131-034
GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld fase 1 Kwantitatieve risicoanalyse
12 april 2013
INHOUD
BLZ
1.
INLEIDING .................................................................................... 3
2.
WETTELIJK KADER .................................................................... 5
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
5.
Wetgeving................................................................................... 5 Toetsing ...................................................................................... 6 Verantwoordingsplicht ................................................................. 6 Externe veiligheidsbeleid gemeente West Maas en Waal ............ 7
INVOERGEGEVENS .................................................................... 9 Rekenprogramma........................................................................ 9 Plangebied.................................................................................. 9 Relevante leidingen..................................................................... 9 Populatie huidige en toekomstige situatie ...................................10
RESULTATEN ............................................................................ 13 Belemmeringenstrook.................................................................13 Plaatsgebonden risico ................................................................13 Groepsrisico...............................................................................13 Verantwoording ..........................................................................18
SAMENVATTING EN CONCLUSIES......................................... 20
BIJLAGEN ......................................................................................... 21
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
1
Afbeelding 1: Globale ligging planlocatie en ligging fase 1 (uitwerkingsplan)
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
2
1.
INLEIDING
De kern Beneden-Leeuwen van de gemeente West Maas en Waal wordt aan de zuidzijde uitgebreid met de nieuwe woonwijk 'Het Leeuwse Veld'. De gemeenteraad heeft op 10 mei 2012 het bestemmingsplan ‘BenedenLeeuwen, Het Leeuwse Veld’ vastgesteld voor de bouw van deze nieuwe woonwijk met daarin twee uit te werken woonbestemmingen. Het westelijk deel mag maximaal 100 woningen bevatten, het oostelijk deel maximaal 300 woningen. Daarnaast is bepaald dat het aantal van de twee vlekken samen niet meer mag bedragen dan 310 woningen. Voor het oostelijk deel (fase 1) wordt een uitwerkingsplan opgesteld. Afbeelding 2: ligging plangebied fase 1
Direct ten zuiden van de woningbouwlocatie ligt een hogedruk aardgastransportleiding (zie afbeelding volgende pagina). Alvorens het uitwerkingsplan in procedure gebracht kan worden dient, conform de regels van de uit te werken bestemming, het groepsrisico ten gevolge van deze leiding te worden berekend en verantwoord. De uitkomsten hiervan en de eventuele maatregelen zullen worden overlegd met de regionale brandweer.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
3
Afbeelding 3: Ligging van de hogedruk aardgastransportleiding
In onderstaande afbeelding is de concept verkaveling weergegeven voor fase 1. Deze heeft, samen met de mogelijkheden die de uitwerkingsregels bieden, als onderlegger gediend voor het voorliggend onderzoek. Deze rapportage vormt een weerslag van dit onderzoek. Afbeelding 4: Concept verkaveling (d.d. november 2012)
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
4
2.
WETTELIJK KADER
2.1. Wetgeving Van toepassing is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het Bevb sluit aan op de risicobegrippen zoals deze in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden gehanteerd. Voor het plaatsgebonden risico wordt een kans op overlijden van 1 op de 1 miljoen per jaar acceptabel geacht. Concreet betekent dit dat rondom -6 buisleidingen een 10 /jr plaatsgebonden risicocontour zal moeten worden berekend en dat bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van een leiding het groepsrisico dient te worden verantwoord. Het plaatsgebonden risico (PR) is een begrip dat uitdrukking geeft aan de mate van externe veiligheid van een locatie. Het PR is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico (GR) is een maat voor de maatschappelijke ontwrichting die ontstaat door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het GR voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden.
Het Bevb is van toepassing zijn op: hogedruk aardgasleidingen (vanaf de 16 bar); brandstofleidingen voor de categorieën K1, K2 en K3 (inclusief brandstofleidingen van Defensie); overige leidingen met gevaarlijke stoffen zoals aangewezen bij ministeriële regeling. Het betreft onder meer CO2 , buteen en chloor. Het Bevb is niet van toepassing indien deze leidingen zijn gelegen op het continentaal plat of in de territoriale zee. Verder vallen gasleidingen die deel uitmaken van het gasdistributienet onder de Gaswet (< 16 bar) en niet onder het Bevb. Andere mogelijk planologisch relevante leidingen zoals elektriciteits-, afvalwater- en rioolwaterleidingen vallen niet onder het Bevb. Deze leidingen kennen geen waarden voor het PR en GR, en zijn dus niet relevant vanuit het oogpunt van externe veiligheid. Ten slotte vallen leidingen voor vervoer van gevaarlijke stoffen binnen een inrichting niet onder het Bevb, tenzij de inrichting geen zeggenschap heeft over deze leidingen. De belemmeringenstrook bedraagt bij een druk tot en 40 bar, 4 meter aan weerszijden van het hart van de leiding (Regeling externe veiligheid buisleidingen, Revb, art. 5 onder a).
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
5
2.2. Toetsing Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico -6 contour van 10 per jaar (kans op overlijden van 1 op de 1 miljoen per -6 jaar). Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10 per jaar PR criterium als richtwaarde. Voor de definitie van de begrippen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten verwijst het Bevb naar het Bevi. Er is geen sprake van sluitende definities of een limitatieve opsomming van (beperkt) kwetsbare objecten. De begrippen worden door jurisprudentie nader ingevuld. Kwetsbare objecten zijn onder meer woningen, ziekenhuizen, zorginstellingen, onderwijsinstellingen, omvangrijke kantoorgebouwen, recreatieterreinen en andere gebouwen waar grote aantallen personen een groot deel van de dag aanwezig zijn Beperkt kwetsbare objecten zijn onder meer verspreid liggende woningen, kleinere kantoren, hotels en restaurants, sporthallen, overige bedrijfsgebouwen. Op basis van het Bevb (verwijst naar het Bevi) wordt onder verspreid liggende woningen verstaan: een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare. Ook lintbebouwing, voor zover deze loodrecht of nagenoeg loodrecht is gelegen op de contouren van het plaatsgebonden risico van een buisleiding, wordt aangeduid als een beperkt kwetsbaar object.
Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor 2 -2 buisleidingen gesteld is op F∙N < 10 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Afbeelding 5: Visualisatie oriëntatiewaarde groepsrisico
Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, waarbij het bevoegd gezag wordt verplicht om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid.
2.3. Verantwoordingsplicht Naast de toets van het plan aan de oriëntatiewaarde dient bij de verantwoordingsplicht ingegaan te worden op de volgende aspecten: indien mogelijk, de maatregelen ter beperking van het groepsrisico die worden toegepast door de exploitant van de buisleiding die dat risico mede veroorzaakt;
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
6
andere mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico en de voor- en nadelen daarvan; de mogelijkheden en de voorgenomen maatregelen tot beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst; de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval; de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de buisleiding of buisleidingen die het groepsrisico mede veroorzaakt of veroorzaken, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet.
De verantwoordingsplicht is niet van toepassing wanneer: een bestemmingsplan betrekking heeft op een gebied waarbinnen de letaliteit van personen binnen het invloedsgebied minder dan 100% of bij toxische stoffen waarbij het -8 plaatsgebonden risico kleiner dan 10 per jaar is, of de hoogte van het groepsrisico of de toename van het groepsrisico bij verwezenlijking van het bestemmingsplan niet hoger is dan een bij regeling van de Minister gestelde waarde. Deze waarde bedraagt 10% van de oriëntatiewaarde, dan wel een toename van minder dan 10%.
2.4. Externe veiligheidsbeleid gemeente West Maas en Waal De gemeente West Maas en Waal heeft in 2006 gemeentelijk beleid omtrent externe veiligheid vastgesteld. Uitgangspunten en ambitieniveau Gemeente West Maas en Waal De gemeente West Maas en Waal streeft naar een verantwoord evenwicht tussen risico’s en de behoefte aan de activiteiten die de risico’s veroorzaken. Daartoe conformeert de gemeente West Maas en Waal zich aan haar wettelijke verplichtingen. Daar waar de gemeente als bevoegd gezag een beoordelingsvrijheid heeft maakt zij in dit beleidsdocument keuzes op het gebied van externe veiligheid. Die keuzes hebben de vorm van algemene uitgangspunten en gebiedsgerichte ambities. Algemene uitgangspunten: 1. De gemeente accepteert de huidige situatie indien deze voldoet aan de wettelijke grenswaarden. 2. Indien niet aan wettelijke grenswaarden wordt voldaan dient naar een (snelle) oplossing van de situatie gezocht te worden. Bron- en effectmaatregelen lopen vooruit op saneringsinstrumenten. 3. In woon- en verblijfsrecreatiegebieden worden geen nieuwe risicobronnen toegelaten, behoudens de verkoop van consumentenvuurwerk.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
7
4. Uitbreiding van bestaande en ontwikkeling van nieuwe woon- en verblijfsrecreatiegebieden heeft prioriteit en op grond hiervan kan worden afgeweken van de richtwaarde voor het plaatsgebonden risico. Wel wordt de grenswaarde gehanteerd en invulling gegeven aan de verantwoordingsplicht groepsrisico. 5. Toekomstige knelpunten dienen te worden voorkomen. Gebiedsgerichte ambities Op basis van de beschrijving en ligging van de risicobronnen, bedrijventerreinen, woongebieden, etc. is vanuit het perspectief van externe veiligheid een indeling gemaakt in gebieden waarvoor het wenselijk is om een verschillend ambitieniveau op het gebied van externe veiligheid na te streven. Voor wonen en verblijfsrecreatie gelden de volgende ambities: Om de inwoners en recreanten binnen de gemeente een zo veilig mogelijke omgeving te bieden worden in deze gebieden geen nieuwe risicobronnen toegelaten. Als uitzondering op deze regel wordt in deze gebieden wel vuurwerkverkooppunten geaccepteerd. Uitbreiding van dit type gebieden richting bedrijventerreinen en het buitengebied is wel mogelijk, behoudens uitbreidingen in de omgeving van het bedrijventerrein Noord-Zuid Boven-Leeuwen.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
8
3.
INVOERGEGEVENS
3.1. Rekenprogramma Voor de berekening van het PR en het GR van hogedruk aardgastransportleidingen is door het RIVM in samenwerking met de N.V. Nederlandse Gasunie en ATP uit het Verenigd Koninkrijk een rekenprogramma ontwikkeld genaamd CAROLA. Het is gebaseerd op een rekenmethodiek die is ontwikkeld door de N.V. Nederlandse Gasunie en het RIVM en door het ministerie van VROM is geaccordeerd. Het acroniem CAROLA staat voor Computer Applicatie voor Risicoberekeningen aan Ondergrondse Leidingen met Aardgas. De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.50. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Volkel. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties.
3.2. Plangebied Het in het model ingevoerde plangebied is weergegeven in afbeelding 6. Afbeelding 6: Ingevoerde plangebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen
3.3. Relevante leidingen In de omgeving van het plangebied bevinden zich verschillende hogedruk aardgastransportleidingen (tabel 3.1).
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
9
Tabel 1: Gebruikte leidinggegevens Eigenaar
N.V. Nederlandse
Leidingnaam
Diameter
Druk
Datum aanleveren
[mm]
[bar]
gegevens
A-555
1067.00
66.20
30-10-2012
N-574-16
114.30
40.00
30-10-2012
N-575-53
114.30
40.00
30-10-2012
N-575-60
323.90
40.00
30-10-2012
Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie
De leidingen met hun bijbehorende invloedsgebieden zijn gevisualiseerd in afbeelding 7. Afbeelding 7: Buisleidingen aanwezig in de omgeving van het plangebied met hun bijbehorende invloedsgebieden (bruin aangegeven)
Op basis van de ligging van de planlocatie en de relevante invloedsgebieden van de verschillende leidingen, is alleen de N-575-60 van belang en meegenomen in de risicostudie.
3.4. Populatie huidige en toekomstige situatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd over een lengte van 1 kilometer aan beide zijden van het plangebied vermeerderd met twee maal de breedte van het invloedsgebied (IA), zoals weergegeven in afbeelding 8. Afbeelding 8: Inventarisatiegebied populatie
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
10
De relevante populatiegebieden met de bevolkingstypen zijn weergegeven in afbeelding 9 (huidige situatie) en afbeelding 10 (toekomstige situatie). Afbeelding 9: Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen huidige situatie (plangebied is ingevoerd als ‘buitengebied’)
Populatietype
Polygoonpunten
Wonen Werken Evenement
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
11
Afbeelding 10: Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen toekomstige situatie
De gebruikte gegevens voor de toekomstige situatie zijn in de onderstaande tabel weergegeven. De overige gegevens voor de verschillende gebieden zijn weergegeven in bijlage 1 (huidige situatie) en bijlage 2 (toekomstige situatie). Tabel 2: Gebruikte gegevens toekomstige situatie plangebied Label
Type
Aantal woningen
Aantal pers.
Plangebied
Wonen
300
720
Opgemerkt dient te worden dat in het ontwerpplan, zoals deze op pagina 4 is weergegeven, er 188 van de 290 woningen buiten het invloedsgebied liggen. In verband met de worst-case scenario is uitgegaan dat alle 300 woningen binnen het invloedsgebied liggen. Planologisch mogelijkheden Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van 300 woningen. Het ontwerpplan kent 290 woningen. Van deze woningen liggen 102 woningen binnen het invloedsgebied (140 meter), waarvan 54 woningen binnen de 100% letaliteitsgrens (70 meter). Het bestemmingsplan voorziet in 300 woningen, die theoretisch allen binnen het invloedsgebied zouden kunnen worden gerealiseerd. Praktisch is dit onmogelijk, omdat er geen gestapelde bouw is toegestaan. Stedenbouwkundig is dit onacceptabel, onder andere omdat aan de noordzijde van het plangebied de kern Beneden Leeuwen is gesitueerd en juist daar de aansluiting van de bebouwing komt te liggen.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
12
4.
RESULTATEN
4.1. Belemmeringenstrook Conform artikel 5 onder a (Revb) bedraagt de belemmeringenstrook 4 meter aan weerszijden van het hart van de leiding. Door middel van een dubbelbestemming is dit ook zo op de verbeelding weergegeven.
4.2. Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leiding is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor elk van de leidingen wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als iso-risicocontouren op een achtergrondkaart. In figuur 4.1 is de plaatsgebonden risicocontouren weergegeven van het relevante leidingdeel. In de bijlagen worden de risicocontouren van de overige leidingdelen weergegeven. Afbeelding 11: Plaatsgebonden risico voor N-575-60.
PR -4
10 /jr < PR < 10-5/jr 10-5/jr < PR < 10-6/jr -6
-7
10 /jr < PR < 10 /jr 10-7/jr < PR < 10-8/jr 10-8/jr < PR < 10-9/jr
-6
Voor het leidingdeel N-575-60 geldt dat het risico minder dan 10 /jr -6 bedraagt en dat er dus geen relevante 10 /jr contour aanwezig is of dat deze op de leiding ligt. Ook voor de andere leidingen en leidingdelen -6 geldt dat er geen relevante 10 /jr contour aanwezig is of dat deze ruim buiten het plangebied ligt. Met andere woorden, er komen geen -6 kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10 risicocontour te liggen. Er worden geen grenswaarden overschreden.
4.3. Groepsrisico Groepsrisico screening huidige situatie Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke segmenten FN-curves te visualiseren. Voor elk van de leidingen wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
13
kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde (OW) wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden. In de onderstaande afbeelding is de groepsrisico screening voor de huidige situatie weergegeven voor de betreffende leiding. Afbeelding 12: Groepsrisico screening huidige situatie voor N-575-60.
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt -7 gevonden bij 21 slachtoffers en een frequentie van 1.50x10 . -3
De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 6,602x10 x OW en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 13380.00 en stationing 14380.00. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in afbeelding 13. Afbeelding 13: Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-575-60.
In de onderstaande afbeelding is de groepsrisico screening voor de huidige situatie weergegeven voor de betreffende leiding ter hoogte van het plangebied.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
14
Afbeelding 14: Groepsrisico screening huidige situatie voor N-575-60 ter hoogte van het plangebied.
Het bijbehorende groepsrisico is in afbeelding 15 weergegeven. Afbeelding 15: Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-575-60.
Groepsrisico screening toekomstige situatie In de onderstaande afbeelding is de groepsrisico screening voor de toekomstige situatie weergegeven voor de betreffende leiding. Afbeelding 16: Groepsrisico screening toekomstige situatie voor N-575-60.
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt -7 gevonden bij 29 slachtoffers en een frequentie van 1.61x10 . De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.014xOW en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 14130.00 en stationing 15130.00.De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in afbeelding 17.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
15
Afbeelding 17: Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FN-curve voor N-575-60.
FN curves Voor elk van de eerder genoemde leidingen is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in de voorgaande paragrafen en in de bijlagen 1 en 2. Om de ‘worst case’ toename van het groepsrisico ten gevolge van het planvoornemen te beoordelen is de toename van het groepsrisico bepaald voor het 1 km leidingdeel dat het dichtst bij het plangebied is gelegen. In afbeelding 18 is het betreffende leidingdeel weergegeven.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
16
Afbeelding 18: Kilometer leiding (stationing 15060.0) behorende bij de maximale toename als gevolg van het uitwerkingsplan
In afbeelding 19 zijn de FN curves weergegeven voor de huidige en toekomstige situatie voor het betreffende leidingdeel. In de huidige situatie is het groepsrisico voor het betreffende leidingdeel 0 en daarom niet gevisualiseerd. Afbeelding 19: FN curve huidige en toekomstige situatie (stationing 15060.0)
Beoordeling Realisering van een nieuwe woningbouwlocatie in Beneden LeeuwenZuid leidt tot een toename van het groepsrisico ten opzichte van de huidige situatie. Het groepsrisico blijft echter nog ruim onder de oriëntatiewaarde (maximaal 0,1% van de oriëntatiewaarde). Een beperkte verantwoording, conform het Bevb is dan nodig.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
17
4.4. Verantwoording Binnen de verantwoordingsplicht is het bestuur van de veiligheidsregio aangewezen als adviseur betreffende de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers. Bij de beperkte verantwoording groepsrisico moet worden gekeken naar: 1. De aanwezigen de op grond van het besluit te verwachten dichtheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding die het groepsrisico mede veroorzaakt; 2. Het groepsrisico per kilometer buisleiding op het tijdstip waarop het besluit wordt vastgesteld en de bijdrage van de in dat besluit toegelaten kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico, vergeleken met de lijn die de kans weergeeft op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers van ten hoogste -4 10 per jaar en de kans op een ongeval met 100 of meer dodelijke -6 slachtoffers van ten hoogste 10 per jaar; 3. De mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval; 4. De mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de buisleiding die het groepsrisico mede veroorzaakt, om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet. Ad 1. In de kwantitatieve risicoanalyse wordt uitgegaan van een worstcase scenario, waarin alle 300 woningen binnen het invloedsgebied worden gerealiseerd. Het maximale aantal slachtoffers bedraagt dan 29 -7 slachtoffers en een frequentie van 1.61x10 . Ad 2. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.014xOW en correspondeert met de betreffende kilometer leiding. Ad 3. Op 18 maart 2011 heeft de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid een advies uitgebracht. Ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers worden op dit punt genoemd:
Bij de uitwerkingen van dit bestemmingsplan de eisen uit het document ´Richtlijnen voor de bluswatervoorziening en bereikbaarheid´ van de regio Gelderland-Zuid als randvoorwaarde vaststellen Reactie gemeente: Bij de uitwerkingsplannen zal rekening gehouden worden met de eisen gesteld in het document `Richtlijnen voor bluswater en bereikbaarheid`
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
18
Er zal aanvullend een adviesverzoek worden voorgelegd aan de Veiligheidsregio, welke in de verder verloop van de planvorming Ad 4. In het advies van de Veiligheidsregio worden hierop de volgende punten besproken.
Het creëren van voldoende vluchtmogelijkheden binnen 140 meter van de hogedruk aardgastransportleiding Reactie gemeente: Bij de uitwerkingsplannen hier waar mogelijk rekening mee houden. Het creëren van schuilmogelijkheden in gebouwen binnen 140 meter van de hogedruk aardgastransportleiding Reactie gemeente: Bij de uitwerkingsplannen hier waar mogelijk rekening mee houden.
Functies die specifiek bedoeld zijn voor verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen uitsluiten binnen 350 meter1 van de hogedruk aardgastransportleiding Reactie gemeente: Het bestemmingsplan maakt woningbouw mogelijk. Derhalve is het niet te verwachten dat er functies worden gerealiseerd die specifiek bedoeld zijn voor het verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen. Burgers actief voorlichten over de risico´s van het transport van gevaarlijke stoffen (actieve risicocommunicatie)
Zoals uit het voorlopig ontwerp blijkt zijn de meeste wegen van de buisleiding af gericht. Hierdoor kunnen de bewoners zich bij een eventuele calamiteit zich, zonder hier over na te denken, zich in veiligheid kunnen stellen. Verder worden er alleen woningen mogelijk gemaakt, er worden geen bestemmingen met maatschappelijke doeleinden met de opvang van groepen verminderd zelfredzame personen mogelijk gemaakt. Daarnaast is in de regels behorende bij dit plan voldoende waarborging geboden op het punt van groepen burgers die verminderd of niet zelfredzaam zijn. De gemeente West Maas en Waal heeft in haar structuurplan van 3 juli 2008 de locatie aangewezen om haar woningbehoefte van Beneden Leeuwen op te lossen. De locatie is dusdanig gekozen, dat het nabij de kern en voorzieningen van Beneden Leeuwen ligt en direct ontsloten kan worden op het hogere wegennet.
1
Letterlijke tekst Veiligheidsregio, echter het invloedsgebied bedraagt 140 meter.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
19
5.
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
Ten zuiden van het dorp Beneden Leeuwen wordt een nieuwe woningbouwlocatie ontwikkeld (‘Het Leeuwse Veld’). Voor het oostelijk deel (fase 1) wordt een uitwerkingsplan opgesteld. Dit plan voorziet in de realisatie van ca. 300 woningen. Direct ten zuiden van deze woningbouwlocatie ligt een hogedruk aardgastransportleiding. Alvorens het uitwerkingsplan in procedure gebracht kan worden dient, conform de regels van de uit te werken bestemming, het groepsrisico ten gevolge van deze leiding te worden berekend en verantwoord. De uitkomsten hiervan en de eventuele maatregelen zullen worden overlegd met de regionale brandweer. Voor het meest nabijgelegen leidingdeel N-575-60 (leidingeigenaar NV -6 Nederlandse Gasunie) geldt dat er geen relevante 10 /jr contour aanwezig is. Ook voor de andere leidingen en leidingdelen geldt dat er -6 geen relevante 10 /jr aanwezig is of dat deze ruim buiten het plangebied ligt. Er liggen dus geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten binnen de PR 10-6 risicocontour. Het leidingdeel N-575-60 kent een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de hart van de leiding. Hiervoor is een dubbelbestemming opgenomen en in de regels zijn geen gebouwen toegestaan. Realisering van de nieuwe woningbouwlocatie ‘Het Leeuwse Veld’ leidt tot een toename van het groepsrisico ten opzichte van de huidige situatie. Het groepsrisico blijft echter nog ruim onder de oriëntatiewaarde (maximaal 0,014 maal de oriëntatiewaarde). Verder is er een beperkte verantwoording van het groepsrisico opgenomen, waarin het onderdelen van het advies van de Veiligheidsregio wordt overgenomen. Wel wordt geadviseerd om de veiligheidsaspecten in het plan in overleg met de brandweer nader vorm te geven, zodat er voldoende vluchtwegen zijn en een eventuele ramplocatie voldoende bereikbaar is voor de brandweer. Binnen het invloedsgebied (van 140 meter aan weerszijden van de leiding) worden alleen woningen gerealiseerd. Voorzieningen met een beperkte zelfredzaamheid (zoals kinderdagverblijven) komen in dit gebied dus niet voor.
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
20
BIJLAGEN 1. Kwantitatieve Risicoanalyse Beneden Leeuwen Zuid, Huidige situatie uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld. 2. Kwantitatieve Risicoanalyse BP Beneden Leeuwen Zuid, Toekomstige situatie, uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld. 3. Stedenbouwkundige opzet
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
21
BIJLAGE 1
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
22
Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleiding bp Door: Chris Rodoe
Gemeente West Maas en Waal Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld, BenedenLeeuwen, huidige situatie
Inhoud 1 Inleiding ............................................................................................................. 3 2 Invoergegevens ................................................................................................... 4 2.1 Interessegebied ............................................................................................ 4 2.2 Relevante leidingen........................................................................................ 4 2.3 Populatie...................................................................................................... 6 3 Plaatsgebonden risico............................................................................................ 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie ....... 3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie ............ 3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie .......
8 8 8 9
4 Groepsrisico screening .........................................................................................10 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie .....10 4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie..........11 4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie .....11 5 FN curves...........................................................................................................13 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 13380.00 en stationing 14380.00 .................................................13 5.2 Figuur 5.2 FN curve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14560.00 en stationing 15560.00 .................................................13 5.3 Figuur 5.3 FN curve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 880.00 ...........................................................14 6 Conclusies..........................................................................................................15 7 Referenties.........................................................................................................16
Pagina 2 van 16
1 Inleiding De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een software pakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden. Om te bepalen of de berekende risico’s acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die worden vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico contour van 10-6 per jaar. Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10-6 per jaar PR criterium als richtwaarde. Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F∙N2 < 10-2 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid. Laatstgenoemde aspecten, en daarmee de verantwoordingsplicht, worden in dit rapport niet geadresseerd.
Pagina 3 van 16
2 Invoergegevens De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.50. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.0. De berekeningen zijn uitgevoerd op 16-11-2012. Dit project is opgeslagen onder de naam P:\131West Maas en Waal\034UitwplanLeeuwseVeldF1\Document\Milieu\QRA gas\Nieuwe berekening.crp en is laatstelijk bijgewerkt op 31-10-2012. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Volkel. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties. 2.1 Interessegebied Het interessegebied is weergegeven in figuur 2.1 Figuur 2.1 Interessegebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen
2.2 Relevante leidingen Op basis van het gespecificeerde interessegebied zijn de volgende aardgastransportleidingen meegenomen in de risicostudie.
Pagina 4 van 16
Eigenaar
Leidingnaam
Diameter [mm]
Druk [bar]
Datum aanleveren gegevens
N.V. Nederlandse Gasunie
N-575-60
323.90
40.00
30-10-2012
N.V. Nederlandse Gasunie
A-555
1067.00
66.20
30-10-2012
N.V. Nederlandse Gasunie
N-575-53
114.30
40.00
30-10-2012
Er zijn alleen leidingen aanwezig waarvan de vervaldatum voor het gebruik van de gegevens is overschreden. Voor deze leidingen kunnen geen risicoberekeningen worden uitgevoerd. De leidingen zijn gevisualiseerd in figuur 2.2. Figuur 2.2 Buisleidingen aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Leidingen meegenomen in de risicoberekeningen Leidingen waarvoor de houdbaarheidsdatum van de gegevens verstreken is Voor de in bovenstaande tabel opgenomen leidingen zijn geen risico mitigerende maatregelen verdisconteerd in de bijbehorende risicoberekeningen.
Pagina 5 van 16
2.3 Populatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd. De relevante populatie is weergegeven in figuur 2.3 Figuur 2.3 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen
Populatietype
Polygoonpunten
Populatiepolygoon
Wonen Werken Evenement
Populatiepolygonen Label
Type
Wonen, Zijveld
Aantal
Dichtheid
Vervangmodus
Wonen
25.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Wonen, Den Akker
Wonen
25.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Bedrijventer rein Veesteeg
Werken
75.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Boerderij omg Veesteeg
Wonen
5.0
Percentage Personen
Toevoegen Nieuwe Populatie Pagina 6 van 16
Wonen,
Wonen
5.0
Toevoegen
Veesteeg Wonen,
Nieuwe Populatie Wonen
5.0
Toevoegen
Veesteeg
Nieuwe Populatie
Populatiebestanden Pad
Type
Aantal
Percentage Personen
Pagina 7 van 16
3 Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leidingen is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor elk van de leidingen wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als isorisicocontouren op een achtergrondkaart. 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 8 van 16
3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
Pagina 9 van 16
4 Groepsrisico screening Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke segmenten FN-curves te visualiseren. Voor elk van de leidingen wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden. 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 21 slachtoffers en een frequentie van 1.50E-007. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 6.602E-003 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 13380.00 en stationing 14380.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.1 Figuur 4.1 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 10 van 16
4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 14560.00 en stationing 15560.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.2 Figuur 4.2 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 880.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.3
Pagina 11 van 16
Figuur 4.3 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 12 van 16
5 FN curves Voor elk van de eerder genoemde leidingen is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in het voorgaande hoofdstuk; in dit hoofdstuk wordt voor elk van de leidingen de daadwerkelijke FN-curve gegeven van de (in termen van groepsrisico) “slechtste” kilometer van het betreffende tracé. 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 13380.00 en stationing 14380.00
5.2 Figuur 5.2 FN curve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14560.00 en stationing 15560.00
Pagina 13 van 16
5.3 Figuur 5.3 FN curve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 880.00
Pagina 14 van 16
6 Conclusies - de 10-6/jr PR-contour van de leiding is nihil - er bestaat geen overlap met 10-6/jr PR-contour van de leiding kent geen overlap met het plangebied - er bestaat een overlap met het invloedsgebied en het plangebied
Pagina 15 van 16
7 Referenties [1]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.
[2]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.
[3]
Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut 620121001/2008. 2008.
[4]
voor
Volksgezondheid
en
Milieu.
RIVM-rapport
M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie. DEI 2008.R.0939. 2008.
Pagina 16 van 16
BIJLAGE 2
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
23
Kwantitatieve Risicoanalyse Qra hogedruk aardgastransportleidingen Door: Chris Rodoe
Inhoud 1 Inleiding ............................................................................................................. 2 2 Invoergegevens ................................................................................................... 3 2.1 Interessegebied ............................................................................................ 3 2.2 Relevante leidingen........................................................................................ 3 2.3 Populatie...................................................................................................... 4 3 Plaatsgebonden risico............................................................................................ 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie ....... 3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie ............ 3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie .......
7 7 7 8
4 Groepsrisico screening .......................................................................................... 9 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie ...... 9 4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie..........10 4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie .....10 5 FN curves...........................................................................................................12 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14310.00 en stationing 15310.00 .................................................12 5.2 Figuur 5.2 FN curve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14560.00 en stationing 15560.00 .................................................12 5.3 Figuur 5.3 FN curve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 880.00 ...........................................................13 6 Conclusies..........................................................................................................14 7 Referenties.........................................................................................................15
1 Inleiding De risicostudie in dit rapport is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergrondse gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een software pakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen. Het plaatsgebonden risico is gedefinieerd als de kans per jaar dat een onbeschermd persoon die onafgebroken op dezelfde plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een ongeval met een potentieel gevaarlijke bron. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door middel van contouren met een gelijke risicowaarde op een kaart. Het groepsrisico voor buisleidingen is gedefinieerd als de frequentie per jaar per kilometer leiding dat een groep van tenminste tien personen komt te overlijden als gevolg van een ongeval met die buisleiding, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het groepsrisico wordt weergegeven in een FN-curve, een dubbel logaritmische grafiek waarbij op de horizontale as het aantal doden (N) wordt gegeven en op de verticale as de cumulatieve frequentie (F) van tenminste N doden. Om te bepalen of de berekende risico’s acceptabel zijn wordt getoetst aan de normen zoals die worden vastgelegd in het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen. Voor het plaatsgebonden risico geldt dat er zich geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten mogen bevinden binnen de plaatsgebonden risico contour van 10-6 per jaar. Voor (geprojecteerde) beperkt kwetsbare objecten geldt het 10-6 per jaar PR criterium als richtwaarde. Het groepsrisico is voorzien van een oriëntatiewaarde, die voor buisleidingen gesteld is op F∙N2 < 10-2 per jaar per km leiding, waarin F de frequentie per jaar is met N of meer dodelijke slachtoffers. Daarnaast geldt een verantwoordingsplicht, waarbij het bevoegd gezag verplicht wordt gesteld om advies in te winnen bij hulpverleningsdiensten omtrent aspecten als hulpverlening en zelfredzaamheid. Laatstgenoemde aspecten, en daarmee de verantwoordingsplicht, worden in dit rapport niet geadresseerd.
Pagina 2 van 15
2 Invoergegevens De risicoberekeningen die in dit rapport zijn beschreven zijn uitgevoerd met CAROLA versie 1.0.0.50. De gehanteerde parameterfile heeft versienummer 1.0. De berekeningen zijn uitgevoerd op 26-03-2013. Dit project is opgeslagen onder de naam P:\131West Maas en Waal\034UitwplanLeeuwseVeldF1\Document\Milieu\QRA gas\Nieuwe berekening.crp en is laatstelijk bijgewerkt op 20-11-2012. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de meteorologische gegevens van het weerstation Volkel. In dit hoofdstuk worden de verschillende invoergegevens nader gespecificeerd in de navolgende secties. 2.1 Interessegebied Het interessegebied is weergegeven in figuur 2.1 Figuur 2.1 Interessegebied voor de uitgevoerde risicoberekeningen
2.2 Relevante leidingen Op basis van het gespecificeerde interessegebied zijn de volgende aardgastransportleidingen meegenomen in de risicostudie. Eigenaar
Leidingnaam
Diameter [mm]
Druk [bar]
Datum aanleveren gegevens
N.V. Nederlandse Gasunie
N-575-60
323.90
40.00
30-10-2012
N.V. Nederlandse
A-555
1067.00
66.20
30-10-2012 Pagina 3 van 15
Gasunie N.V. Nederlandse Gasunie
N-575-53
114.30
40.00
30-10-2012
Er zijn alleen leidingen aanwezig waarvan de vervaldatum voor het gebruik van de gegevens is overschreden. Voor deze leidingen kunnen geen risicoberekeningen worden uitgevoerd. De leidingen zijn gevisualiseerd in figuur 2.2. Figuur 2.2 Buisleidingen aanwezig in de omgeving van het interessegebied
Leidingen meegenomen in de risicoberekeningen Leidingen waarvoor de houdbaarheidsdatum van de gegevens verstreken is Voor de in bovenstaande tabel opgenomen leidingen zijn geen risico mitigerende maatregelen verdisconteerd in de bijbehorende risicoberekeningen.
2.3 Populatie Voor de bepaling van het groepsrisico is het van belang dat de populatie rondom de aardgastransportleidingen wordt geïnventariseerd. De relevante populatie is weergegeven in figuur 2.3 Figuur 2.3 Bevolking meegenomen in de risicoberekeningen
Pagina 4 van 15
Populatietype
Polygoonpunten
Populatiepolygoon
Wonen Werken Evenement
Populatiepolygonen Label
Type
Wonen, Zijveld
Aantal
Dichtheid
Vervangmodus
Wonen
25.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Wonen, Den Akker
Wonen
25.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Bedrijventer rein Veesteeg
Werken
75.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Boerderij omg Veesteeg
Wonen
5.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Wonen, Veesteeg
Wonen
5.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Wonen, Veesteeg
Wonen
5.0
Toevoegen Nieuwe Populatie
Percentage Personen
Pagina 5 van 15
Wonen fase
Wonen
720.0
Toevoegen
1 Leeuwsche veld
Nieuwe Populatie
Populatiebestanden Pad
Type
Aantal
Percentage Personen
Pagina 6 van 15
3 Plaatsgebonden risico Voor de in voorgaande hoofdstuk genoemde leidingen is het plaatsgebonden risico bepaald. Voor elk van de leidingen wordt het plaatsgebonden risico weergegeven als isorisicocontouren op een achtergrondkaart. 3.1 Figuur 3.1 Plaatsgebonden risico voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
3.2 Figuur 3.2 Plaatsgebonden risico voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 7 van 15
3.3 Figuur 3.3 Plaatsgebonden risico voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
1E-4 1E-5 1E-6 1E-7 1E-8
Pagina 8 van 15
4 Groepsrisico screening Om in één oogopslag een indruk te krijgen van het groepsrisico wordt het groepsrisico gescreend alvorens voor specifieke segmenten FN-curves te visualiseren. Voor elk van de leidingen wordt per stationing de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding één kilometer segment te kiezen die gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en voor deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan 1 geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van 1 zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan 1 wordt de oriëntatiewaarde overschreden. 4.1 Figuur 4.1 Groepsrisico screening voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 29 slachtoffers en een frequentie van 1.61E-007. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.014 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 14310.00 en stationing 15310.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.1 Figuur 4.1 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 9 van 15
4.2 Figuur 4.2 Groepsrisico screening voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 14560.00 en stationing 15560.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.2 Figuur 4.2 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie
4.3 Figuur 4.3 Groepsrisico screening voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
De maximale overschrijdingsfactor van deze kilometer leiding wordt gevonden bij 0 slachtoffers en een frequentie van 0.00E+000. De maximale overschrijdingsfactor voor dit tracé is gelijk aan 0.000E+000 en correspondeert met die kilometer leiding die gekarakteriseerd wordt door stationing 0.00 en stationing 880.00. Voor deze kilometer leiding is de FN-curve opgenomen in het volgende hoofdstuk. De betreffende kilometer leiding is gevisualiseerd in figuur 4.3 Figuur 4.3 Kilometer leiding behorende bij de maximale overschrijding van de FNcurve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie
Pagina 10 van 15
Pagina 11 van 15
5 FN curves Voor elk van de eerder genoemde leidingen is het groepsrisico berekend. Een samenvatting van de resultaten hiervan is gegeven in het voorgaande hoofdstuk; in dit hoofdstuk wordt voor elk van de leidingen de daadwerkelijke FN-curve gegeven van de (in termen van groepsrisico) “slechtste” kilometer van het betreffende tracé. 5.1 Figuur 5.1 FN curve voor N-575-60 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14310.00 en stationing 15310.00
5.2 Figuur 5.2 FN curve voor A-555 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 14560.00 en stationing 15560.00
Pagina 12 van 15
5.3 Figuur 5.3 FN curve voor N-575-53 van N.V. Nederlandse Gasunie voor de kilometer tussen stationing 0.00 en stationing 880.00
Pagina 13 van 15
6 Conclusies - de 10-6/jr PR-contour van de leiding is nihil - er bestaat geen overlap met 10-6/jr PR-contour van de leiding kent geen overlap met het plangebied - er bestaat een overlap met het invloedsgebied en het plangebied
Pagina 14 van 15
7 Referenties [1]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Brief 390/06 CEV Lah/pbz-1191. 6 november 2006.
[2]
Risicomethodiek aardgastransportleidingen. Ministerie van VROM. Brief 2006.334302. 7 december 2006.
[3]
Laheij GMH, Vliet AAC van, Kooi ES. Achtergronden bij de vervanging van zoneringafstanden hogedruk aardgastransportleidingen van de N.V. Nederlandse Gasunie. Rijksinstituut 620121001/2008. 2008.
[4]
voor
Volksgezondheid
en
Milieu.
RIVM-rapport
M. Gielisse, M.T. Dröge, G.R. Kuik. Risicoanalyse aardgastransportleidingen. N.V. Nederlandse Gasunie. DEI 2008.R.0939. 2008.
Pagina 15 van 15
BIJLAGE 3
QRA Uitwerkingsplan Het Leeuwse Veld
131-034
april 2013
24
6,0 6,0
6,6 6,6 6,6 6,6
6,6 6,6 6,6 6,6
6,0 6,0
6,6 6,6 6,6 6,6
6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
6,6
BLOK
6,0 6,0 6,0 6,0
5,1
5,1
5,4 5,4 5,4 5,4
6,7
6,0 6,0
6,0 6,0
6,6
5,4 5,4 5,4 5,4
6,0 6,0
6,0 6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
,0 6,0 6,0 6
6,0 6,0
6,0 6,0
,0 6,0 6,0 6,0 6
6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
blok C
6,0 6,0 6,0 6,0
ACHTERGEVEL
6,6 6,6 6,6
5,7 5 ,7 5, 7 5,7
5,4 5,4 5,4 5,4
6,6
6,6 6,6
6,6
6,6
Hemelobject
Zon object
5,7 5,7
6,6
6,7
6,7
H k o l b
5,7 5,7 5,7 5,7 5,7 5,7 5,7 5,7
5,4 5,4 5,4 5,4
6,0 6,0
5,4
blok E
6,0 6,0
5,4 5,4
I k o bl
F blok
blok D
5,4 5,4 5,4 5,4
6,0 6,0
G k o bl
5,4 5,4
5,4 4 , 5 ,4 5,4 5
5,4 5,4 5,4 5,4
5,4 4 , 5 ,4 5,4 5
6,0 6,0
5,1
5,7 5,7 5,7 5 ,7 5 ,7 5 ,7 5,7 5,7
J k blo
5,4 5,4 5,4 5,4
,4 5,4 5,4 5,4 5
5,4 5,4 4 , 5 5,4 5,4
5,4 5,1
5,7 7 , 5 7 5,7 , 5 7 , 5,7 5
3
2
5,4
5,4
5,4
7 5,7 , 5 7 ,7 5, 5 7 , ,7 5 5 7 , 5,7 5
B A
6,7 6,7
6,7
6,7
6,7
5,4 5,4 6,7
5,4 5,4 4 , 5 4 , 5 5,4
5,4 5,4 5,4
6,7
6,0 6,0 7 4 6, , 5 5,4
6,7 6,7
,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5,4 5
6,0 6,0
,0 6,0 6
5,7 5,7 5,7 5 ,7 5 ,7 5,7 5,7 5,7
6,6 6,6
6,0 6,0
6,6
,0 6,0 6 0 , 6 6,0
7 5,7 , 5 7 ,7 5, 5 7 , ,7 5 5 7 , 5,7 5
6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
6,0 6,0
Onderdeel :
VO - Voorontwerp
Werk
Project
Voor
Markt 24
:
:
:
10313
Getekend : MvdM
Plan Leeuwse Veld fase1 te Beneden Leeuwen
Schaal
:
Formaat
: A-0
Datum
: 04-10-2012
Blad
:
Van Wanrooij Projectontwikkeling.
Postbus 133
4760 AC
Zevenbergen
T
0168-328255
F
0168-328354
E
[email protected]
VO-01A I
www.Qarch.nl