GESCHIEDENIS
In deze Didactische en Pedagogische Berichten ligt voor alle vakken de focus op het digitale leren. In het verleden schonken wij al ruimschoots aandacht aan deze nieuwe vorm van leren, zowel via deze berichten, bij onze schoolbezoeken en ook op de Dagen van geschiedenis. Hieronder brengen we een en ander samen. Uitgangspunten hierbij zijn: 1
de heel diverse achtergrond van de leraren én de leerlingen: van digitaal ongeletterd tot tovenaars met tablets;
2
de heel diverse situatie op het veld, zowel in de scholen als thuis: van nauwelijks infrastructuur, over wisselende beschikbaarheid naar een technologisch walhalla;
3
de snelle evoluties in het digitale landschap; zelfs dvd’s zijn op enkele jaren tijd quasi verdwenen. Er is al sprake van web 3.0. Tablets en smartphones doen volop hun intrede in de klas. Daarom concentreren we ons vooral op de bewustmaking: ICT is en blijft vooral een didactisch hulpmiddel en is geen expliciete doelstelling van het vak geschiedenis. Goed (vak)didactisch gebruik in de lessen geschiedenis blijft dus de boodschap. Reflectie over welke leerinhouden te koppelen aan dit digitale leren, en welke beter niet (!), moet het richtsnoer blijven.
We bouwen het artikel op rond volgende items: 1 2 3 4
de visietekst ICT en geschiedenis, opgenomen in het nieuwe leerplan 1ste graad van 2009, met actualisatie in gebeurlijke nieuwe leerplannen 2de en 3de graad; wat betekent dit functioneel voor de leraar én de leerling; het ICT-raamplan 1ste graad en geschiedenis; welke nieuwe wind doen de tablets en de zogenaamde ‘iPad-revolutie’ waaien in de geschiedenisles? Het heeft binnen deze context geen zin om ellenlange lijsten van url’s van websites en/of apps op te sommen gezien de vaak beperkte houdbaarheidsdatum ervan.
We nemen digitaal leren ook op in enkele workshops tijdens onze twee Dagen van geschiedenis: voor de 1ste en 2de graad op dinsdag 13 oktober 2015 en voor de 2de en 3de graad op dinsdag 23 februari 2016. Van harte welkom! 1
1
Visietekst ‘ICT en geschiedenis’ Werken met ICT en digitaal leren motiveert de leerlingen. In hoeverre hierbij sprake is van iets fundamenteel anders dan bij toepassing van traditionele middelen, blijft een kwestie van beoordeling. ICT zorgt voor meer informatie, meer variatie en laat een intensieve training van historische vaardigheden door de leerlingen toe. Je kunt informatie digitaal dynamisch(er) en niet-lineair presenteren. Kennis wordt gepresenteerd volgens bepaalde regels en er zijn mogelijkheden tot synchrone en asynchrone communicatie via chat, e-mail, discussiefora, Facebook, Twitter e.a. We mogen echter niet blind zijn voor enkele valkuilen. De toepassing van ICT leidt niet automatisch tot betere resultaten. Leerlingen kunnen verleid worden tot vluchtig leren (‘junk learning’) en allerlei ‘toeters en bellen’ leiden af van relevante leerprocessen. De kunst is daarom uit te maken welke leerinhouden je het best koppelt aan ICT-werkvormen en welke beter niet. Dit geldt uiteraard ook voor de evaluatie. Het is een boeiende evenwichtsoefening, waarbij we aan ICT een notoire plaats geven binnen de historische vorming. In het didactisch proces zijn er een viertal situaties waarbij ICT aan bod kan komen: -
de de de de
leraar maakt gebruik van ICT bij de lesvoorbereidingen; leraar gebruikt één computer in de klas om zijn les vorm te geven; leerlingen werken op school gezamenlijk aan een opdracht en dit met meerdere computers; leerlingen werken onafhankelijk, buiten het verband van de klas, met een computer.
Je kunt ICT toepassen in een vijftal functies. -
Informatie vinden. Via ICT is het mogelijk om meer en gevarieerde vormen van informatie te vinden dan met de traditionele middelen denkbaar is. Het is ook gemakkelijker om deze informatie te verwerken.
-
Informatie presenteren. Via ICT kun je (verzamelde en verwerkte) informatie presenteren.
-
Informatie verwerken en ermee oefenen. De computer wordt een ‘leerinstrument’. De leerlingen kunnen via ICT werken aan opdrachten die intensieve leerprocessen mogelijk maken.
-
Communicatie. Contact onderhouden gaat met ICT anders, vaak intensiever, dan zonder dit middel. Andere contacten tussen leraar en leerling en tussen leerlingen onderling maken andere leerprocessen mogelijk.
-
Toetsing. Met elektronische toetsing is een heel andere systematiek van toepassing en evaluatie in het onderwijs denkbaar.
2
Informatie vinden -
ICT stelt grote hoeveelheden historische informatie ter beschikking in de vorm van tekst- en beeldmateriaal, soms aangevuld met bewegend beeld en geluid. Probleem voor de leerlingen is het leren zoeken naar de juiste informatie in die onoverzichtelijke overvloed.
-
De grootste hoeveelheid informatie is Engelstalig. Het Nederlandstalige aanbod groeit wel. Anderzijds beperkt dit de enorme omvang van het beschikbare. Vraag is ook hier hoe je omgaat met informatie. Informatie staat niet gelijk met kennis!
-
Het is moeilijk om het kaf van het koren te scheiden. Leerlingen nemen gemakkelijk alles voor 'waar' over. Het is voor hen niet vanzelfsprekend bronnenkritiek toe te passen op het internetaanbod. Daarom is het belangrijk om hen er herhaaldelijk op te wijzen dat ze de historische methode ook hierop moeten toepassen. Zij geven ook best aan via welke weg zij kwamen tot de informatie.
-
Ook via andere kanalen (o.a. dvd’s) is een massa informatie beschikbaar. Het gevaar dreigt dat leerlingen op een dwaalspoor komen als zij niet beschikken over een goed referentiekader van oriënterende kennis.
Informatie presenteren -
Presenteren van informatie kan via PowerPoint, Prezi, via een website of andere. Naast de aanbiedende werkvorm, kunnen er ook interactieve toepassingen worden voorzien.
-
Het gebruik van beeldmateriaal en audiovisueel materiaal is eigenlijk een must. Er zijn ook mogelijkheden tot digitaal beeldgebruik en dynamisch kaartmateriaal.
-
De leerlingen kunnen ook informatie presenteren aan elkaar of via een website. Het accent ligt hier niet op de gepresenteerde informatie, maar op het leerproces bij de samenstelling ervan.
Informatie verwerken en ermee oefenen -
We hebben meer mogelijkheden om de vaardigheid van het herkennen van karakteristieken van bepaalde historische verschijnselen of tijdvakken toe te passen.
-
Beschikbaarheid van toetsen waarbij leerlingen hun beheersing van bepaalde leerstof kunnen testen. Voordeel van elektronisch toetsen: de leerling krijgt directe feedback en we stimuleren hem om zelf het juiste antwoord te formuleren.
-
Ook andere websites bieden soms mogelijkheden aan leerlingen om nog eens extra te oefenen met vergelijkbare informatie als ze een bepaald onderwerp bestudeerd hebben.
3
-
Webquests. Dit is een uitdagende opdracht, uit te voeren via informatie die je op het internet kunt vinden. De links naar websites en een richtinggevende opdracht voorkomen eindeloos surfen. Misschien kunnen leerlingen opdrachten voor elkaar bedenken. Het nadeel is dat de houdbaarheid van webquests niet zo groot is.
-
Historische begrippen. ICT-toepassingen inzetten voor het bevorderen van historisch redeneren: via afbeeldingen leren de leerlingen een begrippenapparaat beter beheersen en inzicht ontwikkelen in de specifieke omstandigheden van een bepaald tijdvak. Werken met begrippenkaarten bevordert de beheersing van begrippen. Via ICT kan dit ook door het toevoegen en wissen van informatie. Causale verbanden kunnen in beeld gebracht worden en argumentaties voor en tegen geordend. Verschillende leerlingen kunnen samen aan één begrippenapparaat werken.
-
Spel en simulaties. Geschiedenis oefenen kan via een historisch spel en/of simulaties. Dit is niet zo interessant voor historische kennis of vaardigheden, maar wel voor het inlevingsvermogen. Simulaties laten de leerlingen inzien dat de geschiedenis niet vastligt, maar gemaakt wordt door menselijke handelingen, gebaseerd op emoties, tekortkomingen en verdiensten. Bedoeling is dat leerlingen inzien dat de geschiedenis ook heel anders had kunnen lopen.
Communiceren -
Internet kan gebruikt worden om met elkaar te communiceren, via e-mail, via de websites van de school of via een elektronische leeromgeving. De leraar kan aanvullend materiaal en/of opdrachten digitaal ter beschikking stellen. Leerlingen kunnen elkaar en de leraar vragen stellen via e-mail.
-
Werken met een elektronische leeromgeving (ELO) biedt veel mogelijkheden. Leerlingen kunnen samenwerken aan een opdracht zonder dat ze bij elkaar hoeven te komen. Samenwerken ondersteunt de totstandkoming van kennis en bevordert een ander soort van leren dan via overdracht van kennis mogelijk is. De leerling is gedwongen via communicatie met de ander en via gezamenlijk werken aan een product kennis te construeren.
Toetsen -
Elektronisch toetsen kan een goede optie zijn. Er zijn goede toetsprogramma’s voor gesloten en open vragen. Belangrijk is te reflecteren over wat je via dit kanaal wil/kunt bevragen.
-
De leerling moet een of meer juiste plaats(en) op een afbeelding aanwijzen. Dit kan met gewone afbeeldingen, kaarten, grafieken, schema’s en tijdsbalken. Variant is het tonen van een stuk tekst, waarop hij bepaalde passages aanduidt.
-
De opmaak van toetsitems kost veel tijd, maar de verbetering gebeurt automatisch en efficiënt. De beoordeling van het werk is objectief.
4
-
Mogelijk kan een database met toetsvragen van diverse categorieën opgemaakt worden. Hier houden we een pleidooi voor gezonde afwisseling tussen elektronisch toetsen en de traditionele toets, waarbij we peilen naar meer argumenteer- en formuleervaardigheden. Ook hier is het aangewezen te reflecteren over welke leerinhouden, vaardigheden en inzichten elektronisch getoetst kunnen worden en welke beter via een traditionele toets, waar de nadruk dan meer ligt op argumenteer- en formuleervaardigheden.
2
Verschillende functies, opgesplitst naar leerling en leraar
2.1
De leraar gebruikt ICT Wat is mijn eigen ICT-profiel? Welke toepassingen kan ik gebruiken, welke niet? Volg ik nascholingen? Krijgt gebruik van ICT een plaats in het jaarplan? (in functie van vaardigheden, attitudes, actief leren) Hoe gebruik ik ICT als informatiebron voor mezelf? Ken ik de meest interessante instrumenten, ga ik er kritisch mee om? Gebruik ik ICT als ondersteuning in mijn les om informatie aan te bieden? - Welke presentatie-instrumenten ken ik en kan ik gebruiken? Gebruik ik een powerpointpresentatie, Prezi, internet (YouTube), bordboek, smartboard, blogs, Facebook? - Gebruik ik deze instrumenten didactisch verantwoord: verhouding tekst - beeld? - Let ik op vakdidactische aspecten: informatie gebruiken als instap, probleemstelling, louter als illustratie of toepassing van historische methode en kritiek (bronvermelding!), aanschouwelijk maken van begrippen, de referentiekaders? - Geef ik dit materiaal vooraf of achteraf aan de leerlingen? - Wat is de status van dit materiaal? Leerstof of niet? Gebruik ik ICT in mijn les op een actieve en voorbeeldige manier? Kan ik informatie ter plaatse opzoeken bij vragen van leerlingen? Laat ik leerlingen zaken aanduiden op de presentatie? Heb ik in mijn les aandacht voor de maatschappelijke rol en impact van ICT, in positieve en negatieve zin? Gebruik ik ICT in mijn communicatie met de leerlingen? Is er een elektronisch leerplatform? Ken ik de mogelijkheden daarvan? Gebruik ik ICT wanneer ik toetsen opstel? Gebruik ik bv. een databank met vragen? Ken ik de mogelijkheden van elektronische toetsing via het leerplatform? Toon ik bijvoorbeeld een (iconografische) bron als ik een toets geef?
5
2.2
De leerling gebruikt ICT Wat kunnen de leerlingen al vooraleer ze aan opdrachten rond ICT beginnen? Sommige studierichtingen hebben minder lestijden informatica, zelfs binnen hetzelfde onderwijsniveau. Is de opdracht aangepast aan het niveau van de leerlingen? Bouw ik doorheen verschillende jaren genoeg progressiviteit in? (zelfstandigheid, abstractie, historische vaardigheden en attitudes) Weet de leerling wat de voorwaarden en gevolgen zijn (punten of niet, vrijblijvend of niet)? De leerling moet informatie vinden. - Kan een leerling de zoekstrategie formuleren? - Kan een leerling de zoekstrategie verantwoorden? De leerling moet informatie verwerken en ermee oefenen. - Kan een leerling de waarde van een ICT-bron correct inschatten? (toepassing vragen van historische kritiek) - Kan een leerling informatie van verschillende ICT-bronnen vergelijken en synthetiseren? - Verwerkt de leerling de informatie grondig of oppervlakkig? De leerling moet informatie presenteren. Gebruikt de leerling ICT doelmatig in de presentatie? (zowel bij een mondelinge als schriftelijke voorstelling) Heeft de leerling daarbij aandacht voor het historisch referentiekader? Krijgen leerlingen de kans om via ICT de leerstof extra in te oefenen? Hebben ze mogelijkheden om gedifferentieerd te leren?
6
3
ICT-raamplan en geschiedenis 1ste graad 1
De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. In de lessen
Buiten de lessen
De leerlingen zijn enthousiast over verschillende internettoepassingen in het multimedialokaal (er is kans tot zeer gericht opzoekwerk aan de hand van op voorhand uitgezochte websites) en over het klassikaal gebruik van digitale bronnen.
De leerlingen gaan spontaan alle zoekopdrachten uitvoeren op het internet. Ze worden in de les vertrouwd gemaakt met het feit dat de gevonden informatie soms van slechte kwaliteit is.
De leerlingen zijn positief over het gebruik van PowerPoint, Prezi en tablets tijdens de lessen geschiedenis.
Een gezonde attitude aannemen tegenover het internetaanbod is het streefdoel.
Aandacht voor vakwijzers. Hiervoor verwijzen we naar de leerplandoelstellingen.
7
2
De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. In de lessen
De leerkracht maakt de powerpointpresentaties en presentaties met Prezi meestal zelf. Cd-roms en dvd’s bij de handboeken bevatten ook verantwoorde informatie. Tijdens internettoepassingen in het ICT-lokaal of met tablets is er controle door de leerkracht. Werkjes gemaakt op de computer moeten voldoen aan een aantal goed afgesproken zaken. De leerkracht voorziet korte toelichtingen over Google en over de voor- en nadelen van Wikipedia. De leerlingen consulteren via een digitaal leerplatform de inhoudstafel van de cursus, hoe bronnenkritiek toegepast kan worden, hoe ze een bibliografie kunnen opmaken. Ze vinden er ook de uitleg rond jaaropdrachten (bijvoorbeeld opdracht rond de referentiekaders) … 3
De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. In de lessen
Buiten de lessen Hier is weinig controle over de manier waarop leerlingen het internet gebruiken. Doelmatig werken met de computer houdt voor de leerlingen in dat ze heel concrete zoekopdrachten moeten krijgen, dat ze gewezen worden op de gevaren en dat ze aan een aantal afspraken moeten voldoen. (Tijdens de les kan de leerkracht bv. tonen hoe het wel en NIET moet.) Kritisch omgaan met bronnen is een heel belangrijk thema in de geschiedenisles.
Buiten de lessen
De leerlingen hebben meestal al een grote voorkennis van ICTIdem zoals in de lessen. toepassingen en kunnen al vlot zelfstandig werken. Zij kunnen dan ook al opvallend zelfstandig oefenen in het ICT-lokaal. Leerlingen kunnen beschikken over oefeningen m.b.t. het situeren van historische vaardigheden in tijd en ruimte. In het 1ste jaar gaat het om gesloten oefeningen. In het 2de jaar krijgen de leerlingen meer open oefeningen (schrijven van volzinnen en keuze tussen verschillende voorbeelden). De leerlingen krijgen ook ingescande artikels met vraagstelling. MAAR: wat vaak ontbreekt, is de kritische ingesteldheid om het internet te gebruiken als informatiedrager. Dit moet een blijvende zorg zijn van de leraar.
8
4
De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. In de lessen
Buiten de lessen
De leerlingen kunnen zelfstandig leren aan de hand van dvd’s en Meest veilige leeromgeving: cd–roms/dvd’s (bij het internet. PowerPoint en Prezi zijn heel dankbare media tijdens handboeken), enkele sites uitgezocht door leerkracht. de geschiedenisles. Het is handig om online informatie te kunnen tonen. De leerkracht maakt gebruik van webquests en historische onderzoeken online. Hij biedt blanco schema’s aan uit een werkboek in pdf-file. Zo kunnen de leerlingen de schema’s opnieuw maken. De powerpointvoorstellingen en presentaties met Prezi van de leraar (alsook extra documenten) zijn consulteerbaar via een digitaal leerplatform. 5
De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. In de lessen
De leerkracht nodigt de leerlingen uit om zelf een powerpointpresentatie, presentatie met Prezi of andere voorstellingen te maken rond een bepaald onderwerp.
Buiten de lessen Idem zoals in de lessen.
De leerlingen kunnen goed overweg met het programma, zijn creatief. Ook de taken kunnen online gebeuren (bv. een mythe opzoeken, goden van de Grieken en Romeinen vergelijken, de politiek België – politiek Athene, Rome vergelijken of een vergelijking van film en geschiedenis maken). De leerlingen sturen hun werken via een digitaal leerplatform (of intranet) naar de leraar, die remedieert. De leerlingen mogen 'een en ander' ook vorm geven via een eigen, zelfgebouwde website. 9
6
De leerlingen kunnen met behulp van ICT digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. In de lessen
Voorbeelden van oefeningen: -
Buiten de lessen Verder afwerken taken uit de lessen.
kennismaking met de oudheid – zaken uit ons dagelijks leven verbinden met de oudheid (op te zoeken op het internet); goden en helden uit de Griekse mythologie – opzoeken op het internet; slavernij in het oude Rome; de domeinen van de beschaving: voorbeelden zoeken op het internet; mummificatie bij de Egyptenaren …
Informatie opzoeken vormt meestal geen probleem. Informatie bewaren vormt ook geen probleem. Informatie verwerken lukt mits sterke controle en begeleiding. De leerlingen krijgen eventueel een jaarwerk rond een historische figuur. Via een digitaal leerplatform beschikken de leerlingen over een uitgewerkte tijdlijn, werkblaadjes, vakwijzers en allerlei tips. Ze krijgen ook verwijzingen naar sites die aan bod komen in de klas.
10
7
De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. In de lessen
Buiten de lessen
Voorbeelden: lessen geven over Athene en Sparta. De ene groep Dit gebeurt waarschijnlijk wel, maar er is weinig zicht geeft les over Athene, de andere groep geeft les over Sparta. op. Hierbij maken we gebruik van het handboek, PowerPoint, Prezi en internet. De domeinen van de beschaving: de leerlingen gaan op zoek naar een site/sites die verbonden kan/kunnen worden aan één van die domeinen. Ook voor groepswerk kun je ICT aanspreken. Groepjes kunnen elkaars documenten raadplegen. Het is interessant om groepsopdrachten thuis te laten afwerken. 8
De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren. In de lessen
Buiten de lessen
Een ICT–opdracht kan eventueel via mail, leerplatform of intranet Idem zoals in de lessen. doorgestuurd worden naar de leerkracht. De leerlingen kunnen via een forum (ELO of Facebook, Twitter) dringende vragen of problemen voorleggen aan hun begeleidende leerkracht. Enkel de leerlingen die door die leerkracht begeleid worden, kunnen dit ook lezen en eventueel commentaar of vragen toevoegen. Leerlingen communiceren ook via dit kanaal met elkaar voor het afwerken van groepstaken.
11
9
De leerlingen kunnen afhankelijk van het te bereiken doel adequaat kiezen uit verschillende ICTtoepassingen. In de lessen
De kritische houding t.o.v. internet is hier heel belangrijk.
Buiten de lessen Idem zoals in de lessen.
Het is niet eenvoudig voor de leerlingen om op hun leeftijd adequaat te kiezen. De leerkracht geeft enkele voorbeelden van goede en foute voorbeelden van keuzes m.b.t. toepassingen ICT. 10
De leerlingen zijn bereid hun handelen bij te sturen na reflectie over hun eigen en elkaars ICT-gebruik. In de lessen
De leerkracht voorziet klassikale evaluaties van opdrachten.
Buiten de lessen Idem zoals in de lessen.
De leraar geeft regelmatig aanzetten tot zelfevaluatie. Bedoeling is dat dit leidt tot attitudevorming: reflectie over het eigen handelen.
12
4
Tablets in de les geschiedenis. Mogelijkheden van een nieuw leermiddel voor historische vorming Om het potentieel van tablets voor de lessen geschiedenis te kunnen inschatten, moeten we eerst stilstaan bij wat geschiedenisonderwijs wil bereiken: niet alleen het opbouwen van een historisch referentiekader, maar ook het ontwikkelen van inzicht bij de leerlingen en het aanleren van vaardigheden en attitudes. Net hier wringt het schoentje. In de praktijk worstelen leraren om het evenwicht te vinden tussen deze componenten. Vaak helt de lespraktijk en de daarbij aansluitende evaluatiepraktijk over naar het reproduceren van de aangeboden kennis. Allerlei factoren spelen daarin mee: een onderwijstraditie van frontaal les geven, grote klasgroepen, ICTinfrastructuur die ontbreekt of moeilijk beschikbaar is ... ICT en dus ook tablets kunnen een hulp zijn om die balans terug te vinden, net omdat ze kunnen bijdragen tot het creëren van een krachtige leeromgeving. Daarvoor moeten we goed kunnen inschatten wat de mogelijkheden én de beperkingen van het gebruik van tablets zijn in de les geschiedenis. We beginnen met dat laatste. De eigenheid van ons vak botst soms met de logica van tablets. Dat zijn in de eerste plaats commerciële producten. Het onderwijs - en zeker ons vak - is niet de eerste bekommernis van de ontwikkelaars van apps (alhoewel er heel wat educatieve apps te vinden zijn). Een tweede handicap is dat ons vak sterk lokaal verankerd is en dat vele toepassingen voor een internationaal (vooral Engelstalig) publiek gemaakt zijn. Tot slot zijn tablets sterk op het vlak van communicatie, wat evenmin de hoofddoelstelling is van ons vak. Toch kun je met wat creativiteit de tablet gebruiken, zowel in situaties die niet specifiek vakgebonden zijn (uitwisselen van informatie) als typische geschiedenisactiviteiten (kritisch leren zijn, opzoekvaardigheden. Bovendien blijkt ons vak zo interessant te zijn dat commerciële apps soms historische thema's aansnijden.
13
Hieronder vermelden we af en toe concrete apps. Aangezien er drie concurrerende platformen zijn (Apple, Android en Windows8) is het niet altijd evident om het overzicht te houden. We hebben geprobeerd om elk platform aan bod te laten komen. De keuze van apps is echter een dynamisch gegeven. Wat vandaag relevant is, kan over een jaar gedateerd zijn. Het is kwestie van de markt in de gaten te houden, recensies te lezen en nieuwe apps uit te proberen. Dit is o.m. een opdracht voor didactici en leraren uit verschillende vakgebieden. Tot slot nog een tip: vele apps kun je ook op smartphones installeren. Sommige toepassingen kun je op die manier al in de klas gebruiken, al is het best om daarover vooraf binnen de school te overleggen. Met dank aan de collega’s begeleiders Eddy Awouters en Tom De Paepe. Hun bijdrage verscheen in Hermes, het tijdschrift van de VVLG (Vlaamse Vereniging voor Leerkrachten Geschiedenis en Cultuurwetenschappen).
4.1
De tablet als hulpmiddel om kennis op te bouwen Leerlingen moeten na zes jaar geschiedenis referentiekaders opgebouwd hebben: een overzicht van de domeinen van de socialiteit, tijd en ruimte. Hoe kan de tablet hierbij helpen?
Via apps o Een historische atlas, een digitale tijdlijn … Het zijn toepassingen die vooralsnog eerder beperkt beschikbaar zijn, ook niet in het Engels. Een betalend voorbeeld voor iPad is de Barrington Atlas of the Greek and Roman World, een heel gedetailleerde atlas van 102 kaarten over de klassieke wereld. Een gratis app als History Maps of the World biedt niet die kwaliteit, maar geeft wel een leerrijke verzameling historische landkaarten met een hoge resolutie. Leerlingen kunnen ermee een beeld krijgen van de wereld door de tijden heen. o Interessant is de app van Wikipedia voor mobiele toestellen (Wikipanion). o Sommige musea hebben mooie apps ontwikkeld die 14
o
o
o
4.2
toelaten om door de collectie te gaan, zoals het MOMA of het Louvre Lens. Die laatste app bevat een tijdlijn van kunstwerken en is opgesteld in het Nederlands! Ze geven soms veel informatie over de kunstwerken. Met quiz-apps of apps om kruiswoordraadsels te maken, kun je op alle niveaus en voor alle leeftijden de kennisverwerving testen. Een bijzondere app is Socrative: je kunt leerlingen uitnodigen in een virtueel klaslokaal en open, gesloten of meerkeuzevragen stellen, vooraf opgemaakte vragenrondes afvuren en onmiddellijk de resultaten van de klas zien en feedback geven. Deze app werkt op alle drie de platformen. Stilaan duiken de eerste apps op die rondleidingen bevatten in toeristische en historische steden. De Universiteit Gent ontwikkelde bijvoorbeeld Ugent Passages (iPad en Android) die je met een routeplanner en geluidsfragmenten langs de universitaire gebouwen laat wandelen. Heel knap zijn de apps die je toelaten om rond te lopen in de reconstructie van een historische stad, zoals "Londinium" of "virtual history – Roma" (betalend, Apple). Je kunt met een app als Educreation (iPad, gratis) of Explain everything (iPad en Android, betalend) vlot een video maken of een screencast (een opname van het scherm waarop je zaken tekent en uitlegt). Het eindresultaat is een film die een leerstofonderdeel gebald toelicht en die leerlingen ook buiten de les kunnen raadplegen. Bij Explain Everything kun je de filmpjes exporteren naar het leerplatform Smartschool. Op de sites van deze apps vind je trouwens al heel wat van dergelijke (geschiedenis)lessen.
De snelle toegang tot internet maakt korte zoekopdrachten om informatie te achterhalen heel eenvoudig en brengt een heel brede waaier aan informatie ter beschikking. Om maar één facet te vermelden: leerlingen kunnen nu door prehistorische grotten wandelen, Pompeii bezoeken, het Lam Gods in detail bekijken …
De tablet als hulpmiddel om inzicht op te bouwen Bij deze doelstelling komt al wat meer creativiteit kijken.
Google Maps of Google Earth laten toe om in het derde jaar plattegronden te analyseren en de ontstaanscontext van een stad te reconstrueren. Is de stad organisch gegroeid of planmatig aangelegd? Podcasts of vodcasts laten toe om experten in de klas te halen. In al dan niet gebalde fragmenten leggen ze een probleem bevattelijk uit. Een stap verder gaat de oefening om leerlingen zelf zo'n opname te laten maken. Sommige webquests staan op zo’n niveau dat ze vooral het inzicht van de leerlingen testen.
15
4.3
Leerlingen kunnen inzicht krijgen in de eigenschappen van de mobiliteit in het ancien regime door hen een traject van een reis of pelgrimstocht uit te laten zetten in een routeprogramma. Er zijn apps die vertrekken vanuit andere tijdlijnen (bijvoorbeeld de Indische). Dat laat toe om leerlingen inzicht te laten krijgen in de relativiteit van onze eigen tijdrekening. Meer algemeen bieden tablets de mogelijkheid om coöperatief te leren, verschillende antwoorden in kaart te brengen en daarover van gedachten te wisselen.
De tablet als hulpmiddel om (historische) vaardigheden aan te scherpen Hier kan een tablet wel een verschil maken. Er zijn heel wat apps ter beschikking voor de algemene vaardigheden (van presenteren tot leren leren). Het medium is uitermate geschikt om bijvoorbeeld mindmaps te maken, omdat je op elk moment het ontwerp kunt aanpassen, wat bij papier niet evident is (bijvoorbeeld Popplet voor Apple, gratis basisversie of Mindmeister, gratis voor Android en Apple, of espresso voor Windows8). Tablets laten ook toe om documenten te delen en uit te wisselen (via een bekende toepassing als dropbox) of samen te bewerken (google drive). Op vlak van communicatie zijn de mogelijkheden enorm. Alleen al met Twitter kun je creatief uit de hoek komen: je kunt leerlingen antwoorden laten tweeten en zichtbaar maken op een twitterwall. Een historische excursie kan dan weer een heel ander karakter krijgen met een tablet: leerlingen kunnen zelf een multimediaal verslag maken met interviews, foto's, videofragmenten ... Hoe kunnen we een tablet gebruiken om typische historische vaardigheden aan te leren? Het gaat dan vooral over de kritische ingesteldheid. Hiervoor moeten we zelfs niet altijd met de tablet werken, maar we kunnen leerlingen wel leren om kritisch met dit medium om te gaan.
16
o
Leerlingen vergelijken een lemma uit een online encyclopedie zoals Wikipedia met leerstof die in de les gezien is. Je kunt hen laten zoeken naar verschillen en eventueel de tekst van Wikipedia (virtueel) laten bewerken. Zo krijgen ze ook inzicht in sociaal geconstrueerde kennis.
o
Er zijn veel ideologisch opgevatte apps te vinden, bijvoorbeeld een app met historische kaarten over Israël of apps over de evolutie. Alleen al de commentaren bij deze apps kunnen discussie uitlokken.
o
Vele nieuwssites hebben goede apps die artikels samenbrengen. Leerlingen kunnen met deze berichten de domeinen van de socialiteit onder de knie krijgen, leren onderzoeken welke bronnen een journalist gebruikt en leren analyseren welke berichten nieuwswaardig geacht worden.
Leerlingen kunnen met apps van bibliotheken leren opzoeken en het onderscheid tussen wetenschappelijke literatuur en andere informatie (bv. van het internet geplukt) leren inschatten. De internettoegang laat toe om intensiever gebruik te maken van de mogelijkheden van het leerplatform. Leerlingen kunnen overleggen in een forum, samen met wiki-technologie een tekst uitwerken ...
4.4
Apps om attitudes aan te scherpen Er zijn apps die leerlingen toelaten om zelf bijvoorbeeld krantenartikels te verzamelen (o.a. Pinterest) of een website op te starten (Wordpress). Bij dit soort opdrachten kunnen ze zelf de vrijheid en de verantwoordelijkheid krijgen om te tonen dat ze rond een thema kunnen werken. In het algemeen versterken de activerende momenten met een tablet de attitudes, want het is alleen al doende dat je een houding kunt aanleren. Tot slot willen we nog wijzen op enkele mogelijkheden om even een ontspannen moment in de les in te bouwen, bijvoorbeeld met een app om in hiërogliefen te schrijven. Ook dat kan in positieve zin een historische attitude helpen ontwikkelen.
4.5
De tablet als stimulans voor een dynamisch leerproces Tablets hebben potentieel voor het geschiedenisonderwijs. Hun eigenheid laat toe om het leerproces nog beter af te stemmen op het hoofddoel van de eindtermen, namelijk het aanleren van een historisch besef. De voorbeelden die we hierboven gaven, tonen aan dat de lesmethode andere accenten krijgt: meer activerend, met 17
een coachende rol voor de leerkracht. Dat betekent niet dat de vakinhoudelijke expertise niet meer belangrijk is. Integendeel, bij de voorbereiding van lessen en tijdens de instructiefase - zeker bij moeilijke leerinhouden maakt de leraar nog altijd het verschil. De digitale evoluties staan echter niet stil. Er bestaan al programma's zoals iBooks Author of iTunes U om digitale cursussen aan te maken die tekst, beeld, video, geluid en interactieve toepassingen combineren. Begrippen als 'augmented reality' of 'verrijkte content' zijn nog nauwelijks bekend, maar leiden nu al tot toepassingen waarbij (bron)teksten gelezen en tegelijk beluisterd kunnen worden. Je kunt een virtuele wandeling maken in het huis van Anne Frank, met daarbij mondelinge toelichting. Leerkrachten deinzen soms terug voor deze nieuwigheden op ICT-vlak. Twee factoren versterken elkaar. De digitale evoluties gaan razendsnel, soms te snel. Alles bijbenen vraagt tijd en inspanning, terwijl het potentieel of het rendement nog niet voor iedereen duidelijk is. Anderzijds vrezen veel collega's dat hun relatieve onwennigheid met ICT ten koste zal gaan van hun autoriteit bij de leerlingen. Deze onzekerheid mag echter geen sta-in-de-weg zijn voor het gebruik van digitale leermiddelen. Leerlingen verwachten van een leerkracht vooral vakdidactische bekwaamheid. Dat het technologisch soms niet vlot, zullen ze minder erg vinden. Integendeel, je kunt hun expertise gebruiken om zulke momenten - die er altijd wel zullen zijn - door te komen. Vooral op schoolniveau kan men hier het verschil maken, door te investeren in bijscholing en ondersteuning, zowel technologisch als pedagogisch. Een collega die deze rol opneemt, kan uitgroeien tot een vertrouwens- en voorbeeldfiguur die veel onzekerheid wegneemt. Tot slot: een nieuw leermiddel betekent niet dat de goede praktijken die in het verleden hun waarde bewezen hebben, volledig afgezworen moeten worden. De leerkracht mag nog vertellen. Leerlingen moeten nog altijd referentiekennis opbouwen. Wat meer is: er mag zeker ruimte zijn om kritisch te reflecteren over de impact van deze technologie. Ook dat is integraal onderdeel van historische vorming. Goed geschiedenisonderwijs moet in alle opzichten bij de tijd zijn en daar kan een tablet zeker bij helpen.
18
4.6
Creativiteitsbevorderende apps voor het geschiedenisonderwijs? Apps zijn een recent en snel evoluerend aspect van ICT. Dat maakt het niet eenvoudig om tussen het kaf het koren te vinden. Toch zijn er veel mogelijkheden om de creativiteit van de leerling in de klas te ondersteunen én te bevorderen. De voorbeelden zijn geschikt voor iPads, maar er zijn voldoende alternatieven te vinden voor Android of Windows. Op de site http://appsindeles.wordpress.com vind je een goed overzicht. Je kunt deze apps inzetten in de geschiedenisles omdat ze het kritisch-creatief denken stimuleren, maar ook in andere vakken, waardoor de leerlingen de gelegenheid krijgen om zich (vakoverschrijdend) te verdiepen in (het potentieel van) deze apps.
4.6.1 Mindmapping: ideaal voor het brainstormen en om verbindingen te maken tussen concepten Leerlingen gebruiken Popplet Lite in de klas en thuis om visueel te ‘leren leren’. Leerlingen kunnen feiten, gedachten en beelden vastleggen en leren relaties daartussen creëren. Wat MindMeister tot een krachtig hulpmiddel maakt is dat het ontwikkeld is met een grote nadruk op samenwerking. Dit betekent dat je niet alleen de mogelijkheid hebt om je eigen ideeën snel te ontwikkelen, maar je kunt ook snel deze ideeën delen om te brainstormen en samen te werken met zoveel mensen als je nodig hebt, en dat alles in real time. Stickyboard: de bekende (zelfklevende) Post-it notes maar nu digitaal verwerkt in deze app laten je toe om korte (tijdelijke) overzichtelijke notities te maken, te wijzigen, te ordenen, terug op te zoeken of te verwijderen.
4.6.2 Audio geeft leerlingen een stem Tablets laten heel vlot toe om geluid te verwerken of te registreren. Audioboo laat je toe om ‘je stem met de wereld te delen’ (10 minuten gratis opname). Recordium biedt je dan weer een professionele dictafoon voor het opnemen van memo’s en notities. Met Fotobabble kunnen leerlingen uitleg geven bij (zelfgemaakte) foto’s.
19
4.6.3 Presenteren: leerlingen tonen wat ze geleerd hebben aan een breder publiek Vaak blijven presentaties beperkt tot vrij rudimentaire diashows gemaakt in PowerPoint of Keynote. Deze programma’s kun je ook via apps op een tablet installeren, maar met het nieuwe medium zijn er interessante alternatieven ontwikkeld. Haiku Deck is een eenvoudige en leuke manier om prachtige presentaties of diavoorstellingen te maken (ideeën lanceren, verhalen vertellen, inspireren …). Prezi is wellicht al wat bekender. Het heeft als voordeel dat je de hele presentatie in een visueel geheel kunt verbinden, wat zeker voor een vak als geschiedenis een meerwaarde kan bieden. Bij een chronologisch opgebouwd onderwerp kun je de informatie op een tijdlijn plaatsen. SlidePocket laat je toe om zonder veel voorkennis prachtige presentaties (met geschikte afbeeldingen) te ontwerpen.
4.6.4 Video: geschikt voor leerlingen met de meest uiteenlopende leerstijlen, ideaal om iets voor te stellen of te demonstreren Hier komen de mogelijkheden van tablets volledig tot hun recht. Waar het ontwikkelen van videomateriaal vroeger een aanzienlijke investering in tijd en middelen vroeg, kunnen leerlingen nu in een handomdraai een filmpje maken om hun vaardigheden weer te geven of om een synthese te maken. Met iMovie beschik je over eenvoudige software voor videomontage. Splice is een gratis film- en foto-editor, terwijl Magisto toelaat om je filmmateriaal te combineren met muziek en speciale effecten.
4.6.5 Boeken creëren: de leerling wordt leraar Op de iPad kun je gemakkelijk e-books lezen. Met Book Creator is het mogelijk om ze ook te maken op de iPad. Je kunt er eenvoudige dingen mee doen: tekst in blokken plaatsen, afbeeldingen toevoegen vanuit een bibliotheek, meerdere lagen aanbrengen, formaat aanpassen en dergelijke. Ben je klaar, dan kun je het boek openen in iBooks of doorsturen naar Dropbox. Je kunt het zelfs insturen naar de iBooks Store, omdat het volgens de aanbieders voldoet aan alle technische eisen die Apple stelt. StoryBuddy laat je toe om zelf boeken te maken met schetsen, foto's en tekst die je (o.m.) kunt delen met je medeleerlingen. Met Story Creator kun je gemakkelijk mooie verhalenboeken ontwikkelen met foto’s, video’s, tekst en geluid.
20
4.7
Leeractiviteiten met tablets voor de geschiedenisles Hierna volgen twee conceptlessen, een voor de eerste en een voor de derde graad. Het gaat hier niet om een reëel gegeven les, maar om een mogelijke aanpak. Er is telkens gemikt op één lesuur. In beide gevallen vertrekt de les vanuit een duidelijke, historische probleemstelling. Voor de eerste graad gaat het om een kennismaking met het historisch referentiekader. De leerlingen hebben in de voorgaande les geleerd dat de geschiedenis informatie verzamelt uit bronnen en worden nu geconfronteerd met het probleem van het ordenen van deze informatie. De les in de derde graad snijdt een terugkerende vraag van ons vak aan: zijn historische personages een product van hun tijd, of beïnvloeden ze hun tijd? De leerlingen onderzoeken dit via de figuur van Adolf Hitler. Deze korte beschrijving maakt meteen duidelijk dat het gaat om lessen waarbij heel wat inzicht en vaardigheden te pas komen. Pure kennisverwerving komt niet op de eerste plaats. Dergelijke lessen laten toe om de meerwaarde van een tablet duidelijk te illustreren, wat echter niet betekent dat in andere types van lessen een tablet geen plaats kan krijgen. Maar het mag duidelijk zijn dat een tablet vooral rendeert in een activerende context. De apps in deze lessen zijn beschikbaar op het Android-platform en zijn altijd gratis beschikbaar. Met een tablet kun je leerlingen snel op weg helpen naar externe informatie. Je hoeft geen lange webadressen te geven. Een QR-code volstaat. Een app als Socrative laat toe om elke leerling te verplichten om op een vraag te antwoorden en die antwoorden in een digitaal klaslokaal samen te brengen en te evalueren. Een tablet biedt nieuwe mogelijkheden om actief informatie te laten verwerken, in een mindmap of in een tijdlijn. En zeker voor het presenteren en vastleggen van de historische redeneringen van de leerlingen zijn tablets uitermate geschikt. Al deze activiteiten komen aan bod in de conceptlessen.
21
4.7.1 Conceptles voor de 1ste graad: kennismaking met het historisch referentiekader In een vorige les werd geleerd wat geschiedenis is en hoe deze wetenschap werkt, namelijk door op zoek te gaan naar historische bronnen. Dat brengt ons echter bij een nieuw probleem: er zijn heel veel bronnen en er is dus ook heel veel informatie uit bronnen. Voor je het weet ben je het overzicht volledig kwijt. Daarom is het belangrijk om al die informatie op een ordentelijke manier te bewaren. Vergelijk het met je kleren: die leg je ook overzichtelijk weg in een kast. In deze les ontdekken we hoe we alle informatie over het verleden goed kunnen ordenen. In de les geschiedenis spreken we niet van een kast, maar wel van het historisch referentiekader. Hoe dat opgebouwd is, ontdek je in deze les. Een krant heeft in feite hetzelfde probleem als iemand die aan geschiedenis doet: hoe orden je al dat nieuws zodat de krantenlezer goed zijn weg vindt?
Open de app 'België - kranten'. Kies de krant 'De Morgen'. Let goed op de pagina die dan opent. Op welke drie manieren wordt informatie hier geordend? Stuur je antwoorden door via de app 'Socrative student' (room number 406771). Daarna noteren we samen de antwoorden.
1. .............................................................................................. 2. .............................................................................................. 3. .............................................................................................. Open nu via de app 'België - kranten' de link naar de artikels van de krant ‘De Standaard’. Op welke manier zijn deze artikels geordend? Welk systeem vind jij het best, en waarom? ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... We kunnen dus de informatie uit de geschiedenis ook thematisch ordenen. In de geschiedenisles geven we die thema's een speciale naam: de domeinen van de socialiteit. Meestal worden er vier domeinen gebruikt. Scan de volgende QR-codes. Ze brengen je bij vier nieuwsberichten die telkens één domein van de socialiteit illustreren.
22
Domein 1: .....................................................................................
Domein 2: ....................................................................................
Domein 3: ....................................................................................
Domein 4: .................................................................................... Tot slot mag je zelf even oefenen!
Bekijk even de categorieën van de Google-play app-store. o
Plaats in onderstaande tabel bij elk domein van de socialiteit minstens twee categorieën. Domein Categorie
o
Zijn er categorieën die moeilijk in de domeinen van de socialiteit passen? Bij welk domein zou je die plaatsen en waarom? 23
.............................................................................................. ..............................................................................................
Tot slot doen we nog even een kleine test aan het einde van deze les. o Neem een screenshot van een krantenartikel dat je vindt in de app 'België - kranten'. Je mag een krant naar keuze nemen. o Deel de afbeelding naar de app 'Skitch'. Duid in de tekst van het artikel alle domeinen van de socialiteit aan die je kunt vinden. o Exporteer vervolgens je afbeelding naar de dropbox van de klas. Volgende les krijg je feedback over deze opdracht.
4.7.2 Conceptles voor de derde graad: de biografie van Adolf Hitler: barometer voor het interbellum? Zeggen dat Adolf Hitler een enorme stempel gedrukt heeft op de twintigste eeuw, is een open deur intrappen. Wat bij hem vooral fascineert, is zijn levensloop. Hij is begonnen als onopvallende tweederangskunstenaar, opgeklommen tot kanselier van Duitsland en tijdens en na de Tweede Wereldoorlog symbool geworden voor het ultieme kwaad. Zijn leven roept voor het vak geschiedenis essentiële vragen op. Hoe kunnen we verklaren dat Hitler zo machtig geworden is? Is dat te danken aan persoonlijke factoren of zijn het de historische omstandigheden die hem tot daar gebracht hebben? En is het fout om in de lessen geschiedenis te leren begrijpen waarom zo'n man ooit populair was? Roep via de app van Wikipedia de biografie van Adolf Hitler op en lees het deel over de periode na de Eerste Wereldoorlog tot 1933. Selecteer vervolgens zeven belangrijke gebeurtenissen uit deze periode en voer ze in in de app 'timeline'. De volgende QR-code brengt je tot bij een filmpje op YouTube over de situatie in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
24
Bekijk het fragment van 7'14 tot 13'40. Vat dit fragment samen in een mindmap met behulp van de app Mindjet. Let daarbij vooral op volgende zaken: het verloop van de onderhandelingen, de reactie van Duitsland en de gevolgen voor de binnenlandse politieke situatie in Duitsland. Sla deze mindmap vervolgens op als afbeelding en ga ze uploaden in de dropboxfolder of op het leerplatform. Verbind nu dit fragment met de biografie van Adolf Hitler en de gebeurtenissen die je in je tijdlijn opgeslagen hebt. Heeft hij in deze fase van de geschiedenis al de geschiedenis gestuurd? Of stuurt de geschiedenis eerder hem? We blijven verder zoeken naar het antwoord op onze vraag: was Hitler een gevolg van de context of heeft hij zelf een beslissende draai gegeven aan de geschiedenis? We bekijken opnieuw enkele fragmenten uit de documentairereeks 'In Europa'. Deze aflevering behandelt het jaar 1929. We bekijken drie delen: van 2'40 tot 5'13, van 10' tot 13'43 en van 31'36 tot 33’34. Gebruik ook nog een fragment (3'14-9'05) uit een derde aflevering over één van de hogere figuren in het nazistische bestuur, namelijk Baldur von Schirach. Beantwoord opnieuw de laatste vraag van de vorige paragraaf: verbind nu dit fragment met de biografie van Adolf Hitler en de gebeurtenissen die je in je tijdlijn opgeslagen hebt. Heeft hij in deze fase van de geschiedenis al de geschiedenis gestuurd? Of stuurt de geschiedenis eerder hem? Om aan te tonen dat je hierover grondig hebt nagedacht, mag je in de huid van de documentairemakers kruipen. Per twee werk je twee punten uit de biografie van Hitler uit die volgens jou in de documentaire te weinig aan bod komen. Bespreek deze in een interview dat je opneemt met je tablet en deelt via dropbox. Een nieuw medium als de tablet vraagt een dubbele inspanning. Enerzijds moet je als leerkracht een zicht krijgen op de mogelijkheden die in dit geval de apps bieden. Aan de andere kant moeten we de historische vorming van leerlingen op de eerste plaats blijven stellen en de technologie in functie daarvan gebruiken. Dat vraagt een doordachte reflectie over welke leeractiviteiten we in onze lessen aan bod willen laten komen. Ik wens jullie van harte een boeiend nieuw schooljaar toe! Johan Vankeersbilck
25
Code Titel Docent
26