General information of the questionnaire Name questionnaire: Psychopathic Personality Inventory-Revised Original author: Scott et al. Translated by: / Date version: 1996 Language: Dutch
PPI-R: NEDERLANDSE VERSIE
Instructies Deze test meet verschillende persoonlijkheidskenmerken – in het bijzonder hoe mensen van elkaar verschillen in hun persoonlijkheidsstijl. Lees, beginnend vanaf de volgende pagina, elke uitspraak zorgvuldig en beslis in welke mate deze beschrijving wel of niet op jou van toepassing is. Geef vervolgens het best passende antwoord aan op het afzonderlijke antwoordformulier voor de PPI-R. Probeer zo eerlijk mogelijk te zijn. Geef aan in welke mate de uitspraak van toepassing is op jou.
1. Als ik echt zou willen, zou ik de meeste mensen van bijna alles kunnen overtuigen. 2. Wanneer ik mensen ontmoet, kan ik met een simpele glimlach hun belangstelling in mij opwekken. 3. Gevaarlijke activiteiten, zoals sky-diving, beangstigen mij meer dan dat ze de meeste andere mensen beangstigen. 4. Ik heb mezelf altijd beschouwd als een soort rebel. 5. Ik haat het om mensen slecht nieuws te brengen. 6. Soms voel ik me zenuwachtig wanneer ik wakker word zonder dat ik weet waarom. 7. Ik geef er de voorkeur aan om eerst te handelen en dan pas na te denken. 8. Ik vergeet soms mijn naam. 9. Soms maak ik me zorgen dat ik de gevoelens van anderen heb gekwetst. 10. Ik ben snel zenuwachtig in gespannen situaties. 11. Ik vertel veel leugens om bestwil. 12. Ik zou een baan als stuntman/-vrouw opwindend vinden. 13. Wanneer mijn leven saai wordt, neem ik graag risico’s. 14. Ik heb nooit iets gegeven om maatschappelijke opvattingen over juist en fout. 15. Ik zou graag optrekken met mensen die van stad tot stad “trekken” zonder vaste verblijfplaats. 16. Als ik niet zoveel pech zou hebben gehad in mijn leven, zou ik succesvoller zijn. 17. Het zou mij storen om een test te frauderen, zelfs als niemand daarvan schade zou ondervinden. 18. Veel mensen hebben geprobeerd me een mes in de rug te steken. 19. De reacties van mensen op wat ik doe, zijn vaak niet wat ik had verwacht. 1
20. Op belangrijke feestdagen eet ik nooit meer dan ik zou moeten. 21. Ik vind het moeilijk om over koetjes en kalfjes te praten met mensen die ik niet goed ken. 22. Ik ben niet goed in het overhalen van mensen om mij een gunst te bewijzen. 23. Ik word kwaad wanneer ik de gunsten die ik verdien niet krijg. 24. Ik sta zelden in het middelpunt van de belangstelling. 25. Ik denk dat het opwindend zou kunnen zijn om in een vliegtuig te zitten dat bijna neerstort, maar dat op één of andere manier er toch in slaagt om veilig te landen. 26. Ik ben er trots op dat ik onconventioneel en verschillend van anderen ben. 27. Ik maak me vaak zorgen wanneer een vriend persoonlijke problemen heeft. 28. Ik heb de neiging humeurig en prikkelbaar te worden, wanneer ik te veel dingen te doen heb. 29. Vaak neem ik dezelfde foute beslissingen. 30. Ik vind dat het doelbewust, ernstig verwonden van iemand tegen de wet zou moeten zijn. 31. Ik word kwaad wanneer ik iets over het onrecht in de wereld hoor. 32. Ik laat alledaagse zorgen niet op mijn zenuwen werken. 33. Ik zou een goede oplichter zijn. 34. Ik ben er goed in om mensen met mij aan de praat te krijgen. 35. Ik vind het leuk (of ik zou het leuk vinden) sporten te beoefenen met veel lichamelijk contact. 36. Ik zou het misschien leuk vinden om het land rond te trekken met een aantal motorrijders en keet te trappen. 37. Ik heb nog nooit iemand anders kwaad toegewenst. 38. Mensen geven me meestal de waardering die me toekomt. 39. Als ik wil, kan ik mensen dingen voor me laten doen zonder dat zij daar erg in hebben. 40. Wanneer ik bij mensen ben die iets verkeerd doen, krijg ik doorgaans de schuld. 41. Na een eerste ontmoeting zijn mensen onder de indruk van mij. 42. Ik heb geen slechte gewoontes. 43. In gesprekken ben ik diegene die het meest aan het woord is. 44. Ik probeer de beste te zijn in alles wat ik doe. 45. Eerlijk gezegd, geloof ik dat ik belangrijker ben dan de meeste mensen. 46. Ik voel me zeker van mezelf wanneer ik bij andere mensen ben. 47. Het maken van een parachutesprong zou mij werkelijk beangstigen. 2
48. Ik zou het leuk vinden mijn leven door te brengen met het schrijven van poëzie in een commune. 49. Ik zorg altijd eerst voor mezelf, voordat ik voor een ander zorg. 50. Ik ben overspannen. 51. Wanneer mensen iets aan me uitlenen, probeer ik de geleende spullen snel terug te geven. 52. Telkens wanneer ik een vliegtuig hoor overvliegen, kijk ik naar de grond. 53. Ik voel me vaak schuldig over kleine dingen. 54. Wanneer ik me in een beangstigende situatie bevind, kan ik mijn angst bijna op commando ‘uitzetten’. 55. Ik zal een belofte breken als deze moeilijk is om na te komen. 56. Ik val graag op in een menigte. 57. Het zou leuk zijn om in mijn eentje een klein vliegtuig te besturen. 58. Ik kleed me graag anders dan andere mensen. 59. Af en toe knik ik met mijn hoofd terwijl mensen tegen me praten, ook al let ik niet op wat zij zeggen. 60. Mensen ‘lezen me de les’ zonder goede reden. 61. Ik neem het niet zo nauw met de regels op school of op het werk, gewoon om te zien hoe ver ik kan gaan. 62. Ik ben dikwijls verraden door mensen die ik vertrouwde. 63. Het andere geslacht vindt mij sexy en aantrekkelijk. 64. Ik heb nooit gedaan alsof ik kennis had van iets waar ik niets van afwist. 65. Ik vind het moeilijk om voor mijn rechten op te komen. 66. Wanneer een taak te moeilijk wordt, laat ik deze vallen en begin aan iets anders. 67. Ik geniet er van om te zien hoe iemand die ik niet aardig vind, in de problemen komt. 68. Ik schaam me sneller dan de meeste mensen. 69. Van hoogtes word ik zenuwachtig. 70. Ik word rusteloos wanneer mijn leven te voorspelbaar wordt. 71. Het zou mijn hart breken wanneer ik ’s nachts een arm of een dakloos persoon op straat zou zien lopen. 72. Sommige mensen zeggen dat ik een ‘tobber’ ben. 73. Ik heb graag dat mijn vakanties van tevoren gepland zijn. 74. Zo nu en dan glimlach ik om een leuke grap. 75. Het zit me behoorlijk dwars wanneer ik iemand zie huilen. 3
76. Ik raak gespannen wanneer ik te veel dingen te doen heb. 77. Ik vind het leuk (of zou het leuk vinden) om dure en opvallende kleding te dragen. 78. Ik vind het gemakkelijk om naar een vreemde toe te stappen en me voor te stellen. 79. Ik zou het niet leuk vinden om een autocoureur te zijn. 80. Ik maak me geen zorgen of ik de ‘regels’ volg; ik maak gaandeweg gewoon mijn eigen regels. 81. Ik geef nooit een mening tenzij ik er zorgvuldig over nagedacht heb. 82. Weinig mensen in mijn leven hebben van mij geprofiteerd. 83. Ik profiteer niet van andere mensen, zelfs niet wanneer het goed voor me zou zijn. 84. Ik ben het slachtoffer geweest van vele tegenslagen. 85. Wanneer mensen boos op me zijn, kan ik ze meestal met mijn charme voor me winnen. 86. Ik stel soms onaangename taken uit. 87. Ik ben haast nooit de ‘gangmaker op een feest’. 88. Ik ben zorgvuldig bij het verrichten van nauwkeurig werk. 89. Ik heb erg veel nagedacht over mijn carrièredoelen op lange termijn. 90. Sommige mensen hebben er alles voor gedaan om mijn leven moeilijk te maken. 91. Ik zou een goede acteur zijn. 92. Soms lieg ik gewoon om te zien of iemand mij gelooft. 93. Ik ben het eens met het motto: “Als je het leven saai vindt, neem dan risico’s.” 94. Als ik in de jaren zestig zou zijn opgegroeid, zou ik een ‘hippie’ geweest zijn. 95. Ik kan eerlijk zeggen dat ik nog nooit iemand ontmoet heb die ik niet leuk vind. 96. Ik functioneer goed onder spanning. 97. Ik voel me slecht wanneer ik gelogen heb. 98. Ik raak erg gehecht aan mensen die ik graag mag. 99. Mensen die me goed kennen, weten dat ze op mij kunnen rekenen. 100. Ik vind dat het leven me eerlijk behandeld heeft. 101. Als ik iets doe dat me in problemen brengt, zal ik het niet opnieuw doen. 102. Ik heb regelmatig storende gedachten die zo krachtig worden dat ik denk dat ik donderslagen of cimbaalslagen kan horen in mijn hoofd. 103. Ik moet toegeven dat ik een beetje een materialist ben. 104. Ik houd ervan dat mijn leven onvoorspelbaar en verrassend is. 105. Ik vind het fijn om de draak te steken met gevestigde tradities. 106. Ik heb soms het gevoel te willen opgeven bij moeilijke taken. 4
107. Wanneer ik gespannen ben, zie ik vaak grote, rode, rechthoekige figuren voor mijn ogen bewegen. 108. Ik dwing mezelf vaak om tot het uiterste te gaan in mijn werk. 109. Ik raak erg van streek als ik foto’s zie van uitgehongerde mensen. 110. Het beëindigen van een vriendschap is (of zou) heel pijnlijk voor me (zijn). 111. Ik heb nog niet veel nagedacht over wat ik wil doen met mijn leven. 112. Ik ben er zeker van dat sommige mensen het fijn zouden vinden als ik niet in het leven zou slagen. 113. Ik word zelden de leider in een groep. 114. Ik verlies vaak mijn geduld met mensen wanneer ik de dingen moet blijven uitleggen. 115. Ik zou het misschien leuk vinden om in een luchtballon over de oceaan te vliegen. 116. Veel mensen zien mijn politieke overtuigingen als ‘radicaal’. 117. Ik voel me af en toe geïrriteerd door mensen . 118. Ik word niet zenuwachtig onder spanning. 119. Ik maak me zorgen over dingen, zelfs wanneer er geen reden toe is. 120. Ik doe mensen een plezier, zelfs als ik weet dat ik ze niet meer terug zal zien. 121. Wanneer ik iets belangrijks doe, zoals een examen afleggen of mijn belastingpapieren invullen, neem ik het eerst door. 122. Mensen waarvan ik dacht dat het mijn ‘vrienden’ waren, hebben me in problemen gebracht. 123. Ik stel leuke dingen vaak uit zodat ik mijn werk kan afmaken. 124. Wanneer een belangrijk persoon tegen me spreekt, probeer ik gewoonlijk belangstelling te tonen. 125. De mate waarin ik iemand mag, is echt afhankelijk van hoeveel die persoon voor mij doet. 126. Soms doe ik gevaarlijke dingen als uitdaging. 127. Hetzelfde werk doen voor het grootste deel van mijn leven zou saai zijn. 128. Ik heb af en toe slechte gedachten over mensen die mijn gevoelens gekwetst hebben. 129. Wanneer een vriend mij groet, zwaai ik gewoonlijk of zeg ik iets terug. 130. Ik denk lang en hard na voordat ik grote beslissingen neem. 131. Wanneer iemand gekwetst is door iets wat ik zeg of doe, is dat zijn probleem. 132. Ik vertel de mensen alleen het gedeelte van de waarheid dat ze willen horen. 133. Ik heb van de grote vergissingen in mijn leven geleerd. 5
134. Ik krijg de schuld van vele dingen die niet mijn fout zijn. 135. Ik vind het vervelend om voor een grote groep vreemden te spreken. 136. Ik raak snel geïrriteerd door mensen die me niet geven wat ik wil. 137. Als ik een brandweerman zou zijn, zou ik genieten van de opwinding om iemand te redden van de hoogste verdieping van een brandend gebouw. 138. Ik zou het fijn vinden een ‘wilde’ haarstijl te hebben. 139. Zelfs wanneer ik het druk heb, aarzel ik nooit om mensen te helpen die mij om gunsten vragen. 140. Ik kan kalm blijven in situaties waarin veel andere mensen in paniek zouden raken. 141. Ik ben het type persoon dat vrij gemakkelijk ‘overspannen’ geraakt. 142. Ik huiver wanneer een atleet ernstig verwond geraakt tijdens een wedstrijd op de TV. 143. Ik denk meestal na over wat ik ga zeggen, voordat ik iets zeg. 144. Sommige mensen hebben verhalen over mij verzonnen om mij in moeilijkheden te brengen. 145. Ik houd mijn financiën nauwlettend in de gaten. 146. Overdag zie ik de wereld eerder in kleur dan in zwart-wit. 147. Eerlijk gezegd, probeer ik mensen niet te helpen tenzij ik er baat bij heb. 148. Ik ben een waaghals. 149. Ik zou het leuk vinden om zonder plannen door het land te liften. 150. Ik heb nog nooit een verhaal aangedikt om het interessanter te laten klinken. 151. Nu en dan heb ik meerdere, achtereenvolgende dagen, waarin ik niet weet of ik wakker ben of slaap. 152. Ik probeer op mijn best te zijn wanneer ik bij andere mensen ben. 153. Ik plaats dikwijls de belangen van mijn vrienden boven die van mijzelf. 154. Als ik de regels niet kan veranderen, probeer ik anderen zover te krijgen dat ze de regels naar mijn hand zetten.
6