,11,111J1 J1,111!!!III1 ,!1 GPD
17.07.2015
0117
ezondheid &Jeugd zhz Karel Lotsyweg 40 Postbus 166, 3300 AD Dordrecht t 078 770 8500 f 078 770 8501
Gemeente Papendrecht Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus 11 3350 AA PAPENDRECHT
e
[email protected] w www.dienstgezondheidjeugd.n1
Dordrecht, 13 juli 2015
Ons kenmerk: UIT/ 1502058 Betreft: Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2016
Geacht College,
Op donderdag 2 juli jl. heeft het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 vrijgegeven (zie bijlage bij deze brief, inclusief samenvatting in de vorm van een infographic). In deze brief willen we u graag informeren over het verdere proces.
Wij hechten er aan te benadrukken dat de nota is opgesteld ten behoeve van de gemeenten. U bent eigenaar van de nota en kunt deze gebruiken in uw gemeentelijk besluitvormingsproces.
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 De regionale nota beschrijft de uitgangspunten, doelstellingen en de wijze van evalueren voor het gezondheidsbeleid in Zuid-Holland Zuid in de periode 2016 tot en
met 2019. De nota is gebaseerd op de nota van uitgangspunten 2016-2019 (vastgesteld door het Algemeen Bestuur dd. 27-11-2014), de evaluatie van de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 (zie bijlage bij deze brief), de Toekomstverkenning Zuid-Holland Zuid (regionaal richtinggevend kader) en het Nationaal Programma Preventie (landelijk richtinggevend kader).
Besluitvorming door gemeenteraden De volgende stap is het voorleggen van de nota in de lokale colleges. U wordt gevraagd dit binnen uw gemeente te organiseren en de nota met een positief advies ter besluitvorming voor te leggen aan uw gemeenteraad. Lokale vertaalslag Na vaststelling van de regionale nota door uw gemeenteraad, kunt u aan de slag met
de lokale vertaling van het gezondheidsbeleid. Hiervoor is een format bijgevoegd bij deze brief.
Ook is een flyer toegevoegd over de Toekomstverkenning. De Toekomstverkenning bevat onder andere een digitale databank met regionale en lokale cijfers over
gezondheid en participatie. Deze cijfers kunt u gebruiken bij het bespreken van de nota in uw gemeenteraad en bij het maken van de lokale vertaling van het gezondheidsbeleid.
GGD
onderdeel van de Dienst Gezondheid & Jeugd, partner in de regio Luid -Holland Luid
ezondheid &Jeugdzhz
Uitwerken van doelstellingen in preventie aanpak De komende periode wordt de benodigde inzet voor het behalen van de doelstellingen van de nota, samen met de gemeenten, verder uitgewerkt in (a) een regionale preventie aanpak en (b) een subregionale/lokale preventie aanpak. Beide aanpakken worden meegenomen in het meerjarenbeleidsplan van de Dienst Gezondheid & Jeugd. Een mogelijke invulling van de activiteiten is beschreven in het document Activiteiten
gericht op het behalen van de doelstellingen van de nota (zie bijlage; ter info).
Met vriendelijke groet, Het dagelijks bestuurAain de Dienst Gezondheid & Jeugd, Namens deze,
/
I
De secretaris,
A. Wijten Directeur Dienst Gezondheid & Jeu d a.i.
Bijlagen: - Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 (vast te stellen door de gemeenteraad) -
Samenvatting in de vorm van infographic (ter info) Evaluatie regionale nota volksgezondheid 2012-2015 (ter info) Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de nota (ter info) Format voor lokale paragraaf (ter info) Flyer Toekomstverkenning (ter info)
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
Bijlage bij adviesnota AB 2 juli 2015
20 mei 2015
ezondheid &Jeugd
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
20
2015
2
Colofon De Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 is van de 17 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid:
E. LEERDAk gemeente
eg E
KORENDIJK
Zederik
Papendrecht
a ni gemeente
Binnenmaas
lendrik-Ido-Ambacht Gemeente Sliedrecht
gerneentI és \ do. e
OUD
17'
Garmt _
te
narainxveaa-untssenaam
BEIJER
LAND
Molenwaard M01(
gemeente Cromstruen
buitengewoon...
Gemeente
Alblasserdam
Gemeente
DORDRECHT
Giessenlanden
zt4ijildrecht
GEMEENTE
" S T R I J E N
Zuid-Holland Zuid, 20 mei 2015
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
20 m ei 2015
GORINCHEM
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
20 mei 2015
4
Inhoudsopgave Infographic 1.
Inleiding 1.1 1.2 1.3
2.
3.
4.
Maatschappelijke ontwikkelingen Achtergrond en totstandkoming Leeswijzer
Visie op gezondheid 2.1
Van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag
2.2
Het ambitieniveau
Gezondheidsbescherming 3.1 Inleiding en uitgangspunten 3.2 3.3
Voorbereiding op de dreiging van infectieziekten en rampen
3.4
Integrale gezondheidsadvisering voorafgaand aan besluitvorming
4.2 4.3
Inleiding en uitgangspunten Jeugdgezondheidszorg Preventieve ouderengezondheidszorg
Gezondheidsbevordering 5.1 5.2
10 10 10 10 12 12 13 14 14 14
Advisering rondom gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg
Ziektepreventie 4.1
5.
7
Inleiding en uitgangspunten Gezondheidsbevordering: zo dicht mogelijk bij de burger vanuit een
integrale aanpak 5.3 Het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen 5.4 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd 5.5 Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen 5.6 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij zwangere vrouwen
16 16 18 18 18 20 22 22 23 23 25 26 27
Bijlage 1 - Wettelijk kader
28 28 Sturing ...................................................................................................... 28
Wet publieke gezondheid
Vier pijlers van de publieke gezondheid .........................................................28 Wet maatschappelijke ondersteuning Beleidsmatige afstemming Wpg en Wmo Omgevingswet en beleidsmatige afstemming met Wpg
Bijlage 2 - Proces van totstandkoming
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 20 met 2015
29 29 30 32
5
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
20 me. 2015
6
Infographic Zie volgende pagina voor de infographic (grafische weergave van de inhoud van de
regionale nota gezondheidsbeleid 2016-2019).
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
70
20 I.
7
(filiiimaliJanigtinanmo p6nalpatipuo00ijigualp mani,ne 0m00000
..,,n0AM113139
lir
oz-1101 p9.1.p.3100000 0109 ...abdij
.0 000 M.M.. 3
'610Z-910Z 100000106100600 00000043 d. P100001105 00 BIOZ %DI Dil 1.090 0000. 0000000 0009 aa
9111IN rt,4 1
00000000
14
doonualimisiunani ap ton 010p0. 311g
0i d0 013104 4
luemonan
salApv toaa,aaum13
,,loiap.oramem .
bunasiApesplaypuozatt aietfiatui 00 9utti6Ay 40 nataw .s.oa!stispiattpuoza5 6uista9ttag . attuanaduana!zattaaw .
011113093ANVVI 4
, 4
esiaA a 0
uawattatspiwaq anpue taw prattp50056 anayind htupwgiatt imluee welbalui mem 01¢1305 8!A P '1a6Ing op bami()
0 lk
oNINE3Has3gspiaijpuoza8
-
1L13001u9ti10
uw, uatapuutaq ua ilustaal apuaza6 'playieecpaam aleitian .
0
oapliDiaq
platipuoza8 do *140'
3ISIA
VIIIIIII-3 °Soi:oAvn 101 10 :e
pdde
ti
n eew .
.0u,artinpplg ;Main
ic z
ela ul af i
dUnigi.aq
hinntaagpunrahpfinar . itt3e 1183A
311N3A3?Jd8llall
1110 (10!JO
wulp ozas
rqd.)0
ss
a~111/ smunnaLP tien pipypti0146 plaipind Op pen 1.19191)10091] Pa UPUllalpSal WI 1006
uAaJej 9 40015 mnruOti.to,
por 80000.00 .
0100039.0we1000pduiIMA M plaijaucza6 plaaand kam ap supPinn sla appipapla9
ualuaawafi 11110p10OkaillemA . OB117.30113MVVI
04.0apfa 00nar
sioz-noz pialaqspiaqpuozao eioN aieudag
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 mei 2015
9
1. Inleiding 1.1 Maatschappelijke ontwikkelingen Vanaf 2015 zijn gemeenten binnen het sociaal domein verantwoordelijk voor jeugdzorg en grotere delen van werk en inkomen, zorg aan langdurig zieken en zorg aan ouderen. Deze taken zijn vanuit het Rijk gedecentraliseerd. Centrale begrippen in de decentralisaties zijn het voeren van de regie op het eigen leven en participeren in de maatschappij. De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid willen de recente ontwikkelingen in het sociaal domein integraal oppakken middels een regionale nota gezondheidsbeleid. De nota gezondheidsbeleid heeft tot doel de hulpvragen van inwoners nog meer aan de
voorkant te signaleren en af te vangen, om zo zwaardere hulpvragen en een beroep op de zorg te voorkomen. Het transformatieproces binnen de decentralisaties biedt veel
kansen voor preventie. De gemeenten vinden het wenselijk om de uitwerking van het gezondheidsbeleid te richten op het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen en het bevorderen van maatschappelijke participatie. Gezonde mensen participeren meer, en mensen die (weer gaan) participeren voelen zich gezonder.
1.2 Achtergrond en totstandkoming Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) medeverantwoordelijk voor het beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid van de inwoners. Zij stellen hiervoor iedere vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid op. In opdracht van het Algemeen Bestuur heeft de Dienst Gezondheid & Jeugd de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 voor de gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid ontwikkeld.
De Regionale Nota Gezondheidsbeleid is gebaseerd op de Nota van Uitgangspuntenl, de evaluatie van de regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015 2, de Toekomstverkenning Zuid-Holland Zuid3 (regionaal richtinggevend kader) en het Nationaal Programma Preventie 4 (landelijk richtinggevend kader). De Regionale Nota Gezondheidsbeleid beschrijft de uitgangspunten en de concrete uitvoering voor het
gezondheidsbeleid in Zuid-Holland Zuid in de periode 2016 tot en met 2019. Gemeenten kunnen de hoofdlijnen uit de nota gebruiken om invulling te geven aan hun verantwoordelijkheden uit de Wpg en deze verwerken in de lokale nota gezondheidsbeleid.
1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 behandelt de context waarbinnen het beleid voor de publieke gezondheid in de regio Zuid-Holland Zuid wordt vormgegeven, met aandacht voor de visie op gezondheid en de algemene uitgangspunten die hierbij worden gehanteerd.
Dienst Gezondheid &Jeugd (2014). Nota van Uitgangspunten Gezondheidsbeleid 2016-2019. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 27 november 2014. 2 Dienst Gezondheid &Jeugd (2015). Evaluatie regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015. www.dienstoezondheidieucid.nlitoekomstverkenning 4 Rijksoverheid (2013).
Alles is gezondheid. Het Nationaal Programma Preventie 2014 - 2016. www.allesisaezondheid.n1
De hoofdstukken 3 t/m 5 beschrijven de doelstellingen en meetmomenten van gemeenten aan de hand van drie type preventieve maatregelen. Deze type maatregelen worden van oudsher in de Wpg onderscheiden: gezondheidsbescherming (hoofdstuk 3), ziektepreventie (hoofdstuk 4) en gezondheidsbevordering (hoofdstuk 5). I n bijlage 1 worden de wettelijke kaders van de Wpg, de Wmo en de Omgevingswet
uiteengezet. Bijlage 2 beschrijft het proces van totstandkoming van de nota.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 mei 2015
11
2. Visie op gezondheid 2.1 Van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag Het begrip "gezondheid" is aan verandering onderhevig. De Nederlandse overheid hanteert een definitie van gezondheid die niet meer draait om de afwezigheid van ziekte of beperking,
maar om het vermogen van mensen zich aan te passen en een
eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven'. De regio Zuid-Holland Zuid sluit zich voor het gezondheidsbeleid in de periode 2016-2019
VISIE op gezondheid
bij deze nieuwe definitie van gezondheid aan.
Rode draad in de nieuwe definitie van gezondheid is de omslag van denken in termen van Ziekte en Zorg (oude definitie) naar Gezondheid en Gedrag (nieuwe definitie) 6. Idealiter volgt hierna de omslag naar Mens en Maatschappij, waarbij gezondheid en gedrag worden benaderd vanuit de menselijke en maatschappelijke mogelijkheden. In plaats van te benadrukken wat mensen niet meer kunnen als ze ziek zijn, staan de menselijke competenties, het vermogen zich aan te passen aan de omstandigheden en participatie centraal. Gezondheid is immers kunnen doen wat je wilt doen. Daarnaast is het belangrijk rekening te houden met de sociale en fysieke omgeving waarin mensen leven, wonen en werken. Bijvoorbeeld waarin de aanwezigheid van groen en ruimte uitnodigt tot bewegen en een sociale omgeving die uitdaagt tot meedoen. De nieuwe manier van denken heeft gevolgen voor de wijze waarop de publieke gezondheidszorg wordt georganiseerd. De rol van de burger, van zorgprofessionals en
van gemeenten verandert mee. Naast de hectiek en dynamiek die dit oplevert, leidt het ook tot kansen: nieuwe mogelijkheden om gezondheid, welzijn, preventie, zorg en
participatie (meer) met elkaar te verbinden op lokaal, subregionaal en regionaal niveau. Dit is een belangrijke taak van de sociale teams en jeugdteams, die inmiddels in veel gemeenten gevormd zijn. Daarnaast vinden de gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid het wenselijk om de uitwerking van het gezondheidsbeleid te richten op het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen en het bevorderen van maatschappelijke participatie, vanuit een integrale, structurele en settinggerichte benadering. Het gezondheidsbeleid in Zuid-Holland Zuid wordt in de periode 2016-2019 op de
volgende uitgangspunten' gebaseerd: Gezondheid is ongelijk verdeeld over de bevolking: laagopgeleiden leven korter en minder lang in goede gezondheid dan hoogopgeleiden.
Gezondheid draait om veerkracht: het vermogen om om te gaan met tijdelijke of blijvende veranderingen in de lichamelijke en geestelijke conditie.
Maatschappelijke participatie bevordert de gezondheid en vice versa.
Een integrale, structurele en settinggerichte benadering van gezondheid vergroot de kans op een actieve participatie van burgers aan de maatschappij. ' Rijksoverheid (2013). Alles / 5 gezondheid. Het Nationaal Programma Preventie 2014 - 2016. www.allesisgezondheid.n1 Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (2010). Perspectief op gezondheid 20/20.
'Voor een toelichting op de uitgangspunten wordt verwezen naar de Nota van Uitgangspunten Gezondheidsbeleid 2016-2019.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 l 18 mei 2015
12
2.2 Het ambitieniveau De maatschappelijke opgave voor de komende jaren is om de zorgconsumptie sterk te laten verminderen. Gemeenten zetten in op een lokale aanpak om de eigen kracht van de inwoners maximaal te benutten. Hierbij kan het niet zoals het altijd is gegaan; er zullen aanpassingen nodig zijn. Vanuit de visie op gezondheid wordt ingezet op participatie en preventie om de behoefte aan zwaardere zorg te verminderen of in ieder geval uit te stellen. Vanuit de evaluatie over de beleidsperiode 2012 t/m 2015 is vastgesteld dat de gezondheidsbevorderende interventies laten zien dat er, volgens de doelstellingen, een daling is gerealiseerd bij het overgewichtspercentage in Dordrecht, een daling van het alcoholgebruik van jongeren <18 jaar in Zuid-Holland Zuid en een stabilisering van het regionale overgewichtspercentage bij de jeugd. De mentale weerbaarheid van inwoners in de regio is stabiel gebleven. Landelijke trends zijn vergelijkbaar en laten zien dat het
realiseren van een stabilisering een opvallend goed resultaat is. Met de transformatie in gedachten ligt de focus van gemeenten de komende periode
voornamelijk op de inhoudelijke vernieuwing en cultuur binnen het sociaal domein. Voor het gezondheidsbeleid is het de ambitie om in te zetten op het vasthouden van het huidige niveau van gezondheid en welzijn.
Om dit ambitieniveau de komende vier jaar te realiseren, zijn - in afstemming met het WM0- en participatiebeleid - de uitgangspunten voor het gezondheidsbeleid in de periode 2016-2019 opgesteld. Deze uitgangspunten worden in de volgende hoofdstukken uitgewerkt.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
L3me. 20 L5
13
3. Gezondheidsbescherming 3.1 Inleiding en uitgangspunten Gezondheidsbescherming richt zich op het beschermen van burgers tegen gezondheidsrisico's waar zij zichzelf niet tegen kunnen beschermen. Gezondheidsrisico's zijn bijvoorbeeld de verspreiding van infectieziekten, slechte hygiënische omstandigheden en milieutechnische gevaren. Deze gezondheidsrisico's vragen een collectieve en preventieve aanpak om gezondheidsproblemen te voorkomen. Dit is een wettelijke taak vanuit de Wpg. Gemeenten hebben hierin weinig beleidsvrijheid. Het Rijk bepaalt het beleid en de richtlijnen voor gezondheidsbescherming. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor een effectieve regionale inrichting van de gezond heidsbescherming .
gezondheidsBESCHERMING milieu en hygiëne gezondheidsadvisering
Nog
WEINIG BELEIOS VWO
In paragraaf 3.2 tot en met paragraaf 3.4 worden de voorbereiding op de dreiging van infectieziekten en rampen, de advisering rond gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg en de integrale advisering voorafgaand aan besluitvorming ruimtelijke ordening plannen beschreven.
De gemeenten hanteren voor de gezondheidsbescherming de volgende uitgangspunten:
Gemeenten bereiden zich voor op de dreiging van terugkerende en nieuwe infectieziekten en rampen. Gemeenten leggen daarbij het accent op preventie, vroegtijdige signalering en bestrijding gericht op risicogroepen. Gemeente zorgen voor adequate advisering ten aanzien van gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg. Gezondheidsbescherming wordt vanuit een integrale benadering vormgegeven.
3 ? Voorbereiding op de dreiging van infectieziekten en rampen Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om zich voor te bereiden op (de dreiging van) bestaande en opkomende nieuwe infectieziekten. Dit doen ze ter bescherming van burgers uit onze regio. De lage vaccinatiegraad in sommige gemeenten maakt de regio Zuid-Holland Zuid op dit vlak bijzonder. Prioriteit ligt bij burgers die kwetsbaar zijn voor infectieziekten (ouderen, kinderen en zwangeren).
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 1,,
De uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van infectieziektepreventie
gebeurt door de Dienst Gezondheid &Jeugd.
Samenhang met de Veiligheidsregio De gemeenten bereiden zich voor met (beheers)maatregelen op (grootschalige) infectieuitbraken en rampen. Deze zijn binnen de Veiligheidsregio beschreven in het risicoprofiel Zuid-Holland Zuid. Het bestuur van de Veiligheidsregio ZHZ heeft conform de Wet Veiligheidsregio het Regionaal Risicoprofiel ZHZ vastgesteld, waarin ook het thema
gezondheid is opgenomen in de vorm van scenario's m.b.t. infectieziekten.
3.2.1 Wat is de huidige situatie? Sinds 2005 zijn de taken rondom infectieziektebestrijding, hygiënepreventie en medische milieukunde verder geprofessionaliseerd. Landelijke ontwikkelingen en professionele normen zorgen voor een verbetering in kwaliteit en effectiviteit in preventie en bestrijding van gezondheidsproblemen. De infectieziektebestrijding en medische
milieukunde zijn meer landelijk georganiseerd. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft sturing aan de bestrijding en richtlijnontwikkeling. Een basisuitvoering van de wettelijke taken op het gebied van gezondheidsbescherming in de regio is noodzakelijk om een landelijke dekkend netwerk van infectieziektebestrijding en medisch milieukunde te borgen. Hiertoe heeft in de regio Zuid-Holland Zuid in de achterliggende periode een inhaalslag plaatsgevonden. Momenteel is de inzet gericht op borging van de resultaten van deze inhaalslag, om burgers in de regio het vereiste niveau van gezondheidsbescherming te kunnen bieden.
3.2.2 Wat willen de gemeenten bereiken? 1. De gemeenten voeren de wettelijke taken op inspectieniveau en zoals vastgesteld
in het Beleidskader Gezondheidsbescherming uitgevoerd; 2. De gemeenten beschermen kwetsbare burgers op locaties met hoge risico's op verspreiding van infectieziekten door adviezen en interventies gericht op het verminderen van de risico's, en door voorlichting aan de doelgroep hoe zij hier zelf aan kunnen bijdragen; 3. De gemeenten dragen zorg voor afstemming en samenwerking met ketenpartners
op zowel management-, operationeel- als medisch inhoudelijk niveau in de regio ZHZ om verspreiding van infectieziekten te voorkomen;4. De gemeenten zijn voorbereid om snel en adequaat te reageren op dreiging en uitbraken van oude en nieuwe ziekten en hiermee ook op de risico scenario's van de Veiligheidsregio.
3.2.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? 1. De meetbare doelstellingen worden geformuleerd in de uitwerking van het
Beleidskader Gezondheidsbescherming; 2. Het aantal (toegepaste) adviezen per jaar aan geprioriteerde risicolocaties, zoals
woonzorginstellingen, zorgboerderijen en medisch kinderdagverblijven; 3. Met alle betrokken ketenpartners wordt minimaal jaarlijks afgestemd over infectieziektebestrijding, zoals het gebruik van het Regionaal Meldpunt Uitbrakens.
g Het
Regionaal Meldpunt Uitbraken is een beveiligde website (in oprichting) waar medische zorginstellingen uitbraken van infectieziekten kunnen melden aan GGD'en en aan elkaar.
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
i-
e
2,)
3.3 Advisering rondom gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg Vragen van gemeenten, burgers en gemeentelijke instanties over gezondheidsrisico's uit de omgeving worden in opdracht van gemeenten door de Dienst Gezondheid & Jeugd onderzocht en beantwoord. Het kan gaan om gezondheidsrisico's die veroorzaakt worden door factoren in de omgeving, zoals geluid, lucht en gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld bodemverontreiniging); of risico's door stoffen of materialen in huis, zoals koolmonoxide, kwik en loden waterleidingen. Daarnaast zijn er risico's op regio gebonden grootschalige milieu-incidenten op het spoor, de weg of het water waarbij gevaarlijke stoffen kunnen vrijkomen, bijvoorbeeld het rangeerterrein van Kijfhoek en incidenten bij risicovolle bedrijven, ook buiten de regio, zoals industrieterrein Moerdijk.
3.3.1 Wat is de huidige situatie? Gemeenten en burgers hadden de afgelopen jaren op het terrein van de Medische Milieukunde onder andere vragen over ARBO, asbest, bestrijdingsmiddelen, bodemverontreiniging, elektromagnetische velden, fijn stof, geluid, integraal adviezen nieuwbouw, en luchtkwaliteit. Ook is er uitvoering gegeven aan het project betreffende de mechanische ventilatie op basisscholen ten behoeve van de optimalisering van het binnenmilieu. Omtrent deze terreinen zijn er meerdere beleidsadviezen gegeven. Al deze terreinen behoeven verdere aandacht en borg ing binnen de gemeenten. Bij calamiteiten is de verdeling van de verantwoordelijkheid wettelijk vastgelegd in de Wet op de Veiligheidsregio's. De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft hierin de wettelijke
taak de publieke gezondheid te beschermen. In voorkomende gevallen kan de Dienst ook ongevraagd adviseren.
3.3.2 Wat willen de gemeenten bereiken? Gemeenten beschermen hun burgers tegen gezondheidsrisico's waar zij zichzelf niet tegen kunnen beschermen: 1. De gemeenten bevorderen het gezonde gedrag van burgers door middel van ingrepen in de fysieke leefomgeving. De nieuwe Omgevingswet, die in voorbereiding is, dicht een grotere rol toe aan gemeenten betreffende de inrichting van de fysieke omgeving; 2. De gemeenten willen dat technische hygiëne- en milieukundige aspecten betrokken worden bij het opstellen van het provinciale omgevingsplan.
3.3.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? 1. De gemeenten geven de Dienst Gezondheid & Jeugd opdracht om bij te houdenhoeveel beleidsadviezen zijn gegeven op het gebied van Medische
Milieukunde en Technische Hygiënezorg en aan wie; 2. De gemeenten geven de Dienst Gezondheid & Jeugd opdracht om een jaarlijkse regionale rapportage omtrent het technische hygiëne- en milieubeleid van de individuele gemeente op te stellen.
3.4 Integrale gezondheidsadvisering voorafgaand aan besluitvorming De fysieke woon- en werkomgeving heeft effect op de gezondheid van mensen. Een fysieke omgeving kent enerzijds risico's voor de gezondheid (industrie, verkeer, verspreiding infectieziekten, e.d.), maar kan ook kansen bieden voor gezondheid
(inrichting van de openbare ruimte die uitnodigt tot bewegen, aanbod sportfaciliteiten in de buurt, e.d.). Om de gezondheid te beschermen en te bevorderen is samenwerking tussen beleidsterreinen als ruimtelijke ordening, verkeer, jeugd, sport, welzijn en
Dienst Gezondheid & jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
volksgezondheid nodig. Vanuit de Wpg wordt aanbevolen aandacht te geven aan preventieve technische hygiëne, het beperken van infectieziekterisico's in buitenmilieu, medisch milieukundige adviezen en gezondheidsbevorderende adviezen.
3.4.1 Wat is de huidige situatie? Gemeenten vragen - hoewel er sprake is van een wettelijke taak vanuit de Wpg - slechts sporadisch aan de Dienst Gezondheid & Jeugd integrale gezondheidsadviezen af te geven bij ruimtelijke ordening plannen, bijvoorbeeld bij de bouw van scholen, kindercentra en sporthallen. De gezondheidsmonitor van Zuid-Holland Zuid geeft aan dat ruim één op de tien inwoners bezorgd is over zijn gezondheid vanwege milieufactoren in de leefomgeving
(o.a. geluid door wegverkeer (24%), gevaarlijke stoffen (4°/0), omgevingsgeur (25%)). Vanuit de GHOR wordt door de Dienst op aanvraag advies gegeven aan gemeenten
betreffende de gezondheidsaspecten van een te organiseren evenement. Deze adviezen worden multidisciplinair opgesteld.
3.4.2 Wat willen de gemeenten bereiken? gemeenten hebben bij besluitvormingsprocessen met betrekking tot ruimtelijke ontwikkeling inzichtelijk welke afwegingen gemaakt zijn met het oog op gezondheidsbescherming- en bevordering; 2. De gemeenten weten wanneer de GHOR aan de Dienst Gezondheid & Jeugd heeft gevraagd advies uit te brengen over gezondheidsrisico's bij evenementen.
1. De
3.4.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of gemeenten de doelstellingen hebben gehaald, worden de afgegeven
integrale gezondheidsadviezen gemonitord en wordt procesevaluatie uitgevoerd: 1. De gemeenten vragen de Dienst Gezondheid & Jeugd aan te geven hoeveel integrale gezondheidsadviezen zijn verstrekt aan gemeenten; 2. De gemeenten evalueren de samenwerking tussen de gemeente, de Omgevingsdienst en de Dienst Gezondheid & Jeugd met als doel te sturen op een effectieve integrale besluitvorming; 3. De gemeenten evalueren jaarlijks de gevraagde en ontvangen gezondheidsadviezen op het gebied van evenementen, waarbij in ieder geval
wordt bekeken of er informatie gemist is en of adviezen ontbraken bij bepaalde evenementen.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
1.-3
e 2 15
17
4. Ziektepreventie 4.1 Inleiding en uitgangspunten . 0 0
Ziektepreventie omvat maatregelen die gericht zijn op het voorkomen van specifieke (infectie)ziekten of de vroege signalering daarvan, door middel van signalering en gedragsbeïnvloeding. I n dit hoofdstuk staan twee wettelijke taken vanuit de Wpg centraal: jeugdgezondheidszorg (paragraaf 4.2) en preventieve ouderengezondheidszorg
(paragraaf 4.3).
nektePREVENTIE
Voor het thema ziektepreventie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Via de jeugdgezondheidszorg hebben gemeenten alle kinderen in beeld. Ieder kind dat extra aandacht nodig heeft, krijgt dit (en blijft in beeld). Gemeenten hebben zicht op de kwetsbare ouderen. Gemeenten zetten
maatregelen in voor specifieke stoornissen bij ouderen; gericht op functiebehoud en het bestrijden van kwetsbaarheid.
4.2 Jeugdgezondheidszorg De 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid hanteren een gezamenlijk subsidiekader voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ). voor de uitvoering van de wettelijke taken uit het basispakket JGZ 9. Het subsidiekader geldt tot en met 31 december 2017, met een optie tot verlenging voor de jaren 2018 en 2019. Het Consortium Rivas/Careyn (hierna: Consortium) is uitvoerder van de JGZ. Zij is primair verantwoordelijk voor het daadwerkelijk signaleren van stoornissen en het voorkomen van problemen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. Het Consortium werkt volgens landelijk vastgestelde richtlijnen voor de dienstverlening. De Dienst Gezondheid & Jeugd voert namens de gemeenten het account en contractbeheer. Jeugdgezondheidszorg is breder dan alleen ziektepreventie. De JGZ-professionals van het
Consortium leveren een bijdrage aan het gezond en veilig opgroeien van de jeugdigen in de regio. Om dit doel te bereiken is samenwerking van het Consortium met andere 9 Dit
bedrag geldt voor de uitvoering van het basispakket JGZ. Wanneer hierbij ook de middelen voor het beheer van het
Extra Contactmoment Adolescenten worden vanuit het Rijk middelen aan de gemeenten verstrekt. In 2014 was dit in totaal ruim C400.000,- voor ZHZ. Definitieve besluitvorming over de structurele besteding van de middelen voor het Extra Contactmoment Adolescenten is op het moment van schrijven van deze nota nog niet afgerond en daarom niet betrokken bij de
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
18 mei 2015
18
professionals op het terrein van jeugdigen en de aansluiting bij bestaande en nieuwe
(zorg)structuren in gemeenten en in het onderwijs, onmisbaar.
4.2.1 Wat is de huidige situatie? Per 1 januari 2015 is het nieuwe basispakket JGZ van kracht. Alle kinderen krijgen de basiszorg die voortvloeit uit het basispakket. Doel van het nieuwe basispakket JGZ is het pakket te moderniseren op grond van wetenschappelijke inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen en beter te laten aansluiten op de stelselwijziging jeugd. Twee belangrijke wijzigingen zijn: 1. De JGZ-professionals signaleren en geven voorlichting, advies, instructie en begeleiding. Hiermee kan de eigen kracht van kinderen, jongeren en ouders worden versterkt en (indien mogelijk) kunnen ervaren problemen worden genormaliseerd. Preventie en lichte ondersteuning kunnen zwaardere hulp
mogelijk voorkomen. Na het signaleren van een (risico)situatie of probleem vindt zo nodig ondersteuning plaats vanuit de preventieve activiteiten op grond van de Jeugdwet; 2. Het contactmoment voor adolescenten is als taak toegevoegd aan het basispakket. Er is daardoor een structureel aanbod beschikbaar voor jongeren
vanaf 14 jaar. Tijdens dit contactmoment besteedt het Consortium in ieder geval aandacht aan gezond gewicht, roken, gebruik van alcohol en drugs, veilig vrijen, sport en bewegen, internetgebruik en gameverslaving, weerbaarheid, depressie en schoolziekteverzuim. In 2015 maken de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid gemeenschappelijk nieuwe afspraken met het Consortium. Deze worden vastgelegd in de herziene
uitvoeringsovereenkomst voor de uitvoering van het basispakket JGZ in de jaren 2016 en 2017. De gemeenten hebben de Dienst Gezondheid & Jeugd gevraagd namens hen met het Consortium de onderhandelingen voor de nieuwe overeenkomst te voeren. De aanbevelingen uit het rapport van de Dienst Gezondheid & Jeugd "Tussentijdse evaluatie JGZ 2012-2014" zijn leidraad voor de nieuwe contractafspraken.
De gemeente richten zich op het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd en het versterken van de mentale weerbaarheid van de jeugd. Voor de prestatieafspraken met het Consortium zoekt de Dienst daarom aansluiting bij de doelstellingen uit paragraaf 5.3 en 5.4 van het hoofdstuk Gezondheidsbevordering.
4.2.2 Wat willen de gemeenten bereiken? De gemeenten willen de gezonde ontwikkeling van de jeugd bevorderen. Hiervoor stellen ze zich de volgende doelen: De gemeenten willen een gezond opgroeiklimaat en goede basisvoorzieningen
voor alle jeugd in Zuid-Holland Zuid. De gemeenten gaan uit van de eigen kracht van jeugd en ouders. De gemeenten hebben daarbij oog voor degenen die het op eigen kracht (nog) niet kunnen. De gemeenten bieden hen, via het Consortium en andere basisvoorzieningen, tijdig en waar mogelijk tijdelijk, de juiste ondersteuning; De gemeenten willen een goede, gedegen en kwalitatief hoogstaande integrale jeugdgezondheidszorg voor de 0- tot 19-jarigen, met specifieke aandacht voor risicokinderen, zoals gesteld in de visie op jeugdgezondheidszorg in het subsidiekader JGZ;
Dienst Gezondheid & JeJgd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I '
De gemeenten willen dat het Consortium alle risicokinderen en -gezinnen tijdig signaleert en deze voldoende intensief volgt om de veilige ontwikkeling van de kinderen te bevorderen en bewaken.
4.2.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? De gemeenten meten het succes van de uitvoering door: I n opdracht van de gemeenten meet de Dienst Gezondheid & Jeugd de gezondheidstoestand van de jeugdigen van 0-19 in Zuid-Holland Zuid door deze collectief te monitoren. Hiervoor gebruikt de Dienst geanonimiseerde gegevens
die door het Consortium zijn verzameld tijdens individuele contactmomenten met jeugdigen. De Dienst voorziet haar epidemiologische analyses van adviezen aan de gemeenten; In opdracht van de gemeenten meet de Dienst Gezondheid & Jeugd de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg op basis van de verantwoordingsafspraken die zijn vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst met het Consortium; Om vast te stellen of gemeenten de doelstellingen hebben gehaald voor het bevorderen van de gezondheid van de jeugd, worden evaluaties uitgevoerd. Dit is beschreven in paragraaf 5.3 en 5.4 van deze nota. De Dienst Gezondheid & Jeugd betrekt bij deze evaluaties ook de beschikbare geanonimiseerde gegevens die door het Consortium zijn verzameld tijdens individuele contactmomenten met jeugdigen.
4.3 Preventieve ouderengezondheidszorg Het Wmo beleid is erop gericht dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en deelnemen aan de samenleving en biedt ondersteuning. De preventieve ouderengezondheidszorg uit de Wpg is aanvullend aan de Wmo. Het richt zich op de bevordering van de gezondheid en veerkracht van ouderen en zit aan de voorkant van de Wmo. De Wmo en de Wpg versterken elkaar, zodat ouderen langer participeren en zelfredzaam kunnen zijn.
Het aantal ouderen (65 -plussers) in de regio Zuid-Holland Zuid groeit de komende jaren van 83.094 in 2012 naar 115.594 in 2025. De levensverwachting van ouderen neemt ook toe. Dit is te danken aan preventie (medicatie en leefstijl) en medische behandeling. Veel ouderen blijven actief en 60% van de 65 -plussers in onze regio voelt zich gezond. Zij participeren door vrijwilligerswerk, mantelzorg en arbeid.
Maar, ouderdom komt met gebreken en hoe ouder men wordt, hoe groter het risico op kwetsbaarheid. In onze regio heeft 86% van de 65 -plussers één of meer chronische
ziekten. Kwetsbaarheid groeit met de leeftijd en met het wegvallen van functies (fysiek en mentaal), sociale contacten en gezondheidsvaardigheden. Ziektepreventie bij ouderen richt zich daarom niet op het voorkomen van (chronische) ziekten, maar op het goed kunnen omgaan met ziekten en kunnen leven met beperkingen. Om invulling te geven aan de wettelijke taak van ziektepreventie bij ouderen, meten en monitoren gemeenten de gezondheidssituatie van ouderen (65 -plussers), de belangrijkste stoornissen en ziekten en de risicofactoren van kwetsbaarheid. Op basis hiervan worden gerichte maatregelen ingezet om de veerkracht van ouderen te bevorderen en kwetsbaarheid tegen te gaan bij ouderen die nog niet kwetsbaar zijn, maar wel een verhoogd risico hebben dit te worden. Het doel is functiebehoud op fysiek, mentaal en sociaal gebied, zodat ouderen zich langer gezond en vitaal voelen. De
Dienst Gezondheid & Jeugd i Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
gerichte maatregelen hebben betrekking op gezondheidsbevordering, gezondheidsvaardigheden en krachtig ouder worden. Gemeenten betrekken ouderen,
welzijns- en zorgpartijen bij de preventieve ouderengezondheid.
Voor de doelstellingen van de gemeenten ten aanzien van het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen en het krachtig en vitaal ouder worden verwijzen we naar paragraaf 5.5 van het hoofdstuk Gezondheidsbevordering.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
1;-- me, 20 5
21
5. Gezondheidsbevordering 5.1 Inleiding en uitgangspunten Gezondheidsbevordering richt zich op het bevorderen en het in stand houden van een gezonde leefstijl en een gezonde sociale en fysieke omgeving, zowel van individuen als van groepen mensen. Dit is wettelijk een taak vanuit de Wpg. Voor de invulling van deze taak hebben gemeenten veel beleidsvrijheid, omdat de focus en aanpak afhangt van de lokale situatie en/of doelgroepen. Maatwerk verhoogt de effectiviteit van interventies en beleid.
gezondheidsBEVORDERING leefstijl en bevorderen van eigen kracht o.a via sociale teams publieke gezondheid met andere beleidsterreinen
Wijken gebiedsgerichte gezondheidsbevordering is een belangrijk uitgangspunt voor dit maatwerk; aansluitend op de lokale behoeften van gemeenten en gericht op het versterken van de (nog verder te ontwikkelen) sociale teams en jeugdteams. Versterking van de sociale teams en jeugdteams door gezondheidsbevordering zorgt dat hulpvragen aan de voorkant nog meer worden gesignaleerd en worden afgevangen, om zwaardere hulpvragen te voorkomen. De gebiedsgerichte benadering wordt, waar nodig, gecomplementeerd door een aanpak op (sub-) regionaal niveau en sluit waar wenselijk aan op een aanpak op landelijk niveau. Daarnaast is het van belang dat gezondheidsbevordering uitgaat van een integrale aanpak door verbindingen te leggen tussen de publieke gezondheid en andere beleidsterreinen, zoals sportbeleid, ruimtelijke ordening en welzijn. Voor het thema gehanteerd:
gezondheidsbevordering
worden
de
volgende
uitgangspunten
Gezondheidsbevordering vindt dicht bij de burgers plaats op wijk-, buurt- of dorpsniveau en kent daarbij een integrale aanpak.
Inzetten op het stimuleren en faciliteren van een gezonde leefstijl. Hierbij wordt prioriteit gegeven aan kwetsbare zwangere vrouwen en laagopgeleide jongeren.
Inzetten op het versterken van de mentale weerbaarheid van jeugd, volwassenen met een lage opleiding en kwetsbare ouderen.
Inzetten op gezondheidsbevordering bij ouderen, gericht op functiebehoud en gezondheidsvaardigheden.
De werkwijze van gezondheidsbevordering in de regio Zuid-Holland Zuid wordt toegelicht in paragraaf 5.2: deze is van toepassing op de onderwerpen die aan de orde komen in paragraaf 5.3 tot en met 5.6.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
1
De gemeenten in Zuid-Holland Zuid hebben een aantal prioriteiten vastgesteldw voor
gezondheidsbevordering in de periode 2016-2019 en gaan inzetten op: Het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen: jeugd, volwassenen met een lage opleiding en kwetsbare ouderen (paragraaf 5.3); Het stimuleren en faciliteren van een gezonde leefstijl van kinderen, jongeren en hun ouders, met prioriteit voor laagopgeleide jongeren (paragraaf 5.4); Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen (paragraaf 5.5); Het stimuleren en faciliteren van een gezonde leefstijl van zwangere vrouwen, met prioriteit voor kwetsbare zwangere vrouwen (paragraaf 5.6).
5.2 Gezondheidsbevordering: zo dicht mogelijk bij de burger vanuit een
integrale aanpak Gezondheidsbevordering vindt zo dicht mogelijk bij burgers plaats, namelijk binnen de directe omgeving waarin zij wonen, werken, recreëren en naar school gaan. Om dit te realiseren werken gemeenten nauw samen met relevante partijen als scholen, huisartsen, eerste- en tweedelijns zorgprofessionals en verenigingen. Afhankelijk van het doel, de doelgroep en de setting waarin deze doelgroep zich bevindt, kan het niveau van deze samenwerking variëren en werkt de gemeente zowel op (sub-) regionaal niveau als op wijk-, buurt- of dorpsniveau aan gezond heidsbevordering.
Gemeenten voeren de regie op het preventieve gezondheidsbeleid en kunnen eventueel worden ondersteund door de Dienst Gezondheid & Jeugd. Een belangrijke rol in de wijkof gebiedsgerichte aanpak is weggelegd voor de sociale teams en de jeugdteams. Leden van deze teams vormen de ogen en oren van de wijk, de buurt of het dorp en kunnen signaleren welke gezondheidsproblemen er spelen. Vervolgens kunnen zij, mede met advies en ondersteuning van de Dienst, keuzes maken ten aanzien van in te zetten interventies voor wijk- en gebiedsgerichte gezondheidsbevordering en de uitvoering daarvan.
Gezondheidsbevordering vergt een integrale aanpak door verbindingen te leggen tussen de publieke gezondheid en ander beleidsterreinen zoals sportbeleid, ruimtelijke ordening, welzijn en openbare orde en veiligheid. Gemeenten zetten zich hiervoor in, door samen te werken en op zoek te gaan naar gezamenlijke belangen die gezondheidsbevordering kunnen versterken.
5.3 Het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid zetten in de periode 2016-2019 in op het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen inwoners. Mensen die mentaal weerbaar zijn zitten goed in hun vel, staan positiever in het leven, hebben
minder last van stress en kunnen beter omgaan met problemen. Het versterken van de mentale weerbaarheid heeft een positieve invloed op de gezondheid van mensen. Met het versterken van de mentale weerbaarheid worden bovendien psychische problemen voorkomen.
Met het versterken van de weerbaarheid van jongeren wordt in brede zin gewerkt aan gezondheidsbevordering. Dit kan gezien worden als een basis voor het stimuleren van een gezonde leefstijl bij o.a. jongeren. Weerbare jongeren kunnen namelijk beter 'nee' '° Dienst Gezondheid & Jeugd (2014). Nota van Uitgangspunten Gezondheidsbeleid 2016-2019. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 27 november 2014.
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
18 me 2 1
-
zeggen tegen verleidingen als roken, drinken en ongezond eten, zitten beter in hun vel, kunnen beter omgaan met keuzes rondom seksualiteit en zijn minder vaak slachtoffer van pesten.
5.3.1 Wat is de huidige situatie? Gemeenten richten zich op het versterken van de mentale weerbaarheid van drie doelgroepen, namelijk jeugd, volwassenen met een lage opleiding en kwetsbare ouderen. Jeugd Eén op de vijftien kinderen in Zuid-Holland Zuid heeft een verhoogd risico op psychosociale problemen zoals emotionele of gedragsproblemen. In Zuid-Holland Zuid geeft 18% van de jongeren op het voortgezet onderwijs aan in de afgelopen drie
maanden wel eens te zijn gepest. Preventie van psychische problemen op jonge leeftijd voorkomt problemen op volwassen leeftijd. Volwassenen met een lage opleiding Volwassenen met een lage opleiding hebben vaker een matig of hoog risico op een angststoornis of een depressie (38%) dan hoog opgeleiden (29%). Gezien hun relatief hoge risico op psychische problemen, vormen volwassenen met een lage opleiding een
belangrijke doelgroep als het gaat om het versterken van de mentale weerbaarheid.
Ouderen in een kwetsbare positie In Zuid-Holland Zuid heeft 33% van de 65 -plussers een matig of hoog risico op een
angststoornis of een depressie. Eenzaamheid is een risicofactor voor een depressie: 4 7 °/o van de 65 -plussers voelt zich matig of ernstig eenzaam. Dit loopt op met de leeftijd: van de 75 -plussers voelt 53% zich matig of ernstig eenzaam en van de 85 -plussers is dat 61°/o.
5.3.2 Wat willen de gemeenten bereiken? Preventie heeft een lange adem nodig: resultaten komen pas na een jarenlange en constante inzet. Onderstaande doelstellingen zijn geformuleerd op basis van
haalbaarheid en meetbaarheid. Het percentage jeugdigen (5-19 jaar) dat een verhoogd risico heeft op psychosociale problemen en het percentage jongeren (12-19 jaar) dat wel een gepest is, neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de
periode 2012-2015; Het percentage laag opgeleide volwassenen met een matig of hoog risico op een angststoornis of een depressie neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015; Het percentage ouderen in een kwetsbare positie met een verhoogd risico op een angststoornis of een depressie neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015; Het percentage ouderen (65 -plussers) dat zich eenzaam voelt neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015
5.3.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of gemeenten de doelstellingen hebben gehaald, worden verschillende evaluaties uitgevoerd. Op basis van de dan beschikbare gegevens (zie paragraaf 5.3.2)
wordt
aangegeven hoe het staat met de mentale weerbaarheid van de inwoners van de regio Zuid-Holland Zuid. Hierbij wordt specifiek gekeken naar drie doelgroepen, namelijk jongeren, volwassenen met een lage opleiding en ouderen in een kwetsbare positie. Hierbij moet worden aangetekend dat het effect van het uitgevoerde beleid nooit zuiver is te meten. Maatschappelijke ontwikkelingen spelen namelijk ook een rol bij de ontwikkeling van de mentale weerbaarheid;
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionaie Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
Adviezen en de uitvoering komen tot stand in nauwe samenwerking met maatschappelijke partijen. De Dienst Gezondheid & Jeugd evalueert in opdracht
van gemeenten de samenwerking tussen de verschillende partijen, met als doel te sturen op een efficiënt preventienetwerk.
5.4 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid zetten in de periode 2016-2019 in op het stimuleren van een gezonde leefstijl. Het gaat hierbij om niet roken, niet drinken voor
jongeren tot 18 jaar, matig alcoholgebruik vanaf 18 jaar, voldoende lichaamsbeweging en gezond eten. Met het stimuleren van een gezonde leefstijl worden belangrijke chronische ziekten als hart- en vaatziekten, kanker en diabetes voorkomen. Met het
tegengaan van alcohol- en drugsgebruik wordt bovendien ingezet op het voorkomen van overlast. De grootste effecten zijn te behalen wanneer de gemeenten focus bepalen.
Gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid richten zich bij het stimuleren van een gezonde leefstijl in het bijzonder op kinderen en jongeren (en hun ouders), omdat een ongezonde leefstijl direct negatieve effecten heeft op de gezondheid, het welzijn en de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Preventie van een ongezonde leefstijl op jonge leeftijd voorkomt bovendien een ongezonde leefstijl op volwassen leeftijd.
5.4.1 Wat is de huidige situatie? In Zuid-Holland Zuid heeft 29% van de 12 tot en met 18-jarigen wel eens gerookt, rookt 6% dagelijks en heeft 7% wel eens softdrugs gebruikt. Ruim de helft (52%) heeft wel eens alcohol gedronken en één op de vijf jongeren doet aan binge drinken (het drinken van vijf glazen of meer tijdens één gelegenheid). Overgewicht komt (in 2013) voor bij 15% van de 5-jarigen, 20% van de 10-jarigen en bij 20% van de 13-jarigen in ZuidHolland Zuid. De preventie van overgewicht is gericht op het op jonge leeftijd aanleren van gezonde gewoonten door het stimuleren van bewegen en gezonde voeding. Bijzondere aandacht bij de preventie van een ongezonde leefstijl is nodig voor laagopgeleide jongeren: gemiddeld genomen roken roken en (binge-) drinken zij vaker, gebruiker vaker softdrugs en hebben gemiddeld gezien vaker overgewicht dan hoogopgeleide jongeren.
5.4.2 Wat willen de gemeenten bereiken? Preventie heeft een lange adem nodig: resultaten komen pas na een jarenlange en constante inzet. Onderstaande doelstellingen zijn geformuleerd op basis van haalbaarheid en meetbaarheid. Het percentage jongeren (12-19 jaar) dat wel eens heeft gerookt en het percentage jongeren dat dagelijks rookt neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015; Het percentage jongeren (12-19 jaar) dat wel eens softdrugs heeft gebruikt neemt in de periode 2016-2019 niet verder toe ten opzichte van de periode 20122015; Het percentage jongeren (12-19 jaar) dat wel eens alcohol heeft gedronken en het percentage jongeren dat aan binge drinken doet, neemt in de periode 20162019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015; Het percentage jeugdigen (0-19 jaar) met overgewicht neemt in de periode 20162019 niet verder toe ten opzichte van de periode 2012-2015.
Dienst Gezondheid & Jeugd I Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
25
5.4.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of gemeenten de doelstellingen hebben gehaald, worden verschillende evaluaties uitgevoerd. Op basis van de dan beschikbare gegevens wordt aangegeven hoe het staat met de leefstijl van de jeugd in de regio Zuid-Holland Zuid. Hierbij moet worden
aangetekend dat het effect van het uitgevoerde beleid nooit zuiver is te meten. Bredere maatschappelijke ontwikkelingen spelen namelijk ook een rol bij de ontwikkeling van de leefstijl van de jeugd; Adviezen en de uitvoering komen tot stand in nauwe samenwerking met maatschappelijke partijen. De Dienst Gezondheid & Jeugd evalueert in opdracht van gemeenten de samenwerking tussen de verschillende partijen, met als doel te sturen op een efficiënt preventienetwerk.
5.5 Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid zetten in de periode 2016-2019 in op het
bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit van 65 -plussers. Gezondheid en behoud van functies voorkomt kwetsbaarheid en langdurig zorggebruik, zoals huishoudelijke hulp, verpleging en/of verzorging. Gemeenten richten zich met dit gezondheidsbeleid op ouderen die nog niet kwetsbaar zijn. Ouderen die problemen hebben met lopen, balans, ondergewicht, vermoeidheid en/of eenzaamheid lopen een verhoogd risico binnen twee jaar kwetsbaar te worden. Gemeenten bevorderen daarom het krachtig ouder worden, door het aanleren van gezondheidsvaardigheden en het voorkomen van functieverlies bij ouderen met een verhoogd risico op kwetsbaarheid. Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen heeft een positieve invloed op de kwaliteit van leven en het welbevinden van ouderen en de participatie van ouderen in de samenleving.
5.5.1 Wat is de huidige situatie? Mensen voelen zich ongezonder naarmate hun leeftijd stijgt. In de regio voelt 60% van de 65 -plussers zich gezond tegenover 79% van de 19- tot 64- jarigen, van de 85plussers voelt 41% zich gezond. Dertig procent van de 65 -plussers in deze regio is kwetsbaar en 6% van de ouderen is zeer kwetsbaar. Het risico op kwetsbaarheid bij ouderen neemt toe met de leeftijd, na het verlies van een partner of bijvoorbeeld na valongevallen. Van de senioren in Nederland die een heup breken overlijdt bijna 25% binnen een jaar na het oplopen van een heupfractuur en nog eens 25% blijft permanent invalide.
5.5.2 Wat willen de gemeenten bereiken? Preventie heeft een lange adem nodig: resultaten komen pas na een jarenlange en constante inzet. Onderstaande doelstellingen zijn geformuleerd op basis van haalbaarheid en meetbaarheid. Het percentage ouderen (65 -plussers) dat in goed ervaren gezondheid leeft blijft
in de periode 2016-2019 in ieder geval gelijk ten opzichte van de periode 20122015; Het percentage 85 -plussers dat in goed ervaren gezondheid leeft blijft in de
periode 2016-2019 in ieder geval gelijk ten opzichte van de periode 2012-2015.
5.5.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of de gemeenten de doelstellingen hebben gehaald, worden verschillende evaluaties uitgevoerd.
Op basis van de dan beschikbare gegevens wordt aangegeven hoe het staat met de gezondheid en het welbevinden van de ouderen (65 -plussers) van de regio Zuid-Holland Zuid. Hierbij moet worden aangetekend dat het effect van het
Dienst Gezondheid & Jeugd
Reglonaie Nota Gezondheldsbeleid 2016-2019 i
--
2,J
uitgevoerde beleid nooit zuiver is te meten. Maatschappelijke ontwikkelingen spelen namelijk ook een rol bij de ontwikkeling van gezondheid en welbevinden van ouderen. Adviezen en de uitvoering komen tot stand in nauwe samenwerking met maatschappelijke partijen. De Dienst Gezondheid & Jeugd evalueert in opdracht
van gemeenten de samenwerking tussen de verschillende partijen, met als doel te sturen op een efficiënt preventienetwerk.
5.6 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bi i zwangere vroli,»ed De gemeenten in Zuid-Holland Zuid zetten in de periode 2016-2019 opnieuw in op
prenatale voorlichting: dit is voorlichting aan aanstaande ouders over de zwangerschap, de bevalling en de eerste periode als ouders. Door in te zetten op prenatale voorlichting kunnen aandoeningen worden voorkomen die leiden tot perinatale sterfte, dit is sterfte in de periode van de 28e week van de zwangerschap tot de 8e dag na de geboorte. Maar liefst 85% van de perinatale sterfte hangt samen met aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte en laag geboortegewicht. Deze aandoeningen hangen deels samen met een ongezonde leefstijl tijdens de zwangerschap. Een belangrijk element van de voorlichting aan aanstaande ouders betreft dan ook het stimuleren van een gezonde leefstijl van zwangeren, zoals niet roken en geen alcohol drinken en het stimuleren van borstvoeding geven na de bevalling. Deze voorlichting is beschikbaar voor alle zwangeren, maar in het bijzonder richt deze zich op kwetsbare zwangere vrouwen in de volgende groepen: aanstaande moeders met een lage sociaaleconomische status, tienermoeders en alleenstaande zwangere vrouwen.
5.6.1 Wat is de huidige situatie? Kindersterfte in de periode rond de geboorte is in Nederland relatief hoog in vergelijking met andere Europese landen: ongeveer 10 op de 1000 kinderen sterven rond de geboorte. Ook het aantal ziekten en aandoeningen bij pasgeborenen is relatief hoog in Nederland: 1 op de 6 kinderen die in Nederland geboren worden, heeft belangrijke gezondheidsproblemen. Het gaat dat met name om aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte, een laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur of een slechte
Apgar-scoren bij de geboorte. In Zuid-Holland Zuid komt dit neer op 950 kinderen per jaar die geboren worden met één van deze vier aandoeningen.
5.6.2 Wat willen de gemeenten bereiken? In de periode 2016-2019 willen gemeenten inzetten op een zo optimaal mogelijk bereik van zwangere vrouwen en in het bijzonder van kwetsbare zwangere vrouwen (aanstaande moeders met een lage sociaaleconomische status, tienermoeders en alleenstaande zwangere vrouwen) met prenatale voorlichting.
5.6.3 Hoe meten de gemeenten het succes van de uitvoering? Gemeenten zullen gedurende de periode 2016-2019 in kaart brengen hoeveel (kwetsbare) zwangeren deelnemen aan prenatale voorlichting, langs welke kanalen zij zijn bereikt en wat hun eigen oordeel is over de voorlichting (tevredenheidsmeting).
De Apgar-score is een test waarmee een snelle indruk van de algemene toestand van een pasgeboren baby verkregen kan worden. De test geeft inzicht in de conditie van de baby op vijf vitale criteria: ademhaling, pols- en hartslag, spiertonus, kleur
van de huid en reactie op prikkels.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
18 mei 2015
7
Bijlage 1 - Wettelijk kader Wet publieke gezondheid Wet publieke gezondheid (Wpg) benoemt alle gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke groepen daaruit. Ook het vroegtijdig opsporen en voorkomen van ziekten vallen onder de Wpg. De
In de Wpg worden de verantwoordelijkheden beschreven van de Minister van VWS en
van de gemeenten. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verantwoordelijkheden van gemeenten. Deze zijn gebaseerd op de Kamerbrief over publieke gezondheid van augustus 2014 12.
Sturing Onder de taken van de Wpg liggen verschillende sturingsprincipes. Het Ministerie maakt in haar Kamerbrief onderscheid in de meer medisch georiënteerde zorg (infectieziektebestrijding, medische milieukunde en jeugdgezondheidszorg) en de meer maatschappelijk georiënteerde zorg (algemene gezondheidsbevordering gericht op leefomgeving en leefstijl). De medisch georiënteerde taken worden sterker genormeerd, de beleidsvrijheid neemt op dit punt dus af. De rol van de gemeenten is om deze taken zodanig te faciliteren dat aan de vereiste kwalitatieve normen kan worden voldaan. Bij de maatschappelijk georiënteerde zorgtaken ontstaat juist meer beleidsvrijheid voor gemeenten. Deze ontwikkeling sluit aan bij de decentralisaties. Het Ministerie dringt er bij gemeenten op aan hiervoor de expertise van GGD-en 13 te gebruiken om (mede) invulling te geven aan de sociale opgaven van gemeenten. Hiervoor start het Ministerie binnenkort een stimuleringsprogramma, gericht op het ontwikkelen van veldnormen voor de vier pijlers van publieke gezondheid. Gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid sluiten aan op deze vier pijlers.
Vier pijlers van de publieke gezondheid Het Rijk vindt de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk en gemeenten in de publieke gezondheidszorg niet op alle punten helder. De behoefte aan duidelijkheid neemt echter toe, juist ook gezien de decentralisaties in het sociale domein. Veel taken zijn decentraal belegd vanuit het idee dat gemeenten beter in staat zijn om maatwerk te leveren, in te spelen op de leefwereld van mensen en rekening te houden met specifieke lokale omstandigheden. Daarnaast moet een aantal taken, vooral taken met een sterke medische oriëntatie, sterker worden belegd bij GGD -en.
Het Rijk ziet vooralsnog vier pijlers die door een GGD uitgevoerd moeten worden. Deze pijlers hebben gemeen dat een gespecialiseerde deskundigheid en een hoge mate van continuïteit nodig is. Daarnaast is er voor gemeenten praktisch geen beleidsvrijheid. De vier pijlers voor de publieke gezondheid zijn: (1) Monitoren, signaleren en adviseren; (2) Uitvoerende taken gezondheidsbescherming;
r2 Kamerbnef (2014). Betrouwbare publieke gezondheid: Gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en Rijk. Ministerie van VW S.
In de Kamerbrief wordt gesproken over 'de GGD'. Voor de regio Zuid-Holland Zuid gaat het om de Dienst Gezondheid & Jeugd, maar we hanteren in deze bijlage de terminologie uit de Kamerbrief.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
1 18 mei 2015
28
(3) Bewaken van de publieke gezondheid bij rampen en crises; (4) Toezicht houden.
Deze vier pijlers moeten in de komende periode verder worden uitgebouwd, door: Een heldere definitie van basistaken;
het versterken van de relatie tussen GGD en lokaal bestuur; het versterken van de onderzoek- en adviesfunctie van de GGD; het versterken van de relatie met landelijke organisaties; het versterken van deskundigheden bij GGD -en; het versterken en benutten van nieuwe kansen voor GGD -en in het sociaal domein,
bij het Nationaal Programma Preventie en de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen; het verkennen van mogelijkheden om bestaande toezicht/monitoringstaken te versterken, met meer aandacht voor het monitoren, signaleren en adviseren op gezondheidsrisico's.
Een en ander kan er toe leiden dat de Wpg op termijn wordt gewijzigd.
Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische/psychosociale problemen. De nieuwe Wmo, die in 2015 van start gaat, kent een drietal doelstellingent4: Het bevorderen van de sociale samenhang tussen inwoners en het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking of met psychische/psychosociale problemen; het bieden van opvang (maatschappelijke opvang
en
vrouwenopvang),
verslavingszorg en beschermd wonen voor inwoners die zich niet zelfstandig in de samenleving kunnen handhaven. De uitvoering van de Wmo is een verantwoordelijkheid van gemeenten. Zij hebben
hierbij veel beleidsvrijheid.
beieidsmatige afstemming Wpg en Wmo Het begrip 'maatschappelijke ondersteuning' in de nieuwe Wmo omvat, naast de Openbare geestelijke gezondheidszorg, ook de maatschappelijke opvang, de vrouwenopvang en de (niet individuele) verslavingszorg. Dit zijn allemaal taken van gemeenten gericht op mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben. I n de Wpg vormen de tuberculosebestrijding, het SOA-aanbod en de aanpak van
woningvervuiling elementen van dezelfde zorg- en ondersteuningsfunctie die gemeenten hebben voor hun inwoners. De Dienst Gezondheid & Jeugd is namens de gemeenten in Zuid-Holland Zuid verantwoordelijk voor de procesregie en procesconsultatie met betrekking tot OGGZactiviteiten. Deze activiteiten richten zich op sociaal kwetsbare mensen (bijvoorbeeld
vanwege meervoudige problematiek zoals schulden, verwaarlozing, sociaal isolement) en www.rilksoverheid.nl
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
mensen met een verhoogd risico op sociale kwetsbaarheid (bijvoorbeeld vanwege psychische problemen, daders/slachtoffers van huiselijk geweld). Het gaat onder andere om signalering, begeleiding en de meldpuntfunctie. Een deel van de OGGZ-activiteiten wordt uitgevoerd door de sociale teams/jeugdteams'5. De Dienst speelt hierin een rol als procesregisseur en in de consultatiefunctie. De consultatie wordt geboden in situaties waar de professional geen voortgang boekt en een onafhankelijk adviseur gewenst is om de casus in samenspraak met de professional en de cliënt vlot te trekken. De complexiteit van OGGZ-casussen vraagt om nauwe afstemming en overleg tussen gemeenten, de Dienst Gezondheid & Jeugd en uitvoerende organisaties. Binnen gemeenten is om deze reden beleidsmatige afstemming tussen de werkvelden van de Wpg en de Wmo noodzakelijk. Voor de Hoeksche Waard fungeert de gemeente Nissewaard (voorheen gemeente Spijkenisse) als centrumgemeente. Met deze gemeente zijn de afspraken voor OGGZ gemaakt. Verder hebben gemeenten van oudsher een belangrijke (regie)rol bij de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling. Deze beleidsterreinen worden in toenemende mate integraal benaderd, gezien de effectiviteit van een brede
aanpak, de decentralisatie van de Jeugdwet en de vorming van Veilig Thuis per 1 januari 2015. Tot slot is beleidsmatige afstemming nodig tussen het Wpg-werkveld en het Wmo-
werkveld als het gaat om het preventieve ouderengezondheidsbeleid. Ouderen zijn een belangrijke doelgroep binnen de Wmo. Preventief ouderengezondheidsbeleid vanuit de
Wpg draagt bij aan uitstel van de vraag naar zorg en ondersteuning. Het is van belang dat dit aansluit op de doelstellingen van de Wmo.
Omgevingswet en beleidsmatige afstemming met Wpg I n Nederland geldt als uitgangspunt dat onnodige belasting van de omgevingskwaliteit
moet worden vermeden. Mens en milieu worden tegen maatschappelijk onaanvaardbaar geachte gezondheids- en milieurisico's beschermd. In 2018 moet de nieuwe Omgevingswet van kracht zijn. Deze wet brengt bestaande
regels over beheer en gebruik van de leefomgeving bij elkaar, om de besluitvorming over projecten in de leefomgeving te vereenvoudigen en verbeteren. Het betreft met name wetten op het gebied van ruimtelijke ordening, waterbeheer en milieubeleid. Met de nieuwe Omgevingswet is er sprake van één omgevingsvisie en één omgevingsplan. Door alles wat relevant is voor een gezonde en veilige leefomgeving in ogenschouw te nemen en mee te wegen, kan gewerkt worden aan duurzame
oplossingen. Tevens biedt een goed ingerichte leefomgeving kansen voor het stimuleren van gezond gedrag van burgers. Vanuit een integrale aanpak van gezondheid, zoals beschreven in de voorliggende nota, is afstemming tussen beide beleidsterreinen gewenst. De Omgevingswet biedt drie grondslagen voor flexibiliteit in bepaalde situaties. (1) Bestuursorganen mogen regionaal ruimere of strengere regels stellen; (2) Bestuursorganen mogen individueel maatwerk bieden;
In de regio Zuid-Holland Zuid worden verschillende benamingen voor de term 'sociaal team' gehanteerd. Er zijn gemeenten
met meerdere sociale teams, soms met aparte jeugdteams of juist geïntegreerd. Andere gemeenten werken met één team dat de hele gemeente bedient. Ook de samenstelling en het takenpakket kan per gemeente en per team verschillen.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
1--;
2, 11-
3,2
(3) De Omgevingswet kent de generieke gelijkwaardigheidbepaling, waarbij in bepaalde gevallen een eigen oplossing gekozen kan worden, mits deze
aantoonbaar gelijkwaardig is aan de standaardmethode. De Omgevingswet biedt dus ruimte voor regionaal en lokaal maatwerk. Regelgeving wordt flexibeler, waardoor gemeenten en provincies meer ruimte krijgen om op omgevingsgebied hun eigen beleid te voeren, eigen afwegingen te maken en beslissingen te nemen. Wat goed is voor de ene regio, hoeft niet per se ook goed te zijn voor de andere. Regio's kunnen dankzij de Omgevingswet beter aansluiten bij hun eigen
behoeften en doelstellingen, niet alleen op het gebied van ruimtelijke ordening maar ook waar het bijvoorbeeld gaat om gezondheid. De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft voor de regio Zuid-Holland Zuid een adviserende en toetsende rol betreffende de medisch milieukundige impact van beslissingen van gemeenten.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
31
Bijlage 2 - Proces van totstandkoming De Dienst Gezondheid & Jeugd ontwikkelt een Nota van Uitgangspunten in opdracht van het Algemeen Bestuur, die dient als kaderstellend document voor het regionale gezondheidsbeleid 2016-2019.
27 november 2014 Het Algemeen Bestuur stelt de Nota van Uitgangspunten 2016-2019 vast en verleent de opdracht aan de Dienst Gezondheid & Jeugd om de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 te schrijven. Januari 2015 De Dienst
Gezondheid
& Jeugd organiseert
per
bijeenkomst met
subregio een
gemeenten, sociale teams, jeugdteams en (sub-) regionale ketenpartners om input op te halen voor de Regionale Nota Gezondheidsbeleid.
Februari - april 2015 Reflectie op het concept van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid door een subgroep van ambtenaren als vertegenwoordigers van de regio en in afstemming met de regio. afstemming met de portefeuillehouder Gezondheidsbescherming- en bevordering van het Dagelijks Bestuur. Vervolgens wordt het besluitvormingstraject rond het vaststellen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid gestart. Daarnaast
April - mei 2015 gemeenten organiseren, indien gewenst, met ondersteuning van de Dienst Gezondheid & Jeugd, een informatieve bijeenkomst om raadsleden bij de inhoud van de De
nota te betrekken. I n de subregio raadsbijeenkomst plaatsgevonden.
Hoeksche
Waard
heeft
op
23
april
een
28 mei 2015 Vaststelling van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 door het Dagelijks
Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd.
2 juli 2015 Vaststelling van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 door het Algemeen
Bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd.
Na 2 juli 2015 De Regionale Nota Gezondheidsbeleid wordt gemeenteraden, inclusief eventuele lokale thema's.
vrijgegeven
voor
vaststelling
Januari 2016 Op 1 januari 2016 treedt de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 in werking.
Dienst Ge2oncre[o & leugc,-'
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
in
ezondheid &Jeugd
Karel Lotsyweg 40 Postbus 166, 3300 AD Dordrecht 078 770 8500 078 770 8501
[email protected] www.dienstgezondheidjeugd.n1
Dienst Gezondheid & Jeugd is partner in de regio Zuid-Holland Zuid
Evaluatie regionale nota lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015
Bijlage bij adviesnota AB 2 juli 2015
Gezondheid gewoon dichtbij
18 mei 2015
ezondheid &Jeugd
Inhoudsopgave Samenvatting ..................................................................................................... 3 1. Evaluatie als startpunt voor vervolg ..........................................................6 Inleiding ................................................................................................... 6 1.2 Leeswijzer ................................................................................................ 6 2. Gezondheidsbescherming .......................................................................... 7 1.1
2.1
Doelstellingen gezondheidsbescherming 2012-2015 ......................................
2.2
Indicatoren voor het succes van de uitvoering .............................................. 7
2.3
Resultaten evaluatie gezondheidsbescherming .............................................. 7
7
Ziektepreventie ....................................................................................... 1 0
3.
3.1
Doelstellingen jeugdgezondheidszorg 2012-2015 .........................................
10
3.1.1
Indicatoren voor het succes van de uitvoering .......................................
10
3.1.2
Resultaten evaluatie jeugdgezondheidszorg ...........................................
10
Doelstellingen ouderengezondheidszorg 2012-2015 ......................................
11
3.2.1
Indicatoren voor het succes van de uitvoering .......................................
11
3.2.2
Resultaten evaluatie ouderengezondheidszorg .......................................
11
3.2
Gezondheidsbevordering
4.
4.1
......................................................................... 12
Wat hebben de uitvoeringsprogramma's tot nu toe bereikt? ........................... 12
4.1.1
Wat heeft Gezond Gewicht tot nu toe bereikt? .......................................
4.1.2
Wat heeft Verzuip jij je Toekomst?! tot nu toe bereikt? ........................... 15
4.1.3
Wat heeft Mentale Weerbaarheid tot nu toe bereikt? ............................... 17
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Nota Gezondheidsbeleid 2016-20191 18 me( 2015
12
Samenvatting I n de regionale nota gezondheidsbeleid 2012-2015' hebben gemeenten afspraken
gemaakt over de uitvoering van het gezondheidsbeleid in de regio Zuid-Holland Zuid. In de nota komen achtereenvolgens de thema's gezondheidsbescherming, ziektepreventie en gezondheidsbevordering aan bod. Voor ieder thema zijn doelstellingen en indicatoren
bepaald. In deze evaluatie leest u in het kort wat tot nu toe op de genoemde thema's en indicatoren is bereikt.
Gezond heidsbescherming Doelstellingen gezondheidsbescherming 1. De gemeenten willen meer aandacht voor de gezondheidsaspecten bij fysieke
veiligheid, risicovolle ondernemingen en evenementen in de besluitvorming om de risico's voor de gezondheid van de inwoners zo goed mogelijk te beperken; 2. De gemeenten willen de adviezen van de (toenmalige) GGD op het terrein van de medische milieukunde en technische hygiënezorg meewegen in de gemeentelijke besluitvorming, waarbij het effect van de bestuurlijke beslissingen op de gezondheid inzichtelijk wordt gemaakt; 3. De gemeenten willen dat de inzet op het terrein van de infectieziektenbestrijding wordt geconsolideerd. De gemeenten bereiden zich voor op de dreiging van terugkerende en nieuwe infectieziekten en blijven daarbij de accenten leggen op preventie, vroegtijdige signalering en op de bestrijding met extra aandacht voor het
verhogen van de vaccinatiegraad in plattelandsgemeenten; 4. De gemeenten willen de inzet voor het verbeteren van het binnenmilieu in scholen borgen.
Resultaten evaluatie gezondheidsbescherming In de periode 2012-2015 heeft de Dienst in 8 gevallen een integraal gezondheidsadvies opgeleverd. Vijf van deze adviezen waren gericht op nieuw te bouwen (brede) scholen. Over het succes van de uitvoering van doelstelling 1 en 2 kan echter geen goede uitspraak gedaan worden, aangezien er redelijke verschillen zitten tussen de aangeleverde informatie van de gemeenten en de registraties van de Dienst Gezondheid & Jeugd. Het is aan te bevelen om de registratie van de aanvragen voor een advies in de toekomst op eenduidige manier te doen. Jaarlijkse afstemming hierover tussen gemeenten en de Dienst is een aanbeveling om tot een gezamenlijk inzicht te komen, zowel wat betreft de aantallen als de onderwerpen waarover geadviseerd is.
De gemeenten hebben geen informatie verstrekt over eventuele verplichte inspecties van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (doelstelling 3). De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft over deze inspecties geen registraties of wetenschap. Ook over doelstelling 4 zijn geen evaluatie gegevens van de gemeenten ontvangen.
Ziektepreventie Doelstellingen ziektepreventie: jeugdgezondheidszorg De gemeenten
willen een goede, gedegen en kwalitatief hoogstaande integrale jeugdgezondheidszorg voor de 0- tot 19-jarigen, met specifieke inzet voor aandachtskinderen en jeugd, zoals gesteld in de visie op jeugdgezondheidszorg in het subsidiekader JGZ. GGD ZHZ (2011). Gezondheid Gewoon Dichtbij. Regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
Resultaten ziektepreventie: jeugdgezondheidszorg Sinds juli 2012 voert het consortium Rivas/Careyn de jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor de 0- tot 19-jarigen in de regio Zuid-Holland Zuid uit. In het najaar van 2014 heeft de Dienst Gezondheid & Jeugd de dienstverlening van het consortium geëvalueerd en onderzocht of de doelstellingen voor de subsidieperiode zijn behaald. De resultaten van dat onderzoek zijn opgenomen in de Rapportage Tussentijdse Evaluatie JGZ 2012-2014 (zie bijlage). resultaten van de evaluatie bieden voldoende aanknopingspunten om de dienstverlening voort te zetten en de overeenkomst met het consortium te verlengen met twee jaar, voor de jaren 2016 en 2017. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft het consortium met een voldoende beoordeeld, laatstelijk in 2014. Uit de evaluatie van de Dienst blijkt ook dat de inhoudelijke dienstverlening aan cliënten van de JGZ kwalitatief op De
orde is.
Uit de evaluatie volgt verder dat de uitvoeringsovereenkomst voor de jaren 2016 en 2017 op een aantal punten moet worden aangepast. Dit betreft onder andere aanscherping van afspraken met het Consortium over haar inhoudelijke en financiële verantwoording. De evaluatie bevat tenslotte aanbevelingen over de rolverdeling tussen de Dienst en het consortium en organisatie en sturing vanuit het contract- en accountmanagement van de Dienst.
Doelstellingen ziektepreventie: preventieve ouderengezondheidszorg Om vast te stellen of de gemeenten succesvol zijn op het ouderengezondheidszorg, voeren zij op procesniveau evaluaties uit.
gebied
van
de
Resultaten ziektepreventie: preventieve ouderengezondheidszorg De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft een verkenning uitgevoerd naar het preventieve ouderengezondheidsbeleid van de 17 gemeenten. Uit dit onderzoek bleek dat alle
gemeenten deels invulling geven aan preventief beleid voor ouderen door samen te werken met de lokale welzijnsinstellingen, ouderenvertegenwoordigers en de eerstelijns zorg;
echter dat er te weinig samenhang in de activiteiten is en enkele relevante interventies ontbreken om te spreken van een preventie- en gezondheidsbevorderings-structuur voor ouderen.
Functiegerichte preventie, het behoud van functies bij ouderen met een verhoogde kans op kwetsbaarheid is nog onvoldoende geborgd in het gemeentelijk beleid. Vijf gemeenten hebben preventie voor ouderen opgenomen in hun WMO beleidsplannen.
Gezond heidsbevordering Doelstellingen gezondheidsbevordering
Verzuip jij je toekomst?! en Mentale Weerbaarheid werken aan het bevorderen van de gezondheid van de inwoners De regionale uitvoeringsprogramma's Gezond Gewicht,
van de regio Zuid-Holland Zuid.
Voor het uitvoeringsprogramma Gezond Gewicht zijn twee doelstellingen geformuleerd: 1. Voor de meeste gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid is de volgende doelstelling geformuleerd voor uitvoeringsprogramma Gezond Gewicht:
Het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht is in de periode 2012-2015 niet verder toegenomen ten opzichte van de periode 20072011.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
2. Omdat in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Gorinchem in de periode
voorafgaand aan het opstellen van de doelen intensiever is ingezet op het thema Gezond Gewicht, is de doelstelling voor deze drie gemeenten scherper:
Het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht in de leeftijd van 0-19 jaar is in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Gorinchem in de periode 2012-2015 met 2% afgenomen ten opzichte van de periode 2007-2011. Verzuip jij je Toekomst?! kent twee hoofddoelstellingen: 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar); 2. Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar.
Met het programma Mentale Weerbaarheid wordt de volgende doelstelling nagestreefd: De psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid is in de periode
2012-2015 verbeterd ten opzichte van de periode 2007-2011.
Resultaten gezondheidsbevordering Gezond Gewicht: conclusie ten aanzien van doelstelling I Hoewel we over 2014 en 2015 nog geen inzicht in de overgewichtcijfers hebben, lijkt de doelstelling van Gezond Gewicht dat het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht in de periode 2012-2015 niet verder is toegenomen ten opzichte van de periode 2007-2011 wel te zijn behaald. Gezond Gewicht: conclusie ten aanzien van doelstelling 2 De beoogde 2% afname van overgewicht onder kinderen en jongeren in de periode 20122015 ten opzichte van de periode 2007-2011 is behaald in de gemeente Dordrecht. In de gemeente Zwijndrecht is sprake van stabilisatie van het overgewichtcijfer en wordt, door de intensieve JOGG aanpak hopelijk een daling bereikt in de komende jaren. In Gorinchem is overgewicht toegenomen onder 5-jarigen en afgenomen onder 10- en 13-jarigen.
Verzuip ji j je Toekomst?!: conclusie ten aanzien van doelstelling 1 In de periode 2012-2015 was sprake van een daling van het alcoholgebruik onder jongeren onder de 18 jaar. Dit positieve resultaat is bereikt door een afname van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren: ouders zijn strenger geworden, meer scholen voeren een alcoholvrij beleid en de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop is verbeterd. Verzuip jij je Toekomst?!: conclusie ten aanzien van doelstelling 2 Het alcoholgebruik van jongeren vanaf 18 jaar is nog steeds zorgelijk. Dit beeld sluit aan bij de landelijke trend. Het alcoholgebruik bij de jonge jeugd daalt, maar vanaf ongeveer 16 jaar (de vorige leeftijdsgrens) drinken jongeren nog steeds te vaak en te veel. De verwachting is dat in deze leeftijdsgroep op termijn ook een daling ingezet zal worden, nu de nieuwe leeftijdsgrens van 18 jaar steeds meer als de sociale norm gaat gelden bij o.a. ouders. Hiervoor is echter de komende jaren blijvende inzet op beleid, handhaving en bewustwording van alcoholgebruik bij jongeren nodig.
Mentale Weerbaarheid: conclusie ten aanzien van doelstelling De psychische gezondheid van inwoners van Zuid-Holland Zuid is in de periode 2012-2015 stabiel gebleven ten opzichte van de periode 2007-2011. De door het uitvoeringsprogramma Mentale
Weerbaarheid gehanteerde werkwijze is erop gericht om structureel, door de inzet van evidence based interventies en met een aanzienlijk bereik, de psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid te bevorderen.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
1. Evaluatie als startpunt voor vervolg 1.1 Inleiding I n de regionale nota gezondheidsbeleid 2012-2015 2 hebben gemeenten afspraken
gemaakt over de uitvoering van het gezondheidsbeleid in de regio Zuid-Holland Zuid. In de nota komen achtereenvolgens de thema's gezondheidsbescherming, ziektepreventie en gezondheidsbevordering aan bod. Voor ieder thema zijn doelstellingen en indicatoren bepaald. In deze evaluatie leest u in het kort wat tot nu toe op de genoemde thema's en indicatoren is bereikt. resultaten beschreven in dit document vormen, samen met de Nota van Uitgangspunten 3 en de Toekomstverkenning4, input voor het gezondheidsbeleid in de regio De
Zuid-Holland Zuid in de periode 2016 tot en met 2019.
1.2 Leeswijzer De hoofdstukken 2 t/m 4 beschrijven de doelstellingen, indicatoren en resultaten van gemeenten op het gebied van gezondheidsbescherming (hoofdstuk 2), ziektepreventie
(hoofdstuk 3) en gezondheidsbevordering (hoofdstuk 4).
3
GGD ZHZ (2011). Gezondheid Gewoon Dichtbij. Regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015. Dienst Gezondheid & Jeugd (2014). Nota van Uitgangspunten Gezondheidsbeleid 2016-2019. Vastgesteld door het Algemeen
Bestuur op 27 november 2014. 4
www.dienstclezondhedieuad.nlitoekomstverkenninq
Dienst Gezondheid & Jeugd i Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
18
mei 2015
2. Gezondheidsbescherming 2.1 Doelstellingen gezondheidsbescherming 2012-2015 1. De gemeenten willen meer aandacht voor de gezondheidsaspecten bij fysieke
veiligheid, risicovolle ondernemingen en evenementen in de besluitvorming om de risico's voor de gezondheid van de inwoners zo goed mogelijk te beperken; 2. De gemeenten willen de adviezen van de (toenmalige) GGD op het terrein van de medische milieukunde en technische hygiënezorg meewegen in de gemeentelijke besluitvorming, waarbij het effect van de bestuurlijke beslissingen op de gezondheid inzichtelijk wordt gemaakt; 3. De gemeenten willen dat de inzet op het terrein van de infectieziektenbestrijding wordt geconsolideerd. De gemeenten bereiden zich voor op de dreiging van terugkerende en nieuwe infectieziekten en blijven daarbij de accenten leggen op preventie, vroegtijdige signalering en op de bestrijding met extra aandacht voor het
verhogen van de vaccinatiegraad in plattelandsgemeenten; 4. De gemeenten willen de inzet voor het verbeteren van het binnenmilieu in scholen borgen.
2.2 Indicatoren voor het succes van de uitvoering Om vast te stellen of de gemeenten de doelstellingen voor de periode 2012-2015 hebben gehaald, worden zowel op effect- als procesniveau evaluaties uitgevoerd; 1. De gemeenten houden bij hoeveel adviezen aan de GHOR zijn gevraagd en
ontvangen in het kader van het evenementenbeleid; 2. De gemeenten houden bij hoeveel beleidsadviezen zijn gegeven door Medische
Milieukunde, Technische Hygiënezorg en gezondheidsbevordering en aan wie; 3. De gemeenten houden bij hoeveel verplichte inspecties (van de Inspectie voor de Gezondheidszorg) er zijn gehouden en bij wie.
2.3 Resultaten evaluatie gezondheidsbescherming De input voor het evalueren van de doelstellingen is opgevraagd bij de gemeenten. Van zeven gemeenten is geen informatie terug ontvangen. De gemeente Dordrecht heeft in de lokale nota opgenomen dat de (toenmalige) GGD de evaluatiegegevens zou bijhouden. De informatie ontvangen van de overige gemeenten, gericht op doelstelling 1 en 2, is
weergegeven in tabel A op pagina 6. In tabel B wordt weergegeven welke informatie de Dienst Gezondheid & Jeugd geregistreerd heeft over deze activiteiten, uitgesplitst naar gemeente. I n de periode 2012-2015 heeft de Dienst in 8 gevallen een integraal gezondheidsadvies opgeleverd. Vijf van deze adviezen waren gericht op nieuw te bouwen (brede) scholen. Verder zijn adviezen uitgebracht over een multifunctionele accommodatie, een zorg boerderij en een dorpshart. Uit de aangeleverde informatie van de gemeenten en uit de registraties van de Dienst blijkt
verder dat hier redelijke verschillen tussen zitten. De Dienst registreert in aantal circa 80% meer adviezen dan de gemeenten. Mogelijk is er niet altijd herkenning wanneer een advies gegeven is door de Dienst Gezondheid & Jeugd. Enerzijds omdat er niet altijd rechtstreeks contact is met de Dienst (aanvraag evenementen loopt via de GHOR) en anderzijds omdat
er geen aparte registratie van deze adviezen wordt bijgehouden bij gemeenten. Ook lijkt er verwarring te zijn over de definitie "advies". De verschillen in de aantallen en dus het
Dienst Gezondheid & Jeugd , Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
beeld dat gemeenten hebben van en over de inbreng van de Dienst Gezondheid & Jeugd, komen niet overeen met de gegevens die de Dienst zelf registreert.
Hierdoor kan er geen goede uitspraak gedaan worden over het succes van de uitvoering voor doelstelling 1 en 2. In dit verband is het aan te bevelen om de registratie van de aanvragen voor een advies op eenduidige manier te doen. Jaarlijkse afstemming hierover tussen gemeenten en de Dienst is een aanbeveling om tot een gezamenlijk inzicht te komen, zowel wat betreft de aantallen als de onderwerpen waarover geadviseerd is. De gemeenten hebben geen informatie verstrekt over eventuele verplichte inspecties van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (doelstelling 3). De Dienst Gezondheid &Jeugd heeft over deze inspecties geen registraties of wetenschap.
Dienst Gezondheid & Jeugd I Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
8
Tabel A
Tabel B
Informatie afkomstig van gemeenten
Informatie afkomstig van Mere« Ge/om:Meid & Jeugd
2012- 2014
2012- 2014
aan GHOR
Alblasserdam
Gorinchem Hardinxveld-Giessendarn
E 'S
.o
61
2
"C C
-c .c -ég
E)
k
3
3 11
-5
5 -= -D E
0
2, (9
15
Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Giessenlanden
evenernentenbeleid
-0 <
cu
(D
§
Alblasserdam
7
4
Binnenmaas Cromstrijen
10 5
1 2
Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Flendrik-Ido-Ambadat
19
.
4
10
0
7
1
5
1 2
6
1
Korendijk
5 5
Leerdam
x
x
Leerdam Molenwaard
6 10
Oud-Beijeriand Papendrecht Sliedrecht Suilen Zederik Zwi jndrecht
3 7 4
.
1 6 5
6 7
.
2 0
Sliedrecht Strijen
1.5
30
6
x
x x
Zederik
Zwijndrecht Eindtotaal
30
10
x x
Eindtotaal
-C
<
Hendrik-Ido-Ambacht Korendijk Molenwaard Oud-Beijerland Papendrecht
g
.
Technische hlygffineiorg
-c
c
Evenementenbeleid *)
= = E 2 -5 E
Technisch e Ftygién ezorg
c 2;-
3 4
3
0
129
37
1:1
indusief alg. adviezen **j inclusief integrale adviezen
Dienst Gezondheid & Jeugd J Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
9
3. Ziektepreventie 3.1 Doelstellingen jeugdgezondheidszorg 2012-2015 Voor het thema jeugdgezondheidszorg hebben gemeenten zichzelf voor de periode 20122015 het volgende doel gesteld: de gemeenten willen een goede, gedegen en kwalitatief hoogstaande integrale jeugdgezondheidszorg voor de 0- tot 19-jarigen, met specifieke aandacht voor risicokinderen en jeugd, zoals gesteld in de visie op jeugdgezondheidszorg in het subsidiekader JGZ.
3.1.1 Indicatoren voor het succes van de uitvoering De gemeenten meten de kwaliteit van de JGZ op basis van de verantwoording die is
vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst met het consortium Rivas/Careyn als onderdeel van het subsidiekader.
3.1.2 Resultaten evaluatie jeugdgezondheidszorg Sinds juli 2012 voert het consortium Rivas/Careyn de jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor de 0- tot 19-jarigen in de regio Zuid-Holland Zuid uit. Daardoor is een ononderbroken continuüm van signalering voor alle kinderen van 0-19 jaar gerealiseerd. De 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid hebben vanaf juli 2012 het contractmanagement van het basistakenpakket JGZ opgedragen aan de Dienst Gezondheid & Jeugd. De uitgangspunten uit het subsidiekader, het aanbod (offerte) van het consortium inclusief visiedocumenten voor de uitvoering en de uitvoeringsovereenkomst iJGZ d.d. 28 februari 2012 met conformiteitenlijst, zijn leidend voor de invulling van de uitvoeringspraktijk JGZ. In het najaar van 2014 heeft de Dienst de dienstverlening van het consortium geëvalueerd en onderzocht of de doelstellingen voor de subsidieperiode zijn behaald. Daarbij zijn de doelstellingen uit het subsidiekader als uitgangspunt genomen en geëvalueerd. De resultaten van dat onderzoek zijn opgenomen in de Rapportage Tussentijdse Evaluatie JGZ 2012-2014 5. Het Algemeen Bestuur heeft op 27 november 2014 ingestemd met de inhoud van en aanbevelingen uit dit rapport. De resultaten van de evaluatie bieden voldoende aanknopingspunten om de dienstverlening voort te zetten en de overeenkomst met het consortium te verlengen met twee jaar, voor de jaren 2016 en 2017. Eventueel kan daarna nogmaals een verlenging met twee jaar voor 2018 en 2019 plaatsvinden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft het consortium met een voldoende
beoordeeld, laatstelijk in 2014. Uit de evaluatie van de Dienst blijkt ook dat de inhoudelijke dienstverlening aan cliënten van de JGZ kwalitatief op orde is.
In de evaluatierapportage heeft de Dienst vastgesteld dat het consortium sinds 2013 werkt aan de flexibilisering van contactmomenten. Deze nieuwe werkwijze bevat een sporenbeleid, dat wil zeggen dat er een basisaanbod van contactmomenten is voor gezonde kinderen met wie het goed gaat en dat kinderen met aandachtsfactoren meer aandacht krijgen.
Dienst Gezondheid & Jeugd (2014). Tussentijdse Evaluatie Jeugdgezondheidszorg 2012-2014. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 27 november 2014.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 mei 2015
10
Uit de evaluatie volgt verder dat de uitvoeringsovereenkomst voor de jaren 2016 en 2017 op een aantal punten moet worden aangepast. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de verantwoordingsrapportages van het consortium tijdiger en vollediger dienen te worden aangeleverd, de frequentie van rapporteren kan worden aangepast, door de noodzaak voor aanscherping van financiële afspraken met het consortium (over reservevorming en wijze van financiële verantwoording) en inhoudelijke wijzigingen rondom het nieuwe basistakenpakket dat in werking treedt per 1 januari 2015 (waaronder aansluiting bij leefstijIthema's en de daarbij behorende inhoudelijke doelstellingen). Het Algemeen Bestuur heeft aangegeven dat de Dienst primair de beleidsadvisering en informatievoorziening richting gemeenten verzorgt voor de collectieve preventie en
regionale JGZ aangelegenheden.
De evaluatie bevat tenslotte aanbevelingen over de rolverdeling tussen de Dienst en het consortium en organisatie en sturing vanuit het contract- en accountmanagement van de Dienst.
3 2 Doelstellingen ouderengezondheidszorg 2012-2015 Met het oog op de vergrijzing in de regio Zuid-Holland Zuid, willen de gemeenten een vastgestelde visie op een preventie- en gezondheidsbevorderingsstructuur voor ouderen, conform artikel 5b van de Wet publieke gezondheid en de implementatie van deze visie in 2013.
3.2.1 Indicatoren voor het succes van de uitvoering vast te stellen of de gemeenten succesvol zijn op het gebied ouderengezondheidszorg, voeren zij op procesniveau evaluaties uit. Om
van
de
3.2.2 Resultaten evaluatie ouderengezondheidszorg De gemeenten hebben in december 2013 aan de Dienst Gezondheid & Jeugd de opdracht verstrekt een beleidskader op te stellen voor de preventieve ouderengezondheidszorg,
gericht op de ontwikkeling van een preventie- en gezondheidsbevorderingsstructuur voor ouderen. Dienst heeft een verkenning uitgevoerd naar het preventieve ouderengezondheidsbeleid van de 17 gemeenten. Uit dit onderzoek bleek dat alle gemeenten deels invulling geven aan preventief beleid voor ouderen door samen te werken met de lokale welzijnsinstellingen, ouderenvertegenwoordigers en de eerstelijns zorg; echter dat er te weinig samenhang in de activiteiten is en enkele relevante interventies ontbreken om te spreken van een preventie- en gezondheidsbevorderings-structuur voor ouderen. De
Functiegerichte preventie, het behoud van functies bij ouderen met een verhoogde kans op kwetsbaarheid is nog onvoldoende geborgd in het gemeentelijk beleid. Vijf gemeenten hebben preventie voor ouderen opgenomen in hun WMO beleidsplannen. De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft kaders ouderengezondheidsbeleid voor de gemeenten.
opgesteld
Dienst Gezondheid & Jeugd , Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 i 18 mei 2015
voor
een
preventief
4. Gezondheidsbevordering 4 1 Wat hebben de uitvoeringsprogramma's tot nu toe bereikt? De regionale uitvoeringsprogramma's Gezond Gewicht, Verzuip jij je toekomst?! en Mentale Weerbaarheid werken aan het bevorderen van de gezondheid van de inwoners van de regio Zuid-Holland Zuid. De uitvoeringsprogramma's voeren de regie op een grote
diversiteit aan interventies, om een gezonde leefstijl van inwoners in stand te houden of te verbeteren. Daarnaast leveren de programma's een bijdrage aan het realiseren van andere gemeentelijke doelstellingen zoals participatie, activering en maatschappelijke integratie. Voor de uitvoeringsprogramma's zijn doelen opgesteld voor de programmaperiode 20122015. Voor de evaluatie van deze doelen worden de gezondheidsenquêtes van de Dienst Gezondheid & Jeugd gebruikt. Daarbij worden onder andere gegevens gebruikt uit de Gezondheidsmonitor en de Jeugdgezondheidsmonitor 12-18 jaar. Ook worden gegevens van de JGZ gebruikt, die jaarlijks worden verzameld bij kinderen in groep 2 en groep 7 en jongeren uit klas 2 van het voortgezet onderwijs. Tot slot worden gegevens gebruikt van onderzoek dat incidenteel in het kader van de uitvoeringsprogramma's wordt uitgevoerd. De planning van de gezondheidsenquêtes sluit helaas niet optimaal aan bij de planning van de uitvoeringsprogramma's, waardoor uitspraken over het al dan niet behalen van de doelstellingen van de uitvoeringsprogramma's niet altijd gebaseerd zijn op actuele cijfers. Daarnaast bevat de monitor van klas 2 van het voortgezet onderwijs alleen gegevens van leerlingen die in Zuid-Holland Zuid op school zitten. De informatie van jongeren die buiten
de regio naar het voortgezet onderwijs gaan, is hier niet in opgenomen.
4.1.1 Wat heeft Gezond Gewicht tot nu toe bereikt? Voor het uitvoeringsprogramma Gezond Gewicht zijn twee doelstellingen geformuleerd: 1. Voor de meeste gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid is de volgende doelstelling
geformuleerd voor uitvoeringsprogramma Gezond Gewicht:
Het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht is in de periode 2012-2015 niet verder toegenomen ten opzichte van de periode 20072011. 2. Omdat in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Gorinchem in de periode
voorafgaand aan het opstellen van de doelen intensiever is ingezet op het thema Gezond Gewicht, is de doelstelling voor deze drie gemeenten scherper:
Het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht in de leeftijd van 0-19 jaar is in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Gorinchem in de periode 2012-2015 met 2% afgenomen ten opzichte van de periode 2007-2011. Landelijke cijfers
Overgewicht bij kinderen en jongeren landelijk licht aan het dalen Sinds 2010 is landelijk sprake van een daling van het percentage jeugdigen dat met overgewicht kampt (CBS, 2014). In 2010 had circa 13 procent van de kinderen en jongeren van 4-16 jaar overgewicht en in 2013 was dit 12 procent. In deze groep komt ernstig overgewicht meer voor onder de 4 tot 12 jarigen dan onder de 12 tot 16 jarigen
Dienst Gezondheid & Jeugd I Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
18 rrie 201
(respectievelijk 2,8 procent Probleemschets-Cijfers)
en
1,7
procent).
(htto://www.nii.nl/Overoewicht-
Regionale cijfers: evaluatie Gezond Gewicht doelstelling 1
Ook in regio Zuid-Holland Zuid lichte daling overgewicht jeugd Uit onderstaande figuur blijft dat in de periode 2010-2013 in Zuid-Holland Zuid sprake was van een lichte daling van het percentage overgewicht onder kinderen van 5 jaar (17% in 2010 en 15% in 2013), kinderen van 10 jaar (22% in 2010 en 20% in 2013) en een stabilisatie van overgewicht onder 13-jarigen (20% in zowel 2010 als 2013). Opvallend is verder dat het percentage overgewicht in Zuid-Holland Zuid veel hoger is dan in Nederland als geheel. Jeuq:1N 2009-2013 Rego ZHZ 'aar .444...34 -
21
341111~1114412
0 . 111.141411114 134~ 21
Is 17
n 14 13 12 11
2210
2011
1313
11333.1..411~.~44~1.4, 171~ Gem1444 & Joetqf
Conclusie ten aanzien van doelstelling 1 Hoewel we over 2014 en 2015 nog geen inzicht in de overgewichtcijfers hebben, lijkt de
doelstelling van Gezond Gewicht dat het percentage kinderen en jongeren met (matig en ernstig) overgewicht in de periode 2012-2015 niet verder is toegenomen ten opzichte van de periode 2007-2011 wel te zijn behaald. Regionale cilfers: evaluatie Gezond Gewicht doelstelling 2
Dordrecht: succesvolle daling overgewicht met Doe ff Gezond Doe ff Gezond is een onderdeel van Gezond Gewicht en is de programmanaam voor de gemeente Dordrecht. Toen Dordrecht in 2012 JOGG gemeente werd (Jongeren op Gezond Gewicht), is de naam 'Doe ff Gezond' behouden. Binnen Gezond Gewicht worden aanvullende effectonderzoeken uitgevoerd voor Doe ff Gezond. De Doe ff Gezond -aanpak lijkt op het basisonderwijs zijn vruchten af te werpen. De
resultaten van de jaarlijks terugkerende fittesten wijzen op een daling van overgewicht onder de basisschooljeugd (groep 3 t/m 8) in Dordrecht -West, van 41,6% in 2011 naar 32,8% in 2014, een daling van 8,8% -punt, zie de linker figuur.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 m ei 2015
So
t 9 sc hok. 0
200 io ,n 2012 II n 2013 an 12 schok.. 2014)
45
000r94roncnt Ootdrecht offers .1GZ PGO 3r0e0 2 40 sthaets 35%
41.4
40
30% $1.1
35 30
11,4
25
241 23.0
357
20 10.3
10
Dordt W est
°vang Dordrecht
2009-2009 % rnateg ovorgovocht
% obasetas 2011
% ovatgeonCO1 tot aal
Totaal D ordrecht
2009-2010 92010-2011
II 2011-2012
201 2-2 013
2012 U2013 M20 14
De cijfers van de Jeugdgezondheidszorg bevestigen de resultaten van Doe ff Gezond. Bij de kinderen in Dordrecht -West is een daling van het overgewicht te zien, die niet te zien is in de rest van Dordrecht (zie rechter figuur). Het percentage overgewicht is in DordrechtWest echter nog steeds veel hoger dan in de rest van Dordrecht.
Zwijndrecht: stabilisatie overgewicht in Kort -Ambacht Zuid, sinds 2013 inzet via JOGG Vanuit uitvoeringsprogramma Gezond Gewicht is vooral ingezet op de wijk Kort -Ambacht Zuid (KAZ), een wijk met een relatief grote groep allochtone inwoners. Dankzij de intensieve inzet in met name deze wijk is men erin geslaagd het percentage kinderen van 0-19 jaar met (matig en ernstig) overgewicht in Zwijndrecht te stabiliseren. In 2013 was het overgewicht onder 5-jarigen 14%, onder 10-jarigen 20% en onder 13-jarigen 24%. Alleen het overgewicht onder 13-jarigen is hoger dan het gemiddelde voor Zuid-Holland Zuid6 (respectievelijk 15%, 20% en 200/0). Om het percentage overgewicht in Zwijndrecht verder omlaag te brengen heeft gemeente Zwijndrecht zich vanaf september 2013 aangesloten bij het landelijk programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG).
Gorinchem: stijging overgewicht bij 5-jarigen en daling bij 10-jarigen en 13-jarigen In Gorinchem heeft vanuit Gezond Gewicht geen extra inspanning plaatsgevonden ten
opzichte van de overige gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid. Hiervoor heeft de Dienst Gezondheid en Jeugd ook geen opdracht gekregen. De gemeente Gorinchem heeft wel extra inspanning verricht om het overgewicht terug te dringen. Het overgewicht in Gorinchem is in de periode 2010-2013 bij 5-jarigen gestegen (in 2010 11%, in 2013 15%). Bij 10-jarigen was sprake van een daling (in 2011 21%, in 2013 19%) evenals bij 13-
jarigen (van 25% in 2010 naar 18% in 2013).
Conclusie ten aanzien van doelstelling 2 De beoogde 2% afname van overgewicht onder kinderen en jongeren in de periode
2012-2015 ten opzichte van de periode 2007-2011 is behaald in de gemeente Dordrecht. In de gemeente Zwijndrecht is sprake van stabilisatie van het overgewichtcijfer en wordt, door de intensieve JOGG aanpak hopelijk een daling bereikt in de komende jaren. I n Gorinchem is overgewicht toegenomen onder 5-jarigen en afgenomen onder 10- en 13jarigen.
6
htto://www.dienstgezondheidieuod.buurtmonitor.nl: Jeugdgezondheidsmonitor 2013
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
4.1.2 Wat heeft Verzuip jij je Toekomst?! tot nu toe bereikt? Verzuip jij je Toekomst?! kent twee hoofddoelstellingen: 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar); 2.
Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar.
Landelijke cijfers
Steeds minder jongeren drinken alcohol; maar áls ze drinken, drinken ze veel Het aantal middelbare scholieren in Nederland dat ooit in zijn of haar leven alcohol heeft gedronken, is de afgelopen tien jaar (2003-2013) sterk gedaald van 84% naar 46% (HBSC, 2013). Het aantal jongeren dat de laatste maand alcohol heeft gedronken, is in diezelfde periode eveneens scherp gedaald van 55% naar 27%. De daling in alcohol -gebruik is het sterkst onder de jongste groepen van 12-, 13-, en 14-jarigen. Hoewel het aantal jongeren dat ooit gedronken heeft of maandelijks drinkt, sterk is
gedaald, is er onder jongeren die wél drinken geen sprake van een afname van de hoeveelheid alcohol die zij nuttigen. Het aantal binge-drinkers (5 of meer glazen drinken op één avond) onder jongeren die maandelijks drinken, nam tussen 2011 en 2013 zelfs toe van 64% naar 72%.
Dit is terug te zien in de stijging van het aantal alcoholintoxicaties bij jongeren van 10 t/m 17 jaar. I n 2014 werden landelijk 783 kinderen behandeld in het ziekenhuis door een kinderarts als gevolg van alcoholgebruik. In 2013 ging het nog om 713 meldingen en in 2012 om 706 meldingen. Regionale cijfers: evaluatie Verzuio Dl ie Toekomst?! doelstelling 1
In Zuid-Holland Zuid minder drinkende jongeren én minder binge drinkers De cijfers van de JGZ laten zien dat het alcoholgebruik van jongeren in Zuid-Holland
Zuidsteeds verder afneemt (zie onderstaande figuur). Dit is lijn met de landelijke trend. Bij de laatste meting in schooljaar 2012-2013 gaf 37% van de tweedeklassers aan wel eens alcohol te drinken. In 2008-2009 was dit nog 60%. Ook het zogenaamde "binge drinken", het drinken van 5 of meer glazen bij één
gelegenheid, is afgenomen (tegen de landelijke trend in). Dit is goed nieuws, want binge drinken is zeer schadelijk voor de gezondheid en hersenontwikkeling van jongeren. I n schooljaar 2008-2009 zei 11°/o van de tweedeklassers recent (in de afgelopen maand) ervaring te hebben met binge drinken. Vier jaar later is dit gedaald naar 8%. Dronkenschap wordt door leerlingen ook steeds minder gerapporteerd: van 16% in schooljaar 2008-2009 naar 9% in schooljaar 2012-2013.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 mei 2015
15
70
eo gedrcnke^-1
EO
§-- In de afgelopen 4
weken 5 of meer drankjes
40
Wel eens dronken geweest in hele leven
20
eens dronken geweest in afgelopen
'iVel
20
4
weken .~§111,
IC
C 20082009
20092010
20102011
20112012
20122013
voetnoot: schooljaar 2008-2009 geldt voor regio ZHZ zonder Hoeksche Waard.
Ouders worden strenger in hun alcoholopvoeding Een steekproef onder 1.500 ouders van 13- tot 14-jarigen uit de regio liet het volgende zien:
Steeds minder ouders bieden hun kind(eren) thuis alcohol aan om te laten proeven
(8% in 2013; 10% in 2009); Steeds minder ouders vinden het goed dat hun kind thuis alcohol drinkt (6% in 2013; 12% in 2009); De leeftijd waarop ouders het goed vinden dat hun kind drinkt stijgt. Gemiddeld vinden ouders de leeftijd van 16,2 jaar een verantwoorde startleeftijd voor het eerste slokje alcohol (15,7 jaar in 2009). Voor het eerste glas is dit 17,5 jaar (17,2 jaar in 2009). Toename van alcoholvrije scholen in de regio Om de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren zoveel mogelijk te beperken, streeft Verzuip jij je Toekomst?! ernaar dat zoveel mogelijk scholen voor voortgezet onderwijs een 100% alcoholvrij beleid voeren. Inmiddels hebben vijf scholen het landelijke Keurmerk Alcoholvrije School ontvangen; in iedere subregio minimaal één school.
Jongeren van 15 jaar komen minder makkelijk aan alcohol Uit onderzoek is bekend dat de beschikbaarheid van alcohol voor een groot deel het alcoholgebruik van jongeren bepaalt. Verzuip jij je Toekomst?! heeft eind 2014 een
mystery shopping onderzoek laten uitvoeren naar de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop. Verkopers van alcohol in cafetaria's, horeca, slijterijen, sportkantines en supermarkten weigerden bij 51 procent van de aankooppogingen door 15-jarige mysteryshoppers alcohol te verkopen. In 2011 was dat nog 22 procent. Daarmee is de naleving bij 15-jarigen behoorlijk verbeterd. Supermarkten scoorden het beste (82% naleving), gevolgd door slijterijen (56%), horeca en sportkantines (beide 50%) en
cafetaria's (30%).
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
I n verband met de nieuwe leeftijdsgrens van achttien jaar zijn ook zeventienjarige
mysteryshoppers ingezet. Zij kregen bij 33 procent van de aankooppogingen geen alcohol mee. Met name sportverenigingen scoorden slecht, met een gemiddelde naleving van slechts 11%.
Conclusie ten aanzien van doelstelling 1 In de periode 2012-2015 was sprake van een daling van het alcoholgebruik onder jongeren
onder de 18 jaar. Dit positieve resultaat is bereikt door een afname van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren: ouders zijn strenger geworden, meer scholen voeren een alcoholvrij beleid en de naleving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop is verbeterd. Regionale cijfers: evaluatie Verzuip jij je Toekomst?! doelstelling 2
Meer alcohol gerelateerde letsels; jongeren vormen de grootste groep De Regionale Ambulancedienst Zuid-Holland Zuid registreert jaarlijks het aantal personen dat als gevolg van een alcohol gerelateerd incident wordt behandeld. De cijfers hebben betrekking op mensen die ter plaatse eerste hulp hebben gekregen, naar de eerste hulp van het ziekenhuis zijn gebracht of in het ziekenhuis zijn opgenomen. In 2014 bleek dat ambulancepersoneel in onze regio veel meer mensen met een alcoholvergiftiging had behandeld dan in de jaren ervoor; zowel jongeren als volwassenen
en ouderen. In 2014 werden 277 mensen door ambulancepersoneel behandeld met letsel als gevolg van (teveel) alcoholgebruik. In 2013 waren dit er 202 en in 2012 ging het om 203 personen. Jongeren van 14- tot 19 jaar zijn met 23% ook in 2014 weer de groep waarin de meeste 'comazuipers' zich bevinden. Deze stijgende lijn is vergelijkbaar met de landelijke toename van alcoholintoxicaties bij jongeren. De toename in de jongste leeftijdsgroep is echter relatief beperkt ten opzichte van oudere leeftijdsgroepen; de grootste stijging in alcohol gerelateerde letsels is te zien bij twintigers en 60 -plussers.
Conclusie ten aanzien van doelstelling 2 Het alcoholgebruik van jongeren vanaf 18 jaar is nog steeds zorgelijk. Dit beeld sluit aan bij de landelijke trend. Het alcoholgebruik bij de jonge jeugd daalt, maar vanaf ongeveer 16 jaar (de vorige leeftijdsgrens) drinken jongeren nog steeds te vaak en te veel. De verwachting is dat in deze leeftijdsgroep op termijn ook een daling ingezet zal worden, nu de nieuwe leeftijdsgrens van 18 jaar steeds meer als de sociale norm gaat gelden bij o.a. ouders. Hiervoor is echter de komende jaren blijvende inzet op beleid, handhaving en bewustwording van alcoholgebruik bij jongeren nodig.
4.1.3 Wat heeft Mentale Weerbaarheid tot nu toe bereikt? Met het programma Mentale Weerbaarheid wordt de volgende doelstelling nagestreefd: De psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid is in de periode
2012-2015 verbeterd ten opzichte van de periode 2007-2011. Landelijke cijfers Er zijn helaas geen vergelijkbare gegevens voor Nederland beschikbaar over de
psychosociale problematiek van de jeugd of de psychische gezondheid van volwassenen om een uitspraak te kunnen doen over de verandering van de psychische gezondheid in Nederland in de periode 2012-2015 ten opzichte van de periode 2007-2011.
Dienst Gezondheid & Jeugd i Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 mei 2015
Regionale cijfers: evaluatie doelstelling Mentale Weerbaarheid
Psychische gezondheid van jeugd stabiel I n de regio Zuid-Holland Zuid heeft in 2013 4-8% van de kinderen en jongeren een
verhoogd risico op psychosociale problematiek. In groep 2 en 7 hebben meer jongens (910%) een hogere kans op psychosociale problematiek dan meisjes (5-7%). In de tweede klas van het voortgezet onderwijs hebben juist meer meisjes (4%) een hogere kans hierop
dan jongens (2%). Bij de jongeren op het voortgezet onderwijs is met name het opleidingsniveau een
belangrijke factor bij een verhoogde kans op psychosociale problematiek. Op het VMBO zitten meer jongeren met een verhoogde score (4-8%) dan op het vwo (1-4%). In groep 2 en groep 7 speelt de opleiding van de moeder van het betreffende kind een belangrijke rol. Hoe lager de opleiding van de moeder, hoe hoger de kans op psychosociale problematiek. Ongeveer 11% van de kinderen met een laagopgeleide moeder heeft een verhoogde kans op psychosociale problematiek, dit geldt voor 5% van de kinderen met een hoogopgeleide moeder. Onderstaande figuur laat zien dat gedurende de periode 2010-2013 het risico op psychosociale problematiek voor kinderen en jongeren ongeveer gelijk is gebleven. In de loop van 2015 verwachten we de resultaten van het schooljaar 2013-2014. Psychische gezondheid (SDQ) [5(,1 2010-2013 Regio ZHZ 15
Verhoogde $0DO totairscore. 5-
)4^94r, 14 14~
13
verhoogde $00 totaarscone 13.
12 11
to
5 4 3 2
0 2010
202
201,
2013
Bron Jeugdgezondheldsmondo< (lenst Gezondrted .1 Jeugd ZSZ
Psychische gezondheid van volwassenen stabiel In de regio Zuid-Holland Zuid heeft in 2012 34% van de volwassenen een matig of hoog risico op een angststoornis of depressie. Hierin zien we geen verschil tussen 19-64 jarigen en 65 -plussers. We zien wel een groot verschil tussen mannen en vrouwen: 27% van de mannen heeft een matig of hoog risico en 41% van de vrouwen. Ook hebben mensen met een lage opleiding vaker een matig of hoog risico op een angststoornis of depressie (38%) dan mensen met een hoge opleiding (29%). De psychische gezondheid bij volwassenen, gemeten aan de hand van het risico op een angststoornis of depressie, is stabiel gebleven tussen 2009 en 2012. Zowel in 2009 als
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
2012 had 34% van de volwassenen een matig of hoog risico op een angststoornis of
depressie.
Werkwijze programma Mentale Weerbaarheid gericht op versterken psychische gezondheid Uit bovenstaande cijfers komt naar voren dat de psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid stabiel is gebleven in de periode 2012-2015 ten opzichte van de periode 2007-2011. De doelstelling luidde dat de psychische gezondheid verbeterd zou moeten zijn. Het is onbekend waarom deze doelstelling niet is gehaald. Mogelijk was een stabilisatie van de cijfers het maximaal haalbare in een periode waarin veel druk lag op de psychische gezondheid van mensen, bijvoorbeeld door de economische crisis en de daarmee gepaard gaande onzekerheid. Vanwege het ontbreken van landelijke vergelijkingscijfers, kan niet worden aangegeven of de regio Zuid-Holland Zuid afwijkt t.o.v. de landelijke trend als het gaat om de psychische gezondheid van inwoners. Om optimaal in te zetten op het versterken van de psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid werkte het programma Mentale Weerbaarheid in de periode 20122015 volgens een aantal principes: De interventies die worden uitgevoerd in opdracht van het programma Mentale
Weerbaarheid zijn 'theoretisch goed onderbouwd' of 'evidence based'. Alleen door te werken met goede interventies kan een positief effect op de psychische gezondheid worden gehaald. Eén voorbeeld van een effectieve interventie is: Plezier op School. Deze is gericht op aanstaande brugklassers die op de basisschool moeite hebben met het maken van vriendjes, gepest worden of angstig zijn in het sociale contact. Plezier op School werkt aan het vergroten van de sociale vaardigheden van deze kinderen en bereidt hen zo voor op de overstap naar de middelbare school. Een voorbeeld van een goed onderbouwde interventie die wordt toegepast binnen Mentale Weerbaarheid is Dappere Dino's. Dit is een programma gericht op kinderen van 6-8 jaar van gescheiden ouders. Het programma creëert een ondersteunende groepsomgeving waarin kinderen leren omgaan met problemen en emoties rond de scheiding van hun ouders; Van alle interventies die worden uitgevoerd, worden procesgegevens bijgehouden, dat wil zeggen hoe vaak ze zijn uitgevoerd en met hoeveel deelnemers. Dit is van belang om te laten zien wat de reikwijdte van het programma Mentale Weerbaarheid is. De uiteindelijke effecten op de psychische gezondheid van de
inwoners van Zuid-Holland Zuid zijn het resultaat van een combinatie van bereik van de uitgevoerde interventies en het effect van deze interventies. In 2013 en 2014 namen in totaal 157 kinderen uit de regio Zuid-Holland Zuid deel aan Plezier op School en 62 kinderen aan Dappere Dino's;
Interventies worden bij voorkeur niet eenmalig uitgevoerd. Zo werken we vanuit Mentale Weerbaarheid op scholen volgens de Gezonde Schoo/werkwijze, dat wil zeggen dat scholen integraal, planmatig en structureel (meerjarige uitvoering)
werken aan een mix van activiteiten op het gebied van gezondheid. Deze werkwijze draagt ook bij aan het bereiken van een positief effect op de psychische gezondheid. Basisscholen die structureel aan gezondheid werken, kunnen het landelijk vignet Gezonde School aanvragen en zich profileren als Gezonde School. Daarmee kan een school laten zien dat zij gezondheid op school belangrijk vindt. In de periode 20122015 hebben tot nu toe 15 basisscholen in Zuid-Holland Zuid succesvol een landelijk vignet Gezonde School op het thema Sociaal-emotionele ontwikkeling aangevraagd: dit is 16% van het totaal aantal uitgereikte vignetten in Nederland. De regio Zuid-Holland Zuid is hiermee landelijk koploper met het hoogste aantal vignetten Sociaal-emotionele ontwikkeling van alle 25 GGD regio's.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 I 18 m ei 2015
Conclusie ten aanzien van doelstelling Mentale Weerbaarheid De psychische gezondheid van inwoners van Zuid-Holland Zuid is in de periode 20122015 stabiel gebleven ten opzichte van de periode 2007-2011. De door het uitvoeringsprogramma Mentale Weerbaarheid gehanteerde werkwijze is erop gericht om structureel, door de inzet van evidence based interventies en met een aanzienlijk bereik, de psychische gezondheid van de inwoners van Zuid-Holland Zuid te
bevorderen.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 18 m ei 2015
20
ezondheid &Jeugd
Karel Lotsyweg 40 Postbus 166, 3300 AD Dordrecht 078 770 8500 078 770 8501
[email protected] www.dienstgezondheidjeugd.nl
Dienst Gezondheid & Jeugd is partner in de regio Zuid-Holland Zuid
Activiteiten gericht op het behalen van de doelstellingen van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019
Bijlage bij adviesnota
AB 2 juli 2015
mpi 22,15
ezondheid &Jeugd
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Gezondheidsbescherming
4 4 4 4
2.1 Voorbereiding op de dreiging van infectieziekten en rampen
2.2 Advisering rondom gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg 2.3 Integrale gezondheidsadvisering voorafgaand aan besluitvorming
3. Ziektepreventie 3.1 Jeugdgezondheidszorg 3.2 Preventieve ouderengezondheidszorg
4. Gezondheidsbevordering 4.1 Het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen 4.2 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd 4.3 Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen 4.4 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij zwangere vrouwen
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 20 mei 2015
5 5 5 6 6 6 7 7
2
1. Inleiding Dit document is een bijlage bij de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1. Het document gaat in op de mogelijke inzet om de doelstellingen voor gezondheidsbescherming, ziektepreventie en gezondheidsbevordering uit de nota te bereiken.
Dienst Gezondheid & Jeugd (2014). Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019. Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 2 juli 201.5.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 20 mei 2015
3
k
2. Gezondheidsbescherming 2.1 Voorbereiding op de dreiging van infectieziekten en rarnnen Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Het door het Algemeen Bestuur van de Dienst vastgestelde uitwerking beleidskader gezondheidsbescherming implementeren; De Dienst Gezondheid & Jeugd vragen om met een aantal risicolocaties, zoals
woonzorginstellingen, zorgboerderijen en medisch kinderdagverblijven, in contact te treden om te adviseren over (maatregelen) voor infectieziektepreventie; De afstemming en samenwerking met ketenpartners realiseren op zowel management-, operationeel- als medisch inhoudelijk niveau in de regio ZHZ.
Vanuit het aankomende "Regionaal Meldpunt Uitbraken" zal het netwerk van VVT instellingen (verpleeghuis, verzorgingshuis, thuiszorg) versterkt worden als belangrijke partners in de ouderenzorg. Daarnaast zal gezorgd worden voor structureel overleg met GHOR, ziekenhuizen en huisartsenposten.
2.2 Advisering rondom gezondheidsrisico's in milieu en technische hygiënezorg Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Een overlegplatform realiseren over de technische hygiëne en milieukunde om te komen tot een integraal omgevingsplan voor de regio, welke past in het
provinciale omgevingsplan. Het platform wordt gebruikt om kennis en ervaringen te delen en zo te komen tot verdere optimalisering van het milieubeleid; In kaart brengen hoe en op welke gebieden de GHOR en de Dienst Gezondheid & Jeugd een bijdrage kunnen leveren, door hen proactief te laten adviseren op het terrein van technische hygiënezorg en/of medische milieukunde; De aandacht voor de verbetering van het technische hygiëne- en milieubeleid continueren. Hiervoor leggen de gemeenten vast: o De voortgang van ingezet beleid; o Welke milieukundige effecten ingezet beleid heeft voor de inwoners.
2.3 Integrale gezondheidsadvisering voorafgaand aan besluitvorming Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Inzetten op integrale besluitvorming binnen gemeenten door gerichte aandacht voor gezondheidsbescherming- en gezondheidsbevordering. De Dienst Gezondheid & Jeugd ondersteunt de ambtenaar volksgezondheid van de gemeente in de opzet en uitvoering van een visie op integrale besluitvorming binnen de gemeente; De Dienst Gezondheid & Jeugd informeren over plannen op de beleidsterreinen
ruimtelijke ordening en verkeer. De gemeenten bepalen vervolgens samen met de Dienst op welke plannen de Dienst een integraal gezondheidsadvies zal geven; Een nauwere samenwerking tussen de Dienst Gezondheid & Jeugd en de Omgevingsdienst ZHZ stimuleren, met als doel eventuele tegengestelde belangen tussen ruimtelijke ordening en volksgezondheid in een vroeg stadium in het beleidsproces te tackelen.
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 20 mei 2015
3. Ziektepreventie 3.1 Jeugdgezondheidszorg Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Het Consortium vragen om door te gaan met de flexibilisering van de contactmomenten waardoor er ruimte wordt gecreëerd voor een gerichte inzet
van de jeugdgezondheidszorg voor de kinderen die extra aandacht nodig hebben; De Dienst Gezondheid & Jeugd voert namens de gemeenten de onderhandelingen met het Consortium voor nieuwe contractafspraken. Voor de prestatieafspraken met het Consortium zoekt de Dienst aansluiting bij de doelstellingen uit paragraaf 5.3 en 5.4 van het hoofdstuk Gezondheidsbevordering. De
gemeente richten zich in die doelstellingen op het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd en het versterken van de mentale weerbaarheid van de jeugd.
3.2 Preventieve ouderengezondheidszorg Voor de inzet ten aanzien van het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen en het krachtig en vitaal ouder worden verwijzen we naar het thema Gezondheidsbevordering in hoofdstuk 4.
Dienst Gezondheid & Jeugd 1 Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 20 mei 2015
4. Gezondheidsbevordering 4.1 Het versterken van de mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Inzetten op het bevorderen van mentale weerbaarheid via basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Hierbij wordt de Gezonde School werkwijze gestimuleerd, die gericht is op structureel schoolbeleid voor het bevorderen van de mentale weerbaarheid en de preventie van pesten; In de subsidievoorwaarden voor maatschappelijk werk, jongerenwerk, buurtwerk, sociale teams en jeugdteams opnemen dat deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers op het gebied van mentale weerbaarheid voor de drie doelgroepen wordt georganiseerd. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van erkende trainingen, met aandacht voor de werkzaamheid en implementatie kansen; Zorgen voor de uitvoering van erkende2 cursussen en trainingen gericht op het bevorderen van de mentale weerbaarheid van jeugdigen, laag opgeleide volwassenen en ouderen in een kwetsbare positie en eenzaamheidsbestrijding bij ouderen.
4.2 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij de jeugd Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Inzetten op het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd via kinderopvang, basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Op scholen wordt de Gezonde School werkwijze gestimuleerd, die gericht is op structureel beleid voor het bevorderen van een gezonde leefstijl; I n de subsidievoorwaarden voor en afspraken met sportverenigingen, maatschappelijk werk, jongerenwerk, buurtwerk, combinatiefunctionarissen, sociale teams, jeugdteams en alcoholverstrekkers opnemen dat deze organisaties systematisch aandacht besteden aan het bevorderen van een gezonde leefstijl bij de jeugd. Dit kunnen zij bijvoorbeeld doen middels deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers op het gebied van leefstijl. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van erkende trainingen, met aandacht voor de werkzaamheid, implementatie kansen en samenwerking tussen relevante partijen; Zorgen voor de uitvoering van erkende cursussen en trainingen gericht op het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd; Specifiek voor alcoholpreventie is het van belang de aanpak niet alleen te richten op bewustwording, maar ook beleid en handhaving hierin mee te nemen. Alcoholmatiging is alleen effectief wanneer er vanuit deze drie pijlers wordt gewerkt. Samenwerking en afstemming tussen de beleidsterreinen Volksgezondheid / Jeugd en Openbare Orde en Veiligheid is daarmee cruciaal. Deze samenwerking wordt vormgegeven middels de lokale Preventie- en Handhavingsplannen Alcohol.
2 Cursussen en trainingen die met een erkenning zijn opgenomen in de database van het Loket Gezond Leven (www.loketoezondleven.n1).
Dienst Gezondheid & Jeugd
Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 1 20 m ei 2015
6
4.3 Het bevorderen van de eigen kracht en vitaliteit bij ouderen Wat kan gedaan worden om de doelstellingen te bereiken? Deskundigheidsbevordering voor uitvoerende partijen organiseren op het gebied
van gezondheidsvaardigheden voor ouderen, gericht op functiebehoud en krachtig ouder worden. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van erkende trainingen, met aandacht voor de werkzaamheid, implementatie kansen en samenwerking tussen relevante organisaties; Zorgen voor de uitvoering van erkende cursussen en trainingen gericht op het bevorderen van het bewegen, zelfstandigheid, voeding en valpreventie bij 75plussers.
4.4 Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij zwangere vrouwen Wat kan gedaan worden om de doelstelling te bereiken? Prenatale voorlichting aanbieden aan zwangeren via lokale partijen; In kaart brengen waar kwetsbare zwangeren zich bevinden, op welke manier zij kwetsbaar zijn en hoe zij het beste bereikt kunnen worden met prenatale voorlichting. Bij het laatste gaat het om de vorm en inhoud van de voorlichting
alsmede over de geschikte wervingskanalen om kwetsbare zwangere te bereiken; Een ketenaanpak realiseren en/of in stand houden rondom kwetsbare zwangeren tussen professionals voor zorg en begeleiding rond zwangerschap, geboorte en de nieuwe rol als ouders; De verbinding en samenwerking
tussen
de
verschillende
disciplines
met
betrekking tot kwetsbare zwangeren versterken middels het Netwerk Kwetsbare Zwangeren3 van het Albert Schweitzer Ziekenhuis.
Het Netwerk Kwetsbare Zwangeren bestaat uit Bureau Jeugdzorg, de Raad voor de Kinderbescherming, verloskundigen uit de regio en het Albert Schweitzer Ziekenhuis.
Dienst Gezondheid & Jeugd , Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2016-2019 i 20 mei 2015
7
ezondheid &Jeugd
Karel Lotsyweg 40 Postbus 166, 3300 AD Dordrecht 078 770 8500 078 770 8501
[email protected] www.dienstgezondheidjeugd.n1
Dienst Gezondheid & Jeugd is partner in de regio Zuid-Holland Zuid
Format lokale paragraaf gezondheidsbeleid 2016-2019 Gemeente [naam gemeente]
[datum]
4'..
Inhoud 1
1.1
Lokale thema's in [naam gemeente] ............................................................................ Inleiding en leeswijzer ............................................................................................
1.2 1.3
1.3.1 1.3.2 2
3 3 Resultaten lokale ambities in [naam gemeente] 2012-2015 ........................... 3 Lokale ambities in [naam gemeente] 2016 - 2019 ............................................ 3 Lokale adviezen Toekomstverkenning ZHZ ..................................................... 3 Keuze voor lokale thema's in 2016-2019 ......................................................... 4
Financiering lokale thema's .........................................................................................
2
5
1
Lokale thema's in [naam gemeente]
1.1 Inleiding en leeswijzer Deze lokale paragraaf is een onderdeel van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 20162019.
In dit document wordt kort teruggeblikt op de resultaten van de lokale nota gezondheidsbeleid -Holland Zuid 2012-2015. Vervolgens worden de lokale ambities voor de periode 2016-2019 benoemd op basis van de lokale adviezen van de
Toekomstverkenning ZHZ [... en bijvoorbeeld consultatie met lokale partijen, etc].
1.2
Resultaten lokale ambities in [naam gemeente] 2012-2015
In de nota gezondheidsbeleid 2012-2015 hebben wij, naast de regionale ambities van de uitvoeringsprogramma's Mentale Weerbaarheid, Gezond Gewicht, Verzuip jij je Toekomst?! en Prenatale Voorlichting, extra ingezet op integraal lokaal gezondheidsbeleid. Dit hebben we gedaan aan de hand van de volgende speerpunten: [speerpunt 1] [speerpunt 2] etc.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de resultaten van de lokale ambities. De regionale ambities van de uitvoeringsprogramma's zijn onderdeel van de evaluatie van de regionale nota gezondheidsbeleid 2012-2015. Hier evaluatie van de lokale speerpunten zoals in bovenstaande opsomming geformuleerd
1.3
Lokale ambities in [naam gemeente] 2016 - 2019
Samen met de andere gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid kiest [naam gemeente] voor voortzetting van het huidige regionaal beleid op het gebied van gezondheidsbescherming, ziektepreventie en gezondheidsbevordering. In aanvulling hierop zijn vanuit de Toekomstverkenning ZHZ lokale adviezen gegeven. In de volgende paragrafen gaan we hierop in.
1.3.1 Lokale adviezen Toekomstverkenning ZHZ Neem hier de lokale adviezen over. Deze zijn te vinden op www.dienstgezondheidjeugd.n1 > gemeenten > klik op de naam van uw gemeente in de linkerbalk
3
1.3.2 Keuze voor lokale thema's in 2016-2019 Op onderstaande lokale thema's wil de gemeente [naam gemeente] extra inzetten in de komende beleidsperiode. Het gemeentebestuur vindt dit van groot belang gezien [ argumentatie invullen, bijvoorbeeld 'omdat de gemeente hier hoog op scoort']. Deze thema's vormen dan ook de ambities die lokaal toegevoegd worden aan het regionale beleid.
Het betreft de volgende thema's: Thema 1: [titel thema]
Wat wil de gemeente bereiken? De gemeente wil ... [doelstellingen invullen; probeer deze zoveel mogelijk eenduidig, realistisch en haalbaar te formuleren]
Wat wil de gemeente hiervoor doen? Om de doelstellingen op het gebied van [titel thema] te bereiken, gaat de gemeente ... [activiteiten invullen]
Hoe meet de gemeente het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of de gemeente de doelstellingen heeft behaald, gaat de gemeente het
volgende evalueren: ... [meetmomenten invullen]
Thema 2: [titel themal
Wat wil de gemeente bereiken? De gemeente wil ... [doelstellingen invullen; probeer deze zoveel mogelijk eenduidig, realistisch en haalbaar te formuleren]
Wat wil de gemeente hiervoor doen? Om de doelstellingen op het gebied van [titel thema] te bereiken, gaan de gemeenten ... [activiteiten invullen]
Hoe meet de gemeente het succes van de uitvoering? Om vast te stellen of de gemeente de doelstellingen heeft behaald, gaat de gemeente het
volgende evalueren: ... [meetmomenten invullen] Etc.
4
2
Financiering lokale thema's
[tekst over dekking van lokale thema's invoegen]
5
RegionaleNota Gezondheidsbeleid 1016-2019
%pEPE#
ao.
ras
011
,,t<\ %s\1
-Gemeenten zijn volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) medeverantwoordelijk voor het beschermen en bevorderen van de publieke gezondheid van inwoners.
A Jeugd, ouderen
MOM
TAAKVERDELINSE
111n--,1
gemeenten consortium Rivas Et Careyn Accountmanagement JGZ: DGELI
C
1
Gezondheid
ziektePREVENTIE
draait om veerkracht
Gezondheid is
ongelijk verdeeld over de
pi
TAAKVERDELING
bevolking ,
i~11111~
,Coordinatie op uitvoering Van beleid & advisering: DGEtJ
e e e e
Integrale, maatschappelijke
e
41.PE,
411[P- Jeugd.
Er
ihedir ezondheidsREVORDERING
ira
structurele & settinggerichte
VISIE opgezondheid
Participatie bevordert
aliap opgeleiden.l j
kwetsbare ouderen. zwangere vrouwen
1.41111~1114
r
leefstijl en bevorderen van eigen kracht
e
aanpak
gezondheid en vice versa
gezondheidsRESCHERMING
o.a. via sociale teams e/
-- ,1/4444, publieke gezondheid met - andere beleidsterreinen . . ' :k
1
to'
milieu en hygiëne
< alp
fr 411
gs'ileoloo
TAAKVERDELING
Verantwoordelijk: gemeenten
'
DGfr..1
.0 -
, 14/126,
WEINIG BE1EIDS\1 110%
Kinderen, zwangere vrouwen, ouderen
I I I
De Nota Gezondheidsbeleid ZHZ 2016-2019 is gebaseerd op de Nota van Uitgangspunten 2016-2019, de evaluatie van de Regionale Nota Gezondheidsbeleid 2012-2015 en de cijfers uit de Toekomstverkenning 1www dienstgetondheidjeugd.rd/toekomstverkenning)
11114
Lok
Toekomst
verkenning
Basis voor beleid!
ezondheid &Jeugd...
724
52%
52%
voortijdig schoolverlaters
van de 12-18 jarigen heeft wel
van de volwassen heeft matig
in de regio
eens alcohol gedronken
tot ernstig overgewicht
" 1 .0
XSP FIC)~11U3.2 _
Bekijk de situatie in jouw gemeente en de lokale adviezen in de Toekomstverkennin: of bekijk de gezondheidssituatie in cijfers via de
V.42
< CO.? t<\\
Databank
11 1 1 1 2 ~1 1 .1 1.1 1 1 1 1 1 ~.' Niet gevonden wat je zocht? We helpen je graag! Tamara van hatenherg-Eddes (t.van.batenburgPdienstgezondheidieugd.nl of 078-7703 Merel Schutten (
[email protected] of 078-7703390)
b: \ . ~