36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
Opdrachtgever Naam Contactpersoon Adres PC + plaats Tel. Mail
: : : : : :
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL W. Felder Postbus 998 6300 AZ Valkenburg aan de Geul 14043
[email protected]
: : : : : :
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL W. Hendriks, R. Brouns Postbus 998 6300 AZ Valkenburg aan de Geul 14043
[email protected];
[email protected]
Bevoegd gezag Naam Contactpersoon Adres PC + plaats Tel. Mail
Uitvoerend bureau Naam Auteur Adres PC + plaats Tel. Mail Website Projectnummer
: : : : : : : :
Cuijpers Advies/ Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling b.v. ir. J.J. Cuijpers Gouverneur Hultmanstraat 2 5224 CJ ’s-Hertogenbosch 06 – 5146 1115
[email protected] www.posd.eu 36011
Samenvatting Doel van deze ruimtelijke onderbouwing is het bieden van een juridisch kader voor de restauratie van de Grendelpoort in het middeleeuws centrum van Valkenburg. De restauratieplannen wijken op een aantal punten af van het vigerende bestemmingsplan Centrum Valkenburg. Een en andere zal middels de omgevingsvergunningen-procedure worden gerealiseerd. Uit de navolgende ruimtelijke onderbouwing blijkt dat de voorziene afwijkingen passen binnen het vigerende ruimtelijk beleid van de gemeente en andere overheden en dat er geen overwegende ruimtelijke, milieukundige, planologische of stedenbouwkundige bezwaren tegen zijn. Versietabel versie
datum
Inhoud
status
validatie
1-1
11 03 2013
Conceptrapport
concept
JC
2-1
03 04 2013
Opmerkingen gemeente 19 03 '13 verwerkt en aanvulling concept
concept
JC
2-2
08 04 2013
Enkele aanvullingen, advies RCE toegevoegd
concept
JC
3-1
11 06 2013
Enkele aanpassingen
concept
JC
3-2
10 09 2013
Enkele aanpassingen
concept
JC
3-3
16 09 2013
Enkele aanpassingen
concept
JC
Enkele aanpassingen
Ruimtelijke onderbouwing
JC
3-4
16 09 2013
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
1
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
Inhoud 1.
INLEIDING
4
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding Doel Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer
4 5 5 7
2.
BELEIDSKADER
8
2.1 2.2 2.3
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
8 9 11
3 BESCHRIJVING PLANGEBIED
14
3.1 3.2 3.3 3.4
Huidige situatie De geschiedenis van de locatie Archeologisch onderzoek Bouwhistorisch onderzoek
14 15 16 17
4.
VOORGENOMEN ONTWIKKELING
20
4.1 4.2 4.3
Vesting Valkenburg Grendelpoort Procedurele aspecten
20 20 21
5.
ZONERING, MILIEU EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN
23
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14
Water Milieueffectrapportage Geluid Milieuzonering Bodem Flora en Fauna Externe veiligheid Luchtkwaliteit Archeologie Cultuurhistorie Technische aspecten Schaduwwerking Visuele aspecten en privacy stedenbouwkundig beeld en ruimtelijke kwaliteit
23 23 24 24 25 25 26 27 28 28 29 29 30 30
6.
FINANCIËLE UITVOERBAARHEID
31
6.1 6.2
Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie
31 31
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
2
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
7.
MAATSCHAPPELIJKE HAALBAARHEID
32
7.1 7.2
Overleg Inspraak
32 32
Bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Geraadpleegde bronnen Schaduwdiagrammen Rapportage Quickscan flora en fauna Advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Advies Archeoloog drs. A.M.I. van Waveren
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
3
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
1.
INLEIDING
1.1 Aanleiding De gemeente Valkenburg aan de Geul is bezig met de uitvoering van het centrumplan, dat moet leiden tot een toeristische en maatschappelijke upgrading van het historische centrum van Valkenburg. Een van de speerpunten in het geheel is, naast de herinrichting van de openbare ruimte, het weer zichtbaar maken van de middeleeuwse vestingstructuur van Valkenburg. Er zijn nog diverse belangrijke onderdelen van de middeleeuwse vesting overgebleven; andere onderdelen zijn in de loop der eeuwen verdwenen. Vanuit toeristisch en stedenbouwkundig oogpunt acht het gemeentebestuur het gewenst om de Grendelpoort weer zijn plaats in het stadsbeeld weer te laten innemen. In het geldende bestemmingsplan (zie 1.3) is de huidige situatie positief bestemd. De gewenste torenopbouwen en de poortkamer, die thans historisch en ruimtelijk gewenst worden geacht, zijn niet in het bestemmingsplan voorzien. Vandaar de navolgende ruimtelijke onderbouwing, waarin de consequenties van deze ruimere bouwmogelijkheden zijn beoordeeld en de noodzaak onderbouwd.
Afbeelding 1 – situering plangebied (binnen de donkerblauwe cirkel, ondergrond: Topografische Dienst, 2013) – de locatie ligt aan de doorgaande weg, aan de voet van de Cauberg en van de kasteelheuvel, aan de rand van het middeleeuws centrum van Valkenburg.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
4
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Afbeelding 2 – ligging van het plangebied – de begrenzing (rode lijn) omvat het gebied waarin de Grendelpoort staat; de strook ten zuiden daarvan omvat de bestaande restanten van de stadsmuur.
Het plangebied van de voorliggende ruimtelijke onderbouwing is gelegen in de kern Valkenburg en wordt begrensd door een lijn die op afbeelding 2 is aangegeven. 1.2
Doel
Doel van deze ruimtelijke onderbouwing is het bieden van een juridisch kader voor het restaureren van de Grendelpoort en wel zodanig dat de poort de gewenste maatvoering en het gewenste gebruik kan krijgen die op enkele punten afwijken van het huidige bestemmingsplan (zie 1.3). Een en andere zal middels de omgevingsvergunningprocedure worden gerealiseerd.
1.3
Vigerend bestemmingsplan
Ter plaatse van de Grendelpoort geldt het bestemmingsplan Centrum Valkenburg, vastgesteld 25 10 2010, NL.IMRO.0994.2010BP001-VA01. De aanvraag is op grond van artikel 2.12 Wabo getoetst aan het bestemmingsplan ‘Centrum Valkenburg’. Het straatgedeelte heeft de enkelbestemming ‘verkeer’ en de dubbelbestemmingen ‘waarde - beschermd stadsgezicht’ en ‘waarde – archeologie 2’. De rest van het bouwwerk aan weerszijden van de eigenlijke poort heeft de enkelbestemming ‘centrum’ de dubbelbestemmingen ‘waarde - beschermd stadsgezicht’ en ‘waarde – archeologie 2’ en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van centrum - horeca – concentratiegebied'. Gebleken is dat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Het middendeel van het poortgebouw zal bestaan uit een overbouwing van de straat welke toegankelijk is voor mensen en dus als een ‘gebouw’ zal moeten worden aangemerkt. Artikel 16.2.1 a van de planregels bepaalt dat op gronden met de bestemming ‘verkeer’ geen gebouwen opgericht mogen worden, met uitzondering van:
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
5
36-012-ro-v3-4
1. 2.
16 september 2013
de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘centrum’ alwaar de ontsluiting van de parkeergarage mag worden overkapt; de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – stadspoort’ alwaar een poortgebouw mag worden gebouwd met een hoogte van maximaal 15 meter.
Deze twee uitzonderingen op het verbod om gebouwen op te richten op gronden met de bestemming ‘verkeer’ zijn in onderhavig geval niet van toepassing zodat het algemene bouwverbod in stand blijft. De overbouwing zal bovendien een maatschappelijke, een horeca- detailhandel- of een andere bedrijfsmatige functie krijgen. De toekomstige functie is niet in overeenstemming met artikel 16.1 van de planregels, omdat de voor ‘verkeer’ bestemde gronden niet gebruikt mogen worden voor de uitoefening van een maatschappelijke, een horeca- , een detailhandel - of een andere bedrijfsmatige functie. De beide zijkanten (torens) zullen worden verhoogd tot 19,5 meter. De functie van deze torens zal overeenkomen met die van het middendeel en voldoet (indien de toekomstige functie een detailhandelsfunctie wordt) niet aan artikel 4.1 c van het bestemmingsplan, omdat de bestemming ‘centrum’ detailhandel op gronden met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van centrum - horeca - concentratiegebied’ slechts toelaat als het om (ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan) bestaande detailhandelsvestigingen gaat. De overige voorziene functies zijn wel toegestaan volgens het bestemmingsplan. Tot slot zal het bebouwingspercentage 100% bedragen, terwijl het bestemmingsplan een bebouwingspercentage van maximaal 85% toelaat (opgemerkt moet worden dat het huidige bebouwingspercentage reeds 100% bedraagt).
Afbeelding 3 - vigerend bestemmingsplan
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
6
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 van deze ruimtelijke onderbouwing wordt het planologisch beleidskader voor het voornemen, met name het provinciaal en het gemeentelijk beleid, nader beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de bestaande situatie in het plangebied met nadruk op de historische situatie. In hoofdstuk 4 worden planvoornemens beschreven. In hoofdstuk 5 worden de ruimtelijke en milieukundige aspecten nader beschreven. In hoofdstuk 6 wordt de economische uitvoerbaarheid nader onderbouwd. In hoofdstuk 7 wordt de maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
7
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
2. BELEIDSKADER 2.1
Rijksbeleid
Nota Ruimte: Ruimte voor ontwikkeling In de Nota Ruimte is de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland opgenomen en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen en het nationaal ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2030. De beleidsvoornemens worden in hoofdlijnen aangegeven. Een belangrijke rol is weggelegd voor de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (rhs). De nota heeft vier algemene doelen: - Versterken van de economie - Bevordering van de leefbaarheid en economische vitaliteit in stad en land - Waarborging van waardevolle groengebieden (behouden en versterken van natuurlijke, landschappelijke en culturele waarden) - Veiligheid (voorkoming van rampen). Ruimte voor ontwikkeling is niet alleen de titel van de nota, maar is ook het uitgangspunt van het ruimtelijk beleid: het Rijk geeft meer ruimte aan medeoverheden, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en burgers. Decentraal wat kan, centraal wat moet is het motto van het kabinet. Het Rijk daarentegen focust zich meer dan voorheen op gebieden en netwerken die van nationaal belang zijn. Uitgangspunt van beleid is het zoveel mogelijk accommoderen van ruimtebehoefte en het zoeken naar mogelijkheden om daarbij ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. De belangrijkste instrumenten die daarbij ingezet worden zijn contouren, landschappen, stedelijke netwerken en water. Het beleid is verder gericht op bundeling van de verstedelijking in stedelijke netwerken. Zuid-Limburg (met een internationale afstemming op Aken, Luik, Genk en Hasselt) is aangewezen als één van de zes nationale stedelijke netwerken en is een aantrekkelijke regio om te wonen en te leven. Dit goede leefklimaat oefent ook aantrekkingskracht uit op toeristen. Binnen deze toeristische aantrekkingskracht spelen Maastricht, Vaals en Valkenburg aan de Geul een prominente rol. Deze gemeenten vervullen ook een belangrijke rol bij de instandhouding en de vernieuwing van de aantrekkelijkheid van de regio. De te restaureren Grendelpoort ligt binnen dit netwerk en vervult een belangrijke rol in het streven naar vernieuwing en verbetering van de ruimtelijke en toeristische structuur en de aantrekkelijkheid van de regio. Daarnaast vindt de bouw geheel binnen de bestaande stedelijke structuur plaats, waardoor het omringende landschap niet aangetast wordt. De ontwikkeling past dan ook binnen de uitgangspunten van de Nota Ruimte. MoMo Sinds enige jaren is de regering bezig met de modernisering van de monumentenzorg (MoMo). Daarbij benadrukt het Rijk dat de cultuurhistorische waarde in een vroeg stadium van de planvorming meegenomen moet worden. Daarnaast moeten de burgers actief betrokken worden bij het bewaren en ontwikkelen van ons erfgoed. Mensen ontlenen een gevoel van identiteit aan ons erfgoed, wat zich uit in trots, die mensen in de gelegenheid stelt zichzelf te plaatsen in een continuïteit van generaties. Men verwacht dat in de nabije toekomst de burger meer gaat bepalen welke projecten ondersteund moeten worden, en dat dit niet langer het exclusieve terrein van de professionele subsidieverlener zal blijven. In lijn hiermee wil de minister het monumentenstelsel nog verder decentraliseren door de aanwijzings-mogelijkheden van het rijk te beperken en naar de gemeentes toe te schuiven. De opgave voor
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
8
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
gemeenten wordt de leegstand van grote gebouwen waarbij vragen als hergebruik, duurzaamheid, ruimtelijke ordeningsbeleid en cultuurhistorie aan de orde komen. In de wet is de mogelijkheid opgenomen voor gemeenten om leegstaande gebouwen te beschermen zodat die kunnen overleven tijdens de planvorming. Tenslotte wordt in de introductie van de cultuurhistorische inventarisatie een goede mogelijkheid gezien om dit nationale belang op gemeentelijk niveau te houden. Verder is in het Besluit ruimtelijke ordening geregeld dat bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan aandacht wordt besteed aan de cultuurhistorische waarden en wordt aangegeven hoe daarmee om wordt gegaan in de planvorming. In de voorliggende ruimtelijke onderbouwing wordt ingegaan op de aanwezige cultuurhistorische waarden (zie paragraaf 3.2 t/m 3.4 en 5.10) en op de wijze waarop middels dit plan de cultuurhistorische waarden in het centrum van Valkenburg aan de Geul versterkt worden. Beschermd Stadsgezicht Het plangebied maakt deel uit van het beschermd stadsgezicht Valkenburg, dat is aangewezen in 1970.
Afbeelding 4 - begrenzing beschermd stadsgezicht Valkenburg - de begrenzing is met een rode lijn aangegeven; de locatie is door middel van een blauw rondje aangegeven (bron: Google earth en Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed).
2.2
Provinciaal beleid
Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), actualisatie 2010 In september 2006 is het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) vastgesteld. Het is een integraal plan dat bestaande, verschillende plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en beschrijft voor onderwerpen waar de provincie een rol in heeft de ambities, de context en de hoofdlijnen van de aanpak. Het is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio, die zich bewust is van de unieke
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
9
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling, die tegemoet komt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Sinds 2006 zijn diverse malen beperkte delen van het POL aangevuld op basis van gewijzigde beleidsstukken, waaronder POL-aanvullingen.
Afbeelding 5 - Kaart 1 - Perspectieven van het POL; het plangebied is aangeduid als "Plattelandskern Zuid-Limburg en valt daarmee onder het perspectief P6b.
De plattelandskernen Zuid-Limburg, waar Valkenburg toe behoort, zijn volgens het perspectief P6b overwegend kleinschalig van karakter. Een aantal grotere kernen, waaronder Valkenburg, vervult op terreinen als onderwijs, bedrijvigheid, zorg en/of cultuur, een verzorgende functie voor een bredere plattelandsregio.
Afbeelding 6 - Kaart Toerisme en Recreatie van het POL; de kern Valkenburg is aangewezen als speerpunt toerisme en recreatie (geel sterretje).
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
10
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
In het POL 2006 is Valkenburg aangewezen als toeristisch speerpunt. Het voorliggende plan voorziet in de restauratie van een oorspronkelijk middeleeuwse stadspoort. Deze stadspoort zal zelf een toeristische trekpleister worden en ook een icoonfunctie gaan vertegenwoordigen voor toeristen en voor de eigen bewoners. Het bouwplan behelst een versterking van het locale toeristische product en past dan ook binnen de uitgangspunten van het POL.
2.3
Gemeentelijk beleid
Toekomstvisie 2030 Valkenburg aan de Geul De toekomstvisie 2030 van Valkenburg aan de Geul is in 2006 vastgesteld. De ondertitel van het plan luidt: "Middeleeuws stadje en authentieke dorpen in het cultuurhistorisch Heuvelland". In de toekomstvisie wordt geconcludeerd dat Valkenburg zich heeft ontwikkeld als gastvrije toeristenstad. Was Valkenburg oorspronkelijk een rustoord voor de gegoede burgerij, later ontstond het massatoerisme. Thematisch toerisme en attracties zijn populair en geven Valkenburg een nieuwe impuls. Onderzoeken op het gebied van toerisme tonen aan dat iedere toeristenbestemming een maal in de 10 tot 15 jaar een nieuwe thematische impuls nodig heeft om in de markt te blijven. In de visie wordt geconstateerd dat het 'product' Valkenburg op onderdelen verouderd en aan vernieuwing toe is. Het inzetten op erfgoedtoerisme door het weer zichtbaar en beleefbaar maken van Valkenburg als vestingstad, past binnen dit streven. De restauratie van de Grendelpoort is een onderdeel van dit streven en past dus eveneens binnen de toekomstvisie 2030. Toeristische visie 'Valkenburg leeft' De toeristische visie "Valkenburg leeft" dateert van 2001. Daarin wordt geconstateerd dat het toeristisch product Valkenburg verouderd is en aan vernieuwing toe. Dit is noodzakelijk om een achteruitgang in bezoekersaantallen te voorkomen en om weer ruimte te maken voor het toevoegen van kwaliteit. Deze ruimte voor kwaliteit is zo goed als niet meer aanwezig omdat de omzet van de toeristische ondernemers steeds verder onder druk is komen te staan met als gevolg het uitblijven van noodzakelijke kwaliteitsverhogende investeringen. Ten aanzien van de sterkten en zwakten van Valkenburg werden onder meer de volgende conclusies getrokken: a b c d e f g
Valkenburg heeft een hoge naamsbekendheid en voor elk wat wils de gemeente heeft een bijzonder groot marktbereik Valkenburg is een stukje buitenland in Nederland de relatie tussen de historische stad en landschap is een 'unique selling point' de historische en landschappelijke kwaliteiten zijn aangetast, onzichtbaar en staan onder druk; de bereikbaarheid van toeristische bezienswaardigheden in en buiten de kern is matig Valkenburg heeft een diffuus en negatief imago.
Naar aanleiding van deze doorlichting heeft Valkenburg zich het volgende ten doel gesteld: 'Het herstellen van de identiteit van Valkenburg aan de Geul, waardoor de gemeente in 2015 weer een aantrekkelijke toeristische bestemming is, wat moet resulteren in een hoger rendement in de toeristische recreatieve sector.' Een van de speerpunten die geformuleerd zijn, betreft het creëren van een helder en onderscheidend imago door een sterke positionering van de culturele en historische identiteit van Valkenburg aan de Geul. Binnen dit speerpunt wordt geconcludeerd dat
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
11
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Valkenburg met betrekking tot cultuur en historie in stad en landschap een aantal sterke, unieke en duurzame troeven in handen heeft, waaronder de hoogteburcht. De rest van de vesting is minder herkenbaar. Het restaureren van de Grendelpoort past volledig binnen het in deze beleidsnota opgenomen streven. Centrumplan Valkenburg Het Centrumplan Valkenburg is op 30 juni 2009 vastgesteld. Het programma van het Centrumplan is erop gericht een hoogwaardig gebied te creëren voor werken, wonen en winkelen. In het centrum zijn drie gebieden te onderscheiden, met elk zijn eigen functie en karakter: het historisch centrum, het winkelcentrum en het Geuleiland. Het centrumplan voorziet in de opwaardering van elk van deze drie gebieden en het repareren van de ruimtelijke structuur. Valkenburg wil zich ontwikkelen op het gebied van wellness, semi-zakelijk toerisme en leisure, complementair aan Maastricht. Een hoogwaardig centrum is een absolute vereiste voor het behalen van de gestelde doelen. Het programma voorziet in: -
-
Het verfraaien van het historische centrum Het accentueren van historisch erfgoed De herontwikkeling van het winkelgebied en het Geuleiland Het toevoegen van wonen binnen het centrum De herinrichting van de openbare ruimte - Een ondergrondse parkeergarage van 250 openbare plaatsen Het realiseren van een plein, dat als scharnier gaat functioneren tussen bezoekers voor horeca in het cultuurhistorisch centrum en bezoekers voor de winkels Op het plein vinden regelmatig kleinschalige evenementen plaats, die extra publiek genereren Het accentueren van de driehoek van het cultuurhistorisch centrum door onder andere drie poorten te creëren c.q. te restaureren te weten de Geulpoort, de Grendelpoort en de Berkelpoort.
Het onderhavige plan voorziet in de restauratie van de Grendelpoort, hetgeen in het laatste punt van het programma wordt gesteld. Het plan is dan ook een uitvloeisel van het centrumplan. Retailstructuurvisie In 2005 is een retailstructuurvisie opgesteld voor Valkenburg. Doel van deze visie is de toeristische visie "Valkenburg leeft" te begeleiden door aanbevelingen te doen over de structuur van het aanbod en de verbetering van de synergie tussen horeca en recreatief winkelen. Het winkeloppervlak in de kern Valkenburg is groter dan gemiddeld in plaatsen met een vergelijkbaar inwonertal. Dit kan mede verklaard worden vanuit de toeristische functie van Valkenburg. Ook het horeca-aanbod is erg groot. Er zijn ongeveer 223 horecabedrijven, veelal gelegen in het centrumdeel ten zuiden van de Geul. Voor de ontwikkelingsrichting van de retailstructuur is de volgende doelstelling geformuleerd: "het bieden van een in kwalitatief en kwantitatief opzicht zo compleet mogelijk pakket van winkels en aanverwante publieksgerichte voorzieningen passend bij de omvang van Valkenburg, de regiofunctie en de toeristische aantrekkingskracht". Het onderhavige plan voorziet in de restauratie van de Grendelpoort. Binnen de poort ontstaat enige ruimte die mogelijk in exploitatie komt van een nabij gevestigde horecaondernemer. De geringe oppervlakte van deze voorziening en het feit dat deze enkel een uitbreiding van een bestaande horecavestiging betreft, maken dat het onderhavige plan geen invloed heeft op de verzorgingsstructuur van Valkenburg en past binnen de doelstelling van de retailstructuurvisie.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
12
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Archeologische beleidskaart De gemeente Valkenburg heeft voor het gemeentelijk grondgebied een archeologische beleidskaart laten opstellen1. Daarbij is de gemeente opgedeeld in 7 verschillende “categorieën” waaraan een bepaalde archeologische waarde is toegekend en daaraan zijn vrijstellingsgrenzen gekoppeld. Wanneer ruimtelijke ontwikkelingen onder deze grenzen blijven, zijn zij vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Voor categorie 1 geldt de hoogste archeologische waarde met de strengste onderzoeksverplichting, terwijl voor categorie 7 de laagste waarde en meeste vrijstelling geldt. Uit de archeologische beleidskaart blijkt, dat het plangebied is gelegen binnen het beschermd stadsgezicht en is aangeduid als Categorie 1: terreinen van zeer hoge waarde, wettelijk beschermd. Dit betekent dat als de bodem geroerd wordt, er een nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het plan omvat echter geen graafwerkzaamheden. Wel is in de voorbereiding van het plan de conditie van de fundamenten van de stadspoort onderzocht. Dit proces is archeologisch begeleid (zie paragraaf 3.3).
1
Gemeente Valkenburg/Archol (I.M. van Wijk & J. Orbons): Verleden met toekomst Archeologische beleidskaart en groevenbeleidskaart voor Valkenburg aan de Geul, 2009 (Archolrapport 121).
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
13
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
3 BESCHRIJVING PLANGEBIED 3.1
Huidige situatie
Het plangebied is gelegen in de kern Valkenburg. De locatie ligt ingeklemd tussen de centrumbebouwing. De Grendelpoort bestaat uit twee torenlichamen aan weerszijden en een poort (overbouwing) daartussen, waaronder de Muntstraat voert.
Afbeelding 7 - bestaande situatie Grendelpoort veldzijde. Het poortgebouw bestaat uit twee halfronde toren met daartussen een muur met poort. De restanten van de middeleeuwse stadspoort zijn ingebouwd geraakt in het stedelijk weefsel.
Grendelpoort
Middeleeuwse stadsmuur
Afbeelding 8 - de Grendelpoort zoals zichtbaar vanaf de Haselderhof, de voorhof van de kasteelruïne; de beide halfronde torens en de tussenmuur zijn aan de bovenzijde strak afgewerkt; op de voorgrond zijn restanten van de middeleeuwse stadsmuur herkenbaar tussen de beide naastgelegen panden in.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
14
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Afbeelding 9 - bestaande situatie - de Grendelpoort aan de stadzijde; aan deze kant is het ruïneuze karakter van de poort nog goed herkenbaar. Aan beide zijden zijn de belendende panden strak tegen de restanten aan gebouwd.
3.2
De geschiedenis van de locatie
In de tweede helft van de 15de eeuw werd de basis gelegd van de huidige ruimtelijke structuur van Valkenburg. Een dreigende aanval van de Luikenaren deed drossaard Dirck van Pallandt besluiten de stad te versterken. In deze tijd zou een begin gemaakt zijn met een grachtensysteem aan de oost- en westzijde van de stad. Deze natte grachten werden gevoed vanuit de Geul. De muur van de vesting werd opgetrokken in mergelsteen en voorzien van muurtorens. Deze laatste waren gedeeltelijk halfrond en gedeeltelijk rechthoekig uitgebouwd. De noordwestelijke en noordoostelijke hoek van de vesting waren versterkt met grote hoektorens. De stad kende in deze tijd drie poorten, waarvan de Grendelpoort er één was.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
15
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Afbeelding 10 - Stadsplattegrond door Van Deventer (omstreeks 1560) - de middeleeuwse stad kende een wapenschildvormige plattegrond met in de zuidelijke punt de hoogteburcht; aan de noordkant vormde de Geul de stadsgracht. De enige brug over de Geul werd gedekt door de Geulpoort (rode cirkel); de beide andere stadspoorten waren de Grendelpoort (blauwe cirkel) en de Berkelpoort (gele cirkel).
Op 26 mei 1672, het rampjaar voor de Republiek der Verenigde Nederlanden, werd het kasteel van Valkenburg ingenomen door Franse troepen met als doel Maastricht te veroveren. Toen Staatse troepen op 6 december erin slaagden om Valkenburg te heroveren werd besloten om het kasteel en de stadswallen zodanig te verwoesten dat de vestingstad nooit meer een bedreiging kon vormen voor voornoemde stad. De hoogteburcht werd opgeblazen en de vesting ontmanteld. De ontmanteling behelsde niet een totale afbraak, maar het verwijderen van de bovenste delen van de vestingmuren en torens, zodat deze niet langer verdedigbaar waren. In de loop van de achttiende eeuw werden de restanten van de Grendelpoort steeds verder afgebroken (waarschijnlijk werden de vestingwerken als steengroeve gebruikt). Aan het begin van de negentiende eeuw bij de eerste kadastrale inmeting van omstreeks 1830, waren de laatste bovengrondse resten verdwenen.
3.3
Archeologisch onderzoek
Om tot een verantwoord reconstructieplan van de Grendelpoort te kunnen komen, was het noodzakelijk om kennis te hebben van de funderingstoestand van de aanwezige restanten. Om deze toestand te kunnen onderzoeken is graafwerk vereist. Graafwerk in en om een dergelijk monument dient echter archeologisch begeleid te
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
16
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
worden, omdat anders mogelijk archeologische sporen verloren gaan. Daarom is in samenspraak met de regioarcheoloog H. Stoepker door BAAC een programma van eisen opgesteld2. In 2012 vonden er in het historisch centrum werkzaamheden plaats in verband met de vervanging van de riolering. Deze werkzaamheden werden archeologisch begeleid. Het archeologisch onderzoek aan de Grendelpoort is afgestemd met de archeologische begeleiding van de vervanging van de riolering. Van 6 tot en met 27 juni 2012 heeft ADC ArcheoProjecten de funderingen van de Grendelpoort onderzocht3. Het ging om een aantal zeer kleine sleuven. Uit het onderzoek is onder meer gebleken dat de fundering van de poort relatief ondiep bleek te zijn. Het muurwerk steunt op de natuurlijke mergelrots. Alleen bij de noordelijke torenuitbouw zat er nog een dunne leemlaag tussen de rots en de onderzijde van het muurwerk. Afbeelding 11 - een sleuf tijdens het archeologisch onderzoek; de ondiepe fundering is zichtbaar aan de achterkant; het onderzoekswerk werd bemoeilijkt door de veelheid aan kabels en leidingen.
3.4
Bouwhistorisch onderzoek
De bouwhistorische opname is door Buro4 in opdracht van ADC ArcheoProjecten tegelijkertijd met het archeologisch onderzoek uitgevoerd4. In de rapportage worden de volgende voorlopige conclusies getrokken: "Uit het funderingsonderzoek bleek dat de poort grotendeels direct op de natuurlijke mergelrots is gebouwd. Alleen aan de noordwestzijde was er sprake van een ondiepe leemlaag tussen de mergelrots en de muur. De funderingen vormen een eenheid met het opgaande muurwerk, al is er boven het maaiveld veel oorspronkelijk muurwerk 2
BAAC B.V.: Programma van Eisen Locatie Valkenburg, Grendelpoort, Projectnaam A-12.0018, Status Definitief 16 april 2012, 's-Hertogenbosch, 2012. 3 ADC Archeoprojecten, J. Claeys en A. Viersen: De Grendelpoort boven- en ondergronds onderzocht; Een archeologisch onderzoek naar een middeleeuwse stadspoort in de gemeente Valkenburg aan de Geul; Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven, Amersfoort, 2012. 4 Buro4/Birgit Dukers: Bouwhistorische opname Grendelpoort Valkenburg - eerste concept, 2012.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
17
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
vervangen bij de restauratie van 1929. Er zijn ondergronds geen sporen van een oudere bouwfase aangetroffen, het moet dus gaan om de eerste bouwfase van de poort, meest waarschijnlijk die van de herbouw van de vestingwerken en de burcht uit 1335. Het middeleeuwse loopniveau ligt 0,35 m onder het huidige maaiveld, gezien de keienbestrating die is aangetroffen en het niveau van de onderste hameisleufsteen. De bouwvorm die voor de poort gekozen is, is die van een rechthoekig poortvolume met twee halfronde torenuitbouwen. Op de begane grond is in het midden de poortdoorgang, ooit overspannen met een tongewelf. Links en rechts daarvan waren massieve zijtorens. Vermoedelijk hadden deze ook een stabiliteitsfunctie, het gebouw kon immers niet diep gefundeerd worden. Het stond stevig op de natuurlijke ondergrond, maar had weinig tegendruk van grondlagen eromheen. In de noordelijke toren was een schacht voor een waterput, in het zuidelijke poortvolume was een ronde traptoren ingebouwd, die naar de poortkamer op de verdieping leidde. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor een doorgang naar de trap van uit de poortdoorgang. Vanaf 1464 was aan die zijde een poortwachtershuis, van waaruit een doorgang moet zijn geweest naar de wenteltrap. Ondanks de ingrijpende restauratie in 1929 bestaat een groot deel van de huidige stadspoort, met name op de eerste verdieping, nog uit oorspronkelijke bouwmassa. Boven de onderdoorgang was ooit een poortkamer, met in de westgevel twee werpgaten richting de veldzijde van de poort. In beide torenuitbouwen waren wachtkamers, met schietsleuven richting het westen en werpgaten richting de poort en stadsmuur (noordzijde). Aan de zuidzijde was een opgang naar de stadsmuur. Het is niet helemaal zeker of deze oorspronkelijk is, of dat er al in de middeleeuwen een werpopening aangepast is tot deuropening. De sporen van de traptreden in de overgebleven muur van de trapkoker duiden op de aanwezigheid van een tweede verdieping. Indien er slechts een zolder boven de eerste verdieping was geweest, zou er meer waarschijnlijk sprake zijn van een houten steektrap. De poort moet hebben afgestoken tegen de oplopende berg aan de zuidzijde ervan. Het vloerniveau van de tweede verdieping zat hoger dan vier steenlagen boven de werpopeningen in de frontmuur; op oude foto’s met het oorspronkelijke muurwerk op die plek zijn er nog geen balkgaten te herkennen. Over de vorm en opbouw van de oorspronkelijke dakconstructie zijn geen aanwijzingen aangetroffen. Verder typologisch onderzoek zal hiervoor een hypothese kunnen opleveren. De kapconstructies van de meeste stadspoorten zijn echter vernieuwd in de loop der tijd, zodat men kritisch naar het bronnenmateriaal zal moeten kijken."
Afbeelding 12 - de Grendelpoort omstreeks 1920.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
18
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
In de definitieve versie van het rapport5 (november 2012) wordt nog aangevuld dat het feit dat de Grendelpoort een andere typologie heeft, afwijkend van die van de beide andere stadspoorten, niet ongewoon is. In het aangrenzende Rijnland komt dit, zelfs binnen eenzelfde bouwfase, ook voor. Verder wordt nog een opmerking gemaakt over het kwetsbare middeleeuwse metselwerk. De onderzoekster geeft aan dat het opbouwen van extra muurwerk en dakconstructies nadelig kan zijn voor de kwetsbare mergelsteen.
5
ADC Archeoprojecten/Hazen&Duker, 2012
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
19
36-012-ro-v3-4
4.
VOORGENOMEN ONTWIKKELING
4.1
Vesting Valkenburg
16 september 2013
De gemeente wil de oude luister van de vesting Valkenburg in ere herstellen. Momenteel zijn de restanten van de vesting slechts mondjesmaat herkenbaar in de stad en is de herkenbaarheid van de vesting erg laag. In het raadsvoorstel van 30 juni 2009 werd ten aanzien van het Centrumplan de ambitie geformuleerd: één groene, weldadige stad; Maastricht-Valkenburg als kloppend hart van de regio; o.m. door het verfraaien van het historisch centrum en het accentueren van het historisch erfgoed en door het accentueren van de driehoek van het cultuurhistorisch centrum door onder andere drie poorten te creëren c.q. te restaureren: 1. Restauratie van de Berkelpoort – deze poort is enkele jaren geleden gerestaureerd en voorzien van een piramidedak. 2. Restauratie van de Grendelpoort – van deze poort zijn overblijfselen bewaard; het is de bedoeling deze poort te restaureren tot de omvang die vóór de verwoesting in 1672 aanwezig was, waarbij de beide poorttorens in mergel worden opgebouwd en voorzien van dakspitsen. Aan de achterzijde wordt een poortkamer van hout aangebracht. 3. Reconstructie van de Geulpoort; van deze poort zijn alleen ondergrondse overblijfselen over. Er zijn daarnaast veel gegevens bekend uit archivalia, waardoor een verantwoorde reconstructie mogelijk is.
4.2
Grendelpoort
Door de gemeente Valkenburg aan de Geul is op 14 februari 2011 een wetenschappelijke commissie ingesteld om de reconstructie van de Geulpoort en later ook de restauratie van de Grendelpoort te begeleiden.
Afbeelding 13 Bestaande situatie (links) en ontwerp Grendelpoort van de veldzijde (vanaf richting Grendelplein).
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
20
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Afbeelding 14 Ontwerp Grendelpoort van de stadzijde. De houten poortkamer aan deze zijde is goed zichtbaar. Ook goed zichtbaar is de aansluiting van de weermuur naar de Haselderhof links.
In deze Poortcommissie hebben de heren C. Oostwegel, H. Kwakkernaat, T. Bauer, F. Asselbergs, W. Felder, B. van Eijsden en J. Cuijpers zitting. Op basis van de randvoorwaarden van de Poortcommissie het architectenbureau Van Hoogevest Architecten een ontwerp voor de restauratie van de Grendelpoort vervaardigd. De commissie heeft stadspoorten uit de aangrenzende gebieden, die in de middeleeuwen in cultureel en politiek opzicht nauw met Valkenburg verbonden waren, vergeleken met de historische gegevens die over de Grendelpoort bekend waren. Daarbij is geconcludeerd dat het gebouw in ieder geval hoger is geweest dan de in het bestemmingsplan vastgelegde maten.
4.3
Procedurele aspecten
De aanvraag is op grond van artikel 2.12 Wabo getoetst aan het bestemmingsplan ‘Centrum Valkenburg’. Het straatgedeelte heeft de enkelbestemming ‘verkeer’ en de dubbelbestemmingen ‘waarde - beschermd stadsgezicht’ en ‘waarde – archeologie 2’. De rest van het bouwwerk aan weerszijden van de eigenlijke poort heeft de enkelbestemming ‘centrum’ de dubbelbestemmingen ‘waarde - beschermd stadsgezicht’ en ‘waarde – archeologie 2’ en de functieaanduiding ‘specifieke vorm van centrum - horeca – concentratiegebied'. Gebleken is dat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Het middendeel van het poortgebouw zal bestaan uit een overbouwing van de straat welke toegankelijk is voor mensen en dus als een ‘gebouw’ zal moeten worden aangemerkt. Artikel 16.2.1 a van de planregels bepaalt dat op gronden met de bestemming ‘verkeer’ geen gebouwen opgericht mogen worden, met uitzondering van: 1. 2.
de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘centrum’ alwaar de ontsluiting van de parkeergarage mag worden overkapt; de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – stadspoort’ alwaar een poortgebouw mag worden gebouwd met een hoogte van maximaal 15 meter.
Deze twee uitzonderingen op het verbod om gebouwen op te richten op gronden met de bestemming ‘verkeer’ zijn in onderhavig geval niet van toepassing zodat het algemene bouwverbod in stand blijft.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
21
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
De overbouwing zal bovendien een maatschappelijke, een horeca- detailhandel- of een andere bedrijfsmatige functie krijgen. De toekomstige functie is niet in overeenstemming met artikel 16.1 van de planregels, omdat de voor ‘verkeer’ bestemde gronden niet gebruikt mogen worden voor de uitoefening van een maatschappelijke, een horeca- , een detailhandel - of een andere bedrijfsmatige functie. De beide zijkanten (torens) zullen worden verhoogd tot 19,5 meter. De functie van deze torens zal overeenkomen met die van het middendeel en voldoet (indien de toekomstige functie een detailhandelsfunctie wordt) niet aan artikel 4.1 c van het bestemmingsplan, omdat de bestemming ‘centrum’ detailhandel op gronden met de functieaanduiding ‘specifieke vorm van centrum - horeca - concentratiegebied’ slechts toelaat als het om (ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan) bestaande detailhandelsvestigingen gaat. De overige voorziene functies zijn wel toegestaan volgens het bestemmingsplan. Tot slot zal het bebouwingspercentage 100% bedragen, terwijl het bestemmingsplan een bebouwingspercentage van maximaal 85% toelaat (opgemerkt moet worden dat het huidige bebouwingspercentage reeds 100% bedraagt). De Grendelpoort is een rijksmonument. Daarom is advies ingewonnen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze dienst heeft positief gereageerd. Het advies is als bijlage 4 bij deze onderbouwing gevoegd.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
22
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
5.
ZONERING, MILIEU EN PLANOLOGISCHE ASPECTEN
5.1
Water
De locatie van de Grendelpoort is gelegen in het centrum van Valkenburg. De ondergrond is geheel bebouwd of verhard. Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op de restauratie van de stadspoort, waarbij de torens verhoogd worden en een poortkamer zal worden opgericht. Deze maatregelen hebben geen invloed op het watersysteem.
5.2
Milieueffectrapportage
De regelgeving ten aanzien van de milieu effect rapportage (m.e.r.) is erop gericht het milieu een volwaardige plaats in besluitvormingsprocessen te geven. Besluitvorming over ruimtelijke plannen vraagt altijd om een integrale afweging. In bepaalde gevallen is echter de verplichting opgelegd om de milieugevolgen van een voorgenomen activiteit alsmede alternatieven hiervoor en mogelijke maatregelen, te beschrijven. In deze paragraaf is getoetst of sprake is van een m.e.r.(beoordelings)plicht. Mer-toetsing Een m.e.r.-toetsing op basis van de beschikbare gegevens levert het volgende resultaat op: 1 In de directe nabijheid van het plangebied is geen Natura-2000 gebied gelegen. Het dichtstbijzijnde Natura-2000 gebied is het Geuldalgebied (zie paragraaf 5.6). Het plangebied Grendelpoort ligt op een afstand van ruim 200 m van het Natura 2000-gebied Geuldal. Er kan redelijkerwijs vanuit worden gegaan dat de restauratie van de stadspoort geen wezenlijke effecten op de natuur in dat gebied zal hebben. Deze conclusie wordt in paragraaf 5.6 ondersteund. Een passende beoordeling op basis van artikel 19f van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de realisering van het project is dan ook niet nodig. Er bestaat geen m.e.r.-plicht op basis van artikel 7.2a van de Wet milieubeheer. 2 Het voornemen heeft geen betrekking op gevallen van activiteiten genoemd in de eerste/tweede kolom van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage (onderdeel C of D) waarvoor bij de vaststelling van een ruimtelijk plan (kolom 3 van het Besluit m.e.r.) een m.e.r.-plicht of een m.e.r.-beoordelingsplicht bestaat. Onder in het Besluit milieueffectrapportage (onderdeel C of D) als m.e.r.plichtige activiteit een stadion of amusementspark genoemd. Een kleinschalige toeristische attractie als een stadspoort valt daar niet onder. De stadspoort zal mogelijk toegankelijk zijn voor bezoekers, maar zal zeker geen grote aantallen bezoekers per jaar trekken. Daarom is er geen sprake van een zogenaamd kaderstellend plan waarvoor een milieueffectrapport moet worden opgesteld op basis van artikel 7.2, tweede lid van de Wet milieubeheer. 3 Daarenboven heeft deze ruimtelijke onderbouwing betrekking op het restaureren van de Grendelpoort. Dat heeft hoegenaamd geen invloed op het aantal te ontvangen bezoekers, of zal althans niet leiden tot de aantallen bezoekers die in het Besluit milieueffectrapportage genoemd worden. Omdat het plan niet voorziet in een uitbreiding/wijziging van een activiteit is op grond van het bepaalde in artikel 2, lid 5 aanhef en onder b van het Besluit milieueffectrapportage de noodzaak voor een vormvrije m.e.r.-beoordeling evenmin aan de orde.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
23
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Conclusie Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat er geen noodzaak bestaat tot het opstellen van een milieu¬effectrapportage. Er is evenmin sprake van een m.e.r.-¬beoordelingsplicht.
5.3
Geluid
Nieuwe situatie Een nieuwe situatie als bedoeld in de Wet geluidhinder omvat de oprichting van nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen, scholen, kleuterdagverblijven), de aanleg van nieuwe wegen of de reconstructie van bestaande wegen. Het onderhavige voornemen heeft betrekking op de restauratie van de stadspoort. Een stadspoort, zoals die hier wordt gerealiseerd, is geen gevoelige bestemming. Er is dus geen sprake van een nieuwe situatie in de zin van de Wet geluidhinder. Een nader onderzoek wegverkeerslawaai is dan ook niet noodzakelijk. Industrielawaai In en nabij de onderzoekslocatie zijn geen bedrijven gelegen die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Staatsblad 1993, nr. 50), de voormalige Categorie-A-inrichtingen Wet geluidhinder. Er is geen geluidzone industrielawaai aanwezig in of nabij de onderzoekslocatie. Bedrijfsgeluid. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich enkele omgevingsvergunningplichtige bedrijven die ook geluidhinder kunnen opleveren. Door de restauratie van de stadspoort ontstaat er geen verandering van de situatie. In of aan de stadspoort wordt een ruimte gerealiseerd waarin een (niet-zelfstandige) dependance van een horecabedrijf gevestigd kan worden. Verwezen wordt naar de navolgende paragraaf over milieuzonering.
5.4
Milieuzonering
Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de kwaliteit van de leefomgeving. Milieuzonering beperkt zich in het algemeen tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten geur, stof, geluid en gevaar. Voor een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, heeft de VNG van de publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ in 2009 een geheel herziene uitgave opgesteld. In de VNG-publicatie is een richtafstandenlijst opgenomen in relatie tot het omgevingstype rustige woonwijk. In deze lijst zijn bedrijven op grond van hun potentiële milieubelasting ingedeeld in zes categorieën. In onderstaande tabel zijn de milieucategorieën en richtafstanden uit de VNG-publicatie overgenomen. De richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning (of andere milieugevoelige functie) die volgens het (bestemmings)plan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. Omgevingstype Het plangebied is te kenschetsen als ‘gemengd gebied’. In de directe omgeving van de stadspoort zijn meerdere niet-woonfuncties aanwezig. Een gemengd gebied is volgens de VNG-publicatie een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Daarvan is hier sprake.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
24
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Bestaande en nieuwe bedrijven Voor de invulling van het plangebied zijn geen woningen voorzien en beperkte bedrijfsactiviteiten. In de stadspoort wordt een (niet-zelfstandige) dependance van een horecabedrijf of een andere commerciële of maatschappelijke functie gevestigd. Een dergelijke bedrijfsvestiging wordt in de genoemde publicatie aangegeven als aangegeven in tabel 1. Tabel 1 - richtafstanden voor milieubelastende activiteiten SBIomschrijving Afstanden in meter code geur stof geluid gevaar Afst. A Cat. Afst. B 553 Restaurants, cafetaria's, 10 0 10 10 10 1 0 snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. Afst. A = grootste afstand, afstand in rustige woonwijk; Afst. B = afstand 1 categorie lager = afstand in gemengd gebied; bron: VNG: Bedrijven en Milieuzonering, 2009.
De grootste afstand bedraagt 10 m en de milieucategorie is 1 (de lichtste categorie). In rustige woongebieden moet de afstand tussen een dergelijke voorziening en een woning 10 m bedragen. In gemengde gebieden mag de afstand van 1 categorie lager worden aangehouden en bedraagt de minimale afstand dus 0 m. Deze mag dus te midden van de woonbebouwing worden geprojecteerd. Eventuele overlast wordt door middel van een exploitatievergunning tegengegaan.
5.5
Bodem
De bodem ter plaatse zal ten behoeve van de restauratie niet worden geroerd. Daarom is een nader bodemonderzoek niet noodzakelijk.
5.6
Flora en Fauna
In de voorbereiding van deze ruimtelijke onderbouwing is een quickscan flora en fauna uitgevoerd6. Dit onderzoek had betrekking op zowel de locatie van de Grendelpoort, als die van de Geulpoort. In de betreffende rapportage wordt het volgende geconcludeerd ten aanzien van de locatie Grendelpoort. "Beschermde gebieden Gezien de kleinschalige aard van de projecten en het feit dat de voorgenomen plannen geen effect zullen hebben op de beek, worden negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Geuldal, EHS en POG niet verwacht. Beschermde soorten In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan in de tabellen van de Flora- en faunawet, zie tabel 1 op de volgende pagina. Soorten van FFtabel 1 Mogelijk wordt het plangebied gebruikt door enkele grondgebonden zoogdieren die zijn opgenomen in FFtabel 1. Voor de soorten van FFtabel 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen of te werken volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode.
6
Staro b.v. Quickscan Natuurwaarden Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg, maart 2013
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
25
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Soorten van FFtabel 2 en 3 Mogelijk groeien op de Grendelpoort beschermde muurplanten van FFtabel 2. Nader onderzoek moet uitwijzen of dit het geval is om de effecten van de voorgenomen plannen te kunnen bepalen. De mogelijk in het plangebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFtabel 3 en de Habitatrichtlijn en zijn strikt beschermd. Het plangebied Grendelpoort is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Ten aanzien van het foerageerbied treedt geen negatief effect op. Op basis van deze quickscan is het niet uit te sluiten dat in de Grendelpoort vleermuisverblijfplaatsen aanwezig zijn. Nader onderzoek in de geschikte periode (half mei t/m september) dient te worden uitgevoerd om de effecten van de voorgenomen plannen op vleermuizen te kunnen bepalen."
De uitkomsten van dit onderzoek worden overgenomen. Er zijn inmiddels stappen genomen om de aangegeven punten nader te onderzoeken. Vooralsnog (september 2013) zijn er geen vleermuizen of beschermde planten waargenomen.
5.7
Externe veiligheid
Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico’s, transportrisico’s en risico’s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke mogelijkheden. In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening en de regelgeving omtrent externe veiligheid, moet worden onderzocht of er sprake is van de aanwezigheid van risicobronnen in of in de nabijheid van de locatie waarop het Wro-besluit betrekking heeft. Om te bepalen of er in de directe omgeving bedrijven zijn gelegen waarop het Bevi van toepassing is, is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied niet binnen het invloedsgebied ligt van een Bevi-inrichting. De dichtstbijzijnde inrichting met gevaarlijke stoffen is een bedrijf met een bovengrondse propaantank, gelegen op een afstand van bijna 2 km. Het plangebied ligt op grote afstand van een Basisnetroute (autoweg, vaarweg of spoorweg) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt (zoals opgenomen in bijlage 2, 3 en 4 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen). Gelet hierop zijn risicoberekeningen (zowel plaatsgebonden als groepsrisico) niet noodzakelijk en hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het plangebied. Om te bepalen of er in het plangebied of in de directe omgeving buisleidingen zijn gelegen is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied ver buiten het invloedsgebied ligt van een hogedruk aardgasleiding. Gelet hierop zijn risicoberekeningen (zowel plaatsgebonden als groepsrisico) niet noodzakelijk en
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
26
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
hoeven er geen beperkingen te worden gesteld aan het ruimtegebruik binnen het plangebied.
Afbeelding 15 - risicokaart Limburg; in en nabij het plangebied (binnen de blauwe cirkel) bevinden zich geen risicovolle bedrijven, activiteiten of transportassen.
Geconcludeerd kan worden dat er geen bedrijven of activiteiten zijn die van invloed zijn op de externe veiligheidssituatie van het plangebied.
5.8
Luchtkwaliteit
Het wettelijk kader voor de luchtkwaliteit is gegeven in de volgende documenten: de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen de Wm; het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen het Besluit nibm; de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)’, hierna te noemen de Regeling nibm; de ‘Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007’; de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’; het ‘Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen)’. Voor de kwaliteit van de buitenlucht gelden de in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10), lood, koolmonoxide en benzeen. De vaststelling van een bestemmingsplan betreft de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in artikel 5.16, tweede lid, van de Wm die gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
27
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Aangezien de beoogde ontwikkeling valt onder de is een nader onderzoek naar de luchtkwaliteit en toetsing aan de luchtkwaliteitsgrenswaarden niet noodzakelijk. Een stadspoort valt niet onder de in de ‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen’ aangewezen categorieën. Een woningbouwlocatie valt er wel onder, indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 nieuwe woningen omvat, dan wel, in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling, netto niet meer dan 3.000 woningen omvat. Gezien deze cijfers kan ervan uit worden gegaan dat de beoogde ontwikkeling (restauratie van de stadspoort) niet of althans niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
5.9
Archeologie
Ter plaatse van het plangebied is in 2012 een archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie paragraaf 3.3). De archeologische situatie ter plaatse is daardoor goed bekend7. Ten behoeve van de restauratie zal de grond ter plaatse niet behoeven te worden geroerd. De restauratie heeft geen invloed op de archeologie ter plaatse.
5.10 Cultuurhistorie Sinds 1 januari 2012 is het verplicht in de toelichting van het bestemmingsplan een paragraaf op te nemen waarin wordt aangegeven welke boven- en ondergrondse cultuurhistorische waarden in het plangebied aanwezig zijn en wordt gemotiveerd hoe daarmee omgegaan wordt. Deze paragraaf is, geheel overeenkomstig de desbetreffende richtlijnen van de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed8, opgesteld door een ter zake kundig persoon, te weten ir. J.J. Cuijpers, stedenbouwkundige en erfgoeddeskundige. In genoemde richtlijnen is aangegeven dat het onderzoek een inventarisatie, een waardering en een beschrijving van het perspectief moet omvatten. Voor de inventarisatie wordt verwezen naar paragraaf 3.3 en 3.4. Daarin is omschreven dat de Grendelpoort een belangwekkend bouwwerk is, dat de gemeente weer zichtbaar en beleefbaar wil maken in het stadsbeeld, met het oog op de maatschappelijke, cultuurhistorische en toeristische voordelen daarvan. De cultuurhistorische waarde van de Grendelpoort wordt daardoor versterkt, omdat de historische restanten momenteel slecht zichtbaar zijn. Door de voorgenomen restauratie van de Grendelpoort worden de aanwezige cultuurhistorische kwaliteiten beter afleesbaar en worden de aanwezige waarden benadrukt. De wetenschappelijke commissie die de planvorming voor de restauratie van de Grendelpoort begeleidt, is tot de conclusie gekomen dat de restauratie historisch verantwoord is en past binnen de stedenbouwkundige en historische structuur van de omgeving. Geconcludeerd kan worden dat door de restauratie van de Grendelpoort cultuurhistorisch verantwoord is.
7
ADC Archeoprojecten, J. Claeys en A. Viersen: Terug naar de Grendelpoort; Een archeologisch onderzoek naar een middeleeuwse stadspoort in de gemeente Valkenburg aan de Geul; Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven, Amersfoort, 2012 8 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Cultuurhistorisch onderzoek in de vormgeving van de ruimtelijke ordening, versie 6 zoals verzonden aan de Tweede Kamer, februari 2013.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
28
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
5.11 Technische aspecten Er zijn in en nabij het plangebied geen kabels en leidingen, hoogspannings-leidingen, ondergrondse transportleidingen, invliegfunnels of straalpaden aanwezig die van invloed zouden kunnen zijn op het planvoornemen.
5.12 Schaduwwerking De restauratie van de Grendelpoort heeft invloed op de schaduwwerking van het gebouw. Dit zou gevolgen kunnen hebben voor bijvoorbeeld privétuinen in de buurt. Daarom is een beschaduwingsonderzoek ingesteld. In bijlage xx van deze onderbouwing zijn de navolgende diagrammen op groter formaat weergegeven.
Afbeelding 16 - schaduwwerking Grendelpoort bestaand (boven) en toekomstig (beneden) op 21 maart en 21 september om 09.00 uur, 13.00 uur en 17.00 uur.
Afbeelding 17 - schaduwwerking Grendelpoort bestaand (boven) en toekomstig (beneden) op 21 juni om 09.00 uur, 13.00 uur en 17.00 uur.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
29
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Afbeelding 18 - schaduwwerking Grendelpoort bestaand (boven) en toekomstig (beneden) op 21 december om 09.00 uur, 13.00 uur en 17.00 uur. Uit de schaduwdiagrammen (afbeelding 16 t/m 18 en bijlage 2) blijkt, dat de extra
schaduw als gevolg van de restauratie van de Grendelpoort nauwelijks verandering brengt. De schaduw valt vooral op de daken van de ten noorden van de poort gelegen panden. Er zijn geen horecaterrassen die extra schaduwwerking krijgen als gevolg van de restauratie van de Grendelpoort.
5.13 Visuele aspecten en privacy De restauratie van de Grendelpoort heeft hoegenaamd geen invloed op de visuele aspecten als "inkijk" of op de privacy van omliggende woningen, tuinen, balkons en verblijfsruimten. Vanuit de Grendelpoort zullen bezoekers vanuit diverse vensters naar buiten kunnen kijken. Deze vensters geven echter uitsluitend uitzicht op de openbare ruimte. Daarmee wordt de privacy van individuele bewoners niet aangetast. In eerste instantie werd ervoor gekozen een nooduitgang/loopbrug te maken over de oude weermuur naar de Haselderhof. Tegen dit onderdeel van het plan is een zienswijze ingediend. Nadere bestudering van de situatie ter plaatse leidde tot de constatering dat de zienswijze juist was. Op korte termijn bleek het onmogelijk een alternatief te ontwikkelen voor deze nooduitgang. Daarom is deze vooralsnog geschrapt van de plannen. Mocht er in tweede instantie toch behoefte zijn aan een nooduitgang, dan zullen de plannen daarvoor een separate procedure doorlopen.
5.14 stedenbouwkundig beeld en ruimtelijke kwaliteit De grendelpoort is vrijwel geheel ingebouwd in het bestaande stedelijk weefsel. Van bovenaf gezien valt het bouwwerk zelfs helemaal niet op. Middels de restauratie wil het gemeentebestuur deze situatie veranderen. Daarbij zullen de beide torens weer voorzien worden van een spits en zo duidelijker zichtbaar zijn in het straatbeeld. Door de poortcommissie (zie paragraaf 4.2) is het bouwplan beoordeeld op zijn cultuurhistorische en historisch-stedenbouwkundige implicaties. De commissie heeft geoordeeld dat de door de gemeente voorgestane strategie verantwoord is en dat het ontwerp past binnen het stedenbouwkundig beeld van Valkenburg. Het bouwplan is eveneens door de stadsbouwmeester van Valkenburg beoordeeld. Naar zijn oordeel voldoet het ontwerp aan redelijke eisen van welstand en is er daarom sprake van voldoende ruimtelijke kwaliteit.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
30
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Geconcludeerd kan worden dat de restauratie van de Grendelpoort uit een oogpunt van stedenbouwkundig beeld en ruimtelijke kwaliteit verantwoord is.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
31
36-012-ro-v3-4
6.
FINANCIËLE UITVOERBAARHEID
6.1
Economische uitvoerbaarheid
16 september 2013
Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op een juridische regeling voor het restaureren van de Grendelpoort te Valkenburg. De restauratiekosten worden gedekt door de huidige eigenaar, de gemeente Valkenburg aan de Geul, daarbij voor een belangrijk deel ondersteund door subsidies van andere overheden. Er zijn geen extra openbare werken gepland. Er zijn ook overigens geen andere omstandigheden bekend die bijzondere kosten met zich meebrengen. Daarom moet het plan financieeleconomisch haalbaar worden geacht.
6.2
Grondexploitatie
Op grond van de Grondexploitatiewet (GREX) is het mogelijk dat in het kader van het vervaardigen van een bestemmingsplan een exploitatieplan moet worden vastgesteld door de gemeenteraad. De centrale doelstelling van de GREX zoals opgenomen als afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling. In het onderhavige geval gaat het om een initiatief van de gemeente Valkenburg aan de Geul, dat geheel door de gemeente (met eventuele subsidies) zal worden uitgevoerd. Een exploitatieplan is daarom niet noodzakelijk.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
32
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
7.
MAATSCHAPPELIJKE HAALBAARHEID
7.1
Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp bestemmingsplan toegezonden aan diverse instanties, waaronder rijksen provinciale instanties. Er zijn geen opmerkingen ontvangen.
7.2
Inspraak
De bevolking en in de gemeente belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen zijn betrokken bij de voorbereiding van dit plan. Daartoe is een informatieavond georganiseerd. Het plan heeft bovendien vanaf 18 juli 2013 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Er is ten aanzien van het plan voor de Grendelpoort één zienswijze binnengekomen. Deze was afkomstig van een buur die vreesde voor inkijk als gevolg van de nooduitgang naar de Haselderhof en voor inkijk vanaf een werpgat in de nieuwe opbouw op de Grendelpoort naar zijn aangrenzende dakterras. Bij nadere beschouwing van de situatie ter plaatse moest geconcludeerd worden dat deze vrees terecht was. Daarom is besloten om met de nooduitgang vooralsnog niet te realiseren en te schrappen uit de plannen. Verder is besloten het werpgat in de opbouw dicht te maken. De ontwerptekeningen van de architect zijn inmiddels zodanig gewijzigd dat er geen inkijk meer is.
Bijlagen bij deze ruimtelijke onderbouwing Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5
Geraadpleegde bronnen Schaduwdiagrammen Rapportage Quickscan flora en fauna Advies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Advies Archeoloog drs. A.M.I. van Waveren
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
33
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
BIJLAGE 1 - GERAADPLEEGDE BRONNEN Literatuur en rapporten
ADC/J. Claeys en A. Viersen: Terug naar de Geulpoort. Een archeologisch onderzoek naar een middeleeuwse stadspoort in de gemeente Valkenburg aan de Geul. Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven, Amersfoort, augustus 2010. ADC Archeoprojecten/ Hazen & Dukers: De Grendelpoort boven- en ondergronds onderzocht - Een Archeologische Begeleiding en Bouwhistorische Opname van de Grendelpoort te Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul, P.L.M. Hazen & B.A.J.T. Dukers, Amersfoort, 2012. Adviesbureau Cuijpers/Ontwikkelingsmaatschappij Valkenburg aan de Geul: Nieuw Valkenburg – Gebiedsvisie voor het middeleeuws centrum van Valkenburg, ’sHertogenbosch/Valkenburg aan de Geul, 2007. BAAC B.V.: Programma van Eisen Locatie Valkenburg, Grendelpoort, Projectnaam A12.0018, Status Definitief 16 april 2012, 's-Hertogenbosch, 2012. Buro4/Birgit Dukers: Bouwhistorische opname Grendelpoort Valkenburg - eerste concept, 2012. Carré, J.J.: kadastraal minuutplan van de gemeente Valkenburg, In één blad, schaal 1:1250, Maastricht, 1842. Carré, J.J.: Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel Gemeente Valkenburg, 1842. Cultura.epc/drs. A.M.I. van Waveren: adviesbrief Toetsing Ruimtelijke Onderbouwing Restauratie Grendelpoort - aspect Archeologie, Rotterdam, 15 05 2013. Gemeente Valkenburg aan de Geul: Valkenburg Leeft! Herstel identiteit zorgt voor hoger rendement, Valkenburg, 2001. Gemeente Valkenburg/Archol (I.M. van Wijk & J. Orbons): Verleden met toekomst Archeologische beleidskaart en groevenbeleidskaart voor Valkenburg aan de Geul, 2009 (Archol-rapport 2012). Geonius: Funderingsadvies t.b.v. renovatie Grendelpoort aan de Kerkstraat/Muntstraat te Valkenburg in de gemeente Valkenburg aan de Geul, Schinnen, 2012.
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
34
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
Kreusch, A: Kroniek van Groot Valkenburg. Kwakkernaat, H.: Valkenburg Vestingstad, in: Jaarboek Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal, nummer 15, 2005, pp. 305-343. Monumentenhuis Limburg: Van Hoogteburcht tot Kuuroord – cultuurhistorische verkenning Valkenburg, Roermond, 2001 Monumentenhuis Limburg: Van Hoogteburcht tot Kuuroord – cultuurhistorische verkenning Valkenburg – deel II,: Loepbehandelingen en Pictografieën, Roermond, 2001 Robas b.v.: Chromotopografische Kaart des Rijks - Provincie Limburg, schaal 1:25.000, Den Ilp, 1989. Staro b.v.: Quickscan Natuurwaarden Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg, maart 2013
Websites www.KICH.nl www.RCE.nl
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
35
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
BIJLAGE 2 - SCHADUWDIAGRAMMEN
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
36
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
BIJLAGE 3 - RAPPORTAGE QUICKSCAN FLORA EN FAUNA
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
37
Quickscan Natuurwaarden Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg Rapportnummer 13-0044 www.starobv.nl
Quickscan Natuurwaarden Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg maart 2013
Rapportnummer:
13-0044
In opdracht van:
Cuijpers Advies Gouverneur Hultmanstraat 2 5224 CJ ‘s-Hertogenbosch
Uitgevoerd door:
Staro Natuur en Buitengebied Lodderdijk 38a 5421 XB Gemert tel. 0492-450161 fax. 0492-450162 www.starobv.nl
Inhoud
1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Zorgplicht 1.4 Leeswijzer
2
Plangebied 2.1 Ligging en beschrijving plangebied 2.2 Voorgenomen plannen
8 8 10
3
Methode
12
4
Natuurwaarden 4.1 Beschermde gebieden 4.2 Beschermde soorten 4.2.1 Flora 4.2.2 Vlinders en libellen 4.2.3 Mieren en kevers 4.2.4 Vissen 4.2.5 Reptielen en amfibieën 4.2.6 Vogels 4.2.7 Zoogdieren
13 13 15 15 16 16 17 17 17 18
5
Conclusies
21
Geraadpleegde bronnen
Bijlage 1 Wet- en regelgeving Bijlage 2 Effectenindicator
6 6 6 6 7
22
1
Inleiding
1.1
Aanleiding De gemeente Valkenburg aan de Geul is druk doende met het opwaarderen van het historisch centrum van de stad. Een van de doelstellingen hiervan is het beter zichtbaar en beleefbaar maken van het feit dat Valkenburg een historische vestingstad is. In dat kader is ook aandacht gekomen voor de aanpak van de Grendelpoort en de reconstructie van de Geulpoort. De middeleeuwse stadspoort Grendelpoort is in de zeventiende eeuw deels afgebroken. De Geulpoort is tegenwoordig bovengronds geheel verdwenen. In het kader van de omgevingsvergunningen dient onderzocht te worden welke natuurwaarden actueel in het gebied aanwezig zijn en op welke wijze de voorgenomen ontwikkelingen effect hebben op de in het gebied aanwezige natuurwaarden. Dit om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving gehandeld zal worden.
1.2
Doel Doel van het onderliggende onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. Voor soortbescherming is hierbij de Flora- en faunawet van belang. Gebiedsbescherming is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 (o.a. Natura 2000) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en in provincie Limburg tevens in het POG; Provinciale Ontwikkelingszone Groen. In bijlage 1 wordt deze wet- en regelgeving uitgebreid beschreven. Deze rapportage beschrijft de (mogelijke) aanwezigheid van soorten in het plangebied die zijn opgenomen in de tabellen van beschermde flora en fauna in het kader van de Flora- en faunawet. Ook wordt bepaald op welke wijze en in welke mate de voorgenomen werkzaamheden invloed hebben op deze soorten. Op basis daarvan kan worden vastgesteld welke eventuele maatregelen getroffen en vervolgstappen genomen dienen te worden, om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving zal worden gehandeld. Aanvullend zal worden bepaald of voorgenomen ontwikkelingen effect hebben op de beschermde natuurwaarden van nabijgelegen natuurgebieden.
1.3
Zorgplicht In de Flora- en faunawet is een zorgplicht (ex. artikel 2) opgenomen: “een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.”
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
6
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van het plangebied en de voorgenomen ontwikkelingen. In hoofdstuk 3 wordt de gebruikte onderzoeksmethode besproken. De mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten en gebieden en de effecten van de geplande ingrepen op aanwezige beschermde natuurwaarden worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de mogelijke noodzaak tot het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen. In het laatste hoofdstuk zijn de conclusies uiteengezet.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
7
2
Plangebied
2.1
Ligging en beschrijving plangebied De plangebieden zijn de Grendelpoort en Geulpoort in gemeente Valkenburg aan de Geul. Beide plangebieden liggen binnen de bebouwde kom. De middeleeuwse Grendelpoort is in de zeventiende eeuw deels afgebroken. De Geulpoort is tegenwoordig bovengronds geheel verdwenen. Eén en ander is weergegeven in een foto-impressie op pagina 8. De ligging van de plangebieden is weergegeven in figuur 1. Figuur 2 geeft de begrenzing van de gebieden weer.
Figuur 1. Ligging van de plangebieden
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
8
Figuur 1. Ligging van de plangebieden (rode ster)
Figuur 2. Begrenzing plangebieden; Grendelpoort linksonder en Geulpoort rechtsboven
Foto 1. Grendelpoort
Foto 2. Toren van de Grendelpoort
Foto 3. Grendelpoort vanaf boven
Foto4. Dak van de Grendelpoort
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
9
2.2
Foto 5. Binnenzijde Toren van Grendelpoort
Foto 6. Binnenzijde toren van de Grendelpoort
Foto 7. Locatie Geulpoort
Foto 8. Locatie Geulpoort
Voorgenomen plannen Het plan van de Geulpoort omvat de herbouw van de middeleeuwse stadspoort (figuur 3 en 4). Deze zal op de kant worden gebouwd ter hoogte van de huidige brug. Er zal een loopsteiger iets boven waterpeil worden gebouwd. De Geulkaden zijn de afgelopen jaren hersteld. De Grendelpoort zal worden gerestaureerd (figuur 5).
Figuur 3. Schets Geulpoort Veldzijde
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
10
Figuur 4. Herbouwde Geulpoort Stadszijde
Figuur 5. Links huidige situatie Grendelpoort, rechts schets torenopbouw nieuwe situatie (Cuijpers advies 2012)
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
11
3
Methode
In het kader van deze quickscan heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden waarbij gekeken is naar gebiedsgerichte bescherming en mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Er is voor het soortenonderzoek gebruikgemaakt van gegevens van de websites Vlindernet.nl, Libellennet.nl, Waarneming.nl en Telmee.nl en diverse verspreidingsatlassen. De gegevens over vleermuizen, amfibieën, reptielen, vissen, vlinders en libellen zijn onder andere uit dergelijke atlassen afkomstig. Tevens is gebruik gemaakt van gegevens uit de NDFF en van de provincie Limburg. Voor de gebiedsgerichte bescherming is gekeken naar de aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving. De ligging van Natuurbeschermingswet 1998 gebieden (o.a. Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) en de EHS en POG in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht. Daarnaast heeft een veldbezoek plaatsgevonden waarbij alle in het plangebied aanwezige biotopen zijn opgenomen. De aanwezigheid van deze biotopen vormt de basis voor de mogelijkheid tot het voorkomen van beschermde soorten. Naast de biotopen zijn directe en indirecte aanwijzingen opgenomen die duiden op het voorkomen van beschermde soorten. Dergelijke aanwijzingen zijn bijvoorbeeld het fysiek aantreffen van exemplaren van soorten en het aantreffen van holen, uitwerpselen, prooiresten, vraat-, loop- en veegsporen. Deze waarnemingen zijn bij de beoordeling betrokken. De aanwezige biotopen zijn vergeleken met de habitateisen van beschermde planten- en diersoorten. Op basis van deze vergelijking is beoordeeld welke van deze soorten in het plangebied kunnen voorkomen. Een eenmalig veldbezoek is nadrukkelijk geen volledige inventarisatie. Dat betekent dat op basis van een eenmalig veldbezoek het voorkomen van soorten niet per definitie is uit te sluiten. De bevindingen van het veldbezoek en het literatuuronderzoek zijn vervolgens gebundeld in deze rapportage. Het veldbezoek dat voor dit onderzoek is uitgevoerd, heeft plaatsgevonden op 8 maart 2013 in de ochtend onder de volgende weersomstandigheden: zonnig, droog en circa 16 graden Celsius.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
12
4
Natuurwaarden
4.1
Beschermde gebieden Natuurbeschermingswet 1998 Uit de kaarten van de gebiedendatabase op de website van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) blijkt dat het plangebied Geulpoort grenst aan het Natura 2000-gebied Geuldal (figuur 4). De Grendelpoort ligt op ongeveer 75 meter van het Natura 2000-gebied Geuldal. De soorten waarvoor het Natura 2000-gebied is aangewezen zijn: Beken en rivieren met waterplanten, Pionierbegroeiingen op rotsbodem, Zinkweiden, Kalkgraslanden, Heischrale graslanden, Ruigten en zomen, Glanshaveren vossenstaarthooilanden, Kalktufbronnen, Kalkmoerassen, Veldbies-beukenbossen, Beuken-eikenbossen met hulst, Vochtige alluviale bossen, Spaanse vlag, Beekprik, Gaffellibel, Geelbuikvuurpad, Ingekorven vleermuis, Kamsalamander, Meervleermuis, Rivierdonderpad, Vale vleermuis en Vliegend hert.
Figuur 4. Ligging Grendeltoren en Geultoren (rode ster) ten opzichte van Natura 2000 (geel)
Ecologische Hoofdstructuur en Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) Zoals blijkt uit de gebiedendatabase van het Ministerie van EZ en de gegevens van de provincie Limburg maken de plangebieden Grendelpoort en Geulpoort geen deel uit van de EHS. Uit de ‘blauwe waarden kaart’ van de provincie Limburg (figuur 5) blijkt dat het plangebied Geulpoort grenst aan de EHS en POG, dit betreft de beek Geul. De Geul is tevens aangewezen als beek met specifieke ecologische functie.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
13
Figuur 5. Ligging Grendeltoren en Geultoren (rode ster) ten opzichte van de EHS en POG (groen)
Effectbeoordeling Uit de effectenindicator van het Ministerie van EZ (bijlage 2) blijkt dat voor de activiteit landrecreatie mogelijk oppervlakteverlies, verontreiniging, verstoring door geluid, verstoring door licht, optische verstoring en verstoring door mechanische effecten optreden. Voor het (ver)bouwen van de poorten komen hier verstoring door trilling, verdroging en versnippering bij. Gezien de aard van de voorgenomen plannen en het feit dat de werkzaamheden buiten het Natura 2000-gebied plaatsvinden en dus alleen rekening hoeft te worden gehouden met externe werking worden uitsluitend de volgende mogelijke effecten verwacht: verstoring door licht en verstoring. Tijdelijke effecten Tijdelijke effecten kunnen optreden verstoring door licht en geluid tijdens de bouwwerkzaamheden. Verstoring door licht geldt vooral voor vleermuizen en kan worden voorkomen door de verlichting van de Geul ’s avonds en ’s nachts niet toe te laten nemen ten opzichte van de huidige situatie.. Verstoring door geluid zal minimaal zijn en zich beperken tot de tijdelijke bouwwerkzaamheden overdag. Soorten die hier mogelijk hinder van ondervinden zijn volgens de effectenindicator de vissoorten rivierdonderpad en beekprik. Verwacht wordt dat de mogelijke tijdelijke verstoring door geluid minimaal is en geen effect heeft op de instandhoudingsdoelen van deze vissoorten. Indien tijdens de werkzaamheden een steiger in de Geul dient te worden geplaatst, treden er mogelijk negatieve effecten op. Verwacht wordt dat deze tijdelijke effecten minimaal zullen zijn en geen effect zullen hebben op de instandhoudingsdoelen van aangewezen vis- en amfibiesoorten die in de Geul leven. Het is aan te bevelen de mogelijke effecten te bespreken met het bevoegd gezag: provincie Limburg. Gebruiksfase In de gebruiksfase worden geen effecten verwacht, mits de verlichting van de Geul ’s avonds en ’s nachts niet toeneemt ten opzichte van de huidige situatie.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
14
Indien een steiger in de Geul wordt geplaatst, treden er mogelijk andere negatieve effecten op. Deze mogelijke effecten dienen dan nader te worden getoetst en te worden besproken met de provincie Limburg. Gezien de kleinschalige aard van de projecten en het feit dat de werkzaamheden geen effect zullen hebben op het water van de Geul of het grondwater, worden effecten op het Natura 2000-gebied en de instandhoudingsdoelen van de aangewezen soorten niet verwacht, mits de Geul in de avond en nacht niet wordt verlicht. Ook effecten op de EHS en POG worden niet verwacht, mits de Geul in de avond en nacht niet wordt verlicht. Conclusie Gezien de kleinschalige aard van de projecten en het feit dat de voorgenomen plannen geen effect zullen hebben op de beek, worden negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Geuldal, EHS en POG niet verwacht, mits de verlichting van de Geul ’s avonds en ’s nachts niet toeneemt ten opzichte van de huidige situatie.
4.2
Beschermde soorten Deze paragraaf beschrijft het mogelijk voorkomen van beschermde soorten in het plangebied. Per soortgroep wordt beschreven welke soorten worden verwacht, wat de mogelijke effecten van de ingreep zijn en of er mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn.
4.2.1
Flora Het plangebied Grendelpoort is een middeleeuwse poort met twee torens aan weerszijden. Het is bekend dat op de stadmuren en kaden in Valkenburg beschermde muurplanten voorkomen. Uit de gegevens van de NDFF blijkt dat op een afstand van nul tot een kilometer van de plangebieden de volgende beschermde planten voorkomen: Blaasvaren, Daslook, Gele helmbloem, Grote keverorchis, Gulden sleutelbloem, Herfsttijloos, Maretak, Pijlscheefkelk, Prachtklokje, Purperorchis, Rapunzelklokje, Ruig klokje, Steenbreekvaren, Stengelomvattend havikskruid, Tongvaren, Vliegenorchis, Vogelnestje, Wilde marjolein, Zwartsteel (alle FFtabel 2). Verder komen ook klein glasklokje, rechte driehoeksvaren en schubvaren (alle FFtabel 2) in de buurt van de gebieden voor. Tijdens het veldbezoek zijn geen beschermde planten waargenomen. Aangezien het veldbezoek is uitgevoerd buiten de bloeiperiode van planten is het echter niet uit te sluiten dat er beschermde muurplanten voorkomen op de Grendelpoort. Op locatie Geulpoort is het terrein geheel bestraat. Het voorkomen van beschermde planten kan hier uitgesloten worden. Effectbeoordeling Mogelijk komen beschermde muurplanten voor op de Grendelpoort. Nader onderzoek dient uit te wijzen of dit zo is en zo ja, welke effecten de voorgenomen plannen zullen hebben op deze planten.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
15
Mitigerende maatregelen Op basis van het nader onderzoek kan bepaald worden welke effecten de werkzaamheden zullen hebben op mogelijk voorkomende beschermde planten en welke mitigerende maatregelen genomen dienen te worden. Conclusie In het plangebied Grendelpoort komen mogelijk beschermde plantensoorten voor. Nader onderzoek in het bloeiseizoen van planten dient uit te wijzen of dit ook werkelijk het geval is. op locatie Geulpoort komen geen beschermde planten voor.
4.2.2
Vlinders en libellen Uit de atlas De dagvlinders van Nederland (2006), de website van De Vlinderstichting blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen beschermde vlindersoorten voorkomen. Bevindingen van het veldbezoek tonen aan dat er in het plangebied geen geschikte biotopen aanwezig zijn voor het voorkomen van deze beschermde dagvlindersoorten. Beschermde dagvlinders hebben specifieke habitateisen; het plangebied voldoet hier niet aan. Uit de atlas De Nederlandse libellen (2002) en de website libellennet.nl blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen beschermde libelsoorten voorkomen. De Geul is aangewezen als Natura 2000-gebied voor de gaffellibel, maar komt nabij het plangebied Geulpoort niet voor. Conclusie Er komen geen beschermde soorten dagvlinders of libelsoorten voor in de plangebieden.
4.2.3
Mieren en kevers Beschermde soorten mieren en houtkevers zijn afhankelijk van bijzondere habitattypen als oude (naald)bossen. Deze biotopen zijn niet aanwezig in het plangebied. Vliegend hert komt wel voor in de omgeving van de plangebieden. Beschermde waterkevers zijn afhankelijk van grote, permanent stilstaande wateren. Oppervlaktewater is in het plangebied Grendelpoort niet aanwezig. Het voorkomen van beschermde waterkevers in het plangebied Grendelpoort kan worden uitgesloten. De snelstromende Geul is niet geschikt als biotoop voor beschermde waterkevers. Conclusie Er komen geen beschermde soorten mieren en kevers voor in het plangebied.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
16
4.2.4
Vissen In het plangebied Grendelpoort is geen oppervlaktewater aanwezig. Hierdoor kunnen geen vissen voorkomen in het plangebied. Er is daarom niet nader onderzocht of beschermde vissen voorkomen in de buurt van het plangebied. In de Geul nabij de Geulpoort komen wel beschermde vissen voor, namelijk rivierprik (FFtabel 2) en beekprik, elrits, rivierdonderpad en gestippelde alver (alle FFtabel 3). Effectbeoordeling De voorgenomen plannen om de Geulpoort te reconstrueren zullen geen effect hebben op de Geul. Er zullen geen effecten optreden aan beschermde vissen die in de beek leven. Mitigerende maatregelen Er treden geen effecten op aan beschermde vissen in de Geul. Het nemen van mitigerende maatregelen is niet noodzakelijk. Conclusie Er komen geen vissen voor in het plangebied Grendelpoort. De reconstructie van de Geulpoort zal geen effect hebben op beschermde vissen in de Geul.
4.2.5
Reptielen en amfibieën Uit gegevens van RAVON en de NDFF blijkt dat in de omgeving van het plangebied de volgende beschermde amfibieënsoorten voorkomen: Alpenwatersalamander (FFtabel 2), kamsalamander (FFtabel 3), kleine watersalamander (FFtabel 1), gewone pad (FFtabel 1), vroedmeesterpad (FFtabel 3), geelbuikvuurpad (FFtabel 3) en bastaardkikker (FFtabel 1). Volgens de gegevens van RAVON en de NDFF komen de reptielsoorten hazelworm en levendbarende hagedis voor in de buurt van het plangebied. In beide plangebieden is geen geschikt habitat aanwezig voor genoemde amfibie- en reptielsoorten. Alhoewel er verschillende amfibieën in de Geul voorkomen, vormt de Geul ter hoogte van het plangebied geen geschikt voortplantingswater van amfibieën, wegens de grote stroomsnelheid en afwezigheid van poelen. Conclusie Het plangebied biedt geen geschikte biotopen voor amfibieën.
4.2.6
Vogels In de plangebieden zijn geen bomen of struiken aanwezig die kunnen dienen als broedlocatie of foerageergebied voor algemene vogelsoorten (FFtabel vogels). Op locatie Geulpoort is alleen bestrating aanwezig. Volgens de
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
17
NDFF komen in de buurt van de plangebieden gierzwaluwen en huismussen voor. Dit zijn soorten waarvan het nest jaarrond beschermd is en die broeden in bebouwing. Huismus- en gierzwaluwnesten zijn in het plangebied Grendelpoort niet aanwezig, de gaten die in de mergel aanwezig zijn in de buitenzijde van de Grendelpoort zijn te ondiep voor gierzwaluwnesten. Conclusie Het plangebied is niet geschikt als foerageergebied en broedgebied voor algemene vogelsoorten (FFtabel vogels). Nesten van vogels die jaarrond beschermd zijn, zijn in de Grendelpoort niet aanwezig.
4.2.7
Zoogdieren Vleermuizen Uit de Atlas van de Nederlandse vleermuizen (1997), gegevens van de NDFF en Korsten en Regelink (2010) blijkt dat de soorten gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis, bosvleermuis, laatvlieger, watervleermuis, meervleermuis, franjestaart, baardvleermuis, Brandts vleermuis, ingekorven vleermuis, vale vleermuis, grijze grootoorvleermuis en gewone grootoorvleermuis (alle FFtabel 3) voorkomen in de omgeving van het plangebied. Het plangebied bij de Geulpoort is matig geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. De Geul nabij het plangebied Geulpoort wordt door vleermuizen gebruikt als foerageergebied en vliegroute. Rond de Grendelpoort zouden vleermuizen kunnen foerageren. Het is echter geen belangrijk of essentieel foerageergebied. De Grendelpoort is potentieel geschikt als verblijfplaats van vleermuizen. Het is niet duidelijk of vleermuizen toegang tot de torens kunnen krijgen. Voor de ramen zit gaas en de mergelblokken zijn massief. Het kan echter niet uitgesloten worden dat vleermuizen in de Grendelpoort een verblijfplaats hebben. Overige zoogdieren Het plangebied kan (onderdeel van) het leefgebied vormen van soorten als egel en diverse muizensoorten (alle FFtabel 1). Daarnaast komen in de omgeving van het plangebied das (FFtabel 3) en bever (FFtabel 3). In beide plangebieden ontbreekt geschikt biotoop voor de zwaarder beschermde soorten. Hovens (2010) beschrijft het voorkomen van steenmarter (FFtabel 2) en bunzing (FFtabel 1) in de omgeving van de plangebieden. Beide soorten zijn in de plangebieden niet aanwezig; voor bunzing ontbreekt geschikt habitat en er zijn geen locaties gevonden waar de steenmarter toegang kan hebben tot de Grendelpoort. Effectbeoordeling Mogelijk benut een aantal grondgebonden zoogdieren (FFtabel 1) de Grendelpoort als (onderdeel van hun) leefgebied. Tijdens de werkzaamheden zal het plangebied niet geschikt zijn als leefgebied van genoemde soorten. In de nieuwe situatie kunnen de grondgebonden zoogdieren van FFtabel 1 het
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
18
gebied weer als onderdeel van hun leefgebied kunnen benutten. Het plangebied Grendelpoort is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. De voorgenomen ontwikkeling heeft hierop geen negatief effect. In de Grendelpoort zijn mogelijk verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig. Nader onderzoek in de hiervoor geschikte periode (half mei t/m september) zal dit moeten uitwijzen. Vleermuizen gebruiken de Geul als vast vliegroute, foerageergebied en mogelijk zijn in de kades verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig (Hovens 2010). Indien het water ’s avonds of ’s nachts zal worden verlicht, zal dat een negatief effect hebben op vleermuizen. Mitigerende maatregelen Voor de soorten van FFtabel 1 geldt in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling. Het is derhalve niet noodzakelijk om mitigerende of compenserende maatregelen uit te voeren voor de zoogdiersoorten van FFtabel 1. De voorgenomen ontwikkelingen hebben geen negatief effect tot gevolg ten aanzien van foerageergebied van vleermuizen. Mogelijk zijn verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig in de Grendelpoort. Nader onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of dit werkelijk het geval is, wat de effecten op de vleermuizen zullen zijn en welke mitigerende maatregelen genomen dienen te worden om effecten te voorkomen. De nabijgelegen Geul wordt gebruikt als foerageergebied en vaste vliegroute door vleermuizen. Het is mogelijk dat de kademuur holten bevat waarin vleermuisverblijven aanwezig zijn. Bij de bouw van de Geultoren en in de gebruiksfase mag de Geul ’s avonds en ’s nachts niet meer verlicht worden dan nu het geval is; dit verstoord aanwezige vleermuizen. Conclusie De plangebieden Geulpoort en Grendelpoort zijn voor een aantal grondgebonden zoogdieren van FFtabel 1 geschikt als (onderdeel van hun) leefgebied. Voor de soorten van FFtabel 1 geldt in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling. Het is derhalve niet noodzakelijk om mitigerende of compenserende maatregelen uit te voeren voor de zoogdiersoorten van FFtabel 1. Het plangebied Grendelpoort is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. De voorgenomen plannen zullen hierop geen effect hebben. Op basis van deze quickscan is het niet uit te sluiten dat in de Grendelpoort vleermuisverblijfplaatsen aanwezig zijn. Nader onderzoek in de daarvoor geschikte periode dient uit wijzen of dit zo is, en zo ja, wat de effecten van de plannen op vleermuizen zullen zijn. Aan de hand van de verwachte effecten kunnen mitigerende maatregelen worden voorgeschreven. De locatie Geulpoort is niet van belang als foerageergebied voor vleermuizen. Ook zijn geen verblijfplaatsen aanwezig. De nabijgelegen Geul wordt wel gebruikt als foerageergebied en vliegroute door vleermuizen, mogelijk zijn
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
19
verblijfplaatsen in de kademuur aanwezig. Bij de bouw van de Geultoren en in de gebruiksfase mag de Geul ’s avonds en ’s nachts niet meer verlicht worden dan nu het geval is; dit verstoord aanwezige vleermuizen.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
20
5
Conclusies
Beschermde gebieden De plangebied liggen binnen een straal van 100 meter van Natura 2000-gebied, EHS en POG. Gezien de kleinschalige aard van de projecten en het feit dat de voorgenomen plannen geen effect zullen hebben op de beek, worden negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Geuldal, EHS en POG niet verwacht, mits de verlichting van de Geul ’s avonds en ’s nachts niet toeneemt ten opzichte van de huidige situatie.. Beschermde soorten In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan in de tabellen van de Flora- en faunawet, zie tabel 1 op de volgende pagina. Soorten van FFtabel 1 Mogelijk wordt het plangebied gebruikt door enkele grondgebonden zoogdieren die zijn opgenomen in FFtabel 1. Voor de soorten van FFtabel 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen of te werken volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Soorten van FFtabel 2 en 3 Mogelijk groeien op de Grendelpoort beschermde muurplanten van FFtabel 2. Nader onderzoek moet uitwijzen of dit het geval is om de effecten van de voorgenomen plannen te kunnen bepalen. De mogelijk in het plangebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFtabel 3 en de Habitatrichtlijn en zijn strikt beschermd. Het plangebied Grendelpoort is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Ten aanzien van het foerageerbied treedt geen negatief effect op. Op basis van deze quickscan is het niet uit te sluiten dat in de Grendelpoort vleermuisverblijfplaatsen aanwezig zijn. Nader onderzoek in de geschikte periode (half mei t/m september) dient te worden uitgevoerd om de effecten van de voorgenomen plannen op vleermuizen te kunnen bepalen. De locatie Geulpoort is niet van belang als foerageergebied voor vleermuizen. Ook zijn geen verblijfplaatsen aanwezig. De nabijgelegen Geul wordt wel gebruikt als foerageergebied en vliegroute door vleermuizen, mogelijk zijn verblijfplaatsen in de kademuur aanwezig. Bij de bouw van de Geultoren en in de gebruiksfase mag de verlichting van de Geul ’s avonds en ’s nachts niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie.
Tabel 1. Overzicht aangetroffen beschermde soorten Soort(groep)
Bescherming
Functie
Mogelijk effect
Ontheffing
Maatregelen
plangebied Grondgebonden
FFtabel 1
Leefgebied
Geen
Nee
-
FFtabel 2
Leefgebied
Mogelijk aantasting
Nog niet
Nader onderzoek
groeiplaatsen
bekend
muurplanten
zoogdieren Muurplanten
Vleermuizen
FFtabel 3
Foerageergebied
Geen
Nee
-
Vleermuizen
FFtabel 3
Mogelijke
Mogelijk aantasting
Nog niet
Nader
verblijfplaats
verblijfplaatsen
bekend
vleermuisonderzoek
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
21
Geraadpleegde bronnen Literatuur +
+ + +
+ + +
+ +
Creemers R.C.M. & J.J.C.W. van Delft (RAVON) (redactie). 2009. De amfibieën en reptielen van Nederland, Nederlandse Fauna 9. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey Nederland, Leiden. Cuijpers Advies. Concept-rapportage onderzoek en advies Grendelpoort, ’s-Hertogenbosch, november 2012. Delft, Van J.J.C.W. et al. Waarnemingenoverzicht 2009, RAVON 38, jaargang 12, nummer 4, Stichting RAVON, Nijmegen, 2010. Dijkstra, K. D. B. et al., De Nederlandse libellen, Nederlandse Fauna 4, Nederlandse vereniging voor Libellenstudie, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis & European Invertebrate Survey, Nederland, Leiden 2002. Bos, F. et al., De dagvlinders van Nederland, Nederlandse Fauna 7, De Vlinderstichting, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis & European Invertebrate Survey, Nederland, Leiden 2006. Hovens, J.P.M. Flora en Fauna onderzoek Gosewijnstraat te Valkenburg. Aeres Milieu 2010. Korsten, E. en Regelink J.R. Herkennen van potentiële vleermuiswaarden: in het kader van quickscans en andere ecologisch vooronderzoek. Zoogdiervereniging- rapport 2010.44. Zoogdiervereniging, Nijmegen. Limpens, H. et al., Atlas van de Nederlandse vleermuizen, onderzoek naar verspreiding en ecologie, KNNV Uitgeverij, Utrecht, 1997. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Brochure: Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten, 22 februari 2005.
Internet + + + + + + + + + + + + +
Beschermde gebieden: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/googlemapszoek2.aspx, geraadpleegd op 28 februari 2013 http://www.kademurenvalkenburg.nl/flora.htm#thumb www.rijksoverheid.nl www.ravon.nl www.quickscanhulp.nl www.vlinderstichting.nl www.vlindernet.nl waarneming.nl www.telmee.nl www.zoogdiervereniging.nl www.libellennet.nl www.eis-nederland.nl http://portal.prvlimburg.nl/poldigitaal/?segment=6785&maintopic=542&template=segment.div.jspx
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
22
Bijlage 1 Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (bron: Rijksoverheid 2011) De Flora- en faunawet beschermt soorten, niet individuele planten of dieren, om te voorkomen dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit. Doelstelling van de Flora- en faunawet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is het ‘Nee, tenzij’ principe. Dit betekent dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Heel vaak gaan activiteiten en de bescherming van soorten prima samen. Soms is het optreden van schade aan beschermde dieren en planten echter onvermijdelijk. In die situaties is het nodig om vooraf te bekijken of hiervoor een vrijstelling geldt, of dat een ontheffing moet worden aangevraagd. In de Flora- en faunawet geldt een verbod op activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van (ruimtelijke) plannen. Op basis van de onderzoeksplicht (Wro) en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient bij het maken van bestemmingsplannen beoordeelt te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor verlening van een eventuele ontheffing voor de activiteiten in het plan. In 2005 is met het gewijzigde Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten het beschermingsregime versoepeld. Met deze aangepaste regelgeving is niet meer altijd een ontheffing nodig voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte. Voor regulier voorkomende werkzaamheden en ruimtelijke ontwikkelingen geldt nu een vrijstellingsregeling. Voor ruimtelijke ontwikkelingen is in veel gevallen een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet van toepassing. Bij de vrijstellingsregeling zijn twee criteria belangrijk: de zeldzaamheid van de aangetroffen soort en de ingrijpendheid van de werkzaamheden. Hoe zeldzamer de soort en hoe ingrijpender de activiteit, hoe strikter de regeling: + +
+
voor de soorten van FFtabel 1 is geen ontheffing nodig; voor de soorten van FFtabel 2 geldt dat moet worden gewerkt volgens een door de minister goedgekeurde gedragscode. Indien er geen goedgekeurde gedragscode voorhanden is zijn ook de soorten uit FFtabel 2 ontheffingsplichtig; voor soorten van FFtabel 3 moet altijd ontheffing worden aangevraagd. Behalve voor beschermde soorten, geldt deze indeling ook voor hun vaste rust- en verblijfplaatsen.
De zorgplicht uit artikel 2 blijft echter altijd van toepassing op alle in het wild levende planten en dieren en hun directe leefomgeving. Door een wijziging in de wetgeving in 2009 is het voor soorten van de Habitatrichtlijn (bijvoorbeeld vleermuizen en rugstreeppad) en voor vogels niet meer mogelijk een ontheffing te verkrijgen voor ruimtelijke inrichting of ontwikkelingen. Daarnaast geldt voor vogels dat een ontheffing in het kader van “dwingende reden groot openbaar belang” eveneens niet meer mogelijk is.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
23
Natuurbeschermingswet 1998 (bron: Rijksoverheid 2011) De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die als staats- of beschermd natuurmonument zijn aangewezen. Deze juridische status geeft extra bescherming aan bijzonder waardevolle en kwetsbare natuurgebieden. Het belangrijkste onderdeel van de wet is dat er een aparte vergunning nodig is voor activiteiten die mogelijk schadelijk zijn voor het natuurmonument. Het maakt daarbij niet uit waar die activiteiten plaatsvinden, dat kan zowel binnen als buiten het natuurgebied zijn (de zogenaamde 'externe werking'). Op dit moment is ongeveer 300.000 ha natuurgebied aangewezen als staats- of beschermd natuurmonument. In 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet (Nb) 1998 in werking getreden. Daarmee voldoet Nederland aan de eisen van de Europese natuurwetgeving. De wet biedt een beschermingskader voor de flora en fauna binnen de aangewezen beschermde gebieden, de zogenaamde Natura 2000gebieden. Hieronder vallen de speciale beschermingszones volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn, gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), beschermde natuurmonumenten en staatsnatuurmonumenten. De wet bepaalt dat projecten en andere handelingen die de kwaliteit van de habitats kunnen verslechteren of die een verstorend effect kunnen hebben op de soorten, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning. Ook plannen moeten getoetst worden op hun gevolgen voor de Natura 2000gebieden. Dit gebeurt met de habitattoets. De habitattoets is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998. De habitattoets bestaat uit drie onderdelen: + oriëntatiefase (en vooroverleg); + verslechterings- en verstoringstoets; + passende beoordeling. De oriëntatiefase maakt geen deel uit van de in de wet geregelde procedures. In de praktijk is deze stap nodig. Gezamenlijk met het bevoegd gezag wordt bepaald of goedkeuring van het plan nodig is en welke verdere procedure doorlopen moet worden. Afhankelijk van de kans en omvang van de effecten op een Natura 2000-gebied bestaat de vervolgprocedure uit het uitvoeren van een verslechterings- en verstoringstoets, een passende beoordeling of geen enkele toetsing. Indien er geen kans is op negatieve effecten op een Natura 2000-gebied is geen goedkeuring vanwege de Natuurbeschermingswet nodig. Als uit de oriëntatiefase is gebleken dat er kans is op significant negatieve effecten voor het Natura 2000-gebied, dient een passende beoordeling te worden uitgevoerd. Indien uit de passende beoordeling blijkt dat er kans is op een significant negatief effect moet aan de volgende criteria worden voldaan: + er zijn geen alternatieve oplossingen voor het project die minder of geen negatieve effecten hebben voor het Natura 2000-(deel)gebied; + er is sprake van dwingende redenen van groot openbaar belang; + er is voorzien in compenserende maatregelen. Alléén als aan deze voorwaarden wordt voldaan, kan goedkeuring worden verleend. Indien uit de oriëntatiefase is gebleken dat er een kans is op (niet-significante) negatieve effecten, dient een verslechterings- en verstoringstoets te worden uitgevoerd. Met dit onderzoek wordt bepaald: + of deze kans reëel is en + of de verslechtering of verstoring aanvaardbaar is.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
24
Ecologische hoofdstructuur (bron: Rijksoverheid 2011) Natuurgebieden in Nederland zijn erg versnipperd. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) heeft als doel om natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Door verbindingen tussen natuurgebieden te maken, kunnen planten en dieren zich makkelijker verspreiden over meer gebieden. Hierdoor zijn deze gebieden beter bestand tegen negatieve milieu-invloeden. In grotere natuurgebieden kunnen bovendien meer soorten planten en dieren leven. Het doel van het afwegingskader Ecologische Hoofdstructuur is om de EHS als netwerk van natuurgebieden te beschermen tegen negatieve effecten van ruimtelijke ingrepen. Dat betekent niet dat ontwikkelingen zoals woningbouw en bedrijvigheid, verboden zijn. Door het doorlopen van het afwegingskader wordt vastgesteld of, en zo ja, onder welke voorwaarden een ontwikkeling in de Ecologische Hoofdstructuur kan worden toegelaten. De bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur vindt plaats door het nee-tenzij-regime uit de Nota Ruimte. Dit houdt in dat ruimtelijke ingrepen in de EHS met een negatief effect op de EHS in principe niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. De beleidsmatige basis voor het afwegingskader voor de Ecologische Hoofdstructuur is de Nota Ruimte. Daarnaast hebben Rijk en provincies een beleidskader Spelregels EHS opgesteld. Het beleidskader geeft een uitwerking, verduidelijking en aanscherping van de verschillende onderdelen van het afwegingskader. De provincies laten de inhoud van de Spelregels EHS doorwerken in het provinciaal ruimtelijk beleid. De bescherming van de EHS gebeurt via de regelgeving van de ruimtelijke ordening. Het beschermingsregime is onder de Wro door het Rijk vastgelegd in de AMvB Ruimte en werkt via provinciale verordeningen door in gemeentelijke bestemmingsplannen.
Provinciale Ontwikkelingszone Groen (bron: Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2013) Provincie Limburg heeft een provinciale ecologische structuur die naast de bestaande bos- en natuurgebieden ook (zoek)gebieden omvat voor nieuwe natuur en ecologische verbindingszones. De POG is circa 29.000 hectare groot en omvat een belangrijk deel van de ecologische verbindingszones, deels bestaande uit beekdalen met beken met speciaal ecologische waar extra natuurstroken zijn voorzien. De provinciale bosdoelstellingen worden in hoofdzaak in de POG gerealiseerd. Ook voor de overige delen van de POG heeft provincie Limburg een ontwikkelingsgerichte ambitie.
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
25
Bijlage 2 Effectenindicator (Bron: Ministerie Economische Zaken 2013) Ingevuld voor landrecreatie - Natura 2000-gebied Geuldal
Storingsfactor
Verstoring door OppervlakteVerstoring Verstoring Optische Verontreiniging mechanische verlies door geluid door licht verstoring effecten 1 7 13 14 16 17
Beken en rivieren met waterplanten *Pionierbegroeiingen op rotsbodem Zinkweiden Kalkgraslanden *Heischrale graslanden Ruigten en zomen Glanshaveren vossenstaarthooilanden *Kalktufbronnen Kalkmoerassen Veldbies-beukenbossen Beuken-eikenbossen met hulst Eiken-haagbeukenbossen *Vochtige alluviale bossen *Spaanse vlag Beekprik Gaffellibel Geelbuikvuurpad Ingekorven vleermuis Kamsalamander Meervleermuis Rivierdonderpad Vale vleermuis
zeer gevoelig gevoelig niet gevoelig n.v.t. onbekend
Quickscan natuurwaarden, Grendelpoort en Geulpoort te Valkenburg,maart 2013
26
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
BIJLAGE 4 - ADVIES RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
38
1 savename > Retouradres Postbus 1600 3800 BP Amersfoort
Gemeente Valkenburg a/d Geul Burgemeester en Wethouders W. Felder Postbus 998 6300 AZ VALKENBURG (L)
Smallepad 5 3811 MG Amersfoort Postbus 1600 3800 BP Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl Contactpersoon Mw. drs. W.M.M. van Bers T 033 421 74 25 F 033 421 77 99 m.van.bers@ cultureelerfgoed.nl Onze referentie cik 2013 315
Datum Betreft
Advies omgevingsvergunning monumenten (art. 2.1, lid 1, onder f, en 2.26, lid 3, Wabo en art. 6.4, lid 1, onder a, Bor)
Uw adviesaanvraag 5 april 2013 Bijlagen 2 Olo aanvraagnummer -
Gegevens beschermd monument Grendelplein 2 Adres 6301 BS, Valkenburg Postcode/plaats Valkenburg aan de Geul/LI Gemeente/provincie 36768 Monumentnummer
Geacht college,
Op 5 april 2013 vroeg u mij u te adviseren over de voorgenomen wijziging(en) van bovengenoemd monument. U heeft mij daartoe de aanvraag om een omgevingsvergunning toegezonden. Vooruitlopend op deze aanvraag heeft vooroverleg plaatsgevonden met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Mijn advies luidt positief onder de voorwaarde dat tegemoet gekomen wordt aan onderstaande aanbevelingen. Aanbevelingen Het plan aan te vullen met herstelwerkzaamheden voor het historisch materiaal op basis waarvan de mate van vervanging en de wijze van herstel kan worden beoordeeld (technische inspectie, gebrekentekening, werkomschrijving). Hieronder licht ik toe hoe ik tot dit advies ben gekomen. In de bijlagen vindt u de registeromschrijving van het beschermd monument en een overzicht van stukken die ik bij de beoordeling heb betrokken. Het plan Het voorliggende plan betreft het completeren van de grendelpoort.
Pagina 1 van 3
Motivering Met de nieuwe beëindiging van de grendelpoort is het de wens van het gemeentebestuur om nieuwe kwaliteit toe te voegen aan het stadsbeeld van Valkenburg met gebruik van cultuurhistorische waarden. Deze nieuwe kwaliteit kan bijdragen aan het (h)erkennen van Valkenburg als historische vestingstad. Het voorstel leidt niet tot verlies van historisch materiaal maar zal wel van invloed zijn op het beeld van de grendelpoort, de verdedigingswerken en het stadsbeeld.
Onze referentie cik 2013 315
Als gevolg van het completeren zal de herkenbaarheid van de Grendelpoort als verwoest object afnemen. De verwoesting heeft plaatsgevonden in de 17e eeuw waarna deze verschijningsvorm op onderdelen is gewijzigd als gevolg van consolidatie en restauratie. De 17e eeuwse verwoesting is daarmee niet zozeer aanwezig in een authentieke verschijningsvorm als wel in de beleefbaarheid van een toren zonder top. Deze historische laag is van betekenis voor onze vaderlandse geschiedenis. Vanuit dat oogpunt hecht ik er belang aan dat dit afleesbaar blijft voor bezoekers en inwoners van Valkenburg. In het ontwerp bent u hieraan tegemoet gekomen door de toevoegingen ten tijde van de consolidatie en restauratie te verwijderen en vanaf dat punt de completering te realiseren waarbij een terugliggende voeg als bouwnaad herkenbaar zal blijven. Het grillige karakter van de bouwnaad draagt in belangrijke mate bij aan het verhaal. De completering is daarmee herkenbaar als een nieuwe historische laag waarmee de beleefbaarheid van de 17e eeuwse geschiedenislaag niet verloren gaat. De ensemblewaarde van de 14e eeuwse verdedigingswerken van Valkenburg is momenteel aanwezig in het historisch materiaal (mergel). Als gevolg van de verwoesting is deze materiele samenhang tussen muren, torens en poorten niet overal meer zichtbaar. Uw voorstel vergroot de zichtbaarheid en de herkenbaarheid van het gebouw als poort als onderdeel van de vestingwerken. Het voorgestelde materiaalgebruik in mergel versterkt de samenhang met de overige restanten van de vestingwerken, de berkelpoort, de stadsmuur, het kasteel en uw voornemen voor de geulpoort. Het voorstel onderscheid zich van de straatwanden in bouwmassa, materialen en afwerking en zal daardoor niet gaan concureren met het straatbeeld. Naast het materiaal en de geleding adviseer ik in de detaillering een zekere rust, soberheid en kracht te realiseren waardoor het zich onderscheid van de omliggende typen gebouwen (woonhuizen). Dit is tevens van belang voor een juiste historische interpretatie van de nieuwe verschijningsvorm. Herstelwerkzaamheden maken geen onderdeel uit van deze aanvraag. In het belang van de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het rijksmonument adviseer ik de nieuwe toevoeging te combineren met het herstel van het historisch materiaal. Gezien de ouderdomswaarde is het van groot belang om dit op een terughoudende wijze uit te voeren. Om deze werkzaamheden te beoordelen adviseer ik u het plan te laten aanvullen met een technische inspectie, een gebrekentekening en een werkomschrijving zodat inzicht wordt verkregen in de mate van herstel en de wijze van vervanging. U kunt hiervoor advies inwinnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Pagina 2 van 3
Vragen Mocht u nog vragen hebben over de inhoud van dit advies, dan kunt u contact opnemen met de contactpersoon die in het briefhoofd vermeld staat.
Onze referentie cik 2013 315
Afschrift en tekeningen Graag ontvang ik een afschrift van het ontwerpbesluit en te zijner tijd een afschrift van uw definitieve besluit met de bijbehorende stukken. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze, consulent architectuurhistorie
mw. drs. W.M.M. (Mieke) van Bers Bijlagen: • Registeromschrijving • Overzicht geraadpleegde stukken
Pagina 3 van 3
Monumentnummer
cik 2013 315 Grendelplein 2 6301 BS, Valkenburg Valkenburg aan de Geul/LI 36768
Medeparaaf
Eindparaaf
Behoort bij Adres Postcode/plaats Gemeente/provincie
Datum Brief opgesteld door Doorboeken in DocMan
W.M.M. Bers ja
Afschriften aan Pandsdossier Steunpunten Limburg Overig m. van de bovenkamp, rob smouter, jon van rooijen
Pagina 1 van 1
36-012-ro-v3-4
16 september 2013
GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RESTAURATIE GRENDELPOORT
BIJLAGE 5 - ADVIES ARCHEOLOOG DRS. A.M.I. VAN WAVEREN
CUIJPERS ADVIES PROJECTBUREAU RUIMTELIJKE ONTWIKKELING B.V.
39