��������������� �� �� �������� Resultaten meldpunt strijdige regels
Gieterij-industrie Dit is een deeluitgave van de Bedrijfstaktoets 2003
Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken
Colofon Dit is een uitgave van het Ministerie van economische zaken Directoraat-Generaal Ondernemingsklimaat Het meldpunt is in mei 2003 ingesteld in samenwerking met MKB Nederland. Dit meldpunt is ingesteld om inzicht te krijgen in knelpunten die ondernemers in het dagelijkse praktijk ervaren met regels. Op basis van de meldingen wordt gestart met het aanpakken van de knelpunten.
Publicatienummer: 03O18 november 2003
Voor meer informatie: Ministerie van Economische Zaken Postbus 20101, 2500 EC Den Haag internet: www.ez.nl www.strijdigeregels.nl
Vormgeving en Realisatie: afdeling Post en Grafische Faciliteiten Directie Interne Zaken 031103_1112DGO
2
Inhoud 1 Inleiding
2
2 Over de meldingen en de melders
2
2.1
Grootste knelpunten
2
3 Tegenstrijdige regels en eisen
3
3.1
Top 5 van tegenstrijdige thema’s
3
3.2
Vergunningen
4
3.3
Waar worden de grootste problemen ervaren?
4
4 Onnodig belastende regels
4
5 Onlogische wetten en beleidsvoornemens
5
6 Hoe nu verder?
6
6.1. Tegenstrijdige regels: werken vanuit de praktijk
6
6.2. Onnodig belastende en onlogische regels
7
7 Voorbeelden uit de praktijk
Strijdigeregels in de praktijk
7
3
4
1 Inleiding Sinds een aantal jaren staat de administratieve lastendruk van ondernemend Nederland in de politieke belangstelling. Op verschillende fronten werkt de overheid aan verbetering van de positie van de ondernemer. Hoe de ondernemer die zelf ervaart, is daarbij van groot belang. Het Ministerie van EZ heeft eind mei 2003 daarom het Meldpunt Strijdige Regels geopend, samen met MKB-Nederland. Via een website en een telefoonnummer konden ondernemers, met name MKBers, aangeven welke regels ze als complex, onuitvoerbaar of tegenstrijdig ervaren. Het gaat niet alleen om tegenstrijdige regels zelf, zoals het klassieke voorbeeld uit de Horeca dat volgens de brandweer de nooddeur naar buiten moet openzwaaien en van de gemeente naar binnen. Het gaat ook om tegenstrijdigheid bij toepassing van de regels, de handhaving daarvan en het aanvragen of afgeven van vergunningen. Zoals de straatmuzikant die al 25 jaar lang jaarlijks een 200 pagina’s tellende vergunningsaanvraag moet invullen. Op 1 oktober 2003 is het meldpunt gesloten en is de balans opgemaakt van binnengekomen meldingen. In dit rapport vindt u de resultaten, hier en daar verrijkt met voorbeelden uit de praktijk.
Strijdigeregels in de praktijk
5
6
2 Over de meldingen en de melders In totaal zijn er 519 bruikbare meldingen binnengekomen. Het aantal problemen dat is aangegeven ligt hoger (784). Veel ondernemers hebben namelijk in een melding meerdere knelpunten aangegeven. De ondernemers die het meest gemeld hebben, zijn die met een bedrijf in de Horeca-, Recreatie- of Toerismebranche. 26% van de melders kwam uit deze sector. Goede tweede en derde waren de sectoren Bouw (20%) en Zakelijke en overige dienstverlening (18%). Vierde en vijfde in de lijst waren de sector Detailhandel Voedsel en de sector Metaal en Chemie.
��� ������
���
����
���
���
��������� �� ������� ���������������
�������� ���������� �� ���������������
Opvallend was het grote aantal brancheorganisaties en belangenorganisaties dat gebruik maakte van het meldpunt. Bijna 9% van de meldingen komt uit deze hoek. Ook heeft een aantal gemeenten de weg naar het meldpunt weten te vinden.
2.1 Grootste knelpunten De problemen zijn te verdelen in drie categorieën: tegenstrijdige eisen en aanwijzingen (48%), onnodig belastende regels (14%) en onlogische wetten en beleidsvoornemens (38%). Hieronder worden per categorie de belangrijkste resultaten genoemd. We gaan daarbij uit van de regels, eisen en normen die ondernemers zélf ervaren als tegenstrijdig, onlogisch of onnodig belastend. Het is hier niet van belang of ze dat ook daadwerkelijk zijn.
���
���
���������� �� �� �������� ������ ����������� ������ �� �����������������
�������������� �� �� �������� ������ ����������� ������������ ������ �� �����
���
������� ���������� ������ �� �����������������
Strijdigeregels in de praktijk
7
8
3 Tegenstrijdige regels en eisen De grootste categorie van knelpunten voor ondernemers zijn de regels op één object (een apparaat, een pand, een dienst of iets dergelijks) die elkaar bij toepassing en handhaving in de praktijk bijten. Dit noemen we tegenstrijdige regels en eisen. Op zichzelf is de regel vaak wel logisch maar bij toepassing en handhaving van de regels door meerdere instanties krijgt de ondernemer in de praktijk te maken met eisen of aanwijzingen die tegenstrijdig zijn of soms in praktijk niet uitvoerbaar zijn. Een klassiek voorbeeld uit de Horeca is de tegenstrijdigheid van regels die gelden voor de vloer. Van de Warenwet moet de vloer goed schoongemaakt kunnen worden; een gladde vloer is de beste en vaak enige oplossing. Vanwege arbeidsomstandigheden moet een vloer echter zodanig zijn dat de kans op uitglijden zo klein mogelijk is. Een gladde vloer is dan de minst goede oplossing. Beide regels zijn logisch en begrijpelijk, maar gecombineerd vrijwel onuitvoerbaar. In veel gevallen gaat het in deze categorie knelpunten om conflicterende eisen of aanwijzingen van lokale partijen, zoals gemeente, provincies of inspectiediensten. Soms ook zorgen regels van brancheorganisaties zelf voor een conflict door erkenningsregelingen, certificering of handboeken.
3.1. Top 5 van tegenstrijdige thema’s In bijna alle meldingen van tegenstrijdige regels hebben ondernemers aangegeven met welke instanties ze te maken hebben en op basis van welke wetgevingsgebieden deze instanties handelen. In de praktijk scoort het thema Arbeidsomstandigheden hoog; veel ondernemers ervaren tegenstrijdigheid tussen arbo-regels en regels van andere wetgevingsgebieden, zoals brandveiligheid of Bouw- en Ruimtelijke Ordening. Er zijn ook situaties waar regels van drie of meer gebieden elkaar bijten. De top 5 van thema’s waar ondernemend Nederland tegen tegenstrijdige regels aanloopt, is als volgt: 1 Arbeidsomstandigheden: een voorbeeld is de situatie in een slagerij. Arbo-beleid vereist dat de medewerkers enig uitzicht op de omgeving moeten hebben, terwijl vanuit hygiënisch oogpunt het vlees niet in het zonlicht mag liggen. 2 Brandveiligheid: in een showroom moeten volgens een brandweerverordening de sleutels in het contact zitten om snel de auto’s te kunnen verwijderen. Van de verzekeringsmaatschappij moet dit juist niet . 3 Milieu- en Natuurbeheer: van de gemeente moet vanwege geluidsoverlast de deur van een café dicht; de brandweer ziet de deur echter tijdens openingstijden graag open. 4 Bouw- en Ruimtelijke Ordening: bij de verbouwing zijn van pand wil de Bouwcommissie een brandwerend plafond zien. Monumentenzorg wil het oude plafond juist behouden.
Strijdigeregels in de praktijk
9
5 Voedselveiligheid: de Keuringsdienst van Waren eist dat ruimtes waar voedsel wordt verwerkt gladde, strakke wanden hebben zonder daglichttoetreding; arbo-regels vereisen echter uitzicht naar buiten.
3.2. Vergunningen Een aparte categorie vormt de aanvraag en afgifte van vergunningen. 23% van de meldingen in de categorie tegenstrijdigheden gaat hierover. Het gaat dan om tegenstrijdige eisen die aan vergunningen worden gesteld of de gebrekkige afstemming tussen verschillende instanties. Zoals de situatie waarin een bouwvergunning niet wordt afgegeven voordat er een milieuvergunning is, en andersom. In de meeste gevallen gaat het om vergunningen die door gemeente of provincie worden afgegeven, zoals bouwvergunningen, milieuvergunningen, exploitatievergunningen, reclamevergunningen en drank- en horecavergunningen.
3.3. Waar worden de grootste problemen ervaren? Het thema Arbeidsomstandigheden krijgt veruit de meeste aandacht van de melders; arbo-regels spreken vaak andere regels tegen, soms ook andere arbo-regels. Daarbij is overigens niet altijd de Arbeidsinspectie de betrokken partij. Vaak spelen ook Arbodiensten een belangrijke rol bij knelpunten op dit terrein. Daarnaast spelen er specifieke thema’s per sector. In figuur 2 is weergegeven welke sectoren op welk gebied het meest last hebben van tegenstrijdige regels.
������������ ���� �� ����������� �������� ������ �� ������ ��������������� ����������������� ����
������� ��������� � ��������
������
���� � ���������
��������� ������� ���������
10
������������
�������
4 Onnodig belastende regels Als een ondernemer zich eerst door bergen papier moet worstelen om aan alle eisen en regels te voldoen en daar bovendien veel geld aan kwijt is, tot zelfs 8% van de totale bedrijfskosten, spreken we van administratieve lasten. De meldingen die hier over gingen, vallen in de categorie onnodig belastende regels. Een melding in deze categorie hangt steevast samen met een bepaalde overheid. Met name het Ministerie van Financiën springt eruit; bijna eenderde van meldingen heeft te maken met regels onder dit ministerie. Het ministerie van SZW en de gemeenten volgen op enige afstand. De onderwerpen waarvan ondernemers vinden dat ze onnodig veel lastendruk met zich meebrengen, zijn de kilometerregistratie, de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), de bijschrijving bedrijfsleiders op de Drank- en Horecavergunning, etiketteringverplichtingen en CBS-enquêtes.
Strijdigeregels in de praktijk
11
12
5 Onlogische wetten en beleidsvoornemens Als de ondernemer ervaart dat een regel of beleidsvoornemen in de praktijk niet of moeilijk uitvoerbaar is, er geen reden lijkt te zijn voor het bestaan of de regel in de praktijk precies het tegenovergestelde bereikt als beoogd, spreken we van een onlogische wet of beleidsvoornemen. Een voorbeeld is een besluit dat de emissie van vluchtige organische stoffen moet terugdringen. Het gebruik van hoogrendement-verfpistolen is beter dan het gebruik van laagrendement-pistolen, omdat ze minder uitstoot van schadelijke stoffen geven. In het besluit worden hoge eisen gesteld aan het gebruik van hoogrendement-pistolen. Voor het gebruik van laagrendement-pistolen gelden vrijwel geen eisen. Het effect is dat in de praktijk gekozen wordt voor het pistool met de minste eisen, precies het tegenovergestelde als beoogd. Een onlogische regel heeft in de meeste gevallen betrekking op één bepaalde wet of regel en dus op een instantie. Vaak ook gingen meldingen over een beleidsthema of sloten ze aan op de actualiteit, zoals de meldingen over de Stichting Reprorecht, het rookbeleid in de Horeca of de verplichte aansluiting bij de arbodienst. De meeste meldingen, bijna 35%, betreffen het Ministerie van SZW. Het gaat in de meeste gevallen om Sociale Verzekerings- en Arbo-bepalingen en het functioneren van de diensten die de bepalingen uitvoeren. Andere onderwerpen die ondernemers vaak noemen, zijn de verplichte bedrijfshulpverlening voor kleinere ondernemers, de problematiek rond ontslag van werknemers en de verwarring die de Belastingdienst en UWV creëren rond het begrip ondernemerschap. Daarna volgt het Ministerie van Financiën (23%), en dan meestal de Belastingdienst. Opvallend vaak geven melders tips voor een efficiëntere inrichting van het proces. Zo doet een melder de suggestie om op acceptgiro’s meer informatie te geven dan alleen ‘Centrale Administratie Apeldoorn’, omdat administratiekantoren veel moeite hebben te achterhalen waarvoor nu precies betaald is. Het reçu, waarop die gegevens wel staan, is te klein om te bewaren. Het Ministerie van VWS ten slotte neemt 15% van de meldingen voor haar rekening. Het gaat hier vooral om klachten over het rookbeleid, bepalingen in de Drank- en Horecawet en nationale implementatie van EU-regelgeving over etikettering
Strijdigeregels in de praktijk
13
14
6 Hoe nu verder? Ondernemend Nederland heeft een duidelijke boodschap achtergelaten: de praktijk van de strijdige regels en eisen kan op veel fronten worden verbeterd. Met het meldpunt strijdige regels is de eerste fase nu afgerond; nu gaat het erom met een concrete aanpak te komen die leidt tot oplossingen.
6.1. Tegenstrijdige regels: werken vanuit de praktijk Uit het meldpunt blijkt dat de meeste knelpunten bij tegenstrijdige regels zich voordoen bij de uitvoering: bij de toepassing en interpretatie van regels door (verschillende) instanties. De aanpak moet hierop aansluiten. Er worden nu voorbereidingen getroffen voor de start van vijf sectorgerichte werkgroepen. Aan deze werkgroepen nemen alle betrokken partijen deel, zoals gemeente, inspectiedienst en brancheorganisatie, maar ook de ondernemer(s) zelf. Deze werkgroepen gaan in een specifieke gemeente/regio aan de slag. De werkgroep brengen door bedrijfsbezoeken precies in kaart, aan de hand van knelpunten in een bepaalde sector, hoe het in de praktijk anders kan en wat daarvoor nodig is. Oplossingen worden ook meteen in de praktijk getoetst, wat uiteindelijk moet leiden tot een eenduidige werkwijze die landelijk uitgerold kan worden. Op basis van de resultaten van de meldingen zal nu in eerste instantie gestart worden met het instellen van taskforces voor de sectoren Bouw en installatie, Metaal en Chemie, Horeca en Detailhandel Voedsel. Het streven is om begin 2004 met deze pilots te gaan beginnen, zodat medio 2004 de eerste resultaten zichtbaar zijn. De komende maanden worden gebruikt om de werkgroepen in te richten. Op www.strijdigeregels.nl zijn de komende tijd de voortgang en resultaten van de pilots te lezen.
6.2. Onnodig belastende en onlogische regels De meldingen van de twee overige categorieën krijgen een ander vervolg. De strijdigheden in regels of onduidelijk beleidsvoornemens die aan één ministerie zijn toe te delen, worden met het desbetreffende ministerie besproken. Daarbij wordt ook ingegaan op de te nemen maatregelen. Het desbetreffende ministerie is verantwoordelijk voor het daadwerkelijk aanpakken van het knelpunt. Het Ministerie van Economische Zaken blijft monitoren wat er met de meldingen gebeurt en zal de voortgang melden op de website. Algemene klachten over de administratieve lastendruk die bepaalde regels met zich meebrengen, gaan als input naar de interdepartementale werkgroep administratieve lastendruk (IPAL). IPAL beschikt over een infrastructuur om de administratieve lasten aan te pakken. Alle ministeries
Strijdigeregels in de praktijk
15
participeren daarin. Voor informatie over de aanpak van administratieve lasten kunt u terecht op www.administratievelasten.nl. Op deze site kunnen ondernemers ook terecht voor meldingen van administratieve lasten die in de dagelijkse praktijk ervaren worden.
16
7 Voorbeelden uit de praktijk Hieronder volgt een aantal voorbeelden van meldingen die ondernemers gedaan hebbben bij het Meldpunt Strijdige Regels.
Tegenstrijdige of in de praktijk lastig uitvoerbare eisen − “De Arbo-inspectie vraagt verwijdering van drempels zodat lasten per steekwagen e.d. vervoerd kunnen worden. De keuringsdienst eist stenen dorpels tussen de keuken en andere ruimtes i.v.m. schoonmaken.” − “Deuren in vluchtwegen moeten van de brandweer naar buiten toe open gaan. Dit mag niet van de gemeente omdat de deur uitkomt op de openbare weg (een voetgangersgebied met terrassen). Als dit niet het geval is moet de betreffende deur in geopende stand worden vastgezet, maar dit geeft problemen met de milieudienst, aangezien de geluidssluis (halletje met 2 deuren) dan niet naar behoren functioneert.” − “Ik heb een al 12 jaar een bakkerij waar we met 2 ovens productie draaien voor 4 winkels. Om de warmte af te voeren is er in de buitenwand een ventilator gemonteerd. Anders is het namelijk ondraaglijk warm. Nu moet dit van de woningbouwvereniging verdwijnen, terwijl ik volgens het arbeidsomstandighedenbesluit (arbeidsinspectie) moet zorgen voor voldoende ventilatie. Op mijn voorstel om dan een afvoer tot boven de nok te maken krijg ik als antwoord: “Dat mag niet van de schoonheidscommissie”. Horendol word je er van. Zonder die ventilator loopt de temperatuur op tot boven de 40 graden. Ik weet nu niet wat te doen: weghalen is onmenselijk voor de medewerkers en mezelf, en een filter ertussen is ook geen oplossing, want dan wordt de afvoercapaciteit met 60 - 70 % verminderd.” − “Actueel is de problematiek omtrent nooduitgangen. Volgens de brandweer moet het bordje wat (nood-)uitgangen markeert zo dicht mogelijk boven de deur hangen. Reden volgens de brandweer: bij eventueel opstijgende rook blijft het bordje zo lang mogelijk zichtbaar. Vervolgens blijkt bij inspectie door de gemeente dat het desbetreffende lampje zo hoog mogelijk boven de deur moet zitten. Motivatie van de gemeente: het bordje is bij dergelijke montage zichtbaar voor zo veel mogelijk bezoekers.” − “Ik heb een horecabedrijf in Nijmegen. De keuringsdienst wil dat voor (werk)uitgangen een hor geplaatst wordt om insekten buiten te houden. Bij een recente controle van de brandweer werd deze hor verboden omdat deze achteringang tevens de nooduitgang is. De brandweer stelt dat horren, lamellen, e.d. met de deur mee naar buiten moeten draaien, hetgeen de werking van een hor weer niet ten goede komt.”
Strijdigeregels in de praktijk
17
− “Op het gebied van hygiëne vormen de vloeren een heet hangijzer. Volgen we het advies van de Arbowet die zegt dat een vloer, wanneer deze vet is, niet glad mag worden en dus de vloer van een stroef (liefst geribbeld) materiaal moet zijn. Onlosmakelijk aan stroeve, geribbelde vloeren verbonden, is het feit dat deze moeilijk schoon te maken en te houden zijn. Haaks op deze richtlijn staat de eis van de Inspectie gezondheidsbescherming die stelt dat een vloer gemakkelijk te reinigen en dus glad moet zijn.” − “De Arbeidsinspectie verlangt dat er enig uitzicht is op de omgeving. I.v.m. voedselveiligheid wordt door de keuringsdienst van waren verlangt dat er gladde strakke wanden zijn zonder daglichttoetreding.” − “Arbeidsinspectie: een vloeistofdichte vloer moet met water gereinigd worden (om het stof voor werknemers te beperken). Milieuinspectie zegt dat dat droog moet gebeuren en opgeveegd moet worden om milieuvervuiling te voorkomen.” − “Bij een bouwaanvraag hebbeninstanties vanuit monumentenzorg en milieu allerlei tegenstrijdige belangen. Balken aan het plafond: bouwcommissie wil een brandwerend plafond en monumentenzorg wil die juist behouden. Bouwcommissie wil geluidswerende muren. Van monumentenzorg mag dat, maar dan op een andere manier, want de balken moeten zichtbaar blijven. Alles duurt veel te lang.” − “Een overmaats vat mag volgens de arbowetgeving niet in de opslagruimte voor verf worden geplaatst. Dit zal iets te maken hebben met struikelgevaar. In de milieuvergunning staat echter dat zo ‘n vat wel aanwezig moet zijn. Bij lekkage kan een verfblik hier in worden geplaatst zonder dat veel verf op de grond terecht komt. De deur van dezelfde opslagruimte mag volgens de arbowetgeving niet zijn voorzien van een slot dat van buiten met de sleutel en van binnen zonder sleutel kan worden geoopend. De ondernemer gaf aan dat dit iets te maken had met verwarring bij een calamiteit omtrent deze extra voorziening aan de deur. In de milieuvergunning staat echter dat een dergelijk slot aanwezig moet zijn, met als reden, vreemd genoeg, om bij een calimiteit juist snel uit de opslagruimte te komen.” − “Wij zijn een logistiek dienstverlener; we slaan onder meer ADR-goederen op. 3 jaar geleden hebben wij een nieuwe faciliteit laten bouwen die voldoet aan de CPR 15.2 richtlijnen. Bij ingebruikname van de faciliteit is dit door de Brandweer gecontroleerd en bevestigd. Gezien de grote hoeveelheid ADR-goederen die aan ons zijnvergund, zijn wij als faciliteit BRZO’99-plichtig, wat inhoudt dat we een PBZO (Preventief Beleid Zware Ongevallen), een Veiligheidsbeheerssysteem en een VR (Veiligheids Rapport) moeten hebben. Dit alles wordt regelmatig gecontroleerd door het daartoe bevoegd gezag. Het bevoegd gezag bestaat uit de volgende instanties: Brandweer, Arbeidsinspectie en de DCMR. Tijdens een initiële inspectie blijkt dat de drie instanties verschillende standpunten innemen en in een groot aantal gevallen tegenstrijdige eisen stellen. Dit terwijl het BRZO juist duidelijkheid zou moeten verschaffen in de diverse richtlijnen. Tevens blijkt dat zowel de Brandweer als de DCMR verschil van mening hebben. Wat bij ingebruikname van de faciliteit is goedgekeurd wordt tijdens een initiële inspectie weer afgekeurd. Een goed
18
voorbeeld hiervan is het plaatsen van een hekwerk ter bescherming van goederen tegen “rondvliegende spuitbussen”. De vergunningverlener geeft in eerste instantie aan dat het hekwerk moet worden verzet. En wanneer we dit hekwerk verzetten zoals aangegeven (met flinke kosten tot gevolg), komt een andere afdeling van dezelfde instantie vertellen dat het hekwerk niet op de juiste locatie staat. Dit is slechts 1 voorbeeld, maar zo zijn er nog een paar te noemen.” − “Met de HCCP in de zorg (kwaliteitsvoorschriften voorgeschreven vanuit Voeding- en Warenwet) is het onmogelijk mensen warme maaltijden aan huis te geven, is een harinkje verboden kost in de intramurale zorg, is het noodzakelijk om voedingswaren weg te gooien na een broodmaaltijd, terwijl deze waren (vanuit woonconcept) uitgestald moeten worden, zodat mensen hun eigen boterham kunnen smeren. Wat overblijft mag niet terug de koelkast in of de broodtrommel in. Grofweg 30% van brood, vleeswaren en kaas wordt nodeloos weggegooid. Met dit soort wetgeving wordt het lastig om kostenbewust te worden.” − “Aardappels moeten in een aparte opslagruimte en mogen niet bij de andere groentes en fruit liggen. Nu is dat op zich geen gek idee vanwege het stuiven van de aardappels maar laten de winterwortels en uien nu nog meer stuiven dan aardappels. Het is echter geen probleem om die wel bij de rest van de groentes en het fruit te laten staan. Dit zijn toch belachelijke regels, die bovendien de kleine ondernemers gewoonweg kapot maken. Je moet bijna elke 2 jaar weer opnieuw veel investeren vanwege de “nieuwe regels” die Europees aangescherpt worden. En Nederland moet zoals gewoonlijk weer eens vooroplopen, terwijl ze in alle andere Europese landen er bijna niks aan doen.” − “Mijn probleem betreft een probleem dat zich regelmatig voordoet bij monumentale panden. In dit geval gaat het om een grachtenpand (oud pakhuis) in Amsterdam, en wel voorschriften voor brandveiligheid. Er moeten twee vluchtwegen aanwezig moeten. Aan de voortkant van het pand is hierin voorzien door middel van een trappenhuis maar aan de achterkant is dit niet het geval en zal er een brandtrap geplaatst moeten worden. Aangezien dit pand onder monumentenzorg valt en zij niet met de bouw van een brandtrap akkoord gaan, omdat dit niet binnen de regels van hun voorschriften past, blijft de situatie gehandhaafd zoals die is. Om aan de brandveiligheid binnen deze situatie tegemoet te komen heeft men extra blussers opgehangen. De Vereniging Woning- en Bouwtoezicht, die verantwoordelijk is voor deze situatie, doet geen uitspraak dus is er geen goedkeuring.”
Voorbeelden van tegenstrijdigheden bij vergunningen - “Bij het ontwerpen van een gebouw moet je voldoen aan het Bouwbesluit. Vervolgens komen in de gebruikersfase andere partijen (bijv. arbeidsinspectie en brandweer) met tegenstrijdige regels: - rookmelders wel/niet gekoppeld: Bouwbesluit zegt van niet, brandweer van wel; - verlichting: de waarden die gesteld worden voor de verlichtingssterkte verschillen.”
Strijdigeregels in de praktijk
19
- “Onze grondstoffenloods is na indiening van de bouwtekeningen geheel goedgekeurd. Naar wat nu echter achteraf blijkt had deze grondstoffenloods niet goedgekeurd mogen worden. Hierdoor zitten wij nu met een loods waar alsnog brandwerende poorten geplaatst moeten worden, brandisolatie aangebracht moet worden op het dak en brandwerende ventilatieroosters geplaatst moeten worden. Zowel de gemeente als de brandweer hebben hier een ruime steek laten vallen, temeer daar zij op de hoogte waren van welke stoffen opgeslagen gingen worden. We zijn nu in het stadium dat de brandwerende isolatie op het dak is aangebracht en dat we in het offertestadium zitten m.b.t. de poorten en de roosters. Wanneer dit direct voor goedkeuring gemeld was, hadden wij nu geen extra kosten.” - “De Wm-vergunning wordt niet afgegeven omdat er geen bouwvergunning is. De bouwvergunning wordt niet afgegeven omdat er geen Wm-vergunning is. Letterlijk schrijft de gemeente: “Op grond van artikel 52 lid 2 sub b van de Woningwet eindigt de aanhouding met ingang van de dag waarop de de beschikking ingevolge artikel 20.3 eerste lid van de Wet Milieubeheer van kracht is geworden”. De provincie schrijft: “De milieuvergunning wordt niet eerder van kracht dan nadat de bouwvergunning is verleend”.” - “Volgens de Drank- en Horecawet moet er in een horecabedrijf altijd iemand aanwezig zijn met het diploma sociale hygiene. Dit is een goede zaak; het gerandeert kennis mbt drank, drugs, etc. De mensen in bezit van dit diploma moeten op de drank en horecavergunning van het betreffende horecabedrijf vermeld worden als beheerder. Bij wijzigingen (nieuwe mensen op de vergunning laten bij schrijven) moet, volgens de vestrekker van de vergunning (de afdeling bijzondere wetten van de politie), er een totaal nieuwe vergunning worden aangevraagd. Deze wijzigingen komen maandelijks voor. Afgezien van de totaal niet ter zake doende papierwinkel, die ongewijzigd is gebleven, zijn de kosten het grootste probleem; 500 euro!”
Voorbeelden administratieve lasten door dubbelingen - “Meer Jaren Afspraak Energiebesparing wordt dubbel gedaan. De afspraak met het Ministerie van Economische Zaken is dat als supermarkten voldoen aan de Meer Jaren Afspraak Energiebesparing zij niet meer door gemeenten worden gevraagd om een energiebesparingsplan op te stellen. Helaas gebeurt het nog geregeld dat supermarkten een uitgebreid dossier moeten aanleggen per locatie terwijl er al een MJA is opgesteld. Dit betekent veel extra lasten.” - Wij hebben een installatiebedrijf, dat voornamelijk werkzaamheden uitvoert in de bestaande bouw. Tijdens deze werkzaamheden komen wij in aanraking met asbest dat verwijderd moet worden. Wij maken hiervoor gebruik van een erkend asbestverwijderaar. Deze verwijderaar is gecertificeerd en wordt herhaaldelijk gecontroleerd door de certificerende instantie. Als dit bedrijf voor ons werkt, moeten wij ook een vergunning aanvragen bij de gemeente voor het verwijderen van het asbest. Deze vergunning kost 200 euro. Dit is hoofdzakelijk een administratieve handeling. Als voor de werkzaamheden geen vergunning is aangevraagd en het asbestverwijderingsbedrijf krijgt een controle, dan volgt een boete. Door het opstapelen van controle (certificerend bedrijf) op controle (gemeente) schieten wij eigenlijk ons doel voorbij. Ik heb de gemeente
20
gevraagd of wij de werkzaamheden door een erkend certificerend bedrijf kunnen laten uitvoeren en de werkzaamheden middels de fax en mail kunnen melden. Dit stuit echter op bezwaren binnen de milieuwet. Al met al lopen de kosten voor het verwijderen van een ongeveer 3 m asbesthoudend rioolbuis op tot ongeveer 2000 euro.” - “Ik heb een restaurant in Rijen. Onlangs zijn alle horeca-bedrijven bezocht door de brandweer voor een zogenaamde gebruikersvergunning. Kosten € 750,-. Maar ik heb ook een Risico Inventarisatie en Evaluatie van de arbodienst. Deze moet gecontroleerd worden door een arbodienst. Kosten € 650,-. Als je in de RIE kijkt zie je dezelfde regels als in de gebruikersvergunning. Iedereen is verplicht een RIE te hebben en dus te voldoen aan de regels in de gebruikersvergunning. We hadden dus 1 keer € 750,- kunnen sparen en er zou maar 1 instantie hoeven te controleren.” - “Mijn irritatie gaat uit naar de Kilometerregistratie, Voor ieder wissewasje moet je pen en papier pakken om te zien wat er nu zakelijk of privé is gereden. Het kost minimaal 20 minuten per dag om de zaakjes goed op papier te krijgen. Als je dit om gaat rekenen naar (niet betaalde) tijd op jaarbasis, is de kosten-baten-verhouding waarschijnlijk belachelijk.”
Voorbeeld van een melding over actuele onderwerpen - “Sinds februari moet voor het kopiëren van auteursrechtelijk beschermde publicaties een vergoeding worden betaald. Weer een nieuw instituut dat bedrijven belaagt met facturen. Bedrijven hebben problemen met deze facturen, omdat in onze branche nauwelijks stukken worden gekopieerd waarop reprorecht van toepassing is. De Stichting Reprorecht gebruikt schattingen voor de vaststelling van het verschuldigde bedrag, gebaseerd op een brancheonderzoek, dat zij in eigen beheer heeft uitgevoerd. Het betrof een steekproef. Het idee hierachter was op zich goed bedoeld: geen lijstje naast het kopieerapparaat, dus geen administratieve rompslomp. Maar de vastgestelde normen kloppen absoluut niet.”
Voorbeelden van knelpunten die betrekking hebben op beleid en regels van één departement - “Bij zieke werknemers lopen werkgevers (al dan niet via hun arbodienst) vaak op tegen het medisch geheim. De Wet verbetering poortwachter heeft dit probleem niet opgelost. De werkgever heeft bij ziekte allerlei verplichtingen, die bij invoering van deze wet alleen maar zijn vergroot. Maar door dit medisch geheim zijn de ‘regelingsmogelijkheden’ van de werkgever beperkt, indien de zieke werknemer een beroep doet op dit medisch geheim.” - “Verklaring arbeidsrelatie (VAR) zelfstandige zonder personeel (ZZP-er). De beoordeling of kleine zelfstandige ondernemer (ZZP) ook daadwerkelijk zelfstandig is, wordt door de Belastingdienst en het UWV GAK op verschillende wijze getoetst. Met name het UWV GAK hanteert regels die er in de praktijk toe leiden dat kleine ondernemers (toch een belangrijke economische entiteit) in onwerkbare situaties terecht komen. Met name de toets of er sprake is van een dienstverband
Strijdigeregels in de praktijk
21
(loon, gezag en arbeid), loopt per definitie vast op het aspect “gezag”. Het UWV kan m.b.v. deze toets jaren na dato de ZZP-er nog verplichten premies te betalen vanwege het bestaan van een ‘gewone’ dienstbetrekking. Het ontbreken van eenvoudige criteria, voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, op basis waarvan een zelfstandigheidsverklaring wordt afgegeven, die gelden voor zowel de Belastingdienst als het UWV GAK, zal uiteindelijk de doodsteek zijn voor vele ZZP’ers.” - “Venstertijden zijn door gemeenten vastgestelde tijden waarbinnen supermarkten bevoorraad mogen worden. Op de drukste momenten van de dag -”de spits”- worden CBL-leden gedwongen hun vrachtwagens de weg op te sturen om de supermarkten te bevoorraden. Dit leidt tot extra verkeerschaos op de Nederlandse wegen en een extra kostenpost voor het bedrijfsleven.” - “Het probleem betreft de AMvB Voorzieningen installaties Milieubeheer (VIM) van 18 oktober 2001. StBld 487 2001.In dit besluit wordt met betrekking tot de plaatsing van propaantanks verwezen naar de eisen van CPR-richtlijnen 11-1/2/3. Voor herkeuring wordt verwezen naar NENEN 12817. De CPR 11-1/2/3 geven eisen voor de constructie van bedoelde reservoirs die strijdig zijn met de in het besluit Drukapparatuur van 5 juli 1999 (stbld 311 1999) opgenomen Europese richtlijn Drukapparatuur (Pressure Equipment Directive). Dezelfde CPR 11-1/2/3 geeft eisen voor herkeuring van tanks die strijdig zijn met NEN-EN 12817 waar ook naar wordt verwezen.”
22
Strijdigeregels in de praktijk
23
24