Gesprekken over Arbeid en inkomen
i.s.m. cedes v.z.w.
Themagesprekken Arbeid en inkomen Inhoudstafel Inleiding Deel I Getuigenissen 1. Het begint ver voor de eerste werkdag 1.1. Thuis en school 1.2. Beroepsopleiding 2. Op zoek naar geschikt werk 2.1. Werkloosheid – niet werken 2.2. Specifieke statuten 3. Werken, aan de slag 3.1. Werken 3.2. Kwaliteit van werk 4. Niet (meer) werken, niet (kunnen) werken 4.1. Ziekte en invaliditeit Deel II Presentatie rondetafel van 30 april 2009 1. Opleiding naar werk 2. Ziekte/invaliditeit en werk(bekwaamheid) 3. De kwaliteit van werk
2 3 3 3 18 26 26 29 31 31 34 47 47 53 53 57 60
1
Inleiding In het najaar van 2008 kwamen we in 5 Welzijnsschakels (Diksmuide, Serskamp-Lede, Hoogstraten, Heist o/d Berg en Kortessem) samen rond het thema arbeid en inkomen. Gedurende telkens drie gespreksavonden, brachten we onze ervaringen samen. Al deze ervaringen werden genoteerd en samengebracht rond vier thema’s: − Het begint ver voor de eerste werkdag, waarin we de invloed van de thuis en de schoolsituatie op de latere beroepskansen nagaan. Ook de invloed van aanvullende en latere beroepsopleiding komt aan bod. − Op zoek naar geschikt werk, waarin we ervaringen van werkloosheid, leven met een vervangingsinkomen, solliciteren en arbeidservaringen met specifieke statuten samenbrengen. − Werken – aan de slag, brengt onze werkervaringen aan, de werkomgeving waarin we terecht komen, inkomensaspecten en de combinatie gezin en werk. We geven ook aan hoe en waarom we ons werk moesten stopzetten. − Niet meer werken, niet kunnen werken, gaat in op onze ervaringen met invaliditeit en langdurige ziekte, al of niet rechtstreeks tengevolge van onze werksituatie. Rond deze vier thema’s kwamen vertegenwoordigers uit de vijf lokale groepen tweemaal samen in Brussel op 17 februari en 5 maart 2009. We diepten onze ervaringen verder uit, gaven onze prioritaire knelpunten aan en zochten samen hoe een gewenste situatie er kon uitzien. Waar mogelijk gaven we ook oplossingsvoorstellen aan. Zo bereidden we ons voor op het rondetafelgesprek van 30 april 2009 met de campagnepartners van de campagne ‘Werk armoede weg’ van Welzijnszorg. Vertegenwoordigers van Welzijnszorg, Ziekenzorg CM, de Christelijke, Socialistische en Liberale Mutualiteit, het ACV en ACLVB, Unizo, Vosec, OR.C.A. en de VDAB waren er op aanwezig. We kregen er de gelegenheid om onze vragen te stellen en met hen in dialoog te gaan. In dit verslagboek vertrekken we vanuit de getuigenissen uit de lokale groepen. We geven waar nodig korte duiding en geven de knelpunten aan die we samen omschreven. In een tweede deel presenteren we de tekst van het rondetafelgesprek.
2
DEEL I getuigenissen
1. Het begint ver voor de eerste werkdag De zoektocht naar werk en de ervaringen op de arbeidsmarkt worden al in belangrijke mate ingekleurd door de thuissituatie waarin we opgroeien en onze schoolloopbaan. Het thema ‘arbeid en inkomen’ kon dus niet anders dan starten met het luisteren naar ervaringen die op die levensperiode betrekking hebben. Voor wie de thuissituatie en de schoolloopbaan niet gunstig verliepen, kan een latere beroepsopleiding belangrijke kansen bieden. Maar worden die kansen ook effectief gerealiseerd? Daar gaan we in een tweede deel op in. 1.1. THUIS EN SCHOOL De thuissituatie kan al zeer bepalend zijn voor onze latere kansen op werk. Sommigen onder ons kennen veel problemen in het gezin waarin ze opgroeiden: ze ervaren achterstelling (ten opzichte van kinderen uit andere gezinnen), geweld, echtscheiding, soms ook veel zorg voor onze zieke ouders. Thuis zijn we met 2 kinderen. Vader heeft moeder verlaten toen ik 2 was, mijn broer was 5. Dan is de armoede begonnen. Dat weerspiegelde zich ook in school. Bij Sinterklaas: de kinderen mochten poppen meenemen. Een aantal hadden dan barbiepoppen bij; om te stoefen. Ik wou er ook zo een. Maar ik had dat niet. Mijn moeder kon het echt niet betalen. We begrepen het wel. Dat was in het 1e – 2e studiejaar, zoiets(130.53) Dat was een school in de instelling. De ouders hadden problemen en konden niet betalen voor de kinderen. Dat was een armoedesituatie. Ik ben nooit een echte gelovige geweest, en dat waren daar nonnekes. Ik voelde me daar niet thuis. En leren ook niet, dat ging me daar echt niet. Ik had er halfbroers, maar we waren niet altijd bij elkaar. De leeftijden waren verschillend en we zaten in verschillende afdelingen en klassen. Dat is helemaal geen gemakkelijke periode geweest. En dat heeft toch een grote invloed op de rest van je leven. Je bent een deel achter. Frans, Engels, je kan niet volgen, en dan sturen ze je naar een BLO school. Ze pushen je (13090) Als ik kijk naar school dan had ik praktisch geen opleiding. Aan mijn 6 jaar gingen mijn ouders scheiden, ik ben een ongewenst kind.(12033)…
3
Wij verhuisden in die tijd constant. Ik heb op school niet veel kennis en vaardigheden opgedaan, maar op een heel ander vlak leerde ik wel: ik leerde mijn plan trekken. (12034) Van thuis uit moesten wij ons “lomp” houden, anders kregen we straf. We moesten naar een speciale school. Zo konden ze thuis een hogere kinderbijslag trekken. Daarom kon ik de studies niet volgen die ik wilde. Het doet me nog altijd zeer … ik heb alle kansen gemist. Niemand kon of wilde mij helpen… zelfs de kinderbescherming niet. We kregen eten en drinken thuis, en dat was voor hen genoeg. Controle kwam er als ik op school was, niet als ik thuis was. En vader die alle dagen dronk… De kinderbescherming wist het, maar ze deden niets. Als ik kwam voor uitleg, waren ze daar niet blij mee. (11023) Mijn rug is kapot want ik ben aan mijn 9 jaar gaan werken in een frituur restaurant. Ik werd gedwongen door mijn ouders, want mijn vader dronk al het geld op. Ik ben niet veel naar school geweest. Mijn vader was een pedofiel, van mijn 7 jaar misbruikte hij mij. In die tijd zat ik nog op school. De directeur van die school zei dat hij mij wel ging beschermen, maar hij deed juist hetzelfde met mij. Mijn ouders hadden een stuk land. Ik moest ’s morgens om 4 uur opstaan om op het veld te werken en de groenten werden verkocht aan de school: spruiten, aardappelen,… Daarna ging ik dan naar de les. (12006) Ik heb dus nooit een diploma gehad (12008) Ik heb mijn studies niet kunnen afwerken, omdat ik voor mijn moeder moest gaan zorgen toen mijn vader overleed. Ik heb van mijn 6jaar tot mijn 22 jaar op internaat gezeten, en dat ga ik mijn kinderen nooit aandoen. Ik wou naar huis, maar ik mocht niet. Ze moesten mij niet hebben. Alle vakanties zat ik altijd op kamp, en op een zekere ochtend belt mijn zus mij op om te vragen of ik niet nog eens naar huis wou komen om mijn vader te zien. Na twee weken is hij gestorven. Hij was een alcoholieker en ik heb veel slaag gekregen van mijn ouders. Ik was de enige van de kinderen bij wie ze dat deden, de anderen hebben allemaal een goeie opvoeding gehad (12075) De weeskinderen werden ook aan de kant gezet. Er was toen geen hulp denk ik, ik zat toen ook bij de nonnen op school. Ik heb mijn oudere zus altijd verdedigd, en ik moest daar altijd voor opdraaien. Op een gegeven moment ging er weer een non tekeer tegen mijn zus, en ik heb de kap van die non afgetrokken. Daarvoor moest ik een maand lang in de hoek zitten, met mijn knieën in klompen. Mijn zus is niet geleerd en ik zorgde altijd voor haar. Zulke dingen vergeet je niet he, maar met de moderne tijd zal
4
dat wel verbeterd zijn. Ik spreek van 50 jaar geleden. Ik wist niet wat een moeder was. Nu vraag ik mij dat nog af hoe ze zou geweest zijn. In die tijd was het altijd de schuld van de wezen, die werden uitgesloten en apart gezet. (12079) We groeien op in een instelling. Er is een te groot verschil tussen thuis en de school. Tot 11 jaar heb ik in een instelling gezeten, en dan ben je al een heel deel achter. Thuis waren er problemen. Er was ook armoede. En met mijn stiefvader accordeerde ik niet. Ik werd achterop geduwd. Ik had een slecht contact met de leraren, met sommigen, niet met allemaal. Ze willen u laten leren wat jij niet altijd wil. Ik ben altijd iemand geweest met een eigen mening. Dat apprecieerden ze niet. (13089) Maar het belang van een fijne thuis horen we in volgend getuigenis: Moeder wou niet werken als we nog klein waren. Ze wou bij de kinderen blijven, om ons een goede opvoeding te geven. Moeder speelde met ons mee; spellekes. Ik heb wel een fijne jeugd gehad. We hadden geen speelgoed (enkel wat we kregen), maar we mochten de hof gebruiken. Om om te spitten, een doolhof te maken, met oude vodden. Mijn broer leidde dat dan: ‘nu maken we een doolhof’. Meen neef deed vaak mee. En ook mijn halfzus. Ik snap wel niet dat mijn vader de kinderen van een andere vrouw thuis liet meespelen.(13056) Naast de moeilijke thuissituatie speelde ook dat we geen inspraak kregen van thuis uit in onze studiekeuze. Ik mocht ook niet kiezen voor een richting op school. Het werd snit en naad. Er werd niet gesproken over de technische richting want dat was in een andere gemeente. Snit en naad lag mij niet. Ik zat er niet op mijn plaats. Patronen maken ging mij meer af (12057) De keuze van mijn studies was aan mijn ouders. Bvb met de directrice praten, ik heb dat nooit gekund. Vroeger was er alleen een humaniora en een beroeps in L. Ik wou kinderverzorgster of haarkapster worden. Er was geen gepaste school in de gemeente. Ze hebben me ooit wel eens gevraagd wat ik wou worden, maar dat kon niet, want ze zagen dat ik niet echt vlot was in ‘Snit en naad’. Ik wou liever iets creatievers volgen (12072)
5
Ik wou graag iets met beesten doen. Thuis hebben we een boerderij. Daar heb ik altijd tussen gezeten. Maar om daar werk in te vinden, dat is niet gemakkelijk. Wel vrijwilligerswerk. Maar dat is niet betaald, dan moet je het gratis gaan doen. Ik heb handel gevolgd, dik tegen mijn goesting. Ofwel was er het college, ofwel was het naar Hoeselt. Veel keuze in de omgeving was er niet. Dat heb ik afgemaakt, dan was ik 18 jaar (13019) Ik moest naar de vakschool en slechts 3 jaar. Ik wilde naar de tekenschool gaan van het 2de maar mocht niet.(14074) In onze gezinnen is er geen studiecultuur Ik heb thuis niets te kort gehad behalve dan mijn studiekeuze. Ik had vroeger moeten beginnen met werken in het ziekenhuis. Naaien en kuisen was belangrijk in die tijd. Ik ben begonnen als diensmeid in het ziekenhuis. Het zat eigenlijk altijd in mijn hoofd om verpleegster te worden. Thuis zeiden ze: ge hebt vliegende gedachten (dat zal wel overwaaien) (12083) Moeder vond dat verder studeren niet nodig was, volgens haar moest ik niet gaan werken, een meisje hoorde thuis in het huishouden. Ook vader had dezelfde mening, hij liet zich wel eens ontvallen: “Mijn kinderen moeten niet studeren.” Ik wilde kleuterleidster worden en deed de Lagere Normaalschool. Op het einde van mijn laatste jaar had ik tweede zit. Ik wilde die herkansing niet doen. Daar heb ik nu wel spijt van (11014) Vader was arbeider en zei: “Mijn kinderen moeten niet leren”. Hij vond het voldoende dat wij de Huishoudschool deden. Dat ik niet herkanste in m’n laatste jaar Normaalschool vond men blijkbaar niet erg… er werd niet op aangedrongen. Thuis studeren ging niet zo gemakkelijk: er was geen rustige omgeving of bureau waar dat zou kunnen. Een vriendin, die samen met mij dezelfde opleiding volgde, stopte plots met haar studie. Dat heeft op mij toen een negatieve invloed gehad. Toch vind ik het goed voor mijn ontwikkeling dat ik de kans heb gehad om te studeren in de Normaalschool. (11017) Het belang van een positieve stimulans spreekt dan weer uit volgend getuigenis: Op school ging alles goed. Ik moest verder leren omdat mijn resultaten in de lagere school eigenlijk te goed waren om boer te worden. Thuis zegden ze “Je kunt later nog boer worden!” Voor de boerenstiel had men toen
6
geen hogere opleiding nodig. Ik heb wel een opleiding gevolgd maar wilde eigenlijk boer worden. Ik was eigenlijk de opvolger in de boerderij van thuis, omdat mijn zus andere studies deed en mijn broer voor bakker studeerde. Uiteindelijk is het maar goed dat ik geen boer geworden ben, omdat het bedrijf niet meer kon uitbreiden. (11046) Er is te weinig begeleiding bij de eerste problemen in een jong gezin. Zo vroeg mogelijk positief bevestigd worden. Vanuit de ouders en daarna de school Er zou iets of iemand moeten zijn die mensen ondersteunt en begeleidt als het misloopt. Vanaf de eerste kleuterklas moeten de problemen gedetecteerd en aangepakt worden. Leerkrachten moet men ook opleiden in het omgaan met kinderen. (15039) Dat was in onze tijd in ieder geval zo, nu is er misschien meer gezinsbegeleiding mogelijk. Mijn zoon had problemen met ADHD . Hij kreeg hiervoor pillen. Ik heb die zelf doen stoppen want dat was niet goed. Later werd de diagnose van autisme gesteld. Hij ging dan naar een speciale school: er was ook thuisbegeleiding.(14074) 3 jaar geleden ben ik verhuisd. Ik was alleen met mijn zoon, ik was alles kwijt, mijn geld, mijn pas, mijn bankkaart. Ik liep maar rond. Ik liep maar rond, in de straten, in een café. Dan ben ik terug in de psychiatrie beland. Tijdens mijn opname is mijn zoon in een pleeggezin geplaatst. In ’t begin was ik verdrietig, dat kon ik moeilijk verdragen. Ik was verdrietig. Maar ik heb meer dan de helft van de maand bezoekrecht(13082) En het gezin is heel goed, ze respecteren me. Hij mag opnieuw definitief terugkomen, de pleegouders zeggen: ‘het is uw kind’. Veel pleeggezinnen willen het kind niet teruggeven. Hij voelt zich ook heel gelukkig. Het is wel een materialistisch gezin. Bij mij is het heel anders, hij zal zich moeten aanpassen. Maar ’t is een braaf kind.(13083) De bestraling van mijn zoon kost me 3 x 15 euro per week! De papa komt niet tussen in de kosten en betaalt ook geen onderhoudsgeld Ik moet nu ook nog 400 euro per maand afbetalen voor mijn eigen chemobehandeling en om de 4 maand krijg ik nog een nabehandeling – een injectie. Ik krijg thuisbegeleiding van een dienst en ben daar zeer tevreden over.
7
Ik werk heel hard en de kinderen zijn vaak alleen door de omstandigheden. Zo hard werken is geen bewuste keuze maar een noodzaak (14005) Knelpunt Men staat onvoldoende open voor de problematiek en de thuissituatie -wie: leerkrachten, directie, opvoeders, secretariaat, andere ouders, medeleerlingen, Kind en Gezin Een weg naar oplossing? Kind en Gezin, school tussenkomst bij wie niet kan betalen op school (geen incasso - bureaus!). Wie niet kan betalen is mee slachtoffer van wie niet wil betalen. Mogelijke oplossing? − huisbezoeken zijn belangrijk! (meer en langere) − vroeg ondersteuning starten (bv. bij geweld – bv. via kind en gezin) − vertrouwensrelatie is daarbij zeer belangrijk − helpers en anderen moeten weten wat armoede écht betekent Door ons leven krijgen we snel een minderwaardigheidsgevoel. Het verschil tussen thuis en op school was heel groot. Ik droeg altijd tweedehands kleren, terwijl alle anderen altijd nieuwe kleren droegen. Ik heb dan mijn plan getrokken en ik kreeg af en toe nieuwe kleren van mensen, die ik dan aantrok in de bosjes voor ik naar school ging. Na de school trok ik weer mijn oude kleren aan. ‘Er niet bij horen’, het is vanzelfsprekend dat als je niet veel naar school gaat, je er dan automatisch niet bij hoort. (12035) In die tijd geloof ik niet dat het OCMW bestond. Moeder moest krijgen wat vader wou geven, en dat was bitter weinig. Door goed te leren wou ik presteren op school. Bij examens in de hogere klas, dan leerde ik 1 of 2 nachten door, om de 1e te zijn. Het zou kunnen dat dat heeft meegespeeld (als ik niet de rijkste ben, dan…). (13054) Chronische pijn of beperkingen: lichamelijk en psychisch lijden. Ik vind het niet fijn dat ik niet kan werken. Maar ja, de studies die ik gedaan heb. Iedereen verwachtte dat ik naar de universiteit zou gaan. En dan word je ziek. Door ziek te vallen… Een lagere job wil ik niet. Een hogere kan ik niet aan. Tot mijn 17e naar school geweest. Toen is het begonnen. Ik deed er te veel voor. En zo raakte ik overspannen. Een kind van 17, dat twee nachten achter elkaar doorleert. Dat is niet goed. Ik deed dat om mijn moeder een plezier te doen. (13057) 8
Niemand zei eigenlijk tegen mij dat ik te hard aan ’t studeren was. Ik had altijd 90%. Dat was teveel gevraagd van mij. Maar niemand zei mij dat. Dat was de prestatiedrang in mij. En ik voelde me altijd minderwaardig. Ik voelde me minderwaardiger dan de andere leerlingen die eigenlijk de laatste van de klas waren. Nu Nog. Hoe het komt, dat weet ik niet. Ik heb dat altijd. Mijn moeder had dat ook. Ook misschien: wij waren meer gekleed met kleren die we kregen van andere mensen. Ik had een vriendin, ze was de enige die soms bij me stond. Anders stond ik altijd in een hoekje. Zij had mooie schoenen aan. (13112) En ik had van die schoenen met dikke zolen; gehandicapte schoenen, noemde ik dat. Die vriendin had weinig begrip, ze zei koop u toch andere schoenen’. En mijn ma knipte zelf mijn haar. Zo voem voem, dat was niet altijd even recht.(13113) Bijvoorbeeld bij turnen, als het spelletjes waren of zo, dan werd ik altijd als laatste gekozen. En daardoor was het ook moeilijk om contacten te leggen. Ik zat niet graag op die school, maar daar zei ik thuis niets over. Alles was piccobello. Maar ze wisten het wel een beetje. Mijn zus had een paar leerkrachten die ik ook had, en die zeiden dat dan tegen haar. Maar ze zeiden het niet tegen mij. En hier is het in ene keer heel veranderd; met zo naar hier te komen.(13072) Ook in de school vinden we niet steeds de gepaste ondersteuning, bijvoorbeeld bij de studiekeuze. Mijn ex-vrouw wou regentaat Frans gaan doen, het PMS keurde het af. Mijn broer heeft uiteindelijk economie in Leuven gestudeerd, wat het PMS ook had afgekeurd. En het is toch gelukt. 3 keer heeft het PMS verkeerde adviezen gegeven. Ik vind het een dikke nul. 3 keer gaven ze een negatief advies. (13126) Bij mijn kinderen? Mijn oudste is tot nu toe de enige die het middelbaar afheeft. Ik zei haar: ‘spreek niet met het PMS, dat zijn lompe boeren’. Ze twijfelde tussen handelsingenieur of rechten. Ze heeft 1 dag bij een advocaat gewerkt, en een dag bij … dan was het wikken en wegen. Nu is ze handelsingenieur. Het gaat om studierichtingen kiezen, ze weten niet waarover ze praten. Daar zouden ze hun vingers van moeten afhouden. Er is geen enkele mens die alle richtingen kent. (13127) Een gepaste studiekeuze kan nochtans een goede basis zijn voor het later leven: Op school ging alles goed. Ik moest verder leren omdat mijn resultaten in de lagere school eigenlijk te goed waren om boer te worden. Thuis zegden
9
ze “Je kunt later nog boer worden!” Voor de boerenstiel had men toen geen hogere opleiding nodig. Ik heb wel een opleiding gevolgd maar wilde eigenlijk boer worden. Ik was eigenlijk de opvolger in de boerderij van thuis, omdat mijn zus andere studies deed en mijn broer voor bakker studeerde. Uiteindelijk is het maar goed dat ik geen boer geworden ben, omdat het bedrijf niet meer kon uitbreiden. (11046) We hebben ook last van pestgedrag, omwille van onze kledij, niet mee-kunnen, geen geld. Er is geen begrip voor onze situatie. Een gedeelte van de jongens die van de kanten van D. waren die steunden ons, maar anderen, die kwamen tegen mij in. Dat gevoel weet ik nog. En dat is nu nog. Elke keer als je iets doet, altijd opnieuw is er de school. Ze drukken u altijd omlaag, maar ze moeten mensen eigenlijk vooruit helpen (13105) Ik heb teveel kennis. Ik ben hoogbegaafd, maar dit werd pas op latere leeftijd vastgesteld. Ik verveelde me op school en werd gepest. Vooral in het 5de en 6de leerjaar werd dit een groot probleem. Thuis was er geen begrip voor dit gepest worden. Ik werd bekeken als lastig en moeilijk omdat ik vroeg om (negatieve) aandacht. Op 17 jaar ben ik gestopt met school.(15031) Er is onvoldoende aandacht voor de leerling. Ik ben ook niet tevreden van het CLB. Mijn oudste zoon had problemen ( ADHD en concentratieproblemen) en had nood aan psychologische hulp (14065). Hij moest naar het beroep. Je kan maar dat. Hij zat dan in zijn apejaren en ’t is met hem verkeerd afgelopen. Hij had al problemen van in ’t kleuter. Ik heb hulp gezocht maar geen gevonden. Hij is in het gewoon onderwijs gebleven tot het 2 de secundair. Hij is dan op leercontract gegaan: beenhouwer. In het gewoon onderwijs hebben wij de ladders niet gevonden.(14066) Een leraar met oog voor de leerling kan heel bemoedigend zijn. Er is zeker al iets ten goede veranderd. Een fatsoenlijke leraar die moeite wil doen, en die niet meteen zegt: ‘die kan niets, die kan niet volgen’. Zo duwen ze je vaak de put in, in plaats van je een ladder te geven. Diegene die niet konden volgen werden achteraan gezet. Dat is een verschil van vroeger en nu. Nu wordt er
10
aandacht besteedt aan kinderen die het moeilijk hebben, en vroeger werden ze achteruit gezet. (13102) Ik heb steeds een slecht contact met de leerkrachten gehad. De school was heel conservatief en dacht enkel aan kennis overbrengen. Nu is dit een beetje veranderd en is er ook aandacht voor het karakter van het kind.(15035) Niemand zag dat en ik heb het ook tegen niemand gezegd, ik besefte het zelf niet ten volle. Het PMS; dat was later, op de middelbare school, daar kon ik praten van persoon tot persoon. Daar heb ik veel aan gehad, daar heb ik goede herinneringen aan.(13115) Ze sturen ons dan ook makkelijk en snel naar het Bijzonder Onderwijs. De basisschool in D., dat was een gemeenteschool; daar wouden ze mij naar het BLO sturen. Die beslissing was heel snel gemaakt. De 1e les was ik eigenlijk daar en dan wilden ze me al doorsturen. Ik heb 1 les Frans gehad, dat ging over ‘la table’ de tafel, en dan moest ik al weg. Dat is het verschil tussen ouders die goed ervoor zitten en ouders die minder ervoor zitten. We moesten voor de eerste keer naar die school gaan zonder begeleiding van de ouders. Mijn halfbroer en ik. (13104) BLO bestond niet vroeger. Aanvankelijk in BLO leerde je ook niet, deze leerlingen waren het uitschot van de rijken. Ik was slim en de slimmen begrepen dit niet.(14061) Ook thuis maken ze voor ons soms die keuze, hoewel het niet in ons voordeel is. Thuis waren we met 5 kinderen. Als ik in de kleuterschool zat en ik kwam thuis moest ik van mijn ouders thuis kuisen. Toen ik 6 jaar was, stuurde mijn vader mij naar een speciale school omdat ze dan dubbel kindergeld kregen. Ik was daar niet mee akkoord. Als ik 13,5 jaar was, kon ik gaan werken in Nederland in een conservenfabriek. (11018) Toch ervaren we het Bijzonder Onderwijs soms als zeer goed: er is wel de gepaste aandacht voor de leerling en een goede begeleiding voor ouders. Ook mijn kinderen zaten in het bijzonder onderwijs. En vonden het er goed. Er zitten ook kinderen die er niet thuis horen.
11
Pas op voor de nieuwe trend van terug naar integratie in gewoon onderwijs. Is er hier ook geen taak voor welzijnszorg? Deze ladder werkt goed. Het moet zo blijven.(14064) Mijn ene dochter zit in het Bijzonder Onderwijs, dat helpt haar goed, want ze is enorm veel verbeterd. Ze komt elke dag thuis, en ik wacht haar al op voor dat de bus arriveert, dan ben ik niet naar binnen te halen voordat die aankomt. Het systeem van die school is een goeie ladder voor haar, ze wordt goed begeleid. Ik zie haar echt evolueren gezien haar mogelijkheden.’ (12078) Mijn broer kan ook niet lezen of schrijven. Mijn andere broer kan alleen zijn handtekening zetten. Ook mijn dochter zegt: “mama je moet beter leren schrijven Vroeger waren het klassen van 30 leerlingen. Nu zitten ze in groepjes van 8. Mijn dochter was veel ziek en veel afwezig. Vanaf het 4de leerjaar is mijn dochter overgestapt naar het BLO. Zij is dan open gebloeid. Ik vind dat zeer goed, bijzonder onderwijs is een zeer goede ladder.(14063) Ik heb een dochter met eetproblemen. De problemen begonnen in het 4de leerjaar. Zij is overgestapt naar het BlO en alles gaat nu veel beter. In het gewoon onderwijs is er te weinig begeleiding(14065). We zetten onze studie sneller stop door ziekte of een gebrek aan persoonlijke begeleiding. In het begin van het eerste leerjaar haalde ik 90 %, later in het jaar zakte dat af tot 30 %. Ik kreeg epilepsie als gevolg van de hersenvliesontsteking. Tot mijn 12 jaar ging ik naar een normale school en daarna naar een speciale school. Daar hebben ze mij voor 95% gehandicapt verklaard. Als gehandicapte leerde ik huishoudkunde en naad. (11026) Ik ben van jongs af andersvalide. Ik heb vroeger een tijdje “lam” gelegen en heb chronische bronchitis. Ik heb opnieuw moeten leren lopen tussen 2 buizen. Ik kreeg veel cortisonen, daardoor ben ik ook zwaarlijviger geworden. Ik ben vaak in het ziekenhuis geweest en heb heel veel dokters gezien. Daardoor heb ik mijn studie niet kunnen afwerken. (11035) Tot 17 jaar ben ik naar school geweest. En dan werd ik ziek. Een zenuwinzinking. Door het studeren. Daarna werd ik manisch-depressief. En dat heeft nagesleept tot nu. Ik heb nooit kunnen werken. En dat is op 17 jaar begonnen. (13013)
12
Ik heb dus niet kunnen studeren. Dat is zwaar. Want ik had iets meer kunnen bereiken. Het is niet simpel. Ik was de 1e op school, haalde altijd 90%, en dan is het in duigen gevallen. De leraressen wiskunde, LO en Nederlands kwamen naar het ziekenhuis. Ze zeiden dat ik het jaar erop opnieuw kon gaan studeren. Ik kon niet verder studeren. (13015) Mijn moeder kwam me elke dag bezoeken, dat vond ik wel fijn. Ik ben verschillende keren opgenomen geweest. Als je dan ziet dat mijn broer het heeft geschopt tot de unief. En ik heb niets bereikt… Dat is pijnlijk. Mijn intelligentiequotiënt lag hoger. Ik heb het verschillende keren geprobeerd (om naar school te gaan en te studeren), maar na 1 dag hield ik op, dan was ik op van de zenuwen. Ik kon het niet. Ik heb nu het statuut van mindervalide. (13016) Daarna wou ik lerarenopleiding gaan doen. Maar dan ben ik ziek geworden, ik had reuma gekregen. Ik had het eigenlijk al, maar dat is nooit onderzocht geweest. Ik was toen meer ziek dan dat ik in school was (13020) Ik heb al verschillende opleidingen gevolgd: achter mijn schooltijd tijdens mijn wachttijd 1 jaar lasser en dan nog inoxlasser. Ik moest daarmee stoppen voor mijn ogen. Ik heb te weinig pigment in mijn ogen en kan moeilijk licht verdragen, vandaar dat ik altijd een pet op heb.(14049) Een andere reden waarom we onze studie moeten stop zetten is de zorg voor het gezin. Hierdoor vallen ook onze sociale contacten weg, voelen we ons uitgesloten en groeit een minderwaardigheidsgevoel Ik ging naar de nonnenschool. Ik moest steeds boekjes ronddragen en moest nooit leren. We zijn dan verhuisd naar een andere school en ik moest van het 5de leerjaar terug naar het 1ste leerjaar. Ik moest dan stoppen en voor de kinderen zorgen. Ook het OCMW zou willen dat ik lessen volg, maar ik zie dat niet zitten. Als ik de kans zou hebben, zou ik nu graag nog iets bijleren want op de computer gaat het ook maar half.(14062) Ik ben tot mijn tweede middelbaar naar school geweest. Daarna ben ik thuis gebleven als knecht voor de vader en meid voor de moeder. En het gezin kreeg voor mij en de andere kinderen kindergeld. Ik heb 7 broers en zussen. Ik ben de tweede oudste(15023) Van thuis uit mocht ik niet lezen en had geen boeken: dus na de school kon ik niet goed lezen of schrijven Ik kom uit een gezin met 8 kinderen. Ik ging naar de huishoudschool: maar ik kreeg van thuis geen geld voor materiaal dus kon ik ook niet leren.
13
Eens ik niet meer naar school ging, had ik geen vriendinnen meer en geen sociaal contact meer. Op 21 jaar mocht ik voor het eerst naar een bal.(15047) Mijn vader had zelfmoord gepleegd toen ik anderhalf jaar oud was. Hij had een overlevingspensioentje. Ik ben dan aan mijn 15 – 16 jaar gaan werken. Het ging altijd van werken, stempelen, werken. Ik had een opleiding gevolgd voor schrijnwerkerij, maar moest dan stoppen. Ik kreeg een getuigschrift dat ik de opleiding een jaar had gevolgd (12031) Ik heb school gelopen tot mijn 12 jaar. Moeder was ziek en ik moest van vader het huishouden doen voor 7 kinderen: om 5 u opstaan, kuisen, patatten schillen en dan naar school en terug om het eten klaar te maken….(14009) Ik werk niet meer. Ik ben tot mijn 16 jaar naar school geweest. Ik was de enige in het gezin die naar school mocht. Ik moest thuis veel helpen, zo bleef er weinig tijd over om te spelen(14010) Ik volgde drie jaar samen met mijn man avondschool in het Atheneum. Hij was er door en kreeg een diploma. Ik geraakte in verwachting en kon de studie niet afmaken. (11014) Mijn rug is kapot want ik ben aan mijn 9 jaar gaan werken in een frituur restaurant. Ik werd gedwongen door mijn ouders, want mijn vader dronk al het geld op. Ik ben niet veel naar school geweest. Mijn vader was een pedofiel, van mijn 7 jaar misbruikte hij mij. In die tijd zat ik nog op school. De directeur van die school zei dat hij mij wel ging beschermen, maar hij deed juist hetzelfde met mij. Mijn ouders hadden een stuk land. Ik moest ’s morgens om 4 uur opstaan om op het veld te werken en de groenten werden verkocht aan de school: spruiten, aardappelen,… Daarna ging ik dan naar de les. (12006) Ik heb dus nooit een diploma gehad (12008) We gingen snel gaan werken. Soms omdat we studiemoe waren, soms van thuis uit gedwongen. Ik heb gestudeerd voor publiciteit, maar aan mijn 18 jaar was ik het beu en wou ik geld verdienen. Aan mijn 18 jaar ben ik gaan werken, heb toen 10 jaar gewerkt. Uiteindelijk ben ik dat werk verloren, omdat het bedrijf naar Polen vertrok. (12067)
14
Ik verliet de school aan 14 jaar. Ik was schoolmoe. Eerst heb ik in een fabriek gewerkt en daarna bij een kolenhandelaar – kuisen. Dan ben ik getrouwd en ben dan opnieuw naar de fabriek gaan werken.(14022) Ik heb nooit kunnen studeren. Mijn ouders waren arme mensen. Ik heb alleen de lagere school gedaan. Dat was niet mijn keuze. Op 15 jaar ben ik in de bouw als metser begonnen. 7 jaar heb ik in de bouw gewerkt. Daarna heb ik nog in een autofabriek gewerkt. En op het spoor. Daarna ben ik terug in de bouw terechtgekomen. Op een gegeven moment zei ik tegen mijn baas: ‘maak maar mijn C4”. Dat wou ik om meer tijd te hebben om te studeren. Op dat moment was ik toch al ouder dan 30 jaar. (13002) Ik wilde zelf verder en wilde gaan werken als ik 13,5 jaar was. Ik ben toen zelf naar de toezichter gestapt en ik heb hem gezegd: “Ge had mij moeten helpen toen ik 6 jaar was en toen heb je het niet gedaan.” Ik kreeg geen toelating om te gaan werken, maar ze hebben mij niet tegen kunnen houden. Het is op de firma dat ik mijn stiel heb kunnen leren… niet op school. (11023) Ik heb lager onderwijs gedaan. Dan heb ik op een boerderij gewerkt tot mijn 18e. Dan heeft mijn vader gezegd: “dat is geen winst”. Op 18e ben ik gaan werken, daarna deed ik legerdienst, dan de houtzagerij. 8 jaar heb ik in de autofabriek gewerkt, in Nederland. Dan van Nederland terug naar België. Ik heb 18 jaar op een andere autofabriek gewerkt. Dan ben ik zenuwziek geworden door het sterven van mijn 1e vrouw. Nu heb ik een invaliditeitsuitkering. Ik mag 4 à 5 uurtjes werken. (13044) Van mijn 15e had ik werk. Ik ging naar school en in het weekend werkte ik in een discotheek, eerst in de vestiaire, dan als kelner. Mijn beste vriend was een vriend van S. Samen met hem ging ik hotdogs verkopen. Hij is dan gestorven. Hij was mijn beste vriend. Geld heeft een enorme waarde voor mij. Dat heeft te maken met mijn depressie. (13034) Ik ben getrouwd aan 18 jaar en gaan werken: 5 jaar in een groentefabriek.(14010) Ik ben tot 15 jaar naar school geweest en heb dan 1 week in de fabriek gewerkt, dan 1 week in een restaurant hier op de markt en dan op een camping aan de Kust (14031)
15
Ik wist het toen beter dan mijn ouders. Ik had op school goede punten, het laatste jaar behaalde ik 84%, maar ik wou stoppen om in de bakkerij te werken. Ik zag mijn hele leven al uitgestippeld. (12082) Ik studeer voor het moment voor Administratief medewerkster en handel-talen-kantoor. Ik heb mijn middelbaar niet afgewerkt, want ik kreeg werk aangeboden in een bakkerij. Ik had toentertijd een vriendje waarvan de ouders een bakkerij hadden, omdat we al een tijdlang samen waren en ik zowat deel van de familie was geworden, boden ze mij een job aan. Ik zag mijn leven al uitgestippeld voor me, maar het heeft niet mogen zijn. Kort nadat ik gestopt was met mijn school was het uit met mijn vriendje en was ik mijn job kwijt. (12062) Ik heb dan mijn ex ontmoet en kreeg kinderen en werd huismoeder. Veel werkervaring heb ik dus niet. Nu studeer ik weer, een dagopleiding, ik heb daar ook voor moeten knokken om dat te kunnen doen. Maar waar een wil is, is een weg. Ik ga het halen, want ik moet het halen. Na deze opleiding moet ik nog een aparte module voor boekhouding doen. Ik zie het helemaal zitten. Ik ben een heel ander mens geworden dankzij die opleiding. Voordien praatte ik over niets anders dan over de was en de strijk, het huishouden.’ Nu heb ik weer sociaal contact… (12063) Maar ook via het werk kunnen we juist veel leren. Het is op de firma dat ik mijn stiel heb kunnen leren… niet op school. Als ze mij vroeger geholpen hadden, zou ik naar een goede school gegaan zijn en had ik een andere en degelijke opleiding kunnen volgen. Nu zit ik ook met mijn zoon… Hij zit op internaat (hoe erg ik dat ook voor mijzelf vind) maar andere opvang is voor mij niet betaalbaar. Het is ook beter voor hemzelf en de school staat achter mij. Ik wil voor hem een goede opvoeding en ik wil hem de kansen geven die ikzelf nooit gehad heb. (11024) Het belang van een diploma zien we ook wel in, het is belangrijker, ervaren we, dan wat je echt kan. Iedereen kijkt naar je diploma. Maar ze vragen niet wat je kan. Ze willen een getuigschrift. Anders was ik al lang kok. (13005) Ik heb school gelopen, maar ben vroeg gaan werken om te overleven: vanaf het moment dat ik ben gaan werken is voor mij mijn leven begonnen. Ik heb in een bejaardentehuis gewerkt. Tot op een moment dat ik een diploma nodig had. En werd ontslagen. Maar ik heb nooit zonder werk gezeten want daarna heb ik in een winkel gewerkt. Van 7 uur tot 7
16
uur, ook daar heb ik een goede tijd gehad. En dan door stalker moeten stoppen met werken. (15045) Maar soms is je diploma ook een hindernis om aan werk te geraken. Ik ging in de werkwinkel op zoek naar trajectbegeleiding maar die zeiden, blijf maar stempelen. De VDAB doet geen moeite voor mensen op invaliditeit om ze terug aan werk te helpen. Ik ervaar dat het hebben van een te hoog diploma een last kan zijn om bepaald werk te mogen doen.(15033) Soms biedt een brevet al een goede meerwaarde. Ik had hier nu iets moois opgebouwd, ik heb de kindercrèche 2 jaar gehad en je vergeet de pijn als je met de kindjes bezig bent. Vorig jaar moest ik van Kind en Gezin een opleiding volgen. Ik heb een brevet gekregen. (12008) Het beroepsonderwijs biedt een goede basis voor werk dat bij je past. Ik heb een prachtige jeugd gehad en ik was vaders prinsesje. Op mijn 14de jaar ging ik leren voor kapster via een leercontract. Als ik 18 jaar was begon ik op mijn eigen (als zelfstandige) en heb dit 22 jaar lang gedaan. In die periode kwam ik in contact met probleemkinderen die bij mij op leercontract werkten. (11001) Ik heb in M. bij de zusters van liefde op internaat gezeten en geen problemen gehad, ze hebben mij daar wel leren roken. Maar dat was toen nog niet bekend dat roken ongezond was. Om de 14 dagen ging ik naar huis. Ik wou 3 jaar voor volle verpleegster gaan, maar heb het niet kunnen afwerken. Nu zijn er meer mogelijkheden, ik heb toen Nursing gevolgd voor 1 jaar. Op mijn werk heb ik niet afgezien, buiten dan dat ik half-time moest gaan werken, omdat ik voor mijn vader moest zorgen die bij mij inwoonde (12084) Knelpunt meer geduld en meer kansen geven op (jonge) leeftijd (alles moet te snel gaan, ook bij de VDAB) -Arme ouders hebben minder mogelijkheden -leerkrachten moeten meer ruimte krijgen binnen hun lessenpakket
17
Een weg naar een oplossing? Brugfiguren, vertrouwenspersonen (moeten goed opgeleid zijn of het zelf meegemaakt hebben – moeten weten wat armoede is) Een mogelijke oplossing? − meer ruimte binnen het leerplan om geduld en kansen te geven − arme ouders meer ondersteuning geven om kinderen te stimuleren en te begeleiden 1.2. BEROEPSOPLEIDING Beroepsopleidingen houden onvoldoende rekening met onze eigen wensen, dromen. Ik wilde een opleiding volgen voor opvoeder maar ze lachten me uit in de VDAB- hadden geen geloof in hem.(14054) Bij de werkwinkel. Die hebben werk gezocht, maar om hygiënische redenen kreeg ik de job niet. Ik had lang haar. En dan hebben ze me als kok afgewezen. Ik ben niet echt gelukkig. Ik ben opgeleid als hulpkok, met succes. Dan wou ik als kok een opleiding volgen op de VDAB. Ook daar ben ik afgewezen. Om dezelfde reden. (13001) Ik had gewoon echt een verkeerde studiekeuze gemaakt, ik besefte nog niet wat ik wilde. Ik wou eigenlijk voortgaan met computers, maar ik ben een veel te erge rebel geweest vroeger. De VDAB duwt mij nu in een andere richting, ik mag de opleiding niet volgen die ik graag zou willen. Zogezegd omdat ik niet genoeg ervaring heb. Iik kan het nog met handen en voeten aantonen dat ik dat wel heb, als je het niet op papier hebt staan kom je nergens. Via web-leren wil ik een papiertje bekomen. Ik wil een zware PC-opleiding volgen. De VDAB vertelt mij dat ik het niet zou aankunnen, mijn trajectbegeleider luistert niet en denkt gewoon ‘Zo snel mogelijk aan het werk zetten’ (12081) Bij mij ook, mijn trajectbegeleidster gelooft mij gewoon niet. Ik heb geen idee of ik daar tegen klacht zou kunnen indienen. Op een gegeven moment gaf ik het op, ze stuurden mij naar een opleiding die mij niet interesseerde. Ik moest gaan kijken voor een opleiding, vloerder, stukadoor of metser. Trajectbegeleiding is zo snel mogelijk aan het werk zetten. Nu doe ik avondschool ‘webdesign’ en HTML: 1 avond per week en via de VDAB volg ik webleren. Als dat gedaan is ga ik toch verder proberen om toch de opleiding te mogen volgen die ik wil, ik kan dan tenminste bewijs voorleggen dat ik het wel kan (12086)
18
Allemaal op eigen initiatief probeer ik mijn weg te zoeken. In combinatie met mijn werk is dat wel vrij vermoeiend, maar ik mag niet stoppen. Ik ga niet meer bij de VDAB binnen voordat ik kan aantonen dat ik wel degelijk webbeheerder kan en wil worden(12087) Sommige schoolse opleidingen die sterk aansluiten bij onze interesse zijn gewoon te duur. Nu heb ik dopgeld. Toen ik als hulpkok werkte, kreeg ik een halftijds loon - 400 € à 500 €- en de rest kwam van de dop. Als ik hotelschool wil volgen, dan moet ik alles uit eigen zakken betalen, dat is moeilijk. Ik kom nu amper rond. (13096) Korte beroepsopleidingen bieden soms wel goede kansen. Ik wilde cursus volgen bij de VDAB, maar sommige duurden wel 6 maanden en dat was te lang voor mij (geen inkomen). Ik heb een cursus gevolgd voor heftruckchauffeur (die duurde maar 2 maanden). (11011) Ik volg een opleiding van de VDAB in de bouw en ik ben daar zeer blij mee. Ik leer metsen, vloeren enz. Ik moet 900 uren opleiding volgen. Voordien was ik 6 maanden aan de dop. Daarvoor heb ik 2 jaar bij de vuilniskar gewerkt. Mijn broer en ik kregen geen vast contract en anderen wel en dat werkte negatief.(14048) Ook ervaringsgericht leren kan goede kansen bieden. Vertrouwen krijgen van mensen. In school heb ik dat niet gehad, nee. Door dingen die je hier mag doen. Bijvoorbeeld verantwoordelijkheid krijgen, bijvoorbeeld de dieren voederen. Zo groeit je zelfvertrouwen. Ook de manier hoe ze praten. Hier is het meer gewoon, los, gemoedelijker. Hier is een toffe sfeer. Je bent meer op je gemak. Op school was ik veel te stil. In de school heb ik geen verantwoordelijkheid gehad. (13123) Ook solliciteren, dat is moeilijk. Duits, Engels, dat heb ik zo wat geleerd. Op DA, daar had ik een computer staan. Maar als ik bij de traiteur zat, dan was ik er ook mee bezig. Bij de traiteur, daar heb ik leren koken en dat is in de smaak gevallen. Dan ben ik hulpkok geworden, en nu zou ik kok willen zijn. Zo wil ik verder gaan. Maar nu komt het terug. Nu wordt ik geconfronteerd met de school, met dat wat ik niet heb. Ik kan als mens van 40 bij die jong gasten gaan zitten. Er zijn er nog die hetzelfde hebben meegemaakt. (13092)
19
Normaal zou ik feitelijk de middelbare school nog moeten halen, dat zou ik nog moeten doen. Maar er zijn nog andere wegen om op beroepsvlak hogerop te raken. Bijvoorbeeld een vormingsinstelling. Daar heb je geen diploma voor nodig, dat werkt met een getuigschrift. Maar ze zijn streng op hygiëne. Ik ben afgekeurd, mijn haren waren te lang (13093) Je moet eerst op de werkwinkel geweest zijn. En zij nemen dan contact op met de vormingsinstelling. Ik wilde het wel, maar zij keurden me af. Ze waren met 2. Een kwam positief over bij het gesprek. De ander minder. Ik zou er opnieuw voor kunnen gaan. Dan moet ik contact opnemen met E. Zij werkt op de werkwinkel. Maar ik heb ook een discussie gehad met haar, en slijmen zit niet in mijn karakter. (13094) Opnieuw gaan studeren voor wat je echt wil. Ik heb nooit kunnen studeren. Mijn ouders waren arme mensen. Ik heb alleen de lagere school gedaan. Dat was niet mijn keuze. Op 15 jaar ben ik in de bouw als metser begonnen. 7 jaar heb ik in de bouw gewerkt. Daarna heb ik nog in de fabriek gewerkt. En op het spoor. Daarna ben ik terug in de bouw terechtgekomen. Op een gegeven moment zei ik tegen mijn baas: ‘maak maar mijn C4”. Dat wou ik om meer tijd te hebben om te studeren. Op dat moment was ik toch al ouder dan 30 jaar. (13002) Ik ben aan mijn 15 jaar gaan werken, omdat mijn ouders niet genoeg geld hadden. Ik heb 3 jaar in de keuken van het ziekenhuis gewerkt. Aan mijn 18 jaar ben ik dan een opleiding voor psychiatrisch verpleegster gaan volgen. Ik ben daarmee gaan werken in de psychiatrie van dat ziekenhuis voor 40 jaar lang (12011) Ik heb dan de opleiding van 3,5 jaar tot ervaringsdeskundige (in de armoede en sociale uitsluiting) gevolgd en ik heb daar geleerd te zoeken in mijzelf waarom dingen mij zo raken. Ik heb daardoor kunnen begrijpen hoe bepaalde dingen zijn gelopen, maar daarvoor niet goedgekeurd. Zoals de situatie met mijn ouders. Ik had het verlangen om mijn vader te zien, ook al wist ik niet waarom. Ik heb met de ogen van een kind terug naar zijn leven gekeken, en daardoor snap ik hem. Ik kan hem niet vergeven, maar hem begrijpen geeft een stuk vrijheid. Tijdens de opleiding heb ik stages moeten doen, waarbij mijn laatste jaar een betaalde stageplaats was. Nu werk ik daar al 6 jaar. Sindsdien gaat alles goed, ik ben getrouwd, enz. (12046)
20
Al gaat dat soms gepaard met nieuwe barrières. Kinderverzorgster of zo. Ik heb ook geprobeerd om opnieuw te gaan studeren, maar je geraakt niet snel binnen. Toen was ik te stil. (13024) Maar wie op invaliditeit staat heeft het moeilijker om nog bij te leren. Dagonderwijs kan niet, enkel avondonderwijs mag. Ik ben eerst gaan werken en ben dan op invaliditeit terechtkomen. Ik ben ook werkzoekende en studeer aan de unief in avondonderwijs literatuur en media (dit is de enige opleiding in avondonderwijs). Als ik dagonderwijs volg dan ben ik mijn invaliditeit kwijt. Bij avondonderwijs niet.(15009) Voor iemand op invaliditeit is het moeilijk om (aangepast) werk te vinden. Het is volgens mij al fout gelopen bij de 1ste schoolervaringen: een leerstoornis die men niet opmerkte, niet op school en niet thuis.(15009) Ze erkennen veel te weinig onze ervaring. Zo moet je soms een volledige opleiding volgen i.p.v. een attest afleveren op basis van ervaring. Op het werk heb ik een tijd met een heftruck gereden zonder dat ik daar een brevet voor had. Ze wilden mij dat werk verbieden. Toen ben ik naar de VDAB gestapt en uiteindelijk heeft de Werkwinkel van Turnhout mijn brevet in orde gebracht. (11020) Dan ben ik naar de VDAB gestapt en wilde ik me omscholen. Ik had enkel een attest van vorkheftruckchauffeur nodig maar moest eerst de volledige opleiding doen.(15007) Ook goede stageresultaten volstaan niet, ook al gaat het om praktische beroepen. Ik was in alles geslaagd ook in de praktijk, doch niet voor rekenen. Daarom moest ik terug naar een vormingshuis. Hiervoor was ik beschaamd en daarom ben ik gestopt. Ik was de enige in de klas die niet geslaagd was. Ik moest alles meerdere keren uitgelegd worden, vooral de regel van 3.De leraren hadden hiervoor geen geduld genoeg om het een paar keer te herhalen. Je moet alles weer leren zoals in het 1ste leerjaar. De anderen vroegen dan steeds: “maar begrijp je dat nu nog niet?”(14057) Ze gaven mij de indruk heel zwak te zijn en ik kon aan de leerkrachten niet uitleggen dat ik als kind geen kans gekregen heb om naar school te gaan. Ik moest gaan werken van mijn vader en viel nu
21
opnieuw uit de boot. Ik kreeg geen specifieke begeleiding aangepast aan mij. Ik ben dan gestopt en moet nu gaan poetsen. Die opleiding duurde 4 maanden en ik zag niet in waarom wiskunde hier zo belangrijk is. Mijn stages waren zeer goed. Ik gaf de moed op omdat ik als enige uit de boot viel. We werden in 3 groepen geduwd. Ik voelde me steeds uitgesloten, er was geen groepssfeer!’t Was elk voor zichzelf.(14058) Het ‘studie’aspect kan dus echt de barrière zijn, al zouden mensen heel geschikt zijn voor het uitoefenen van een beroep. Ik heb bejaardenhulp gedaan, vanuit het OCMW was dat eigenlijk. Ik mocht gaan werken in een bejaardentehuis (als een soort verpleegster) en tegelijk een cursus volgen. Maar ik zat nog met die schokken. Ik was 35. Ik heb altijd affectie gevoeld voor oudere mensen. Dat was ideaal geweest voor mij als die studie er niet bijkwam. Als ik nu een blad krijg, daar kan ik uren op zitten en ’s anderendaags ben ik het nog kwijt.(13119) Een opleiding van je eigen keuze waarbij je een brevet kan halen geeft veel voldoening en zelfvertrouwen. Ik had hier nu iets moois opgebouwd, ik heb de kindercrèche 2 jaar gehad en je vergeet de pijn als je met de kindjes bezig bent. Vorig jaar moest ik van Kind en Gezin een opleiding volgen. Ik heb een brevet gekregen. (12008) Knelpunt ontbreken van erkenning van wat je kent (getuigschrift, attest, diploma) -wie: werkgever, overheidsinstanties zoals VDAB, Centra voor volwassenenonderwijs (CVO) Wat is een weg naar oplossing? CVO, VDAB Wat kan een oplossing zijn? − Werkgever zou attest moeten kunnen geven − -praktijktesten (bv met clarck rijden,…zouden ook zonder opleiding moeten kunnen (bv. via CVO)
22
Knelpunt gebrek aan positieve bevestiging of ervaringen in de jeugd en ook later. Vandaar de angst om opleiding te volgen. -bij wie: bij zichzelf en opleiders Mogelijke partner bij oplossingen? trajectbegeleiders Mogelijke oplossing? − meer met de mensen dan met papieren bezig zijn − meer tijd voor intensievere begeleiding Knelpunt minder vrije keuzes in opleiding indien er veel nood is aan bepaalde werkkrachten Bij wie: overheid, OCMW, VDAB, Werkwinkels, Syntra, Vokans Mogelijke oplossingen? − betere toeleiding, op weg zetten naar juiste opleiding op maat − opleidingscentra moeten beter bereikbaar zijn voor wie over mindere mobiliteitsmogelijkheden beschikt − opleidingscheques of opleidingsmogelijkheden voor leefloners of mensen met een laag inkomen − gratis openbaar vervoer naar opleidingscentra Er is te weinig individuele aandacht, je bent een dossier. Ze gaven mij de indruk heel zwak te zijn en ik kon aan de leerkrachten niet uitleggen dat ik als kind geen kans gekregen heb om naar school te gaan. Ik moest gaan werken van mijn vader en viel nu opnieuw uit de boot. Ik kreeg geen specifieke begeleiding aangepast aan mij. Ik ben dan gestopt en moet nu gaan poetsen. Die opleiding duurde 4 maanden en ik zag niet in waarom wiskunde hier zo belangrijk is. Mijn stages waren zeer goed. Ik gaf de moed op omdat ik als enige uit de boot viel. We werden in 3 groepen geduwd. Ik voelde me steeds uitgesloten, er was geen groepssfeer!’t Was elk voor zichzelf.(14058) Voor mensen die op invaliditeit staan is er geen trajectbegeleiding. Je bent ofwel ziek, ofwel kan je werken, maar iets ertussen in bestaat niet.
23
Trajectbegeleiding: als je op invaliditeit staat wordt dit niet terugbetaald. Overschakelen naar stempelgeld is niet opportuun want dan heb je een inkomensverlies van 400 euro per maand. Trajectbegeleiding via VDAB: pas na lange tijd ben ik op gesprek kunnen komen en dan nog via bemiddeling van mutualiteit, dus ik ben zeker niet te spreken over de VDAB. En daarna nog twee gesprekken: conclusie die ze gaven: blijf maar op invaliditeit. De VDAB pusht mensen te veel naar de knelpuntberoepen: daar kan je wel beginnen als je hierin interesse hebt.(15011) Soms ervaar je hoe je afgekeurd wordt omwille van persoonskenmerken. Normaal zou ik feitelijk de middelbare school nog moeten halen, dat zou ik nog moeten doen. Maar er zijn nog andere wegen om op beroepsvlak hogerop te raken. Bijvoorbeeld een vormingsinstelling. Daar heb je geen diploma voor nodig, dat werkt met een getuigschrift. Maar ze zijn streng op hygiëne. Ik ben afgekeurd, mijn haren waren te lang (13093) Je moet eerst op de werkwinkel geweest zijn. En zij nemen dan contact op met die vormingsinstelling. Ik wilde het wel, maar zij keurden me af. Ze waren met 2. Een kwam positief over bij het gesprek. De ander minder. Ik zou er opnieuw voor kunnen gaan. Dan moet ik contact opnemen met E. Zij werkt op de werkwinkel. Maar ik heb ook een discussie gehad met haar, en slijmen zit niet in mijn karakter. (13094) Wat ik nu wil doen? Een job zoeken als hulpkok, en daarna eventueel naar de hotelschool (dat is een school na het middelbaar). Maar dat geeft weer een probleem om erbinnen te geraken. Je hebt een diploma nodig., je kansen worden kleiner en kleiner. Als je geld hebt geraak je overal binnen. E. is de enigste mogelijkheid, denk ik. En die vormingsinstelling. Maar in de hotelschool, die opleiding zou beter zijn. Leerrijker ook. (13095) Je rookte niet en je mocht geen lang haar hebben. Maar ik ben afgekeurd, de deur is toe. Ik moet ophoepelen, dat gevoel heb ik. Sommige mensen overdrijven. Bv. hygiëne, dat is goed en wel, maar bv. je t-shirt strijken enzo, … . Daarom moet ik feitelijk wat dingen toegeven (om mijn droom te verwezenlijken). Ik heb het er met mijn begeleiding over gehad (van begeleid wonen), om terug contact op te nemen met E. Zij heeft alle dingen die ik gedaan heb op de computer staan. (13097)
24
Knelpunt vooroordelen op basis van uitzicht, verleden of gedrag (bv. roken) -bij iedereen (opleiders, werkgevers, scholen) Weg naar oplossing? 2-mensen zitten er soms niet om echt te helpen -het is de opdracht voor de school om invoelen te vergroten Mogelijke oplossing? - laten voelen war anderen voelen - laten inleven - laten voelen wat vooroordelen zijn - ervaringsdeskundigen kunnen vooroordelen helpen verminderen en invoelen helpen verhogen - deel van opleiding van hulpverleners zou moeten zijn: leven met een beperkt inkomen gedurende een tijd (om het te beseffen)
Knelpunt de combinatie werk en invaliditeit of ziekte. Is niet altijd eenvoudig te regelen. Zeker niet op langere termijn. bij wie: ziekenfonds, adviserende geneesheer, beleid Mogelijke oplossing? - soepelere systemen - sociale wetgeving aanpassen
25
2. Op zoek naar geschikt werk 2.1. WERKLOOSHEID – NIET WERKEN We hebben het gevoel snel te worden afgeschreven als het ons niet lukt opnieuw aan werk te geraken. Door het vele solliciteren neemt onze faalangst toe. Telkens net niet voldoen om aangeworven te worden is ontmoedigend. Als ge 50 jaar bent wordt het steeds moeilijker om aan werk te geraken en ik heb veel afgelopen. Zelf het initiatief nemen is me niet meegevallen. Als langdurig werkloze moet je bij de VDAB komen. Ze stellen van alles voor. Voor bepaald werk vindt men niemand. Je kunt/moogt dan niet weigeren. Ze stuurden me naar een cursus ‘leren lassen’. De interimkantoren hebben veel werkaanbiedingen buiten de regio, erbinnen niks voor mij. Op den duur krijg je drempelvrees en geraak je ontmoedigd. (11040) Na school had ik direct werk. Daarna ben ik psychisch ziek geworden. Tijdens mijn psychisch ziek zijn heb ik geprobeerd om te solliciteren. Maar blijkbaar zie je dat aan mensen; dat ze psychisch ziek zijn. Je geraakt moeilijk aan werk. Ook met deeltijds werk, toen ik dat deed; er waren dagen dat ze mij naar huis brachten. Dan draaien mijn ogen weg, en dan zie je het wit. (13027) Als oudere moeten aansluiten bij een jobclub met vooral jonge mensen voelt ook nog al vernederend aan. Wij hebben tenslotte wel heel wat werkervaring, maar we worden toch verplicht om mee te doen. De vervangingsinkomens waar we van leven zijn ook echt te laag en het statuut waarin ze ons steken ook ondoorzichtig. Het verschil tussen een loon en een ziektevergoeding is te groot. Met een werkloosheidsvergoeding is het nog erger. Als we een vergoeding krijgen van de ziekenkas, vallen we weer uit de boot voor andere voordelen. Werkloosheid, het is te veel om dood te gaan maar te weinig om te leven. Als we op ziekte staan kunnen we ook niet bijverdienen door wat aanvullend te werken. Soms gaan we dan uit noodzaak in het zwart gaan bijverdienen. Er blijken wel mogelijkheden te bestaan, maar we kennen ze onvoldoende of ze worden door werkgevers maar zeer beperkt toegepast. Vrijwilligerswerk kan wel zinvol zijn. Je krijgt waardering en komt er terug een beetje mee in de maatschappij. Zo kan je weer wat zelfvertrouwen opbouwen.
26
Ervoor had ik een carrière in de fabriek. Mijn 1e vrouw is gestorven in mijn armen. Dan is het veranderd. Vrijwilligerswerk, dat blijf ik zo lang doen als ik kan. (4u/dag). Ik heb een goede job; schapen en koeien voederen. En voor de winkel zorgen. Ik leef er echt naartoe. Ik heb meer als 10 jaar in de donker gezeten, en nu er stilaan bovenop gekomen. (13046) Van het CAW heb ik ook begeleiding. Die komt 1 keer per week om te praten; die is vandaag hier geweest. In januari zal het officieel zijn; dan zal ik gaan wonen in de stad. Hier was het tijdelijk. Daar kan ik blijven. Eerst met 5 mensen, daarna krijg ik een studio. Ik blijf hier komen, zolang als ik kan.(13047) In 95. Ik was 50 jaar. Het ging niet meer. Die dingen met mijn eerste vrouw, en de dingen tussenin allemaal. Het stapelt zich op. De situatie waar ik nu in zit. Dat doe ik graag. Het heeft me wel eens tegengezeten met werken, maar nu doe ik het graag. De schapen voederen. De koeien voederen. En alles bijvullen in de winkel. Zo ook hier met de werkvergadering. Dat is even stilgevallen; we waren met te weinig. Maar we gaan terug beginnen. De stagairs weten niet allemaal wat ze moeten doen, dus ik hou dat allemaal in het oog. En ik maak de kerststal. Hier zit mijn hobby. Ik ga nu een keer per week naar mijn broer(13051) En 7 januari ben ik weg, dan ga ik in de stad wonen. Ik moet dan mijne woensdag hier laten vallen en op vrijdag komen. Eerst ga ik 6 maanden beschut wonen, dat is bewust gekozen, daarna ga ik alleen wonen. ’s Woensdag is het daar poetsen en naar de winkel gaan, gezamenlijk. Dus in plaats van woensdag kom ik dan op vrijdag. Maar ik ga de band met DA houden. Ik kan mijn schapen, mijn koeien niet achterlaten. Ik ben terug op aan het bouwen. Dat vrijwilligerswerk staat me ook echt aan, anders zou ik dat ook zeggen. Het doet goed om terug een beetje in de maatschappij te komen. Ik hou het vol zolang ik kan.(13145) Wat er zo goed is aan DA: dat ze je terug in orde brengen met papieren. Ik ben terug kunnen doppen gaan. Dankzij hier krijg ik dopgeld Er zijn ook mensen die ik graag heb. Daarvoor ook. Een aantal begeleiders/deelnemers. Je hebt hier ook bouwkampen, en mensen van de bouworde. E werken ook werkgestraften, alternatief gestraften, zij komen op zaterdag. Je ziet altijd andere mensen, het publiek wisselt altijd.(13146) 2 dagen per week ga ik naar een atelier, waar psychotische kunstenaars samenkomen. Dat is in de stad. We werken er samen met een kunsthistoricus, en een creatief therapeut. We zijn met een stuk of 10 mensen. Ik kan soms 2 uur aan een stuk schilderen, dan vergeet ik de tijd.
27
Dan rook ik niet, dan drink ik niet. En dan is het af. Ook de contacten doen me goed. We krijgen goede moed. We nemen bv. ook een idee, en maken er iets anders van. We inspireren elkaar.(13079) Ze willen eigenlijk de psychotische mens meer kunstenaar maken, in plaats van een zieke mens. Het helpt om helderder te denken. Als ik nu lang thuisblijf, bv. zoals 2 jaar geleden, dan heb ik 2 maand platgelegen. Dan duiken de stemmen terug op. Dan krijg ik hallucinaties. Dan begint het terug.(13080) Ik werk niet meer maar ben al 32 jaar vrijwilligerster bij Kind en Gezin. Dan komt iemand van de thuiszorg op mijn man passen. Ik moet er eens uit zijn.(14030) Maar eigenlijk verdient werken een inkomen, en dus vinden we bepaalde vormen van vrijwilligerswerk dan toch weer niet zo positief. Ik doe wel veel vrijwilligerswerk : bij KVG en in het Rusthuis. Ik doe dat heel graag. Vrijwilligers zouden een beetje moeten betaald worden…(11039) Als invalide merken we trouwens dat het niet zo makkelijk is om toelating te krijgen voor vrijwilligerswerk. Het is zeer ondoorzichtig voor wat je wel of niet een toelating krijgt. Knelpunt Men houdt te weinig rekening dat het ontmoedigend het is, ondanks al onze inspanningen, geen werk te vinden. − Samenwerken tussen diensten (adviserend geneesheer, vdab, therapiebegeleider, welzijnsdiensten) − Begeleiding op maat en ruimer dan gericht op werk alleen, maar ook op voorwaarden om werk te kunnen opnemen en volhouden Knelpunt de vervangingsinkomens zijn te laag en de toekenning ervan is ondoorzichtig door ingewikkelde regeling (berekeningsmethode) – teveel berekend op basis van beroepsinkomen = vnl bij vrouwen en mensen die laaggeschoolde arbeid doen − Vervangingsinkomen in functie van leefomstandigheden en niet de verleden werksituatie, solidariteitsprincipe moet voorgaan op afdraagmechanisme Knelpunt 28
bij invaliditeit moet je op voorhand toelating vragen om vrijwilligerswerk te doen en er is willekeur bij toekenning = bij mensen die langdurig ziek zijn of op invaliditeit − Toelating vervangen door meldingsplicht (vgl bij rva in geval van werkloosheid en brugpensioen)
2.2. SPECIFIEKE STATUTEN Werk als interim biedt weinig perspectief op vast werk. Soms worden we ook opgeroepen voor interims ver van huis. Het eerste jaar dat we samen waren ben ik mijn werk verloren. Ik ging van interim naar interim. Nu ben ik 2 maanden thuis, voordien werkte ik bij T. Maar ja het gaat daar nu slecht, met de economische crisis moeten ze zelfs hun vaste contracten tijdelijk ontslaan, en ik werk daar via interim. Nu moet ik stempelen(12066) We ondervinden ook concurrentie van studentenjobs, vooral in de zomermaanden. Ik heb toch wel 5 jaar gewerkt via zogenaamde gelegaliseerde koppelbazen: de interimkantoren. Maar je mag 4 maand per jaar niet werken omwille van de jobstudenten die de werkgever inschakelt omdat die goedkoper zijn voor werkgever. En hoe langer hoe meer mogen jobstudenten werken.(15005) Voor PWA bedank ik, ik heb mijn trots. Toch waarderen andere mensen uit de groep die er ervaring mee hebben dit statuut omdat het een vervangingsinkomen aanvult, het biedt ook een bezigheid waardoor je niet zomaar thuis zit. Dat geeft structuur aan je leven, ook menselijk contact. Het wekt ook je nieuwsgierigheid op. Met dienstencheques zijn de gevoelens ook verdeeld. Het biedt kansen op werk op maat en is zo wel combineerbaar met een ziekte als je het aantal uren kan aanpassen aan wat je aankan. Nadeel van die dienstencheques is wel dat je afhankelijk bent van de gezinnen waar je werkt: als ze niet thuis zijn heb je ook geen inkomen. Ook als er minder werk is wordt dat niet opgevangen met een vervangingsinkomen. Er is geen bemiddelingspost, je moet alles zelf regelen.
29
Op beschutte werkplaatsen is er dan weer onvoldoende aandacht voor de persoon. Men houdt weinig rekening met wie je bent en wat je aankan. Sommigen voelen zich veel te kinderachtig behandeld voor wat ze aankunnen, anderen ervaren dan weer een te hoge druk en stress. Het seriewerk is weinig zinvol. De lage lonen staan ook niet in verhouding tot de inspanningen en dat werkt demotiverend. In een sociale werkplaats ben je sterk afhankelijk van de subsidies. Als die wegvallen, word je plots weer werkloos. Ik ben dan een opleiding gaan volgen in een sociale werkplaats. Maar deze sociale werkplaats ging dicht, het OCMW stopte met het financieren van dit project en dan ben je ineens terug werkloos. Ook daar heb ik een ongeluk gehad, Ik had mijn hiel verbrijzeld(15014) Knelpunt te lage inkomens bij beschutte werkplaatsen − Bijpassing naar hoger inkomen door het RIZIV Knelpunt tewerkstellingsmaatregelen te weinig gericht op duurzame tewerkstelling van mensen − Maatregelen richten op duurzame tewerkstelling
30
3. Werken, aan de slag 3.1. WERKEN Mijn werk is mijn leven, ik probeer het heel goed te doen, maar ‘den bureau’ vindt mijn werk niet belangrijk. Ik had eens een vrouw en ik zag dat zij achteruit ging elke keer ik kwam. Ik zei dat op het bureau dat ze mij daar niet weg moesten halen, omdat ze erg snel achteruit ging op gezondheidsvlak . Ze hebben mij toch verplaatst en op een gegeven moment krijgen ze bij het OCMW een doodsbrief. ‘Oei oei, ik wist niet dat het zo erg was’ zeggen ze dan, maar ik heb het ze wel verteld hé, en nu doen ze dat nog. Op het werk, de mensen achter het bureau weten niet hoe het bij de mensen thuis is.(12099) We hebben onze eigen droom, werken is ‘mijn eigen leven vorm geven’. De toekomst? Die van ATB, die moeten dat regelen, een opleiding; dus we zullen ooit wel iets horen. Ik kijk er wel naar uit. Ik heb er zin in. (13124) Ik ben nu 34 jaar en wil iets doen met mijn leven. Ik heb al op meer dan 20 plaatsen gewerkt, soms maar heel tijdelijk. Ik wil wel voltijds werken en nuttig werk doen in een groot bedrijf. Ik wil vooruit komen in het leven. Ik wil een toekomst: een eigen huisje met een tuin en kindjes en… barbecue. (11011) De interimkantoren willen niet meteen geschikt werk voor je aanbieden. Wat ze je voorstellen is niet altijd wat je zelf wil. Ik wilde vorming en opleidingen volgen om geschikt werk te vinden omdat ik niet wil doen wat anderen voor mij uitstippelen. Ik wil niet in een vakje gezet worden. (11012) Na school heb ik nog geprobeerd als lerares lager onderwijs, maar dan ben ik ziek gevallen, en ben ik gestopt. Toen heb ik veel afgezien. Dan heb ik van dat jaar geprofiteerd om te leren autorijden. En dan heb ik nog van alles gedaan. Maar nu komt de zon er terug door. Later zou ik graag in een bakkerij werken. Of iets met dieren. Een van die twee. Dat is mijn droom; Maar dat is vrijwilligerswerk.(13075) Ik heb gewerkt gehad, en dan ben ik gestopt; ik wou dingen doen waar ik geen problemen mee had, die ik wou. Maar dan heb je problemen met je 31
inkomsten, dan heb je weinig geld, en dat geeft minder mogelijkheden om een fatsoenlijke school te kiezen. Je hebt geen geld om bepaalde opleidingen te betalen. De hulp heb ik hier gehad, op DA, want ik ben 2 jaar uit de regel geweest, hier is alles op orde gebracht. Ik heb een opleiding als hulpkok gehad, maar ik heb geen diploma. Dat is afgezegd omwille van hygiënische redenen. Ik was op tijd, maar dat was niet genoeg. (13110) Mijn droom is schrijver worden. De opleiding die ik nu volg kan me daar vermoedelijk bij helpen, 90 % vindt werk in de sector na deze opleiding. En na 4 jaar opleiding mag ik ook zelf doceren. Deze opleiding kost nu wel veel geld: inschrijving, boeken, en er is geen studiebeurs. Ik heb altijd veel vrijwilligerswerk gedaan: oxfam, DR, boekhouding voetbalclub, bibliotheek, …(15012) Dan ben ik bij die baas weggegaan en heb samen met een vriend een eigen zaak opgestart. Dat ging, want ik was in de vorige zaak al wel “opgeklommen” en had genoeg inzichten gekregen (iets wat je niet in de school leert). Als je zelf baas bent hou je rekening met wat je zelf kunt en weet je wat je best kunt uitbesteden. Ik kende ook voldoende de prijzen. De laatste 2 maanden van mijn actieve periode deed ik meer bureauwerk en hebben we de activiteiten meer verlegd naar de transportsector.(11047) We hebben heel wat ervaring opgedaan doorheen onze verschillende werkplaatsen Ik heb de ziekte van Parkinson, mijn oogleden vallen dicht, de dokter kan niet helpen: “je moet er mee leren leven”. Ik was juist op prépensioen. Ik Was metaalbewerker in een fabriek. Ik heb een opleiding tot metser gevolgd en heb 6 jaar in de bouw gewerkt. Ik heb dan 2 maanden opleiding gevolgd en ben gaan werken op de boot ( lange omvaart). Ik heb 19 jaar gewerkt op de Ferry ( tot aan het faillissement) en kon dan op brugpensioen (14014) Op 14 jaar ben ik gaan werken: in de fabriek. Moeder was ook weduwe en had een klein inkomen. Dus het extra inkomen was welkom.(15020) Ik heb ook in een restaurant gewerkt 7 dagen op 7 in het zwart. Enkel een half jaar officieel bij de koekjesfabriek gewerkt maar dit komt niet in aanmerking voor pensioen. Ik ben ook zelfstandige geweest en hiervoor heb ik een pensioen van 3 euro 18 cent per maand. Ik heb ook een frituur uitgebaat. Ik ben hier mee gestopt, maar op het moment dat ik terug met de frituur wilde
32
starten, mocht dit niet omdat er teveel jaar tussenzat en ik niet de nodige getuigschriften had. Dus moest ik opleiding volgen maar dit heb ik niet gedaan.(15022) Ik werk niet meer, maar soms doe ik nog dingen in ’t zwart. Ik heb een blij gezicht getekend. Na school ben ik gaan werken dan naar het leger (12 maanden)en dan opnieuw werken.(13007) Prestige, keukengerief. Als je bezig bent, dan ben ik verschoven naar het magazijn. Bevoorrading. Maar daarna gingen mensen staken, voor meer geld. Dan is het bedrijf gestopt. Net ervoor deed ik die beltelefoon. In bijberoep heb ik ook iets met boeken gedaan. Dan heb ik de beltelefoon opgezegd. Achteraf werkte ik even aan de band in die radiatorenfabriek. Dat was om de 150 dagen te bewijzen.(13009) Dan werkte ik in een reinigingsfabriek. Soms had ik de nacht gedaan, en dan kwam niemand me aflossen, en dan werkte ik nog door. Zo bouwde ik recup op. Als ik dat nu nog moest doen, dat zou niet meer pakken. Als je 56 jaar werd, dan geen kaart meer.(13010) Ik heb ook bij V. gewerkt “We moeten volk komen laden”. En dan zei ik: “ik zal er wel op komen staan, die zak zal ik er wel ingooien. En achteraf zal ik dat wel regelen op het interim. Kom we zijn weg, we vertrekken”. En dat was dan alweer een dag werken. Met de plastiek, dat was ingeschreven. Nu doe ik af en toe nog een job. Op mijn leeftijd kan je nergens nog officieel iets verdienen. Hetgeen ik ervoor krijg is ok, want ik krijg zelf genoeg. Ik heb het niet nodig. Als het echt nodig was, dan zou ik zeggen: “ik moet iets hebben”.(13011) Ik heb op zo’n 10 à 12 plaatsen gewerkt, meestal in de horeca, achter de toog, pinten spoelen. Maar ook in de kringloopwinkel. En ik heb ook gepoetst, in cafés. In B. werkte ik heel graag, als serveerster. Ik heb ook in een drukkerij gewerkt, bij de pre-press. Dat was heel leuk. Maar dan ben ik ziek geworden. En afgedankt. In B. was ik niet ziek, maar ik ben er wel afgedankt. Ik kon het niet vinden met mijn baas; ik was ook te alternatief. Een punkster. En ik heb ik een discotheek gewerkt, achter de toog. Dat waren zwarte jobs.(13086) Ons werk is saai, niet echt wat we willen, veel bandwerk en afstompend. Ik heb een tijdje gewerkt als opsteller, maar de dagen duurden een eeuwigheid. (11014) Ik heb dan een opleiding gevolgd om te draaien en te frezen en heb toe veel gewerkt in de fabriek. Na 1 jaar en half was ik dat moe van altijd
33
binnen te zitten in die fabriek tussen 4 muren. Dat werk was veel te eentonig en ik wilde buiten werken. Ik heb dan een opleiding gevolgd in de groene kans, maar vond dan geen werk en ben bij de vuilkar beland.(14049) Ik heb al veel gewerkt, veel interims, veel variatie en veel ervaring: “een beetje si en een beetje la !” Ik ben 32 jaar en heb nog opleiding tot in maart en hoop daarna werk te vinden in de bouw. (14050) Toch is er heel wat dat we aan werken ook waarderen: vooral dan de structuur die het in je leven brengt en het menselijk contact. Ik wil omwille van mijn hoogbegaafdheid afwisseling in een job. Anders verlies ik mijn motivatie.(15031) Dan heb ik 2 jaar bij een traiteur gewerkt. Ik kreeg er kleren en andere dingen. Dan ben ik op DA terechtgekomen. Ik heb er 5 jaar gewoond; ik kookte, heb de mensen ontvangen. Dan ben ik naar H. gegaan. Ik werkte er als hulpkok. Ik had de smaak te pakken gekregen bij de traiteur.(13004) Ik vind dat positief dat ik kan werken. Ik krijg respect voor mijn werk. (14022) Als ik dan geen werk meer had: dan had ik geen vaste structuur meer. Ik slaap tot ik wakker word. Je wil zolang mogelijk slapen, zodat de helft van de dag om is. Dan ga ik naar mijn stamcafé. Dan maak ik eten. Dan ga ik terug slapen. ’s Avonds ga ik naar mijn vriendin. Weinig geld.(13061) Nu ben ik terug aan het twijfelen. Poetswerk, dat heb ik nog gedaan. Of in een restaurant. Maar als ik even werk, dan verlies ik mijn uitkering. Dat is moeilijk. Ik ben ook vaak moe door de medicatie. Dus ik ben er nog over aan het nadenken. Het is nog niet duidelijk. Ik zou het ook alleen doen om er financieel beter op te worden. Maar niet voor de rest, eigenlijk, voor het contact, om bezig te zijn, om uit het isolement te geraken.(13088) 3.2. KWALITEIT VAN WERK Ons werk is zwaar: stress, hoge werkdruk, een arbeidsritme dat te hoog ligt. In vier uur moet ik boven en beneden in een huis kuisen, dat is niet realistisch. Alle weken moet ik ook de ramen lappen. Als ze ons weer eens wisselen van huis om te gaan kuisen, dan moet ik altijd de rommel van de
34
vorige poetsvrouw opkuisen, als die het niet goed deed. Daar kan ik niet tegen. Als ik weken dezelfde huizen zou hebben dan is het de eerste keer wel zwaar, maar dan weet ik tenminste de volgende keren wat ik niet meer moet doen.(12096) Stress op het werk; eerst was dat fijn werken (op de zetelafdeling). Zo veel shiften, dan kon je je uren aanpassen. Maar op het laatst hebben ze er een bandje van gemaakt. Dan is de stress begonnen. In ’t begin: zoveel stuks per dag, maar dan is de band gekomen… En er zat er ene tussen wat wringde. In ’t begin was dat fijn werken. 40 stuks per post wat we moesten werken, en tijd om tussenin een pauze te nemen, een sigaretje te roken. En dan erna maakte je weer een aantal stuks.(13049) Als ik in de namiddag zou moeten gaan kuisen in een huis dat te ver ligt van de kuispost in de voormiddag moet ik op een half uur met de fiets van het ene huis naar het andere geraken. Ik kan mijn boterhammen toch moeilijk opeten terwijl ik aan het fietsen ben(12106) Op school heb ik geen problemen gehad, en daarna ben ik direct gaan werken. Dat is gelijk in de privé, je hebt direct veel stress. Boekhouding, secretariaat, telefoon doorschakelen, tekenen. In ’t begin had ik alles op mijn kap. (ik was bouwkundig tekenaar). Ik had ook fulltime de controle op wegeniswerken; als er iets misloopt, dan komen ze naar jou. (13059) Daarna ben ik in K. nog even naar school gegaan, niet lang. En daarna ben ik in de bouw gegaan; dat ging vrij vlot. Via een aannemer - ik kwam met zijn kinderen in contact - kon ik gaan werken. Het was zwaar werk. Ik had geen opleiding, dus ik moest vanonder beginnen. En dat blijft zo lang duren, ze houden u aan het lijntje, je krijgt de kans niet. Dan ben ik naar een andere aannemer gegaan, en ben ik als metser begonnen. Dat heeft niet lang geduurd, een jaar of 5 of 6. Ik kon metsen, maar ik vond de stiel te zwaar. Ik ga mijn leven niet verslijten in de bouw, dat ga ik niet doen. Na 60 jaar heb je een versleten rug. (13091) Ik zit momenteel aan de ziekenkas na een schouderoperatie ( voor de 3de maal). Ik zal opnieuw werken. Ik heb een zwaar werk in een drukkerij: grote kartonnen vellen op de machine leggen om te versnijden. Vroeger heb ik gewerkt in een slachterij, ook zwaar werk en toen in die periode ben ik reeds 2 x aan de schouder geopereerd geweest.(14045) Soms zijn de arbeidsomstandigheden slecht of ongezond. Dat is veelal zo bij laaggeschoold werk.
35
De anesthesist wou mij niet volledig verdoven omdat mijn longen zwart zagen, maar de dokter ziet alles in zwart-wit: ik ben 25 jaar lang schilder geweest, en daarom heb ik slechte longen. Het komt ook door het roken, maar vooral door al het stof op mijn werk(12015) Ik werk in de ijzeren vaten, oude vaten komen binnen en worden gerecycleerd. Ik werk daar al 5 jaar en het is niet altijd veilig. Onze bescherming is dat als er een kruis op het vat staat ze die er dan uit moeten halen. Daar zit dan meestal chemisch afval in. Het werk is ook nooit gezond hé, altijd stof en vuiligheid en het is slecht voor de rug. Ik ben geopereerd geweest aan mijn rug door mijn werk, 3 – 4 jaar geleden. Ik werk aan de lopende band, en we moeten snel werken(12029) Vroeger heb ik nog gepoetst, maar ik zie hoe dat ging bij mijn moeder, ik wil niet sukkelen met lichamelijke problemen binnen 10 jaar. Mijn ma heeft regelmatig last van een hernia. Pas op, ik heb alle respect voor die job. (12064) Toen ik in een slachterij werkte, kreeg ik chronische rinitis en had ook veel hoofd-, nek- en schouderpijn. Ik kreeg ontslag. (11010) Ik heb 11/2 jaar gewerkt in een sigarenfabriek. Ik moest sigaren draaien en kreeg maagproblemen door het dag- en nachtwerk. Ik kreeg ook problemen meet een nieuwe gast die er kwam werken.(14054) Ik werd verwezen naar de jobclub en vond werk als magazijnier. Door met de clark te rijden kreeg ik problemen met mijn duim en later armen en schouder. Ik had geen kracht meer. Ik werd geopereerd en vond geen werk meer.(14055) Knelpunt Wat? Wettelijke verplichtingen rond gezondheid en hygiëne worden niet overal nageleefd, zeker niet bij vuil, zwaar en ongezond werk. Bij wie? Bij werknemers die vuil, zwaar en ongezond werk doen. Dit is een weg naar oplossing - preventie-adviseur - arbeidsinspectie Dit is de oplossing De wettelijke regels moeten nageleefd en gecontroleerd worden bijvoorbeeld beschermkledij, privaat sanitair om te kunnen douchen, juiste vergoeding. 36
Knelpunt Wat Het vuile, zware en ongezonde werk wordt niet genoeg gewaardeerd. Bij Werknemers die vuil, zwaar en ongezond werk doen. Dit is de oplossing Erkenning voor het belang van dit werk en de inspanningen die werknemers hiervoor leveren.
We hebben ook onregelmatige werkuren Ik moest naar G. met de trein. Mijn mama kwam op de kinderen letten. Het was altijd een verspringend uurrooster. Ook in A. heb ik gewerkt met de vroege, late en nacht.(12053) Tijdelijke werkloosheid zorgt voor een onzeker inkomen. Tussendoor moet ik stempelen. Als dat voor 1 of 2 dagen is, is dat niet erg, maar na 9 dagen… Lopende rekeningen kan ik dan niet betalen, dus betaal ik wat ik kan en laat de rest liggen. (12030) Ik werk hier in de school; 28 uur per week. In juli en augustus moet ik gaan stempelen, daarmee verlies ik 300 per maand. Ik moet helpen in de keuken, afwassen en voor de rest poetsen. Ik doe dat graag en van in 1993. Ik ben blij dat ik mag werken.(14021) De problemen zijn er doordat ik moest stempelen in juli en augustus. Dit betekent ongeveer 300 euro minder per maand plus die andere moeilijke situatie.(verlies dochter)(14080) Het werk dat we doen heeft een slecht imago. Toch ben ik er fier op, ook al ben ik maar de kuisvrouw. Ons inkomen uit het werk staat niet in verhouding tot de arbeidsuren. We werken ons kapot voor iets meer dan het leefloon. Het verschil tussen ons loon en het leefloon of een werkloosheidsuitkering is te klein, waarom zouden we dan gaan werken?
37
Vanaf 2006 heb ik nog interims gedaan: bij M. met de camion gereden: daar deed ik teveel uren naargelang het loon dat ik kreeg, meer dan 60 uur per week en nog geen 1400 euro maandloon en dit met 6 kinderen ten laste. Ik heb me daar laten ontslagen via de geneesheer.(15008) Van armoe ben ik dan in de horeca begonnen. Daar werd ik onderbetaald en ik moest er soms tot 14 uur per dag werken, anders kon ik de kost niet verdienen. Ik ben ook af en toen moeten gaan stempelen (en begon de miserie). (11001) Knelpunt Wat? De werkgever maakt soms misbruik van de zwakke positie van sommige werknemers op de arbeidsmarkt. Bij wie? Mensen die minder weerbaar zijn door een combinatie van persoonlijke omstandigheden (laaggeschoold of diploma, verslaving, ziekte, …). Dit is een oplossing De werkgever leeft de wettelijke verplichtingen na tegenover alle werknemers. De werkgever besteedt extra zorg aan maatschappelijk kwetsbare werknemers.
Toch vinden we werken belangrijk om te kunnen meedoen met de maatschappij. Met een inkomen hoor je erbij. De bestraling van mijn zoon kost me 3 x 15 euro per week! De papa komt niet tussen in de kosten en betaalt ook geen onderhoudsgeld. Ik moet nu ook nog 400 euro per maand afbetalen voor mijn eigen chemobehandeling en om de 4 maand krijg ik nog een nabehandeling – een injectie. Ik krijg thuisbegeleiding en ben daar zeer tevreden over. Ik werk heel hard en de kinderen zijn vaak alleen door de omstandigheden. Zo hard werken is geen bewuste keuze maar een noodzaak (14005) D e kinderen zeggen: mama jij bent nooit thuis!”. De oudste dochter is al uit huis, ook zij heeft nog hulp nodig gehad: o.a. leren omgaan met geld. Zij werkt nu voltijds en de problemen zijn min of mee opgelost. Met de eindejaarsfeesten krijgen de kinderen elk 60 euro waar zij nu al voor spaart. Zij hebben nu 1 PC en Internet. Kwestie van te kunnen doen zoals leeftijdsgenoten”zij zien wat anderen hebben”(14006) In de werkomgeving vinden we weinig begrip voor persoonlijke gebeurtenissen.
38
Werk zoeken heb ik nooit moeten doen. Ik heb maar bij één baas gewerkt (metaalconstructie) en dat viel goed mee tot m’n ziekte… Ik kreeg na mijn hartoperatie wel aangepast werk, maar na een half jaar viel de wekelijkse controle weg en werd er van me geprofiteerd. De werkgever wilde me toch het gewone werk laten doen. Je wilt dat dan wel proberen maar dat is dan niet zonder een zeker risico (ik was toen al 2x aan mijn hart geopereerd). (11046) Ik was vrachtwagenchauffeur geworden, tijdens een rit kreeg ik de boodschap dat mijn zoon doodgeboren was. Mijn werkgever had hier geen begrip voor (“uw zoon is toch dood, dus werk dan maar gewoon voort”), vroeg om verder te werken en op de dag van de begrafenis heb ik bericht gekregen dat ik niet meer moest terugkomen en heb ik mijn C4 gekregen.(15006) Maar het kan ook anders. Een baas die wel aandacht heeft voor onze problemen, een positieve werkomgeving die stimuleert om verder te gaan studeren, goede sociale contacten. Uiteindelijk heb ik een job bij V. gekregen. Daar was het bandwerk, op die job heb ik ook leren drinken. Over de middag gingen wij altijd naar het café om te gaan drinken. Bacardi cola. Dat ging zelfs tot op het punt dat we drank binnensmokkelden op het werk. Daar ben ik alcoholist geworden. Ik heb ooit eens ladderzat aan de band gezeten. Mijn bazin had dat toen gezien en riep mij bij haar op kantoor. Ze heeft mij eerst een paar uur laten slapen, en toen heeft ze met mij gebabbeld dat ik zo niet verder kon en dat ik moest werken aan mijzelf. Zulke mensen als mijn bazin heb ik hard nodig gehad.(12040) Ja, het was een positieve werkomgeving. Ze hebben mij gestimuleerd om te gaan studeren en op te klimmen. Ik heb mijn eigen kinderen ook altijd gestimuleerd om te studeren.(12013) Ik heb 8 maanden in R. in de olie-industrie gewerkt. Dat waren toen allemaal firma’s waar wij bij gingen. Ik moest om 4 uur ’s morgens opstaan, om 5 en half vertrokken we dan naar R. Ik was ’s avonds meestal om 8 uur terug thuis. De reisuren werden niet vergoed, dus heb ik dat werk niet blijven doen. Ook al deed ik dat werk wel graag? De Hollander is niet slecht hé, die babbelen en lachen veel. Ik heb daar fijne herinneringen en ik kan daar ook altijd terugkeren. Ik verdiende toen ongeveer een 67 000 frank in de maand. Dat was genoeg voor mij en ik zou er ook terug naartoe gaan moest ik kunnen.(12032)
39
Ik heb vaak in een beenhouwerij gewerkt. Nooit veel moeite gehad om werk te vinden, want ik kon mijzelf goed verkopen bij sollicitaties. Dat hielp ook om een goeie band te krijgen met collega’s. Toch voelde ik mij alleen staan als hen vertelde over het leven(12038) Als interim voelen we ons slecht aanvaard. Pestgedrag en misbruik op het werk ondervinden we ook. Als je een andere houding aanneemt ten opzichte van je werk kan dat opnieuw tot spanningen leiden. Maar ook culturele verschillen geven aanleiding tot conflicten. Na mijn werk als zelfstandige ben ik gescheiden, ons huisje werd verkocht en moest ik werk gaan zoeken. Dat vond ik in de kleding branche. Met een bediendecontract kon ik gaan werken. We werden er behandeld als honden, het leek bij wijlen wel een concentratiekamp. Er waren problemen met de vakbonden. Niemand werkte er langer dan 5 jaar, ook ik werd na 4,5 jaar ontslagen (11001) Als er problemen zijn met iemand, wordt dat niet altijd met die persoon zelf besproken. Een zwakke verdedigen is soms nadelig voor jezelf. Als je niet voorzichtig bent krijg je vlug een slechte naam. Regels staan niet geschreven, je moet ze leren door ondervinding en soms met schade en schande zonder dat iemand je daarbij helpt. (11012) Ik volgde niet de richting die ik zelf wilde. Na mijn legerdienst ben ik bij de post begonnen maar ik werd daar lastiggevallen door een mannelijk diensthoofd en daarna zodanig gepest dat ik mijn vastbenoemde job heb opgezegd.(15004) Ik rij daar met de heftruck. Dat werk is niet vuil, maar daarnaast moet ik de verf klaar maken voor de spuiters. Dat is wel vuil, zwaar en ongezond werk. Niemand anders wil dit werk doen. Collega’s waarderen me niet, sommigen lachen me uit. Ik laat ze maar doen. Ik doe dit werk al 3 jaar en met 2 collega’s van de 18 kan ik goed werken. Ik zoek nu ander werk, wel met heftruck, maar proper!(11021) Ik heb collega’s, maar wij praten nooit met elkaar, we zien elkaar ook nooit. Ik denk dat de poetsvrouwen van het OCMW liever lui dan moe zijn. Dat ondervind ik als ik in het OCMW - rusthuis moet gaan inspringen. Ik leef voor mijn werk, het moet goed gedaan zijn(12098) Ik kreeg nooit een vast contract omdat ik te mondig was. Ik deed examens mee voor klusjesman en onderhoud van machines en was er niet door. 3
40
weken later was ik wel 2de machinist verantwoordelijk voor de machine op een schip met 1100 passagiers. Daarvoor was ik wel bekwaam. Ze hadden niet graag dat ik ABN sprak.(14083) Nu ik Nederlands spreek, maakt het een groot verschil tegen vroeger. Ik wil proberen eerlijk te blijven en te zeggen wat ik denk, met respect voor de collega’s. Waar ik kan, wil ik altijd de anderen helpen. Ik vind het fijn dat ik op het werk hulp kreeg en nog krijg van een collega, een lief meisje. Zij heeft veel geduld met mij en geeft goede uitleg. Wij zijn de enige vrouwen die in het bedrijf werken en steunen mekaar. (11011) Knelpunt Wat? Er is misbruik, pesten en racisme op het werk. Bij wie? Mensen die minder weerbaar zijn. Mensen uit andere culturen. Dit is de oplossing Respect voor alle collega’s.
Een collega die je dan helpt en steunt is extra welkom. Goede collega’s op het werk zijn belangrijk. Soms is de sfeer niet goed tussen vaste werknemers en interims. Je wordt niet altijd zomaar door iedereen aanvaard. Je moet je collega’s wat leren kennen en soms is de omgang met elkaar niet goed. Ploegbazen doen niet altijd wat ze zouden moeten doen. Ruzie maken onder collega’s vind ik heel gemeen. Ook racisme stoort me… Hoe een persoon van binnen is heeft niets te maken met het land vanwaar hij of zij komt. (11012) De combinatie werk-gezin, zeker voor alleenstaande ouders, valt heel moeilijk. Het is hard werken voor een laag inkomen, en er is weinig tijd voor het gezin. Kinderopvang is veel te duur, wat het belang van een familiaal netwerk nog groter maakt. Ik had veel problemen met de opvang. Dat kost veel en de opvang tijdens vroege en late uren was moeilijk. De combinatie van alleenstaande mama en werken is moeilijk. Nu is het werk beter combineerbaar. Alleen ’s morgens heb ik nog een probleem. De tweeling is 10 jaar en ik durf ze nog geen half uur alleen laten. ’s Avonds ben ik thuis tegen dat de bus arriveert.(14047) 41
Kinderopvang is al nodig van heel vroeg ‘s morgens. Ik vang het kind op van mijn dochter want als er geen opvang is kan ze niet gaan werken. Maar ze moet al heel vroeg gaan werken en er is geen opvang zo vroeg. Familiaal netwerk is belangrijk zoals bijvoorbeeld bij de opvang van kinderen(15050) Vroegen en laten is moeilijk met kleine kinderen. Gelukkig hebben mijn ouders altijd ingesprongen. Mijn broer steunt mij ook.(12054) Er was de moeilijke combinatie werk en gezin. Vaak begon ik om 8u ’s morgens, tot de volgende dag, 10u à 11u. De nacht door. Verslagen maken, werven bezoeken, in de namiddag bv. Even slapen. Ik had vaak maar 5u slaap. Ik was pas getrouwd. Dat was moeilijk Voor mijn vrouw. Na 4 jaar had ik een eigen grond, een eigen huis. Door veel te werken. De ingenieur was jaloers dat we meer geld hadden. Maar hij werkte bv. 8 uur op een dag, en had nog tijd voor zijn gezin.(13060) Knelpunt Wat? Werknemers met een moeilijke gezinssituatie ervaren extra problemen in de combinatie werk en zorgen voor het gezin. Ze vinden hier geen begrip en ondersteuning voor. Bij wie? Werknemers in een moeilijke gezinssituatie. Dit is de oplossing Beschikbare en betaalbare kinderopvang. Een menselijk klimaat. Zoeken naar win-winsituaties voor werkgever en werknemer. Het werk is te vermoeiend om dan, als we thuiskomen, ook nog het huishouden op te nemen. Ik heb een moeilijke situatie met mijn werk en gezin. Vroeger werkte ik in een bloemenwinkel, maar ik ben dat werk verloren. De arbeidsinspectie was gekomen. De therapeuten zeiden dat ik geen werk meer mocht zoeken buiten de schooluren, dus ben ik gaan kuisen via het OCMW. Eerst heb ik een jaar aan de dop gezeten, maar dat is echt niet vol te houden. Ik had geen geld genoeg. Kuisen is erg zwaar werk, als ik thuiskom dan ben ik te moe en val ik soms in slaap in mijn zetel.(12098) De strijk komt al tot mijn heup, maar ik kijk eroverheen. Nu kom ik thuis om 5 uur en ik lig al in mijn zetel. Vroeger had ik latere uren en dan 42
was ik ook moe, maar dan wist ik vanwaar het kwam, nu heb ik voor de rest van de avond geen energie meer. Iemand van slachtofferhulp zei dat ik de woensdag verlof moest opnemen. Nu doe ik dat, maar dan kom ik amper rond. Ik zit maar te werken en ik kom geen stap vooruit.(12095) Ik werk mij kapot voor iets meer dan het leefloon. Ik wou dat ik ook nog energie over zou hebben om in mijn eigen huis meer op te kuisen. Spelen met de kinderen vind ik belangrijker.(12099) We stoppen met werken om thuis te blijven voor het gezin. Ik geraakte een tweede keer in verwachting… ik stopte met werken en werd huisvrouw. Later breidde ons gezin nog uit met 3 kinderen. (11014) Zij is beginnen poetsen vanaf 15-16 jaar en is dan thuisgebleven ( moeder aan de haard met 4 kinderen.) (14002) Ik werk niet meer. Ik heb 2 kinderen en een schoonmoeder met Alzheimer. Ik moet haar 24u op 24 bewaken. Van mijn 6 jaar tot mijn 22 jaar heb ik op internaat gezeten in het MPI en daarna deed ik legerdienst.(12025) Ik wil heel graag gaan werken, maar ik kan het niet, ik heb teveel problemen aan mijn hoofd. Ik ben 12 jaar getrouwd, maar mijn vrouw heeft zo haar eigen problemen, en kan niets doen in het huishouden. Ik heb 2 kinderen en een schoonmoeder met alzheimer, die dus altijd aandacht nodig heeft. Thuis heb ik teveel werk. Alles komt op mijn schouders terecht. Ik ben blij als ik de vrijdagavond eens naar de Welzijnschakel kan gaan. Ik ben al vele jaren aan het stempelen, maar zou direct gaan werken als ik kon. Maar wie moet er op de kinderen letten? Die komen van school en moeten eten, en ik ben elke dag bezig tot 22-23u ’s avonds met het huishouden. (12027) Ik heb zelf van alles geprobeerd, maar ik stond zwak omdat ik geen diploma kon voorleggen. Als ze mij nu werk aanbieden zou ik het aannemen, maar het huishouden komt helemaal op mij. Ik krijg van niemand hulp. Thuis kan ik alles in orde maken, maar 2 uur later ligt het weer allemaal als voor het kuisen. Mijn gezin is enorm zwaar. Een kind dat mentaal gehandicapt, mijn vrouw kan haar plan niet trekken, mijn inwonende schoonmoeder heeft alzheimer. Mijn gezin is mijn werk. Ook ’s nachts ben ik er mee bezig..(12090)
43
Ik werk. Na mijn schooltijd ben ik gaan werken tot ik getrouwd ben. Dan heb ik thuis gebleven voor de kinderen. Toen ze groter werden ben ik opnieuw gaan werken.(14020) Ik ben naar school gegaan en heb dan een hele tijd gewerkt. Ik kreeg daarna een opleiding en heb dan opnieuw gewerkt. Ik werd zwanger en moest stoppen omdat ik het ging verliezen. Ik heb al een miskraam gehad. Ik deed dan stage in IJzerheem ( bejaardentehuis) en ik kon da nie aan, ook niet mist begeleiding. Ik kon mijn werk en mijn privé niet scheiden. (14034) Ook door ziekte moeten we ons werk stopzetten. Daarna heb ik gewerkt bij D., maar ik ben dan ziek geworden. Ik viel geregeld flauw en ben dan om medische redenen die job ook verloren. (12063) Ik heb alles kunnen presteren doordat mensen van de middenklasse mijn hand af en toe hebben vastgepakt en mij hebben geleid. Wij kunnen vertellen hoe dat het leven is, welke problemen er echt zijn. Mensen in armoede bouwen een overlevingsmechanisme. Ze schuiven onbewust de lichamelijk problemen voor een stuk opzij, omdat ze verder moeten, ze kunnen niet anders. Maar als je daaruit komt dan vallen de stressfactoren weg. En bij mij komen mijn lichamelijke klachten van al die jaren nu boven. Ik ben vaak lange tijd ziek en zo moet ik weer opletten dat ik mijn werk niet verlies.(12047) Ik had hier nu iets moois opgebouwd, ik heb de kindercrèche 2 jaar gehad en je vergeet de pijn als je met de kindjes bezig bent. Vorig jaar moest ik van Kind en Gezin een opleiding volgen. Ik heb een brevet gekregen. Nu is alles voorbij. Ik mag niet meer werken, want mijn rug is kapot. Ik zou in een rolstoel terecht kunnen komen. (12008) Ik werd verwezen naar de jobclub en vond werk als magazijnier. Door met de clark te rijden kreeg ik problemen met mijn duim en later armen en schouder. Ik had geen kracht meer. Ik werd geopereerd en vond geen werk meer.(14055) Ik zit nu in het stadium van werk zoeken Heel mijn leven heb ik in de bouw gezeten in ongezonde omstandigheden: isolatie-asbest-stralingen. Ik heb tijdens het werk een ongeluk met de auto gehad en heb daarna een jaar moeten revalideren en ben daarna ontslagen op 46 jaar. Nu ben ik 58 jaar.(15013)
44
De VDAB valt mij niet lastig. Ik heb de dokter laten vaststellen dat ik dubbele hernia heb en geen zwaar werk meer kan doen. Daarmee vallen ze mij niet meer lastig voor werk. Licht werk bestaat niet voor ons, ja bureauwerk, maar daar zijn we niet voor geleerd. Een operatie kan ik niet krijgen, want thuis kan ik niet maanden platliggen, en dat heb ik ook aan de dokter verteld (12093) Ik heb als opleiding A3 elektricien, A2 bouwkunde, en nog 2 jaar industriële bouw gedaan. Dan ben ik beginnen werken bij mijn vader. Ik ben psychisch ziek. Ik ben 2 keer in H. en 2 keer in S. opgenomen. Dat is nu al 14 jaar geleden begonnen. Hoe minder stabiel ik ben, hoe minder het gaat op het werk (13025) Na school had ik direct werk. Daarna ben ik psychisch ziek geworden. Tijdens mijn psychisch ziek zijn heb ik geprobeerd om te solliciteren. Maar blijkbaar zie je dat aan mensen; dat ze psychisch ziek zijn. Je geraakt moeilijk aan werk. Ook met deeltijds werk, toen ik dat deed; er waren dagen dat ze mij naar huis brachten. Dan draaien mijn ogen weg, en dan zie je het wit. (13027) Ik heb lager onderwijs gedaan. Dan heb ik op een boerderij gewerkt tot mijn 18e. Dan heeft mijn vader gezegd: “dat is geen winst”. Op 18e ben ik gaan werken, daarna deed ik legerdienst, dan de houtzagerij. 8 jaar heb ik in de V. gewerkt, in Nederland. Dan van Nederland terug naar België. Ik heb 18 jaar op de F. gewerkt. Dan ben ik zenuwziek geworden door het sterven van mijn 1e vrouw. Nu heb ik een invaliditeitsuitkering. Ik mag 4 à 5 uurtjes werken. (13044) Ik kreeg een hersentumor, ben thuisgebleven en zwanger geworden. Ik heb een dochter met een eetstoornis. Dat zorgt voor veel ziekenhuisopnames. Ik raakte er moeilijk bovenop, kon niet recupereren en werd invalide verklaard. Later werd ik van de ziekenbond gesmeten en heb gestempeld (14010) Ik moest dan terug gaan werken. Ik heb 1 jaar gewerkt in een rusthuis met een banenplan, maar was veel moe. Ik ben dan terug ziek geworden. Nadien heb ik opnieuw een opleiding gevolgd en moeten stoppen wegens ziekte. (14011) Mijn man is ziek geworden, rugproblemen en vorig jaar een trombose en is dan een tijdje thuis gebleven, gaan werken, opnieuw thuis maar kan nu niet meer werken.(14020)
45
Mijn vrouw kon het ziek zijn van mij niet meer aan. Ik heb ook nooit als kind iets tekort gehad. Ook als ik werkte, trouwens. Ik had alles wat ik wou. Tot ik ziek werd. Dan val je in een diep gat… En dan ging het slecht met mijn gezin.(13063) Alleen als je de hoge pieten kent dan helpen ze je. ‘Waarom heb je niet eerder gebeld?’. Maar dat heb ik gedaan… Zij zijn daar om u te helpen, en anders moeten ze maar een andere job zoeken. Met die 500€ meer gaat het financieel beter. Maar ik heb ook drie kinderen waar ik voor opdraai, en een woning die ik huur. Nu heb ik een sociale woning aangevraagd. Als je van hoog naar heel laag valt, dan is dat moeilijk.(13070) Ik heb 1 jaar gepoetst met een DSP-contract, dan ben ik terug aan de ziekenkas gemoeten. Ik slaap niet veel. Ik ben na 23 jaar huwelijk buitengesmeten door mijn man en heb het nu zeer zwaar. Ik heb 930 euro en een kind dat veel ziek is waardoor ik regelmatig naar het ziekenhuis moet. Mijn ex betaalt alleen onderhoudsgeld en geen tussenkomst in de medische kosten. Ik moet me veel ontzeggen en kan voor mezelf niet naar de dokter(14012) Het heeft altijd goed gegaan, met mijn werk, tot in ’95, dan ben ik beginnen sukkelen. Ik heb 3 maand thuis gezeten en dan ben ik terug beginnen werken. Dat heb ik 1 jaar volgehouden en toen was het volledig gedaan. Ik zei tegen mijn tweede vrouw: ‘ik ga alles verkopen’. Ze zei: ‘gaat gij maar naar de dokter’. Daarna heb ik nooit meer gewerkt. Ik heb me wel willen laten opnemen, in de psychiatrie, ik kreeg altijd medicatie, maar dat kostte veel. Dan hebben we ons allebei een tijdje laten opnemen, en wat er toen gebeurd is is zwart geweest. Dat waren 10 verloren jaren (13141) Elke keer als ik opgenomen werd in de psychiatrie, voelde ik dat ik minder krachten had. Zo blijft het nu. De adviserende geneesheer geeft me geen toelating meer om deeltijds werk te zoeken. Ik kreeg al 5 keer een weigering van haar. Door te gaan werken zou mijn vermogen ook achteruit gaan. Ik voelde elke keer als ik werd opgenomen dat ik stappen achteruit zet in kracht. De dokter heeft gelijk. Maar het is niet gemakkelijk.(13028) Ik heb daar geen hulp gehad. Ofwel ga je werken en daar moet je zelf voor zorgen ofwel blijf je thuis. Dan heb ik zelf het initiatief genomen en ben naar de Wiscomputer gegaan. Dit is discriminatie: wie ziek is krijgt geen werk.(14069)
46
4. Niet (meer) werken, niet (kunnen) werken 4.1. ZIEKTE EN INVALIDITEIT Door tegenstrijdige adviezen blijven we veel in onzekerheid steken omtrent onze toekomst. De adviezen van de adviserende geneesheer houden ook onvoldoende rekening met onze werkelijke toestand. Soms stuurt de controle-arts iemand weg van de ziekenkas, terug naar de RVA, maar zonder die persoon te zien. Ik heb dan 1 jaar in de ziekenkas geweest (op invaliditeit), en ben daarna door een geneesheer afgeschreven die me zelf niet in levende lijve gezien heeft maar gewoon op basis van papieren heeft die geoordeeld dat ik geen invaliditeit kan blijven genieten en moet gaan stempelen. Ik stempel nog altijd en doe aan vrijwilligerswerk. Dat traject dat de minister zo mooi uitstippelt en al die sterktes en helpers die je onderweg kan tegenkomen … dat is allemaal goed en wel … maar één tegenslag (een accident) en je valt uit de boot, naast de route en het is verschrikkelijk moeilijk om terug op het juiste pad te geraken.(15015) Dat is eigenlijk een algemene ervaring: één ongelukkige gebeurtenis en’ t is om zeep!(15016) Ik vroeg op school om een stage te mogen doen in de supermarkt in Turnhout en dat werd toegestaan. Daar kreeg ik vast werk, maar daarvoor moest ik mijn handicap weg krijgen. Ik ging naar de ziekenkas om te vragen of ze mijn “gehandicapt-zijn” konden vernietigen. Daarvoor moest ik een eenvoudig testje doen (met 3 pareltjes) en 95 % gehandicapt werd 0%. Ik was blij; ik mocht gaan werken in de GB in Turnhout. (11026) De ziekenkas verklaarde mij 95 % gehandicapt en ik mocht niet meer gaan werken. Het OCMW zei dat ze mij niet konden helpen want ik trok ziekengeld. Sindsdien wil ik met het OCMW niets meer te maken hebben. Ik wilde werken, maar van de ziekenkas mocht ik maar 4 uur per dag werken. De dokter zei dat ik een half jaar niet mocht werken en dan kwam er een brief van de Post dat ze gingen reorganiseren en dat ik moest komen werken (max. 4 uur) of dat ik anders mijn ontslag zou krijgen. Ik heb dan een contract getekend voor 4 uur per dag en daarmee werkzekerheid gekregen tot mijn 60ste. Daarmee viel wel mijn ziekengeld weg.(11028) Ze werken elkaar tegen: het werk tegen de ziekenkas. De sociale dienst zegt dat ze niets meer voor mij kunnen doen, want alle papieren zijn weg… 47
Ik krijg nu van de Post 700 EURO per maand en trek van de RVA nog 300 EURO bij. Ik vind het wel erg om niet meer voltijds te kunnen werken. Bij de ziekenkas sturen ze je van het kastje naar de muur en steken ze het op mekaar: je hebt getekend voor 19 uur en je kunt dan ook geen ziekengeld meer krijgen!(11029) Ik kreeg een hersentumor, ben thuisgebleven en zwanger geworden. Mijn dochter heeft een eetstoornis. Er zijn veel ziekenhuisopnames. Ik raakte er moeilijk bovenop en kon niet recupereren en werd invalide verklaard. Later werd ik dan van de ziekenbond gesmeten en heb gestempeld (14010) Ik Moest terug gaan werken, 1 jaar in een rusthuis met een banenplan. Ik was veel moe en ben terug ziek geworden. Dan heb ik opnieuw een opleiding gevolgd en moeten stoppen wegens ziekte. (14011) Daarna ben ik op den dop geraakt. Daar kreeg ik de boodschap om me te herscholen. Ik heb dit ook gedaan en ben in de bouw gaan werken. Dan kreeg ik dat ongeval met mijn hiel Ik beland op de ziekenkas en kon na een jaar ziekte-invaliditeit genieten. Maar na 9 maanden schreef een dokter (controlerend geneesheer) me af – zonder me te zien- en zei dat ik terug moest gaan werken. Ik ben blijven doppen en daarna wegens zwakke gezondheid: voet, rug, heup kon ik ook niet meer in de bouw werken.(15041) Ik heb In het zwart met een camion gereden, met rijbewijs B. Ik ben hiervoor nooit betrapt. Met zwart werk verdiende ik meer dan in het wit. Mijn voorstel is de mogelijkheid om steeds beroep te kunnen aantekenen tegen beslissingen. En dat mensen ook weten hoe ze dit moeten doen. Ik heb het gevoel dat dokters elkaar beschermen en dat daardoor gelijk krijgen in beroep moeilijk is. Ik heb dikwijls het gevoel gehad van “ik heb geen verhaal meer . (15042) Er is ook geen tussenvorm tussen ziekte en werk. Er bestaan nauwelijks mogelijkheden om aangepast werk te vinden in combinatie met een ziekte. Ook de VDAB houdt trajectbegeleiding af als je langdurig ziek bent. Ik had een trajectbegeleider. Je zou moeten vast werk zoeken. Ze zien dat er ziekteproblemen zijn. Ik was soms wel erg moe. Ik vroeg om de combinatie van een paar dagen werken en dan een paar dagen niet werken maar combinatie van werken en ziekenbond zijn geen optie bij de VDAB. en verwijzen naar vast werk: deeltijds of voltijds.(14067) Bij vraag om soepeler te werken antwoorden ze:”als je naar hier komt is het om te werken ofwel voltijds ofwel halftijds.” Ik moest zelf vragen naar
48
de mogelijkheden om, te werken en dan niet werken omwille van chemokuur. De ziekte duurt 5 jaar en 5 jaar wachten om te werken kan ook niet.(14068 Ik heb eerst gewerkt en ben dan op invaliditeit terechtkomen. Ik ben ook werkzoekende en studeer aan de unief in avondonderwijs literatuur en media (dit is de enige opleiding in avondonderwijs). Als ik dagonderwijs volg dan ben ik mijn invaliditeit kwijt. Bij avondonderwijs niet.(15009) Voor iemand op invaliditeit is het moeilijk om (aangepast) werk te vinden. Het is volgens mij al fout gelopen bij de 1ste schoolervaringen: een leerstoornis die men niet opmerkte, niet op school en niet thuis.(15009) Nu ben ik terug aan het twijfelen. Poetswerk, dat heb ik nog gedaan. Of in een restaurant. Maar als ik even werk, dan verlies ik mijn uitkering. Dat is moeilijk. Ik ben ook vaak moe door de medicatie. Dus ik ben er nog over aan het nadenken. Het is nog niet duidelijk. Ik zou het ook alleen doen om er financieel beter op te worden. Maar niet voor de rest, eigenlijk, voor het contact, om bezig te zijn, om uit het isolement te geraken.(13088) Ik heb dan gesolliciteerd bij een apotheker. Zij kon mij niet aannemen. Ik was zogezegd een gevaar voor haar kinderen ( opgezwollen en kaal) Ik ben dan in opstand gekomen.(14070) De tussenvorm werken – ziekenfonds was niet mogelijk. Ik zat in de put. Ik schrijf veel en praatte veel, want ik wilde erbovenop komen. Ik heb mezelf veel moed ingesproken: “Kom je moet vooruit. Zo ben ik en ik ben begonnen in ’t zwart te werken. De trajectbegeleider in B. was veel beter dan in D. Die had precies liever dat ik thuis bleef. Ik had nochtans hulp nodig. Toen was ik nog niet bij de gezinsondersteuning. Die zouden me wel begeleid hebben. Dat zou een goede ladder geweest zijn. Later heb ik wel gezinsbegeleiding gehad. Ik heb daar enorm veel steun aan.(14071) Trajectbegeleiding in B.: als je op invaliditeit staat wordt dit niet terugbetaald. Overschakelen naar stempelgeld is niet opportuun want dan leed ik een inkomensverlies van 400 euro per maand. Trajectbegeleiding via VDAB: pas na lange tijd ben ik op gesprek kunnen komen en dan nog via bemiddeling van mutualiteit, dus ik ben zeker niet te spreken over de VDAB. En daarna nog twee gesprekken: conclusie die ze gaven: blijf maar op invaliditeit. De VDAB pusht mensen te veel naar de knelpuntberoepen: daar kan je wel beginnen als je hierin interesse hebt.(15011)
49
Betaalbare begeleiding zou een hulpmiddel kunnen zijn. De adviserend geneesheer moet beslissen of je een trajectbegeleiding mag volgen zodat die terugbetaald wordt. Er zijn geen tussenvormen tussen ziekte en werken: ofwel ziek ofwel werken(15034) Ik ben nu terug aan ’t denken voor een job, want financieel is het niet haalbaar. Soms verkoop ik een schilderij, maar dan moet ik de helft afgeven aan A., en de andere helft wordt op een rekening gezet. Daar kan je enkel materiaal van kopen, want anders zou het een zwarte job zijn, en dat mag niet.(13087) Toch bestaan er beperkte werkmogelijkheden Ik heb lager onderwijs gedaan. Dan heb ik op een boerderij gewerkt tot mijn 18e. Dan heeft mijn vader gezegd: “dat is geen winst”. Op 18e ben ik gaan werken, daarna deed ik legerdienst, dan de houtzagerij. 8 jaar heb ik in de V. gewerkt, in Nederland. Dan van Nederland terug naar België. Ik heb 18 jaar op de F. gewerkt. Dan ben ik zenuwziek geworden door het sterven van mijn 1e vrouw. Nu heb ik een invaliditeitsuitkering. Ik mag 4 à 5 uurtjes werken. (13044) Zo is er ook nauwelijks mogelijkheid om het inkomen aan te vullen. Ook van het OCMW moet je geen hulp verwachten. Ik deed ook demonstraties met textiel. 700€/dag, in ’t zwart. Maar voor zelfstandige in bijberoep te zijn, dan heb je de toestemming nodig van de medische adviseur.(13043) Daar krijg je dan soms wel opmerkingen over, zo van als je vrijwillig kan werken, dan kan je toch ook echt gaan werken. Als ik ergens kan gaan werken, dan nemen ze een deel van mijn invaliditeitsvergoeding af. Anderen mogen bijverdienen, maar iemand op invaliditeit niet. Waarom mogen ministers 4 lonen opstrijken en als ik zelf iets bij verdien dan komen ze het ergens anders afsnoepen. Daar verlies ik de moed van. Want de medicatie die ik moet nemen kost heel veel geld (700 euro voor een chemokuur en dat van een maandelijks inkomen van 925 euro) en daar houden ze geen rekening mee. Maar als je wil werken moet je naar medisch adviseur.(15002) De ziekenkas verklaarde mij 95 % gehandicapt en ik mocht niet meer gaan werken. Het OCMW zei dat ze mij niet konden helpen want ik trok ziekengeld. Sindsdien wil ik met het OCMW niets meer te maken hebben.
50
Ik wilde werken, maar van de ziekenkas mocht ik maar 4 uur per dag werken. De dokter zei dat ik een half jaar niet mocht werken en dan kwam er een brief van de Post dat ze gingen reorganiseren en dat ik moest komen werken (max. 4 uur) of dat ik anders mijn ontslag zou krijgen. Ik heb dan een contract getekend voor 4 uur per dag en daarmee werkzekerheid gekregen tot mijn 60ste. Daarmee viel wel mijn ziekengeld weg.(11028) Als zelfstandige ben je nog extra kwetsbaar. De ziekenkas verklaarde mij voor 66% invalide. Ik mocht van de ziekenkas wel vrijwilligerswerk gaan doen, maar geen job aanvaarden van 2 uur per dag. De dokters- en de vele medicatiekosten en de hoge huurprijs in de privé-sector waren mijn doodskist, ik had geen bijkomende verzekering en kon dus niets terugtrekken van de medische kosten. Het duurde weer vijf jaar voor ik een appartementje in een sociale woning vond. Ik zit nu al 7 jaar thuis en zit nu in de invaliditeit. Dat vind ik wel heel erg, want ik werk heel graag. Ze hebben me toen wel verteld dat ik, wanneer ik later op pensioen ga, wel opnieuw mag werken. Ik werkte heel graag, maar ik ben driemaal alles wat ik had kwijtgeraakt: een eerste maal door mijn scheiding, een tweede maal door de schulden van mijn ouders en een derde maal door de kosten van de operaties. (11003) We hadden een zelfstandige zaak. De zaak ging achteruit. De mensen kwamen niet meer. Mijn man wankelde – had evenwichtsstoornissen door die ziekte – en de mensen dachten dat hij altijd dronken was. Maar mijn man dronk niet, hij was ziek. Hydrocefalie op latere leeftijd dat is het ontwikkelen van een waterhoofd. In juli 2003 is hij dan in spoed opgenomen in het ziekenhuis(14024) Ik zelf ben kinderverzorgster en werkte in de kliniek. We hebben 4 kinderen en ik ben thuis gebleven om voor de kinderen te zorgen. Ik trok mij van de zaak niets aan. Door de ziekte van mijn man begon hij veel te vergeten: o.a. betalingen en zo….De kinderen wilden niet dat we failliet gingen en met onze spaarcenten hebben we alle schulden betaald. Al onze spaarcenten zijn op en in juli 93 moesten we van nul beginnen en nu leven met een laag inkomen: pensioen van zelfstandigen.(14025) Uiteindelijk eindig je met het gevoel je niet meer nuttig te kunnen maken. Vrijwilligerswerk biedt dan wel nog wat uitkomst.
51
Ik heb eerst school gelopen in Duitsland en ben daarna naar school geweest in België en heb ook aan zelfstudie gedaan. Ik ben kapster. Na de school ben ik op aangeven van mijn vader op het veld gaan werken, daarna heb ik een eigen kapsalon gehad. Door de problemen in mijn huwelijk (ik ben 30 jaar getrouwd geweest) ben ik op invaliditeit terechtgekomen. Door die invaliditateit heb ik het gevoel van opzijgeschoven te worden: jij bent ziek en wij hebben je dus niet meer nodig. Maar ik wil me nog nuttig maken en ben daarom actief als vrijwilligster in verschillende verenigingen.(15001) Ervoor had ik een carrière in de fabriek. Mijn 1e vrouw is gestorven in mijn armen. Dan is het veranderd. Vrijwilligerswerk, dat blijf ik zo lang doen als ik kan. (4u/dag). Ik heb een goede job; schapen en koeien voederen. En voor de winkel zorgen. Ik leef er echt naartoe. Ik heb meer als 10 jaar in de donker gezeten, en nu er stilaan bovenop gekomen. Om de maand moet ik naar de psychiater gaan in T. In H. is er een maatschappelijk assistent, die begeleidt me ook, om de 6 weken, eerst was het om de maand. Ik ben er content van.(13046) Knelpunt geen duidelijkheid omtrent statuut tussen werkbekwaam of langdurig ziek/invaliditeit – adviserend geneesheer heeft te weinig zicht op de reële situatie van de betrokken persoon – niet aanvaard worden dat je ziek bent en niet meer kan gaan werken − samenwerking tussen verschillende diensten – integraal medisch dossier hiertoe gebruiken, verplichten − grotere verantwoordelijkheid bij huisdokter Knelpunt Ziek of werken − Individuele trajectbegeleiding − Zelfs bij invaliditeit mogelijkheid tot werken naar eigen mogelijkheid
52
Welzijnsschakels vzw Arbeid en inkomen Presentatie ronde tafel 30 april 2009 Met de campagnepartners van Welzijnszorg en leden Decenniumdoelen
1. Opleiding naar werk Er is onvoldoende erkenning voor wat we kunnen en de ervaring die we hebben. Diploma’s hebben teveel belang, en soms moeten we om het werk wat we kunnen te mogen uitoefenen, opleidingen volgen die we niet echt nodig hebben maar die voor ons wel een hoge drempel zijn. Het is op de firma dat ik mijn stiel heb kunnen leren… niet op school. Als ze mij vroeger geholpen hadden, zou ik naar een goede school gegaan zijn en had ik een andere en degelijke opleiding kunnen volgen. Op het werk heb ik een tijd met een heftruck gereden zonder dat ik daar een brevet voor had. Ze wilden mij dat werk verbieden. Toen ben ik naar de VDAB gestapt en uiteindelijk heeft de Werkwinkel van Turnhout mijn brevet in orde gebracht. Ik ben 46 jaar en werk 5 dagen in de week in een pallettenfabriek. Ik rij daar met de heftruck. Dat werk is niet vuil, maar daarnaast moet ik de verf klaar maken voor de spuiters. Dat is wel vuil, zwaar en ongezond werk. Niemand anders wil dit werk doen. Collega’s waarderen me niet, sommigen lachen me uit. Ik laat ze maar doen. Ik doe dit werk al 3 jaar en met 2 collega’s van de 18 kan ik goed werken. Ik zoek nu ander werk, wel met heftruck, maar proper! Ik heb school gelopen, maar ben vroeg gaan werken om te overleven: vanaf het moment dat ik ben gaan werken is voor mij mijn leven begonnen. Ik heb in een bejaardentehuis gewerkt. Tot op een moment dat ik een diploma nodig had e n werd ontslagen. Maar ik heb nooit zonder werk gezeten want daarna heb ik in een winkel gewerkt. Van 7 uur tot 7 uur, ook daar heb ik een goede tijd gehad.(15045) Ik heb dus nooit een diploma gehad. Ik had hier nu iets moois opgebouwd, ik heb de kindercrèche 2 jaar gehad en je vergeet de pijn als je met de kindjes bezig bent. Vorig jaar moest ik van Kind en Gezin een opleiding volgen. Ik heb een brevet gekregen. Nu is alles voorbij. Ik mag niet meer werken, want mijn rug is kapot. Ik zou in een rolstoel terecht kunnen komen.
53
Ik heb bejaardenhulp gedaan, vanuit het OCMW was dat eigenlijk. Ik mocht gaan werken in een bejaardentehuis. (als een soort verpleegster) en tegelijk een cursus volgen. Maar ik zat nog met die schokken. Ik was 35. Ik heb altijd affectie gevoeld voor oudere mensen. Dat was ideaal geweest voor mij als die studie er niet bijkwam. Als ik nu een blad krijg, daar kan ik uren op zitten en ’s anderendaags ben ik het nog kwijt.(13119) Soms hebben we een werk al jaren gedaan, maar moeten we ermee stoppen omdat we niet het juiste diploma of getuigschrift hebben. Soms zijn we goed in het uitoefenen van een werk, maar moeten we er een cursus voor volgen waar dingen bij komen kijken waar we het moeilijk mee hebben, of die voor ons helemaal onmogelijk zijn. Het is erg als we daardoor een werk dat we graag willen doen niet kunnen doen, ook al hebben we die theoretische kennis helemaal niet nodig. Het is belangrijk dat we een getuigschrift kunnen krijgen op basis waarvan we kunnen aantonen dat we een werk aankunnen. De werkgever zou zo’n attest moeten kunnen uitschrijven of op basis van praktijktesten bij een CVO bijvoorbeeld. Vraag aan VDAB: Hoe kan ik mijn vaardigheden bewijzen en op papier laten erkennen op een eenvoudige manier (zonder veel administratie) Vraag aan werkgevers: Hoe kunnen jullie meer rekening houden met ervaringen die niet op papier kunnen bewezen worden? Vraag aan HIVA en VDAB: Bij wie kan je terecht om te bewijzen wat je kan én om dat op papier te laten zetten (deze dienst moet bereikbaar zijn!) Het systeem van EVC’s (elders verworden competenties) is niet gekend bij ons! Uit het verslag van de rondetafel Antwoord VDAB Vanuit de overheid worden steeds meer stappen gezet om te vertrekken vanuit de competenties die mensen hebben. Dit staat allemaal nog in zijn kinderschoenen. Voor mensen in armoede is het belangrijk dat er niet alleen gekeken wordt naar de kennis (en diploma’s) die ze hebben, maar ook naar de ervaringen die ze hebben opgedaan tijdens hun levensloop (samenwerking…). Dit is ook een opdracht voor de consulenten van de VDAB, om naar deze competenties te leren kijken.
54
Vandaag de dag kunnen mensen naar een bepaald testcentrum gaan, om daar een ervaringsbewijs te verkrijgen. Ze gaan kijken naar de vaardigheden die je hebt. Iemand met jaren ervaring als heftrucker kan dan gaan voor een ervaringsbewijs. Je kan jezelf hiervoor registreren via een website (dit hoeft niet te verlopen via VDAB). Vraag blijft wel welke waarde bedrijven aan deze ervaringsbewijzen zullen geven. Zal dit papier evenveel waard zijn als een diploma? De VDAB erkent de problemen van wachttijden en administratie. Het is niet altijd eenvoudig om de administratieve procedure binnen een grote organisatie te doorlopen. Ook binnen verschillende bedrijven en ondernemingen wordt er gestimuleerd om rekening te houden met competenties. De vakbonden stimuleren dit graag. De folder van VDAB over de mogelijkheden van de EVC (testcentrum) wordt ook doorgegeven aan de groepen. We zitten soms met een negatief zelfbeeld. Een gebrek aan zelfvertrouwen zorgt er voor dat wij geen opleiding willen of durven volgen. We geloven ook niet dat het iets opbrengt. We hebben geen geloof in eigen kunnen, we zien geen toekomstperspectief. Ik durf geen opleiding volgen omwille van negatieve ervaringen in het verleden. Ik voel me al op voorhand veroordeeld. Ik was in alles geslaagd ook in de praktijk, doch niet voor rekenen. Daarom moest ik terug naar “bijleren in de westhoek”. Hiervoor was ik beschaamd en daarom ben ik gestopt. Ik was de enige in de klas die niet geslaagd was. Ik moest alles meerdere keren uitgelegd worden, vooral de regel van 3. De leraren hadden hiervoor geen geduld genoeg om het een paar keer te herhalen. Je moet alles weer leren zoals in het 1ste leerjaar. De anderen vroegen dan steeds: “maar begrijp je dat nu nog niet?”(14057) Ze gaven mij de indruk heel zwak te zijn en ik kon aan de leerkrachten niet uitleggen dat ik als kind geen kans gekregen heb om naar school te gaan. Ik moest gaan werken van mijn vader en viel nu opnieuw uit de boot. Ik kreeg geen specifieke begeleiding aangepast aan mij. Ik ben dan gestopt en moet nu gaan poetsen. Die opleiding duurde 4 maanden en ik zag niet in waarom wiskunde hier zo belangrijk is. Mijn stages waren zeer goed. Ik gaf de moed op omdat ik als enige uit de boot viel. Ik heb verschillende opleidingen gevolgd, één keer moest ik daarvoor zelfs naar de een fabriek ver van huis. Soms heb ik ook opleidingen gevolgd omdat het moest, maar het heeft bij mij niet geleid tot een job. En gaan werken in daar vind ik toch wat te ver. 55
Ik wil wel gaan werken en er mij voor inzetten, en ik heb veel moeite gedaan om werk te bekomen… maar … er is precies iets met mij …en ge moet er u altijd maar bij neerleggen… Ge krijgt er een minderwaardigheidscomplex van. Ik kan wel in ’t zwart gaan werken, maar is dat dan zo eerlijk? en je kunt nergens met je problemen terecht. (11044) Veelal ontbreekt ons het zelfvertrouwen om een opleiding goed te beëindigen. Soms laat men ons de ene na de andere opleiding volgen zonder dat het echt tot werk leidt. Er is onvoldoende persoonlijke aandacht. We wensen dat er een meer persoonlijke begeleiding is, men meer tijd met ons bezig is in plaats van met papieren. Vraag aan de opleiders: Kan er meer aandacht zijn voor werken rond zelfvertrouwen vooraleer gestart wordt met de eigenlijke opleiding? Vraag voor de werkgevers: Kan men als werkgever rekening houden met de persoonlijke situatie van mensen in armoede? Uit het verslag van de rondetafel De werkgevers zijn vandaag niet aanwezig, maar binnen VDAB leeft dit thema ook heel hard. Werken aan zelfvertrouwen leer je niet in een opleiding, bv. de opleiding ‘social profit’ die de VDAB aanbiedt en waar mensen in armoede naartoe geleid worden. Deze opleiding moet je dan eerst volgen vooraleer je naar een andere opleiding wordt doorgestuurd. De opleiding is verplicht of je wordt geschorst van de werkloosheidsuitkering. Deze opleiding wordt als nutteloos en tijdverlies ervaren. De opleiding vraagt ook veel, in verhouding met wat de mensen nodig hebben in hun dagelijkse beroepspraktijk. Ze duurt 4 maanden en mensen willen deze tijd liever benutten om te solliciteren. De vakbonden vinden dit ook een aandachtspunt om mee te nemen naar hun dagelijks werk. Als deze druk zo zwaar weegt, moeten de vakbonden tegengewicht bieden. Binnen VDAB willen ze consulenten en opleiders trainen om als ‘vertrouwenspersoon’ op te treden naar mensen in armoede, om samen de zoektocht naar werk aan te gaan. Momenteel kennen deze mensen ‘technisch’ hun vak heel goed, maar vergeten ze om ook naar de binnenkant van de mensen te kijken. 56
2. Ziekte/invaliditeit en werk(bekwaamheid) De combinatie werk en invaliditeit of ziekte is niet altijd eenvoudig te regelen. Zeker niet op langere termijn. Het lijkt wel het één of het ander: ofwel kan je werken ofwel ben je ziek, maar iets er tussen kan niet. Ik had een trajectbegeleider. Je zou moeten vast werk zoeken. Ze zien dat er ziekteproblemen zijn. Ik was soms wel erg moe. Ik vroeg om de combinatie van een paar dagen werken en dan een paar dagen niet werken maar combinatie van werken en ziekenbond zijn geen optie bij de VDAB. Ze verwijzen naar vast werk: deeltijds of voltijds. Bij mjn vraag om soepeler te werken antwoorden ze:”als je naar hier komt is het om te werken ofwel voltijds ofwel halftijds.” Ik moest zelf vragen naar de mogelijkheden om te werken en dan niet te werken omwille van chemokuur. De ziekte duurt 5 jaar en 5 jaar wachten om te werken kan ook niet. Je kan werken en daar moet je zelf voor zorgen ofwel blijf je thuis. Dan heb ik zelf het initiatief genomen en ben naar de Wiscomputer gegaan. De tussenvorm werken – ziekenfonds was niet mogelijk. Ik zat in de put. Ik schrijf veel en praatte veel, want ik wilde erbovenop komen. Ik heb mezelf veel moed ingesproken: “Kom je moet vooruit. Zo ben ik en ik ben begonnen in ’t zwart te werken”. De trajectbegeleider in de andere stad was veel beter. Die eerste had precies liever dat ik thuis bleef. Ik had nochtans hulp nodig. Dit probleem komt telkens opnieuw naar boven. Mensen die langdurig ziek zijn worden helemaal uitgeteld. Nochtans geven ze zelf aan dat ze nog wel gedeeltelijk zouden kunnen werken. Dat zou ze ook in staat stellen om hun inkomen wat te verhogen. Ook zijn er negatieve ervaringen met trajectbegeleiding voor mensen die langdurig ziek zijn. Ze zijn ook heel beperkt om opleidingen te volgen. Dat lijkt enkel te kunnen in avondonderwijs. Dat maakt ze opnieuw moeilijker bereikbaar. Een ander probleem is de toekenning van invaliditeit door een geneesheer. Ook hier zijn er heel wat procedures, en mensen hebben meermaals het gevoel dat ze speelbal zijn van dokters. Volgens de ene controle zijn ze werkbekwaam, volgens de andere kunnen ze toch op invaliditeit. We verwachten dat een meer persoonsgerichte benadering mogelijk is. En dat een beslissing over onze gezondheidstoestand gebeurt door een dokter die onze gezondheidstoestand goed kent. Dat is in de regel dan wel onze huisdokter.
57
Vraag aan mutualiteit en vakbond: Welke combinaties van werk en ziekte of invaliditeit zijn er mogelijk? Kan dat eenvoudiger geregeld worden? Kan dat voor langere tijd? Vraag aan VOSEC en Werkgevers: Kunnen ze rekening houden met ziekte? Kan een lager werktempo? Kunnen ze zorgen voor aangepast werk bij ziekte? Uit het verslag van de rondetafel De combinatie werk en ziekte bestaat in de wetgeving, mits je aan een aantal voorwaarden voldoet. - Het gaat hier niet alleen over langdurig zieken. - Invaliditeit = meer dan 1 jaar op ziekenkas zitten. - De adviserend geneesheer wordt als ‘controleur’ bezien, dat is ook zeker een stuk van zijn werk. Maar meer en meer krijgt hij als taak erbij om mensen te begeleiden, bv. naar een haalbare activiteit. Deze activiteiten worden dan wel zeer nauw omschreven, ook naar duur enz. - Eigenlijk wordt dit systeem redelijk gepromoot door de ziekenfondsen, want zij krijgen hiervoor ook goede punten. Het is een soepel systeem, de mensen worden er beter van en de mutualiteiten ook. Het gaat niet alleen over 50 of 100% tewerkstelling, het gaat ook over deeltijds. Het kan voor enkele uren/dagen (maar het moet wel controleerbaar blijven). Het is een progressieve tewerkstelling: je kan van enkele uren naar steeds meer uren/dagen werken. Er staat geen einddatum op, je kan dit blijven doen tot aan je pensioen. Let wel: je moet een akkoord vooraf vragen aan de adviserend geneesheer. (tussen de 10 en de 15% van alle zieke mensen zitten in dit systeem). - Een valkuil: er zijn momenteel ongeveer 1.000 gezinnen in België die door dit systeem een inkomensval (zouden) maken. - De grootste knelpunten: - de (flexibiliteit van de) werkgever (deze uren moeten in je organisatie passen) - de informatie die hierover wordt gegeven, bv. vanuit de mutualiteiten. Vraag naar VOSEC: liggen deze thema’s daar ook op tafel? Ja, MAAR… het is een combinatie van sociaal (dat is de opdracht), maar ook van economie. Er moet gezocht worden naar een evenwicht. - Kan je een opleiding volgen tijdens je invaliditeit? De mutualiteiten zeggen ja, maar de ervaring zegt dat er opmerkingen kwamen vanuit de controle-arts naar het volgen van een dagopleiding (want als je een opleiding kan volgen, kan je ook gaan werken). - Mensen die werken en dan invalide worden, en nadien opnieuw ‘hervallen’ vallen soms op een lager inkomen. Moeten we dit niet opnemen? Er bestaat
58
hiervoor al een minimumsysteem voor, met een hervalperiode van 3 maanden (is te kort). - Onderzoek van Ziekenzorg CM: wordt opgenomen en doorgegeven.
59
De kwaliteit van werk Wij doen (vaak?) zwaar, ongezond en vuil werk. Wij vinden dat ons werk niet genoeg gewaardeerd wordt door de mensen. De wettelijke verplichtingen voor gezondheid en hygiëne worden bij ons werk niet overal nageleefd. De werkgever maakt soms misbruik van onze zwakke positie op de arbeidsmarkt. De anesthesist wou mij niet volledig verdoven omdat mijn longen zwart zagen, maar de dokter ziet alles in zwart-wit: ik ben 25 jaar lang schilder geweest, en daarom heb ik slechte longen. Het komt ook door het roken, maar vooral door al het stof op mijn werk(12015) Ik werk in de ijzeren vaten, oude vaten komen binnen en worden gerecycleerd. Ik werk daar al 5 jaar en het is niet altijd veilig. Onze bescherming is dat als er een kruis op het vat staat ze die er dan uit moeten halen. Daar zit dan meestal chemisch afval in. Het werk is ook nooit gezond hé, altijd stof en vuiligheid en het is slecht voor de rug. Ik ben geopereerd geweest aan mijn rug door mijn werk, 3 – 4 jaar geleden. Ik werk aan de lopende band, en we moeten snel werken(12029) Toen ik in een slachterij werkte, kreeg ik chronische rinitis en had ook veel hoofd-, nek- en schouderpijn. Ik kreeg ontslag. (11010) Vroeger heb ik nog gepoetst, maar ik zie hoe dat ging bij mijn moeder , ik wil niet sukkelen met lichamelijke problemen binnen 10 jaar. Mijn ma heeft regelmatig last van een hernia. Pas op ik heb alle respect voor die job.’(12064) Als ik in de namiddag zou moeten gaan kuisen in een huis dat te ver ligt van de kuispost in de voormiddag moet ik op een half uur met de fiets van het ene huis naar het andere geraken. Ik kan mijn boterhammen toch moeilijk opeten terwijl ik aan het fietsen ben(12106) In vier uur moet ik boven en beneden in een huis kuisen, dat is niet realistisch. Alle weken moet ik ook de ramen lappen. Als ze ons weer eens wisselen van huis om te gaan kuisen, dan moet ik altijd de rommel van de vorige poetsvrouw opkuisen, als die het niet goed deed. Daar kan ik niet tegen. Als ik weken dezelfde huizen zou hebben dan is het de eerste keer wel zwaar, maar dan weet ik tenminste de volgende keren wat ik niet meer moet doen.(12096)
60
Ik had eens een vrouw en ik zag dat zij achteruit ging elke keer ik kwam. Ik zei dat op het bureau dat ze mij daar niet weg moesten halen, omdat ze erg snel achteruit ging op gezondheidsvlak . Ze hebben mij toch verplaatst en op een gegeven moment krijgen ze bij het OCMW een doodsbrief. ‘Oei oei, ik wist niet dat het zo erg was’ zeggen ze dan, maar ik heb het ze wel verteld he, en nu doen ze dat nog. Op het werk, de mensen achter het bureau weten niet hoe het bij de mensen thuis is.(12099) Na mijn werk als zelfstandige ben ik gescheiden, ons huisje werd verkocht en moest ik werk gaan zoeken. Dat vond ik in de kleding branche. Met een bediendencontract kon ik gaan werken in een grote keten. We werden er behandeld als honden, het leek bij wijlen wel een concentratiekamp. Er waren problemen met de vakbonden. Niemand werkte er langer dan 5 jaar, ook ik werd na 4,5 jaar ontslagen (11001) Het werk dat we doen is veelal zwaar werk, soms ook gewoon ongezond. Niet alle bedrijven houden zich aan de wettelijke verplichtingen op dat vlak. Als we door het werk dan ziek worden, worden we ook nog ontslagen! We ervaren in de regel ook weinig waardering voor ons werk. We vinden dat wettelijke regels moeten nageleefd en gecontroleerd worden, bijvoorbeeld voldoende beschermkledij, privaat sanitair om te kunnen douchen,… Misschien kan de arbeidsinspectie of een preventie-adviseur toch wel een actievere rol spelen. Vraag aan werkgevers: Leden van uw organisaties doen dit. Dit is soms tegen de wet. Wat doen jullie daaraan als dit toch gebeurt? Welke maatregelen nemen jullie om dit te vermijden? Vraag aan de vakbonden: Wat kan een vakbond doen als de werkgever de wettelijke regels niet naleeft? Vraag aan ORCA: - Is dit knelpunt herkenbaar voor mensen zonder papieren, voor clandestiene arbeiders? - Blijft dit knelpunt niet bestaan door het inzetten van mensen zonder papieren,? Uit het verslag van de rondetafel - De vakbondswerking in bedrijven is zeer wisselend. Sommigen werken zeer actief en trekken het zich echt aan. Ze zijn ook aanspreekbaar (maar zouden ook 61
zelf wel vinger aan de pols mogen houden). De werkgever heeft uiteindelijk toch meer zeggenschap in een bedrijf. - Controles in bedrijven verlopen normaal gezien ‘onverwachts’. - De verhalen zijn zeer herkenbaar voor mensen zonder papieren. Ze zitten ook in de moeilijke, onveilige, ongezonde jobs... Deze groep is zeer kwetsbaar, want ze vallen buiten de sociale zekerheid (krijgen geen invaliditeit, werkloosheid…) en kunnen ook nog eens opgepakt worden door de politie om het land uitgezet worden. Standpunt van OR.C.A: * Hoe slechter de zwakste schakel op de arbeidsmarkt, hoe slechter het geheel (want je vertrekt bij de onderkant). * Voor de werknemers: probeer beter te onderhandelen met je werkgever. Werknemers met een moeilijke gezinssituatie ervaren extra problemen in de combinatie werk en zorgen voor het gezin. Ze vinden hier geen begrip en ondersteuning voor. Ik had veel problemen met de opvang. Dat kost veel en de opvang tijdens vroege en late uren was moeilijk. De combinatie van alleenstaande mama en werken is moeilijk. Nu is het werk beter combineerbaar. Alleen ’s morgens heb ik nog een probleem. De tweeling is 10 jaar en ik durf ze nog geen half uur alleen laten. ’s Avonds ben ik thuis tegen dat de bus arriveert.(14047) Kinderopvang is al nodig van heel vroeg s’morgens. Maria vangt het kind op van haar dochter want als er geen opvang is kan de dochter niet gaan werken. Maar moet al heel vroeg gaan werken en er is geen opvang zo vroeg. Familiaal netwerk is belangrijk zoals bijvoorbeeld bij de opvang van kinderen(15050) Vroegen en laten is moeilijk met kleine kinderen. Gelukkig hebben mijn ouders altijd ingesprongen. Mijn broer steunt mij ook.(12054) Ik heb een moeilijke situatie met mijn werk en gezin. Vroeger werkte ik in een bloemenwinkel, maar ik ben dat werk verloren. De arbeidsinspectie was gekomen en “mijn ex-man zou ze gestuurd hebben”. De therapeuten zeiden dat ik geen werk meer mocht zoeken buiten de schooluren, dus ben ik gaan kuisen via het OCMW. Eerst heb ik een jaar aan de dop gezeten, maar dat is echt niet vol te houden. Ik had geen geld genoeg. Kuisen is erg zwaar werk, als ik thuiskom dan ben ik te moe en val ik soms in slaap in mijn zetel.(12098) De strijk komt al tot mijn heup, maar ik kijk eroverheen. Nu kom ik thuis om 5 uur en ik lig al in mijn zetel. Vroeger had ik latere uren en dan was ik ook moe, maar dan wist ik vanwaar het kwam, nu heb ik voor de rest van de avond geen energie meer. Iemand van slachtofferhulp zei dat ik de woensdag verlof 62
moest opnemen. Nu doe ik dat, maar dan kom ik amper rond. Ik zit maar te werken en ik kom geen stap vooruit.(12095) Ik werk mij kapot voor iets meer dan het leefloon. Ik wou dat ik ook nog energie over zou hebben om in mijn eigen huis meer op te kuisen. Spelen met de kinderen vind ik belangrijker.(12099) De bestraling van mijn zoon kost me 3 x 15 euro per week! De papa komt niet tussen in de kosten en betaalt ook geen onderhoudsgeld. Ik moet nu ook nog 400 euro per maand afbetalen voor miljn eigen chemobehandeling en om de 4 maand krijg ik nog een nabehandeling – een injectie. Ik krijg thuisbegeleiding ben daar zeer tevreden over. Ik werk heel hard en de kinderen zijn vaak alleen door de omstandigheden. Zo hard werken is geen bewuste keuze maar een noodzaak (14005) De kinderen zeggen: mama jij bent nooit thuis!”. De oudste dochter is al uit huis, zij werkt nu voltijds en de problemen zijn min of mee opgelost. Met de eindejaarsfeesten krijgen de kinderen elk 60 euro waar ik nu al voor spaar. Wij hebben nu 1 PC en Internet. Kwestie van te kunnen doen zoals leeftijdsgenoten:”zij zien wat anderen hebben”(14006) Soms is werken te weinig aantrekkelijk voor ons omdat de lonen voor ons te laag zijn en er te weinig tegemoetkomingen zijn voor de bijkomende lasten zoals kinderopvang, vervoer… Door het lage inkomen vraagt het huishouden ook extra zorg, maar de bijkomende werkstress en de fysische vermoeidheid maken die extra zorg moeilijk. Beschikbare en betaalbare kinderopvang is een deel van de oplossing, maar er is ook een meer menselijk klimaat nodig waarin werken en gezin kunnen samengaan. Dit geldt nog meer voor een alleenstaande ouder. Vraag aan Vosec: Hoe gaan jullie zelf om met dit knelpunt? Vraag aan Unizo: Hoe gaan jullie om met dit knelpunt? Vraag aan Hiva: Kennen jullie goede voorbeelden uit andere landen of uit onderzoek? Uit het verslag van de rondetafel - Goed voorbeeld: Isis (Limburg)
63
Sociale flexibiliteit: ze gaan kijken naar de mogelijkheden van de werknemers (welke buurt, welke uren…). - Flexibiliteit is ook voor de vakbonden een strijdpunt, maar dit wordt niet altijd goed onthaald bij de werkgevers. - Er zijn ook heel wat arme werknemers. Een typisch voorbeeld: de Carrefour, de lonen liggen niet heel laag, maar ze bieden alleen maar deeltijdse contracten aan. - Het is de rol van de overheid om goede en betaalbare (gratis?) kinderopvang te organiseren. De leeftijd van kinderopvang zou ook opgetrokken mogen worden (+ 12 jaar). - ESF-project VDAB: diensten moeten meer communiceren met elkaar en moeten op elkaar afgestemd worden. Veel premies voor werkgevers missen hun doel (bijvoorbeeld bij het in dienst nemen van 50-plussers). Ze zijn in het voordeel van de werkgever en in het nadeel van de werknemer. Als ge 50 jaar bent wordt het steeds moeilijker om aan werk te geraken en ik heb veel afgelopen. Zelf het initiatief nemen is me niet meegevallen. Als langdurig werkloze moet je bij de VDAB komen. Ze stellen van alles voor. Voor bepaald werk vindt men niemand. Je kunt/moogt dan niet weigeren. Ze stuurden me naar een cursus ‘leren lassen’. De interimkantoren hebben veel werkaanbiedingen buiten de regio, erbinnen niks voor mij. Op den duur krijg je drempelvrees en geraak je ontmoedigd. (11040) We stellen ons vragen bij de mogelijkheden voor wie ouder is om nog werk te vinden. We ervaren hoe moeilijk het is om nog iets te vinden. En is het dan wel een werk dat je kan houden. Of wordt je alleen aangenomen omdat de werkgever er een premie kan voor krijgen? We vinden dat dergelijke premies zouden moeten terugbetaald worden als je niet in dienst wordt gehouden. Vraag aan de VDAB: Merken jullie dit in de praktijk? Zien jullie 50-plussers terugkomen na enkele maanden? Vraag aan de werkgeversorganisaties: - Herkennen jullie het probleem? - Welke maatregelen zien jullie die voor werkgevers én werknemers positief zijn op langere termijn?
64
Uit het verslag van de rondetafel - Er is een Belgische premie (onbeperkt in duur) en een Vlaamse premie (beperkt in duur). Deze premies zouden zich vooral moeten richten naar bepaalde mensen met een laag inkomen. - Er zijn ook werknemerspremies, bv. naar mensen die ontslagen worden. Interimarbeid wordt niet alleen gebruikt om werkpieken op te vangen, er is betere controle op nodig Het eerste jaar dat we samen waren ben ik mijn werk verloren. Ik ging van interim naar interim. Nu ben ik 2 maanden thuis, voordien werkte ik bij Tupperware. Maar ja het gaat daar nu slecht, met de economische crisis moeten ze zelfs hun vaste contracten tijdelijk ontslaan, en ik werk daar via interim. Nu moet ik stempelen(12066) Ik heb toch wel 5 jaar gewerkt via zogenaamde gelegaliseerde koppelbazen: de interimkantoren. Maar ik mocht 4 maand per jaar niet werken omwille van de jobstudenten die de werkgever inschakelt omdat die goedkoper zijn. En hoe langer hoe meer mogen jobstudenten werken.(15005) Ik heb een paar interimjobs gehad, en dat was alles, het was moeilijk om werk te vinden daar ik geen diploma kon voorleggen. Nu stempel ik al jaren. Ik wil heel graag gaan werken, maar ik kan het niet, ik heb teveel problemen aan mijn hoofd (12027) Soms geraken we aan werk via interimkantoren, maar dat biedt weinig kans op een blijvend werk. Kan interimwerk ook niet beperkt worden, bijvoorbeeld geen onbepaald aantal opeenvolgende contracten meer. Of een beperking van het volume interimarbeid voor een bedrijf? Vraag aan de vakbond: Wat is jullie standpunt rond interimarbeidd? Vraag aan HIVA: wat vinden jullie van zo’n systeem op de beperking van interimarbeid? Vraag aan Werkgever: waarom gebruiken jullie zoveel interimarbeid?
65
dienstencheques bieden onvoldoende zekerheid naar betrokken werknemers op vlak van inkomen, vakantie en inhoud werk Ik werk nu met dienstencheques. Ik poets bij mensen. Maar als die vakantie hebben en ik moet niet gaan, heb ik geen inkomen. Ik ga niet graag naar een andere post in de plaats omdat ik daar dan alles voor de eerste keer weer moet poetsen en ik weet ook niet hoe ik het ga kunnen regelen met het vervoer. Ik verdien 1200€ bruto. Als ik minder werk heb, krijg ik geen dop in de plaats omdat mijn inkomen te hoog is. Ik heb elke euro nodig!(12051) Nu krijg ik een vast contract van 27 uren per week, maar ik doe 31 uren. Zo heb ik toch zekerheid dat ik 27 uren heb per week als er huizen waar ik moet kuisen zouden wegvallen. Bij dienstencheques is er geen bemiddelingsdienst, ik moet alles zelf regelen. Op 10 november, wanneer de meeste mensen verlof hebben, moest ik werken. Die familie was op dat moment thuis en ik heb voor 4 uur komen kuisen, maar werd niet betaald.’(12101) Werken met dienstencheques biedt weinig zekerheid voor ons. We willen dat wie werkt binnen dit systeem een volwaardige arbeidsovereenkomst moet kunnen afsluiten met een werkgever. De situatie van het gezin waar we gaan werken mag geen invloed hebben op onze rechten of ons inkomen. Vraag aan de vakbond: wat doen jullie aan de verbetering van de rechtszekerheid van de werknemer, bijvoorbeeld naar uitbetaling? Vraag aan Vosec: hoe komt het dat mensen zo lang moeten wachten op hun geld, alle rompslomp? Vraag aan HIVA: wat vinden jullie van zo’n systeem met dienstencheques, zijn hier al studies rond gebeurd? Uit het verslag van de rondetafel - Je hebt een contract met een dienstenbedrijf. Dat moet goed nagekeken worden. - Als een klant op verlof gaat, verlies je die week je inkomen. Ook als je daar voor de deur staat en ze doen niet open verlies je je job. Bij de grote bedrijven zit dit wel goed. Zij nemen deze kosten op zich. De werknemer mag hiervan niet de dupe zijn. Bij de interimkantoren loopt dit soms wel fout. Daar zit een groot probleem.
66
- Sinds vorig jaar is hierover een paritair comité opgesteld. Maar dat moet nog groeien. Hier moet nog meer gereglementeerd worden. Ook bij de werknemers moet dit nog groeien, zij komen vaak uit het zwartwerk en zijn niet gewoon om met arbeidsomstandigheden om te gaan. beschutte werkplaatsen houden zich onvoldoende aan haar sociale doelstelling Een fatsoenlijke, reguliere job zie ik me niet doen. Maar een beschutte werkplaats, dan vraag ik me af: “wat doe ik hier?” Dat is seriewerk. Het is moeilijk… Ik kan Engels, Duits, … . dat kan 4 maanden goed gaan en de 5e maand fout lopen.(13042) Ik heb ook 11 maand gewerkt en dan dacht ik: ‘waarom doe ik het?’. Ik heb hoog gestudeerd, en dan kom je binnen en vragen ze: ‘kan je tot 10 tellen?’. Dan moet je 10 zakdoeken in een doos leggen en op een band zetten. Dan denk ik: ‘waar ben ik mee bezig?’.(13067) En de chef, die was zo lomp als een varken, en zij moeten u dan bevelen geven… Ze vragen: ‘kan je tot 10 tellen?’, en ze kennen je diploma! Ik kan er niet tegen als mensen uit de hoogte doen. Ik werkte op mijn gemak; als de band sneller ging, dan liet ik stukken door. Dat interesseerde me geen snars. Dan gingen die stukken maar de vuilbak in.(13068) Ze noemen zich een beschutte werkplaats, maar er was wel druk en stress. Zoveel stukken moet je per uur maken. Er waren er veel die vroegen om de band langzamer te laten draaien. Dat deden ze niet. Uiteindelijk is het ook produceren.(13069) Het werk in een beschutte werkplaats biedt onvoldoende sociale begeleiding. We ervaren het eerder als hard werken voor een lager loon dan in een gewoon bedrijf. We vinden dat een beschutte werkplaats een verplichte minimale sociale begeleiding moet voorzien, en werk bieden op maat van wat mensen ook echt aankunnen. Misschien is daarvoor wel een betere subsidieregeling nodig. Vraag aan de vakbond: Hoe komt het dat jullie zo weinig de beleving opnemen van de werknemers – bvb werknemers uit beschutte werkplaats moeten gaan werken in ander bedrijf tussen ‘gewone’ werknemers Vraag aan Vosec:
67
bestaan er sectorale afspraken rond de invulling van de sociale functie (begeleiding,…) Uit het verslag van de rondetafel - Werknemers met een handicap die nu in een gewone tewerkstelling werken voelen dat ze hetzelfde werk doen, maar tegen een lager loon. Dit voelt niet goed naar waardering toe. Andere ervaring: als deze werknemers hun eigen begeleiders mogen meenemen en tegen hun eigen tempo mogen werken, kunnen deze trajecten wél werken. - De plaats van tewerkstelling moet vertrekken vanuit de werknemer zelf. In België hebben we een én én verhaal: mensen kunnen terecht in een beschutte werkplaats of als bijzondere werknemer in een reguliere arbeidstewerkstelling. Beide opties zijn hier mogelijkheid. - De vraag naar meer financies voor begeleiding in beschutte werkplaatsen willen de vakbonden wel mee nemen. Deze vraag is ook niet onbekend. - Waarom geeft men werk aan de beschutte werkplaats? Waarom worden sommige jobs uitbesteed? De doelstelling waarom men dit werk aan een beschutte werkplaats geeft, is uiteraard het financieel plaatje. Omdat er dan bespaard kan worden op andere posten. Is dit een slechte zaak? * Als het uitbuiting is: is het slecht! * Als het is om mensen kansen te geven, dan kan het wel. We moeten er dan wel voor zorgen dat deze mensen een goed loon krijgen en goede werkomstandigheden hebben.
68