BUSINESS class
Deel 5 - Inkomensvorming
Jijzelf en/of het gezin waarvan je deel uitmaakt, kunnen dus op verschillende manieren aan een inkomen geraken. Er zijn drie grote categorieën.
inkomen uit arbeid inkomen uit sociale vergoedingen en toevallige inkomsten inkomen uit kapitaal
2. Inkomen uit arbeid
LEERDOELSTELLINGEN
Je kan - de verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen. - de inkomensvorming uit arbeid omschrijven m.b.t. stelsels van vergoedingen van arbeid in dienstverband versus zelfstandige. LPD 5.1.1
OPDRACHT
Lees onderstaande tekst en los nadien de bijhorende vragen op. a) Omschrijf de vacature voor deze job met je eigen woorden. Antwoord:
b) Klasgesprek - Zou jij die job willen hebben? Waarom wel/niet? - Als je nog een aantal eisen mocht stellen als kandidaat voor de job, wat zou jij dan nog extra vragen? Waarom? - Wat is voor jou de belangrijkste reden om te werken?
-75-
Deel 5 - Inkomensvorming
BUSINESS class
bron: www.nieuwsblad.be – 18 januari 2009
-76-
BUSINESS class
Deel 5 - Inkomensvorming
c) Welke redenen om te werken kan je nog bedenken? Antwoord:
geld verdienen zelfontplooiing psychisch nut sociale contacten imago sociaal nut structuur
Werken kan je als zelfstandige of in loondienst. De mensen die in loondienst of in dienstverband werken, noemt men werknemers. Zij zijn steeds door een arbeidsovereenkomst verbonden met een werkgever. De mensen die werken als zelfstandige, werken steeds in eigen naam en voor eigen rekening. Dit betekent ook dat ze voor eigen risico werken. Wanneer het niet meer goed gaat, moeten ze zelf opdraaien voor de moeilijkheden.
OPDRACHT
Er worden groepjes van twee gevormd. De ene leerling zoekt drie voordelen van werken in dienstverband, de andere drie nadelen. Nadien worden de antwoorden samen besproken en nagekeken. Nadien wordt dit opnieuw gedaan voor werken als zelfstandige. werken in dienstverband VOORDELEN
NADELEN
geen risico
onder gezag van WG
loon, onafhankelijk van resultaten
controle en instructies
gewaarborgd loon
-77-
Deel 5 - Inkomensvorming
BUSINESS class werken als zelfstandige
VOORDELEN
NADELEN
eigen baas
aansprakelijkheid
vrijheid
loon, afhankelijk van resultaten geen gewaarborgd loon
3. Nominaal vs. reëel
LEERDOELSTELLINGEN
Je kan - de begrippen nominaal en reëel loon verwoorden. LPD 5.1.1
De benaming van het inkomen verschilt naargelang het soort werk dat wordt verricht. Zo wordt het inkomen van een arbeider ‘loon’ genoemd. Het inkomen van een bediende wordt ‘salaris’ of ‘wedde’ genoemd. Het inkomen van een zelfstandige wordt meestal winst genoemd. Binnen de groep van zelfstandigen kunnen we twee categorieën onderscheiden. Aan de ene kant hebben we zelfstandige, dewelke hun inkomen ‘winst’ wordt genoemd. Dit zijn de handelaars en de land- en tuinbouwers. Aan de andere kant hebben we de zelfstandigen, dewelke hun inkomen ‘ereloon’ of ‘honorarium’ wordt genoemd. Dit zijn alle vrije beroepen.
-78-
BUSINESS class
Deel 5 - Inkomensvorming
OPDRACHT
Geef minstens drie voorbeelden van een vrij beroep. Antwoord:
notaris dokter advocaat
Het geldbedrag dat het loon vertegenwoordigt, noem je het nominaal loon. Wat je met je nominaal loon werkelijk kunt kopen, noem je het reëel loon of de koopkracht. VOORBEELD
Stel dat je een loon hebt van € 5.000,00 per maand (nominaal loon). Dat is veel, zou je zeggen, maar wat als een brood € 10,00 kost of een liter benzine € 5,00…
De koopkracht of het reële loon van de gezinnen, wat ze werkelijk kunnen kopen, is dus belangrijker voor hen dan het nominaal loon. Om de koopkracht op peil te houden, worden de lonen geregeld aangepast aan de stijging van de prijzen van de consumptiegoederen, de zogenaamde indexering.
4. Inkomen uit kapitaal
LEERDOELSTELLINGEN
Je kan - de verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen. - de verschillende inkomsten uit kapitaal omschrijven en toelichten. LPD 5.1.2
-79-
Deel 5 - Inkomensvorming
BUSINESS class
OPDRACHT
Wat versta je onder het begrip ‘kapitaal’? Antwoord:
- geld om iets te kopen, in iets te investeren - middelen, goederen - menselijk kapitaal = personeel
We kunnen inkomensvorming uit kapitaal indelen in twee grote groepen.
goederenkapitaal geldkapitaal
Wanneer het gaat om geldkapitaal, dan kan je kapitaal vergaren door je geld te plaatsen op een spaarboekje. Je krijgt hiervan intresten. Als het gaat om goederenkapitaal, dan is de keuze iets uitgebreider. Zo kunnen huizen en gronden behoren tot het goederenkapitaal en kunnen deze verhuurd worden. In sommige gevallen wordt er nog een derde groep aan toegevoegd, nl. het menselijk kapitaal. Dit is steeds uit het oogpunt van een onderneming. Het personeel van de onderneming wordt dan als kapitaal aanzien, omdat het ook een grote investering vergt van de onderneming, maar ook iets opbrengt.
5. Inkomen uit sociale vergoedingen en toevallige inkomsten
LEERDOELSTELLINGEN
Je kan - de verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen. LPD 5.1
Er kan een inkomen verkregen worden uit sociale vergoedingen. Dit is wanneer een werknemer niet in staat is om zijn arbeidsovereenkomst uit te voeren. We noemen zo’n -80-
BUSINESS class
Deel 5 - Inkomensvorming
inkomen een vervangingsinkomen. Dit kan gebeuren bij ziekte van de werknemer. Dergelijke inkomens worden betaald door de overheid, via de sociale zekerheid. Verder in deze cursus komen we hier nog op terug. Soms is het ook mogelijk dat de overheid een aanvullend inkomen betaald. Een voorbeeld hiervan is de kinderbijslag.
OPDRACHT
Wanneer kan een persoon genieten van een toevallig inkomen? Antwoord:
winst met kansspelen EuroMillions, Lotto, …
-81-