België
NL Condenserende gaswandketels
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Installatie- en servicehandleiding (Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich)
120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
[ Conformiteitsverklaring Het apparaat is conform het in de [ conformiteitsverklaring beschreven standaardtype. Het is vervaardigd en in bedrijf genomen overeenkomstig de Europese richtlijnen. De originele conformiteitsverklaring is bij de fabrikant op te vragen.
DÉCLARATION CE DE CONFORMITÉ Fabricant Adresse
: Remeha B.V. : Kanaal Zuid 110 : Postbus 32, NL-7300 AA Apeldoorn
déclare ici que les produit(s) suivant(s) commercialisé par
: GMR 3015, 3025 Condens : GMR 3025 Combi Condens
: Oertli 2, Avenue Jose Heilmann (Z.I.), F-68800 Thann
répont/répondent aux directives CEE suivantes: CEE-Directive :
90/396/CEE
normes appliquées: EN 297(1994*), EN 483(1999*), EN 677(1998*) EN 625(1995*)
92/42/CEE 2006/95/CEE
EN 50165(1997*) EN 60335-2-102 (2004*)
08
2004/108/CEE EN 50165(1997*) EN 55014-2(1997*) EN 61000-3-2(2000*), EN 61000-3-3(1995*) 97/23/CEE
(art.3 section 3) *) y compris (le cas échéant) complément
Apeldoorn, fevrier 2009
W.F. Tijhuis Responsable homologation
703/2009/02/86
R000002-A
Inhoud 1
Inleiding ........................................................................................................6 1.1
Toegepaste symbolen ............................................6
1.2
Afkortingen .............................................................6
1.3
Algemeen ...............................................................7 1.3.1 1.3.2
1.4
Erkenningen ...........................................................8 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4
2
3
Certificeringen .........................................................8 Gascategorieën .......................................................9 Aanvullende richtlijnen ..........................................10 Fabriekstest ...........................................................10
Veiligheidsinstructies en aanbevelingen ....................................................11 2.1
Veiligheidsvoorschriften ........................................11
2.2
Aanbevelingen ......................................................11
Technische beschrijving .............................................................................13 3.1
Algemene beschrijving .........................................13
3.2
Voornaamste componenten .................................13
3.3
Werkingsprincipe ..................................................14 3.3.1 3.3.2 3.3.3
3.4
4
Aansprakelijkheid fabrikant .....................................7 Aansprakelijkheid van de installateur ......................7
Blokdiagram ..........................................................14 Circulatiepomp ......................................................14 Waterdoorstroming ................................................15
Technische gegevens ...........................................15
Installatie ....................................................................................................17 4.1
Installatievoorschriften ..........................................17
4.2
Leveringsomvang .................................................17 4.2.1 4.2.2
4.3
Montage mogelijkheden .......................................18 4.3.1 4.3.2 4.3.3
15/05/2009 - 120948-AA
Standaardlevering .................................................17 Accessoires ...........................................................17
Plaatsen van de ketel ............................................18 Ventilatie ...............................................................19 Belangrijkste afmetingen .......................................21
1
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Inhoud
4.4
Ophangen montageframe .....................................22
4.5
Positionering van de ketel ....................................23
4.6
Wateraansluiting ...................................................24 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6
Regelgevingen ......................................................24 Wateraansluiting van het verwarmingscircuit ........24 Aansluiting van het tapwatercircuit ........................25 Aansluiten expansievat .........................................25 Aansluiting van de condensatieafvoerleiding ..........................................................26 Het vullen van de sifon ..........................................27
4.7
Gasaansluiting ......................................................27
4.8
Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires .......................................28 4.8.1 4.8.2
4.9
Classificatie ...........................................................28 Lengte van de lucht-/rookgasleidingen .................29
Montage van de buitenvoeler ...............................30 4.9.1 4.9.2
Montage mogelijkheden ........................................30 Montage van de buitenvoeler ................................31
4.10 Elektrische aansluitingen ......................................31 4.10.1 4.10.2 4.10.3 4.10.4 4.10.5 4.10.6 4.10.7 4.10.8 4.10.9 4.10.10 4.10.11 4.10.12 4.10.13
Besturingsautomaat ..............................................31 Aanbevelingen ......................................................32 Plaats van de elektronische kaarten - Toestand bij levering ..................................................................33 Toegang tot de aansluitklemmenstroken ..............34 Aansluiting van een directe verwarmingskring ..................................................36 Aansluiting van een direct circuit en een reservoir voor sanitair warmwater ........................................37 Aansluiting van twee kringen en een SWW-boiler vóór de open verdeler ...................................................39 Aansluiting van twee kringen en een SWW-boiler na de open verdeler ...................................................41 Aansluiting van een buffervat ................................42 Aansluiting zwembad ............................................46 Aansluiting van een combireservoir ......................48 Aansluiting van de apart te verkrijgen opties ........49 Aansluiting in cascade ..........................................50
4.11 Elektrisch schema ................................................54 4.12 Vullen van de installatie ........................................55 4.12.1 4.12.2
5
Waterbehandeling .................................................55 Vullen van de installatie ........................................57
Inbedrijfstelling ...........................................................................................58 5.1
Bedieningspaneel .................................................58 5.1.1 5.1.2
15/05/2009 - 120948-AA
Omschrijving van de toetsen .................................58 Omschrijving van de display .................................59
2
5.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling ....................61 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4
5.3
Het apparaat inschakelen .....................................62
5.4
Gasinstellingen .....................................................63 5.4.1 5.4.2 5.4.3
5.5
5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5
Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer ......................................................................69 Stel de bij de installatie behorende parameters in ...........................................................................71 Geef de kringen en generatoren een naam ..........74 Aanpassen van de stooklijn ..................................79 Afsluitende werkzaamheden .................................81
5.6
Weergave van de gemeten waarden ....................81
5.7
Instellingen wijzigen ..............................................82 5.7.1 5.7.2 5.7.3 5.7.4 5.7.5
7
Aanpassing aan een andere gassoort ..................63 Instelling van de verhouding lucht/gas (Vollast) .................................................................64 Instelling van de verhouding lucht/gas (Laaglast) ..............................................................67
Controles en afstellingen na inbedrijfstelling ........69 5.5.1
6
Ketel bedrijfsklaar maken ......................................61 Gascircuit ..............................................................61 Hydraulisch circuit .................................................62 Elektrische aansluitingen ......................................62
De taal selecteren .................................................83 IJken van de voelers .............................................84 Instellingen "professioneel" ...................................88 Het netwerk configureren ......................................97 Terug naar de fabrieksinstellingen ......................106
Uitschakeling van het apparaat ................................................................107 6.1
Uitschakeling van de installatie ..........................107
6.2
Vorstbeveiliging ..................................................107
Controle en onderhoud ............................................................................108 7.1
Instructies voor de schoorsteenveger .................108
7.2
Periodieke werkzaamheden ...............................109
7.3
Het onderhoud aanpassen .................................109 7.3.1 7.3.2
7.4
Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden ..............................111 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4
15/05/2009 - 120948-AA
Servicemelding ....................................................109 Adresgegevens van de installateur .....................110
Controle van de waterdruk ..................................111 Controle van het expansievat ..............................111 Controle van de ionisatiestroom ..........................111 Controle van de tapcapaciteit ..............................111
3
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Inhoud
7.4.5
Controle van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op dichtheid ..............................................................112 Controle van de automatische ontluchter ............113 Controle van het veiligheidsventiel ......................114 Controle van de sifon ..........................................114 Controle van de brander en schoonmaken van de warmtewisselaar .................................................115 Controle van de verbranding ...............................116
7.4.6 7.4.7 7.4.8 7.4.9 7.4.10
7.5
Specifieke onderhoudswerkzaamheden .............116 7.5.1 7.5.2 7.5.3 7.5.4
8
Bij storing .................................................................................................122 8.1
Berichten (Code van type Bxx of Mxx) ...............122
8.2
Berichtenoverzicht ..............................................127
8.3
Fouten ................................................................128 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.3.5 8.3.6
9
Vervanging van de ionisatie-/ ontstekingselektrode ...........................................116 Reiniging van de platenwarmtewisselaar (ww-zijdig) en tapwatercartridge ...........................................117 Vervanging van de terugslagklep ........................120 Monteren van de ketel .........................................121
Weergave foutmeldingen ....................................128 Door de PCU beheerde foutmeldingen (Code L..) .......................................................................128 Door de SCU beheerde foutmeldingen (Code D..) ......................................................................133 Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU ...............................136 Het wissen van de MGK-modules IOBL uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU .....................................................................137 Opmerkingen betreffende de gebreken ..............137
8.4
Foutenhistoriek ...................................................138
8.5
Controle van de parameters en van de ingangen/ uitgangen (testmodus) ........................................139
Reserveonderdelen ..................................................................................142 9.1
Algemeen ...........................................................142
9.2
Onderdelen - 120948-002-AA ............................143 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.2.5 9.2.6 9.2.7
15/05/2009 - 120948-AA
Mantel .................................................................143 Warmtewisselaar en brander ..............................144 Ventilator .............................................................145 Bedieningspaneel ................................................146 Aansluitbuizen (GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens) .............................................................147 Aansluitbuizen (GMR 3025 Combi Condens) .....148 Reserveonderdelenlijst ........................................149
4
15/05/2009 - 120948-AA
5
1. Inleiding
1
Inleiding
1.1
Toegepaste symbolen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de persoonlijke veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen. GEVAAR Kans op gevaarlijke situaties resulterend in ernstig persoonlijk letsel. WAARSCHUWING Kans op gevaarlijke situaties resulterend in licht persoonlijk letsel. OPGELET Kans op materiële schade. Let op, belangrijke informatie. ¼ Verwijzing naar andere handleidingen of pagina's in deze handleiding.
1.2
Afkortingen 4 SWW: Sanitair warm water 4 CLV: Gemeenschappelijk rookgasafvoer voor een gesloten ketel 4 PPS: Polypropyleen moeilijk ontvlambaar 4 CDI: Interactieve afstandsbediening 4 CDR: Interactieve draadloze afstandsbediening 4 PCU: Primary Control Unit - Elektronische printplaat voor controle werking brander 4 PSU: Parameter Storage Unit - Opslag van de parameters van de elektronische printplaten PCU en SU 4 SCU: Secondary Control Unit - Elektronische printplaat van het bedieningspaneel Oetronic 4 4 SU: Safety Unit - Elektronische printplaat veiligheid 4 IOBL: In One By Legrand - Door Legrand ontwikkelde domoticabus voor draagstroom
6
15/05/2009 - 120948-AA
1. Inleiding
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4 Interscenario-schakelaar: Domoticaschakelaar voor het centraliseren en bedienen van meerdere scenario's
1.3
Algemeen
1.3.1.
Aansprakelijkheid fabrikant
Onze producten worden vervaardigd in overeenkomst met de
[ norm en worden geleverd met de [ markering en alle benodigde documenten. Vanwege de permanente zorg voor de kwaliteit van onze producten, zoeken wij voortdurend naar manieren om deze te verbeteren. Wij behouden ons daarom op ieder moment het recht voor de in dit document genoemde kenmerken te wijzigen. In de navolgende gevallen kan onze aansprakelijkheid als fabrikant niet in het geding zijn: 4 Verkeerd gebruik van het apparaat. 4 Achterstallig of onvoldoende onderhoud aan het apparaat. 4 Verkeerde installatie van het apparaat.
1.3.2.
Aansprakelijkheid van de installateur
De installateur is aansprakelijk voor de installatie en de eerste inbedrijfstelling van het apparaat. De installateur moet de volgende instructies in acht nemen: 4 Lees de instructies van het apparaat in de meegeleverde handleidingen en neem deze in acht. 4 Installatie overeenkomstig de geldende wetgeving en normen. 4 Voer de eerste inbedrijfstelling uit en voer alle benodigde controlepunten uit. 4 Leg de installatie uit aan de gebruiker. 4 Waarschuw de gebruiker over de controle- en onderhoudsverplichting betreffende het apparaat. 4 Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
15/05/2009 - 120948-AA
7
1. Inleiding
1.4
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Erkenningen
1.4.1.
Certificeringen
CE-identificatienummer PIN 0063BT3444 5 (EN 297, PR A3, EN 656) Klasse NOx Type aansluiting
Schoorsteen: B23 , B23P , B33 Rookgasafvoer: C13 , C33, C43, C53, C83 , C93
De verwarmingsketels voldoen aan het kwaliteitslabel HR TOP.
8
15/05/2009 - 120948-AA
1. Inleiding
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
C002544-A
De verwarmingsketels beantwoorden aan de in het Koninklijk Besluit van 8 januari 2004 bepaalde eisen en normen.
1.4.2.
Gascategorieën
Categorie gas Type gas Aansluitdruk (mbar) I2E(S)B I3P
G20
20
G25
25
G31
37
De fabrieksinstelling van de GMR 3000 Condens is voor werking op de aardgasgroepen G20 en G25.
15/05/2009 - 120948-AA
9
1. Inleiding
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
1.4.3.
Aanvullende richtlijnen
Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen, moeten ook de aanvullende richtlijnen in deze handleiding worden opgevolgd. Voor alle voorschriften en richtlijnen, zoals genoemd in deze handleiding, geldt dat aanvullingen of latere voorschriften en richtlijnen op het moment van installeren van toepassing zijn.
1.4.4.
Fabriekstest
Iedere ketel wordt voor het verlaten van de fabriek optimaal ingesteld en getest op: 4 Elektrische veiligheid 4 Afstelling (CO2) 4 Functie sanitair warm water (Alleen bij combiketel) 4 Waterdichtheid 4 Gasdichtheid 4 Parameterinstelling
10
15/05/2009 - 120948-AA
2. Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
2
Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
2.1
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Indien u gas ruikt: 1. 2. 3. 4. 5.
Geen vuur gebruiken, niet roken, geen elektrische contacten of schakelaars gebruiken (bel, verlichting, motor, lift, etc.). Sluit de gasaanvoer af. Open de ramen. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze direct af. Zit het lek vóór de gasmeter, waarschuw dan het gasbedrijf.
GEVAAR Indien u rookgassen ruikt: 1. 2. 3.
2.2
Schakel het apparaat uit. Open de ramen. Spoor mogelijke lekkages op en dicht deze direct af.
Aanbevelingen WAARSCHUWING 4
4 4
De installatie en het onderhoud van de ketel moeten door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale regelgeving. Bij werkzaamheden aan de ketel, de ketel altijd spanningsvrij maken en de hoofdgaskraan sluiten. Controleer de gehele installatie na onderhouds- en servicewerkzaamheden op lekkages.
OPGELET Installeer de ketel in een vorstvrije ruimte. Bewaar dit document in de nabijheid van de installatie. Manteldelen Manteldelen mogen alleen verwijderd worden voor onderhouds- en servicewerkzaamheden. Plaats na de onderhouds- en servicewerkzaamheden alle manteldelen terug. Instructiestickers 15/05/2009 - 120948-AA
11
2. Veiligheidsinstructies en aanbevelingen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Instructie- en waarschuwingsstickers mogen nooit verwijderd of afgedekt worden en moeten gedurende de totale levensduur van de ketel leesbaar zijn. Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Wijzigingen Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schriftelijke toestemming van Oertli.
12
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
3. Technische beschrijving
3
Technische beschrijving
3.1
Algemene beschrijving Condenserende gaswandketels 4 GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens: Uitsluitend verwarming (Mogelijkheid tot productie van sanitair warm water door een onafhankelijk, apart geïnstalleerd boilervat). 4 GMR 3025 Combi Condens: Verwarming en productie van sanitair warm water met micro-accumulatie. 4 Hoog rendement verwarming. 4 Lage verontreinigende uitstoot. 4 Hoogwaardig elektronisch bedieningspaneel OETRONIC 4 4 Vereenvoudigde installatie en aansluiting door het met het apparaat meegeleverde montageframe. 4 Afvoer van de rookgassen via een aansluiting type trekgat, schoorsteen, dubbelstroom of CLV.
3.2
Voornaamste componenten 1
Rookgasafvoer
2
2
Bemanteling/luchtkast
3
3
Rookgasmeetpunt
4
Mengbuis
5
Aanvoerslang
1
4 5 6 7 8 9 10 11
22
21 20
6
Luchtinlaatdemper
19
7
Behuizing voor besturingsprints
18
8
Gascombinatieblok
17
9
Hydroblok aanvoerzijde
16
10
Slang veiligheidsventiel
15
11
Sifon
14
12
Instrumentenbox
13
13
Circulatiepomp
14
Hydroblok retourzijde
15
Platenwisselaar voor de SWW-kring (Alleen bij combiketel)
16
Driewegklep
17
Condensverzamelbak
18
Ventilator
19
Warmtewisselaar (Centrale verwarming)
12 T001867-A
15/05/2009 - 120948-AA
13
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
3. Technische beschrijving
3.3
20
Expansievat
21
Ontstekings/ionisatie elektrode
22
Luchttoevoer
Werkingsprincipe
3.3.1.
1
1
Warmtewisselaar voor het verwarmingscircuit
2
Hydroblok
3
Platenwisselaar voor de SWW-kring (Alleen bij combiketel)
4
Aanvoer verwarming
5
Uitgang sanitair warm water
6
Ingang sanitair koud water
7
Retour verwarming
8
Driewegklep
9
Circulatiepomp centrale verwarming
10
Expansievat
10
9 2 8
3 4
5
6
Blokdiagram
7 T001868-B
H (mbar)
3.3.2. 700 600
10 kW
540
15 kW
500
Circulatiepomp
H
Restopvoerhoogte CV
Q
Waterdebiet
460
20 kW
400 370 300
25 kW
250 200 100 0 0
200
400 431
600 646
800 861
1000 1077
1200
Q (l/h) T001901-A
De ketel is voorzien van een modulerende pomp, die door de besturingsautomaat op basis van ΔT wordt geregeld. De restopvoerhoogtes bij de verschillende vermogens zijn af te lezen uit de grafiek. Met de parameters MIN P.TOERENT en MAX P.TOERENT kan de instelling van de pompen gewijzigd worden. Stel voor het wijzigen van het toerental van de pomp de parameters MAX P.TOERENT in (Eerst de cv-installatie ontluchten). Indien er onvoldoende doorstroming in de radiatoren is of als deze niet volledig warm worden, kunt u het minimale toerental van de pomp verhogen met behulp van de parameter MIN P.TOERENT. ¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88.
14
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
3.3.3.
3. Technische beschrijving
Waterdoorstroming
De modulerende regeling van de ketel begrenst het maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en retour van het water en de maximale stijgsnelheid van de aanvoertemperatuur. Hierdoor worden voor de ketel geen eisen gesteld aan de minimale waterdoorstroming. De maximale waterdoorstroming over de warmtewisselaar mag 28 l/ min. bedragen voor ketels zonder pomp.
3.4
Technische gegevens
GMR 3015 Condens
Keteltype
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens
Algemeen Belastingsregeling
Instelbaar
Nominaal vermogen (Pn) G20 CV-bedrijf (80/60 ºC)
minimum-maximum kW
Nominaal vermogen (Pn) G25 CV-bedrijf (80/60 ºC)
minimum-maximum kW
Nominaal vermogen (Pn) G20 CV-bedrijf (50/30 ºC)
minimum-maximum kW
Nominaal vermogen (Pn) G25 CV-bedrijf (50/30 ºC)
minimum-maximum kW
Nominaal vermogen (Pn) SWW-bedrijf
minimum-maximum kW
Nominale belasting (Qn) G20 CV-bedrijf (Hi)
minimum-maximum kW
Nominale belasting (Qn) G25 CV-bedrijf (Hi)
minimum-maximum kW
Nominale belasting(Qn) CV-bedrijf(Hs)
minimum-maximum kW
Nominale belasting (Qnw) SWW-bedrijf (Hi)
Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling
kW kW kW kW kW
5,0 - 24,1
14,5
24,1
5,0 - 24,1 19,4
3,0 - 12,0
5,0 - 20,0
5,0 - 20,0
12,0
20,0
19,4
3,4 - 15,8
5,6 - 25,5
5,6 - 25,5
15,8
25,5
20,5
3,4 - 13,1
5,6 - 21,2
5,6 - 21,2
13,1
21,2
20,5
-
-
5,0 - 28,6
-
-
28,6
3,1 - 15,0
5,2 - 25,0
5,2 - 25,0
15,0
25,0
20,1
5,2 - 20,8
5,2 - 20,8
12,5
20,8
20,1
3,4 - 16,7
5,8 - 27,8
5,8 - 27,8
16,7
27,8
22,3
minimum-maximum kW
-
-
5,2 - 28,0
Fabrieksinstelling
kW
-
-
28,0
Nominale belasting (Qnw) SWW-bedrijf (Hs)
minimum-maximum kW
-
-
5,8 - 31,1
Fabrieksinstelling
kW
-
-
31,1
Vollast rendement CV (Hi) (80/60 ºC)
-
%
96,5
96,3
96,3
Vollast rendement CV (Hi) (50/30 ºC)
-
%
105,3
102,0
102,0
Laaglast rendement CV (Hi) (retourtemperatuur 60°C)
-
%
94,9
96,1
96,1
-
%
108,5
108,0
108,0
Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling
kW
3,0 - 14,5
3,1 - 12,5
Deellast rendement CV (EN 92/42) (retourtemperatuur 30°C) Gas- en rookgasgegevens
Fabrieksinstelling
Modulerend, Aan/Uit, 0 - 10 V
kW kW
Gasverbruik - Aardgas G20
minimum-maximum m3/h
0,33 - 1,59
0,55 - 2,65
0,55 - 2,96
Gasverbruik - Aardgas G25
minimum-maximum m3/h
0,32 - 1,53
0,53 - 2,55
0,53 - 2,86
Gasverbruik - Propaan G31
minimum-maximum m3/h
0,13 - 0,61
0,21 - 1,02
0,21 - 1,15
33
38
38
25,2
42,1
47,1
80
120
130
NOx-Jaaremissie (n =1) Rookgashoeveelheid Maximale tegendruk Gegevens centrale-verwarmingscircuit
15/05/2009 - 120948-AA
mg/kWh maximum
kg/h Pa
15
3. Technische beschrijving
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens GMR 3015 Condens
Keteltype Waterinhoud
l
1,7
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens
1,7
1,7
Waterbedrijfsdruk
minimum
kPa (bar)
80 (0,8)
80 (0,8)
80 (0,8)
Waterbedrijfsdruk (PMS)
maximum
kPa (bar)
300 (3,0)
300 (3,0)
300 (3,0)
Watertemperatuur
maximum
°C
110
110
110
Bedrijfstemperatuur
maximum
°C
90
90
90
Restopvoerhoogte CV (∆T = 20K) Gegevens sanitairwarmwatercircuit
mbar
489
290
270
Specifiek debiet warm water D (60 ºC)
l/min
-
-
8,2
Specifiek debiet warm water D (40 ºC)
l/min
-
-
13,7
Tapwaterzijdig drukverschil
mbar
-
-
490
l/min
-
-
1,2
l
-
-
0,33
kPa (bar)
-
-
800 (8,0)
VAC
230
230
230
Tapdrempel
minimum
Waterinhoud Werkdruk (Pmw) Elektrische gegevens
maximum
Voedingsspanning Opgenomen vermogen - Vollast
maximum
W
81
100
126
Opgenomen vermogen - Laaglast
maximum
W
53
53
53
Opgenomen vermogen STAND-BY
maximum
W
Elektrische beschermingsindex Overige gegevens
4,4
4,4
4,4
IPX4D
IPX4D
IPX4D
Gewicht (leeg)
kg
43
43
44
Gemiddeld geluidsniveau op een afstand van 1 m van de ketel bij vollast CV
dBA
35
42
44
Buitenvoeler
Vertrekvoeler circuit B+C Sanitair warmwatervoeler
-20 ºC 2392 ¨
0 ºC
-16 ºC 2088 ¨
10 ºC
-12 ºC 1811 ¨
20 ºC
-8 ºC
25 ºC
-4 ºC 0 ºC 4 ºC 8 ºC 12 ºC 16 ºC 20 ºC 24 ºC
1562 ¨ 1342 ¨ 1149 ¨ 984 ¨ 842 ¨ 720 ¨ 616 ¨ 528 ¨ 454 ¨
30 ºC 40 ºC 50 ºC 60 ºC 70 ºC 80 ºC 90 ºC
32014 ¨ 19691 ¨ 12474 ¨ 10000 ¨ 8080 ¨ 5372 ¨ 3661 ¨ 2535 ¨ 1794 ¨ 1290 ¨ 941 ¨
Ketelvoeler Retoursensor -20 ºC -10 ºC 0 ºC 10 ºC 20 ºC 25 ºC 30 ºC 40 ºC 50 ºC 60 ºC 70 ºC 80 ºC 90 ºC
98932 ¨ 58879 ¨ 36129 ¨ 22804 ¨ 14773 ¨ 12000 ¨ 9804 ¨ 6652 ¨ 4607 ¨ 3252 ¨ 2337 ¨ 1707 ¨ 1266 ¨
100 ºC 952 ¨ 110 ºC 726 ¨
16
15/05/2009 - 120948-AA
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4
Installatie
4.1
Installatievoorschriften WAARSCHUWING De installatie van het apparaat moet door een erkend installateur worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en nationale regelgeving. In acht te nemen normen: 4 NBN D 51-003: binneninstallaties op aardgas en plaatsing van de gebruiksapparatuur 4 NBN D 51-006: binneninstallaties op commercieel butaan- of propaangas in de gasfase met een maximale bedrijfsdruk van 5 bar en plaatsing van de gebruiksapparatuur 4 NBN D 30-003: centrale verwarming, ventilatie en airconditioning 4 NBN B 61-001: ketelhuizen en schoorstenen 4 NBN B 61-002: centrale verwarmingsketels met een nominaal vermogen van minder dan 70 kW - Voorschriften betreffende hun installatieruimte, hun luchtaanvoer en hun rookgassenafvoer
4.2
Leveringsomvang
4.2.1.
Standaardlevering
De levering omvat: 4 De ketel, voorzien van netsnoer 4 Montageframe 4 Montagesjabloon 4 Aansluitset 4 Gecombineerde collector voor sifon en veiligheidsventiel 4 Buitenvoeler 4 Installatie- en servicehandleiding 4 Gebruikershandleiding
4.2.2.
Accessoires
Afhankelijk van het type installatie zijn de volgende accessoires leverbaar:
15/05/2009 - 120948-AA
17
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Opties verwarmingsketel Benaming
colli
Frame verhoger
HR39
Leidingenset voor frame verhoger HR41 Dekblad leidingen
HR42
Rookgassenthermostaat
HR43
Adapter 80/125
HR38
Adapter 80-80
HR46
Reinigingsset wisselaar
HR44
Reinigingsset ketellichaam
HR45
Opties voor regelaar Benaming
colli
Kabel RX12
AD134
Gesproken afstandsbewakingsmodule TELCOM 2 AD152
4.3
Vertrekvoeler
AD199
Voeler s.w.w.
AD212
Optionele print voor 3-wegklep
AD249
Buffervat-voeler
AD250
Buitenvoeler radio
AD251
Module verwarmingsketel radio
AD252
Interactieve draadloze afstandsbediening
AD255
Interactieve afstandsbediening
AD257
Omgevingsvoeler
FM52
Montage mogelijkheden
4.3.1.
Plaatsen van de ketel
T001539-B
18
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
De typeplaat boven op de ketel vermeldt het ketelserienummer en belangrijke ketelspecificaties, zoals de uitvoering en gascategorie. 45
0
mi n 25 . 0
4 Bepaal aan de hand van de richtlijnen en de benodigde opstellingsruimte de juiste plaats voor montage van de ketel. 4 Houd bij de bepaling van de juiste opstellingsruimte rekening met de toegestane positie van de rookgasafvoer- en / of luchttoevoeruitmonding. WAARSCHUWING 4
69
0
4
mi n 25 . 0
OPGELET 4
0 45 n.1
Bevestig de ketel op een stevige wand die het gewicht van het met water gevulde apparaat en de voorzieningen kan dragen. Het is verboden om, zelfs tijdelijk, brandbare producten en stoffen in de ketel of in de buurt van de ketel op te slaan.
Bij de ketel moet een aansluiting op het riool voor de condensafvoer aanwezig zijn.
Zorg voor voldoende ruimte rond de ketel voor een goede bereikbaarheid en vereenvoudiging van het onderhoud.
00
0
mi
T001583-A
4.3.2.
Ventilatie
Wordt de ketel in een gesloten kast geïnstalleerd, dan moeten de aangegeven minimum maten in acht worden genomen. Zorg tevens voor openingen om de volgende risico's te voorkomen: 4 Gasophoping 4 Verwarming van de kast Minimale doorsnede van de openingen:
15/05/2009 - 120948-AA
19
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
S1 + S2 = 150 cm2 0
55
n. mi
mi n.
(1)
Afstand tussen de voorkant van het apparaat en de binnenwand van de kast
(2)
Afstand aan beide zijden van het apparaat
55 0
mi n.
25 0
100 min. (1) mi n.
50
25 0
(2)
T001584-A
20
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.3.3.
4. Installatie
Belangrijkste afmetingen
140
225
450
450
690
140
195 265
257,5
67 132 199 150
266 331
T001116-A
á à
ê 15/05/2009 - 120948-AA
Aansluiting rookgasafvoer Ø 60 mm Aansluiting luchttoevoer Ø 100 mm Slang veiligheidsventiel Ø 25 mm 21
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
â z
Retour CV G¾"
x Gas / Gaz
Ingang sanitair koud water G½ "
y
Uitgang sanitair warm water G½ "
{
4.4
Condensatie-afvoer Ø 25 mm
Gasaansluiting G½ "
Aanvoer CV G¾"
Ophangen montageframe De ketel wordt geleverd met een montage sjabloon. 1. Plak de montage sjabloon van de ketel met plakband op de muur. OPGELET
1
Controleer met een waterpas of de as van de instructie horizontaal is. 2. Boor 3 gaten van Ø 10 mm. De extra gaten zijn bedoeld in het geval dat één van beide bevestigingsgaten een goede bevestiging van de plug niet mogelijk maakt.
2 3 4
3. Plaats de Ø 10 mm pluggen. 4. Maak de montageplaat aan de muur vast d.m.v. de 3 hiervoor meegeleverde zeskante schroeven.
T001869-A
22
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.5
4. Installatie
Positionering van de ketel 1. Verwijder de beschermkappen op alle hydraulische in- en uitgangen van de ketel.
T001870-A
2. Plaats op ieder koppelstuk van de kranen een pakkingring.
T001627-A
3. Houdt de ketel boven het aansluitconsole. Laat de ketel langzaam zakken. 4. Draai de moeren van de kranen aan.
T001872-A
15/05/2009 - 120948-AA
23
4. Installatie
4.6
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Wateraansluiting
4.6.1.
Regelgevingen
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke voorschriften, de regels van goed vakmanschap en de aanwijzingen in deze handleiding.
n Plaatsing van de ketel op een nieuwe installatie (installatie van minder dan 6 maanden) 4 Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel). 4 Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen vuildeeltjes meer bevat.
n Plaatsing van de ketel op een bestaande installatie 4 Ontslijk de installatie met een ontslijkingsmiddel. 4 Spoel de installatie door. 4 Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om het afval uit de installatie te verwijderen (koper, vlasdraad, soldeersel). 4 Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen vuildeeltjes meer bevat.
4.6.2.
Wateraansluiting van het verwarmingscircuit
1. Monteer de uitgaande leiding voor cv-water op de aansluiting aanvoer cv. 2. Monteer de ingaande leiding voor cv-water op de aansluiting retour cv.
24
15/05/2009 - 120948-AA
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
{ z
Knelverbinding ∅ 22 mm Knelverbinding ∅ 22 mm 4
Een veiligheidsventiel zit standaard in de ketel op het linker hydroblok gemonteerd.
OPGELET 4
De cv-leidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten.
T001876-A
4.6.3.
Aansluiting van het tapwatercircuit
OPGELET Gebruikt u in elkaar te steken onderdelen om de aansluiting op de gasleiding tot stand te brengen, gebruik dan uitsluitend in de handel verkrijgbare verbindingsmoffen. Norm NBN D 51-003. 1. Monteer de ingaande leiding voor koud water op de aansluiting sanitair koud water. 2. Monteer de uitgaande leiding voor sanitair warm water op de aansluiting sanitair warm. x y
Knelverbinding ∅ 15 mm Knelverbinding ∅ 15 mm OPGELET 4 4
De sanitaire waterleidingen moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten. Volg bij gebruik van kunststofleidingen de (aansluit) aanwijzingen van de fabrikant op.
T001877-A
4.6.4.
Aansluiten expansievat
De ketel is standaard voorzien van een expansievat van 12 liter.
15/05/2009 - 120948-AA
25
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Installeer een extra expansievat als het watervolume meer dan 150 liter is of de statische hoogte van het systeem 5 meter overschrijdt. Zie onderstaande tabel om het voor de installatie vereiste expansievat te bepalen. Geldigheidsvoorwaarden van de tabel: 4 Overdrukventiel 3 bar 4 Gemiddelde watertemperatuur: 70 ºC Aanvoertemperatuur: 80 ºC Retourtemperatuur: 60 ºC 4 Vuldruk in het systeem is lager of gelijk aan de voordruk in het expansievat Voordruk van het expansievat Volume van het expansievat afhankelijk van het volume van de installatie (in liters) 100
125
150
175
200
250
300
> 300
0.5 bar
4.8
6.0
7.2
8.4
9.6
12.0 14.4 Inhoud van de installatie x 0.048
1 bar
8.0
10.0 12.0 (1) 14.0 16.0 20.0 24.0 Inhoud van de installatie x 0.080
[1.5] bar
13.3 16.6 20.0
23.3 26.6 33.3 39.9 Inhoud van de installatie x 0.133
(1) Standaardconfiguratie
4.6.5.
Aansluiting van de condensatie-afvoerleiding
1. Monteer een kunststof afvoerpijp Ø 32 mm of groter, uitkomend op riool. 2. Bevestig de collector. 3. Steek hierin de slang van de collectieve afvoer voor sifon â en veiligheidsventiel ê. 4. Steek hierin de afvoerslang van de ontkoppelaar. 5. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
T001873-B
OPGELET Maak geen vaste verbinding in verband met servicewerkzaamheden aan de sifon. 4
De condensafvoer mag niet worden afgedicht.
4
Afschot afvoerpijp minimaal 30 mm per meter, maximale horizontale lengte 5 meter. Het lozen van condenswater op een dakgoot is niet toegestaan. De condensafvoerleiding moeten volgens de geldende voorschriften worden aangesloten.
4 4
26
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
4.6.6.
Het vullen van de sifon
1. Demonteer de sifon. 2. Vul de sifon met water. Deze moet gevuld zijn tot aan de markeringsstrepen. 3. Monteer de sifon. OPGELET 4
4
T001523-A
4.7
Voorkom dat er rookgassen in het vertrek komen, vul daarom de sifon met water voor de inbedrijfstelling van de ketel. Monteer de ontluchtslang bovenop sifon.
Gasaansluiting De gasinstallatie en -aansluiting van de ketel moeten uitgevoerd worden door een hiertoe bevoegde vakman overeenkomstig de aanwijzingen van de normen NBN D 51.003, NBN D 30.003, NBN B 61.001, NBN B 61.002 en NBN D 51.006. Er moet zich een stopkraan met KVBG-goedkeuring bevinden in de leiding stroomopwaarts en in nabijheid van de ketel. 1. Monteer de gasaanvoerleiding. 2. Monteer in deze leiding direct onder de ketel een gasafsluitkraan. 3. Monteer de gasleiding op de gasafsluitkraan. g
Knelverbinding ∅ 15 mm WAARSCHUWING De verzegelde onderdelen niet aanraken. WAARSCHUWING 4 4
4
Sluit de hoofdgaskraan alvorens met de werkzaamheden aan de gasleidingen te beginnen. Controleer voor montage of de gasmeter voldoende capaciteit heeft. Houd daarbij rekening met het verbruik van alle huishoudelijke apparaten. Waarschuw het plaatselijke energiebedrijf, als de gasmeter te weinig capaciteit heeft.
OPGELET 4 T001879-A
4 4
15/05/2009 - 120948-AA
Zorg dat er geen vuil in de gasleiding zit. Blaas de leiding voor montage door of klop de leiding goed uit. Installeer in de gasleiding bij voorkeur een gasfilter om vervuiling van het gasblok te voorkomen. De gasleiding moet volgens de geldende voorschriften worden aangesloten.
27
4. Installatie
4.8
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Aansluitingen van de schoorsteenaccessoires
4.8.1.
Classificatie
Lmax
Lmax = L1+L2 L1
Lmax
C43
C33 Lmax
Lmax
L2
12
L2
2
Lmax
Lmax
C13
C33
1
2
C43
12
L1 1m
1m
max
Lmax = L1+L2
C53
5
max
Lmax 1m max
B23
C43
C93
C93
C33
6
12
3
4
2 D000838-D
28
1
Configuratie C13 Aansluiting lucht/rookgassen op een horizontale gevel- of dakdoorvoer door middel van concentrische leidingen
2
Configuratie C33 Aansluiting lucht/rookgassen op een verticale dakdoorvoer door middel van concentrische leidingen
3
Configuratie C93 Aansluiting lucht/rookgassen in het verwarmingslokaal, en enkelvoudig in de schoorsteen (oxidatieve lucht als tegenstroom in het rookkanaal) door middel van concentrische leidingen
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4
4. Installatie
Configuratie C93 Aansluiting lucht/rookgassen in het verwarmingslokaal en enkelvoudige "flex" in de schoorsteen (oxidatieve lucht als tegenstroom in het rookkanaal) door middel van concentrische leidingen WAARSCHUWING 4
4 4
Gebruik voor de aansluiting op de ketel en voor de dak- of geveldoorvoer uitsluitend originele onderdelen. De vrije ruimte moet voldoen aan de norm. Reinig de schoorsteen vóór het plaatsen van de afvoerleiding.
5
Configuratie C53 Aparte aansluiting lucht en rookgassen via een bifluxadapter en enkelvoudige leidingen (oxidatieve lucht wordt buiten genomen)
6
Configuratie B23 Aansluiting op een schoorsteen door middel van een aansluitset (enkelvoudige leiding in het rookkanaal, de oxidatieve lucht wordt in het verwarmingslokaal genomen)
12
Configuratie C43 Aansluiting lucht/rookgassen met een gemeenschappelijke leiding voor gesloten verwarmingsketels (systeem 3CE P)
4.8.2.
Type aansluiting lucht/rookgassen
Lengte van de lucht-/rookgasleidingen
Diameter
Maximale lengte GMR 3015 Condens
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens
C13 Concentrische leidingen aangesloten op een geveldoorvoer
Aluminium of PPS
60/100 mm
12.0
3.5
4.2
80/125 mm
12.3
23.0
25.7
C33 Concentrische leidingen aangesloten op een dakdoorvoer
Aluminium of PPS
60/100 mm
13.0
4.9
5.5
80/125 mm
10.7
21.0
23.6
60/100 mm 60 mm (Stijve leiding)
15.0
8.1
9.1
PPS
60/100 mm 80 mm (Slang)
9.9
20.0
22.7
Aluminium
60/100 mm 2 x 80 mm
50.0
50.0
50.0
80 mm (Stijve leiding)
50.0
50.0
50.0
80 mm (Slang)
45.0
45.0
45.0
C93 Concentrische leidingen in de Aluminium of stookruimte PPS Enkelvoudige leidingen in de schoorsteen (verbrandingslucht tegen de stroom in) Concentrische leidingen in de stookruimte Enkelvoudige slang in de schoorsteen C53 Bi-fluxadapter en enkelvoudige lucht-/ rookgassenleidingen (verbrandingslucht aan de buitenzijde)
B23 Schoorsteen (stijve leiding of slang in het PPS rookkanaal, verbrandingslucht in de ruimte)
15/05/2009 - 120948-AA
29
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
WAARSCHUWING Maximum lengte = lengte van de rechte lucht-/ rookgasleidingen + gelijkwaardige lengte van de andere elementen De verwarmingsketels kunnen uitsluitend geïnstalleerd worden met de door de fabrikant meegeleverde schoorsteenaccessoires. Zie voor de onderdelenlijst de meest recente tariefcatalogus.
4.9
Montage van de buitenvoeler
4.9.1.
Montage mogelijkheden
Het is belangrijk een plaats te kiezen waar de voeler de buitensituatie goed en efficiënt kan meten. Aangeraden montageplaatsen: 4 op een gevel van de te verwarmen zone, indien mogelijk op het noorden 4 op halve hoogte van de te verwarmen zone 4 onder invloed van weersomstandigheden 4 beschermd tegen direct zonlicht 4 eenvoudig toegankelijk A
Aanbevolen plaats
B
Mogelijke montageplaats
H
Bewoonde en door de voeler gecontroleerde hoogte
Z
Bewoonde en door de voeler gecontroleerde zone
8800N001-B
30
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
Afgeraden montageplaatsen: 4 gemaskeerd door een element van het gebouw (balkon, dak,...) 4 in de buurt van een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster...)
8800N002-C
4.9.2.
Montage van de buitenvoeler
Monteer de voeler met de meegeleverde schroeven en pluggen. A
Houtschroef CB diameter 4 + pluggen
8800N003-B
4.10 Elektrische aansluitingen
4.10.1.
Besturingsautomaat
De ketel is niet fasegevoelig. De ketel is geheel voorbedraad. Het apparaat wordt van stroom voorzien via de aansluitkabel C op het spanningsnet. Alle andere uitwendige aansluitingen kunnen uitgevoerd worden met behulp van de aansluitstekkers (laagspanning). In de tabel zijn de belangrijkste eigenschappen van de besturingsautomaat opgesomd. Voedingsspanning
230 VAC/50Hz
Hoofdzekeringwaarde F1 (230 VAC) 6.3 AT
15/05/2009 - 120948-AA
Zekeringwaarde F2 (230 VAC)
2 AT
DC- ventilator
24 VDC
31
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
C
A
Kabeldoorvoer 230 V
B
Doorvoer voelerkabels
C
Voedingskabel
D
Zekering 6,3 AT
E
Zekering 2 AT OPGELET De volgende componenten van dit toestel staan onder een spanning van 230 V: 4 Pomp van de ketel.
E D A
4
Gascombinatieblok.
4
Driewegklep.
4
De meeste elementen van het bedieningspaneel en van het aansluitkastje. Voedingskabel.
B 4 C002336-E
4.10.2.
Aanbevelingen
WAARSCHUWING 4 4
De elektrische aansluitingen moeten door een erkend installateur tot stand worden gebracht. De ketel is volledig voorbedraad. De interne aansluitingen van het bedieningspaneel niet wijzigen.
Voer de elektrische aansluitingen van het apparaat uit volgens: 4 de voorschriften van de geldende normen 4 de aanwijzingen van de met het apparaat meegeleverde elektrische schema's 4 de aanbevelingen in de handleiding De elektrische aansluiting moet voldoen aan de voorschriften van het algemene reglement betreffende elektrische installaties (RGIE). OPGELET 4
Scheid de voelerkabels van de 230V kabels.
4
Buiten de verwarmingsketel: Gebruik 2 kabelleidingen met een tussenafstand van ten minste 10 cm.
Voorzie het apparaat van stroom door middel van een kring met een veelpolige netscheiding met een openingsafstand van meer dan 3 mm. Neem bij het uitvoeren van de elektriciteitsaansluitingen de volgende polariteiten in acht: 4 Bruine draad: Fasegeleider
32
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
4 Blauwe draad: Nulgeleider 4 Groen/gele draad: Aarding
4.10.3.
Plaats van de elektronische kaarten Toestand bij levering
SCU
PSU SU PCU PCU
SCU C
TS +
C
AUX On/off
2
OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
3 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002299-F
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1
15/05/2009 - 120948-AA
A
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Z
Extra elektronische printplaat (Colli AD249)
E
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
33
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.10.4.
Toegang tot de aansluitklemmenstroken
Ga voor toegang tot de aansluitklemmenstroken als volgt te werk: 1. Draai de 2 schroeven onder het voorpaneel een kwartslag los. 2. Verwijder het voorpaneel.
2
1 C002325-B
3. Open de bevestigingsclips aan de zijkanten. 4. Kantel het bedieningspaneel naar voren.
3
4
3 C002326-B
34
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
5. Til de clip aan de voorzijde van het bedieningspaneel op. 6. Til de beschermplaat van het bedieningspaneel op.
6
6 5
C002327-B
7. Klik de beschermplaat van de printkaart los.
7
C002330-C
15/05/2009 - 120948-AA
35
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.10.5.
Aansluiting van een directe verwarmingskring
SCU
PCU On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
4 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002304-M
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1
2
3
A
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Z
Sluit de buitenvoeler aan.
E
Sluit een veiligheidsthermostaat aan als de verwarmingskring een vloerverwarming is. Verwijder de brug. Sluit de draden van de veiligheidsthermostaat aan op de connector.
R
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88
36
Parameters
Uit te voeren instellingen
Indien de veiligheidsthermostaat is aangesloten op E ING.BL
INSTALLATIE / UITGEBREID STOP VERWARM.
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
4.10.6.
Aansluiting van een direct circuit en een reservoir voor sanitair warmwater
SCU
PCU On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
8 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002305-i
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1 5
2
3
7 4
6
A Z
Niets aansluiten op de klemmenstrook. OPGELET Niets aansluiten op de SWW-pompuitgang, omdat de omkeerklep in de verwarmingsketel is aangesloten op de elektronische printplaat PCU.
15/05/2009 - 120948-AA
E
Sluit de buitenvoeler aan.
R
Sluit een veiligheidsthermostaat aan als de verwarmingskring een vloerverwarming is. Verwijder de brug. Sluit de draden van de veiligheidsthermostaat aan op de connector.
37
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
T
Sluit de anode van de boiler aan. OPGELET 4
4
Sluit, indien de boiler is voorzien van een corrosiebeschermingsanode Titan Active System®, de anode aan op de ingang (+ op de anode, - op de boiler). Plaats, indien de boiler niet is voorzien van een corrosiebeschermingsanode de simulatieconnector (geleverd met de SWW-voeler - colli AD212).
Y
Sluit de SWW-voeler aan (Colli AD212).
U
Sluit de pomp voor de sanitaire omloopkring aan (Deze is optioneel).
I
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters
Uit te voeren instellingen
Als een pomp voor de sanitaire omloopkring aangesloten is UITGANG POMP A
INSTALLATIE / UITGEBREID S.OMLO.
¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88
38
Parameters
Uit te voeren instellingen
Indien de veiligheidsthermostaat is aangesloten op E ING.BL
INSTALLATIE / UITGEBREID STOP VERWARM.
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
4.10.7.
Aansluiting van twee kringen en een SWWboiler vóór de open verdeler
SCU C
TS +
C
PCU
AUX
5
On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
12 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002367-E
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1 2
8
4
3
9
11
6
7 10
A Z
Niets aansluiten op de klemmenstrook. OPGELET Niets aansluiten op de SWW-pompuitgang, omdat de omkeerklep in de verwarmingsketel is aangesloten op de elektronische printplaat PCU.
15/05/2009 - 120948-AA
E
Sluit de buitenvoeler aan.
R
Sluit een veiligheidsthermostaat aan als de verwarmingskring een vloerverwarming is. Verwijder de brug. Sluit de draden van de veiligheidsthermostaat aan op de connector.
39
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
T
Aansluiting van een extra verwarmingskring (circuit C) (Colli AD249). Dezelfde procedure als voor de kring B.
Y
Sluit de circulatiepomp van de verwarming aan (circuit A). Installeer in geval van vloerverwarming een veiligheidsthermostaat na de circulatiepomp. In geval van oververhitting schakelt de veiligheidsthermostaat de circulatiepomp uit.
U
Open verdeler.
I
Sluit de anode van de boiler aan. OPGELET 4
4
40
Sluit, indien de boiler is voorzien van een corrosiebeschermingsanode Titan Active System®, de anode aan op de ingang (+ op de anode, - op de boiler). Plaats, indien de boiler niet is voorzien van een corrosiebeschermingsanode de simulatieconnector (geleverd met de SWW-voeler - colli AD212).
O
Sluit de circulatiepomp van de verwarming aan (circuit B).
P
Sluit de SWW-voeler aan (Colli AD212).
a
Sluit de pomp voor de sanitaire omloopkring aan (Colli AD249).
z
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
4.10.8.
Aansluiting van twee kringen en een SWWboiler na de open verdeler
SCU C
TS +
C
PCU
AUX
5
On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
11 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002293-i
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1 7
3
2 10 8 6
4 9
15/05/2009 - 120948-AA
A
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Z
Sluit de buitenvoeler aan.
E
Sluit de veiligheidsthermostaat voor vloerverwarming aan. Verwijder de brug. Sluit de draden van de veiligheidsthermostaat aan op de connector.
R
Open verdeler
T
Aansluiting van een extra verwarmingskring (circuit C) (Colli AD249). Dezelfde procedure als voor de kring B.
41
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
Y
Sluit de circulatiepomp van de verwarming aan (circuit A). Installeer in geval van vloerverwarming een veiligheidsthermostaat na de circulatiepomp. In geval van oververhitting schakelt de veiligheidsthermostaat de circulatiepomp uit.
U
Sluit de anode van de boiler aan. OPGELET 4
4
Sluit, indien de boiler is voorzien van een corrosiebeschermingsanode Titan Active System®, de anode aan op de ingang (+ op de anode, - op de boiler). Plaats, indien de boiler niet is voorzien van een corrosiebeschermingsanode de simulatieconnector (geleverd met de SWW-voeler - colli AD212).
I
Sluit de circulatiepomp van de verwarming aan (circuit B).
O
Sluit de SWW-voeler aan (Colli AD212).
P
Sluit de pomp voor de sanitaire omloopkring aan (Colli AD249).
a
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters Uit te voeren instellingen T.ECS:
4.10.9.
INSTALLATIE / UITGEBREID POMP
Aansluiting van een buffervat
n De bufferboiler zorgt uitsluitend voor de verwarming In dit installatievoorbeeld bevat de bufferboiler (type QUADRO/PS) een SWW-zone. De verwarmingsketel start systematisch om de SWW-zone van de bufferboiler in stand te houden of om de aparte boiler op temperatuur te houden.
42
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
Indien de bufferboiler geen sanitaire zone heeft, gebruik dan een aparte SWW-boiler.
SCU
PCU On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
9 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002368-F
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
3 1
7 4 2 8 5 6
A
Sluit een SWW-toestel aan als het buffervat Y alleen voor de verwarming dient. Sluit de SWW-voeler aan.
Z
Sluit de verwarmingspomp aan (Kring A).
E
Sluit de anode van de boiler aan. Plaats, indien de boiler niet is voorzien van een corrosiebeschermingsanode de simulatieconnector (geleverd met de SWWvoeler - colli AD212).
15/05/2009 - 120948-AA
R
Sluit de SWW-voeler van de tweede boiler aan (Colli AD212).
T
Sluit de voeler van de bufferboiler aan (Colli AD250).
Y
Buffervat (type QUADRO of type PS). 43
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
U
Zonnecollector voeler.
I
Sluit het zonnestation aan op de zonnepanelen.
O
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters Uit te voeren instellingen E.SYST
INSTALLATIE / UITGEBREID OP.TANK V.
Het SWW-gedeelte wordt op de SWW richttemperatuur gehouden door de verwarmingsketel. De verwarmingzone wordt op de berekende richtwaarde gehouden aan de hand van de buitentemperatuur. De zone wordt verwarmd wanneer de temperatuur voeler buffer verwarming T onder de berekende richtwaarde - 6 °C komt. De verwarmingszone wordt niet meer verwarmd zodra de temperatuur buffer verwarming boven de berekende richtwaarde komt.
44
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
n De bufferboiler zorgt voor de verwarming en de SWWproductie De verwarmingsketel start slechts wanneer de bufferboiler niet warm genoeg is om het vullen van de sanitairboiler te garanderen.
SCU
PCU On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
7 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B C002369-E
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
2
4
1 5
6
3
A
Sluit de verwarmingspomp aan (Kring A).
Z
Sluit de anode van de boiler aan. Plaats, indien de boiler niet is voorzien van een corrosiebeschermingsanode de simulatieconnector (geleverd met de SWWvoeler - colli AD212).
15/05/2009 - 120948-AA
E
Buffervat (PS).
R
Zonnecollector voeler.
T
Sluit het zonnestation aan op de zonnepanelen.
Y
SWW-boiler Sluit de SWW-voeler aan.
U
Niets aansluiten op de klemmenstrook. 45
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters
Uit te voeren instellingen
E.SYST
INSTALLATIE / UITGEBREID BUFFERVAT+SWW
T.ECS:
INSTALLATIE / UITGEBREID POMP
UITGANG POMP A INSTALLATIE / UITGEBREID VERW.POMP A
De sanitairboiler wordt gevuld vanuit de bufferboiler. Indien tijdens een sanitaire vulling de temperatuur van de bufferboiler onder de primaire SWW-richttemperatuur komt, houdt de verwarmingsketel deze op temperatuur om het vullen van de sanitairboiler te garanderen De verwarmingzone wordt op de berekende richtwaarde gehouden aan de hand van de buitentemperatuur. De zone wordt verwarmd wanneer de temperatuur voeler buffer verwarming onder de berekende richtwaarde - 6 °C komt. De verwarmingszone wordt niet meer verwarmd zodra de temperatuur buffer verwarming boven de berekende richtwaarde komt.
4.10.10.
Aansluiting zwembad
SCU
PCU On/off
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
OT
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
6 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B C002298-H
2 1 2 1 4 2 1 2 1 2 1 2 1
2
3
5
1
46
A
Sluit de secundaire pomp van het zwembad aan.
Z
Sluit de zwembadvoeler aan.
E
Platenwarmtewisselaar.
15/05/2009 - 120948-AA
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
R
Onderbreekbediening van de zwembadverwarming Wanneer de parameter T.ING: op TOR.B staat, wordt het zwembad niet meer verwarmd wanneer het contact open is (fabrieksinstelling), alleen de vorstbeveiliging werkt nog. De richting van het contact kan nog steeds ingesteld worden met behulp van de parameter CTC.TEL.
T
Sluit de primaire pomp van het zwembad aan.
Y
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters
Uit te voeren instellingen
KRING B:
INSTALLATIE / UITGEBREID ZWEMBAD
Indien E. TEL: gebruikt wordt INSTALLATIE / UITGEBREID T.ING: 0/1 B
¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88 Parameters
Uit te voeren instellingen
MAX T KRING B Stel de waarde MAX T KRING B in op de temperatuur die overeenkomt met de behoeften van de wisselaar
n Besturing van het zwembadcircuit Met de regulatie kan een zwembadkring in twee gevallen bestuurd worden: Geval 1: De regulatie reguleert de primaire kring (verwarmingsketel/wisselaar) en de secundaire kring (wisselaar/ bassin). 4 Sluit de pomp van de primaire kring (ketel/wisselaar) aan op de pompuitgang B. De temperatuur MAX T KRING B wordt dan verzekerd tijdens de dagperiodes van het programma B, zowel in de zomer als in de winter. 4 Sluit de zwembadvoeler (colli AD212) aan op de ingang VERTREKV. B. 4 Stel de richtwaarde van de zwembadvoeler met behulp van de toets C in op het bereik 5-39°C. Geval 2: Het zwembad beschikt reeds over een regelingsysteem dat men wenst te behouden. De regulatie reguleert uitsluitend de primaire kring (verwarmingsketel/wisselaar). 4 Sluit de pomp van de primaire kring (ketel/wisselaar) aan op de pompuitgang B. De temperatuur MAX T KRING B wordt dan verzekerd tijdens de dagperiodes van het programma B, zowel in de zomer als in de winter.
15/05/2009 - 120948-AA
47
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
U kunt het zwembad ook aansluiten op de kring C: Voer de aansluitingen uit op de klemmenstroken met ref. C. Stel de parameters van de kring C in.
4 4
n Uurprogrammering van de pomp van het secundaire circuit De secundaire pomp werkt tijdens de dagperiodes van programma B, zowel in de zomer als in de winter.
n Stilstand Neem voor de overwintering van uw zwembad contact op met uw zwembadinstallateur.
4.10.11.
Aansluiting van een combireservoir
SCU C
TS +
C
PCU
AUX On/off
2
OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
7 B
TS +
B
A
S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
C002432-D
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
3
1
6
4 5
A 48
Niets aansluiten op de klemmenstrook. 15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
Z
Hulpuitgang - Mogelijkheid tot aansluiting van de elektrische boiler (Of op E)
E
Uitgang kring A - Mogelijkheid tot aansluiting van de elektrische boiler (Of op Z)
R
elektrische weerstand
T
Sluit de SWW-voeler aan
Y
Sluit de buitenvoeler aan
U
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters
Uit te voeren instellingen
Indien de elektrische boiler is aangesloten INSTALLATIE / UITGEBREID op {pomp A}: SWW ELEC KRING A: Indien de elektrische boiler is aangesloten INSTALLATIE / UITGEBREID op {pomp AUX}: SWW ELEC S.HULP
4.10.12.
Aansluiting van de apart te verkrijgen opties
Voorbeeld: module voor toezicht op afstand met spraakinterface TELCOM, afstandsbedieningen voor de kringen A en B, tweede sanitairboiler
SCU C
TS +
C
PCU
AUX On/off OT
S AMB C S AMB B S AMB A
0-10V
BL
RL
Tout Tdhw
+ - 4 3 2 1 2 1 2 1 2 1
9 B
TS +
B
A S SYST + TA -
S ECS
S EXT S DEP C S DEP B
2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1
1 7 5
x
3
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
c
r
MODE
4
2
3
PRG
1
2
3
4
V
1
AL1 AL2 ALP
5
6
7
8
V
9
0
#
SET
TELCOM 2
8 2
x
6
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
c MODE
r
C002294-F
15/05/2009 - 120948-AA
49
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
A
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Z
Sluit de laadpomp van de tweede boiler aan.
E
Tweede SWW-boiler
R
Sluit de SWW-voeler van de tweede boiler aan.
T
Alarmlampje
Y
Sluit de module voor toezicht op afstand met spraakinterface TELCOM aan (volgens de beschikbaarheid in uw land).
U
BUS-aansluiting cascade, VM
I
Sluit de afstandsbediening aan (Colli AD257/FM52).
O
Niets aansluiten op de klemmenstrook.
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters
Uit te voeren instellingen
UITGANG POMP A
INSTALLATIE / UITGEBREID GEBREK
Indien een tweede boiler is aangesloten: INSTALLATIE / UITGEBREID S.HULP SWW
4.10.13.
Aansluiting in cascade
n SWW-toestel na de evenwichtsfles
4 5
1
2
3
6
7
7
7
C002435-B
8
50
A
Hoofdketel
Z
"Volgketel – 2"
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
E
"Volgketel – 3"
R
laadpomp s.w.w.
T
Sluit de SWW-voeler aan
Y
BUS kabel
U
Open verdeler
I
Vertrekvoeler cascade Sluit de voeler aan op de klemmenstrook E.SYST van de hoofdketel.
Instellingen van de hoofdketel Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters Uit te voeren instellingen T.ECS:
INSTALLATIE / UITGEBREID POMP
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Het netwerk configureren", pagina 97 Parameters
Uit te voeren instellingen
CASCADE
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
HOOFDREGELING
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
SYSTEEM NETWERK INSTALLATIE / UITGEBREID SLAAF TOEVOEGEN
Instellingen van de volgketels Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Het netwerk configureren", pagina 97 Parameters
Uit te voeren instellingen
CASCADE
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
HOOFDREGELING INSTALLATIE / UITGEBREID UIT SLAVEY NUMMER INSTALLATIE / UITGEBREID 2, 3, ...
15/05/2009 - 120948-AA
51
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
n SWW-toestel op de hoofdketel
2
3
6
4
1
C002591-A
5 A
Sluit de SWW-voeler aan
Z
Hoofdketel
E
"Volgketel – 2"
R
"Volgketel – 3"
T
Open verdeler
Y
Vertrekvoeler cascade Sluit de voeler aan op de klemmenstrook E.SYST van de hoofdketel.
Instellingen van de hoofdketel Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Stel de bij de installatie behorende parameters in", pagina 71 Parameters Uit te voeren instellingen T.ECS:
INSTALLATIE / UITGEBREID OMKEERKLEP
Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Het netwerk configureren", pagina 97 Parameters
Uit te voeren instellingen
CASCADE
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
HOOFDREGELING
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
SYSTEEM NETWERK INSTALLATIE / UITGEBREID SLAAF TOEVOEGEN
Instellingen van de volgketels Stel de volgende parameters in: ¼ Zie hoofdstuk: "Het netwerk configureren", pagina 97
52
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
Parameters
Uit te voeren instellingen
CASCADE
INSTALLATIE / UITGEBREID IN
HOOFDREGELING INSTALLATIE / UITGEBREID UIT SLAVEY NUMMER INSTALLATIE / UITGEBREID 2, 3, ...
15/05/2009 - 120948-AA
53
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.11 Elektrisch schema X1
X2
X3
X5
X6
X8
1 3 2
1 2 3
4 5 3 2 1
2 3 4 1
1 2 3
1 2 3
BR BL
BL GN/YW
BR GN/ YW BR
GN/ GY YW BK BL BL WH BL GN/ BL BR YW GN/ YW
3 1
X51 4 2
K1 1 2 3 SCU-C
1
2
3
4 5
6
7
X9 8
9 10
1
GN/ YW BR BL
BK
3 1 2
1
3 1 2
3 5 1
X22
X21
X41
GB
PUMP A
IT
S
X12
2 3 4 5
BK BK BK BK BK
1 2 4 5
X117
X91 FAN
2 HLS BR BL GN/YW
E
X10 L N
1
2 3
8
9
10 11
4 5 7 6
12 13
X7
X11
1 2 3
1 2 3 4 5 6
RD WH BK
YW OR RD WH GN GY
P 230V, 50Hz
BK BK
X3 X2 X4 X1
X5 X6 X7 X8 X9 X10
BK BK BL
1 3
1
RD
1
BK BK BK BK BK BK BK
1 3 2
X111
X116
X121
PSU
PWM PUMP
DV
1 2 3 4
X11 X113 X114 X115 X112
X14 X13 X12
1 2
3 1
2
FS
2
2
RTS FTS
2
SCU-C
PS
DIS T001871-G
54
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4. Installatie
P
Voeding
SCU
Elektronische printplaat van het bedieningspaneel
S
Aan/uit schakelaar
IT
Ontstekingstrafo
E
Ontstekingselektrode
GB
Gasklep
PUMP A Modulerende bediening van de ketelpomp HLS
Maximaal schakelaar
FAN
Ventilator
FS
Debietmeter
RTS
Retoursensor
FTS
Aanvoersensor
PS
Drukschakelaar
PSU
Opslag van de parameters van de elektronische printplaten PCU en SU
DV
Driewegklep
4.12 Vullen van de installatie
4.12.1.
Waterbehandeling
Behandel het water van de installatie om corrosie, kalk- of kalksteenaanslag, slib, microbiologische besmetting, enz. te beperken. OPGELET Een niet gereinigde installatie of een slechte waterkwaliteit kunnen de garantie ongeldig maken. Voor een optimale werking van de verwarmingsketels, moet het water van de installatie in overeenstemming met de volgende kenmerken zijn: Vermogen <= 70 kW Vermogen > 70 kW of Constant hooggestookte installatie Zuurtegraad (pH)
onbehandeld water 7 - 9
7-9
behandeld water
7 - 8.5
7 - 8.5
Geleidingsvermogen bij 25°C
µS/cm
<= 800
<= 800
Chloriden
mg/l
<= 150
<= 150
Andere componenten
mg/l
<1
<1
Hardheid van het water van de installatie voor een water inhoudt < 6 l/kW
°F
1 - 20
1-5
°dH
0.5 - 11.2
0.5 - 2.8
mmol/l
0.1 - 2
0.1 - 0.5
15/05/2009 - 120948-AA
55
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Vermogen <= 70 kW Vermogen > 70 kW of Constant hooggestookte installatie
Hardheid van het water van de installatie voor een water inhoudt > 6 l/kW
°F
1 - 15
1-5
°dH
0.5 - 8.4
0.5 - 2.8
mmol/l
0.1 - 1.5
0.1 - 0.5
Aanbevelingen: 4 Houd de hoeveelheid zuurstof in de verwarmingskring zo klein mogelijk. 4 Beperk de jaarlijks in de kring toe te voegen hoeveelheid water tot 5% van het totale watervolume van de installatie. 4 Nieuwe installatie - Verwijder alle residuen uit de installatie (plastic afval, installatieonderdelen, olie, enz...). - Gebruik een remmer in combinatie met een waterverzachter. 4 Bestaande installatie Indien de kwaliteit van het water van de installatie onvoldoende is, zijn er diverse opties mogelijk: - Het plaatsen van één of meerdere filters. - Een volledige reiniging van de installatie om alle onzuiverheden en neerslag in de verwarmingskring af te voeren. Hiervoor is een hoog, gecontroleerd debiet nodig. - Het reinigen van de verwarmingsketel (vuil, neerslag, kalkaanslag...). Oertli beveelt de volgende producten aan: Fabrikant
Product
Functie
Fernox
Restorer
Universeel reinigingsmiddel voor bestaande installaties
Protector
beschermmiddel
Alphi 11
Antivriesmiddel en remmer
GE-Water / Betzdearborn
Sentinel X100 beschermmiddel Sentinel X200 Ontkalkingsmiddel Sentinel X300 beschermmiddel voor nieuwe installaties Sentinel X400 beschermmiddel voor bestaande installaties Sentinel X500 Antivriesmiddel en remmer
Andere fabrikanten bieden gelijkwaardige producten aan. OPGELET 4 4
56
Controleer of het product met de in de installatie aanwezige materialen gebruikt kan worden. Neem de instructies van de fabrikant (gebruik, dosering,...) in acht om ieder risico (lichamelijk, materieel, milieu) te voorkomen.
15/05/2009 - 120948-AA
4. Installatie
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
4.12.2.
Vullen van de installatie
OPGELET Draai alle radiatorkranen van de cv-installatie open voor het vullen.
1
2
3 4
T000181-B
1. Open de kranen voor de toevoer van koud water en van de aanvoerleiding van de verwarming.
T001878-A
2. Open de kranen van de ontkoppelaar (Tijdens het vullen kan er lucht ontsnappen via de automatische ontluchter).
2 1
T001618-A
3. Sluit de kranen van de ontkoppelaar wanneer de manometer een druk van 2 bar aangeeft
2 bar
1 2
T001619-A
4. De waterzijdige aansluitingen op dichtheid controleren.
T001507-A
15/05/2009 - 120948-AA
57
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5
Inbedrijfstelling
5.1
Bedieningspaneel
Omschrijving van de toetsen
C002500-A
5.1.1.
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
A
B
bar
r
p b AUTO x c g m
d
C
r
STD
D
58
r
j
L
t
E
F
A
Instellingstoets temperaturen (verwarming, SWW, zwembad)
B
Selectietoets werkingsmode
C
Afwijkingstoets SWW
D
Toets voor toegang tot de voor de installateur bestemde parameters
E
Toetsen waarvan de functie aan de hand van de selecties varieert
F
Draai- en drukknop voor het instellen 4
1 : Draai de knop om de menu's te scrollen of een waarde te wijzigen
4
z : Druk op de knop voor toegang tot het geselecteerde menu of om een gewijzigde waarde te valideren 15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
5.1.2.
Omschrijving van de display
I
bar
2
4
6
8
10
12
r
p b AUTO x c g m G
d
r
STD
G
r
16
18
j
20
22
24
L
t
H
Er verschijnt een balk wanneer een SWW-afwijking geactiveerd is: 4
Knipperende balk: Tijdelijke afwijking
4
Vaste balk: Permanente afwijking
H
Naam van de kring waarvan de parameters zijn weergegeven
I
Grafische balk voor weergave van de uurprogramma's 4
Donkere zone b : Verwarmingsperiode in dagmodus of SWW-productie toegestaan
4
Lichte zone v : Verwarmingsperiode in de nachtmodus of SWW-productie niet toegestaan
)(
De pijlen worden weergegeven wanneer lijnen hoger of lager in de lijst gemaskeerd zijn De 2 pijlen knipperen wanneer een waarde gewijzigd kan worden
ytre
Vermogensniveau van de vlam
bar
Drukindicator: Het symbool wordt weergegeven wanneer een waterdrukschakelaar is aangesloten
Y
15/05/2009 - 120948-AA
14
C002501-A
0
4
Knipperend symbool: Er is onvoldoende water
4
Vast symbool: Er is voldoende water
Niveau waterdruk 4
R : 0,9 tot 1,1 bar
4
E : 1,2 tot 1,5 bar
4
Z : 1,6 tot 1,9 bar
4
A : 2,0 tot 2,3 bar
4
Y : > 2,4 bar
p
Zomermodus: De verwarming is uitgeschakeld. Voor sanitair warm water blijft gezorgd worden
b
WINTER-modus: Verwarming en sanitair warm water functioneren
AUTO
Werking in de automatische modus, afhankelijk van het uurprogramma
59
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
x
m
g
Dagcyclus: Het symbool wordt weergegeven wanneer er een DAG-afwijking (comfort) wordt geactiveerd 4
Knipperend symbool: Tijdelijke afwijking
4
Vast symbool: Permanente afwijking
Nachtcyclus: Het symbool wordt weergegeven wanneer een NACHT-afwijking (laag) is geactiveerd 4
Knipperend symbool: Tijdelijke afwijking
4
Vast symbool: Permanente afwijking
Vakantiemodus: Het symbool wordt weergegeven wanneer een VAKANTIE-afwijking (vorstbeveiliging) is geactiveerd 4 4
60
Knipperend symbool: Vakantiemodus geprogrammeerd Vast symbool: Vakantiemodus ingeschakeld
m
Handbediening
r
Het symbool wordt weergegeven wanneer er warm water geproduceerd wordt
w
Verklikker klep: Het symbool wordt weergegeven wanneer een 3-wegklep is aangesloten 4
x : 3-wegklep open
4
c : 3-wegklep gesloten
M
Het symbool wordt weergegeven wanneer de pomp werkt
>
Toegang tot de verschillende menus
d
Voor toegang tot de instellingen van de verwarmingskringen
r
Voor toegang tot de instellingen van de SWW-kring
?
Het symbool wordt weergegeven wanneer er hulp beschikbaar is
STD
Reset van alle uurprogramma's
b /v
Selectie dag/nacht of selectie van de te programmeren dagen
j
Terug naar vorige niveau
ESC
Terug naar vorige niveau zonder de uitgevoerde wijzigingen op te slaan
t
Handmatige reset
15/05/2009 - 120948-AA
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling
5.2.1.
Ketel bedrijfsklaar maken
WAARSCHUWING Stel de GMR 3000 Condens niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet overeenkomt met de toegestane gassoorten. 4 Controleer of de geleverde gassoort overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje van de ketel. 4 Controleer het gascircuit. 4 Controleer het hydraulisch circuit. 4 Controleer de waterdruk van de cv-installatie. 4 Controleer de elektrische aansluitingen van de thermostaat en de andere externe aansluitingen. 4 Overige aansluitingen controleren.
5.2.2.
Gascircuit
WAARSCHUWING B
Zorg dat de ketel spanningsloos is. 1. Open de hoofdgaskraan. 2. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel een kwartslag los en verwijder de frontmantel. 3. Kantel de instrumentenbox naar voren door de klipsluitingen aan de zijkanten te openen. 4. Controleer de gasvoordruk op het gasmeetpunt C van het gasblok.
B C
WAARSCHUWING ¼ Voor de toegestane gassoorten, zie het hoofdstuk: "Gascategorieën", pagina 9
T001518-A
15/05/2009 - 120948-AA
5. Controleer de gasaansluitingen ná het gasblok in de ketel op dichtheid. 6. Controleer de afdichting van de gasleiding, inclusief de gaskranen. De testdruk mag maximaal 60 mbar zijn. 7. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt op het gasblok los te schroeven. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende ontlucht is. 8. Controleer de gasaansluitingen in de ketel op dichtheid.
61
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
5.2.3.
Hydraulisch circuit
4 Controleer de sifon, deze moet tot de merkstreep met schoon water gevuld zijn. 4 Controleer de hydraulische dichtheid van de koppelstukken.
5.2.4.
Elektrische aansluitingen
4 Controleer de elektrische aansluitingen.
5.3
Het apparaat inschakelen 1. Kantel de instrumentenbox weer omhoog en klik deze vast met de klipsluitingen aan de zijkanten. 2. Open de hoofdgaskraan. 3. Open de gaskraan van de ketel. 4. Schakel de spanning in met de aan/uit schakelaar van de ketel.
C002366-A
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
LANGUE FRANCAIS Français - Deutsch - English
2
1 2
5. De display toont het menu #TAAL. Selecteer de gewenste taal door aan de draaiknop te draaien. 6. Druk op de draaiknop om te valideren.
24
ÿ
r
pb
d
xc
r
gm r STD
t
C002502-A
De ketel begint een automatische ontluchtingscyclus van ca. 3 minuten. Dit herhaalt zich iedere keer als de voedingsspanning onderbroken is geweest. Fout tijdens opstartprocedure: 4 Op het display verschijnt geen informatie: - Controleer de netspanning - Controleer de zekeringen 62
15/05/2009 - 120948-AA
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
- Controleer de aansluiting van het netsnoer op de connector X1 van de elektronische printplaat PCU 4 In geval van problemen wordt de fout op het scherm weergegeven. ¼ Zie hoofdstuk: "Berichten (Code van type Bxx of Mxx)", pagina 122 Na het ontluchtingsprogramma zal de ketel met een aangesloten boilersensor en ingeschakelde antilegionella functie, meteen het boilerwater gaan opwarmen. De verwarmingstijd hangt af van de omvang van de SWWinstallatie.
5.4
Gasinstellingen
5.4.1.
Aanpassing aan een andere gassoort
WAARSCHUWING Alleen Serv'Elite mag aanpassingen voor werking op een andere gassoort uitvoeren. De fabrieksinstelling van de GMR 3000 Condens is voor werking op de aardgasgroepen G20 en G25. WAARSCHUWING De aanpassing van een toestel van een gas uit de tweede familie aan een gas uit de derde familie en omgekeerd is niet toegestaan. Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. Voer voor werking met een andere gassoort de volgende handelingen uit: X .X X
4 Controleer of de doorlaatdiameter van de gas restrictiering in het gasblok overeenstemt met de ketel en de toegepaste gassoort. 4 Vervang de gas restrictiering (indien nodig). 4 Stel het toerental van de ventilator af zoals aangegeven in de tabel (indien nodig). 4 Controleer de instelling van de verhouding gas/lucht.
T001569-A
15/05/2009 - 120948-AA
4 Voor meer uitvoerige informatie, zie de hierop volgende paragrafen: ¼ "Instelling van de verhouding lucht/gas (Vollast)", pagina 64 ¼ "Instelling van de verhouding lucht/gas (Laaglast)", pagina 67
63
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.4.2.
Instelling van de verhouding lucht/gas (Vollast)
WAARSCHUWING handelingen aan het gasblok zijn ten strengste verboden. Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. 1. Schroef de dop van het rookgas meetpunt los. 2. De rookgasanalysator aansluiten. WAARSCHUWING Dicht de opening rond de meetsonde tijdens de meting goed af.
B
B
T001579-A
3. Druk vanuit de startpagina op de toets -. Het menu TEST ROOKGASMETING wordt op het beeldscherm weergegeven. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
1
2
TEMP.: 68°
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
j
M
t
C002271-F-06
64
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
4. Selecteer de gewenste generator. De kenmerken van de generator worden weergegeven.
24
ÿ
TEST ROOKGASMETING GENERATOR : GENE
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
5. Inbedrijfstelling
j
M
t
STD
C002503-A-06
5. Draai de draaiknop totdat PMAX wordt weergegeven. Vollast wordt ingesteld. 6. Meet het percentage O2 of CO2 in de rookgassen.
OFF => Pmax
0
v bar
c
1
2
1 2
2
4
6
8
10
12
14
18
p b AUTO x c g m
r
STD
20
22
r
j
7. Vergelijk de gemeten waarden met de controlewaarden in de tabel (Zonder frontmantel):
24
Pmax 68°C 10µA 5600 T/M
r
d
16
GENE : KETEL TEMP ION. STROOM SNELH VENTILA
ÿ
M
t
C002504-A-06
Controlewaarden O2/CO2 voor G20 bij vollast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Controlewaarde Doorlaatdiameter gas restrictiering Vollast O2 (%) CO2 (%)
GMR 3015 Condens
4500
5.2 ± 1.0 8.8 ± 0.5
3.70
GMR 3025 Condens
5200
4,3 ± 1,0 9,3 ± 0,5
5,10
GMR 3025 Combi Condens
5800
4,3 ± 1,0 9,3 ± 0,5
5,10
Controlewaarden O2/CO2 voor G25 bij vollast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Controlewaarde Doorlaatdiameter gas restrictiering Vollast O2 (%) CO2 (%)
GMR 3015 Condens
4500
8,6 ± 1,0 6,8 ± 0,5
3,70
GMR 3025 Condens
5200
7,8 ± 1,0 7,2 ± 0,5
5,10
GMR 3025 Combi Condens
5800
7,8 ± 1,0 7,2 ± 0,5
5,10
Controlewaarden O2/CO2 voor G31 bij vollast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Controlewaarde Vollast O2 (%) CO2 (%)
Doorlaatdiameter gas restrictiering
GMR 3015 Condens
4400
5.2 ± 1.0 10.3 ± 0.5
2.85
GMR 3025 Condens
5300
5.2 ± 1.0 10.3 ± 0.5
3.80
GMR 3025 Combi Condens
5900
5.2 ± 1.0 10.3 ± 0.5
3.80
15/05/2009 - 120948-AA
65
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Als de gemeten waarden buiten de grenzen liggen van de controlewaarden:
X .X X
1. 2. 3. 4.
Controleer de doorlaatdiameter van de gas restrictiering. Controleer de gas restrictiering op vervuiling. Controleer de gasaanvoerdruk. Controleer de vlam via het kijkglas. De vlam mag niet afblazen.
T001569-A
66
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.4.3.
5. Inbedrijfstelling
Instelling van de verhouding lucht/gas (Laaglast)
WAARSCHUWING handelingen aan het gasblok zijn ten strengste verboden. Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. 1. Schroef de dop van het rookgas meetpunt los. 2. De rookgasanalysator aansluiten. WAARSCHUWING Dicht de opening rond de meetsonde tijdens de meting goed af.
B
B
T001579-A
3. Draai aan de draaiknop totdat PMIN wordt weergegeven. Laaglast is ingesteld. 4. Meet het percentage O2 of CO2 in de rookgassen.
OFF => Pmin
0
v bar
c
1
2
1 2
2
4
6
8
10
12
14
18
p b AUTO x c g m
r
STD
20
22
r
j
5. Vergelijk de gemeten waarden met de controlewaarden in de tabel (Zonder frontmantel):
24
Pmin 68°C 10µA 1850 T/M
r
d
16
GENE : KETEL TEMP ION. STROOM SNELH VENTILA
ÿ
M
t
C002505-A-06
Controle- en instelwaarden O2/CO2 voor G20 bij laaglast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Instelwaarde Controlewaarde Vollast O2 (%) CO2 (%) O2 (%) CO2 (%)
GMR 3015 Condens
1800
5.9 ± 0.3 8.4 ± 0.2 5.9 ± 1.0 8.4 ± 0.5
GMR 3025 Condens
1850
5,0 ± 0,3 8,9 ± 0,2 5,0 ± 1,0 8,9 ± 0,5
GMR 3025 Combi Condens
1850
5,0 ± 0,3 8,9 ± 0,2 5,0 ± 1,0 8,9 ± 0,5
15/05/2009 - 120948-AA
67
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Controle- en instelwaarden O2/CO2 voor G25 bij laaglast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Instelwaarde Controlewaarde Vollast O2 (%) CO2 (%) O2 (%) CO2 (%)
GMR 3015 Condens
1800
8,8 ± 0,3 6,7 ± 0,2 8,8 ± 1,0 6,7 ± 0,5
GMR 3025 Condens
1850
8,2 ± 0,3 7,0 ± 0,2 8,2 ± 1,0 7,0 ± 0,5
GMR 3025 Combi Condens
1850
8,2 ± 0,3 7,0 ± 0,2 8,2 ± 1,0 7,0 ± 0,5
Controle- en instelwaarden O2/CO2 voor G31 bij laaglast Keteltype
Toerental van de ventilator (omw/min) Instelwaarde Controlewaarde Vollast O2 (%) CO2 (%) O2 (%) CO2 (%)
GMR 3015 Condens
2200
5.8 ± 0.3 9.9 ± 0.2 5.8 ± 1.0 9.9 ± 0.5
GMR 3025 Condens
1850
5.8 ± 0.3 9.9 ± 0.2 5.8 ± 1.0 9.9 ± 0.5
GMR 3025 Combi Condens
1850
5.8 ± 0.3 9.9 ± 0.2 5.8 ± 1.0 9.9 ± 0.5
Als de gemeten waarden buiten de grenzen liggen van de controlewaarden: 1. Verdraai de stelschroef B op het gasblok om de gas-/ luchtverhouding te wijzigen: rechtsom wordt de gastoevoer hoger. 2. Controleer de vlam via het kijkglas. De vlam moet stabiel branden, de kleur moet blauw zijn, met oranje deeltjes aan de rand van de brander. Herhaal de test op vollast en de test op laaglast tot de juiste waarden verkregen zijn. Druk voor het verlaten van de modus TEST ROOKGASMETING meerdere malen op j.
68
15/05/2009 - 120948-AA
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.5
Controles en afstellingen na inbedrijfstelling
5.5.1.
Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer
De weergavemodus van het bedieningspaneel is standaard zodanig ingesteld, dat uitsluitend de "gewone" parameters worden weergegeven. Het is mogelijk over te gaan op de "uitgebreide" modus door als volgt te werk te gaan: 1. Druk > toets in. Er wordt een vervolgkeuzelijst weergegeven. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk 5 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEM TEMP. r 2
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
bar
20
r
t
STD
5" C002463-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#TOEWIJZING
v c
22
3. Valideer het menu #TOEWIJZING dat wordt weergegeven door op de draaiknop te drukken. De installatiemodus wordt op het beeldscherm weergegeven.
24
GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002460-A-06
4. Druk op de draaiknop voor toegang tot de instelling van de modus. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
INSTALLATIE
v c
22
24
KLASSIEK
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
20
r
STD
j
L
t
C002461-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
69
5. Inbedrijfstelling
0
2
4
6
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8
10
12
14
INSTALLATIE KLASSIEK: toont de parameters v klassieke UITGEBREID: toont alle c parameters r
16
18
20
22
24
ÿ
UITGEBREID
1
2
1 2
j
p b AUTO x c g m
d
r
5. Selecteer de modus "uitgebreide installatie" door aan de draaiknop te draaien en vervolgens te valideren. Er wordt een nieuwe lijst weergegeven.
L
t
STD
C002462-A-06
6. Druk 2 maal op de toets j om dit menu te verlaten en terug te keren naar de bedrijfsweergave. 0
2
4
6
8
10
12
14
2
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
18
20
22
24
ERWEITERT DIRECT VERW.POMP A MGK MGK
1
bar
16
2x
INSTALLATIE KRING. A POMP A v S. KRING. B c KRING. C r
STD
r
t
C002464-A-06
Parameter
Instelbereik
INSTALLATIE KLASSIEK
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
Weergave van de parameters van een normale installatie KLASSIEK
UITGEBREID Weergave van alle parameters
70
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.5.2.
5. Inbedrijfstelling
Stel de bij de installatie behorende parameters in
1. Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer: ¼ zie het hoofdstuk: "Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer", pagina 69. 2. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
3. Druk 5 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEM TEMP. r 2
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
bar
20
r
t
STD
5" C002463-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#TOEWIJZING
v c
22
4. Valideer het menu #TOEWIJZING dat wordt weergegeven door op de draaiknop te drukken. 5. Stel de volgende parameters in volgens de op de elektronische printplaten uitgevoerde aansluitingen:
24
GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
STD
L
t
C002460-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
KRING A:
DIRECT
Gebruik als directe verwarmingskring
DIRECT
PROGRAM.
Gebruik als onafhankelijke programmeerbare uitgang
H.TEMP
Hiermee kan de kring A met constante temperatuur het hele jaar bestuurd worden (zonder rekening te houden met de onderbreking in de zomer)
SWW
Aansluiting van een tweede s.w.w. bereider
SWW ELEC
S.w.w.-productie door de ketel in de wintercyclus en door een elektrische weerstand in de zomercyclus
AFWEZIG
Geen enkel gegeven omtrent het de kring A is aangeduid op het display
15/05/2009 - 120948-AA
71
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
KRING B:
MGK
Aansluiting van een kring met een 3-wegafsluiter ( Voorbeeld: Vloerverwarming)
MGK
ZWEMBAD
Gebruik van het de kring voor het beheer van een zwembad
DIRECT
Gebruik van het de kring als direct verwarmingskring
MGK
Aansluiting van een kring met een 3-wegafsluiter ( Voorbeeld: Vloerverwarming)
ZWEMBAD
Gebruik van het de kring voor het beheer van een zwembad
DIRECT
Gebruik van het de kring als direct verwarmingskring
VERW.POMP A
De uitgang POMP A wordt gebruikt om de pomp van de VERW.POMP A kring A te sturen
KRING AUX
De uitgang POMP A wordt gebruikt om de pomp van de kring AUX te sturen
S.OMLO.
Gebruik als circulatiepomp voor s.w.w.
PRIM.POMP
De uitgang Pomp A is actief indien op de secundaire om verwarming gevraagd wordt
BRANDER
De uitgang Pomp A is actief wanneer er om een brander gevraagd wordt
GEBREK
De uitgang Pomp A is actief indien er een storing aanwezig is
POMP
Gebruik van een laadpomp van een reservoir op de uitgang SWW-POMP
OMKEERKLEP
Gebruik van een omkeerklep voor de SWW-productie
S.OMLO.
Gebruik als circulatiepomp voor s.w.w.
PROGRAM.
Gebruik als onafhankelijke programmeerbare uitgang
PRIM.POMP
De uitgang HULPPOMP is actief indien op de secundaire om verwarming gevraagd wordt
BRANDER
De uitgang HULPPOMP is actief wanneer er om een brander gevraagd wordt
SWW
Gebruik van het de kring als primair kring van de tweede SWW bereider
GEBREK
De uitgang HULPPOMP is actief indien er een storing aanwezig is
SWW ELEC
S.w.w.-productie door de ketel in de wintercyclus en door een elektrische weerstand in de zomercyclus
SYSTEEM
De voeleringang wordt gebruikt voor de aansluiting van SYSTEEM de gemeenschappelijke aanvoervoeler van een cascadeinstallatie
BUFFERVAT
Bufferreservoir enkel bestemd voor verwarming
SWW STRAT
Gebruik van de SWW-boiler met 2 voelers (hoog en laag)
BUFFERVAT +SWW
Bufferreservoir bestemd voor de verwarming en het sanitair warmwater
GEBREK
De telefoonuitgang is gesloten in geval van een gebrek GEBREK
NAZICHT
De telefoonuitgang is gesloten wanneer nazicht wordt weergegeven
GEBREK+REV
De telefoonuitgang is gesloten in geval van een gebrek of wanneer nazicht wordt weergegeven
SLUIT
Ingang telefoon actief indien het contact gesloten is
OPEN
Ingang telefoon actief indien het contact geopend is
KRING C:
UITGANG POMP A
T.ECS:
S.HULP
E.SYST
UIT. TEL:
CTC.TEL
72
MGK
OMKEERKLEP
S.OMLO.
SLUIT
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
T.ING:
VORSTBEV
Bediening van de antivriesmodus van de ketel
VORSTBEV
0/1 A
Hiermee kan T.ING: gebruikt worden als ingang voor vorstbeveiliging van de kring A
0/1 B
Hiermee kan T.ING: gebruikt worden als ingang voor vorstbeveiliging van de kring B
0/1 C
Hiermee kan T.ING: gebruikt worden als ingang voor vorstbeveiliging van de kring C
0/1 SWW
Hiermee kan T.ING: gebruikt worden als ingang voor vorstbeveiliging van de kring ECS
0/1 AUX
Hiermee kan T.ING: gebruikt worden als ingang voor vorstbeveiliging van de kring AUX
15/05/2009 - 120948-AA
73
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.5.3.
Geef de kringen en generatoren een naam
Het is mogelijk de verschillende kringen en de generatoren een naam te geven. Handel als volgt: Geef de generatoren een naam 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk - toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
bar
20
r
t
STD
C002465-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#INSTELLINGEN #NETWERK
v bar
c
22
3. Selecteer het menu #INSTELLINGEN door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren.
24
GENE GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
( r'
r
t
STD
C002466-A-06
4. Selecteer de parameter GENE en valideer. 0
2
4
6
8
10
12
TAAL GENE DISPL v CONTRAST VERLICHT c ZOMER / WINTER r
14
16
18
20
22
24
NEDERLANDS GENE
1
2
ECO 22.0°
1 2
p b AUTO x c g m
d
r
STD
j
ÿ
L
t
C002467-A-06
74
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Draai aan de draaiknop om het eerste teken op de lijst te kiezen. Druk op de draaiknop om te valideren. Druk nogmaals om vervolgens een tweede teken in te voeren of draai aan de draaiknop om een spatie te maken. 6. Kies de andere tekens op dezelfde wijze: druk op de draaiknop, draai hier aan en druk opnieuw om de selectie te valideren. Draai aan de draaiknop om van het ene teken naar het andere te gaan. Druk voor het afsluiten zonder te wijzigen op de toets h.
A B C D E .. . 0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ÿ
KRING A E Personaliseer de naam van deze kring A
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
5. Inbedrijfstelling
j
L
t
STD
C002506-A-06
7. Druk voor het valideren van de naam op de draaiknop en draai de knop vervolgens enigszins tegen de klok in. Druk, wanneer het symbool U verschijnt, op de draaiknop. De naam is gevalideerd.
.. . X Y Z
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
18
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
16
20
22
KRING A EINGAN Personaliseer de naam van deze kring A
r
STD
r
j
24
ÿ
L
t
C002507-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
75
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Indien de naam 7 tekens heeft, wordt hij automatisch gevalideerd wanneer het laatste teken bevestigd is. Geef de verwarmingskringen een naam 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
bar
p b AUTO x c g m
d
( r'
20
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
3. Selecteer de kring die een nieuwe naam moet krijgen door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren.
24
ÿ
A B C
2
1 2
r
j
p b AUTO x c g m
d
r
M
t
STD
C002469-A-06
0
4
6
8
10
12
KRING A#KREIS B INERTIE GEBOUW INSTEL CURVE A RUI.VERSCH. A c MAX. KRING A r
v
bar
2
14
16
18
2
p b AUTO x c g m
r
STD
22
24
A 3 1.5 0.0° 75.0°
1
1 2
d
20
j
ÿ
4. Selecteer KRING ... en valideer. 5. Ga voor het geven van een naam aan de kring op dezelfde wijze te werk als voor de generator.
M
t
C002470-A-06
Geef de SWW-kring een naam
76
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en r. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
bar
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002471-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#KRING.SWW #KRING.AUX
v bar
c
22
3. Selecteer het menu #KRING.SWW door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren.
24
ÿ
SWW AUX
1
2
1 2
r
j
p b AUTO x c g m
d
r
t
STD
C002472-A-06
0
4
6
8
10
12
14
16
KRING.SWW BOILER T.DAG BOILER T.NACHT WEEK. c PRIM.BOILER T. r
v
bar
2
18
20
2
1 2
ÿ
4. Selecteer KRING.SWW en valideer. 5. Ga voor het geven van een naam aan de kring op dezelfde wijze te werk als voor de generator.
j
p b AUTO x c g m
r
24
SWW 55.0° 10.0° NON 80.0°
1
d
22
t
STD
C002474-A-06
Geef de hulpkring een naam 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
j
M
t
C002219-D-06
15/05/2009 - 120948-AA
77
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en r. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
bar
p b AUTO x c g m
d
( r'
20
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002471-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
#KRING.SWW #KRING.AUX
v bar
c
2
1 2
p b AUTO x c g m
r
22
24
SWW AUX
1
r
d
20
STD
ÿ
j
3. Selecteer het menu #KRING.AUX door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Selecteer KRING.AUX en valideer. 5. Ga voor het geven van een naam aan de kring op dezelfde wijze te werk als voor de generator.
t
C002473-A-06
78
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.5.4.
5. Inbedrijfstelling
Aanpassen van de stooklijn
Als een buitenvoeler wordt aangesloten, dan kan de interne stooklijn worden aangepast. 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
bar
p b AUTO x c g m
d
( r'
20
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
3. Draai aan de instelknop om de gewenste kring te selecteren. Druk op de afstelknop om te valideren.
24
ÿ
A B C
2
1 2
r
j
p b AUTO x c g m
d
r
M
t
STD
C002469-A-06
4. Selecteer de parameter INSTEL CURVE.... 0
4
6
8
10
12
KRING A INERTIE GEBOUW INSTEL CURVE A RUI.VERSCH. A c MAX. KRING A r
v
bar
2
14
16
18
2
p b AUTO x c g m
r
STD
22
24
A 3 1.5 0.0° 75.0°
1
1 2
d
20
j
ÿ
M
t
C002475-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
79
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
5. Draai voor het rechtstreeks wijzigen van de waarde aan de draaiknop. Druk voor het wijzigen van de waarde bij het zien van de curve op de toets f.
24
INSTEL CURVE A 2.0 Stooklijn van de verwamingskring A
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002317-B-06
6. Draai voor het wijzingen van de curve aan de draaiknop. 7. Druk op de draaiknop om te valideren. Druk op de toets h om te annuleren.
0,7 0
v bar
c
1
2
2
4
6
8
10
12
16
18
20
22
24
0.7 = Ingestelde verwarmingshelling
0.7
1 2
r 20
0
p b AUTO x c g m
(
14
75 64 50
'
STD
-15
r
j
M
t
C002318-B-06
n Verwarmingscurve zonder MTKG De parameter MTKG (Temperatuur van het voetpunt van de verwarmingsstooklijn) laat toe het ketelcircuit een minimale bedrijfstemperatuur op te leggen (deze temperatuur kan constant zijn indien de helling van het de stooklijn nul is).
C°
A
Maximum temperatuur van de verwarmingskring
Z
Watertemperatuur van de kring voor een buitentemperatuur van 0°C
E
Richtwaarde DAG van de kring
R
Buitentemperatuur waarvoor de maximale watertemperatuur van de kring bereikt is
T
Waarde van de verwarmingshelling Deze waarde komt overeen met de parameter INSTEL CURVE.
1 75
2 50 5 1.5 3 20
0
-16 4
C°
C002319-B
¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88. Door de verwarmingshelling te wijzigen, worden Z en T opnieuw berekend en herplaatsen deze zich automatisch.
n Verwarmingscurve met MTKG De parameter MTKG (Temperatuur van het voetpunt van de verwarmingsstooklijn) laat toe het ketelcircuit een minimale bedrijfstemperatuur op te leggen (deze temperatuur kan constant zijn indien de helling van het de stooklijn nul is).
80
15/05/2009 - 120948-AA
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
C°
A
Maximum temperatuur van de verwarmingskring
Z
Watertemperatuur van de kring voor een buitentemperatuur van 0°C
E
Richtwaarde DAG van de kring
R
Buitentemperatuur waarvoor de maximale watertemperatuur van de kring bereikt is
T
Waarde van de verwarmingshelling Deze waarde komt overeen met de parameter INSTEL CURVE.
x
Waarde ingesteld op de parameter MTKG D
1 75 2 64 X 50
3 20
5 0.7 0
-15 4
C°
¼ Zie hoofdstuk: "Instellingen "professioneel"", pagina 88. C002320-B
Door de verwarmingshelling te wijzigen, worden Z en T opnieuw berekend en herplaatsen deze zich automatisch.
5.5.5.
T001522-A
Afsluitende werkzaamheden
1. Verwijder de meetapparatuur. 2. Draai de dop op het rookgasmeetpunt. 3. Plaats de frontmantel terug. Draai de twee schroeven een kwartslag vast. 4. Warm de cv-installatie op tot ongeveer 70°C. 5. Schakel de ketel uit. 6. Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten. 7. Controleer de waterdruk. Indien nodig: vul de cv-installatie bij (geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2 bar). 8. Vul op het typeplaatje de gebruikte gassoort in. 9. Vul de checklist in. 10.Instrueer de gebruiker over de werking van de installatie, ketel en regelaar. 11.Informeer de gebruiker over uit te voeren onderhoudsperiodes. Stel de datum van het nazicht in en voer de adresgegevens van de installateur in. ¼ Zie hoofdstuk: "Het onderhoud aanpassen", pagina 109. 12.Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. De ketel is nu bedrijfsklaar. De ketel wordt geleverd met ingestelde waarden voor de parameters. Deze fabrieksinstellingen zijn afgestemd op de meest voorkomende cv-installaties. Voor afwijkende installaties en situaties kunnen de parameters gewijzigd worden.
5.6
Weergave van de gemeten waarden De verschillende per apparaat gemeten waarden worden weergegeven wanneer men op de toets > drukt.
15/05/2009 - 120948-AA
81
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameter
Beschrijving
BUITEN TEMP.
Buitentemperatuur
°C
RUIMTE TEMP.A
Kamertemperatuur van de kring A
°C
RUIMTE TEMP.B
Kamertemperatuur van de kring B
°C
RUIMTE TEMP C
Kamertemperatuur van de kring C
°C
KETEL TEMP
Watertemperatuur in de ketel
°C
DRUK
Waterdruk van de installatie
bar
BOILER TEMP
Watertemperatuur van de SWW-boiler
°C
OPSLAGTANK TEMP Watertemperatuur in de bufferboiler
°C
TEMP.ZWEMBAD B
Watertemperatuur zwembad van de kring B
°C
TEMP.ZWEMBAD C
Watertemperatuur zwembad van de kring C
°C
AANVOER.TEMP B
Watertemperatuur vertrekleiding kring B
°C
AANVOER.TEMP C
Watertemperatuur vertrekleiding kring C
°C
TEMP.SYSTEEM
Watertemperatuur vertrekleiding systeem in geval van meerdere generatoren
°C
T.BOILER ONDER
Watertemperatuur onderin de SWW-boiler
°C
BOILER TEMP.AUX
Watertemperatuur in de tweede SWWboiler die op de HULP-kring is aangesloten
°C
BOILER TEMP A
Watertemperatuur in de tweede SWW-boiler (aangesloten op de kring A)
°C
RETOUR TEMP.
Watertemperatuur retourleiding verwarmingsketel
°C
SNELH. VENTILA
Toerental van de ventilator
omw/min
MOM.VERM.KETEL
Onmiddellijk vermogen m.b.t. de verwarmingsketel (0%: Brander uitgeschakeld of werkt op minimaal vermogen)
%
ION. STROOM (µA)
Ionisatie stroom
µA
BR.STARTS
Aantal startpogingen van de brander (niet reinitialiseerbaar) De teller neemt na iedere 8 startpogingen met 8 toe
BR. UREN
Aantal bedrijfsuren brander (niet reinitialiseerbaar) De teller neemt na iedere 2 uur met 2 toe
u
ING. 0-10V
Aantal bedrijfsuren brander 0-10 V
V
CTRL
Controlenummer van de software
5.7
Instellingen wijzigen De bedieningsautomaat van de ketel is ingesteld op de meest voorkomende cv-installaties. Met deze instellingen zal praktisch elke cv-installatie goed werken. De gebruiker of de installateur kan de parameters naar eigen wens optimaliseren. ¼ Zie voor de instellingen "gebruiker" de gebruikshandleiding.
82
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.7.1.
5. Inbedrijfstelling
De taal selecteren
1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk - toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
bar
20
r
t
STD
C002465-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#INSTELLINGEN #NETWERK
v bar
c
22
3. Selecteer het menu #INSTELLINGEN door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren.
24
GENE GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
( r'
r
t
STD
C002466-A-06
4. Selecteer het menu #TAAL. 0
2
4
6
8
10
12
#TAAL GENE DISPL v CONTRAST VERLICHT c ZOMER / WINTER r
14
16
18
20
22
24
NEDERLANDS GENE
1
2
ECO 22.0°
1 2
j
p b AUTO x c g m
d
r
ÿ
L
t
STD
C002479-A-06
Menu
Instelbereik Beschrijving
#TAAL FRANCAIS Weergave in het Frans DEUTSCH
Weergave in het Duits
ENGLISH
Weergave in het Engels
15/05/2009 - 120948-AA
Fabrieksinstelling FRANCAIS
83
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.7.2.
IJken van de voelers
Gemeenschappelijke parameters voor alle kringen 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk - toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
bar
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
20
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002465-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
#INSTELLINGEN #NETWERK
v bar
c
20
22
3. Selecteer het menu #INSTELLINGEN. 4. Stel de volgende parameters in:
24
GENE GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
( r'
r
STD
t
C002466-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
Instelling klant
Menu #INSTELLINGEN ZOM/WIN
KAL.BUIT.TEMP
84
15 tot 30 ºC, NEE
Voor het instellen van de buitentemperatuur boven de 22 ºC temperatuur waarop de verwarming uitgeschakeld zal worden. - De verwarmingspompen worden uitgeschakeld. - De brander start slechts voor de behoeften aan sanitair warmwater. - NEE: de verwarming wordt nooit automatisch uitgeschakeld. Kalibratie buitenvoeler: Voor het corrigeren van de buitentemperatuur
Buitentemperatuur
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameters betreffende de kring A 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
4
6
8
10
12
KRING A#KREIS B INERTIE GEBOUW INSTEL CURVE A RUI.VERSCH. A c MAX. KRING A r
v
bar
2
14
16
18
2
1 2
p b AUTO x c g m
r
STD
22
24
A 3 1.5 0.0° 75.0°
1
d
20
j
ÿ
3. Selecteer de kring A door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
M
t
C002470-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
IJking van de kamertemperatuurvoeler van kring A: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
Kamertemperatuur van de kring A
Instelling klant
Menu #KRING A KALIBR.RUIM A
RUI.VERSCH.A
-5.0 tot +5.0 ºC Afwijking kamertemperatuur kring A: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
VORSTB.RUIM.A 0.5 tot 20 ºC
15/05/2009 - 120948-AA
Kamertemperatuur voor inschakeling vorstbeveiliging kring A
0.0
6 ºC
85
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameters betreffende de kring B 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
A B C
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
24
STD
j
ÿ
3. Selecteer de kring B door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
M
t
C002480-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
IJking van de kamertemperatuurvoeler van kring B: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
Kamertemperatuur van de kring B
Instelling klant
Menu #KRING B KALIBR.RUIM B
RUI.VERSCH. B
-5.0 tot +5.0 ºC Afwijking kamertemperatuur kring B: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
VORSTB.RUIM.B 0.5 tot 20 ºC
86
Kamertemperatuur voor inschakeling van de vorstbeveiliging van de kring B
0.0
6 ºC
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameters betreffende de kring C 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
A B C
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
24
STD
j
ÿ
3. Selecteer de kring C door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
M
t
C002481-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
IJking van de kamertemperatuurvoeler van kring C: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
Kamertemperatuur van de kring C
Instelling klant
Menu #KRING C KALIBR.RUIM C
RUI.VERSCH. C
-5.0 tot +5.0 ºC Afwijking kamertemperatuur kring C: Laat toe een stooklijn te regelen Voer deze instelling 2 uur na het onder spanning brengen uit, wanneer de kamertemperatuur gestabiliseerd is
VORSTB.RUIM.C 0.5 tot 20 ºC
15/05/2009 - 120948-AA
Kamertemperatuur voor inschakeling vorstbeveiliging kring C
0.0
6 ºC
87
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5.7.3.
Instellingen "professioneel"
Gemeenschappelijke parameters voor alle kringen 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk - toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 2
bar
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
20
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1
r
t
STD
C002465-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
#INSTELLINGEN #NETWERK
v bar
c
20
22
3. Selecteer het menu #INSTELLINGEN. 4. Stel de volgende parameters in:
24
GENE GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
( r'
r
STD
t
C002466-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
MAX.KETEL TEMP.
50 tot 120 ºC
Maximumtemperatuur van de ketel
85 ºC
MAX.VERM.VERW. (1)
0-100%
Instelling van het maximum vermogen voor de verwarming
100%
Maximaal vermogen ketel bij SWW
100% Afhankelijk van het model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
Instelling klant
Menu #INSTELLINGEN
MAX.VERM.SWW. (1)(2) 0-100% MIN.VENT. (1)
1000-5000 omw/min
Minimum toerental van de ventilator
MAX.VENT.CHAUF (1)
1000-7000 omw/min
Instelling van het maximale toerental van Afhankelijk van het de ventilator tijdens het verwarmen model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
(1) De parameter wordt alleen weergegeven indien INSTALLATIE is ingesteld op UITGEBREID (2) De parameter wordt uitsluitend weergegeven indien T.ECS: is ingesteld op KETEL
88
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
MAX.VENT.SWW (1)
1000-7000 omw/min
Instelling van het max. toerental van de ventilator voor sanitair warm water
Afhankelijk van het model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
SNELH.BEP (1)
1000-5000 omw/min
Instelling van het optimale starttoerental Afhankelijk van het model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
MAX P.TOERENT (1)
20-100%
Maximaal toerental van de pomp
Afhankelijk van het model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
MIN P.TOERENT (1)
20-100%
Minimaal toerental van de pomp
Afhankelijk van het model van het apparaat: Zie onderstaande tabel.
VORSTBEV.BUIT
-8 tot +10 ºC
Buitentemperatuur waarbij de + 3 ºC vakantiemodus wordt ingeschakeld. Onder deze temperatuur functioneren de pompen permanent en de minimumtemperaturen van elk circuit worden gerespecteerd. Bij de instelling NACHT:STOP wordt de lage temperatuur van iedere kring aangehouden (Menu #SECONDAIRE INST.PARA).
MIN.BRANDTIJD (1)
0 tot 4 minuten
Instelling van de minimale bedrijfstijd van 1 minuut de brander
NADRAAIT.GENE P. (1) 1 tot 30 minuten ING.BL (1)
DROGEN VLOER
TOT. UITSCH Configuratie van de ingang BL of PCU Indien de SWW-productie verzorgd wordt door een laadpomp en indien ING. BL is ingesteld op STOP VERWARM., wordt de SWW-productie niet meer verzorgd wanneer de ingang BL open staat NEE NEE, A / B / A+B / C / Drogen vloer A+C / HEEL
EINDTEMP.DROGEN
20 tot 50 ºC
AANT. DGN DROGEN
0 tot 99 VER.
NACHT
3 minuten
STOP VERWARM. / TOT. UITSCH / BEVEILIGING
BEGINTEMP.DROGEN 20 tot 50 ºC
(1)
Max. tijdsduur na werking van de pomp van de generator
Instelling klant
Begintemperatuur voor het drogen van de vloer
20 ºC
Eindtemperatuur voor het drogen van de 20 ºC vloer De lagere temperatuur blijft behouden (Nachtmodus)
0 VER.
STOP
De verwarmingsketel is uitgeschakeld (Nachtmodus)
ING. 0-10V (1)
UIT / IN
Activering van de bediening in 0-10 V
UIT
VMIN/OFF 0-10V (1)
0 tot 10 V
Spanning beantwoordend aan de ingestelde minimumwaarde
0.5 V
VMAX 0-10V (1)
0 tot 10 V
Spanning beantwoordend aan de ingestelde maximumwaarde
9.5 V
CONS.MIN 0-10V (1)
10 tot 70 ºC
Ingestelde minimumtemperatuur
20 ºC
CONS.MAX 0-10V (1)
10 tot 100 ºC
Ingestelde maximumtemperatuur
80 ºC
(1) De parameter wordt alleen weergegeven indien INSTALLATIE is ingesteld op UITGEBREID (2) De parameter wordt uitsluitend weergegeven indien T.ECS: is ingesteld op KETEL
15/05/2009 - 120948-AA
89
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling
BAND BREEDTE (1)
4 tot 16 K
DELTA KET/M.KR
0 tot 16 K
NAALOOPTI.POMP.
0 tot 15 minuten
N.L.T.BOIL.PO.
0 tot 15 minuten
ADAPT
IN
Bandbreedte voor de regeling van de 3- 12 K wegafsluiters. De bandbreedte kan vergroot worden indien de afsluiters snel werken of verkleind worden wanneer deze langzaam werken. Minimaal temperatuurverschil tussen de 4 K ketel en de afsluiters Vertraging van de onderbreking van de 4 minuten verwarmingspompen. De nalooptijd van de onderbreking van de verwarmingspompen voorkomt oververhitting van de ketel. Vertraging van de onderbreking van de 2 minuten s.w.w.-pomp. De nalooptijd van de onderbreking van de s.w.w.-laadpomp voorkomt oververhitting van de ketel en de verwarmingskringen (Uitsluitend indien een laadpomp gebruikt wordt). IN Automatische aanpassing van de verwarmingscurven voor iedere kring die over een kamertemperatuurvoeler beschikt waarvan de invloed >0 is.
Instelling klant
De verwarmingscurven kunnen uitsluitend met de hand gewijzigd worden.
UIT
(1) De parameter wordt alleen weergegeven indien INSTALLATIE is ingesteld op UITGEBREID (2) De parameter wordt uitsluitend weergegeven indien T.ECS: is ingesteld op KETEL
Keteltype Parameter
GMR 3015 Condens GMR 3025 Condens GMR 3025 Combi Condens Eenheid
Fabrieksinstelling
omw/min 1800 MAX.VENT.CHAUF omw/min 4500 MAX.VENT.SWW omw/min 4500 SNELH.BEP omw/min 3700 MIN.VENT.
1850
1850
5600
4600
5600
6200
3000
3000
MAX P.TOERENT
%
100
100
60
MIN P.TOERENT
%
100
100
20
Keteltype Parameter
GMR 3015 Condens GMR 3025 Condens Eenheid
Fabrieksinstelling
omw/min 1800 MAX.VENT.CHAUF omw/min 4500 MAX.VENT.SWW omw/min 4500 SNELH.BEP omw/min 3700 MIN.VENT.
1850 5600 5600 3000
MAX P.TOERENT
%
100
100
MIN P.TOERENT
%
100
100
90
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameters betreffende de kring A 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
KRING A#KREIS B INERTIE GEBOUW CURVE A v INSTEL RUI.VERSCH. A c MAX. KRING A r
16
18
20
2
1 2
j
p b AUTO x c g m
d
r
3. Selecteer de kring A door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
24
ÿ
A 3 1.5 0.0° 75.0°
1
bar
22
M
t
STD
C002470-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
MAX.KRING A
20 tot 95 ºC
Maximale temperatuur (Kring A)
MTKG D A
UIT, 20 tot 90 ºC
Temperatuur onderzijde curve in Dagmodus (Kring A)
75 ºC UIT
MTKG N A
UIT, 20 tot 90 ºC
Temperatuur onderzijde curve in Nachtmodus (Kring A)
Menu #KRING A
GEBOUW TRAAGH. 0 (10 uren) tot 10 (50 uren)
UIT
Kenmerken van de inertie van het gebouw: 3 (22 uur) 0 voor een gebouw met een lage thermische inertie. 3 voor een gebouw met een normale thermische inertie. 10 voor een gebouw met een hoge thermische inertie. Wijziging van de fabrieksinstelling heeft slechts in enkele uitzonderlijke gevallen zin.
INSTEL CURVE A
0 tot 4
Verwarmingscurve van de kring A
1.5
COR.RUIMTEV. A
0 tot 10
Invloed van de kamertemperatuurvoeler A
3
15/05/2009 - 120948-AA
91
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameters betreffende de kring B 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
A B C
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
24
STD
j
ÿ
3. Selecteer de kring B door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
M
t
C002480-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
MAX.KRING B
20 tot 95 ºC
Maximale temperatuur (Kring B)
MTKG D B
UIT, 20 tot 90 ºC Temperatuur onderzijde curve in Dagmodus (Kring B)
50 ºC UIT
MTKG N B
UIT, 20 tot 90 ºC Temperatuur onderzijde curve in Nachtmodus (Kring UIT B)
Menu #KRING B
INSTEL CURVE B 0 tot 4
Verwarmingscurve van de kring B
0.7
COR.RUIMTEV. B 0 tot 10
Invloed van de kamertemperatuurvoeler B
3
92
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
Parameters betreffende de kring C 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en d. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002468-A-06
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
#KRING A #KRING B #KRING C
A B C
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
24
STD
j
ÿ
3. Selecteer de kring C door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
M
t
C002481-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
MAX.KRING C
20 tot 95 ºC
Maximale temperatuur (Kring C)
MTKG D C
UIT, 20 tot 90 ºC Temperatuur onderzijde curve in Dagmodus (Kring C)
50 ºC UIT
MTKG N C
UIT, 20 tot 90 ºC Temperatuur onderzijde curve in Nachtmodus (Kring UIT C)
Menu #KRING C
INSTEL CURVE C 0 tot 4
Verwarmingscurve van de kring C
0.7
COR.RUIMTEV. C 0 tot 10
Invloed van de kamertemperatuurvoeler C
3
15/05/2009 - 120948-AA
93
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Parameters betreffende de SWW-kring 1. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
2. Druk tegelijkertijd op de toetsen - en r. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
1 2
bar
20
r
t
STD
C002471-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
#KRING.SWW #KRING.AUX
v bar
c
22
SWW AUX
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
24
ÿ
3. Selecteer het menu #KRING.SWW door aan de draaiknop te draaien en druk om te valideren. 4. Stel de volgende parameters in:
j
t
STD
C002472-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
Menu #KRING.SWW PRIORITEIT SWW VOORR.
PRIM.BOILER T.
Onderbreking van de verwarming en van het verwarmen VOORR. van het zwembad tijdens de productie van sanitair warm water.
EVENT.
S.w.w.-productie en verwarming van de kringen van de afsluiters indien het beschikbare vermogen voldoende is.
GEEN
Verwarming en s.w.w.-productie. a Risico van oververhitting voor het directe circuit.
50 tot 90 ºC
Richttemperatuur van de ketel in geval van sanitairwarmwaterproductie
75 ºC
De beveiliging tegen legionellose gaat de ontwikkeling van de bacterie Legionella in het boilervat tegen ; deze bacterie veroorzaakt legionellose (de veteranenziekte).
UIT
ANT.LEG
Functie tegen legionellose niet ingeschakeld DAGELIJKS De boiler wordt dagelijks oververhit tussen 4:00 u en 5:00 u WEKELIJKS De boiler wordt iedere zaterdag oververhit tussen 4:00 u en 5:00 u UIT
94
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n MAX T KRING... WAARSCHUWING Bij vloerverwarming moet de fabrieksinstelling (50 °C) niet gewijzigd worden. Raadpleeg de geldende regelgeving voor de installatie hiervan. Sluit een veiligheidsthermostaat aan op het contact BL van de pompstekker.
n INSTEL CURVE ... Verwarmingscurve kring A, B of C
1
x
Buitentemperatuur (°C)
y
Aanvoertemperatuur water (°C)
A
Maximum temperatuur van de verwarmingskring (fabrieksinstelling 50 °C)
M001678-B
n DROGEN VLOER Maakt het mogelijk een constante temperatuur in de vertrekleiding op te leggen om het drogen van een vloer met vloerverwarming te versnellen. De instelling van de temperatuur moet volgens de instructies van de vloerverwarmings installateur plaatsvinden. Door het inschakelen van deze parameter (instelling anders dan NEE) wordt de weergave van DROGEN VLOER permanent geforceerd en worden alle andere functies van de regulatie uitgeschakeld. Wanneer het drogen van de vloer actief is bij een kring, worden alle andere kringen (bijvoorbeeld: SWW) uitgeschakeld. Het gebruik van deze functie is slechts op één kring mogelijk.
n COR.RUIMTEV. Voor het aanpassen van de invloed van de kamertemperatuurvoeler op de watertemperatuur van de betreffende kring. 0
Niet in aanmerking genomen (afstandsbediening op een plaats zonder invloed geplaatst)
1
In zwakke mate in aanmerking genomen
Normaal in aanmerking genomen (aanbevolen) 10 Werking type buitenvoeler 3
15/05/2009 - 120948-AA
95
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n NACHT Deze parameter wordt weergegeven indien minstens één kring geen kamertemperatuurvoeler heeft. Voor de kringen zonder kamertemperatuurvoeler: 4 NACHT:VERLAG. (Verlaging): De verlaagde temperatuur wordt aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring werkt permanent. 4 NACHT:UIT (Uit): De verwarming wordt uitgeschakeld tijdens de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de installatie actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand gehouden tijdens de nachtperiodes. Voor de kringen met kamertemperatuurvoeler: 4 NACHT:UIT (Uit): De verwarming wordt uitgeschakeld tijdens de nachtperiodes. Wanneer de vorstbeveiliging van de installatie actief is, wordt de verlaagde temperatuur in stand gehouden tijdens de nachtperiodes. 4 NACHT:VERLAG. (Verlaging): De verlaagde temperatuur wordt aangehouden tijdens de nachtperiodes. De pomp van de kring werkt permanent.
n Functie 0-10 V Deze functie laat toe de ketel te bedienen via een extern systeem die een uitgang 0-10 V bevat verbonden met de ingang 0-10 V. Deze bediening legt de ketel een ingestelde temperatuur op. Men moet er voor zorgen dat de parameter MAX.KETEL TEMP. hoger is dan MAX.VERBR. 0-10V.
5 1
4 3
6
2
7
8 M001679-A
1
Ingestelde vertrektemperatuur (°C)
2
Ingangsspanning (V) - DC
3
0V
4
CONS.MIN 0-10V
5
CONS.MAX 0-10V
6
VMIN/OFF 0-10V
7
VMAX 0-10V
8
10 V
x
Aantal bedrijfsuren brander
y
Temperatuur verwarmingsketel
Indien de ingangsspanning lager is dan VMIN/OFF 0-10V, dan is de ketel uitgeschakeld. De richttemperatuur van de verwarmingsketel komt precies overeen met de ingang 0-10 V. De secundaire kringen van de verwarmingsketel blijven functioneren, maar hebben geen enkele invloed op de watertemperatuur van de verwarmingsketel. Bij gebruik van de ingang 0-10 V en een secundaire kring van de ketel moet de externe regeling die deze spanning 0-10 V levert altijd een
96
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
temperatuur vragen die minstens gelijk is aan de behoeften van de secundaire kring.
5.7.4.
Het netwerk configureren
1. Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer: ¼ zie het hoofdstuk: "Geef de parameters van de "uitgebreide"modus weer", pagina 69. 2. Druk > toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002219-D-06
3. Druk - toets in. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
BUITEN T. BOILER TEMP. B v AANVOER.TEMP AANVOER.TEMP C c SYSTEEM TEMP. r 1
2
bar
1 2
p b AUTO x c g m
d
( r'
22
24
1.4° 32.9° 18.0° 9.5° 28.9°
r
t
STD
C002465-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
#INSTELLINGEN #NETWERK
v bar
c
20
22
4. Selecteer het menu #NETWERK. 5. Stel de volgende parameters in:
24
GENE GENE
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
( r'
STD
r
t
C002482-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
CASCADE
IN / NEE
IN: Cascadesysteem
NEE
HOOFDREGELING
IN / NEE
Configureer deze regulatie als hoofdregulatie IN op de bus
Menu #NETWERK
Speciaal menu: Gebruik generatoren of VM in de cascademodus (Zie het hoofdstuk hierna: "Sluit de apparaten in cascade aan")
SYSTEEM NETWERK
FONCT
KLASSIEK / PARALLEL
Ketels in cascade
PARALLEL.CASC
-10 tot 20 ºC
Buitentemperatuur voor inschakeling van alle 10 ºC vlamgangen in de parallelle modus
KLASSIEK
(1) De parameter wordt uitsluitend weergegeven indien HOOFDREGELING is ingesteld op NEE 15/05/2009 - 120948-AA
97
5. Inbedrijfstelling Parameter
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Beschrijving
Fabrieksinstelling Instelling klant
TIJD.SCHAK.VLAMG. 1 tot 30 min
Instelbereik
Tijdvertraging bij in- en uitschakeling van de generatoren.
4 min
SLAVEY NUMMER (1) 2 tot 10
Stel het netwerkadres van de ondergeschikte 2 generator in
M.KR VLVW
Speciaal menu: Afstemmen op een hydraulische module
SCENARIO InOne
Speciaal menu: Configureer de InOne scenario's die door de elektronische printplaat SCU gecontroleerd worden (Zie het hoofdstuk hierna: "De scenario's configureren")
WISSEN
Speciaal menu: hierna zien
(1) De parameter wordt uitsluitend weergegeven indien HOOFDREGELING is ingesteld op NEE
98
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n Sluit de apparaten in cascade aan Bij configuratie in cascade is het mogelijk generatoren en/of VM's als slaaf te gebruiken. Handel als volgt:
0
2
4
6
8
10
12
14
CASCADE HOOFDREGELING NETWERK v SYSTEEM WERKING c TIJD.SCHAK.VLAMG. r
16
18
20
22
1. Stel CASCADE in op IN door op de draaiknop te drukken, hieraan te draaien en hier opnieuw op te drukken voor valideren. 2. Selecteer SYSTEEM NETWERK en druk op de draaiknop om naar het speciale menu te gaan. Er wordt een nieuwe lijst weergegeven.
24
ÿ
IN IN
1
2
CASC. 4'
1 2
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002538-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
TP.NETWERK LEDEN SLAAF TOEVOEGEN SLAAF VERWIJDEREN
3. Selecteer voor het toevoegen van een ondergeschikt apparaat SLAAF TOEVOEGEN.
24
ÿ
4
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002515-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
SLAAF TOEVOEGEN GENE: 2, 5, VM: 29,
4. Met het beeldscherm dat wordt weergegeven kunnen de nummers van de aan het netwerk toe te voegen slaven worden gekozen. De nummers 2 tot 10 betreffen de generatoren en de nummers 20 tot 39 de VM (MR)'s. Draai de draaiknop om de nummers te scrollen en druk om het gekozen nummer te valideren. Druk op j om terug te keren naar de vorige lijst. 5. Selecteer voor het verwijderen van een ondergeschikt apparaat SLAAF VERWIJDEREN.
24
ÿ
4
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002516-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
SLAAF VERWIJDEREN GENE: 2, 5, VM: 29,
2
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
22
24
4
1 2
r
20
j
ÿ
L
6. Met het beeldscherm dat wordt weergegeven kan het nummer van de uit het netwerk te verwijderen slaven gekozen worden. Draai aan de draaiknop om de nummers te scrollen en druk om het gekozen nummer te verwijderen. Druk op j om terug te keren naar de vorige lijst.
t
C002517-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
99
5. Inbedrijfstelling
0
v c
1
2
4
6
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8
10
12
14
18
2
1 2
p b AUTO x c g m
r
STD
20
22
24
4
r
d
16
TP. NETWERK LEDEN GENE: 2, 5, VM: 29,
r
j
ÿ
7. Selecteer TP.NETWERK LEDEN. Dit beeldscherm geeft een samenvatting van de elementen van het netwerk die door het systeem herkend worden. Druk op j om terug te keren naar de vorige lijst.
L
t
C002518-A-06
100
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n De scenario's configureren Het is mogelijk een scenario te kiezen en deze toe te wijzen aan diverse IOBL-actoren via de draagstroom. Handel als volgt: 1. Selecteer SCENARIO InOne in het menu #NETWERK. 0
v c
1
2
1 2
2
4
6
8
10
12
14
18
20
22
24
p b AUTO x c g m
r
ÿ
4
r
d
16
TIJD. SCHAK. VLAMG. M.KR VLVW SCENARIO InOne WISSEN
r
j
L
t
STD
C002519-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
2. Kies een aan het scenario toe te wijzen nummer door aan de draaiknop te draaien; er kunnen tot 4 scenario's geregistreerd worden. Druk op de draaiknop om te valideren.
24
ÿ
SCENARIO 1 Gelieve het scenario ter bepaling kiezen
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002520-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
3. Kies het gewenste scenario door aan de draaiknop te draaien en vervolgens te valideren.
24
ÿ
VAKANTIE M.AAN Configureer het scenario
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002521-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
Voeg de verschillende InOne deelnemers v toe. Bevestig door een druk op de LEARN c knop r 1
2
1 2
p b AUTO x c g m
d
r
STD
r
j
4. Gebruik de verschillende InOne-actoren die het scenario moeten volgen en valideer door op de draaiknop te drukken.
24
ÿ
L
t
C002522-A-06
Beschikbare scenario's Beschrijving
15/05/2009 - 120948-AA
VAKANTIE M.AAN
Vakantiemodus actief (alle kringen)
VAKANTIE M.OFF
Vakantiemodus niet actief (alle kringen)
UITGANG AUX ON
Hulpuitgang bediend
UITG. AUX OFF
Hulpuitgang uitgeschakeld
SWW DAG
SWW in dagmodus
SWW NACHT
SWW in nachtmodus
UITGANG TEL.ON
Uitstel storing en/of herziening afhankelijk van de instelling van de TEL-uitgang 101
5. Inbedrijfstelling
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Beschikbare scenario's Beschrijving UITG. TEL.OFF
Geen storing en/of herziening actief
INGANG TEL.ON
Telefooningang actief
INGANG TEL.OFF
Telefooningang niet actief
n Randapparatuur verwijderen Ga als volgt te werk voor het verwijderen van randapparatuur: 1. Selecteer WISSEN in het menu #NETWERK. 0
v c
1
2
1 2
2
4
6
8
10
12
14
18
20
22
p b AUTO x c g m
r
24
ÿ
4'
r
d
16
TIJD. SCHAK. VLAMG. M.KR VLVW SCENARIO InOne WISSEN
r
j
L
t
STD
C002524-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
18
20
22
1 2
p b AUTO x c g m
r
j
2. Kies de te verwijderen randapparatuur door aan de draaiknop te draaien en hierop te drukken om te valideren.
24
HOOFDREGELING Het InOne toestel kiezen om te verwijderen
2
r
d
16
ÿ
L
t
C002525-A-06
102
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n De ketel bedienen met behulp van een IOBL Scenarioschakelaar Het is mogelijk de ketel te bedienen met behulp van een scenarioschakelaar (de ketel wordt dan als slaaf beschouwd). Handel als volgt: 1. Verwijder de beschermplaat van de IOBL scenarioschakelaar voor toegang tot de LEARN-toets.
C002421-A
230V
0
v
230V
bar
c
1
2
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
LEARN ? JA Een apparaat probeert zich te verbinden, Wilt U dit toestaan ?
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
j
M
t
C002422-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
103
5. Inbedrijfstelling
0
v c
1
2
4
6
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8
10
12
14
16
18
20
22
LEARN ? Een apparaat probeert zich te verbinden, Wilt U dit toestaan ?
2. Druk op de LEARN-toets en vervolgens op de bedieningstoets die het scenario moet aansturen. De draagstroom stuurt een koppelingssignaal naar de ketel die het volgende bericht op het bedieningspaneel weergeeft: "Randapparatuur zoekt aansluiting, geeft u hier toestemming voor?" 3. Stel de weergave af op JA door aan de draaiknop te draaien en hierop te drukken om te valideren.
24
ÿ
JA
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002526-A-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
4. Kies de kring alvorens het scenario uit te voeren door aan de draaiknop te draaien en hierop te drukken om te valideren.
24
ÿ
KEUZE V/D KRING
v c
1
OPGELET
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
Indien één van de elektronische printplaten SCU niet goed gekoppeld is, verschijnt het volgende bericht: "Let op, niet alle SCU's werden herkend" Begin opnieuw met de koppelingsprocedure.
L
t
STD
C002527-A-06
0
2
4
6
8
10
12
Keuze v/d Functie
v c
14
18
2
1 2
p b AUTO x c g m
r
STD
20
22
24
VAKANTIE M.AAN
1
r
d
16
r
j
ÿ
5. Kies het gewenste scenario door aan de draaiknop te draaien en vervolgens te valideren. 6. Eindig het koppelen door een druk op de LEARN-toets van de IOBL scenarioschakelaar.
L
t
C002528-A-06
Beschikbare scenario's Beschrijving
104
AUTO
Werkwijze volgens geprogrammeerde uurregeling
DAG
Dagcyclus
NACHT
Nachtcyclus
VAKANTIE
Vakantiemodus
P1
Keuze van het programma P1
P2
Keuze van het programma P2
P3
Keuze van het programma P3
P4
Keuze van het programma P4
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
n Een scenario verwijderen met behulp van een IOBL scenarioschakelaar U kunt een scenario overschrijven met behulp van de IOBL scenarioschakelaar. Handel als volgt:
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
VERWIJDEREN? VAKANTIE M.AAN
v c
22
24
JA
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
1. Druk op de LEARN-toets van de scenarioschakelaar en vervolgens op de bedieningstoets die het te verwijderen scenario aanstuurt. Er verschijnt een bericht op de interface van het bedieningspaneel dat vraagt of het scenario verwijderd moet worden. 2. Stel de weergave af op JA door aan de draaiknop te draaien en hierop te drukken om te valideren.
ÿ
L
t
STD
C002529-A-06
0
v c
1
2
4
6
8
10
12
14
18
20
verwijderen : Bevestig door een drukop de LEARN knop
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
d
16
r
STD
r
j
22
3. Bevestig het verwijderen door te drukken op de LEARN-toets van de IOBL scenarioschakelaar.
24
ÿ
L
t
C002530-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
105
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
5. Inbedrijfstelling
5.7.5.
Terug naar de fabrieksinstellingen
Ga als volgt te werk voor een reset van het apparaat: 1. Gedurende 4 seconden gelijktijdig op de toetsen C, > en j drukken. Het menu #RESET wordt weergegeven.
4" 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v MODE
c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
+
'
r
j
M
t
STD
+ C002296-B-06
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ÿ
#RESET GENERATOR : GENE
v c
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
2. Selecteer de gewenste generator. 3. Stel de volgende parameters in:
j
M
t
STD
C002301-C-06
Keuze van de generator Parameter
Beschrijving
Menu #RESET GENERATOR
RESET TOTAL
Voert een TOTALE RESET van alle parameters uit
BUITEN PROG.
Voert een RESET van de parameters uit, maar bewaart de tijdprogramma's
PROG.
Voert een RESET van de tijdprogramma's uit, maar bewaart de parameters
IOBL
Voert een reset uit van de aansluitingen van het systeem op de netwerken
Voert een RESET uit van de aanwezige voelers van de generatoren RUIMTE VOELER Voert een RESET uit van de aanwezige ruimtevoelers SCU VOELER
0
v bar
c
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
LANGUE FRANCAIS Français - Deutsch - English
2
1 2
Na de reset (TOTAL RESET en BUITEN PROG.) keert de regulatie na enkele seconden terug naar de weergave van de taalkeuze.
24
ÿ
1. Selecteer de gewenste taal door aan de draaiknop te draaien. 2. Druk op de draaiknop om te valideren.
r
pb
d
xc
r
gm r STD
t
C002502-A
106
15/05/2009 - 120948-AA
6. Uitschakeling van het apparaat
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
6
Uitschakeling van het apparaat
6.1
Uitschakeling van de installatie OPGELET Maak de ketel niet spanningloos. Indien het centrale verwarmingssysteem een lange periode niet gebruikt wordt, is het aan te raden de VAKANTIE-modus in te schakelen.
6.2
Vorstbeveiliging De GMR ketels moeten in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd worden. Als het cv-water in de ketel te ver in temperatuur daalt, treedt de ingebouwde ketelbeveiliging in werking. Deze werkt als volgt: 4 Bij een watertemperatuur lager dan 7°C schakelt de ketelpomp in. 4 Bij een watertemperatuur lager dan 4°C schakelt de ketel in. 4 Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de ketel uit en de circulatiepomp draait na. OPGELET 4 4
De vorstbeveiliging werkt niet als de ketel buiten bedrijf is. De ketelbeveiliging is slechts een beveiliging voor de ketel en niet voor de installatie. Stel voor de beveiliging van de installatie het apparaat in op de VAKANTIE-modus.
De VAKANTIE-modus beschermt: 4 De installatie bij een buitentemperatuur onder 3 °C (standaardinstelling). 4 De kamertemperatuur indien een afstandsbediening is aangesloten en indien de kamertemperatuur lager dan 6 °C is (standaardinstelling). 4 De s.w.w.-boiler indien de temperatuur van de boiler lager dan 4 °C is (het water wordt verwarmd op 10 °C). Voor het configureren van de vakantiemodus: ¼ Zie de gebruikshandleiding.
15/05/2009 - 120948-AA
107
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7
Controle en onderhoud
7.1
Instructies voor de schoorsteenveger OPGELET Veeg de schoorsteen minstens één keer per jaar of meer, afhankelijk van de in het land geldende regelgeving. Alleen een erkend installateur mag de volgende handelingen uitvoeren. Controleer bij het schoorsteenvegen altijd de verbranding. ¼ Zie hoofdstuk: "Instelling van de verhouding lucht/gas (Vollast)", pagina 64 + "Instelling van de verhouding lucht/gas (Laaglast)", pagina 67 Druk op de toets -.
Menu TEST ROOKGASMETING Generator
Beschikbare functie Beschrijving
Naam van de generator OFF
Normale werking
Weergegeven waarden KETEL TEMP
°C
µA SNELH. VENTILA omw/min RETOUR TEMP. °C ION. STROOM
Pmin
Werking op minimaal vermogen
KETEL TEMP
°C
ION. STROOM
µA
SNELH. VENTILA omw/min RETOUR TEMP. °C Pmax
Werking op maximaal vermogen KETEL TEMP ION. STROOM
°C µA
SNELH. VENTILA omw/min RETOUR TEMP. °C
Druk 2 keer op de toets j om terug te keren naar de hoofddisplay.
108
15/05/2009 - 120948-AA
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.2
Periodieke werkzaamheden WAARSCHUWING 4 4 4
De servicebeurten moeten door een erkend installateur uitgevoerd worden. Een jaarlijkse inspectie is verplicht. Er mogen alleen originele reserveonderdelen gebruikt worden.
1. Voer de standaard controle- en onderhoudshandelingen één keer per jaar uit. ¼ Zie hoofdstuk: "Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden", pagina 111 2. Voer de specifieke onderhoudshandelingen uit, indien nodig. ¼ Zie hoofdstuk: "Specifieke onderhoudswerkzaamheden", pagina 116
7.3
Het onderhoud aanpassen
7.3.1.
Servicemelding
De verwarmingsketel heeft een functie waarmee een onderhoudsbericht kan worden weergegeven. Ga voor het instellen van deze functie als volgt te werk: 1. Druk 10 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
TEMP.: 68°
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
M
r
t
STD
10" C002483-A-06
0
v bar
c
1 2
1
2
2
4
6
8
10
12
16
18
#TEST INGANG #CONFIGURATIE #INSTALLATEUR #NAZICHT
r
p b AUTO x c g m
d
14
r
STD
20
22
24
ÿ j
2. Selecteer het menu #NAZICHT. 3. Stel de volgende parameters in:
L
t
C002484-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
109
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7. Controle en onderhoud Parameter Instelbereik Beschrijving Menu #NAZICHT TYPE
NEE
Geen bericht dat aangeeft dat nazicht nodig is
HAND
a Niet van toepassing. Deze instelling niet selecteren.
AUTO
Fabrieksinstelling Meldt automatisch dat nazicht nodig is. Druk voor het afsluiten van het bericht nadat nazicht is uitgevoerd, op de toets t.
Als het tijd is voor een servicebeurt, dan geeft de display van de ketel dit als volgt aan: 4 NAZICHT A 4 NAZICHT B 4 NAZICHT C Met de automatische servicemelding kan men preventief onderhoud toepassen en dus gebruik maken van de door Oertli gedefinieerde servicesetjes waardoor storingen tot een minimum beperkt worden. De service indicator geeft aan welk setje gebruikt moet worden. Deze servicesetjes (A, B of C) zijn te verkrijgen bij uw spareparts leverancier. Indien tijdens de tot de servicebeurt behorende inspectie geen verdere tekortkomingen worden geconstateerd, zitten in deze servicesets alle onderdelen die nodig zijn voor de betreffende servicebeurt (zoals alle benodigde pakkingen). Wanneer er een melding voor een servicebeurt komt, dient deze binnen 2 maanden na het verschijnen van de melding uitgevoerd te zijn.
7.3.2.
Adresgegevens van de installateur
Ga voor de weergave van het telefoonnummer van de installateur wanneer onderhoud nodig is, als volgt te werk: 1. Druk 10 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
TEMP.: 68°
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
M
r
t
STD
10" C002483-A-06
0
v bar
c
1 2
1
2
2
4
6
8
10
12
r
p b AUTO x c g m
d
14
16
18
#TEST INGANG #CONFIGURATIE #INSTALLATEUR #NAZICHT
r
STD
20
22
24
ÿ j
2. Selecteer het menu #AFTERSALES. 3. Stel de volgende parameters in:
L
t
C002485-A-06
110
15/05/2009 - 120948-AA
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Parameter Beschrijving Menu #AFTERSALES NAAM
Voer de naam van de installateur in
TEL.NR
Voer het telefoonnummer van de installateur in
Druk, wanneer het bericht NAZICHT wordt weergegeven, op ? om het telefoonnummer van de installateur weer te geven. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
TEMP.
68°
2
1 2
r PCU. KOM. DEF D27
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
j
M
t
C002302-C-06
7.4
Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden OPGELET Vervang bij inspectie- of onderhoudwerkzaamheden altijd alle pakkingen bij de gedemonteerde onderdelen.
7.4.1.
Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Indien de waterdruk lager is dan 0,8 bar, knippert het symbool bar. Indien nodig: vul de cv-installatie bij (geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2 bar).
7.4.2.
Controle van het expansievat
Controleer het expansievat en vervang deze indien nodig.
7.4.3.
Controle van de ionisatiestroom
¼ Zie hoofdstuk: "Weergave van de gemeten waarden", pagina 81
7.4.4.
Controle van de tapcapaciteit
Is de tapcapaciteit merkbaar minder (temperatuur is onvoldoende en/ of het debiet is minder dan 6,2 l/min (GMR 3025 Combi Condens)), reinig dan de platenwarmtewisselaar (ww-zijdig) en de tapwatercartridge. ¼ Zie hoofdstuk: "Reiniging van de platenwarmtewisselaar (wwzijdig) en tapwatercartridge", pagina 117
15/05/2009 - 120948-AA
111
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.4.5.
Controle van de rookgasafvoer en de luchttoevoer op dichtheid
Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoevoer op dichtheid.
T001580-A
112
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.4.6. 1. 2. 3. 4.
7. Controle en onderhoud
Controle van de automatische ontluchter
Onderbreek de elektrische aansluiting van de verwarmingsketel. Sluit de ketel-gaskraan. Sluit de hoofdgaskraan. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel een kwartslag los en verwijder de frontmantel.
2
90º 1 T001514-A
5. Kantel de instrumentenbox naar voren door de klipsluitingen aan de zijkanten te openen.
2
1
1 T001576-A
6. Controleer of er water zichtbaar is in het slangetje van de automatische ontluchter. 7. Vervang, bij lekkage, de ontluchter.
T001582-A
15/05/2009 - 120948-AA
113
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.4.7.
Controle van het veiligheidsventiel
1. Trek de gecombineerde collector voor sifon en veiligheidsventiel aan de onderkant van de ketel los. 2. Controleer of er water zichtbaar is bij de uitmonding van de veiligheidsventielaansluiting. 3. Vervang het veiligheidsventiel bij lekkage.
7.4.8.
Controle van de sifon
1. Verwijder de sifon en reinig deze.
114
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7. Controle en onderhoud
7.4.9.
Controle van de brander en schoonmaken van de warmtewisselaar
OPGELET
5
Vervang bij inspectie- of onderhoudwerkzaamheden altijd alle pakkingen bij de gedemonteerde onderdelen.
4 1. 2. 3. 4.
4
1
3 2
X91
6
7
8
9
Haal de luchtinlaatpijp van de venturi. Draai de bovenste wartel van het gasblok los. Trek de stekker onder uit de ventilator. Klik de 2 borgclips, waarmee de ventilator/mengbochtsamenstelling op de warmtewisselaar gemonteerd zit, los. 5. Verwijder de ventilator compleet met mengbocht. 6. Til de brander inclusief de pakking uit de warmtewisselaar. 7. Zuig met een stofzuiger het bovenste deel van de warmtewisselaar (vuurhaard) schoon, met behulp van het speciale opzetstuk (accessoire). 8. Zuig grondig na, zonder het bovenste borsteltje van het opzetstuk. 9. Controleer (b.v. met behulp van een spiegel) of er nog zichtbare verontreiniging is achtergebleven. Zo ja, zuig dit weg. 10.Onderhoud van de brander is niet nodig, deze is zelfreinigend. Controleer of het branderdek van de gedemonteerde brander vrij is van scheurtjes en/of beschadigingen. Zo niet, vervang dan de brander. 11.Controleer de ionisatie-/ontstekingselektrode. 12.Ga voor het monteren in de omgekeerde volgorde te werk. OPGELET 4 4
Denk aan het terugplaatsen van de stekker van de ventilator. Controleer of de pakking tussen de mengbocht en de warmtewisselaar juist is geplaatst. (Mooi vlak in de daarvoor bestemde groef betekent gasdicht).
13.Open de gastoevoer en herstel de elektrische aansluiting van de verwarmingsketel.
10
11
12
T001220-B
15/05/2009 - 120948-AA
115
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7. Controle en onderhoud
7.4.10.
Controle van de verbranding
De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O2/CO2 percentage in het rookgasafvoerkanaal. Ga hiervoor als volgt te werk: 1. Schroef de dop van het rookgas meetpunt los. 2. De rookgasanalysator aansluiten. OPGELET Dicht de opening rond de meetsonde tijdens de meting goed af.
T001581-A
3. Stel de ketel in op vollast. ¼ Zie hoofdstuk: "Instelling van de verhouding lucht/gas (Vollast)", pagina 64. De ketel draait nu op vollast. Meet het CO2 percentage en vergelijk dit met de controlewaarde. 4. Stel de ketel in op laaglast. ¼ Zie hoofdstuk: "Instelling van de verhouding lucht/gas (Laaglast)", pagina 67. De ketel draait nu op laaglast. Meet het CO2 percentage en vergelijk dit met de controlewaarde.
7.5
Specifieke onderhoudswerkzaamheden Wanneer uit de standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden blijkt dat nog specifieke onderhoudswerkzaamheden nodig zijn of preventief onderdelen uitgewisseld moeten worden, ga dan, afhankelijk wat er dient te gebeuren, als volgt te werk:
7.5.1.
Vervanging van de ionisatie-/ ontstekingselektrode
De ionisatie-/ontstekingselektrode moet vervangen worden indien: 4 De ionisatiestroom <3 µA is. 4 De elektrode versleten is. Als vervanging noodzakelijk blijkt, ga dan als volgt te werk: 1. Trek het snoer van de ionisatie-/ontstekingselektrode uit de ontstekingstrafo. 2. Draai de 2 schroeven van de ionisatie-/ontstekingselektrode los en trek deze naar voren. 3. Vervang de ionisatie-/ontstekingselektrode.
3
2
1
T001528-A
116
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.5.2.
7. Controle en onderhoud
Reiniging van de platenwarmtewisselaar (wwzijdig) en tapwatercartridge
Afhankelijk van de koudwaterkwaliteit en de bedrijfswijze, zal er zich in de platenwarmtewisselaar en tapwatercartridge kalk kunnen afzetten. Periodieke ontkalking kan daardoor noodzakelijk zijn. Normaal gesproken volstaat een periodieke inspectie en eventuele reiniging. Factoren die dit interval kunnen beinvloeden zijn: 4 Hardheid van het water. 4 Samenstelling van de kalk. 4 Aantal bedrijfsuren van de ketel. 4 Tapgedrag. 4 Ingestelde tapwatertemperatuur.
15/05/2009 - 120948-AA
117
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
n Reiniging van de platenwarmtewisselaar 1
Als reiniging van de platenwarmtewisselaar noodzakelijk blijkt, ga dan als volgt te werk:
2
1. 2. 3. 4. 5.
Hoofdwaterkraan sluiten. Ketel aftappen. Demonteer de ontluchtslang bovenop sifon. Verwijder de sifon. Klik de borgclip los waarmee de aanvoerslang vast zit op het linker deel van het hydroblok. 6. Demonteer de aanvoerslang bij het linker deel van het hydroblok en niet bij de warmtewisselaar (cv). 7. Draai de 2 inbusbouten links en rechts van de platenwarmtewisselaar los. 8. Draai de platenwarmtewisselaar iets en trek hem voorzichtig naar voren uit de ketel. 9. De platenwarmtewisselaar reinigen met een kalkoplosmiddel (bijvoorbeeld citroenzuur met een pH waarde van ca. 3). Hiervoor is een speciaal reinigingsapparaat als accessoire beschikbaar. Na de reiniging grondig naspoelen met leidingwater. 10.Alle onderdelen weer inbouwen.
H2O
3
4
7
7 6
5 8
1
2
+/+ H2O
3
T001622-B
118
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7. Controle en onderhoud
n Reiniging van de tapwatercartridge 1
2
Als reiniging of vervanging van de tapwatercartridge noodzakelijk blijkt, ga dan als volgt te werk: 1. 2. 3. 4. 5.
H 2O
6. 7.
3
4 8. 9.
Hoofdwaterkraan sluiten. Ketel aftappen. Demonteer de ontluchtslang bovenop sifon. Verwijder de sifon. Klik de borgclip los waarmee de tapwatercartridge vast zit, let hierbij op dat de geluidsdemper op zijn plaats blijft zitten. Verwijder de tapwatercartridge. De tapwatercartridge afspoelen met leidingwater en eventueel reinigen met een kalkoplosmiddel (bijvoorbeeld citroenzuur met een pH van ca. 3). Na de reiniging grondig naspoelen met leidingwater. De tapwatercartridge moet vervangen worden indien deze defect is of indien deze in het servicesetje zit. Alle onderdelen weer inbouwen.
5
6
7
8
+/+ pH 3
+/+ H2O
T001624-A
15/05/2009 - 120948-AA
119
7. Controle en onderhoud
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.5.3.
Vervanging van de terugslagklep
De terugslagklep moet vervangen worden indien deze defect is of indien deze in het servicesetje zit. Ga hiervoor als volgt te werk:
4
1. 2. 3. 4.
Haal de luchtinlaatpijp van de venturi. Draai de bovenste wartel van het gasblok los. Trek de stekker onder uit de ventilator. Klik de 2 borgclips, waarmee de ventilator/mengbochtsamenstelling op de warmtewisselaar gemonteerd zit, los. 5. Verwijder de ventilator compleet met mengbocht. 6. De terugslagklep vervangen die tussen de mengbocht en de ventilator zit. 7. Ga voor het monteren in de omgekeerde volgorde te werk.
2x
1
3 X91
2 5
6
2x T002517-B
120
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
7.5.4.
7. Controle en onderhoud
Monteren van de ketel
1. Monteer alle losgenomen delen in omgekeerde volgorde. OPGELET Vervang bij inspectie- of onderhoudwerkzaamheden altijd alle pakkingen bij de gedemonteerde onderdelen. 2. Vul de sifon met water tot aan de markeringsstrepen. 3. Plaats de sifon terug. C002434-A
OPGELET Monteer de ontluchtslang bovenop sifon. 4. Hoofdwaterkraan voorzichtig opendraaien, installatie vullen, ontluchten en eventueel water bijvullen. 5. Controleer de gas- en wateraansluitingen op lekkages. 6. Neem de ketel weer in bedrijf.
T001523-A
15/05/2009 - 120948-AA
121
8. Bij storing
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8
Bij storing
8.1
Berichten (Code van type Bxx of Mxx) In geval van storing geeft het bedieningspaneel een melding en een bijbehorende code weer. Volg om het probleem op te lossen de instructies uit de volgende tabel. De ketel komt zelfstandig weer in bedrijf als de oorzaak van de blokkering is weggenomen.
Berichten
Code Omschrijving
Mogelijke oorzaak
BL.GEBR.PSU
B00
De elektronische printplaat Parameters in de PSU print PSU is niet goed fout geconfigureerd
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje )
BL.MAX.KETEL
B01
Maximale aanvoertemperatuur overschreden
Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren
BL.AFWIJK. WARM
B02
De verhoging van de Het waterdebiet in de vertrektemperatuur heeft installatie is onvoldoende de maximale grenswaarde overschreden
Het waterdebiet in de installatie is onvoldoende
Sensorfout
BL.dT VERTR/RET.
B07
Maximaal verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur overschreden
4
4
Het waterdebiet in de installatie is onvoldoende Sensorfout
Controle / oplossing
Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer warmtewisselaar op vervuiling Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de ketelvoeler goed gemonteerd is 4 4 4 4
4 BL.RL OPEN
BL.INV. L/N
B08
B09
De ingang RL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open
4
Parameterfout
4
Slechte verbinding
4
4
4
122
Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de ketel- en retourvoeler goed gemonteerd zijn Controleer warmtewisselaar op vervuiling Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje ) De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje )
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Berichten
Code Omschrijving
INGANG CS OPEN
B10
INGANG CS OPEN
BL.COM PCU
B11
B13
De ingang BL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open De ingang BL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open
8. Bij storing
Mogelijke oorzaak 4
4 4 4
4
Controle / oplossing
Het op de ingang BL 4 aangesloten contact is open 4 Parameterfout 4 Slechte verbinding Het op de ingang BL 4 aangesloten contact is open 4 Parameterfout 4
4 Communicatiefout met de 4 SCU print 4
Slechte verbinding Verkeerde aansluiting
4
Controleer de parameter ING.BL De bedrading controleren Controleer het contact op de ingang BL Controleer de parameter ING.BL De bedrading controleren De bedrading controleren
BL.GEBR.WATER
B14
De waterdruk is lager dan 4 0,8 bar
Watergebrek in de kring 4
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen De installatie bijvullen met water
BL.GASPRESS.
B15
Gasdruk te laag
Verkeerde afstelling van 4 gasdrukschakelaar op SCU print 4
Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk
4
SCU print niet aanwezig 4 in ketel
Controleer het contact op de ingang BL
4 4 Verkeerde SU print voor 4 deze ketel
BL.SLECHT SU
B16
De elektronische printplaat 4 SU wordt niet herkend
BL.GEB.PCU
B17
De op de elektronische 4 printplaat PCU opgeslagen parameters zijn beschadigd
BL.SLECHT PSU
B18
De elektronische printplaat 4 PSU wordt niet herkend
Verkeerde PSU print voor deze ketel
BL.GEEN CONFIG
B19
De verwarmingsketel is niet geconfigureerd
BL. COM SU
B21
Communicatiefout tussen 4 de elektronische printplaten PCU en SU
De elektronische printplaat PSU is vervangen Slechte verbinding
BL.VLAMWEGVAL
B22
Vlamwegval tijdens bedrijf 4
4
4 Parameters in de PCU 4 print fout
Geen ionisatiestroom
4 4
4 4
4
4 4 4 4 4 4
BL.GEBR.SU
B25
Interne fout SU print
4 4
4
15/05/2009 - 120948-AA
Controleer of de schakelaar goed gemonteerd is Vervang schakelaar indien nodig De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang SU print De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang PCU print De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang PSU print Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje ) Controleer of de elektronische printplaat SU goed op de elektronische printplaat PCU geplaatst is Vervang SU print Ontlucht de gasleiding Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk Controleer correcte werking en afstelling gasblok Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping Controleer op rookgasrecirculatie De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang SU print
123
8. Bij storing
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Berichten
Code Omschrijving
NAZICHT
M04
Er wordt om nazicht gevraagd
Mogelijke oorzaak 4
De voor nazicht geprogrammeerde datum is bereikt
Controle / oplossing 4
4
NAZICHT A
M05
NAZICHT B
M06
NAZICHT C
M07
Er wordt om nazicht A, B of 4 C verzocht
De voor nazicht geprogrammeerde datum is bereikt
4
4 ONTLUCHTING
M20
Er is een ontluchtingscyclus in de verwarmingsketel bezig
4
De vloer wordt gedroogd 4 XX DAGEN = Aantal resterende dagen voor het drogen van de vloer.
DROGEN VLOER B XX DAGEN DROGEN VLOER C XX DAGEN DR.VLOER.B+C XX DAGEN
Het onder spanning brengen van de ketel
4
De vloer wordt 4 gedroogd. De verwarming van de niet 4 betrokken kringen is uitgeschakeld.
Berichten
Code Omschrijving
BL.GEBR.PSU
B00
De elektronische printplaat 4 PSU is niet goed geconfigureerd
Mogelijke oorzaak
Parameters in de PSU 4 print fout 4
BL.MAX.KETEL
B01
Maximale aanvoertemperatuur overschreden
4
Het waterdebiet in de installatie is onvoldoende
4
BL.AFWIJK. WARM
B02
De verhoging van de 4 vertrektemperatuur heeft de maximale grenswaarde overschreden 4
Het waterdebiet in de installatie is onvoldoende Sensorfout
4 4 4
4 B07
Maximaal verschil tussen 4 aanvoer- en retourtemperatuur overschreden 4
Het waterdebiet in de installatie is onvoldoende Sensorfout
4 4 4 4 4
124
Wacht tot het aantal aangegeven dagen op 0 komt te staan. Zet de parameter DROGEN VLOER op NEE.
Controle / oplossing
4
BL.dT VERTR/RET.
Druk, indien het symbool ? knippert, op de toets ?. De adresgegevens van de installateur worden weergegeven. Zo niet, neem dan contact op met uw gebruikelijke installateur. Programmeer om het nazicht te verlaten een andere datum in het menu #NAZICHT of stel de parameter TYPE NAZICHT in op NEE Druk, indien het symbool ? knippert, op de toets ?. De adresgegevens van de installateur worden weergegeven. Zo niet, neem dan contact op met uw gebruikelijke installateur. Druk voor het verlaten van het nazicht op de toets t 3 minuten wachten
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje ) Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de ketelvoeler goed gemonteerd is Controleer warmtewisselaar op vervuiling Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer de goede werking van de sensors Controleer of de ketel- en retourvoeler goed gemonteerd zijn Controleer warmtewisselaar op vervuiling
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Berichten
Code Omschrijving
BL.RL OPEN
B08
BL.INV. L/N
De ingang RL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open
8. Bij storing
Mogelijke oorzaak 4
Parameterfout
4
Slechte verbinding
B09
Controle / oplossing 4
Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje )
4
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje ) Controleer het contact op de ingang BL
4
INGANG CS OPEN
INGANG CS OPEN
BL.COM PCU
B10
B11
B13
De ingang BL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open De ingang BL op de klemmenstrook van de elektronische printplaat PCU is open
4
4 4 4
4
4 Communicatiefout met de 4 SCU print 4
BL.GEBR.WATER
B14
De waterdruk is lager dan 4 0,8 bar
BL.GASPRESS.
B15
Gasdruk te laag
4
Het op de ingang BL 4 aangesloten contact is open 4 Parameterfout 4 Slechte verbinding Het op de ingang BL 4 aangesloten contact is open 4 Parameterfout 4 Slechte verbinding Verkeerde aansluiting
4
Controleer de parameter ING.BL De bedrading controleren De bedrading controleren
Verkeerde afstelling van 4 gasdrukschakelaar op SCU print 4
Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk
4 Verkeerde SU print voor 4 deze ketel 4 Parameters in de PCU 4 print fout 4
B16
De elektronische printplaat 4 SU wordt niet herkend
BL.GEB.PCU
B17
De op de elektronische printplaat PCU opgeslagen parameters zijn beschadigd
BL.SLECHT PSU
B18
De elektronische printplaat 4 PSU wordt niet herkend
Verkeerde PSU print voor deze ketel
BL.GEEN CONFIG
B19
De verwarmingsketel is niet geconfigureerd
BL. COM SU
B21
Communicatiefout tussen 4 de elektronische printplaten PCU en SU
De elektronische printplaat PSU is vervangen Slechte verbinding
BL.VLAMWEGVAL
B22
Vlamwegval tijdens bedrijf 4
Geen ionisatiestroom
4 4 4
4
4 4 4 4 4 4 4
15/05/2009 - 120948-AA
Controleer het contact op de ingang BL
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen De installatie bijvullen met water
BL.SLECHT SU
4
De bedrading controleren
SCU print niet aanwezig 4 in ketel Watergebrek in de kring 4
4
4
Controleer de parameter ING.BL
Controleer of de schakelaar goed gemonteerd is Vervang schakelaar indien nodig De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang SU print De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang PCU print De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang PSU print Stel opnieuw het type generator in het menu #CONFIGURATIE in (Zie het originele kenplaatje ) Controleer of de elektronische printplaat SU goed op de elektronische printplaat PCU geplaatst is Vervang SU print Ontlucht de gasleiding Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk Controleer correcte werking en afstelling gasblok Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping Controleer op rookgasrecirculatie
125
8. Bij storing
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Berichten
Code Omschrijving
BL.GEBR.SU
B25
Interne fout SU print
NAZICHT
M04
Er wordt om nazicht gevraagd
Mogelijke oorzaak
Controle / oplossing 4
4
De voor nazicht geprogrammeerde datum is bereikt
4 4
4
NAZICHT A
M05
NAZICHT B
M06
NAZICHT C
M07
Er wordt om nazicht A, B of 4 C verzocht
De voor nazicht geprogrammeerde datum is bereikt
4
4 ONTLUCHTING
DROGEN VLOER B XX DAGEN DROGEN VLOER C XX DAGEN DR.VLOER.B+C XX DAGEN
126
M20
Er is een ontluchtingscyclus in de verwarmingsketel bezig
4
De vloer wordt gedroogd 4 XX DAGEN = Aantal resterende dagen voor het drogen van de vloer.
Het onder spanning brengen van de ketel
4
De vloer wordt 4 gedroogd. De verwarming van de niet 4 betrokken kringen is uitgeschakeld.
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen Vervang SU print Druk, indien het symbool ? knippert, op de toets ?. De adresgegevens van de installateur worden weergegeven. Zo niet, neem dan contact op met uw gebruikelijke installateur. Programmeer om het nazicht te verlaten een andere datum in het menu #NAZICHT of stel de parameter TYPE NAZICHT in op NEE Druk, indien het symbool ? knippert, op de toets ?. De adresgegevens van de installateur worden weergegeven. Zo niet, neem dan contact op met uw gebruikelijke installateur. Druk voor het verlaten van het nazicht op de toets t 3 minuten wachten
Wacht tot het aantal aangegeven dagen op 0 komt te staan. Zet de parameter DROGEN VLOER op NEE.
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8.2
8. Bij storing
Berichtenoverzicht Met het menu #HISTORIEK BERICHTEN kunnen de laatste 10 op het bedieningspaneel weergegeven berichten bekeken worden. 1. Druk 10 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
TEMP.: 68°
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
M
r
t
STD
10" C002483-A-06
2. Selecteer het menu #HISTORIEK BERICHTEN. 0
2
4
6
8
10
12
14
#PARAMETERS #HISTORIEK GEBR. BERICHTEN v #HISTORIEK #TEST UITGANG c #TEST INGANG r
16
18
20
22
24
ÿ
1
2
1 2
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002531-A-06
3. De lijst met de laatste 10 berichten wordt weergegeven. 0
v c
1 2
1
2
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
BL.AFWIJK. WARM BL.GEBR.WATER BL.RL OPEN BL.VLAM.WEGVL.
p b AUTO x c g m
r
24
ÿ
21/10 02/09 26/08 26/08
r
d
22
r
j
L
t
STD
C002532-A-06
0
4
6
8
10
12
14
BL. CS OPEN M21 28/08/2008 - 13h32 VOORVAL NR. BUITEN TEMP. c AANVOER.TEMP.B r
v
bar
2
16
18
1
p b AUTO x c g m
r
STD
22
r
j
4. Selecteer een bericht om de hierop betrekking hebbende informatie te bekijken.
24
8 1.0 °C 12.0°C
2
1 2
d
20
ÿ
L
t
C002533-A-06
15/05/2009 - 120948-AA
127
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8. Bij storing
5. Druk 2 keer op de toets j om terug te keren naar de hoofddisplay. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
2x
LUNDI 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002224-D-06
8.3
Fouten
8.3.1.
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
TEMP.
Indien een storing van het apparaat gemeld wordt, vergrendeld deze en verschijnt de bijbehorende code in een knipperend weergavevenster.
68°
4 Raadpleeg de betekenis van de codes in onderstaande tabel.
2
1 2
r PCU. KOM. DEF D27
p b AUTO x c g m
(
Weergave foutmeldingen
'
STD
r
j
4 Noteer de weergegeven code.
M
t
4 Druk op de toets ?. Er wordt informatie weergegeven om u te helpen bij het oplossen van het probleem. De code is belangrijk voor het correct en snel opsporen van het type storing en voor een eventuele technische hulpverlening.
C002302-C-06
8.3.2.
Door de PCU beheerde foutmeldingen (Code L..)
Weergavevoorbeeld: Het symbool t, het bericht GEBR.PCU.COM en de code D27. 4 Druk op de toets t. Indien de code nog steeds in het weergavevenster staat: - De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen - Zoek de mogelijke oorzaak in de tabel en pas de oplossing toe.
128
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Foutmeldingen
Storingscode Beschrijving
GEBR.PSU
L00
GEBR.PARAM PSU
L01
Elektronische printplaat PSU niet aangesloten
8. Bij storing Mogelijke oorzaak
4
Slechte verbinding
4
Elektronische printplaat PSU defect
Veiligheids parameters 4 niet in orde 4
Slechte verbinding
Controle / oplossing 4
4 4
Elektronische printplaat PSU defect 4 4
GEB.VERTR.VOEL
L02
Kortsluiting in de vertrekvoeler van de verwarmingsketel
4
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
Sensor niet of slecht aangesloten
4
4 4 4 4
GEB.VERTR.VOEL
L03
Kortsluiting in de vertrekvoeler van de verwarmingsketel
4
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
Sensor niet of slecht aangesloten
4
4 4
GEB.VERTR.VOEL
L04
Te lage temperatuur van de verwarmingsketel
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4
Sensor niet of slecht 4 aangesloten Het water stroomt niet door 4 Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 STB VERTREK
L05
Te hoge temperatuur van de verwarmingsketel
4 4
4
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 Het water stroomt niet 4 door 4 4 4 4
GEB.RET.VOELER
L06
4 Kortsluiting in de temperatuurvoeler van 4 4 de vertrekleiding
Slechte verbinding
4
Defecte sensor Sensor niet of slecht aangesloten
4 4 4
15/05/2009 - 120948-AA
Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaten PCU en PSU Vervang PSU print Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaten PCU en PSU Vervang PSU print Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Cv-installatie ontluchten Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer warmtewisselaar op vervuiling Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig
129
8. Bij storing Foutmeldingen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Storingscode Beschrijving
Mogelijke oorzaak
Controle / oplossing 4
GEB.RET.VOELER
L07
4 Kortsluiting in de temperatuurvoeler van 4 4 de retourleiding
Slechte verbinding
4
Defecte sensor Sensor niet of slecht aangesloten
4 4
4 GEB.RET.VOELER
L08
4 Retour temperatuur te 4 laag
Defecte sensor
4 4
Defecte sensor
4 L09
4 4
Sensor niet of slecht 4 aangesloten Het water stroomt niet door 4 Slechte verbinding
4
RETOUR TH
Slechte verbinding
Retour temperatuur te 4 hoog
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 Het water stroomt niet 4 door 4 4 4
4 dT.DEP-RET<MIN
L10
Te veel verschil tussen 4 aanvoer- en retourtemperatuur 4 Te veel verschil tussen 4 aanvoer- en 4 retourtemperatuur
dT.DEP-RET>MAX
L11
4
Defecte sensor
4
Sensor niet of slecht aangesloten Het water stroomt niet 4 door 4 Defecte sensor Sensor niet of slecht 4 aangesloten 4 Het water stroomt niet door 4 4 4
130
Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de ohmwaarden van de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Cv-installatie ontluchten Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer warmtewisselaar op vervuiling Controleer de ohmwaarden van de ketelvoeler en de retourvoeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig Cv-installatie ontluchten Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer warmtewisselaar op vervuiling Controleer de goede werking van de verwarmingspomp
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Foutmeldingen
Storingscode Beschrijving
8. Bij storing Mogelijke oorzaak
Controle / oplossing 4
4
STB OPEN
L12
4 Maximumtemperatuur 4 verwarmingsketel 4 overschreden (Max. thermostaat 4 STB)
Slechte verbinding Defecte sensor
4
Sensor niet of slecht 4 aangesloten Het water stroomt niet 4 door 4 4 4 4 4
4 4
Geen ontstekingsvonk 4 4 4
4 4
GEB. ONTST.
L14
5 mislukte branderstarts
4 4
Wel ontstekingsvonk maar geen vlamvorming
4 4 4 4
4 4 4
Wel vlam maar geen of 4 onvoldoende ionisatie (<3 µA) 4 4
15/05/2009 - 120948-AA
Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de STB Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de elektrische continuïteit van de STB Controleer of de STB goed gemonteerd is Vervang de STB indien nodig Cv-installatie ontluchten Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Waterdruk controleren Controleer warmtewisselaar op vervuiling Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de ontstekingstransformator Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer ionisatie- / ontstekingselektrode Controleer aarding Elektronische printplaat SU defect: Vervang de elektronische printplaat Ontlucht de gasleidingen Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk Controleer correcte werking en afstelling gasblok Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping Controleer de bekabeling van het gasblok Elektronische printplaat SU defect: Vervang de elektronische printplaat Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk Controleer ionisatie- / ontstekingselektrode Controleer aarding Controleer de bekabeling ionisatie- / ontstekingselektrode
131
8. Bij storing Foutmeldingen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Storingscode Beschrijving
Mogelijke oorzaak
4
Wel ionisatiestroom gemeten, terwijl er geen 4 vlam mag zijn Ontstekingstrafo defect 4
4
Defecte gasklep
4
Brander gloeit na: Te hoog CO2
4
4
Slechte verbinding
4
4
Elektronische printplaat SU defect
4
PARASIT.VLAM.
GEBR.GASKLEP.
L16
L17
Detectie van een onstabiele vlam signaal
Controle / oplossing
4
Gasklep storing
4 4
GEB.VENT.
L34
De ventilator draait niet 4 op het juiste toerental 4
Slechte verbinding
4
Ventilator defect 4
RET>KETEL GEB
L35
Aanvoer en retour verwisseld
4
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
Sensor niet of slecht aangesloten Doorstroomrichting verkeerd
4
4 4 4 4 4 4
GEBR.IONSTROOM L36
De vlam is meer dan 5 keer in 24 uur 4 verdwenen, terwijl de brander werkte
4
GEBR.PCU.COM
GEBR.CS OPEN
132
L37
L38
L39
Onderbreking communicatie tussen de elektronische printplaten PCU en SCU De ingang BL is een moment geopend
Doorstroming (richting, pomp, kleppen) controleren Ontlucht de gasleiding Controleer of de gaskraan goed geopend is Controleer de gasaanvoerdruk
4
Slechte verbinding
4
Elektronische printplaat SCU niet aangesloten 4 of defect
4
Slechte verbinding
4
De bedrading controleren
4
Externe oorzaak
4
Neem externe oorzaak weg
4
Fout ingestelde parameter
4
Controleer de parameter ING.BL
4 4
4 GEBR.SU.COM
Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de gasklep Controleer of de elektronische printplaat SU goed op zijn plaats zit Controleer de SU print en vervang deze, indien nodig Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de ventilator Controleer de goede trek ter hoogte van de aansluiting op de schoorsteen Vervang de ventilator indien nodig Controleer de ohmwaarden van de voelers Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig
Controleer correcte werking en afstelling gasblok Controleer luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping Controleer op rookgasrecirculatie Controleer of de elektronische printplaat SU goed in de connector van de elektronische printplaat PCU geplaatst is Vervang de elektronische printplaat SU Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaten PCU en SCU Vervang SCU print
Geen ionisatiestroom
4
Onderbreking communicatie met de elektronische printplaat SU
Controleer ionisatie- / ontstekingselektrode Controleer de gasklep en vervang deze, indien nodig Stel CO2 af
4
Slechte verbinding 4 4
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Foutmeldingen
GEB.TEST.HRU
Storingscode Beschrijving
L40
8. Bij storing Mogelijke oorzaak
HRU/WTW unit testfout
4
Slechte verbinding
4
Externe oorzaak
4
Fout ingestelde 4 parameter Hydraulische kring niet goed ontlucht 4 Waterlekkage 4 Meetfout 4
4 DEF.GEBR.WATER
L250
De waterdruk is te laag
4 4
GEB.MANOMETER
L251
Waterdrukvoeler defect
Controle / oplossing
4
Bekabelingsprobleem
4
De manometer is defect
4
Kaart voelers defect
4
De bedrading controleren
4
Neem externe oorzaak weg
4 4
8.3.3.
Foutmeldingen
Storingscode Beschrijving
D03
Storing voeler vertrekleiding kring 4 4 B
GEBR.AANV.V.C
D04
Storing voeler vertrekleiding kring 4 4 C
Defecte sensor 4 Sensor niet of slecht aangesloten 4
GEBR.BUITENV.
D05
Storing buitenvoeler 4 4
Defecte sensor 4 Sensor niet of slecht aangesloten 4
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
Slechte verbinding Defecte sensor 4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 4
15/05/2009 - 120948-AA
Controleer of de voeler is
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
Slechte verbinding
4 4
4
Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaat PCU en de voeler Controleer of de sensor goed gemonteerd is Vervang sensor indien nodig
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
Slechte verbinding
4 4
4
De ketel terugstellen
Controle / oplossing 4
GEBR.AANV.V.B
Eventueel water bijvullen
Door de SCU beheerde foutmeldingen (Code D..)
Mogelijke oorzaak
4
Controleer parameters
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen
133
8. Bij storing Foutmeldingen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Storingscode Beschrijving
Mogelijke oorzaak
Controle / oplossing 4
GEBR.HULPV.
D07
Gebrek hulpvoeler
D09
Gebrek SWWvoeler
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 4 4
GEBR.RUIM.V.A
D11
Storing ruimtevoeler 4 A 4
Slechte verbinding Defecte sensor Sensor niet of slecht aangesloten 4 4 4
4 GEBR.RUIM.V.B
D12
Storing ruimtevoeler 4 B 4
Slechte verbinding Defecte sensor Sensor niet of slecht aangesloten 4 4 4
4 GEBR.RUIM.V.C
D13
Storing ruimtevoeler 4 C 4
Slechte verbinding Defecte sensor Sensor niet of slecht aangesloten 4 4
GEBR.COM MC
134
D14
Onderbreking communicatie tussen de elektronische printplaat SCU en de module verwarmingsketel radio
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
4
4
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
4
4 4
GEBR.SWW-V
Controleer of de voeler is
4
Slechte verbinding 4
4
Probleem met de ketelmodule
4
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
De verbinding en de connectors controleren Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
De verbinding en de connectors controleren Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136 De verbinding en de connectors controleren Indien nodig de voeler vervangen
De verbinding en de connectors controleren Vervang de ketelmodule
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Foutmeldingen
Storingscode Beschrijving
8. Bij storing
Mogelijke oorzaak
Controle / oplossing 4
GEB.OPS.TANK.V
D15
Gebrek voeler bufferboiler
D16
Gebrek zwembadvoeler kring B
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4
D16
Gebrek zwembadvoeler kring C
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4
Slechte verbinding
4
Defecte sensor
4
4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 4 4
GEBREK SWW V.2 D17
Gebrek voeler boiler 4 2 4
Defecte sensor 4 Sensor niet of slecht aangesloten 4 4 4
GEB. PCU.COM
D27
4
GEB.MKR.B.IOBL
D29
15/05/2009 - 120948-AA
Onderbreking communicatie tussen de elektronische printplaat SCU en de MGK-module
4
4
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
Slechte verbinding
Onderbreking communicatie tussen de elektronische printplaten SCU en PCU
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
4
4
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer of de voeler is
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
4
4 4
GEBR.ZWEM.V.C
aangesloten: ¼ Zie hoofdstuk:
"Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU", pagina 136
4
4 4
GEBR.ZWEM.V.B
Controleer of de voeler is
4
4
De MGK-module is spanningloos 4 De MGK-module en de elektronische printplaat SCU zijn 4 niet op dezelfde fase aangesloten De MGK-module is verwijderd
De verbinding en de connectors controleren Controleer de ohmwaarden van de voeler Indien nodig de voeler vervangen Controleer de bekabeling tussen de elektronische printplaten SCU en PCU Controleer of de elektronische printplaat PCU onder spanning staat (groene led brandt of knippert) Vervang de elektronische printplaat PCU Controleer of de MGD-module onder spanning staat (Groene LED verlicht) Controleer of de MGK-module en de SCU elektronische printplaat op dezelfde fase zijn aangesloten of een fasekoppelaar is geïnstalleerd
135
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8. Bij storing Foutmeldingen
Storingscode Beschrijving
Mogelijke oorzaak 4
GEB.MKR.C.IOBL
D30
FOUT.COM.IOBL
D31
5 RESET:ON/OFF
D32
ANODE SLUITING
ANODE OPEN
D37
D38
Onderbreking communicatie tussen de elektronische printplaat SCU en de MGK-module
De functie IOBL is niet meer actief
4
4
4
De MGK-module is spanningloos 4 De MGK-module en de elektronische printplaat SCU zijn 4 niet op dezelfde fase aangesloten De MGK-module is verwijderd 4 Probleem op de elektronische printplaat SCU
in minder dan één uur zijn er 5 resets uitgevoerd Kortsluiting in het Titan Active System®
Verbroken verbinding in het Titan Active System®
8.3.4.
Controle / oplossing Controleer of de MGD-module onder spanning staat (Groene LED verlicht) Controleer of de MGK-module en de SCU elektronische printplaat op dezelfde fase zijn aangesloten of een fasekoppelaar is geïnstalleerd Schakel, indien de functie IOBL niet gebruikt wordt, de functie IOBL in het menu #CONFIGURATIE uit
4
Vervang, indien de functie IOBL gebruikt wordt, de elektronische printplaat SCU en combineer de randapparatuur (MGK-module IOBL, Interscenario-schakelaar)
4
De verwarmingsketel uitschakelen en daarna weer inschakelen
4
Controleer of er geen kortsluiting is op de verbindingskabel tussen de SCU en de anode Controleer of er geen kortsluiting op de anode is Controleer of de verbindingskabel tussen de elektronische printplaat SCU en de anode niet doorgesneden is Controleer of de anode niet kapot is
4 4
4
Wissen van de voelers uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU
De configuratie van de voelers is door de elektronische printplaat SCU in het geheugen opgeslagen. Indien er een gebrek aan de voeler verschijnt, terwijl de bijbehorende voeler niet is aangesloten of bewust is verwijderd, gelieve de voeler uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU te wissen. 4 Druk na elkaar op de toets ? tot "Wilt u deze voeler verwijderen?" wordt weergegeven. 4 Selecteer JA door aan de draaiknop te draaien en druk hier vervolgens op om te valideren.
136
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8.3.5.
8. Bij storing
Het wissen van de MGK-modules IOBL uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU
De configuratie van de MGK-modules IOBL wordt door de elektronische printplaat SCU in het geheugen opgeslagen. Indien na het bewust verwijderen van een MGK-module er een gebrek GEB.MKR.B.IOBL of GEB.MKR.C.IOBL verschijnt, gelieve de module uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU te wissen. 4 Druk na elkaar op de toets ? tot "Wilt u deze module verwijderen?" wordt weergegeven. 4 Selecteer JA door aan de draaiknop te draaien en druk hier vervolgens op om te valideren. U heeft de mogelijkheid een MGK-module IOBL uit het geheugen van de elektronische printplaat SCU te wissen: 4 Ga naar het menu #NETWERK en selecteer WISSEN.
8.3.6.
Opmerkingen betreffende de gebreken
Foutmeldingen
Toelichting
GEBR.AANV.V.B GEBR.AANV.V.C
De pomp van de kring draait. De klep van de kring wordt niet meer gevoed en kan handmatig bediend worden.
GEBR.BUITENV.
De ketel reguleert op de temperatuur MAX.KETEL TEMP. De regulatie van de kleppen is niet meer verzekerd, maar de controle van de maximumtemperatuur van het circuit na de klep blijft verzekerd. De kleppen kunnen manueel bestuurd worden. De opwarming van sanitair warmwater blijft verzekerd.
GEBR.SWW-V
Het sanitair warm water wordt niet meer opgewarmd. De laadpomp draait. De laadtemperatuur van het reservoir is gelijk aan de temperatuur van de verwarmingsketel.
GEBR.RUIM.V.A GEBR.RUIM.V.B GEBR.RUIM.V.C
De betreffende kring werkt zonder invloed op de kamertemperatuurvoeler.
GEB.OPS.TANK.V De opwarming van het bufferreservoir is niet meer verzekerd. GEBR.ZWEM.V.B Het verwarmen van het zwembad is onafhankelijk van de temperatuur. GEBR.ZWEM.V.C TAS...
De sanitair warmwaterproductie wordt stopgezet maar kan wel weer ingeschakeld worden met behulp van de toets r. a De boiler wordt niet meer beschermd. Neem contact met de vakman die voor het onderhoud van het apparaat zorgt. e indien: Een boiler zonder Titan Active System® is op de verwarmingsketel aangesloten 4 Controleer of de simulatiestekker Titan Active System® (meegeleverd bij colli AD212) op de voelerkaart gemonteerd is.
15/05/2009 - 120948-AA
137
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8. Bij storing
8.4
Foutenhistoriek Met het menu #HISTORIEK GEBR. kunnen de laatste 10 storingen geraadpleegd worden die op het bedieningspaneel worden weergegeven. 1. Druk 10 seconden op de - toets. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
ZONDAG 11:45
v c
bar
1
TEMP.: 68°
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
M
r
t
STD
10" C002483-A-06
2. Selecteer het menu #HISTORIEK GEBR.. 0
2
4
6
8
10
12
14
#PARAMETERS #HISTORIEK GEBR. BERICHTEN v #HISTORIEK #TEST UITGANG c #TEST INGANG r
16
18
20
22
24
ÿ
1
2
1 2
p b AUTO x c g m
d
r
r
j
L
t
STD
C002534-A-06
3. De lijst met de laatste 10 storingen wordt weergegeven. 0
v bar
c
1
2
1 2
2
4
6
8
10
12
14
18
20
GEB.HUL.1.V. FOUT.COM.IOBL ANODE SLUITING FOUT.COM.IOBL
p b AUTO x c g m
r
22
24
21/10 02/09 26/08 26/08
r
d
16
r
j
ÿ
L
t
STD
C002535-A-06
0
4
6
8
10
12
14
GEB.HUL. D07 28/08/2008 - 13h32 VOORVAL NR. BUITEN TEMP. c TEMP.DEP. B r
v
bar
2
16
18
1
p b AUTO x c g m
r
STD
22
r
j
4. Selecteer een storing om de hierop betrekking hebbende informatie te raadplegen.
24
8 1.0 °C 35.0°C
2
1 2
d
20
ÿ
L
t
C002536-A-06
138
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
8. Bij storing
5. Druk 2 keer op de toets j om terug te keren naar de hoofddisplay. 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
2x
LUNDI 11:45
v c
bar
1
2
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
r
j
M
t
STD
C002224-D-06
8.5
Controle van de parameters en van de ingangen/uitgangen (testmodus) Gebruik de volgende menu's om de oorsprong van een storing te kunnen achterhalen.
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
1. Druk 10 seconden op de - toets. 2. Controleer de volgende parameters:
ZONDAG 11:45
v bar
c
1
2
TEMP.: 68°
1 2
r
p b AUTO x c g m
(
'
STD
r
M
t
10" C002483-A-06
Parameter
Instelbereik
Beschrijving
Menu #PARAMETERS VERMOGEN %
Huidige vermogen van de ketel
TOERENT.POMP
Bediening van de modulerende pomp
TOERENT.VENTIL.
Toerental van de ventilator
BER.TOERENT.VENTIL
Gewenste draaisnelheid van de ventilator
GEM.BUITENTEMP
Gemiddelde buitentemperatuur
BEREK.KTL.TEMP
Temperatuur berekend voor de ketel
KETEL TEMP.
Meting van de vertrekvoeler van de ketel
BEREKENDE T.A
Gemiddelde buitentemperatuur
BEREKENDE T.B
Temperatuur berekend voor de ketel
BEREKENDE T.C
Gemeten keteltemperatuur
AANVOER.TEMP B
Temperatuur vertrekleiding systeem berekend door de regulatie
AANVOER.TEMP C
Meting van de vertrekvoeler van het systeem
BUITEN TEMP.
Buitentemperatuur
RUIMTE TEMP.A
Kamertemperatuur van de kring A
RUIMTE TEMP.B
Kamertemperatuur van de kring B
RUIMTE TEMP C
Kamertemperatuur van de kring C
BOILER TEMP.
Watertemperatuur van de SWW-boiler
ING. 0-10V
Aantal bedrijfsuren brander 0-10 V
RETOUR TEMP.
Watertemperatuur retourleiding verwarmingsketel
(1) De parameter wordt alleen weergegeven voor de daadwerkelijk aangesloten opties, kringen of voelers.
15/05/2009 - 120948-AA
139
8. Bij storing Parameter
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Instelbereik
Beschrijving
ION. STROOM
Ionisatie stroom
DRUK
Waterdruk van de installatie
OPSLAGTANK TEMP
Watertemperatuur in de bufferboiler
TEMP.SYSTEEM
Watertemperatuur vertrekleiding systeem in geval van meerdere generatoren
T.BOILER ONDER
Watertemperatuur onderin de SWW-boiler
BOILER TEMP A
Watertemperatuur in de tweede SWW-boiler (aangesloten op de kring A)
BOILER TEMP.AUX
Watertemperatuur in de tweede SWWboiler die op de HULP-kring is aangesloten
REGELKNOP A
Temperatuur berekend voor voor het de kring A
REGELKNOP B
Temperatuur berekend voor voor het de kring B
REGELKNOP C
Temperatuur berekend voor voor het de kring C
PAR. VERSCH.A
Parallelle verzetting berekend voor het de kring A
PAR. VERSCH.B
Parallelle verzetting berekend voor het de kring B
PAR. VERSCH.C
Parallelle verzetting berekend voor het de kring C
Menu #TEST UITGANGEN KETELP.A
IN / NEE
Aan/Uit pomp kring A
KTL.P.B
(1)
IN / NEE
Aan/Uit pomp kring B
KTL.P.C
(1)
IN / NEE
Aan/Uit pomp kring C
IN / NEE
Aan/Uit hulpuitgang
IN / NEE
Aan/Uit pomp sanitair warmwater
RUST:
Geen bediening
OPEN:
Opening driewegmengkraan kring B
GESLOTEN:
Sluiting driewegmengkraan kring B
RUST:
Geen bediening
OPEN:
Opening driewegmengkraan kring C
GESLOTEN:
Sluiting driewegmengkraan kring C
IN / NEE
Aan/Uit uitgang telefoonrelais
HULPCIR.POMP BOIL.P. MGK B
(1)
(1)
MGK C (1)
UITGANG TEL. Menu #TEST INGANGEN
Brug op telefooningang (1 = aanwezigheid, 0 = afwezigheid)
TELEFOON
Test aanwezigheid vlam (1 = aanwezigheid, 0 = afwezigheid)
VLAM. GASKLEP
OPEN/GESL
Open het ventiel Sluiting radiatorkranen
GEBREK
IN
Weergave foutmeldingen
NEE
Geen gebrek
SEQ.
Regulatiereeks.
KETEL
Index generator in het systeem
TYPE
Type generator
VER. ROM
Versie van de elektronische printplaat PCU Versie van de parameters van de elektronische printplaat *1
PARAM VERS.PCU AFST.A:
(1)
AFST.B:
(1)
AFST.C: (1)
IN
Een afstandsbediening A aanwezig
NEE
Geen afstandsbediening A aanwezig
IN
Een afstandsbediening B aanwezig
NEE
Geen afstandsbediening B aanwezig
IN
Een afstandsbediening C aanwezig
NEE
Geen afstandsbediening C aanwezig
ID MC IOBL
ID-nr. ketelmodule IOBL
VERS.IOBL
IOBL versie van de elektronische printplaat SCU
(1) De parameter wordt alleen weergegeven voor de daadwerkelijk aangesloten opties, kringen of voelers.
140
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens Parameter
8. Bij storing
Instelbereik
Beschrijving
EEN KRING/ ALLE KRINGEN
Laat toe te kiezen of de afwijking op een afstandsbediening toepasselijk is op één enkel kring (EEN.KRING) of dient doorgestuurd te worden naar het geheel van circuits (ALLE KRINGEN)
Menu #CONFIGURATIE MODE
Type generator (Zie het originele kenplaatje)
TYPE AUTODETECTIE
NEE/IN
Reset van het systeem indien de storing L38 wordt weergegeven
TAS
NEE/IN
Inschakeling van de functie Titan Active System®
IOBL
NEE/IN
Inschakeling van de functie IOBL
(1) De parameter wordt alleen weergegeven voor de daadwerkelijk aangesloten opties, kringen of voelers.
15/05/2009 - 120948-AA
141
9. Reserveonderdelen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9
Reserveonderdelen
9.1
Algemeen Bij bestelling van een onderdeel, moet u het codenummer opgeven dat in de lijst staat naast het volgnummer van het gewenste onderdelen.
142
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9.2
9. Reserveonderdelen
Onderdelen - 120948-002-AA
9.2.1.
Mantel
1
1001
1002
EV 121012-1
15/05/2009 - 120948-AA
T001449-A
143
9. Reserveonderdelen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9.2.2.
Warmtewisselaar en brander
2
2026
2025
2029 2028
2019 2018
2016 2013 2014
2017
2012 2024
2015 2011 2034 2050 2015 2033 2001
2022 2021
2011
2006
2034 2023 2020
2005 2005
2032
2002 2010
2032 2010 2030
2038 2039
2003 2030
2009
2007
2036
2004
2037
144
EV 121012-2
15/05/2009 - 120948-AA T001450-A
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9. Reserveonderdelen
9.2.3.
Ventilator
3 3005
3003
3004 3002 3007
3011
3009
3012 3008 3001
3008 3006
3013 3010
3014
EV 121012-3
15/05/2009 - 120948-AA
T001451-A
145
9. Reserveonderdelen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9.2.4.
Bedieningspaneel
4
4019
4022
4022 4021
4018
4023 4017
4024
4008
4006 4028 4016
4015 4007
4009 4027
4008
4005
4002
4011 4010
4004 4001 4014
4012
4025 4026 4003
EV 121012-4
146
T001452-A
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9. Reserveonderdelen
9.2.5.
Aansluitbuizen (GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens)
5
5046
5039 5038 5044 5043 5037 5049 5048 5045
5038 5042
5045 5050 5057
5056
5063
5013 5064 5012 5045
5013 5012 5033 5018 5017
5017
5010 5023
5007
5006 5008
5016 5029 5031
5015 5014
5017
5023
5017 5032
5011
5002 5022 5017 5018
5025
5033
5017
5017
5016 5004
5007
5017
5032 5019
5031
5028 5030 5029
5051
5052
5027
15/05/2009 - 120948-AA EV 121010-5
5053
147 T001459-A
9. Reserveonderdelen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9.2.6.
Aansluitbuizen (GMR 3025 Combi Condens)
5
5046
5041 5040 5038 5044 5043 5037 5049 5048 5045
5038 5042
5056 5013
5045
5057
5013 5012
5012 5018 5017
5006 5016
5055
5010 5002
5007 5023
5020
5017 5052
5008 5029 5031
5015 5014
5009
5001 5022 5017 5016
5025
5017
5017
5018 5003
5011
5004 5017
5032 5031 5019
5028 5030 5029
5051
5052 5053 5050
5062
148
EV 121012-5
5027
5065
15/05/2009 - 120948-AA T001453-A
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9.2.7.
9. Reserveonderdelen
Reserveonderdelenlijst
Referentienummer Artikelnr. Benaming Mantel 1001
183401
Voorpaneel
1002 183402 Klep bedieningspaneel Warmtewisselaar en brander 2001
183403
Warmtelichamen - 28 kW
2002
183404
Condensaatcollector - 253 mm
2003
183405
Pomp UPERO 15-60
2004
183406
Sifon
2005
183407
Leidingenset aanvoer en retour
2006
183408
Rookgas afvoerpijp - Ø 80 mm (28 kW)
2007
183409
Pakking sifon (5 stuks)
2009
183410
O-ring 76x4 (5 stuks)
2010
182941
O-ring 18x2,8 (10 stuks)
2011
183411
temperatuursensor NTC
2012
183412
Ontstekingselektrode
2013
182924
Verklikkerlampje
2014
182938
Pakking electrode (10 stuks)
2015
183084
Schroef M4x10 (50 stuks)
2016
183413
Pakking voor brander - 212x84
2017
183414
Ontlucht sleutel (2 stuks)
2017
120806
Automatische ontluchter
2018
183415
Einddop - M7x1
2019
183416
Siliconen slang 8x4x900
2020
183417
Pakking warmtewisselaar condensbak 219 mm
2021
183418
Pakking rookgasafvoer condensbak
2022
183419
Afdichtring - Ø 80 mm (5 stuks)
2023
183420
Dop voor meting van de rookgassen
2024
183421
Bevestigingsplaat platenwarmtewisselaar
2025
183422
Bevestigingsclip rookgasafvoerpijp (2 stuks)
2026
182926
Rookgas afvoerpijp
2028
182927
Dop voor meting van de rookgassen
2029
182963
Dop voor meting van de rookgassen
2030
183006
Schroef M5x18 (15 stuks)
2032
182939
Clip - 18 mm (10 stuks)
2033
183423
Ontstekingstransformator
2034
183424
Klemring (10 stuks)
2036
183425
Expansievat
2037
183426
Leiding tussen pomp en expansievat
2038
182952
Moeren M8 (10 stuks)
2039
183427
Tandveerring 8,2
2050 Ventilator
183428
temperatuursensor HL
3001
183429
Gasblok
3002
183430
Ventilator RG118 - R19,5x1 (GMR 3025 Combi Condens)
3002
183431
Ventilator RG118 - R14,2x1 (GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens)
3003
183432
Brander 198 mm - 28 kW
3004
183433
Pakking 83 mm met klep 28 kW
15/05/2009 - 120948-AA
149
9. Reserveonderdelen
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
Referentienummer Artikelnr. Benaming 3005
184067
Ontstekingselektrode
3006
183434
Gasaanvoerpijp
3007
183435
Geluiddemper
3008
182942
Pakking - Ø 23,8x17,2x2 mm (20 stuks)
3009
183436
Gasmembraan L - 5.8 mm
3009
183498
Waterverdeelflens - 4.95 mm (GMR 3025 Combi Condens)
3010
183437
Aansluitstuk 15 mm
3011
183438
Schroef M5x25 (10 stuks)
3012 Bedieningspaneel
183439
Moeren G3/4 (10 stuks)
0
183440
Verklikkerlampje
0
183441
Kaart PSU
0
702309
Externe voeler AF60 (GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens)
4001
183442
Print PCU
4002
183443
Print SU
4003
183444
Plaatje display
4004
183445
Glaszekering 6.30 A traag (10 stuks)
4004
183177
Glaszekering 3.15 A traag (10 stuks)
4005
183495
Voeler (GMR 3025 Combi Condens)
4006
183446
Druksensor
4007
183423
Ontstekingstrafo inclusief onstekingsionisatie elektrode
4008
183411
temperatuursensor NTC
4009
183451
Kabel 3-wegklep
4010
182995
Bevestigingsbeugel
4011
183456
Pakkingring ovaal (5 stuks)
4012
183189
Schroef KB 30x8 (10 stuks)
4014
183457
Bedieningspaneel
4015
183084
Schroef M4x10 (50 stuks)
4016
183428
Temperatuursensor HL
4017
183459
Kabeldoorvoer SCU (5 stuks)
4018
183460
Draadgeleider (5 stuks)
4019
183189
Schroef M30x8 (10 stuks)
4021
183461
Print SCU
4022
183462
Kastje SCU
4023
183453
Kabel SCU 230 V
4024
183452
Kabel SCU
4025
183449
Kabel pomp
4026
183450
Voelerkabel
4027
183454
Kabel 1500 mm
4028 Aansluitbuizen
183455
Kabel gasklep en transformator
0
182991
Plaatschroef 4,2x9,5 (20 stuks)
0
183189
Schroef K30x8 (10 stuks)
5001
183496
Platenwarmtewisselaar (GMR 3025 Combi Condens)
5002
183463
Adapter met 3-wegklep
5003
183497
Huis cartridge (GMR 3025 Combi Condens)
5004
183464
Hydroblok rechts + actuator + druksensor
5006
183465
Hydroblok links
5007
183466
Huis cartridge
5008
183467
Veiligheidsklep
5009
183495
Voeler (GMR 3025 Combi Condens)
150
15/05/2009 - 120948-AA
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
9. Reserveonderdelen
Referentienummer Artikelnr. Benaming 5010
183446
Druksensor
5011
183410
O-ring 76x4 (5 stuks)
5012
182941
O-ring 18x2,8 (10 stuks)
5013
182939
Clip - 18 mm (10 stuks)
5014
183470
Bevestigingsclip slang (5 stuks)
5015
183471
Clip - 16 mm (10 stuks)
5016
183472
O-ring 25,2x17 (20 stuks)
5017
183473
Clip 26 (20 stuks)
5018
183474
O-ring 22,2x2,5 (20 stuks)
5019
183475
Schroef K50x28 (10 stuks)
5020
183499
Schroef M5x15 (10 stuks) (GMR 3025 Combi Condens)
5022
183476
Clip 10,3 (5 stuks)
5023
183477
Clip 26 met handvat (10 stuks)
5025
183006
Schroef M5x18 (15 stuks)
5027
183478
Condensatie-afvoer
5028
183479
Buis voor veiligheidsklep
5029
183480
Schroef K50x12 (20 stuks)
5030
182910
Draadgeleider - Ø 20 mm (15 stuks)
5031
183481
Aanvoer en retour aansluiting 18 mm
5032
183482
Aansluitstuk 13 mm
5033
183483
Aansluitstuk hydroblok 2S (GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens)
5037
183484
Bevestigingsklem (Kit)
5038
183485
Kraan G3/4" ontkoppelaar
5039
183486
Sanitairkraan 1/2"
5040
183501
Kraan G1/2" ontkoppelaar (GMR 3025 Combi Condens)
5041
183487
Gaskraan
5042
183488
Manometer
5043
183025
M10x1x5 moer (10 stuks)
5044
183489
Ontkoppelaar
5045
183491
Verzameling buizen
5046
183492
Montageframe
5047
181772
Ontkoppelaar
5048
183493
Moer-koppelstuk 3/8"x12 (2 stuks)
5049
182956
Dichting ø 14.5x8.5x2 (10 stuks)
5050
182966
Condensaatcollector
5051
183494
Buizen - 16/18/22
5052
182981
Dichting ø 18.3x12.7x2 (10 stuks)
5053
182942
Dichting ø 23.8x17.2x2 (20 stuks)
5055
183490
Leiding voor manometer
5056
183029
Condensatie-afvoerbuis
15/05/2009 - 120948-AA
151
9. Reserveonderdelen
152
GMR 3015 Condens - GMR 3025 Condens - GMR 3025 Combi Condens
15/05/2009 - 120948-AA
T000249-A
© Auteursrechten Alle in deze uitgave vervatte technische en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze toestemming niet worden vermenigvuldigd. 15/05/2009