GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE ECONOMIE FINANCIEN EN TOERISME en RECREATIE Verslag van de vergadering de dato 18 mei 2015 Voorzitter van de commissie Commissiegriffier Leden N. Dauven W. Weerts
: De heer J. Blom : Dhr. A. Hoeberigs
Aanw X X
J. Mlodzick P. Zwakenberg
X X
H. Trimbos B. Eurlings
X
W. Beckers T. Rooding
X X
Leden M. Knubben G. Silverentand-Nelissen
Aanw X X
P. Wester P. van Oers
X
S. Savelsbergh-Auf den Kamp
X
J. Hendrikx J. Smeets
X X
Leden A. Hidding
Aanw
R. Wezeman E. Ruijgers
X X
Aanwezig/uitgenodigd: wethouders R. Meijers en C. Vankan. Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. 2. 3. 4.
Opening en mededelingen. Spreekrecht burgers. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. Voorstel college betreffende aanleg kunstgrasvelden en kleine aanpassingen overige sportcomplexen. 5. Sluiting.
1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Hidding, de heer Trimbos en de heer Van Oers. Mevrouw Eurlings vervangt de heer Trimbos. 2. Spreekrecht burgers. Namens VV Walram heeft de heer Pisters zich aangemeld voor het spreekrecht. De bijdrage van de heer is als bijlage bij het verslag gevoegd. De voorzitter dankt de heer voor zijn bijdrage.
1
3. Voorstel college betreffende aanleg kunstgrasvelden en kleine aanpassingen overige sportcomplexen. Eerste termijn. De heer Ruijgers zegt dat er een hardnekkig idee bestaat dat de fractie D66 tegen kunstgrasvelden is. Het tegendeel is echter waar, de fractie is voor fantastische sportaccommodaties in de gemeente Valkenburg aan de Geul en indien nodig met kunstgrasvelden. Waar de fractie tegen is, is de volgorde waarin een en ander wordt gevoerd. De fractie heeft de afgelopen jaren consequent uitgesproken om eerst een sportbeleid vast te stellen, daarna een accommodatiebeleid en uiteindelijk investeren in de benodigde sportvoorzieningen. Deze logische aanpak is door het college niet overgenomen en men houdt vast aan een omgekeerde aanpak van zaken. De clubs hebben wensen en kijken uitsluitend en terecht naar de belangen van hun eigen vereniging en hun leden. Van het college mag men echter een visie verwachten waarin een toekomstig bestendig sportbeleid voor de hele gemeente en alle inwoners is vastgelegd en dat het college ook de moed heeft om dit beleid te verdedigen. De fractie heeft het college eerder verweten - door de keuze van de locaties van de kunstgrasvelden - eigenlijk voor een sterfhuisconstructie te kiezen. Een eerlijke discussie hierover is voor een aantal clubs dan ook uitgesloten. Dit wordt nogmaals duidelijk voor Vilt en Houthem. De raadsnota die nu voorligt, lijkt op paniekvoetbal en verdient een rode kaart. Wat krijgt men: 1. iets wat niemand echt wil; 2. minimale varianten; 3. afschrijven van clubs; 4. grondspeculatie; 5. langjarige meerkosten; 6. weggooien van mogelijke besparingen; 7. en niet toekomstig bestendig. Het standpunt van de fractie D66 tot nu toe is: stel eerst het sportbeleid vast, inventariseer de consequenties en geef pas in 2016 opdracht voor de kunstgrasvelden. Wat levert het financieel op de investering een jaar uit te stellen? De gevolgen voor de clubs als deze raadsnota wordt uitgevoerd zijn enorm. Een huurverhoging voor Berg en Walram met 40% en 10 jaar een financieringsverplichting van € 3.000,00 per jaar, samen een stijging van 260% ten opzichte van de huidige kosten. Dit komt voor de fractie niet als een verrassing want men had deze verhoging al voorspeld in eerdere besprekingen. Als rekening wordt gehouden met de afgesproken 10% bezuiniging op de subsidies en de mogelijke extra bezuiniging in het kader van de zelfredzaamheid is de “lage contributie verhoging“ een te mooie voorstelling van zaken. Wat is de rekenrente die is gehanteerd? Geldt deze ook voor de gemeente en betekent dit dan dat de komende 10 jaar ook € 6.000,00 door de gemeente wordt opgebracht of moet deze aan de bezuinigingen worden toegevoegd? De € 1.000,00 huurverhoging is gesubsidieerd. De gemeente neemt € 13.000,00 per jaar voor haar rekening voor beide clubs. Hoe wordt dit gefinancierd? Er wordt gesuggereerd dat dit de kosten zijn om het onderhoud te dekken. Echter, dit bedrag dient op de lange termijn nog gevonden te worden. Hoe bestaat het dat men een investering doet in kunstgrasvelden en zegt dat het daarbij horende onderhoud nog gevonden moet worden? Die 2 zaken horen immers bij elkaar. Waar komt dit geld vandaan? De clubs Walram en Berg betalen de komende 10 jaar € 60.000,00 en leggen dit schriftelijk vast. Wat als de verenigingen ophouden te bestaan of deze verplichting niet meer kunnen opbrengen?
2
Er zijn duidelijke wensen bij de clubs. Er is een bepaalde visie over welke kwaliteit het moet hebben. Als men het stuk bekijkt dan kunnen deze wensen mogelijkerwijs, in de toekomst, als de omstandigheden en de financiële situatie het toelaat, toch nog worden ingevuld. Is dit een harde toezegging of een doekje voor het bloeden? In het nu voorliggende stuk stond voor de fractie een grote verrassing namelijk de overdracht van het tenniscomplex in Berg om niet aan de gemeente. De fractie gaat er vanuit dat dit ook schriftelijk moet worden vastgelegd alvorens de investering in de All Weather banen plaatsvindt. Waarom deze actie? wat gaat de gemeente met deze grond doen? Wat zijn de kosten voor de ontmanteling en eventuele sanering van dit complex? Wie gaat dit betalen? Tot zover 1e termijn. Ten aanzien van de nu voorliggende stukken heeft de heer Weerts een constatering en een vraag. De voorliggende stukken – inclusief het rapport KYBYS – waren zorgvuldig onderbouwd. Een en ander was vrij duidelijk. Op pagina 7 van 13 gaat het in de laatste alinea over een doorberekening van de lasten richting een contributieverhoging van de verenigingen Berg en Walram. Men spreekt daarbij over 342 en 407 leden. Betreft het hier spelende leden of alle leden van deze verenigingen, inclusief ereleden? Mocht dit zo zijn dan heeft het college in de onderbouwing voor de bespeelbaarheid en de onderbouwing van de extra kunstgrasvelden verkeerde aannames gedaan. De voorzitter van Walram heeft vanavond ingesproken. Zijn ingebrachte kritiek tegenover het nu voorliggende voorstel is begrijpelijk. Hetgeen voor de fractie AB niet verandert is dat de raad hier een taakstelling voor heeft vastgesteld. De fractie houdt vast aan eerder gemaakte taakstellingen en afspraken binnen deze raad en zal hierbinnen ook handelen. Tot zover in eerste termijn. De heer Knubben zegt dat in de raad in de raadsvergadering van 30 juni 2014 de kaders voor het accommodatiebeleid ten aanzien van gemeenschapshuizen en buitensportcomplexen heeft vastgesteld. Verder werd besloten bij de complexen Berg ’28 en Walram elk een kunstgrasveld te realiseren, uitvoering te geven aan de herinrichting van Sportpark Oost, een investeringsbijdrage van € 95.000,00 te leveren voor de realisering van 2 All Weather banen voor Tennisclub Geuldal en het eventuele restantbudget van het totale beschikbare krediet van € 1 miljoen in te zetten voor kleine aanpassingen aan de overige buitensportcomplexen. Dit was het uitgangspunt. Naast een tussenbesluit in de raad van 30 maart 2015 hebben al diverse voorstellen voorgelegen voor de uitvoering van voornoemde gestelde kaders. Het voorstel dat de fractie woensdag jl. bereikte houdt een verdeling van het bedrag van € 1 miljoen in over alle onderdelen van genoemde kaders, met uitzondering van de herinrichting van Sportpark Oost. Uit het voorstel blijkt dat er ook al zonder dat onderdeel sprake is van een tekort van bijna € 100.000,00 te dekken uit de Algemene Dekkingsreserve en voor de helft weer terug te halen bij de verenigingen die kunstgras krijgen. Althans, dit stelt het college zo voor. De fractie CDA is verheugd dat men eindelijk in de richting lijkt te gaan van invulling van een aantal accommodatiewensen. Bijzonder ongelukkig is de fractie met onderdelen van de voorgestelde oplossingen en dan met name de inhoud en de kwaliteit van het bestek zoals het door KYBYS aan de raad is voorgelegd en de te hoge financiële consequenties voor de 2 verenigingen waarvoor een kunstgrasveld wordt gepland. De fractie had veel liever gezien dat er een allesomvattend accommodatievoorstel had gelegen - inclusief de herinrichting van Sportpark Oost - waardoor men eenmalig de discussie had kunnen voeren over het totaal benodigde budget en de dekking daarvan. Ook al wordt daar in de nota melding van gemaakt had in de besluitparagraaf het ontbrekende onderdeel alsnog opgenomen moeten worden, met een tijdsbepaling van wanneer dit alsnog aan de orde komt. Nu blijft dit verder ongewis. Ten aanzien van het collegevoorstel van woensdag jl. heeft de verantwoordelijke wethouder geprobeerd om de fractievoorzitters afgelopen donderdag – Hemelvaartsdag – rond de tafel te krijgen om achter gesloten deuren nog te proberen het voorstel verder uit de doeken te doen en
3
daar eventueel draagvlak voor te vinden. De fractie CDA vindt dat dit in de openbaarheid dient te gebeuren en niet achter gesloten deuren. Het nu voorliggende voorstel roept – ondanks de reeds nodige gevoerde discussies – nog een aantal onbeantwoorde vragen op. Die vragen zal hij nu aan het college en de wethouder voorleggen. De politieke afweging wil de fractie straks graag in de raadsvergadering maken. Immers, zo hoort dit. 1. Wat was de daadwerkelijke opdracht aan KYBYS met betrekking tot het opstellen van het bestek voor de aanbesteding? 2. Wat waren de totale kosten van de laatste 3 rapporten van KYBYS? 3. Waarom is uitsluitend gekeken naar de minimale eisen van de sportbonden - op onderdelen zelfs nog onder het minimum – en worden ingebrachte zienswijzen van verenigingen zonder meer van tafel geveegd zonder goed overleg met die indieners? 4. Waarom gaat men een verlichting neerzetten bij een nieuw kunstgrasveld waarvan de verlichting dan al achterhaalt en ouderwets is? 5. Waarom gaat men uit van een minimale veldafmeting terwijl het huidige veld in Sportpark Oost de maximale afmeting heeft en de KNVB voor het hoofdveld van amateurclubs nadrukkelijk de maximale afmeting aanbeveelt? 6. Waarom is gekozen voor een dug-out van 3 meter die in de praktijk op een hoofdveld onbruikbaar is en de KNVB adviseert om dug-outs te plaatsen van 6 tot 8 meter? 7. Waarom bouwt men niet – zoals op de meeste kunstgrasvelden – jeugddoelen in die bij een vereniging met veel pupillen en 35 - 45-plussers onontbeerlijk zijn? 8. Kan de fractie worden uitgelegd hoe in dit collegevoorstel gekomen wordt tot de berekening van een bedrag van € 23.000,00 voor extra werkzaamheden als er gekozen wordt voor een actieve exploitatie en de daaraan verbonden BTW (de zogenaamde ggts-constructie)? 9. Waarom is er geen overleg gepleegd met de betrokken verenigingen om tot een beheersvorm te komen als die van de hockeyclub met het daaraan verbonden BTW voordeel? 10. Wat is het standpunt van LTC Munster dan wel TC Geuldal met betrekking tot de in het voorstel aan de kredietverstrekking verbonden voorwaarde? Dit heeft de fractie niet kunnen lezen in de stukken. De fractie wil graag een antwoord op al deze vragen om bij de besluitvorming in de raad tot een goede afweging te kunnen komen. De fractie D66 sprak zojuist over de volgorde: eerst een goed sportbeleid vanuit een gedragen visie, vervolgens een accommodatiebeleid en dan komen met concrete maatregelen. Hij is het helemaal eens met de heer Ruijgers dat dit de goede volgorde zou zijn geweest. De fractie CDA heeft hier de afgelopen jaren al herhaaldelijk gepleit voor een sportbeleid en nu ligt er dan eindelijk een conceptvoorstel voor. De volgorde had wat dit betreft in het afgelopen jaar natuurlijk al lang op die manier genomen kunnen worden. Echter, men kan het de verenigingen niet aandoen om nu nog eens een keer lange discussies te voeren over een sportbeleid terwijl de nood verschrikkelijk hoog is en er in de accommodatiesfeer voorzieningen getroffen moeten worden. Tot zover in eerste termijn. De heer Hendrikx zegt dat de fractie PGP niet akkoord gaat met het nu voorliggende raadsvoorstel omdat dit leidt tot een budgetoverschrijding. De fractie wil vasthouden aan het door de raad op 30 maart 2015 vastgestelde budget. Verder sluit de fractie zich aan bij hetgeen de heer Weerts zojuist heeft gezegd. Tot zover in eerste termijn. De heer Knubben vraagt of de fractie PGP een alternatief voorstel heeft. Dit ontkent de heer Hendrikx. De fractie gaat op dit moment niet akkoord met het voorliggende voorstel en men wacht af waar het college zo meteen mee komt tijdens de raadsvergadering. Volgens de heer Knubben is de fractie PGP benieuwd naar hetgeen het college zo meteen tijdens de raadsvergadering aan de raad zal voorleggen, terwijl er een raadsvoorstel voorligt. Dus zo benieuwd hoeft de fractie PGP niet meer te zijn. De heer Hendrikx wijst op de inbreng van de inspreker van vanavond en de inbreng van de vorige sprekers. De fractie wacht de antwoorden van het college af. Aan de hand daarvan zal de fractie
4
hier in tweede termijn op terugkomen. In verband met het overschrijden van het budget vindt de fractie het nu voorliggende voorstel niet acceptabel. De heer Knubben vraagt wat de fractie PGP zegt als er van de kant van het college geen wijzigingen komen. De heer Hendrikx zegt dat de fractie PGP in dat geval niet akkoord gaat met het voorstel. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kampt vult aan dat de fractie PGP tijdens de raadsvergadering met een alternatief voorstel zal komen. Omdat dit een politiek debat is vindt men het niet geschikt om dit tijdens de commissievergadering te doen. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Meijers voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Wethouder Meijers zal proberen de vragen ten aanzien van de nu voorliggende nota zo goed als mogelijk te beantwoorden en hoopt dat men tijdens de raadsvergadering tot een besluit kan komen. De heer Ruijgers vroeg welk voordeel het oplevert als men de implementatie c.q. het aanleggen van de sportvelden een jaar zou uitstellen. Uitgaande van het totale budget van € 1 miljoen zou dit ongeveer een voordeel van € 50.000,00 opleveren. De heer Weerts begrijpt dat het bedrag van € 50.000,00 is gebaseerd op het totale budget van € 1 miljoen. Echter, het budget van € 1 miljoen is opgedeeld in 3 onderdelen. Stel de raad gaat akkoord met 2 onderdelen en 1 onderdeel blijft onaangeroerd, dan is er geen sprake van € 50.000,00. Wethouder Meijers beaamt dat dit dan naar verhouding zal zijn. De heer Weerts kan zich niet voorstellen dat men de tennisclubs laat wachten op het feit of er over de voetbalclubs een besluit gevallen is. Dat beaamt wethouder Meijers en dan is het voordeel iets minder. De heer Weerts vraagt hoe het in het kader van de bezuinigingen zit met de extra verhoging van de kapitaallasten. Dit zijn immers rente-inkomsten van vertraagde investeringen die nodig zijn om de begroting dekkend te krijgen. Wethouder Meijers vraagt of de heer Weerts zijn vraag kan toelichten. De heer Weerts wijst op het fijt dat er een bezuinigingstaakstelling ligt. In die sfeer wordt een bedrag in de kapitaallastensfeer opgeplust. Het bedrag in de kapitaallastensfeer ontstaat feitelijk door niet gedane uitgaven in een bepaalt jaar. Als de wethouder aangeeft dat dit € 50.000,00 oplevert dan betekent dit dat wordt toegezegd die middelen te reserveren voor het project. Wethouder Meijers geeft alleen aan wat de mogelijke besparing zou zijn. Als er al sprake is van een mogelijke besparing vindt de heer Weerts dat die besparing terug moet gaan naar de Algemene Middelen. Wethouder Meijers hervat zijn beantwoording. De heer Ruijgers vroeg of dit bedrag ook voor de gemeente geldt. Inderdaad, de gehanteerde rente is 5½ %. Verder sprak de heer Ruijgers over een gesubsidieerde huurverhoging, waarbij hij aangaf dat het onderhoud zal toenemen. Hij vraagt de heer Ruijgers zijn vraag nader toe te lichten. De heer Ruijgers zegt dat als men kijkt naar de werkelijk noodzakelijke huurverhoging dan was die € 22.000,00. Dat was teveel en er is aangegeven dit bedrag te beperken tot € 1.000,00. Hierdoor
5
blijft er een gat over. In het stuk staat heel duidelijk dat dit geld eigenlijk voor het onderhoud is bedoeld. Wethouder Meijers antwoordt dat als men in een bedrijf zou zitten, men dit geld eigenlijk zou moeten reserveren om over 10 of 15 jaar de toplaag te vervangen. Binnen deze gemeente wordt echter het beleid gehanteerd om dit soort dingen niet te doen, juist omdat men niet weet hoe de situatie dan is. Hierdoor wordt dood geld gecreëerd. Welk jaar wordt geld in een pot gestopt dat dan misschien wordt gebruikt. Dus dit geld wordt niet gereserveerd. Volgens de heer Ruijgers is het dode geld dé oplossing voor alle problemen in de gemeente Valkenburg aan de Geul. € 50.000,00 gaat naar de Algemene Middelen, hij had gehoopt dat het € 100.000,00 zou zijn want dan was het probleem het volgende jaar meteen opgelost. Wethouder Meijers antwoordt dat de rente helaas nog niet zo hoog is. Dit brengt hem op de vraag wat er gebeurt als straks een van de clubs niet meer aan de verplichtingen kan voldoen. Dit is hetzelfde als bij andere debiteuren. Waar komt dan de rekening te liggen? Grote kans dat er dan toch naar de gemeente wordt gekeken. Dit is volgens de heer Ruijgers een nogal omslachtige omschrijving van de eventuele wensen. De vraag was of dit een harde toezegging is of niet. Volgens wethouder Meijers hangt dit af van het feit of hier in de toekomst budget voor gereserveerd kan worden. Op dit moment c.q. op korte termijn ziet hij hier geen mogelijkheden toe. Hij kent immers ook het staatje van wat het college her en der nog aan bezuinigingsvoorstellen moet doen. Het is de uitdrukkelijke wens van het college dat juist hier wel aandacht aan wordt besteed. Verder werd aangegeven dat de om niet bevestiging schriftelijk gegeven moet worden. Een en ander wordt schriftelijk vastgelegd, maar hierover zal nog in gesprek getreden moeten worden met de desbetreffende verenigingen. Ten aanzien van de saneringskosten zegt hij dat hier met een natte vinger naar gekeken is. Hij kan hier op dit moment helaas geen exacte cijfers over geven. Er zou best asbest in de grond kunnen zitten waardoor dit extra kosten met zich meebrengt. In diverse andere gevallen was daar vaak een raadsvoorstel voor nodig om dat voor elkaar te krijgen. De heer Ruijgers had ook gevraagd waarom de gemeente dat complex in eigendom wil hebben. Wethouder Meijers antwoordt dat dit voor de gemeente eventueel nog iets kan opleveren. Zoals het er nu uitziet zou het anders eventueel ter onderhandeling van de desbetreffende vereniging gebruikt kunnen worden. Deze gift wil het college hebben. De heer Ruijgers begrijpt dat het eventueel iets kan opleveren, maar men weet nog niet wat het kost. Dit klinkt niet heel erg sterk. Wethouder Meijers hervat zijn beantwoording. De fractie AB vroeg naar het aantal leden. De aantallen komen uit de opgave bij de subsidieaanvraag. Het zal dus alle leden betreffen en niet alleen de spelende leden. Dit heeft eventueel consequenties voor het KYBYS rapport, maar dat is altijd een om en nabij. De fractie CDA heeft diverse vragen gesteld. Hij was sympathiek geweest als de fractie deze vragen van tevoren had ingediend zodat het college ze van een antwoord had kunnen voorzien. De heer Knubben vindt deze opmerking van de wethouder nogal ongepaste, zeker als men ziet op welke manier er in de voorbereiding van dit raadsvoorstel met de fracties is omgesprongen. Wethouder Meijers neemt dit ter kennisgeving aan.
6
De fractie CDA vroeg wat de daadwerkelijke opdracht aan KYBYS was met betrekking tot het opstellen van het bestek voor de aanbesteding. De opdracht aan KYBYS was in fase 1 en 2 een inventarisatie van de eisen te doen en in fase 2 een bestek en kostenraming op te stellen. De totale kosten daarvoor waren € 15.450,00. Verder vroeg de fractie wat de totale kosten waren van de laatste 3 rapporten van KYBYS. Dit moet hij even nakijken want hij weet niet hoeveel het 3e rapport heeft gekost. Voorts werd gevraagd waarom uitsluitend gekeken is naar de minimale eisen van de sportbonden op onderdelen zelfs nog onder het minimum – en worden ingebrachte zienswijzen van verenigingen zonder meer van tafel geveegd zonder goed overleg met die indieners. Er is wel degelijk gekeken naar de uitgebreidere eisen. Zoals aangegeven bleef het college gebonden aan een bepaald budget, voor de 2 sportcomplexen waarvoor een kunstgrasveld beoogd was is dit € 805.000,00. Dan de vraag waarom men een verlichting gaat neerzetten bij een nieuw kunstgrasveld waarvan de verlichting dan al achterhaalt en ouderwets is. Led verlichting is inderdaad mooier dan de conventionele verlichting, veel duurzamer en ook milieuvriendelijk. Echter, led verlichting zou binnen het bestek € 55.000,00 kosten en de conventionele verlichting kost € 20.000,00. Daarbij is men er vanuit gegaan dat deze verlichting is bedoeld voor training en officieel incidentele wedstrijden en niet dat er dagdagelijks wedstrijden gespeeld worden. De heer Knubben vraagt of hij uit het antwoord van de wethouder moet opmaken dat er alleen naar de financiën is gekeken en in het geheel niet naar de kwaliteit. Wethouder Meijers antwoordt dat er zeker ook naar de extra wensen gekeken is, maar daarmee gaat men over het budget heen. Het college heeft duidelijk aangegeven hoeveel men daarmee over het budget gaat. De heer Knubben neemt aan dat men als college ook kijkt naar de kwaliteit van zaken die men gaat meefinancieren – of misschien zelfs helemaal gaat financieren – en zich afvraagt of het wel een verantwoorde keuze is. Wethouder Meijers antwoordt dat het college deze keuze in ieder geval verantwoordt vindt binnen de gegeven kaders. De heer Knubben vraagt of dit de mening van het college is. Dat beaamt wethouder Meijers. In feite geldt dit antwoord ook voor de vragen 5, 6 en 7, te weten waarom men uitgaat van de minimale veldafmeting terwijl het eigenlijk iets groter zou moeten zijn, waarom een dug-out van 3 meter en waarom er geen jeugddoelen worden gebouwd. Er is naar gekeken, het college kent het kostenplaatje en constateert dat men daarmee niet binnen het gestelde budget blijft. Verder wil de fractie uitleg krijgen hoe in dit collegevoorstel gekomen wordt tot de berekening van een bedrag van € 23.000,00 voor extra werkzaamheden als er gekozen wordt voor een actieve exploitatie en de daaraan verbonden BTW (de zogenaamde ggts-constructie). Hier is een berekening van gemaakt. Dan moet men er vanuit gaan dat de gemeente attributen beschikbaar moet stellen – zaken die de club voorheen leverde zoals doelen, netten, ballenvangers, etc. – daarvoor is begroot dat dit jaarlijks ongeveer € 4.000,00 kost. Verder zou de gemeente bij onderhoud het beregenen voor haar rekening moeten nemen. Binnen zo’n BTW belaste constructie zou de gemeente als gebruik gever wekelijks onderhoud aan doelen, netten, ballenvangers, etc. voor haar rekening moeten nemen. Evenals het snoeien en dunnen van beplanting etc. Hier zijn allemaal kosten aan verbonden. Dan nog het verrichten van noodzakelijke vervangingen en het schoonmaken van diverse zaken. Dit soort taken worden tot dusver door de club uitgevoerd. Nu zegt men natuurlijk dat de gemeente de club dit moet laten doen. Maar het is helaas een voorwaarde die de Belastingdienst hieraan stelt. Sommige gemeenten hebben wel voor de BTW belaste constructie gekozen, maar die hebben dus ook expliciet meer-posten opgenomen voor dit soort werkzaamheden. Daarnaast blijkt duidelijk dat de Belastingdienst in deze er verscherpt op gaat toezien c.q. verscherpte voorwaarden gaat stellen. De voorwaarden golden tot september 2014 als een stuk lichter dan ze nu zijn. Zeer
7
waarschijnlijk hebben diverse gemeenten er voor die datum nog van kunnen profiteren. Als men al deze zaken bij elkaar optelt en daar een vrij logische prijs aan hangt komt men ongeveer op € 23.000,00 uit. Ten aanzien van de BTW constructie wijst de heer Knubben naar hetgeen er bij de diverse verenigingen gebeurt. De voorzitter van Walram gaf tijdens zijn inbreng al aan dat men terug kan gaan naar 2011 voor wat betreft de regelingen zoals die op dit moment nog steeds gelden. Flink wat verenigingen maken daar gewoon gebruik van en doen voor een gedeelte ook nog zelf aan onderhoud. Die voorwaarden zijn niet zo sterk dat men die opdeling niet zou kunnen maken. De wethouder stelt de zaken erg zwart-wit voor en het is jammer dat het college niet in overweging heeft genomen om het voordeel van de BTW constructie goed uit te werken. De fractie CDA heeft daar verleden jaar al om gevraagd. In de laatste weken voordat het voorstel aan de raad werd voorgelegd is er nog met de Belastingdienst overleg, maar dit had natuurlijk ook veel eerder kunnen gebeuren. Dan had men in deze commissie een discussie kunnen voeren over de manier waarop dit zou kunnen worden geregeld. De hockeyclub in het Valkenburgse heeft hier een hele goede regeling voor. Diezelfde regeling zou voor de verenigingen die kunstgras krijgen ook kunnen gelden en samen met Stichting Kunstgras Valkenburg zou men daar hele goede afspraken over kunnen maken en het voordeel van de BTW kunnen meenemen. Dit heeft volgens wethouder Meijers betrekking op vraag 9. Daar is de heer Knubben het niet mee eens. De wethouder gaf zojuist zo’n scherpe omschrijving met betrekking tot wat clubs nog kunnen doen in de BTW constructie zoals deze geldt voor de hockeyclub en wat niet meer kan, maar men kan alles zo zwart-wit tekenen dat men niets meer overhoud. Dit is echt niet zoals het in de regio gebeurt. Wethouder Meijers beaamt dat de hockeyclub nog onder een heel licht regiem valt. Het college heeft ook overleg gevoerd met Stichting Kunstgras Valkenburg en de stichting is er zeker toe bereid om dit nader te onderzoeken. Echter, in de sessies die het college de afgelopen jaren over dit onderwerp heeft gehad is het duidelijke standpunt bepaald dat men dit bij de gemeente laat liggen en dat dit niet wordt uitbesteed via een stichting. Vandaar dat het college dit niet meer heeft opgepakt. Volgens de heer Knubben komt er nu een heel ander verhaal op tafel. In het voorstel leest hij niet dat het een bewuste keuze van het college is om dit aan de gemeente te houden. Nu hoort hij de wethouder zeggen dat het college er bewust voor gekozen heeft om dit bij de gemeente te laten. Hij vraagt de wethouder de argumenten neer te leggen waarom men dit per se bij de gemeente moet laten, zeker als hoedanigheid als wethouder Burgerparticipatie en Zelfsturing. Wethouder Meijers antwoordt dat hiervoor gekozen is omdat de gemeente de aanleg en het onderhoud ervan in eigen hand wil houden. De heer Knubben vraagt wat het voordeel daarvan is. Wethouder Meijers antwoordt dat het voordeel de zekerheid is. De heer Knubben zegt dat men in het verleden situaties heeft gekend waarin datzelfde idee door de toenmalige colleges werd gehanteerd. Wat was het gevolg daarvan? Er vond geen onderhoud meer plaats met als gevolgenorm achterstallig onderhoud en daar heeft men nu mee te maken. Kijk maar eens naar de rioleringen, de paden, etc. Wethouder Meijers begrijpt de argumentatie van de heer Knubben. Tot slot vroeg de fractie CDA naar het standpunt van LTC Munster en TC Geuldal met betrekking tot de in het voorstel aan de kredietverstrekking verbonden voorwaarde. Dit standpunt is er nog niet omdat met hen nog geen overleg heeft plaatsgevonden. Het is nu als voorwaarde gesteld alvorens men hieraan begint.
8
Tweede termijn. Volgens de heer Dauven wordt het budget niet alleen overschreden maar houdt de gemeente ook geld over. Immers, er is € 100.000,00 gereserveerd voor verbeteringen bij de overige clubs en het college geeft in het stuk aan dat daar € 81.070,00 van wordt ingezet waardoor € 18.930,00 over blijft. Wat gaat met dit geld gebeuren? Kan dit ten laste komen van de iets zwaarder getroffen clubs Vilt en Iason? Tot zover in tweede termijn. De heer Knubben heeft bij interruptie al heel wat aanvullende vragen gesteld maar hij is niet erg tevreden over de beantwoording daarvan. Echte duidelijkheid wordt niet gegeven. Met name het punt aangaande het niet kiezen voor de BTW constructie is voor hem nog steeds een raadsel. Want het voordelen dat dit met zich kan meebrengen is dat men een oplossing vindt voor de varianten waar het raadsvoorstel sprake van is, die worden op deze manier niet benut en dat is erg jammer. Het nog niet overleggen met LTC Munster is werkelijk ongelooflijk, zeker omdat het college al maanden bezig is met het opstellen van een voorstel. Nu blijkt dat men nog niet gesproken heeft over de voorwaarden die verbonden zijn aan het aanleggen van 2 All Waether banen. Ditzelfde geldt overigens ook voor de overige verenigingen waar naar aanleiding van opmerkingen en inbreng ook geen overleg mee heeft plaatsgevonden. Dit is een teken aan de wand. De fractie komt hier tijdens de raadsvergadering nog uitvoerig op terug. Kortom, de beantwoording van de vragen is teleurstellend. Hij komt hier tijdens de raadsvergadering zeker nog op terug. Tot zover. De heer Ruijgers zegt dat de fractie D66 straks tijdens de raadsvergadering helaas niet vertegenwoordigd is. Alles wat de fractie wil zeggen moet hij derhalve nu doen. Hij vraagt wat de meerkosten zijn als de gemeente € 200.000,00 extra financiert. Zoals het er nu voorligt – met onzekerheden, rare constructies, verborgen kosten, etc. – is het absoluut onverstandig om een en ander nu in te voeren. Hij begrijpt alle genoemde argumenten, het achterstallig onderhoud, etc. en dat de gemeente dit jaar kost wat kost de kunstgrasvelden wil aanleggen. Maar als hij kijkt naar de onzekerheden, het niet krijgen wat men nodig heeft, het kunnen verdienen van € 50.000,00 door het uit te stellen en het bedrag terug te stoppen in het project en een aantal andere zaken die beter bekeken moeten worden, dan kan de fractie D66 niet anders dan concluderen: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zorg er alstublieft voor dat men het volgende jaar de gewenste terreinen krijgt, met de juiste financiering. Voor de fractie mag er best extra geld bij als er een verantwoorde sportaccommodatie wordt gecreëerd. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Meijers voor zijn reactie op de inbreng in tweede termijn. Richting de heer Dauven antwoordt wethouder Meijers dat dit bedrag reeds in de aanbesteding voor de kunstgrasvelden is verwerkt. Het totale budget is daarvoor nodig. De heer Ruijgers vroeg naar de meerkosten. Stel dat de gemeente € 200.000,00 extra investeert dan moet men denken aan een extra kostenpost over een periode van 15 jaar– inclusief afschrijving, etc. – van € 30.000,00 15 jaar lang. De heer Ruijgers herhaalt dat de fractie D66 zo meteen niet vertegenwoordigd is tijdens de raadsvergadering. Het antwoord van de wethouder horende vraagt hij zich af waarom men dit niet doet. Waarom is dit niet een van de varianten? Vanwege de verkeerde volgorde, vanwege de onzekerheden, vanwege de enorme lasten die bij de clubs komen te liggen, wegens oneerlijke discussies, clubs worden al afgeschreven zegt de fractie ‘nee’ tegen het nu voorliggende voorstel. Leg de zaken aan zoals men ze wil hebben, investeer in duurzaamheid en toekomstbestendigheid. Als dat € 30.000,00 op jaarbasis kost voor de komende 15 jaar dan valt dit in het niet bij hetgeen de gemeente besteedt aan de Polfermolen en andere zaken waar geld aan wordt besteed. Hij vraagt de fracties de straks tijdens de raadsvergadering wel vertegenwoordigd zijn deze variant in overweging te nemen.
9
De commissie verwijst het voorstel door naar de raad (geen hamerstuk). 4. Sluiting. Rond 19:35 uur sluit de voorzitter de vergadering. Hij dankt iedereen voor zijn/haar inbreng.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie EFTR de dato 10 juni 2015.
J. Blom, voorzitter
A. Hoeberigs, commissiegriffier
10