GEMEENTEBESTUUR UITGEEST
NR.
Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte/Ruimtelijke Ontwikkeling Datum: 18-10-2012 TITEL: Prestatieafspraken met KW 2013-2015 KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP: In uw vergadering van 2 oktober 2012 heeft u de prestatieafspraken met Kennemer Wonen vastgesteld, onder voorwaarde van goedkeuring door de gemeenteraad. Op 11 oktober 2012 is de prestatieovereenkomst besproken in het bestuurlijk overleg tussen de gemeente en Kennemer Wonen. Naar aanleiding hiervan is de overeenkomst op een aantal punten gewijzigd. (i.v.m. B en W notulering zeer beknopt advies, voor uitgebreid advies z.o.z.)
SAMENVATTEND ADVIES: De gemeenteraad vragen de prestatieovereenkomst goed te keuren
Behandeling in de gemeenteraad: ja
Datum: 10 december 2012
Bespreken in Commissie: SLZ
Paraaf afd.hoofd:
Voorlichting: ja
Bespreken GO/OR: nee
Openbaar: ja
Advies secretaris:
Vragen/opmerkingen portefeuillehouder:
Conceptbrief samenstellen i.o.v. portefeuillehouder: ja/nee Akkoord
Bespreken
Burgemeester Secretaris
4-
Wethouder Spaanderman Wethouder Linnartz Wethouder Selij Besluit van B&W d.d.: 23-10-2012
Nummer: B2012.1261
Akkoord (college stelt voor om geen evaluatie optiemodel te houden. Indien er geen wachtlijst vanuit de gemeente is kan, na overleg met de gemeente, Kennemer Wonen de woning gelijk in het optiemodel plaatsen!
Persbericht:
ADVIES BEHANDELENDE AFDELING: Probleemstelling: In uw vergadering van 2 oktober 2012 heeft u de prestatieafspraken met Kennemer Wonen vastgesteld, onder voorwaarde van goedkeuring door de gemeenteraad. Op 11 oktober 2012 is de prestatieovereenkomst besproken in het bestuurlijk overleg tussen de gemeente en Kennemer Wonen. Naar aanleiding hiervan is de overeenkomst op een aantal punten gewijzigd. Bovendien is overeengekomen de overeenkomst te laten gelden in de periode 2013-2015. Oplossing: De wijzigingen zijn in een aparte bijlage in het rood weergegeven. Inhoudelijke wijzigingen: toevoeging rol van gemeente: uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning verduidelijking rol Kennemer Wonen schrappen term 'woonservicezones' schrappen voorbeelden Wmo voorzieningen omdat deze aan veranderingen onderhevig zijn en daarover discussie kan ontstaan; periode is verplaatst van 2012-2014 naar 2013-2015 planning Ter bespreking voorleggen aan de commissie Samenlevingszaken in haar vergadering van 12 november 2012, ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad in zijn vergadering van 10 december 2012. Financiële aspecten/risico's: nvt Samengevat advies: De gemeenteraad vragen de prestatieovereenkomst goed te keuren
PUBLIEKSZAKEN/
FINANCIËN/
STAFAFDELING /
CONTROLLER/
AKKOORD
AKKOORD
AKKOORD
AKKOORD
INKOOP/
VERZEKERINGEN /
RUIMTELIJK
RUIMTELIJKE
AKKOORD
AKKOORD
BEHEER/AKKOORD
ORDENING/AKKOORD
PARAAF O F ADVIES MEDE-ADVISEUR
ADVIES:
2
Raadsvoorstel no. R2012.0054
Agendapunt no.
Onderwerp Prestatieafspraken Kennemer Wonen
Uitgeest, 18 oktober 2012
Aan de gemeenteraad
In het kader van het behartigen van de lokale en regionale woonbelangen is een prestatie-overeenkomst opgesteld voor de periode 2013-2015. De gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen werken als partners samen met als doel de lokale en regionale woonopgave te implementeren en te optimaliseren. Met het maken van deze prestatieafspraken spreken we naar elkaar uit, dat wij vertrouwen in elkaar hebben en de samenwerking als partners in de volkshuisvesting willen formaliseren. De gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen komen elkaar op het gebied van Wonen in verschillende gedaanten tegen, waarbij sprake is van onderlinge afhankelijkheid. De onderlinge relatie bestaat niet louter uit overleggen, maar ook uit het delen van visies, prioriteiten en plannen, zodat deze goed op elkaar kunnen worden afgestemd. Gemeente noch corporatie kan volledig zelfstandig zorgdragen voor leefbare buurten, aantrekkelijke woonmilieus en een woningmarkt waarin kansen en keuzemogelijkheden van burgers centraal staan. Wij spannen ons hiervoor gezamenlijk in. Door een goede samenwerking wordt er meer gepresteerd. Het opstellen van prestatieafspraken is een waardevol instrument waarin de gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen onderling hun bijdrage bepalen, afstemmen en vastleggen. Het totaalpakket aan afspraken is bewust een wisselwerking van geven en nemen. Samen streven we naar synergie. Door kennis te delen en te leren van elkaar, willen we samen een optimale invulling geven aan gemeenschappelijke doelstellingen. In deze prestatieafspraken geven wij duidelijkheid over wat we van elkaar (mogen) verwachten, wat de rol van iedere partij is en waar de verantwoordelijkheden liggen. We spreken af op welke manier wij samenwerken om onze doelstellingen te bereiken. Buiten kijf staat dat de prestatieafspraken zijn gemaakt in een onzekere tijd voor beide partijen. Enkele wankele factoren: de financiële consequenties van het rijksbeleid - de afdracht voor de betaalbaarheidsheffing, de integrale vennootschapsbelasting (VBP-heffing) en de voortzetting van het inflatievolgende huurbeleid - plus de effecten op de woningmarkt van zowel de kredietcrisis als de stagnerende economische groei, en veranderende wetgeving. Deze overeenkomst is een weergave van de wederzijdse inspanningsverplichtingen en het daarvoor benodigde onderlinge vertrouwen tussen partijen. Zij vormt de wederzijdse intenties en ambities evenals de resultaten die zij hiervoor in de periode tot 2015 willen behalen. De prestatie-afspraken worden jaarlijks in het najaar in zijn geheel geëvalueerd, voor het eerst in het najaar van 2013. De onderwerpen in de prestatie-overeenkomst worden minimaal twee jaar in het daartoe geplande bestuurlijk overleg besproken, en als het onderwerp zich daartoe leent, in een extra vergadering.
De onderwerpen die in de prestatieovereenkomst zijn opgenomen zijn: - Het realiseren van de huisvesting voor mensen met een bescheiden inkomen tot € 40.000,- per jaar (prijspeil 2012); - De betaalbaarheid van het wonen; - H f l e t handhaven of verbeteren van de kwaliteit van de woonsituatie (o.a. leefbaarheid) in wijken; - De uitvoering van de provinciale woonvisie inclusief de RAP IJmond; - De ontwikkeling en uitvoering van het strategisch voorraadbeleid van de corporatie - Een efficiënte inzet van financiële middelen voor maatschappelijke doeleinden en projecten in de regio. Burgemeester en wethouders van Uitgeest,
de secretaris,
de burgemeester,
mevr. G.A.F. van den Broek
mevr. drs. A.E.H. Baltus
Raadsbesluit no.
Onderwerp Prestatieovereenkomst Kennemer Wonen 2013-2015
De raad van de gemeente Uitgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2012, R2012.0054, gehoord de beraadslagingen van de vergadering van de commissie Samenlevingszaken d.d. 12 november 2012; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet; besluit: De prestatieovereenkomst te sluiten tussen de gemeente Uitgeest en de woningcorporatie Kennemer Wonen voor de periode 2013-2015 goed te keuren. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 10 december 2012, de griffier, de voorzitter,
W. Zoetelief
mevr. drs. A.E.H. Baltus
PRESTATIEAFSPRAKEN 2013-2015 Gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen
Inhoudsopgave §1. 1.1 1.2 1.3 1.4 § 2. § 3. 3.1 § 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 § 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 § 6. 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 § 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 § 8 8.1 8.1 §9. 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Inleiding Kader waarbinnen afspraken worden gemaakt Wat zijn de doelstellingen (wat willen we bereiken met deze afspraken): Verantwoordelijkheden en partijen Wat doen we samen: Toelichting gebruikte begrippen Prestatieafspraken Wanneer en hoe we elkaar informeren en met elkaar overleggen Ontwikkelingen Woningmarkt Gevolgen rijksbeleid Regionale ontwikkelingen Negatief beeld door affaires Huisvesten van doelgroepen Inleiding Bereikbaarheid en betaalbaarheid van de woningen Woningtoewijzing Statushouders Huisvesting ouderen en mensen met een beperking Bijzondere doelgroepen Preventie huisuitzetting Afspraken Kwaliteit van de woningvoorraad Nieuwbouw Duurzaamheid Veranderingen in de bestaande woningvoorraad Verkoop Sloop Afspraken Afstemmen van wonen en zorg Inleiding Voorzien in behoefte aan wonen voor kwetsbare mensen Wonen en zorg op maat Samenwerking tussen aanbieders van wonen, welzijn en zorg Afspraken Leefbaarheid van buurten en wijken Inleiding Afspraken Overige bepalingen Experimenten Proces: Sturing en overleg Geschillenregeling Duur, monitoring en evaluatie Citeertitel
3 3 3 4 4 5 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 14 14 14 14 15
2
?'
§1.
Inleiding
Gemeenten en corporaties werken als partners samen met als doel de lokale en regionale woonopgave te implementeren en te optimaliseren. Hierbij is deze prestatieovereenkomst een belangrijke basis. Met het maken van prestatieafspraken spreken de Gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen naar elkaar uit, dat zij vertrouwen in elkaar hebben en de samenwerking als partners in de volkshuisvesting willen formaliseren. De gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen komen elkaar op het gebied van Wonen in verschillende gedaanten tegen, waarbij sprake is van onderlinge afhankelijkheid. De onderlinge relatie bestaat niet louter uit overleggen, maar ook uit het delen van visies, prioriteiten en plannen, zodat deze goed op elkaar kunnen worden afgestemd. Gemeente noch corporatie kan volledig zelfstandig zorg dragen voor leefbare buurten, aantrekkelijke woonmilieus en een woningmarkt waarin kansen en keuzemogelijkheden van burgers centraal staan. Wij spannen ons hiervoor gezamenlijk in. Door een goede samenwerking wordt er meer gepresteerd. Het opstellen van prestatieafspraken is een waardevol instrument waarin de gemeente Uitgeest en Kennemer Wonen onderling hun bijdrage bepalen, afstemmen en vastleggen. Het totaalpakket aan afspraken is bewust een wisselwerking van geven en nemen. S a m e n streven we naar synergie. Door kennis te delen en te leren van elkaar, willen we samen een optimale invulling geven aan gemeenschappelijke doelstellingen. In deze prestatieafspraken geven wij duidelijkheid over wat we van elkaar (mogen) verwachten, wat de rol van iedere partij is en waar de verantwoordelijkheden liggen. W e spreken af op welke manier wij samenwerken om onze doelstellingen te bereiken. Buiten kijf staat dat de prestatieafspraken zijn gemaakt in een onzekere tijd voor beide partijen. Enkele wankele factoren: de financiële consequenties van het rijksbeleid - de afdracht voor de betaalbaarheidsheffing, de integrale vennootschapsbelasting (VBP-heffing) en de voortzetting van het inflatievolgende huurbeleid - plus de effecten op de woningmarkt van zowel de kredietcrisis als de stagnerende economische groei, en veranderende wetgeving. Deze overeenkomst is een weergave van de wederzijdse inspanningsverplichtingen en het daarvoor benodigde onderlinge vertrouwen tussen partijen. Zij vormt de wederzijdse intenties en ambities evenals de resultaten die zij hiervoor in de periode tot 2015 willen behalen. De afspraken in deze overeenkomst zijn van kracht binnen de grenzen van de gemeente Uitgeest en gelden dus ook slechts voor het corporatiebezit binnen de gemeentegrenzen. 1.1 Kader waarbinnen afspraken worden gemaakt Beide partijen geven met het vastleggen van afspraken uitvoering aan de juridische en beleidsmatige kaders zoals die zijn beschreven in • Het Besluit beheer sociale-huursector • De Huisvestingswet. • De Structuurvisie Gemeente Uitgeest 2020 • Het Regionaal Actie Programma IJmond 2011 (RAP) • Het O G G Z convenant. 1.2 Wat zijn de doelstellingen (wat willen we bereiken met deze afspraken): • het uitwerken van doelstellingen op het beleidsterrein wonen (volkshuisvesting) in een samenstel van met elkaar samenhangende afspraken; • het vastleggen van wederzijdse verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
3
Partijen werken samen aan: • Het realiseren van de huisvesting voor mensen met een bescheiden inkomen tot € 40.000,- per jaar (prijspeil 2012) • De betaalbaarheid van het wonen • Het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van de woonsituatie (o.a. leefbaarheid) in wijken • De uitvoering van de provinciale woonvisie inclusief de R A P I Jmond • De ontwikkeling en uitvoering van het strategisch voorraadbeleid van de corporatie • E e n efficiënte inzet van financiële middelen voor maatschappelijke doeleinden en projecten in de regio. 1.3 Verantwoordelijkheden en partijen Deze overeenkomst wordt aangegaan tussen de gemeente Uitgeest, hierna te noemen 'de gemeente' en woningcorporatie Kennemer Wonen, hierna te noemen 'de corporatie'. De gemeente wordt vertegenwoordigd door de wethouder Volkshuisvesting, de heer W.J.M. Spaanderman; de corporatie wordt vertegenwoordigd door haar directeur, de heer H.J. Tromp. Beide partijen hebben een verantwoordelijkheid voor een goede huisvestings- en woonsituatie binnen de gemeente Uitgeest, zij het ieder vanuit een eigen invalshoek en verantwoordelijkheid. De rol van de gemeente is vierledig: • Het uitvoeren van het woon- en het huisvestingsbeleid • Het uitvoeren van de Wet maatschappelijke ondersteuning • Het voeren van benodigde RO-procedures • Het uitvoeren van de taakstelling huisvesting vergunningshouders • — H e t actief monitoren—in samenspel met de corporatios - van de voortgang De corporatie heeft een specifieke maatschappelijke opdracht verwoord in de z e s prestatievelden van het B B S H . Binnen haar werkdomein heeft ze twee kerntaken: • de zorg voor huisvesting van mensen in kwetsbare posities • in relatie daarmee het bijdragen aan de duurzaamheid en leefbaarheid van woongebieden. 1.4 • • • • • • • •
Wat doen we samen: Gezamenlijk onderzoek uitvoeren naar, en analyseren van, de bestaande situatie en de toekomstige/wenselijke situatie Gezamenlijk beleid formuleren Gezamenlijk woningbouwprogramma's opstellen Gezamenlijk wijkontwikkelings- en leefbaarheidsplannen maken en uitvoeren Gebruik maken van eikaars kennis Uitvoering op elkaar afstemmen Gezamenlijk een communicatieplan maken (met inspraak en participatie van bewoners) Gezamenlijk ontwikkelingen in de woningvoorraad monitoren
4
§ 2.
Toelichting gebruikte begrippen
In deze overeenkomst wordt verstaan onder: • Aftoppinqsarens: huurprijzen op grond van artikel 20 van de Wet op de Huurtoeslag; boven de eerste aftoppingsgrens wordt voor het gedeelte dat boven de grens komt geen huurtoeslag toegekend (behoudens voor alleenstaanden, 65 plussers en gehandicapten); • Betaalbare woningen: woningen met een huur tot maximale huurtoeslaggrens • Bbsh: Besluit beheer sociale-huursector; Besluit waarin de uitgewerkte rechten en plichten van de woningcorporaties zijn vastgelegd; • Doelgroep(en) van beleid: primaire doelgroepen zijn: o De inkomensgroep die op grond van de Huisvestingswet bij voorrang in aanmerking komt voor sociale woningen; o Ingezeten van de regio IJmond met een belastbaar inkomen tot € 40.000(prijspeil 2011); • Kernvoorraad: de voorraad sociale huurwoningen met een huurprijs (inclusief subsidiabele servicekosten) beneden de maximale grens voor huurtoeslag; • Koopgarant: de corporatie biedt een woning aan tegen een gereduceerde marktprijs. De kortingspercentages kunnen variëren. Als de bewoner verhuist, is hij verplicht de woning terug te verkopen aan de corporatie. De waardeontwikkeling wordt tussen de corporatie en bewoner gedeeld. • Levensloopbestendige woning: E e n woning die geschikt is of eenvoudig geschikt te maken is voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke beperkingen of chronische ziekten van de bewoner(s). Hierbij wordt gestreefd naar een Woonkeur certificering. • MIVA-woningen zijn woningen die volledig zijn aangepast aan de eisen van een individuele bewoner (MIVA = minder validen). • Noodteam: is een team waarin verschillende disciplines zoals politie, maatschappelijk werk, G G D , Vangnet en Advies, gemeente en woningcorporatie zijn vertegenwoordigd. Met de deelnemers aan het overleg worden c a s e s besproken van mensen met een uiterst divers en veelal meervoudig problematiek. Veel voorkomende zorgmeldingen betreffen: vervuiling, dreigende ontruiming, dakloosheid, overlast, vereenzaming en financiële problemen. In het team wordt een plan van aanpak opgesteld om ontstane problemen te verhelpen. •
Nultredenwoning: E e n woning die zonder trappen van buitenaf bereikbaar is en waarbij de zogenaamde 'primaire ruimtes' (de keuken, het sanitair, de woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden. Drempels in de woning zijn laag of ontbreken. • Opplussen: in bestaande woningen voorzieningen treffen om bestaande woningen beter toegankelijk, bruikbaar, veiliger en gebruiksvriendelijker te maken (eventueel te kwalificeren met een oppluslabel); • WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning. • Woonkeurlabel: het label Woonkeur is een certificaat dat kan worden afgegeven aan nieuwbouwwoningen met voldoende woontechnische kwaliteit: een woning met Woonkeur kent een hoog niveau aan gebruikskwaliteit, inbraakwerendheid en sociale veiligheid, toegankelijkheid en flexibiliteit en aanpasbaarheid. *—Woon6ervicezone: een gebied met een straal van ongeveer 500 meter waar voldoondo zorggoschikte woningon on voorzieningen beschikbaar zijn (winkels, zorg, welzijn, openbaar vorvoor)
5
§ 3.
Prestatieafspraken
Achterliggend doel is de beschikbare financiële middelen, menskracht en tijd effectief in te zetten om de doelstellingen te bereiken. Door een goede beheersing van de kosten en processen bevorderen partijen dat op zo kort mogelijke termijn een evenwichtige gedifferentieerde woningmarkt ontstaat die voor iedereen aantrekkelijk en toegankelijk is. Met het maken van prestatieafspraken willen partijen wederzijdse garanties afgeven en zekerheid creëren dat de gezamenlijke opdracht actief door beide partijen wordt nagestreefd, met deze afspraken is er sprake van een wederzijdse inspanningsverplichting. Beide partijen leggen prestatieafspraken vast op het gebied van: 1. 2.
De huisvesting van (primaire en bijzondere) doelgroepen van beleid; De kwaliteit van de woningvoorraad (verkoop, sloop, nieuwbouw en verbetering van woningen); 3. Het afstemmen van wonen en zorg; 4. De leefbaarheid van buurten en wijken. 3.1 Wanneer en hoe we elkaar informeren en met elkaar overleggen • De gemeente en de corporatie hebben twee keer per jaar bestuurlijk overleg, in maart en in oktober en voorts wanneer door één der partijen gewenst, over de onderwerpen in deze prestatieovereenkomst. Daarin participeren in elk geval de betrokken wethouder(s), de directeur bestuurder, de managers Wonen en vastgoed van de corporatie. • Het bestuurlijk overleg wordt voorbereid door het ambtelijk overleg, op basis van de afspraken in voorliggende overeenkomst en het werkprogramma en de plannen van de gemeente en de corporatie. Het ambtelijk overleg bestaat uit vaste contactpersonen van de gemeente en de corporatie. De gemeente neemt het initiatief tot de ambtelijke voorbereiding van de bestuurlijke overleggen. • De gemeente en de corporatie informeren elkaar tijdig (al tijdens voorbereiding) over nieuw beleid of beleidswijzigingen. Niet alleen op papier, maar ook in gesprek. • De corporatie rapporteert jaarlijks aan de gemeente over de feitelijke woonruimteverdeling van het voorgaande jaar. De uitkomsten worden tijdens het bestuurlijk overleg besproken. Gemeente en woningcorporaties houden rekening met voortschrijdend inzicht. Dat kan leiden tot (gedeeltelijke) aanpassing of aanscherping van de gemaakte afspraken. Feitelijk maken de afspraken deel uit van een ontwikkelingsproces, waarbij de corporatie en de gemeente voortdurend met elkaar in gesprek zijn over de beoogde maatschappelijke doelstellingen en de inspanningen die zij vergen. Daarom worden deze prestatieafspraken jaarlijks in het najaar geëvalueerd. Tevens worden dan richtinggevende afspraken gemaakt voor de opvolgende jaren.
§ 4.
Ontwikkelingen
4.1 Woningmarkt Als gevolg van de kredietcrisis stagneert de woningmarkt. Sinds 2007 liggen de verkopen van zowel nieuwe als bestaande woningen op een aanzienlijk lager niveau dan hiervoor. Op de koopmarkt is de situatie in korte tijd omgeslagen van een vraagoverschot naar een vraagtekort. Dit heeft vooral te maken met een gebrek aan vertrouwen bij de woonconsument. De druk op de huurmarkt neemt toe, terwijl het aanbod aan huurwoningen door verhuizingen af neemt. De toenemende vraag naar huurwoningen heeft enerzijds te maken met groepen die voorlopig af zien van kopen en zich op de huurmarkt richten. Anderzijds is de vraag van bijzondere doelgroepen de afgelopen jaren toegenomen. Dat heeft onder andere te maken met de scheiding van wonen en zorg, de extramuralisatie van instellingen en de wens om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen.
6
Als gevolg van de situatie op de woningmarkt stagneert de woningproductie, vooral in de koopsector. 4.2 Gevolgen rijksbeleid De taken en het functioneren van de woningcorporaties staan al geruime ter discussie. De afgelopen jaren hebben de Vogelaar-heffing en de invoering van vennootschapsbelasting geleid tot afname van investeringscapaciteit op lokaal niveau. De Vogelaar-heffing wordt afgeschaft, maar daarvoor in de plaats komt de betaalbaarheidsheffing. Die heffing is veel ingrijpender en gaat de woningcorporaties jaarlijks mogelijk zo'n 650 miljoen euro kosten. Ook de investeringsmogelijkheden van de gemeente staan onder druk door forse kortingen op de uitkering gemeentefonds. 4.3 Regionale ontwikkelingen Momenteel zijn er twee regionale ontwikkelingen gaande die van invloed zijn op deze overeenkomst. In het regionale Actie Programma (RAP)zijn naast de woningbouwopgave kwantitatieve afspraken opgenomen die direct doorwerken in deze overeenkomst. In deze Paragraaf wordt het R A P toegelicht. Dit geldt ook voor de regionale Grijswijzer, een samenwerkingsverband tussen de regiogemeenten, regiocorporaties en zorginstelling VIVA dat al langer bestaat en wat onlangs weer nieuw leven in is geblazen. 4.4 Negatief beeld door affaires De afgelopen jaren zijn verschillende corporaties negatief in het nieuws geweest door allerlei affaires. Dit heeft een schaduw geworpen over alle woningcorporaties. Vanuit de politiek is er sprake van verscherpte regels en toezicht.
§ 5.
Huisvesten van doelgroepen
5.1 Inleiding De gemeente en de corporatie willen zorg dragen voor de huisvesting van mensen met een bescheiden inkomen (de doelgroep) of mensen die zorg en/of begeleiding behoeven en (mede daardoor) moeilijk zelf in hun huisvesting kunnen voorzien. Dit betekent dat wij samen willen zorg dragen voor voldoende betaalbare huurwoningen (de kernvoorraad). De kernvoorraad bestaat uit de woningen met een huur tot de maximale huurtoeslaggrens. 5.2 Bereikbaarheid en betaalbaarheid van de woningen De komende jaren zal de woningvoorraad in Uitgeest worden uitgebreid. Dit biedt kansen om de woningvoorraad aan te passen aan de woningbehoefte. De gemeente Uitgeest heeft zich in het Regionale Actieprogramma gecommitteerd om vóór 2015 245 woningen te realiseren. Deze 245 woningen zullen in bestaande projecten als de Bandeneon, het HMS terrein, dokter Brugmanplantsoen e.a. worden gerealiseerd. Om te bewerkstelligen dat de kernvoorraad in grotere mate dan nu het geval is bezet gaat worden door de personen die op de betaalbare voorraad zijn aangewezen (waaronder starters) willen partijen de doorstroming bevorderen. Om doorstroming te bevorderen wil de partijen door nieuwbouw ook duurdere huurwoningen en goedkope koopwoningen (inclusief Koopgarant) toe te voegen. Ter voorkoming van scheefwonen wordt bij de woningtoewijzing een inkomensgrens gesteld (max € 40.000 huishoudeninkomen) en maakt de corporatie gebruik van de mogelijkheid om de huren voor scheefwoners extra te verhogen. Eén van de mogelijkheden om koopwoningen bereikbaar te maken en te houden is door deze te verkopen in Koopgarant. Daarom verkoopt de corporatie een deel van haar te verkopen woningen in Koopgarant. 5.3 Woningtoewijzing Beide partijen werken binnen de kaders van de regionale afspraken over de woningtoewijzing. De huurwoningen worden toegewezen volgens regels van het
7
zogenaamde regionale optiemodel. Dit optiemodel moet nog worden verankert in de huisvestingsverordening van Uitgeest. Vanwege diverse redenen is gewacht op de nieuwe huisvestingswet, maar deze laat zoals zich nu laat aanzien te lang op zich wachten. Vandaar dat de gemeente in 2013 de huisvestingsverordening zal aanpassen. 5.4 Statushouders Wat betreft de gemeentelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders spreken partijen af dat voor deze doelgroep door De corporatie jaarlijks een toereikend aantal woningen beschikbaar wordt gesteld. Het aantal te huisvesten statushouders wordt tweemaal per jaar door het Rijk bepaald. 5.5 Huisvesting ouderen en mensen met een beperking De woningcorporatie stelt voor ouderen geschikte woningen en zorgindicatiewoningen beschikbaar voor mensen met een lichamelijke functiebeperking of mensen met psychische problemen die jonger zijn dan 55 jaar. In het periodieke overleg vindt afstemming plaats over de te hanteren indicatiestelling voor zorg. Partijen bekijken eenmaal per jaar de effecten hiervan op de (benodigde) voorraad ouderenwoningen en zorgindicatiewoningen. Het aantal en aandeel ouderen zal de komende jaren toenemen. Er dienen voldoende zorgtoegankelijke woningen voor ouderen beschikbaar te zijn voor deze groeiende groep. In 2013 starten partijen met het opzetten van een registratiesysteem voor de bestaande voorraad aangepaste woningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2013 moet deze voorraad in kaart zijn gebracht en vervolgens jaarlijks worden geactualiseerd. Vraag en aanbod dienen zo goed mogelijk op elkaar te worden afgestemd. De registratie van deze gegevens is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Partijen zorgen voor een doelmatige benutting van de bestaande voorraad aangepaste woningen. Op regionaal niveau worden op dit gebied, met name in het kader van de Grijswijzer, de komende jaren afspraken gemaakt. Partijen hebben de intentie om deel te nemen aan deze afspraken. 5.6 Bijzondere doelgroepen De corporatie en de gemeente spreken af dat de corporatie jaarlijks 5% van de vrijkomende woningen beschikbaar stelt voor het huisvesten van bijzondere doelgroepen. Hiertoe behoren de doelgroepen genoemd in het convenant Kanswoningen. 5.7 Preventie huisuitzetting De corporatie zet soms mensen uit hun woning vanwege huurschulden en/of overlast. In Uitgeest gaat het jaarlijks om slechts enkele huishoudens. E e n huisuitzetting is een ingrijpende en ontwrichtende gebeurtenis in het leven van mensen. Daarnaast brengen huisuitzettingen hoge kosten met zich mee, zowel voor de woningcorporatie als voor de maatschappij. Daarom is het beter om een huisuitzetting te voorkomen en de betrokken huurder, al dan niet met enige drang, een integraal traject aan te bieden. In dat traject moet oog zijn voor het verbeteren van de problematische situatie van de huurder, maar evenzeer voor de positie van de woningcorporatie die betaling wenst van de (achterstallige) huur. Partijen zetten maximaal in op het voorkomen van huisuitzettingen door huurschuld en/of overlast. Het gezamenlijk doel is dat dakloosheid als gevolg van huisuitzettingen op termijn (vrijwel) niet meer voorkomt. De corporatie heeft een belangrijke verantwoordelijkheid bij het voorkomen van huisuitzettingen en het bieden van een tweede kans aan kwetsbare doelgroepen. Deze verantwoordelijkheid delen zij met andere partijen die eveneens een verantwoordelijkheid hebben ten opzichte van kwetsbare mensen, zoals: zorginstellingen, politie en de sociale dienst. Ter voorkoming van huisuitzettingen door huurschuld en/of overlast heeft de corporatie de inspanningsverplichting om in samenwerkingsverbanden te participeren. Met het noodteam
8
worden onder meer afspraken gemaakt over het vroegtijdig informeren over beginnende huurachterstanden of overlast, zodat schuldhulpverlening kan worden ingezet. De corporatie neemt deel aan het noodteam tussen hulpverlenende instanties, politie en woningcorporatie over probleemsituaties rond zorgwekkende, zorgvragende en zorg mijdende mensen. De corporatie hanteert een protocol ter voorkoming van huisuitzettingen. Hierbij is het van belang dat het opbouwen van een huurschuld vroegtijdig wordt gesignaleerd en dat er vroegtijdig wordt gereageerd. Vervolgens kunnen er afspraken worden gemaakt met het betreffende huishouden over het aflossen van de opgebouwde huurschuld en over eventuele begeleiding door een dienst- of hulpverlenende organisatie. Als dat niet voldoende resultaat geeft en de corporatie toch overgaat tot een (voorgenomen) huisuitzetting, dan wordt dit tijdig in het noodteam gemeld, zodat er gewerkt kan worden aan een tweede kans.
5.8 •
• •
• • • • •
• •
•
• •
Afspraken De corporatie bezit in de gemeente een kernvoorraad van 1168 woningen (1-1-2012). Uitgangspunt is dat er in de gemeente voldoende woningen zijn voor de vraag. Gezien de huidige vraag zal de corporatie er voor zorgen dat de kernvoorraad niet onder de 1150 woningen komt. Bij de jaarlijkse evaluatie wordt bekeken of dit aantal moet worden bijgesteld. De corporatie streeft naar een kernvoorraad van 1200 woningen. De corporatie stelt jaarlijks de kernvoorraad vast met een prognose voor de ontwikkeling van de kernvoorraad voor de twee opvolgende jaren. De resultaten hiervan worden in het eerste kwartaal van ieder jaar ter beschikking van de gemeente gesteld. De corporatie verkoopt een deel van haar woningen als Koopgarant woning. De corporatie stelt jaarlijks een toereikend aantal woningen beschikbaar voor de huisvesting van statushouders. In het periodieke overleg vindt afstemming plaats over de te hanteren indicatiestelling voor zorg. In 2013 starten partijen met het opzetten van een registratiesysteem voor de bestaande voorraad aangepaste woningen. De corporatie is bereid MIVA woningen direct toe te wijzen. De corporatie stelt jaarlijks 5% van de vrijkomende woningen beschikbaar stelt voor het huisvesten van bijzondere doelgroepen. E r worden geen huisuitzettingen gedaan zonder hulpaanbod vooraf. Partijen voeren jaarlijks in april overleg over de huisuitzettingen in het voorafgaande jaar, knelpunten die zich voordoen bij het voorkomen van huisuitzettingen en mogelijke oplossingen voor die knelpunten. De gemeente neemt hiertoe het initiatief. Indien de corporatie signaleert dat een huishouden niet of slechts na sterk aandringen (bijvoorbeeld regelmatige incasso) aan de maandelijkse huurverplichtingen voldoet, neemt Kennemer Wonen contact op met het WMO-loket van de gemeente en verzoekt om actieve benadering van het zorgnetwerk. De corporatie informeert de gemeente voordat een incassobureau wordt ingeschakeld. De (aanleun) woningen in De Slimp zullen tot 1 juli 2013 buiten het optiemodel gehouden worden. Rond deze datum zal naar aanleiding van regionale afspraken, wet- en regelgeving en ontwikkelingen mbt de wachtlijst worden geëvalueerd of en hoeveel woningen in het optiemodel kunnen worden opgenomen.
9
§ 6.
Kwaliteit van de woningvoorraad
6.1 Inleiding Bij woningaanpassing en nieuwbouw wordt ingespeeld op de hoge kwaliteitseisen die de woonconsumenten stellen en daarbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van nieuwe technologieën; de wijze van bouwen dient duurzaam, energiezuinig en milieubewust te zijn. Bij nieuwbouw is aanpasbaar en levensloopbestendig bouwen uitgangspunt. Bij de bestaande voorraad huurwoningen wordt ingezet op het "opplussen" van woningen. 6.2 Nieuwbouw Vanuit de Metropoolregio Amsterdam is er een woningbouwopgave voor de regio Umond/Zuid-Kennemerland. De verdeling van deze bouwopgave is neergelegd in het R A P . Daarnaast heeft de gemeente in de Structuurvisie 2020 uitgesproken zelfstandig te willen blijven met behoud van voorzieningen. Dit kan alleen als de woningvoorraad met 500 woningen wordt vergroot. Concreet betekent dit dat er voor 2015 245 nieuwbouwwoningen zullen worden opgeleverd. De gemeente en de corporatie hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de instandhouding en ontwikkeling van een op de behoefte toegesneden kernvoorraad in de gemeente. De corporatie bouwt hiertoe huurwoningen die gerelateerd zijn aan de omvang en samenstelling van de doelgroep. De corporatie realiseert in het belang van de lokale volkshuisvesting nieuwbouw woningen en ontwikkelt planvorming daartoe. De corporatie staat open voor de realisatie van andere typen woonvormen, zoals groepswonen voor ouderen, mits de toewijzing plaatsvindt volgens de regels van de huisvestingsverordening. De gemeente zal een actief grondbeleid voeren om mogelijkheden te creëren om de ambities te verwezenlijken. 6.3 Duurzaamheid Het gaat bij deze prestatieafspraken niet alleen om aantallen woningen en prijsklassen. Minstens zo belangrijk is de kwaliteit van wat er gebouwd gaat worden. Daarbij staat duurzaamheid voorop. Duurzaamheid en energiezuinig (ver-)bouwen zien de gemeente en De corporatie als een belangrijk middel om de kwaliteit van de woningen en de woonomgeving te verhogen. Duurzaamheid zegt iets over het energiegebruik van de woningen, het zegt iets over het materiaalgebruik en het zegt iets over het ontwerp. De corporatie zorgt ervoor dat vrijkomende woningen van het energielabel zijn voorzien. De verwachting is dat de komende jaren de energiecomponent van de woonlasten verder toe zal nemen. Vooral voor de doelgroep lagere inkomens zullen daardoor de energiekosten een proportioneel groter aandeel van het besteedbaar inkomen uitmaken. Door afspraken te maken op basis van woonlasten (kale huur plus energiekosten) komt het positieve effect van energiebesparende maatregelen op de betaalbaarheid van woningen beter tot zijn recht. De corporatie en de gemeente zijn voorstander van een model wat gebaseerd is op woonlasten. Dit zal consequenties hebben voor het huurbeleid. Het positieve effect van energiebesparende maatregelen op de betaalbaarheid van de woningen komt daarmee beter tot zijn recht. Voor energiebesparing bij nieuwbouw zijn normen vastgelegd in landelijke wet- en regelgeving ( E P C - e i s ) . Gegeven de effecten van de fiscalisering van de corporatiesector, de hoogte van de investeringen en de beperkte extra opbrengst in de huur, evenals de noodzakelijke investeringen in de bestaande bouw, zal de corporatie niet verder kunnen gaan dan de wettelijk vastgelegd eisen, tenzij additionele subsidies dit kostenneutraal mogelijk maken.
10
6.4 Veranderingen in de bestaande woningvoorraad De corporatie werkt continu aan het op peil houden c.q. verbeteren van de kwaliteit van haar bestaande woningbezit, door onderhoud, modernisering en indien nodig (vanuit bouw- of woontechnisch opzicht) vervanging. De meerjarenplanningen voor onderhoud en beheer van de woningen (verantwoordelijkheid corporatie) en voor herinrichting van de openbare ruimte (voor zover in eigendom van de gemeente) worden jaarlijks doorgesproken en op elkaar afgestemd, voor die gebieden waar de corporatie bezit heeft. Bij ingrijpende verandering van een woongebied (herstructurering) worden plannen in nauwe samenwerking opgesteld. 6.5 Verkoop De corporatie informeert vooraf de gemeente bij het voornemen tot verkoop van bestaande huurwoningen. In het jaarverslag van de corporatie wordt aangegeven hoeveel woningen elk jaar zijn verkocht. De corporatie is voornemens in de komende jaren slechts enkele woningen te verkopen. Uitgangspunt bij de verkoop van huurwoningen is dat de huidige kernvoorraad per saldo minimaal op peil blijft en dat verkoop herstructurering van de buurt op langere termijn niet in de weg mag staan. 6.6 Sloop De corporatie stelt de gemeente op de hoogte van voornemens tot sloop van woningen. Indien sprake is van sloop, stelt de corporatie in overleg met de Huurdervertegenwoordiging een sociaal plan op voor de bewoners van het te slopen complex. Dit biedt helderheid over de rechten en plichten van de bewoners. 6.7 • •
•
•
•
• •
Afspraken De corporatie verschaft aan het begin van ieder jaar de gemeente een overzicht van de aantallen nieuwbouwwoningen, met onder meer een indeling in (huur)prijsklasse. De gemeente ziet de corporatie op dit moment als een belangrijke partij bij het realiseren van nieuwbouwambities en het behouden en verbeteren van het bestaande woonaanbod. De gemeente geeft vanuit die achtergrond de corporatie in bepaalde situaties en onder voorwaarden een preferente positie. Daarbij gaan beide partijen ervan uit dat het hanteren van deze positie niet in strijd is met de Europese aanbestedingsregels. E e n preferente positie is in ieder geval noodzakelijk om de ambitie in de sociale huursector te bereiken. Daarom heeft de corporatie een preferente positie voor nieuwbouw van sociale huurwoningen Waar de gemeente de grond niet in eigendom heeft en andere ontwikkelaars bouwen, maakt de gewenste uitbreiding van de betaalbare voorraad (huur en koop) onderdeel uit van het programma van eisen. Daar waar het een meerwaarde op kan leveren voor het realiseren van de sociale woonopgaven, spant de gemeente zich in om deze ontwikkelaars in contact te brengen met de corporatie. Om de ontwikkeling van sociale woningbouw mogelijk te maken hanteert de gemeente, indien de exploitatie dit mogelijk maakt, gereduceerde grondprijzen voor betaalbare huur- en betaalbare koopwoningen die tot de kernvoorraad zullen worden gerekend. Voor huurwoningen met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens en (middel-)dure koop wordt een marktconforme grondprijs berekend. Voor huurwoningen met een aanvangshuur binnen de huurtoeslaggrens en sociale koopwoningen (€160.000 v.o.n.) rekent de gemeente een lagere grondprijs (voor bouwrijpe grond) dan de grondprijs die voor marktwoningen gerekend wordt. De precieze grondprijs is altijd onderdeel van een geheel aan afspraken rond een bepaald bouwproject en daarmee niet vast te leggen. Minimaal 7 5 % van de nieuwbouwwoningen wordt levensloopbestendig gebouwd. De corporatie streeft de kwalificaties van WoonKeur na. Wanneer deze regels te vergaand zijn voor het doel, wordt er niet aan deze kwalificaties voldaan. De corporatie informeert de gemeente hieromtrent.
11
•
• •
•
• •
• • •
§ 7.
Naast levensloopbestendig bouwen, dient er ook aandacht te zijn voor de realisatie van nultredenwoningen. Daarom wordt bij nieuwbouw in het bijzonder in woonservicegebieden zoveel mogelijk ingezet op de realisatie van nultredenwoningen. De corporatie wil in 2022 het gemiddelde energielabel van haar bezit van label D naar label B hebben gebracht. Voor energiebesparing is de grootste winst te behalen in de bestaande voorraad. Bij groot onderhoud en vernieuwing zal de corporatie investeren in maatregelen die het energieverbruik (en daarmee ook de woonlasten voor de huurders) reduceren. Per complex verschillen de mogelijkheden voor energiebesparing, samenhangend met de kenmerken van het complex. De corporatie maakt een bedrijfsbreed meerjarenplan waarin tot uiting komt wanneer en bij welke woningen welke energiebesparende maatregelen worden getroffen. De gemeente wordt hierover geïnformeerd. De Gemeente en de corporatie werken samen om bewoners te informeren over de mogelijkheden om op de energielasten te besparen. De corporatie informeert de gemeente over haar voornemens ten aanzien van het verbeteren van de kwaliteit van bestaande huurwoningen en herstructurering van haar bezit. De corporatie heeft de intentie om in de gemeente circa 15 woningen per jaar te verkopen. De gemeente verleent bij veranderingen in het bestaande bezit medewerking door zorg te dragen voor een vlot verloop van de noodzakelijke procedures. Indien de corporatie overgaat tot herstructurering van haar woningbezit, en de gemeente gronden heeft in of aansluitend aan het betreffende herstructureringsgebied, die bestemd zijn voor (her-)ontwikkeling van woningbouw, heeft De corporatie het primaat voor de herontwikkeling van die locatie, met het oog op een integrale ontwikkeling van het gebied.
Afstemmen van wonen en zorg
7.1 Inleiding De gemeente en de corporatie streven naar het voorzien in de behoefte (naar omvang en spreiding) aan aangepaste en aanpasbare woningen en huisvesting voor zorg- en welzijnsvoorzieningen. Daarvoor zijn ingrepen nodig in het bestaande bezit en moet flexibel en aanpasbaar worden gebouwd. Verder is het van belang dat een minimumniveau aan voorzieningen in stand blijft en een toegankelijke en veilige woonomgeving gecreëerd wordt. Deze opgave is niet te realiseren zonder de betrokkenheid van aanbieders van zorg en welzijn. Daarnaast onderkennen partijen het belang van regionale samenwerking. De gemeente treedt, mede in het licht van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, op als regisseur op het gebied van Wonen, Zorg en Welzijn. 7.2 Voorzien in behoefte aan wonen voor kwetsbare mensen (verwijderd: ontwikkeling woonservicezones) De gemeente draagt zorg voor de toegankelijkheid en veiligheid van de openbare ruimte met het ook op de eisen voor het bieden van zorg en/of begeleiding voor zover de grond in eigendom is van de gemeente. De gemeente en corporatie zetten zich in - zowel individueel als gezamenlijk - voor het bevorderen van wonen, welzijn en zorg op maat in de gemeente Uitgeest door middel van het ontwikkelen van woonsorvicezones het voorzien in de woonbehoeften van kwetsbare mensen.
12
De corporatie weegt de toegankelijkheid van de woonomgeving en de aanwezigheid van voorzieningen mee in de keuze voor het al dan niet realiseren van zorgwoningen of voor begeleiding geschikte woningen op specifieke plekken. 7.3 Wonen en zorg op maat Partijen staan voor het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen in een vertrouwde omgeving, zo nodig met aanpassingen aan hun woning. De corporatie ontwikkelt alleen of gezamenlijk met andere partijen woningen die geschikt zijn voor het bieden van zorg en/of begeleiding. Waar mogelijk en gewenst zal de corporatie bestaande huurwoningen aanpassen. In het kader van de WMO spreken partijen af te kijken waar gezamenlijk een meerwaarde geboden kan worden, (voorbeeld: Preventief verhuizen naar een levensloopbestendige woning is vaak een betere optie dan het plaatsen van een traplift omdat er met een verhuizing meestal meerdere ongemakken in het huis mee worden opgelost.) Aanpassingen en voorzieningen aanbrengen na oplevering van woningen betekent dat er hogere kosten moeten worden gemaakt dan wanneer de voorzieningen en aanpassingen in de bouw direct worden meegenomen. Aanpassingen in de bouw die WMO aanvragen bijna de oplevering kunnen voorkomen zullen in het kader van de W M O waar nodig worden aangebracht waarbij de partijen samen de kosten zullen dekken. Partijen spreken af dat zij per project van tevoren overleg zullen plegen over het te realiseren voorzieningenniveau. Verwijderd is: 'te denken valt hierbij aan het weglaten van drempels ivm de toegankelijkheid van rollators en rolstoelen, toepassing van antislipvloeren, het plaatsen van verhoogde toiletten, het aanbrengen van beugels en opklapbare douchezitjes in toiletten en badkamer, de toepassing van thermostaat- en hendel kranen, toepassing van makkelijk bedienbare deuren en het maken van stallingsruimte voor rollators en scootmobielen.' 7.4 Samenwerking tussen aanbieders van wonen, welzijn en zorg De corporatie is bereid om samen te werken met aanbieders van welzijn en zorg om te komen tot een optimaal voorzieningenaanbod in de gemeente op het gebied van wonen, welzijn en zorg. De gemeente en de corporatie onderschrijven het belang van regionale afstemming op het gebied van wonen, welzijn en zorg. 7.5 • •
§8
Afspraken De gemeente treedt op het gebied van wonen, zorg en welzijn op als regisseur. Partijen maken afspraken over de afstemming van inzet van middelen voor woningaanpassingen in nieuwbouw en bestaande bouw.
Leefbaarheid van buurten en wijken
8.1 Inleiding De leefbaarheid en woonkwaliteit in Uitgeest is over het algemeen goed. De gemeente en de corporatie streven naar een woonomgeving die schoon, heel en veilig is. Daarnaast onderkennen z e het belang van de groenvoorziening in de wijken. Partijen onderkennen dat nü investeren in leefbaarheid dure en moeizame ingrepen op termijn voorkomt. De corporatie investeert daartoe in de kwaliteit van haar woningen en aanpalend terrein, de gemeente in de kwaliteit van de openbare ruimte. Onder leefbaarheid wordt verstaan de kwaliteit van wonen zoals die beleefd wordt door de bewoners, waarbij de kwaliteit bestaat uit de fysieke woonomgeving (eigen woning en woningen in de buurt, groen- en speelvoorzieningen en overige voorzieningen), de sociale woonomgeving (bevolkingssamenstelling, omgang met buurtbewoners en buurtbetrokkenheid), ongenoegens en veiligheid.
13
Partijen voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor de leefbaarheid in de wijken van de gemeente Uitgeest. Partijen realiseren zich dat afstemmen van beleid en activiteiten noodzakelijk is. Partijen willen ook bewoners een belangrijke stem geven in beleid en activiteiten in het kader van leefbaarheid. 8.1 • •
Afspraken Als indicatie voor de waardering van de leefbaarheid wordt de leefbaarometer van het ministerie B Z K gebruikt. De corporatie en de gemeente trekken gezamenlijk op bij het maken van wijkvisies.
§ 9.
Overige bepalingen
9.1
Experimenten Partijen zijn bevoegd om in onderling overleg van de bepalingen van deze overeenkomst af te wijken teneinde experimenten mogelijk te maken ter versterking van volkshuisvestingsbeleid, waaronder in elk geval de bevordering van de doorstroming en bestrijding van scheefheid. In dat geval sluiten zij een aanvullende overeenkomst waarin in ieder geval afspraken worden gemaakt over de inhoud, het toepassingsgebied en de tijdsduur van het experiment. Voorts worden afspraken gemaakt over de begeleiding, de evaluatie en de te evalueren punten.
•
9.2 •
•
•
9.3 •
9.4 •
•
Proces: Sturing en overleg In een periodiek bestuurlijk overleg tussen gemeente en de corporatie komt in elk geval de voortgang van de afspraken, welke voortvloeien uit de gemaakte prestatieafspraken, aan de orde, evenals de mogelijke noodzaak tot tussentijdse bijstelling van afspraken. In het bestuurlijk overleg van maart 2013 zal dit voor de eerste maal plaatsvinden. De corporatie zal de gemeente op ambtelijk en politiek niveau steeds zo tijdig mogelijk informeren over alle onderwerpen van beleid en beheer en voornemens tot beleid op de onderwerpen die raakvlakken hebben met de gemeentelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Op ambtelijk niveau vindt afhankelijk van actuele onderwerpen regelmatig onderling overleg plaats, in ieder geval twee keer per jaar ter voorbereiding van het bestuurlijk overleg. Geschillenregeling Als er geschillen mochten ontstaan naar aanleiding van de afspraken in deze overeenkomst, dan wel van andere overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn of daaruit afgeleid zijn, vindt bestuurlijk overleg plaats om dit verschil van mening op te lossen. Indien de geschillen via overleg niet tot een oplossing worden gebracht dan kunnen beide partijen een of meerdere deskundigen benoemen. Aan deze deskundigen wordt het geschil ter advisering voorgelegd. Aan de uitspraak van de deskundigen wordt door partijen zwaar gewicht toegekend, maar is niet bindend. Iedere partij betaalt 50% van de kosten van de deskundigen. Duur, monitoring en evaluatie Wijziging van onderdelen van deze overeenkomst kan slechts schriftelijk plaatsvinden en met instemming van alle betrokken partijen. Nieuwe afspraken worden gemaakt naar aanleiding van de monitoring, ontwikkelingen op de woningmarkt en vigerende beleidskaders. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 2 jaar vanaf de datum van ondertekening. Beide partijen zullen de overeenkomst jaarlijks evalueren en indien nodig aanpassen op basis van een daaraan voorafgaande monitoring; de
14
9.5 •
monitorresultaten worden gekoppeld aan het activiteitenoverzicht van de corporatie, worden door beide partijen schriftelijk vastgelegd en zowel ambtelijk als bestuurlijk besproken. Citeertitel Deze overeenkomst kan worden aangehaald als " P R E S T A T I E A F S P R A K E N G E M E E N T E U I T G E E S T E N K E N N E M E R W O N E N 2012-2014"
Aldus overeengekomen op 11 oktober te Uitgeest,
Namens de Gemeente Uitgeest
Namens woningcorporatie Kennemer Wonen
Wethouder Volkshuisvesting dhr. W.J.M. Spaanderman
Directeur-bestuurder dhr. H.J. Tromp
15