SOCIALE VERZEKERINGEN
THEMA: XXXXX
PASSENDE ARBEID VAN GROOT BELANG
Financiële gevolgen van de WIA
Ook u kunt via een ongeluk van een van uw werknemers zomaar in aanraking komen met de WIA, de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen, bedoeld om werknemers met een beperking te ondersteunen in het vinden of behouden van passend werk.
Nogmaals aandacht voor de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen. In dit artikel komen de twee soorten uitkeringen, IVA en WGA, aan bod; de laatste wordt toegelicht met rekenvoorbeelden. Verder zetten we de subsidiemogelijkheden en reïntegratie-instrumenten op een rij en geven u negen tips om uw mensen uit de WIA te houden. Door Harry Metten,Adviesbureau Harry Metten
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE – NUMMER 1/2 – JANUARI/FEBRUARI 2006
14 W W W. T I J D S C H R I F TA D M I N I ST R AT I E . N L
Uitgangspunt van de wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is dat de werkgever en de werknemer samen verantwoordelijk zijn voor een gezonde werkomgeving. Zij moeten ervoor zorgen dat bij langdurige ziekte terugkeer naar werk mogelijk wordt gemaakt. Dat werk kan zowel bij de eigen werkgever als bij een andere werkgever aanwezig zijn. De kern van de beoordeling vormen niet de beperkingen van de arbeidsongeschikte werknemer; de nadruk ligt op de mogelijkheden van de werknemer. WAO
Werknemers die op en na 1 januari 2004 ziek zijn geworden en hun werk niet kunnen doen, vormen de doelgroep van de WIA. Eenieder die voor deze datum een WAO-uitkering ontvangt, behoudt deze uitkering en de regels van de WAO zijn op hen van toepassing. Wel is besloten dat personen onder de vijftig jaar worden herbeoordeeld volgens de regels van de WIA.Daarbij wordt de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Het resultaat van de beoordeling kan leiden tot een lagere uitkering of tot geen uitkering, omdat er meer functies geschikt zijn. WIA
De wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft twee soorten uitkeringen, de Inkomensvoorziening voor volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). De IVA is bedoeld voor werknemers die tachtig procent of meer verlies aan loon hebben. Het uitgangspunt is dat zij blijvend (duurzaam) arbeidsongeschikt zijn. Als er een geringe kans op herstel is, dan wordt de betrokkene gedurende de eerste vijf jaar jaarlijks beoordeeld door het UWV. In de WGA komen de werknemers die ook volledig arbeidsongeschikt zijn, maar niet duurzaam en de werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn. De mate van arbeidsongeschiktheid voor deze groep is 35-80 procent. De werknemers die voor minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn, hebben geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De beoordeling van de WIA-uitkering vindt in principe plaats in de laatste periode van de wachttijd van 104 weken. Gedurende deze wachttijd is de werkgever gehouden om het loon door te betalen. In het Burgerlijk wetboek is geregeld dat bij ziekte ten minste zeventig procent van het
loon (gemaximeerd) moet worden betaald. Gedurende de eerste 52 weken is het bruto wettelijk minimumloon de ondergrens. Een wens van het kabinet is dat gedurende de eerste twee jaar van arbeidsongeschiktheid niet meer dan 170 procent van het loon wordt betaald. In de Wet verbetering Poortwachter zijn de activiteiten vastgelegd, die de werkgever en werknemer minimaal moeten verrichten. IVA
De werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, hebben recht op een IVA-uitkering. Volgens de wettekst gaat het om personen die niet meer dan twintig procent van het maatmanloon kunnen verdienen. De hoogte van de uitkering bedraagt zeventig procent van het (maximum)loon en de uitkering blijft in beginsel tot 65 jaar doorlopen. In het najaarsakkoord 2004 is afgesproken dat de IVA-uitkering wellicht opgehoogd gaat worden naar 75 procent. De voorwaarde is wel dat de instroom van volledig arbeidsongeschikten onder de 25.000 blijft en dat de sociale partners zich houden aan de afspraak dat er gedurende de wachttijd niet meer dan 170 procent van het loon wordt betaald. De wachttijd van 104 weken kan worden bekort als duidelijk is dat de werknemer volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De minimale wachttijd bedraagt dertien weken.
Verkorting van de wachttijd kan een behoorlijke besparing in de loonkosten opleveren.
WGA
De WGA heeft drie soorten uitkeringen: een loongerelateerde uitkering, een loonaanvulling en een vervolguitkering. Als bij de medisch-arbeidskundige beoordeling blijkt dat de werknemer tussen de 35 en 80 procent arbeidsongeschikt is, gedeeltelijk arbeidsgeschikt, dan wel meer dan tachtig procent arbeidsongeschikt en herstel is aanwezig, dan heeft de werknemer recht op een WGA-uitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld aan de hand van het maatmanloon en het loon dat men zou kunnen verdienen. Het verschil tussen deze twee componenten, het verlies aan loon, wordt uitgedrukt in een percentage arbeidsongeschiktheid. Om voor een loongerelateerde uitkering in aanmerking te komen, moet men aan de
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE – NUMMER 1/2 – JANUARI/FEBRUARI 2006
referte-eis voldoen (26 uit 39 weken). Vervolgens speelt de leeftijd (vanaf 2008 arbeidsverleden) een rol voor het bepalen van de duur van de loongerelateerde uitkering: minimaal een half jaar en maximaal vijf jaar. De loongerelateerde uitkering is een gecombineerde arbeidsongeschiktheidsuitkering en werkloosheidsuitkering. Het uitgangspunt is zeventig procent van het loon (maximum). Zodra de werknemer zijn restcapaciteit met werk invult, worden deze verdiensten voor zeventig procent verrekend. Voorbeeld Een werknemer verdient op maandbasis 4000 euro en werkt niet. In dat geval bedraagt zijn WGA-uitkering 70 procent van 4000 = 2800 euro. Zodra hij inkomsten uit arbeid heeft, worden de verdiensten voor 70 procent verrekend. Stel dat hij in passende arbeid 1500 euro verdient, dan ontvangt hij aan WGA-uitkering 70 procent van (4000 - 1500) = 1750 euro. Samen met zijn loon heeft hij een inkomen van 3250 euro.
Na de loongerelateerde uitkering heeft de werknemer recht op een loonaanvulling of een vervolguitkering. De keuze heeft te maken met de invulling van de restcapaciteit. Als de werknemer vijftig tot honderd procent van de restcapaciteit invult, bestaat er recht op een loonaanvulling. Wordt er minder dan vijftig procent van de verdiencapaciteit ingevuld, dan is er recht op een vervolguitkering. De vervolguitkering wordt gebaseerd op het uitkeringspercentage dat hoort bij de arbeidsongeschiktheidsklasse en het wettelijk minimumloon.
Voorbeeld Een werknemer verdient op maandbasis 4000 euro en heeft nog een verdiencapaciteit van 1500 euro. De mate van arbeidsongeschiktheid is 62,5 procent. Als hij met zijn restcapaciteit ten minste 750 euro verdient, heeft hij recht op een loonaanvulling van 1750 euro. Werkt hij voor minder dan 50 procent (minder dan 750 euro), dan heeft hij recht op een vervolguitkering. De hoogte van de vervolguitkering is 42 procent (55-65 procent) van 1264,70 = 531,17 euro.
15 W W W. T I J D S C H R I F TA D M I N I ST R AT I E . N L
GEEN UITKERING
De werknemer die minder dan 35 procent verlies aan verdiencapaciteit heeft, heeft geen recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De wetgever is van mening dat deze groep zo veel mogelijk aan het werk moet blijven bij de eigen werkgever. Is de passende arbeid niet bij de eigen werkgever aanwezig, dan moet er bij een andere werkgever passende arbeid worden gezocht. Voorbeeld Een manager van een afdeling kan vanwege stresserende factoren zijn eigen werk niet meer doen; in dit werk had hij een maandloon van 3000 euro. Hij is wel geschikt voor diverse banen waarbij de factor stress wordt vermeden. In deze functies kan hij 2250 euro verdienen. Dit betekent dat er een verlies van 25 procent zou zijn. Zowel bij de WGA-uitkering voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten als bij de groep die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, is het verkrijgen van passende arbeid van groot belang. Als de werknemer geen of onvoldoende arbeid verricht, heeft dat grote financiële consequenties.
TIPS OM UW MENSEN UIT DE WIA TE HOUDEN 1.Doe aan verzuimpreventie. – Zorg voor goede arbeidsomstandigheden. – Start met een risico-inventarisatie en risico-evaluatie. 2.Maak beleid op arbeidsverzuim. – Leg zaken als passende arbeid, verlof, ouderenregeling en dergelijke vast. – Regel beloning en sancties. 3.Werk met een verzuimprotocol. – Leg taken en verantwoordelijkheden van werkgever, werknemer en Arbo-dienst vast. – Hanteer een vaste procedure vanaf het moment dat iemand ziek is. 4.Zorg ervoor Poortwachterproof te zijn. – Denk aan probleemanalyse, plan van aanpak, reïntegratiedossier en -verslag. 5. Toets Burgerlijk Wetboek en CAO. – Let op zaken als loondoorbetaling en ontslag. – Zorg voor inkoop van arbo-dienst en reïntegratiebureau. 6.Kijk naar inhoud contract met arbo-dienst. – Leg taken en verantwoordelijkheden duidelijk vast. 7.Regel reïntegratiebureau. – Kijk naar convenant in de branche. 8.Houd contact met UWV. – Maak gebruik van subsidiemogelijkheden en reïntegratie-instrumenten. 9.Samenwerken loont. – Denk aan samenwerking met verzekeringsmaatschappij en zorgverzekering. REÏNTEGRATIE
Zolang de dienstbetrekking aanwezig is, is de werkgever verplicht om reïntegratie aan te bieden. Zodra de dienstbetrekking is verbroken, neemt het UWV de verantwoordelijkheid over om de gedeeltelijke arbeidsgeschikte te ondersteunen bij de reïntegratie. Het UWV biedt een regulier reïntegratietraject aan. De werknemer
kan ook gebruikmaken van een individuele reïntegratie-overeenkomst (IRO). De werknemer kiest dan zelf het reïntegratiebureau en stelt zelf het reïntegratietraject op. UITVOERING VERZEKERING
In de WIA is bepaald dat zowel UWV als werkgever de uitvoering van de verzekering
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN EN REÏNTEGRATIE-INSTRUMENTEN Er bestaan verschillende subsidiemogelijkheden en reïntegratie-instrumenten (zowel voor werkgevers als werknemers). We gaan er hier kort nader op in. Artikel 29b Ziektewet Bij een ziekmelding van een persoon met een beperking kan de werkgever een claim voor ziekengeld bij het UWV indienen. Het UWV vergoedt ten minste zeventig procent van het loon. Als in de CAO is bepaald dat een hoger percentage moet worden betaald, dan vergoedt het UWV het hogere percentage. Deze regeling geldt voor een periode van vijf jaar vanaf het moment dat de persoon met een
beperking in dienst is gekomen van de werkgever. Deze regeling geldt ook als een werkgever een werknemer met een WGA-uitkering in dienst houdt. Premiekorting werkgever Een werkgever kan in aanmerking komen voor een premiekorting op de WW- en WAO-premies als hij een werknemer die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is, in dienst neemt of houdt. De premievrijstelling bedraagt
Iedere werknemer is verplicht eerlijk antwoord te geven op de vraag of hij een beperking heeft. Deze vraag mag overigens pas na twee maanden dienstverband worden gesteld.
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE – NUMMER 1/2 – JANUARI/FEBRUARI 2006
2042 euro per jaar. Wanneer de werknemer minder dan vijftig procent van het minimumloon verdient, gaat het om een premiekorting van 454 euro per jaar. De premiekorting wordt gedurende drie jaar verleend als een persoon met een beperking (WGAuitkering of minder dan 35 procent arbeidsongeschikt) in dienst wordt genomen. De premiekorting wordt voor een jaar verleend als een persoon met een WGA-uitkering in dienst wordt gehouden. De werkgever berekent vanaf 1 januari 2006 zelf de korting (loonaangifte 2006).
een aanvullende subsidie aanvragen bij het UWV.
Subsidie extra reïntegratiekosten Mochten de kosten voor aanpassing van de werkplek hoger blijken te zijn dan de premiekorting, dan kan de werkgever
Jobcoach Bij de behandeling van de WIA is ook de jobcoach genoemd. De voorwaarden en de invulling moeten nog worden geregeld.
16 W W W. T I J D S C H R I F TA D M I N I ST R AT I E . N L
Proefplaatsing Personen met een beperking hebben de mogelijkheid maximaal drie maanden op proef te werken voor een potentiële werkgever. Voorzieningen Werknemers met een beperking kunnen voorzieningen aanvragen, die nodig zijn om aan het werk te blijven of om het werk te kunnen hervatten. Dit zijn arbeidsplaatsvoorzieningen.
VERSCHILLEN WIA EN WAO WIA – 104 weken wachttijd – twee arbeidsongeschiktheidsgroepen (gedeeltelijk arbeidsgeschikt of volledig en duurzaam arbeidsongeschikt) – ondergrens 35 procent arbeidsongeschikt – vijf jaar premiedifferentiatie – arbeidsongeschiktheid en werkloosheid in een uitkering – reïntegratie in WIA
kan doen. De werkgever kan zich laten ondersteunen door een particulier verzekeraar. Het UWV is voor alle partijen de keurende instantie. Recht, hoogte en duur van de uitkering worden door het UWV beoordeeld en vastgesteld. Voor 2006 is bepaald dat er een basispremie is, die alle werkgevers gaan betalen. Het eigenrisicodragerschap is voor grote werkgevers (meer dan 642.500 euro loonsom) toegankelijk ingaande 2006. De kleine werkgever kan daar vanaf 2007 voor kiezen. De differentiatie van de premie geldt alleen voor de WGA. In 2007 wordt bepaald of er ook een differentiatie voor de IVA komt. De hoogte en de berekeningssy-
WAO – 52 weken wachttijd – zeven arbeidsongeschiktheidsklassen
– ondergrens 15 procent arbeidsongeschikt – vier jaar premiedifferentiatie – WAO- en WW-uitkering apart – reïntegratie REA
stematiek van de gedifferentieerde premie WGA is nu nog niet bekend. Het is wel duidelijk dat de berekening op bedrijfsniveau gaat plaatsvinden. Opmerkelijk is ook dat de WGA-premie voor maximaal vijftig procent kan worden verhaald op de werk-
Een werkgever die voor eigenrisicodragerschap heeft gekozen, is gedurende minimaal zes jaar, ongeacht de duur van de dienstbetrekking, verantwoordelijk voor het betalen van de uitkering en de reïntegratie.
nemer. Deze verhaalsmogelijkheid moet wel in de CAO of op individueel bedrijfsniveau zijn vastgelegd. Een eigenrisicodrager betaalt geen gedifferentieerde premie, maar betaalt de eerste vier jaar de uitkering aan de werknemer. Daarnaast is deze werkgever ook totaal verantwoordelijk voor de reïntegratie. Een werkgever die in het publieke bestel blijft, betaalt de gedifferentieerde premie en is verantwoordelijk voor de reïntegratie voor zolang de dienstbetrekking duurt. Bij ontslag wordt de reïntegratietaak door het UWV overgenomen. KIEZEN
De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen is bedoeld om werk te belonen. Het is echter ook duidelijk dat er keuzes moeten worden gemaakt voor de gaten die er ook gaan komen. Wie gaat het WIA-gat repareren: de werkgever, de werknemer of beiden? Vervolgens zal de werkgever een keuze moeten maken over de uitvoering: het UWV of zelf doen, met als mogelijke ondersteuner een particuliere verzekeraar. Het jaar 2006 is een jaar van onderzoek en keuzes.
s i n n e k e d r a a v Er lass Ac
Masterc
Hogeschool Markus Verbeek Praehep, de grootste financiële opleider van Nederland, biedt ook andere financiële, fiscale en payroll-opleidingen aan op MBO-, HBO- (Bachelor-) en Masterniveau. Voor meer informatie of een studiegids mail naar:
[email protected], of bel met (020) 56 77 888. Online inschrijven en informatie over o.a. open dagen kunt u vinden op www.mvp.nl. Maatwerkprojecten zijn mogelijk. BPP Training&Advies is gespecialiseerd in het ontwikkelen van incompanytrainingen. Voor informatie mail naar
[email protected]
t–
onsulen
istratiec
t-Admin countan
ing
al Audit
peration
lass O Masterc
rclass – Maste
Wilt u zich verder verdiepen als financieel professional dan zijn de volgende twee opleidingen bij uitstek geschikt.
Masterclass Financial Controller Als afgestudeerd SPD-er of HEAO BE-er vervult u in uw organisatie een belangrijke rol als Controller. U bent ambitieus en u wilt zich verder specialiseren in de vakken Management Accounting, Fiscaal Advies, Treasury Management en Externe Verslaggeving, dan is Masterclass Financial Controller de ideale opleiding. Lessen worden op 2 aaneengesloten dagdelen (middag en avond) per week gegeven. Duur: Vooropleiding:
1 jaar SPD BA, HEAO BE en relevante werkervaring
Master Finance & Control (Markus Verbeek Business Academy) U heeft een financieel-economische vooropleiding op HBO-niveau en ambieert of vervult de rol van controller binnen uw organisatie. Als u de opleiding Masterclass Financial Controller hebt afgerond kunt u vrijstelling aanvragen voor het 1e jaar van Master Finance & Control. Duur: Vooropleiding:
2,5 jaar SPD/HEAO BE en 3 jaar relevante werkervaring of post HBO Controlling
Markus Verbeek Praehep is onderdeel van BPP Professional Education, Europe’s leading professional education group.
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE – NUMMER 1/2 – JANUARI/FEBRUARI 2006
17 W W W. T I J D S C H R I F TA D M I N I ST R AT I E . N L
r
gadviseu
Belastin
TIJDSCHRIFT ADMINISTRATIE – NUMMER 1/2 – JANUARI/FEBRUARI 2006
18 W W W. T I J D S C H R I F TA D M I N I ST R AT I E . N L