Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

Chemische Wetenschappen Technologiestichting STW

Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties Impuls voor publiek-private samenwerking in de Topsector Chemie 1 november 2013 – 31 oktober 2015 Versie oktober 2013

Den Haag, oktober 2013 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Inhoud 1

Inleiding

1

1.1Achtergrond

1

1.3Geldigheidsduur call for proposals

2 3

Doel Richtlijnen voor aanvragers

1

2 3

3.1Wie kan aanvragen

3

3.2Wat kan aangevraagd worden

3

3.3Wanneer kan aangevraagd worden

3

3.4Het opstellen van de aanvraag

3

3.5Specifieke subsidievoorwaarden

3

3.6Het indienen van een aanvraag

4

Beoordelingsprocedure

4.1Procedure 4.2Criteria

5

Contact en overige informatie

3

5 5 5

6

5.1Contact

6

5.2Overige informatie

6

6

Bijlage(n)

7

1 Hoofdstuk 1: Inleiding / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

1 Inleiding 1.1

Achtergrond Vernieuwende samenwerkingsprojecten van bedrijven en onderzoeksinstellingen waarin het bedrijfsleven wil investeren, kunnen ook in 2014-2015 bij het NWO via het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties (Fonds NCI) aanvullende financiering verwerven. Sinds oktober 2012 levert NWO met het Fonds NCI haar bijdrage aan de stimulering van Publiek-Private Samenwerking (PPS) in de Topsector Chemie, zoals vastgelegd in het Innovatiecontract Chemie 2012-2016. Het Fonds NCI wil bedrijven en kennisinstellingen stimuleren het beste uit zichzelf te halen om tot innovaties te komen. De Topsector Chemie heeft vier TKI’s, Topconsortia voor Kennis en Innovatie, die elk een aspect van de actieagenda en het innovatiecontract afdekken. Het TKI Nieuwe Chemische Innovaties bevordert de samenwerking tussen hoogstaand wetenschappelijk onderzoek en het innovatief bedrijfsleven door middel van kleine, slagvaardige programma’s. Binnen dit TKI kunnen nieuwe innovatiegebieden worden ontdekt, opbloeien en eventueel uitgroeien tot een groter publiek-privaat samenwerkingsprogramma – binnen de Topsector Chemie, of zelfs over de huidige topsectorgrenzen heen. NWO stelt de middelen in het Fonds NCI exclusief ter beschikking aan het TKI NCI, onder de voorwaarde dat het TKI NCI nauw samenwerkt met de drie andere ChemieTKI’s in de ontwikkeling van gezamenlijke programma’s. Daarnaast staan zowel het Fonds NCI als het TKI NCI open voor nieuwe initiatieven uit iedere denkbare hoek van de chemie. Voor de stimulering van de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen heeft het TKI NCI drie flexibele werkvormen. Bedrijfsleven en NWO dragen per werkvorm in andere verhoudingen bij aan de financiering van de samenwerkingsprojecten. 1.

KIEM (Kennis-Innovatie Mapping): MKB’s zetten samen met universiteiten en/of HBO’s nieuwe kennis om in innovaties;

2.

CHIPP (Chemical Industrial Partnership Programmes): initiatieven van één bedrijf met tenminste twee kennisinstellingen met een sterke focus op vragen van het bedrijf;

3.

TA (Technology Area): initiatieven van consortia van twee of meer bedrijven met enkele kennisinstellingen waarin in samenhang de vragen van de deelnemende bedrijven worden aangepakt.

Voor CHIPP en TA zijn in 2014 twee deadlines voor indiening van aanvragen. KIEmaanvragen kunnen doorlopend worden ingediend. Alle aanvragen worden beoordeeld door de NCI Programmaraad, o.a. op passendheid binnen het Fonds NCI, waarbij de raad streeft naar een evenwichtig portfolio. Het advies over het al dan niet honoreren van aanvragen wordt voorgelegd aan het TKI NCI-bestuur. Het TKI-bestuur legt uiteindelijk het voorstel voor aan het bestuur van NWO Chemische Wetenschappen, dat besluit over de toekenningen van de middelen. Aanpassingen 2013-2014-editie De ontwikkelingen in het topsectorenbeleid en de ervaringen met het Fonds van het afgelopen jaar hebben geleid tot enkele aanpassingen in het Fonds NCI. De belangrijkste zijn:


•

HBO-lectoren kunnen hoofdaanvrager zijn van KIEM-projecten, waarin zij samen met één of meer universitaire collega’s een MKB helpen nieuwe kennis om te zetten in innovaties.

•

In Technology Areas telt met ingang van 2014 ook een deel van de in kindinbreng van bedrijven mee voor de berekening van de hoogte van de bijdrage uit Fonds NCI.

•

De regeling van het Intellectual Property is vereenvoudigd.

•

Er is inzet van een extra overheidsbijdrage, namelijk de TKI-toeslag van het ministerie van Economische Zaken.

1.2

Beschikbaar budget NWO stelt in 2014-2015 M€ 20 beschikbaar aan het Fonds NCI voor samenwerkingsprojecten tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen 1. Bedrijven dragen in cash en in kind bij aan de projecten. Op basis van de cash-bijdrage van het bedrijfsleven stelt het ministerie van Economische Zaken (EZ) TKI-toeslag beschikbaar aan het TKI NCI. Vanaf 2014 wordt de TKI-toeslag toegevoegd aan het budget van de projecten die de toeslag ‘genereren’, mits die projecten aan de regels voor de inzet van de TKI toeslag voldoen. De verwachting is dat uit deze drie bronnen (NWO-bijdrage, cash-inleg bedrijfsleven en TKI-toeslag) in totaal zo’n M€ 30 beschikbaar zal zijn voor de financiering van nieuwe projecten en programma’s. Naast de cash-bijdragen van NWO en bedrijven, zullen de kennisinstellingen waar het onderzoek wordt uitgevoerd in natura (in kind) aan de projecten bijdragen door hun senior onderzoekers en onderzoeksfaciliteiten in te brengen. Het staat publieke instellingen overigens vrij om ook cash bij te dragen. Deze cash telt wél mee voor de NWO-inleg (zie paragraaf 3.5), maar niet voor de berekening van TKI-toeslag. Ook bedrijven dragen met de inzet van hun personeel en faciliteiten in kind bij aan projecten. Deze in kind-inbreng kan in TA-projecten een deel van de cash-bijdrage vervangen, onder de voorwaarde dat de in kind-inspanningen integraal onderdeel uitmaken van het project en de projectbegroting. Onder voorwaarden kunnen bedrijven en kennisinstellingen een deel van hun in kindkosten voor Speur- en Ontwikkelingswerk vergoed krijgen via de fiscale regelingen WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) en RDA (Research en Development Aftrek). Het gaat om een aftrek die kan oplopen tot ca. 40%. Zie hiervoor www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/wbso of neem contact op met het NCIsecretariaat (zie paragraaf 5.1.1). Het Fonds NCI wil een flexibel instrument zijn om de samenwerking en kennisoverdracht tussen kennisinstellingen en bedrijven te bevorderen. Lijkt uw idee voor een project of een consortium op het eerste gezicht niet te passen in de onderstaande werkvormen van het Fonds, neem dan contact op met het secretariaat. Samen met u onderzoeken we de mogelijkheden om, binnen de randvoorwaarden van het NWO-subsidiereglement, uw idee te realiseren.

1

De totale NWO-bijdrage aan de Topsector Chemie is groter, en omvat bijvoorbeeld ook M€ 3,6

voor de ERA-netten CAPITA (katalyse, www.era-capita.eu) en ERA-IB (industriële biotechnologie, www.era-ib.net). Deze ERA-netten publiceren eigen calls for proposals.


1.3

Geldigheidsduur Gids Deze Gids (versie oktober 2013) is geldig vanaf 1 november 2013 tot en met 31 oktober 2015. Indien nodig zal in oktober 2014 een geactualiseerde versie verschijnen. Voor het hele Fonds NCI geldt dat voorstellen die aan de kwaliteitseisen voldoen, zullen worden gehonoreerd totdat het Fonds is uitgeput.

4 Hoofdstuk 2: Doel / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

2 Doel Doel van het Fonds NCI is: a. versterking van de vraag gestuurde research en innovatie en de valorisatie van de uitkomsten op strategische kansen voor economische en maatschappelijke groei in de chemische sector; b. het bevorderen van publiek-private samenwerkingen op vernieuwende wetenschappelijke onderwerpen, in aansluiting op hetgeen in het vigerende innovatiecontract opgesteld door de Topsector Chemie is overeengekomen; c.

het verrichten van alle verdere werkzaamheden, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

Met de middelen uit het Fonds NCI bouwt het TKI NCI een portfolio op van projecten en programma’s die 1.

de potentie hebben om uit te groeien tot grotere samenwerkingsverbanden en/of

2.

vernieuwende onderzoekslijnen introduceren binnen bestaande PPSprogramma’s of –consortia en/of

3.

de potentie hebben wetenschappelijke doorbraken te realiseren en/of

4.

van strategisch belang zijn.

Leidend zijn (1) de chemie actieagenda New Earth, New Chemistry en (2) het Innovatiecontract Chemie. Andere inspiratiebronnen zijn de werkprogramma’s van de drie andere TKI’s in de chemie: ─

TKI BBE (biobased economy);

─

TKI ISPT (procestechnologie);

─

TKI SPM (smart polymeric materials).

De actieagenda’s van de andere topsectoren (zoals AgriFood, Energie en Life Sciences & Health) bieden tevens inspiratie. Naar de aard van het TKI NCI en het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties is geen onderwerp op voorhand uitgesloten, mits het onderzoek bijdraagt wetenschappelijke vernieuwing, de realisering van de ambities in de actieagenda New Earth, New Chemistry en het innovatiecontract, en het samenwerkingsverband voldoet aan de voorwaarden.

5 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

3 Richtlijnen voor aanvragers 3.1

Wie kan aanvragen

Aanvragen worden altijd ingediend door een onderzoeker namens een consortium van bedrijven en onderzoekers in dienst van een Nederlandse universiteit of een door NWO erkende kennisinstelling. Onderzoekers van de volgende kennisinstellingen kunnen aanvragen indienen: − Nederlandse universiteiten; −

KNAW- en NWO-instituten;

−

het Nederlands Kanker Instituut;

−

het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;

−

onderzoekers van de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;

−

NCB Naturalis

KIEM-aanvragen kunnen ook door lectoren verbonden aan een HBO als hoofdaanvrager worden ingediend, mits minstens één mede-aanvrager verbonden is aan een universiteit. Onderzoekers in dienst van TNO, RIVM, de GTI’s, het niet-universitaire deel van WUR tellen mee als kennisinstelling. Zij kunnen optreden als mede-aanvrager of lid zijn van een consortium. Op deze wijze dragen zij bij aan een project en hebben toegang tot de kennis. Zij komen echter niet in aanmerking voor directe subsidiëring door NWO. In aanvragen treedt minstens één bedrijf (CHIPP, KIEM) of treden minstens twee bedrijven (TA) op als mede-aanvrager (zie paragraaf 3.5 voor details). Bedrijven moeten R&D-activiteiten in Nederland hebben of kennisbenutting in Nederland laten plaatsvinden. Zij komen niet in aanmerking voor rechtstreekse NWO-financiering, maar dragen in cash en/of in kind bij aan het onderzoek. Reeds bij het indienen van de aanvraag moet duidelijk zijn dat er commitment is van de deelnemende bedrijven. Ook andere typen organisaties die niet voor rechtstreekse NWO-financiering in aanmerking komen, kunnen optreden als mede-aanvrager of lid zijn van een consortium en op deze wijze bijdragen aan een project en toegang hebben tot de kennis. TNO, RIVM, de GTI’s en het niet-universitaire deel van de WUR kunnen, indien zij een cash-bijdrage leveren aan projecten, ook deelnemen als bedrijf. In dat geval telt hun cash-bijdrage wél mee voor de berekening van de hoogte van de subsidie uit Fonds NCI, maar niet voor de berekening van TKI-toeslag. Het Fonds NCI zet in op een grote deelname van MKB 2 aan de projecten en programma’s. MKB’s worden dan ook van harte uitgenodigd om in de consortia deel te nemen.

2

Om te bepalen of een projectdeelnemer een MKB-ondernemer is, wordt uitgegaan van de MKB definitie

van de Europese Commissie. Zie http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/facts-figures-analysis/smedefinition/index_en.htm.


3.2

Wat kan aangevraagd worden In aanmerking voor vergoeding komen de kosten voor tijdelijk op het project bij de onderzoeksinstelling aan te stellen personeel 3 en project-specifieke kosten voor materialen, reizen en/of apparatuur. De deelnemende kennisinstellingen en bedrijven dragen uit eigen middelen de kosten voor de benodigde infrastructuur en de begeleiding van de projectmedewerkers. Indien een (mede)aanvrager samenwerkt met andere voor NWO niet-subsidiabele instellingen, bijvoorbeeld met TNO of een buitenlandse universiteit, dan dragen de nietsubsidiabele instellingen hun eigen kosten.

3.3

Wanneer kan aangevraagd worden Het Fonds NCI staat vanaf 1 november 2013 tot en met 31 oktober 2015 doorlopend open. In 2014 neemt het CW-bestuur in juni december een besluit over ingediende CHIPP- en TA-aanvragen CHIPP. De deadlines voor indiening zijn: •

Dinsdag 18 februari 2014, 11.59u ’s morgens

•

Dinsdag 16 september 2014, 11.59u ’s morgens

KIEM-aanvragen kunnen doorlopend worden ingediend. De aanvragers ontvangen binnen ca. 6 weken na indiening het besluit.

3.4

Het opstellen van de aanvraag Als u een project wilt gaan indienen, raden wij u aan om contact op te nemen met één van de contactpersonen (zie paragraaf 5.1.1). −

Nieuw is dat voor CHIPP en TA géén vooraanmelding meer nodig is. U dient dus meteen een volledige aanvraag in.

−

Ook voor KIEM dient u meteen een volledige aanvraag in; dit is hetzelfde als voorheen.

−

Bij alle aanvragen dienen de deelnemende bedrijven een letter of commitment te voegen.

−

De formats voor de aanvragen en letters of commitment zijn te vinden op de NWO-subsidiepagina van het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties en op de website van het TKI NCI (http://tki-nci.nl/downloads).

3.5

Specifieke subsidievoorwaarden Voor de stimulering van de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen heeft het TKI NCI drie flexibele werkvormen. Bedrijfsleven en NWO dragen per werkvorm in andere verhoudingen bij aan de financiering van de samenwerkingsprojecten. Op basis van de cash-inleg van bedrijven kan het TKI NCI bij het ministerie van Economische Zaken (EZ) een zogenoemde TKI-toeslag aanvragen. Extra cash-inzet van het bedrijfsleven loont dus.

3

NWO vergoedt personeelskosten volgens de afspraken met de VSNU.


Het TKI NCI heeft besloten om deze TKI-toeslag in te zetten in het project dat de toeslag ‘genereert’. 4 Dit leidt ertoe dat de projecten, na verrekening van kosten voor projectmanagement, over meer budget kunnen beschikken bovenop de inzet van NWO en het bedrijfsleven. Hoevéél meer hangt af van de geldende TKI-regeling en de beschikbare hoeveelheid TKI-toeslag. Deze worden jaarlijks vastgesteld. De berekening van het projectbudget is te maken met behulp van de tabellen in de aanvraagformulieren. De voorwaarden voor de drie NCI-werkvormen zijn als volgt: 1.

Chemical Industrial Partnership Programme (CHIPP) Nationale of internationale samenwerking tussen één bedrijf en minstens twee kennisinstellingen. Het bedrijf en NWO betalen elk de helft van de projectkosten. Dus voor iedere euro inleg van het bedrijfsleven, legt NWO er een euro tegenaan. -

Voor MKB is de minimum projectgrootte k€ 160 (d.i. k€ 80 bedrijfsbijdrage + k€ 80 NWO).

-

Voor alle andere bedrijven is de minimum projectgrootte M€ 1,5 (d.i. k€ 750 bedrijfsbijdrage + k€ 750 NWO).

-

Voor projecten met meer dan vier nieuwe onderzoekers (promovendi, postdocs) kan NWO op verzoek van het aanvragende consortium een ‘call for proposals’ organiseren.

-

Het Fonds staat open voor internationale projecten waarbij in ieder geval vier partijen betrokken zijn: een bedrijf en een onderzoeksgroep in Nederland en een bedrijf en een onderzoeksgroep in het buitenland. Voor de financiering van de buitenlandse onderzoeksgroep heeft NWO contacten met haar buitenlandse counterparts. De NWO-speerpunten zijn de opkomende economieën Brazilië, India, China en Zuid-Afrika, maar ook samenwerking binnen Europa en met andere landen (VS, Japan, …) is mogelijk. Richtlijn voor een minimum projectgrootte is k€ 500 (k€ 250 bedrijfsbijdrage + k€ 250 NWO). Voor dergelijke internationale projecten verschijnen meestal aparte calls for proposals met mogelijk afwijkende voorwaarden (bijvoorbeeld de science industry cooperation met China, het 合 Hé Programme of Innovation Cooperation). CHIPP 1 bedrijf + ≥ 2 kennisinstellingen bedragen in cash k€. Bedrijf

2.

NWO

Totaal 160

MKB

Min

80

80

Internationaal

Min

250

250

500

Niet-MKB

Min

750

750

1.500

Technology Areas (TA’s) – vier varianten Technology Area (TA) – basisvariant In TA’s werken minstens twee bedrijven en minstens twee kennisinstellingen met elkaar samen. De deelnemende bedrijven dragen gezamenlijk 1/3 van de

4

Onder voorbehoud van een aanpassing van de TKI-toeslagregeling die deze inzet mogelijk maakt. De

aangepaste regeling was bij het ter perse gaan van deze Gids nog niet verschenen. De verwachting is dat de aangepaste regeling per 1 januari 2014 van kracht wordt. Projecten die aanmerking willen komen voor deze TKI-toeslag dienen te voldoen aan alle voorwaarden zoals beschreven in de TKI-toeslagregeling die hier gepubliceerd zal worden.


projectkosten, NWO 2/3. Dus voor iedere euro inleg van het bedrijfsleven, legt NWO er twee tegenaan. -

De minimum projectgrootte bedraagt k€ 750 (d.i. k€ 250 gezamenlijke bedrijfsbijdrage + k€ 500 NWO).

-

Bedrijven kunnen een deel van de projectkosten in kind bijdragen. Voor MKB’s geldt dat deze in kind-bijdragen beperkt zijn tot een maximum van 2/3 van hun totale bijdrage aan de onderzoekskosten als vermeld in de projectbegroting. Het andere deel (minimaal 1/3) is een cash bijdrage.

-

Voor de overige bedrijven geldt dat de in kind-bijdragen beperkt zijn tot een maximum van 1/3 van hun totale bijdrage aan de onderzoekskosten als vermeld in de projectbegroting. Het andere deel (minimaal 2/3) is een cash bijdrage.

-

De totale cash-bijdrage van de deelnemende bedrijven moet minimaal 15%

-

In kind-bijdragen moeten essentieel zijn voor het project en zijn opgenomen in

van de totale projectkosten zijn. de begroting van de onderzoekskosten van de projectaanvraag. Zie bijlage 6.2 voor de voorwaarden waaraan de in kind-bijdragen moeten voldoen. -

Voor projecten met meer dan vier nieuwe onderzoekers (promovendi, postdocs) kan NWO op verzoek van het aanvragende consortium een call for proposals organiseren. TA ≥ 2 bedrijven + ≥ 2 kennisinstellingen bedragen in k€. Bedrijven

NWO

Totaal

min

250

500

750

* MKB

min

1/3 van inleg

* overige bedrijven

min

2/3 van inleg

* MKB

max

2/3 van inleg

* overige bedrijven

max

1/3 van inleg

Totale projectkosten hiervan in cash

in kind

Voorbeeld van een TA-basisvariant In het onderstaande voorbeeld doen drie bedrijven mee in het consortium, twee MKB en één groter bedrijf. Het cash-aandeel van de MKB-bedrijven is 1/3 van hun bijdrage, het cash-aandeel van het grotere bedrijf is 2/3 van zijn bijdrage. De andere bijdragen zijn in kind. De bedrijfsbijdragen (k€ 143 cash plus k€ 107 in kind) tellen op tot k€ 250. Vanuit de overheid is beschikbaar: k€ 500 van NWO en k€ 36 TKI-toeslag (= 25% van de cash-bedrijfsbijdrage van k€ 143). Van het totale cashbedrag ad k€ 680 is 93% beschikbaar voor directe financiering van het project (aanstelling promovendi, aanschaf materialen, etc) en 7% voor projectmanagement (respectievelijk k€ 632 en k€ 48). Inleg in k€

cash

in kind

Totaal

Bedrijf1 (groot)

120

60

180

Bedrijf2 (MKB)

13

27

40

Bedrijf3 (MKB)

10

20

30

Totaal bedrijven

143

107

250

Bijdrage NWO

500

TKI-toeslag

500

36

36

Totale funding

680

107

787

voor project

632

107

739

voor management

48

48


Programmatische Technology Area (PTA) Bestaande of nieuwe grote consortia van bedrijven en kennisinstellingen kunnen een aanvraag indienen voor een Programmatische Technology Area (PTA). Een PTA is in de regel k€ 1.500 groot (k€ 500 bedrijfsbijdrage + k€ 1.000 NWO). Neem contact op met het TKI-bureau als u een dergelijke aanvraag overweegt. Voor een PTA moet, net als voor een TA, een vooraanmelding worden ingediend. Hiervoor is een specifiek format beschikbaar. TA-CHIPP variant Bestaande of nieuwe grote consortia van bedrijven en kennisinstellingen kunnen een TA combineren met één of meer CHIPP’s. Bedrijven die deelnemen in de TA krijgen de mogelijkheid om in een CHIPP met minimaal twee kennisinstellingen het onderzoek verder uit te diepen en te richten op de eigen vragen. Bedrijven committeren zich in deze TA/CHIPP-constructie aan zowel een bijdrage aan de TA als aan de CHIPP. Voor het TA-gedeelte gelden de TA-voorwaarden (dus combinatie van cash- en in kind-inbreng is mogelijk), voor het CHIPP-gedeelte de CHIPPvoorwaarden (alleen cash-inbreng mogelijk). De CHIPP-bijdrage mag lager zijn dan de ondergrens voor een ‘losse’ CHIPP (i.e. lager dan k€ 750). Neem contact op met het TKI-bureau als u een TA-CHIPP overweegt. Internationale TA Vanuit Nederland dragen minstens twee bedrijven en twee kennisinstellingen bij aan een internationaal consortium. De verdere voorwaarden die voor de basisvariant gelden, gelden hier ook. Voor dergelijke internationale projecten verschijnen meestal aparte calls for proposals, zoals voor de science industry cooperation met China (het 合 Hé Programme of Innovation Cooperation). ‘Losse’ internationale TA’s zijn echter ook mogelijk. Neem contact op met het TKI-bureau als u een internationale TA overweegt. Binnen CHIPP en de verschillende TA-varianten kan de subsidie gebruikt worden voor: Tijdelijk wetenschappelijk personeel (promovendi en postdocs) en tijdelijk nietwetenschappelijk personeel, bijvoorbeeld een student-assistent, ter ondersteuning van het project. De personele kosten worden gesubsidieerd in overeenstemming met de meeste recente versie van het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van VSNU en NWO. -

Materiële kosten die direct gerelateerd zijn aan het project, zoals kosten voor chemicaliën, kennisoverdracht, kennisbenutting en kosten voor internationalisering.

-

Uitwisseling van kenniswerkers (minimaal een half jaar). Het kan gaan om een onderzoeker die tijdelijk gestationeerd is bij een bedrijf en daar in samenspraak met het bedrijf onderzoek doet. Wetenschappers en bedrijven kunnen zo bij elkaar komen om samen onderzoek te doen of om producten of diensten verder te ontwikkelen. Het kan ook gaan om iemand uit de chemische industrie die tijdelijk, of in deeltijd, werkzaam is in een onderzoeksomgeving onder begeleiding van een senioronderzoeker.

3.

Kennis – Innovatie Mapping MKB (KIEM) Een KIEM is een project van een MKB met een of meer kennisinstellingen gericht op het opdoen van nieuwe kennis die het realiseren van een concrete innovatie binnen de chemie mogelijk maakt. In een KIEM-project combineren een MKB en een universiteit of een samenwerkingsverband van universiteit en een HBO-instelling de praktijkervaring van het MKB met de wetenschappelijke expertise van de kennisinstellingen om een fundamenteel probleem op te lossen of om de kennis te verwerven die nodig is om een product, proces of dienst te vernieuwen. Ook kan


een KIEM-subsidie gebruikt worden voor initiatieven van chemische start-ups. NWO betaalt 80% van de projectkosten, de deelnemende MKB 20%. Dus voor iedere euro inleg van het MKB, legt NWO er vier tegenaan. -

De projectgrootte bedraagt altijd € 18.750, opgebouwd uit € 3.750 cash bedrijfsbijdrage en een bijdrage door de overheid van € 15.000.

-

KIEM-projecten beogen voor MKB’s de drempel te verlagen om bij kennisinstellingen binnen te stappen met een innovatievraag. Een bijkomend doel is MKB te enthousiasmeren voor deelname aan Technology Area’s en Industrial Partnerships.

-

KIEM kan ook bijdragen aan de ondersteuning van start-ups die vanuit het universitaire onderzoek ontstaan.

-

NWO stelt de KIEM-subsidie rechtstreeks beschikbaar aan een universiteit of HBO, op aangeven van een MKB.

-

Het MKB-bedrijf ontvangt voor zijn bijdrage een factuur van NWO. Nadat de bijdrage op de NWO-rekening is bijgeschreven, keert NWO 80% van de totale KIEM-subsidie uit aan de hoofdaanvrager. Na afronding van het project en nadat NWO het eindverslag heeft ontvangen, maakt NWO de resterende 20% over aan de hoofdaanvrager. Het staat overigens de hoofdaanvrager vrij om uit de subsidie de inzet te financieren van een aantal mensuren door het deelnemende MKB-bedrijf. KIEM 1 MKB/start-up + 1 universiteit en/of 1 HBO bedragen in cash k€. MKB/

NWO

Totaal

15,00

18,75

Start-up KIEM

3,75

Projectvoorwaarden -

Op het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties is de NWO regeling subsidieverlening van toepassing. Toegekende projecten dienen binnen zes maanden na dagtekening van het subsidiebesluit van start te gaan. NWO kan overgaan tot intrekking van de subsidie indien aan deze voorwaarde niet wordt voldaan.

-

De projectpartners (de betrokken kennisinstellingen en bedrijven) moeten voor de start van het project met elkaar en met NWO een project agreement ondertekenen. NWO zal hiertoe een model agreement beschikbaar stellen op de website van het Fonds.

3.6

Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag bij NWO kan alleen via Iris (na 16 december 2013: ISAAC), het elektronisch aanvraagsysteem. Aanvragen die niet via Iris/ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen Iris/ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen Iris/ISAAC-account heeft, dient deze dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een Iris account heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de Iris/ISAAC helpdesk. (Zie paragraaf 5.1.2).


Uw vooraanmelding of volledige aanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet en het aanvraagformulier. − De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem Iris van NWO in. −

Het aanvraagformulier vindt u op de subsidiepagina van dit programma op de NWO-website. Dit formulier voegt u, zodra ingevuld, als PDF bestand toe aan de Iris factsheet.

−

Bij het invullen van de factsheet kunt u alleen maar ASCII karakters (‘platte tekst’) gebruiken. Het is niet mogelijk om in de factsheet formules, cursief etc. te gebruiken, maar wel in de aanvraag.

−

Bijlagen (zoals de commitmentbrieven) moeten via Iris als aparte PDFdocumenten worden ingediend.

De originele brieven stuurt u tevens via de reguliere post naar NWO. Deze originelen dienen uiterlijk twee werkdagen na de indiening van de digitale documenten bij NWO binnen te zijn.

12 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

4 Beoordelingsprocedure 4.1

Procedure De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze Gids toegepast. Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing.

KIEM-AANVRAAG 1. De hoofdaanvrager dient de aanvraag in via het elektronisch aanvraagsysteem Iris/ISAAC bij het NWO-gebied Chemische Wetenschappen (CW). 2.

CW stuurt de vooraanmeldingen door naar de Programmaraad van het TKI NCI.

3.

De Programmaraad beoordeelt eens per maand de binnengekomen aanvragen.

4.

De Programmaraad adviseert het TKI-bestuur welke initiatieven voor honorering of afwijzing bij het CW-bestuur voor te dragen.

5. 6.

Het TKI-bestuur stelt vast welke initiatieven het bij het CW-bestuur voordraagt. Het CW-bestuur besluit welke initiatieven te honoreren of af te wijzen en stelt de aanvragers van het besluit op de hoogte.

CHIPP- of TA-AANVRAAG 1. De hoofdaanvrager dient de aanvraag in via het elektronisch aanvraagsysteem Iris/ISAAC bij het NWO-gebied Chemische Wetenschappen (CW). 2. 3.

CW stuurt de volledige aanvragen door naar de Programmaraad van het TKI NCI. De Programmaraad stuurt volledige aanvragen voor commentaar naar internationale experts.

4.

In 2014 krijgen aanvragers bij wijze van pilot de gelegenheid hun aanvraag mondeling toe te lichten bij de Programmaraad. Zij kunnen dan tevens reageren op de referentenrapporten (‘weerwoord’).

5.

De Programmaraad beoordeelt de voorliggende dossiers, bestaande uit volledige aanvragen en referentenrapporten plus de input verkregen uit de mondelinge toelichting, en brengt daarin een prioritering aan.

6.

De Programmaraad stuurt de beargumenteerde prioritering als advies naar het TKI-bestuur.

7.

Het TKI-bestuur stelt kort na ontvangst van het prioriteringsadvies vast welke aanvragen het bij het CW-bestuur voordraagt voor honorering of afwijzing. Het stuurt zijn bevindingen door naar het CW-bestuur.

8.

Het CW-bestuur beoordeelt of de voor honorering voorgedragen aanvragen passen in een verantwoordelijk beheer van het Fonds en besluit middelen ter beschikking te stellen aan de gehonoreerde aanvragen.

9.

Het CW-bestuur stelt de aanvragers op de hoogte van het besluit over hun aanvraag.

Consortia kunnen aan NWO vragen om voor een CHIPP of een Programmatische Technology Area (PTA) een aparte call for proposals te publiceren. In dat geval gelden de voorwaarden, deadlines, beoordelingsprocedure en beoordelingscriteria van de desbetreffende call.

13 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

4.2

Criteria Voor CHIPP en TA’s (alle varianten) gelden de volgende beoordelingscriteria: 1. Passendheid binnen het TKI Nieuwe Chemische Innovaties 2. Wetenschappelijke kwaliteit a.

wetenschappelijke benadering;

b.

wetenschappelijke relevantie;

c.

helderheid van focus en doelstellingen;

d.

haalbaarheid;

e.

nieuwheid;

3. Kwaliteit van het consortium a.

track record van de academische partners;

b.

track record van de private partners;

c.

synergie, complementariteit en meerwaarde in de samenwerking;

d.

beschikbaarheid van infrastructuur binnen het consortium;

4. Valorisatiepotentieel a.

kwaliteit van het valorisatieplan;

b.

betrokkenheid van eindgebruikers en valorisatiepartners;

c.

mate van innovatie;

5. Programmatische criteria a.

balans tussen doelen en beschikbare middelen (budget, personeel);

b.

effectiviteit van de organisatiestructuur en het project/programmamanagement;

c.

duidelijke toezegging voor samenwerking en in cash bijdrage vanuit de participerende industrie.

Consortia kunnen aan NWO vragen om voor een CHIPP of een Programmatische Technology Area (PTA) een aparte call for proposals te publiceren. In dat geval gelden de voorwaarden, deadlines, beoordelingsprocedure en beoordelingscriteria van de desbetreffende call. Voor KIEM gelden de volgende criteria: 1. Passendheid binnen het TKI Nieuwe Chemische Innovaties 2. Innovatiepotentieel a.

helderheid van focus en doelstellingen;

b.

haalbaarheid;

c.

mate van innovatie;

3. Samenstelling van het team a.

track record van de academische partners;

b.

synergie, complementariteit en meerwaarde in de samenwerking;

c.

beschikbaarheid van eventueel benodigde infrastructuur;

4. Management a.

balans tussen doelen en beschikbare middelen (budget, personeel);

b.

afspraken over projectmanagement.

14 Hoofdstuk 5: Contact en overige informatie / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

5 Contact en overige informatie 5.1

Contact

5.1.1

Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen over Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties neemt u contact op met: Dr. Mark Kas Telefoon: 070-3440811 Mobiel: 06-20593207 E-mail: [email protected] Dr. Maarten de Zwart Telefoon: 070-3440697 E-mail: [email protected] Adres: Postbus 93460 2509 AL Den Haag Het Fonds NCI wil een flexibel instrument zijn om de samenwerking en kennisoverdracht tussen kennisinstellingen en bedrijven te bevorderen. Lijkt uw idee voor een project of een consortium op het eerste gezicht niet te passen in de onderstaande werkvormen van het Fonds, neem dan contact op met bovengenoemde personen. Samen met u onderzoeken we de mogelijkheden om, binnen de randvoorwaarden van het NWO-subsidiereglement, uw idee te realiseren.

5.1.2

Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem Iris/ISAAC Bij technische vragen betreffende het gebruik van Iris/ISAAC neemt u contact op met de Iris/ISAAC helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding voordat u de helpdesk om raad vraagt. Bereikbaarheid Iris/ISAAC helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur, telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan [email protected].

15 Hoofdstuk 6 Bijlage(n) / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

6 Bijlage(n) 6.1

IPR- en kennistransferregeling; Project Agreement

Voor omgang met Intellectual Property in NCI vormt het NWO IP-beleid het uitgangspunt. Dit laat ruimte voor de projectpartijen om afspraken op maat te maken, bijvoorbeeld afhankelijk van de samenstelling van de consortia en de hoogte van de (financiële) inbreng. 5 Projectpartijen (kennisinstellingen, private partijen) zullen met NWO vóór de aanvang van een onderzoeksproject een Project Agreement afsluiten waarin afspraken worden gemaakt over IP, kennisoverdracht andere zaken (zie verder hieronder). Het afsluiten van een Project Agreement is één van de voorwaarden voor subsidieverlening aan het desbetreffende project. Goedkeuring van NWO is noodzakelijk voordat een project kan starten. Het Model Project Agreement dient te worden gebruikt. Dit is te vinden op de NWO-subsidiepagina van Fonds NCI en de website van TKI NCI. Project Agreement Het Project Agreement bevat afspraken over: •

(Private) financiering van het project;

•

IP en kennistransfer: achtergrondkennis (inbreng, toegang en gebruik); voorgrondkennis (eigendom, toegang, gebruik en kennistransfer);

•

Besteding van gegenereerde inkomsten;

•

Rapportageverplichtingen en uitwisseling van resultaten;

•

Publicatie;

•

Vertrouwelijkheid/geheimhouding ;

•

Geschillenregeling;

•

Vrijwaring/aansprakelijkheid.

Minimum voorwaarden Project Agreement Er is een aantal minimum voorwaarden voor IP afspraken waaraan ieder Project Agreement moet voldoen. (Private) financiering van het project NWO verplicht zich middels een toekenning aan de uitvoerende universiteit tot het verstrekken van de subsidie aan het desbetreffende project. In het Project Agreement committeert(committeren) de deelnemende partij(en) zich aan de toegezegde cofinanciering aan NWO. IP en kennistransfer Achtergrondkennis: Inbreng van, toegang tot en gebruik van deze kennis •

Projectpartijen zullen vóór de aanvang van het project nagaan of en overeenkomen welke relevante achtergrondkennis zij willen inbrengen voor de uitvoering van het project. Tijdens het project kan aanvullende achtergrondkennis worden ingebracht.

•

Ingebrachte achtergrondkennis blijft eigendom van de verstrekkende projectpartij. De kennis mag door de ontvangende projectpartij(en) gebruikt worden in het kader van het onderzoeksproject. De verstrekkende projectpartij zal de benodigde achtergrondkennis, op een desbetreffend schriftelijk verzoek, kosteloos beschikbaar stellen aan de verzoekende projectpartij door middel van een niet-overdraagbare niet-exclusieve licentie voor de duur van het project.

5

Onder invloed van de discussie over de ‘spelregels’ voor de inzet van NWO in de topsectoren, zal het IP-

beleid van NWO waarschijnlijk eind 2013 of begin 2014 opnieuw worden vastgesteld. Ook is er nog discussie over de interactie tussen het NWO IP-beleid en de IP-regelgeving van de TKI-toeslag. Neem voor de actuele stand van zaken contact op met NWO (zie paragraaf 5.1.1).

16 Hoofdstuk 6: Bijlage(n) / Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

•

Indien een projectpartij toegang wenst te krijgen tot achtergrondkennis van de andere projectpartij ten behoeve van commerciële exploitatie van de resultaten, zal deze projectpartij, voor zover dit juridisch mogelijk is, een licentie verleend worden door de verstrekkende projectpartij op marktconforme voorwaarden.

Voorgrondkennis: Eigendom projectresultaten en procedure voor kennistransfer •

Projectpartijen maken afspraken over het eigendom van de resultaten en de rechten daarop voortkomend uit het project en over de overdracht van kennis

•

Bij het overeenkomen van een vergoeding voor kennisoverdracht dient het Europees steunkader in acht te worden genomen. Dit betekent dat er tussen de projectpartijen onderhandeld dient te worden. Er dient te allen tijde een marktconforme vergoeding te worden betaald.

•

Voorgrondkennis moet voor alle projectpartijen vrij toegankelijk zijn voor gebruik binnen het project. Projectpartijen verstrekken elkaar hiertoe royalty-vrije licenties.

•

Projectpartijen zullen NWO informeren over (aanvullende afspraken aangaande) de commercialisatie van de projectresultaten, waaronder het melden van betaalde vergoedingen.

Besteding van gegenereerde inkomsten door de kennisinstelling De betrokken kennisinstelling die een vergoeding voor kennisoverdracht ontvangt, zal deze vergoeding bij de betrokken onderzoeksgroep aan verder onderzoek besteden. Desgewenst kan een gedeelte worden besteed volgens het beleid van de kennisinstelling. Rapportage/uitwisseling van resultaten De projectpartijen maken onderling afspraken over de rapportage en uitwisseling van resultaten. Dit staat los van de rapportages die NWO/TKI NCI en het ministerie van EZ uit hoofde van hun rol als onderzoeksfinancier verlangen. Publicatie •

Uitgangspunt is dat de resultaten worden gepubliceerd in de vakliteratuur

•

Publicaties kunnen ten hoogste negen maanden worden opgehouden om de octrooieerbaarheid van resultaten veilig te stellen

Vertrouwelijkheid van informatie en geheimhouding •

Voorgrondkennis wordt alleen openbaar gemaakt na nadrukkelijke toestemming van alle

•

Projectpartijen beloven elkaar informatie die op vertrouwelijke basis is verstrekt (waaronder

projectpartijen achtergrondkennis), geheim te zullen houden en alleen in het kader van het project te zullen gebruiken Geschillenregeling Projectpartijen zullen een geschillenregeling overeenkomen. In geval van geschillen spannen de partijen zich in om naar een amicale oplossing te zoeken. NWO wordt gekend in enig geschil dat ontstaat en neemt in gevallen die direct met het onderzoek en de subsidie verband houden een bindend besluit. Vrijwaring NWO en de kennisinstelling(en) dienen te worden gevrijwaard van aanspraken van een betrokken private partij en/of derden wegens schade door gebruik van onderzoeksresultaten en/of IP door laatstgenoemde(n).


6.2

Regeling in kind bijdragen door private partijen

Definities 1.

Private partijen − Als private partijen worden in deze Regeling in kind bijdragen aangemerkt enerzijds ondernemingen (definitie hieronder) en anderzijds instellingen die onder de voorwaarden geldend voor private partijen mogen deelnemen aan NCI-projecten (zie paragraaf 3.1)

2.

Onderneming − Activiteit van een organisatorisch verband of een persoon gericht op duurzame deelname aan het economisch verkeer met behulp van arbeid en kapitaal en met oogmerk winst te behalen.

3.

MKB −

De MKB-definitie van de Europese Commissie wordt gehanteerd. Onder een MKB wordt verstaan een onderneming die: −

minder dan 250 medewerkers heeft, en

−

een omzet heeft die de EUR 50 miljoen niet overstijgt en/of

−

een balanstotaal heeft dat de EUR 43 miljoen niet overstijgt;

−

verder dient rekening gehouden te worden met participaties (≥25%) in en van andere ondernemingen die effect hebben op de autonomie van de onderneming.

Documentatie: DG Enterprise, http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/facts-figuresanalysis/sme-definition/index_en.htm.

Bepalingen 1.

Mogelijkheid tot deelname in projecten gefinancierd uit het Fonds NCI door private partijen met in kind bijdragen: In programma’s gefinancierd uit het Fonds NCI kunnen private partijen, voor zover aangegeven bij het betreffende instrument, participeren met een gedeeltelijke in kind bijdrage onder de volgende voorwaarden:

a. −

voor MKB’s dat deze in-kind bijdragen beperkt zijn tot een maximum van 2/3 van hun totale bijdrage aan de onderzoekskosten als vermeld in de door NWO goedgekeurde begroting van het project en het overige deel (minimaal 1/3 een financiële (cash) bijdrage is;

−

voor overige private partijen dat de in kind bijdragen beperkt zijn tot een maximum van 1/3 van hun totale bijdrage aan de onderzoekskosten als vermeld in de door NWO goedgekeurde

b. −

begroting van het project en het overige deel (minimaal 2/3) een financiële (cash) bijdrage is; in kind bijdragen/inspanningen moeten: essentieel zijn voor het project;

−

opgenomen zijn in de door NWO goedgekeurde begroting van de onderzoekskosten van de projectaanvraag waarin de private partij participeert (zie voor in te brengen in kind bijdragen bepaling 3) en vallen binnen één van de onder 3 a t/m c vermelde kostencategorieën.

2. Committering Indien een private partij zal participeren in het onderzoeksproject met een gedeeltelijke in kind bijdrage zoals hierboven omschreven, zal de private partij zich voor de betreffende in kind bijdrage plus de financiële (cash) bijdrage aan NWO committeren middels een Project Agreement. De toegezegde financiële (cash) bijdrage zal door NWO worden gefactureerd. 3.

In te brengen in kind bijdragen

In een onderzoeksproject mogen door private partijen als in kind bijdragen worden ingebracht de volgende rechtstreeks aan het onderzoeksproject toe te rekenen en door de private partij gemaakte kosten (zie ook bepaling 1):


a. −

In het kader van het project gewerkte uren: loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolom «loon voor de loonbelasting» van de loonstaat, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1650 productieve uren per jaar. Hierover mag een opslag worden opgevoerd voor overige algemene kosten, groot ten hoogste 50 % van de hierboven bedoelde loonkosten. Het hieruit volgende aan het project toe te schrijven uurtarief, inclusief de genoemde 50% opslag voor algemene kosten, is gemaximeerd op € 100. Inbreng van kosten voor begeleiding of voor projectmanagement is mogelijk bij actieve deelname van de beoogde begeleider of projectmanager aan het onderzoeksproject (zie onder 1b).

b.

Kosten van te verbruiken materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op de oorspronkelijke aanschafprijzen.

c. −

Gebruik van apparatuur en machines Kosten van aanschaf en gebruik van machines en apparatuur, met dien verstande dat wordt uitgegaan van de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten, berekend op basis van de oorspronkelijke aanschafprijzen en een afschrijvingstermijn van tenminste vijf jaar; kosten van consumables en onderhoud tijdens de gebruiksperiode.

−

Kosten van aanschaf en gebruik van machines en apparatuur die niet uitsluitend voor het project zijn aangeschaft, worden slechts als projectbijdragen op de voet van het hier bovenstaande naar rato in aanmerking genomen, indien een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per machine respectievelijk van de apparatuur aanwezig is.

−

In-kind bijdragen in de vorm van korting op de normale aanschafprijs in het economisch verkeer (list-prijs) van machines en apparatuur. De korting dient dan minimaal 25% van de listprijs te bedragen. De kosten die ten laste gebracht worden van het apparatuurbudget van het project bedragen dan de listprijs verminderd met die korting.

4.

Verantwoording van in kind bijdragen

Private partijen dienen hun in kind bijdragen aan NWO te verantwoorden middels een opgave van ingebrachte kosten, te verstrekken aan NWO binnen drie maanden na afloop van het onderzoeksproject waaraan de in kind bijdrage is geleverd. De aanvraag tot vaststelling van de in kind bijdrage dient tegelijkertijd met de aanvraag tot subsidievaststelling door de universitaire partner(s) te worden ingediend, vergezeld van een gezamenlijke eindrapportage. Indien de te verantwoorden in kind bijdrage hoger is dan k€ 125 dient een accountantsverklaring te worden aangeleverd; in andere gevallen volstaat een schriftelijke verklaring van de procuratiehouder dat de ingebrachte in kind inspanningen daadwerkelijk aan het project zijn toe te schrijven. Indien de private partij die zich met een in kind bijdrage aan een onderzoeksproject heeft gecommitteerd (een deel van) deze in kind bijdrage uiteindelijk niet inbrengt dan wel niet kan verantwoorden, zal NWO deze private partij factureren voor (dit deel van) de in kind bijdrage zodat de totaal toegezegde bijdrage gestand wordt gedaan.

Uitgave: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost-Indië 300 2593 CE Den Haag

oktober 2013

Gids voor aanvragen uit het Fonds Nieuwe Chemische Innovaties

Recommend Documents