Gesubsidieerd zaken doen in Duitsland Effecten van NIOF subsidies en een nadere analyse van het vermarkten van producten binnen dat kader
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Analyse 3. Inzicht in Noord-Nederlandse ondernemingen met betrekkingen naar Duitsland 3.1 Inleiding 3.2 Verdeling naar provincie 3.3 Sectoren 3.4 Aantal Fte 3.5 Omzet 4. Deskundige 5. Activiteiten Duitse ondernemingen 6. Effecten subsidies Bijlagen
3 3 4 4 4 5 6 7 8 9 10 12
2
1. Inleiding In het voorjaar van 2011 is er door SNN onderzoek gedaan naar de exportbestemmingen van de NIOF. Hieruit kwam duidelijk naar voren dat Duitsland het belangrijkste handelsland is voor Noord-Nederlandse bedrijven. Het gaat hierbij om bedrijven die in de afgelopen drie jaar een subsidieaanvraag (voor de NIOF 2008/2010) hebben ingediend . Als vervolg op dit onderzoek zijn de relaties met Duitsland nader geanalyseerd. De NIOF 2008/2010 stimuleert projecten waarbij ondernemingen: • deelnemen aan een beurs in het buitenland; • een marktverkenning laten opstellen van een buitenlandse markt; • een strategisch marketingplan laten opstellen voor het betreden van een buitenlandse markt;
2. Analyse De analyse geeft ten eerste inzicht in de noordelijke ondernemingen met betrekkingen naar Duitsland. Vervolgens wordt inzicht gegeven in de handel met Duitsland en als laatste zijn de effecten van subsidies gemeten.
3
3. Inzicht in Noord-Nederlandse ondernemingen met betrekkingen naar Duitsland 3.1 Inleiding In totaal zijn er 68 ondernemingen in de periode 2008-2011 die een aanvraag hebben ingediend met een project dat betrekking heeft op vermarkten van diensten en producten naar Duitsland. De volgende tabel geeft de verdeling weer naar projecten voor beursdeelname, marktverkenning en strategisch marketingplan.
Beursdeelname Marktverkenning Strategisch marketingplan Totaal
31 28 9 68
De verdeling van de projecten die mee hebben gewerkt aan het onderzoek is als volgt: Beursdeelname Marktverkenning Strategisch marketingplan Totaal
9 7 6 22
Vanwege de relatief kleine groep ondernemingen (68), zijn alle ondernemingen benaderd voor het onderzoek. Ongeveer een derde (32%) van het totaal aantal projecten heeft meegewerkt aan het onderzoek. Rekening moet gehouden worden dat resultaten van het onderzoek een indicatie geven. Dit komt doordat het totale aantal ondernemingen (68) vrij klein is en daarvan 22 hebben meegewerkt aan dit onderzoek.
3.2 Verdeling naar provincie De Noord-Nederlandse ondernemingen zijn vervolgens ingedeeld naar provincie. Met 39% zijn bedrijven in de provincie Friesland het meest georiënteerd op Duitsland.
Verdeling naar provincies
26%
35%
39%
Groningen
Friesland
Drenthe
figuur 1 Verdeling provincies
4
3.3 Sectoren Van alle ondernemingen (68) is een verdeling gemaakt naar bedrijfssectoren. De opgegeven SBI codes zijn ondergebracht naar 'hoofdstukken'. Dit betekent dat bijv. de hoofdactiviteit van een onderneming het vervaardigen van producten van rubber en kunststof is, welke onder het 'hoofdstuk' Industrie valt. Op deze wijze zijn alle specifieke activiteiten van de ondernemingen verdeeld naar sectoren.
Verdeling sectoren
80
70 7
60
2 2 8
50
2 3
40 20
30 3
20
10
22
0 Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening Financiele instellingen Informatie en communicatie Overig Luchtvaart Groothandel en handelsbemiddeling Bouwnijverheid Industrie
figuur 2 Verdeling ondernemingen naar sectoren
Industrie en groothandel zijn de grootste sectoren, tot de industriesector behoren 22 ondernemingen en tot de groothandelsector behoren 20. In de industriesector komt bijv. 'het vervaardigen van producten van metaal' bij meerdere bedrijven voor en ook het 'vervaardigen van computers en van elektronische en optische apparatuur'. De bedrijven die onder de groothandelsector vallen hebben onder meer activiteiten zoals; • handelsbemiddelingen in landbouwproducten, levende dieren en grondstoffen voor textiel en voedingsmiddelen, • groothandels in farmaceutische producten en • groothandels in meet- en regelapparaten. De bedrijven die in de communicatie en informatiesector vallen zijn met name actief op het gebied van het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. 5
3.4 Aantal Fte Onderstaand diagram geeft aan uit hoeveel Fte de betreffende ondernemingen bestaat. Het aantal Fte is onderverdeeld naar soort project. Omdat de respons vrij gedetailleerd is (bedrijf X heeft 6,5 Fte), is de respons gecategoriseerd in vier groepen: - 0 tot en met 5 Fte - 6 tot en met 10 Fte - 11 tot en met 15 Fte - 16 tot en met 20 Fte
Aantal Fte verdeeld naar soort aanvraag 100% 90% 80% 70%
1 1
2
2
1
5
4
beursdeelname
marktverkenning
60%
2
50% 40% 30%
4
20% 10% 0%
0 - 5 Fte
6 - 10 Fte
11 - 15 Fte
strategisch marketingplan 16 - 20 Fte
figuur 3 Aantal Fte verdeeld naar soort aanvraag
Opvallend is dat de gemiddelde omvang van bedrijven bij een beursdeelname nagenoeg klein is en dat de omvang van Fte toeneemt van bedrijven met marktverkenning en een strategisch marketingplan. Ondernemingen die een project indienen voor een beursdeelname bestaan voor 56% uit 0 tot 5 Fte. Projecten die zijn aangevraagd voor een strategisch marketingplan daarentegen bestaat grotendeels uit 6 tot en met 10 Fte en een aanzienlijk deel van 16 tot en met 20 Fte.
6
3.5 Omzet Naast dat er na het aantal Fte gekeken is, is er ook gekeken naar de omzet van de noordelijke ondernemingen.
Omzet ondernemingen
14% 10%
43% 33%
0 - 999.000 3.000.000 - 4.999.000
1.000.000 - 2.999.000 5.000.000 - 10.000.000
figuur 4 Omzet ondernemingen
Het merendeel van de 22 bedrijven in dit onderzoek heeft een omzet tot 1 miljoen euro.
7
4. Deskundige Een marktverkenning of een strategisch marketingplan wordt opgesteld door een onafhankelijke deskundige. Ondernemingen huren hiervoor een extern bureau of een individuele deskundige in. In dit onderzoek is de vraag gesteld of men gebruik maakt van Nederlandse deskundigheid of Duitse deskundigheid voor het opstellen van marktverkenningen en/of marketingplannen. Ingehuurde deskundigheid
8% 15% 46%
31%
Nederlandse deskundigheid Duits deskundige
Duitse onderneming anders
Figuur 5 Ingehuurde deskundigheid
Uit het diagram wordt duidelijk dat men geen duidelijke voorkeur heeft voor Nederlandse deskundigheid (46%) of Duitse deskundigheid (46%). Indien men gebruik heeft gemaakt van Duitse deskundigheid is er gevraagd aan de respondenten om de plaats aan te geven waar de Duitse onderneming (ook deskundige, indien aangegeven kan worden) gevestigd is. Het merendeel (66%) heeft gebruik gemaakt van deskundigheid in Noordwest Duitsland (Niedersachsen). Vestiging Duits deskundige/onderneming
17%
17% 66%
Noord-west Duitsland
Zuid-oost Duitsland
weet niet
figuur 6 Vestiging Duits deskundige/onderneming
8
5. Activiteiten Duitse ondernemingen Tijdens het subsidieproject en/of na het verkrijgen van subsidie is het doel van de Nederlandse onderneming uiteraard het exporteren van goederen of diensten. Er is in die zin aan de respondenten gevraagd of er al handelsovereenkomsten gesloten zijn. Indien dit het geval is, is er gevraagd aan te geven wat de hoofdactiviteit van de Duitse ondernemingen is en waar deze gevestigd zijn.
Globale activiteiten van Duitse zakenpartner verdeeld naar sector
33% 50%
17%
groothandel
detailhandel
landbouw
figuur 7 Globale activiteiten verdeeld naar sector
De activiteiten van de Duitse ondernemingen zijn onderverdeeld naar sector. De gespecificeerde activiteiten van de Duitse ondernemingen zijn in de bijlage opgenomen. De Duitse ondernemingen zijn voornamelijk gevestigd in Noordoost Duitsland. Bijna 30% van de Nederlandse ondernemingen heeft een overeenkomst met een onderneming in Zuidwest Duitsland en nog eens bijna 30% doet zaken met meerdere handelspartners verspreid over heel Duitsland. Noord-Nederlandse bedrijven blijken geen specifieke voorkeur te hebben voor handelsgebied. Vestigingsplaats Duitse zakenpartner
29% 42%
29%
Noord-Oost Duitsland verspreid over heel Duitsland
Zuid-West Duitsland
figuur 8 Vestigingsplaats Duitse zakenpartner
9
6. Effecten subsidies Het doel van subsidieverstrekking voor de NIOF, is het bevorderen van de economische groei bij Noord-Nederlandse ondernemingen. Om dit te meten onder de subsidieontvangers is gevraagd aan te geven of er na het verkrijgen van subsidie een omzetstijging heeft plaatsgevonden. De meerderheid van de respondenten geven aan dat de NIOF subsidie heeft geleid tot daadwerkelijke omzetstijging of verwacht dat de omzet in de nabije toekomst nog zal gaan stijgen. Bijna een derde van de respondenten spreekt over omzetstijging en ruim 40% zegt dit in de nabije toekomst (wel) te verwachten. Omzetverhoging na verkrijgen van subsidie
14% 18%
27% 41%
nee
ja
nog niet
weet niet
figuur 9 omzetverhoging na verkrijgen van subsidie
De respondenten die een omzetverhoging hebben gerealiseerd, hebben daarnaast ook de omzetstijging in percentage aangegeven. Dit wordt in figuur 10 weergeven.
Gemiddelde omzetstijging in %
17% 33%
33% 17%
ja, 5%
ja, 10%
ja, 20%
weet niet
grafiek 10 gemiddelde omzetstijging in %
10
De meerderheid van de respondenten (subsidieontvangers) is positief gestemd dat het aantal Fte is toegenomen of in nabije toekomst nog zal toenemen. Ten opzichte van voorgaande grafiek met de toegenomen omzetstijging, blijft stijging van het aantal Fte achter. Effecten Subsidie: Stijging fte na subsidie?
ja 18%
nee 41%
nog niet 41%
figuur 11 Fte verhoging na verkrijgen subsidie
Wanneer gevraagd wordt wat het project heeft opgeleverd of naar eventuele vervolgacties na een beursdeelname/marktverkenning/strategisch marketingplan hebben de ondernemingen allemaal al verdere stappen ondernomen of weten ze goed wat ze gaan ondernemen. In de bijlage zijn een aantal vervolgacties beschreven die genoteerd zijn door de respondenten.
11
Bijlagen 1. Gespecificeerde bedrijfsactiviteiten van Duitse ondernemingen: - potgrondbedrijf/systeemintegrator voor de potgrond industrie - handel en verkoop van meubels en aanverwante zaken - distributeur medische apparatuur - landbouwmechanisatie - importeur waterzuiveringen - actief in de spoorwegen Niet alle 22 ondernemingen die hebben meegewerkt aan het onderzoek hebben allen een overeenkomst met een Duitse onderneming, daarom zal de opsomming van bedrijfsactiviteiten beperkter zijn. 2. Reacties van ondernemingen over de vervolgacties van hun project en/of wat het project heeft opgeleverd. "Meer activiteit in Duitsland" "Nieuwe beursdeelname" "Actieve marktbewerking, beursdeelname aan vervolgbeurzen" "Ik overweeg om een filiaal (zgn. vaste inrichting) in Duitsland te openen." "Follow-up met directe klanten en potentiële distributeurs" "Even pas op de plaats. Subsidie viel tegen en kwam erg laat. Resultaat was beperkt." "Bekendheid in de Duitse markt is verhoogd, nu meer marketing voor onze producten, maar we blijven ons voorlopig richten op NL. De investering om onze producten goed in de Duitse markt te zetten is (nu nog) te hoog." "Investeerder gevonden en producent, beursdeelname heeft ook marktverkenning het uitbrengen van offertes en uitdiepen van op de beurs gemaakte contacten." "Door crisis hard op de rem getrapt, van 7 Fte naar 2 Fte gegaan" "Fabrikant heeft contract opgezegd, daardoor is het vermarkten van het product stopgezet" "Diversificatie product portfolio" "Vraag naar upgrading van het product" "Het traject loopt nog. U bent te vroeg met uw vragen. Wij verwachten eerst eens 3 jaren nodig te hebben om de basis te leggen en uit te bouwen. Het kan echter ook zo maar zijn dat we na afronden van de verkenning wat vissen uit de vijver trekken en dat direct een hogere omzet scoren dan geraamd! Dat is het voordeel van de Duitse markt, waar ook alles plotseling groter kan worden." "Ontwikkeling website in meerdere talen, beursbezoeken, contacten met Duitse partijen met oog op evt. samenwerking op gebied van wederverkoop" "Het uitbrengen van offertes en uitdiepen van op de beurs gemaakte contacten." "Nog wel contacten in Duitsland gehad, maar tot op heden nog geen concrete projecten uit voort gekomen."
12