofdig bestuur eigenlijk wel nodig was. Sindsdien is die vraag bij de RvT blijven spelen en is erover nagedacht, en die vraag heeft nu geresulteerd in genoemde brief. Vraag: Wat gebeurt er als het eenkoppig bestuur ziek wordt? Antwoord: Binnen de Onderwijsgroep Amersfoort is de kennis over genoeg mensen verspreid om een dergelijke situatie op te kunnen vangen. Het bestuursbureau is versterkt, we hebben samen goed zicht op wat waar gebeurt, wat rechtvaardigt dat het CvB eenhoofdig blijft. Het in het verleden voorgestelde tweehoofdige CvB is overigens nooit voor 2 fte’s bedoeld geweest. Een eenhoofdig CvB is geen voorstel, maar een voorgenomen besluit. Vraag: Als de topstructuur wordt behouden zoals hij nu functioneert, heeft dat dan financiële consequenties? Antwoord: Nee, dat kost geen geld, er verandert niets. Vraag: dan kun je het toch laten zoals het is? Antwoord: 1½ jaar geleden is besloten tot een tweehoofdig CvB, maar de werkelijke situatie is altijd een eenhoofdig CvB met een vacature geweest. Dat eenhoofdige CvB willen we nu officieel maken. Opmerking: Maar als je het laat zoals het nu is, kun je er later als dat nodig is nog iemand bij zetten. Antwoord: Ja, maar het formaliseren zoals het is, is wel zo netjes. Als het in de toekomst verandert, wijzigen we het opnieuw. Vraag: De visie op bestuur is toch afhankelijk van de bestuurder(s), of is dat een toevalligheid? Antwoord: Mensen volgen een structuur en vice versa. Je bouwt rond waar je goed mee uit de voeten kunt. Dingen ontwikkelen zich, en in het geval van de Onderwijsgroep Amersfoort is gebleken dat we nog beter met de ontstane situatie uit de voeten kunnen dan we hadden gedacht, en die willen we nu formaliseren. Vraag: De bezoldiging van de bestuurder is nu conform de CAO-VO. De VTOI is ook voor bestuurders. Leidt een verandering in de topstructuur er straks toe dat de bezoldiging van de bestuurder in heronderhandeling gaat komen, zoals onlangs met de onkostenvergoeding voor de leden van de RvT is gebeurd? Antwoord: Dat zou kunnen. Vraag: Is de RvT daar autonoom in? Antwoord: Ja, de RvT is de werkgever van de bestuurder. De bestuurder blijft voorlopig in de CAO-VO (die ook voor bestuurders is) zoals die nu is, in ieder geval tot er een algemeen verbindend verklaring (avv) komt. Misschien dat er als er een avv komt wel iets gaat wijzigen. Als een avv feit is, moet iedereen in die bedrijfstak zich eraan binden. Op dit moment is er nog geen avv, dus zijn we daar ook nog niet aan gebonden. Als die avv er komt, heb je geen keuze, dan moet je je eraan binden (maar je hebt dan nog wel de keuze wat betreft schaal en toepassing). Vraag: Hoe is de huidige situatie precies? 1
Antwoord: Er zijn afspraken gemaakt die passen binnen de CAO-VO, en een paar die ervan afwijken. Er staan namelijk dingen in de CAO die niet toepasbaar zijn op een bestuurder, dus eigenlijk is het een CAO die niet geheel past in de functie van een bestuurder. Opmerking: De onkostenvergoeding voor de leden van de RvT is wel erg hoog voor het komende jaar. In een tijd van bezuinigingen, reorganisatie en mogelijk gedwongen ontslagen is een toename van 300% een bijzonder besluit. Hoe gaat zich dat ontwikkelen? Komt er een verdere toename van lasten in de organisatie? Antwoord: Dat onderwerp is nu niet aan de orde. De voorzitter van de RvT wordt bedankt voor de toelichting en verlaat de vergadering. 2. Verslag gezamenlijke vergadering 14-02 Het verslag wordt na invoering van een paar wijzigingen vastgesteld. 3. Mededelingen (algemene directie SO) Het Passend Onderwijs (PO) is een heet hangijzer in de onderwijswereld, maar niemand weet precies wat het inhoudt. Wat het verhaal over het PO vertroebelt is een forse bezuiniging, van 10 tot 13 procent, op het Speciaal Onderwijs (SO). Het SO wordt gebudgetteerd op een vast aantal leerlingen, wat veel consequenties heeft voor het Voortgezet Onderwijs (VO). Veel VO-scholen zijn bang voor een doemscenario waarin ze de moeilijkste leerlingen uit het cluster-4 onderwijs (voor psychiatrie en ernstige gedragsstoornissen) op school zullen krijgen. Dat zal niet gaan gebeuren, er zullen echter wel meer ‘lichte’ gevallen op het reguliere VO blijven. In Amersfoort is enige tijd geleden als voorloper op het PO het Experiment Eemland (EE) opgezet, waarbij leerlingen zonder vorm van indicatie extra hulp kunnen krijgen. Er wordt nu bekeken of dit een systeem, dat binnen alle samenwerkingsverbanden (SWV) anders wordt ingericht, werkt. We weten nog niet hoe de bekostiging gaat lopen. Als over vijf jaar de verevening is afgelopen, gaan er financiële problemen ontstaan, want leerlingen die nu worden doorverwezen naar het SO zullen op hun eigen school moeten worden opgevangen. Er zullen veel verschuivingen komen, maar deze regio kent geen grote tekorten of overschotten. Er zijn vreselijk veel vragen te stellen over hoe het allemaal verder zal gaan, maar vooralsnog is er nog geen enkele duidelijkheid over. Vraag: Waarom moeten leerlingen binnen het eigen SWV worden opvangen? Antwoord: Dat is keuze die is ingegeven door financiën. Inhoudelijke keuzes worden steeds meer afhankelijk van de beschikbare financiën. Vraag: Wat is precies het Experiment Eemland, voor leerlingen zonder een indicatie? Antwoord: Het EE loopt al 4 jaar en heeft een status aparte. Op 1 augustus 2013 worden de Regionale Expertisecentra (REC, waar nu de indicaties voor clusteronderwijs worden afgegeven) opgeheven. De SWV’en gaan dan bepalen of leerlingen naar het SO gaan, en dat is een lastige situatie, want als de slagboom weg is, is er geen argument meer om leerlingen binnen te houden. Als een leerling nu meer ondersteuning nodig heeft dan binnen het reguliere onderwijs kan worden gegeven, moet je een indicatie aanvragen via het REC, wat twee maanden in beslag neemt. Veel leerlingen zitten in die periode thuis, of ze leveren op school enorme problemen op. Geld gaat steeds meer een rol spelen, want je kunt niet alle arrangementen betalen als er niet meer geld komt voor de leerlingen. Het geld zal verdeeld moeten gaan worden onder een veel grotere groep leerlingen. Vraag: Wat is de rol van de Ambulante Begeleiding (AB) binnen dit verhaal? Antwoord: De functie AB verdwijnt formeel op 1 augustus 2015, maar daarvoor wordt er al gekort en afgebouwd. De vraag is hoe je de expertise gaat inzetten en hoe het beleid moet worden vormgegeven. Leerdoel voor het SO is dat er meer aandacht moet gaan worden besteed aan didactiek, en voor het VO geldt dat er meer expertise zal moeten komen op het gebied van zorg. Er moet beleid komen voor de rol van de AB binnen het VO, en dat binnen 2
de financiële kaders die we nu hebben. Een spanningsveld is dat er een dekkend netwerk voor een multidisciplinair team moet komen. Tot nu toe was het zo dat AB’ers één op één begeleiding aan leerlingen gaven die extra zorg nodig hadden, maar leerkrachten werden niet begeleid in hoe ze het beste met dergelijke leerlingen kunnen omgaan. Hier kunnen de AB’ers een grote rol gaan spelen. Vraag: Wanneer wordt deze transitie een beleidsstuk? Antwoord: Het eerste stuk hierover zal kort voor of na de zomervakantie worden gepresenteerd, er wordt nu druk aan gewerkt in de Directieraad en op 1 augustus 2013 moet het helemaal klaar zijn. Vraag: Moesten de hoofdlijnen over de SWV’en er niet al medio april 2012 zijn? Antwoord: De situatie met de SWV’en is een andere, die loopt door de situatie met de AB heen. Binnen de SWV’en zullen het Primair Onderwijs (waaronder het gehele Speciaal Onderwijs, voor alle leeftijden, nu valt) worden opgeknipt. Dit wordt een grote omschakeling voor het Primair Onderwijs, en het wordt bestuurlijk een ingewikkelde situatie. De drie huidige SWV’en voor het Primair Onderwijs moeten worden samengevoegd tot één SWV. Het VO functioneert al jaren binnen één SWV, dat vóór 1 november 2012 een nieuw bestuur moet vormen. Bij Inspectie moet een zorgplan worden ingediend over hoe het SWV het jaar daarop wil gaan werken. In april 2013 moet het zorgplan er zijn, en vóór 1 november 2013 het ondersteuningsplan. Vraag: Wat is eigenlijk precies een samenwerkingsverband? Antwoord: Alle besturen van alle scholen samen (katholiek, gereformeerd, openbaar) binnen een regio zijn samen verantwoordelijk voor de zorg voor de leerlingen. In de huidige situatie zitten basisonderwijs en voortgezet onderwijs samen in een SWV, maar bij de nieuwe wetgeving worden dat twee aparte SWV’en. Het Speciaal Onderwijs valt nu in zijn geheel onder het Primair Onderwijs, maar straks valt het Speciaal Onderwijs voor kinderen in de basisschoolleeftijd onder het ene SWV, en dat voor Voortgezet Speciaal Onderwijs onder het andere. Over het Sociaal Plan: Omdat het laatste Reorganisatieplan niet is goedgekeurd door de GMR’en is er vanmiddag vergaderd over een nieuw Reorganisatieplan, dat nu gaat worden geschreven. Het zal veel uitgebreider worden, en welke stappen er genomen gaan worden zal inzichtelijker worden gemaakt. In het nieuwe plan zal wat betreft de situaties die nu nog onzeker zijn worden uitgegaan van verschillende mogelijke scenario’s. Er zal ook een nieuw Sociaal Plan komen, maar je moet eerst een Reorganisatieplan hebben, waarmee moet worden ingestemd door de GMR’en, en pas daarna gaan de bonden praten over het Sociaal Plan tijdens een DGO (Decentraal Georganiseerd Overleg). Omdat er nog geen nieuw Reorganisatieplan is en dus ook geen nieuw Sociaal Plan, komt het geplande DGO van volgende week te vervallen en wordt er een afspraak gemaakt voor een nieuw DGO. Over het Trivium: De verschillende scenario’s hebben verschillende financiële gevolgen. De vier directeuren van het Valleicollege en de Borgwal gaan over de mogelijkheden praten en een scenario voorstellen. Daarnaast moet worden voldaan aan de formele eisen die met een fusie/splitsing gepaard gaan en moeten er afspraken worden gemaakt met de andere besturen uit de regio, en dan moet het ministerie ook nog akkoord gaan. Het voorgenomen besluit over de nieuwe situatie zal niet per 1 augustus 2012 ingaan. Hoewel de scholen zich al als Trivium hebben gepresenteerd, is de feitelijke situatie vooralsnog dus nog anders. Opmerking: Hoewel er tijdens de bijeenkomst van 14-02 geen toestemming is gegeven voor de fusie, staat op de site dat de scholen gaan fuseren. Dit is wel een beetje voorbarig, aangezien nog niet is ingestemd en nog niets is goedgekeurd.
3
Over de unilocatie: Er zijn nog geen nieuwe ontwikkelingen en er is nog geen noodplan voor als het nog lang gaat duren. De gemeente weet dat we een nieuwe locatie willen, maar aangezien ze er financieel niet al te florissant voorstaat, zal ze niet zomaar een nieuw pand kopen, en het is de vraag of twee panden teruggegeven de situatie financieel oplost, want als je iets inlevert, mag je dat geld niet zomaar besteden voor de aankoop van een nieuw gebouw. Vraag: Er gaat een gerucht dat het beoogde pand door de gemeente gaat worden overgenomen om er studentenwoningen te realiseren, klopt dat? Antwoord: Dat is meer dan een gerucht, daar wordt inderdaad over gesproken. Vraag: Is rekening houden met de unilocatie een voorwaarde tot opheffen of samenvoegen van meerdere brinnummers? Worden die twee momenten aan elkaar gekoppeld? Is dat handig voor als de situatie in de toekomst verandert? Worden de brinnummers aangehouden tot er een unilocatie is? Antwoord: Dat kun je niet één op één koppelen aan de unilocatie. Eerst moet worden besloten met welk voorstel er naar de GMR wordt gegaan, maar dat kan niet worden gekoppeld aan een unilocatie, want stel dat die nog vijf jaar op zich laat wachten, dan kun je niet tot die tijd met de wijziging wachten. Verzoek: Kunnen de vergaderdata voor het komende schooljaar voor de gezamenlijke GMR’en zo snel mogelijk worden ingepland door de voorzitters van de GMR’en en het bestuur? 4. Beleidsplan (advies) Vraag: In het Beleidsplan staat dat de OGA niet streeft naar uitbreiding van het voedingsgebied. Wat betekent dat voor plannen die er bijvoorbeeld zijn geweest voor Barneveld? Antwoord: De plannen met Barneveld gaan niet door. Aanvullende vragen/opmerkingen bij het Beleidsplan: - P.4 par. 1: ‘Wij hechten veel waarde aan ons openbare karakter.’ Wijzigen in: ‘Wij onderschrijven de grondslag van het openbaar onderwijs.’ - P.5, punt 3.2, Visie: ‘Leerlingen kiezen voor een specifieke school.’ Wijzigen in: ‘Leerlingen/ouders kiezen voor een specifieke school.’ - Vraag: P.5, Uitgangspunten voor beleid, punt 1b: ‘Het inrichten van een tijdelijke nevenvestiging is een mogelijke oplossing, die voor zover bekostiging van de gemeente tekortschiet, uit de algemene reserve kan worden gefinancierd.’ Moet er op termijn veel uit de reserve worden gehaald? Antwoord: Dat valt misschien wel mee. Voor de verbouwing van het JvO en De Berg is het nog maar de vraag of de reserve moet worden aangesproken. Het JvO mag voor 3,1 miljoen worden uitgebreid, De Berg voor 2,7 miljoen. Dat is niet genoeg geld, maar er loopt een aanvullende aanvraag bij de gemeente voor kosten van aanpassingen die verband houden met de uitbreiding, die waarschijnlijk (grotendeels) door de gemeente vergoed gaat worden, dus dan hoeven deze scholen geen beroep te doen op de reserve. Wat anders ook nog zou kunnen, is dat de OGA gaat voorfinancieren (een school leent dan geld bij de OGA). Helaas lopen de aanvragen nog vrij lang, het kan wel tot eind van het jaar duren tot ze zijn goedgekeurd. - P.7: de beoogde resultaten zijn nogal vaag. Een ‘plan’ en ‘uitzicht op’ kun je altijd beloven. Kan dit stukje smart geformuleerd (zodat doelstellingen gecontroleerd kunnen worden)? De GMR’en zouden bovendien graag het doel geformuleerd zien. Antwoord: Dit is erg ingewikkeld. Als je niet weet hoeveel geld je hebt, kun je een plan niet uitvoeren.
4
- P.11, punt 5.2, Beoogde resultaten: kan het stukje over het buffetmodel concreter, hier is iets niet opgenomen (zie notulen 14-02, p.3 onder Leiderschap). Antwoord: dit stukje was te vrijblijvend, er wordt nog naar gekeken. - P.12 tabel: moet ‘gmr-so’ worden gewijzigd in ‘mr-so’? Antwoord: als wordt besloten dat elke locatie een eigen MR gaat krijgen, wel. 5. Strategisch huisvestingsplan De GMR’en hebben gezegd positief advies te geven mits de opmerkingen zouden worden doorgevoerd. Dit is niet gebeurd, waarom niet? Die worden nog verwerkt. 6. Meerjarenbegroting Mededeling: De GMR-SO krijgt morgen bezoek van de AOb om de Meerjarenbegroting te bespreken. Leden van de GMR-VO die hierbij aanwezig willen zijn, zijn vanaf 17.00 uur van harte welkom op Fornhese. Er wordt gewerkt aan een risicoanalyse, die risico’s zullen worden uitgewerkt in de komende Meerjarenbegroting, die komt in september of oktober in de GMR. Er wordt verzocht om een positief advies met de Meerjarenbegroting zoals hij nu is, zodat er verder gewerkt kan worden aan de volgende versie, met daarbij de opmerking dat dingen die moeten worden uitgewerkt in de volgende begroting worden meegenomen. Het Meerjareninvesteringsplan en het Meerjarenonderhoudsplan liggen onder de Meerjarenbegroting. 7. Functiemix (ter informatie) Vraag: Bij de Borgwal staat een streefpercentage van 1% voor werknemers in een LDschaal. Dat kan toch niet? Antwoord: Het ministerie heeft een minimumpercentage voor werknemers in een LDschaal opgelegd. Bij een kleine school kom je met één persoon met een LD-schaal al op een percentage van bijvoorbeeld 5% uit. Het gaat erom dat er één LD-er komt, want die doelstelling moet behaald worden om de 2e tranche functiemix te krijgen. Vraag: Er staan nergens conclusies over betaalbaarheid, hoe gaat dat opgelost worden? Antwoord: Die zijn er nog niet. De meeste scholen zullen vanaf 2014-2015 met tekorten worden geconfronteerd. De getallen zijn op basis van streefpercentages tot stand gekomen, als er andere wijzigingen komen, worden de tekorten groter, maar we hebben nog niet genoeg informatie om er meer over te zeggen. Het tekort in streefpercentage is altijd voorzien geweest. Een kwart van de kosten van de functiemix moet door de besturen worden opgehoest. Vraag: Dit verhaal was 4 jaar geleden toch ook al duidelijk? Antwoord: De komende jaren moet er beleid op worden gemaakt hoe dit tekort moet worden opgelost, dat wordt een opdracht voor de rectoren/directeuren. Je kunt nu al zien wanneer het probleem begint en hoe het zich ontwikkelt. Beleid komt er zo snel mogelijk aan. Vraag: Is het maken van beleid niet te lang vooruitgeschoven? Antwoord: De problemen gaan zich over drie jaar voordoen, dus er zit wel druk op. De voorstellen moeten er vóór 1 januari 2013 zijn. 8. vragen bestuur Vraag: Komt er evaluatie en bijstelling van de ambities die in het Beleidsplan zijn neergezet? Antwoord: De bedoeling is dat er een jaarlijkse evaluatie komt. Reactie: De GMR’en zouden daar graag een datum voor in het document zien. 5
Antwoord: Die komt erin. Vraag: Hoe gaat de communicatie naar de uitvoerenden lopen? Hoe gaat die de organisatie in? Antwoord: Via de website, nieuwsbrieven, het OA-blad. Vraag: Tijdens de vergadering op 14-02 is gesproken over de wijzigingen in het busvervoer voor leerlingen in het SO. Is daar al meer over bekend? Antwoord: De gemeente heeft nog geen reactie gegeven. Per gemeente wordt over dit onderwerp een ander beleid gevoerd. Over de meivakantie: Er is zowel voor dit als voor volgend schooljaar ingestemd met een meivakantie van 2 weken. De data staan op de site. Vraag: Hoe zit het met de streefpercentages van het Vathorst? Antwoord: Daar is geen duidelijk zicht op, de kwestie ligt bij het ministerie, dat terugverwijst naar de VO-raad en de vakbonden. Vraag: Is het bestuur tevreden over de perikelen rond de leerlingenstop? Antwoord: Het bestuur is niet uitermate tevreden, de verwachtingen waren anders. Als we in de toekomst hadden kunnen kijken, hadden we het misschien anders gedaan. 9. Wat verder ter tafel komt Omdat de vergadering te groot en onoverzichtelijk werd, wordt besloten dat GMR-VO en GMR-SO in de toekomst toch weer apart gaan vergaderen. Wel is het belangrijk dat het contact tussen de beide GMR’en goed onderhouden wordt. Er worden verder geen onderwerpen aangedragen en het gezamenlijke deel van de vergadering wordt gesloten.
6