GEMEENTEBESTUUR UITGEEST
NR.
Nota I advies van: Peter Jaap Don Behandelende afdeling: Controller Datum: 17-10-2014 TITEL: Vaststellen Treasurystatuut 2015 KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP: Het nu geldende treasurystatuut stamt uit 2007. Door verandering in wet en regelgeving (Wet HOF en Wet Schatkistbankieren) en veranderingen in de organisatiestructuur binnen de gemeente Uitgeest dient het treasurystatuut te worden geactualiseerd.
(i.v.m. B en W notulering zeer beknopt advies, voor uitgebreid advies z.o.z.)
S A M E N V A T T E N D A D V I E S : U wordt gevraagd de gemeenteraad voor te stellen het geactualiseerde Treasurystatuut 2015 vast te stellen.
Behandeling in de gemeenteraad: j a
Datum: S december 2014
Bespreken in Commissie: A Z
Paraaf afd. hoofd:
Voorlichting: nee
Bespreken (İÜ/OR: wc
Openbaar: ja
Advies secretaris:
Vragen/opmerkingen poi lefeuillehoudcr: Besproken met portefeuillehouder: akkoord
lij. Conceptbrief samenstellen i.o.v. ponelciiillehoiidcr: ja nee Akkoord
Bespreken
Burgemeester Secretaris Wethouder Spaanderman Wethouder Schouten Wethouder Tromp Besluit van B & W d.d.:
Nummer: B2014.1148
Persbericht:
ADVIES BEHANDELENDE AFDELING: Probleemstelling: Het treasurystatuut bevat de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Het gaat om de beleidsmatige vastlegging van de uitgangspunten en de financiële kaders. Het treasurystatuut dient, als nadere uitwerking van artikel 13 lid 3 Financieringsfunctie van de "Financiële Verordening gemeente Uitgeest" vastgesteld door de Gemeenteraad op 12 december 2011, te worden herzien wanneer er significante wijzigingen in wet- en regelgeving plaatsvinden. Dat betreft allereerst de wijzigingen in de Wet Fido en de Regeling Ruddo in 2008 en 2009, onder andere invoering van de EMU-norm van 3,0 7o en eisen met betrekking tot de kredietwaardigheid van financiële instellingen. De Wet Fido (Financiering decentrale overheden) betreft de wettelijke spelregels hoe gemeenten met hun geld en kapitaal om moeten gaan. De Regeling Ruddo (Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden)is gebaseerd op de Wet Fido en geeft de (rand)voorwaarden met betrekking tot het uitzetten van middelen bij andere organisaties. o
\
*
De wijzigingen in de Wet Fido en de Regeling Ruddo hangen vooraţsamen m e t d ê f i n a n c i ë l e crises en het aanscherpen van wet- en regelgeving. Dat geldt uiteraard ook voorde Wet op ĥeiSçhatkistbankieren en de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hot), die van kracht zijn per 10 december 2ÖÎ3. Dit zijn dusdanige wijzigingen in wet en regelgeving dat het noodzakelijk is ontliet T r e a s u r y s t a ť f t 200" te actualiseren. Oplossing: Het vaststellen van het geactualiseerde Treasurystatuut 2015 als gevolg van de gewijzigde wet- en regelgeving. Voorts kan worden gemeld dat voor het statuut gebruik is gemaakt van het Treasurystatuut 2013 van de gemeente Heerhugowaard waarvan i n de regio is afgesproken deze als leidraad te gebruiken. - Financiële aspecten/risico's: Door de financiële ontwikkelingen van de afgelopen jaren heeft de overheid verdergaande wet- en regelgeving doorgevoerd met het oog op het verminderen van de rîsico'ŝ'die samen hangen met het financieel beheer en beleid van de gemeentelijke organisaties. Op basis van berekeningen van de renterisiconorm voor 2014 en later (Zie C. Toelichting — I I I Renterisiconorm) kan worden vastgesteld dat Uitgeest ruim binnen de norm van circa 6 2,5 min b l i j f t als het gaat om de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen. Samengevat advies: U wordt gevraagd de gemeenteraad voor te stellen het geactualiseerde Treasurystatuut 2015 vast te stellen.
PARAAF OF
PUBLIEKSZAKEN/
FINANCIËN/
STAFAFDELING 1
CONTROLLER 1
AKKOORD
AKKOORD
AKKOORD
AKKOORD
INKOOP/
VERZEKERINGEN 1
RUIMTELIJK
RUIMTELIJKE
AKKOORD
AKKOORD
BEHEER/AKKOORD
ORDENING/AKKOORD
ADVIES MEDE-ADVISEUR
2
1*3
r
ADVIES:
3
Raadsvoorstel no. ^ i e t s invullen a.u.b^
Agendapunt no.
Onderwerp Treasurystatuut 2015
Uitgeest, 24 oktober 2014
Aan de gemeenteraad
Het treasurystatuut bevat de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfimctie en de beleidsmatige vastlegging van de uitgangspunten en de financiële kaders. Het treasurystatuut dient, als nadere uitwerking van artikel 13 lid 3 Financieringsfunctie van de "Financiële Verordening gemeente Uitgeest" vastgesteld door de Gemeenteraad op 12 december 2011, te worden herzien wanneer er significante wijzigingen in wet- en regelgeving plaatsvinden. Dat betreft allereerst de wijzigingen in de Wet Fido en de Regeling Ruddo in 2008 en 2009, onder andere invoering van de EMU-norm van 3,0 Zo en eisen met betrekking tot de kredietwaardigheid van financiële instellingen. En in het verlengde daarvan gaat het ook om de Wet op het Schatkistbankieren en de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof), die beide van kracht zijn per 10 december 2013. 0
Dit zijn dusdanige wijzigingen in wet en regelgeving dat het noodzakelijk is om het Treasurystatuut 2007 te actualiseren.
Burgemeester en wethouders van Uitgeest, de secretaris, de burgemeester,
P. Schouten
Th. van Eijk
Raadsbesluit no^niets invullen a.u.b^
Onderwerp Treasurystatuut 2015
De raad van de gemeente Uitgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 november 2014 nr. B2014.1148; gehoord de beraadslagingen in de commissie Algemene Zaken en Financiën d.d. 20 november 2014 besluit: tot het vaststellen van Treasurystatuut Uitgeest 2015 die in werking treedt per 1 januari 2015.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 8 december 2014, de griffier, de voorzitter,
W. Zoetelief
Th. van Eijk
Treasurystatuut van de gemeente Uitgeest 2015
Wetstechnische informatie G e g e v e n s v a n de regeling
Overheidsorganisatie: Gemeente Uitgeest Officiële naam regeling: Treasurystatuut Uitgeest 2015 Treasurystatuut Uitgeest 2015 Citeertitel: Gemeenteraad Besloten door: Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld): Onderwerp: Treasury
Opmerkingen m.b.t. de regeling
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2007 2007, nummer 07/05.
raad op 15 januari
Grondslagen
1. Gemeentewet, art. 212 2. Wet financiering decentrale overhed (Wet Fido) 3. Regeling uitzettingen en derivaten d ntrale overh 4. Wet Houdbare overheidsfinaj?4|Įn (H' 5. Wet Integraal schatkistbankiere overhedin 6. Financiële verordening Uitgeest
Datum inwerkingt Betreft: N i e u w e s e g e l i n g
VoorsuTgemeênti
De r a a d m n de gemeente Uitgeest gelet op depMfckaa^r in: » de Gemeentewet » Wet Financiering decentrale overheden (Fido); » Wet Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo); « Wet Houdbare overheids financiën (Hof); » Wet Schatkistbankieren; » Financiële verordening gemeente Uitgeest. gelet op het advies van de commissie Algemene Zaken d.d. 20 november 2014; besluit: vast te stellen het Treasurystatuut Uitgeest 2015
Treasurystatuut Uitgeest 201 5
İntl4.2l46
1
A.
Inleidende bepalingen
Artikel 1. Definities In dit statuut wordt verstaan onder: Derivaten:
Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. Die waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties, zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
EMU-Saldo:
Het saldo van de ontvangsten en de uitgaven van de collectieve sector in een jaar, zijnde het netto financieringssaldo van de collectieve sector, berekent overeenkomstig ļ á r " r — h ŕ " — van het Europees systeem van nationale en repjfnale rekeningen in de Europese Unie.
EMU-Schuld:
De stand per 31 december van een jaar ţan d è ' Ä b u l d e n van de collectieve sector, berekent overes Įtig de v c « c h r i f t e n van het Europees systeem van natjgssle er" ļionale re^Binaen in de Europese Unie.
Financiële vaste activa
Duurzaam financieel belalgTřat de ţ Ä Ä e n t e heeft bij een andere partij. Het kanjrferbij gaan om^fcüaalverstrekkingen, uitgezette geldleningt^Mverigepjķetting^^b/eleggingen) en bijdragen aan a cţįįa in eflfcod#rivan derdç
Financiering:
Het aantrekka van financiën minimaal é é i laar.
Geldstromenbeheer:
Alle acjfviteitê^die nodig zijnbm JÄJuiditeiten te transfereren zoweTbntoen fMBraanisatie ş s tussen de organisatie en derden (betalingsvWkee
Insolventie:
Kasgeldlimiet
üddeleŗjļfoor een periode van
term va"n alle gevallen waarin een natuurlijk erneming financieel onvermogend is en niet n zijn schTTOverplichťingen kan voldoen. 0
L
enta\e (8,5 /)) van het begrotingstotaal van de gemeente bij g vawnet jaar. o dat de financiële activa van de organisatie in waarde eren door negatieve koersontwikkelingen.
Koersn
Het ri verm
Kredisrisico
ĩśico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) kunnen nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
Lening
Opgenomen of uitgezette
Liquiditeitenbeheer:
Het aantrekken en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar.
Liquiditeitsprognose:
Een overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld naar aard en tijd.
Liquiditeitsrisico:
De risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en in de meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.
Publieke taak:
De overheid kan/ mag iets tot haar publieke raak rekenen wanneer het particuliere bedrijfsleven niet of tegen bijzonder hoge kosten in een voorziening voorziet, waardoor deze niet of voor velen niet bereikbaar is.
Rating:
De inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij
Treasurystatuut Uitgeest 2015
intl4.2146
vermogensbestanddelen
2
toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier. Renterisico:
Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen van leningen of uitzettingen van gelden met een looptijd van één jaar of langer.
Renterisiconorm:
Een bij de aanvang van enig jaar op basis van de Wet FIDO gefixeerd percentage (20 7o) van het begrotingstotaal van de gemeente dat jaarlijks bij de realisatie niet mag worden overschreden. 0
Rentetypische looptijd:
De interval gedurende de looptijd van een geldlening waarin op basis van de voorwaarde van de geldlening sprake is van een door de geldgever niet beïnvloedbare constante rentevergoeding.
Rentevisie:
Toekomstverwachting over de renteontwikkeling.
Saldobeheer:
Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekMTrXen.
Schatkistbankieren:
Het verplicht aanhouden van overtollige Nederlandse staat
Treasuryfunctie:
Alle activiteiten die zich richten op, sturen ä Ä e h e e r s e n it houder^^rJe van, het verantwoorden over eryiret tol financiële vermogenswaardemflÄfcianci geldstrornw; de financiële positie en de hieAan venkodj risico's. De'functie bestaat uit de deelfunctjtf^isicobeheT ;asbeheer en gemeentefinancierinç
Uitzetting:
Het tijdelijk toevei uweTMgnjrçuiaiteten Mf\ derden onder voorwaarden f zijnKereengemmen. Kortlopende uitzettingen bben betrekkinf^D eeru^riode tot één jaar. Langlopend itzettingen hebbe»a(rekking op een periode van
ële middelen bij de
Artikel 2. Inleiding Dit treasurystatuut bevat de ctuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie. H idsmatige vastlegging van de uitgangspunten en de financiële kaders et treas als nadere uitwerking van artikel 13 lid 3 Financieringsfun ciëlèìyŕrordening gemeente Uitgeest" vastgesteld door de van de Gemeenteraad o 11,-re worden herzien wanneer er significante wijzigingen december in wet laatsvind De invfcring van de Werapfc^Schatkistbankieren en de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof), A l 10 december\2013, zijn dusdanige wijzigingen in wet en regelgeving dat het n o o d z a ^ K is om het treasurystatuut aan te passen.
B.
Beleidsregels
Artikel 3. Treasuryfunctie Treasury is de beheersing, door sturing en bewaking, van financiële posities en de aan deze posities en stromen verbonden kosten en risico's. Concreet betekent dit voor de gemeente Uitgeest dat de financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden plaats vindt en de rente- en kredietrisico's afgedekt worden. De treasuryfunctie binnen de gemeente Uitgeest dient hierbij uitsluitend de publieke taak en geschiedt binnen de financiële kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) waarbij voorzichtig beheer een basisvoorwaarde is.
Treasurystatuut Uitgeest 2015
int!4.2146
3
De treasuryfunctie dient tot: « het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's en liquiditeitsrisico's; » het verkrijgen en behouden van toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien; » bij het aantrekken van de financiële producten wordt zo ver dat mogelijk is partijen benaderd die streven naar duurzaamheid; « het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut. De treasuryfunctie wordt uitgevoerd binnen de kaders van de wet Fido
Artikel 4. Risicobeheer Het beheersen, beperken en spreiden van risico's neemt in dit treasurybeALęen belangrijke plaats in. Het risicomanagement is in dit verband gericht op het inzichtaJm maken van toekomstige risico's en deze te beheersen, te verminderen en te s p r r f Ä k D a a r b i j wordt ten minste voldaan aan de risiconormeringen zoals die in het statuut zijBopgāfcgien. Onder risico's worden verstaan zowel renterisico's (vaste set ttende ü ^ l d ) , als kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en, zover t ç j A k e , van risico's. O ^ p ć risico's te beheersen worden hieronder uitgangspunten weerggflevem^an i e uitgangsĮwnten kan in noodsituaties worden afgeweken. Indien er van d^mtgangspc wordt afgeweken informeert de wethouder Financiën hierover de c o j p í i s s i e Ajgemëľ aken. 4.1.
Renterisicobeheer
Renterisicobeheer is het beheersen van isiccKvan (financiële) resultaten van de gemeente or rentewijzīg i gelden met een looptijd van een jaar of 1 ger.
wenste randeringen van de hingen of uitzetting van va
Het renterisicobeheer kent de voĩg eTWę uľ spunten het renterisico op de lange s c h u l d \ e d r á de renterisiconorm volgens de Wet xim Fido; het renterisico op de"ko it maximaal de kasgeldlimiet, gemiddeld over een kwartaal v o l o j ^ ^ e W e V i d o de g e m e e n t e ļ ļ ^ e r e r r ^ ^ ^ isgąļįjk aan die van de gemeentelijke huisbankier BNG; de rentevisie»ordt verwofci in paragraaf 4 (Financiering) van de gemeentelijke programmabmroting en de^pg rarjrnajaarrekening , n i e u w ^ n n g ^ ^ o r d e n afgeatemd op de bestaande financiële positie, op de prognose varWÍĩe poshie e ^ ^ d e actuJe rentestand; hetiitoefenen v a r r ^ f e a m e g ^ aflossingsmogelijkheden voor zover gewenst en passend; he^ebruik van derivaten is uitsluitend toegestaan ter afdekking van financiële risico's en daalBtent sporadisch en voorzichtig gebruik van te worden gemaakt. Voordat een deriva^^ransactiel/vordt afgesloten, wint de gemeente op grond van een collegebesluit het advìe^l^Hpįįeen onafhankelijk adviseur. Indien derivaten worden ingezet ten behoeve van het verminderen of spreiding van het renterisico wordt de raad actief geïnformeerd over de door het college gemaakte afweging; rente-instrumenten worden uitsluitend toegepast voor het verminderen of ten behoeve van een spreiding van het renterisico.
4.2.
Koersrisicobeheer
Koersrisicobeheer is het beheersen van de risico's die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële vaste activa (aandelen, verstrekte geldleningen en bijdragen in investeringen van derden) van de organisatie in waarde verminderen door negatieve (koersjontwikkelingen.
De volgende uitgangspunten gelden:
Treasurystatuut U itgeest 2015
intl4.2146
4
»
» » »
4.3.
overtollige liquide middelen worden uitsluitend uitgezet bij de Nederlandse Staat (Schatkistbankieren) of lagere Nederlandse overheden en overheidsinstanties, zoals gemeenschappelijke regelingen en gemeentelijke diensten; aandelen worden alleen gekocht in het kader van de uitoefening van de publieke taak; de looptijd van uitzetting wordt afgestemd met de liquiditeitsplanning; het uitzetten van geld anders dan bij de Nederlandse Staat is toegestaan onder de voorwaarde dat de hoofdsom van de uitzetting wordt gegarandeerd.
Kredietrisicobeheer
Kredietrisicobeheer (of debiteurenrisicobeheer) is het beheersen van de risico's die voorvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. Uitgangspunt; « overtollige middelen worden conform de wet Schatkistbankiereij Nederlandse Staat, lagere Nederlandse overheden en gemeenschappelijke regelingen en gemeentelijke dienster
4.4.
Valutarisicobeheer
Om valutarisico's uit te sluiten worden uitsluitend Ie gegarandeerd in de Europese geldeenheid: de E
5.
uitgezet bij de stanties, zoals
verst
afgesloten of
Financierin g
Financiering is een deelfunctie van treas^y en omvat de ā ^ k į t e i ^ ĩ die gericht zijn op het beheren van de liquiditeitsposities en heimporzien in de benoH^Te liquiditeiten voor de realisatie van voorgenomen invesJrįnge^Li uitvoering ven activiteiten. Hiernaast valt onder financiering het onderhouden vandeSrelatil^tet financië J instellingen, waarbij het zowel gaat om financiering < 1 jaar (geldmarkt) errHjnanaB^į^^prar (kapitaalmarkt). De basis voor het aantreRkern meerjaren liquiditeitjaaflüpse, gemeente.
huidige!
^zowel kort als lang, is de zogenaamde înportefeuille en de rentevisie van de
Voor de financier! endMiitgangspunten: gelden de » de gsmaatre ļen worden in acht genomen; » lenJgen eritiit. enkel plaats ter uitoefening van de publieke taak; en vind » finjŗciering met hcieringsmiddelen wordt zoveel als mogelijk beperkt door pri ikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de ren enteresultaat te optimaliseren; » to eg tinstrumenten zijn: ht bij banken * call aggeld) * kasgeld * onderhandse leningen toegestane kapitaalmarktinstrumenten zijn: » onderhandse lening * (euro) medium term notes * obligatie lening het aantrekken van financiering geschiedt tegen zo gunstig mogelijke condities en de financiering wordt zodanig gekozen dat deze past binnen het risicobeleid; bij het aantrekken en/of uitzetten van gelden voor een periode vanaf één jaar worden minimaal twee partijen benaderd voor een offerte; bij het opereren op de financiële markten wordt zodanig gehandeld dat de toegang tot de markten niet in gevaar komt.
Treasurystatuut U itgeest 2015
İntl4.2l46
5
6.
Kasbeheer
6.1 G e l d s t r o m e n b e h e e r
Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt: « het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitsplanning af te stemmen. Er wordt op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen; » het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd en op elkaar afgestemd.
6.2 S a l d o - en liquiditeitenbeheer
Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen: » de gemeente streeft naar concentratie van de liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities; » indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan de gemeente kortlojį iddelen aantrekken. Hierbij wordt normaliter, conform artikel 4 lid 1, W e ţ kasgeldlimiet niet overschreden; » bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn stuk 2.3 genoemde tegenpartijen toegestaan.
Leningen uitgeleend geld en garantie^ de gemeente verstrekt geen hypothecaire lei het personeel en rantie politieke ambtsdragers van openbare licha pothecaire leningen en garanties. Bestaande garan, bals overeengekomen; de gemeente verstrekt geen leninge uitzondering kan de derden. BIJ gemeente leningen verstrekkeryiie n. Deze leningen kunnen alleen verstrekt worden aan demand raaa vastgesteld besluit; de gemeente verstrekt alleenNoara en indien er een door de raad aangewezen maatschappelijk bef Bij wijze van uitzondering stelt de gemeente zich garanyHHMÚQCten sociale woningstich ximaal 50Zo van de lening garant aan woningsticl het Waarborgfonds Sociale Woningbouw rwaarde : heWt gesteld voor de andere 50 7o van de lening; (WSW)z! sportven laxm^al 50 7o van de verplichtingen van een lening tot 6 25P.00mvoor lale^Tuur van 15 jaar op voorwaarde dat de Stichting 5) zich eerst garant heeft gesteld voor de andere 507o van ĩe lenin ' in bijzondere situaties van afwijken; Ier wordt voora" gewonnen bij de diverse waarborgfondsen over de financiële Bpsitie en de kredietwaardigheid van de desbetreffende partij, op (rand van artikel 7, lid 5 van de financiële verordening gemeente Uitgeest wordt bij het verstrWken van galanties aan sportverenigingen groter dan C 50.000 de gemeenteraad vooraf irWMļaļa^nheid gesteld om zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Deze bepaling geldt niet voor garantstellingen van leningen aan Sociale Woningstichtingen. Op grond van artikel 160 van de G emeentewet heeft het College in 2008 een ongelimiteerde achtervang afgegeven aan het WSW. Hierdoor kan het WSW borg staan voor leningen aan sociale woningbouwstìchtingen die willen investeren in de nieuwbouw en/of groot onderhoud van betaalbare sociale woningen in de gemeente; leningen of garanties die op grond van eerder door de gemeenteraad vastgestelde regelingen zijn verstrekt, worden door dit treasurystatuut niet aangetast. 0
o
0
0
Treasurystatuut U itgeest 2015
intl4.2146
6
8.
Relatiebeheer
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten: » bankrelaties en hun bancaire condities worden ten minste een keer per vijfjaar beoordeeld; » financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht ( - Europese Economische Ruimte) te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer; » tussenpersonen moeten geregistreerd staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
9.
Informatievoorziening
Jaarlijks dient in de programmabegroting en de -jaarrekening een treasuryparagraaf te worden opgesteld. Daarin worden onder andere behandeld het kader, dj^tatwikkelingen, de financieringsbehoefte, de renterisiconorm en het renteomslagperjptage alsmede een liquiditeitsplanning (begroting) of liquiditeitspositie (jaarrekening).
Inwerkingtreding e n slotbepaling.
Dit treasurystatuut treedt in werking per 1 januari 2015.
Vastgesteld door de gemeenteraad van Uitgeest ġp. 8 december
Treasurystatuut Uitgeest 20! 5
İntl4.2l46
7
C. I.
o T elichting Wettelijk kader
In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader geschetst op grond waarvan gemeenten hun treasuryfunctie uitoefenen. De wettelijke grondslag is vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Fido) en de hiermee samenhangende wetgeving: Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden, Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden, Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) en de Wet Integraal schatkistbankieren decentrale overheden. De Wet Fido bepaalt aan welke voorwaarden gemeentes moeten voldoen bij het aantrekken en uitzetten van middelen. Deze wet bepaalt dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen uitzetten en garAtfies verlenen. Uitzettingen mogen vanaf 1 juni 2012 uitsluitend nog bij de Nederlandsapftaar (Wet Integraal schatkistbankieren). Bij derivaten moet er sprake zijn van voldoendęjffl^įtwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico. Naast de uitoefening van de publieke taak en het prudente I normen voor het beheersen van risico's op kort- en langloj kasgeldlimiet en de renterisiconorm). Deze normen zijņ^en i in het vermijden van grote fluctuaties in de rentelaste De Wet Hof is een vertaling van het EMU-saldo overheden (provincies, waterschappen en waarin zij participeren. De Wet Hof moet EMU-saldo van 37o blijft.
de n (respe ader van
ijk de et Fido
als de decentrale ppelijke regelingen Staat binnen het
0
II.
E M U - s a l do
Het doel van het EMU-saldo is het EMU-saldo is gesteld op 3, Unie. In de Wet Hof is g overheden, waterschappen, pn wordt vastgesteld rekening gehouddfi met he van hun wettelijkÄaken en n Rappo (infon basis
ie voor der de vastgestel
üen van de overheidsfinanciën. Het fan elk lid van de Europese Monetaire įngsperiode het aandeel van de lagere įęnten, voor duur van de regeringsperiode -saldo voor de lagere overheden wordt ^investeringsvolume van gemeenten voor de uitvoering íichtingen.
U-saldo idt elk kwartaal plaats door middel van de opgave IV-3 n het Í B S . Daarnaast worden er afzonderlijke rapportages op Ĵegroting en jaarrekening na a r het C B S gestuurd.
III. Renté
Het doel va nüBHWSfìsiconorm is het beheersen va n renterisico's op de va ste schuld (schuld met een rente typische looptijd vanaf één jaar). Dit kan door het a a nbrengen va n spreiding in de looptijden van de leningenportefeuille. De renterisiconorm wordt berekend door een va st percentage (20 /)) te vermenigvuldigen met het begrotingstota a l. 0
Het renterisico heeft betrekking op de va ste schuld en op het bedra g wa a rover renterisico wordt gelopen. Na a st de renteherzieningen zijn hiervoor ook de herfina ncieringen va n de aflossingen van bela ng, wa nt het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. Het renterisico wordt getoetst aan het bedra g va n de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft betrekking op het tota a l va n de begroting va n enig ja a r.
Treasurystatuut Uitgeest 2015
intH.2146
8
Op deze staat wordt over het renterisico van de komende vier jaren gera pporteerd. De modelberekening voor de renterisiconorm staat in het onderstaande tabel weergegeven: De renterisiconorm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 2Q Zo va n het verwachte begrotingstota a l in 2014 (6 12.470.000). In 2014 bedraagt de renterisico norm daarmee ē 2.494.000. De reguliere a flossing is voor 2014 geraamd op C 1 miljoen. De gemeente Uitgeest blijft hiermee ruim binnen de renterisico norm. 0
Voor de komende jaren ziet dit er als volgt uit: Berekening renterisiconorm (x ĉ 1.000)
2014
ē 12.455
0
20 7o
Renterisiconorm
ê 12.419
0
20 7o
20 7o
' ,; - i-"'
- ~' i'ś
ì-' :-r
0
2014
2015
2016
budget
budget
budget
Renteherziening op vaste schuld o/g Aflossingen
0 118
Renterisico Renterisiconorm
118
2017
ë 12.438
20 7o
0
v,^.iįí
R e n t e r i s i c o o p v a s t e s c h u l d (x C 1.000)
2016
2015
« 12.470
Begrotingstotaal Percentage regeling
20\í budget
^Lo 111 i
1131V t 2.48r
0 119 119 Ê 2.488
Ruimte onder renterisiconorm O v e r s c h r i j d i n g renterisiconorm
De provincie, als toezichthouder, ziet toei hantering ontheffing verlenen. Aan de ontheffing kļ men voorschrifte? beperkingen worden opgelegd.
norrn#n en kan zonodig verbonden en
IV. Kasg eldlimiet
stellen aan korte financiering (rentetypische Het doel van de kasgeld! te~TTnaw^|^g geldt dat het renterisico aanzienlijk kan zijn, looptijd tot é é n jaar). Juist voo' korte financiering direct een relatief grote invloed hebben aangezien f l u c t u a t j ^ M ^ ^ e n t e op de rentelastei k
0
De kasgeldľkniet Ä r d t berekencUs een percentage (8,5 7o) van het totaal van de jaarbegrajiwpiiąn l Ä o e m e e n t e bBaanvang van het jaar. Hierbij geldt een minimumbedrag van C 3*0.000. In d e ^ ^ r t F i d o wrJdt de gemiddelde korte financiering (de netto vlottende s c h u l d t e r drie maandewĘfclpiíst aan de kasgeldlimiet. Hiertoe wordt het gemiddelde q e n o m » van de korte financiering op de eerste dag van de drie kalendermaanden in een kwartaal De provinciē^fctoflflľhthouder, ziet toe op hantering van de normen en kan zonodig ontheffing verlenen. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden opgelegd.
Treasurystatuut U itgeest 2015
İntl4.2146
9