Geschikt wonen in Midden-Holland Inleiding De belangrijkste opgave in het provinciale woningbouwbeleid is om voldoende geschikte huisvesting mogelijk te maken voor de veranderende bevolking. De vraag naar woningen verandert als gevolg van demografische ontwikkelingen, zoals vergrijzing, diversiteit en individualisering. Daarnaast spelen ook beleidsmatige ontwikkelingen een rol. Door de komst van de Wet langdurige zorg (Wlz) ter vervanging van de AWBZ, verandert de vraag naar wonen met zorg. Er zal minder vraag komen naar verpleeg- en verzorgingshuiszorg en meer vraag naar toegankelijke woningen waar zorg thuis mogelijk is. Dit leidt tot een woonzorgopgave. Dat wil zeggen, dat het noodzakelijk is om delen van de bestaande woningvoorraad aan te passen aan de grotere zorg (provincie Zuid-Holland 2014). Medio 2015 heeft het Tympaan Instituut met behulp van het Ramingsmodel Wonen met Zorg (RWZ) de behoefte aan wonen met zorg in Midden-Holland in kaart gebracht. Onderdeel hiervan is het aantal personen dat behoefte heeft aan een geschikte woning op grond van een zorgvraag of lichamelijke beperking. Om de opgave geschikt wonen goed in beeld te kunnen brengen is daarnaast inzicht nodig in de voorraad geschikte woningen. In deze factsheet worden de gegevens over behoefte en aanbod aan geschikte woningen met elkaar vergeleken om te kunnen bepalen in hoeverre er sprake is van een (mis)match. Onderstaand komt aan de orde: een korte samenvatting van de gegevens over de behoefte aan geschikt wonen: o demografische ontwikkeling; o woonsituatie van 65-plussers; o behoefte aan geschikt wonen. De woningvoorraad: aantal nultredenwoningen in de (sociale) huursector en het aantal geschikte eengezinswoningen. (Mis)match tussen vraag naar en aanbod aan geschikte woningen.
Samenvatting behoefte wonen met zorg in Midden-Holland Demografie1 en woonsituatie Midden-Holland telt op 1 januari 2015 224.949 inwoners (CBS 2015). Dit aantal zal in 2030 naar verwachting ongeveer 240.065 zijn, een toename van zo’n 7%. Het aantal 65-plussers in Midden-Holland neemt in de periode 2015-2030 toe met ongeveer 44%. Met name het aantal 75-plussers zal sterk stijgen. In 2015 zijn dat er ruim 17.000 en in 2030 29.700 (figuur 1). Dit is de leeftijdsgroep met de grootste zorgvraag.
1
Er is in deze notitie gekozen voor gebruik van de Primos-prognoses 2013 van ABF Research in plaats van de provinciale bevolkingsprognose. Reden hiervoor is dat in de Primos-prognoses gegevens op kern-/wijkniveau beschikbaar zijn, wat voor een aantal regio’s (waaronder Goeree-Overflakkee) relevant is. De afwijkingen van de Primos-prognoses ten opzichte van de provinciale prognose zijn minimaal.
Postbus 93010 2509 AA Den Haag 070 3371000
Anna van Saksenlaan 51 2593 HW Den Haag
www.tympaan.nl
[email protected] @tympaan_inst
Figuur 1
Ontwikkeling aantal ouderen in Midden-Holland 2015-2030
30.000
25.000 20.000 15.000 10.000 5.000
0 2015
2020 65-74
2025
2030
75+
bron: ABF Research 2013
Het aantal 75-plussers neemt met 74% toe, wat sterker is dan de gemiddelde groei in heel Zuid-Holland (59%). Het aantal mensen jonger dan 65 jaar neemt in de periode 2015-2030 af met ongeveer 2% tot circa 181.300 inwoners, terwijl het aandeel 65-minners in ZuidHolland vrijwel gelijk blijft. In Midden-Holland woont 41% van de ouderen alleen. Dat is vergelijkbaar met ZuidHolland, waar ook 41% van de ouderen alleen woont. Het percentage ouderen in MiddenHolland dat alleen woont, neemt wel toe tot 44% in 2030. Het percentage meerpersoonshuishoudens in Midden-Holland is met 54% hoger dan dat in heel Zuid-Holland, waar 48% van de huishoudens een meerpersoonshuishouden is. Ouderen in Midden-Holland zijn in vergelijking met de provincie Zuid-Holland vaker (nog) gehuwd. Verhoudingsgewijs zijn er meer vrouwen dan mannen alleenstaand. Van de 65plussers in Midden-Holland is 79% van de mannen getrouwd en 53% van de vrouwen. Van de 65-plushuishoudens in Zuid-Holland woont in 2012 62% in een (sociale) huurwoning. In COROP-regio Oost-Zuid-Holland is dat maar 52%2. Gemiddeld woont 49% van alle huishoudens van Zuid-Holland en 40% van de huishoudens van COROP-regio Oost-ZuidHolland in een (sociale) huurwoning. Van de 65-plushuishoudens3 woont in COROP-regio Oost-Zuid-Holland 56% in een eengezinswoning, in Zuid-Holland is dat zo’n 45% (CBS 2013).
Woonzorgbehoefte zelfstandig wonen Een gedeelte van de 65-plussers heeft als gevolg van gezondheidsklachten of beperkingen behoefte aan wonen met zorg. Hoe ouder mensen zijn, hoe groter het aandeel dat behoefte heeft aan wonen met zorg. Met andere woorden: van de 75-plussers heeft een groter aandeel behoefte aan een vorm van wonen met zorg dan van de 65-75-jarigen.
2 3
De (voormalige) gemeenten Zuidplas, Ouderkerk en Nederlek vallen onder de COROP-regio Rijnmond. Dit betreft hoofdbewoners.
2 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Voor de behoefte aan geschikt wonen is relevant: het aantal 65-plussers dat als gevolg van een zorgvraag behoefte heeft verzorgd wonen (wonen in een geschikte woning met zorg aan huis); het aantal 65-plussers dat (nog) geen zorgvraag heeft maar als gevolg van lichamelijke beperkingen wel behoefte heeft aan een geschikte woning (doelgroep geschikt wonen). Beschermd wonen blijft dus buiten beschouwing, omdat dit wonen in een instelling voor 24-uursverblijf betreft. Personen die behoefte hebben aan beschermd wonen zullen daarom in de meeste gevallen geen beroep doen op een zelfstandige geschikte woning4. Op de toekomstige woonzorgbehoefte zijn twee ontwikkelingen van invloed: De demografische ontwikkeling. Scheiden van wonen en zorg, dat wil zeggen dat minder mensen in aanmerking komen voor verblijf in een instelling en dus zelfstandig (blijven) wonen. Onderstaande cijfers houden hiermee rekening. In totaal hebben in 2015 zo’n 3.200 personen behoefte aan verzorgd wonen. In 2030 ongeveer 5.640, een toename van circa 76%. Met name onder 75-plussers neemt de behoefte aan verzorgd wonen sterk toe vanwege somatische aandoeningen (figuur 2).
Figuur 2
Behoefte van verzorgd wonen in MiddenHolland naar leeftijd en aandoening 20152030
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2015
2020 som 0-65
som 65-74
2025 som 75+
pg 65+
2030 lg 0-100
bron: ABF Research 2013, CIZ 2014; bewerking Tympaan Instituut 2015
De behoefte aan geschikt wonen neemt toe van ruim 12.800 in 2015 tot bijna 15.800 in 2030 (exclusief personen die behoefte hebben aan verzorgd wonen). Dit is een toename van ongeveer 23% die voor rekening komt voor de behoefte aan geschikt wonen onder 65plussers (figuur 3).
4
Mensen met een indicatie voor verblijf kunnen wel gebruik maken van een zogenaamd volledig pakket thuis. In dat geval is een geschikte woning wel wenselijk.
3 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 3
Behoefte aan geschikt wonen in MidddenHolland naar leeftijd 2015-2030
20.000 15.000 10.000 5.000 0 2015
2020 geschikt wonen 18-64
2025
2030
geschikt wonen 65+
bron: ABF Research 2013, BZK/CBS, WoON 2012, DANS, CIZ; bewerking Tympaan Instituut 2015
In totaal hebben in 2015 dus ongeveer 16.000 personen op grond van een zorgbehoefte (verzorgd wonen) of lichamelijke beperking (geschikt wonen) behoefte aan een geschikte woning en in 2030 is dit aantal opgelopen tot circa 21.400, een toename van 33%. Zie de bijlage voor een toelichting op de berekeningswijze van de woonzorgbehoefte.
Geschikte woningen in Midden-Holland Woningvoorraad Midden-Holland telt op 31 december 2014 95.471 woningen. Van de woningen is 72% een eengezinswoning. Ongeveer 27.700 woningen zijn in het bezit van woningcorporaties (29%) (VROM/DGW en CFV 2014). Het aanbod aan geschikte woningen kan berekend worden op basis van de volgende gegevens5: Nultredenwoningen woningcorporaties. Uit gegevens van het Centraal Fonds Volkshuisvesting blijkt dat circa 33% van het corporatiebezit in Midden-Holland een nultredenwoning betreft, zo’n 9.050 woningen (VROM/DGW en CFV 2014). Eengezinswoningen (koopwoningen, woningen in bezit van woningcorporaties en woningen in bezit van overige verhuurders (gegevens CBS 2013). Van eengezinswoningen kan met behulp van de Doorzonscan (Laagland’advies 2007) worden berekend hoeveel woningen potentieel geschikt zijn voor ouderen. Dat wil zeggen dat deze kunnen worden opgeplust voor iemand met een beperking. Hierbij wordt rekening gehouden met de inhoud van de woning en het bouwjaar. Van de ongeveer 67.900 eengezinswoningen (CBS 2013) in Midden-Holland zijn er naar schatting zo’n 51% potentieel geschikt. Dit betreft ongeveer 5.200 huurwoningen en 29.500 koopwoningen (zie figuur 4) (CBS 2013, Laagland’advies 2007).
5
Van ongeveer 11.355 woningen kan niet door het Tympaan Instituut worden bepaald of ze een geschikte woning zijn en voor welke doelgroep deze beschikbaar zijn. Dit betreft de meergezinswoningen in de koop- en particuliere huursector, circa 12% van de totale woningvoorraad in Midden-Holland.
4 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 4
Aandeel (potentieel) geschikte woningen in Midden-Holland
60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 eengezins
eengezins
koop
nultreden corporatiesector huur
geschikt
ongeschikt
bron: CBS 2013, VROM/DGW en CFV 2014, Laagland’advies 2007; bewerking Tympaan Instituut 2015
Saldo behoefte en aanbod geschikte woningen Figuren 5 en 6 schetsen een beeld hoe vraag en aanbod zich tot elkaar verhouden. Wanneer wordt uitgegaan van de totale woningvoorraad en een optimale woningtoewijzing (dat wil zeggen: elke geschikte woning is beschikbaar voor de doelgroep die er behoefte aan heeft) is er een overschot aan huur- en koopwoningen.
Figuur 5
Saldo behoefte en aanbod aan (potentieel) geschikte woningen in Midden-Holland in 2015, 2020 en 2030 (alle woningen, alle doelgroepen)
25.000 20.000 15.000 10.000
5.000 0 huur (nultreden corporatiesector en eengezins)
koop (eengezins)
alle woningen 2015
2020
2030
bron: BAG, VROM/DGW en CFV 2014, BZK/CBS, WoON 2012, DANS, CBS 2013, Laagland’advies 2007; bewerking Tympaan Instituut 2015
Wanneer alleen naar de doelgroep 65-plussers wordt gekeken, ontstaat een ander beeld (figuur 6). Niet alle (potentieel) geschikte woningen zijn beschikbaar voor deze doelgroep. Op basis van kengetallen op COROP-niveau is de vraag naar koop- en huurwoningen voor 65-plussers en beschikbaarheid van huur- en koopwoningen voor 65-plussers ingeschat (zie voor uitgebreide berekeningswijze de bijlage). Als we hiervan uitgaan is er in 2015 en in 2020 nog een overschot aan geschikte huurwoningen, maar ontstaat er in 2030 een tekort. In de koopsector zijn vraag en aanbod aan geschikte woningen in 2015 vrijwel gelijk, maar is er in 2020 een tekort ontstaan dat in 2030 verder zal oplopen.
5 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 6 Saldo behoefte en aanbod aan (potentieel) geschikte woningen in Midden-Holland in 2015, 2020 en 2030 (behoefte en beschikbaar 65plussers) 2.500 1.500 500 -500 -1.500 -2.500
huur (nultreden corporatiesector en eengezins)
koop (eengezins)
beschikbaar 65+ 2015
2020
2030
bron: BAG, VROM/DGW en CFV 2014, BZK/CBS, WoON 2012, DANS, CBS 2013, Laagland’advies 2007; bewerking Tympaan Instituut 2015
Bij de gepresenteerde tekorten in figuur 6 moet een aantal belangrijke kanttekeningen worden gemaakt: Het gaat hierbij niet om absolute cijfers, maar om het zichtbaar maken van een ontwikkeling in de hele regio. Dit gepresenteerde beeld is een startpunt waarbij ook gekeken zou moeten worden naar de aansluiting van vraag en aanbod op wijkniveau, gegeven de geringe verhuisgeneigdheid van ouderen. Het is belangrijk om lokale kennis hierover te benutten. Niet alle nultredenwoningen in de corporatiesector zijn geschikt voor mensen met een zorgvraag, omdat ze bijvoorbeeld te klein zijn of een onhandige indeling hebben. Hierdoor is het tekort aan geschikte woningen in de corporatiesector waarschijnlijk groter. Verder zijn, zoals hiervoor is aangegeven, in deze berekening geen gegevens meegenomen over het aantal nultredenwoningen in de koop- en particuliere sector. Deze zouden moeten worden opgeteld bij de potentieel geschikte woningen. Hierdoor ligt het tekort aan geschikte woningen in de koop- en particuliere huursector waarschijnlijk lager. De berekeningen gaan ervan uit dat iedere persoon met behoefte aan verzorgd of geschikt wonen behoefte heeft aan een geschikte woning. In werkelijkheid zijn er huishoudens waarin beide partners een zorgbehoefte en/of lichamelijke beperking hebben. De cijfers gaan uit van de huidige woningvoorraad. Er wordt geen rekening gehouden met onttrekkingen en toevoegingen aan de woningvoorraad.
Conclusies en aanbevelingen Geschikte woningen zijn nodig voor mensen die thuis verzorging nodig hebben (verzorgd wonen) en personen (18-64 jaar en 65 jaar en ouder) die beperkingen hebben, maar (nog) geen verzorging (geschikt wonen). De grootste groep die behoefte heeft aan een geschikte woning zijn 75-plussers. Er is sprake van een sterke toename van het aantal 75-plussers. Als gevolg hiervan zal ook de behoefte aan een geschikte woning onder ouderen sterk toenemen. In 2020 zullen bijna 1.800 65-plussers meer behoefte hebben aan een geschikte woning dan in 2015, oftewel een stijging van ongeveer 19% als gevolg van het beleid ‘scheiden wonen
6 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
en zorg’ en de demografische ontwikkelingen. In 2030 zal dit aantal zijn opgelopen tot ruim 5.400, een stijging van 56% ten opzichte van 2015. Uitgaande van de beschikbaarheid van geschikte woningen voor 65-plussers zal er in 2020 nog een overschot zijn van ongeveer 850 geschikte huurwoningen, maar is er in 2030 sprake van een tekort van ruim 1.050 huurwoningen. In 2015 zijn vraag en aanbod aan geschikte koopwoningen nagenoeg gelijk, maar is er in 2020 sprake van een tekort van circa 800 woningen dat in 2030 zal oplopen tot circa 2.450 woningen. Belangrijke kanttekening is dat de gegevens een regionale trend zichtbaar maken en dat deze tekorten niet als absolute grootheden moeten worden gezien. Niet alle nultredenwoningen in de corporatiesectoor zullen geschikt zijn en de gegevens over nultredenwoningen in de koop- en particuliere huursector ontbreken. Daarnaast hebben in 2015 circa 6.450 personen uit overige doelgroepen behoefte aan een geschikte woning. In de jaren daarna blijft dit ongeveer gelijk. In totaal neemt de woningbehoefte in de regio volgens gegevens van de provincie ZuidHolland met 9.045 à 13.617 woningen toe. Het verdient aanbeveling om op lokaal niveau na te gaan hoeveel nieuw te bouwen woningen geschikt moeten worden gebouwd. Hiervoor is het ook noodzakelijk na te gaan hoeveel woningen er in de bestaande woningvoorraad geschikt zijn. Het is van belang eventuele nieuw te bouwen geschikte woningen te realiseren op plekken met voldoende voorzieningen. Bij maatregelen om in deze tekorten te voorzien is het van belang om er rekening mee te houden dat de verhuisgeneigdheid onder senioren gering is (Lijzenga, Van der Waals 2014, De Groot et al 2013). De voornaamste opgave door de vergrijzing is daarom eerder een aanpassingsopgave dan een nieuwbouwopgave. Veel ouderen willen immers in hun woning blijven wonen, óók wanneer zij minder mobiel en vitaal worden. Gezien het toenemende eigenwoningbezit onder ouderen verschuift deze aanpassingsopgave in toenemende mate van de woningcorporaties naar de oudere huiseigenaren zelf (De Groot et al 2013). Een andere belangrijke aanbeveling bij maatregelen om in deze tekorten te voorzien is gebruik te maken van lokale kennis over aansluiting van vraag en aanbod op gemeente- en wijkniveau en andere relevante omstandigheden, zoals de inkomenssituatie van ouderen. Ouderen met een laag inkomen hebben vaker behoefte aan een huurwoning dan aan een koopwoning. Verder kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: Stimuleer ouderen tot het doen van woningaanpassingen. Het is van belang dat gemeenten eigenaar-bewoners stimuleren tot het (tijdig) doen van woningaanpassingen. Investeer in aansluitmogelijkheden voor domotica. Naast aanpassingen in de woning kunnen deze domotica de mogelijkheden om zelfstandig in de eigen woning te blijven wonen vergroten. Hierbij kan het gaan om ondersteunende domotica (zoals automatische verlichting) alsook om toezichthoudende domotica (bijvoorbeeld valsensoren). Zorg voor overige randvoorwaarden voor zelfstandig wonen: ○ inrichting van de publieke ruimte, toegankelijkheid van de woonomgeving voor rollators, scootmobiels en minder validen, zoals loop-/rollatorrouten en voldoende ruimten voor formele en informele ontmoetingsplekken (tuintjes, groen, bushalten), vooral ook nabij diverse breng- en haalfuncties (supermarkt, school, buurthuis, zorgcentrum). ○ De beschikbaarheid van ‘haaldiensten’ (winkels, openbaar vervoer, mogelijkheden voor ontmoeting). Zo hebben winkels een ontmoetings- of netwerkfunctie (Singelenberg et al 2012).
7 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
○
Aanwezigheid van zorg- en welzijnsdiensten: mogelijkheden voor zorg en ondersteuning (op afspraak, op afroep of in voortdurende nabijheid), beschikbaarheid van mantelzorg en mogelijkheden voor ontmoeting.
Literatuur Essen AM van, Ligtvoet-Janssen MGA. Woonzorgopgave Midden-Holland. Den Haag: Tympaan Instituut, 2015. Groot C de, Dam F van, Daalhuizen F. Vergrijzing en woningmarkt. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving, 2013. Laagland’advies. Eindrapport Doorzonscan Vught. Houten: Laagland’advies, 2007. Lijzenga J, Waals Th van der. Woonvoorkeuren specifieke woonvormen voor ouderen: een verhaal met veel gezichten. Arnhem: Companen, 2014. Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Kamerbrief Transitieagenda Langer zelfstandig wonen 4 juni 2014. Den Haag: Ministerie van BZK, 2014. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Notitie ‘Hervorming langdurige ondersteuning’. Den Haag: Ministerie van VWS, 2013. Provincie Zuid-Holland. Visie Ruimte en mobiliteit. Den Haag: provincie Zuid-Holland, 2014. Rossem F van, Leidelmeijer K, Wever Th, Ham M van den. Randvoorwaarden voor extramuraal wonen bij ZZP’s VV 01 t/m 04. Amsterdam: RIGO Research en Advies BV, 2014. Singelenberg J, Triest N van, Xanten H van. Woonservicegebieden: klaar voor de volgende ronde. SEV-advies. Rotterdam: SEV, 2012.
Websites cbs.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek
ciz.nl
Centrum Indicatiestelling Zorg
kcwz.nl
Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg
platform31.nl
Platform 31, Kennis van stad en regio
spectrum-gelderland.nl
Spectrum, CMO Gelderland
wijkenatlas
Tympaan Instituut
woonmorgenzonderzorgen.nl
Woon Morgen Zonder Zorgen, Oud worden in eigen huis
vois.datawonen.nl
VROM/DGW en Centraal Fonds Volkshuisvesting
8 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Bijlage Toelichting ramingen In deze toelichting wordt uiteengezet op welke wijze de berekeningen zijn uitgevoerd.
Raming van de behoefte aan wonen met zorg op basis van het Ramingsmodel Wonen met Zorg Uitgangspunt voor de berekening van de kengetallen is het aantal cliënten in Zuid-Holland
Kengetal verzorgd wonen
Verzorgd wonen is berekend voor mensen met een indicatie voor (extramurale) persoonlijke verzorging op basis van grondslag LG, PG of SOM. Gezien het gemiddelde aantal uren verstrekte persoonlijke verzorging per cliënt is ervan uitgegaan dat dit grotendeels onplanbare zorg is of dit op termijn zal worden (voor ouderen). Mensen met alleen (extramurale) verpleging (zonder persoonlijke verzorging) zijn buiten beschouwing gelaten, omdat dit vaker planbare en kortdurende zorg is. Cliënten die langdurige verpleging krijgen, hebben zeer waarschijnlijk ook een indicatie voor persoonlijke verzorging. Bij verzorgd wonen is gecorrigeerd voor het aantal mensen in de doelgroep V&V, dat in de huidige situatie al gebruikmaakt van een zogenaamd ‘volledig pakket thuis’ voor ZZP 1 en ZZP 2. Dit betreft 25% van de mensen met ZZP 1 en ZZP 2 (Actiz). Mensen die als gevolg van scheiden van wonen en zorg niet meer voor verblijf in een instelling in aanmerking komen, zijn gerekend tot de doelgroep verzorgd wonen. Hierbij is uitgegaan van dezelfde in- en uitstroompercentages als bij beschermd wonen. Aangenomen wordt dat cliënten ‘verzorgd wonen’ een geschikte woning nodig hebben. Bij de uitsplitsing naar leeftijd en grondslag is de extramuralisatie verdeeld. Er kan geen rekening gehouden worden met de zorgzwaarte binnen deze categorieën.
Kengetal geschikt wonen
Basis hiervoor is het WoON 2012. Uitgangspunt in het RWZ is dat mensen met matige of ernstige ADL-/mobiliteitsbeperkingen1 behoefte hebben aan een geschikte woning. Een gedeelte van deze mensen ontvangt persoonlijke verzorging en verpleging en valt in het RWZ onder de categorie verzorgd wonen. Er zijn echter ook mensen met een beperking die alleen huishoudelijke verzorging krijgen of geen thuiszorg (bijvoorbeeld omdat ze een gezonde partner hebben). Omdat is uitgegaan van percentages, vormen de respondenten in de steekproef van het WoON 2012 vanwege het grote aantal respondenten een goede afspiegeling van Zuid-Holland. Respondenten die zelf geen beperkingen hebben maar aangeven dat hun partner matig of ernstig beperkt is, zijn daarom buiten beschouwing gelaten bij de berekening van het kengetal. Op basis van het WoON 2012 is in Zuid-Holland het aantal respondenten (18-64 jaar, 65 jaar en ouder) met beperkingen die geen thuiszorg krijgen berekend. Daarnaast is op basis van het CBS bepaald hoeveel mensen (uitgesplitst in 18-64 jaar en 65 jaar en ouder) alleen huishoudelijke hulp ontvangen in Zuid-Holland. Deze twee groepen vormen het kengetal ‘geschikt wonen’.
1
Zoals beperkingen bij lopen, staan of zitten, waardoor hulp bij verplaatsen, wassen, aan- en uitkleden en toiletgang nodig is.
Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
Berekening (potentieel) geschikte eengezinswoningen Voor de Doorzonscan is het noodzakelijk om een bestand te hebben waarin per gemeente bekend is hoeveel woningen er zijn, uitgesplitst naar bouwjaar, inhoud en eigendomsvorm. Helaas bleek zo’n bestand niet voorhanden: Het CBS levert een bestand met oppervlakte (in klassen), bouwjaar (in klassen) en eigendomsvorm van Zuid-Holland. Geen enkel bestand heeft gegevens over de inhoud van woningen. Daarom zijn de oppervlakten van de woningen omgerekend naar inhoud. Dit is gedaan op basis van het BAG-verdiepingsdocument oppervlakte. Doordat niet bekend is van welk type (tussenwoning, vrijstaand et cetera) de eengezinswoningen zijn, is gebruikgemaakt van een gemiddelde vermenigvuldigingsfactor. Tabel 1 Vermenigvuldigingsfactor oppervlakte → inhoud voor 1945
1945-1970
3,09
3,16
1971-1990
na 1990
3,14
3,19
bron: BAG; bewerking Tympaan Instituut 2014
De afkappingspunten in de inhoud (250m3, 300m3, 350m3) liggen middenin de oppervlakteklassen die het CBS levert (70-90m2 en 90-120m2). Uit een eerder project hebben we een bestand met alle woningen in de stadsregio Rotterdam ontvangen met exacte oppervlakten en bouwjaren. Op basis van deze gegevens is een tabel gemaakt met een schatting van de verdeling van de woningen binnen de oppervlakteklassen rond de afkappingspunten in Zuid-Holland.
Tabel 2 Schatting verdeling woningen binnen oppervlakteklassen 70-90m < 250m voor 1945 aandeel woningen 1945-1970 aandeel woningen 1971-1990 aandeel woningen > 1991 aandeel woningen
< 80m
2
90-120m
3
< 300m
2
90-97m
45% 80-89m
2
80-89m 79-89m
33%
67%
< 350m
2
98-114m
33%
2
90-95m
2
95-112m
2
96-116m
18%
2
90-94m
95-115m
14%
3
> 115m
2
12% > 113m
2
> 117m > 116m
72%
14%
Vervolgens zijn de gegevens toegepast op de kengetallen van de Doorzonscan van Laagland’advies.
Tabel 3 Potentiële geschiktheid eengezinshuurwoningen, in percentages 3
tot 250m tot 1965
250-300m
3
≥ 300m
0
5
5
1965-1980
15
25
25
1980 en later
40
40
75
bron: Laagland’advies 2007
2 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]
2
11% 2
bron: BAG, CBS; bewerking Tympaan Instituut 2015
2
21%
77% 2
> 350m
2
62%
12% 2
2
3
55%
90-94m
63% 2
3
2
53%
37% < 78m
2
2
48% < 79m
< 300m
81-89m
55% < 79m
3
3
2
Tabel 4 Potentiële geschiktheid eengezinskoopwoningen, in percentages 3
tot 300m
300-350m
3
≥ 350m
tot 1965
15
20
30
1965-1980
15
60
90
1980 en later
70
70
90
3
bron: Laagland’advies 2007
Berekening saldo vraag en aanbod geschikte huur- en koopwoningen
De vraag naar geschikte woningen is berekend op basis van het aantal personen dat behoefte heeft aan verzorgd of geschikt wonen. Er is niet gecorrigeerd voor huishoudens waarin beide partners op grond van een zorgbehoefte of lichamelijke beperkingen behoefte hebben aan een geschikte woning. Aan de hand van het WoON is op basis van de huidige woonsituatie op COROP-niveau bepaald wat het percentage bewoners is dat behoefte heeft aan een koopwoning en welk percentage aan een huurwoning (voor 65-plussers en voor alle leeftijdscategorieen). Op basis van het WoON is op COROP-niveau bepaald welk percentage van de woningen, uitgesplitst naar eigendomsvorm en type (meer- en eengezins), wordt bewoond door hoofdbewoners van 65 jaar en ouder en 65 jaar en jonger. Dit percentage is een schatting van het aantal beschikbare woningen voor deze doelgroepen.
Colofon december 2015 - M.G.A. Ligtvoet-Janssen, A.M. van Essen © Tympaan Instituut Dit is een gratis uitgave van het Tympaan Instituut en is onder vermelding van 0750 te bestellen bij het Tympaan Instituut.
3 Geschikt wonen in Midden-Holland - Tympaan Instituut -
[email protected]