GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE STEDELIJKE ONTWIKKELING EN BEHEER
Verslag van de vergadering d.d. 12 juni 2007. Voorzitter van de commissie Commissiegriffier Leden C. FulmerBouwens P. Visser S. Boumans J. Savelsbergh-Auf den Kamp O. van Doorn M. Huijnen-Jagt N. Ubags- Dauss D. Kempener G. Kieft
Aanw . X
: De heer J. Blom : De heer L. Ruijters Leden
Aanw. Leden
Aanw.
E. Huijds M. VerheggenPenders R. Coumans P. Kabo M. Habets J. Blom
X
H. Cobben H. Lenoir-Janssen
X
W. Westerhof
X
G. Silverentand Th. Storms
X
X
L. Kuijpers
X
E. Sprokkel
X
W. Weerts P. Bisschops
X
J. Simons R. Meyers
X
X
X X
X X
Aanwezig / uitgenodigd: Wethouder Kleijnen Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Opening en mededelingen. Spreekrecht burgers. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. Vaststelling van het verslag van de vergadering van 3 april 2007. Aktielijst. Voorstel van het college betreffende het vaststellen van de verordening VROM startersregeling . 7. Voorstel van het college betreffende het nemen van een voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Kern Valkenburg-C . 8. Voorstel van het college betreffende het vaststellen van de uitgangspuntennotitie bestemmingsplan Centrum Valkenburg . 9. Bespreekpunten: - Woningbouw Mauritiussingel in Schin op Geul naar aanleiding van artikel 41 RVO vraag d.d 23 april 2007; - Stand van zaken voorbereiding evaluatie parkeerbeleidsplan; - Info stand van zaken geluidsoverlast A 79. - onderzoeksrapportage bereikbaarheid. -
1
10. Gewestelijke aangelegenheden. 11. Rondvraag. 12. Sluiting. 1.
Opening en mededelingen.
De voorzitter heet iedereen van harte welkom op deze vergadering. Wegens verhindering van de heer C. van Melsen zal de vergadering worden voorgezeten door de heer J.Blom. Berichten van verhindering zijn ingekomen van de heren Sprokkel, Coumans en Boumans.
2.
Spreekrecht burgers.
3.
Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag.
Aan agendapunt 9 bespreekpunten wordt toegevoegd: Ontwerpbegroting 2008 Gemeenschappelijke Regeling Milieupark Geul en Maas. Voorgesteld wordt om agendapunt 8 te vernummeren naar agenda punt 6. Agendapunt 6 wordt dan agendapunt 8. De commissie gaat akkoord met deze wijzigingen. Conform de nieuwe werkwijze zijn schriftelijke vragen ingediend met de volgende onderwerpen:
Onderwerpen voor de rondvraag: Naam:
Onderwerp:
Mevrouw Savelsbergh - Auf den Kamp
Handhavingsprocedure Geste richting familie Tuinman Grond ophoping op het perceel gelegen aan de Boschweg
Mevrouw Huijnen - Jagt
Grachtstraat Erker/Lichtkooi Fransche Molen.
De heer Huids
Inhaalslag achterstallig onderhoud
De heer Habets
Bouwverkeer Genhoes
De heer Meijers
30 km zone Plenkertstraat Uitbreiding 30 km zones in Valkenburg
De heer Simons
Limburgs Mooiste Smiley zuil in Schin op Geul
2
De heer Westerhof
Veegmachine ondernemers
Mevrouw Silverentand
Borden Via Gulia Route
Mevrouw Fulmer - Bouwens stelt toch vraagtekens bij de nieuwe behandeling van de rondvraag. Zij vraagt zich af wat er veranderd is ten opzichte van de oude situatie. Volgens haar was het de bedoeling dat de vragen eerder aangereikt werden zodat de wethouder die vragen meteen schriftelijk of mondeling kon beantwoorden. Een ander aspect was om de duur van de vergadering te verkorten. De heer Simons heeft een dik half jaar geleden de rondvraag reeds aan de orde gesteld en met name de zeer uitgebreide vraagstelling en vooral de gedetailleerdheid van de vragen. Men moest vaak met 15 mensen aanhoren waarom ergens een heg niet geknipt is. Om dat iets te stroomlijnen is in de aankondiging van deze vergadering precies aangegeven hoe een en ander zal verlopen. Wel stelt hij er prijs op te weten welke vragen er gesteld zijn want anders begrijpt men de gegeven antwoorden niet. De voorzitter geeft aan dat bij de rondvraag de gestelde vragen aan de leden worden uitgereikt. 4.
Vaststelling van het verslag van de vergadering van 3 april 2007.
Het verslag wordt conform het ontwerp vastgesteld. 5.
Actielijst.
De heer Kabo is het opgevallen dat er vaak punten zijn en vooral punten die wat langer op de aktielijst staan geleidelijk van deze lijst verdwijnen zonder dat zij zijn afgehandeld. Het CDA stelt voor om die punten op de actielijst te laten staan en als zij gereed zijn ze ook op de aktielijst gereed te melden. De voorzitter zegt dat die opmerking ook reeds in de commissie CSWO door het CDA is gemaakt. Dit zal nader besproken worden met de raadsgriffier. Punten van de aktielijst. Onderwerp
Uitvoering
Verkeerssituatie St. Rosastraat
De belijning is enigszins aangepast waardoor de situatie verbeterd zou zijn.
Tweezijdig fietsverkeer Margrietlaan.
Het verkeersbesluit is genomen en de bebording is aangepast.
Beleidsplan openbare verlichting: Is men tevreden met de service.
Ja. Men is tevreden met het huidige pakket. Wil men een hogere servicegraad dan zal er betaald moeten worden en dat geld is er niet.
Beleidsplan openbare verlichting: Sfeer verlichting onderbrengen in regulier
Neen. Het financiële budget is al toereikend
3
onderhoudscontract. Levert dit financiële voordelen op. Beleidsplan openbare verlichting: Vaststelling beleidskader categorisering wegen
Op 13 december 2004 heeft de raad zonder hoofdelijke stemming het beleidsplan vastgesteld. Met de vaststelling van dat plan heeft de raad ook de wegcategorisering vastgesteld. Dat heeft als bijlage 2 bij het plan gezeten. De vraag van de heer Weerts of de wegcategorisering is vastgesteld verbaast hem. Immers op 28 september 2004 heeft het toenmalige college met inbegrip van de heer Weerts ingestemd met het concept plan verkeersveiligheid en de bijbehorende wegcategorisering. Vervolgens heeft de raad het plan vastgesteld. De heer Weerts zegt dat de wethouder verbaasd was dat hij dat niet zou weten. Hij zou hem toch willen verzoeken om de vraagstelling nog een keer goed na te kijken en dan kan hij zien dat dit niks te maken heeft met het beleidskader openbare verlichting maar aan het beleidsplan openbare verlichting door de raad vastgestelde categorisering van wegen Misschien heeft wethouder Kleijnen het verkeerd uitgedrukt maar heeft hij het over het beleidsplan verkeersveiligheid. De heer Weerts is er bij de afgelopen beschouwingen op terug gekomen maar in dat beleidsplan verkeersveiligheid is een wegcategorisering genoemd. Bij het meerjarenbeleidspan gaat men daar een differentiatie in maken. Hij heeft nu twee keer gevraagd om hem de notitie toe te laten komen in welk beleidskader die wegcategorisering is vastgesteld.
Breeweg.
Instellen inhaal verbod Neerhem
Wethouder Kleijnen geeft hem nu een overzicht zodat hij zelf kan zien wat hij ooit eens besloten heeft. Schijnbaar vergeten maar wel besloten. Dit zal in de verkeerscommissie worden besproken. Hij zal hierover ook nog contact opnemen met de dorpsraad Schin op Geul. Dit is besproken in de verkeersadviescommissie. Besloten is om het
4
inhaalverbod niet in te stellen. Bij een inhaalverbod mag men niet bij laden en lossen inhalen en ook kunnen fietsers op de fietssuggestiestrook niet meer worden gepasseerd. Al met al zou een dergelijk inhaalverbod veel overlast kunnen veroorzaken. De heer Westerhof vraagt of er iets anders mogelijk is om het verkeer af te remmen. Wethouder Kleijnen zal dit meenemen in de verkeersadviescommissie. De heer Kempeners hoorde de argumenten waarom er geen inhaalverbod mag komen. Hij kent de wegenverkeerswet ook goed maar men mag best inhalen als men staat te laden en te lossen. Het inhalen van fietsers is hem ook niet helemaal duidelijk. Wethouder Kleijnen zegt dat dit in de verkeerscommissie aan de orde is geweest en de meneer van de politie heeft hem dat zo uitgelegd. Hij zal het nog een keer bespreken. Opruimen zwerfafval bij Landal Greenparc en kop Daelhemerweg.
Het zwerfvuil is niet aangetroffen zoals werd gesuggereerd.
Planschade familie Tuinman.
Deze kwestie is heden aan de orde gewest in het college. Besloten is dat de wnd. Burgemeester en hijzelf een afspraak gaat maken met de familie Tuinman. Secretaresse zal die afspraak maken en zal vragen om dat zo snel mogelijk te doen. Er zal eerst gepraat worden voordat een voorstel wordt gedaan over de aard van de geste.
6.
Voorstel van het college betreffende het vaststellen van de uitgangspunten notitie bestemmingsplan Centrum Valkenburg .
Mevrouw Fulmer - Bouwens zegt dat de uitgangspunten zoals geformuleerd en samengevat in het rapport van bureau BRO, die de basis vormen voor het toekomstige bestemmingsplan, naar de mening van de fractie een goede vertaling zijn van de gewenste ontwikkelingen in de "Kern Valkenburg" zoals die eerder werden vastgelegd in de retailstructuurvisie, het Mobiliteitsplan en Raamplan Openbare ruimte centrum Valkenburg a/d Geul en de toeristische visie. Er is bovendien rekening gehouden met het ontwikkelen en realiseren van het centrumplan en ruimte gelaten voor de daadwerkelijke invulling en uitvoering van een centrumplan in welke vorm dan ook.
5
Gezien het centrumplan nog in een go-or-no-go stadium is lijkt het haar verstandig hier in een bestemmingsplan op te anticiperen en ruimte te laten voor de nodige flexibiliteit als het om de invulling gaat. Deze ruimte wordt in dit rapport goed ingebouwd door toepassing van een bestemmingssystematiek die en combinatie vormt van een tweetal globale bestemmingen, n.l. "de centrumdoeleinden"en "de gemengde doeleinden". Deze bestemmingen bieden verschillende functionele combinatiemogelijkheden die de gemeente en de ondernemers de ruimte geven en toch de regie in de handen van de overheid houdt. Het opnemen van wijzigingsbevoegdheden betekent dat de gemeente het geldende planologische regime kan overnemen in het nieuwe bestemmingsplan. Bovendien kan invulling gegeven worden aan gewenste ontwikkelingen door het wel of niet nemen van een wijzigingsbesluit. Bovendien wordt er rekening gehouden met geldende bouwrechten een voorwaarde om de rechten van de inwoners voor zover als mogelijk te beschermen en tevens een voorwaarde om planschadeclaims zoveel als mogelijk te voorkomen. Deze uitgangspunten voldoen aan de door onze fractie ingebrachte overwegingen en de fractie zal dit voorstel ondersteunen. De heer Huids brengt naar voren dat met deze notitie voorstellen worden gedaan hoe de bestemmingsregeling straks in het Centrum wordt geregeld. Bij behandeling van deze notitie in de CDA steunfractie was er enige ongerustheid of de gemeenteraad zich met het vaststellen van deze uitgangspuntennotitie conformeert aan de Centrumplannen van Bob van Reeth. Voorzitter kan het college ons duidelijkheid verschaffen? Is dit geen carte blanche voor de plannen van Bob van Reeth. De fractie verwacht inderdaad dat het niet het geval is. Het CDA gaat ervan uit dat de hele besluitvorming over de Centrumplannen nog in zijn geheel, apart, in de gemeenteraad aan de orde komt. En niet stiekem wordt vastgesteld via een achterdeur. Dat uw antwoord NEE moet zijn leidt hij af uit de bepalingen hierover op de pagina's 25 tot en met 28, waar gesteld wordt dat de plannen nog onvoldoende compleet zijn. Dat daarom aan die plannen in de regeling geen bestemming kan worden gegeven, anders dan via een wijzigingsbevoegdheid voor het College van Burgemeester en Wethouders. Voorzitter; om onduidelijkheid te voorkomen, en de ongerustheid binnen de steunfractie weg te nemen vraagt hij dat dit NEE nogmaals bevestigd wordt, bij monde van de verantwoordelijke wethouder. Wat de wijzigingsbevoegdheid van de Centrumplannen betreft, gaat het CDA ervan uit dat deze bevoegdheid niet bij het College van Burgemeester en Wethouders komt te liggen doch gezien het belang en de omvang uitsluitend bij de gemeenteraad. Kan de wethouder toezeggen dat de gemeenteraad in deze niet buitenspel wordt gezet. En dat deze wijzigingen vooraf, ter goedkeuring aan de Raad worden voorgelegd? Nu de uitgangspuntennotitie stelt dat de Centrumplannen nog onvoldoende concreet zijn, is de fractie uitermate nieuwsgierig naar het verdere verloop van de ontwikkeling van deze plannen. Vooral ook de steunfractie, die zelf ook geen kennis heeft genomen van de besloten raadsvergadering hieromtrent. Veel termijnen uit het zogenaamd 7 stappenplan go-or-no-go zijn door het college al ruimschoots overschreden. Heel concreet; "Wanneer legt u de inhoud en haalbaarheid van de Centrumplannen aan deze commissie én de gemeenteraad voor?" Van de wethouder graag een concreet een concreet antwoord. Tot zover de algemene vragen en opmerkingen. Voorts nog een aantal detailvragen. In volgorde legt het het CDA standpunt voor, alsmede een aantal vragen. Met de punten die nu niet aan de orde worden gesteld stemt de fractie in beginsel in.
6
De bouwrechten. In deze paragraaf wordt op pag. 26 gesteld dat "nog aanvullende eisen worden gesteld betreffende de verkeerskundige situatie ten aanzien van de mogelijkheid tot het bouwen van ondergrondse parkeergarages". Wat wordt met deze eisen voor parkeergarages bedoeld? Ontwikkelingen in schetsfase. Over locaties uit de Retailstructuurvisie, het nieuwe Centrumplan en de Geulhal-locatie wordt voorgesteld de eerder genoemde wijzigingsbevoegdheid op te nemen in het bestemmingsplan. Dat heeft de instemming van de fractie mits deze wijzigingsbevoegdheid bij de Raad ligt. Voor een vierde locatie, gebied kabelbaan-panoramagrot camping Den Driesch, wordt hetzelfde voorgesteld. U stelt hier dat vanwege Natura 2000 gebouwelijke uitbreidingen in dit gebied niet zijn toegestaan doch functionele wijzigingen inzake de huidige bedrijfsvoering recreatie zijn wel toegestaan. Vraag: Kan de Panoramagrot nu uitgroeien tot een volwaardige evenementenhal en mag camping Den Driesch nu vakantieappartementen of trekkershutten gaan bouwen? Vallen deze wensen onder gebouwelijke uitbreidingen of functionele wijzigingen? Overnachtingslocaties. Een onderscheid wordt gemaakt in categorie l en categorie 2/3 bedrijven. De categorie l bedrijven wil de gemeente het liefst als overnachtingslocatie (hotel/pension) behouden. Bij de andere categorie, kan gemakkelijk de bestemming veranderen na het wegvallen van de overnachtingsfunctie. Voor categorie l wordt wel weer een vrijstellingsmogelijkheid gegeven waarmee een nadrukkelijk gewenst hotel/pension toch weer kan worden omgezet in een andere functie. Met deze bepaling wordt definitief afscheid genomen van het voorheen strenge regiem "eens een hotel, altijd een hotel". We hebben daar eerder uitgebreid over gediscussieerd en wij staan achter deze versoepeling. Toch maken wij ons zorgen over die categorie l bedrijven, vaak beeldbepalende en met een rijke historie omklede hotels zoals bijvoorbeeld "Hotel Juliana". Zonder nadere, extra voorschriften te stellen aan de vrijstellingsbevoegdheid, vreest de fractie dat, sneller dan verwacht, menig hotelier in deze categorie l, zijn eigendom als spaarpot/pensioen wenst te verzilveren. En dat is dan wellicht mogelijk /richting een appartementencomplex. Met een versoepeling kan worden ingestemd, maar de fractie vreest dat, zonder de aanwezigheid van nadere voorschriften bij deze vrijstellingsbevoegdheid, heel snel menig karakteristiek hotel verdwijnt. Op welke wijze gaat het College met deze vrijstellingsbevoegdheid om? Is het college bereid hieraan nader voorschriften te stellen. Verder wenst de fractie, dat de vrijstellingsbevoegdheid van categorie l panden komt te liggen bij de gemeenteraad. De fractie vraagt een toezegging terzake. Terzijde: 'Klopt het gerucht dat Hotel Juliana een zorghotel wordt?' Bestemming leegstaande bebouwing. Ondanks de huidige leegstand van een winkelpand of hotel, stelt u voor de thans geldende bestemming op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan. Als sprekende voorbeelden in die categorie gelden voormalig Hotel Kusters en het oude magazijn Luyten in de Lindelaan. Wat ons betreft mogen deze bestemmingen veranderen via de wijzigingsbevoegdheid mits er maar gedegen goede nieuwe plannen komen. Hoe lang blijft het college aanzien dat deze twee locaties van rottigheid en vernieling in elkaar zakken? Wanneer gaat u met de eigenaren praten om de verloedering van dit stukje historisch Valkenburg tegen te gaan? Of wellicht wenst een der wethouders middels reeds vaak bepleite krotbelasting extra opbrengsten voor Valkenburg te gaan genereren?
7
Beeldkwaliteitplan. Gezien de ontwikkelingen Retailstructuurvisie, alsmede de Centrumplannen wordt voorgesteld het huidige Beeldkwaliteitplan uit 1998 volledig te herzien. Het huidige Beeldkwaliteitplan geeft bijzonder veel aandacht aan het behoud van de karakteristieke Kuuroord panden in de Reinaldstraat, en de mergelpanden in de Louis van der Maessenstraat. Niet onterecht. De aandacht voor het materiaal mergel spreekt voor zich in Mergelstad valkenburg. Valkenburg is sinds de komst van dit college meer mergelstad dan wielerstad. Het CDA stelt in het nieuwe Beeldkwaliteitplan de inzet van mergel voorop. Als voorbeeld de prachtig gerenoveerde gevels van de families Dieteren en America aan de Neerhem, het hoekpand Blitz aan de kop Lindelaan/Reinaldstraat, de gehele zuidelijk gevel Reinaldstraat, en de gerenoveerde panden "Prevoo/van Lieshout" hoek Passage/Th Dorrenplein. Dat zijn referentiekaders voor de nieuwe ontwikkellocaties: mergel als gevelbepalend materiaal. In het nieuwe Beeldkwaliteitplan past de eenheidsworst van baksteenbebouwing door Bob van Reeth zoals in Bergen op Zoom absoluut niet bij Valkenburg. Straten alleen met dezelfde gevels met daarachter detailhandel en daarboven wonen, past niet in dit rijk historisch gebeid van de nieuwe ontwikkellocaties. Diversiteit in gevelopbouw staat de fractie voorop. Kortom: in het Beeldkwaliteitplan horen voorschriften die passen bij een historische stad en passen bij de maten van Valkenburg. Dus geen kopie van Breda, Antwerpen of Bergen op Zoom. Op welke wijze wordt de opzet van het Beeldkwaliteitplan aangepakt? Steunt het college de opvatting over de materialisering van bovenal mergel en de bijzondere aandacht voor een hoogwaardige architectonische diversiteit in de gevels? Mevrouw Savelsbergh - Auf den Kamp dacht dat men het over de uitgangspunten notitie bestemmingsplan hadden en niet over het beeldkwaliteitsplan. Is het zijn bedoeling om dat aan te passen. De heer Huids zegt dat het nadrukkelijk gaat over de uitgangspunten en ook over het beeldkwaliteitsplan en hij heeft daar enkele vragen over aan de wethouder. Hij heeft nu nog twee vragen. Kan de wethouder aangeven welke termijn het college nodig heeft voor het vaststellen van het Beeldkwaliteitplan? Het CDA wenst te voorkomen dat de plannen van Bob van Reeth doorgevoerd worden zonder eerst de noodzakelijke discussie te voeren over de gewenste ruimtelijke beeldkwaliteit. Kan de wethouder toezeggen dat met die te voeren discussie rondom het nieuwe Beeldkwaliteitplan, de architectonische uitwerking van Bob van Reeth voorblijft? Tot slot; Groeperingen als Niks aan de Hand, Mooi Geulzicht, afdeling Th Dorrenplein volgen deze ontwikkelingen rondom dat Beeldkwaliteitplan nauwlettend. Hoe gaat u de inspraak regelen? Laatste vraag, mijnheer de Voorzitter. Op pagina 41 wordt voorgesteld het parkeren in voortuinen en op voorerven van panden in het Centrum te verbieden. Hoe gaat het college om met de bestaande rechten van inwoners? Komt daar dan een einde aan? En wat gaat dat betekenen voor de uitgifte van de belangenparkeervergunningen? Is daar plaats genoeg voor want niet iedereen heeft achterom een parkeerplek? De heer Westerhof vindt het eigenlijk te vroeg om hierover te gaan discussiëren. Wat is er bekend over het centrum en wat gaat men daar doen. Men weet het nog niet. Hij kan zich op sommige punten dik scharen achter het betoog van het CDA. Hij zou wel graag die architect de ruimte willen geven om eventueel met nieuwe plannen te komen. Men weet niet wat er uit zijn hoofd komt.
8
Mevrouw Fulmer-Bouwens vindt nu juist dat men genoeg flexibel is om de regie zo te houden dat er invulling op verschillende manieren kan plaatsvinden. De centrumplannen zijn inderdaad nog niet rond. Maar de gemeente moet in een bestemmingsplan de mogelijkheden hebben om invulling te geven aan de ontwikkelingen. Wat vanavond besproken moet worden en veel meer aandacht moet krijgen is de vraag hoe de uitgangspunten in elkaar zitten en geven die genoeg ruimte maar geven zij ook vastigheid zodat men straks een bestemmingsplan krijgt dat jaren mee kan. De heer Huids is het met mevrouw Fulmer eens maar hij wil reageren op de heer Westerhof. Geef de architect zoveel mogelijk ruimte maar geef ook de kaders aan waarbinnen de architect kan opereren. De heer Westerhof kan het wel volgen maar hij wil graag dat de architect eerst met iets komt. Wij weten wel wat we willen maar die man kan heel ander ideeën hebben. Als men nu kaders vastlegt dan moet hij zich daaraan gaan houden. Geef die man zijn creatieve vrijheid en laat ze maar met plannen komen en ga dan kritisch kijken. Hij denkt dat men dan het paard voor de wagen spant in plaats van er achter. De heer Huids is van mening dat men de architect niet zomaar het bos in moet sturen. Men moet hem toch duidelijk een richting aangegeven en hij denkt dat de heer Westerhof wil aangeven van maak maar een plan en dan zien wij wel. Daar is hij het absoluut niet mee eens. Men moet een richting aangeven maar niet tot in detail. Men moet wel bijvoorbeeld het materiaal en de hoogte aangeven e.d. De heer Westerhof zegt dat het meeste reeds in het beeldkwaliteitsplan staat. Daar zou een actualisering op moeten komen. Iedereen wet dat men meer mergel wil en dat er meer variatie moet zijn. Wat de hotels en pensions betreft heeft hij steeds nagestreefd om ieder pand meerdere mogelijkheden te geven. In 1998 is besloten om dat niet te doen. Hij is blij dat men daar nu wel in meegaat. Het behoud van bedden in Valkenburg vindt hij zeer belangrijk. De markt echter bepaalt wat er gaat gebeuren. Blijft een hotel een hotel in de toekomst of laat men het vijf jaar leeg liggen en dan mag men het afbreken. Wat gaat er gebeuren met huurders in panden. Blijven die huurders zitten en houdt het dezelfde bestemming of gaat de eigenaar van het pand bepalen wat er gaat gebeuren. Hij streeft er naar om eerst een stukje invulling te geven aan het centrumplan en de architect eens komen met zijn plannen en zijn ideeën. De heer Simons brengt het navolgende naar voren. 1. De Gemeente heeft de levensvatbaarheid van de hotels en pensions onderzocht. Hoe kun je die levensvatbaarheid vaststellen? Hangt dat behalve van bezettingsgraad, bouwtechnische zaken, voorzieningenniveau e.d. niet ook af van de mate waarin een ondernemer kan en bereid is om te investeren? Beschikt de Gemeente ook over die gegevens? 2. De relatie tussen het nieuwe bestemmingsplan en het nieuwe Centrumplan is mij nog niet geheel duidelijk. Het voorstel geeft aan in het plan een "wijzigingsbevoegdheid" op te nemen. Betekent dat, dat die bevoegdheid bij B en W ligt of de raad? Betekent dat dan niet dat er weinig sprake is van planmatige, heldere en consistente benadering? Is het nu niet juist de bedoeling van een bestemmingsplan meer zekerheid te verschaffen? 3. Is er een termijn binnen welke het bestemmingsplan moet worden vastgesteld? En is het niet beter de duidelijkheid over het centrumplan af te wachten? Zou niet tijdens deze zomer hierover veel meer duidelijk worden?
9
4. Onder punt 8 van het voorstel, "Afweging en Advies", vraagt u in te stemmen met de uitgangspunten. Maar veel blijft vaag omdat er nu nog geen zicht is op de uitvoerbaarheid van het Centrumplan. Toch wel veel gevraagd om dan maar vast in te stemmen. De heer Habets zegt dat dit in feite een logisch gevolg is van het vorige agendapunt Er wordt in deze nota evenals in de nota bij het vorige agendapunt aangegeven dat in de vergadering van 27 juni 2005 de gemeenteraad een drietal sectorale plannen heeft vastgesteld (Retailstructuurvisie, Mobiliteitsplan en Raamplan Openbare Ruimte ( centrum Valkenburg a/d Geul). Het is de bedoeling dat de gemeente binnen de kaders van deze sectorale plannen zogenaamde integrale gebiedsvisies binnen de kern centrum ontwikkelt. De kaderstellende nota's vormen daarmee het ruimtelijke functionele beleid dat op zijn beurt de basis vormt voor liet toekomstige bestemmingsplan. U haalt in de voorliggende raadsnota echter aan dat deze kaders niet 1 op l overeenkomen met een deel van het beoogde centrumplan. Vraag 1: Hoe kan op grond daarvan dan toch binnen de gestelde kaders en tijdig het ontwerpbestemmingsplan in procedure gaan. Immers de kaders komen met overeen met de voorliggende plannen. Vraag 2: Het bureau BRO stelt voor om voor het gebied dat valt binnen het centrumplan, in het nieuwe bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid op te nemen Dat kan voor de gemeente inderdaad handig zijn, echter in hoeverre is het dan nog mogelijk om vooraf inspraak en achteraf bezwaar toe te passen, immers er wordt vooraf in het nieuwe bestemmingsplan geen definitieve bestemming toegekend en het college kan achteraf wijzigingen doorvoeren. Mensen weten dus ook niet of ze daarmee al dan niet kunnen instemmen? Vraag 3: In de nota wordt een vraagpunt aangehaald, waarop wij ook graag een helder antwoord zonden willen krijgen. Aangezien de nieuwe ontwikkeling niet strookt met het vastgestelde ruimtelijke functionele beleid wordt de vraag gesteld of actualisering van dit beleid nodig is Wij stellen ons eveneens die vraag. Dienen we niet eerst de kaders met elkaar opnieuw v ast te stellen, alvorens tot een vertaling daarvan in het ontwerpbestemmingsplan kan worden gekomen? Met andere woorden dient deze nota niet te worden aangehouden totdat de kaders opnieuw zijn vastgesteld. Vraag 4: Deze overweging tot aanhouding van de voorliggende nota versterkt zich in onze optiek als op pagina 34 van 69 wordt aangegeven dat ontwikkelingen genoemd in het centrumplan bovendien niet in overeenstemming zijn met het vastgestelde geldende beeldkwaliteitsplan Kern Valkenburg. Het voorstel van BRO is om dit beeldkwaliteitsplan eerst te herzien en daarna (hernieuwd) te koppelen aan het nieuwe bestemmingsplan. Dit roept bij ons de volgende vragen op: Vraag 1: In hoeverre is het beoogde centrumplan leidend? We kunnen ons niet aan de indruk ontrekken dat het er in de praktijk op begint te lijken dat het beoogde centrumplan als uitgangspunt gaat dienen en dat alle vastgestelde kaders daarop worden aangepast.
10
Vraag 2: Het centrumplan is formeel nog niet vastgesteld. In hoeverre is het dan handig om nu reeds kaders aan te passen die aansluiten op het beoogde centrumplan? Immers als uit voortschrijdend inzicht blijkt dat de kaders inderdaad dienen te worden aangepast dan zou dat het uitgangspunt moeten zijn waarop deze uitgangspuntennotitie toekomstig bestemmingsplan dan naadloos in past Vraag 3: Als het beeldkwaliteitsplan dient te worden herzien, wanneer gaat dat dan gebeuren? Is het wellicht aan te bevelen om in dat kader ook een sfeerbeschrijving voor de kern Valkenburg te doen (de gemeente Vaals heeft al een dergelijke sfeerbeschrijving ) Vraag 4: Kunt u aangeven welke inspraakmogelijkheden in de diverse trajecten vooraf worden geboden? Tot slot nog een vraag m.b t de op pag. 34 van 35 genoemde levensvatbaarheid van bedrijven (hotels/pensions). Er staat dat bedrijven die op termijn niet meer levensvatbaar zijn deze in aanmerking kunnen komen voor een andere functie Door wie en hoe wordt de levensvatbaarheid bepaald en geldt deze constructie alleen in het centrum of ook in de omliggende kernen. Wethouder Kleijnen geeft aan dat een aantal vragen door de heer Janssen van het bureau BRO beantwoord zal worden en enkele vragen door mevrouw Dooper van de afdeling RO. Deze uitgangsnotitie of met andere woorden wat vinden wij belangrijk is een deskundige inventarisatie die in feite de basis vormt van waaruit het beleidsstuk voortvloeit met betrekking tot het toekomstige bestemmingsplan Kern Valkenburg. Voor het gebied dat valt binnen het centrumplan stelt BRO voor om in het nieuwe bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid op te nemen. Zoals nu in het plan is opgenomen heeft het college van burgemeester en wethouders daartoe de bevoegdheid.Als de raad zegt dat die bevoegdheid bij de raad moet liggen dan zal hij dat mee terug nemen naar het college. De heer Westerhof vraagt of het dan juist is dat artikel 19, lid 1 van de WRO ter beslissing is aan de raad en artikel 19, lid 2 WRO ter beslissing aan het college. Volgens wethouder Kleijnen is deze redenering juist. Als het centrumplan echter meer geconcretiseerd is dan zou de wijzigingsbevoegdheid in dit plan en in dit voorstel bij het college liggen. Mevrouw Fulmer-Bouwens meent dat een en ander wettelijk is vastgelegd. De raad gaat over het vaststellen van het bestemmingsplan maar de wijzigingsbevoegdheid ligt bij het college. De heer Huids brengt naar voren dat, als de raad het wenselijk acht, de wijzigingsbevoegdheid in dit geval bij de raad komt te liggen dan lijkt het hem voor de hand te liggen dat dit ook gebeurt. Hij pleit ervoor om die bevoegdheid bij de raad te leggen. De heer Kleijnen zegt dat een en ander wel zo kan zijn maar hij zal eerst laten bekijken welke wettelijke mogelijkheden er zijn en of dat kan. Op de vraag of dit voorstel een carte blanche is voor Bob van Reeth met betrekking tot het centrumplan kan hij zeggen dat dit niet het geval is. De vragensteller zou dat ook moeten weten want het centrumplan zou door de gemeenteraad vastgesteld moeten worden. Voor het centrumplan vindt er een second opinion onderzoek plaats om na te gaan of de cijfers van 3W wel juist zijn. In dit stadium zit men op dit moment met het centrumplan. In juli zal er er een stand van
11
zaken gegeven worden met betrekking tot dit plan. Meer gaat hij daar vandaag niet over vertellen. Dat is ook afgesproken. Hem is onbekend dat er in Hotel Juliana een gezondheidscentrum gevestigd zou gaan worden. Naar de verloedering van de panden bij de Fransche Molen wordt op dit moment gekeken. Inmiddels is nagetrokken van wie de panden zijn en men gaat de eigenaren nu aanschrijven en aanpakken over die verloedering in samenwerking met bouw/ en woningtoezicht. In een eerder stadium is al aangegeven dat een krotbelasting niet tot de mogelijkheden behoort. Zou dat wel zo zijn dan was deze de gemeente de eerste die het zou gaan toepassen. Het is gewoon schandalig hoe die panden erbij liggen. Wat betreft de architectuur van de panden geeft hij een voorbeeld. Hij denkt dat iedereen het ermee eens is dat de wijze waarop de huidige AH hier in Valkenburg gebouwd is niet meer gewenst is. Daar is men zich heel nadrukkelijk van bewust. Als hij het al heeft over baksteen of dergelijke dan geeft hij aan dat men dat soort architectuur niet meer in Valkenburg wenst. Het centrumplan moet nog helemaal uitgekristaliseerd worden als het natuurlijk financieel haalbaar is. Als dit financieel niet haalbaar is en men krijgt daar niet de geldschieters voor dan is het wat hem betreft over en sluiten. Dat wordt nu onderzocht. Als het financieel niet haalbaar heeft het geen doel om daar nog energie in te stoppen. Wat de inspraak betreft zal een gedegen inspraak traject gevolgd worden. Er ligt ook nog zoiets als een inspraakverordening. Iedereen kan op tijd zijn zegje doen vooraleer er besluiten genomen worden. Dat zegt hij hier ook toe en daar hoeft men zich geen zorgen over te maken. De heer Janssen van BRO zegt dat de actualisering van het bestemmingsplan niet alleen voortgekomen is uit de wettelijke termijn die de WRO daaraan stelt, namelijk herziening binnen tien jaren, maar ook als gevolg van het vastgestelde beleidskader dat er al ligt namelijk de Retailstructuurvisie. Het plan is erop ingericht om dit zodanig te actualiseren dat de ontwikkelingslocaties zoals die in de Retailstructuurvisie zitten 1 op 1 ontwikkeld kunnen worden. Dat zijn in ruimtelijk opzicht met name zaken in de openbare ruimte en de aanpassingen die daarin moeten plaatsvinden zoals de detailhandel en branchering e.d. Het centrumplan is daar in een later stadium bij gekomen en dit plan is dusdanig groot van opzet en omvang dat het in feite gewoon niet past in het beleid zoals dat er nu ligt.Tevens is het centrumplan nog niet dusdanig compleet dat men nu al alles kan regelen. Er zullen dus nog de nodige discussies moeten plaatsvinden hoe het er exact uit komt te zien. Omdat het dus niet past binnen de uitgangspunten van het beleid en omdat het nog niet is uitgekristaliseerd heeft men voorgesteld om daarvoor de wijzigingsbevoegdheid te gebruiken. Dat is niet meer en niet minder dan dat in het bestemmingsplan het gebied wordt aangegeven dat het college, maar dat kan ook de raad zijn, onder bepaalde voorwaarden kan uitwerken. Men moet dan denken aan termen zoals: mits onderzocht is dat de omgevingskwaliteit in orde is, geluidsonderzoek, bodem onderzoek. Alles moet dus onderzocht zijn alvorens er ook maar iets gewijzigd kan worden. In dit geval door het college volgens het voorstel. Dat zijn dus algemene wijzigingsvoorwaarden die vervolgens middels een afzonderlijk planologisch plannetje en in een afzonderlijke procedure uitgewerkt worden. Op dit moment staan de voorwaarden in het bestemmingsplan op basis waarvan men mag wijzigen. Inspraak inhoudelijk op het plan vindt pas plaats in de wijzigingsprocedure. Met zo een wijzigingsprocedure geeft de gemeente wel degelijk aan dat men duidelijk bezig is met ontwikkelingen op die plek. Dat is de achterliggende gedachte van de wijzigingsbevoegdheid. De wijzigingsbevoegdheid zoals die thans is voorgesteld is een zgn. binnenplanse wijzigingsbevoegdheid. Dat houdt in dat men straks middels een afzonderlijke procedure een toetsingskader heeft liggen waarbij de gemeente ook daadwerkelijk kan zeggen wat wel en wat niet mag. De artikel 19 procedures zijn buitenplanse vrijstelling. Men geeft een keer vrijstelling en dat is het dan. Een wijzigingsplan heeft dus een veel meer beheersmatig kader. Volgens de heer Simons wordt er verschil gemaakt in de wijzigingsbevoegdheid namelijk binnenplans en buitenplans. Wie bepaalt dan de wijzigingsbevoegdheid binnen het plan?
12
De heer Janssen antwoordt dat wat de binnenplanse bevoegdheid betreft wordt voorgesteld om dat te leggen bij het college maar dat kan dus ook de raad zijn. De heer Simons merkt nog dat in algemene zin er zo een wijzigingsbevoegdheid kan zijn maar hij denkt dat het centrumplan zo gigantisch van omvang is dat dit van een andere omvang is dan de gebruikelijke bestemmingsplannen. Hij denkt dat dit niet past in de gebruikelijke wijze van behandeling van bestemmingsplannen. Ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid kan hij alvast zeggen dat de plannen dermate vaag zijn dat het teveel gevraagd is om die bevoegdheid nu al bij het college neer te leggen. Hij denkt dat niet veel fracties van hun bevoegdheid afstand willen doen. De heer Kleijnen heeft zojuist gezegd dat als het centrumplan daadwerkelijk aan de orde komt dit een bevoegdheid van de raad is en niet van het college. De raad beslist over het centrum plan. Is het dan volgens de heer Simons niet logisch om dat ook in de uitgangspunten notitie op te nemen. De uitgang gaat toch over beleid en wie bevoegd is om dingen te doen. De heer Kleijnen zegt dat de uitgangsnotitie niet meer en niet minder is wat men belangrijk vindt in het ontwerp bestemmingsplan. Hoe komen de blokjes er dadelijk uit te zien. De heer Weerts is verbaasd over de heer Kleijnen. Als hij een jaar terug gaat in zijn gedachten en hij haalt dan de woningbouw bestemming Polfermolen naar boven dan kan hij zich nog een motie herinneren die getekend was door de SP, TRANSPeRANT en VVD waarin de raad voorgelegd werd dat alle wijzigingsbesluiten eerst aan de raad worden voorgelegd alvorens zij in procedure worden gebracht. Nu zegt hij het vervolgens anders. Volgens de heer Kleijnen is ooit eens gezegd dat met betrekking de bebouwing van de Polfermolen het een bevoegdheid moet zijn van de raad en niet van het college. Dat is de enige motie waarin dit aangegeven is. De heer Weerts vraagt of hij enig verschil ziet tussen een nieuwe AH en de Polfermolen. De heer Kleijnen zegt dat men hier bezig is met en uitgangspunten notitie maar dat betrokkene bezig is met de invulling van het centrumplan waar nog helemaal niets over bekend is. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp stelt dat er toen sprake was van een vrijstelling. Is er sprake van een artikel 19, lid 1 procedure of en artikel 19, lid 2 procedure. Toen heeft de SP gezegd dat als er spake is van artikel 19 lid 1 dat wettelijk de raad altijd bevoegd is en dat had met wijzigingsvoorstellen niets te maken. Wat de nu voorgestelde wijzigingsbevoegdheden betreft wordt gezegd dat dit zowel het college als de raad kan zijn. Wat wordt met de wijzigingsbevoegdheid bedoelt. Is dat aan de raad om in het bestemmingsplan vast te leggen onder welke voorwaarden de wijziging kan plaats vinden en dat het college dan bevoegd is om in dat concrete geval een besluit te nemen of is ook de raad in een concreet geval bevoegd. De heer Janssen zegt dat beiden mogelijk zijn. In het opstellen van het bestemmingsplan worden voorwaarden opgenomen om te mogen wijzigen. Het plan wordt uiteindelijk vastgesteld door de gemeenteraad. Het is dus aan de raad om te bepalen of men met die wijzigingsvoorwaarden akkoord gaat. Aan de hand van die wijzigingsvoorwaarden kan de wijziging doorgevoerd worden door het college of door de raad.
13
De heer Habets zegt dat aangegeven wordt dat het centrumplan niet past binnen de beleidskaders. Is de wijzigingsbevoegdheid een voldoende alternatief voor het niet opnieuw vaststellen van de beleidskaders. Zouden die niet eerst ruimer gemaakt moeten worden en opnieuw worden vastgesteld. Of is het zo dat de praktijk leert dat de wijzigingsbevoegdheid voldoende is? De heer Janssen vindt dat de keuze aan de raad is om een besluit te nemen over het al dan niet actualiseren van die beleidskaders. Het centrumplan dat er nu als studie voorligt past niet in het in 2005 vastgestelde kader. Dat is geconstateerd. Nu kan men zeggen dat men middels de wijzigingsbevoegdheid daarvan kan afwijken. De vraag is daarbij of er toch niet iets meer onder moet liggen en dat is onder andere de link naar het beeldkwaliteitsplan waarvan geconstateerd is dat het centrumplan daar ook niet in past. De heer Habets heeft nog steeds het gevoel dat eerst het centrumplan vastgesteld moet worden De heer Huids vraagt of met het vaststellen van deze uitgangspuntennotitie en daarbij al de wijzigingsbevoegdheid bij het college te leggen de raad zich daarbij niet zelf buitenspel zet. Volgens de heer Janssen is dat afhankelijk van de vraag of de raad die bevoegdheid gedelegeerd heeft aan het college. De heer Huids bedoelt aan te geven dat als nu in deze uitgangsnotitie wordt vastgelegd dat de wijzigingsbevoegdheid bij het college ligt dan stelt de raad zich toch zelf buitenspel. Volgens de wethouder is dat niet zo omdat men achteraf nog kan ingrijpen. Dat is dan achteraf ingrijpen en kan men nog alleen maar zeggen of men het daarmee eens is. Maar de trein is dan wel in gang gezet. Hij vindt het dus essentieel om vooraf te zeggen bij het vaststellen van de uitgangspunten bij wie de wijzigingsbevoegdheid ligt of ziet hij dat verkeerd. De heer Janssen is het eens met de heer Huids. De heer Huids vraagt nu aan de overige fracties bij wie zij die bevoegdheid willen neerleggen. Het CDA spreekt zich uit voor de raad. Hij zou dat ook graag van de overige fracties willen horen. De voorzitter vraagt de mening van de overige fracties. De heer Weerts zegt dat hij het bij deze uitgangsnotitie in het midden wil laten bij wie die bevoegdheid moet komen te liggen. Hij zou graag op basis van het ontwerp bestemmingsplan willen zien hoe die wijzigingsbevoegdheid ingekaderd is. Op dat moment zal hij een beslissing nemen of de bevoegdheid aan de raad of aan het college toe komt. Mevrouw Fulmer-Bouwens is het eens met de heer Weerts. De heer Simons denkt dat als de wethouder de moeite genomen had om antwoord te geven op zijn vraag. Is er een termijn binnen welk het bestemmingsplan vastgesteld moet worden? Hij heeft begrepen dat die grote noodzaak er niet is. Is het dan niet beter om de centrumplannen af te wachten en de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot de volgende raadsvergadering op 7 september 2007. Als dat niet mogelijk is wil hij graag weten om welke reden dat niet kan. Op dit moment zit men heel veel in het luchtledige te fietsen. Wat wethouder Kleijnen betreft mag het uitgesteld worden maar hij heeft van ambtelijke zijde vernomen dat binnen de tien jaren een nieuw bestemmingsplan vastgesteld moet worden.
14
Mevrouw Dooper zegt dat het huidige bestemmingsplan uit 1996 dateert en volgens de huidige WRO moet men eigenlijk iedere tien jaren een bestemmingsplan herzien. Op dit moment loopt men al dus achter. Zij wil toch graag de vaart erin houden omdat het nog twee jaar duurt eer men het bestemmingsplan kan vaststellen als men in juli de uitgangspuntennotitie in de raad kan vaststellen. Daarbij komt dat er volgend jaar een nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening in werking treedt en die wet legt een sanctie op als men niet meer aan die verplichting voldoet. Zo is een van de sancties dat als men een bouwvergunning aanvraagt voor een perceel waarvoor geen actueel bestemmingsplan geldt dat men dan geen bouwleges meer mag heffen. Dat is volgens de minister een effectief dwangmiddel. Het zal overigens niet op 2 maanden uitstel aankomen. De heer Simons hoort in het antwoord dat er toch enige flexibiliteit inzit. Als hij zich goed herinnert zijn er in de gemeente bestemmingsplannen geweest die tientallen jaren gefunctioneerd hebben en steeds maar op vernieuwing hebben gewacht. Als er een nieuwe wet komt en men is toch al een paar maanden bezig kan hij zich niet voorstellen dat men daar op gestraft wordt. Een paar maanden uitstel lijkt hem dus niet zo een probleem. Mevrouw Dooper geeft hem daar gelijk in. Men heeft ook een bestemmingsplan buitengebied dat dateert van 1994 en dat is dus nog twee jaren ouder. Mevrouw Fulmer - Bouwens heeft dat ook al eerder aangegeven en men schijnt dat te vergeten. Maar de centrumplannen zitten nog in een go-or-no stadium. Op het moment dat het no-go wordt dan zal er een hele andere invulling moeten gaan geven aan het centrum en dan zullen wij ook het bestemmingsplan daar klaar voor moeten hebben zodat men die invulling moet kunnen geven. Zij denkt dat uitstel niet goed is voor Valkenburg. De heer Habets zegt dat het eerste go-or- no go punt op 1 juli a.s is en dat is over twee weken. Gezien de vakanties zou het niet zo een probleem zijn om de september vergadering te nemen. Hij begrijpt mevrouw Fulmer maar dat is voor dringender om de beleidskaders eerst breder op te zetten en goed te keuren want dan laat men het helemaal niet meer afhangen van het centrumplan. Wethouder Kleijnen wil nu toch wel duidelijk wat men nu voorstelt. Wil men nu uitstel tot september of zet men het voorstel door voor de juli vergadering. De heer Simons vindt dat men moet uitstellen onder voorwaarde dat men dan meer duidelijkheid heeft over de centrumplannen. Als men over twee of drie maanden nog niet meer informatie heeft over die plannen dan zit men weer op hetzelfde punt. Volgens wethouder Kleijnen is het zeker de bedoeling om met informatie te komen. De heer Huids wil op dit moment nog niet praten over uitstel maar hij wil meer antwoorden op zijn gestelde vragen. Mevrouw Dooper is van mening, dat wat de recreatieve voorzingen betreft zoals Panoramagrot en camping Den Dries kan gezegd worden dat in het nieuwe bestemmingsplan zoals ze nu zijn als zodanig worden bestemd. Dat betekent dat er geen uitbreiding of wijziging mogelijk is. Dat heeft te maken met die natuurbeschermingsgebieden die de provincie aanwijst. De categorie 1 hotels en pensions worden behouden en worden ook positief bestemd. Er zal een vrijstelling opgenomen worden om daar voorwaarden aan te koppelen om wel of geen vrijstelling daaraan te verlenen. Wat haar betreft is dat goed en kan dat opgenomen worden. Zij zal aan het college voorstellen om dat op te nemen in de uitgangspuntennotitie.
15
Parkeren in voortuinen staat op dit moment duidelijk in het bestemmingsplan kernen. Er komen namelijk steeds meer aanvragen van mensen die een oprit of een garage hebben en die toch nog in de voortuin een plek willen hebben om een tweede auto te parkeren. Ook op plaatsen waar geen garages of opritten zijn vragen mensen een parkeerplaats in de tuin. Men vindt dat toch een verslechtering van het straatbeeld. In het bestemmingsplan kernen is al aangegeven dat dit verboden gebruik is en gaan dus ook niet in op aanvragen daarvoor. Voorgesteld wordt om voor het centrum hetzelfde te regelen. De heer Westerhof vraagt of een ruimte onder het hotel die nu als restaurant wordt gebruikt voor het hotel ook gebruikt kan gaan worden als winkelcentrum o.d. Zijn vraag is dus of zo een pand meerdere bestemmingen kan hebben. De bedden blijven en het restaurant blijft maar door een omzetting komt er 150m2 vloeroppervlakte vrij en daar kan een winkel in. Als hij in Duitsland of in Portugal loopt dan heeft men beneden winkels en boven de hotelkamers. Kijk overigens ook maar naar fotostudio AB. Beneden zit de fotograaf en boven zit het hotel met alle bedden die er ooit waren en inclusief restaurant. Een restaurant in een hotel wordt gebruikt tussen 8 en 10 uur s morgens en bij half pension ook tussen 6 uur en 9 uur s avonds. Voor de rest ligt het leeg. Dat is toch doodzonde. Mevrouw Dooper zegt dat daarna gekeken moet worden of dat in de nu voorgestelde regeling mogelijk is. Als dat niet kan zal het aan het college voorgelegd moeten worden om die mogelijk al dan niet toe te passen. De heer Weerts zegt dat binnen de retailstructuurvisie een maximaal aantal m2 detailhandel bedrijfsvloeroppervlakte is vastgesteld in het centrum Valkenburg. Volgens mevrouw Dooper is de retailstructuurvisie leidend in deze en als daar een oplossing uit komt die tegenstrijdig daarmee is dan kan het dus niet. Wethouder Kleijnen zegt dat er een grens is van 1000 m2. Alles wat daar onder zit zou in principe mogen. Maar het wordt uitgezocht. De heer Simons vraagt zich af of men nu verder moet gaan met de behandeling van dit punt als men toch wil uitstellen tot de vergadering van 7 september 2007. Dan is het niet relevant of zijn vragen beantwoord worden. Het is wel handig als hij daar duidelijkheid over krijgt. De heer Huids zegt dat het niet aan deze commissie is om te beslissen of een agendapunt wordt afgevoerd. Hij denkt dat dit bij de raad ligt. Wethouder Kleijnen zegt dat dit doorgeleid kan worden naar het presidium maar de commissie kan heel nadrukkelijk het signaal afgeven dat het voorstel niet doorgeleid moet worden naar de raad. Mevrouw Fulmer - Bouwens vindt dat het wel handig als het college weet wat de bedoeling is van deze avond en waar men het over gehad heeft en wat men graag van het college ziet gebeuren. Kort en krachtig komt het erop neer dat er een uitwerking komt van de beleidskaders waardoor de commissie deze in de volgende commissie vergadering kan inzien zodat de raad deze kan vaststellen en bepaalt de raad ook wat de kaders zijn. Het lijkt haar dan niet handig om de bevoegdheid van het college terug te nemen en voor iedere wijziging daar de raad voor ingeschakeld moet worden. Onder die voorwaarde heeft de raad voldoende regie in handen. Het is
16
wel een opdracht aan het college. In de volgende vergadering kan dit dan weer opgepakt worden en dat raad dan akkoord gaat met het voorstel en dat er knopen doorgehakt kunnen worden. Mevrouw Dooper vraagt wat bedoeld wordt met het vaststellen van de beleidskaders. Mevrouw Fulmer - Bouwens geeft aan dat bedoeld wordt waaraan de wijzigingsbevoegdheid concreet aan moet voldoen. Als dat vastligt dan moet het college zich ook daaraan houden. Als de heer Habets het dan heeft over bredere beleidskaders dan vat hij daar ook het beeldkwaliteitsplan onder. Hij denkt niet dat dit zo snel kan. Mevrouw Dooper is het daarmee eens. Onderzocht zal moeten worden op welke punten het huidige beeldkwaliteitsplan afwijkt van het beleid in de retailstructuurvisie/raamplan openbare ruimte en het centrum plan Bob van Reeth. Dan zal bekeken moeten worden welke straatbeelden er verandert moeten worden in dat beeldkwaliteitsplan zodat het wel weer correspondeert. Verder moet het beeldkwaliteitsplan weer de inspraak in. De heer Habets geeft aan dat hij een bepaald gevoel heeft bij dit onderwerp. De vorige raad heeft kaders vastgesteld. Het centrumplan voldoet niet helemaal aan die kaders. Zijn vraag is dan of men niet eerst de kaders moet vaststellen en zorgen dat het nieuwe plan daarin past of zegt men dat men het gewoon gaat wijzigen en kijken hoever men daarmee komt. Hij heeft dan geen controle gevoel. Volgens mevrouw Dooper kan het inderdaad dat men op basis van het centrumplan de retailstructuurvisie gaat herschrijven en aanpassen. Het is echter zonde als het centrumplan niet doorgaat want dan is een retailstructuurvisie aangepast en zit men weer met niets. De heer Habets vindt het daarom te overwegen om de behandeling te verplaatsen naar de vergadering van 7 september 2007. Dan is hopelijk enige duidelijkheid over het centrumplan. Hij vraagt de commissie of men hem daarin kan volgen. De voorzitter wil dit onderwerp nu afsluiten want dit wordt een discussie zonder einde. Hij ziet dan ook geen reden om een tweede termijn in te lassen. Hem lijkt het beter om thans een beslissing te nemen over het uitstellen tot 7 september 2007. De heer Huids had toch nog graag antwoord van de wethouder op bepaalde vragen. Hij heeft ze niet allemaal beantwoord gekregen. Wanneer wordt de inhoud en de haalbaarheid van de centrumplannen aan deze commissie voorgelegd? Welke aanvullende eisen worden aan de aan de parkeergarages gesteld? Wethouder Kleijnen kan daar nog niets over zeggen omdat het nog niet bekend is. Hij heeft aangegeven dat men eerst het financiële plaatje wil hebben en dan komt de invulling. De heer Huids neemt met dit antwoord genoegen. Hij vraagt dan nog of de wijzigingsbevoegdheid bij de categorie 1 hotels bij de raad komt te liggen of bij het college. Hij vraagt aan de commissie om die bevoegdheid bij de raad te leggen. Als voorbeeld neemt hij hotel Juliana. Mag het college dan zonder meer besluiten om daar een discotheek in te vestigen. Verder heeft hij het nog gehad over het beeldkwaliteitsplan. Is de wethouder bereid om het beeldkwaliteitsplan voor te trekken boven de andere plannen.
17
Volgens wethouder Kleijnen is hotel Juliana helemaal niet aan de orde. Wat betreft het beeld kwaliteitsplan betreft weet hij niet of dat mogelijk is. Hij wil zich daarvoor wel inspannen maar hij weet niet of dat kan. Mevrouw Fulmer - Bouwens dacht dat zij daarnet een voorstel heeft gedaan en vernam graag of de commissie haar daarin kan volgen. Zij had ook graag de toezegging van de wethouder op de vraag die zij net gesteld heeft en dat is het wat haar betreft klaar want dan gaat het gewoon de volgende SOB vergadering in. Men blijft maar doorkletsen maar zij dacht dat het daarmee af was. De heer Weerts gaat nog in op de opmerking van de wethouder dat men niet dezelfde fout gaat maken als bij het huidige AH gebouw. Hij vindt het dezelfde fout als men een rijbaan gaat aanhouden van zes meter op de L. van de Maessenstraat en men gaat dan 3 hoog bouwen dan krijgt men hetzelfde effect zoals dat nu is bij AH aan de Reinaldstraat. Wethouder Kleijnen zegt dat hij al aan het invullen is terwijl men het hier heeft over de uitgangspunten notitie en nu krijgt men vragen over het centrumplan. Dat is hetzelfde als de mensen met de rekening 2006 bezig zijn en vragen stellen over de voorjaarsnota. Dat is precies hetzelfde. Misschien wil hij zichzelf graag horen. Hij heeft in eerste termijn helemaal niets gezegd en dan komt hij in tweede termijn omdat hij links en rechts iets hoort. Hij gaat niet verder op het centrumplan in. Hij heeft gezegd en daar blijft hij bij dat het centrumplan eerst aan de orde komt als er duidelijkheid is over de financiële kaders. Punt aan de lijn. De heer Weerts gaat in op de vraag van mevrouw Fulmer. De fractie kan zich voorstellen dat de uitgangsnotitie in werking wordt gesteld mits hij de toezegging van de wethouder krijgt dat alvorens het ontwerp bestemmingsplan wordt afgerond dat het in deze commissie wordt voorgelegd en dat men als adviescommissie en als raad de mogelijkheid hebben om de wijzigingsbevoegdheid op dat moment te bekijken. Dan kan het wat hem betreft nu opgestart worden en hoeft men niet te wachten tot 7 september 2007. De heer Huids zegt dat men de notitie niet onnodig wil vertragen. Hij ziet er geen heil in omdat nog naar een volgende commissievergadering over te hevelen. Het CDA kan zich vinden in de grote contouren. Op detail niveau heeft hij een aantal opmerkingen. Wat hem betreft kan men die meenemen bij het raadsbesluit. Het betreft slechts een uitgangspunten notitie en hij wil geen onnodige vertraging van deze plannen. De heer Simons vraagt de wethouder even een stemming te houden wie voor of tegen uitstel is of dat men met de behandeling moet doorgaan. Als de meerderheid voor uitstel is dan moet men stoppen met de behandeling. Anders gaat men door met de beantwoording van de vragen. Hij vraagt of de wethouder op de hoogte is van het feit dat de volgende SOB vergadering plaatsvind op 28 augustus en hij vraagt of dan de centrumplannen zover zijn dat hij wat mededelingen kan doen en dat hij niet komt met de mededeling dat men het toch niet weet. Dan stelt hij voor om daar nog maar een tijdje over te denken en eventueel een latere vergadering daaraan te wijden. De heer Weerts heeft nog gevraagd of hij de toezegging kan krijgen dat het ontwerpbestemmingsplan - alvorens dit in procedure te brengen - apart hier in de commissie en de raad wordt besproken en dat mogelijke wijzigingen alsdan nog worden doorgevoerd. De heer Kleijnen vindt dat eigenlijk een achterhaalde vraag want dat is altijd het geval dat het ontwerpbestemmingsplan altijd het eerst in de adviescommissie komt voordat het in de raad aan de orde wordt gesteld.
18
De heer Weerts zegt uitdrukkelijk alvorens het in procedure wordt gebracht. De raad is ook een procedure maar ook de Algemene wet bestuursrecht en een inspraakverordening. Hij wil helemaal los van dat gebeuren het ontwerp bestemmingsplan als aparte gang in deze commissie en als er een positief advies is van deze commissie dan mag het wat hem betreft in de inspraakprocedure worden gebracht. Alvorens hij met het plan naar buiten gaat wil hij dus eerst de behandeling in deze commissie. Mevrouw Dooper zegt dat het normaal gesproken niet gebruikelijk is dat een ontwerp bestemmingsplan eerst naar de commissie gaat en daarna naar de raad. Ook is het niet gebruikelijk dat eerst een uitgangspunten notitie in deze commissie en de raad wordt gebracht. In dit geval is gedacht dat men daar goed aan zou doen. Zij kan zich goed voorstellen dat het ontwerp bestemmingsplan ook eerst hier behandeld zal worden. Mevrouw Fulmer - Bouwens is een beetje de draad kwijt. Zij zou heel graag willen dat hij het voorstel zoals net door haar gedaan is aan de commissie wil voorleggen. Binnen de commissie ontstaat algemene verwarring waarover nu gestemd moet worden. Over en weer worden de verschillende voorstellen gedaan. De voorzitter maakt een einde aan de discussie en stelt voor om tot stemming over te gaan over de vraag of de beslissing verschoven wordt naar de raadsvergadering van 7 september 2007. De heer Weerts geeft namens de fractie IBGV aan dat als het voorliggende voorstel aan de raad niet aangepast wordt of dat er geen concrete toezeggingen door de wethouder worden gedaan over het vervolg traject de fractie tegen het voorstel zal stemmen. De fractie van de VVD wil de architect en de mensen voor het centrumplan alle ruimte geven en blijft er dus bij dat het voorstel doorgeschoven wordt naar 7 september 2007. De fractie TRANSPeRANT is voor doorschuiven naar de vergadering van 7 september 2007. De fractie AB wil ook doorschuiven naar 7 september 2007. De Pvda-D66 wil ook graag doorschuiven naar 7 september 2007. De fractie van de SP is voor doorschuiven naar 7 september 2007. De fractie van het CDA wil geen onnodige vertraging. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de commissie voorstander is voor het verschuiven van de beslissing naar de raadsvergadering van 7 september 2007. De commissie adviseert derhalve om dit voorstel niet door te leiden naar de raadsvergadering van 2 juli 2007 maar te verplaatsen naar de raadsvergadering van 7 september 2007. 7.
Voorstel van het college betreffende het nemen van het voorbereidingsbesluit bestemmingsplan Kern Valkenburg .
Mevrouw Fulmer - Bouwens geeft aan dat op 27 juni 2005 en op 5 juli 2006 de raad een voorbereidingsbesluit heeft genomen om ongewenste ontwikkelingen in dit gebied tegen te gaan.
19
Wil de gemeente de regie in handen blijven houden is het noodzakelijk wederom een voorbereidingsbesluit voor de duur van l jaar te nemen omdat er op dit moment nog geen ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd kan worden. Onze fractie is bekend met de wetgeving hieromtrent en zal instemmen met het voorstel. Volgens de heer Huids is het voorliggende voorstel een logisch en noodzakelijk gevolg om dit te verlengen. De heer Westerhof vraagt waarom men niet voor twee jaren kan verlengen. Naar de heer Habets heeft begrepen gaat het bij dit voorbereidingsbesluit om een "technische beschermingsmaatregel". Kan de wethouder kort aangeven of het ontwerp bestemmingsplan binnen een termijn van 1 jaar in procedure kan gaan en hoe vaak kan men dit verlengen. Wethouder Kleijnen zegt dat een voorbereidingsbesluit een werkingsduur heeft van een jaar. Er moet dus elk jaar opnieuw een besluit genomen worden. In principe dus tot in het oneindige. Het zal ongeveer een jaar duren voordat het ontwerp bestemmingsplan klaar is mits men op 2 juli a.s. de uitgangspunten in de raad vaststelt. De commissie gaat ermee akkoord dat dit voorstel doorgeleid wordt naar de raad en dat het als hamerstuk wordt geagendeerd. 8.
Voorstel van het college betreffende het vaststellen van de verordening VROM starters regeling .
De heer Kempeners heeft maar een vraag. In artikel 4 onder punt 3 staat dat de maximale starterslening 30.000,00 mag bedragen. Dat houdt automatisch in dat het bedrag naar beneden bijgesteld kan worden. Onder punt 7 staat echter dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn om het in het derde lid genoemde bedrag aan te passen. Volgens hem kan dat nooit boven 30.000,00 zijn. Aanpassing naar beneden is altijd mogelijk. Artikel 4, punt 7 kan men ook interpreteren dat men ook meer mag geven dan het maximum en dat is toch niet de bedoeling. Waarom staat punt 7 er dan bij als men toch niet boven 30.000,00 mag uitgaan. Zoals punt 7 nu voorligt mag het volgens zijn interpretatie wel. Omdat er staat maximaal 30.000,00 is bijstelling naar beneden altijd mogelijk ook zonder punt 7. In zijn ogen is het een overbodig artikel. De her Westerhof zegt dat de maximum koopprijs maar 170.000,00 mag bedragen. Hij wil graag dat dit bedrag wordt teruggebracht naar 150.000,00 om daarmee de doorstroming van vooral oudere huurwoningen vrij te geven. Waar blijft het onderzoek dat de SP de vorige periode heeft aangevraagd met de woningbouwvereniging voor de doorstroming van de woningbouw. De heer Weerts vraagt wat de achterliggende gedachte van de heer Westerhof is met betrekking tot de prijs van 150.000,00. De heer Westerhof zegt dat er een aantal woningen zijn die specifiek volgens de woningbouwvereniging gebruikt zouden kunnen worden als doorstroom woning en die in die prijsklasse liggen. De heer Weerts zegt dat hij met de nu voorliggende verordening kan instemmen. Wat hij wel wil aangegeven is dat de regeling inhoudelijk bij de huidige stijgende rentevoet feitelijk een sigaar uit eigen doos is en dat veel mensen hier geen gebruik van zullen kunnen maken. Zeker als men ziet
20
dat er gesproken wordt over een gezamenlijk inkomen per huishouden van 35.000,00. Voor een hypotheek kan men maximaal 5 keer het bruto gezinsinkomen krijgen en dan zit men op 175.000,00. De kosten koper e.d. krijgt men daardoor niet gefinancierd. Zeker gezien de stijgende rentevoet van de laatste maanden vindt hij de regeling een stukje schone sier waarbij men mensen eigenlijk tekort doet. De heer Kabo geeft aan dat in de aanloop van de regeling regelmatig gesproken is over starters vanuit de eigen gemeenschap. Deze regeling maakt hierin geen onderscheid terwijl er wel gebruik gemaakt wordt van Valkenburgse gemeenschapsgeld. Daarom vraagt hij zich af of het niet mogelijk is om in artikel 6 een paragraaf op te nemen waaronder de regeling van toepassing wordt verklaard voor starters uit de gemeente Valkenburg aan de Geul en die een binding hebben met deze gemeente. Ook zou hij graag zien dat de gemeenteraad jaarlijks een evaluatieverslag krijgt van deze regeling zodat de raad indirect toezicht kan houden op deze relatief nieuwe regeling. Een en ander zou ondergebracht kunnen worden als derde paragraaf van artikel 11. Mevrouw Savelberg kan in principe akkoord gaan met voorstel echter zij heeft hier een vraag bij. Zij heeft begrepen dat de starterslening bedoeld is als tweede hypotheek om het gat tussen de totale verwervingskosten van de woning en de hoogte van de volgens de NHG- normen maximaal mogelijke eerste hypotheek te dichten. De koopprijs van de woning, het gezamenlijk inkomen van de aanvrager en de bewegingen van de rente op de hypotheekmarkt zijn dus bepalend voor de hoogte van het te dichten gat In artikel 6 onder lid 2 wordt opgenomen dat het college van B&W bevoegd is de in deze verordening opgenomen maximale koopprijs van de woning aan te passen. Zij vraagt zich af of hier niet aan toegevoegd moet worden dat bij aanpassing van de koopprijs de maximale hoofdsom van de startersregeling onder lid f eveneens wordt aangepast. Wethouder Kleijnen zegt dat men nooit boven de maximumprijs van 30.000,00 uit mag gaan. Artikel 4 lid 7 bepaalt dat men mag afwijken maar niet boven 30.000,00. Hij zal nog laten nagaan waarom punt 7 is opgenomen. Het Stichting stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten is verantwoordelijk voor deze regeling. Dit fonds heeft aangegeven dat het bedrag van 170.000,00 in het zuiden van toepassing moet zijn. Het bedrag moet tussen 140.000,00 en 170.000,00 liggen. Bij een bedrag van 170.000,00 is de maximale bijdrage gesteld op 30.000,00. De heer Westerhof heeft dat ook gelezen. Maar als hij en woning koopt voor 170.000,00 exclusief de rest van de kosten dan is hij 200.000,00 kwijt. Als hij 200.000,00 kan investeren dan heeft hij toch geen 30.000,00 nodig. Als het echter een voorschrift is dan heeft hij daar vrede mee. Volgens de heer Weerts zouden de maximale woningkosten volgens deze regeling niet meer bedragen dan 170.000,00. Bij een rekenfactor van 4,86 en een brutogezinsinkomen van 35.000,00 is dat precies berekend. Bij een rekenfactor van 5 zit hij op 175.000,00. Dus alle hypotheken boven dit bedrag komen niet in aanmerking voor deze startersregeling. Wethouder Kleijnen zegt dat er een raadsbesluit genomen is en nu ligt de verordening voor. In het raadsbesluit is heel nadrukkelijk aangegeven een bedrag van 170.000,00. Het is geen sigaar uit eigen doos. Het is om mensen een kans te geven een eigen woning te verwerven. Daarom is de startersregeling in het leven geroepen.
21
De heer Weerts bedoelt met een sigaar uit doos dat een starter bij een inkomen van 35.000,00 een maximale hypotheek kan krijgen van 170.000,00. Voor de starter is dat een sigaar uit eigen doos met een dergelijk inkomen omdat men niet in aanmerking komt voor een lening. Volgens wethouder Kleijnen zijn er daarom afspraken gemaakt met de woningstichting Valkenburg aan de Geul. Als mensen bij hen daar niet voor in aanmerking zouden komen dat zij dan over willen gaan naar een erfpacht constructie. In de verordening is dat ook aangegeven. Dat is gewoon winst te noemen. Mevrouw Fulmer - Bouwens kan zich in principe de redenering van de heer Weerts wel voorstellen maar zij heeft daar toch een opmerking bij. Men hoeft niet per se een huis te kopen van 170.000,00 euro want er zijn ook nog goedkopere woningen. Men kan ook een huis van 140.000,00 kopen en dan is men wel gered met deze startersregeling. Mevrouw Savelberg vindt in de regeling nergens een minimum bedrag van 140.000,00. Is het dan niet handig om dit op te nemen in deze verordening zodat het voor iedereen duidelijk is. Volgens de heer Weerts heeft de raad daarover geen besluit genomen. Men heeft wel de bovengrens vastgesteld. Het vaststellen van een ondergrens zou tegen alle principes zijn. Wethouder Kleijnen zegt dat dit het uitgangspunt van VROM is geweest. Minimaal 140.000,00 en maximaal 170.000,00. Dat is de vorige discussies heel nadrukkelijk aan de orde geweest. Men mag wel boven 170.000,00 gaan. In de randstad hanteert men prijzen van 200.000,00 omdat de woningen daar over het algemeen duurder zijn. In het zuiden zijn de woningen iets goedkoper vandaar ook het bedrag van 170.000,00. Uitgangspunt is voor mensen van Valkenburg aan de Geul. De evaluatie zou hij na drie jaren willen doen. De heer Kabo wil toch graag in de regeling opgenomen hebben dat zij alleen bedoeld is voor starters uit Valkenburg aan de Geul of die een sociale of economische binding hebben met Valkenburg. Volgens wethouder Kleijnen mag men dat niet zo expliciet in de verordening opnemen. De toewijzingscriteria s zijn weer anders. Aangegeven is dat een en ander via de woningcorporaties willen uitvoeren en dan moet hij maar eens de toewijzingscriteria met betrekking tot de volkshuisvesting lezen waarbij nadrukkelijk is bepaald dat sociale en economische aspecten geen reden mogen zijn om mensen te bevoordelen in de eigen gemeente. De heer Kabo zegt dat dus iemand die geboren en getogen is in Maastricht en die helemaal niets met Valkenburg heeft kan zeggen dat hij een woning neemt in Valkenburg want daar krijgt hij een premie van 30.000,00 euro cadeau en dan kan hij beginnen. Wethouder Kleijnen gaat ervan uit dat het altijd mensen uit Valkenburg zijn. Hij gaat dat dus niet expliciet in de regeling opnemen. De heer Kabo heeft gezien dat in een identieke regeling bij andere gemeenten wel dat criterium van de eigen inwoners in artikel 6 is opgenomen,
22
Wethouder Kleijnen zal laten nagaan of de mogelijkheid aanwezig is. Ten aanzien van de evaluatie merkt hij op dat de evaluatie plaats gaat vinden over driejaren omdat dan pas de eerste inkomenstoets gaat plaatsvinden. De heer Westerhof heeft nog gevraagd of het rapport van de sociale woningbouw samen met de woningvereniging al bekend is. Wethouder Kleijnen zegt dat dit nog niet bekend is en dat dit na de vakantie zal worden opgestart. Volgens de heer Westerhof zou dat vorig jaar al opgestart zijn. Hij heeft heel hard geroepen dat er sociale woningbouw moest komen. Wethouder Kleijnen is daar nog steeds voorstander van. Maar heeft hij grond voor hem. Overigens merkt hij op dat het hier gaat om een startersregeling en niet om een rapport over sociale woingbouw. 2e termijn. De heer Weerts zegt dat in de verordening overal gesproken wordt over Startersleningen en dat bij de discussie steeds gevraagd is naar een definitie van een starter op de woningmarkt. De vorige keer is in de raadsvergadering deze definitie gegevn. Hij verzoekt de wethouder om deze onder artikel 1 in te voegen: Starter: hij die een woon- of huurruimte (in Valkenburg aan de Geul) vrij maakt. Valkenburg aan de Geul moet men echter vrij laten in verband met de vrije vestiging. Wethouder Kleijnen vindt dit een goede suggestie om dit in de verordening op te nemen. De commissie gaat ermee akkoord dat dit voorstel doorgeleid wordt naar de raad en dat het als hamerstuk wordt geagendeerd.
9.
Bespreek punten:
Woningbouw Mauritiussingel Schin op Geul n.a.v. artikel 41 RVO vraag d.d. 23 april 2007; Het project loopt als gevolg van diverse omstandigheden niet zo voorspoedig zoals men allemaal heeft gehoopt. De ruimtelijke onderbouwing is gereed en wordt thans intern getoetst met Wonen Zuid. Er is regelmatig overleg met alle partijen over het verdere verloop en de procedure. Het is moeilijk te zeggen wanneer de eerste schop de grond in gaat. Er wordt alles in het werk gesteld om einde dit jaar of begin 2008 te starten met bouwen. De doorloop tijd vanaf het eerste initiatief tot het verlenen van een bouwvergunning is van vele factoren afhankelijk. Bijzondere planologische procedures spelen hierbij een rol en de daarbij behorende bezwaar en beroepsmogelijkheden. In de Mauritiussingenl is het extra complex aangezien het bouwplan deels buiten de contouren is gelegen. Wonen Zuid gaat overleg voeren met het waterschap Roer en Overmaas. Inmiddels is duidelijk dat voor de daar te bouwen 11 woningen veel belangstelling is. De grondoverdracht dient nog plaats te vinden. De heer Westerhof vraagt of er al gegadigden zijn voor de koopwoningen of weet hij daar niets van. Wethouder Kleijnen weet dat niet. Hij weet alleen dat er veel vraag is naar de woningen.
23
De heer Weerts zegt dat op zijn verzoek dit bespreekpunt is opgevoerd. Hij was niet blij met de gegeven antwoorden op zijn gestelde vragen. Evenmin is hij niet blij gestemd over de door de wethouder aangegeven procedure. Hij wil hem er toch aan herinneren dat in het antwoord van 12 april geschreven is dat in week 14 de ruimtelijke onderbouwing aan de gemeente zou worden aangeboden. Nu is het week 24 en dus zitten daar ook al weer 10 weken in. Hij weet niet waaraan het gelegen heeft maar als hij een antwoord geeft, geef dan het juiste antwoord. Met name had hij problemen met het antwoord nummer 5 waarbij een totaal overzicht gevraagd is van de bouwprojecten van der afgelopen periode. Hij vraagt echt niet van de afgelopen 10 jaren maar over de periode 2003 2007. Als antwoord wordt gegeven: Ten aanzien van het door u gevraagde totaal overzicht moeten wij opmerken dat een dergelijk onderzoek zeer tijdrovend is . Dat betwijfelt hij. Hij vraagt niet meer dan een A4-tje waarin het bouwproject genoemd wordt en waarin dan drie kolommen staan. Een kolom wanneer de aanvraag binnen gekomen is. Een tweede kolom wanneer de bouwvergunning verleend is. Een derde kolom met daarin de oplever datum. Hij vraagt hoeveel tijd daarmee gemoeid is en hoeveel projecten het zijn geweest in de aflopen vier jaren. Verder staat in die zin Wij zijn dan ook niet voornemens een dergelijk totaal overzicht te laten opstellen . Op 12 april was dit het standpunt. Wat is het standpunt op dit moment en heeft het college daar ook al een besluit over genomen. Wethouder Kleijnen zal via het verslag hier antwoord op geven. De heer Weerts verwacht in dat antwoord dan ook een datum van het collegebesluit. Stand van zaken voorbereiding evaluatie parkeerbeleidsplan. In een interne workshop met MT en het college is de inhoud van de parkeerevaluatie besproken. Tijdens deze workshop is de afspraak gemaakt dat de evaluatie van het parkeerbeleidsplan zal worden uitgevoerd op basis van de binnengekomen reacties. Er wordt geen uitgebreid onderzoek gehouden in verband met ontbrekende capaciteit op de betreffende vak afdelingen en onvoldoende beschikbare middelen voor extra inhuur of uitbesteding. Bij de begrotingsbehandeling 2007 zijn er immers geen middelen hiervoor beschikbaar gesteld. Bij de betrokken vakafdelingen zijn slechts beperkt inhoudelijke klachten, knelpunten over de nieuwe regeling binnen gekomen met uitzondering van de strepen problematiek in Broekhem. Behandeling zal plaatsvinden in de raadsvergadering van 7 september 2007. De heer Weerts zegt dat men geen diepgaand onderzoek wil doen wegens onvoldoende bezetting van de afdeling. Hij kan zich daarbij iets voorstellen. Kan hij aangeven wat een extern bureau voor een dergelijk onderzoek kost. Wethouder Kleijnen zegt dat dit
40.000,00 kost.
De heer Weerts vraagt of die 40.000,00 in verhouding staan tot toezeggingen naar de mensen toe bij de inspraak. Er zijn afspraken gemaakt en toezeggingen gedaan naar inwoners en daar stapt men voor 40.000,00 overheen. Als volgens wethouder Kleijnen de raad aangeeft waar hij die dan is hij bereid een uitgebreid onderzoek te doen.
40.000,00 vandaan moet halen
De heer Weerts zal vragen om dit punt op de raadsagenda te plaatsen maar hij kan daaromtrent nu al een voorzet geven namelijk de algemene reserve.
24
De heer Huids kan er zich enigszins in vinden dat de wethouder een beetje op de centen wil letten en geen dure onderzoeksrapporten wil hebben. Aangegeven wordt dat de evaluatie zal plaatsvinden op basis van de ontvangen reacties. Wordt er nog een oproep gedaan aan de inwoners om hierop te reageren via Heuvelland Actueel en op basis daarvan te evalueren. Dat hoeft niet zoveel te kosten. Wethouder Kleijnen zal dit in overweging nemen. Volgens mevrouw Huijnen is aan de bewoners toegezegd dat elke verandering en elke parkeer maatregel die genomen zou worden buiten de zones 1, 2 en 3 als basis genomen zouden worden van de evaluatie in de zones 1, 2 en 3. Als die evaluatie niet plaats vindt wil zij nu ook verzoeken geen enkele maatregel meer te nemen buiten de zones 1, 2 en 3. Wethouder Kleijnen vindt het heel helder wat zij zegt. Alleen als men gaat evalueren bepaalt de raad dat in september. Afgesproken is immers dat het in de raadsvergadering van 7 september op de agenda zou worden geplaatst. Mevrouw Huijnen geeft aan dat de evaluatie allang plaats had moeten vinden. Het hele parkeerbeleidsplan valt of staat met evaluatie van de parkeerzones 1, 2 en 3. Volgens wethouder Kleijnen is er geen enkele reden om aanpassingen te doen buiten sector 1, 2 en 3. Mevrouw Huijnen zegt dat men daar al mee begonnen is. In geheel Broekhem zijn aanpassingen geweest en in Valkenburg Noord zijn er aanpassingen geweest. Overal vinden aanpassingen plaats. Het is absolute onzin. Wethouder Kleijnen zegt dat zij er zelf bijgezeten heeft toen het besluit genomen is. Zij weet niet waar ze ja tegen heeft gezegd. Zij heeft ja gezegd tegen kraskaarten in sector 1, 2 en 3 en op kenteken parkeren. Bekijk het maar op pagina 5 van de parkeernota. Zij moet zelf weten of zij een spelletje wil spelen. Zij heeft ja gezegd tegen strepen in Broekhem. Hij heeft intussen een gesprek gehad met platform Broekhem en daar zijn afspraken mee gemaakt dat hij laat uitrekenen hoeveel het weghalen van die kruizen kost. Daar is wel een meningsverschil over maar er zijn recentelijk afspraken gemaakt. Mevrouw Fulmer - Bouwens is het eens met de wethouder dat er ja is gezegd tegen dit voorstel. De SP heeft toen tegengestemd en heeft toen gezegd mensen weet waar u jaar tegen zegt. Daar werd helaas niet naar geluisterd. Er is toen toegezegd dat er evaluatie zou komen. Hoe daar vorm en inhoud aangegeven moet worden is aan de gemeenteraad. De vraag is wat men te weten wil komen van een evaluatie. Men kan een extern bureau inschakelen en wat krijgt men dan te horen en is dat dan zo belangrijk dat dit 40.000,00 zou moeten kosten. Zij vindt het overigens een goed voostel om de mensen te laten weten dat men aan het evalueren is en heeft men nog reacties dan nemen wij dat ook nog mee. Dan kan er geëvalueerd worden op een manier die de mensen recht doet. De heer Katerberg zegt dat als men de inwoners van Valkenburg de gelegenheid geeft om hun mening kenbaar te maken dan zullen er heel veel reacties komen. Dat is nu al bekend. Die zullen dan allemaal verwerkt moeten worden en dat houdt dan automatisch in dat men september niet meer haalt. Hij neemt wel nog de vrijheid om op te merken dat bij de concept begroting van 2007 een bedrag was opgenomen voor het extern laten evalueren van het parkeerbeleidsplan. De raad
25
heeft toen besloten om dat bedrag niet te voteren. Wil de raad een heel uitgebreide evaluatie dan zal daar geld voor beschikbaar gesteld moeten worden. Volgens mevrouw Huijnen roept dit zoveel vragen bij de bevolking op dat zij er wel voor is om in ieder geval een fatsoenlijke evaluatie te houden. De heer Weerts kan zich vinden in het voorstel van de heer Huids om via Heuvelland Actueel de mensen op te roepen om een reactie in te dienen in het kader van een evaluatie. De heer Huids zegt dat als de evaluatie helemaal niet zou plaatsvinden dan is dat een minachting van de inwoners. Er is te kennen gegeven dat men gaat veranderen en dat men gaat evalueren. Nu gaat men niet evalueren en dat vindt hij een minachting. Wethouder Kleijnen zegt dat hij het daarmee eens is maar hij zegt wel dat de ja stemmers toen verzuimd hebben om een bedrag van 25.000,00 beschikbaar te stellen voor de evaluatie. De heer Westerhof schaart zich ook achter het voorstel van de heren Huids en Weerts. Hij wil hem wel een compliment geven over de manier waarop nu de verkeerslijnen getrokken worden. Wethouder Kleijnen zegt dat de mensen van Valkenburg Oost zeer tevreden zijn met de lijnen die daar getrokken zijn. Maar in Broekhem Zuid heeft men het te goed willen doen vanwege de klachten over het parkeren voor de inritten. Wethouder Kleijnen is best bereid om de evaluatie kenbaar te maken in Heuvelland Actueel maar hij geeft dan wel aan dat september 2007 niet haalbaar is. De heer Weerts vraagt of het dan wel kan voor de komende begrotingsbehandeling. Wethouder Kleijnen kan dit niet toezeggen. Hij weet niet of hij dat haalt. De heer Katerberg stelt voor dat de vakafdeling een voorstel aan het college zal doen hoe die oproep in Heuvelland Actueel er uit zal zien. Aan de hand van de besluitenlijst kan men dan zien wat er gaat gebeuren. Daar kan dan weer op gereageerd worden. De heer Weerts geeft aan om het zo eenvoudig mogelijk te houden en niet zoals met de Wellness boulevard is gebeurd. Dat was veel te uitgebreid. Onderzoeksrapportage bereikbaarheid (afslag A79) Tijdens de vorige vergadering van SOB is de inhoudelijke rapportage inzake het bereikbaarheidsonderzoek Beekstraat uitgedeeld. Afgesproken is dat inhoudelijke behandeling van dit stuk zou plaatsvinden in de eerst volgende bijeenkomst van deze commissie, dus vandaag, onder voorwaarde dat het standpunt van de dorpsraad Houthem ontvangen zou zijn. Naar aanleiding van de rapportage zijn er door de dorpsraad aanvullende gegevens gevraagd. Deze gegevens zijn intussen aangeleverd. Tot op heden is er echter nog geen standpunt ingenomen door de dorpsraad omdat de aanvullende gegevens nog nader worden bekeken. Het voorstel is dan ook om de inhoudelijke behandeling door te schuiven naar de volgende vergadering. Hierbij zal de dorpsraad gevraagd worden hier tijdig voor deze bijeenkomst hun standpunt kenbaar te maken.
26
De heer Kabo vraagt om de inwoners van Broekhem daar ook over te horen door bijvoorbeeld het inwonersplatform Broekhem Noord. Bij de parkeerlijnen in Broekhem is ook gepraat met het platform. Nu kan men vooraf iets bespreken en kan het in goede banen geleid worden. Wethouder Kleijnen zegt dat men erkende dorpsraden heeft en platforms die niet gekozen zijn. Als zij zich echter melden dan zal hij met ze praten. De heer Weerts vraagt of er dan in de augustus vergadering om een tipje van de sluier op te lichten hoe men aan het bedrag van 6 miljoen euro invulling aan wil geven. Wethouder Kleijnen wil het eerste praten over de afrit Beekstraat en de provincie heeft in feite al toegezegd dat zij daarvoor een fors subsidiebedrag zouden voor voteren. Hij praat dan over 9 ton en dat zou 50% zijn van de kosten van de afrit Beekstraat. Volgens de heer Weerts staat daar een co financiering van de gemeente tegenover en waar wil hij dat geld vrij maken. De heer Katerberg zegt dat er een subsidie toezegging is van de provincie voor 900.000,00. Dat is 50% van de realisatiekosten. Rijkswaterstaat heeft tijdens eens ambtelijk overleg toegezegd dat zij ook nog gaan uitzoeken in hoeverre het rijk ook kan participeren. De verwachting is dat daar binnen twee maanden een uitspraak over komt. De hoop is dat men voor de begrotingsbehandeling 2008 een definitieve uitspraak heeft. Daar schuilt bij de heer Weerts nu net het probleem. Men geeft aan dat men aan afrit A79 Beekstraat en substantieel subsidie aan wil verstrekken maar het is een ketting. Men begint bij de Beekstraat maar vervolgens moeten in Valkenburg vervolgens nog voor 3 miljoen euro voorzieningen worden getroffen. Wethouder Kleijnen zegt dat men met een stappenplan moet gaan werken. Men kan niet alles tegelijk uitvoeren want daar is geen geld voor. Inzet is in elk geval om de afrit Beekstraat te realiseren en komt men heel veel mensen tegemoet. Mevrouw Fulmer - Bouwens zegt dat men best mag weten dat men nu een geweldig nieuws hoort. Men heeft het hier over een heel groot bedrag. De complimenten aan het college. Wethouder Kleijnen kan ook nog vertellen dat de nieuwe waarnemend burgemeester de lobby heeft ingezet bij het ministerie in Den Haag. Info stand van zaken geluidsoverlast A 79. De wethouder neemt aan dat iedereen de memo heeft ontvangen van de werkgroep geluidsoverlast A79 Houthem en dat dit nu ook niet aan de orde komt en dat men er nog mee bezig is. Dan hoeft hij dat verhaal niet helemaal voor te lezen. De heer Habets zegt dat de memo helder is. Hij vraagt wel om dit punt als vast agendapunt te handhaven. De heer Weerts vraagt waar het college de kosten van het onderzoek heeft kunnen vinden.
27
Wethouder Kleijnen zegt dat daarover een discussie is geweest in het college omdat er destijds afwijzend gereageerd is op het inzetten van een externbureau. Dit voorstel komt binnenkort opnieuw in het college aan de orde. Er wordt gepraat over 10.000,00. Ontwerp begroting 2008 milieuparken Geul en Maas Opmerkingen over deze ontwerp begroting kunnen binnen een week na heden bij de griffier worden ingediend. 10.
Gewestelijke aangelegenheden.
Er zijn geen mededelingen. 11.
Rondvraag.
Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp heeft de volgende vragen: Vraag 1: handhavingsprocedure. Tijdens de raadsvergadering van 5 juli 2006 werd het raadsvoorstel mbt het verzoek BOM+ van Cerfontaine BV Rijksweg 5 te Berg en Terblijt behandeld . Om te voorkomen dat de uitbreiding geheel of deels zou zien op uitbreiding van een transportbedrijf werd, namens de SP-fractie, door mw. C. Fulmer - Bouwens een amendement ingediend In dit amendement werd overwogen dat er op de agrarische uitbreiding uitsluitend agrarische activiteiten mogen plaats vinden. Het amendement werd unaniem aangenomen. Diverse malen hebben wij geconstateerd dat er een veeltal aan vrachtwagens geparkeerd staan op deze plek. We vragen ons af of hier daadwerkelijk slechts sprake is van een gebruik dat ziet op agrarische activiteiten. Hebben er in het kader van handhaving, controlebezoeken plaatsgevonden? Zo ja, wanneer en op welk tijdstip? Zijn er tijdens deze controlebezoeken overtredingen geconstateerd? Zo ja, welke. Antwoord wethouder Kleijnen: Deze vraag zal via het verslag worden beantwoord. Antwoord: De transportactiviteiten van Cerfontaine BV bestaan al enkele jaren en zijn ondergeschikt aan de loonwerkactiviteiten en agrarische activiteiten. Daarbij komt dat niet alle transportmiddelen in gebruik zijn ten behoeve van het transportbedrijf maar gedeeltelijk gebruikt worden voor de loonwerk- en agrarische activiteiten. In de aanvraag voor een revisievergunning in het kader van de Wet milieubeheer worden deze transportactiviteiten meegenomen. Er zijn in de periode van juli 2006 tot heden geen controles uitgevoerd in verband met de lopende procedures.
28
Vraag 2: geste richting familie Tuinman. In de raadsvergadering van 23 april 2007 werd naar aanleiding van het rapport van de Ombudscommissie Zuid-Limburg besloten dat er een gesprek zou plaatsvinden met de burgemeester en de familie Tuinman . In dit gesprek zou ondermeer gesproken worden over een geste richting de familie Tuinman. Vraag: Heeft er inmiddels een gesprek plaatsgevonden met de familie Tuinman? Vraag: Kan het college uitsluitsel geven wat de inhoud is van de geste die zij de familie Tuinman aanbiedt? Antwoord wethouder Kleijnen: Deze vraag is beantwoord bij de aktielijst. Vraag 3: grondophogingen op het perceel gelegen aan de Boschweg. Begin dit jaar werd een enorme hoeveelheid grond gestort op het perceel gelegen aan de Boschweg. Dit perceel valt onder de werking van het bestemmingsplan Buitengebied 1994 . Vraag: Is voor deze grondophoging een aanlegvergunning verstrekt? Zo ja, wanneer heeft publicatie in Heuvelland Actueel plaats gevonden? Is er een schone-grond verklaring afgegeven? Antwoord wethouder Kleijnen: Deze vraag zal via het verslag worden beantwoord. Antwoord: Voor het perceel, gelegen op de hoek Hekerweg/Boschweg is op 15 november 2006 aan de heer Brouwers aanlegvergunning verleend voor het aanleggen van een graft op een deel van het perceel. Voor het aanleggen van de graft wordt de grond gebruikt, die vrijkomt uit de bouwput van de loods bij fruitteeltbedrijf Brouwers, Hekerweg 20. Ten behoeve van de bouwvergunning van de loods is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd en hieruit blijkt, dat de grond, die vrijkomt, ligt in een schoon deelgebied en duds schoon is. De aanlegvergunning is in werking getreden met ingang van 1 januari 2007. Er zijn geen bezwaren kenbaar gemaakt, dus de aanlegvergunning is onherroepelijk. Mevrouw Huijnen-Jagt heeft de volgende vragen: Vraag 1: Grachtstraat. Is het bericht/voorstel zoals in de pers genoemd inzake de Grachtstraat al besproken in het college? Wat is er in de bespreking aan de orde geweest en waar denkt de wethouder het geld vandaan te halen? Antwoord wethouder Kleijnen: Het bericht is nog niet besproken. Bij de bespreking is de hele reconstructie van de Grachtstraat. Het geld komt uit verschillende potjes en bedraagt op dit moment 82.000,00. De rest van het bedrag zal ingebracht worden bij het behandelen van de begroting 2008. Er is bij de behandeling van de jaarrekening daar ook een motie over ingediend. De heer Weerts vraagt of mevrouw Huijnen geen onderdeel meer uitmaakt van de coalitie. De heer Habets heeft namens de coalitie antwoord gegeven op die motie en daar maakte zij ook onderdeel van uit.
29
Vraag 2: erker / lichtkooi (Fransche Molen). Weer een legalisatie achteraf. Dit kan en mag volgens de fractie AB niet en wat doet het college om dit tegen te gaan? Antwoord wethouder Kleijnen: Men doet daar niks tegen. Wettelijk is het zo dat men de mensen achteraf de gelegenheid moet geven om vergunning aan te vragen. Het is overigens niet de eerste keer dat dit aan de orde wordt gesteld. De heer Westerhof zegt dat er ook mensen zijn die de uitbouw mooi vinden. Hij is er daar een van. De heer Huids brengt de inhaalslag achterstallig onderhoud naar voren. In de laatste raadsvergadering is gepleit voor een inhaalslag achterstallig onderhoud Geulstrand Valkenburg. Besloten is het rekeningoverschot 2006 hiervoor niet te bestemmen. Vraag: Wie draagt zorg voor het onderhoud van het Geulstrand en is het college alsnog bereid uit reguliere onderhoudsmiddelen of overige middelen achterstallig onderhoud rondom het beklinkerd gedeelte en de aanlegsteigers, zoals aangegeven tijdens de jaarrekening, aan te pakken? Antwoord wethouder Kleijnen: Hiervoor zijn geen reguliere middelen beschikbaar. Maar daar kan tijdens de begrotingsvergadering over gesproken worden of het wenselijk is daar ook iets aan te doen. Hij weet dat in 1995 daar drastisch is op bezuinigd. Men heeft nu al iets gedaan aan de omliggende distelvelden. Deze zien er nu heel redelijk uit. Vorig jaar is er een pier gerepareerd. Maar wil hij alles aan pakken dan heeft hij 270.000,00 nodig. De heer Weerts denkt dat het college van een dergelijk onderhoud het belang niet inziet. Anders had men zeer zeker mogelijkheden binnen de begroting gevonden. Het laten grazen van de schapen is een zeer goed initiatief geweest. Er is daarbij echter een probleem. De schapen hebben zelfs nog distels weggenomen alleen ziet men nu de afval troep in het gras doorkomen. Hij verzoekt om dat ook op te ruimen. De heer Westerhof vindt het geweldig met die schapen maar die vreten ook bomen aan. Er zijn een tiental bomen waar de schil vanaf is gevreten. Die gaan dus dood. Is daar iets tegen te doen. Wethouder Kleijnen zegt dat alle bomen die niet aangevreten mogen worden zijn afgeschermd. Het gaat om bosbegroeiing en dat moet men tegen gaan om een mooi open gebied te krijgen. Door het aanvreten sterven zij af wat ook de bedoeling is. De heer Habets heeft de volgende vraag. Bouwverkeer kasteelhoeve Genhoes Kan de wethouder de commissie een korte update geven inzake de stand van zaken bouwverkeer kasteelhoeve Genhoes. Antwoord wethouder Kleijnen: Op dit moment is men met alternatieven bezig. Aangegeven is via dat weiland. Dat is nog altijd een optie. Op dit moment loopt er een bezwaren procedure tegen de sloop vergunning. Verder wordt bekeken of men een verkeersmaatregel moet instellen bijv. inrijden vrachtwagens verboden
30
De heer Meijers heeft de volgende vragen: Vraag 1a: de 30 kilometer zone in de Plenkertstraat. De 30 kilometer zone in de Plenkertstraat is begin april zelfs met de actieve hulp van voormalig burgemeester Nuytens en wethouder Kleijnen officieel ingericht. Echter, afgezien van de 2 bordjes met 30 kilometer zone aan de ingang van de Plenkertstraat (Bij het grendelplein) en de ingang van Aan de Polfermolen (bij de Valkenier) is er in feite niets dat de automobilist er op attendeert dat hij zich in een 30 km zone bevindt. Kan deze 30 km zone, waarvan wij de totstandkoming van harte toejuichen, ook daadwerkelijk als 30 km zone ingericht worden? want: 1. De bordjes zelf hangen op een dusdanige wijze op dat ze niet opvallen 2. Er is geen herinnering op het moment dat vanuit Grendelplein op de Plenkertstraat de Emmalaan wordt gepasseerd. 3. De bloembakken bij de Plenkertschool suggereren de wens tot snelheidsbeperking, maar liggen bijzonder ver uit elkaar 4. Er is geen 30 km op het wegdek geschilderd, terwijl dat toch bijzonder opvallend zou zijn. 5. Verkeersdrempels zijn blijkbaar uit den boze, maar dat is toch het enige wat verkeer zou afremmen. Antwoord wethouder Kleijnen: Deze vraag wordt via het verslag beantwoord. Antwoorden Vraag1 + 2. De bordjes hangen aan de ingangen van de 30 km/zone, zoals gebruikelijk. Er is bewust gekozen voor deze zoneborden om geen wildgroei aan bebording te krijgen. Een zonebord hoeft alleen maar aan de grenzen van het gebied geplaatst te worden. In dit geval zijn de borden dan ook geplaatst aan de randen. Een herinnering is dan ook niet noodzakelijk, overbodige bebording willen wij zoveel mogelijk beperken. Vraag 3. De bloembakken zijn dusdanig gesitueerd dat deze geen hinder opleveren voor uitritten etc. Indien wenselijk kan met de locatie geschoven worden; Vraag 4. Bij bijna alle grenzen zijn klinkers aanwezig. Het aanbrengen van markering op deze klinkers vergt veel aan onderhoud, daarnaast is dit in het centrum niet de meest fraaie vorm. Daarnaast past het uiterlijk aanzien van de straat reeds bij een 30 km/zone. Vraag 5. Verkeersdrempels zijn niet uit den boze, in dit geval is gekozen voor wegversmallingen middels bloembakken omdat dit financieel een haalbare optie was. De politie heeft hiermee ingestemd. Er was geen geld beschikbaar voor aanvullende maatregelen. Vraag 2a. Aanvullend zou ik hierbij willen vragen: kan er vervolgens ook regelmatig handhavend opgetreden worden in deze 30 km zone? Antwoord wethouder Kleijnen: Dat zou hij ook graag willen. Alleen krijgt men steeds in de verkeerscommissie te horen dat dit geen prioriteit heeft bij de politie. Daar wordt hij moedeloos van. In de college vergadering van afgelopen dinsdag heeft hij dat punt aan de orde gesteld. Er zal binnen het college daarover worden
31
gediscussieerd en waar de politie volgens het college prioriteit moet gaan geven. Wat heeft men aan borden als er niet gecontroleerd wordt De heer Meijers weet dat er in Schimmert ook een gevaarlijke 30 km zone is. Daar wordt regelmatig handhavend opgetreden. Dat gebeurt dan niet van gemeentewege maar door politieagenten. Wethouder Kleijnen zegt dat dit het verkeershandhavingsteam van de Politie Zuid is. Vraag 2: nut van 30 kilometer zones. Onlangs was op TV Valkenburg een item te zien over het nut van 30 kilometer zones, ingeleid door wethouder Jef Kleijnen. Was dit een voorzet om de bevolking van Valkenburg het belang van 30 kilometer zones in woongebieden nogmaals duidelijk te maken en/of een opmaak voor de uitbreiding van dergelijke zones in de gemeente Valkenburg? Overigens willen wij daarbij wel vermelden dat uitbreiding van dergelijke zones de verkeersveiligheid van de zwakkere verkeersdeelnemers zeker ten goede zal komen, dus dat een dergelijk plan door ons ook van harte ondersteund zou worden. Antwoord wethouder Kleijnen: Deze vraag wordt via het verslag beantwoord.
De heer Simons heeft de volgende vragen: Vraag 1: Limburgs mooiste. Op zaterdag 2 juni bevolkten 12000 toerfietsers de Zuid Limburgse wegen. Onze gemeente vervulde daarbij als wielerstad een centrale rol. In het algemeen steunt de Gemeente Valkenburg evenementen als deze in verband met de economische aspecten hiervan. Mijn vraag is op welke wijze de Gemeente de verkeersrisico s vooraf inschat en welke voorwaarden/maatregelen getroffen worden om de veiligheid van de burgers te waarborgen. Mijn waarneming is dat grote groepen fietsers zich niet gedragen als toerfietsers, maar de openbare weg gebruiken om een snelheidswedstrijd te houden. In gevallen als bijvoorbeeld de Amstel Goldrace wordt daar op een adequate wijze op ingespeeld door uitgebreide politiebegeleiding, verkeersafzettingen en omleidingen. Bij deze zgn. toerfietsers is van dat alles geen sprake. De voornaamste maatregel is het inschakelen van verkeersregelaars. Je zou mogen verwachten dat alle verkeersdeelnemers daardoor mogen rekenen op een grote mate van veiligheid. Niets is echter minder waar. Deze verkeersregelaars hebben kennelijk de opdracht de toerfietsers zo snel mogelijk over de wegen en kruispunten te voeren. Daardoor krijgen deze toerfietsers de indruk dat het overige verkeer voor hen moet wijken. Zo zag ik een groep met hoge snelheid over zowat de volle breedte van de weg vanaf de Sibbergrubbe over de Neerhem racen. Bij de rotonde bij het Berkelplein kon een gezin met kleine kinderen zich ternauwernood in veiligheid brengen. De vraag is dan ook of de Gemeente aan een dergelijk grootschalig evenement nog moet meewerken.
32
Antwoord wethouder Kleijnen: Dit is binnen het college besproken. De klachten die aangeven worden zijn terecht. Het was een groot verschil met betrekking tot de AGR toertocht. Opdracht is gegeven om met de organisatie om tafel te gaan zitten. Zij zullen in het vervolg met betere regels moeten komen. Anders wordt het evenement ter discussie gesteld. Wat op die dag gebeurd is, is niet goed te praten. Alle regels werden aan de laars gelapt. Wat de verkeersregelaars betreft krijgen deze mensen ook vaak een grote mond en trekt men zich daar niets van aan. Vraag 2: geplaatste zuil i.v.m. meten snelheid automobilisten. In Strabeek is onlangs een zuil geplaatst die aangeeft wat de snelheid van de automobilisten is. Uitstekende maatregel om de snelheid binnen de grenzen te houden. Mijn vraag is of er op meerdere plaatsen in de gemeente een dergelijke zuil te verwachten is. Zo werd een aantal jaren op de provinciale weg in Schin op Geul een dergelijke maatregel toegezegd aan de Dorpsraad. Uitvoering bleef achterwege omdat zo n zuil elders vernield werd. Mag Schin op Geul nu wel zo n Smiley tegemoet zien? Antwoord wethouder Kleijnen: Het is de bedoeling dat dit apparaat op verschillende plaatsen te hangen. Dit apparaat registreert ook. Als hij bijvoorbeeld in een 30 km zone hangt dan kan men precies zien hoeveel automobilisten deze snelheid overschrijden. De heer Westerhof heeft de volgende vraag: Vraag aan de wethouder over de veegmachine die als geschenk van de ondernemers aangeboden word aan de gemeenschap Valkenburg. Voldoet de aangeboden veegmachine aan de eisen die de gemeente stelt bij de aanschaf van zulke apparaten? Wie is / word de eigenaar van dit apparaat? Wie doet (betaald)het onderhoud hier van? Hoeveel dagen per week is hij inzetbaar? Antwoord de heer Katerberg: Het was een uiterst professionele machine die echter ongelofelijk veel kabaal maakte. Vandaag heeft men een andere machine laten aanrukken namelijk een diesel/elektrische. De ondernemers zijn nog zoekende en kunnen dus nu geen antwoord geven of de aangeboden machine aan de eisen voldoet want men weet nog niet eens met welke machine men komt. Mevrouw Silverentand heeft de volgende vraag: Vraag 1: borden via Gullia-route. De Geul ontspringt in Lichtenbusch. Langs de Geul is de Geuldalmarathon uitgezet. Dit is een internationaal gesponsorde route. Langs deze route staan borden waarop de extra aandachtspunten staan. Dit in 3 talen. Deze borden bevinden zich in alle plaatsen waar deze route langs loopt. In Valkenburg echter (de toeristische plek bij uitstek) zijn ze vernield en verdwenen. o.a. in het Odapark en de vuursteenmijn. Namens de steunfractie van de VVD Valkenburg willen wij vragen deze borden vandalisme bestendig te herstellen. Bent u hiertoe bereid en binnen welke termijnen? Antwoord de heer Katerberg: Het is inderdaad juist dat deze borden zijn vernield. Maar is er geen geld voor nieuwe borden. Het zijn gesubsidieerde borden en de gemeente heeft ze voor niks gekregen. Het zijn overigens hele dure borden en binnen de begroting is er gewoon geen geld voor. Vandalisme bestendige borden komen neer op bijna 1.000,00 per stuk.
33
12.
Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering en dankt iedereen voor de inbreng. Commissie Stedelijke Ontwikkeling en Beheer,
J. Blom Voorzitter.
J.L. Ruijters Commissie griffier.
34
This document was created with Win2PDF available at http://www.win2pdf.com. The unregistered version of Win2PDF is for evaluation or non-commercial use only. This page will not be added after purchasing Win2PDF.