Gespreksvaardigheden
Naam: Nathalie Kombolitis Klas: VD-1H2 Docent: Osiriscode: VD-A240-07 Inleverdatum: 20-01-2011
Reflectieverslag eindpresentatie Handelen Gespreksvaardigheden Ik wilde door de geleerde gespreksvaardigheden een beter gesprek kunnen voeren dan voorheen. Dit wilde ik bereiken door elke training goed voor te bereiden en er actief aan deel te nemen. Leerdoelen Tijdens de laatste bijeenkomst ben ik in staat om een duidelijk gesprek te voeren, door toe te spitsen op de punten die besproken moeten worden. Dit wilde ik bereiken door mij te concentreren op het doorvragen, open en gesloten vragen. Tijdens de laatste bijeenkomst ben ik in staat om verbaal en non-verbaal betrokken te zijn bij de persoon en zijn/of haar verhaal door de daarbij behorende technieken toe te passen. Gesprek tijdens de 4e training Mijn doel van het gesprek was om het probleem te kunnen achterhalen van de cliënt. Ik wilde dit doen door actief te luisteren. Ook wilde ik de gesprekstechnieken uitproberen die we de afgelopen weken hebben geoefend, zoals samenvatten en parafraseren. Ik wilde erop letten dat ik niet teveel gesloten vragen zou stellen, maar dat het gesprek toch bij het onderwerp bleef. Ook wilde ik dat het natuurlijk overkwam en voelde. In de afgelopen weken lukte dit niet goed in de les. Terugblik op het handelen Gespreksvaardigheden De eerste training stond het vragen centraal. Deze training werd ik mijzelf ervan bewust dat vragen erg belangrijk is om voldoende informatie te krijgen. Gaandeweg de trainingen lukte het mij steeds beter om informatie te krijgen via de vragen. In de laatste training bleek dat ik nog het meest worstelde met suggestieve vragen. Dit reflecteer ik in het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. De tweede training stonden de vaardigheden parafraseren, samenvatten, herhalen, vragen stellen en reflecteren van gevoelens centraal. Dit vond ik erg lastig, omdat het zo geforceerd voelde. Gaandeweg de trainingen begon dit steeds natuurlijker aan te voelen. Toch merk ik dat ik er niet bij stil sta, en het soms gewoon vergeet. Ik denk dat dit komt omdat het toch nog niet natuurlijk aanvoelt. Feedback van mijn medestudenten en de docente was dat het af en toe te geforceerd was, vooral het vragen stellen. Ik kan mij hier goed in vinden, omdat het ook zo voelt.
De derde training stond actief luisteren centraal. Ik vond dit aan de ene kant wel goed gaan, maar aan de andere kant ook wel lastig. Non-verbaal is mijn houding uitnodigend en actief, dus dat zat wel goed. Maar verbaal vond ik het lastig om door te vragen, wat ik net al aangaf bij de tweede training. Ik heb hier thuis mee geoefend, omdat de vierde training het gesprek met een simulatiepatiënt op de agenda stond. Thuis ging dit wel beter, maar ik vond het toch anders omdat er geen situatie was van hulpverlener en een cliënt. De vierde training stond het gesprek met een simulatiepatiënt centraal, wat u kunt lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Leerdoelen Ik wilde dus een gesprek bereiken waarin ik mij toespitste op de dingen die besproken moesten worden. Omdat ik zoveel mogelijk informatie wilde verzamelen over de cliënt, probeerde ik op de goede momenten gesloten vragen te stellen. Hoe dit ging kunt u lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Ook wilde ik verbaal en non-verbaal betrokken zijn bij het gesprek en bij de patiënt. Door het filmpje terug te kijken van de laatste bijeenkomst, zag ik dat mijn houding open en actief was. Ook liet ik merken dat ik goed luisterde, door af en toe te knikken en geluid te maken zoals ‘uhu’. Qua vragen stellen was ik te suggestief, wat ook te lezen is onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training. Gesprek tijdens de 4e training Ik was erg nerveus voor het gesprek. Ondanks dat ik dit bij mijn vorige opleiding al eerder had gedaan, had ik toch last van trillerige handen. Het ophalen van de cliënt ging naar mijn idee goed. Ik stelde mij netjes voor en brak het ijs door te vragen of de cliënt veilig was aangekomen. Het had namelijk gevroren. Tijdens de opening merkte ik dat ik door de zenuwen niet helder kon nadenken. Omdat ik zoveel wilde doen, schoot alles door mijn hoofd heen. Ik heb tijdens de opening doelen gesteld voor het gesprek. Door mijn zenuwen was ik de verwachting van de patiënt vergeten te vragen en was ik vergeten om te vertellen hoelang het gesprek zou gaan duren. Na de opening begon ik met het opnemen van wat algemene gegevens. Ik vond het heel erg lastig om te schrijven terwijl ik moest luisteren, waardoor ik het schrijven er een beetje bij had laten zitten. Ik vroeg de naam, de woonplaats en ik vroeg naar woon- en werksituatie. Een punt wat nog meer bij de algemene gegevens hoort is of er erfelijke ziekten zijn in de familie. Ik kon me niet echt vinden in dit punt, en waarom er nou iemand naar de diëtiste zou komen omdat er een ziekte in de familie is. Daarom heb ik hier niet naar gevraagd. Na de opening viel ik stil. Ik had een black-out en wist niet meer hoe ik de draad op moest pakken. De cliënt (simulatiepatiënt) redde mij door zelf te praten. Hij vertelde dat er een erfelijke ziekte in de familie zat. Na wat doorvragen had ik het probleem te pakken. Hij was bang om zelf ziek te worden.
Na het gesprek kreeg ik feedback van de simulatiepatiënt en mijn studiegenoten. De simulatiepatiënt vond het gesprek goed gaan, maar ik was te suggestief. Mijn medestudenten was dit ook opgevallen. Een ander puntje van feedback dat ik van de simulatiepatiënt kreeg was dat ik aan het einde niet vroeg of hij nog vragen had.
Bewust worden van essentiële aspecten Gespreksvaardigheden Door terug te blikken op dit blok, ben ik in mij er bewust van geworden dat ik te suggestieve vragen stel. Ook ben ik af en toe nog op de verkeerde momenten gesloten. Ik ben mij er ook van bewust geworden dat ik te onzeker ben als het gaat om de vaardigheden parafraseren, samenvatten, herhalen, vragen stellen en reflecteren van gevoelens. Omdat ik bang ben dat het te geforceerd overkomt, durf ik het eigenlijk niet zo goed. Leerdoelen Mijn bewustwording van essentiële aspecten van het eerste leerdoel kunt u lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Ik ben mij ervan bewust geworden dat ik een open en actieve houding heb. Ook ben ik mij ervan bewust geworden dat ik te suggestief ben qua vragen stellen, wat u ook kan lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Gesprek van de 4e training Als ik terug blik op het handelen, is er een duidelijk punt wat naar voren komt. De vraag of er erfelijke ziekten in een familie zijn is dus toch van belang. Nu is voor mij duidelijk dat je tijdens een gesprek alles na moet vragen, omdat het probleem overal in kan zitten. Een ander aspect waar ik mij bewust van ben geworden, is dat ik te suggestief ben qua vragen stellen. Toen ik het filmpje terugkeek, merkte ik dat ik twee suggestieve vragen achter elkaar vroeg. Ik merkte ook dat ik door deze vragen niet veel informatie kreeg van de cliënt. De suggestieve vragen hadden geen toegevoegde waarden aan het gesprek, het maakte het gesprek naar mijn idee eerder ongemakkelijk. Ook ben ik mij ervan bewust geworden dat zenuwen een erg grote rol hebben gespeeld. Ik kon hierdoor niet helder nadenken, waardoor ik een aantal belangrijke dingen vergat te vragen. Formuleren van handelingsalternatieven Gespreksvaardigheden Als het gaat om de vaardigheden parafraseren, samenvatten, herhalen, vragen stellen en reflecteren van gevoelens moet ik er een beetje lak aan hebben of het stom klinkt of niet. Ik zal het toch moeten oefenen.
Wat betreft vragen stellen kunt u mijn formulering van handelingsalternatieven lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Leerdoelen Wat betreft de leerdoelen kunt u mijn formulering van handelingsalternatieven lezen onder het kopje ‘Gesprek van de 4e training’. Dit, omdat mijn grootste probleem bij het vragenstellen ligt. Dit komt bij alle reflecties naar voren. Gesprek van de 4e training Een alternatief voor mijn handelen is dat ik alles na vraag, in plaats van een selectie maak waarvan ik denk dat die vragen relevant zijn. Een nadeel hiervan is dat het misschien langer duurt voordat je bij het probleem bent, maar het voordeel is dat je zeker weet dat je alles navraagt en zo een grotere kans hebt om het probleem te vinden. Een ander alternatief voor mijn handelen is dat ik rustiger moet blijven, zodat ik ietwat helderder kan nadenken. Ik denk dat het een goede oplossing is als ik op mijn ademhaling let. Wanneer ik merk dat de zenuwen de overhand gaan nemen, moet ik denk ik even een momentje voor mijzelf nemen en alles ordenen. Een nadeel hiervan is dat de stilte te lang kan zijn in het gesprek. Wanneer ik controle heb over mijn zenuwen, moet ik beter stilstaan bij de gesprekstechnieken. Vooral bij het doorvragen. Ik moet proberen suggestieve vragen open te stellen, zodat de cliënt niet het idee heeft alsof ik een bepaald beeld bij hem of haar heb. Handelen (voor de volgende keer) Samenvattend zijn de grootste problemen mijn onzekerheid wat betreft de vaardigheden parafraseren, samenvatten, herhalen, vragen stellen en reflecteren van gevoelens. De enige oplossing hiervoor is om het gewoon te doen, en niet bang te zijn om fouten te maken. Dit moet ik de volgende keer dus toepassen. Een ander probleem is het vragen stellen. Ik ben te suggestief en soms wat te gesloten. Voor de volgende keer moet ik proberen om beter stil te staan bij de vragen die ik stel. Suggestieve en gesloten vragen kunnen ook open gesteld worden. Hierop moet ik mij focussen. Als ik kijk naar het gesprek van de 4e training, moet ik alles navragen om zo veel mogelijk informatie te winnen. Ook moet ik rustiger blijven, door op mijn ademhaling te letten en een momentje voor mijzelf moet nemen wanneer dit echt nodig is. Wanneer dit onder controle is, moet ik beter stilstaan bij de gesprekstechnieken.
Bijlage Reflectieverslag bijeenkomst 1 Deze bijeenkomst hebben we oefeningen gedaan waarbij vooral het vragen centraal stond. Bij de eerste oefening moest iedereen met de ruggen tegen elkaar zitten. De een moest, zonder te kijken, informatie aan de ander vertellen. De ander moest dit tekenen. Bij de eerste keer oefenen mochten er geen vragen gesteld worden, maar bij de tweede keer wel. Bij de tweede oefening moesten we open en gesloten vragen stellen, en uiteindelijk ging het om het doorvragen. Dit deden we met de hele groep. Terugblik op het handelen Oefening 1 (zonder vragen) Ik moest als eerste de informatie vertellen aan mijn gesprekspartner die het moest tekenen. Ik vertelde het aan mijn gesprekspartner zoals ik het zelf zou willen horen. Aan het eind van de oefening vergeleken we de tekening die mijn gesprekspartner had gemaakt met het voorbeeld wat ik aan haar uitlegde. De tekening was op 1 figuur na gelijk aan het voorbeeld. Ik vond dit erg lastig, omdat ik merkte dat mijn gesprekspartner de informatie niet interpreteerde zoals ik bedoelde Daarna moest ik tekenen. Aan het eind van de oefening is ook mijn tekening vergeleken met het voorbeeld. Ik had wat figuren in spiegelbeeld getekend, maar verder was mijn tekening ook gelijk aan het voorbeeld. Ook dit vond ik erg lastig om te doen, omdat ik me er in het begin totaal geen voorstelling bij kon maken. Wanneer iemand zegt dat er een cirkel getekend moet worden, dan kan dat van alles zijn. Gewoon een cirkel, of het is een begin van een zon. Het feit dat ik niet wist waar het over ging, maakte het erg lastig Oefening 1 (met vragen) Zowel mijn gesprekspartner als ikzelf hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vragen aan elkaar te stellen. De tekeningen die we hadden gemaakt naar aanleiding van de informatie die we elkaar vertelden waren meer gelijk aan het voorbeeld. Ik merkte dat ik erg veel vragen stelde, om het zo goed mogelijk te begrijpen. Ik vond dit makkelijker dan de andere oefening, maar alsnog lastig omdat je makkelijker op een dwaalspoor kan worden gezet. Oefening 2 We zaten met de klas in en kring, en we gingen zo de kring af om vragen te stellen aan de docente. Eerst moesten we open vragen stellen over het onderwerp sinterklaas. Ik was de eerste die mocht beginnen met vragen, maar uiteindelijk moest ik ook de laatste vragen stellen. Omdat iedereen een vraag stelde met wanneer, waarom, hoe, wat, en dergelijke, vond ik het lastig om als laatste een kloppende open vraag te stellen. Vervolgens moesten we doorvragen op de antwoorden die de docente gaf. Ik moest hier heel erg bij nadenken, omdat ik voor mijn gevoel heel erg geneigd was om net naast het onderwerp te vragen. Ik was wel verbaast hoe snel een onderwerp kan veranderen wanneer je op iets
doorvraagt. Ik begon met de eerste vraag, maar eindigde ook met de laatste vraag. De eerste vraag was gericht op Sinterklaas, de laatste vraag was gericht op kinderen en films. Bewust worden van essentiële aspecten Oefening 1 Door terug te blikken op het handelen tijdens de oefening, ben ik me ervan bewust geworden hoe lastig het is om iets duidelijk uit te leggen. Ik merkte hoe anders mijn gesprekspartner de informatie interpreteerde die ik doorgaf over de tekening. Ik heb hiervan geleerd dat ik er niet altijd vanuit moet gaan dat mensen me in een keer begrijpen. Oefening 2 Ik ben me ervan bewust geworden dat ik zodanig kan luisteren, dat ik een open of gesloten vraag kan stellen naar aanleiding van het onderwerp. Ik heb wel door dat ik nog goed moet oefenen met open en gesloten vragen, omdat ik naar mijn idee gauw een gesloten vraag stel wanneer ik in de veronderstelling ben dat ik een open vraag stel. Formuleren van handelingsalternatieven Ik ben van mening dat ik mij veel bewuster moet zijn van de vragen die ik stel en hoe ik naar iemand luister. In het dagelijks leven lijkt het allemaal zo makkelijk, maar nu word ik mezelf er van bewust dat het niet zo makkelijk is. Ook zal ik er niet van uit moeten gaan dat mensen de informatie net zo interpreteren zoals ik dat zou doen. Handelen (voor de volgende keren) Ik vind dat ik de volgende keer beter na moet denken bij wat ik doe. Ik denk dat het een groot verschil zal maken. Ik vind ook dat ik me meer moet inleven in de onwetendheid van de persoon tegen wie ik spreek. Smartdoel In de komende bijeenkomsten ben ik in staat om meer gerichte informatie te winnen, door middel van gerichte vragen te stellen.
Reflectieverslag bijeenkomst 2 Tijdens deze bijeenkomst stonden de gesprekstechnieken parafraseren, samenvatten, herhalen, vragen stellen en reflecteren van gevoelens centraal. De dag van deze bijeenkomst was ook een meeloopdag, dus tijdens de les hadden we een aantal leerlingen die mee kwamen lopen. De eerste oefening deden we samen met de leerlingen, door op de hen de technieken uit te oefenen. De tweede oefening deden we in drietallen, waarbinnen iemand de rol van diëtiste had, de ander had de rol van patiënt en de derde persoon was observeerster.
Terugblik op het handelen Oefening 1 Tijdens deze oefening moesten we met de leerling praten over hoe haar dag was verlopen tot nu toe. Hierbij moesten we letten op de gesprekstechnieken die deze les centraal stonden. Het voelde voor mij erg onnatuurlijk om woorden of zinsdelen te herhalen, of tussentijds samen te vatten. Het reflecteren van gevoelens voelde het meest natuurlijk, omdat ik denk dat je dat in het dagelijks leven vaker doet dan herhalen of parafraseren. Oefening 2 Tijdens deze oefening heb ik alle drie de rollen moeten spelen, de rol als diëtiste, de rol als patiënt en de rol van observeerder. Het doel van het gesprek was om er achter te komen waarom de patiënt naar je toe was gekomen en wat er precies aan de hand was. Tijdens het gesprek waarin ik de rol als diëtiste had, probeerde ik op verschillende manieren erachter te komen wat de patiënt voelde. Ik vond het heel erg lastig, omdat ik de neiging had om dubbele vragen te stellen, terwijl ik wat anders bedoelde. Ik kwam niet helemaal goed uit mijn woorden, doordat de patiënt niet gemakkelijk vrij gaf waarom zij naar mij toe was gekomen. De rol als patiënt vond ik ook erg lastig. Ik had de taak gekregen om erg lacherig en nonchalant te doen. Ik vond het moeilijk om te doen alsof ik de informatie niet wil vrijgeven aan de diëtiste (de studente die deze rol had in het gesprek), omdat ik bang was het dan helemaal niet vrij te geven waardoor de rol als diëtiste erg lastig te spelen was. Ik heb hier ongeveer een middenweg in kunnen vinden, maar het inleven in een casus vond ik dus erg lastig. Maar tijdens een oefening hoeft het niet perfect te gaan, fouten mogen gelukkig nog gemaakt worden. Bewustwording van essentiële aspecten Oefening 1 Door deze oefening gedaan te hebben in de les, ben ik mij ervan bewust geworden dat ik erg onzeker ben wanneer ik de gesprekstechnieken moet toepassen. Ik denk dat dit komt omdat het zo onnatuurlijk voelt. Ik merk dat ik er nog niet helemaal achter sta wanneer ik bijvoorbeeld een woord herhaal. Oefening 2 Ik ben mij er van bewust geworden tijdens deze oefening dat ik moeite heb met het inleven in een rol. Ook merk ik dat ik er moeite mee heb om gevoelens te achterhalen.
Formuleren van handelingsalternatieven Ik ben van mening dat ik zekerder moet worden in de dingen die ik zeg. Het voelt erg onnatuurlijk, maar ik krijg te horen dat het niet onnatuurlijk klinkt. Ik zal ongetwijfeld in het dagelijks leven ook wel eens parafraseren of samenvatten of herhalen, maar dan ben ik me er niet van bewust. Ook ben ik van mening dat ik een oefening moet zien als oefening, en me niet druk moet maken als het niet lukt of als ik me niet goed kan inleven in een rol. Handelen (voor de volgende keren) Ik vind dat ik de volgende keren zo vaak mogelijk moet oefenen met de gesprekstechnieken die ik tot nu toe heb aangeleerd. Ongetwijfeld zal het dan stukje bij beetje natuurlijker aanvoelen, waardoor ik de onzekerheid daarover op den duur ook los kan laten. Ook vind ik dat ik er niet zo over moet inzitten als iets niet lukt, omdat we nu nog de mogelijkheid krijgen om te oefenen. Ik moet leren om minder druk op mijzelf te leggen tijdens de gespreksvaardigheidslessen. Smartdoel
In de komende bijeenkomsten ben ik in staat om zekerder te worden in de gespreksvaardigheden, door er vaak mee te oefenen en feedback te gebruiken.
Reflectieverslag week 3 Deze week stond actief luisteren centraal. We hebben geoefend met het openen van een gesprek, en we hebben gekeken naar non-verbale uitstraling. Dit hebben we geoefend door middel van plaatjes van houdingen die opgezocht moesten worden ter voorbereiding van de les. Handelen Actief luisteren Tijdens het actief luisteren wilde ik zo geïnteresseerd mogelijk overkomen, ook non-verbaal. Ik wilde bereiken dat de cliënt (in dit geval medestudente) zich op haar gemak zou voelen en het idee zou hebben dat ze kon vertellen wat ze kwijt wilde. Opening van een gesprek Hierbij wilde ik bereiken dat de cliënt (in dit geval medestudente) zich op haar gemak zou gaan voelen door eerst wat vragen over andere dingen te stellen voordat ik to the point zou komen. Terugblik op het handelen Actief luisteren Tijdens het gesprek probeerde ik zoveel mogelijk actief te luisteren. Soms voelde dit wat onnatuurlijk aan, omdat ik bewust lette op het knikken met het hoofd. Ook het doorvragen voelde onnatuurlijk aan. Na het gesprek gaf mijn medestudente mij de feedback dat ik niet teveel moest doorvragen. Ik liet weinig ruimte open om een eigen invulling te geven. Opening van een gesprek Voor mijn gevoel ging het openen van het gesprek vrij goed. Ik stelde eerst andere vragen, zoals of de cliënt (in dit geval medestudente) de weg had kunnen vinden. Mijn medestudente gaf mij de feedback dat ze zich op haar gemak voelde, door de manier van beginnen. Ook werd er feedback gegeven over de duidelijkheid van het gesprek die ik aankondigde, wat ook aardig ging. Bewust worden van essentiële aspecten Actief luisteren Ik ben me ervan bewust dat ik af en toe te geforceerd bezig ben met het actieve luisteren. Non-verbaal gaat het prima, maar het verbale gedeelte vind ik nog erg lastig. Ik moet er meer mee oefenen, zodat het natuurlijker aanvoelt. Opening van een gesprek Ik ben me ervan bewust geworden dat een opening van een gesprek wel natuurlijk verloopt. Ik stel gelijk doelen tijdens de opening van het gesprek, wat handig is voor de cliënt, maar ook voor mijzelf. Formuleren van handelingsalternatieven Actief luisteren
Voor de volgende keer moet ik rustiger blijven en het niet forceren. Dit heeft oefening nodig, maar de komende keren moet ik er aan werken dat het natuurlijker klinkt en voelt. Opening van een gesprek Ik denk dat ik het de volgende keren net zo doe als in deze bijeenkomst, omdat dit mijzelf en de cliënt goed beviel. Handelen (voor de volgende keer) Voor de volgende keer moet ik oefenen om het natuurlijker te laten voelen en klinken. Smartdoelen Tijdens de laatste bijeenkomst ben ik in staat om een duidelijk gesprek te voeren, door toe te spitsen op de punten die besproken moeten worden. Tijdens de laatste bijeenkomst ben ik in staat om verbaal en non-verbaal betrokken te zijn bij de persoon en zijn/of haar verhaal door de daarbij behorende technieken toe te passen.
Reflectieverslag bijeenkomst 4 heb ik verwerkt in het eindverslag