Symposium 12 februari 2010
ZAALAKOESTIEK ANNO 2010 Symposium afscheid Prof Eddy Gerretsen Casa da Musica, Porto
Renz van Luxemburg
Symposium 12 februari 2010
Overzicht
Opera, Enschede
Inleiding Historie Onderzoek Concertzalen Operazalen Theaters
Wyly theatre, Dallas
Symposium 12 februari 2010
Referentie concertzalen voor symfonische muziek Nog steeds gelden: - Grosser Musikvereinssaal in Wenen – 1870 - Concertgebouw Amsterdam - 1888 - Boston Symphony hall in Boston - 1900 als de referentie voor concertzalen bedoeld voor symfonische muziek. Sinds jaar en dag proberen we de akoestiek van deze zalen te evenaren of te verbeteren. Daar moet wel als kanttekening bij geplaatst worden dat zalen met een schoendoosvorm een aantal specifieke eigenschappen hebben die voor een zaal met een andere vorm niet direct hetzelfde hoeven te zijn. Ik noem daarbij de helderheid die in deze zalen uitmuntend is voor romantische muziek maar minder goed voor moderne muziek. Daar ligt bij het ontwerp van een zaal de eerste keuze.
Symposium 12 februari 2010
Referentie concertzalen voor symfonische muziek Grosser Musikvereinssaal
Boston Symphony hall Concertgebouw Amsterdam
Symposium 12 februari 2010
De Doelen Rotterdam De basis voor de zaalakoestiek als wetenschap is in hoofdzaak voortgekomen uit de behoefte aan goede concertzalen voor symfonische muziek en het gegeven dat aanpassingen, nadat de zaal voltooid is, nauwelijks mogelijk en kostbaar zijn. In Nederland heeft TNO zich als eerste wetenschappelijk bezig gehouden met het ontwerp van de Concertzaal De Doelen in Rotterdam. Als je ziet met welke middelen dat moest gebeuren en hoe arbeidsintensief dergelijk onderzoek was dan kun je niet anders dan respect hebben voor de mensen die zich daar mee bezig hielden. Het is boeiend om te zien hoe de zaalakoestiek zich als discipline heeft ontwikkeld en welke mogelijkheden we tegenwoordig hebben om een goede zaal te ontwerpen. Dat geldt niet alleen voor concertzalen voor symfonische muziek. Ik wil u na een korte inleiding U laten kennis maken met wat recent opgeleverde zalen en de specifieke akoestische kenmerken van deze zalen.
Symposium 12 februari 2010
Zaalakoestisch onderzoek De Doelen Rotterdam
Symposium 12 februari 2010
Zaalakoestisch onderzoek De Doelen Rotterdam
Symposium 12 februari 2010
Zaalakoestisch Onderzoek Heden ten dagen beschikken we over redelijk betrouwbare computersimulatiemodellen zoals Odeon en Catt acoustics, waarmee een ontwerp van een nieuwe zaal op de voet te volgen en te sturen is. Het uitvoeren en analyseren van metingen in een schaalmodel kost tegenwoordig een fractie van de tijd die hiervoor vroeger benodigd was. Het uitvoeren en analyseren van de metingen voor de Doelen bijvoorbeeld heeft vele manmaanden in beslag genomen waar we met de huidige apparatuur en middelen voor dezelfde hoeveelheid werk eerder denken aan mandagen. Daar komt wel bij dat we tegenwoordig veel meer moeten onderzoeken. Ging het vroeger in hoofdzaak om het ontwerpen van een optimale nagalmtijd en het vermijden van echo’s. Nu zijn parameters als helderheid (C80), laterale efficiency (LF) en Luidheid (G) voor het publiek van belang. Daarnaast besteden we steeds meer aandacht aan de podiumakoestiek. Hier komen parameters als early en late support aan de orde maar ook de verhouding vroege energie vs totale energie die de musici ervaren op het podium. Momenteel wordt relatief veel onderzoek verricht naar betere podium parameters.
Symposium 12 februari 2010
Zaalakoestisch onderzoek OBJECTIVE Strength Clarity Early Support Late Support Early Decay Time
(G) (C80) (STearly) (STlate) (EDT)
SUBJECTIVE Loudness Podium Brightness akoestiek Intelligibility General opinion Running reverberation
Symposium 12 februari 2010
Zaalakoestisch onderzoek Podium akoestiek
LQ7-40 op podium 5.0
LQ7 − 40
LQ7-40 [dB]
0.0
A
B
C
D
E
F
G
-5.0
-10.0
-15.0
stage with orchestra
empty stage
difference
Gemiddelde voor bron 1 en ontvangers 4 en 10
40 2 ∫ p (t )dt = 10 log ∞7 p 2 (t )dt ∫ 40
Symposium 12 februari 2010
Concertzalen voor symfonische muziek Je kunt je afvragen of een zaal als Casa da Musica zonder de huidige tools ooit gebouwd had kunnen worden. De zaal is qua ontwerp en materiaalgebruik absoluut niet te vergelijken met de traditionele concertzalen voor symfonische muziek en is zeker te beschouwen als een statement naar akoestici die zweren bij een meer conventionele benadering van dergelijke zalen. Bijzonder aan deze zaal is de beweegbare technische brug net onder het plafond, de beweegbare transparante klankkaatser en de gordijnen voor en achter in de zaal waarmee de nagalmtijd te regelen is. De zaal wordt als zeer goed ervaren. Voor mij persoonlijk geldt een concept als voor deze zaal als zeer multifunctioneel aangezien de zaal uitstekend voldoet voor een groot symfonie orkest, maar ook voor een pianorecital en kleinere ensembles, terwijl de zaal ook geschikt is voor versterkte muziek en zang als Fado en Lou Reed. Een aardig ander voorbeeld van ontwikkelingen binnen de zaalakoestiek voor concertzalen voor symfonische muziek is de concertzaal in Luzern. Deze zaal naar een ontwerp van Jan Nouvel heeft een extra volume als rugzak om de nagalmtijd een extra kwaliteit te geven.
Symposium 12 februari 2010
Concertzalen voor symfonische muziek Casa da Musica Porto
Symposium 12 februari 2010
Concertzalen voor symfonische muziek Casa da Musica Porto
Symposium 12 februari 2010
Concertzalen voor symfonische muziek 80
∫ p 2(t )dt
10 lg ∞0
∫ p 2(t )dt 80
Clarity
Casa da Musica Porto
Symposium 12 februari 2010
Casa da Musica Porto Canopy horizontal @ 8.6 m
Canopy r @ 8.6 m, f @ 10 m
Canopy r @ 8.6 m, f @ 9.3 m
Canopy horizontal @ 10 m
Symposium 12 februari 2010
Beweegbare Technische brug
Casa da Musica Porto Transparante achterwand
Symposium 12 februari 2010
KKL Luzern
Kultur und KongressZentrum, Luzern
Variabel zaalvolume
Symposium 12 februari 2010
Ontwerp Philharmonie Paris
Symposium 12 februari 2010 Acoustical Parameter
Value at mid-frequencies
Reverberation Tim (RT)
Mean between 2.2 and 2.3s with all variable acoustic absorption retracted (fully occupied with orchestra on stage) Mean between 1.4 and 1.6s with all variable acoustic absorption in place (empty auditorium) Mean between 1.2 and 1.4s with all variable acoustic absorption in place (full house, empty stage)
G, without audience
Mean between 3 and 6dB. The variation with respect to the position of the source and receiver (∆G) must be ±3dB. Acoustic variability (mean of G using the variable acoustic features) must be greater than 2dB.
G80, without audience
Mean between -2 and +2dB. Required variability: >3dB.
G[80ms, ∞], without audience
Mean between 0 and 4dB. Required variability: >1.5dB
C80, without audience
Mean between -3 and 0dB. Required variability: >2dB
LF, without audience
Mean > 0.16, LF >0.15 for at least 80% of the seats.
1-IACC, without audience
Mean >0.55. 1 – IACC >0.5 for at least 80% of the seats.
Bass ratio, without audience
Between 1.1 and 1.3.
Treble ratio, without audience
Between 0.9 and 1.0 at 2kHz and between 0.75 and 0.85 at 4kHz.
ST1, without audience
Required variability: >3dB. Possibility to reach values ≤ -16dB Possibility to reach values ≥ -14dB. Variation across the stage: < 2dB with respect to the mean value.
Noise rating
< NR10 and 15dB(A)
Tolerances
Corresponding to the threshold of hearing (5-10% for the RT, usually 1dB for the other criteria, 5% for the LF and 1-IACC).
Ontwerp Philharmonie Paris
Symposium 12 februari 2010
Operazaal De kennis die we opdoen bij het onderzoek naar de akoestiek van concertzalen is van groot belang voor nieuw te ontwerpen zalen specifiek bedoeld voor Kamermuziek, maar ook voor Operazalen. In feite is akoestiek van een opera zaal complexer dan van een standaard concertzaal. Het orkest is in een verlaagde bak geplaatst. De zangers bevinden zich op een podium dat onderdeel uitmaakt van een grote toneeltoren met allerlei technische voorzieningen. Toch vraagt de muziek veelal een kwaliteit vergelijkbaar met die van een concertzaal, dwz voldoende galm, helderheid, ruimtelijkheid en luidheid. De dirigent moet goed contact hebben met de acteurs en het orkest. De orkestleden moeten elkaar goed kunnen horen, maar ook de zangers en omgekeerd. Voor het realiseren van een voldoende lange nagalmtijd (1,6 a 1,7 s) is volume nodig, voor het elkaar horen zijn uitgekiende klankkaatsers nodig en voor de ruimtelijkheid voldoende zijdelingse reflecties die van de wanden moeten komen. De orkestbak moet de kwaliteit van een concertpodium hebben.
Symposium 12 februari 2010
Operazaal Muziekkwartier Enschede
Symposium 12 februari 2010
Operazaal Muziekkwartier Enschede - ORKESTBAK - VOLUME > 9000 M3 - KAATSER VOOR ORKEST VOOR SPRAAK - TONEELTOREN
Symposium 12 februari 2010
Theater en Opera De overgang van een operazaal naar schouwburg zaal of specifiek danstheater is ook interessant. In een theater bedoeld voor ballet en dans is een orkestbak ook een vereiste. Zowel het geluid van een orkest in de bak als bandopname moeten met een goede kwaliteit worden weergegeven. Naast een goede natuurlijke akoestiek zien we hier dat het inzetten van electro akoestische systemen de kwaliteit van de zaal aanmerkelijk kan verhogen. De ontwikkelingen van kunstmatige galmsystemen tot en met virtuele akoestiek gaan snel. Dergelijke systemen bieden veel mogelijkheden mits met de nodige kennis van zaken ingezet. De zaal in Almere heeft een dergelijk systeem om de akoestiek van de zaal, die perfect voldoet voor opera, net even dat extra te geven dat de zaal ook geschikt maakt voor symfonische muziek. Uiteraard moet het orkest dan wel van de toneeltoren afgeschermd worden middels een orkestschelp.
Symposium 12 februari 2010
Theater + Opera Kunstlinie Almere
Plafondpanelen open voor opera
Symposium 12 februari 2010
Theater + Opera Kunstlinie Almere
GLAZEN SCHOTTEN ACHTER PUBLIEK OP BALKON
Symposium 12 februari 2010
Theater Multiform Bij schouwburgen en theaters zien we ook ontwikkelingen. De vraag naar multi functionele zalen was er altijd al. Maar regisseurs zoeken uitdagingen die ze in de gebruikelijke schouwburgen vaak niet vinden. Men wijkt dan uit naar oude fabrieken of industriële complexen zoals de oude gasfabriek in Amsterdam. Een andere ontwikkeling die we zien is de behoefte aan daglicht op het podium. Dit heeft voornamelijk te maken met de arbeidsomstandigheden voor de technici. Mooie voorbeelden van recent opgeleverde theaters die inspelen op deze ontwikkelingen zijn het Wyly theater in Dallas en de nieuwe Rabo zaal in Amsterdam. Het Wyly theater is te beschouwen als een theatermachine waar bij zaal met mechanische middelen getransformeerd kan worden van een prosceniumtheater naar een trusttheater, een arenatheater tot zelfs een volledig vlakke vloer geschikt voor theater maar ook feesten en partijen.
Symposium 12 februari 2010
Theater multiform Charles and Dee Wyly Theatre Dallas
Symposium 12 februari 2010
Theater vlakke vloer De Rabozaal in Amsterdam heeft feitelijk drie gebruikers: de Stadsschouwburg voor gebruikelijke theatervoorstellingen, Toneelgroep Amsterdam voor meer experimenteel theater en de Melkweg voor popconcerten. Deze variatie aan gebruikers vraagt ook om variabele akoestiek. In tegenstelling tot de meeste zalen moest hierbij met name het toneel de meeste akoestische aandacht krijgen. De grote glazen pui achter op het podium is fantastisch voor de toetreding van daglicht maar moet bij bepaalde voorstellingen geblindeerd worden. Bij popmuziek moet de pui ook beschermd zijn tegen het publiek. Op het podium zijn schuifbare akoestische panelen aangebracht die beide functies vervullen. Uiteraard geven de altijd aanwezige technische voorzieningen, waarmee de decors worden gemanipuleerd, ook de mogelijkheden op een eenvoudige manier akoestische materialen (gordijnen) toe te voegen of weg te nemen.
Symposium 12 februari 2010
Theater vlakke vloer Rabozaal Amsterdam
Symposium 12 februari 2010
AFSLUITEND Elke nieuwe zaal die gebouwd wordt levert nieuwe kennis op alsmede objecten waaraan onderzoek verricht kan worden Anno 2010 hebben we de beschikking over zeer geavanceerde tools waarmee in korte tijd kunnen bereiken waar vroeger maanden over gedaan werd. Het zoeken naar akoestische kwaliteitsbepalende grootheden blijft een intrigerende bezigheid. In de nabije toekomst zullen we steeds meer gebruik maken van vituele modelen en auralisatie.
Symposium 12 februari 2010
Tools voor de toekomst
Schaalmodelonderzoek
Symphonic Hall, Århus, Denmark
Simulatiemodellen met auralisatietechniek
Nieuwe meettechnieken en parameters