G.M.R. S.P.O. VENRAY Verslag van de vergadering d.d. 28 november 2013 Aanwezig:
CvB/Staf: Afwezig:
C. Biersteker, A. Cuppen, F. Janssen, L. Philipsen, B. de Ruiter, E. van der Velden, I. Verhagen en C. Versteegen J. Jongenelen (voorzitter) F. van Lieshout, L. Manders en Y. Raaijmakers A. Heideman, A. Steenbakkers, E. Sweelssen en J. van Well (allen met kennisgeving)
Openbare vergadering 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Scholing (G)MR De heer van der Velden heeft de leden van de GMR per mail informatie toegezonden over de scholing voor de (G)MR-leden. Als bijlage is de deelnemerslijst meegezonden. Nu de data ( 25 en 26 februari) bekend zijn, kan aan deze deelnemers gevraagd worden om hun definitieve deelname te bevestigen. Eventuele andere belangstellenden kunnen zich ook nog bij de heer van der Velden opgeven. Een van de twee cursusdagen is tegelijkertijd met de GMR-vergadering. Omdat slechts twee GMR-leden de cursus volgen, wordt besloten de GMR-vergadering van 25 februari 2014 gewoon door te laten gaan. Mevrouw Cuppen zal navragen of de cursus eventueel kan plaatsvinden op BS de Hommel. De heer Jongenelen bedankt de heer van der Velden voor zijn inzet. 3. Bestuurlijke samenwerking / bedrijfsvoering Er zijn geen aanvullende opmerkingen of vragen. De GMR stemt unaniem in met het plan van aanpak m.b.t. het Shared Service Centre. De instemmingaanvraag wordt getekend en overhandigd aan mevrouw Raaijmakers. Mevrouw Raaijmakers zal de GMR op de hoogte houden van de ontwikkelingen in deze. 4. Enquête verplichte mobiliteit De enquête is een initiatief van de GMR. Mevrouw van Lieshout heeft samen met de GMR-leden, mevrouw Versteegen, mevrouw Cuppen en de heer Janssen, een opzet gemaakt. De volgende opmerkingen worden gemaakt. - Opgemerkt wordt dat er op deze manier wel erg veel gegevens verkregen worden. Het is de vraag of dat de bedoeling is. Mevrouw van Lieshout antwoordt dat het niet alleen een kwantitatief onderzoek is, maar ook een kwalitatief onderzoek en dat er daarom een aantal open vragen gesteld worden. Dat is juist de meerwaarde van deze enquête. - Vanwege mobiliteit krijgt een school soms een leerkracht die niet helemaal in het team en/of het schoolconcept past. Waar kan de directeur of het team een dergelijke opmerking kwijt? Afgesproken wordt dat mevrouw van Lieshout bekijkt waar deze vraag in de enquête opgenomen kan worden. - Om de enquête zo anoniem mogelijk in te kunnen vullen, zal deze op de website van SPOVenray geplaatst worden van waaruit de enquête ook moet worden ingevuld. - T.a.v. vragenlijst 2 wordt afgesproken dat mevrouw van Lieshout er een kleine toelichting bijschrijft dat niet gevraagd wordt naar individuele personen, maar naar de algemene indruk van instromers. GMR 28 november 2013
1
Mevrouw van Lieshout zal de voorgestelde wijzigingen c.q. aanvullingen verwerken. T.a.v. de nota mobiliteit wordt opgemerkt dat de MR op twee momenten genoemd wordt in het mobiliteitsbeleid. Mevrouw Raaijmakers antwoordt dat de MR alleen een rol heeft in de procedure en niet gaat over concrete personen. De directeur informeert de MR over de processtappen die genomen zijn. Meestal wordt dit gedaan tijdens de bespreking van het formatieplan. De enquête is een vorm van evaluatie van de nota mobiliteit. De uitslag van de enquête kan leiden tot verandering van beleid of de conclusie kan zijn dat het huidige beleid ongewijzigd gehandhaafd kan blijven. 5. Informatie Ondersteuningsloket (OSL) Mevrouw Manders reikt ter vergadering informatie uit over het Ondersteuningsloket (OSL) 2013-2014. Na een korte leespauze geeft zij een toelichting hierop. De PCL (Permanent commissie leerlingenzorg) is halverwege de jaren 90 opgericht met als doel om beschikkingen af te geven voor SBO of SO, ondersteuning van de scholen met AB-uren, verwijzing naar andere basisscholen en adviezen aan scholen over zorgmogelijkheden en zorgondersteuning. Na een pilot van een half jaar is vanaf augustus 2012 de PCL en het ZAT, geïnitieerd door de gemeente, samengevoegd tot het OSL. Het één kind-één plan denken staat centraal. Dit betekent samenwerking tussen onderwijs, zorg en hulpverlening. De samenstelling van het OSL bestaat vast uit de Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator (BOC), gedragswetenschapper BCO, Schoolmaatschappelijk Werker (SMW), Bureau Jeugdzorg (BJZ) en de IB-er van de school. Op afroep is aanwezig JGZ, leerplichtambtenaar, politie en andere externe deskundigen. De aanleiding voor de nieuwe opzet was de bezuiniging van de gemeente op de subsidie voor de leerling-consultaties vanuit BCO. Een herbezinning op hoe vormgegeven moest worden aan de zorgstructuur met daarnaast de ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs was toen aan de orde. Bij scholen is de ondersteuningsbehoefte geïnventariseerd. Vanaf augustus 2013 is hiervoor een pilot gestart met evaluaties in oktober 2013 en januari 2014. In dit pilotjaar vangen WSNS en de SPOV-scholen de bezuinigingen van de gemeente op. De verdeling van de beschikbare uren gebeurt op grond van het aantal leerlingen en leerling-gewichten. Voor de praktische uitwerking is een overzicht gemaakt met enerzijds de vaste schil van consultatiemomenten (AB en HGPD) op alle scholen en anderzijds de flexibele schil met extra ondersteunings- en onderzoeksuren aan te vragen via het OSL. Dit overzicht wordt ieder jaar aangepast. In het verleden kregen ouders ondersteuning voor een “rugzak”leerling (geld voor materialen en ondersteuning). Met ingang van augustus 2014 vervalt dit. Er is een inventarisatie gemaakt van alle “rugzak”kinderen. De BOC-er gaat vanaf januari 2013 met alle ouders en scholen in gesprek over wat deze kinderen nodig hebben. Het is de bedoeling dat het automatisme om geld uit te keren voor een “rugzakje” verdwijnt en de zorg beter op maat geschiedt. Het netwerk BOC (bestaande uit BOC-ers van de schoolbesturen van het nieuwe grote Samenwerkingsverband) heeft vanuit de besturen opdracht gekregen om te bekijken hoe de stromen moeten gaan lopen. Er wordt niet meer gesproken over geld maar over zorgbehoeftes. De volgende opmerkingen worden gemaakt c.q. vragen worden gesteld. - De subsidie van 1 ton van de gemeente, die is komen te vervallen, heeft geen betrekking op de “rugzakleerlingen” maar op de bekostiging van de leerling-consultaties. De gemeente heeft er duidelijk voor gekozen om onderwijs en zorg los te koppelen. - De scholen van SPOVenray hebben middels de scholing Kind op de Gang een schoolondersteuningsplan opgesteld. SPOVenray heeft daaruit een bestuursondersteuningsprofiel samengesteld, waarin de minimale zorg die alle scholen moeten bieden is opgenomen. - De hoop wordt uitgesproken dat de Talentencampus naar Venray komt. Doordat ouders veel meer betrokken worden bij de kindbesprekingen en meegenomen worden in de processen, neemt mogelijk de weerstand van plaatsing in SBO of SO af. - Er is qua scholing veel aandacht besteed aan de deskundigheid van de BOC-er en de IB-ers. Door meer deskundigheid op de basisscholen te hebben, kunnen kinderen langer op de basisschool gehouden worden. Het betreft Rec 3 en Rec 4 kinderen. - Voor de Rec 1 en Rec 2 kinderen blijft de LGF bekostiging in stand. - De eerste evaluatie met directeuren en IB-ers vanuit het OSL heeft plaatsgevonden. Deze is besproken in de vergadering van het College van Bestuur. GMR 28 november 2013
2
6. Risicomanagement Mevrouw Raaijmakers deelt ter vergadering een deel van de rapportage uit, waarin per domein het risicoprofiel wordt weergegeven. De domeinen zijn onderwijs & identiteit, personeel, organisatie, PR en communicatie, huisvesting en financiën. Vorig jaar werd door Bestuur en Raad van Toezicht de vraag gesteld in hoeverre SPOVenray nog in control was en wat de risico’s van de organisatie waren. Dit was de aanleiding voor een onderzoek naar risicomanagement. Het toeval wilde dat de PO Raad een goed bruikbare risicomanagementtool presenteerde. Deze tool bestond uit in totaal 1000 vragen, verdeeld over de bovengenoemde 6 beleidsterreinen. Het College van Bestuur en de Staf hebben deze vragen ieder voor zich ingevuld en daarna opnieuw doorgenomen met elkaar. De volgende conclusies werden getrokken: - Onderwijs en Identiteit: Met uitzondering van 4 middelgrote risico’s betreft het alleen lage risico’s. Van deze 4 middelgrote risico’s zijn twee risico’s m.b.t. ICT afgedekt (er is inmiddels een ICT-beleidsplan) en twee risico’s niet afgedekt. Deze niet afgedekte risico’s betreffen de leerling-administratie en de zwakke scholen. Op de zwakke scholen wordt stevig ingezet. Bij de overstap naar Bron werd geconstateerd dat niet alles in orde was m.b.t. de leerling-administratie. Nu is de planning, controle en uitvoering hieromtrent weer in balans. - Personeel: Allemaal lage risico’s. De salarisadministratie staat op de grens van laag en middelgroot. Dit komt door de overstap naar Afas. Gelukkig is achteraf alles soepel verlopen. Uit het taartdiagram blijkt dat veel gecheckt wordt en weinig geacteerd. OSG dient meer te acteren. - Organisatie: Alle risico’s zijn laag. - PR en communicatie: Alle risico’s zijn laag, maar er wordt niet geacteerd. Dit is echter wel nodig gezien de imagoschade van de afgelopen jaren. Afgesproken is de imagoschade in de toekomst voor te zijn. - Huisvesting: 1 hoog risico vanwege het te lage investeringstempo van de gemeente in de gebouwen. De gemeente heeft onvoldoende capaciteit in menskracht en financiën. Verder 1 middelgroot risico m.b.t. de schoonmaak op de scholen. Dit is gemeten op basis van het aantal klachten van ouders. De overige risico’s zijn allen laag. - Financiën: Aandachtspunt is de veranderende verantwoordingsregels en accountantsregels. Dit kan verbeteren door voortdurend in overleg te zijn met de accountant en de ontwikkelingen goed bij te houden. De Europese aanbesteding wordt nog niet voldoende toegepast. Concluderend kan gesteld worden dat de grootste risico’s zitten in de afhankelijkheid van anderen, zoals OSG, gemeente en Europese aanbesteding. Er is alle vertrouwen dat, daar waar risico’s zijn, ook vangnetten te creëren zijn. De norm is dat 60% in control moet zijn, terwijl dit voor SPOVenray 44% is. Dit lage percentage komt tot stand doordat het ene urgente risico m.b.t. huisvesting niet afgedekt is en derhalve voor 100% meetelt. Hiervoor biedt deze tool geen oplossing. De Raad van Toezicht is tevreden met de uitslag. Afgesproken is dat elke 2 of 3 jaar bekeken wordt of het speelveld veranderd is en of de risicomangementtool nog een keer ingevuld moet worden. 7. Protocol sociale media Mevrouw van Lieshout licht kort toe hoe het protocol sociale media tot stand is gekomen. In grote lijnen is gebruik gemaakt van het model protocol van de Besturenraad aangevuld met opmerkingen en toevoegingen vanuit de beleidsgroepen personeel en onderwijs. Het protocol sociale media kan nooit helemaal dichtgetimmerd worden. Iedere school heeft de vrijheid om eigen gedragsregels hieraan toe te voegen. Het voorliggende protocol is goedgekeurd door het DO. In de vergadering van het het College van Bestuur is gevraagd aan het protocol toe te voegen dat sociale media een leermiddel zijn. Dit dient nog te gebeuren. Afgesproken wordt in het protocol een verwijzing op te nemen naar het pestprotocol en de gedragscode. Bij de directeuren zal nagevraagd worden welke school gebruikt maakt van afspraken, die met kinderen gesloten worden over het omgaan met de sociale media binnen de school.
GMR 28 november 2013
3
Vanuit de GMR wordt aandacht gevraagd voor hoe leerlingen onderling omgaan met de sociale media en hoe ouders en leerkrachten hiermee om moeten gaan. Belangrijk is kinderen bewust te maken van de consequenties van hun handelen en er op te wijzen dat sociale media niet anoniem zijn. In de GMR-vergadering van 18 december a.s. wordt het protocol sociale media ter bespreking ingebracht. 8. Plan van aanpak / voortgang nota Optimaal Onderwijs -
-
Mevrouw Raaijmakers deelt mee dat zij de GMR in de december-vergadering niet zal informeren over het plan van scholen, omdat niet bekend is of, en hoe, het afschaffen van de kleine scholentoeslag gaat uitpakken. Zodra hierover meer duidelijk is, zal het plan van scholen gepresenteerd worden. Verder wordt na de gemeenteraadsverkiezingen ingezet op meer draagvlak in de politiek. De heer Schuurman Hess uit Kats heeft namens inwoners en dorpsraden uit kleine gemeentes een plan gelanceerd voor het behoud van kleine scholen en toegestuurd aan alle Kamerfracties. Het is de bedoeling dat de lokale dorpsgemeenschap het bestuur van de scholen overneemt. De scholen gaan dan samenwerken in coöperaties van maximaal zeven scholen per coöperatie. Daardoor kunnen scholen besparen op management. Verder wil hij de lijnen met de pabo’s verkorten. Voor Pabostudenten die stage lopen op deelnemende scholen wordt onderdak verzorgd in het dorp. Staatssecretaris Dekker heeft in een reactie aangegeven dat hij het plan niet realistisch en onvoldoende financieel onderbouwd vindt. Enkele politici, onder wie de heer Spekman van de PvdA, reageren dat een kleine school in een kleine gemeenschap van onschatbare waarde is en dat sluiting van kleine scholen niet altijd de beste optie is. Schoolbesturen zijn gevraagd om een reactie op dit plan van Schuurman Hess te sturen naar de Tweede Kamer.
Besloten vergadering 9. Vaststelling verslag d.d. 29 oktober 2013 -
Pagina 1, scholing (G)MR De onderlegger voor de cursus dient een meerjarenbegroting te zijn. Pagina 2, rapportage beleggingen 2e kwartaal 2013 Toevoeging: De plotselinge “ voorspelde” stijging …..ontvangen wordt. Pagina 3, DO structuur Vanuit de GMR wordt opgemerkt dat de MR door de directeur geïnformeerd wordt over hetgeen besproken is in de DO’s. De GMR ontvangt geen notulen meer van het DO en krijgt dus minder informatie. Mevrouw Raaijmakers zal dit met de directeuren opnemen en bekijken hoe dit opgelost kan worden.
Planningsschema d.d. 28 november 2013 - Eerder in de vergadering is afgesproken het plan van scholen niet te presenteren in de GMRvergadering van 18 december a.s. - Het conceptplan OPR (OndersteuningsPlanRaad) wordt geagendeerd voor de vergadering van 18 december a.s. - De GMR zal geïnformeerd worden over de stand van zaken m.b.t. het MFC Brukske de vergadering van 18 december a.s. - De ontwikkelingen m.b.t. de Expertisecampus zullen geagendeerd worden voor de GMRvergadering van 27 januari of 25 februari a.s. 10. Mededelingen -
Over het verslag van het College van Bestuur van 29 oktober 2013 zijn geen vragen.
GMR 28 november 2013
4
-
Mevrouw Raaijmakers doet een verheugende mededeling dat in december 2013 een bedrag van € 850.000 aan SPOVenray wordt uitgekeerd. In het herfstakkoord is overeengekomen dat er voor 2014 een extra bedrag van € 650 miljoen naar de onderwijsbegroting zou gaan. Deze maatregelen zijn aanvullend op het eerder afgesloten Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) In totaal komen er extra middelen voor een totaal bedrag van € 383 miljoen naar het PO. Dit is een bedrag van ongeveer € 239 per leerling. Voor de besteding van dit bedrag heeft het ministerie beperkt richtlijnen vastgesteld: Een bedrag van € 52,85 per leerling is beschikbaar gesteld voor het schooljaar 2013 – 2014 ten behoeve van de werkgelegenheid van jonge leerkrachten. Een bedrag van € 10,50 is beschikbaar voor incidentele arbeidsvoorwaarden. Afspraken hierover zullen worden uitgewerkt in de arbeidsvoorwaarden van de nieuwe CAO in 2014. Een bedrag van ongeveer € 175,00 is beschikbaar voor o.a. de prijsbijstelling van de materiële instandhouding en de verhoging van de personele lumpsum welke de afgelopen jaren niet heeft plaatsgevonden. SPOVenray is voornemens deze middelen zoveel mogelijk conform hun bestemming te besteden en voorzieningen te treffen. De voorziening voor werkgelegenheid jonge leerkracht is van belang in relatie tot de gevolgen van de krimp in de komende jaren en de uitstroom van oudere leerkrachten. In de schooljaren 2014-2015 en 2015-2016 zal er nog boventalligheid ontstaan als gevolg van de krimp. Voor zover nu beoordeeld kan worden, zal met ingang van het schooljaar 2016-2017 de uitstroom van oudere leerkrachten de terugloop in formatie als gevolg van de krimp overstijgen. Hierdoor zal er formatieruimte ontstaan. Wellicht kunnen de extra middelen ingezet worden om de boventalligheid van jonge leerkrachten in dienst te houden waardoor er geen personeelstekort in 2016-2017 ontstaat. Op het moment dat er meer duidelijkheid is over de exacte bedragen en de bestedingsdoelen zal SPOVenray het hierboven genoemde plan cijfermatig uitwerken.
11. Mobiliteit Hierover zijn geen mededelingen en geen vragen. 12. Rondvraag -
Vanuit een MR wordt gevraagd wanneer de werkzaamheden buitenonderhoud gaan beginnen. Mevrouw Raaijmakers antwoordt dat dit eerst voor 1 januari a.s. goedgekeurd moet worden door de gemeenteraad en dat het daarna uitgevoerd wordt.
13. Sluiting De voorzitter sluit om 21.50 uur de vergadering en bedankt iedereen voor de inbreng en wenst allen wel thuis. Volgende vergadering:
GMR 28 november 2013
Woensdag 18 december 2013 Aanvang: 20.00 uur Vergaderruimte SPOVenray
5