POSTADRES TEL
AAN
Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag
070 - 381 13 00
FAX
070 - 381 13 01
Continuon
BEZOEKADRES
E-MAIL
Prins Clauslaan 20
[email protected]
INTERNET
DATUM ONS KENMERK
www.cbpweb.nl
12 september 2005 z2005-0598
CONTACTPERSOON
UW BRIEF VAN UW KENMERK
ONDERWERP
20 juni 2005 CN/SV/20050851
Convenant gegevensuitwisseling Nuon/GGD
U heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) benaderd met het verzoek een bijeenkomst te beleggen over een door Continuon Netbeheer en GGD Amsterdam te sluiten convenant inzake gegevensuitwisseling. Nuon heeft aangegeven enkel over te willen gaan tot ondertekening van het convenant indien deze voldoet aan de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Op 15 juli 2005 heeft u per e-mail een concept-convenant met bijlage toegezonden. Naar aanleiding hiervan hebben wij op 18 juli jl. een telefonisch onderhoud gehad. Tijdens het telefonisch onderhoud is u gemeld dat het CBP onvoldoende aanleiding ziet opnieuw rond de tafel te gaan zitten. Op 10 juni 2004 heeft reeds een bespreking plaatsgehad waarbij gesproken is over de (on)mogelijkheid tot gegevensuitwisseling tussen Continuon en GGD Amsterdam. Uitkomst van dat gesprek was dat het niet mogelijk zou zijn om gegevens uit te wisselen. Destijds is door het CBP aangegeven dat een grondslag in de zin van artikel 8 WBP ontbreekt en dat voorts de verenigbaarheid in de zin van artikel 9 WBP problemen oplevert. Voor zover het gaat om gegevens betreffende de gezondheid ontbreekt een ontheffing (zoals opgenomen in de artikelen 17 tot en met 23 WBP) op het verbod van artikel 16 WBP deze persoonsgegevens te verwerken. Gelet op het feit dat de regelgeving sinds het vorige gesprek niet is gewijzigd achtte het CBP het weinig zinvol nogmaals rond de tafel te gaan zitten. Wel is u toegezegd dat het concept convenant dat u heeft voorgelegd in het licht van de eerder dit jaar tot stand gekomen Handreiking Bemoeizorg nader zal worden bestudeerd. Alvorens over te gaan tot een bespreking van de aandachtspunten wijst het CBP u erop dat het geen formele bevoegdheid heeft tot het afgeven van keurmerken of andersoortige goedkeurende verklaringen. Het is te allen tijde de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke zelf om te bezien of de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met de bepalingen van de WBP en aanverwante wetgeving geschiedt. Dit gezegd hebbende zal hierondergaand op de aangegeven knelpunten worden ingegaan en zomogelijk oplossingsrichtingen worden aangedragen.
BIJLAGEN BLAD
1 van 6
DATUM ONS KENMERK
12 september 2005 z2005-0598
Handreiking bemoeizorg en verstrekken gegevens GGD aan Nuon Het CBP heeft oog voor het belang van het verstrekken van hulpverlening aan mensen met ernstige psychische of psychosociale problemen die dringend hulp behoeven. Onder omstandigheden kan het noodzakelijk zijn deze hulp te verstrekken ook zonder dat daartoe een verzoek wordt gedaan door betrokkene of zelfs tegen de wens van de betrokkene in, de zogeheten bemoeizorg. Ervanuitgaande dat de behandeling bij de GGD als geneeskundige behandeling in de zin van de WGBO te kwalificeren is, rust op de dossiergegevens bij de GGD een medisch beroepsgeheim. Het medisch beroepsgeheim kan, behoudens op grond van een wettelijke verplichting, enkel worden doorbroken met toestemming van de cliënt. Daarnaast is op basis van jurisprudentie het mogelijk de geheimhoudingplicht te doorbreken in het kader van een zogeheten ‘conflict van plichten’. In het kader van de Handreiking Bemoeizorg is door GGD Nederland, GGZ Nederland en de KNMG tot een interpretatie van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst gekomen op grond waarvan het verstrekken van informatie uit het medische dossier in uitzonderingsgevallen niet in strijd komt met het medisch beroepsgeheim. Een verstrekking van gegevens van GGD aan Nuon zonder toestemming van de cliënt zal in de regel een schending van het beroepsgeheim opleveren. De gegevens zijn immers afkomstig uit het dossier van betrokkene bij de GGD. De handreiking biedt slechts in zeer beperkte mate mogelijkheden om zonder toestemming van betrokkene het medisch beroepsgeheim te doorbreken. In dat kader is voorts het onderscheid tussen schilpartners en kernpartners van belang. Kernpartners hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat hun primair doel waarvoor zij gegevens verzamelen overlap vertoont. Het gaat bij deze instanties steeds om het welzijn van de client. Bij schilpartners zal dit hooguit als een secundair doel kunnen gelden. Dit onderscheid heeft uiteraard gevolgen voor de mogelijkheden voor de gegevensuitwisseling. Uitgangspunt bij gegevensuitwisseling dient steeds te zijn dat indien een minder ingrijpend middel mogelijk is, dit wordt toegepast. In de door u geschetste situatie ligt het verstrekken van gegevens door de GGD aan de gemeente of de sociale dienst eerder voor de hand dan het verstrekken aan een enkele potentiële schuldeiser, Nuon. In beginsel zal een dergelijke verstrekking slechts met toestemming van betrokkene mogelijk zijn. In de door u geschetste situaties zal veelal sprake zijn van meerdere schuldeisers. De gemeente of de sociale dienst kan dan in het kader van hun schuldhulpverleningstaken contact leggen met de verschillende schuldeisers waaronder Nuon. Uiteraard blijft het te allen tijde mogelijk voor de GGD om met toestemming van betrokkene contact op te nemen met Nuon. Het CBP adviseert dan ook de samenwerking primair te beperken tot het doorgeven van informatie door Nuon aan de GGD. Gelet op het medisch beroepsgeheim zal slechts in uitzonderlijke gevallen door GGD zonder toestemming van betrokkene rechtmatig gegevens kunnen worden verstrekt aan Nuon.
BLAD
2 van 6
DATUM ONS KENMERK
12 september 2005 z2005-0598
In het hiernagaande wordt enkel uitgegaan van een gegevensverstrekking door Nuon aan de GGD. 1. Grondslag Persoonsgegevens dienen in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze te worden verwerkt. Persoonsgegevens mogen alleen voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld. Artikel 8 WBP geeft limitatief weer op welke grondslagen persoonsgegevens mogen worden verwerkt. De insteek voor het verwerken van de persoonsgegevens in de door u geschetste situaties dient in alle gevallen primair de ondubbelzinnige toestemming van betrokkene te zijn. Dit brengt met zich mee dat Nuon steeds de betrokkene moet verzoeken om toestemming: eerst indien niet ondubbelzinnig wordt gereageerd op een verzoek om instemming met de gegevensverstrekking of indien toestemming wordt geweigerd, komt een andere grondslag voor de gegevensverstrekking aan de orde. In de toegezonden stukken is dit uitgangspunt niet uitgewerkt. Het CBP adviseert u dit duidelijk op te nemen in het convenant en dit ook als zodanig duidelijk te maken aan de betrokken medewerkers. Bij het ontbreken van toestemming van betrokkene kan mogelijk een beroep gedaan worden op artikel 8 sub e WBP als grondslag voor de door u voorgestane verstrekking van gegevens . Ingevolge dit artikel mogen persoonsgegevens worden verwerkt indien de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van de publiekrechtelijke taak van het bestuursorgaan waaraan de gegevens worden verstrekt. Het CBP vermoedt dat de zogeheten bemoeizorg-groep zonder de signalering van Nuon bijzonder lastig te bereiken is voor de GGD. Het is echter aan de GGD om aan te geven waarom gegevensverstrekking noodzakelijk is – en niet slechts handig. Een ander mogelijke grondslag betreft artikel 8 sub d WBP waarbij de gegevensverwerking noodzakelijk is ter vrijwaring van een vitaal belang van de betrokkene. Blijkens de memorie van toelichting moet deze grondslag echter eng worden geinterpreteerd: er moet een dringende medische noodzaak aanwezig zijn de gegevens van betrokkene te verwerken. Alleen indien de gegevensverwerking noodzakelijk is ter bestrijding van een ernstig gevaar voor de gezondheid van de betrokkene is de gegevensverwerking op deze grondslag gerechtvaardigd. Het staken van de energielevering levert niet per definitie een ernstig gevaar voor de gezondheid op. Zou dit zo zijn dan zou reeds om die reden bij geen enkel persoon afsluiting mogen volgen. Hieruit volgt reeds dat slechts bijkomende omstandigheden het gebruik van deze grondslag rechtvaardigen. U dient van geval tot geval de bijkomende omstandigheden aantoonbaar te maken. Slechts in die gevallen waar het gezondheidsbelang evident ernstig wordt geschaad indien een melding bij de GGD achterwege blijft, kan een beroep op deze grondslag worden gedaan.
BLAD
3 van 6
DATUM ONS KENMERK
12 september 2005 z2005-0598
Het hanteren van artikel 8 sub f WBP lijkt niet aangewezen nu de gegevensverstrekking het belang van betrokkene beoogt te dienen. Artikel 8 sub f WBP biedt slechts een grondslag voor een gegevensverwerking indien daarmee het belang van de verantwoordelijke of een derde, afgezet tegen het privacybelang van de betrokkene, de verwerking rechtvaardigt. Hieruit volgt reeds dat de betrokkene in dit verband niet kan worden gekwalificeerd als een derde in de zin van dit artikel. 2. Verenigbaar gebruik Ingevolge artikel 9 WBP mogen persoonsgegevens niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen. Zoals reeds aangegeven in het gesprek verleden jaar levert de verenigbaarheid echter de nodige problemen op. Ingevolge het tweede lid van artikel 9 WBP wordt bij de beoordeling of een verwerking onverenigbaar is door de verantwoordelijke in elk geval rekening gehouden met: - de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen; - de aard van de betreffende gegevens; - de gevolgen van de beoogde verwerking voor betrokkene; - de wijze waarop de gegevens zijn verkregen; - de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen. Doelverwantschap Het oorspronkelijke doel waarvoor Nuon de persoonsgegevens van de betrokkene heeft verkregen is de tenuitvoerlegging van de overeenkomst inzake levering van elektriciteit, gas en warmte. Blijkens artikel 2 van het convenant is het doel van de samenwerking te voorkomen dat de energielevering bij betrokkene wordt beëindigd door elkaar tijdig te informeren over situaties waarin betrokkene als gevolg van psychiatrische en/of psychosociale problemen niet of onvoldoende in de bescherming van zijn eigen bestaansvoorwaarden kan voorzien, hetgeen voor betrokkene een bedreiging van zijn gezondheid en veiligheid oplevert. Tussen de doelen van het leveren van energie en het voorkomen van beëindiging van de energielevering kan wel enige verwantschap worden geconstrueerd. Gelet op de grondslag waarvoor de gegevens worden verwerkt is het hoofddoel van de samenwerking echter niet het voorkomen van beëindiging van de energielevering als wel het voorkomen van het ontstaan van ernstig nadeel aan de gezondheid als gevolg van het staken van de energielevering. Tussen het doel tenuitvoerleggen van de overeenkomst en het voorkomen van ernstig nadeel aan de gezondheid zal minder snel verwantschap kunnen worden aangenomen. Aard van de gegevens Het doorgeven van een summiere omschrijving van de toestand waarin de betrokkene verkeert, zal vrijwel altijd neerkomen op het verstrekken van gegevens betreffende de gezondheid. Bij de beoordeling van de vraag of er in kwestie gegevens betreffende de gezondheid worden verwerkt moet tevens rekening worden gehouden met het doel waarvoor en de context waarbinnen de
BLAD
4 van 6
DATUM ONS KENMERK
12 september 2005 z2005-0598
gegevens zijn verzameld. Om dit te illustreren: de NAW gegevens van patienten van een abortuskliniek zijn bijzondere gegevens. Overigens is in het tekstvoorstel van de folder opgenomen dat alleen NAW gegevens zullen worden doorgegeven. Dit is niet correct indien ook een summiere beschrijving wordt doorgegeven. Bij een verwerking van bijzondere gegevens voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld zal minder snel sprake zijn van verenigbaar gebruik dan bij niet-bijzondere gegevens. Voor het overige zij hier verwezen naar de hieronder opgenomen verhandeling over bijzondere gegevens. Het CBP meent dat reeds op grond van het voorgaande geen sprake kan zijn van verenigbaar gebruik. De overige criteria – gevolgen voor betrokkene, wijze van verkrijging en passende waarborgen - behoeven dan ook geen nadere behandeling. Artikel 43 WBP biedt in bijzondere gevallen echter een mogelijke uitweg. Indien het noodzakelijk is in het belang van de bescherming van betrokkene kan op grond van artikel 43 aanhef en onder e WBP artikel 9 lid 1 WBP buiten toepassing worden gelaten. Het is aan u als verantwoordelijke de noodzaak nader te onderbouwen. Hierbij kan wellicht worden teruggegrepen bij de overwegingen die reeds zijn gemaakt bij het onderbouwen van de grondslag van artikel 8 onder d WBP en hetgeen hiervoor is overwogen bij doelverwantschap. Hierbij wijs ik u er overigens op dat indien artikel 8 onder e WBP als enige grondslag wordt gehanteerd voor de gegevensverwerking, artikel 43 onder e WBP niet kan worden ingeroepen. Bij een combinatie van de grondslagen van artikel 8 onder d en onder e WBP is een beroep op artikel 43 al naar gelang de omstandigheden wel mogelijk. 3. Bijzondere persoonsgegevens Ingevolge artikel 16 WBP is de verwerking van persoonsgegevens betreffende onder meer de gezondheid verboden behoudens het bepaalde in paragraaf 2 van de WBP. De ontheffingen op het verbod gegevens betreffende iemands gezondheid te verwerken zijn opgenomen in artikel 21 WBP. Daarnaast is een ontheffing mogelijk op de algemene grondslagen opgenomen in artikel 23 WBP. De WBP vormt een uitwerking van de EU-richtlijn 95/46 van 24 oktober 1995. In artikel 8 lid 3 van deze richtlijn is opgenomen dat het verbod gegevens betreffende de gezondheid te verwerken onder meer niet van toepassing is wanneer de verwerking van gegevens noodzakelijk is voor de doeleinden van het verstrekken van zorg of behandelingen en de gegevens worden verwerkt door een gezondheidswerker die onderworpen is aan het beroepsgeheim of door een andere persoon voor wie een gelijkwaardige geheimhoudingsplicht geldt. In het licht van artikel 8 lid 3 van de richtlijn bezien kan artikel 21 lid 1 als grondslag dienen waarbij Nuon gekwalificeerd wordt als instelling voor maatschappelijke dienstverlening te weten het leveren van energie. Voorwaarde is wel dat aan de medewerkers van Nuon een gelijkwaardige geheimhoudingsplicht wordt opgelegd als bij andere gezondheidswerkers. De plicht zal op individuele basis moeten worden overeengekomen met de betrokken medewerkers en volgt niet reeds uit het convenant.
BLAD
5 van 6
DATUM ONS KENMERK
12 september 2005 z2005-0598
Het CBP hoopt met het bovenstaande u voldoende aanwijzingen te geven voor een constructieve oplossing. Mocht u behoefte hebben aan een nadere toelichting dan kunt u uiteraard met de in het briefhoofd genoemde contactpersoon contact opnemen. Hoogachtend,
mr. dr. J. Beuving Collegelid
BLAD
6 van 6