Ministerie van Verkeer en Waterstaat
opq
Gevolgen van de brand bij Vredestein Deel 5 Herstel functies Twentekanaal RWS RIZA werkdocument 2005.171X AKWA werdocument W05.006
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
opq
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
opq
Gevolgen van de brand bij Vredestein Deel 5 Herstel functies Twentekanaal Auteurs
Jos Vink Ria Kamps Erin Hoogenboom (RWS ON)
15 december 2005 RWS RIZA werkdocument 2005.171X AKWA werdocument W05.006
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
opq
Inhoudsopgave ........................................................................................
1. 1.1 1.2
Inleiding 7 Leeswijzer 7 Chronologie 8
2. 2.1 2.2
Herstelplan en monitoringsplan 13 Herstelplan functies Twentekanaal 13 Monitoringsplan oppervlaktewater 17
3. 3.1 3.2
Kwaliteit oppervlaktewater Twentekanaal 21 Resultaten monitoringsprogramma 21 Interpretatie totale kwaliteit oppervlaktewater 27
4. 4.1 4.2
Conclusies 31 Monitoring oppervlaktewater kwaliteit 31 Doelstellingen herstelplan gehaald? 32
Referenties 33 Bijlage A
GCMS-screening oppervlaktewater na de brand 35
Bijlage B Overzicht RWS RIZA-adviezen voor monitoring, nazorg en evaluatie 39 Bijlage C
Monitoringsschema 2004-2005 41
Bijlage D
Concentraties gidsstoffen na brand 47
5
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
6
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
1. Inleiding ...............................................................................
1.1
Leeswijzer
Dit rapport beschrijft de laatste fase van de beheersing van de calamiteit bij Vredestein die plaats vond op 23 augustus 2003. Het is de achtste rapportage die door RWS RIZA, of onder directe begeleiding van RWS RIZA, is uitgebracht. Het onderliggende rapport behandelt en beoordeelt de bevindingen tot 1 juli 2005, voor zover dit activiteiten betreft met directe bemoeienis van RWS RIZA. Na 1 juli is het monitorings-programma voor het oppervlaktewater onder verantwoordelijkheid van het drinkwaterbedrijf Vitens gesteld. De saneringsactiviteiten die betrekking hebben gehad op de waterbodem zijn weliswaar door RWS RIZA begeleid, maar zijn gerapporteerd door Infrasoil Ingenieursbureau. Hiervoor wordt verwezen naar de rapporten die in de betreffende paragrafen zijn vermeld. Bij dit rapport dienen de volgende rapportages als achtergrond: Chemische metingen en milieugedrag Ten Hulscher, D., M. Beek, J. Staeb, R. Berbee, H. van den Heuvel, E. ten Kate, 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 1. Analyse, milieugedrag en risico’s van verontreinigingen. RWS RIZA, 2003.173X, Lelystad. Ecologische risico’s Kamps-Mulder, M.A.A.J., 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 2. Toxiciteit water en sediment. RWS RIZA, 2003.174X, Lelystad. Kamps-Mulder, M. Greijdanus-Klaas, 2005. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 2B. Toxiciteit van water en zwevend stof bepaald met bioassays en macrofauna. RWS RIZA, 2005.127X, Lelystad. Rotteveel, S., 2005. DNA-schade in driehoeksmosselen; een onderzoek naar het optreden van DNA-schade na veldblootstelling in het IJsselmeer en verschillende locaties Twentekanaal. RWS RIZA 2005.059X, Lelystad. Risico’s voor de volksgezondheid Otte, P.F., P.J.C.M. Janssen, M.T.M. van Raaij, F.A. Swartjes, 2003. Bepaling ad-hoc humane risicogrenzen i.v.m. calamiteit Vredestein te Enschede. RIVM rapport 609023005/2003, Bilthoven. Risico’s voor verspreiding via grondwater Lange, W.J. de, C.A. Schmidt, 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 3. Verspreiding via grondwater. RWS RIZA, 2003.175X, Lelystad. Advies voor herstel Vink, J.P.M., 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 4. Samenvatting en advies voor herstel. RWS RIZA 2003.176X / AKWA 03.004, Lelystad.
7
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
1.2
Chronologie
Van vrijdagavond 22 augustus tot zaterdagmorgen 23 augustus 2003 heeft een grote brand gewoed in het grondstoffenmagazijn van Vredestein Banden BV. te Enschede. Het bedrijf ligt aan het zogenoemde bovenste (derde en laatste) pand van het Twentekanaal. Door de brand zijn grote hoeveelheden stoffen via het bluswater in het kanaalwater terechtgekomen. Aanvankelijk was niet bekend om welke stoffen het ging, wat de toxiciteit van die stoffen was en in welke mate ze in het water terecht waren gekomen. Aan het RWS RIZA is de vraag gesteld om de ernst van de verontreiniging vast te stellen voor mens en milieu. Maatregelen direct na de brand Om de verspreiding van de verontreiniging te beperken en verspreiding te voorkomen is direct na de brand een aantal maatregelen getroffen. − De sluis bij Hengelo is direct na de brand gesloten om verontreiniging van benedenstroomse (westelijk) gedeelte van het Twentekanaal te voorkomen. − De zintuiglijk waarneembare drijflaag is met opblaasbare drijvers verwijderd. − Er zijn olieschermen geplaatst bij de Lonnekerbrug en rondom de uitstroomopening bij Vredestein. − De scheepvaartbeweging is in het derde pand van het Twentekanaal stilgelegd om opwerveling van de waterbodem te voorkomen. − De waterinname ten behoeve van drinkwaterbereiding door Vitens is gestaakt. Een groot gedeelte van de verontreiniging is via het bluswater in het kanaal gestroomd. Tegen de zuidoever, bij de koelwateruitstroomopening, is hierdoor een ophoping ontstaan van sediment. Deze ophoping is bekend komen te staan als de “onderwaterbult” en wordt als zodanig genoemd in de achtergronddocumenten en deze tekst. Maatregelen vlak na de brand In de periode vlak na de calamiteit is door RWS een aantal aanvullende maatregelen genomen: − Door Directie Oost-Nederland is een gecombineerde zand/koolfilter installatie opgesteld om het waterpeil in het pand te kunnen beheersen. − Er is een monitoringsprogramma opgesteld dat zich heeft gericht op de bescherming van het kanaalgedeelte Delden-Hengelo (pand 2). − Voor het doorsluizen van schepen (schutten) is een apart regime in werking gesteld, waarbij water uit het lager gelegen pand in de sluis wordt gepompt. − Een circa 5 km lange pijpleiding is aangelegd om oppervlaktewater om te leiden. Om de aard en ernst van de verontreiniging in het kanaalpand te bepalen zijn in de periode na de brand herhaaldelijk metingen uitgevoerd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen het oppervlaktewater, het zwevend stof in dit oppervlaktewater en de waterbodem. Er zijn zowel chemische als biologische metingen uitgevoerd.
8
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Screening lokale bemonstering In opdracht van RWS ON is door RWS RIZA op 29 augustus en 1 september 2003 het water, de waterbodem en het zwevend stof bemonsterd voor onderzoek op chemische samenstelling en toxiciteit. Door de calamiteitendienst van RWS RIZA, die ten tijde van de bluswerkzaamheden reeds aanwezig was, werd het oppervlaktewater op een aantal locaties al direct bemonsterd. Om de ernst van de situatie vast te stellen zijn toxiciteittesten uitgevoerd. In het geloosde bluswater werden zeer ernstige effecten gevonden. Tevens zijn deze monsters volgens een GCMS-screening geanalyseerd op de aanwezigheid van alle bekende stoffen. In bijlage A is een van deze GCMS-screeningen weergegeven. Hieruit blijkt dat een groot aantal stoffen aanwezig was die niet voorkwamen in de stoffendatabase, en dus vooralsnog onbekend waren. Om de ernst van de situatie te beoordelen moesten deze stoffen geïdentificeerd worden. Hiertoe zijn door het laboratorium van RWS RIZA allerlei onderzoekstechnieken ingezet, waarna vervolgens analytische protocollen konden worden opgesteld. In de navolgende perioden zijn door RWS RIZA verschillende onderzoeken gestart of begeleid uitbesteed aan RIVM om de noodzakelijke gegevens te vergaren voor het vaststellen van ecologische, humane en verspreidingsrisico’s. De aard en ernst van de verontreiniging is beschreven in de RWS RIZA documenten 2003.173X en 2003.176X. Eerste monitoringscampagne Op 10 en 11 september 2003 is het water en de waterbodem bemonsterd, aangevuld met macrofauna, voor chemisch en ecotoxicologisch onderzoek. De resultaten zijn beschreven in de RWS RIZA documenten 2003.174X en 2005.127X. Onderzoek, planvorming en sanering Op 26 augustus 2003 is door TAUW in opdracht van Vredestein BV een scenario geschetst waarin de verontreiniging kan worden aangepakt volgens de gestelde eisen voor het herstellen van de oorspronkelijke water- en waterbodemkwaliteit. De resultaten zijn beschreven in de volgende rapportages: - Plan van aanpak (TAUW rapport R001-4306054SCB-D01-D, 1 okt. 2003). - Bestek (TAUW rapport T001-4306054DJR-D01, 26 sept. 2003). - Bodemonderzoek (TAUW rapport R002-4306054SHA-D01-D, 1 okt. 2003). - Saneringsplan (TAUW rapport R004-4306054SCB-D01, 7 okt. 2003). - Nota van Inlichtingen (TAUW rapport R003-4306054MLK-D01-Dm 7 okt. 2003). - Addendum op saneringsplan (TAUW rapport N002-4306054SHAD01-D, 13 okt. 2003). - Werkplan (TAUW rapport R005-4306054SCB-D02-D, 23 okt. 2003). - Monitoringsplan (TAUW rapport R006-4306054SHA-D01-D, 24 oktober 2003). Aanbesteding saneringswerkzaamheden 1e fase Door TAUW is in opdracht van Vredestein BV op 14 oktober 2003 een aanbesteding gehouden voor de saneringswerkzaamheden. Op basis
9
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
hiervan is de aannemerscombinatie Dosco Baggerwerken BV uit Hoorn en H. Piel & Zn. uit Rouveen gecontracteerd. Beschikking saneringswerk Wet bodembescherming (Wbb) Door TAUW is een sanering voorbereid voor het pand EnschedeHengelo (derde pand) en een beschikking op het saneringsplan aangevraagd. Deze beschikking (ANKV 11112, 15 okt. 2003) is verdeeld in twee fasen: 1e fase: Betreft de sanering van de waterbodem direct grenzend aan de locatie Vredestein. 2e fase: Betreft de sanering van de waterbodem en het oppervlaktewater in de overige kanaaldelen, alsmede de sanering van het oppervlaktewater direct grenzend aan Vredestein. Sanering 1e fase In de periode van week 43 t/m 51 2003 is onder begeleiding van TAUW de saneringswerkzaamheden uitgevoerd conform het saneringsplan. Evaluatie onderzoek sanering 1e fase In december 2003 is, in het kader van handhaving en controle van het rendement van de sanering, door RWS ON het sediment bemonsterd in het gecompartimenteerde deel. Deze monsters zijn genomen vlak bij de boorlocaties van augustus/september 2003. Tevens zijn een aantal extra monsters genomen ter plaatse van de voormalige zandbult. De resultaten zijn door Infrasoil Ingenieursbureau verwerkt in het rapport “Waterbodemonderzoek Vredestein” (RWS ON, 4 okt. 2004). Waterbodemonderzoek 2e fase In opdracht van RWS ON is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het sediment in de overige delen van het afgesloten kanaalpand. Dit is bepaald met behulp van een zogenaamde Survey en een Actualiserend onderzoek (jan. 2004). De resultaten zijn door Infrasoil Ingenieursbureau verwerkt in het rapport “Waterbodemonderzoek Vredestein” (RWS ON, 4 okt. 2004). Afperkend waterbodemonderzoek Naar aanleiding van het actualiserend onderzoek bleek het noodzakelijk om de verontreiniging van de waterbodem verder in kaart te brengen. Dit is uitgevoerd in maart 2004. De resultaten zijn beschreven in het rapport “Waterbodemonderzoek Vredestein” (RWS ON, 4 okt. 2004). Aanvullende sanering 1e fase Naar aanleiding van het afperkend onderzoek bleek een aanvullende sanering noodzakelijk om een aangetoonde restverontreiniging te verwijderen. In opdracht van Vredestein BV en onder begeleiding van TAUW is medio april 2004 een aanvullende sanering uitgevoerd door Dosco ter plaatse van de voormalige onderwaterbult. Controlemeting aanvullende sanering 1e fase Ter controle van de zintuiglijke waarnemingen en als invoer van een waterkwaliteitsmodel zijn in dit onderzoek sedimentmonsters genomen.
10
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Overdracht analyses naar marktpartijen In januari 2004 verkent RWS RIZA de mogelijkheden om de opgestelde analyseprotocollen voor gidsstoffen over te dragen aan marktpartijen. Het doel hiervan is vooral om capaciteit te creëren ten behoeve van het uitvoeren van het monitoringsprogramma. Door Omegam en TNO zijn onderzoeken uitgevoerd om de haalbaarheid hiervan, op basis van door RWS RIZA opgestelde kwaliteitseisen, aantoonbaar te maken. Deze validatie-onderzoeken zijn aan RWS RIZA gerapporteerd. Waterbodemonderzoek 2de fase: bepaling restverontreiniging In januari 2004 is door Stema Survey Services BV te Geldermalsen met behulp van seismische methoden de slibdikte van waterbodem onderzocht. Hierbij werd met name de recente sliblaag in kaart gebracht die is ontstaan als gevolg van sedimentatie van zwevend stof als gevolg van de afsluiting van pand 3. Er werd geconcludeerd dat het recente slib als een zeer dunne afzetting voorkomt, met enkele wat dikkere pakketten bij de zwaaikom Waarbeek. De resultaten zijn gedetailleerd gedocumenteerd in Stema rapport 86040022, 6 februari 2004. Plan herstel functies derde pand Twentekanaal Op 1 maart wordt een herstelplan opgesteld dat moet leiden tot herstel van de oorspronkelijke functies van het derde pand van het Twentekanaal. Dit plan wordt beschreven in onderliggend rapport. Sluis Hengelo open Uit het Ambtelijk overleg, waarin RWS, gemeente Enschede, gemeente Hengelo, provincie Overijssel, Waterschap Regge en Dinkel, de VROM inspectie, AKZO en Vitens zitting hebben, wordt geconcludeerd dat er geen belemmeringen meer zijn om de sluis Hengelo in het Twentekanaal weer open te stellen. Deze wordt op 3 mei 2004 om 6:00 uur weer opengesteld, waarmee het vaarverbod is opgeheven. Het openstellen van de sluis is onderdeel van het Herstelplan sanering Twentekanaal. Door middel van gecontroleerd aflaten (doorspoelen) wordt de niet-saneerbare restverontreiniging gecontroleerd afgevoerd naar lagere kanaalpanden en uiteindelijk de IJssel en het IJsselmeer. De belangrijkste argumenten zijn tweeledig: - De hydrologische condities die doorspoeling van het pand succesvol kunnen maken zullen bij verder uitstel verslechteren, en pas later in het jaar weer optreden. - De concentraties van gidsstoffen die in het monitoringsprogramma van het oppervlaktewater worden gemeten lieten een significant dalende trend zien. Dit wordt verder in dit rapport uitgewerkt. Monitoring oppervlaktewater Na ingebruikname van de sluis blijft RWS doorgaan met nemen van monsters en het monitoren van de waterkwaliteit. Tevens is een website geopend waarin de voorgaande genoemde activiteiten worden beschreven (//Twentekanalen/actueel).
11
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
12
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
2. Herstelplan en monitoringsplan ...............................................................................
2.1
Herstelplan functies Twentekanaal
Op basis van de onderzoeksresultaten van de slibdiktemetingen en monsternames van december 2003 en januari 2004 werd geconcludeerd dat aanvullende waterbodemsanering technisch niet of nauwelijks realiseerbaar was, behoudens de verwijdering van de nog resterende zandbult bij Vredestein (Resultaten beschreven in Stema Survey Services, 2004, rapport 86040022). Als enige mogelijkheid voor het verwijderen van de waterverontreiniging werd besloten tot het “spoelen en gecontroleerd aflaten” van het water uit het derde pand. Op 1 maart 2004 is door DON en RWS RIZA een herstelplan opgesteld. Dit plan wordt hier kort uiteengezet. Uitgangspunten De doelstelling van deze sanering was primair het herstellen van de functies van het kanaal van voor de brand waarbij tevens het ALARA principe werd gevolgd, dus zover reduceren van de gehalten als redelijkerwijs mogelijk is. Met het “spoelen en gecontroleerd aflaten” wordt de sanering van de waterkolom beoogd. De in het derde pand nog aanwezige verontreiniging overschreden de MTR-ecologie niet en is als zodanig dus niet schadelijk voor het ecologisch functioneren in het derde pand en bij aflaten op het tweede pand dus ook niet voor het tweede pand. De concentraties van een aantal stoffen overschreden echter nog wel de norm voor de inname voor drinkwaterbereiding en vormden daarom nog een belemmering voor het herstel van de oude functies van het pand. Ook vormden deze concentraties een probleem voor industriële gebruikers. Met de sanering van het oppervlaktewater werd verwacht dat de gehalten aan verontreinigingen in het zwevend slib, met name nog HMMM, zouden afnemen op basis van de verzamelde stofeigenschappen. Het doel was om het gecontroleerd aflaten zo spoedig mogelijk na 1 maart 2004 te laten starten om zoveel als mogelijk te profiteren van de weersomstandigheden in maart. In die maand is nog aanvoer van water uit de beken te verwachten en is tevens het waterverbruik vanuit de landbouw het laagst, zodat er maximaal spoelwater beschikbaar is voor afvoer van water via het tweede en het eerste pand naar de IJssel. Al in april neemt normaliter de aanvoer vanuit de beken aanzienlijk af. Een ander belangrijk doel was het zo spoedig mogelijk herstellen van de scheepvaartfunctie. Verwacht werd dat het eventueel uitvoeren van een aanvullende waterbodemsanering van de zandbult en daarbovenop afgezet slib nabij het Vredestein terrein plaats kan hebben terwijl wordt gespoeld.
13
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Gecontroleerd aflaten Onder gecontroleerd aflaten wordt verstaan het – gedeeltelijk ongezuiverd aflaten van water uit het derde pand naar het tweede pand via de pijpleiding en zo mogelijk later via de sluis of het aflaatwerk. Het gecontroleerd aflaten is: − gebaseerd op zo nauwkeurig mogelijke voorspellingen of aannames omtrent: - mate van aanvoer van (spoel)water en ontwikkelingen daarin - verloop van de concentraties (derde pand, tweede pand en overige delen van het kanaal) - mate van afvoer via de verschillende aflaatmiddelen − afgestemd is op de eisen en wensen van allen die water innemen uit het tweede pand (betreft vooral het noodinnamepunt van Vitens en AKZO). − betrouwbaar gemonitoord wordt op de juiste waarnemingspunten, waarvan de resultaten beschikbaar zijn op een termijn waarin zo nodig tijdig afdoende maatregelen kunnen worden genomen om het aflaten te beperken of de aflaatwijze te wijzigen Uitgangspunt bij het gecontroleerd aflaten was dat zoveel mogelijk verontreinigende stoffen in de zuivering zullen worden afgevangen voordat het water uit het derde pand elders in het Twentekanaal wordt geloosd. Praktisch hield dit in dat in eerste instantie het water uit het derde pand via de zuivering en de aflaatpijp in het tweede pand werd gebracht, en dat alleen als de waterstand in het derde pand zou dreigen te gaan stijgen vanwege de aanvoer van de beken of neerslag er eveneens ongezuiverd water via de aflaatpijp geloosd zou worden. Op basis van de verwachte gehalten in het tweede en eerste pand werd aangenomen dat het gecontroleerd aflaten geen problemen zou opleveren voor de gebruikers van het kanaalwater uit het tweede en het eerste pand. De concentraties lagen namelijk ver onder de MTRecologie, en drinkwaterwinning vindt in tweede en eerste pand niet plaats (behoudens het tijdelijke noodinnamepunt van Vitens bij sluis Hengelo waarmee rekening is gehouden). Aanvoer water In het derde pand kan water worden geleid via de volgende bronnen en met de vermelde debieten. ............................... Tabel 1 Waterbronnen die van belang zijn bij gecontroleerd aflaten
Bron
Waterbeheerder
Debiet in m3/dag
.................................................................. 1. Usselerbeek Waterschap Regge en Dinkel 16.000 2. Usselerbeek met extra Waterschap Regge en Dinkel onbekend/variabel toevoer van Rutbeek 3. Elsbeek Waterschap Regge en Dinkel onbekend/variabel 4. Gemeentelijke bronnen Gemeente Enschede 1.000 w.o. de Westerval 5. Rioolwaterzuivering Waterschap Regge en Dinkel onbekend/variabel
Er werd gestart met de bronnen 1 en 4. De mogelijkheden van de andere bronnen werd verder verkend en voordat tot extra aanvoer werd besloten is dit afgestemd met AKZO en Vitens. Tevens werd met het waterschap Regge en Dinkel nog de mogelijkheden onderzocht om extra water uit de beken in de omgeving op het tweede pand in en
14
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
rond Hengelo te brengen om de stroming in het tweede pand richting Delden te stimuleren. Gegeven de omvang van deze aanvoer was de aflaatcapaciteit van de aflaatpijp van 35.000 m3/dag ruim voldoende om de waterstand in het derde pand te kunnen beheersen. Kortstondige regenbuien met een grotere afvoer werden opgevangen door het waterpeil in het pand tijdelijk te laten oplopen tot de genoemde alarmpeil van 25,30 m + NAP. Tijdens het spoelen werd de waterstand in het kanaal daartoe circa 10 a 20 cm lager gehouden dan normaal, om deze buffercapaciteit te maximaliseren. Dit peil gaf geen problemen voor woonboten en andere gebruikers in het derde pand. Waterinname vanuit het tweede pand Zowel de leidingwatermaatschappij Vitens (drinkwater voor de gemeente Enschede) als AKZO (bedrijfsprocessen) nemen grote hoeveelheden water in uit het tweede pand van het Twentekanaal. Normaliter is deze waterinname: 1. Vitens, ca. 14.000 m3/dag, ten westen van sluis Hengelo 2. AKZO, ca. 8.000 m3/dag, 0,5 en 1 km westelijk van sluis Hengelo Vitens is gestopt met het innemen van water uit het kanaal zodra het aflaten via de sluis is begonnen. Dit uit het oogpunt van risicobeheersing voor de kwaliteit van het geleverde water. Vitens heeft zelf intensief voorbereidingen getroffen om aan de waterbehoefte te voldoen uit andere bronnen. Eind april 2004 had Vitens voldoende alternatieve bronnen gevonden (o.a. voorraden en invoer uit Duitsland) om zonder inname van water uit het Twentekanaal de drinkwatervoorziening te kunnen garanderen op hetzelfde zogenaamde leveringszekerheidniveau als voorheen. AKZO had toen al aangegeven om voor continuering van de bedrijfsprocessen niet zonder waterinname te kunnen dan hooguit enkele uren op een dag. Verder is er met diverse partijen een waterakkoord Twentekanaal gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over de beschikbaar stelling door Rijkswaterstaat van water in het kanaal voor diverse gebruikers, zoals waterschappen, en provincies. Op basis van de voorspelde concentraties in het oppervlaktewater werden voor deze gebruikers geen problemen verwacht. Deze partijen zijn door RWS DON voor aanvang van het aflaten geïnformeerd. Planning t.b.v. de aflaat Gegeven de bovenstaande gegevens is het plan om het spoelen en gecontroleerd aflaten te laten plaatsvinden volgens onderstaande planning. De doorlooptijd van het gecontroleerd aflaten wordt gekoppeld aan de resultaten van het monitoringsprogramma. De concentraties in het oppervlaktewater van de te monitoren stoffen dienen minstens onder de voor de verschillende functies afgeleide ad-hoc MTR waarden te liggen.
15
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
............................... Tabel 2 Uitvoeringschronologie t.b.v. gecontroleerde aflaat
Startdatum (2004) Activiteit
1-8 maart 2-9 maart 9 maart Eind maart Eind april Eind april Begin mei 15 mei Eind mei Eind elke maand
Ombouwen van de huidige zuivering van RWS om naast het via de zuivering afgelaten water ook ongezuiverd water via de pijp af te kunnen laten. De maximale aflaatcapaciteit van de aflaatpijp bedraagt circa 35.000 m3/dag. De maximale capaciteit van de zuivering is ca 8.000 m3/dag. Start herstel aanvoer van water uit de beken naar het derde pand., aangevuld met zoveel mogelijk extra wateraanvoer van Westerval, Rutbeek, RWZI etc. Start extra aflaten van ongezuiverd water uit het derde pand via de pijpleiding naar het huidige lozingspunt in het tweede pand (km 41) Evaluatie van ontwikkeling van gehalten in derde en tweede pand en check voortgang Vitens bij realisatie alternatieve winningmogelijkheden water en besluitvorming over vervolg van het aflaten. Evaluatie van ontwikkeling van gehalten in derde en tweede pand Vitens heeft alternatieve winningmogelijkheden gerealiseerd (datum is op dit moment nog een streefdatum!) en stopt de inname van water uit het Twentekanaal. Scheepvaartbesluit met stremming scheepvaart op derde pand wordt ingetrokken. Scheepvaart wordt hervat. Aflaat via de pijp wordt gestopt. De zuivering en de pijp zijn nog twee weken stand by voor het geval acute problemen bij Akzo optreden door te hoge gehalten in het water bij het innamepunt. Start demontage en verwijdering afvoerleiding en waterzuivering. Evaluatie van ontwikkeling van de concentraties in derde en tweede pand en besluitvorming over vervolg van sanering. Evaluatie van ontwikkeling van concentraties in het derde en tweede pand en besluitvorming over vervolg van sanering.
Bestuurlijke betrokkenheid Op donderdag 26 februari 2004 is deze aanpak gericht op herstel van de oude functies van het kanaal doorgenomen door RWS ON en RWS RIZA met Vitens en VROM. Daarin is geconstateerd dat deze aanpak verantwoord is, mits de ontwikkeling van de gehalten goed wordt gemonitord en waar nodig optimaliseringen zullen worden doorgevoerd. Het herstelplan is op 27 februari 2004 voorgelegd aan de lokale bestuurders - met het concept persbericht - voor instemming. Dit persbericht is op 1 maart 2004 uitgegeven. Communicatie naar omgeving vooraf en tijdens spoelen Van belang was dat er ook tijdens de komende maanden een uniforme aanpak richting de pers werd gekozen door de betrokken overheden. Rijkswaterstaat voerde hierin de regie en stemde haar inhoudelijke boodschap af met de ambtelijke partners. Voor aanvang van het aflaten zullen de gebruikers van het kanaalwater uit het tweede en het eerste pand worden geïnformeerd over de uitvoering van dit plan en de daarbij te verwachten gehalten in het tweede en eerste pand.
16
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
2.2
Monitoringsplan oppervlaktewater
Gidsstoffen De verontreiniging in het kanaalpand Hengelo-Enschede wordt gekenmerkt door de veelvoud aan stoffen en de uiteenlopende eigenschappen ervan. Om met name logistieke (snelheid) en meettechnische (haalbaarheid) redenen is getracht een verantwoorde reductie aan te brengen in dit aantal. De beoordeling en monitoring is daarom gericht op het achterhalen van representatieve gidsstoffen. Gidsstoffen zijn stoffen die als geheel pakket een redelijke afspiegeling geven van de totale aard en ernst van de verontreiniging. Bij het beoordelen van de analyseresultaten van deze beperkte set moet dit beginsel van representativiteit dus strikt worden gehanteerd. De belangrijkste overwegingen en criteria die bij het vaststellen van gidsstoffen werden gehanteerd zijn: 1.
2. 3.
4.
De stof heeft causaliteit met de brand bij Vredestein. Dit houdt in dat de stoffen voorkwamen op de inventarislijst van Vredestein, en/of tot omzettingsproducten ervan gerekend kunnen worden, en/of geassocieerd wordt met het productieproces. De stof is herhaaldelijk en in verhoogde concentraties meetbaar aangetroffen in oppervlaktewater en/of sediment; De stofeigenschappen; hieronder vallen ondermeer toxiciteit, de mogelijkheid tot omzetting en afbreekbaarheid of vervluchtiging, en de affiniteit voor de water- of sedimentfase (oplosbaarheid en adsorptiesterkte). Er zijn reproduceerbare analytische methoden beschikbaar waarmee betrouwbare metingen kunnen worden verricht (eventueel ook door marktpartijen). Dit kan leiden tot pragmatische afwegingen. Zo zou onder omstandigheden kunnen worden volstaan met “aantoonbaarheid”, bijvoorbeeld met gebruik van de eerder toegelichte screeningsmethoden, in plaats van “kwantificeerbaarheid”.
Er zijn door RWS RIZA gidsstoffen aangewezen voor zowel sediment als oppervlaktewater. De onderbouwing hiervoor is beschreven in RWS RIZA document 2003.176X / AKWA 03.004. Voor het oppervlaktewater zijn drie gidsstoffen geselecteerd die vervolgens in het monitoringsprogramma zijn opgenomen. Het betreft: − − −
2-Mercaptobenzothiazole (MBT) Hexa(methoxymethyl)melamine (HMMM) Hexamethyltetramine (HMT)
Toelichting stofgedrag gidsstoffen MBT Deze verbinding is het omzettingsproduct van een aantal andere “moederstoffen” die in de inventaris van Vredestein, en ook in het watersysteem, zijn aangetroffen. De stof is persistent onder anaërobe omstandigheden in sediment. MBT wordt geklasseerd als ‘zeer toxisch voor aquatische organismen’ en ‘kan lange termijn effecten in het aquatische milieu veroorzaken’, en wordt door de Umweltbundesamt als persistent product in water gevonden. Het is één van de hoofdproducten van omzettingen van verschillende benzothiazolen in watersystemen.
17
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
HMMM Commerciële formuleringen van HMMM zijn complexe mengsels van dimeren, trimeren en hogere oligomeren. Vermoedelijk is HMMM persistent in het watermilieu, en goed afbreekbaar in de atmosfeer. HMMM formuleringen bevatten ook formaldehyde, deze stof is mogelijk verantwoordelijk voor een deel van de waargenomen toxiciteit. HMMM is matig oplosbaar in water (log K OW=1,61 l/kg). HMT Deze zeer goed oplosbare stof kan in water door hydrolyse worden omgezet. Fotolyse en biodegradatie spelen geen rol van betekenis. Methenamine wordt gemaakt uit onder andere formaldehyde. In water wordt door hydrolyse onder andere de uitgangsstof formaldehyde gevormd. De stof is mogelijk mobiel tot zeer mobiel in bodem, en kan worden getransporteerd naar grondwater. Bioassays en ecologische indicatoren Gezien de verscheidenheid aan stoffen, en de mogelijk optelbare toxiciteit, werd in het nazorgtraject niet alleen rekening gehouden met chemische metingen maar ook met biologische indicatoren. Er zijn daarom voor de beoordeling van sediment, oppervlaktewater en zwevend stof toxiciteitstesten uit gevoerd. Voor kwaliteitsbepaling voor de uiteindelijke situatie na sanering werden chronische testen uitgevoerd. Aangezien veel stoffen een mogelijk specifiek effect hebben op genetisch materiaal werd ook een test met viscellijnen (de zogenaamde Comet-assay) uitgevoerd. Daarnaast werd aanbevolen om zowel in het door de calamiteit getroffen gedeelte van het Twentekanaal als op een referentielocatie monsters te nemen voor macrofauna-onderzoek, m.b.v. de knikkerkorfjes. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij het landelijke MWTL meetprogramma. Toetsingswaarden oppervlaktewater (Ad-hoc MTR) Voor zover voldoende gegevens beschikbaar waren van de verschillende stofeigenschappen zijn door het RIVM voor de meeste aangetroffen stoffen zogenaamde Ad-hoc MTR waarden afgeleid. De MTR-waarde (Maximaal Toelaatbaar Risico = 5% beschermingsniveau) is een maat voor de toxiciteit van de stof. In tabel 3 zijn van de drie gidsstoffen de MTR waarden voor oppervlaktewater weergegeven, voor de functies “ecologie” en ‘drinkwater’. De afleidingsmethodiek is in detail beschreven in RIVM-rapport 609023005/2003. Een overzicht van alle MTR-waarden voor de diverse functies en compartimenten is weergegeven in RWS RIZA-rapport 2003.176X. ............................... Tabel 3 Ad-hoc MTR waarden voor de gidsstoffen in oppervlaktewater.
Gidsstof
Ad-hoc MTR (µg/l) Ecologie
Drinkwater
.........................................................
2-Mercaptobenzothiazole (MBT) Hexa(methoxymethyl)melamine (HMMM) Hexamethyltetramine (HMT)
18
0,82
3000
810
niet afgeleid
2510
4700
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Locaties en waarnemingspunten Mede gelet op de in paragraaf 2.1 opgesomde inlaatmogelijkheden zijn de volgende locaties gekozen om te betrekken in het monitoringsprogramma (van oost naar west): Pand 3: Hengelo-Enschede: 1. Handelshaven Enschede 2. Industriehaven Enschede 3. Oorspronkelijk innamepunt Vitens (km 48) Pand 2: Delden-Hengelo: 4. Westelijke inlaat AKZO 5. Tijdelijke inlaat Vitens, onder sluis Hengelo 6. Bij KM 42, ca 1 km bovenstrooms van lozingspunt tijdelijke aflaatpijp 7. Bij KM 38, lozingspunt tijdelijke aflaatpijp 8. Boven sluis Delden Pand 1: Eefde-Delden 9. Eefde, voorpand van Twentekanaal 10. Inlaat bij SERVO 11. Landelijk meetpunt Wiene, nabij het splitsingspunt hoofd/zijkanaal 12. Ter hoogte van Almelo 13. Ter hoogte van Goor In principe vindt de monitoring alleen plaats op de gidsstoffen MBT, HMMM en HMT en enkele belangrijke omgevingsparameters, zoals zwevend stof, DOC, en totaal stikstof. Conform de aanbeveling in RWS RIZA document 176X zijn ook enkele malen zogenaamde GCMSscreeningen uitgevoerd om het totale pakket op de bekende Vredestein-stoffen te analyseren. De monitoringsfrequentie per locatie is door RWS DON en RIZA gezamenlijk nader uitgewerkt tot het monitoringsplan, in overleg met de direct betrokkenen zoals Vitens en AKZO. Op basis van de resultaten van de monitoring zullen in overleg met de betrokkenen zo nodig de monitoringsfrequentie, de –locaties of de aanpak van het aflaten worden bijgesteld.
19
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
20
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
3. Kwaliteit oppervlaktewater Twentekanaal ...............................................................................
3.1
Resultaten monitoringsprogramma
In het monitoringsprogramma zijn in de periode 2004 tot juli 2005 een grote hoeveelheid parameters gemeten. Naast een intensieve monitoring van de gidsstoffen die door RWS RIZA of onder begeleiding van RWS RIZA werden gemeten (inclusief de GCMS-screeningen) werden ook tal van omgevingsparameters gemonitord. Hieronder vielen onder meer de pH, zuurstofgehalte, doorzicht etc., maar ook onder andere zwevend stof, opgeloste organische bestanddelen, stikstof, en zware metalen. De resultaten hiervan zullen hier, vooral vanwege de enorme omvang van gegevens, niet worden besproken. Er wordt verwezen naar de rapportages van de Meet- en Informatiedienst van RWS ON. Een uitzondering zijn de metingen van de organische en anorganische bestanddelen (respectievelijk DOC en ZS), omdat deze de concentraties van de gidsstoffen in de tijd kunnen verklaren. Gidsstoffen 2-Mercaptobenzothiazole (MBT) – Hoewel MBT veelvuldig in de waterbodem is gemeten is de stof slechts sporadisch aangetroffen in de waterkolom. Op basis van de stofeigenschappen (o.a. oplosbaarheid: log KOW=2,42 l/kg) was dit ook te verwachten, in tegenstelling tot het zeer oplosbare HMT. De functie van MBT als gidsstof was dan ook het signaleren van eventuele mobiliteit als gevolg van opwerveling waardoor aan zwevend stof-geassioceerd MBT zou kunnen worden opgemerkt. Van de drie gidsstoffen heeft MBT veruit de laagste, dus strengste, MTR-waarde en is dus het meest toxisch. Het aantonen van de stof in de waterkolom is derhalve uitermate relevant. Behoudens de monsters van vlak na de brand is MBT in de periode na 27 oktober 2003 nog slechts twee maal in de waterkolom aangetroffen (3,6 µg/l in het effluent en 0,6 µg/l bij de inlaat Vitens, beiden op 3 november 2003). Daarna is de stof over een periode van ruim vijf maanden altijd onder de detectielimiet van 0,5 µg/l gebleven. Op 21 april 2004 is daarom besloten om de stof MBT uit het monitoringsprogramma te verwijderen, mede ook omdat verdere omzetting van de andere componenten waaruit de stof ontstaat niet meer werd verwacht.
21
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Hexa(methoxymethyl)melamine (HMMM) – Het concentratieverloop van deze gidsstof in het oppervlaktewater van de drie panden in weergegeven in figuur 1. ............................... Figuur 1 HMMM in oppervlaktewater van pand 3 t/m 1 over de periode Januari 2004 tot Juli 2005. De metingen zijn gecorrigeerd voor analytische recovery.
22
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
HMMM werd kort na de brand op diverse locaties in hoge concentraties aangetroffen in de waterkolom. In bijlage D is dit weergegeven. De maximale waarde was 129 µg/l op locatie Enschede In bluswater is op de dag volgend op de brand een concentratie van 339 µg/l in bluswater gemeten. Deze concentraties daalden opvallend snel. Dit komt voornamelijk door de adsorptie van de stof aan zwevend sediment, dat vervolgens uitzakt naar de waterbodem. Daarnaast zorgde ook de aanvoer van schoon oppervlaktewater uit de Usselerstroom voor een verdunning. Dit laatste is een lokaal effect aangezien de aanvoer pas goed op gang gekomen is na regenval rond 20 maart 2004. De concentraties bij Vitens en AKZO vertonen toenemende concentraties, die met name bij KM42 zeer sterk is. De laatste meting bij KM 42 is echter een stuk lager. Dit duidt op aanvoer van regionaal water uit de Oelerbeek. Delden en KM 38 laten in deze periode een toename zien. Dit duidt op menging van het water tussen de aflaatpijp naar Delden. Aangezien zowel links als rechts van de pijp de concentraties toenemen is het lastig om een netto richting van deze stroom vast te stellen. Het verschil tussen het influent en effluent van de filterstraat neemt af. Dit wordt zeer waarschijnlijk veroorzaakt door de verzadiging van het koolfilter waarmee de zuivering werd uitgevoerd. Na een aanvankelijke toename tijdens het gebruik van de bypassleiding is in april 2004 een duidelijk afname van de concentraties waar te nemen. Voor deze periode is een aantal malen gebruik gemaakt van de sluis om enkele schepen de mogelijkheid te geven het derde pand te verlaten. De effecten van dit zogenaamde “slimme schutten” (voorkoming van retourwater bij het openen van de sluis) zijn minimaal geweest. Delden en KM 38 laten een langzame toename in concentratie zien, wat volgens de verwachting is. Ook voor EefdeDelden is een geleidelijke toename gemeten in HMMM concentratie. De concentraties van het influent en effluent van de filterstraat nemen in deze periode af. Ook het rendement van de koolstoffilters werd regelmatig getest. Hoewel er in de zomerperiode netto water is opgepompt vanuit het pand Delden-Hengelo neemt de concentratie in het pand HengeloEnschede nog steeds af. Heel opvallend is de hoge, steile piek in concentraties rond Goor in het pand Eefde-Delden. Dit is niet te verklaren door verspreiding van HMMM afkomstig van Vredestein. Ook de (Oude) Hagmolenbeek bleek geen bron te zijn. Aangenomen wordt dat er een alternatieve bron aanwezig is en mogelijk een incidentele lozing heeft plaatsgevonden. De laatste metingen van het oppervlaktewater (juni 2005) lieten lage concentraties zien: zowel in pand 3 als pand 2 bedroeg de concentratie HMMM circa 0,2 µg/l. In het lager gelegen pand 1 waren de concentraties wat hoger en varieerden van 0,3-0,8 µg/l.
23
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Hexamethyltetramine (HMT) - Het concentratieverloop van deze gidsstof in het oppervlaktewater van de drie panden in weergegeven in figuur 2. ............................... Figuur 2 HMT in oppervlaktewater van pand 3 t/m 1 over de periode Januari 2004 tot Juli 2005. De metingen zijn gecorrigeerd voor analytische recovery.
24
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
HMT is goed oplosbaar in water en is daarmee een goede indicator voor de verspreiding in de waterkolom. Op alle locaties in pand 3 dalen de concentraties gestaag. Dit wordt verklaard door de aanvoer vanuit de Usselerstroom. De concentraties bij Vitens en AKZO blijven laag, net als bij KM42. Dit duidt op aanvoer van regionaal water uit de Oelerbeek. Bij Km 38 neemt HMT af terwijl HMMM op deze locatie juist toeneemt. Dit kan niet nader worden verklaard. Alleen Delden laat voor beide stoffen een toename zien. Het effluent van de pijp wordt naar Delden getransporteerd. HMT kan met de gebruikte opstelling niet effectief worden gezuiverd. De HMT concentraties in pand Hengelo-Enschede zijn na maart 2004 voor alle drie locaties nagenoeg gelijk, wat duidt op een goede menging van het water. De concentraties bij Vitens en AKZO zijn na de by-pass weer gedaald. Het schutten heeft een geringe invloed gehad op de concentratie zodat deze laag blijft (ca. 1 µg/l), net als bij KM 42. KM 38, Sluis Delden en inlaat SERVO laten een langzame toename van HMT zien. Het influent en effluent laten een geleidelijke afname in de concentratie HMT zien. Vanaf juni 2004 is in zowel pand Hengelo-Enschede als in het influent nog steeds een dalende trend waar te nemen (tot 10 µg/l). In pand KM42-Hengelo is de laatste maand een duidelijke verhoging van de concentratie waar te nemen (tot 10 µg/l). In de panden Eefde-Delden en Delden-KM 41 is na een grillig verloop de concentratie weer gedaald tot beneden de 2 µg/l HMT. Vanaf augustus 2004 neemt de concentratie in pand Hengelo-Enschede nog steeds af, hoewel er in de zomerperiode netto water is opgepompt vanuit het pand Delden-Hengelo. In het pand Eefde-Delden is de concentratie afgenomen tot rond de 1 µg/l en voldoet hiermee aan de door Vitens gesteld drinkwaternorm. De laatste metingen van het oppervlaktewater (juni 2005) lieten lage concentraties zien. In pand 3 waren de concentraties HMT rond 1,3 µg/l en In pand 2 en 1 rond 0,5 µg/l. Zwevend stof en DOC In pand 3 (Hengelo-Enschede) lijkt de zwevend stof concentratie in de periode na maart 2004 iets toe te nemen. De concentraties lopen licht op van een constante waarde van 6 naar rond 10 mg/l. Het is niet mogelijk gebleken om te achterhalen of deze verhoging is toe te schrijven aan de saneringsactiviteiten van de waterbodem of aan weersinvloeden. DOC concentraties zijn meer incidenteel en lokaal gemeten. DOC concentraties lieten weinig verandering zien in de tijd (niet grafisch weergegeven). In pand 3 varieerden de concentraties tussen 10-20 mg/l. In pand 2 was dit 11-18 mg/l, en in het lager gelegen pand 1 varieerden de concentraties tussen 6 en 18 mg/l. Dit zijn normale waarden voor dergelijke watersystemen.
25
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
............................... Figuur 3 Zwevend stof concentraties in pand 3 t/m 1 over de periode Januari tot Mei 2004.
26
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
3.2
Interpretatie totale kwaliteit oppervlaktewater
De kwaliteit van het oppervlaktewater is, vanaf het moment van de calamiteit tot de afronding van het monitoringsprogramma, op verschillende manieren vastgesteld. In de volgende paragrafen zullen deze bevindingen worden samengevat. Het betreft de vaststelling van de totale toxiciteit van het watersysteem aan de hand van: 1. Toxic Units 2. Samenstelling macrofauna 3. Chronische blootstelling / DNA schade 1. Verloop totale toxiciteit oppervlaktewater: Toxic Units Vooral in de periode vlak na de brand is in het oppervlaktewater een groot aantal stoffen aangetroffen. Elk van deze stoffen heeft zijn eigen, stofafhankelijke toxicologische risicogrens. Om nu van dergelijke cocktails aan stoffen de totale maat voor de toxiciteit te bepalen wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Toxic Units (TU). Bij het vaststellen van deze totaalsom krijgt elke stof een bepaald gewicht mee, afhankelijk van de concentratie en de mate waarin dit overeenkomt met de vastgestelde risicogrens. De TU wordt normaliter op de volgende manier berekend: Ci MTRi waarbij Ci de concentratie van stof i voorstelt en MTR i de vastgestelde norm voorstelt. De TU is dus direct afhankelijk van de hoogte van de vastgestelde norm (in het geval van de Vredestein-stoffen de ad-hoc MTR) en het aantal stoffen dat in beschouwing wordt genomen. Feitelijk schuilt er dus een grote onbetrouwbaarheid in de TU als totale maat, maar als trend-indicator is hij goed te gebruiken; als telkens dezelfde stoffen en hetzelfde aantal stoffen in beschouwing wordt genomen dan is de toe- of afname van de TU in de tijd een redelijk betrouwbare maat voor de totale risico dat het oppervlaktewater kan opleveren voor de beschouwde functie (in dit geval ecologie). TU = ∑
Uit tabel 4 blijkt dat in de periode tot 1 oktober 2003 de som van de TU toenam tot ca. 1.9. Dit geeft grofweg aan dat gemiddeld, voor alle beschouwde stoffen, de MTR waarden met een factor twee werd overschreden. Medio oktober daalt de Som-TU onder de 1:1 lijn, wat wil zeggen dat de gemiddelde risiconorm niet meer wordt overschreden. Eind februari 2004 was de Som-TU gedaald tot 0,07. Geconcludeerd kan worden dat de totale toxiciteit van het oppervlaktewater, gebaseerd op de beschouwde Vredestein-stoffen en de Som-TU, sinds oktober 2003 drastisch is gedaald.
27
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
............................... Tabel 4 Ontwikkeling van Toxic Unit in de tijd als maat voor totale kwaliteit van het oppervlaktewater tussen september 2003 en maart 2004
Verbinding
casnr.
Adhoc MTR (µg/l)
10-9-2003 (µg/l)
TU
17-9-2003 (µg/l)
TU
29-9-2003 (µg/l)
TU
13-10-2003 (µg/l)
TU
16-10-2003 (µg/l)
TU
23-2-2004 (µg/l)
TU
............................................................................................................................................... n-isopropyl-'n-phenylene diamine (IPPD)
101-72-4
17
0,01
0,001
<
tri-methyl dihydroquinoline (TMQ)
147-47-7
5,8
3,33
0,574
6,7
2-2 dibenzo thiazyl disulfide (MBTS)
120-78-5
1,5
<
<
<
<
<
95-31-8
74
0,03 0,0004
<
<
<
<
<
102-77-2
3,5
0,05
<
<
0,11
<
<
95-33-0
13
<
<
<
<
<
<
40372-72-3
10,3
<
3089-11-0
810
129
100-97-0
2510
n tert-butyl 2 benzothiazolsulfenamide 2 morpholino(thio)benzothiazole (MBS)
N-cyclohexyl 2-benzothiazole sulfenamide 4,4,15,15 tetra ethoxy 3,16 dioxy 8,9,10,11 tetrathia 4,15 disila octodecaan hexa methoxy methyl melamine (HMMM) hexamethylenetetramine (HMTA)
< 0,014
< 1,155
<
10
1,724
<
0,159
99
0,122
0,56 0,0002
0,88
0,0004
121
0,02
0,001
<
7,7
1,328
3
0,031
< 0,149
59
0,43 0,0002
<
< 0,517
< 0,073
49
<
< 0,060
12,5
0,17 0,0001
<
resorcinol
108-46-3
42
0,01 0,0002
<
<
<
<
1,3-diphenylguanidine (DPG)
102-06-7
1,3
0,21
<
<
<
<
<
17796-82-6
0,4
<
<
<
0,03
<
<
149-30-4
0,82
0,03
0,037
<
95-16-9
64
0,24
0,004
0,23
615-22-5
30
N-(cyclohexylthio)phtalimide (PVI) 2 mercaptobenzothiazole (MBT) benzothiazole 2-methylthiobenzothiazol
SOM Toxic Units
0,162
0,41
0,006
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
1,281
1,880
<
<
<
<
<
<
1,8
0,028
0,8
0,027
0,9
0,951
28
< 0,004
0,075
0,015
0,030
1,538
0,72
0,024
0,602
0,070
2. Verloop totale toxiciteit oppervlaktewater: macrofauna De brand bij Vredestein heeft wel degelijk invloed gehad op de aanwezigheid van macrofauna in het aangrenzende gedeelte van het Twentekanaal. Dit is gebleken uit het veldonderzoek, waarbij op verschillende locaties zogenaamde knikkerkorven zijn uitgehangen en de kolonisatie van macrofauna na enige tijd werd gedetermineerd. Uit deze opnames bleek dat na de brand in 2003 het aantal organismen per gevoeligheidsklasse dramatisch was afgenomen, met name voor de redelijk gevoelige soorten (muggenlarven) en de ongevoelige soorten (slijkgarnalen en vlokreeften). In 2004 is een duidelijk herstel te zien in het aantal soorten per gevoeligheidsklasse en het aantal organismen per gevoeligheidsklasse met uitzondering voor de zeer gevoelige soorten (kokerjuffers, libellen etc.). De referentie-locatie Wiene, waar tot en met 2003 geen effect verwacht werd, laat een constant beeld zien; het aantal soorten per gevoeligheidsklasse en het totaal aantal soorten varieerde nauwelijks. 3. Verloop totale toxiciteit oppervlaktewater: acute en chronische blootstelling en DNA schade Toxiciteit van oppervlaktewater Vlak na de brand werd het zwevend stof van het oppervlaktewater getest op toxiciteit. In nagenoeg alle monsters werd een matig of ernstig effect gevonden met de acute bacterietest. Ook de zwevend stof monsters verzameld op 6/9-09-2004, laten voor de meeste locaties nog een ernstig effect zien. De kwaliteit van het zwevend stof blijft dus een punt van aandacht. In de oppervlaktewatermonsters van september 2003 werden rondom Vredestein matige effecten gevonden met de chronische watervlotest. De monsters van december 2003 laten geen effect zien in de uitgevoerde toxiciteitstesten. In de monsters van augustus 2004 worden nog steeds matige effecten gevonden maar het aantal locaties waar de effecten gevonden worden is afgenomen. Echter, door de ligging van deze locaties is het niet aannemelijk dat de gevonden effecten, in de monsters van augustus 2004, veroorzaakt worden als gevolg van de brand bij Vredestein. Toxiciteit van lozingswater tijdens saneren Tijdens de sanering van de zandbult bij Vredestein is het lozingswater, genomen tijdens en na het saneren, getest op toxiciteit. In het monster genomen tijdens de sanering is in de acute watervlotest een matige effect geconstateerd (LC50 = 50% v/v). In het monster genomen na de sanering is een ernstig effect (EC20 = 29% v/v) gemeten met de bacterietest. Het water dat tijdens en na de sanering geloosd is uit de beunen bleek matig tot ernstig toxisch. Op de referentie locatie (steiger roeivereniging) werd geen toxiciteit aangetoond. DNA-schade Een aantal van de Vredestein-stoffen is verdacht genotoxisch. Dat wil zeggen dat er aanwijzingen zijn dat deze verbindingen het erfelijk materiaal van organismen aantasten. Om meer inzicht te krijgen in de
29
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
schadelijke gevolgen voor het ecosysteem is door RWS RIZA een zogenaamde comet-assay of single cell gel electroforese test uitgevoerd. Deze techniek biedt de mogelijkheid om strengbreuken in DNA van blootgestelde organismen te bepalen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de driehoeksmossel Dreissena polymorpha. Op drie locaties in het Twentekanaal zijn kooitjes met mosselen uitgehangen gedurende twee weken. Tevens zijn in dezelfde periode mosselen in het IJsselmeer uitgehangen (referentie). Op basis van dit onderzoek werd geconcludeerd dat de blootgestelde mosselen in het Twentekanaal geen verhoogde DNA-schade hebben opgelopen ten opzichte van de referentielocatie.
30
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
4. Conclusies ...............................................................................
4.1
Monitoring oppervlaktewater kwaliteit
De verontreinigingssituatie in het Twentekanaal als gevolg van de brand bij Vredestein is aangemerkt als zeer ernstig. Daarnaast kende de situatie een hoge mate van complexiteit. De veelheid aan stoffen, en de grote verscheidenheid aan (vooralsnog onbekende) stofeigenschappen, maakte dat er veel en diepgaand onderzoek moest worden uitgevoerd om de ernst en mate van verspreiding vast te kunnen stellen. De onderzoeksmethoden die hiervoor zijn ingezet hadden als doel het bepalen van de toxiciteit van het watersysteem, zodanig dat dit in een later stadium herleidbaar, toetsbaar en reproduceerbaar zou zijn. Op 1 juli 2005 is het monitoringsprogramma voor het oppervlaktewater overgedragen aan het drinkwaterinnamebedrijf Vitens. De kwaliteit van het oppervlaktewater van het traject Eefde-Enschede is op verschillende manieren vastgesteld. Deze zijn in hoofdstuk 3 aan de orde gekomen. De totale toxiciteit van het oppervlaktewater kon worden vastgesteld op basis van: - periodieke metingen aan (gids)stoffen; - het vaststellen van Toxic Units; - aanwezigheid en samenstelling van macrofauna in de tijd; - acute en chronische blootstellingtesten / DNA schade. Uit de genoemde onderzoeken is gebleken dat thans geen schadelijke ecologische effecten mogen worden verwacht voor het watersysteem als gevolg van de verontreiniging. De concentraties die eind juni 2005 werden gemeten lagen voor alle gemeten stoffen ver onder de stofspecifieke ad-hoc MTR waarden of onder de analytische detectielimiet. Uit het intensieve meetprogramma is gebleken dat er in de betreffende panden rekening gehouden moet worden met puntverontreinigingen, die mogelijk gerelateerd zijn industriële activiteiten. Incidenteel zijn (gids)stoffen aangetroffen waarbij noch het voorkomen noch de concentratie op basis van de stofeigenschappen kon worden verklaard uit de verontreiniging die is ontstaan als gevolg van de brand bij Vredestein. Het is gebleken dat de groep van benzothiazolen een groter toepassingsbereik kent, en ook van hexamethoxymethylmelamine (HMMM) is geconcludeerd dat er een alternatieve bron aanwezig is. Naar deze bron is niet gericht gezocht, mede omdat dit buiten de doelstellingen van het gerichte meetprogramma viel. De monitoring van de algemene waterkwaliteit (al dan niet in MWTL-kader) dient hiermee rekening te houden.
31
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
De kwaliteit van het zwevend stof van het oppervlaktewater was zodanig dat het nog lang effecten veroorzaakte in bioassays. Dit blijft dus nog een punt van aandacht. Geconstateerd kan worden dat het monitoringsplan goed heeft gefunctioneerd en de juiste informatie heeft opgeleverd om de beslissingen omtrent functieherstel te kunnen nemen.
4.2
Doelstellingen herstelplan gehaald?
Het herstelplan was gericht op het herstel van de diverse functies van het Twentekanaal. Deze functies waren scheepvaart, recreatie, ecologie en drinkwater. De gehanteerde criteria voor het halen van de doelstellingen voor de verschillende functies zijn gebaseerd op milieukwaliteitsnormen en zijn aan de hand van scenario’s beschreven in RWS RIZA rapport 2003.176X / AKWA 03.004 (Vink, 2003). Op basis van de besproken resultaten kan worden geconcludeerd dat de doelstellingen van het herstelplan ten aanzien van de functies scheepvaart, ecologie en recreatie zijn gehaald. Voor de functie drinkwater zijn de doelstellingen in het oppervlaktewater grotendeels gehaald. De concentraties aan gidsstoffen zijn sterk gedaald tot overwegend onder de norm waarbij inname voor drinkwater is toegestaan. Hierbij moet worden opgemerkt dat daarbij wordt uitgegaan van de normen die Vitens en VROM-Inspectie hanteren. RWS RIZA heeft met het RIVM zogenaamde Ad-hoc toetsnormen afgeleid voor de stoffen waarvoor nog geen norm bestond (waaronder de gidsstoffen). Deze ad-hoc normen zijn afgeleid uit de specifieke eigenschappen van de stof. Vitens en VROM-Inspectie houden vast aan strengere normen op basis van de wet waarin is opgenomen dat voor stoffen waarvoor geen wettelijke norm is vastgesteld een veiligheidsnorm van 1 µg/l wordt gehanteerd. In de zomer van 2005 schommelden de concentraties rond de norm voor drinkwaterinname. Vitens en VROM-Inspectie hanteren een eigen veiligheidsbeleid waarin zij minstens enkele maanden absoluut onder de innnamenorm willen zitten om zekerheid te hebben dat als de inname wordt hervat dat deze dan ook duurzaam kan plaatsvinden. Daarom is afgesproken dat RWS de monitoring (van het herstelplan) stopzet en overdraagt aan Vitens. Het besluit tot de hervatting van de inname van water uit het Twentekanaal voor de bereiding van drinkwater wordt momenteel bemoeilijkt door de aangetoonde incidentele pieken van de gidsstoffen die geen relatie hebben met de brand bij Vredestein.
32
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Referenties
...............................................................................
AquaSense (2003). Ecotoxicologisch onderzoek Twentekanaal. Vervolgonderzoek. Rapport 2006-1, Amsterdam. Infrasoil BV, 2004. Waterbodemonderzoek Vredestein. RWS ON, 4 okt. 2004, Arnhem. Kamps-Mulder, M.A.A.J., 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 2. Toxiciteit water en sediment. RWS RIZA, 2003.174X, Lelystad. Kamps-Mulder, M.A.A.J., M. Greijdanus-Klaas, 2005. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 2b. Toxiciteit van water en zwevend stof bepaald met bioassays en macrofauna. RWS RIZA, 2005.127X, Lelystad. Lange, W.J. de, C.A. Schmidt, 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 3. Verspreiding via grondwater. RWS RIZA, 2003.175X, Lelystad. Otte, P.F., P.J.C.M. Janssen, M.T.M. van Raaij, F.A. Swartjes, 2003. Bepaling ad-hoc humane riscogrenzen i.v.m. calamiteit Vredestein te Enschede. RIVM rapport 609023005/2003, Bilthoven. Rotteveel, S., 2005. DNA-schade in driehoeksmosselen; een onderzoek naar het optreden van DNA-schade na veldblootstelling in het IJsselmeer en verschillende locaties Twentekanaal. RWS RIZA 2005.059X, Lelystad. Stema Survey Services BV, 2004. Sliblaagmetingen met seismiek Twentekanaal pand 3. Rapport 86040022, Geldermalsen. TAUW, 2003. Brand bij Vredestein Enschede: de effecten op het Twentekanaal en de sanering van de verontreiniging. Managementrapportage R001-4306054JTW-C02, 12 september, Deventer. TAUW, 2003. Plan van aanpak. Rapport R001-4306054SCB-D01-D, 1 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Bestek. Rapport T001-4306054DJR-D01, 26 september, Deventer. TAUW, 2003. Bodemonderzoek. Rapport R002-4306054SHA-D01-D, 1 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Saneringsplan. Rapport R004-4306054SCB-D01, 7 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Nota van Inlichtingen. Rapport R003-4306054MLKD01-Dm 7 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Addendum op saneringsplan. Rapport N0024306054SHA-D01-D, 13 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Werkplan. Rapport R005-4306054SCB-D02-D, 23 oktober, Deventer. TAUW, 2003. Monitoringsplan. Rapport R006-4306054SHA-D01-D, 24 oktober, Deventer. Ten Hulscher, D., M. Beek, J. Staeb, R. Berbee, H. van den Heuvel, E. ten Kate, 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 1. Analyse, milieugedrag en risico’s van verontreinigingen. RWS RIZA, 2003.173X, Lelystad. Vink, J.P.M., 2003. Gevolgen van de brand bij Vredestein. Deel 4. Samenvatting en advies voor herstel. RWS RIZA 2003.176X / AKWA 03.004, Lelystad.
33
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
34
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Bijlage A
GCMS-screening oppervlaktewater na de brand
35
Ben3 loc5
Bluswater
Boven2 loc2
Boven3 loc1
? Onbekend; component niet in database 1,19-Eicosadiene 1,3,5,7-Tetraazabicyclo[3.3.1]nona 1,3,5-Triazine-2,4,6-triamine 1,4-Benzenediamine, N-(1,3-dimethy 2-(2-Butoxyethoxy)ethanol 2-(Chloormethylthio)benzothiazol 2-Benzothiazolamine +Kodaflex TXIB 2-Benzothiazolamine, N-cyclohexyl2-Benzothiazolon 2-Propanol, 1-chloro-, phosphate 3-Methylfenol 4-(1,1,3,3-Tetramethylbutyl)fenol 7-Oxabicyclo[4.1.0]heptane (blanco) 9,12,15-Octadecatrien-1-ol, (Z,Z,Z) 9,12,15-Octadecatrienoic acid, (Z) 9-Hexadecenoic acid Acenafteen acetophenon d8 (IS) atrazine d5 (IS) Benzaldehyde Benzamide, N,N-diethyl-4-methylBenzenesulfonamide, N-butylBenzoic acid, 4-hydroxy-3-methoxyBenzothiazole Benzothiazole, 2-(methylthio)Benzothiazole, 2-(sec-butylamino)- of iets dergelijks Bifenyl Butanedioic acid, monomethyl ester Caffeine Cholesta-5,22-dien-3-ol, (3.beta.) Cholesterol Cholestorol Cyclohexanon decanal Decane, 1-chloro- (IS) DEET/Diethylftalaat deriv van Hexa(methoxymethyl)melamine 1 deriv van Hexa(methoxymethyl)melamine 2 deriv van Hexa(methoxymethyl)melamine 3 deriv van Hexa(methoxymethyl)melamine 4 deriv van Hexa(methoxymethyl)melamine 5 Dibutyl phthalate (blanco)
Ben2 loc4
GCMS-Screening van oppervlaktewatermonsters van 23 augustus 2003 van vijf locaties in pand 3. Geschatte concentraties in µg/l adhv TIC identificatie.
1 loc3
...............................................................................
13
24
21
824
5
25
46
41
34
338
44
52
2
2
2
16
1
1
2 16 1
1
1
26
21
15
9
6
123
6
10
3
3
2
102
2
3
11
1
1
25
17
21
2
2
2
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
27
1
3
diethyl hexylphthalate (DEHP) (blanco) Diethyl Phthalate Diethyltoluamide Diisobutylftalaat dipropylene glycol monomethyl ether Dodecanamide Dodecanoic acid Ergosta-4,6,22-triene Ergosta-5,22-dien-3-ol, (3.beta.,2 Ethanol, 2-butoxy-, phosphate (3:1 Ethyl cyclopropanecarboxylate Fenanthreen Fenol Fluoranthene Fyrol PCF Fyrol PCF (2) Glycerol tricaprylate heptacosane Hexa(methoxymethyl)melamine Hexadecanoic acid Hexadecanoic acid, butyl ester Hexadecenoic acid, Z-11Hexaethylene glycol dimethyl ether Hexamethyleentetramine Indeen Isoindole-1,3-dion kodaflex TXIB Limoneen m/p-Xyleen mogelijk 1-Decene mogelijk 1-Dodecanol, 3,7,11-trimethylmogelijk 5,8,11,14,17-Eicosapentaenoic acid mogelijk Cholesta-6,22,24-triene, 4,4-dimet mogelijk Ethyl 5,8,11,14,17-icosapentaenoat mogelijk Octaethylene glycol monododecyl et N-(1,3-dimethylbutyl)-N'-phenyl-p-phenylenediamine N,N,N',N'-Tetraacetylethylenediami Naftaleen N-butyl benzene sulfonamide + Fenazine n-Heptacosaan n-Hexacosaan N-Isopropyl-N'-phenyl-1,4-phenylenediamine n-Nonacosaan n-Octacosaan n-Pentacosaan n-Triacontaan n-Tricosaan Octadecanoic acid Octadecanoic acid, butyl ester Phenanthrene Phenol, 4-(1,1,3,3-tetramethylbuty Phytol Phytol achtige 1 Phytol achtige 2 Phytol achtige 3 Pyrene Squalene Styreen
36
1
6
2
1
22 3
70
31
52
63
339
9 4
2
5
20 2
2
30
4
4
65
1
3
11
20
21 3
3
4
53
3
3
22
1 1
1
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
3
2 20
1 1
surfinol 104 Tetracosane Tetradecanoic acid Triethyl phosphate Triisobutyl phosphate Trimethylbenzeen Z-7-Hexadecenoic acid
37
1
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
38
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Bijlage B
Overzicht RWS RIZA-adviezen voor monitoring, nazorg en evaluatie
...............................................................................
Gedocumenteerde adviezen met directe betrokkenheid van RWS RIZA. Onderliggend aan deze adviezen zijn 136 ad-hoc vragen in behandeling genomen en beantwoord.
Notitie d.d.
Opgesteld door (Aan)
Betreft
.................................................................................. 22-08-2003 19-09-2003 1-10-2003 8-10-2003 23-10-2003 7-01-2004 12-02-2004 18-02-2004 16-03-2004 16-06-2004 18-06-2004 25-03-2004 5-07-2004 4-10-2004 3-11-2004 31-01-2005 16-02-2005 18-02-2005 14-03-2005
RIZA (DON, BD) RIZA (DON) RIZA (DON) RIZA (HK-RWS) RIZA (HK-RWS) RIZA (DON) DON/RIZA (VROM, VITENS) BD (RIZA, DON) RIZA (DON) RIZA (DON RIZA (RIZA) RIZA (DON) DON (RIZA, BD) RIZA (DON) DON (RIZA, BD) RIZA, DON BD RIZA (DON) RIZA (DON) DON (RIZA, HK-RWS)
39
Evaluatie inzet Alarmgroep RIZA Advies beperking risico’s Sanering werkplan TAUW Beantwoording kamervragen calamiteit Beantwoording kamervragen identificatie stoffen Haalbaarheidsonderzoek analyses derden Analyseresultaten decembermonsters Vredestein; toetsingskader Uitvoerbaarheid van aanvullende sanering bij Vredestein Genotoxiciteit Twentekanaal Globale karakterisering zwevende deeltjes oppervlaktewater Goor Aandeel RIZA in afhandeling risicosituatie MBT in sediment Zelfevaluatie DON nazorgfase calamiteit Verhoogde gehalten HMT Twentekanaal Voorstel evaluatie interactie DON – Specialistische Diensten Evaluatie samenwerking RWS Resultaten DNA schade driehoeksmosselen Monitoring en beoordeling HMT in het Twentekanaal Terugblik op snelheid afhandeling calamiteit Vredestein
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
40
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Bijlage C
Monitoringsschema 2004-2005
STATUS
WAAR
STATUS
dinsdag
2
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
donderdag
2
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
maandag
3
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
woensdag
3
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
maandag
4
13,00 uur Hengelo water (gidsstoffen) regulier transport overige analyses Enschede
5
influent effluent km 42 inlaat Vitens Enschede regionaal
veldparameters gidsstoffen (excl. Resorcinol) standaard pakket opp. water + drinkwater (Enschede regionaal)
DON-ANI
RIZA/TNO
woensdag
4
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
maandag
5
12,00 uur Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
woensdag
5
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
donderdag
5
Enschede regionaal
RIZA/TNO
maandag
6
12,00 uur Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
standaard DON-ANI regionaal pakket + vredesteinzsextra veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
woensdag
6
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
met regulier transport
zwevend stof
41
RIZA/TNO
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
opmerking
analyses
GIS-locatiekaartjes
veldgegevens
bemonsterd door
analysepakketten
WELKE
Analyses
AANTAL
locaties
locaties
compartiment/onderdeel
monsterophaallocatie
monsterophaaltijdstip
week
datum 2004
...............................................................................
gidsstoffen 3 stoffen door TNO overige door RIZA zie monstertransport Resultaten zsm rechtstreeks van lab naar DON-ANI & DON-ANSW gidsstoffen 3 stoffen door TNO overige door RIZA zie monstertransport Resultaten zsm rechtstreeks van lab naar DON-ANI & DON-ANSW
maandag
7
12,00 uur Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
woensdag
7
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
maandag
8
13,00 uur Hengelo water (gidsstoffen) regulier transport overige analyses Enschede
4
influent effluent km 42 inlaat Vitens Enschede regionaal
veldparameters gidsstoffen (excl. Resorcinol) standaard pakket opp. water + drinkwater (Enschede regionaal)
DON-ANI
RIZA/TNO
woensdag
8
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI pakket gidsstoffen (excl. Resorcinol)
RIZA/TNO
maandag
9
12,00 uur Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 42 inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT en Benzothiazole
RIZA/TNO
maandag
9
12,00 uur Hengelo
water
3
Hengelo boven KM42 Enschede
RIZA/TNO
woensdag
9
12,30 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 46 km 48 Inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI screeningparamete rs (ljist Marieke) en 4 stoffen kwantitatief door Omegam veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT en Benzothiazole
maandag
10 12,00 uur Hengelo
water
5
influent filter effluent filter km 42 Delden inlaat Vitens
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
RIZA/TNO
woensdag
10 12,30 uur Hengelo
water
5
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
RIZA/TNO
maandag
11
Hengelo
water
10
dinsdag
12
Hengelo
water
10
woensdag
11
Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO influent filter effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO KM48 Enschede Industriehaven Handelshaven Delden influent filter effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO KM48 Enschede Industriehaven Handelshaven Delden effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
maandag
12
Hengelo
water
11
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
maandag
12
Hengelo
water
woensdag
12
Hengelo
water
4
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene Enschede, Wiene, Eefde, Almelo effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
maandag
13
Hengelo
water
11
influent filter effluent filter km 48
veldwaarnemingen DON-ANI
42
RIZA/TNO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
4 stoffen kwantitatief
DON-ANI
veldwaarnemingen DONHMMM, HMT, MBT ANI/Vitens en AKZO
Regionaal meetnet DON-ANI /mwtl veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
woensdag
13
Hengelo
water
4
donderdag
13
5
14
Hengelo
zwevend stof water
maandag
11
woensdag
14
Hengelo
water
4
maandag
15
Hengelo
water
11
5
Hengelo
zwevend stof water
4
dinsdag ivm 16 Pasen
Hengelo
water
11
dinsdag ivm 16 Pasen
Hengelo
water
dinsdag ivm 16 Pasen donderdag 16 ivm Pasen
Hengelo
water
5
Hengelo
water
4
maandag
17
Hengelo
water
11
woensdag
17
Hengelo
water
5
maandag
18
Hengelo
water
11
woensdag
18
Hengelo
water
5
? woensdag
14/1 5? 15
Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
HMMM, HMT, MBT
Enschede(2 centrifuges) influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
Regionaal meetnet DON-ANI veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene Enschede(2 centrifuges) effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene Hengelo boven(influent) KM42 Delden Enschede
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
Enschede, Wiene, Eefde, Almelo effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
43
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
ecotox
DON-ANI
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI screeningparamete rs (ljist Marieke)? en 4 stoffen kwantitatief door Omegam Regionaal meetnet /mwtl veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
maandag
19
Hengelo
water
11
donderdag 19 ivm bevrijdingsd ag
Hengelo
water
5
maandag
20
Hengelo
water
11
maandag
20
Hengelo
water
5
woensdag
20
Hengelo
water
5
maandag
21
Hengelo
water
11
woensdag
21
Hengelo
water
5
maandag
22
Hengelo
water
11
woensdag
22
Hengelo
water
5
dinsdag ivm 23 Pinksteren
Hengelo
water
4
donderdag ivm Pinksteren
23
Hengelo
water
5
maandag 7-06-04
24
15:00
Rosandepolder
water
8
maandag 14-06-04
25
13:30
Enschede
water
6
maandag 21-06-04
26
13:30
Enschede
water
6
44
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HTM, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene Enschede, Wiene, Eefde, Almelo effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HTM, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, MBT
influent filter effluent filter km 48 Inlaat Vitens inlaat AKZO Enschede Industriehaven Handelshaven Wiene effluent filter km 42 Inlaat Vitens inlaat AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT
Handelshaven Enschede Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 WIene Eefde Almelo Enschede Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 Wiene Almelo
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
Enschede Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 Wiene Almelo
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
Regionaal meetnet /mwtl veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen Vitens en HMMM, HMT, MBT AKZO
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
maandag 28-06-04
27
13:30
Enschede
water
6
Enschede Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 Wiene Almelo
maandag 5-7-04
28
15:00
Rosandepolder
water
8
veldwaarnemingen DON-ANI KM 48 HMMM, HMT, ZS Enschede regionaal meetnet Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 WIene Eefde Almelo
maandag 12-07-04 dinsdag 13-07-04 woensdag 14-07-04 donderdag 15-07-04 maandag 19-07-04
29
1
Eefde
regionaal meetnet DON-ANI
1
wiene
regionaal meetnet DON-ANI
1
Almelo
regionaal meetnet DON-ANI
1
Enschede
regionaal meetnet DON-ANI
30
13:30
Enschede
zwevend stof zwevend stof zwevend stof zwevend stof water
6
Wiene
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS
maandag 2-08-04
32
15:00
Rosandepolder
water
8
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
ma t/m vr. 9/13-08-04
33
macrofauna
4
KM 48 Enschede Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Inlaat AKZO (CBW) KM38 WIene Eefde Almelo Almelo, Eefde, Wiene en Enschede
dnsdag 24-08-04
35
water
9
woensdag 25-08-04 maandag 30-08-04
35
zwevend stof water
1
maandag 6-09-04 dinsdag 7-09-04 woensdag 8-09-04 donderdag 9-09-04
37
29 29 29
Enschede
36
zwevend stof zwevend stof zwevend stof zwevend stof macrofau na
37 37 37 37
ma t/m vr. 6/10-09-04 maandag 27-09-04
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS
veldwaarnemingen DON-ANI + inhangen knikkerkorven veldwaarnemingen DON-ANI pakket 14 stoffen Vredestein pakket drink- en oppervlaktewater (T) toxiciteit
Handelshaven (T) Industriehaven Usselerbeek (ref.) Vredestein (T) KM 46 KM 47 Sluis Hengelo beneden KM 42 Sluis Delden beneden (T) KM 48 regionaal meetnet DON-ANI + toxiciteit regionaal meetnet DON-ANI KM 48 veldwaarnemingen Enschede (T) pakket 14 stoffen Sluis Hengelo (boven) "Waarbeek" Vredestein Inlaat AKZO (CBW) pakket oppervlakte- en (T) drinkwater KM38 (T) toxiciteit Wiene (T) HMMM, HMTA, ZS Eefde (T) Almelo (T)
8
Eefde
regionaal meetnet + toxiciteit Wiene regionaal meetnet + toxiciteit Almelo regionaal meetnet + toxiciteit Enschede regionaal meetnet + toxiciteit Eefde, Wiene, veldwaarnemingen Enschede, Almelo + bemonsteren knikkerkorven KM 48 of Enschede veldwaarnemingen WIene HMMM, HMT, Eefde ZSregionaal Almelo meetnet
1 1 1 1 4
DON-ANI DON-ANI DON-ANI DON-ANI DON-ANI
40
15:00
Rosandepolder
water
4
maandag 25-10-04
44
15:00
Rosandepolder
water
4
KM 48 of Enschede veldwaarnemingen DON-ANI WIene HMMM, HMT, ZS Eefde regionaal meetnet Almelo
maandag 22-11-04
48
15:00
Rosandepolder
water
4
KM 48 of Enschede veldwaarnemingen DON-ANI WIene HMMM, HMT, ZS Eefde regionaal meetnet Almelo
maandag 20-12-04
52
15:00
Rosandepolder
water
4
KM 48 of Enschede veldwaarnemingen DON-ANI WIene HMMM, HMT, ZS Eefde regionaal meetnet Almelo
45
DON-ANI
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
maandag 17-01-05
3
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 14-02-05
7
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 14-03-05
11
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 11-04-05
15
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 9-05-05
19
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 6-06-05
23
15:00
Rosandepolder
water
5
maandag 4-07-05
27
15:00
Rosandepolder
water
Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38 Enschede-Vitens WIene Eefde Almelo KM38
5
46
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
veldwaarnemingen DON-ANI HMMM, HMT, ZS regionaal meetnet
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
Bijlage D
Concentraties gidsstoffen na brand
ug/l 10-9
254519
471918
VREDESTEINES
10-9
255098
471198
USSELERSTR
10-9
254294
472519
10-9
254125
472677
10-9
253392
10-9
2-Mercaptobenzothiazole MBT
Hexamethylenetetramine HMT
Hexamethoxymethylmelamine HMMM
Locatie
y-coördinaat
X-coördinaat
Bemonsterings-datum 2003
...............................................................................
*
ug/l
*
ug/l
*
62
0,08
0,03
<
<
<
M1/LONNEKERBRUG
72
0,02
<
KM48
87
0,05
<
473405
KM47
91
0,04
<
252576
473878
KM46
84
0,05
<
10-9
248698
474493
KM42
19
<
<
10-9
251964
473996
HENGELOSLBZ
128
0,05
<
10-9
251622
474074
HENGELOSLBND
10-9
255142
471223
ENSCHEDENIH
19
<
<
129
<
<
10-9
255773
471400
10-9
242972
473837
ENSCHEDEHH
76
0,56
<
DELDENSLBNDN
13
<
17-9
254519
<
471918
VREDESTEINES
31
0,28
<
17-9 17-9
255098
471198
USSELERSTR
<
<
<
254336
472459
M1/LONNEKERBRUG
60
0,34
<
17-9
254125
472677
KM48
63
0,27
<
17-9
253392
473405
KM47
78
0,29
<
17-9
252576
473878
KM46
61
0,51
<
17-9
248698
474493
KM42
17-9
251964
473996
HENGELOSLBZ
8
<
<
67
0,88
<
17-9
251622
474074
HENGELOSLBND
17-9
255142
471223
ENSCHEDENIH
6
0,05
<
55
0,14
<
17-9
255773
471400
17-9
242972
473837
ENSCHEDEHH
99
0,66
<
DELDENSLBNDN
12
<
<
29-9
242972
473837
DELDENBEN
29-9
248698
474493
KM_42
1,6
<
<
<
<
29-9
251622
474074
HENGELOBEN
<
<
<
<
29-9
251964
473996
29-9
252593
474055
HENGELOSLBZ
51
0,10
<
KM_46
32
<
<
29-9
253392
473405
KM_47
50
<
<
29-9
254125
472677
KM_48
102
<
< <
29-9
254519
471918
VREDESBULT
54
0,17
29-9
254680
472112
M-8
38
0,12
<
29-9
255142
471223
ENSCHEDENIH
12
0,11
<
93
0,43
<
<
<
<
29-9
255773
471400
ENSCHEDEHH
29-9
255098
471198
USSELSTR
47
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
(Vervolg)
29-9
213160
463890
EEFDE
<
<
<
29-9
238920
486020
ALMLO
12
<
<
29-9
247000
472855
WIENE
<
<
<
29-9
254300
472560
ENSDE
121
0,06
<
13-10
248698
474493
KM_42
3
<
<
13-10
251622
474074
HENGELOBEN
3
<
<
13-10
242972
473837
DELDENBEN
4
<
<
13-10
255773
471400
ENSCHEDEHH
37
<
<
21
<
<
<
<
<
13-10
251964
473996
HENGELOSLBZ
13-10
254989
470846
USSELSTR
13-10
254125
472677
KM_48
13-10
254475
472281
VREDESBULT
13-10
255142
471223
13-10
254680
13-10
252593
24
<
<
8
<
<
ENSCHEDENIH
12
<
<
472112
M-8
23
<
<
474055
KM_46
59
<
< <
13-10
SLUISKLKBND
7
<
13-10
SLUISKLKBVN
7
<
<
15-10
HENGELOBEN
3
<
<
14-10
INKOLK
32
0,17
<
14-10
BOVNSLDEUR
49
0,08
<
16-10
INLAAT SERVO
11
<
<
16-10
WIENE
22
<
<
16-10
DELDENSLBNDN
16-10
DELDENSLBVN
mislukt
<
<
2
<
<
16-10
GRASBK
2
0,03
<
16-10
HENGELOSLBND
6
<
<
16-10
KM42
16-10
HENGELOSLBVN
7
<
<
28
0,13
<
16-10
INLAAT AKZO
6
<
<
15-10
BOVNSLDEUR H
32
<
<
15-10
HENGELOSLOND
12
0,06
<
15-10
INHENGELOBVN
26
<
<
15-10
INHENGELOMDN
21
<
<
*
Concentraties zijn niet gecorrigeerd voor analytische recovery. Deze bedroegen gemiddeld: HMMM: 100%; HMT: 10%; MBT: 94%.
48
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies
49
Gevolgen van de brand bij Vredestein: Herstel functies