Gezamenlijke positiepaper van COMEOS en BABM inzake
Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de behandeling van vouchers betreft De Europese Commissie heeft op 10 mei 2012 een voorstel gedaan tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de behandeling van vouchers betreft (Voorstel COM(2012)206 final). Ondertussen is, na besprekingen hieromtrent met de EU-lidstaten, een nieuwe versie van een compromistekst opgesteld op 22 mei 2013 (document 9672/13, hierna het “Vouchersvoorstel” genoemd). We hebben het Vouchersvoorstel en de huidige compromistekst bestudeerd. Hierna vindt u onze analyse en opmerkingen in dit verband. COMEOS en BABM en hun respectieve leden zouden graag samen met de Belgische Centrale Btw-administratie en het Kabinet van het Ministerie van Financiën, het Litouwse Voorzitterschap en de Commissie van de Europese Unie nader ingaan op de problematische aspecten en praktische bekommernissen die hierna uiteengezet worden teneinde passende, in de praktijk uitvoerbare oplossingen uit te werken voor de sector van de detailhandel en voor de merkartikelfabrikanten.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 1 van 22
Index Gezamenlijke positiepaper van COMEOS en BABM..............................................................1 Index ......................................................................................................................................2 Samenvatting .........................................................................................................................4 Gedetailleerde toelichting .......................................................................................................7 1. Het concept ‘kortingsvoucher’ .........................................................................................7 2. Loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen ................................................10 3. Inwisselingsdienst .........................................................................................................11 Conclusies en kernboodschappen........................................................................................21
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 2 van 22
BABM BABM is de Belgo-Luxemburgse Vereniging van merkartikelfabrikanten. Zij vertegenwoordigt de sector van de Fast Moving Consumer Goods van merkfabrikanten in België en Luxemburg inzake essentiële onderwerpen die het vermogen van merkfabrikanten om hun merken te ontwerpen, te verdelen en te verhandelen kunnen beïnvloeden. De missie van BABM: het uitbouwen van een optimaal klimaat voor de A-merken teneinde waarde en keuze te creëren voor de consument, aan de hand van voortdurende innovatie en vrije, eerlijke concurrentie. BABM is lid van AIM (de Europese merkenvereniging) die gelijkaardige organisaties in verschillende Europese landen groepeert. Enkele cijfers:
42 leden-bedrijven, alle actief in het BeLux-gebied, die nationale en internationale merken vervaardigen; omzet van de BABM-leden: € 5,8 miljard; de BABM-leden zorgen voor 36.900 directe en indirecte banen.
COMEOS Comeos vertegenwoordigt de Belgische handel en diensten. De leden zijn actief in achttien sectoren en verkopen aan bedrijven of rechtstreeks aan de consument. Samen zijn de sectoren van COMEOS goed voor 11,2 procent van het bruto-nationaal product en stellen ze 400.000 mensen tewerk, wat van de handel de grootste werkgever in de privésector maakt.
COMEOS heeft een duidelijk doel voor ogen: een omgeving creëren waarbinnen de handel en de diensten in België hun dynamiek kunnen behouden, en zich verder kunnen ontwikkelen. COMEOS is lid van Eurocommerce (Europese organisatie).
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 3 van 22
Samenvatting
1
Er zijn enorm veel soorten vouchers bijgekomen en die worden voor een toenemend aantal functies gebruikt ( iTunes in supermarkten, vouchers die gebruikt worden als onderdeel van complexe regelingen gericht op klantenbinding, ook ‘loyaliteitsprogramma’s’ genoemd, geschenkboxen waarmee goederen en diensten aangeboden worden, virtuele kortingsbonnen of ‘e-coupons’, enzovoort).
In Europa zijn de Belgische consumenten de grootste gebruikers van kortingsvouchers. In 2012 werden in België 210 miljoen euro kortingsbonnen en klantenkaarten ingewisseld of gebruikt1. De totale verkopen in promoties vertegenwoordigen 19,2% van de totale verkopen in de sector van verbruiksgoederen voor een totaalbedrag van 15 miljard euro. De bonnen en kaarten vertegenwoordigen 7,2% van deze verkopen in promoties in de sector. De Belgische sector van de detailhandel en de Belgische merkartikelfabrikanten zullen dus in verregaande mate de gevolgen ondervinden van de voorgestelde nieuwe regels.
Het Vouchersvoorstel bevat bepalingen over zowel de btw-behandeling van (vooraf)betaalde vouchers als de btw-behandeling van kortingsvouchers.
Wat de voorgestelde regels voor betaalde vouchers betreft, begrijpen we dat de Belgische btw-administratie reeds in (nauw) overleg is met één van de sectoren die waarschijnlijk het meest de gevolgen van de voorgestelde wijzigingen voor (vooraf)betaalde vouchers gaat ondervinden. We begrijpen dat die sector een ‘status quo’ voor de Belgische btw-regelgeving inzake betaalde vouchers nastreeft. De sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten gaan akkoord met deze benadering van betaalde vouchers, d.w.z. het feit dat geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen ‘single-purpose’ vouchers en ‘multi-purpose’ vouchers en, wat het belangrijkst is, dat er geen btw-verschuldigdheid zou mogen zijn in hoofde van de tussenpersonen (commissionairs of soortgelijke tussenpersonen). Deze benadering sluit aan bij wat inzake Belgische btw voor de sector van de detailhandel momenteel gebruikelijk is voor de verkoop van door derden verstrekte betaalde vouchers. Gelet op het bovenstaande wordt op de btw-behandeling van betaalde vouchers in deze positiepaper niet verder ingegaan.
Cijfers van HighCo Data, juni 2013, en Nielsen, juni 2013.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 4 van 22
In de sector van de detailhandel vertegenwoordigen kortingsvouchers enerzijds ‘eigen’ kortingsvouchers en anderzijds ‘derden’-kortingsvouchers. Eigen kortingsvouchers worden verstrekt door de detailhandelaar die ook de eraan verbonden kosten draagt, terwijl derdenkortingsvouchers kortingsvouchers zijn die door de fabrikant verstrekt worden maar waarbij de toegekende korting, inclusief btw, door de detailhandelaar op de fabrikant verhaald wordt.
Wat de btw-behandeling van kortingsvouchers betreft, zijn de Belgische sector van de detailhandel en de Belgische merkartikelfabrikanten de mening toegedaan dat er in principe geen behoefte is aan een Voorstel of een Verordening van de Raad aangezien relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie2 en van de Belgische nationale rechtbanken samen met de Belgische administratieve richtlijnen3 in voldoende leidraad voor de binnenlandse markt voorzien.
Het Vouchersvoorstel voorziet in nieuwe regels die bedoeld zijn om het intracommunautaire grensoverschrijdende gebruik van kortingsvouchers te verbeteren. Deze regels zullen echter een aanzienlijke impact hebben op de in België momenteel gehanteerde btw-behandeling van kortingsvouchers. Naar onze mening kan (en dient) voor de moeilijkheden die zich bij het intracommunautaire grensoverschrijdende gebruik van kortingsvouchers voordoen, een oplossing gevonden (te) worden door in alle EU-lidstaten de huidige bepalingen van de Btwrichtlijn toe te passen in overeenstemming met de interpretatie die er in relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie aan gegeven wordt; zodoende zal enerzijds de sector van de detailhandel derdenkortingsvouchers ook in een intracommunautaire grensoverschrijdende context op btw-neutrale wijze kunnen aanvaarden, net zoals dit het geval is in een binnenlandse context, en zullen anderzijds de merkartikelfabrikanten teruggave kunnen bekomen van de (buitenlandse) btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is. Daarom zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten in een intracommunautaire grensoverschrijdende context er voorstander van dat de teruggave van btw die in derdenkortingsvouchers en daarmee samenhangende loyaliteitsprogramma’s begrepen is, geregeld wordt met toepassing van de teruggaveprocedure die in Richtlijn 2008/9/EG vastgelegd is. Indien en wanneer het Vouchersvoorstel van kracht wordt, zal er geen btw-neutraliteit zijn voor transacties met derdenkortingsvouchers. Dit zal een negatieve impact hebben op de
2
HvJ EU, Elida Gibbs, C-317/94, van 24 oktober 1996 . Circulaire (Aanschrijving) nr. 8/1997 van 27 augustus 1997, Circulaire nr. 41/2004 (E.T. 103.375) van 20 december 2004, Circulaire nr. 50/2009 (E.T.109.696) van 12 november 2009. 3
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 5 van 22
economische, commerciële en contractuele relaties tussen de detailhandelaars en de fabrikanten.
Loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen komen in het Vouchersvoorstel evenmin aan bod. Ook in dit opzicht zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten tevreden met het bestaande wettelijke kader en wat in België in dit verband momenteel gebruikelijk is. Toch is een actualisering van dat wettelijke kader sterk aanbevolen, samen met duidelijke Belgische richtlijnen inzake de btw-behandeling van dergelijke regelingen in het geval dat ze in een intracommunautaire grensoverschrijdende context gebruikt worden.
En, last but not least, is de voorlopig vastgestelde ingangsdatum, zijnde 1 januari 2015, praktisch beschouwd niet haalbaar voor de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten. Zij zullen tegen die datum onmogelijk de nieuwe btw-regels kunnen toepassen gezien de impact die deze regels hebben op wat in België in btwopzicht in dit verband momenteel gebruikelijk is, alsook de tijd die nodig zal zijn om de systemen en de onderliggende processen te wijzigen.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 6 van 22
Gedetailleerde toelichting 1. Het concept ‘kortingsvoucher’
Het concept ‘voucher’ of een definitie van wat een ‘voucher’ voor btw-doeleinden is zoals we die in het Vouchersvoorstel terugvinden, bepaalt of de ‘nieuwe’ btw-regels voor vouchers al dan niet van toepassing zullen zijn: een voucher valt wel of niet binnen het toepassingsgebied van het Vouchersvoorstel. Desalniettemin is er naar de mening van de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten geen behoefte aan een afzonderlijke definitie van het begrip ‘voucher’ op EU-niveau.
Een kortingsvoucher wordt in het Vouchersvoorstel omschreven als een titel die het recht inhoudt om een korting of een prijsvermindering te verkrijgen in het kader van een levering van goederen of diensten.
Kortingsbonnen (type ‘money-off’) worden in het Vouchersvoorstel behandeld, terwijl ‘geld terug’-bonnen (type ‘cash-back’) uit de definitie worden geweerd. De btwbehandeling van ‘geld terug’-bonnen zal dus niet worden gewijzigd. De huidige Belgische btw-regels en de interpretatie die er in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie aan gegeven wordt, zullen van toepassing blijven.
De sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten zijn van mening dat niet alleen de ‘geld terug’-bonnen (type ‘cash-back’) maar ook de kortingsbonnen (type ‘money-off’) dienen te worden uitgesloten van het toepassingsgebied van het Vouchersvoorstel. Er zullen een verschillende btw-behandeling en verschillende daaraan verbonden compliance-verplichtingen gelden voor de verstrekking van kortingsbonnen (type ‘money-off’) respectievelijk ‘geld terug’-bonnen (type ‘cashback’), wat naar de mening van de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten in de praktijk onuitvoerbaar is. Een verschillende btwbehandeling van deze twee soorten vouchers zal namelijk enorm hoge kosten meebrengen voor de implementatie van de noodzakelijke systeem- en proceswijzigingen, naast het feit dat het btw-neutrale karakter binnen de contractuele toeleveringsketen niet gegarandeerd zal zijn (zie ook hierna).
Volgens het Vouchersvoorstel zullen dezelfde btw-regels gelden voor het gebruik van ‘eigen’ bonnen en voor het gebruik van derden afkomstige bonnen in de relatie tussen de detailhandelaar en de consument (zie definitie van ‘eigen kortingsvouchers’ en ‘derdenkortingsvouchers’ hierboven) als de consument bij de detailhandelaar goederen of diensten aankoopt.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 7 van 22
Het is immers zo dat de detailhandelaar alleen zal moeten instaan voor de btw afdracht die begrepen is in de ontvangen betaling en dat het voor de eindverbruiker onmogelijk is meer btw af te trekken dan hij feitelijk betaald heeft (indien de eindverbruiker een belastingplichtige met recht op aftrek van voorbelasting of ‘inputbtw’ is). De sector van de detailhandel is tevreden met wat in België in dit verband momenteel gebruikelijk is. Er is namelijk voorzien in een verschillende btwbehandeling voor ‘eigen kortingsvouchers’ en ‘derdenkortingsvouchers’. Volgens de huidige Belgische btw-regels is de detailhandelaar niet verantwoordelijk voor de toepassing van de juiste btw-behandeling voor derdenkortingsvouchers (bv. in termen van btw-tarieven die op de voucher van toepassing zijn met het oog op btw-teruggave in hoofde van de verstrekker van de voucher) omdat de maatstaf van heffing van de transactie tussen de detailhandelaar en de klant momenteel niet verminderd wordt met de waarde van de derdenkortingsvoucher. Indien de voorgestelde nieuwe regels van kracht worden, dan zal deze verantwoordelijkheid worden verschoven van de fabrikant naar de detailhandelaar. Volgens de sector van de detailhandel is dit niet uitvoerbaar omdat deze verschuiving enorme wijzigingen zal meebrengen in de contractuele en commerciële afspraken met fabrikanten en aan de systemen en processen van detailhandelaars (bv. kortingsvouchers die een recht op prijskorting inhouden op een combinatie van aan verschillende btw-tarieven onderworpen producten zijn moeilijk aan te maken in systemen en processen).
De huidige regels (d.w.z. relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en nationale rechtbanken in combinatie met de Belgische administratieve richtlijnen) voorzien in voldoende leidraad over hoe transacties met ‘eigen kortingsvouchers’ en ‘derdenkortingsvouchers’ vanuit btw-oogpunt dienen te worden behandeld. Het huidige wettelijke kader: -
-
-
is duidelijk en is gekend door alle relevante stakeholders (sector van de detailhandel, merkartikelfabrikanten, tussenpersonen die bonnen sorteren/tellen) en het compliance- en controlemodel is opgebouwd op basis van die beginselen; is verifieerbaar voor de Belgische btw-administratie. De grote detailhandelaars verstrekken op hun facturen en kassaticketten voldoende gedetailleerde informatie wat betreft het gebruik van ‘eigen kortingsvouchers’ en ‘derdenkortingsvouchers’; zorgt ervoor dat er voor de sector van de detailhandel noch voor de merkartikelfabrikanten verborgen (btw-)kosten zijn.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 8 van 22
Wel zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten van mening dat de moeilijkheden die zich voordoen wanneer kortingsvouchers in een intracommunautaire grensoverschrijdende context gebruikt worden, kunnen (en dienen te) worden opgelost door in alle EU-lidstaten de huidige bepalingen van de Btw-richtlijn toe te passen in overeenstemming met de interpretatie die er in relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie aan gegeven wordt. Zodoende zal enerzijds de sector van de detailhandel derdenkortingsvouchers ook in een intracommunautaire grensoverschrijdende context op btw-neutrale wijze kunnen aanvaarden, net zoals dit het geval is in een binnenlandse context, en zullen anderzijds de merkartikelfabrikanten teruggave kunnen bekomen van de (buitenlandse) btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is. Daarom zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten in een intracommunautaire grensoverschrijdende context er voorstander van dat de teruggave van btw die in derdenkortingsvouchers en daarmee samenhangende loyaliteitsprogramma’s begrepen is, geregeld wordt met toepassing van de teruggaveprocedure die in Richtlijn 2008/9/EG vastgelegd is.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 9 van 22
2. Loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen
Loyaliteitsprogramma’s4 en gezamenlijke aanbiedingen5 vallen momenteel buiten het toepassingsgebied van het Vouchersvoorstel. Voor beide categorieën zullen de huidige Belgische btw-regels en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de toekomst van toepassing blijven. De sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten zijn tevreden met het bestaande wettelijke kader en wat in België in dit verband momenteel gebruikelijk is. Desalniettemin is een actualisering van de huidige Belgische Circulaires die loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen behandelen, aanbevolen6.
Loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen worden nu reeds in een intracommunautaire grensoverschrijdende context gebruikt en dat gebruik zal in de toekomst alleen maar toenemen. Deze situatie wordt momenteel door de Belgische btw-regelgeving niet geregeld. Daarom is het aanbevolen dat er ook voor loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen duidelijke Belgische richtlijnen komen inzake de btw-behandeling in een intracommunautaire grensoverschrijdende context.
4
HvJ EU, Kuwait Petroleum C-48/97, 27 april 1999; HvJ EU Loyalty Management, C-53/09, en Baxi Group, C55/09, 7 oktober 2010; HvJ EU, Freemans C-86/99, 29 mei 2011; Voorafgaande Beslissing nr. 2010.125 van 22 maart 2011. 5 Circulaire nr. 85/1972 van 13 juli 1972. 6 De ‘heel oude’ Circulaire nr. 85/1972 van 13 juli 1972 zou moeten worden geactualiseerd rekening houdend met de nieuwe wetgeving, zijnde de Belgische ‘Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming’ van 6 april 2010, en rechtspraak van het HvJ van de EU met betrekking tot kortingsvouchers.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 10 van 22
3. Inwisselingsdienst
Afbeelding 1: Belgische btw-behandeling van ‘eigen’ kortingsvoucher verstrekt door detailhandelaar ‘as is’ en ‘to be’ Kortingsbon (type ‘money-off’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 6% btw). De detailhandelaar is de verstrekker van de bon. De korting wordt gedragen door de detailhandelaar (‘eigen’ kortingsvoucher).
10+0,6VAT
M
20+1,2VAT
W Cash=10,6
28,11+1,69VAT
R Cash=21,2
C
Cash=29,8 Coupon=2
M = manufacturer/fabrikant
R = retailer/detailhandelaar
C = end customer/eindverbruiker
W = wholesaler/groothandelaar = verkoop
= betaling
De btw-behandeling van ‘eigen’ kortingsvouchers van detailhandelaars zal met het Vouchersvoorstel niet veranderen. Er is geen levering van een inwisselingsdienst door de detailhandelaar; evenmin dient er een correctie te worden aangebracht aan de contractuele toeleverings- of distributieketen aangezien dit soort voucher niet door de merkartikelfabrikanten aan de klant verstrekt is, maar door de detailhandelaar zelf.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 11 van 22
Afbeelding 2: Belgische btw-behandeling van ‘geld terug’-bon van fabrikant ‘as is’ en ‘to be’ ‘Geld terug’-bonnen (type ‘cash-back’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 6% btw). De fabrikant is de verstrekker van de bon.
10+0,6VAT
M
20+1,2VAT
W Cash=10,6
30+1,8VAT
R Cash=21,2
C
Cash=31,8
Paymentofthenominalvalueofthevoucher:Cash=2 Mobtainsarefundof0,11 M = manufacturer/fabrikant
R = retailer/detailhandelaar
C = end customer/eindverbruiker
W = wholesaler/groothandelaar = verkoop
= betaling
De btw-behandeling van ‘geld terug’-bonnen van merkartikelfabrikanten zal met het Vouchersvoorstel niet veranderen. ‘Geld terug’-bonnen worden niet door de detailhandelaar ingewisseld maar rechtstreeks door de fabrikant aan de klant uitbetaald. De fabrikant recupereert de in de bon begrepen btw.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 12 van 22
Afbeelding 3: Belgische btw-behandeling van kortingsbon in Belgische binnenlandse situatie ‘as is’ Kortingsbon (type ‘money-off’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 6% btw) verstrekt door de fabrikant (Belgische binnenlandse situatie)
M = manufacturer/fabrikant
R = retailer/detailhandelaar
W = wholesaler/groothandelaar = verkoop
= betaling
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 13 van 22
C = end customer/eindverbruiker
Afbeelding 4: Belgische btw-behandeling van kortingsbond in Belgische binnenlandse situatie ‘to be’ Kortingsbon (type ‘money-off’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 6% btw) verstrekt door de fabrikant (Belgische binnenlandse situatie)
M = manufacturer/fabrikant
R = retailer/detailhandelaar
W = wholesaler/groothandelaar = verkoop
= betaling
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 14 van 22
C = end customer/eindverbruiker
Afbeelding 5: Belgische btw-behandeling van kortingsbon in intracommunautaire grensoverschrijdende situatie ‘to be’ Kortingsbon (type ‘money-off’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 15% btw) verstrekt door de fabrikant (intracommunautaire grensoverschrijdende situatie)
M = manufacturer/fabrikant
R = retailer/detailhandelaar
C = end customer/eindverbruiker
W = wholesaler/groothandelaar = verkoop
= betaling
Indien de voorgestelde regels van kracht worden, dan zal de inwisseling van een kortingsvoucher door de detailhandelaar voor btw-doeleinden worden aangemerkt als een inwisselingsdienst die de detailhandelaar aan de fabrikant dient aan te rekenen en te factureren. De fabrikanten zullen dan niet langer het recht genieten op btw-
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 15 van 22
teruggave van de btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is, maar ze zullen wel een recht op aftrek van de voorbelasting (de ‘input-btw’) hebben7. Het hier bedoelde ‘mechanisme’ waarbij de inwisseling van de voucher een andere kwalificatie krijgt, d.w.z. als belastbare inwisselingsdienst en niet langer als ‘derdenbetaling’ beschouwd wordt, is naar de mening van de sector van de detailhandel niet wenselijk. De kwalificatie als inwisselingsdienst verschilt grondig van wat in België in dit verband momenteel gebruikelijk is en zal dan ook een enorme impact hebben op het contractuele (wettelijke) kader, de commerciële relaties tussen de betrokken partijen, de compliance-verplichtingen en de controleprocessen die sinds 1997 ingevoerd zijn.
7
Een btw-conforme factuur die door de detailhandelaar uitgereikt wordt met het juiste bedrag dat de ingewisselde vouchers vertegenwoordigt, zal namelijk noodzakelijk worden opdat de fabrikant de juiste input-btw op de inwisselingsdienst kan aftrekken. De verantwoordelijkheid voor de vereiste compliance om de btw-‘teruggave’ in hoofde van de fabrikant (d.w.z. de aftrek van de input-btw) mogelijk te maken, zal bijgevolg eveneens van de fabrikant naar de detailhandelaar verschuiven.
Enerzijds zal op de detailhandelaars de last terechtkomen die verbonden is aan de btw-gerelateerde compliance- en accountingvoorwaarden in verband met de inwisselingsdienst, wat de sector van de detailhandel niet haalbaar acht, en anderzijds zullen de fabrikanten afhankelijk zijn van diezelfde verantwoordelijkheid tot uitreiking van een btw-conforme factuur door de detailhandelaars, wat de merkartikelfabrikanten niet haalbaar achten. Daarnaast menen de merkartikelfabrikanten dat het veel moeilijker zal zijn om te controleren of de voorwaarden voor inwisseling van de voucher door de detailhandelaar en/of de eindverbruiker vervuld zijn.
Bovendien zal de detailhandelaar moeten bepalen wie de fabrikant in de toeleveringsketen is aan wie een inwisselingsdienst moet worden ‘geleverd’ en aan wie er een btw-conforme factuur moet worden uitgereikt. Het Vouchersvoorstel biedt geen antwoord op de vraag wie als de ‘werkelijke’ fabrikant beschouwd moet worden.
De voor de administrative behandeling verschuldigde vergoedingen en de marketingdiensten vanwege de detailhandelaars ondervinden geen gevolgen van het Vouchersvoorstel. Dergelijke diensten zijn momenteel immers het voorwerp van een afzonderlijke factuurstroom – en zullen dat in de toekomst ook blijven – tussen de detailhandelaar en de verstrekker van de voucher.
Zoals in de voorbeelden hierboven aangegeven is, zullen de kosten (op het vlak van indirecte belastingen) verbonden aan het gebruik van vouchers als belangrijke
HvJ EU Astra Zeneca, C-40/09, 29 juli 2010.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 16 van 22
promotieregeling voor de sector van de detailhandel/merkartikelfabrikanten stijgen. Deze hogere aan indirecte belastingen gerelateerde kosten zullen mogelijk nadelig uitvallen voor de concurrentiepositie van België (tegenover andere landen). Gelet op het bovenstaande vloeien er nog andere negatieve aspecten voort uit de btwbehandeling zoals die in het Vouchersvoorstel voorgesteld is. We beschrijven ze hierna. Neutraliteit voor de btw Wordt het Vouchersvoorstel van kracht, dan zal er voor btw-doeleinden geen neutraliteit zijn voor transacties met derdenkortingsvouchers in zowel een binnenlandse als in een intracommunautaire grensoverschrijdende context, en wel om de volgende redenen:
Er zal in een binnenlandse context geen btw-neutraliteit zijn indien verschillende btw-tarieven gelden voor de inwisselingsdienst (gewoon btw-tarief) en de levering van goederen of diensten (verminderd btw-tarief of van btw vrijgesteld) – zie ook afbeelding 4 hierboven. Bovendien is het niet duidelijk of de btw op de inwisselingsdiensten dient te worden toegevoegd aan de nominale waarde van de kortingsvoucher (interpretatie 2) of dat het btw-bedrag dient te worden uitgesloten uit de nominale waarde van de kortingsvoucher (interpretatie 1). Hoe dan ook zal in een binnenlandse of intracommunautaire grensoverschrijdende context geen van de twee bovenstaande interpretaties tot een btw-neutrale situatie leiden, wat voor de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten volstrekt onaanvaardbaar is.
Er zal in een grensoverschrijdende context geen btw-neutraliteit zijn als gevolg van de regels inzake hun plaatsbepaling wat de inwisselingsdienst betreft en de daarmee samenhangende regels inzake verschuldigdheid van de btw – zie ook afbeelding 5 hierboven.
Dit zal een negatieve impact hebben op de economische, commerciële en contractuele relatie tussen de detailhandelaar en de merkartikelfabrikant. Dit is niet aanvaardbaar.Er is geen behoefte aan zulke wijzigingen aangezien de huidige Belgische administratieve richtlijnen voor btw-neutraliteit zorgen. Dit geldt zowel inzake de verstrekking van ‘eigen kortingsvouchers’ in de sector van de detailhandel (waarvoor de plaats van de inwisseling van vouchers tussen de detailhandelaars en de eindverbruikers op nationaal niveau gesitueerd wordt) als voor de ‘derdenkortingsvouchers’.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 17 van 22
Het Vouchersvoorstel voorziet in nieuwe regels die bedoeld zijn om het intracommunautaire grensoverschrijdende gebruik van kortingsvouchers te verbeteren. Deze regels zullen echter een aanzienlijke impact hebben op de btwbehandeling die in België momenteel gebruikelijk is voor kortingsvouchers. Naar onze mening zouden de moeilijkheden die zich voordoen wanneer kortingsvouchers in een intracommunautaire grensoverschrijdende context gebruikt worden, gemakkelijker kunnen worden opgelost door relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie door alle EU-lidstaten in nationale wetgeving te doen omzetten en erkennen; zodoende zouden de merkartikelfabrikanten teruggave kunnen bekomen van de (buitenlandse) btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 18 van 22
Franchise Afbeelding 6: Belgische btw-behandeling van kortingsbon (type ‘money-off’) ‘to be’ – situatie met franchiseovereenkomst Kortingsbon (type ‘money-off’) met een nominale waarde van EUR 2 (inclusief 6% btw) verstrekt door de fabrikant (situatie met franchiseovereenkomst)
M = manufacturer/fabrikant franchisee/franchisenemer
W = wholesaler/groothandelaar F = franchisor/franchisegever
R = retailer/detailhandelaar =
C = end customer/eindverbruiker = verkoop
= betaling
Op de verstrekking van kortingsvouchers in een franchisestructuur wordt in het Vouchersvoorstel niet ingegaan – zie ook afbeelding 6 hierboven. Dit voorbeeld bewijst dat er niet noodzakelijk altijd een (contractuele) band tussen de detailhandelaar en de verstrekker van de voucher is. Er wordt geen antwoord gegeven op de vraag wie de ‘werkelijke’ detailhandelaar is (de franchisegever of de franchisenemer) die de inwisselingdienst aan de fabrikant levert. Ook al gaat het Vouchersvoorstel niet in op deze werkwijze van onderaanneming voor kortingsvouchers, in de sector van de detailhandel is het een courante praktijk om via
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 19 van 22
een franchisestructuur te werken. Volgens de contractuele regelingen is de franchisenemer verantwoordelijk voor de fysieke inwisseling van kortingsvouchers en is de franchisegever verantwoordelijk voor de financiële afwikkeling van diezelfde vouchers met de fabrikant. Het begrip ‘fabrikant’ De huidige Belgische Circulaire nr. 8 van 27 augustus 1997 verwijst naar de term ‘fabrikant’ als de persoon die teruggave kan bekomen van de btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is (in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie). In België wordt deze term terecht ruim geïnterpreteerd, zodat in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie neutraliteit in alle situaties verwezenlijkt wordt. Het is namelijk zo dat (verbonden) ondernemingen die niet de fabrikanten van de producten zijn een teruggave van btw kunnen bekomen indien ze de feitelijke verstrekkers van de vouchers zijn (zoals op de voucher aangegeven). In andere EU-lidstaten wordt echter een engere definitie toegepast waardoor alleen de feitelijke fabrikant van de producten een teruggave kan bekomen. De sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten stellen voor deze interpretatie overal in de Europese Unie toe te passen.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 20 van 22
Conclusies en kernboodschappen
De sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten zijn tevreden met de huidige Belgische btw-regelgeving en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie inzake de btw-behandeling van kortingsvouchers, loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen. Er is geen behoefte aan een van de Europese Raad uitgaande Richtlijn of Verordening aangezien de huidige regels voor alle relevante stakeholders voldoende leidraad bieden over de btw-behandeling van transacties met vouchers.
De huidige btw-regelgeving werkt reeds sinds 1997 naar behoren en de complianceverplichtingen en de ingevoerde controleprocessen zijn voor de Belgische btwadministratie voldoende verifieerbaar. De huidige regelgeving is 100% btw-neutraal en zorgt ervoor dat er voor de sector van de detailhandel en voor de merkartikelfabrikanten geen verborgen (btw-)kosten zijn. De voorgestelde regels verduidelijken noch verbeteren de huidige regels inzake de btw-behandeling van vouchers en zijn evenmin financieel neutraal voor de betrokken partijen. Daarnaast zullen de hogere kosten in termen van indirecte belastingen die als gevolg van de voorgestelde regels aan het gebruik van vouchers verbonden zullen zijn, nadelig uitvallen voor de concurrentiepositie van België.
Bovendien zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten van mening dat voor de moeilijkheden die zich bij het intracommunautaire grensoverschrijdende gebruik van kortingsvouchers voordoen, een oplossing kan (en dient) gevonden (te) worden door in alle EU-lidstaten de huidige bepalingen van de Btw-richtlijn toe te passen in overeenstemming met de interpretatie die er in relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie aan gegeven wordt; zodoende zal enerzijds de sector van de detailhandel derdenkortingsvouchers ook in een intracommunautaire grensoverschrijdende context op btw-neutrale wijze kunnen aanvaarden en zullen anderzijds de merkartikelfabrikanten teruggave kunnen bekomen van de (buitenlandse) btw die in de nominale waarde van de voucher begrepen is.
Gezien de fundamenteel negatieve impact van de voorgestelde btw-regels op de contractuele relatie tussen de detailhandelaar en de fabrikant, de noodzakelijke en dure systeemaanpassingen, de mogelijke verborgen btw-kosten voor de sector van de detailhandel en/of de merkartikelfabrikanten en de bij de sector van de detailhandel liggende verantwoordelijkheid om btw-conforme facturen uit te reiken teneinde te verzekeren dat de fabrikant de mogelijkheid heeft om btw te recupereren, zijn de
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 21 van 22
voorgestelde btw-regels voor de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten niet wenselijk.
Bovendien is de voorlopig vastgestelde ingangsdatum, zijnde 1 januari 2015, praktisch beschouwd niet haalbaar voor de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten. Zij zullen tegen die datum onmogelijk de nieuwe btw-regels kunnen toepassen gezien de impact die deze regels zullen hebben op wat in België in btw-opzicht in dit verband momenteel gebruikelijk is, alsook de tijd die nodig zal zijn om systemen en de onderliggende processen te wijzigen.
Teneinde de rechtszekerheid voor de betrokken partijen te vergroten, zijn de sector van de detailhandel en de merkartikelfabrikanten evenwel bereid om een open dialoog aan te gaan met de Belgische Centrale Btw-administratie en het Kabinet van het Ministerie van Financiën teneinde, zo nodig, de huidige Belgische Circulaires die vouchers, loyaliteitsprogramma’s en gezamenlijke aanbiedingen behandelen, te actualiseren rekening houdend met het toegenomen aantal functies van vouchers, de nieuwe wetgeving inzake de ‘Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming’ van 6 april 2010, het complexe karakter van loyaliteitsprogramma’s en het grensoverschrijdende gebruik ervan, alsook relevante rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van de voorbije jaren.
POSITIEPAPER VAN COMEOS EN BABM 26 augustus 2013 Pagina 22 van 22