Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld Inventarisatie van bestaand gemeentelijk dementiebeleid in de regio Zuidoost-Brabant aan de hand van de Dementieproofmeter
Hilde Stoop Tilburg, april 2010
Colofon Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld is een uitgave van Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, maart 2010 Datum : 15 april 2010 Auteur : Hilde Stoop Referentie : hist-C04035-1003e10 Dit rapport is digitaal op te vragen via
[email protected], met vermelding van de titel van deze publicatie. De activiteiten van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie worden (mede) mogelijk gemaakt door subsidie van de provincie Noord-Brabant.
Inleiding Mensen met dementie en hun mantelzorgers (familieleden en anderen waarmee de patiënt een persoonlijke sociale relatie heeft, zoals vrienden, kennissen en buren) zijn een zeer kwetsbare groep burgers. Dementie In de provincie Noord-Brabant wordt de prevalentie van mensen met dementie in 2010 geschat op 32.000. In 2015 op 37.000, in 2020 op 42.000 en in 2030 op 54.500 inwoners met dementie. Hiervan woont 70% van de mensen met dementie thuis. Op dit moment wordt de groep alleenstaande mensen met dementie geschat op 30% van deze populatie. Dit percentage zal in de toekomst verder oplopen tot 50%. De twee meest voorkomende vormen van dementie zijn de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie. Dementie is een sluipende niet te genezen ziekte met een progressief verloop. Verschijnselen van dementie zijn: stoornissen in het geheugen (verminderd vermogen om nieuwe informatie op te nemen en desoriëntatie) en een of meer van de volgende cognitieve stoornissen: afasie, apraxie, agnosie en een stoornis in plannen maken, organiseren, abstract denken. Zeker in de beginperiode worden de eerste ziekteverschijnselen, zoals toenemende vergeetachtigheid, vermindering van activiteit en minder spontaan worden, vaak niet door de omgeving én de patiënt als zodanig herkend en erkend. De gemiddelde ziekteduur ligt tussen de 6 tot 8 jaar. Doch 10 jaar of langer is geen uitzondering. Door de hogere levensverwachting van de bevolking in Nederland neemt de ziekteduur bij dementie nog steeds toe. Dementie behoort samen met angst en depressie tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen bij ouderen boven de 60 jaar. Alzheimer Nederland gaat voor de komende jaren uit van ongeveer 30.000 nieuwe gevallen van dementie per jaar. Het aantal patiënten dat op jongere leeftijd (jonger dan 65 jaar) aan dementie lijdt, blijft de komende jaren nagenoeg constant (tussen de 10.000 en 12.000). Dementiepatiënten leven gemiddeld zo’n acht jaar met de ziekte. Van die acht jaar wonen zij gemiddeld zes jaar thuis en twee jaar in vooral verpleeg- en verzorgingshuizen. Een aanzienlijk aantal mensen met dementie blijft echter ook tot het einde aan toe thuis wonen. Dementie staat in de top drie van ziekten die voor de patiënt het meeste verlies van kwaliteit van leven veroorzaken. Bovendien is dementie een ziekte die grote impact heeft op de naaste omgeving van de patiënt. Bron: Leidraad Ketenzorg Dementie Een hulpmiddel voor de ontwikkeling van ketenzorg dementie, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Zorgverzekeraars Nederland, Alzheimer Nederland en ActiZ, mei 2009
Mantelzorgers van mensen met dementie Het leeuwendeel van de zorg, begeleiding en toezicht wordt door de mantelzorgers, vaak partners en kinderen, geboden. Alleenstaande ouderen met dementie - waaronder veel vrouwen - vallen vooral terug op (schoon)dochters. 40% van de mantelzorgers is tussen 45-65 jaar en 40% is ouder dan 65 jaar. Oudere partners zijn vaak de enige mantelzorger (85%). Bij zorgende kinderen en andere familieleden wordt de zorg vaker verdeeld.
Vaak zijn mantelzorgers zowel fysiek (vaak een 24-uurs zorgtaak), psychisch als sociaal zwaar belast. Dementie is niet alleen een zeer ingrijpende aandoening voor de patiënt maar ook voor de mantelzorger. Zo moet men leren omgaan met de gevolgen van de ziekte, het veranderende gedrag en de veranderingen in de persoonlijkheid van de patiënt, de toenemende afhankelijkheid van de patiënt en het verlies van een dierbare. Depressie, burn-out en stress komen veel voor. Ook medicijngebruik en het aantal doktersbezoeken ligt driemaal hoger in vergelijking met leeftijdsgenoten. Veel mantelzorgers kampen met sociaal isolement. Overbelasting van de mantelzorgers is vaak de reden voor definitieve opname van de persoon met dementie. Mantelzorgers vormen de ruggengraat in de zorg voor mensen met dementie. Ondersteuning en begeleiding zijn daarom essentieel en de noodzaak daartoe zal in de toekomst alleen maar toenemen. Ook in het licht van het (te verwachten) personeelstekort, onder andere door de toenemende vergrijzing en ontgroening. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau zijn er gemiddeld drie mensen betrokken bij zorg van iemand met dementie. Dat betekent dat op dit moment meer dan een miljoen mensen te maken hebben met dementie. 78% van de mantelzorgers is overbelast of loopt een groot risico op overbelasting (bron: Nivel, 2007) en depressie. Deze mantelzorgers hebben vanwege deze (over)belasting adequate en professionele begeleiding nodig. Bij overbelasting wordt een groter beroep gedaan op gezondheidszorgvoorzieningen. Bron: Leidraad Ketenzorg Dementie Een hulpmiddel voor de ontwikkeling van ketenzorg dementie, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Zorgverzekeraars Nederland, Alzheimer Nederland en ActiZ, mei 2009
Dementie en rol van de gemeente Bij het voortschrijden van het dementeringsproces heeft de mens met dementie een toenemende behoefte aan ondersteuning, begeleiding, toezicht, hulp en zorg van anderen. Ook de behoeften aan ondersteuning, begeleiding en respijt bij de mantelzorger(s) wordt naarmate de zorgbelasting toeneemt steeds groter. Een goed zorg- en voorzieningenniveau voor mensen met dementie en hun mantelzorg kan en wordt binnen de huidige regelgeving niet alleen binnen de AWBZ en door de AWBZ-sector vormgegeven. Juist de gemeente, met name door de invoering van de Wmo, is zeer bepalend voor de kwaliteit van leven en zorg voor thuiswonende mensen met dementie (70% van de populatie, van wie bijna de helft zonder partner of inwonend familielid) en hun mantelzorgers. Provinciale inventarisatie van bestaand gemeentelijk dementiebeleid Om zicht te krijgen op het door de gemeenten in Brabant gevoerd beleid dat ten goede komt aan de behoeften van de doelgroep dementie heeft de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie het initiatief opgepakt om dit binnen Brabant te inventariseren. Het eindresultaat biedt ook elke gemeente inzicht in waar zij staat in vergelijking met andere gemeenten en kan zij te weten komen waar al meer know how aanwezig is, waar zij mogelijk van gebruik zou kunnen gaan maken. Ook kan inzicht in bestaand eigen beleid en dat van anderen gemeenten stimuleren tot meer samenwerking op het gebied van dementiebeleid.
De vraag is welk beleid, gericht op mensen met dementie en hun mantelzorgers, door de Brabantse gemeenten anno 2010 wordt gevoerd en hoe dit beleid wordt vormgegeven. Subvragen hierbij zijn: Waar zetten gemeenten op in om de kwaliteit van leven voor de doelgroep te behouden? Welke typen voorzieningen bieden de Brabantse gemeenten in 2010 aan de doelgroep? In hoeverre is er sprake van diversiteit in de voorzieningen die de gemeente aan de doelgroep biedt? Welke beleidsvoornemens hebben de gemeenten voor de toekomst indien zij op bepaalde onderdelen van gewenst dementiebeleid nu nog geen beleid hebben? Om het bestaand gemeentelijk dementiebeleid in Brabant in kwalitatieve zin in beeld te brengen heeft een werkgroep1 van de Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie in 2009 de Dementieproofmeter ontwikkeld. Dit wordt als instrument gebruikt voor de inventarisatie. De Dementieproofmeter is eind 2009 en nogmaals met een herinneringsbrief in januari 2010, naar alle Wmo-wethoudersen ambtenaren van alle Brabantse gemeenten gestuurd, met het verzoek om mee te werken aan de inventarisatie. In deze rapportage worden de resultaten van deze inventarisatie gepresenteerd. Opbouw van de rapportage Hoofdstuk 2 geeft informatie over het instrument Dementieproofmeter, gebaseerd op het Behoefteprofiel Dementie en de mogelijke gemeentelijke verantwoordelijkheden in relatie tot de zeer kwetsbare groep burgers met dementie en hun mantelzorgers, specifiek in het kader van de Wmo. Vanaf hoofdstuk 3 t/m hoofdstuk 12 worden de resultaten van de inventarisatie gepresenteerd, ingedeeld naar de volgende thema’s: Sociale kaart en Wmo-loket. (Zoals) thuis blijven wonen. Subsidie vrijwilligersinzet. Emotionele ondersteuning en lotgenotencontact. Mantelzorg geven en vrijstelling van betaald werk aannemen/doen. Opvang/respijt. Wmo-voorzieningen met indicatie. Dementieconsulent. Gemeente en zorgkantoor. Hoe de gemeenten scoren op de Dementieproofmeter komt in hoofdstuk 13 aan bod. Tot slot wordt in hoofdstuk 14 een samenvatting gegeven.
1
Werkgroepsamenstelling: Monique van Irsel (Alzheimer Nederland, afdeling West-Brabant) Eric Dirkx (RIGOM) Martin van Gennep (Avans Hogeschool) Josée Verbaken (Alzheimer Nederland, afdeling regio ’s-Hertogenbosch) Serge Roufs (GGzE) Hilde Stoop (Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie)
Inhoudsopgave 1
De Dementieproofmeter en de prevalentie in Zuidoost-Brabant 2010 - 2030 .............................................................................................. 1
1.1
De Dementieproofmeter ............................................................................. 1
1.2
De prevalentie dementie en mantelzorgers van mensen met dementie in Zuidoost-Brabant 2010 – 2030 ................................................................ 4
2
Respons ................................................................................................... 7
2.1
Sociale kaart en Wmo-loket ........................................................................ 7
3
(Zoals) thuis blijven wonen ....................................................................... 11
4
Subsidie vrijwilligersinzet.......................................................................... 15
5
Emotionele ondersteuning en lotgenotencontact .......................................... 19
6
Mantelzorg geven en vrijstelling van betaald werk aannemen/doen............... 21
7
Opvang/respijt ........................................................................................ 23
8
Wmo-voorzieningen met indicatie .............................................................. 25
9
Dementieconsulent .................................................................................. 27
10
Gemeente en zorgkantoor......................................................................... 29
11
Dementieproofmeterscore van de gemeenten in Zuidoost-Brabant ................. 31
11.1
Inleiding ................................................................................................. 31
11.2
Scoreberekening...................................................................................... 31
11.3
Rangorde Dementieproofmeter .................................................................. 32
Samenvatting...................................................................................................... 33 Bijlage 1
Dementieproofmeter ............................................................................. 1
Bijlage 2
Resultaten van de responsgroep ............................................................. 3
Publicatielijst 2010................................................................................................. 5
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
1
De Dementieproofmeter en de prevalentie in Zuidoost-Brabant 2010 - 2030
1.1
De Dementieproofmeter
Bij het opstellen van de Dementieproofmeter is het Behoefteprofiel Dementie (Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie/2008) allereerst als uitgangspunt genomen. Deze geeft inzicht in de diversiteit van de behoeften van de mensen met dementie en hun mantelzorgers. Vanuit dit behoefteprofiel is gekeken naar wie (wettelijk) verantwoordelijk zou kunnen zijn om deze behoeften te beantwoorden, indien de doelgroepleden dat niet zelf (of met hun eigen omgeving) kunnen. De meest urgente behoeften van thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers (zonder rangorde) zijn: Informatie over ziektebeeld en verloop van de ziekte (inclusief informatie en voorlichting over het ouder worden en het geheugen). Informatie en advies over zorg- en hulpmogelijkheden. Cliëntsysteembegeleiding (consultatie, advies, emotionele begeleiding, bemiddeling, (zorg-)coördinatie). Psycho-educatie. Ontmoeting en lotgenotencontact. Praktische hulp en/of respijt. Opvang, begeleiding. Toezicht.
Op de volgende twee pagina’s wordt een overzicht gegeven van de behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers (het Behoefteprofiel Dementie) en wie verantwoordelijk kan zijn voor beantwoording van deze behoeften gedurende het dementeringsproces. De Dementieproofmeter bestaat uit een lijst van 20 items, met uit vanuit vragersperspectief gewenste gemeentelijke voorzieningen en/of gemeentelijke maatregelen of inzet. De items sluiten aan bij de taken en verantwoordelijkheden van een gemeente. Met name is de taakstelling binnen de Wmo hierbij richtinggevend geweest. De meeste items in de Dementieproofmeter hebben betrekking op voorzieningen die niet door de AWBZ of zorgverzekering geboden kunnen worden, maar wel in het kader van de Wmo en Wet werk- en inkomen in het gemeentelijk beleid opgenomen kunnen zijn of worden. Daarnaast zijn ook de volgende thema’s in de randvoorwaardelijke sfeer, waarop een gemeente beleid kan voeren, in de Dementieproofmeter opgenomen: De leefbaarheid en thuis kunnen blijven wonen in de eigen wijk/kern of gemeente. Mantelzorg mogelijk (blijven) maken. Samenwerking en afstemming met Zorgkantoor in relatie tot Ketenzorg Dementie. N.B. Deze Dementieproofmeter geeft in kwalitatieve zin een beeld van de mate van diversiteit van de beleidsdoelen en –resultaten in de gemeente. Echter de Dementieproofmeter geeft nog geen antwoord in hoeverre bepaald gemeentelijk aanbod voldoet aan de kwantitatieve vraag. Dit vraagt per gemeente om nader onderzoek.
▪1▪
▪2▪
Schema 1
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers en wie verantwoordelijk kan zijn voor beantwoording van deze behoeften2
Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers 1. Informatie en voorlichting
1. Voor de diagnose3
2. Diagnosefase
3. Manifeste fase thuis
Informatie en voorlichting Meldpunt Educatie en scholing (niet regulier) Ontmoeting Lotgenotencontact Ontspanning
2. Participatie Sociale dagopvang Sociale dagopvang en toezicht Belangenbehartiging Burgerparticipatie en beleidsontwikkeling 3. Specifieke preventie
4. Wonen
5. Financiële/ administratieve hulpverlening
Bemoeizorg Aangepaste woonomgeving Fysieke woningaanpassing Veiligheidstechniek in de woning (Verpleeg-) hulpmiddelen Aangepaste woonvorm4 Adviserende en administratieve hulpverlening Financiële tegemoetkoming Inkomensondersteuning Consultatie en advies Bemiddeling
6. Het verkrijgen van voorzieningen op maat
Indicatie en toewijzing van individuele Wmovoorzieningen Indicatie van toewijzing van AWBZfuncties Indicatie voor verkrijgen van materiële/ financiële hulp Regie en coördinatie Cliënt(-systeem) ondersteuning
2
3 4
Geraadpleegde bronnen: Hilde Stoop, Marjo Lahaije en Myra Lennarts: Het vormgeven aan maatschappelijke ondersteuning, Deel 1. Behoefteprofielen en Deel 2. Kiezen met zorg! Wat zou de gemeente voor de Wmo kunnen bieden? Gemeente Tilburg en Zet, 2007. Ook wel de ‘niet-pluis’ fase genoemd. AWBZ-verblijfsvormen passen bij de beantwoording van behoeftecategorie 13.
opname
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers 7. Mobiliteit
Individuele vervoers-/ verplaatsingshulpmiddelen Aangepast vervoer buitenshuis Haal- en brengservicediensten
8. Service
Servicediensten thuis
1. Voor de diagnose
2. Diagnosefase
▪3▪
3. Manifeste fase thuis opname
Overige servicediensten Ondersteuning bij bereiding van de maaltijd 9. Voeding
Maaltijdlevering thuis Eetpunt Screening en diagnostiek
10. Screening, diagnostiek en behandeling
Behandeling Crisisinterventie Steun en hulp van mantelzorg Begeleiding en ondersteuning van mantelzorg
11. Steun en hulp van mantelzorg
Verlichting van zorgtaken Financiële ontlasting Ontheffing van inkomensverwerving Ondersteunende begeleiding en behandeling5 Huishoudelijke hulp
12. Zorg en thuis wonen
Persoonlijke verzorging Verpleging Activerende begeleiding en behandeling (dagstructurering en activering)6
13. Onzelfstandig wonen
Tijdelijk verblijf Langdurig verblijf
Mogelijke financieringskaders voor beantwoording van de behoeften Privaat Wmo Zorgverzekeringswet (eventueel in aanvullend pakket) AWBZ Wet werk en bijstand/Belastingwetgeving
5
6
Beantwoording valt binnen de AWBZ-functie Begeleiding en Behandeling. Dagopvang en huiskamerproject zijn mogelijke antwoorden passend bij behoeftecategorie participatie, sociale opvang (met toezicht). Beantwoording valt binnen de AWBZ-functie Begeleiding en Behandeling.
▪4▪
1.2
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
De prevalentie dementie en mantelzorgers van mensen met dementie in Zuidoost-Brabant 2010 – 2030
In het volgend overzicht wordt per gemeente de prevalentieschatting weergegeven van mensen met dementie in de periode 2010 – 2030. Dit is exclusief de nietgediagnosticeerden. De berekening van de prevalentie is gebaseerd op de prevalentiecijfers per vijfjarige leeftijdsklassen, voorkomend uit het ERGO-onderzoek. Prevalentie of aantal mensen met dementie 40+7
2010
2015
2020
2030
Asten
212
264
323
471
Bergeijk
245
320
379
498
Best
291
356
437
602
Bladel
248
326
408
556
Cranendonck
312
393
468
632
Deurne
382
465
534
681
Eersel
242
321
392
496
3051
3293
3467
3969
Geldrop-Mierlo
521
622
714
922
Gemert-Bakel
336
410
488
669
Heeze-Leende
258
319
360
432
Helmond
913
1024
1156
1559
Laarbeek
301
379
431
566
Nuenen
261
323
393
520
Oirschot
231
265
303
417
Reusel - De Mierden
154
191
226
320
Someren
221
264
309
395
Son en Breugel
243
298
334
367
Valkenswaard
450
522
596
729
Veldhoven
574
732
849
1094
Waalre
257
293
325
367
Eindhoven
70% van de groep mensen met dementie woont ‘gewoon’ thuis! Het leeuwendeel van de zorg komt op de schouders van de mantelzorger terecht. Veelal partners en (schoon-)dochters. Per persoon met dementie wordt het mantelzorgnetwerk, van personen die direct met de zorg van de persoon met dementie betrokken zijn, minimaal geschat op drie personen. In het volgend overzicht wordt op basis hiervan per gemeente de schatting van het aantal mantelzorgers dat in de zorg van mensen met dementie betrokken is gepresenteerd. 7
Bron: Factsheet: Gemeente: dementie ook uw zorg! Facts & Figures 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, 2009, Tilburg
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Aantal mantelzorgers dementie8
▪5▪
2010
2015
2020
2030
Asten
636
792
969
1413
Bergeijk
735
960
1137
1494
Best
873
1068
1311
1806
Bladel
744
978
1224
1668
Cranendonck
936
1179
1404
1896
1146
1395
1602
2043
726
963
1176
1488
Eindhoven
9153
9879
10401
11907
Geldrop-Mierlo
1563
1866
2142
2766
Gemert-Bakel
1008
1230
1464
2007
Heeze-Leende
774
957
1080
1296
Helmond
2739
3072
3468
4677
Laarbeek
903
1137
1293
1698
Nuenen
783
969
1179
1560
Oirschot
693
795
909
1251
Reusel - De Mierden
462
573
678
960
Someren
663
792
927
1185
Son en Breugel
729
894
1002
1101
Valkenswaard
1350
1566
1788
2187
Veldhoven
1722
2196
2547
3282
771
879
975
1101
Deurne Eersel
Waalre
8
Bron: Factsheet: Gemeente: dementie ook uw zorg! Facts & Figures 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, 2009, Tilburg
▪6▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
2
Respons
Eind november 2009 zijn de Wmo-wethouders en hun ambtenaren van de 68 Brabantse gemeenten verzocht om deel te nemen aan de inventarisatie. Begin januari 2010 is nogmaals een herinneringsverzoek verstuurd. In januari heeft de SRE de gemeenten in haar werkgebied mede opgeroepen om aan de inventarisatie deel te nemen. Daarnaast zijn ambtenaren van gemeenten, waarvan eind januari nog geen respons ontvangen was, via onze contacten met Alzheimerafdelingen en RDO-projectleiders, persoonlijk benaderd met het verzoek tot deelname. Op 12 maart 2010 is van alle 21 gemeenten uit Zuidoost-Brabant de ingevulde Dementieproofmeter ontvangen. Hiermee komt de respons op 100%. Respons ingedeeld naar grootte per gemeente wordt hieronder gepresenteerd. Inwonersaantal
≤ 10.000
Aantal gemeenten 0
10.001 - ≤ 30.000
15
30.001 - ≤ 50.000
4
50.001 - ≤ 100.000
1
>100.000
1
De Dementieproofmeter is ingevuld door de beleidsambtenaar Wmo van de betreffende gemeente, al dan niet met hulp van collega’s van bijvoorbeeld Sociale Zaken en/of Wmo-loket.
2.1
Sociale kaart en Wmo-loket
Velen van de doelgroep dementie weten niet welke ondersteuning en hulp mogelijk is en waar men daarvoor terecht kan. De weg vinden wordt vaak ervaren als het verdwalen in een doolhof. Een actuele sociale kaart dementie is onmisbaar, zowel voor vragers als verwijzers. In het bijzonder voor de medewerkers van Wmo-loketten en overige informatiepunten. Deze sociale kaart dient op een eenvoudige wijze zelfstandig te raadplegen zijn, bijvoorbeeld via internet. Binnen deze doelgroep is ook een print- of drukversie gewenst. Om de vraag achter de vraag goed helder te krijgen, dienen medewerkers van het Wmo-loket voldoende kennis te hebben van dementie en mantelzorg(problematiek), zodat zij ook goed in staat zijn om informatie en advies te geven en toe te leiden tot bij de vraag passende voorzieningen. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstelling van prestatieveld 3 van de Wmo.
▪7▪
▪8▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
3
Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning
Informatie Advies Cliëntondersteuning
In tabel 1 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
Tabel 1
Sociale kaart en Wmo-loket Bestaand beleid
1
2
3.a 3.b
4
9
Uw gemeente kent/heeft een actuele sociale kaart dementie opgebouwd vanuit vragersperspectief met het aanbod in uw gemeente en in de eigen regio. Toelichting: Met vanuit vragersperspectief wordt bedoeld dat de behoeften van de doelgroep ‘mensen met dementie en hun mantelzorgers’ de ingang voor het zoeken naar een passend aanbod vormen. Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland. Uw gemeentelijke sociale kaart dementie wordt als printversie breed binnen uw gemeente verspreid. Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is digitaal te raadplegen. (Bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite, speciale website met sociale kaart.) In uw gemeente zijn de (Wmo)loketmedewerkers geschoold met betrekking tot dementie, inclusief de bejegening van de mensen met dementie en hun mantelzorgers.
Plannen
4
3
Geen plannen
14
1
2
18
2
3
16
59
1
15
7
1
13
Vijf gemeenten geven aan dat zij wel een digitale sociale kaart hebben. Vier van deze vijf gemeenten geven aan dat deze sociale kaart vanuit vragersperspectief is opgebouwd.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Actuele sociale kaart Dementie Vier gemeenten (19%) geven aan dat zij over een actuele sociale kaart, opgebouwd vanuit vragersperspectief kennen of hebben. Drie gemeenten zijn dit van plan. 67% heeft nog geen plannen om een sociale kaart dementie vanuit vragersperspectief te gaan invoeren. Kaart 1
Gemeenten met een actuele sociale kaart dementie opgebouwd vanuit vragersperspectief (groen) of die van plan zijn dit te gaan doen (geel)
Printversie en digitale versie Twee gemeenten (Asten en Geldrop-Mierlo) geven aan dat de sociale kaart dementie zowel digitaal als in een printversie te raadplegen is. Zij geven ook aan dat zij een actuele sociale kaart, opgebouwd vanuit vragersperspectief kennen of hebben. Een gemeente (Asten) geeft aan dat deze sociale kaart door de regionale Alzheimerafdeling getoetst en goedgekeurd is. Vijf gemeenten geven aan dat de sociale kaart Dementie wel digitaal te raadplegen is. (Asten, Geldrop-Mierlo, Laarbeek, Reusel-De Mierden en Valkenswaard) Dementie geschoolde Wmo-medewerkers Bij 1/3 van de gemeenten zijn de medewerkers van het Wmo-loket geschoold met betrekking tot dementie.
▪9▪
▪ 10 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
3
(Zoals) thuis blijven wonen
70% van de mensen met dementie woont thuis. Mantelzorg geven betekent vaak een zware belasting, zeker als het dementeringsproces al gevorderd is. Zowel mensen met dementie als hun mantelzorgers verkeren vaak in een sociaal isolement. Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder andere: Taboes rondom dementie. Onbekendheid met hoe om te gaan met dementie. Onbegrip ervaren in de omgeving en Bijvoorbeeld als mantelzorger de persoon met dementie niet alleen durven laten of niet mee willen of durven nemen. Door het meer inzetten op het vergroten van het sociale netwerk rondom het cliëntsysteem en het realiseren van maatschappelijke steunsystemen in de eigen buurt of wijk, kan sociaal isolement verbroken worden, participatie bevorderd worden en zeker ook de mantelzorger ontlast worden. Tijdelijke ontlasting van zorgtaken en tijd voor zichzelf kunnen hebben, wordt voor de zwaar belaste mantelzorger steeds meer noodzakelijk om overeind te kunnen blijven. Dit vraagt om respijtzorg. In de thuissituatie zou dit door leden van het sociaal netwerk of door vrijwilligers geboden kunnen worden. Respijtzorg in de vorm van een dagopvangvoorziening of een logeervoorziening wordt het liefst in de eigen buurt, wijk of kern gewenst. Voor het verlichten van zorgtaken voor de mantelzorger en het beperken van de vraag naar fysiek toezicht, kunnen domoticavoorzieningen in de eigen woning ingezet worden. Mits hiervoor de (technologische) infrastructuur aanwezig is of eenvoudig kan worden gerealiseerd. Mede door deze voorzieningen, met als functie alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring, kan de mens met dementie (ook de alleenstaande) langer in zijn eigen thuissituatie blijven wonen. Indien thuis blijven wonen niet meer mogelijk is, zijn aangepaste woonzorgvormen nodig, zoals kleinschalig wonen (groepswoning met kleinschalige zorg) of woonzorgcomplexen met mogelijkheden voor 24-uurszorg en toezicht voor mensen met dementie. Het liefst in de eigen buurt, wijk of kern. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstelling van prestatieveld 1 van de Wmo en het leefbaarheidbeleid. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
1
Het bevorderen van de sociale sa menhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten
Bevorderen van sociale samenhang Bevorderen van leefbaarheid Veilige en toegankelijke woningen en openbare ruimte Stimuleren van burgerinitiatieven
In tabel 2 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
▪ 11 ▪
▪ 12 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Tabel 2
(Zoals) thuis blijven wonen Bestaand beleid
15
18
19
20
Uw gemeente bevordert een goede leefbaarheid voor thuiswonende mensen met dementie zodat zij zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en functioneren met stimuleringsgelden gericht op het versterken van sociale netwerken en het realiseren van maatschappelijke steunsystemen. Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van respijtvoorzieningen, specifiek voor mensen met dementie, zoals dagopvang, logeermogelijkheden (logeerhuis) of een ontmoetingshuis-/centrum. Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van woonzorgvormen specifiek voor mensen met dementie, zoals kleinschalig wonen. Uw gemeente stelt bij het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.
Plannen Geen plannen
14
4
3
7
5
9
12
1
8
4
3
11
Van de 21 gemeenten voert 67% beleid om de leefbaarheid voor thuiswonende mensen met dementie te bevorderen door met stimuleringsgelden de sociale netwerken te versterken en maatschappelijke steunsystemen te realiseren en drie gemeenten hebben hier nog geen plannen voor.
Kaart 2
Gemeenten die een goede leefbaarheid voor huiswonende mensen met dementie bevorderen met stimuleringsgelden gericht op het versterken van sociale netwerken en maatschappelijke steunsystemen (groen) of die dit van plan zijn (geel)
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Van de gemeenten, die hierop reeds beleid voeren (n = 14): Zetten vijf gemeenten zich actief in om locaties te vinden voor respijtvoorzieningen en twee gemeenten zijn dit ook van plan. Zetten negen gemeenten zich actief in om locaties te vinden voor zorgwoonvormen, specifiek voor mensen met dementie en is een dit van plan. Kaart 3
Gemeenten die zich actief inzetten om locaties voor respijtvoorzieningen te vinden, specifiek voor mensen met dementie, (groen) of van plan zijn dit op te pakken (geel)
Kaart 4
Gemeenten die actief inzetten om locaties voor het realiseren van woonzorgvormen voor mensen met dementie te vinden (groen) of van plan zijn dit op te pakken (geel)
19 % van de gemeenten stelt het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.
▪ 13 ▪
▪ 14 ▪
Kaart 5
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Gemeenten die eisen stellen aan de (technologische) infrastructuur bij het afgeven van bouwvergunningen voor woningen en wooncomplexen, specifiek voor ouder wordende inwoners, (groen) of dit van plan zijn te gaan doen (geel)
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
4
Subsidie vrijwilligersinzet
Vrijwilligerswerk vormt een onmisbaar deel van ‘de civil society’. De vrijwilliger draagt bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen. Ook voor de mensen met dementie en hun mantelzorgers kunnen zij een grote rol spelen in het ‘mee’ (kunnen blijven) doen. Ondersteuning van vrijwilligerswerk Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstelling aan van prestatieveld 4 van de Wmo. Ondersteuning van vrijwilligerswerk is de vijfde taakstelling binnen het prestatieveld 4: het realiseren van randvoorwaarden zodat vrijwilligers en – initiatieven met als doel het versterken van de civil society en participatie en/of het bieden van praktische (thuis-) hulp aan kwetsbare burgers hun diensten optimaal kunnen aanbieden. Door: Het bieden van professionele ondersteuning en coördinatie. Het mogelijk maken (om tegen geringe kosten) gebruik te maken van locaties en materiële hulpmiddelen. Het bieden van een financiële tegemoetkoming ter bestrijding van de kosten die gepaard gaan met het uitvoeren van vrijwilligerswerk (subsidie/onkostenvergoeding). Door middel van het ondersteunen van vrijwilligers kan de gemeente er mede voor zorgen dat er een goed informeel aanbod van zorg-, welzijns- en gemaksdiensten aangeboden worden. Voorbeelden van instrumenten van de lokale overheid Ondersteunen, faciliteren en subsidiëren van vrijwilligers (organisaties), die actief zijn op het terrein van educatie, recreatie, sport en zorg. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
4
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
Praktische ondersteuning Emotionele ondersteuning Advies Bemiddeling Ondersteunen van vrijwilligerswerk
In tabel 3 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
▪ 15 ▪
▪ 16 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Tabel 3
Subsidie vrijwilligersinzet Bestaand beleid
5
6
10
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers: a. praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun mantelzorgers; b. bewegings- en ontspanningsactiviteiten bieden aan/begeleiden van thuiswonende mensen met dementie; c. oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligersen belangenbehartigersorganisatie) financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten die aan uw burgers geboden worden. Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie.
Plannen
20
1
11
10
14
7
3
17
17
1
Subsidie vrijwilligersinzet Op een na (Oirschot) financieren alle gemeenten organisaties die met vrijwilligers praktische hulp in de thuissituatie bieden.
Kaart 6
Geen plannen
Gemeenten die financiële steun of subsidie bieden aan organisaties die met vrijwilligers bewegings- en ontspanningsactiviteiten doen (groen)
3
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Kaart 7
Gemeenten die financiële steun of subsidie bieden aan organisaties die met vrijwilligers oppasdiensten bieden (groen)
Financiële ondersteuning Alzheimerafdeling Slechts drie gemeenten (Eersel, Helmond en Reusel-De Mierden) bieden financiële ondersteuning aan de Alzheimerafdeling voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten. Deze gemeenten geven ook financiële steun aan de Alzheimerafdeling voor de uitvoering van een Alzheimercafé. 81% biedt financiële steun aan organisaties die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren voor de doelgroep. Kaart 8
Gemeenten die financiële steun geven voor lotgenotencontact voor de dementiedoelgroep (groen) of dit van plan zijn (geel)
▪ 17 ▪
▪ 18 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
5
▪ 19 ▪
Emotionele ondersteuning en lotgenotencontact
Het ervaren van herkenning, erkenning en het ontvangen van emotionele ondersteuning zijn voor zowel mensen met dementie als de mantelzorger belangrijk. Een zeer laagdrempelig antwoord op deze behoeften vormt het Alzheimercafé. Ook doelgroepleden in de ‘niet-pluis’-fase kunnen hier terecht. Het Alzheimercafé wordt georganiseerd door de Alzheimerafdeling. Een deel van de mantelzorgers heeft duidelijk behoefte aan frequent lotgenotencontact bijvoorbeeld in de vorm van gespreks- of ondersteuningsgroepen. In deze lotgenotencontactmomenten ervaren zij veel emotionele ondersteuning. Beide voorzieningen stimuleren tevens de participatie van deze kwetsbare doelgroepleden. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstellingen van prestatievelden 3, 4 en 5 van de Wmo. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
3
Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning
4
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
5
Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van men sen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mens en met een psychosociaal probleem
Informatie Advies Cliëntondersteuning Praktische ondersteuning Emotionele ondersteuning Advies Bemiddeling Ondersteunen van vrijwilligerswerk Bevorderen van deelname: toegankelijkheid en organiseren van activiteiten
In tabel 4 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
Tabel 4
Emotionele ondersteuning en lotgenotencontact Bestaand beleid
7
9
Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning als bijdrage in de kosten van de inzet van vrijwilligers en locatiegebruik wordt er voor uw inwoners regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alzheimer café georganiseerd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers. Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals emotionele ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden aan mantelzorgers voor mensen met dementie.
10
18
Plannen
3
Geen plannen
7
3
▪ 20 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Ondersteuning bieden aan de Alzheimerafdeling Van de 10 gemeenten (48 %), die een Alzheimerafdeling wel financiële ondersteuning biedt voor het Alzheimercafé (kosten van de inzet van vrijwilligers, locatiehuur), geven 3 gemeenten ook financiële ondersteuning voor de coördinatie en ondersteuning van de vrijwilligersdiensten van de Alzheimerafdeling. Kaart 9
Gemeenten die financiële steun geven voor het Alzheimercafé (groen) of die dit van plan zijn (geel)
Emotionele ondersteuning Emotionele ondersteuning van mantelzorgers van mensen met dementie wordt door 86% van de gemeenten mede mogelijk gemaakt. Best, Nuenen en Oirschot bieden deze financiële steun in het huidig beleid niet.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
6
▪ 21 ▪
Mantelzorg geven en vrijstelling van betaald werk aannemen/doen
Naast behoeften aan praktische en emotionele ondersteuning, advies, bemiddeling en begeleiding hebben mantelzorgers (onder de 65 jaar, veelal dochters) ook behoefte aan goede randvoorwaarden die het verlenen van mantelzorg mogelijk (blijven) maken, zoals tijd hebben voor of financiële ondersteuning ter bestrijding van onkosten of ter compensatie van inkomensverlies. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstelling van de Wet werk en inkomen (WIA). In tabel 5 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
Tabel 5
Mantelzorg geven en vrijstelling van betaald werk aannemen/ doen Bestaand beleid
17
In uw gemeente kunnen mensen die geen betaald werk hebben, mantelzorger van een thuiswonende persoon met dementie zijn en gebruik maken van de Wet werk en bijstand een (tijdelijke): a. ontheffing krijgen van sollicitatieplicht om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen b. toestemming krijgen om minder arbeidsuren per week te maken om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen
Plannen
14
5
14
5
Van twee gemeenten zijn de gegevens onbekend. Wet werk en inkomen Bij 67% van de gemeenten is het mogelijk om als mantelzorger van een mens met dementie ontheffing van sollicitatieplicht te krijgen of om toestemming te krijgen om minder arbeidsuren per week te maken om toch in aanmerking te blijven komen voor de uitkering. 13 gemeenten bieden beide mogelijkheden aan mantelzorgers.
Geen plannen
▪ 22 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Kaart 10 Gemeenten die mantelzorgers ontheffing van sollicitatieplicht kunnen bieden en toestemming kunnen geven om minder te werken (groen), alleen ontheffing (blauw) of alleen toestemming (rood)
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
7
▪ 23 ▪
Opvang/respijt
Respijtzorg buitenshuis is voor mantelzorgers van mensen met dementie een van de belangrijke voorzieningen om de zorg voor de mens met dementie vol te kunnen houden. Dankzij deze type voorziening kan de mantelzorger een of meerdere dagdelen ontlast worden van zijn zorgtaken. De opvang van de mensen met dementie vraagt specifieke kennis en vaardigheden in het omgaan met deze doelgroepleden van de begeleiders. Ook het aangeboden dagprogramma dient afgestemd te zijn op de mogelijkheden van de mensen met dementie. Door het aanbieden van dagopvangmogelijkheden in de eigen buurt, wijk of dorp kan de drempel om gebruik te maken van hulp voor veel mantelzorgers, maar ook voor de mensen met dementie sterk verlagen. De deelname aan de dagopvang kan de mogelijkheid om ‘mee’ te blijven doen voor de mens met dementie sterk vergroten. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstellingen van prestatievelden 5 en 6 van de Wmo. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
5
Bevorderen van deelname: toegankelijkheid en organiseren van activiteiten
Verlenen van een individuele voorziening, die aan de behoefte van het individu is aangepast middels collectief doelgroepspecifieke voorziening
6
Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van men sen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem
In tabel 6 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
Tabel 6
11
Opvang/respijt
Uw gemeente financiert een of meerdere dagopvangvoorziening(en) voor thuiswonende mensen met dementie waardoor ook de mantelzorgers tijdelijk ontlast kunnen worden Toelichting: Met dagopvangvoorziening wordt een vorm van respijtzorg buitenshuis bedoeld.
Bestaand beleid
Plannen
Geen plannen
5
3
13
Bij 24% van de gemeenten worden de dagopvangvoorzieningen voor mensen met dementie door de gemeente gefinancierd en 14% is dit van plan. 61% geeft aan dat zij nu nog geen plannen hebben om dit te gaan doen.
▪ 24 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Kaart 11 Gemeenten die dagopvangvoorziening voor mensen met dementie anno 2010 financieren (groen) of dit van plan zijn om te gaan doen (geel)
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
8
Wmo-voorzieningen met indicatie
Met het vorderen van de leeftijd neemt de kans op dementie sterk toe. De grootste groep mensen met dementie is 75 jaar en ouder. Binnen de groep mantelzorgers is de groep partners het grootst, hierna volgen de (schoon-)dochters. De partners hebben vaak ook al een hoge leeftijd bereikt, waardoor zij niet altijd meer volledig in staat zijn om alle fysieke hulp en huishoudelijke hulp goed te verrichten. Ook de niet-inhuiswonende mantelzorger, die vaak ook de zorg heeft voor zijn of haar eigen huishouden en gezin al dan niet in combinatie met werken, is vaak niet in staat om de noodzakelijke huishoudelijke hulp en toezicht te bieden. Het kunnen verkrijgen van huishoudelijke hulp biedt voor beide groepen mantelzorgers verlichting van hun zorgtaken. Het kunnen inzetten van sociale alarmering kan toezicht op afstand mogelijk maken. Gezien de toenemende desoriëntatie en toenemende afhankelijk van de persoon met dementie is bij het zich buitenshuis verplaatsen vaak begeleiding van een vertrouwd persoon/mantelzorger noodzakelijk. Indien het zich buitenshuis verplaatsen alleen mogelijk is met een specifieke Wmo-voorziening, is het gewenst dat ook de vertrouwde begeleider zonder kosten mee kan reizen. Gemeentelijk beleid op dit thema sluit aan bij de taakstellingen van prestatievelden 4 en 6 van de Wmo. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
4
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
6
Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer
Praktische ondersteuning Emotionele ondersteuning Advies Bemiddeling Ondersteunen van vrijwilligerswerk Verlenen van een individuele voorziening, die aan de behoefte van het individu is aangepast middels collectief doelgroepspecifieke voorziening
In tabel 7 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen.
▪ 25 ▪
▪ 26 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Tabel 7
Wmo-voorzieningen met indicatie Bestaand beleid
12
13
14
Het inzetten van huishoudelijke hulp kan overbelasting van mantelzorgers voorkomen. Om in aanmerking te komen voor de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp is het mantelzorger zijn van een thuiswonende persoon met dementie een van de indicatiecriteria voor toewijzing van deze voorziening. In uw gemeente is dit het geval. In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon met dementie een van uw Wmo-vervoersvoorzieningen toegewezen heeft gekregen. In uw gemeente kunnen thuiswonende mensen met dementie via de Wmo een sociale alarmeringsvoorziening (passieve en/of actieve) toegewezen krijgen.
Plannen
Geen plannen
13
8
16
5
14
7
Het mantelzorger zijn geldt bij 13 gemeenten (61%) als indicatiecriterium om huishoudelijke hulp toegewezen te krijgen.
Kaart 12 Gemeenten die huishoudelijke hulp toekennen om overbelasting van de mantelzorger te voorkomen
In 16 gemeenten (76%) kunnen mantelzorgers gratis als begeleider mee als de persoon met dementie een Wmo-vervoersindicatie heeft toegewezen gekregen. De toewijzing van sociale alarmering via de Wmo kan bij 67% van de gemeenten worden afgegeven.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
9
Dementieconsulent
De ‘Dementieconsulent’10 biedt laagdrempelig (zonder kosten) en aanbodonafhankelijk informatie, advies en cliënt(systeem-)ondersteuning aan thuiswonende mensen met dementie (of waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van dementie) en aan hun familieleden (mantelzorgers). De Dementieconsulent speelt een belangrijke rol in de ‘niet-pluis’-fase van dementie door het bieden van informatie over dementie en over hulp- en zorgmogelijkheden en het bieden van advies over hoe om te gaan met dementie. In de fase van diagnosestelling kan de dementieconsulent het cliëntsysteem begeleiden en coachen en in de manifeste fase van dementie de thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers cliënt(systeem-)begeleiding bieden, het sociale netwerken rondom dit systeem versterken en indien nodig zorg op maat regelen door te bemiddelen en de belangen van het cliëntsysteem te behartigen. Het realiseren en aanbieden van de functie Dementieconsulent als een gemeentelijk voorziening sluit aan bij de taakstellingen van prestatievelden 3, 4, 5, 6 en 8 van de Wmo. Prestatieveld
Taakstelling binnen prestatieveld
3 (IA)
Informatie Advies Cliëntondersteuning Praktische ondersteuning Emotionele ondersteuning Advies Bemiddeling Ondersteunen van vrijwilligerswerk Bevorderen van deelname: toegankelijkheid en organiseren van activiteiten
Verlenen van een individuele voorziening, die aan de behoefte van het individu is aangepast middels collectief doelgroepspecifieke voorziening
Signaleren en bestrijden Bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen Functioneren als meldpunt
4
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
5
Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van men sen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal pro bleem Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maat schappelijke verkeer Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg
6
8
In tabel 8 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen. 10
In bepaalde gemeente wordt een geheugenconsulent als voorziening door de gemeente aangeboden. Deze functie heeft vergelijkbare kenmerken met de dementieconsulentfunctie.
▪ 27 ▪
▪ 28 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Tabel 8
Dementieconsulent Bestaand beleid
8
Uw gemeente financiert de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’.
1
Plannen
Geen plannen
1
19
Dementieconsulent Slechts één gemeente financiert op dit moment de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’ (Helmond). Een gemeente geeft aan van plan te zijn om dit als beleid te gaan doen (Oirschot). 90% van de gemeenten is nu nog niet van plan om deze functie te gaan financieren.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
10
▪ 29 ▪
Gemeente en zorgkantoor
Gedurende het dementeringsproces neemt de diversiteit aan behoeften en de vraag naar (professionele) begeleiding, toezicht en zorg steeds verder toe. Om de gewenste zorg-op-maat gedurende het gehele dementeringsproces (continuïteit van zorg) te kunnen bieden is samenhang en afstemming tussen alle mogelijke behandelaars en (informele en professionele) aanbieders van welzijn, hulp en zorg noodzakelijk gedurende het gehele traject: de keten. Om tot volwaardige ketenzorg te kunnen komen vanaf de ‘niet-pluis’-fase tot aan de fase van opname of in de thuissituatie overlijden is het van belang, gezien de bestaande verschillende financieringsstromen (Wmo, Zorgverzekeringswet en AWBZ), dat gemeenten en zorgverzekeringen (en de nu nog bestaande zorgkantoren) gaan samenwerken. Onder andere om samen programma van eisen en inkoopbeleid te ontwikkelen. Met beleid op dit thema wordt samenwerking en afstemming tussen gemeente en zorgkantoor beoogd met als doel ketenzorg dementie tot stand te brengen. In tabel 9 worden de aantallen gemeenten gepresenteerd met bestaand beleid, met plannen om tot beleid te komen en het aantal gemeenten dat geen plannen heeft om tot beleid op dit thema te komen. Tabel 9
Gemeente en zorgkantoor Bestaand beleid
16
Uw gemeente werkt samen met het Zorgkantoor/ Zorgverzekeraar om samen, op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de AWBZ, zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg op maat voor thuiswonende mensen met dementie. (Samen zorgen voor ketenzorg).
6
Plannen
4
Samenwerking met het Zorgkantoor/zorgverzekeraar Zes gemeenten (29%) geven aan samen te werken met het Zorgkantoor om samen, op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de AWBZ, zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg op maat voor thuiswonende mensen met dementie. (Samen zorgen voor ketenzorg.) Vier gemeenten geven aan van plan te zijn om te gaan samenwerken met het Zorgkantoor. 52% heeft nu nog geen plannen om met het Zorgkantoor te gaan samenwerken.
Geen plannen
11
▪ 30 ▪
Kaart 13
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Gemeenten met samenwerking Zorgkantoor (groen) en plannen tot (geel)
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
11
Dementieproofmeterscore van de gemeenten in Zuidoost-Brabant
11.1 Inleiding De behoeften van de doelgroep thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers is zeer divers. Beantwoording vraagt om diverse vormen van maatschappelijke ondersteuning en welzijns- en zorgproducten. Behoeften van de doelgroep waarbij de verantwoordelijkheid van de beantwoording door de gemeente11 opgepakt kan worden zijn: Informatie en voorlichting. Participatie (niet-reguliere scholing, ontmoeting, lotgenotencontact, ontspanning, sociale dagopvang (+ toezicht), belangenbehartiging, burgerparticipatie bij beleidsontwikkeling). Bemoeizorg. Wonen (aangepaste woonomgeving, fysieke woningaanpassing, veiligheidstechniek in de woning, hulpmiddelen). Adviserende en administratieve hulpverlening, financiële tegemoetkomen en inkomensondersteuning. Het verkrijgen van voorzieningen op maat (consultatie en advies, bemiddeling, indicatie en toewijzing individuele Wmo-voorzieningen, regie en coördinatie, cliënt(systeem) ondersteuning). Mobiliteit (aangepast vervoer buitenshuis). Service (haal- en brengservicediensten, servicediensten aan huis). Voeding (ondersteuning bij bereiding van maaltijden, maaltijdlevering thuis). Crisisinterventie. Steun en hulp van mantelzorg (begeleiding en verlichting van zorgtaken). Zorg en thuis wonen (huishoudelijke hulp). Tijdelijk verblijf buitenshuis (logeren). Beantwoording vraagt dus om een ‘breed’ welzijnspakket ofwel de maatschappelijke ondersteuning voor deze doelgroep dient op diverse manieren vorm gegeven te worden. De mate waarin het bestaande gemeentelijke dementiebeleid zorg draagt voor een divers welzijnspakket en beleid voert om randvoorwaarden te creëren, zodat de doelgroep zo lang mogelijk ‘thuis’ in zijn eigen wijk of dorp kan blijven wonen, kan in kwalitatieve zin met een score uitgedrukt worden. Hoe hoger de score, hoe breder het welzijnspakket zal zijn en hoe diverse maatschappelijke ondersteuning vorm gegeven wordt binnen een gemeente en de gemeente zich inzet om randvoorwaarden voor het realiseren van voorzieningen te realiseren.
11.2 Scoreberekening Bij de scoretoekenning van elk item is een onderscheid gemaakt in: Items die, wanneer dit nu bestaand beleid is, 1 punt scoren (nrs. 3.a, 3.b, 17.a, 17.b) Items die, wanneer dit nu bestaand beleid is, 5 punten scoren (nr. 8 Dementieconsulent en nr. 16 Samenwerken met Zorgkantoor).
11
Zie ook hoofdstuk 2. schema 1 Behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorger en wie verantwoordelijk kan zijn voor beantwoording van deze behoeften.
▪ 31 ▪
▪ 32 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Aan de overige items zijn, wanneer het bestaand beleid is, 2 punten per item toegekend. Aan de Dementieconsulent worden 5 punten toegekend, daar het aanbieden van deze voorziening vaak een grote kostenpost binnen het Wmo-budget betekent. Ook aan bestaande samenwerking met het Zorgkantoor worden meer punten toegekend, daar wij veronderstellen dat de gemeente, die dit beleid voert, bewust is van aard van de dementieproblematiek, de noodzaak om tot een goede ketenzorg dementie te komen en haar rol in deze. De maximaal haalbare score is 50 punten.
11.3 Rangorde Dementieproofmeter De gemiddelde score in Zuidoost-Brabant is 22 punten. Zeven gemeenten hebben een score van 25 of hoger op de Dementieproofmeter. Dit is 33% van de gemeenten. Acht gemeenten scoren lager dan 20 punten, dit is 38%. Rangorde van de gemeenten naar hoogte van de Dementieproofmeterscore Gemeente Helmond
Indeling naar grootte gemeente
Score
4
40
Bladel
2
31
Geldrop-Mierlo
3
28
Laarbeek
2
28
Reusel - de Mierden
2
28
Son en Breugel
2
26
Veldhoven
3
25
Someren
2
24
Eersel
2
23
Valkenswaard
3
23
Eindhoven
5
22
Asten
2
20
Best
2
20
Deurne
3
19
Nuenen
2
18
Gemert-Bakel
2
17
Heeze-Leende
2
16
Waalre
2
12
Cranendonck
2
11
Bergeijk
2
8
Oirschot
2
3
Gesteld kan worden dat de gemeente Helmond het meest brede palet aan welzijnsvoorzieningen bestemd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, naast het AWBZ-aanbod in de eigen gemeente, gerealiseerd heeft.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
▪ 33 ▪
Samenvatting De respons in Zuidoost-Brabant bedraagt 100%. Welk beleid wordt door veel gemeenten nu gevoerd en welk beleid door een groot aantal gemeenten wordt niet gevoerd? In bijlage 2 worden op alle items van de Dementieproofmeter het aantal gemeenten aangegeven die nu op een item beleid voeren of dit van plan zijn en het aantal gemeenten die op elk item nu geen beleid voeren en dit ook nog niet van plan zijn. Allereerst wordt hieronder de top 4 van beleidsitems gepresenteerd die door een groot aantal gemeenten nu gevoerd worden. Hierna de top 4 van beleidsitems die nu niet door het grootst aantal gemeenten gevoerd wordt en die dit ook nu nog niet van plan zijn. Top 4 van het beleid dat door het grootst aantal gemeenten anno 2010 gevoerd wordt
Rangorde
1
2
3
4
Item
5
Top 4 van meest voorkomend bestaand beleid anno 2010
Aantal gemeenten dat dit beleid voert
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers: praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun mantelzorgers
20
9
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals emotionele ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden aan mantelzorgers voor mensen met dementie.
18
10
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie.
17
13
In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon met dementie een van uw Wmo-vervoersvoorzieningen toegewezen heeft gekregen.
16
95% van de gemeenten zorgen er voor dat vrijwilligers ingezet kunnen worden om praktische hulp thuis te bieden. Dit beleid valt binnen prestatieveld 4 van de Wmo. Dankzij de inzet van vrijwilligers in de vorm van praktische hulp kunnen mantelzorgers tijdelijk verlicht worden van zorgtaken en kan de vraag naar het inzetten van de duurdere Wmo-voorziening huishoudelijke hulp voorkomen c.q. uitgesteld worden. Ook definitieve opname van de mens met dementie kan hierdoor mede voorkomen c.q. uitgesteld worden. Ook zien we dat veel gemeenten in het kader van prestatieveld 4 van de Wmo emotionele ondersteuning van mantelzorgers en lotgenotencontact financieel mede mogelijk maken.
▪ 34 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Top 4 van het beleid dat door het grootst aantal gemeenten nu niet gevoerd wordt en ook geen plannen heeft om dit beleid te gaan voeren
Rangorde
Item
Top 4 minst vaak voorkomend bestaand beleid anno 2010
Aantal gemeenten dat dit beleid niet voert
1
8
Uw gemeente financiert de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’
20
1
2
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland
20
2
3.a
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie wordt als print-/of drukversie breed binnen uw gemeente verspreid
19
17
15
3
6
Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligers- en belangenbehartigersorganisatie) financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten die aan uw burgers geboden worden
4
3.b
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is digitaal te raadplegen. (Bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite, speciale website met sociale kaart)
De functie ‘Dementieconsulent’ biedt laagdrempelig (zonder kosten) en aanbodonafhankelijk informatie, advies en ondersteuning aan thuiswonende mensen met dementie (of waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van dementie) en aan hun familieleden (mantelzorgers). De functie Dementieconsulent is in deze regio slechts in één gemeente geïmplementeerd en wel in de gemeente Helmond. Gemeente Oirschot geeft aan dat zij van plan is deze voorziening te zullen gaan realiseren of (mee) gaan financieren. Op de tweede plaats valt op dat het als gemeente aanbieden van de sociale kaart Dementie in Zuidoost-Brabant zeker nog niet tot de normale gemeentelijke voorzieningen behoort. Als derde valt op dat 80% van de gemeenten de Alzheimerafdeling nog geen financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten biedt. Van een gemeente is dit onbekend. Actuele sociale kaart Dementie Vier gemeenten geven aan dat zij een actuele sociale kaart Dementie hebben, opgebouwd vanuit vragersperspectief (Asten, Geldrop-Mierlo, Helmond en Reusel - De Mierden)Gemeente Asten. geeft aan dat haar sociale kaart dementie getoetst en goedgekeurd is door de Alzheimerafdeling. Opvallend is ook het groot aantal gemeenteen (15) dat geen beleid voert en geen plannen heeft om er voor zorg te dragen dat de sociale kaart dementie zowel digitaal als in druk- of printversie beschikbaar is.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Dementie geschoolde Wmo-medewerkers Bij 1/3 van de gemeenten zijn de medewerkers van het Wmo-loket geschoold met betrekking tot dementie. (Zoals) thuis blijven wonen Van de gemeenten voert 67% beleid om de leefbaarheid voor thuiswonende mensen met dementie te bevorderen door met stimuleringsgelden de sociale netwerken te versterken en maatschappelijke steunsystemen te realiseren en drie gemeenten hebben hier nog geen plannen voor. Van de gemeenten, die hierop reeds beleid voeren (n = 14): - Zetten vijf gemeenten zich actief in om locaties te vinden voor respijtvoorzieningen en twee gemeenten zijn dit ook van plan. - Zetten negen gemeenten zich actief in om locaties te vinden voor zorgwoonvormen, specifiek voor mensen met dementie. Bijna 20% van de gemeenten stelt het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden. Het merendeel van de gemeenten heeft nog geen plannen om dit beleid te gaan voeren. Subsidie vrijwilligersinzet Op een na financieren alle gemeenten organisaties die met vrijwilligers praktische hulp in de thuissituatie bieden. Slechts drie gemeenten (Eersel, Helmond en Reusel - De Mierden) bieden financiële ondersteuning aan de Alzheimerafdeling voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten. Deze gemeenten geven ook financiële steun aan de Alzheimerafdeling voor de uitvoering van een Alzheimercafé. 81% biedt financiële steun aan organisaties die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren voor de doelgroep. Ondersteuning bieden aan de Alzheimerafdeling Tien gemeenten bieden de Alzheimerafdeling financiële ondersteuning voor het Alzheimercafé (kosten van de inzet van vrijwilligers, locatiehuur). Emotionele ondersteuning Emotionele ondersteuning van mantelzorgers van mensen met dementie wordt door 86% van de gemeenten mede mogelijk gemaakt. Vrijstelling van betaald werk aannemen of doen voor mantelzorgers Bij 2/3 van de gemeenten is het mogelijk om als mantelzorger van een mens met dementie ontheffing van sollicitatieplicht te krijgen of om toestemming te krijgen om minder arbeidsuren per week te maken om toch in aanmerking te blijven komen voor de uitkering. Opvang/respijt Bij vijf van de gemeenten worden de dagopvangvoorzieningen voor mensen met dementie door de gemeente gefinancierd en drie zijn dit van plan. Ruim 60% geeft aan dat zij nu nog geen plannen hebben om dit te gaan doen.
▪ 35 ▪
▪ 36 ▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Dementieconsulent Slechts een gemeente financiert op dit moment de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’. Een gemeente geeft aan van plan te zijn om dit als beleid te gaan doen. 90% van de gemeenten is nu nog niet van plan om deze functie te gaan financieren. Samenwerken met Zorgkantoor Zes gemeenten werken op dit moment samen met het Zorgkantoor met als doel samen zorgen voor ketenzorg. Vier gemeenten geven aan dat zij dit van plan zijn. Meer dan de helft geeft aan hier nog geen plannen voor te hebben. Dementieproofmeterscore De mate waarin het bestaande gemeentelijke dementiebeleid zorg draagt voor een divers welzijnspakket en beleid voert om randvoorwaarden te creëren zodat de doelgroep zo lang mogelijk ‘thuis’ in zijn eigen wijk of dorp kan blijven wonen kan in kwalitatieve zin met een score uitgedrukt worden. Hoe hoger de score, hoe breder het welzijnspakket zal zijn en hoe diverse maatschappelijke ondersteuning vorm gegeven wordt binnen een gemeente en de gemeente zich inzet om randvoorwaarden voor het realiseren van voorzieningen te realiseren. De maximaal haalbare score is 50. De gemiddelde score in ZuidoostBrabant is 22 punten. Zeven gemeenten hebben een score van 25 of hoger op de Dementieproofmeter. Dit is 33% van de gemeenten. Acht gemeenten scoren lager dan 20 punten, dit is 38%. Gesteld kan worden dat de gemeente Helmond het meest brede palet aan welzijnsvoorzieningen bestemd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, naast het AWBZ-aanbod in de eigen gemeente, gerealiseerd heeft.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
▪1▪
Bijlage 1 Dementieproofmeter Dementieproofmeter 1
Uw gemeente kent/heeft een actuele sociale kaart dementie opgebouwd vanuit vragersperspectief met het aanbod in uw gemeente en in de eigen regio. Toelichting: Met vanuit vragersperspectief wordt bedoeld dat de behoeften van de doelgroep ‘mensen met dementie en hun mantelzorgers’ de ingang voor het zoeken naar een passend aanbod vormen.
2
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland.
3.a
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie wordt als print-/of drukversie breed binnen uw gemeente verspreid.
3.b
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is digitaal te raadplegen. (Bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite, speciale website met sociale kaart).
4
In uw gemeente zijn de (Wmo)loketmedewerkers geschoold met betrekking tot dementie, inclusief de bejegening van de mensen met dementie en hun mantelzorgers.
5
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers: a. praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun mantelzorgers; b. bewegings- en ontspanningsactiviteiten bieden aan/begeleiden van thuiswonende mensen met dementie; c. oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers.
6
Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligers- en belangenbehartigersorganisatie) financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten die aan uw burgers geboden worden.
7
Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning als bijdrage in de kosten van de inzet van vrijwilligers en locatiegebruik wordt er voor uw inwoners regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alzheimer café georganiseerd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers.
8
Uw gemeente financiert de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’ Toelichting: De ‘Dementieconsulent’ biedt laagdrempelig (zonder kosten) en aanbodonafhankelijk informatie, advies en ondersteuning aan thuiswonende mensen met dementie (of waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van dementie) en aan hun familieleden (mantelzorgers).
9
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals emotionele ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden aan mantelzorgers voor mensen met dementie.
10
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals lotgenotencontact organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie.
▪2▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Dementieproofmeter 11
Uw gemeente financiert een of meerdere dagopvangvoorziening(en) voor thuiswonende mensen met dementie waardoor ook de mantelzorgers tijdelijk ontlast kunnen worden. Toelichting: Met dagopvangvoorziening wordt een vorm van respijtzorg buitenshuis bedoeld.
12
Het inzetten van huishoudelijke hulp kan overbelasting van mantelzorgers voorkomen. Om in aanmerking te komen voor de Wmo-voorziening huishoudelijke hulp is het mantelzorger zijn van een thuiswonende persoon met dementie een van de indicatiecriteria voor toewijzing van deze voorziening. In uw gemeente is dit het geval.
13
In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon met dementie een van uw Wmo-vervoersvoorzieningen toegewezen heeft gekregen.
14
In uw gemeente kunnen thuiswonende mensen met dementie via de Wmo een sociale alarmeringsvoorziening (passieve en/of actieve) toegewezen krijgen.
15
Uw gemeente bevordert een goede leefbaarheid voor thuiswonende mensen met dementie zodat zij zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en functioneren met stimuleringsgelden gericht op het versterken van sociale netwerken en het realiseren van maatschappelijke steunsystemen.
16
Uw gemeente werkt samen met het Zorgkantoor/Zorgverzekeraar om samen, op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de AWBZ, zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg op maat voor thuiswonende mensen met dementie (Samen zorgen voor ketenzorg).
17
In uw gemeente kunnen mensen die geen betaald werk hebben, mantelzorger van een thuiswonende persoon met dementie zijn en gebruik maken van de Wet werk en bijstand een (tijdelijke): a. ontheffing krijgen van sollicitatieplicht om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen; b. toestemming krijgen om minder arbeidsuren per week te maken om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen.
18
Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van respijtvoorzieningen, specifiek voor mensen met dementie, zoals dagopvang, logeermogelijkheden (logeerhuis) of een ontmoetingshuis-/centrum.
19
Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van woonzorgvormen specifiek voor mensen met dementie, zoals kleinschalig wonen.
20
Uw gemeente stelt bij het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
▪3▪
Bijlage 2 Resultaten van de responsgroep Dementieproofmeter
1
Ja
Wel van plan
Niet van plan
Uw gemeente kent/heeft een actuele sociale kaart dementie opgebouwd vanuit vragersperspectief met het aanbod in uw gemeente en in de eigen regio. Toelichting: Met vanuit vragersperspectief wordt bedoeld dat de behoeften van de doelgroep ‘mensen met dementie en hun mantelzorgers’ de ingang voor het zoeken naar een passend aanbod vormen.
4
3
14
2
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is qua opbouw en inhoud ook getoetst en goedgekeurd door de regionale afdeling van Alzheimer Nederland.
1
2
18
3.a
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie wordt als print-/of drukversie breed binnen uw gemeente verspreid.
2
3
16
3.b
Uw gemeentelijke sociale kaart dementie is digitaal te raadplegen (Bijvoorbeeld via de gemeentelijke informatiesite, speciale website met sociale kaart).
5
1
15
4
In uw gemeente zijn de (Wmo-)loketmedewerkers geschoold met betrekking tot dementie, inclusief de bejegening van de mensen met dementie en hun mantelzorgers.
7
1
13
5
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers: a. praktische hulp bieden aan thuiswonende mensen met dementie en aan hun mantelzorgers; b. bewegings- en ontspanningsactiviteiten bieden aan/begeleiden van thuiswonende mensen met dementie; c.
6
7
8
9
10
20
11
Onbekend
1
1
9
oppasdiensten bieden aan thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers.
14
7
Uw gemeente geeft de Alzheimerafdeling (vrijwilligers- en belangenbehartigersorganisatie) financiële ondersteuning voor coördinatie en ondersteuning van haar vrijwilligersdiensten die aan uw burgers geboden worden.
3
17
1
Dankzij uw gemeentelijke financiële ondersteuning als bijdrage in de kosten van de inzet van vrijwilligers en locatiegebruik wordt er voor uw inwoners regelmatig (bijvoorbeeld 1x per maand of 1x per 6 weken) een Alzheimer café georganiseerd voor mensen met dementie en hun mantelzorgers en geïnteresseerde burgers.
10
3
7
1
Uw gemeente financiert de functie ‘Dementieconsulent’ cq ‘Geheugenconsulent’. Toelichting: De ‘Dementieconsulent’ biedt laagdrempelig (zonder kosten) en aanbodonafhankelijk informatie, advies en ondersteuning aan thuiswonende mensen met dementie (of waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van dementie) en aan hun familieleden (mantelzorgers).
1
1
19
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals emotionele ondersteuning (individueel of in groepsverband) bieden aan mantelzorgers voor mensen met dementie.
18
Uw gemeente biedt financiële ondersteuning of subsidies aan organisaties, die met vrijwilligers en/of professionals lotgenoten-
17
3
1
3
▪4▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Dementieproofmeter
Ja
Wel van plan
Niet van plan
Onbekend
contact organiseren en/of dit begeleiden voor mensen met dementie en/of voor de mantelzorgers van mensen met dementie. 11
Uw gemeente financiert een of meerdere dagopvangvoorziening(en) voor thuiswonende mensen met dementie waardoor ook de mantelzorgers tijdelijk ontlast kunnen worden Toelichting: Met dagopvangvoorziening wordt een vorm van respijtzorg buitenshuis bedoeld.
5
Het inzetten van huishoudelijke hulp kan overbelasting van mantelzorgers voorkomen. Om in aanmerking te komen voor de Wmovoorziening huishoudelijke hulp is het mantelzorger zijn van een thuiswonende persoon met dementie een van de indicatiecriteria voor toewijzing van deze voorziening. In uw gemeente is dit het geval.
13
8
In uw gemeente kunnen mantelzorgers van mensen met dementie gratis mee als begeleider wanneer de persoon met dementie een van uw Wmo-vervoersvoorzieningen toegewezen heeft gekregen.
16
5
14
In uw gemeente kunnen thuiswonende mensen met dementie via de Wmo een sociale alarmeringsvoorziening (passieve en/of actieve) toegewezen krijgen.
14
7
15
Uw gemeente bevordert een goede leefbaarheid voor thuiswonende mensen met dementie zodat zij zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en functioneren met stimuleringsgelden gericht op het versterken van sociale netwerken en het realiseren van maatschappelijke steunsystemen.
14
7
Uw gemeente werkt samen met het Zorgkantoor/Zorgverzekeraar om samen, op het snijvlak van de Wmo, de zorgverzekeringswet en de AWBZ, zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning, welzijn en zorg op maat voor thuiswonende mensen met dementie. (Samen zorgen voor ketenzorg).
6
12
13
16
17
18
In uw gemeente kunnen mensen die geen betaald werk hebben, mantelzorger van een thuiswonende persoon met dementie zijn en gebruik maken van de Wet werk en bijstand een (tijdelijke): a. ontheffing krijgen van sollicitatieplicht om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen; b. toestemming krijgen om minder arbeidsuren per week te maken om toch in aanmerking te blijven komen voor de (maximale) uitkering volgens de Wet werk en inkomen.
3
4
13
11
14
5
2
14
5
2
Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van respijtvoorzieningen, specifiek voor mensen met dementie, zoals dagopvang, logeermogelijkheden (logeerhuis) of een ontmoetingshuis-/centrum.
7
5
9
19
Uw gemeente zet zich actief in om locaties te vinden voor het realiseren van woonzorgvormen specifiek voor mensen met dementie, zoals kleinschalig wonen.
14
1
8
20
Uw gemeente stelt bij het afgeven van bouwvergunningen voor nieuwbouw en renovatie van woningen en wooncomplexen, die specifiek voor de ouder wordende inwoners bedoeld zijn, als criterium dat er een zodanige (technologische) infrastructuur gerealiseerd zal worden, dat domoticavoorzieningen (ten behoeve van de functies contact, alarmering, detectie, toezicht op afstand en monitoring) op een eenvoudige wijze en zonder veel extra kosten in een latere fase gerealiseerd kunnen worden.
4
3
11
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
Publicatielijst 2010 1.
Gemeenten moeten dementie serieus nemen. Verslag van het regionaal debat Noordoost-Brabant: Dementie vergeten?.....Toch zeker niet! (2 december 2009, Heesch), Tilburg, januari 2010, Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Alzheimerafdelingen Noordoost-Brabant
2.
Dementieproofmeter Tilburg, november 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
3.
Stoop, Hilde, Schets Is het dementieaanbod in uw gemeente en in uw regio toekomstproof? Tilburg, november 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 10,00
4.
Advies Empowerment en Dementie: Vergeet mij niet! Tilburg, oktober 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
5.
Redactie: prof. dr. Guus van Heck & Hilde Stoop: Vergeet mij niet! Tilburg, september 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
6.
Factsheets per gemeente: Gemeente: dementie ook uw zorg! Facts & Figures 2009 Tilburg, mei 2009, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
7.
Redactie: Hilde Stoop en mr. Ietje de Rooij, Grote kwaliteit op kleine schaal. Is kleinschalig wonen voor mensen met dementie een succesvolle parel in de ouderenzorg? Tilburg, mei 2008, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en De Kievitshorst/ De Wever, € 12,50 inclusief BTW
8.
Alexander van den Dungen (PRVMZ) en Hilde Stoop (Zet) Klein, maar fijn? ’s-Hertogenbosch, 2008, PRVMZ, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie en Zet
9.
Stoop, Hilde, Behoeftekaart dementie en Kaart Voorbeelden van Wmo-antwoorden Tilburg, mei 2008, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
10. Advies: Aanpakken van de dementieproblematiek 2008 – 2011
Tilburg april 2008, Programma Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 5,00 11. Stoop, Hilde, Dementie en 24-uurszorg en –toezicht in Brabant, Tilburg, februari 2008,
Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 10,00 12. Stoop, Hilde, Samen oplossen, want dementie is onze zorg! Eindrapportage Oplossen van
ervaren knelpunten in het PG-zorgtraject in subregio Waalwijk Tilburg, december 2007, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 15,00 13. Behoeften, zorg en ontmoeting Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Tilburg, najaar 2007, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 14. Kansen en voorbeelden Zorgvernieuwing Psychogeriatrie
Tilburg, voorjaar 2007, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie 15. Advies: Beter omgaan met dementie
Tilburg, maart 2007, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 5,00 16. Vervolgadvies: Dementie en Technologie; Nadere concretisering van de aanbevelingen van
het BKO-advies Tilburg, maart 2007, Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie, € 5,00 17. Schoot, Anja van der, Sociale kaart respijtzorg Dementie, subregio Waalwijk
Tilburg, december 2006, BOZ, € 5,00 18. Stoop, Hilde, Reader Dementieconsulent en dementiegids
Tilburg, juni 2006, BOZ, € 25,00 19. Baas, Nathalie, ...En vergeet de tuin niet!
Tilburg, maart 2006, BOZ, € 8,50 20. Stoop, Hilde, Samenvatting evaluatie Dementieconsulent Tilburg
Tilburg, 2005, BOZ, € 7,50 21. Stoop, Hilde, Evaluatie Dementieconsulent Tilburg
Tilburg, mei 2005, BOZ, € 10,00 22. Stoop, Hilde, Dementieconsulent Tilburg
Tilburg, juli 2002, BOZ, € 6,00 Deze producten zijn te bestellen bij: Zet, Afdeling Documentatie Telefoon : 013 54 41 440 E-mail :
[email protected]
▪5▪
▪6▪
Gemeentelijk dementiebeleid Zuidoost-Brabant anno 2010 in beeld
De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie zet zich sinds 1994 in voor het behoud of het vergroten van de kwaliteit van leven van zowel mensen met dementie als de mantelzorgers en voor de kwaliteit van de (informele) zorg. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie is een Brabantse netwerkorganisatie, waarin een diversiteit aan Brabantse expertise en krachten gebundeld is. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie geeft gevraagd en ongevraagd advies, verspreidt kennis en biedt begeleiding en ondersteuning bij vernieuwingen in de dementiezorg. p/a Zet Postbus 271 5000 AG Tilburg Telefoon: (013) 544 14 40 E-mail :
[email protected] Website : www.zet-brabant.nl