GEMEENTEBESTUUR UITGEEST
NR.
Nota / advies van: G.A.F. van den Broek Behandelende afdeling: Directie Datum: 09-01-2014 TITEL: Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP: De omvang van de werkzaamheden van het Schadeschap neemt af. In het Algemeen Bestuur van het Schadeschap luchthaven Schiphol is aan de orde geweest of het gewenst en noodzakelijk is om het Schadeschap in haar huidige vorm voort te zetten. Het Algemeen bestuur is op 20 november 2013 akkoord gegaan met de intentie om het schadeschap te verkleinen. Uw college wordt gevraagd of u deel wilt blijven uitmaken van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. (i.v.m. B en W notulering zeer beknopt advies, voor uitgebreid advies z.o.z.)
SAMENVATTEND A D V I E S : Schadeschap luchthaven Schiphol per bijgaande brief informeren dat de gemeente Uitgeest deel wenst te blijven uitmaken van de gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol.
Behandeling in de gemeenteraad: t.k.v.
Datum:
Bespreken in Commissie: t.k.n. SLZ
Paraaf afd.hoofd:
Voorlichting: nee
Bespreken GO/OR: nee
Openbaar: ja
Advies secretaris:
Vragen/opmerkingen portefeuillehouder:
Conceptbrief samenstellen i.o.v. portefeuillehouder: ja/nee Akkoord
Bespreken
Burgemeester Secretaris Wethouder Spaanderman
A.
Wethouder Linnartz
Besluit van B&W d.d.: 14-01-2014 Akkoord
Nummer: B2014.0035
Persbericht:
ADVIES B E H A N D E L E N D E A F D E L I N G : Probleemstelling: De omvang van de werkzaamheden van het Schadeschap neemt af. In het Algemeen Bestuur van het Schadeschap luchthaven Schiphol is aan de orde geweest of het gewenst en noodzakelijk is om het Schadeschap in haar huidige vonn voort te zetten. Het Algemeen bestuur is op 20 november 2013 akkoord gegaan met de intentie om het schadeschap te verkleinen. Uw college wordt gevraagd of u deel wilt blijven uitmaken van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Oplossing: Uit de werkvoorraad van het Schadeschap luchthaven Schiphol blijkt dat er voor de gemeente Uitgeest nog 2 te behandelen bezwaren alsmede 2 beroepen lopen. Geadviseerd wordt om vooralsnog deel te blijven uitmaken van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Financiële aspecten/risico's: n.v.t. Samengevat advies: Schadeschap luchthaven Schiphol per bijgaande brief informeren dat de gemeente Uitgeest deel wenst te blijven uitmaken van de gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol.
PARAAF OF
PUBLIEKSZAKEN/ AKKOORD
FINANCIËN/ AKKOORD
STAFAFDELING /
VERZEKERINGEN / AKKOORD
RUIMTELIJK
RUIMTELIJKE
BEHEER/AKKOORD
ORDENING/AKKOORD
AKKOORD
ADVIES MEDE-ADVISEUR INKOOP/ AKKOORD
ADVIES:
2
S c h a d e s c h a p »
GEMEENTE^
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Uitgeest Postbus 7 1910 AA UITGEEST
l u c h t h a v e n
S c h i p h o l
^ beh.ambt.
17 DEC ïuui T*~ .
kooic
Omvb.
RU Aid. datum
Postbus
716
2 1 3 0 AS
Hoofddorp
Secretariaat
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Ir. G. Bekebrede
023 5530037
Datum
Bijlage(n)
16 december 2013 Ons kenmerk
W i l h e l m i n a s t r a a t 43A 2011 VK H a a r l e m
T (023)
Uw kenmerk
2013-19508 Betreft
Verkleining Schadeschap luchthaven Schiphol
Geachte deelnemer aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol, Het college van B. en W. van de gemeente Uitgeest is deelnemer aan de Gemeenschappelijke Regeling Schadeschap luchthaven Schiphol (Stcrt. 1998, 223). Met deze brief informeer ik u over het doel van deze Gemeenschappelijke Regeling en de stand van zaken bij het Schadeschap luchthaven Schiphol. Aan het eind van deze brief verzoek ik u om mij te willen berichten of en zo ja o p welke wijze u in de toekomst bij het Schadeschap betrokken wil blijven. Met het treffen van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol in 1998 besloten het Rijk, de provincie NoordHolland, het waterschap Groot-Haarlemmermeer en 28 (deel)gemeenten gelegen rondom de luchthaven Schiphol tot de oprichting van het Schadeschap luchthaven Schiphol. Het doel van het Schadeschap is een duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling van verzoeken o m schadevergoeding (planschade en nadeelcompensatie), die verband houden met, kort gezegd, de uitbreiding van de luchthaven Schiphol. Door middel van de Gemeenschappelijke regeling hebben de betrokken
55 30 030
F (023) 55 30 0 3 9
www.schadeschap.nl
S c h a d e s c h a p »
l u c h t h a v e n
overheden d e bevoegdheden om te beslissen o p verzoeken om schadevergoeding overgedragen a a n het Schadeschap. Bij de oprichting van het Schadeschap was de verwachting dat diverse bestuursorganen besluiten zouden nemen die gerelateerd zijn aan de uitbreiding van Schiphol en die zouden leiden tot schadeverzoeken. Dat zou kunnen betekenen dat de burger zich zou moeten wenden tot diverse bestuursorganen voor het indienen van schadeverzoeken. Om dit te voorkomen is besloten tot de oprichting van het Schadeschap met als doel het c r e ë r e n van 1 loket voor de schadeverzoekers. In d e loop der tijd is gebleken dat twee bestuursorganen (Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de gemeente Haarlemmermeer) besluiten hebben genomen die leiden tot schadeverzoeken die behandeld worden door het Schadeschap. De omvang van de werkzaamheden van het Schadeschap neemt af. Het overgrote deel van de ruim 5000 verzoeken om schadevergoeding is afgehandeld (zie bijlage 1 bij deze brief). In het Algemeen Bestuur van het Schadeschap luchthaven Schiphol is aan de orde geweest of het gewenst en noodzakelijk is om het Schadeschap in haar huidige vorm voort te zetten. Op verzoek van het bestuur zijn enige alternatieven voor d e toekomst nader uitgewerkt. Die alternatieven treft u aan in de bijlage 2 bij deze brief. Op basis van deze alternatieven is het Algemeen Bestuur van het Schadeschap op 20 november 2013 akkoord gegaan met de intentie om het Schadeschap te verkleinen. Daarbij is afgesproken dat a a n de deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling gevraagd zal worden of zij deel willen blijven uitmaken van het Schadeschap luchthaven Schiphol of dat zij zouden willen uittreden. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de gemeente Haarlemmermeer moeten deel blijven uitmaken van het Schadeschap vanwege de door hen genomen schadeveroorzakende besluiten. Andere deelnemers in de huidige Gemeenschappelijke regeling hebben geen besluiten genomen, die aanleiding geven tot schadeverzoeken. Het staat deze andere bestuursorganen vrij om wel of niet uit te treden. Er kunnen andere redenen zijn om wel onderdeel te blijven uitmaken van het Schadeschap, bijvoorbeeld om zicht te houden op de afhandeling van de schadeverzoeken uit de gemeente waar het bestuursorgaan verantwoordelijk voor is of uit het oogpunt van algemeen belang. In het Algemeen Bestuur is besloten dat de uittredende bestuursorganen elk jaar g e ï n f o r m e e r d worden over d e status van de afhandeling van de schadeverzoeken.
2
S c h i p h o l
S c h a d e s c h a p *
l u c h t h a v e n
In verband met het bovenstaande verzoek ik u o m mij voor 1 april 2014 schriftelijk te laten weten of u deel wilt blijven uitmaken van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Indien u geen deel wilt blijven uitmaken van de Gemeenschappelijke regeling, verzoek ik u een besluit te nemen tot uittreding als bedoeld in art. 24 van de Gemeenschappelijke Regeling en mij een kopie van dit besluit voor g e n o e m d e datum toe te sturen. Ik verzoek u om uw reactie te sturen aan: Schadeschap luchthaven Schiphol, Postbus 716, 2130 AS Hoofddorp. Na 1 april 2014 zal ik aan de overblijvende deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol een voorstel sturen voor aanpassing van de regeling in verband met de wijziging van het aantal deelnemers. Ten slotte informeer ik u in het navolgende over de bepalingen in de Wet Gemeenschappelijke regelingen die betrekking hebben op het uittreden uit een gemeenschappelijke regeling: Het college van B. en W. van de gemeente Uitgeest is deelnemer aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Uit art. 1 lid 1 jo lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen volgt, dat de deelnemer b e v o e g d is een besluit te nemen tot het uittreden uit een regeling. Uit art.1 lid 2 Wgr volgt echter, dat het college van B. en W. eerst toestemming moet krijgen van de gemeenteraad, voordat het een besluit tot het uittreden uit de regeling kan nemen. Deze toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb g e ï n f o r m e e r d .
\
71 Tj.P.J Talsma, voorzitter
3
S c h i p h o l
S c h a d e s c h a p '
l u c h t h a v e n
S c h i p h
Bijlage 1: Werkvoorraad S c h a d e s c h a p Luchthaven Schiphol Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle op 2 december 2013 nog lopende dossiers bij het Schadeschap Luchthaven Schiphol. (Deel)gemeenten
Nog te nemen besluiten
Nog te behandelen bezwaren
Beroepen
Aalsmeer
5
109
2
Amstelveen
62 7
94
156
132 1
139 1
2
5
220
Amsterdam Zuid Castricum Haarlemmermeer
25
190
Haarlemmerliede-Spaarnwoude
5
Heemskerk
10 1
Kaag en Braassem
1
Uitgeest
2
Uithoorn
3
Zaanstad Gemeenten die niet deelnemen aan het Schadeschap
2
Totaal
106 •
• •
Hoger Beroepen
Totaal
116
2
17 1 1 4
2
3
8
1
1
1
552
12
1
12 2
3
In elf gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap zijn er nog openstaande dossiers. De verzoeken uit alle overige gemeenten zijn afgerond. Op 1 januari 2014 zal het aantal nog te nemen besluiten zijn afgenomen tot circa 10 (complexe) dossiers. Eén van de beroepen genoemd bij de gemeente Uitgeest betreft 600 gelijkluidende schadegevallen.
Het aantal nog te nemen beslissingen op bezwaar betreft meer dan 80% van de werkvoorraad. In onderstaande tabel is een uitsplitsing gemaakt naar type bezwaar.
673
1 S c h a d e s c h a p *
l u c h t h a v e n
S c h i p h o l
Bezwaren (Deel)gemeenten
LVB2008
Overig
Totaal
91
18
109
2 1
94
1
)
12
190
3
10 1
S4S2
Aalsmeer Amstelveen
88
4
Amsterdam Zuid
128
3
Grond Lawaai
Castricum Haarlemmermeer
7
30
Haarlemmerliede-Spaarnwoude Heemskerk
7
Kaag en Braassem Uitgeest
1
141
1
1
Uithoorn Zaanstad
6
Overige gemeenten n?
246
Totaal • •
• •
i4i
2
2
3
3
2
8
1
1
46
552
Naar verwachting zullen de bezwaren met betrekking tot het vierbanenstelsel (S4S2) en de bezwaren uit d e categorie "Overig" voor 1 april 2014 zijn afgehandeld. Het aantal ingediende bezwaren dat betrekking heeft op het LVB2008, dat nu 246 bedraagt, zal naar verwachting nog stijgen. Deze bezwaren kunnen worden behandeld nadat de Afdeling Bestuursrechtspraak van d e Raad van State een uitspraak heeft g e d a a n over de toekenning van schade op basis van het LVB2008. Deze uitspraak wordt in het eerste kwartaal van 2014 verwacht. De bezwaren over het grondlawaai zullen behandeld worden nadat de adviescommissies een nader advies hebben opgesteld. Dit nadere advies wordt begin 2014 verwacht. De verwachting is dat halverwege 2014 het grootste deel van de bezwaren zullen zijn afgehandeld.
2
132
S c h a d e s c h a p *
l u c h t h a v e n
Bijlage 2: Alternatieven voor d e toekomst van het S c h a d e s c h a p luchthaven Schiphol Alternatief 1: Eén van de bestuursorganen, die deel uit maken van het Schadeschap luchthaven Schiphol, adopteert de resterende werkvoorraad van het Schadeschap. In dit verband wordt opgemerkt dat de schadeverzoeken, die het Schadeschap behandelt, voortkomen uit a) een schadeveroorzakend besluit van de raad van de gemeente Haarlemmermeer (bestemmingsplan Schiphol West en Omgeving) en b) schadeveroorzakende besluiten van de minister van Infrastructuur en Milieu (LIB, LVB2003, LVB2004 en LVB2008). In de vergadering van het Dagelijks Bestuur van 12 oktober 2012 is aan de orde geweest dat de (toekomstige ) inwerkingtreding van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding een dergelijke adoptie wellicht mogelijk maakt. Thans is duidelijk dat de bepalingen uit de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding die betrekking hebben op rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie) vooralsnog niet in werking treden. De reden hierachter is dat met betrekking tot nadeelcompensatie nog aanpassingswetgeving in voorbereiding is en de uitgestelde inwerkingtreding daarnaast decentrale overheden in de gelegenheid stelt om tot aanpassing van de eigen regelgeving over te gaan. Daarnaast wordt ook niet voorzien dat in deze wet op korte termijn een adoptieregeling zal worden opgenomen. In verband met bovenstaande is alternatief 1 geen reële mogelijkheid. Alternatief 2: Het verkleinen van het aantal deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) maakt het mogelijk dat deelnemers aan een gemeenschappelijke regeling uittreden. In de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol is bepaald dat uittreding alleen mogelijk is indien de financiële en bestuurlijke aspecten geregeld zijn. Dit is het geval indien in ieder geval de gemeente Haarlemmermeer en de minister van I. en M in de toekomst deel uitmaken van het Schadeschap in verband met de door hen genomen schadeveroorzakende besluiten. Bovendien draagt de minister de kosten van het Schadeschap, die zij vervolgens doorbelast aan de luchtvaartmaatschappijen. Andere partijen zouden kunnen besluiten om niet uit te treden vanwege bijvoorbeeld algemeen belang.
3
S c h i p h o l
8 S c h a d e s c h a p *
l u c h t h a v e n
De voorzitter heeft bestuurlijk overleg gevoerd met de twee genoemde bestuursorganen. Beide bestuursorganen staan positief tegenover dit alternatief. Alternatief 3: Het in stand houden van de huidige situatie. Het nadeel van dit alternatief is dat dit leidt tot een onnodige bestuurlijke druk. Verder m a g worden aangenomen dat de vergaderingen van het bestuur slechts door enkele van de bestuursleden bezocht zullen worden in verband met prioriteitstelling ten gunste van andere activiteiten waarbij de betrokkenheid van het betreffende bestuurslid groter is. In dit opzicht wordt opgemerkt dat de laatste vier vergaderingen van het Algemeen Bestuur allen gesloten (en weer heropend) zijn in verband met het ontbreken van het vereiste quorum.
4
S c h i p h o l
Page 1 o f 6
Miranda Faas Van:
AVBU [
[email protected]]
Verzonden: maandag 6 januari 2014 13:23 Aan:
JJTGBestuur
Onderwerp: Ter kennisneming: SchadeschapBeslisCie beroep Rb Haarlem Repliek op verweerschrift Bijlagen:
oledata.mso
A.V.B.U. - UITGEEST O p a j i t h t d M t mc
secretariaat: Berkenstraat 6, 1911 B W Uitgeest 06 - 53 58 12 72
[email protected]
Rechtbank Noord-Holland te Haarlem Sector Bestuursrecht Postbus 1621 2003 BR HAARLEM Uitgeest, Kenmerk: Onderwerp:
6 januari 2014 H A A 13 / 1078 BeleiVOO en H A A 13/2695 Belei VOO . Repliek op verweerschrift van het Schadeschap Schiphol van 18-12-2013 op beroep inzake beslissing en op schadeverzoeken AVBU/Schiphol Schadeschap Schiphol 191 lalg./201317490, 17-01-2013 en 191IAT-73/2013-17693
Geachte rechtscollege, Kort voor de feestdagen ontvingen wij met uw brief van 19 december 2013 een verweerschrift van het Schadeschap Schiphol Wij veroorloven ons daar in repliek als volgt op te reageren: 1. t.a.v. de Inleiding In de gemeenschappelijk regeling van her Schadeschap hebben naast het ministerie en de provincie, de grote gemeenten waarvan de inwoners het meeste baat hebben gehad bij de verplaatsing van overlast een meerderheid. Die meerderheidsdeelnemers zijn er financieel bij gebaat de milieuwinst die zij hebben genoten door de aanleg van de Polderbaan niet te vertalen naar een schadeloosstelling voor de inwoners van die gemeente die het zwaarst is getroffen is,, namelijk Uitgeest. Dan dreigt een situatie te ontstaan waarbij de democratische meerderheid de (milieu)winst incasseert en de minderheid met de brokken laat zitten. Er dringt zich een vergelijking op met de aardbevingsschade in Groningen, zij het dat de schaal en schade daar vele malen groter is en het daar om miljarden gaat. Van stond af aan heeft het Schadeschap een afwijzende houding aangenomen t.a.v. de claimanten uit Uitgeest. 2. t.a.v. Het advies van de Adviescommissie De Adviescommissie heeft duidelijk de relevantie van de bestemmingsplan "Schiphol-West e.o." erkend. Zij heeft vervolgens alleen op basis van het marktonderzoek van Plomp & Dekker, met voorbijgaan aan de wetenschappelijk en feitelijk gefundeerde bedenkingen van eisers tegen dit onderzoek, geadviseerd de claims af te wijzen. De conclusie zoals gesteld in het verweerschrift dat uit het marktonderzoek niet kan worden afgeleid dat de waarde van woningen in Uitgeest ten gevolge van de aanleg van de Polderbaan is verminderd, betekent nog niet dat er van vermindering van de waarde uit dien hoofde geen sprake is. Zoals door eisers gesteld heeft door de aanleg van de Polderbaan marktverstoring plaats gevonden waardoor marktgegevens niet meer representatief zijn voor het vaststellen van schade. 3. t.a.v. Besluit besliscommissie
7-1-2014
Page 2 of 6
De besliscommissie neemt de conclusie van de adviescommissie over en gooit er nog een schepje bovenop door de meest ongunstige invulling van het oude regime in het geding te brengen. Dat zal formeel juist zijn. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid valt echter vast te stellen dat onder het oude regime vliegtuigen geen omweg over Uitgeest zouden maken, zodat het in deze situatie geen verschil zou maken ook al was het advies ten gunste van eisers uitgevallen. De besliscommissie kan zich beroepen op een advies van de eigen adviescommissie die zich baseert op een marktonderzoek door deskundigen. Maar die deskundigen hebben de deskundigheid van makelaars in een normale transparante woningmarkt maar missen volgens eisers kennelijk het fïnancieel-economisch inzicht in een verstoorde en geblokkeerde markt. 4. t.a.v. Standpunten eisers op hoofdlijnen In het verweerschrift wordt terecht gesteld dat eisers hun aanspraken op schadevergoeding baseren op door het bestemmingsplan "Schiphol-West e.o. veroorzaakte schade. Daarbij dient als uitgangspunt te worden gekozen de maximaal mogelijke benutting van de vergunde capaciteit. Tot die schade door de maximaal mogelijke benutting van de vergunde capaciteit behoren ook de gevolgen van variaties in vliegroutes boven Uitgeest teneinde de maximaal vergunde mogelijkheden (inclusief uitbreiding van de capaciteit) te bereiken, alsook.de aanwijzing van de Polderbaan als prioriteitsbaan. De term "simpele platte tekentafelredenering" beoogt te duiden op het feit dat de A9 in het platte vlak is gelegen en niet aangemerkt kan worden als een factor waarop mede de schadeaanspraken zouden kunnen worden afgewezen. In onze aanvulling van 10-12-2013 op het beroep hebben wij daar nader aandacht aan geschonken. Het vliegtuiggeluid komt van boven uit de driedimensionale ruimte en overstemt in ruime mate het geluidsniveau van het wegverkeer. Omtrent de peildatum is eerder onduidelijk geweest. De aanleg van de Polderbaan, gepaard gaande met een verplaatsing van geluidsoverlast van ongekende omvang, is een dermate grote operatie geweest dat men met recht mag afvragen wanneer gedupeerden zich ten volle bewust konden zijn van de gevolgen. Het verwijt aan het adres van eisers over niet nader benoemde stellingen die bestreden of ingenomen zouden zijn leidt tot niets anders dan twijfels over het verweerschrift van het Schadeschap. Het niet overleggen van een deskundigenrapport doet niets af aan waarde van de ingebrachte argumenten De A V B U en de locale makelaars kennen de situatie ter plaatse als geen ander. Er is voldoende financieeleconomische kennis en feitenkennis in huis om tot een gefundeerd oordeel te geraken. Dat de adviescommissie en de besliscommissie niet gevoelig zijn voor de ingebrachte argumenten is te begrijpen, maar er is geen begrip op te brengen voor het feit dat zij de meest elementaire economische.basisbeginselen van vraag en aanbod in een haperende markt negeren. Dat het onderzoek van de Adviescommissie uitgebreid en omvangrijk is geweest is duidelijk, maar door het feit dat er geen wetenschappelijke onderbouwing aan ten grondslag ligt verdient het volgens eisers niet de kwalificatie zorgvuldig en volledig. De meest elementaire wet van vraag en aanbod zegt dat bij marktverstoring de prijs zich aanpast aan de gewijzigde omstandigheden, stijgt het aanbod of daalt de vraag dan daalt de prijs die potentiële kopers willen betalen. De potentiële verkopers moeten dan wel bereid en in staat zijn tegen die lagere prijs te verkopen. En daar wringt hem de schoen. Om in staat te zijn zich in een gelijkwaardige situatie elders te herhuisvesten worden verkopers niet alleen geconfronteerd met de opgedrongen verhuiskosten (tussen de € 10.000 en de € 25.000), maar ook met een waardeverlies van 10 tot 20%. En daar wordt de marktwerking verstoord. Vraag en aanbod in een haperende markt leiden er toe dat kopers zich van de markt afkeren en verkopers er noodgedwongen voor kiezen te blijven zitten waar je zit.zo lang de schade niet op een of andere manier gecompenseerd wordt. Het ziet er naar uit dat dit proces tien jaar gaat duren, gerekend vanaf de peildatum zelfs vijftien jaar. Voor sommige claimanten betekent dit dat voor de rest van hun leven hun woongenot voorgoed werd bedorven. Niet iets waar ze bij het Schadeschap trots op kunnen zijn. Dit verschijnsel is van toepassing op dat deel van de Uitgeester woningmarkt waaruit de claims afkomstig zijn en betreft globaal 600 van de toen aanwezige 4000 woningen. Dat beeld wordt bevestigd door het geringe aantal mutaties in het bestand van de 600 claimanten. Sporadisch komen uit die kleine lokale deelmarkt door vergrijzing of versterf woningen op de reguliere markt, maar dat heeft geen effect op het totaalbeeld van de Uitgeester woningmarkt dat als grondslag voor het advies van Plomp & Dekker en als basis voor het besluit van het Schadeschap heeft gediend.
7-1-2014
Page 3 o f 6
Het marktonderzoek van Plomp & Dekker is een globaal onderzoek van dc Uitgeester woningmarkt en gaat voorbij aan de opgetreden segmentering in die markt. Een ander manco van dat onderzoek is het feit dat niet gekeken is naar het effect van het verdwijnen van de overlast elders. Het aantal mensen dat ernstige hinder ondervindt is door de aanleg van de Polderbaan gedaald van ruim 160.000 tot minder dan 90.000 in 2009 om daarna, vermoedelijk onder invloed van woningbouw, weer geleidelijk te stijgen (cijfers PNL). Het gezegde als twee (gedwongen) ruilen, moet er een huilen, is hier van toepassing. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat met de methode Plomp & Dekker zou kunnen worden aangetoond dat het grootste deel van tot dusver betaalde schadeloosstellingen ten onrechte is toegekend. De conclusie dat het beroep ongegrond zou moeten worden verklaard is daarom voorbarig en onjuist. 5. t.a.v Toepassing art.. 8.31 Wet luchtvaart Het beroep van eisers richt op de schadelijke gevolgen in al zijn hoedanigheden van de aanleg en het daaraan ontleende gebruiksrecht van de Polderbaan. In de schadeverzoeken is e.e.a. naar de toen bekende gegevens als volgt omschreven: Uitbreiding van het luchtvaartterrein van de luchthaven Schiphol Uitbreiding Luchthaventerrein en aanleg van de Polderbaan (vijfde start- en landingsbaan) Aanwijzing ex art. 27 jo. art. 24 Luchtvaartwet van het luchtvaartterrein Schiphol en aanwijzingen ex art. 26 Luchtvaartwet jo. art. 37 Wet op de Ruimtelijke Ordening en daarop gebaseerde besluiten WRO. In de een nadere motivering en toelichting van februari 2005 is e.e.a. nader uiteengezet. Kennelijk bestaat er tussen de adviescommissie en de besliscommissie verschil van opvatting over de interpretatie van de maximale mogelijke geluidsbelasting. Voor zover niet duidelijk stellen eisers dat zij lopende de procedure duidelijk en uitdrukkelijk hebben aangegeven ongeacht de regelgeving bij de schadebeoordeling alle schaderisico's te willen betrekken uit hoofde van geluidsoverlast, milieubelasting en veiligheidsrisico's. Het is niet ongebruikelijk en ongeoorloofd om feiten in het geding te brengen die niet bekend of geconstateerd waren op het moment dat een verzoek om schadevergoeding werd ingediend. Als zodanig gelden o.m. milieuverontreiniging (waarnemen van een kerosinegeur) veiligheidsrisico's (vliegincidenten en het niet vliegen in stabiele modus boven Uitgeest). E.e.a. kan betekenen dat art. 821 Wet luchtvaart van overeenkomstige toepassing kan zijn. In dit verband is het relevant te wijzen op onvolkomenheden in de beoordeling van risico's. Niet alleen brengt het vliegen boven Uitgeest in niet gestabiliseerde modus extra veiligheidsrisico's met zich mee, het vergt ook extra vermogen waardoor de milieubelasting verhoudingsgewijs hoger is dan wordt aangenomen. Het samenkomen van twee aanvliegrichtingen (oost en west) boven Uitgeest maakt dat extra risico's ontstaan. Als het mis gaat dan gaat het boven Uitgeest mis zo heeft het vliegincident van 13 november 2012 bewezen. Met dit soort niet ingecalculeerde risico's dient bij een schadebeoordeling, als zijnde nieuwe feiten, wel degelijk rekening te worden gehouden. 6. t.a.v. De beroepsgronden ad 1. Het beroep richt zich, als hiervoor aangegeven, tegen de beslissingen zoals onder punt 1 van het beroep vermeld en betreft de afwijzing van schadeclaims uit hoofde van alle schadelijke gevolgen in al zijn hoedanigheden van de aanleg en het daaraan ontleende gebruiksrecht van de Polderbaan. Als beroepsgronden gelden derhalve ook alle in het schadeverzoek aangedragen argumenten en tegen de afwijzing daarvan aangevoerde bezwaren. Normaliter wordt tegen een bestemmingsplan geprocedeerd omdat men bezwaren heeft tegen de daaruit resulterende bebouwing en het daaraan verbonden gebruik en verkeer. Voorheen was er geen limiet voor het indienen van een planschadeverzoek. Door nieuwe wetgeving is daaraan een termijn gesteld van vijfjaren. Deze termijn is bedoeld om claimanten de gelegenheid te geven alle gevolgen van een schadeoorzaak te leren kennen en daarmee hun verzoek te motiveren. Het ligt in dit geval niet anders, zij het dat het (lucht)verkeer de allesoverheersende factor is. De aangehaalde en uit zijn verband gerukte zinsnede over de ingebruikname van de Polderbaan moet dan ook worden gezien als een juiste constatering ter motivering en toelichting. Men kan nu eenmaal niet exact een gevolg constateren voordat deze zich heeft voorgedaan en dat is "de feitelijke situatie met de Polderbaan" Dat doet niets af aan het feit dat de aanleg van de Polderbaan uit hoofde van het bestemmingsplan voor eisers de allesbepalende schadefactor is. Met de "fictieve situatie zonder Polderbaan' wordt niets anders bedoeld dan de niet meer bestaande situatie voor vaststelling van het bestemmingsplan. De redenering van het Schadeschap is dus niet juist. Uiteraard binnen de technische mogelijkheden van de Polderbaan (vliegprocedures e.d ) en vastgestelde limieten in aantallen kunnen de geluidsbelasting en aanverwante risico's onbeperkt toenemen. De Polderbaan
7-1-2014
Page 4 o f 6
werd zelfs meteen als prioriteitsbaan aangemerkt cn de bescherming door middel van meetpunten en handhavingspunten van geluidsgrenzen is geleidelijk aan verdwenen. In dit verband mag er op worden gewezen dat in de normen voor "handhavingspunten etmaal" de piekbelastingen worden weggemiddeld en dat in de normen voor "handhavingspunten voor de periode 23.00 tot 7.00 uur"de van 5.00 tot 7.00 uur durende ochtendspits is weggemoffeld. En niemand kan garanderen dat er niet verder gesleuteld gaat worden aan de normen.of dat binnen de limieten steeds grotere vliegtuigen worden toegelaten. ad 2. Als hiervoor aangegeven is het niet juist dat in de aanvraagformulieren is gesteld dat schade is geleden door het in gebruik nemen van de Polderbaan. In de aanvraagformulieren is duidelijk aangegeven dat het verzoek betrekking heeft op de uitbreiding van het luchtvaartterrein. Daarna zijn vervolgens een aantal gevolgen van die uitbreiding aangehaald. In de toelichting van februari 2005 is e.e.a. nader uiteengezet. In de tweede alinea van het bezwaar tegen de primaire beslissing is wel degelijks bezwaar gemaakt tegen secundaire schadefactoren blijkens de daarin opgenomen alinea "De claims dateren uit de periode 2004/2005 en betreffen het geheel aan planologische maatregelen als uiteen gezet in onze nadere toelichting van februari 2005. Uit dien hoofde is uw besluit ons inziens formeel reeds niet juist". Er is wel degelijk sprake van een deugdelijke beroepsgrond. Wat het verdere betoog van het Schadeschap over de veiligheid betreft constateren wij een manco in het systeem van beoordeling van de veiligheid omdat geen rekening is gehouden met de speciale effecten van vliegen in niet gestabiliseerde modus en het vanuit oost en west elkaar tegemoet vliegen van inkomend verkeer naar de Polderbaan en de Zwanenburgbaan. Wat de milieueffecten betreft kan gesteld worden dat waar niet gevlogen wordt deze er niet zijn en zodra er wel gevlogen die effecten zich zullen manifesteren. Het betoog van het Schadeschap is dan ook niet relevant. ad 3. De opmerkingen over metingen versus hinderbeleving waren bedoeld als illustratie voor de onvolkomenheden in de manier van beoordeling van geluidshinder in het schadeproces zoals in een bijeenkomst van de Alderstafel in Beverwijk naar voren gebracht en zijn van secundair belang. De conclusie aldaar was overigens dat een strengere normering nodig was. ad 4. De stelling dat het eisers het verschil in impact van vliegtuiglawaai op stedelijk en landelijk gebied niet hebben onderbouwd is onjuist, gezien onze toelichting van februari 2005 waarin wij in een matrix hebben aangegeven hoe naar dit probleem gekeken moet worden. Zelfs de toenmalige staatssecretaris van V & W, thans de huidige minister I & M , heeft bij een oriëntatiebezoek aan de regio in het kader van de evaluatie van het Schipholbeleid erkent dat deze inzichten destijds hadden moeten worden meegenomen in de beoordeling. Ook de voormalige burgemeester kwam na het betrekken van haar nieuwbouwwoning als gevolg van de verplichte verhuizing tot de conclusie dat de vliegtuighinder haar wel erg tegenviel, maar zij kon niet meer claimen. In dit opzicht moet worden geconstateerd dat de benadering van de problematiek via een marktonderzoek niet de juiste methode is. ad 5. De hier geponeerde stelling dat de door eisers geuite kritiek en hun ingenomen standpunten t.a.v. de methodiek zouden aantonen dat de aanvragen terecht zijn afgewezen, miskent het verschijnsel van stagnatie en segregatie van de woningmarkt in Uitgeest als onder punt 4 aangegeven. De door Plomp & Dekker gevolgde methodiek leidt er toe dat conclusies worden getrokken over een segment van de Uitgeester woningmarkt waarvan de woningen van claimanten zelf geen deel uitmaken. ad 6. Over de meest ongunstige invulling van het plan onder het oude regime hebben wij reeds in het voorgaande onder punt 3 opgemerkt dat dit geen verschil zou maken. In de laatste alinea van ons commentaar hierboven onder ad 1, hebben we aangegeven hoe tegen de groeimogelijkheden moet worden aangekeken en we constateren geen verschil met de opvatting van de besliscommissie. ad 7. Eerder is ingevolge een uitspraak van de RvS met de peildatum geschoven. Wat wordt bepleit is dat vanwege het unieke karakter van de operatie Polderbaan, waarvan de gevolgen moeilijk waren te overzien, voor objecten die na de peildatum en voor het in gebruik nemen van de Polderbaan tot stand zijn gekomen, een overgangsregime zou gaan gelden. Nu voor de claims die onderdeel zijn van het beroep die situatie niet geldt kan dit punt verder buiten beschouwing blijven. ad 8. De adviescommissie baseert haar advies op het marktonderzoek en maakt zich daarmee ook verantwoordelijk voor de inhoud daarvan. Nu de besliscommissie zich distantieert van dit onderwerp behoeft dit geen nader commentaar. Voor het overige wordt verwezen naar hetgeen onder punt 4 over de marktwerking en het marktonderzoek is verwoord.
7-1-2014
Page 5 o f 6
ad 9. Dit probleem is onder punt 6, ad 1, reeds aangeroerd en duidt op de onzekerheid die over toekomstige besluiten en technische ontwikkelingen bestaat. Dat risico zou niet aanwezig zijn geweest als er geen bestemmingsplan Schiphol-West e.o. zou zijn en is een oorzakelijk gevolg van de besluiten waarover.de besliscommissie heeft te oordelen. Als zodanig behoort dit risico volgens eisers als risico van waardedaling tot de planschade. ad 10. Op de gebreken van het marktonderzoek is reeds onder punt 4 uitvoerig ingegaan. Waar de referentiegemeenten in het geding worden gebracht merken we op dat geen enkele referentiegemeente onder eenzelfde samenbundeling van aanvliegend verkeer ligt als Uitgeest. Dit feit op zich alleen al had de onderzoekers Plomp & Dekker moeten overtuigen dat zij op het verkeerde spoor zaten. De kwaliteitsmatrix die de A V B U heeft ingebracht is hier nogmaals een bevestiging van. Het verwijt dat eisers hun stellingen niet deugdelijk hebben onderbouwd is ten enenmale onjuist. Die ene hoekwoning was slechts een (extreem) voorbeeld uit een deelgebied dat het zwaarst getroffen is door de overlast van Schiphol. Het zijn er inmiddels meerdere die de trend aangeven voor woningen van de groep claimanten. In de toekomst zullen meer van hun woningen door vergrijzing of versterf met een aanzienlijk vermogensver]ies (wegens de overlast van Schiphol) op de markt komen. De lokale makelaars ervaren regelmatig dat potentiële kopers van de aankoop van woningen en bouwkavels afzien wegens de overlast van Schiphol. De kwalificaties die de besliscommissie aan de adviescommissie toedicht laten we voor rekening van de besliscommissie zelve. We stellen slechts vast dat niet de adviescommissie zelf het marktonderzoek heeft verricht en door de onderzoekers, die niet de juiste uitgangspunten hebben gekozen, op het verkeerde been is gezet. De adviescommissie is vervolgens niet ingegaan op de deskundige en valide argumenten van eisers. We stellen bovendien vast dat niet is gebleken dat onderzoekers zich lokaal hebben georiënteerd en als het ware op bestelling een bureaustudie.hebben afgeleverd. Op de pagina's 21 en 22 van het verweerschrift staan de geen verweren onder de nrs..l 1 t/m 14 zodat we gevoegelijk aannemen dat ze er niet zijn o f zijn geschrapt. Het oordeel over wat dat betekent voor de kwaliteit of de zorgvuldigheid van het verweerschrift is aan de rechtbank. ad 15. De huidige leden van de adviescommissie waren naar onze stellige overtuiging niet aanwezig op de hoorzitting van 22 augustus 2005 in het gemeentehuis van Uitgeest. Dit punt is verder niet van belang voor de procedure zelf. Over het marktonderzoek en het daarop gebaseerde advies is in het voorgaande voldoende gezegd. Dat de adviescommissie de uitzonderlijke positie van Uitgeest heeft onderschreven en desondanks het marktonderzoek van Plomp & Dekker als grondslag voor haar definitieve advies heeft gekozen is onbegrijpelijk. Meteen hadden bij de adviescommissie alle alarmbellen moeten gaan rinkelen. ad 16. Met betrekking tot de A9 verwijzen naar het volgende: "In reacties van 22 februari 2007 en 3 maart 2007 op conceptadviezen (1911PX5/2007-6179 en 2007-6265) merkt de besliscommissie op dat vanwege de aanwezigheid van rijksweg A9 tussen de 35 Ke zone en de bebouwde kom in Uitgeest (pag. 7) geen sprake kan zijn van een uitzonderlijke positie." Als de besliscommissie thans hiervan terugkomt kan dit een van de redenen zijn om het beroep gegrond te verklaren. ad 17. De uitzonderlijke positie van Uitgeest is onderschreven door de adviescommissie. Dat vervolgens aan de hand van louter statistisch onderzoek anders wordt geconcludeerd wekt verbazing. Niet voor niks kennen we de uitdrukking "statistieken liegen altijd" waarmee wordt aangegeven dat men nooit op basis van enkel statistische gegevens mag beslissen. Dat de besliscommissie niet de in de tabellen 1 en 2 weergegeven criteria aanvaard en de ervaringen van lokale makelaars niet gelooft, zegt meer over de vooringenomenheid van de besliscommissie dan over deze feiten zelf. ad 18. Statistische waardevergelijkingen dienen uit te gaan van objectieve criteria (zoals bv. in onze kwalificatietabel) en niet van objecten met niet identieke eigenschappen die naar het oordeel van de gebruiker wel geschikt zijn om met in achtneming van de (niet nader genoemde) verschillen tot een bepaald (vooringenomen) conclusie te leiden. Het verwijt aan het adres van de A V B U dat we niet aangeven welke gemeenten wel geschikt zijn als referentiegemeente is al helemaal niet op zijn plaats nu wij stellen dat de gevolgde methodiek niet deugt en niet toegepast had mogen worden. Nu niet aangegeven is hoe en met welke
7-1-2014
Page 6 o f 6
verschillen de adviescommissie rekening heeft gehouden heeft de besliscommissie door het overnemen van het advies aangetoond dat van een zorgvuldige beslissing en zorgvuldige afweging van belangen geen sprake is. Als hiervoor onder punt 4 opgemerkt kan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gesteld dat met de methode Plomp & Dekker zou kunnen worden aangetoond dat het grootste deel van tot dusver betaalde schadeloosstellingen ten onrechte is toegekend. Voor het overige verwijzen w i j ook nog naar onze aan uw rechtbank gerichte brief van 10 december 2013. Concluderend: Het beroep dient naar onze mening op alle onderedelen gegrond worden verklaard Het Schadeschap dient te worden veroordeeld voor elk van de claimanten de schade vast te stellen. Hoogachtend, AVBU - UITGEEST A. Hermans, voorzitter A. van Dam, secretaris
Attentie: Deze email is gescanned door het MessageLabs Email Security System.
7-1-2014
EM EENTE BESTUUR
UITGEEST
MitgeesP, een gemeente met kawkPer
i Schadeschap luchthaven Schiphol t.a.v. de heer Tj.P.J. Talsma Postbus 716 2130 AS Hoofddorp
1 6 JAN, 20H datum afdeling/nummer inlichtingen bij onderwerp
14 januari 2014 Directie/112014.0134 G.A.F. van den Broek, doorkiesnr. 0251 - 36 11 02 Deelname Gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol
Geachte heer Talsma, Het college van Uitgeest heeft op 14 januari j l . uw brief d.d. 16 december 2013 betreffende "Verkleining Schadeschap luchthaven Schiphol" besproken. W i j willen u graag informeren dat de gemeente Uitgeest vooralsnog deel wenst te blijven uitmaken van de gemeenschappelijke regeling Schadeschap luchthaven Schiphol. Hopende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Burge de sec
van den Broek
Verzoeke bij beantwoording datum, nummer en onderwerp nauwkeurig te vermelden. Middelweg 28 - 191 I E G • Postbus 7 - 1910 A A Uitgeest • Telefoon 14 0251 • E-mail: gemeentebestuunauitgeest.nl Bankrelatie: B.N G . 1BAN rek nr. NL3<>UNC;H0285OO8447 t.n v. gemeentebestuur Uitgeest BlC-code BNGHN1.2G
• Internet: www uttgeest.nl