Subsidieaanvraag / Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF
Algemene gegevens / General Information Programma / Programme
:
Nationaal Programma Ouderenzorg
Subsidieronde / Subsidy round
:
4e ronde NPO Onderzoeksvoorstellen
Projecttitel / Project title
:
DELFGOUD: een innovatieve strategie om de sociale competentie en gezonde leefstijl van zelfstandig wonende ouderen van > 70 jaar in achterstandswijken te bevorderen
Projecttaai / Project language
Nederlands / Dutch
Geplande startdatum / Planned start date
01-12-2010
Geplande duur/ Planned duration
36 maanden / months
Datum indienen / Date of application
16-02-2010
Projecttype / Project type
Toegepast onderzoek / Applied research
Vervolg eerder ZonMw-project / Continuation previously funded project ZonMw
Nee / No
Aanvrager / Applicant Dr. M.H.G. de Greef T: 050-5953595 | F: | E:
[email protected] Hanzehogeschool Groningen kenniskring Transparantie Zorgverlening Eyssoniusplein 18 9714 CE GRONINGEN
Projectieden / Project members Prof. dr. E. Buskes (Projectcommissielid) Functie/Position: Hgl MTA/Klinische Epidemiologie | Opleiding/Education: WO Studierichting /Subject: Epidemiologie T: 050-3610738| F: \ E: Universitair Medisch Centrum Groningen Disciplinegroep Epidemiologie Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN Drs. Y. Dijkstra (Projectcommissielid) Functie/Position: Universitair docent | Opleiding /Education: WO Studierichting /Subject: Bewegingswetenschappen T: 050-3632719 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Centrum voor Bewegingswetenschappen Sector F Postbus 196 9700 AD GRONINGEN Dr. M.H.G. de Greef (Projectleider en penvoerder) Functie/Position: Lector Paramediche ouderenzorg | Opleiding /Education: Studierichting / Subject: T: 050-5953595 | F: \ E:
[email protected] Hanzehogeschool Groningen kenniskring Transparantie Zorgverlening Eyssoniusplein 18 9714 CE GRONINGEN Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF H. Kamsma (Projectcommissielid) Functie/Position: Directeur Zorgcentrum Betingestaete | Opleiding/Education: Studierichting / Subject: T: 0596-693000 | F: | E:
[email protected] Zorggroep Fivelland Multifunctioneel Zorgcentrum Betingestaete Ede Staalstraat 1 9933 KJ DELFZIJL
R. Maring (Projectcommissielid) Functie/Position: Ouderenwerker | Opleiding /Education: Studierichting / Subject: T: 0596 - 650787 | F: \ E:
[email protected] Stichting Welzijn & Dienstverlening Noordersingel 1 9934 AK DELFZIJL
Dr. G. Schout (Mede projectleider) Functie/Position: Lector Competentieontwikkeling in de OGGZ | Opleiding/Education: WO Studierichting /Subject: Academie voor Verpleegkunde T: 050-5953631 | F: | E:
[email protected] Hanzehogeschool Groningen Academie voor Verpleegkunde Postbus 11092 9700 CB GRONINGEN
Mw. D. Sibbes (Formeel aanspreekpunt) Functie/Position: Coördinator Lokaal Sociaal Beleid Delfzijl | Opleiding /Education: HBO Studierichting / Subject: T: 0596 - 639911 | F: \ E:
[email protected] Gemeente Delfzijl Sociaal beleid Johan van den Kornputplein 10 9934 EA DELFZIJL
Mw. G. Steendam (Bestuurlijk verantwoordelijke) Functie/Position: Dean | Opleiding/Education: HBO Studierichting / Subject: T: 050-5953595 | F: | E: Hanzehogeschool Groningen kenniskring Transparantie Zorgverlening Eyssoniusplein 18 9714 CE GRONINGEN
Mw. D. Tuik-van de Wijk (Gebruikerscommissielid) Functie/Position: bewoners platform Delfzijl-Noord | Opleiding/Education: Studierichting / Subject: T: 0596-639108 | F: | E:
[email protected] WMO Adviesraad Delfzijl Johan van den Kornputplein 10 9934 EA DELFZIJL
Projectgegevens / Project information Samenvatting / Summary Het bevorderen van een gezonde leefstijl van ouderen met een lage sociaal economische status vraagt om een aanpak die aansluit bij de leefomstandigheden en kennis en vaardigheden van deze specifieke doelgroep. Vanuit dit perspectief heeft de Hanzehogeschool, op verzoek van het wijkplatform ouderen in Delfzijl Noord en samen met bewoners van deze wijk het leefstijlprogramma DELFzijl Gezond OUder Worden (DELFGOUD) ontwikkeld. Doel van deze studie is het doen van onderzoek naar het effect van deelname aan het DELFGOUD programma op de kwaliteitvan leven van ouderen met een lage sociaal economische status. Hiertoe wordt een cluster gerandomiseerd onderzoek uigevoerd onder 125 ouderen in Delfzijl Noord (experimentele groep) en 125 ouderen in Winschoten (controle groep). De inclusie criteria voor deelname aan het programma zijn leeftijd > 70 jaar, lichamelijke inactiviteit (SOC 1-3), MMSE > 24, eenzaamheid (De Jong Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
2
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF Gierveld >3) depressie (INSTEL >3 ). Ouderen die in aanmerking komen voor het programma in Delfzijl Noord krijgen het DELFGOUD programma aangeboden, die bestaat uit vier deelinter-venties, te weten een bewegingsinterventie (GALM en COACH programma), een sociale vaardigheids -en weerbaarheidstraining (ACTOR en GROSSO programma), een anti-depressieprogramma (GGZ programma "In de put uit de put") en een voedingsprogramma (het Betingestaete programma). Het DELFGOUD programma duurt 24 maanden en wordt wekelijks aangeboden. De controle groep krijgt geen interventie aangeboden, maar wordt gevraagd om aan de voor- en nameting mee te doen. Voorafgaand en na afloop van het programma wordt als primaire uitkomstmaat kwaliteitvan leven (EQ6D) gemeten. Als secundaire uitkomstmaten worden fysieke fitheid (Senior fitness Test), sociaal contacten (Personal Relations Network Questionnaire), depressie (Diagnostic Inventory for Depression), voedingsgedrag (Eetmeter Voedingscentrum) en angst (sociale angstschaal) gemeten. Bij gebleken effectiviteit zal het DELFGOUD programma worden toegepast binnen het transitie experiment van de regio Noord en bij de landelijke implementatie van het DELFGOUD in het kader van het (NASB) programma.
Trefwoorden / Keywords leefstijlinterventie, ouderen, kwaliteitvan leven, SES
Samenwerking / Collaboration Samenwerking tussen onderzoek en praktijk / Cooperation between research and practice:
Ja/Yes
Inhoud / Content Probleemstelling / Problem definition Het onderzoek naar de effecten van het programma DELFGOUD sluit aan bij de centrale doelstelling van het Netwerk Nationaal Programma Ouderenzorg Regio Noord door binnen het netwerk (gezamenlijk) projecten te ontwikkelen die beogen het welzijn en welbevinden onder kwetsbare ouderen te verbeteren. Het bevorderen van kwaliteitvan leven, zelfredzaamheid en functiebehoud staan hierbij centraal Specifiek sluit het onderzoeksproject aan bij het transitie experiment van het Netwerk NPO Regio Noord, dat gericht is op het bevorderen van welbevinden vanuit het perspectief van de oudere. Verreweg de meeste ouderen wonen zelfstandig (d.w.z. niet in bijvoorbeeld een verzorgingshuis) en deze groep vormt een belangrijke doelgroep binnen bovengenoemd experiment. Binnen dit experiment wordt de mate van kwetsbaarheid, zorgcomplexiteit en welbevinden onder deze ouderen geïnventariseerd. De scores op deze variabelen kunnen worden afgezet in een 3-dimensionale matrix waarbij scores die bij elkaar liggen gegroepeerd kunnen worden tot betekenisvolle ouderenprofielen. Per profiel zullen programma's of interventies ontwikkeld worden (bijvoorbeeld in de weizijns- en de preventieve sfeer) die beogen het welzijn van ouderen in het desbetreffende profiel te bevorderen of achteruitgang van het welzijn te voorkomen. Een effectief programma zoals dat wordt onderzocht in het onderhavige DELFGOUD project is een belangrijke aanvulling op het pakket aan weizijns- preventieve interventies dat aan kwetsbare ouderen in achterstandswijken zou kunnen worden aangeboden binnen het transitie experiment. Er wordt in DELFGOUD, samen met ouderen, gewerkt aan het verminderen van eenzaamheid, het verminderen van angst en somberheid/ depressie en het bevorderen van zelfredzaamheid. Kortom, het bevorderen van kwaliteit van leven staat in dit project centraal, is de primaire uitkomstmaat van dit onderzoek en het onderzoek geeft daarmee invulling aan het door de programmacommissie geselecteerde thema 'Kwaliteit van leven' dat centraal gesteld is in deze subsidieronde. Ook sluit het onderzoeksvoorstel aan bij de geformuleerde thema's van de vierde subsidieronde van het Nationaal Programma Ouderenzorg, omdat zich richt op sociaal en fysiek kwetsbare ouderen met een lage sociaal economische status. Het DELFGOUD programma is ingebed in het Healthy Ageing onderzoeksprogramma van de Hanzehogeschool Groningen en het Healthy Ageing Noord Nederland (HANNN) samenwerkingsplatform. Binnen het HANNN samenwerkingsplatform is veel expertise en ervaring beschikbaar ten aanzien van leefstijlinterventies (bewegen, voeding, weerbaarheid, zelfredzaamheid, eenzaamheid) die binnen DELFGOUD worden aangeboden.
Relevantie / Relevance Uit de Sociaal Economische Status Score, die gebaseerd is op het gemiddelde inkomen per wijk, het percentage met een laag inkomen, het percentage laagopgeleiden en het percentage werklozen in een postcodegebied blijkt dat Delfzijl Noord tot een van de wijken met de laagste SES score in Nederland gerekend kan worden.5 Het RIVM constateert dat een lage sociaal economische status samenhangt met ongezonde leefstijlkenmerken en gezondheidsachterstanden in termen van een lagere levensverwachting (lagere opgeleide mannen en vrouwen leven gemiddeld 4,9 korter respectievelijk 2,6 jaar korter dan hoger opgeleide leeftijdsgenoten) dat het aantal jaren dat in minder goede gezondheid wordt doorgebracht door mensen met een lage sociaal economische status wordt geschat op 15 jaar. 10,11 Het kabinetsbeleid van 2003 was er concreet op gericht om de gezonde levensverwachting van groepen met een lage SES met drie jaar te verhogen van 53 in 2000 naar 56 jaar in 2020. Om dit bereiken heeft de overheid vier aangrijpingspunten voor beleid geformuleerd, te weten : het verkleinen van verschillen in opleiding, inkomen en sociaal-economische factoren, het verminderen negatieve effecten van SES op gezondheidsproblemen, het verminderen negatieve effecten van een lage SES op gezondheid door beïnvloeding determinanten van gezondheid en het verbeteren van de toegankelijkheid en effectiviteit van gezondheidszorg voor lage SES-groepen. In de praktijk blijken deze beleidsdoelstellingen moeilijk haalbaar te zijn.12,13,14 Uit onderzoek naar het verbeteren van de leefsituatie en het verminderen van gezondheidsachterstanden van mensen met een lage sociaal economische status komen een aantal dilemma's naar voren zoals het individualiseren van een probleem met maatschappelijke oorzaken15, de nadruk op downstream interventies die niet aansluiten bij de behoeften en wensen van Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
3
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF ouderen zelf16,17, en barrières als gevolg van dominantie van het medisch model. 18 Inmiddels wordt duidelijk dat het beïnvloeden van de gezondheidssituatie van ouderen in achterstandsituatie vraagt om een multi-factoriële aanpak, d.w.z. het in samenhang beïnvloeden van meerdere ongezonde Ieefstijlkenmerken19-21 en het gebruik maken van een wijkgerichte aanpak die wordt afgestemd op de wensen en behoeften van de doelgroep.22,23 Op grond van deze werkzame bestanddelen is met de ouderen in de wijk het DELFGOUD programma ontwikkeld. Door het uitvoeren van dit programma hopen we een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van een effectieve interventiestrategie voor het bevorderen van de leef- en gezondheidssituatie van ouderen met een lage sociaal economische status.
Kennisoverdracht, implementatie, bestendiging / Knowledge transfer, Implementation Consolidation De kennisoverdracht wordt op drie manieren gerealiseerd. In de eerste plaats wordt met een breed scala aan professsionals in meerdere maatschappelijke sectoren samengewerkt. Zijn worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het project. De opgedane kennis en inzichten worden aan hen ter beschikking gesteld in de vorm van een manual van het DELFGOUD programma en trainingen om het programma uit te voeren. Bij het project zijn verschillende discplines betrokken: gedragswetenschappen/psychologie, openbare GGZ/psychiatrie; dietetiek/voedingsleer, fysiologie/fysiotherapie /bewegingsleer, verpleegkunde en maatschappelijke werk. Daarnaast omvat het project vier beleidsterreinen zoals de gezondheidszorg (thuiszorg, intramurale zorg, geestelijke gezondheidszorg), welzijn (WMO, sociaal beleid); wijkontwikkeling (volkshuisvesting, wijkvernieuwiing) en sociale zekerheid (uitkering, armoede beleid. Naast de professionals zijn ook de ouderen met een lage sociaal economische status nauw betrokken bij het project. Met hen zijn gesprekken gevoerd over de wensen en behoeften van ouderen met betrekking tot het bevorderen van welzijn en gezondheid. De opzet van het DELFGOUD programma is erop gebaseerd. Bovendien zullen oudere worden ebtrokken bij de uitvoering vannhet programma in de vorm van het benaderen van ouderen, het afnemen van fitheidstesten enhet uitvoeren van het programma. Ouderen die dat willen en daarvoor geschikt zijn zullen daarvoor specifiek worden getraind. Ook zullen ouderen worden gebruikt bij de implementatie van het programma in Noord-Nederland. In de derde plaats zal het DELFGOUD programma landelijke worden aangeboden in het Nationale Actieplan Sport en bewegen (NASB).
Doelstelling / Objective Het doel van het DELFGOUD programma is het bevorderen van de kwaliteitvan leven van kwetsbare ouderen van (> 70 jaar) in een sociale achterstandssituatie. Op verzoek van wijkbewoners van Delfzijl-Noord wordt in het project aandacht besteed aan het aanpakken van drie ervaren problemen in de leefsituatie van wijkbewoners, namelijk vereenzaming, angst & somberheid en bewegingsarmoede en ongezonde voeding. De keuzen voor deze drie leefbaarheidsproblemen zijn niet alleen gebaseerd op gesprekken met bewoners, maar ook op een analyse van beschikbare inventarisaties van de leefbaarheidsituatie in Delfzijl Noord1-8, die met de ouderen is besproken. Uit deze analyse van de leefsituatie van ouderen (> 70) in dit gebied maakt duidelijk dat ruim 40% alleenstaand is, 63% een laag inkomen heeft en 13% allochtoon is, meer dan 58% problemen met zelfredzaamheid (ADL taken) heeft, ruim 45% problemen angst & depressie rapporteert en ruim 43% van de ouderen aangeeft sociale en/of emotionele eenzaamheid te ervaren. Mede hierdoor is de medische consumptie (bezoek huisarts) is relatief hoog, het aantal ouderen met ADL beperking relatief groot en de gezondheidsbeleving relatief laag. Het leefsituatieprofiel van de inwoners van Delfzijl-Noord in het algemeen en ouderen in het bijzonder komt daarmee overeen met kenmerken van inwoners en ouderen in achterstandwijken elders in Nederland, zoals de 40 Vogelaar wijken.9 Het gaat naar schatting in totaal in Nederland om een doelgroep van 350.000 ouderen met een lage sociaal economische status waarvoor het DELFGOUD programma relevant kan zijn Naast de effecten op de kwaliteitvan leven wordt in dit NPO project ook een analyse gemaakt van de kosteneffecteviteit van deelname aan het DELFGOUD programma op zorgconsumptie, zoals medicijngebruik, bezoek huisarts, ondersteuning thuiszorg. Omdat in het gebied rondom Skagerak, Kattegat en de Oldiek flat veel ouderen met een laag inkomen wonen en leefsituatieproblemen zich in dit gebied concentreren zal het DELFGOUD programma in dit deel van de wijk uitgevoerd worden. In het project worden twee vraagstellingen beantwoord. Ten eerste ," Wat is de effectiviteit van het DELFGOUD programma op kwaliteit van leven gemeten onder ouderen (> 70 jaar) met een lage SES"? en in de tweede plaats ,"Wat is de kosteneffectiviteit van het DELFGOUD programma gebaseerd op medische consumptie en ervaren leefbaarheid?"
Plan van Aanpak / Strategy Onderzoeksdesign Om de vraagstelling te beantwoorden zal een cluster randomised study design worden toegepast. De experimentele groep zal geworven worden in Delfzijl Noord, de controlegroep in de wijk met een lage sociaal economische status in de regio Oldambt (Winschoten) Inclusieprocedure en inclusiecriteria Via een persoonlijke benaderstrategie worden ouderen die wonen in het gebied rondom Skagerak, Kattegat en de Oldiek flat benaderd met de vraag om te participeren in dit onderzoek. In samenwerking met de gemeente Delfzijl worden de adressen van ouderen > 70 jaar in het werkgebied in Delfzijl-Noord uit de gemeentelijke bevolkingsadministratie geselecteerd. Deze ouderen krijgen een brief van de gemeente en het wijkplatform Delfzijl-Noord waarin het project uiteengezet wordt. In de brief wordt uitgelegd dat de betrokken oudere persoonlijk thuis wordt bezocht. Ouderen die niet aan het project willen deelnemen kunnen kosteloos een voorgedrukt kaartje retourneren aan het wijkplatform Delfzijl-Noord. De ouderen, die geen kaart hebben teruggestuurd, worden thuis bezocht door oudere vrijwilligers uit de wijk die worden geworven door het wijkplatform Delfzijl-Noord. Op grond van ervaringen met bewegingstimuleringsprojecten zoals GALM en COACH verwachten we dat 450 ouderen (netto ± 335 adressen) thuis moeten worden bezocht. Door 20 vrijwilligers kunnen deze adressen in 5 dagen worden bezocht. We verwachten dat ongeveer 250 ouderen tot de doelgroep behoren en dat 75 daadwerkelijk mee willen doen. De verwachte respons bedraagt zodoende bijna 30%. De vrijwilligers worden door een medewerker van Bewegingswetenschappen RUG, ondersteund door studenten van studierichting maatschappelijk werk en dienstverlening van Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
4
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF de Hanzehogeschool, getraind. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gevalideerde huis aan huis bezoek methode van het GALM project.27,28 Tijdens het huisbezoek worden de volgende screeningslijsten afgenomen: de Stage of Change (bewegingsarmoede26 de MMSE25 de ingekorte vragenlijst voor algemene emotionele en sociale eenzaamheid.29 de Interventie Studie Eerstelijn Depressie Screening lijst (INSTEL)30. De ouderen die voldoen aan de volgende inclusiecriteria worden uitgenodigd te participeren: een leeftijd van 70 jaar en ouder, een score van 23/24 of meer op de Mini Mental State Examination (MMSE) categorie 1-3 op de Stage of Change Questionnaire. een score >3 op de verkorte eenzaamheidsvragenlijst de Jong Gierveld. Een score van >3 op de INSTEL depressielijst. woonachtig in in de wijk Delfzijl Noord Nederlands sprekend/lezen Ouderen die niet aan de criteria voldoen kunnen, indien ze daar belangstelling voor hebben, informatie en/of advies van de Stichting Welzijn en Dienstverlening over andere activiteiten in de wijk waarin ze kunnen participeren. Alle ouderen die thuis bezocht zijn, die mee willen doen en die aan de criteria voldoen worden uitgenodigd om deel te nemen aan het DELFGOUD programma. Interventie: het DELFGOUD programma Ouderen die in aanmerking komen voor het programma in Delfzijl Noord krijgen het DELFGOUD programma aangeboden, die bestaat uit vier deelprogramma's , te weten een bewegingsinterventie, een sociale vaardigheids -en weerbaarheidstraining, een anti-depressieprogramma en een voedingsprogramma. De bewegingsinterventie bestaat uit een combinatie van het GALM en COACH programma.27,33,35,36 Het GALM programma is een wekelijks zaalprogramma waarin veelzijdig bewegen voorop staat en dat met name geschikt is voor ouderen met weinig beweegervaring. Het doel van GALM is het bevorderen van energieverbruik, fysieke fitheid en plezier in bewegen. Het COACH programma is een leefstijlprogramma gericht op het bevorderen van lichamelijke activiteit in het dagelijks leven. De deelnemers aan de GALM beweegprogramma krijgen na 6 maanden ook het COACH programma aangeboden. In het COACH programma worden ouderen met behulp van 'exercise counseling' en een stappenteller begeleid om in het dagelijks leven meer te bewegen. Doel van COACH is het veranderen van de beweegroutine. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is hierbij de richtlijn. Het GALM/COACH programma wordt wekelijks 24 maanden aangeboden. Gekoppeld aan het wekelijkse bewegingsprogramma worden drie deelprogramma's in een tweewekelijks frequentie aangeboden. De deelprogramma's duren 6-8 maanden . Als eerste deelprogramma , wordt het programma In de put uit de put aangeboden. 27 In dit programma ligt de nadruk op het leren omgaan met somberheid en depressieve klachten. Na dit deelprogramma wordt een vaardigheids- en weerbaarheidstraining bestaande uit een combinatie van het ACTOR en het GROSSO weerbaarheidsprogramma.38,39 De nadruk ligt hierbij om het leren van sociale vaardigheden om kontakten te leggen en te onderhouden en om het aanleren van emotionele en sociale weerbaarheidsvaardigheden ter verbeteren van het zelfvertrouwen. Het laatste deelprogramma is het voedingsadviesprogramma. Hierin wordt voorlichting gegeven over gezonde voeding voor ouderen en krijgen de ouderen een kookkursus. De uitvoering van dit programma wordt begeleid door de diëtiste van Bettingestate en de afdeling voedingsleer van de HG. Ouderen worden op twee manieren betrokken bij de uitvoering van het programma. Ze vormen een adviesraad voor het programma en krijgen daarvoor invloed op de opzet en uitvoering van het programma. Bovendien worden ouderen die dat willen en daarvoor geschikt zijn betrokken bij de uitvoering. Ze kunnen als assistent bij de uitvoering betrokken zijn. Daarvoor zullen ouderen worden getraind. Uitkomstmaten en meetprotocol Als primaire uitkomstmaat wordt kwaliteitvan leven gemeten, Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van een van de meetinstrumenten van de minimale dataset van het NPO, namelijk de EQ6d. Als secundaire uitkomstmaten worden in deze studie gemeten: fysieke fitheid. Fysieke fitheidsmaten die gemeten zullen worden zijn bloeddruk, BMI, Fat Free Mass (FFM), beenen armkracht, uithoudingsvermogen dynamische balans, schouder en bekkenlenigheid, enkelvoudige reactietijd en handvaardigheid47,48,49 Sociale contacten met de Personal Relations Network Questionnaire.44 Depressie met de Diagnostic Inventory for Depression.46 Angst met behulp van de Sociale angstschaal (SAS/SA-schaal).52 Voedingsgedrag (Eetmetervoedingscentrum.nl) de minimale Dataset van het NPO. Medische consumptiegegevens ten behoeve van een kosteneffectiviteitsanalyse Het meetprotocol bestaat uit 2 meetmomenten. tO (baseline) is gepland Voorafgaand aan het programma en de nameting ( t1)vindt plaats 24 maanden na de baselinemeting. Tijdens beide meetmomenten
Statistische analyse Het aantal benodigde proefpersonen is deze studie bedraagt 250, inclusief een uitval van 25% in zowel de experimentele als controle groep),. Het aantal benodigde deelnemers is gebaseerd op een powercalculatie waarbij ervan is uitgegaan dat deelname aan het DELFGOUD programma leidt tot een significant effect op kwaliteit van leven ten gunste van de experimentele groep (p<.05, β >.80 en ES >.50) Op basis van de uitgangspunten is een steekproef van 98 ouderen in de experimentele en 98 ouderen in de controle groep nodig. Om uitval te corrigeren is de steekgroepomvang met 25% opgehoogd tot in totaal 250 ouderen. Om de gegevens te analyseren zal gebruik worden gemaakt van SPSS 16.0. Beschrijvende statistiek wordt toegepast om de kenmerken van de deelnemers in de experimentele en controle groep te vergelijken. Verschillen in de primaire - en secundaire uitkomstmaten tussen de experimentele en controle groep zullen worden geanalyseerd met behulp van een one -way repeated Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
5
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF measures analysis of variance (ANOVA) en bij niet normaal verdeelde data een Mann-Whitney U test.
Planning Het DELFGOUD project wordt uitgevoerd in 36 maanden Voor de projectvoorbereiding (METC aanvraag, training vrijwilligers, werving en inclusie) wordt 4 maanden gereserveerd. De uitvoering van het programma en de metingen nemen in totaal 24 maanden in beslag. De uitvoering van het programma neemt 18 maanden in beslag, er zijn ongeveer 3 maanden vakantietijd en het meten neemt 3 maanden in beslag. In de laatste onderzoeksperiode van 8 maanden worden de data geanalyseerd, artikelen geschreven, een implementatieplan gemaakt. Projectmanagement De aan te stellen onderzoeker coördineert de uitvoering van het programma en voert de dataverzameling, data-analyse en rapportage (artikelen, terugrapportage). Ze wordt hierbij dagelijks ondersteund door de lectoren de Greef en Schout. Voor de training van vrijwilligers, de werving en van deelnemers, afname van de fitheidstesten en de beweegprogramma's GALM en COACH alsmede het weerbaarheidsprogramma GROSSO wordt gebruik gemaakt van de expertise van Bewegingswetenschappen RUG, Centrum voor Bewegen en Onderzoek Groningen (CBO) en het Huis van de Sport Groningen. Voor het ACTOR programma en het 'In de put uit de put' programma zal een beroep worden gedaan op de Stichting in Beweging (SIB) Het voedingsprogramma wordt begeleid door de diëtist van Bettingestaete en er kan tevens gebruik worden gemaakt van de keukenfaciliteiten van dit verzorgingstehuis. De kosteneffectiviteit zal worden uitgevoerd door de MTA afdeling van het UMCG.
Expertise, voorgaande activiteiten en producten / Expertise, prior activities and products Het DELFGOUD project wordt gecoördineerd door de lectoren De Greef en Schout, die beiden expertise en ervaringen hebben met het uitvoeren van complexe interventies bij ouderen. Onder leiding van De Greef zijn een groot aantal succesvolle bewegingsinterventies (GALM. SCALA, COACH, SMALL, GROSSO, ACTOR) ontwikkeld bij bewegingswetenschappen. GALM wordt inmiddels in 224 gemeenten uitgevoerd en heeft in 2000 de Preventie Effectiviteits (PREFFI) prijs van het NIGZ en in 2001 de European Health Promotion Award (EU prijs) gewonnen. Het GALM, COACH en ACTOR zijn evidence based programma's en zijn opgenomen in het NASB programma.41 ACTOR heeft de PREFFI prijs in 2008 gewonnen. Hij is betrokken bij de coördinatie van de landelijke implementatie van de hiervoor genoemde projecten. Bovendien was hij als copromotor bij meerdere promotiestudies op dit werkterrein. Schout heeft ruimte ervaring bij de ontwikkeling en uitvoering van interventies op het terrein van de Openbare geestelijke Volksgezondheid in Groningen. Publicaties / Publications - Elizabeth Weening-Dijksterhuis, Mathieu H.G. de Greef, Erik J.A. Scherder, Joris P.J. Slaets, Cees P. van der Schans, Frail institutionalized older persons: a comprehensive review on physical exercise, physical fitness, Activities of Daily living, and wellbeing. accepted - Gieneke Hospes, Linda Bossenbroek, Nick H.T. ten Hacken, Peter van Hengel, Mathieu H.G. de Greef. Enhancement of daily physical activity increases physical fitness of outclinic COPD patients: results of an exercise counseling program. Patiënt Education Counseling, 2009: 75: 274-278. -Ria Blaauwbroek, Martijn J Bouma, Wemke Tuinier, Klaas H Groenier, Matthieu H de Greef, Betty Meyboom-de Jong, Willem A Kamps, Aleida Postma. The effect of exercise counselling with feedback from a pedometer on cancer related fatigue in adult survivors of childhood cancer: a pilotstudy. Supportive Care in Cancer2009; 17(8): 1041-1048. - Hilde E. Ploeger, Tim Takken, Mathieu H.G. de Greef, Brian W. Timmons.The effects of acute and chronic exercise on inflammatory markers in children and adults with a chronic inflammatory disease: a systematic review. Exercise immunology Review, 2009; 15:6-41. - Nick H.T. ten Hacken, Mathieu H.G. de Greef. Het nut van stappentellers voor het monitoren en bevorderen van het lichamelijk activiteiten niveau. Ned Tijd v Geneesk 2008; 152(4): 193-7. - Erik Scherder, Laura Eggermont, Dick Swaab, Marieke van Heuvelen, Yvo Kamsma, Mathieu de Greef, Ruud van Wijck and Theo Mulder. Gait in ageing and associated dementias; its relationship with cognition. Neuroscience & Biobehavioral Reviews, Volume 3 ( 4);, 2007: 485-497 - Bertine M.J. de Blok, Mathieu H.G. de Greef, Johan B. Wempe, Nick HTten Hacken, Klaas Postema, The effects of a lifestyle physical activity counselings program with feedback of a pedometer during pulmonary rehabilitation in patients with COPD: a pilot study. Patiënt Education and Counseling 2006; 61(1): 48-55. - Berrie Middel, Heike Goudriaan, Mathieu de Greef, Roy Stewart, Eric van Sonderen, J. Bouma, Mike de Jongste. Recall bias did not affect perceived magnitude of change in health-related functional status. Journal of Clinical Epidemiology 2006, 59 (5):510-518. - Johan de Jong, Martin Stevens, Koen A. P. M. Lemmink, Mathieu H. G. de Greef, Piet Rispens, Theo Mulder Six-month effects of the Groningen Active Living Model (GALM) on physical activity, health and fitness outcomes in sedentary and underactive older adults aged 55-65. Patiënt Education and Counseling 2006; 62(1): 132-141 - De Greef M, Middel B, Popkema D. Kroes G. Physical fitness in sedentary older adults participating in a health enhancing Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
6
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF physical activity project in the Netherlands. In Bergland A, Langhammer B (eds), Adapted Physical Activity and Ageing: An interdisciplinary European Challenge. Oslo 2006:1-17. (boekbijdrage) - Marieke J.G. van Heuvelen, Jacqueline B.H. Hochstenbach, Wiebo H. Brouwer, Mathieu H.G. de Greef, Erik Scherder. Psychological and Physical Activity Training for Older Persons: Who Does Not Attend? Gerontology 2006;52:366-375.
Referenties / References 1. Gemeentelijk gezondheidsbeleid 2003-2007. Basisnota voor de 9 gemeenten in Noord Groningen. 2.Broer J, Spijkers E (red). Gezondheidsprofiel Groningen 2006, Afdeling Epidemiologie GGD Groningen. 3. Structuurvisie Delfzijl Noord 2006, gemeente Delfzijl. 4. Bouwen aan sociaal Delfzijl 2007, Gemeente Delfzijl. 5. Miedema I, Kruijer J, Kassenberg A, Jaarsma R, Eijk L van. Quick Scan WMO gemeente Delfzijl 2007, CMO Groningen. 6.Hamming T (eindred).Wijkplan Delfzijl Noord, Wijkplatform Delfzijl Noord, Delfzijl, 2008. 7.Kuiper J, Haan F de, Tuinman M, Kruijer J, Kassenberg A, Jaarsma R. Groninger gemeente Monitor Delfzijl, Centrum voor Maatschappelijke ontwikkeling (CMO) Groningen 2009. 8. Krimpen en groeien in Delfzijl. Veranderingen in de bevolking, gevolgen, strategie, actieprogramma. Gemeente Delfzijl 2009. 9. Bijl R, Boelhouwer J, Pommer E (red.) De sociale staat van Nederland 2007. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag 2007. 10. Lucht F van der, Verkleij H. Gezondheid in de grote steden. Achterstanden en kansen. Themarapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002. RIVM rapport nr. 270555003. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2001. 11. Lucht F van der. Sociaal economische gezondheidsverschillen samengevat. In: Volksgezondheid Toekomstverkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2006 12.Tweede kamer. Preventieve gezondheidszorg. Rapport van de Algemene Rekenkamer. Vergaderjaar 2003-2004; 29300, nr. 2. Den Haag: Sdu Uitgevers, 2003.Tweede Kamer. 13. Tweede Kamer. Preventieve gezondheidszorg. Brief van de algemene rekenkamer. Vergaderjaar 2005-2006; 29300, nr. 5. Den Haag: Tweede Kamer, 2006. 14. Harting J, Assema P van. Community projecten in Nederland: de eeuwige belofte? Maastricht: Universiteit Maastricht 2007. 15. Stroink K, Maatschappij als medicijn. Oratie Universiteit van Amsterdam. Amsterdam,2007. 16.Verweij A , Dam JJM ten. Wat is het aanbod aan preventieve interventies? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2006a. 17.Verweij A, Dam JJM ten . Wat is het bereik en wat zijn de effecten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2006b. 18. Hooijdonk C. van Exceptions to the rule: healthy deprived areas and unhealthy wealthy areas, Social science & Medicine, 2007; 64 (6): 1326-1342. 19. Stroink K, Mackenbach JP. Evaluating the effect of policies and interventions to address inequalities in health: lessons from a Dutch programme. Eur J Public Health 2006; 16:346-53. 20.Kloek GC. Improving health related behavior in deprived neighborhoods (thesis). Rotterdam: Erasmus MC, 2004. 21. Schuit AJ, Wendel-Vos GC, Verschuren WM, Ronckers ET, Ament A, Assema P van, et al. Effect of 5-year community intervention Hartslag Limburg on cardiovascular risk factors. AM J Prev Med, 2006; 30(3): 237-242 22. Jansen J, Schuit AJ, Lucht F van der. Tijd voor gezond gedrag. Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. Themarapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2002. RIVM-rapport nr. 270555004. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 2002. 23. Kok H Gelijke Gezondheid Gelijke Kansen. Evaluatie 2002-2003. Woerden: NIGZ, 2004 24. Portney LG, Watkins MP. Foundations of Clinical research. Application to practice, Pearson Educational International, Upper Saddle River NJ, 2009 (3th ed): 225. 25. Folstein MD: Mini-mental state examination, 1975. 26. Marcus BH, Owen N. Motivational readiness, self-efficacy and decision-making for exercise. J Appl Soc Psychol 1992;22:3-16. 27. Greef M de, Stevens M, Stevens M., Bult P, Lemmink K, Rispens P, Groninger Actief Leven Model. Een strategie voor sport-'stimulering voor senioren, De Vrieseborch, Haarlem 1999 (2e druk) 28.Stevens M, Greef M de, Dirks C, Haitsma J, Lemmink K, Rispens P. Idenitying sedentary Older adults with the GALM Questionnaire. In Stevens M, Groningen Active Living Model. Development and initial validation, Northern Centre of healthcare Research, University Groningen, 2001:49-60 (thesis). 29. De Jong Gierveld, J., van Tilburg, T.G. (2008). De ingekorte schaal voor algemene, emotionele en sociale eenzaamheid. Tijdschrift voor gerontologie en geriatrie, 39(1), 4-15. 30.Goldberg, D., Bridges, K., Duncan-Jones, P., e.a. (1988). Detecting anxiety and depression in general medical settings. British medical Journal, 297, 897-899. 31. British Columbia Ministry of Health. PAR-Q validation report. Fitness and amateur sport Canada. Canadian standardized test of fitness (CSTF): Operations manual; 1986. 32. Steverink, N., Slaets, J.P.J., Schuurmans, H., Van Lis, M. (2001). Measuring frailty: development and testing of the Groningen Frailty Indicator (GFI). The gerontologist, 41 (special issue 1), 236-237. 33. Hofman, M. Sport, Spel, Spirit. Sporten met senioren. De Bark, 2006. 34. Jong J.de, Lemmink KAPM, King AC, Huisman M, Stevens M. Twelve-month effects of the Groningen Active Living Model (GALM) on Physical Activity, healthy and fitness outcomes in sedentary and underactive older adults aged 55-65. Patiënt Education and Counseling 2007;66:167-176. 35. Sprenger S.R., M.H.G. de Greef, D.Y. Popkema. Effects of the COACH lifestyle program on physical activity pattern and fitness'. In Jones JR, Taylor AW, Eccelstone NN (eds). Research to Action for an Aging Society, London Ontario 2005: 118-122. Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
J
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-452 DEFINITIEF 36. De Greef MHG, Sprenger SR. COACH. Een evidence based methode om sedentaire ouderen te stimuleren om meer te bewegen. Interfacultair Centrum Bewegingswetenschappen RUG, Centrum Beweging en Onderzoek Groningen, Groningen 2006 (wetenschappelijke rapportage VWS). 37. Cuijpers, P. (2000). In de put, uit de put; effecten en effectpredictoren van een cursus 'omgaan met depressie'. Huisarts en Wetenschap, 43, 223-226. 38. Dijkstra Y, Bielderman A. Trainingsprogramma mentale en fysieke weerbaarheid bij ouderen. Bewegingswetenschappen RUG, Groningen, 2009. 39. Tromp M, Popkema DY, De Greef MHG. ACTOR. Een methode ter bevordering van sociale participatie van vereenzaamde ouderen. Evaluatie pilot fase. Stichting in Beweging & Bewegingswetenschappen Rijksuniversiteit Groningen. Roden/ Groningen 2007. 41. Leemrijse CJ, Ooms L, Veenhof C. Evaluatie van kansrijke bewegingsprogramma's om lichaamsbeweging in de bevolking te bevorderen fase 2. NIVEL, Utrecht 2009. 44. Tilburg, TG van, Losing and gaining in old age: Changes in personal network size and social support in a four-year longitudinal study. Journal of Gerontology, 1998:53b:S313-S323. 46. Graaf LE de, Huibers MJM. Introductie van de Diagnostic Inventory for Depression in Nederland. Tijdschrift voor Psychiatrie 51 (2009) 9, 675-686. 47. Rikli R, Jones CJ. Senior Fitness Manual. Champaign II, Human Kinetics, 2001. 48. Lemmink KAPM. The Groningen Fitness Test for the Elderly. University of Groningen, 1996.(Thesis) 49. Lemmink KAPM, Kemper H, Greef de MHG, Rispens P, Stevens M. Reliability of the Groningen Fitness Test for the Elderly. J Aging Phys Activity 2001 ;9:194-21251. Willems LFM, Tuender-de Haan HA, Defares PB. Sociale angstschaal (SAS/ SA-schaal). Nederlands Tijdschrift voor Psychologie, 1973;28: 415-422. 52. The EuroQol Group. EuroQol: a new facility for the measurement of health related quality of life. Health Policy. 1990; 16:199-208
Financiële gegevens / Financial data ZonMw budget Jaar/Year Kostenpost Personeel Materieel Implementatie Apparatuur Overig Totaal / Total
1 54,633 50,900 0 0 0 105,533
2 62,864 50,900 0 0 0 113,764
3 66,626 50,900 0 0 0 117,526
4
5 0 0 0 0 0 0
6 0 0 0 0 0 0
7 0 0 0 0 0 0
8 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal / Total 184,123 152,700 0 0 0 336,823
Co-financiering / Cofinancing Naam co-financier / Name of cofinancier
Bedrag /Amount
Status
Bijzondere gegevens / Additional information Vergunningen / Permits
METC DEC WBO
Vergunning nodig / Permit required? Ja/Yes Nee / No X X X
Vergunning verkregen / Permit obtained? Ja/Yes Nee / No X X X
Onderschrijvingen / Assents Ja/Yes Code biosecurity / Code Biosecurity Code openheid dierproeven / Code Transparency of Animal Testing
Andere vergunningen / Other permits
Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 14:40
Nee / No X X