Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking unie der rechters in handelszaken van België 2009-2011
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement union des juges consulaires de Belgique
verneem het uit goede bron... apprenez-le de bonne source.. Handelsinformatie
bron van zekerheid
Infos Commerciales
source de sécurité
Van beknopte tot zeer gedetailleerde handelsrapporten over Belgische en buitenlandse ondernemingen. De gegevens worden geëvalueerd met betrekking tot kredietwaardigheid en zijn op diverse manieren raadpleegbaar.
Pour des rapports commerciaux résumés ou détaillés concernant des entreprises belges ou étrangères. Evaluation de données. Informations consultables de diverses manières.
Database Marketing
Database Marketing
bron van succes
Source de succès
Creatie, verrijking en optimalisatie van uw business-to-businessbestanden, gebaseerd op de gigantische Graydon-databank en een jarenlange knowhow in gegevensbeheer.
Création, enrichissement et optimalisation des fichiers « business-to-business » à l’aide de la gigantesque base de données Graydon Belgium et d’un savoir-faire accumulé depuis de nombreuses années en matière de gestion des données.
Call Center
Call Center
bron van contact
source de contact
Lead generation & qualification, telefonische opvolging van uw facturen in uw naam, verrijking van uw bestanden, opvolging van uw mailings, … kortom, u kan zich toespitsen op uw kernactiviteit. Onze specialisten van het Call Center vullen u hierbij aan.
Lead generation & qualification, suivi téléphonique de vos factures en votre nom, enrichissement téléphonique de vos fichiers, suivi téléphonique de vos publipostages,.... En conclusion, vous pouvez vous concentrer sur votre activité essentielle. Nos spécialistes du Call Center vous y assisteront.
Incasso
Recouvrement
bron van inkomsten
source de revenus
Curatieve maatregelen zorgen ervoor dat uw geld op uw rekening staat: van rappelbrieven, telefonische contacten tot juridische opvolging.
Grâce à des mesures curatives votre argent se trouve sur votre compte: de lettres de rappel, contacts téléphoniques jusqu’au suivi juridique.
Opleidingen
Formations
bron van deskundigheid
De Graydon Business Academy (voorheen Academy for Credit Management) verzorgt hoogstaande opleidingen en lunchcauserieën over creditmanagement en debiteurenbeheer, met medewerking van docenten uit de academische wereld en de praktijk.
source de compétences
La Graydon Business Academy (appelée auparavant Academy for Credit Management) offre des formations de haut niveau et des déjeuners-causeries en gestion du crédit et des débiteurs, en collaboration avec des enseignants du monde académique et des spécialistes travaillant sur le terrain.
Inhoud
Contenue
1.
Algemene evolutie
1.
Évolution générale
2.
Periode van opschorting en verlengingen
2.
Période de sursis et prolongations
3.
Doel van de opschorting
4.
Répartition régionale et arrondissement
4.
Regionale spreiding en arrondissement
3.
Objectif du sursis
5.
Naar rechtsvorm
5.
Selon la forme juridique
6.
Naar volume op basis van personeel
6.
Selon le volume sur base du personnel
7.
Naar sector
7.
Selon le secteur
8.
Financiële cijfers
8.
Chiffres financiers
9.
Beëindiging en faillissement
9.
Fin et faillite
10. Conclusies
10. Conclusions
Graydon Belgium nv /sa
Uitbreidingstraat 84-b1 | BE-2600 Berchem T: 00 32 (0)3 280 88 00 | F: 00 32 (0)3 280 88 99
[email protected] | www.graydon.be
Tekst: Eric Van den Broele Lay-out: Patrick Van den Broeck
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
Eric Van den Broele Deputy Senior Manager Research, Graydon Belgium
Reeds sinds het begin van deze eeuw ontwikkelde de U.R.H.B verschillende samenwerkingsverbanden met Graydon Belgium, eerst via een aantal proefprojecten op lokale en kleinere schaal, later op een meer systematische en gestructureerde wijze. Zo goed als alle handelsrechtbanken en/of hun kamers voor handelsonderzoek putten actief uit de gegevens die Graydon ter beschikking stelt. Daarnaast ontvangen vele rechtbanken op hun uitdrukkelijk verzoek en in samenspraak met de voorzitters van die handelsrechtbanken een lijst van ondernemingen binnen het eigen arrondissement die welbepaalde knipperlichten vertonen. Dit gebeurt telkens bij het afsluiten van de studie ‘Gezondheidsbarometer van de Belgische ondernemingen’, die ook in dit tijdschrift wordt gepubliceerd. Daarnaast wordt de toepassing van de Wet op Continuïteit van Ondernemingen met argusogen gevolgd. Het maatschappelijk belang van die wetgeving en de mogelijkheden die het biedt om het ondernemerschap te ondersteunen kunnen onmogelijk voldoende benadrukt worden. Om de toepassing van de wetgeving van nabij te kunnen volgen en de discussie ter zake met correct cijfermateriaal te voeden, doen we eveneens beroep op Graydon Belgium nv. Omdat het bedrijf nog steeds de enige organisatie blijkt die in staat is hieromtrent stevig en up-to-date cijfermateriaal te bieden, ook omdat het bedrijf ter zake steevast haar positief maatschappelijk engagement inzake onderzoek in die materie bevestigt. In dit tijdschrift dus opnieuw een tweeluik. In een eerste deel worden de WCO-cijfers uitgediept, in een tweede deel volgt een ingekorte versie van de Gezondheidsbarometer.De toepassing van de Wet op Continuïteit van Ondernemingen vierde op 1 april jongstleden een tweede verjaardag. Daar waar de eerste opschortingen onder de nieuwe wet werden toegekend op 6 april 2009, tellen we per 31 maart 2011 precies 2.249 bedrijven wiens aanvraag tot opschorting onder de WCO werd toegekend. Een onwaarschijnlijk succes, zeker in vergelijking met het toepassingsniveau van de vorige wetgeving op het gerechtelijk akkoord waar op ruim 10 jaar hoop en al 1.397 opschortingen werden uitgesproken. Tijd dus voor een meer gedetailleerde round-up.
2010
L’U.J.C.B a établi différents liens de collaboration avec Graydon Belgium depuis le début de ce siècle, d’abord par le biais de projets pilotes à échelle locale, plus réduite, ensuite de manière plus systématique et structurée. Pratiquement tous les tribunaux de commerce et/ou leurs chambres d’enquête commerciale puisent activement dans les données que Graydon met à leur disposition. De nombreux tribunaux reçoivent, à leur demande explicite et en concertation avec les présidents des tribunaux de commerce, la liste des entreprises présentant des clignotants dans leurs propres arrondissements à chaque clôture de l’étude ‘Baromètre de santé des entreprises belges’, également publiée dans ce magazine. Nous suivons de très près la Loi sur la continuité des entreprises: on ne soulignera jamais assez l’importance sociale de cette législation et les possibilités qu’elle offre pour soutenir l’entreprise. Nous faisons également appel à Graydon Belgium SA pour ce faire, et pour alimenter la discussion concernant l’application de la loi avec des chiffres corrects. Parce que cette entreprise est la seule organisation capable de fournir des chiffres sérieux et actuels et qu’elle confirme sans cesse son engagement social positif au niveau des études en la matière. Ce magazine présente à nouveau deux volets. Le premier approfondit les chiffres de la LCE, le second présente une version raccourcie du Baromètre de la santé. La Loi sur la continuité des entreprises a fêté son second anniversaire le 1er avril dernier. Les premiers sursis dans le cadre de la nouvelle loi ont été accordés le 6 avril 2009 et au 31 mars 2011, 2.249 entreprises s’étaient vu attribuer un sursis dans le cadre de la LCE. Un succès inattendu, certainement en comparaison avec le taux d’application de la loi précédente sur le concordat judiciaire, dans le cadre de laquelle 1.397 sursis ont été prononcés en un peu plus de 10 ans. Un petit tour d’horizon n’est donc pas inutile. Les chiffres présentés dans ces paragraphes doivent être considérés comme des ‘chiffres vivants’. Ils résultent d’un instantané (20 avril 2011) et vont encore évoluer par définition.
De in deze paragrafen weergegeven cijfers moeten zonder meer als ‘levende getallen’ beschouwd worden. Ze zijn het resultaat van een momentopname (20 april 2011) en zullen per definitie verder evolueren.
1.
Algemene evolutie
Na een aarzelende start de eerste maanden na april 2009, kwam de toepassing van de wetgeving met betrekking tot de drie mogelijke gerechtelijke procedures langzamerhand op kruissnelheid. Daar waar gedurende het eerste werkingsjaar 906 bedrijven de voorlopige opschorting verkregen, steeg dit aantal gedurende het tweede werkingsjaar naar 1.343 cases. Maand na maand tonen nieuwe cijfers telkens een verder stijgende trend. Buiten de gerechtelijke procedures om voorziet de wet in de mogelijkheid waarbij de schuldenaar aan al zijn schuldeisers of minstens twee van hen een minnelijk akkoord kan voorstellen met het oog op de gezondmaking van zijn financiële toestand of de reorganisatie van zijn onderneming. De partijen bepalen dan vrij de inhoud van een dergelijk ‘minnelijk akkoord’. Een dergelijk minnelijk akkoord bindt geen derden. Het akkoord kan ter griffie
4
1.
Évolution générale
Après des débuts hésitants, les premiers mois suivant avril 2009, l’application de la loi régissant les trois procédures judiciaires possibles a atteint peu à peu sa vitesse de croisière. Si 906 entreprises ont obtenu le sursis provisoire la première année, ce chiffre est passé à 1.343 la seconde année. Mois après mois, les nouveaux chiffres confirment cette tendance ascendante. En dehors des procédures judiciaires, la loi prévoit la possibilité pour le débiteur de proposer à tous ses créanciers, ou au moins deux d’entre eux, un accord amiable, le temps d’assainir sa situation financière ou de réorganiser son entreprise. Les parties fixent librement le contenu d’un tel ‘accord amiable’. Ce type d’accord n’engage pas de tiers. Il peut être déposé au greffe et est protégé sur certains points contre une éventuelle révocation en cas de faillite. Il est parfaitement logique que dans ces circonstances
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
2010
Evolutie van het aantal toegekende opschortingen in WCO - Evolution du nombre de sursis en LCE Bron/source: Graydon Belgium nv www.graydon.be 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Maart / Mars
April / Avril
Juli / Juillet
Augustus / Août
Okt. / Oct.
Nov. / Nov.
Dec. / Déc.
24
59
78
72
24
66
87
103
120
2010
Jan. / Jan. 63
Feb. / Fév. 86
124
104
106
120
111
62
106
112
126
132
2011
92
130
142
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2009
Mei / Mai
Juni / Juin
worden neergelegd en wordt zo op bepaalde punten beschermd tegen een eventuele latere herroeping bij faillissement. Het is perfect logisch dat in die omstandigheden – er is geen vonnis én het gaat over een onderling akkoord - geen publicatie is vereist. Er zijn dus ook geen gegevens over het aantal bedrijven dat de weg van het minnelijk akkoord buiten de gerechtelijke procedures om volgt. Van alle bedrijven die een vonnis verkregen voor het opstarten van de procedure, waren er 71 die reeds voordien in een juridische insolventieprocedure waren verwikkeld. Hiervan waren er 54 die reeds eerder failliet waren verklaard, waarvan in 36 gevallen het faillissement kort nadien was ingetrokken. Voor 26 ondernemingen was de oude procedure van het gerechtelijk akkoord opgestart, maar werd die beëindigd om de dag zelf of kort daarna een vonnis geveld te krijgen op basis van de nieuwe procedure. In één geval werd een nieuwe WCO-procedure opgestart onmiddellijk nadat een vorige was afgesloten. In zo’n geval bepaalt de wet uitdrukkelijk dat indien een bedrijf binnen de drie jaar een tweede keer een nieuw verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie indient, dit enkel kan onder de procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag.
2.
Periode van opschorting en verlengingen
Sept. / Sept.
– il n’y a pas de jugement et il s’agit d’un accord mutuel – aucune publication ne soit requise. Il n’y a donc pas de données concernant le nombre d’entreprises qui empruntent la voie de l’accord amiable en dehors des procédures judiciaires. Parmi toutes les entreprises ayant bénéficié d’un jugement d’ouverture de procédure, 71 étaient déjà impliquées dans une procédure juridique d’insolvabilité et 54 avaient déjà été déclarées en faillite, cette dernière ayant été annulée ensuite dans 36 cas. L’ancienne procédure du concordat judiciaire avait été lancée pour 26 entreprises, mais arrêtée le jour même ou peu après, remplacée par un jugement dans le cadre de la nouvelle procédure. Pour une entreprise, une nouvelle procédure LCE a été lancée immédiatement après la clôture de la précédente. Dans un tel cas, la loi stipule explicitement que si une entreprise introduit dans les trois ans une seconde demande de réorganisation judiciaire, elle ne peut le faire que dans le cadre de la procédure de transfert sous autorité de justice.
2.
Période de sursis et prolongations
In principe dient de schuldenaar, dus het bedrijf in moeilijkheden, de opstart van de procedure te verzoeken. De zaak moet binnen de tien dagen na het indienen van het verzoekschrift worden behandeld, uiterlijk acht dagen later volgt een vonnis.
En principe, c’est le débiteur, l’entreprise en difficulté, qui doit demander la mise en œuvre de la procédure. Le dossier doit être traité dans les dix jours suivant l’introduction de la requête et le jugement suit dans les huit jours.
Hoewel de betrokkene reeds bescherming geniet, blijft de aanvraag geheim tot op het moment van vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie open verklaart.
Bien que l’entreprise jouisse déjà d’une protection, la demande reste secrète jusqu’au moment du jugement, qui déclare ouverte la procédure de réorganisation judiciaire.
De rechtbank kan bij de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie 6 maanden tijd toekennen (verlengbaar tot 12 en uitzonderlijk zelfs 18 maanden) om tot een akkoord of om tot de overdracht te komen. De mediaan ligt voor alle eerste vonnissen van opschorting die vielen in 2009 op 172 dagen, voor de 1.252 vonnissen die vielen in 2010 ligt diezelfde mediaan op 151 dagen. Voor wat betreft de 364 cases waarvan een eerste vonnis van opschorting viel voor einde maart 2011, ligt diezelfde mediaan op 119 dagen.
Au début de la procédure de réorganisation judiciaire, le tribunal peut octroyer un sursis de 6 mois (à prolonger jusqu’à 12 et exceptionnellement 18 mois) pour aboutir à un accord ou un transfert. Pour les premiers jugements de sursis tombés en 2009, la médiane est de 172 jours, et pour les 1.252 jugements prononcés en 2010, elle est de 151 jours. Pour les 364 cas ayant bénéficié d’un sursis fin mars 2011, la médiane se situe à 119 jours.
Voor 25% van de dossiers geldt een eerste opschorting van niet meer dan 92 dagen in 2009 en 2010. We zien zelfs dat dit met betrekking tot de initiële opschortingen toegekend in 2011 terugloopt naar 78 dagen. Deze waarnemingen bevestigen duidelijk een tendens waarbij de rechtbanken – in het bijzonder voor minder degelijke dossiers - invloed proberen uit te oefenen op het verloop ervan door de betrokkenen kortere opschortingsperiodes toe te kennen.
Graydon Belgium
Pour 25% des dossiers, le premier sursis ne dépassait pas 92 jours en 2009 et 2010. On observe même un recul à 78 jours pour les sursis initiaux accordés en 2011. Ces observations confirment la tendance selon laquelle les tribunaux – et en particulier pour les dossiers moins importants – essaient d’influencer le déroulement de l’affaire en accordant des périodes de sursis plus courtes. Ces observations s’appliquent également à la première prolongation et aux suivantes. Parmi les 633 dossiers ouverts en 2009, 291 (45,9%) ont été prolongés une première fois, puis 115 (18,1% du total) une seconde fois, 27 (4,2%) une troisième fois, 11 (1,7%)
5
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
WCO met verlenging van opschorting - LCE avec prologation de sursis bron/source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
1400 1200 1000 800 600 400 200 0
2009
2010
2011
Vierde verlenging - quatrième prolongation
11
3
0
Derde verlenging - troisième prolongation
27
19
0
Tweede verlenging - seconde prolongation
115
112
2
Eerste verlenging - première prolongation
291
448
23
Eerste periode - première prolongation
189
670
339
WCO: evolutie verlengingen - LCE: évolution des prolongations bron / source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
5
2009
6
7
8
9
10
11
12
1
2010
2
3
2011
Vierde verlenging - quatrième prolongation
1
3
0
1
0
0
0
4
2
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
Derde verlenging - troisième prolongation
0
4
1
2
0
4
1
3
2
0
2
5
3
0
2
0
2
2
0
0
0
0
0
0
Tweede verlenging - seconde prolongation
9
11
13
13
1
11
7
8
16
11
6
12
13
8
9
9
6
8
4
4
3
2
0
0
Eerste verlenging - première prolongation
5
22
13
19
9
21
30
29
37
25
31
26
23
35
30
34
20
35
33
28
33
12
8
3
Eerste periode - première prolongation
9
19
51
37
14
30
49
59
63
25
47
81
65
63
79
67
34
61
75
94
96
78 122 139
Gelijkaardige waarnemingen gelden ook voor de eerste en volgende verlengingen. Van de 633 dossiers die in 2009 werden opgestart werden er 291 (45,9%) een eerste keer verlengd, waarna 115 (18,1% van het totaal) een tweede keer, 27 (4,2%) een derde keer, 11 (1,7%) een vierde keer, 5 een vijfde keer en 2 een zesde keer. Hierbij lag de mediaan van de eerste verlenging nog op 112 dagen, terwijl voor 25% van de cases (Q1) die eerste verlenging niet meer dan 66 dagen bedroeg. De mediaan voor de periode van tweede verlenging lag op 80 dagen, terwijl voor 25% van de gevallen een tweede verlenging van minder dan 36 dagen werd toegekend. De mediaan van de derde verlengingen lag op 61 dagen. Van de 1.252 dossiers uit 2010 werden er 448 (35,7%) een eerste keer verlengd, 112 (8,9%) een tweede keer, 19 (1,5%) een derde keer en 3 een vierde keer. De mediaan van die eerste verlengingen zakt naar 92 dagen, voor 25% van de gevallen (Q1) werd niet meer dan 62 dagen toegekend. De mediaan voor de tweede verlengingen lag op 79 dagen, terwijl in 25% van de gevallen niet meer dan 48 dagen werd toegekend. De mediaan voor derde verlengingen lag op 63 dagen, terwijl in 25% van de gevallen niet meer dan 42 dagen werd toegekend. Van de zaken die in 2011 werden ingeleid, waren er tot 1 mei jongstleden 23 een eerste keer verlengd, 2 zelfs al een tweede keer. Hiervan ligt de mediaan van eerste verlenging op 51 dagen.
6
une quatrième fois, 5 une cinquième fois et 2 une sixième fois. La médiane de la première prolongation était encore de 112 jours, tandis que dans 25% des cas (Q1), cette première prolongation ne dépassait pas 66 jours. La médiane pour la période de la seconde prolongation était de 80 jours, mais dans 25% des cas, une seconde prolongation de moins de 36 jours a été accordée. La médiane de la troisième prolongation était de 61 jours. Parmi les 1252 dossiers de 2010, 448 (35,7%) ont été prolongés une première fois, 112 (8,9%) une seconde fois, 19 (1,5%) une troisième fois et 3 une quatrième fois. La médiane de ces premières prolongations chute à 92 jours, et dans 25% des cas (Q1), le juge n’a pas accordé plus de 62 jours. La médiane était de 79 jours et dans 25% des cas, pas plus de 48 jours. La médiane pour les troisièmes prolongations était de 63 jours et dans 25% des cas, le sursis ne dépassait pas 42 jours. Parmi les dossiers introduits en 2011, jusqu’au 1er mai dernier, 23 avaient été prolongés une première fois, et 2 une seconde fois. La médiane de la première prolongation est donc de 51 jours. La médiane de la durée totale du sursis, avec toutes les prolongations, se situe à 182 jours pour les dossiers ouverts en 2009. Dans 25% des cas, cette durée était inférieure à 131 jours. La durée la plus longue accordée est un sursis de 730 jours.
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
De mediaan van de totale looptijd van de opschorting inclusief alle verlengingen ligt voor wat betreft de dossiers die in 2009 werden opgestart op 182 dagen. In 25% van de gevallen was die looptijd minder dan 131 dagen. Het dossier met de langste looptijd besloeg 730 dagen.
2010
Pour les dossiers ouverts en 2010, la médiane de la durée totale était de 181 jours, et 25% des dossiers ont été clôturés à moins de 121 jours. La durée provisoire la plus longue était de 549 jours. La baisse des valeurs médiane, en termes de durée, s’explique par une attitude plus critique des divers tribunaux vis-à-vis des nouveaux dossiers, qui accordent des sursis plus longs – généralement six mois – aux dossiers dans lesquels ils croient vraiment.
Met betrekking tot de dossiers die opgestart werden in 2010, lag de mediaan van de totale looptijd op 181 dagen, terwijl 25% van de dossiers op minder dan 121 dagen werd beëindigd. Het dossier met de voorlopig langste looptijd besloeg 549 dagen. Hierbij moet duidelijk gesteld worden dat het zakken van de mediaanwaarden qua looptijd het gevolg is van een meer kritische houding van diverse rechtbanken ten opzichte van opstartende dossiers. Blijkt dat die dossiers waarin een rechtbank gelooft nog steeds ruime opschortingsperiodes – de gebruikelijke zes maanden - krijgen toegekend.
3.
3.
Doel van de opschorting
Objectif du sursis
Door de opschorting van betaling krijgt de ondernemer een adempauze om te werken aan één van de mogelijke herstelmaatregelen:
Avec le sursis de paiement, l’entrepreneur bénéficie d’une période où il peut souffler et mettre en œuvre l’une des mesures de reprise possibles:
De procedure van de reorganisatie door minnelijk akkoord mikt erop slechts een beperkt aantal schuldeisers (minstens 2) bij de onderhandelingen te betrekken. Het akkoord wordt voorgelegd aan de rechtbank die vervolgens de procedure sluit.
La procédure de réorganisation par accord amiable est conçue pour impliquer un nombre limité de créanciers (au moins 2) dans les négociations. L’accord est présenté au tribunal, qui clôture ensuite la procédure.
De procedure van de reorganisatie door collectief akkoord streeft ernaar een overeenkomst te maken met alle schuldeisers. Het reddingsplan moet door die schuldeisers bij dubbele meerderheid (meerderheid van de aanwezige schuldeisers die samen de helft van de hoofdsom van alle verschuldigde bedragen vertegenwoordigen) worden gestemd en wordt vervolgens door de rechtbank gehomologeerd. De procedure wordt daarna gesloten.
La procédure de réorganisation par accord collectif vise la fixation d’un accord avec tous les créanciers. Le plan de sauvetage doit être voté par les créanciers à la double majorité (majorité des créanciers en présence, représentant ensemble la moitié du principal de tous les montants dus) et être ensuite homologué par le tribunal. La procédure est ensuite clôturée. La procédure de réorganisation par transfert sous autorité judiciaire peut être initiée par différentes parties intéressées et vise uniquement à sauver la valeur économique et/ou l’emploi, par le transfert (la vente) de toute l’entreprise ou de parties de celle-ci aux repreneurs intéressés.
De procedure van de reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag kan door verschillende belanghebbenden worden opgestart en is zuiver gericht op het redden van economische waarde en/of werkgelegenheid. Het volledige bedrijf of onderdelen ervan worden overgedragen (verkocht) aan geïnteresseerde overnemers.
Après 24 mois d’application de la loi, on observe plus que jamais des demandes urgentes émanant des fournisseurs et autres créanciers des entreprises concernées.
Na 24 maanden werking van de wet zijn er meer dan ooit ernstige vragen bij de leveranciers en andere schuldeisers van de betrokken bedrijven.
La voie à suivre pour garantir les droits des créanciers est toujours très incertaine: les pistes possibles (réorganisation amiable, collective ou transfert) ne sont pas toujours clairement publiées, de
2010: Publicatie van het doel opschorting - Publication de l'objectif du sursis bron / source : Graydon Belgium nv
www.graydon.be
250
200
150
100
50
0 Bruss Antwe Brugg Charl Arlon el rpen e eroi
2010 Overdracht onder gerechtelijk gezag - Transfert sous autorité judicaire 2010 Collectief akkoord - Accord collectif 2010 Minnelijk akkoord - Accord amiable 2010 Doel niet bekend - Objectif inconnu
Dend Dinan ermo t nde
Gent
Hasse lt
Huy
Ieper
March Neufc Oude e-en- Mech Kortri Leuve Namu Nivell Ooste Tonge Tourn Turnh Vervi Veurn hâtea naard Liège Mons Eupen jk n r es nde ren ai out ers e Fame elen u e nne
2
10
0
1
2
1
0
1
1
0
1
0
0
2
1
0
1
2
0
4
0
0
7
0
0
0
0
0
32
80
2
3
16
17
7
3
23
0
1
3
3
2
10
0
1
13
0
9
2
0
11
7
3
0
0
0
38
47
3
6
19
5
8
4
29
0
2
1
7
0
2
0
4
10
6
5
5
5
16
9
2
1
0
0
122
4
2
16
67
2
6
52
1
17
5
18
30
103
3
18
52
12
18
62
7
12
4
22
39
34
3
3
Graydon Belgium
7
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
2009
2010
Aantal vonnissen van opschorting - Nombre de jugements de sursis
633
1252
364
Aantal opschortingen met gepubliceerd primair doel Nombre de sursis avec objectif primaire publié
253
518
197
79
234
80
159
248
102
15
36
15
437
970
305
82
248
80
340
686
210
15
36
15
aantal opschortingen met minnelijk akkoord to doel nombre de sursis avec un accord amaible comme objectif aantal opschortingen met collectief akkoord tot doel nombre de sursis avec accord collectif comme objectif aantal opschortingen met gerechtelijke overdracht tot doel nombre de sursis avec transfert sous autorité judiciaire comme objectif Aantal opschortingen met vermoedelijk primair doel Nombre de sursis avec objectif primaire supposé aantal opschortingen met minnelijk akkoord tot doel nombre de sursis avec un accord amaible comme objectif aantal opschortingen met collectief akkoord tot doel nombre de sursis avec accord collectif comme objectif aantal opschortingen met gerechtelijke overdracht tot doel nombre de sursis avec accord collectif comme objectif
2011
* de getallen vermeld onder ‘aantal opschortingen met VERMOEDELIJK PRIMAIR doel’ zijn het totaal van het ‘aantal opschortingen met GEPUBLICEERD PRIMAIR DOEL’ en deze waarvan het doel uit andere gegevens wordt afgeleid. * les chiffres cités sous ‘nombre de sursis avec objectif PRIMAIRE SUPPOSE’ représentent le total du ‘nombre de sursis avec OBJECTIF PRIMAIRE PUBLIE’ et ceux dont l’objectif es dérivé d’autres données.
Zo vernemen we voortdurend grote onzekerheid over de te volgen weg om de rechten van de schuldeiser te vrijwaren: de mogelijke pistes (minnelijke reorganisatie, collectief of overdracht) worden niet eenduidig gepubliceerd, waardoor het voor de schuldeisers inderdaad koffiedik kijken is. Enkele rechtbanken publiceren systematisch het doel, ongeacht hetwelke. Andere publiceren zelfs niet indien de opschorting moet leiden tot een collectief akkoord, nochtans een vereiste die met nadruk in de wet is voorzien. De wet stelt dat het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie open verklaart, door toedoen van de griffier binnen een termijn van vijf dagen na dagtekening bij uittreksel bekend gemaakt moet worden in het Belgisch Staatsblad (artikel 26, paragraaf 1). Moeten vermeld worden: identificatiegegevens, datum van het vonnis, naam van de gedelegeerd rechter en de eventuele gerechtsmandatarissen, en indien mogelijk het tijdstip voorzien voor de stemming van het reorganisatieplan. Het doel van de procedure wordt ter zake niet uitdrukkelijk vermeld. In de praktijk stellen we vast dat van de 2.249 cases die de afgelopen twee werkjaren werden ingeleid, slechts in 968 gevallen het doel effectief werd gepubliceerd. Daarnaast maken vormvereisten het soms mogelijk ook bij niet-publicatie ervan het doel van de reorganisatie toch te herkennen (soms retroactief). In totaal is zo van 1.712 het doel met grote waarschijnlijkheid, maar niet met zekerheid, gekend. Indien de schuldenaar een procedure met minnelijk akkoord tot doel aangaat, is er in principe geen nadelig gevolg voor de schuldvordering van een schuldeiser zolang die schuldeiser geen deel uitmaakt van dat minnelijk akkoord. Anderzijds wil de schuldeiser, bij gebrek aan kennis over het doel van de procedure, erover waken dat de betrokken verantwoordelijken (bedrijfsleiders, gedelegeerd rechter, gerechtsmandataris…) op de hoogte zijn van die schuld. Dit om er zeker van te zijn dat hij zijn rechten kan doen gelden bij een collectief akkoord of bij een overdracht onder gerechtelijk gezag. Daarnaast eist de wet dat de schuldenaar de schuldeisers individueel in kennis stelt van de vonnisgegevens binnen een termijn van veertien dagen te rekenen vanaf de dag waarop het vonnis dat de procedure goedkeurt is uitgesproken. Verder dient de schuldenaar zelf zijn boekhoudkundige staat over te maken aan de rechtbank. De nieuwe wet vraagt ook niet meer dat de schuldeiser aangifte doet. Nochtans, in de praktijk komt het – net bij bedrijven in moeilijkhe-
8
sorte que pour les créanciers, c’est souvent la bouteille à encre. Quelques tribunaux publient systématiquement l’objectif, quel qu’il soit, d’autres ne communiquent même pas si le sursis doit aboutir à un accord collectif, pourtant une exigence sur laquelle la loi insiste lourdement. La loi stipule que le jugement qui déclare ouverte la procédure de réorganisation judiciaire est, à la diligence du greffier et dans les cinq jours de sa date, publié par extrait au Moniteur belge (article 26 paragraphe 1). Doivent être mentionnés: les données d’identification, la date du jugement, le nom du juge délégué et ceux des éventuels mandataires de justice, et si possible le moment prévu pour le vote du plan de réorganisation. L’objectif de la procédure n’est pas explicitement mentionné. Dans la pratique, on observe que parmi les 2.249 dossiers introduits ces deux dernières années, l’objectif n’était mentionné que dans 968 des cas. Les exigences formelles permettent parfois, également en cas de non publication, de reconnaître néanmoins l’objectif de la réorganisation (parfois rétroactivement). Au total, l’objectif est connu avec une grande probabilité, mais pas avec certitude, dans 1.712 des cas. Si le débiteur entame une procédure avec un accord amiable comme objectif, il n’y a en principe pas de conséquence négative pour le recouvrement d’un créancier tant que celui-ci ne fait pas partie de cet accord amiable. D’autre part, à défaut de connaissance de l’objectif de la procédure, le créancier doit s’assurer que les responsables concernés (chefs d’entreprise, juge délégué, mandataire de justice …) sont au courant de cette dette, afin d’être certain de pouvoir faire valoir ses droits en cas d’accord collectif ou de transfert sous autorité judiciaire. La loi exige en outre que le débiteur informe individuellement les créanciers des données du jugement dans un délai de quatorze jours à partir du jour où est prononcé le jugement approuvant la procédure. Le débiteur doit remettre son état comptable au tribunal. La nouvelle loi ne demande pas que le créancier fasse une déclaration. Pourtant, dans la pratique, et plus souvent encore dans le cas des entreprises en difficulté, le débiteur reste en défaut administrativement et n’a donc pas une vue complète de ses dettes et/ou créanciers. Il n’est dès lors pas impensable qu’un créancier ne soit pas informé. Le créancier se doit donc de s’informer lui-même de l’évolution et
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
des publications en la matière.
den vaker dan elders - voor dat de schuldenaar administratief in gebreke blijft en dus geen volledig zicht heeft op zijn openstaande schulden en/of schuldeisers. Het is zodoende zeer denkbaar dat een schuldeiser niet op de hoogte wordt gebracht.
Un créancier bien organisé ne devrait donc pas attendre les notifications du débiteur, surtout parce que la procédure à suivre n’est pas toujours connue, comme dans le temps, mais introduire lui-même une déclaration.
Hierdoor voelt de schuldeiser zich verplicht zichzelf te informeren over de evolutie en publicaties ter zake.
Mais il n’est plus possible d’introduire une déclaration. En revanche, conformément à l’article 20, le créancier peut prendre connaissance du dossier de réorganisation judiciaire et savoir quel est l’objectif de la procédure. Le créancier peut également verser sa demande de recouvrement au dossier, ce qui a valeur de mise en demeure du débiteur et interrompt la prescription.
De goed georganiseerde schuldeiser zal dus, zeker omdat de gevolgde procedurepiste niet steeds gekend is, de berichten van kennisgeving vanwege de schuldenaar niet afwachten maar – zoals eertijds - zelf zijn aangifte willen indienen. Echter, er is geen aangifte meer mogelijk. Wel kan men overeenkomstig artikel 20 als schuldeiser altijd inzage vragen in het dossier van gerechtelijke reorganisatie waardoor men weet wat het doel van de procedure is. Tevens kan de schuldeiser zijn schuldvordering neerleggen in dit dossier wat geldt als ingebrekestelling van de schuldenaar en de verjaring stuit.
Cette disposition est mal connue, mais elle offre pourtant une bonne solution pour tous les créanciers qui craignent d’être oubliés : c’est une sorte de forme alternative de déclaration. Pourtant, le point de contact est une donnée très floue : à qui faut-il remettre une liste des créances ? Cette incertitude occasionne donc une surcharge de travail pour le juge délégué et le mandataire de justice éventuel.
Deze bepaling is slecht gekend, maar biedt dus een goede oplossing voor alle schuldeisers die vrezen uit de boot te vallen. Het is een soort alternatieve vorm van aangifte.
Jusqu’au 15 avril dernier, dans 127 des dossiers ouverts, un jugement modifiant l’objectif a été prononcé: 16 sont passés d’un accord amiable à un accord collectif, 22 d’un accord amiable à un transfert direct sous autorité judiciaire, 78 d’un accord collectif à un transfert sous autorité judiciaire. Dans deux cas (un dossier ouvert en 2009 et un en 2010), un accord collectif a été ramené à un accord amiable, dans 9 autres (quatre pour des dossiers ouverts en 2009 et 5 en 2010), un transfert sous autorité judiciaire est devenu un accord amiable. Ces deux derniers cas ne sont pas prévus dans la loi LCE (voir LCE art. 39).
Toch blijkt daarbij grote onduidelijkheid over het aanspreekpunt (aan wie moet een overzicht van de vorderingen worden bezorgd?). De voornoemde onduidelijkheden creëren dus ook extra werklast bij de gedelegeerd rechter en de eventuele gerechtsmandataris. Tot en met 15 april ll. volgde in 127 van de opgestarte gevallen een uitspraak waarbij het doel werd gewijzigd: 16 gingen er over van minnelijk naar collectief akkoord, 22 gingen van minnelijk akkoord direct naar overdracht onder gerechtelijk gezag, 78 stapten over van collectief akkoord naar overdracht onder gerechtelijk gezag. In twee gevallen (eentje voor een dossier opgestart in 2009 en eentje in 2010) werd een collectief akkoord teruggebracht naar een minnelijk akkoord, in 9 andere (vier voor dossiers opgestart in 2009 en 5 in 2010) een overdracht onder gerechtelijk gezag eveneens naar een minnelijk akkoord. Deze beide laatste cases zijn niet in de WCO-wet voorzien (zie WCO art. 39).
4.
2010
Regionale spreiding en arrondissement
4.
Répartition régionale et arrondissement
De toepassing van de vroegere wetgeving was een materie die beduidend frequenter werd waargenomen op de Waalse rechtbanken. Steevast waren de arrondissementen Nijvel en Charleroi, het laatste jaar zelfs Verviers, koplopers.
L’ancienne législation était appliquée plus fréquemment dans les tribunaux wallons, les arrondissements de Nivelles et Charleroi, et cette dernière année Verviers aussi, arrivant systématiquement en tête.
Zo werden in 2008 16 vonnissen van voorlopige opschorting op basis van de wet op het gerechtelijke akkoord in Vlaanderen genoteerd, 13 in Brussel maar 49 in Wallonië. Nijvel sprak 10 vonnissen uit, in Verviers telden we er 8.
En 2008, 16 jugements de sursis provisoire sur base de la loi relative à l’accord judicaire ont été prononcés en Flandre, 13 à Bruxelles et 49 en Wallonie. Nivelles a prononcé 10 jugements et Verviers 8. L’application de la nouvelle loi sur la réorganisation judiciaire est
Aantal WCO naar arrondissement - Nombre de LCE selon arrondissement bron/source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
400 350 300
56
250 42 200
194
150
25
0
14
104
100 50
24
33 141
93
62
2 7 5
15 26 11
49
11 25 24
60 7 21 10
39
107 9 54 23
1 17 5
0 9 6
12 22 22
40 26
58 51
2009 vanaf april
Graydon Belgium
80
10
19 0 16 3
2010
10 18 8
29
13 37 25
2 24 2
55
5 14 3
6 17 9
13
12 38
11 38
44
14
16
17
9 35 15
3 4
0 3 7
2011
9
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
Aantal WCO Regionaal - Nombre de LCE au niveau Régional bron/source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
1200
1000
800
600
400
200
0
Vlaanderen / Flandre
Brussels Hoofdstedelijk Gewest / Région de Bruxelles Capitale
Wallonië / Wallonie
2011
182
46
136
2010
562
144
546
2009 (*)
287
72
274
(*) vanaf april - à partir d’avril
WCO naar rechtsvorm - LCE selon forme juridique bron/source: Graydon Belgium nv www.graydon.be
600 500 400 300 200 100 0 NV - SA - AG
BVBA - SPRL EVBA - SPRU GMBH
SVBA-
CV - SC
CVBA - SCRL COMV - SCS
CommVA SCA
CVOA - SCRI
LV - SAGR
1
Eenmanszaak - Entreprise VOF - SNC unipersonnell e
VBR
ONBEKEND
FV - ASSF
2009 (*)
197
273
37
0
12
10
0
0
92
9
2
0
0
2010
324
560
78
0
31
20
1
1
222
3
4
0
2
2011
74
171
27
0
6
3
1
0
74
4
2
0
2
(*) vanaf april - à partir d’avril
Naar rechtsvorm: % faillissementen na aanvaarding van de WCO-procedure Selon forme juridique: % de faillites après acceptation de la procédure LCE bron: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% CV - SC
CVBA SCRL
Eenmansz aak COMV - CommVA CVOA LV - SAGR Entreprise VOF - SNC SCS - SCA SCRI uniperson nelle
70,27%
0,00%
50,00%
70,00%
100,00%
0,00%
0,00%
47,83%
66,67%
0,00%
0,00%
0,00%
28,21%
0,00%
51,61%
25,00%
0,00%
0,00%
0,00%
29,73%
33,33%
50,00%
0,00%
0,00%
3,70%
0,00%
16,67%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00%
5,41%
25,00%
0,00%
0,00%
0,00%
NV - SA AG
BVBA SPRL GMBH
EVBA SPRU
2009 (*)
53,30%
58,24%
2010
36,11%
33,75%
2011
5,41%
8,77%
VBR
ONBEKEN FV - ASSF D
(*) vanaf april - à partir d’avril
10
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
2010
De toepassing van de nieuwe wet op de gerechtelijke reorganisatie toont een gevarieerder beeld. Nog steeds is Brussel koploper, echter gevolgd door Antwerpen en dan pas Luik en Nijvel. Inderdaad, ook op de andere Vlaamse rechtbanken worden behoorlijk wat vonnissen uitgesproken.
plus variée. Bruxelles est toujours en tête, suivie par Anvers et ensuite par Liège et Nivelles. Les tribunaux flamands prononcent également pas mal de jugements.
5.
5.
Naar rechtsvorm
Selon la forme juridique
Het ligt in de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever de procedure van de gerechtelijke reorganisatie ook toegankelijker te maken voor de kleinere onderneming. Hoewel nog altijd een disproportioneel aantal nv’s (nv’s zijn gewoontegetrouw de grotere ondernemingen) zich op de procedure van de gerechtelijke reorganisatie beroepen, zijn er naar verhouding beduidend meer eenmanszaken en bvba’s dan voorheen die hun moeilijkheden via de toepassing hopen op te lossen. De beoogde grotere toegankelijkheid van de procedure, de gediversifieerde proceduremogelijkheden en het feit dat het geheel in vergelijking met de vorige wetgeving beduidend goedkoper blijkt, wordt gunstig ervaren. Wel doen de eerste waarnemingen vermoeden dat de ‘grotere’ rechtsvormen meer kans hebben op overleven dan de ‘kleinere’.
Le législateur a voulu explicitement rendre la procédure de réorganisation judiciaire davantage accessible aux entreprises plus petites. Bien qu’un nombre disproportionné de SA (les SA sont traditionnellement des entreprises plus grandes) fait appel à la procédure de réorganisation judicaire, proportionnellement plus d’entreprises unipersonnelles et de sprl qu’auparavant essaient de résoudre leurs difficultés par cette voie. La plus grande accessibilité visée, les possibilités diversifiées et le fait que l’ensemble soit nettement moins cher en comparaison avec l’ancienne législation sont perçus comme des éléments positifs. Les premières observations laissent supposer que les formes juridiques ‘plus grandes’ ont plus de chances de survivre que les ‘plus petites’.
6.
6.
Naar volume op basis van personeel
Dezelfde vaststelling geldt bij een benadering op basis van personeel. Op federaal niveau wordt 97% van alle opgestarte procedures toegekend aan KMO’s. Hiervan stellen 26% geen werknemers tewerk. Hierbij valt op dat binnen het Vlaamse gewest beduidend meer bedrijven van dergelijke categorie op de WCO een beroep doen.
Selon le volume sur base du personnel
La même observation s’applique dans le cas d’une approche sur base du personnel. Au niveau fédéral, 97% des procédures initiées sont attribuées à des PME. Parmi elles, 26% n’ont pas de salariés. En Région flamande, nettement plus d’entreprises de cette catégorie font appel à la LCE. Plus de 69% des entreprises bénéficiant de la procédure
Federaal niveau WCO en verdeling naar werknemerscategorie Niveau fédéral entreprises en LCE selon catégorie de salarié ONSS bron / source : Graydon Belgium nv
100 - 199 ; 1%
www.graydon.be
200 - 499 ; 0%
50 - 99 ; 2%
20 - 49 ; 7%
0; 26% 10 - 19; 11%
5 - 9; 13%
1-4; 40%
Vlaams gewest: WCO en verdeling naar werknemerscategorie Région flamande: entreprises en LCE selon catégorie de salarié ONSS bron / source : Graydon Belgium nv
50 - 99 ; 2% 20 - 49 ; 6%
www.graydon.be
100 - 199 ; 1% 200 - 499 ; 0%
Brussels gewest: WCO en verdeling naar werknemerscategorie Région bruxelloise: entreprises en LCE selon catégorie de salarié ONSS bron / source : Graydon Belgium nv
100 - 199 ; 1% 50 - 99 ; 4% 20 49 ; 7%
10 - 19; 10%
0; 31%
www.graydon.be
Waals gewest: WCO en verdeling naar werknemerscategorie Région wallonne: entreprises en LCE selon catégorie de salarié ONSS bron / source: Graydon Belgium nv
200 - 499 ; 0%
50 - 99 2%
100 - 199 1%
20 - 49 7%
0; 22%
www.graydon.be
200 - 499 0%
0 22%
10 - 19 12%
10 - 19; 11%
5 - 9; 12% 5-9 14%
5 - 9; 15%
1-4; 40%
1-4; 38%
Graydon Belgium
1-4 42%
11
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
WCO: Type bedrijf versus werkgeverscategorie (federaal niveau) LCE: type d'entreprise par rapport à la catégorie d'employeur (niveau fédéral) bron / source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0
0
1-4
5-9
FV - ASSF
2
1
0
1
0
0
0
ONBEKEND
0
0
0
0
0
0
0
VBR
4
1
0
0
1
1
0
0
12
4
0
0
0
0
0
0
223
123
10
5
2
0
0
0
LV - SAGR
0
1
0
0
0
0
0
0
CVOA - SCRI
1
1
0
0
0
0
0
0
VOF - SNC Eenmanszaak - Entreprise unipersonnelle
CommVA - SCA
1
10 - 19
20 - 49
50 - 99
100 - 199
200 - 499 0 0
0
0
0
0
0
0
0
COMV - SCS
18
7
2
1
2
1
0
0
CVBA - SCRL
9
19
7
5
8
0
0
0
CV - SC
0
0
0
0
0
0
0
0 0
EVBA - SPRU BVBA - SPRL - GMBH NV - SA - AG
31
64
16
17
8
1
0
200
460
144
96
40
12
2
1
61
165
101
108
77
34
13
3
Meer dan 69% van de bedrijven die tot de procedures worden toegelaten stellen minder dan 10 werknemers tewerk. 2% van de betrokken bedrijven stellen tussen de 50 en 99 werknemers tewerk. De afgelopen 2 werkjaren beriepen 15 bedrijven die tussen 100 en 199 werknemers tewerkstellen en 4 die tussen de 200 en de 499 werknemers tewerkstellen zich op de WCO. Opmerkelijk hierbij is dat wat de laatste categorie betreft 2 van de procedures pas respectievelijk in januari en maart en 2011 werden ingeleid en dit voor de rechtbanken van Brussel en Oudenaarde.
emploient moins de 10 collaborateurs. 2% des entreprises concernées emploient entre 50 et 99 collaborateurs. Ces 2 dernières années, 15 entreprises en LCE emploient entre 100 et 199 collaborateurs et 4 entre 200 et 499 salariés. Dans cette dernière catégorie, 2 des procédures n’ont été lancées qu’en janvier et mars 2011 devant les tribunaux de Bruxelles et Oudenaarde.
7.
7.
Naar sector
Observeren we de faillissementen van de afgelopen maanden en jaren, dan zijn steevast de horecabedrijven de grootste faillis-
Selon le secteur
Quand on observe les faillites des derniers mois et années, on remarque que l’horeca est le plus grand pourvoyeur de faillites,
Aantal WCO's per activiteit (2 werkjaren) Nombre de LCE par activité (2 années de travail) bron/source: Graydon Belgium nv www.graydon.be 2009 28
ANDERE AUTRES WATER- EN AFVALBEHANDELING, SANERING TRAITEMENT DES EAUX ET DES DECHETS, assainissement ENERGIEPRODUCTIE REPARATIE EN ONDERHOUD
PRODUCTION D’ENERGIE
120 044 262
BOUW VAN VERVOERSTUIGEN EN COMPONENTEN CONSTRUCTION DE VEHICULES ET DE COMPOSANTS
252
MACHINEBOUW CONSTRUCTION DE MACHINES
8 51
ELEKTROTECHNIEK, ELEKTRONICA & COMPUTERS ELECTROTECHNIQUE, ELECTRONIQUE ET ORDINATEURS
4 82
METAALINDUSTRIE METALLURGIE
31
BOUWMATERIALENINDUSTRIE INDUSTRIE DES MATERIAUX DE CONSTRUCTION
5111
CHEMISCHE- & KUNSTSTOFINDUSTRIE INDUSTRIE CHIMIQUE ET DU PLASTIQUE
7 73
HOUTINDUSTRIE INDUSTRIE DU BOIS
5101 6 73
LAND- en BOSBOUW AGRICULTURE ET SYLVICULTURE IMMO IMMOBILIER SPORT EN RECREATIE SPORTS ET LOISIRS VERZEKERINGEN EN VERMOGENSBEHEER ASSURANCES ET GESTION DE PATRIMOINE
31 4
8 24 9 0 5 25 4 13 13 16 9 12 7 01 97
DIENSTVERLENING AAN BEDRIJVEN SERVICES AUX ENTREPRISES GARAGEHOUDERS & AANVERWANTE SECTOREN GARAGISTES ET SECTEURS APPARENTES HANDELSBEMIDDELING COURTAGE COMMERCIAL
7
231
TEXTIEL EN LEDERINDUSTRIE INDUSTRIE DU TEXTILE ET DU CUIR
VISSERIJ EN AQUACULTUUR PECHE ET AQUACULTURE
41
25
DRUKKERIJEN, UITGEVERIJEN EN MEDIA IMPRIMERIES, EDITEURS ET MEDIAS
VOEDINGSINDUSTRIE EN VOEDINGSNIJVERHEID INDUSTRIE ALIMENTAIRE ET ALIMENTATION
13
323
MEUBELINDUSTRIE INDUSTRIE DU MEUBLE
PAPIERINDUSTRIE INDUSTRIE DU PAPIER
37
2011
230
REPARATION ET ENTRETIEN
ANDERE INDUSTRIE AUTRE INDUSTRIE
2010
24 10
36 34
198
3
54
GROOTHANDEL GROSSISTES
97
64
KLEINHANDEL DETAILLANTS
29 117
33
TRANSPORT TRANSPORT
79
43
22
104
BOUW CONSTRUCTION OVERIGE PERSOONLIJKE DIENSTEN AUTRES SERVICES PERSONNELS
13
REPARATIE VAN COMPUTERS EN CONSUMENTENARTIKELEN REPARATION D’ORDINATEURS ET D’ARTICLES DE…
252
HORECA HORECA
12
32 66
51
13
240
64
13 157
40
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
2010
sementenleveranciers. Niet zo wat betreft die bedrijven die zich via de gerechtelijke reorganisatie een reddingsboei aanmeten.
mais pas le secteur qui compte le plus d’entreprises faisant appel à la réorganisation judiciaire comme bouée de sauvetage.
De bouwnijverheid was de eerste twee werkjaren de sterkst vertegenwoordigde gebruiker (408 of 18,1%), samen met de sector van de dienstverlening aan bedrijven (consulting, accountancy, …) (346 of 15,4%). Pas dan komen de horecazaken (263 of 11,7%) en de detailhandel (224 of 10%).
Ces deux dernières années, l’industrie de la construction était la plus représentée (408, soit 18,1%), avec le secteur des services aux entreprises (consulting, accountancy, …) (346, soit 15,4%). Viennent ensuite seulement les établissements horeca (263, soit 11,7%) et le commerce de détail (224, soit 10%).
Binnen de meer industriële sectoren blijkt vooral die van de metaalindustrie (79) en de sector van de drukkerijen, uitgeverijen en media (60) zich op de welwillendheid van rechtbank en leveranciers te beroepen.
Dans les secteurs plus industrialisés, ce sont surtout la métallurgie (79) et le secteur des imprimeries, maisons d’édition et médias (60) qui font appel à la bienveillance des tribunaux et fournisseurs. Malgré le fait qu’en comparaison avec les nombreuses entreprises en difficulté, il s’agisse de plus petits montants, cette proportion est frappante. On peut supposer qu’en pleine période de crise, et encore maintenant, ce sont surtout ces secteurs industriels en particulier qui sont confrontés à des problèmes de liquidités, ce qui pousse les chefs d’entreprise à demander l’application de la procédure.
Ondanks de bedenking dat het in vergelijking met de vele bedrijven die in moeilijkheden verkeren om kleine getallen gaat, is deze verhouding zonder meer opvallend. Men kan vermoeden dat in volle crisisperiode en zelfs nu nog net deze industriële sectoren in het bijzonder met vooral acute liquiditeitsproblemen worden geconfronteerd, wat de bedrijfsleider aanzet tot het indienen van een verzoekschrift dat de procedure inleidt.
Et en effet, des observations antérieures –internes- de Graydon indiquent que ce sont les principaux fournisseurs de ces secteurs qui ont systématiquement mis en œuvre et imposé à leurs clients pendant la crise des conditions de paiement très strictes (allant jusqu’à la livraison contre paiement cash exclusivement).
Inderdaad tonen eerdere – interne - Graydon-waarnemingen aan dat het net de hoofdleveranciers zijn die deze sectoren beleveren die tijdens de crisis systematisch zeer stringente betalingsvoorwaarden (tot en met het uitsluitend leveren tegen cashbetaling) hebben ingevoerd en aan hun klanten opgelegd.
8.
Financiële cijfers
8.
Chiffres financiers
Totaal / Total
2009
2010
2011
0,82 0,41 0,72 1,03
0,79 0,36 0,70 1,04
0,79 0,41 0,70 1,01
0,97 0,47 0,82 1,06
0,62 0,24 0,47 0,81
0,58 0,21 0,45 0,77
0,59 0,25 0,46 0,79
0,75 0,25 0,56 0,87
134,12 88,52 104,34 138,23
134,57 88,58 106,14 142,47
138,39 88,46 105,63 139,66
117,90 88,46 98,79 124,73
12,99 -9,58 1,02 7,74
16,01 -10,97 2,43 8,37
12,26 -10,55 0,29 7,42
9,40 -0,88 2,30 7,76
5,65 -15,17 -5,82 0,91
6,87 -12,88 -3,60 2,68
5,10 -16,60 -7,58 -0,21
0,71 -4,65 -1,08 0,52
98,25 32,00 67,50 112,25
96,33 29,00 65,00 107,50
95,52 29,00 66,50 113,25
117,11 41,00 74,00 125,00
153,48 60,25 105,50 182,50
156,37 59,75 126,00 185,50
152,55 59,00 99,00 176,00
150,17 64,25 98,50 188,00
LUIQUIDITEIT / LIQUIDITE Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 ACID Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 SCHULDGRAAD / DEGRE D’ENDETTEMENT Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 BRUTO MARGE / MARGE BRUTE Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 NETTO MARGE / MARGE NETTE Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 DKK / JCC Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 DKL / JCF Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3
Graydon Belgium
13
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
Totaal / Total
2009
2010
2011
1.777.402.091
592.511.522
1.053.749.290
131.141.279
3.720.738
4.085.645
3.859.993
2.261.057
245.727
321.800
257.445
146.044
708.279
819.042
824.572
365.889
3.310.993
4.446.141
3.704.898
988.618
88.167.380
53.488.447
88.167.380
41.361.618
-4.106.199
-20.297.188
-41.396.953
57.587.942
-14.177
-44.066
-67.454
219.801
-129.321
-194.522
-125.650
-64.065
-14.030
-29.859
-16.115
3.157
65.481
69.908
63.503
62.689
29.634.594
14.528.581
7.808.358
29.634.594
-476.703.846
-186.169.514
-267.357.597
-23.176.735
-294.055
-403.834
-297.707
-88.461
-262.168
-356.691
-256.653
-136.713
-75.678
-119.819
-72.868
-41.317
5.875
9.369
2.196
14.150
5.283.075
2.650.262
5.283.075
3.505.064
Omzet
Totaal / Total Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 Grootste / Le plus grand Eigen Vermogen / MOYENS PROPRES
Totaal / Total Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 Grootste / Le plus grand Netto Bedrijfskapitaal / FONDS DE ROULEMENT
Totaal / Total Gemiddelde / Moyenne Q1 Mediaan / Médiane Q3 Grootste / Le plus grand
Van het totaal aantal bedrijven die zich beroepen op de WCO is er een belangrijke groep, de eenmanszaken in het bijzonder, die geen jaarrekening publiceren. Dit onderdeel beperkt zich dus in het bijzonder tot de gegevens met betrekking tot vooral nv’s en bvba’s. Bovendien zijn enkel een beperkt aantal grote ondernemingen verplicht een volledige jaarrekening te publiceren, inclusief omzetgegevens (waardoor ratio’s zoals Dagen Klantenkrediet kunnen berekend worden). Uiteraard kenmerken de publicatieplichtige bedrijven die zich op de WCO beroepen door minder gezonde financiële cijfers. Toch blijkt uit een eerste financiële analyse overduidelijk dat vele bedrijven zich pas tot de rechtbank wenden op een ogenblik van al te zware problemen. Het is duidelijk dat het brede publiek de WCO – in zoverre de wet ter zake en de mogelijkheden ervan bekend zijn - niet begrijpen als reddingsboei die aangereikt wordt bij beginnende en dus beheersbare problemen, maar wel als een soort reanimatiekamer. Maar liefst 25% van de publicatieplichtige bedrijven die tot de procedure toetraden tonen op hun laatste jaarrekening een liquiditeitsgraad van minder dan 0,5 en een verfijnde liquiditeit (acidtest) van 0,25. Anders gesteld: op basis van de jaarrekening mag gesteld dat ze op korte termijn twee keer meer schuld moeten betalen dan de liquiditeiten waarover ze kunnen beschikken. Indien we ervan uitgaan dat de voorraden niet onmiddellijk in liquide omzetbaar zijn, dan komen we op vier maal meer schuld. Opvallend en contra-intuïtief detail is dat binnen de populatie ondernemingen die ondanks de WCO procedure toch failliet gaat, de mediaanwaarden van zowel liquiditeit als acidtest systematisch hoger liggen. De schuldgraad blijkt dan weer een betere indicator: hoe hoger de schuldgraad, hoe meer kans op debacle. Voor de helft van de publicatieplichtige ondernemingen die tot de procedure toetraden stellen wij een schuldgraad vast van meer dan 100%; deze bedrijven werken dus met een negatief eigen vermogen. Nog eens 25% van de ondernemingen heeft een schuldgraad die ligt tussen de 85% en de 100%. Daarnaast zien we voor meer dan de helft van de ondernemingen een beduidend zware negatieve brutomarge. Naast de studie van de ratio’s zijn ook de absolute cijfers interessant. Zo zien we zelfs bij de 443 bedrijven die een beroep deden op de WCO én hun omzet publiceerden, dat ruim 25% een omzet draait van minder dan 250.000€, en nog eens 25% van niet meer dan €708.000. De 443 bedrijven vertegenwoordigen gezamenlijk een omzet van €1.777.402.091.
14
Dans l’ensemble des entreprises qui font appel à la LCE, il existe un groupe important, des entreprises unipersonnelles en particulier, qui ne publie pas de comptes annuels. Ce chapitre se limite en particulier aux données concernant surtout les sa et les sprl. Seules quelques grandes entreprises sont obligées de publier des comptes annuels complets, y compris le chiffre d’affaires (permettant de calculer des ratios comme le nombre de Jours de crédit client). Les entreprises obligées de publier et qui font appel à la LCE se caractérisent par des chiffres financiers moins sains. Pourtant, une première analyse financière révèle clairement que de nombreuses entreprises ne s’adressent au tribunal qu’au moment où elles rencontrent des problèmes déjà trop importants. Il est évident que le grand public ne considère pas la LCE –pour autant que la loi en la matière et ses possibilités lui soient connues – comme une bouée de sauvetage proposée au début des problèmes, au moment où ils sont maîtrisables, mais comme une sorte de salle de réanimation. Mais 25% des entreprises soumises à la publication ayant fait appel à la procédure présentent dans leurs derniers comptes annuels un ratio de liquidité de moins de 0,5 et un ratio de liquidité affiné (acidtest) de 0,25. Autrement dit: sur base des comptes annuels, on peut dire qu’elles doivent payer deux fois plus de dettes à court terme que les liquidités dont elles peuvent disposer. Si l’on part du principe que les provisions ne peuvent pas être immédiatement converties en liquide, on arrive à quatre fois plus de dettes. Détail frappant et contre-intuitif : dans la population d’entreprises qui font faillite malgré la procédure LCE, les valeurs moyennes des liquidités et de l’acidtest sont systématiquement supérieures. L’endettement semble un meilleur indicateur: plus l’endettement est élevé, plus le risque de débâcle est réel. La moitié des entreprises obligées de publier qui ont fait appel à la procédure, présentent un taux d’endettement de plus de 100%; ces entreprises travaillent donc avec des fonds propres négatifs. 25% des entreprises ont un taux d’endettement qui se situe entre 85% et 100%. Plus de la moitié des entreprises ont une marge brute très négative. Outre l’étude des ratios, les chiffres absolus sont également intéressants. Parmi les 443 entreprises ayant fait appel à la LCE et qui publient leur chiffre d’affaires, plus de 25% réalisent moins de 250.000€ et 25% pas plus de €708.000. Les 443 entreprises représentent ensemble un chiffre d’affaires de €1.777.402.091.
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
2010
WCO: evolutie van de faillissementen in functie van de maand waarin de procedure is aangegaan LCE : évolution des faillites en fonction du mois dans lequel la procédure a été apliquée Bron/source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
160
140
120
100
80
60
40
20
0 April
Mei
Juni
Juli
Septembe r
Oktober
November
December
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
Septembe r
Oktober
November
December
Januari
11
19
28
41
9
26
30
48
61
35
45
81
52
56
62
70
47
77
86
98
112
79
119
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
2
1
0
0
0
0
0
0
0
Augustus 2009
lopend of beëindingd zonder faillissement Niet meer onderworpen aan BTW-administratie
9.
2010
Februari
Maart
2011 140 0
Bedrijf ontbonden
2
4
1
0
1
0
1
2
0
0
1
0
3
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Faillissement na sluiting
4
19
27
21
10
27
34
27
41
16
24
21
28
29
30
27
7
13
11
8
8
6
0
1
Faillissement tegelijk met sluiting
5
13
18
9
3
10
18
23
16
9
13
18
16
17
21
12
6
14
13
19
12
5
10
1
Faillissement voor sluiting
0
1
3
0
0
2
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
Faillissement zonder sluiting
2
2
0
1
1
1
3
3
2
3
1
4
3
4
4
1
2
1
2
1
0
2
1
0
Beëindiging en faillissement
Voor 564 bedrijven (van de 633) waarvoor de procedures in 2009 werden opgestart is de opschortende periode beëindigd met een publicatie van een beëindigingsformat (waaronder ook het faillissement). Ook voor die 1.252 dossiers die in 2010 werden opgestart is dat al voor 543 cases het geval. Zelfs voor die dossiers die tot einde maart 2011 werden opgestart, noteren we al 29 beëindigingen met publicatieformat. Echter met betrekking tot de dossiers opgestart in 2009 zijn er 61 procedures met een verstreken termijn, hoewel zonder enig gepubliceerd resultaat of vonnis. Dit is eveneens het geval voor 484 dossiers waarvan de procedure is opgestart in 2010 en zelfs al voor 48 dossiers uit 2011. In principe gaat het dus om bedrijven die tot op vandaag gewoon verder werken terwijl ze niet verder kunnen genieten van enige juridische bescherming. Anders gesteld: van de 633 cases opgestart in 2009 zijn er nog 8 dossiers die verder lopen, 564 dossiers die definitief gesloten werden maar ook 61 cases waarvan de procedure is verstreken. Van de 1.252 cases opgestart in 2010 zijn er 226 lopende, 542 definitief gesloten en 484 waarvan de procedure is verstreken. Wat betreft de procedures die theoretisch beëindigd zijn wegens het overschrijden van de voorziene einddatum zien we steeds meer cases waarvan (in enkele gevallen zelfs meer dan drie maanden na de afsluitdatum) retroactief vonnis van verlenging wordt uitgesproken. Niet alleen een probleem voor de statistieken (wanneer mag men ervan uitgaan dat een procedure werkelijk en definitief is afgesloten?), ook een probleem van rechtsonzekerheid met betrekking tot de leveranciers. In 226 gevallen werd het reorganisatieplan binnen het kader van het collectief akkoord gehomologeerd (146 op dossiers opgestart in 2009 en 80 op dossiers uit 2010) . De uitwerking van een dergelijk plan kan meerdere jaren beslaan (de wet voorziet de mogelijkheid tot 5 jaar), zodat de definitieve resultaten ter zake pas na een dergelijke periode kunnen gemeten worden. Tot op vandaag zijn er 45 bedrijven die na homologatie de boeken hebben neergelegd (28 voor dossiers uit 2009 of 19%, 17 voor dossiers uit 2010 of 21%). Voor 65 ondernemingen werd als gevolg van de procedure van overdracht onder gerechtelijk gezag de toestemming tot verkoop gegeven. In totaal noteerden we op de 2.249 opschortingen die de eerste twee werkjaren van de WCO werden toegekend al 801 (35,6%) faillissementsuitspraken. Voor de dossiers opgestart in 2009 zijn dat er 354 (55%), voor die opgestart in 2010 zijn dat er 421 (33,6%). Met betrekking tot de dossiers opgestart in 2009 werden 354 (55%) faillissementen uitgesproken. Hiervan waren er 89 uitgesproken voor het einde van de initiële opschortingsperiode, 263 erna. In
Graydon Belgium
9.
Fin et faillite
Pour 564 entreprises (sur les 633) pour lesquelles des procédures ont été lancées en 2009, la période de sursis s’est achevée par la publication du document officiel de clôture (dont également la faillite). Pour les 1252 dossiers lancés en 2010, il en est allé de même pour 543 dossiers. Pour les dossiers ouverts jusqu’à fin mars 2011, 29 entreprises sont en clôture avec publication officielle. Pour ce qui concerne les dossiers ouverts en 2009 on compte 61 procédures dont le terme est échu, sans résultat publié ni jugement. C’est également le cas pour 484 dossiers pour lesquels la procédure a été lancée en 2010 et même pour 48 dossiers de 2011 déjà. En principe, il s’agit d’entreprises qui continuent à travailler aujourd’hui alors qu’elles ne bénéficient d’aucune protection juridique. Autrement dit: parmi les 633 dossiers ouverts en 2009, 8 dossiers le sont encore, 564 sont définitivement clôturés et dans 61 cas, la procédure est échue. Parmi les 1252 cas ouverts en 2010, 226 sont en cours, 542 sont définitivement clôturés et dans 484 cas, la procédure est échue. Pour les procédures théoriquement clôturées pour dépassement de la date finale prévue, on observe des cas de plus en plus nombreux où un jugement rétroactif de prolongation est prononcé, parfois même plus de trois mois après la date de clôture. Cela pose un problème pour les statistiques (quand peut-on considérer qu’une procédure est réellement et définitivement clôturée ?), mais aussi un problème d’insécurité juridique du côté des fournisseurs. Dans 226 cas, le plan de réorganisation dans le cadre de l’accord collectif a été homologué (146 pour les dossiers ouverts en 2009 et 80 pour les dossiers de 2010). La mise en œuvre d’un tel plan peut prendre plusieurs années (la loi prévoit jusqu’à 5 ans), de sorte que les résultats définitifs ne peuvent être mesurés qu’après cette période. Jusqu’à ce jour, 45 entreprises ont déposé le bilan après l’homologation (28 pour les dossiers de 2009, soit 19%, 17 pour les dossiers de 2010, soit 21%). Pour 65 entreprises, l’autorisation de vente a été donnée suite à la procédure de transfert sous autorité judiciaire. Au total, sur 2.249 sursis octroyés les deux premières années de la LCE, 801 (35,6%) entreprises ont été déclarées en faillite. Pour les dossiers ouverts en 2009, elles sont au nombre de 354 (55%), pour les dossiers lancés en 2010, elles sont 421 (33,6%). Pour les dossiers ouverts en 2009, 354 (55%) faillites ont été prononcées, dont 89 avant la fin de la période de sursis initiale et 263 après. Dans 7 cas, la faillite a été prononcée avant la clôture de la procédure, dans 115 des cas, la faillite a été prononcée le jour de la clôture de la procédure. On note également 15 cas où la faillite a été prononcée sans clôture de la procédure et 4 cas où le sursis a
15
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
Evolutie van de faillissementsuitspraken per maand voor dossiers ingeleid in WCO Evolution des pronociations de faillites pour dossiers qui se trouvaient précédament en LCE bron/source: Graydon Belgium nv
www.graydon.be
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
-10
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Aantal faillissementen per maand
0
1
0
2
3
13
13
19
22
21
29
35
27
36
48
30
23
50
54
54
54
60
61
aantal uitspraken zonder sluiting
0
0
0
0
1
1
2
0
0
0
0
3
1
1
3
2
4
3
0
5
0
2
5
aantal faillissementen voor sluiting
April
0
Mei
0
Juni
0
Juli
0
Augustus September
0
1
Oktober
1
November December
2
2
1
0
0
1
0
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
aantal faillissementen tegelijk met sluiting
0
0
0
2
2
8
6
8
11
12
18
15
11
12
15
13
8
18
19
18
17
24
17
33
aantal faillissementen na sluiting
0
1
0
0
0
3
4
9
9
8
10
16
14
22
29
14
11
26
35
31
37
34
39
46
2009
Juli
Augustus September
Oktober
November December
Januari
2010
7 gevallen werd het faillissement uitgesproken voor de sluiting van de procedure, in 115 gevallen werd het faillissement dezelfde dag als de sluiting van de procedure uitgesproken en in 210 gevallen gebeurde dat na de sluiting van de procedure. Daarnaast noteerden we 15 gevallen waarvan het faillissement werd uitgesproken zonder sluiting van de procedure en 4 gevallen waarvan de opschorting voordien reeds werd herroepen. Met betrekking tot de dossiers opgestart in 2010 werden 421 (33,6%) faillissementen uitgesproken. Hiervan werden er 139 uitgesproken voor het einde van de initiële opschortingsperiode, 282 erna. In 3 gevallen werd het faillissement uitgesproken voor de sluiting van de procedure, in 170 gevallen werd het faillissement uitgesproken op dezelfde dag als die waarop de procedure werd gesloten. In 222 gevallen gebeurde dat na sluiting van de procedure. Daarnaast noteerden we 26 gevallen waar het faillissement werd uitgesproken zonder sluiting van de procedure.
Februari
Maart
2011 88 8
été révoqué avant. Pour les dossiers ouverts en 2010, 421(33,6%) faillites ont été prononcées : 139 avant la fin de la période de sursis initiale et 282 après. Dans 3 cas, la faillite a été prononcée avant la clôture de la procédure, dans 170 cas, la faillite a été prononcée le jour de clôture de la procédure. Dans 222 cas, la faillite a été prononcée après la clôture de la procédure. On note également 26 cas où la faillite a été prononcée sans clôture de la procédure. Pour 50% de toutes les entreprises pour lesquelles la faillite a été prononcée après le lancement de la procédure LCE, la faillite suit à moins de 176 jours (227 jours pour les dossiers de 2009, et 165 jours pour les dossiers de 2010). Dans 25% des cas, c’est même moins de 107 jours (126 jours pour 2009 et 106 jours pour 2010). Pour les dossiers de 2009, la durée intermédiaire maximale entre le lancement de la LCE et la faillite est de 687 jours.
Voor 50% van alle bedrijven waarvoor het faillissement wordt uitgesproken nadat de WCO-procedure werd ingeleid, volgt het faillissement op minder dan 176 dagen (voor de dossiers uit 2009 was dat 227 dagen, voor die uit 2010 165 dagen). In 25% van de gevallen is dat zelfs minder dan 107 dagen (voor 2009 was dat 126 dagen, voor die uit 2010 was dat 106 dagen). Voor wat betreft de dossiers opgestart in 2009 maten wij tot nog toe een maximale looptijd tussen opstart WCO en faillissement van 687 dagen.
16
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
2010
10. Conclusies
10. Conclusions
De duidelijke evolutie waarbij steeds meer bedrijven van de nieuwe reddingprocedures gebruikmaken is bemoedigend. Bovendien wijzen verschillende indicatoren erop dat de wetgever minstens deels in zijn opzet is geslaagd. Er is een gelijkmatigere geografische spreiding, er is een duidelijke accentverschuiving naar kleinere ondernemingen die zich op de procedures beroepen, de portaalbenadering en de laagdrempeligheid lijken aan te slaan.
L’évolution manifeste, à savoir que des entreprises de plus en plus nombreuses font usage des nouvelles procédures de sauvetage, est encourageante. En outre, différents indicateurs révèlent que le législateur a atteint son objectif, du moins partiellement : on observe une répartition géographique plus uniforme, un déplacement manifeste de l’accent sur les plus petites entreprises qui font appel aux procédures. L’approche par portail et l’accessibilité semblent appréciées.
Toch vergt dit na twee jaar meer dan ooit enige nuancering. Enerzijds stellen we vast dat het aantal bedrijven dat een oplossing voor zijn problemen zoekt via de WCO-procedure meer dan vertienvoudigt. Anderzijds blijkt dit nog steeds een peulschil in vergelijking met de 9.953 faillissementen die in 2010 werden uitgesproken, een uiterst klein fragment in vergelijking met de ongeveer 50.000 ondernemingen die op dit ogenblik in zware moeilijkheden verkeren. Moet echter ook opgemerkt worden dat de toename van de procedures van gerechtelijke reorganisaties de faillissementsstatistieken met meerdere honderden cases temperen. Eerdere Graydon-publicaties, uitgevoerd in samenwerking met KUL-Lessius, toonden duidelijk aan dat het mislukken van de oude wet op het gerechtelijke akkoord minstens deels te wijten was aan een gebrek aan publiciteit. Een nieuwe studie, door NSZ en Graydon gepubliceerd op 22 maart jongstleden, toont aan dat de wet bijzonder slecht gekend is bij de ondernemer: slechts 12,2% van alle respondenten verklaarde de wet te kennen. Van die bedrijfsleiders die zelf uitdrukkelijk bevestigden in moeilijkheden te verkeren, verklaarde slechts 16,1% op de hoogte te zijn van het bestaan van de wet. Bovendien blijkt uit diezelfde studie een ontstellend beperkte informatiestroom vanwege de diverse consultants die de bedrijfsleider bijstaan. De bedrijfsleider moet inzien dat de wet wel degelijk ook voor hem of haar een reddingsboei biedt, mits de reorganisatie in een fase van beginnende of tijdelijke problemen wordt aangegaan en niet wordt gezien als reanimatiekamer.
Mais après deux ans de plus, il convient de nuancer le tableau. On constate que le nombre d’entreprises qui cherchent une solution à leurs problèmes via la LCE a été multiplié par plus de dix, mais cela semble toujours une bagatelle en comparaison avec les 9.953 faillites prononcées en 2010, un minuscule fragment au vu des quelque 50.000 entreprises en très grande difficulté actuellement. Il faut également remarquer que l’augmentation des procédures de réorganisation judiciaire peut réduire de plusieurs centaines de cas les statistiques de faillite. Des publications précédentes de Graydon, réalisées en collaboration avec la KUL, montrent clairement que l’échec de l’ancienne loi sur l’accord judiciaire est dû, au moins partiellement, à un manque de publicité. Une nouvelle étude réalisée par NSZ et Graydon, publiée le 22 mars dernier, montre que la Loi est très mal connue des entrepreneurs: seuls 12,2% de tous les répondants ont déclaré connaître la Loi. Parmi les chefs d’entreprises qui avouent explicitement être en difficulté, seuls 16,1% se disent informés de l’existence de la loi. En outre, cette même étude révèle que les différents consultants qui assistent le chef d’entreprise communiquent très peu d’informations. Le chef d’entreprise doit comprendre que la loi lui offre une bouée de sauvetage à condition d’entamer la réorganisation dans la phase où les problèmes débutent ou sont temporaires et non la considérer comme une salle de réanimation.
De WCO biedt veelal geen oplossing voor interne bedrijfsproblemen zoals onderkapitalisatie en mismanagement. Ter zake kan de derde procedure, die van de overdracht onder gerechtelijk gezag, soms een oplossing bieden. Echter, net deze procedure wordt door confrontatie met andere wetgeving (arbeidsrecht, milieuwetgeving, RSZ, …) bijzonder bemoeilijkt.
La LCE n’offre souvent pas de solution pour les problèmes internes de l’entreprise, comme la sous-capitalisation ou les erreurs de gestion. Dans ce cas, la troisième procédure, celle du transfert sous autorité judiciaire, peut parfois offrir une solution. Mais cette procédure est rendue particulièrement difficile par la présence des autres législations (droit du travail, législation environnementale, ONSS, …).
De wetgever had ook de bedoeling de toepassing van de WCO goedkoper te maken. Hoewel er inderdaad een laagdrempelige instap is, blijkt dit op termijn een illusie omdat een bedrijf dat de procedure succesvol wil doorlopen veelal professionele bijstand nodig heeft.
Le législateur avait également l’intention de rendre l’application de la LCE plus abordable. Si l’accès à la procédure semble facilité, c’est une illusion, à terme, parce que l’entreprise qui veut parcourir la procédure avec succès a généralement besoin d’énormément d’assistance professionnelle.
Daarnaast blijft de vaststelling dat RSZ-administraties zich steevast verzetten tegen een mogelijke regeling waarbij een gedeelte van de RSZ-schuld wordt kwijtgescholden. Dit kan het welslagen van collectieve procedures in het bijzonder bemoeilijken.
Il faut aussi remarquer que les administrations de l’ONSS s’opposent farouchement à un règlement éventuel quand une partie de la dette ONSS est remise, ce qui peut entraver considérablement l’aboutissement des procédures collectives.
Wil dus de overheid de nieuwe wet op de gerechtelijke reorganisatie werkelijk kans op slagen geven, dan is een doorgedreven campagne meer dan aangewezen. Dit is niet alleen een overheidstaak, maar ook een opdracht voor elke belangenorganisatie die erop mikt zowel de bedrijfsleider, het bedrijf als dusdanig, als de werknemer te verdedigen.
Si les autorités veulent donner une chance de réussite réelle à la nouvelle loi sur la réorganisation judiciaire, une campagne percutante est plus que requise. Il s’agit-là d’une mission pour les autorités, mais aussi pour toute organisation d’intérêt désireuse de défendre le chef d’entreprise, l’entreprise en tant que telle et le travailleur.
Op dit ogenblik stellen we vast dat een aantal bedrijven de WCO-procedure moeten aanvragen omdat een of enkele van hun klanten de opschorting van betaling hebben verkregen.
En ce moment, certaines entreprises doivent demander la procédure LCE parce qu’un ou plusieurs de leurs clients ont obtenu un sursis de paiement.
De wet slaat in die mate aan dat heel wat stakeholders – schuldenaars en schuldeisers, maar ook diverse belangenorganisaties - met een bijzonder kritisch oog de evolutie ter zake volgen, en soms vlijmschep reageren. Daarom moet, door juiste informatie en correcte duiding, des te meer geageerd worden om te vermijden dat de negatieve perceptie die heerste over de oude wet op het ge-
La loi a un tel succès, que de nombreuses parties prenantes– débiteurs et créanciers, mais aussi différentes organisations d’intérêt – suivent l’évolution de la situation avec un regard particulièrement critique et réagissent parfois de manière incisive. Raison de plus d’agir, avec les bonnes informations et des explications correctes, pour éviter que la perception négative de l’ancienne
Graydon Belgium
17
Gerechtelijke reorganisatie round-up na 2 jaar werking
2010
rechtelijke akkoord overslaat op de nieuwe Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen.
loi sur le concordat judiciaire ne se répercute sur la nouvelle loi relative à la continuité des entreprises.
Daarom moet meer dan ooit werk gemaakt worden van het bestrijden van excessen. Zo bijvoorbeeld kan men bezwaarlijk beweren dat de WCO is opgesteld ter bescherming van de schuldeiseraandeelhouder, de familie of de dochteronderneming die via de procedure de eigen (achtergestelde) lening of vordering probeert veilig te stellen en dit ten nadele van de externe schuldeisers.
Plus que jamais il faut combattre les excès. On peut par exemple difficilement dire que la LCE est conçue pour protéger le créancieractionnaire, la famille ou la filiale qui essaie via cette procédure de sécuriser son propre prêt ou sa propre créance (en souffrance) et ce au détriment des créanciers externes.
Hoewel principieel verdedigbaar, kan men zich ook vragen stellen bij de soms wel zeer verregaande benadeling van de ene groep schuldeisers ten opzichte van de andere. Ook worden best vragen gesteld en maatregelen genomen tegen het bewust niet bij de onderhandelingen betrekken van een groep schuldeisers, bij de vaak in gebreke blijvende informatieplicht vanwege de schuldenaar, in sommige gevallen ook bij de geloofwaardigheid van de consultants die de schuldenaar bij de procedure betrekt. De rechtbank kan hier - zelfs zonder wetswijzigingen - op verschillende wijzen op ageren, onder meer door elk collectief akkoord ook te toetsen aan het criterium ‘openbare orde’. Er moet duidelijk gemaakt worden dat de WCO, bij een juist gebruik ervan, een krachtig reddingsinstrument betekent. Anderzijds, de mogelijkheden tot misbruik zijn ondertussen gekend én waargenomen. Na vierentwintig maanden werking zien we dat de problemen waarvoor de wet geen oplossing biedt en reeds het eerste jaar werden vastgesteld, meer dan ooit en dringend een oplossing vergen. Uiteraard kan niemand hopen dat de WCO elk bedrijf in moeilijkheden definitief uit het slop haalt, wel die bedrijven die op basis van hun fundamentele rentabiliteit en interne structuur de moeite waard zijn. Op dit ogenblik is het ter zake te vroeg om duidelijke conclusies te trekken. Veel collectieve akkoorden kennen nu hun beloop en dit gespreid over meerdere jaren. Pas over goed vijf jaar zal blijken of de WCO ook echt bedrijven redt. Berchem, 2 mei 2011
18
Bien que défendable en principe, on peut également se poser des questions quant au fait qu’un groupe de créanciers soit parfois fortement désavantagé par rapport à d’autres. Mieux vaut également poser des questions et prendre des mesures lorsqu’un groupe de créanciers n’est sciemment pas impliqué dans les négociations, lorsque l’obligation d’information de la part du débiteur n’est pas respectée, et dans certains cas également pour la crédibilité des consultants que le débiteur impliqué dans la procédure. Le tribunal peut réagir de différentes façons, même sans modification de loi, notamment en envisageant l’accord collectif en fonction du critère ‘ordre public’. Il faut faire savoir que la LCE, quand elle est bien utilisée, est un puissant instrument de sauvetage. En outre, les possibilités d’abus sont à présent détectées et connues. Au bout de vingt-quatre mois de fonctionnement, on voit que les problèmes pour lesquels la loi n’offre pas de solutions, et qui ont déjà été détectés la première année, demandent plus que jamais une solution d’urgence. Personne ne peut espérer que la LCE sauve définitivement toutes les entreprises en difficulté, mais bien celles qui, sur base de leur rentabilité fondamentale et de leur structure interne, valent vraiment la peine. Il est encore trop tôt pour tirer des conclusions claires: de nombreux accords collectifs sont en cours, pour plusieurs années. C’est seulement dans cinq bonnes années qu’on saura si la LCE sauve réellement les entreprises.
Berchem, le 2 mai 2011
Graydon Belgium
Réorganisation judiciaire le point après deux années de fonctionnement
Graydon Belgium
2010
19
