EGEM-i-plan / I&A-plan 2012 -2015 West Maas en Waal
Alphen Altforst Appeltern Beneden-Leeuwen Boven-Leeuwen Dreumel Maasbommel Wamel
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 1.1. Aanleiding ..................................................................................................................................... 3 1.2. Doelstelling Informatiserings- en Automatiseringsplan................................................................. 3 1.3. Aanpak .......................................................................................................................................... 3 1.4. Leeswijzer ..................................................................................................................................... 3 2. Achtergrond en huidige stand van zaken ............................................................................................ 4 2.1. Rijksoverheid ................................................................................................................................ 4 2.2. Gemeente West Maas en Waal.................................................................................................... 4 2.3. Regionale samenwerking ............................................................................................................. 5 3. Toekomst 2012 – 2015........................................................................................................................ 6 3.1. Richting in grote lijnen................................................................................................................... 6 3.2. Uitgangspunten ten aanzien van ICT ........................................................................................... 6 3.3. Organisatie West Maas en Waal en ICT-organisatie daarbinnen ................................................ 7 4. Investeringen ....................................................................................................................................... 9 5. Financiële middelen........................................................................................................................... 11 5.1. Investeringen 2012 - 2015 .......................................................................................................... 11 5.2. Kapitaallasten ............................................................................................................................. 11 5.3. Exploitatie/onderhoudsbegroting ................................................................................................ 12 6. Personele middelen ....................................................................................................................... 13 Bijlage 1.A. NUP.................................................................................................................................... 14 Bijlage 1.B. NORA ................................................................................................................................ 15 Bijlage 1.C. GEMMA............................................................................................................................. 17 Bijlage 2. Meerjareninvesteringsschema............................................................................................... 19
Datum: 1 november 2011
Pagina 2 van 20
1. Inleiding 1.1. Aanleiding De activiteiten uit het vigerende “Realisatieplan E-overheidsvoorzieningen / I&A plan 2009 – 2012” van de gemeente West Maas en Waal zijn zo langzamerhand óf gerealiseerd óf achterhaald c.q. aan vernieuwing toe. Bovendien is destijds (raadsbesluit nummer 2009-12-03 nr.20) “slechts” fiat gegeven voor de financiële gevolgen van het plan tot en met 2010. De reden hiervan was dat er op dat moment onvoldoende dekking was voor de benodigde financiële middelen voor de jaren 2011 en 2012. Ook de ambities van de rijksoverheid en daarmee de verplichtingen voor de lokale overheid zijn, in ieder geval in de tijd, bijgesteld. Tot slot zijn er binnen de eigen organisatie belangrijke ontwikkelingen geweest die tot nieuwe kennis en inzichten hebben geleid. Als belangrijkste is te noemen het “vastlopen” van de systemen bij de migratie naar nieuwe servers en werkplek computers in 2010. Genoemde drie ontwikkelingen (“aflopen” oude plan, bijstelling ambities Rijksoverheid en organisatieontwikkelingen) zijn meer dan voldoende reden om een nieuw plan voor de komende 4 jaar op te stellen. Een plan dat dynamisch moet zijn gezien de stroom van ontwikkelingen op het gebied van Informatisering en Automatisering.
1.2. Doelstelling Informatiserings- en Automatiseringsplan Dit I&A-plan dient allereerst als basis voor besluitvorming door het gemeentebestuur. Na deze besluitvorming is dit plan bedoeld als leidraad voor de uitvoering van de automatisering voor de jaren 2012 tot en met 2015. Het plan beschrijft de ontwikkelingen en activiteiten op ICT-gebied in termen van geld, tijd, middelen en besturing.
1.3. Aanpak Dit plan is op een pragmatische wijze en met beperkte middelen tot stand gekomen. De onderliggers zijn geweest: het lopende Egem-i/I&A-plan, twee series gesprekken van de teamleider IVO met de overige teamleiders over te verwachten investeringen en exploitatiekosten, enkele gesprekken van de teamleider IVO (deels in aanwezigheid van gegevensbeheer of anderen) met een aantal leveranciers en adviseurs/deskundigen over te verwachten ontwikkelingen op ICT-gebied, twee I&A-plannen van de gemeenten Lingewaal en Hilversum en een aantal gesprekken met een financieel adviseur en de manager van de afdeling Publiek en Bedrijf.
1.4. Leeswijzer In hoofdstuk 2 vindt u de achtergrond en huidige stand van zaken op zowel het gebied van ICT van de Rijksoverheid, van onze gemeente en van de regionale samenwerking. Hoofdstuk 3 kijkt naar de toekomst, naar wat er in grote lijnen in de jaren 2012 tot en met 2015 moet gebeuren. Hoofdstuk 4 vertaalt dit naar de grote lijn in de investeringen. Hoofdstuk 5 en 6 gaan vervolgens in op respectievelijk de financiële middelen (wat betekenen de investeringen voor de kapitaallasten, de exploitatie en de reserve?) en op de personele middelen. In Bijlage 1 is informatie te vinden over de hoofdpunten van het Rijksbeleid (NUP, NORA en GEMMA) waaraan we als gemeente geacht worden te voldoen. Bijlage 2 geeft de detailinformatie over de investeringen in de jaren 2012 - 2015.
Datum: 1 november 2011
Pagina 3 van 20
2. Achtergrond en huidige stand van zaken 2.1. Rijksoverheid De plannen en verplichtingen vanuit de rijksoverheid spelen op ICT-gebied een belangrijke rol. Deze plannen om burgers en bedrijven te voorzien van betere dienstverlening met minder administratieve lasten zijn verwoord in het NUP (Nationaal UitvoeringsProgramma Betere Dienstverlening en eoverheid) uit 2008, in NORA (Nederlandse Overheid Referentie Architectuur) voor wat betreft de standaard architectuur en in GEMMA (GEMeentelijk Model Architectuur), de hiervan afgeleide architectuur specifiek voor gemeenten. In Bijlage 1 zijn onder 1.A de basisinfrastructuur en 6 voorbeeldprojecten uit het NUP te vinden; onder 1.B de 10 basis- (BP) en 40 afgeleide principes (AP) van NORA en onder 1.C de 7 thema´s en de 5 tot 10 principes per thema van GEMMA. Uit de drie plannen van het Rijk valt te concluderen dat NUP vooral aangeeft WAT er moet komen en dat NORA en GEMMA aangeven HOE dat moet gebeuren. Binnen het NUP speelt ICT een grote rol, de rol van ICT binnen NORA en GEMMA is veel beperkter, hier spelen de organisatie- en de vakafdelingspecifieke aspecten een grotere rol. Het NUP is verplicht. Voor NORA en GEMMA geldt het principe van conformeren of uitleggen (waarom een principe niet gehanteerd/gevolgd wordt). Voor veel van de verplichtingen uit het NUP geldt een datum gereed van einde 2010 (en deels ook einde 2009) en “anno nu” kan geconcludeerd worden dat deze datum lang niet altijd gehaald is. Er is tot nu toe echter geen bijgesteld NUP verschenen en dat is (uiteraard voor zover bekend) ook niet in de maak. In alle gevallen geldt dat ICT niet de trekkende rol voor de realisatie van de infrastructuur en principes op zich moet nemen; ICT is faciliterend en ondersteunend in het realiseren van de doelen van de vakafdelingen en de organisatie.
2.2. Gemeente West Maas en Waal De eisen/verplichtingen vanuit de rijksoverheid hebben een enorme druk gelegd op de kleine ambtelijke organisatie van West Maas en Waal (WMW). De eisen/verplichtingen spelen zich af op allerlei vakgebieden en elk van die vakgebieden had en heeft ICT nodig om te voldoen aan de verplichtingen; de ICT is daarom meervoudig belast, zowel voor wat betreft de techniek als wat betreft de mensen/medewerkers. Daardoor is eerst de werkdruk en het aantal overuren opgelopen, zijn gelijktijdig/vervolgens beheerstaken verwaarloosd, zijn alleen de hoogstnoodzakelijke activiteiten uitgevoerd, kon alleen maar op het nippertje c.q. vlak voor de deadline en in minimale vorm voldaan worden aan klanteisen, zijn medewerkers uitval gaan vertonen, zijn ICT-systemen uitval gaan vertonen en is in de tweede helft van 2010 het volledige ICT-systeem midden in een migratie van oude naar nieuwe hardware feitelijk vastgelopen. Voor het weer op de rails krijgen van de ICT en het team is een interimmanager en de NEH-group ingehuurd. Het heeft maanden geduurd om de problemen opgelost te krijgen, met andere woorden om het automatiseringssysteem van West Maas en Waal weer stabiel te krijgen. Naast de reeds gedane investeringen bleek extra hardware nodig te zijn voor het optimaal laten functioneren van de ICTomgeving. Gedurende de periode van vastlopen en weer in orde maken hebben de medewerkers ICT geen bijdrage kunnen leveren aan nieuwe ontwikkelingen op andere vakgebieden. De invulling van NUP heeft daarom bij West Maas en Waal ruwweg een jaar stil gelegen. In de tweede helft van 2011 is het bijdragen aan nieuwe ontwikkelingen weer voorzichtig op gang gekomen.
Datum: 1 november 2011
Pagina 4 van 20
2.3. Regionale samenwerking In het voorjaar van 2011 is door een tiental gemeentes (10) in het Rijk van Nijmegen het initiatief genomen om de mogelijkheden te onderzoeken van een vergaande samenwerking op ICT-gebied. In eerdere jaren hebben 5 gemeentes (Druten, Beuningen, Wijchen, Heumen en West Maas en Waal) al goed samengewerkt ter realisatie van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG). Deze 5 gemeentes hebben net weer afgesproken ook de Basisadministratie Grootschalige Topografie (BGT) op een soortgelijke wijze aan te pakken. Dit BGT-initiatief is nu ondergebracht bij, c.q. onderdeel geworden van, de totale regionale samenwerking Rijk van Nijmegen. Inmiddels hebben wij aangegeven mee te willen doen met dit initiatief en werken wij mee aan het tot stand komen van een businesscase die de basis moet vormen voor de definitieve besluitvorming. Op het moment van het ontstaan ven deze samenwerking was er in de Regio Rivierenland geen initiatief op dit gebied (dit was in het verleden mislukt). Inmiddels wordt ook in die regio gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden.
Datum: 1 november 2011
Pagina 5 van 20
3. Toekomst 2012 – 2015 3.1. Richting in grote lijnen Vanuit het NUP zijn drie grote lijnen/richtingen te destilleren waar de overheids-ICT naar toe moet gaan. Te weten: - als eerste de verdere basisregistraties met de BGT als zwaarste voorop; - als tweede zijn er de koppelingen tussen allerlei applicaties/registraties die het mogelijk moeten maken dat vragen en aanmeldingen/inschrijvingen van burgers/bedrijven met slechts opgave van een of zeer weinig kenmerken beantwoord/aangenomen kunnen worden (voorbeeld: burger geeft BurgerServiceNummer, dus geen naam enz. meer, en vraagt paspoort aan); - en als derde grote lijn is er de realisatie van een KCC waar eveneens de koppelingen uit het vorige punt essentieel voor zijn om burgers/bedrijven in één keer te woord te kunnen staan. Naast de koppelingen speelt ook het zogenaamde “zakenmagazijn” een grote rol om een KCC goed in te kunnen richten. Naast de drie grote lijnen uit het NUP zijn er een aantal grote lijnen vanuit de eigen organisatie en dat zijn: - de reguliere vernieuwing en uitbreiding van bestaande applicaties en systemen om in de basis goed te kunnen blijven functioneren. Hiervoor zijn de vakafdelingen leidend, zij geven aan met welke middelen zij hun werk beter c.q. het beste kunnen doen; - de gevolgen van het concernplan; - de ontwikkelingen rond de samenwerking. Voor alle grote lijnen geldt dat het initiatief voor het realiseren van een vernieuwing in eerste instantie niet vanuit het team IVO systeembeheer komt. Slechts de (reguliere) vervanging/vernieuwing van (basis) hard- en software wordt geïnitieerd door IVO systeembeheer. Bij de grote lijnen speelt IVO systeembeheer wel een grote rol en het is daarom noodzakelijk dat IVO systeembeheer van begin af aan betrokken is bij alle ontwikkelingen. Zeker omdat de eigen organisatie niet alles tegelijk kan doen, is regulering van ICT-activiteiten in de tijd vervolgens een belangrijk aandachtspunt.
3.2. Uitgangspunten ten aanzien van ICT De uitgangspunten voor dit plan zijn niet anders dan die voor het vorige plan. Nog steeds is er sprake van een beperkte beschikbaarheid van financiële en personele middelen en moet er zo spaarzaam mogelijk worden omgegaan met de inzet hiervan. Dat betekent: focus op wettelijke verplichtingen en op die zaken die een meerwaarde voor de bedrijfsvoering of de stroomlijning van die bedrijfsvoering kunnen betekenen; rekening houden met de ontwikkeling van de organisatie: op dit moment is de organisatie nog voornamelijk proces- en aanbodgericht (dit, bijv. een paspoort, hebben wij als gemeente voor u, de burger, te bieden). Dit zal, mede als gevolg van overheidswetgeving, steeds meer gaan Datum: 1 november 2011
Pagina 6 van 20
-
verschuiven naar vraaggericht (u, als burger, wilt iets, bijv. naar het buitenland reizen. Wij, als lokale overheid, gaan uitzoeken hoe we dit met u voor elkaar gaan krijgen c.q. wat in uw situatie de beste oplossing is); geen koploper maar volger. We schaffen pas spullen aan als bewezen is dat ze in soortgelijke situaties goed werken: beproefde standaardtoepassingen (tenzij …….). We hebben dus nooit “het nieuwste van het nieuwste” omdat we niet willen investeren in tijd en/of geld in het verhelpen van kinderziektes.
Een vierde uitgangspunt uit het verleden, uniformisering van hard- en software, blijkt niet op alle fronten haalbaar. Sommige applicaties en sommige gebruikers vragen om specifieke hard-/software (voorbeelden: grote/dubbele schermen; zware, 64-bits PC´s; i-pads) en dat zal ook in de toekomst zo blijven.
3.3. Organisatie West Maas en Waal en ICT-organisatie daarbinnen Recent is het concept Concernplan 2011 – 2014 verschenen waarin wordt aangegeven hoe de gemeente West Maas en Waal gaat meegroeien met de ontwikkelingen die op de gemeente afkomen. Belangrijke visie daarin is dat de gemeente een regiegemeente wil gaan worden en dat uitvoerende taken grotendeels uitbesteed gaan worden aan publieke of private partijen (of samenwerkingsverbanden). Concreet vertaald betekent dit dat de ICT-organisatie vroeger of later uitbesteed zal gaan worden en dat slechts een regie/aansturingsdeel binnen de gemeentelijke organisatie vertegenwoordigd blijft. Vanuit de ICT-organisatie gezien is dit een goede ontwikkeling. Voor de huidige organisatie met 2,6 fte systeembeheer en 0,5 fte IT-coördinatie is het feitelijk ondoenlijk om alle systeembeheerkennis en -ervaring voor alle applicaties en de daarbij behorende databases en hard- en software te verwerven en op peil te houden. De afgelopen jaren is overduidelijk gebleken dat dit praktisch onmogelijk is; het is een van de hoofdoorzaken van het vastlopen van de systemen in 2010. Voeg daarbij dat de ontwikkelingen alleen maar gaan in de richting van méér koppelingen en méér ICT-applicaties en het zal duidelijk zijn dat de schaalgrootte waarop systeembeheer West Maas en Waal kan opereren gewoon te klein is. Tezamen met andere organisaties is het wél mogelijk om over een Oraclespecialist of een deskundige voor AS-400 en SAP te beschikken om maar een voorbeeld te noemen. Dat betekent dus wel dat uitbesteding moet plaatsvinden naar een systeembeheerorganisatie van een beduidend grotere omvang dan West Maas en Waal. In 2010 is alle hardware (werkplek-PC´s en servers) vervangen en in 2010/2011 is ook de voor de nieuwe hardware benodigde software geüpdate. Dat geeft nu de mogelijkheid om vóór de volgende vervangingsslag (de afschrijvingstermijn van hardware is 4 jaar) de uitbesteding eerst voor te bereiden en vervolgens af te ronden. De nieuwe vervangingsslag kan dan vanuit de uitbesteding plaatsvinden en daarmee optimaal aansluiten op de beheermogelijkheden van de organisatie waaraan inmiddels uitbesteed is. Ook de einde 2011 gerealiseerde glasvezelaansluiting vanuit het gemeentehuis is essentieel om uitbesteding te kunnen realiseren. Om zo´n uitbesteding goed te laten verlopen is het nog meer dan normaal, belangrijk om de bestaande systemen goed functionerend én goed gedocumenteerd te houden; kortom goed beheerd te houden. Samen met externe partijen is de bestaande situatie nu net op orde gebracht. Het was in het verleden de achilleshiel van systeembeheer (onder druk is beheer en documentatie het eerste wat niet gedaan wordt). Het zal extra inspanning (en dus geld) vragen om het goed te houden de komende jaren. Het is een utopie om te denken dat uitbesteding van ICT geld zal opleveren c.q. tot een besparing zal leiden. De grootste (extra) kosten zitten in de migratie, “onze” omgeving moet opnieuw op een andere locatie ingericht worden zodanig dat het past binnen de hardware, software en werkwijze van de partij waaraan uitbesteed wordt. Hard- en software zullen dus middels kleinere en grotere investeringen geoptimaliseerd worden voor die organisatie. Ook zullen de nieuwe betrokkenen (de anderen/extra mensen naast de “eigen” medewerkers die met de dienstverlening voor West Maas en Waal te maken krijgen) ervaring moeten opbouwen. Op langere termijn zullen de kosten van inhuur voor specialisten gaan vervallen, daarvoor in de plaats komen de min of meer vergelijkbare kosten van eigen specialisten. Voor de eigen medewerkers zal er een verschuiving plaatsvinden van werkzaamheden op het gebied van systeembeheer naar functioneel beheer. De kosten en besparingen van al deze verschuivingen zullen niet meteen zichtbaar zijn want alle kosten zullen onder een maandbedrag per Datum: 1 november 2011
Pagina 7 van 20
gebruiker gaan vallen. Tot slot zal een externe organisatie méér dan een interne organisatie geneigd zijn in te gaan op verzoeken die de uniformiteit van de hard- en software aantasten. Dit werkt, ook al gaat het per stuk om kleine bedragen, kostenverhogend. Overigens speelt hier ook de regiefunctionaris een belangrijke rol in.
In het volgende hoofdstuk komen de investeringen voor de komende jaren aan de orde en in hoofdstuk 5 de financiële middelen. In beide hoofdstukken is geen rekening gehouden met de op handen zijnde uitbesteding. Dat is bewust gedaan omdat er nog helemaal geen zicht is op de extra kosten en op de verschuiving van kosten (van investering naar exploitatie). De opgenomen investeringen en exploitatiekosten zullen tóch gedaan moeten worden in eigen beheer of in/door de organisatie waaraan uitbesteed is. Omdat de gevolgen en kosten van uitbesteding niet opgenomen zijn, zal zodra daarover meer duidelijk is, een apart voorstel inclusief de doorberekening van alle kosten, aan de Gemeenteraad voorgelegd worden.
Datum: 1 november 2011
Pagina 8 van 20
4. Investeringen In de afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in onze ICT-organisatie van de gemeente West Maas en Waal. Deze investeringen waren een gevolg van de vernieuwingsslag die we als gemeentelijke organisatie moesten maken. Door de ambitieniveau van onder meer het Rijk blijven we genoodzaakt om ook de komende jaren blijvend te investeren. In het overzicht hieronder is de grote lijn te zien van de investeringen die de komende jaren verwacht worden. In bijlage 2 zijn per grote lijn de losse investeringen vermeld met de kosten en de jaren waarin ze zullen spelen. Deze detaillijst is tot stand gekomen na individuele gesprekken met teamleiders, gecombineerd met eigen ICT-inzichten en mogelijke gevolgen van uitbesteden van taken in het kader van de regiegemeente. Het globale overzicht hieronder en het detailoverzicht in bijlage 2 zijn beide gerubriceerd naar de 4 grote lijnen voor de toekomst zoals genoemd in paragraaf 3.1., te weten: Basisregistraties, KCC, Koppelingen en als vierde de reguliere vernieuwing en uitbreiding van bestaande applicaties en systemen. Deze laatste lijn is uitgesplitst in dat wat teams hebben aangegeven en dat wat te beschouwen is als basisinfrastructuur en waarvoor het team Informatievoorziening/systeembeheer verantwoordelijk is om dat in goede staat te houden. Van het huidige, nog lopende Egem-i/I&A-plan 2009-2012 is een aantal investeringen gerealiseerd, een gedeelte is doorgeschoven naar het nieuwe investeringsoverzicht en een aantal investeringen is vervallen. Investeringen Basisregistraties KCC Koppelingen Reguliere vervangingen ex basisinfrastructuur Reguliere vervangingen basisinfrastructuur Totaal
2012 € 161.000 € 113.000 € 40.000 € 196.500 € 10.000 € 520.500
2013 € 130.000 € 90.000 € 25.000 € 110.000 € 40.000 € 395.000
2014 € 25.000 €0 € 85.000 € 30.000 € 470.000 € 610.000
2015 €0 €0 € 140.000 €0 € 200.000 € 340.000
Er zijn een aantal opmerkingen of kanttekeningen te plaatsen bij het overzicht: • Basisregistraties, koppelingen en KCC zijn NIEUWE ontwikkelingen. Ze zijn opgelegd vanuit de Rijksoverheid en er is dus “geen ontkomen aan”. Het zijn dus EXTRA ICT-activiteiten, ze komen niet in de plaats van iets anders (op een enkele uitzondering na). Omdat het nieuwe activiteiten betreft zal na realisatie ook het exploitatiebudget opgehoogd moeten worden om deze nieuwe ICT-toepassingen blijvend in stand te kunnen houden. Ruwweg moet rekening gehouden worden met jaarlijks zo´n 15 tot 20 % van de investeringskosten voor het in stand houden. • De twee categorieën reguliere vervangingen en uitbreidingen zijn, zoals de naam al zegt, vervangings-, aanpassings- of uitbreidingsinvesteringen. Ook in de exploitatie betekent dit dat zij een ander bedrag vervangen of aanvullen. Het exploitatiebudget zal weliswaar bijna altijd iets hoger moeten worden (het kost helaas altijd meer geld), maar met jaarlijks ongeveer 10 % van het investeringsbudget bovenop het al in de exploitatie meegenomen bedrag voor een applicatie komen we dan een heel eind. • De bedragen die voor de individuele investeringen in bijlage 2 genoemd zijn, zijn niet erg precies. Dat geldt vooral voor de nieuwe investeringen (de eerste 3 categorieën dus).Dit komt omdat pas na de start en tijdens het project (in de voorbereidingsfase) de precieze omvang en inhoud van een activiteit uitgezocht kan worden en pas dan zullen offertes en dus concrete bedragen bekend worden. De teamleider IVO heeft samen met de teamleider c.q. initiatiefnemer van de activiteit een zo goed mogelijke inschatting van de kosten gemaakt, waarbij als vuistregel gold: klein (minder dan € 10.000,-), middel (enkele tienduizenden euro´s) of groot (rond of boven een euroton). Ervaringskennis van beide teamleiders hebben zo tot een consensusbedrag geleid. En bij de 2 categorieën reguliere vervanging en uitbreiding zijn natuurlijk de werkelijke gegevens van de oude investering meegenomen en meegewogen. • Teamleiders hebben veelal een relatief beperkte kijkhorizon voor wat betreft de ICT voor hun team. Voor 2012 (direct dus), en gedeeltelijk 2013 komt men nog met zaken die gaan lopen. Datum: 1 november 2011
Pagina 9 van 20
•
•
Voor 2014 en 2015 kan men echter niet aangeven wat er op hun vakgebeid gaat spelen. Toch kan verwacht worden dat er wel degelijk reguliere vervangingen nodig zijn en ook zullen er nog echt nieuwe zaken gaan spelen. Daarom zijn vooralsnog voor 2013 t/m 2015 bedragen opgenomen die nu bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat er straks wel geld beschikbaar is. Deze posten mogen in de (jaar)begrotingen voor 2013 t/m 2015 niet meer als zodanig voorkomen maar horen dan vervangen te zijn door met naam en toenaam bekende activiteiten. Praktijk is dat door allerlei externe ontwikkelingen investeringen doorschuiven naar volgende jaren. In het oude EGEM-i-plan was dat ook de achtergrond van het inhoudelijk wel goedkeuren van dat plan voor de 4 jaren 2009-2012, maar het financieel goedkeuren te beperken tot de jaren 2009 en 2010. Daar waar nog grote onduidelijkheid bestaat over de nut en noodzaak van projecten voor onze organisatie in de tijdvak 2012 tot en met 2015, zijn investeringsposten op pro memorie gezet. Indien deze ontwikkelingen doorzetten, zal separaat om extra middelen gevraagd moeten worden. Dit uiteraard voor zover het niet binnen de toegekende budgetten kan worden opgevangen.
Datum: 1 november 2011
Pagina 10 van 20
5. Financiële middelen 5.1. Investeringen 2012 - 2015 Reeds eerder is aangegeven dat wij blijvend vanaf 2012 zullen moeten investeren in de ICTorganisatie van de gemeente West Maas en Waal. Over een aantal investeringen inzake zowel de hard- als de software dient een jaarlijkse onderhoudscomponent berekend te worden. Gebruikelijk is hierbij dat rekening wordt gehouden met een bedrag tussen de 15% en 25% van de totale investering. Wij zijn hierbij steeds aan de lage kant gaan zitten hebben in een aantal gevallen niet meer dan 10% van het te investeren bedrag genomen. Daar waar nog grote onduidelijkheid bestaat over de nut en noodzaak van projecten voor onze organisatie in de tijdvak 2012 tot en met 2015, zijn investeringsposten op pro memorie gezet. Indien deze ontwikkelingen doorzetten, zal separaat om extra middelen gevraagd moeten worden. Dit uiteraard voor zover het niet binnen de toegekende budgetten kan worden opgevangen. Investeringen Basisregistraties KCC Koppelingen Reguliere vervangingen ex basisinfrastructuur Reguliere vervangingen basisinfrastructuur Totaal
2012 € 161.000 € 113.000 € 40.000 € 196.500 € 10.000 € 520.500
2013 € 130.000 € 90.000 € 25.000 € 110.000 € 40.000 € 395.000
2014 € 25.000 €0 € 85.000 € 30.000 € 470.000 € 610.000
2015 €0 €0 € 140.000 €0 € 200.000 € 340.000
5.2. Kapitaallasten De afgelopen vier jaar is uitgegaan van een kapitaallast van € 339.000,- per jaar. Bij het opstellen van dit plan is dit bedrag ook als uitgangspunt genomen. Echter omdat er sprake is van uitbreiding van ICT-investeringen is dit uitgangspunt niet geheel realiseerbaar. De reden daarvan is dat in de afgelopen vier jaar er minder is geïnvesteerd dan was voorzien. Het gevolg hiervan is niet alleen dat er een inhaalslag gemaakt moet worden maar ook dat de reserve aanzienlijk is toegenomen. Deze reserve kan nu worden ingezet (doel van een reserve) om de voorgenomen investeringen te realiseren. Kapitaallasten Investeringen Egem-i en I&A 2012-2015
2012 € 520.500
2013 € 395.000
2014 € 610.000
2015 € 340.000
Kapitaallasten Egem-i en I&A 2012-2015
€ 75.473
€ 203.015
€ 339.585
€ 462.080
Kapitaallasten afgesloten investeringen I&A
€ 160.188
€ 152.908
€ 127.237
€ 42.263
Totaal kapitaallasten Egem-i en I&A
€ 235.660
€ 355.923
€ 466.822
€ 504.343
Beschikbaar budget kapitaallasten I&A
€ 339.000
€ 339.000
€ 339.000
€ 339.000
Verschil benodigde en beschikbare kapitaallasten
€ 103.340
€ 16.923-
€ 127.822-
€ 165.343-
Inzet reserve informatisering
€ 103.340-
€ 16.923
€ 127.822
€ 165.343
€0
€0
€0
Effect op de meerjarenbegroting 2012-2015
€0
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de structurele ruimte voor kapitaallasten I&A in onze begroting (€ 339.000) niet toereikend is om de kapitaallasten vanuit het nieuwe Egem-i en I&A plan te dekken. De verschillen, zowel positief als negatief, zullen verrekend worden met de reserve informatisering. Door de inzet van deze reserve kan het effect op onze meerjarenbegroting neutraal worden gehouden. De verwachting is dat na 2015 het investeringsvolume voor I&A op een dusdanig niveau is dat het beschikbare budget voor kapitaallasten hiervoor toereikend is. De voorgestelde onttrekkingen aan de reserve informatisering geeft het volgende verloop: Reserve Informatisering Stand per 1-1 Verrekening reserve Stand per 31-12
Datum: 1 november 2011
2012 € 737.023 € 103.340 € 840.363
2013 € 840.363 € 16.923€ 823.440
2014 € 823.440 € 127.822€ 695.618
2015 € 695.618 € 165.343€ 530.275
Pagina 11 van 20
5.3. Exploitatie/onderhoudsbegroting De exploitatie/onderhoudsbegroting is opgebouwd uit een aantal posten. Veruit de allergrootste post zijn de licentie- en onderhoudskosten die voor het merendeel van de applicaties (de softwarepakketten) meestal jaarlijks betaald moeten worden. In het hierna gepresenteerde overzicht zijn de totale licentie- en onderhoudskosten opgenomen aangevuld met de inschattingen van de gevolgen van de nieuwe investeringen die in hoofdstuk 4 genoemd zijn. Het totaal van de exploitatie/onderhoudsbegroting bevat naast de grote post van de licentie- en onderhoudskosten ook posten voor de printer/copiers, de telefonie, Gemnet en een kleine post met diverse zaken als lidmaatschappen van gebruikersverenigingen, verzekeringspremie en kabeltjes, schijfjes e.d.. Onderhoud en licenties Benodigde kosten onderhoud en licenties
2012 € 379.291
2013 € 420.040
2014 € 456.143
2015 € 459.240
Beschikbaar budget onderhoud en licenties
€ 378.963
€ 382.752
€ 386.579
€ 390.444
Verschil benodigd en beschikbaar budget onderhoud
€ 328-
Middelen Nationaal Uitvoeringsprogramma alg.uitkering
€ 27.167
Totaal verschil exploitatielasten
€ 26.839
€ 37.288-
€ 69.564-
€ 68.796-
€ 27.466
€ 27.867
€ 28.692
€ 41.697-
€ 40.104-
€ 9.822-
Door de aanschaf van nieuwe hard- en software lopen de kosten voor onderhoud en licenties tot 2015 op. Zoals aangegeven in het Egem-i plan wordt voor de jaarlijkse onderhoudskosten rekening gehouden met een bepaald percentage van de betreffende investering. Aangezien de exacte omvang van de investeringsbedragen nog niet concreet vaststaat, kunnen de daaruit voortvloeiende onderhouds- en licentiekosten nog afwijken. In het kader van het Nationaal Uitvoeringsprogramma worden door de rijksoverheid eenmalig middelen beschikbaar gesteld via de algemene uitkering. Deze middelen zijn in onze begroting opgenomen in afwachting van beleidsontwikkeling. Voorgesteld wordt om deze middelen in te zetten voor de realisatie van het Egem-i plan. Afgezet tegenover het beschikbare budget in onze begroting voor onderhoud- en licentiekosten ontstaat er een tekort vanaf 2013. Na 2015 loopt dit tekort op aangezien de extra middelen vanuit de rijksoverheid niet meer beschikbaar zijn. De jaarlijkse verschillen tussen het beschikbare budget voor onderhoud- en licentiekosten en de benodigde kosten, zowel positief als negatief, zullen verrekend worden met de reserve informatisering. Het effect op onze meerjarenbegroting kan hierdoor neutraal worden gehouden. De verwachting is dat op termijn inverdieneffecten worden gerealiseerd, waardoor de inzet van de reserve informatisering kan worden afgebouwd.
Datum: 1 november 2011
Pagina 12 van 20
6. Personele middelen De organisatie heeft er in het Concernplan voor gekozen de ICT-uitvoering vroeger of later buiten de deur onder te brengen. Dat betekent “automatisch” dat er geen sprake kan zijn van het aantrekken van nieuw personeel op permanente basis rechtstreeks voor ICT. Toch zou dat, vooral gezien het forse aantal nieuwe activiteiten voor de hand liggen. En feitelijk is het ook noodzakelijk om de continuïteit op langere termijn te kunnen garanderen als ict in huis wordt gehouden. Bij de investeringen moet onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten capaciteit die nodig zijn. Allereerst capaciteit om de activiteit op te zetten en te realiseren. Deze capaciteit is van tijdelijke aard en vraagt specifieke deskundigheid. Als tweede is er ná realisatie (meestal) capaciteit nodig voor het applicatiebeheer en voor het (extra) ICT-beheer. De capaciteit voor opzetten en realiseren zullen we veelal inhuren omdat het vaak ook zal gaan om specifieke deskundigheid. In de investeringsbudgetten is hiermee rekening gehouden. De capaciteit voor applicatie- en voor (extra) ICT-beheer na realisatie van een activiteit is een ander verhaal. Voor het ICT-beheer zullen we voor de tijd tot uitbesteding voor enkele specifieke beheeractiviteiten losse jaarcontracten met externen af gaan sluiten. Een dergelijk contract is er al enige tijd voor het Oracle-beheer en komt er einde 2011 voor het beheer van AS-400 en SAP. Aan de kant van het beheer van de teamgebonden applicaties zijn zeker personele problemen te voorzien vooral bij de nieuw op te zetten applicaties bij gegevensbeheer en bij KCC. De betreffende teams zullen, tegen de tijd dat de gevolgen preciezer te voorspellen zijn, daar zo nodig met voorstellen richting MT, B&W en Raad op terug komen.
Datum: 1 november 2011
Pagina 13 van 20
Bijlage 1.A. NUP Basisinfrastructuur e-overheid E-toegang 1. Webrichtlijnen 2. Samenwerkende catalogi (onderdeel overheid heeft antwoord) 3. Antwoord voor Bedrijven 4. MijnOverheid.nl 5. Overheid heeft Antwoord E-authenticatie 6. DigiD burger 7. Gemeenschappelijke machtigings- en vertegenwoordigingsvoorziening (GMV) 8. DigiD bedrijven Nummers 9. Burger Service Nummer (BSN) Basisregistraties 10. Gemeentelijke Basisregistratie Personen (GBA) 11. Registratie Niet Ingezetenen (RNI) 12. Nieuw Handelsregister (NHR) 13. Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) 14. Topografie 15. Kadaster 16. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT ook bekend als Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) E-informatieuitwisseling 17. Overheidsservicebus (OSB) 18. Terugmeldfaciliteit (TMF) 19. Gemeenschappelijke ontsluiting basisregistraties (GOB) Voorbeeldprojecten Om verder focus aan te brengen worden in het NUP daarnaast zes voorbeeldprojecten benoemd. Dit zijn projecten waarin de basisinfrastructuur zichtbaar voor betere dienstverlening wordt ingezet. Dit zijn: 1. Het omgevingsloket. De wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) zorgt voor één integrale vergunning, één loket, één bevoegd gezag en één handhavende instantie. Het omgevingsloket is het éne, landelijke loket en bestaat uit drie modules, voor burgers en bedrijven de kennismodule, om na te gaan of voor bepaalde activiteiten een vergunning nodig is, en de aanvraagmodule en voor overheidsorganisaties de behandelmodule. Het formulier wordt zoveel als mogelijk vooringevuld. Het omgevingsloket wordt door alle betrokken overheidsorganisaties ingepast in hun systemen en faciliteert het elektronische berichtenverkeer tussen de organisaties. 2. Digitaal klantdossier. Met het DKD is een belangrijke eerste stap gezet naar het vormgeven van de eenmalige gegevensuitvraag in de uitvoering. Professionals hergebruiken de gegevens die bekend zijn en hoeven de klant minder gegevens te vragen. Burgers raadplegen via internet middels hun DigiD hun eigen digitaal klantdossier. 3. Landelijk digitaal loket Schoolverlaten. Een landelijke voorziening voor het leveren van gegevens over verzuim en voortijdig schoolverlaten door onderwijsinstellingen aan gemeenten en regionale meld- en coördinatiepunten op dit terrein. 4. WMO/Regelhulp. Een digitaal loket waar gehandicapten, zieken en ouderen informatie kunnen krijgen over alle relevante overheidsvoorzieningen. Een aantal voorzieningen kan direct worden aangevraagd. 5. Verwijsindex risicojongeren. Deze index moet een bijdrage leveren aan het samenbrengen van hulpverleners van diverse instellingen, die een risico vaststellen bij een bepaalde jongere. 6. Dienstenloket van de Dienstenrichtlijn. Op 28 december 2009 moet in alle EU-lidstaten de Dienstenrichtlijn zijn ingevoerd. Dankzij de richtlijn kunnen dienstverleners straks eenvoudiger aan de slag in de EU. Via het Dienstenloket kunnen dienstverrichters relevante informatie vinden en procedures afwikkelen.
Datum: 1 november 2011
Pagina 14 van 20
Bijlage 1.B. NORA De ruggengraat van de architectuur van de e-overheid wordt gevormd door de Nederlandse overheidsreferentie-architectuur (de NORA). Met het uitbrengen van de NORA is een door alle partijen erkende overheidsarchitectuur van de e-overheid tot stand gekomen. Overheidsorganisaties kunnen met de NORA de ontwikkeling binnen hun eigen organisatie afstemmen. Door zich te houden aan de ontwerpprincipes en daaruit voortvloeiende standaarden, voldoen oplossingen aan eisen t.a.v. samenhang en standaardisatie.. De NORA is leidend voor alle sectoren. Sectorspecifieke architecturen (bv MARIJ voor de rijkssector, GEMMA voor de gemeenten) worden van NORA afgeleid. Basisprincipes: BP1: Proactief: afnemers krijgen de dienstverlening waar ze behoefte aan hebben. BP2: Vindbaar: afnemers kunnen de dienst eenvoudig vinden. BP3: Toegankelijk: afnemers hebben eenvoudig toegang tot de dienst. BP4: Standaard: afnemers ervaren uniformiteit in de dienstverlening door het gebruik van standaardoplossingen. BP5: Gebundeld: afnemers krijgen gerelateerde diensten gebundeld aangeboden. BP6: Transparant: afnemers hebben inzage in voor hen relevante informatie. BP7: Noodzakelijk: afnemers worden niet geconfronteerd met overbodige vragen. BP8: Vertrouwelijk: afnemers kunnen erop vertrouwen dat informatie niet wordt misbruikt. BP9: Betrouwbaar: afnemers kunnen erop vertrouwen dat de dienstverlener zich aan afspraken houdt BP 10: Ontvankelijk: afnemers kunnen input leveren over de dienstverlening'. Afgeleide principes: Dienstenaanbod AP1 De dienst is zodanig opgezet, dat andere organisaties deze in eigen diensten kunnen hergebruiken. AP2 De stappen uit het dienstverleningsproces zijn ontsloten als dienst. AP3 De dienst vult andere diensten aan en overlapt deze niet. AP4 De dienst is helder gepositioneerd in het dienstenaanbod. AP5 De dienst is nauwkeurig beschreven. Standaard oplossingen AP6 De dienst maakt gebruik van standaard oplossingen. AP7 De dienst maakt gebruik van de landelijke bouwstenen van de e-overheid. AP8 De dienst maakt gebruik van open standaarden. Kanalen AP9 De dienst kan via internet worden aangevraagd. AP10 De dienst kan, behalve via internet, via minimaal één ander kanaal voor persoonlijk contact worden aangevraagd. AP11 Het resultaat van de dienst is gelijkwaardig, ongeacht het kanaal waarlangs de dienst wordt aangevraagd of geleverd. Informatie AP12 De afnemers wordt niet naar reeds bekende informatie gevraagd. AP13 Alle gebruikte informatie-objecten zijn afkomstig uit een bronregistratie. AP14 De dienstverlener meldt twijfel aan de juistheid van informatie aan de bron. AP15 Het doel waarvoor informatie wordt (her)gebruikt is verenigbaar met het doel waarvoor deze is verzameld. AP16 Alle gebruikte informatie-objecten zijn uniek geïdentificeerd. AP17 Alle gebruikte informatie-objecten zijn systematisch beschreven. AP18 De dienst ontsluit ruimtelijke informatie locatiegewijs Vraaggerichtheid op een hoger plan AP19 De dienst is opgezet vanuit het perspectief van de afnemer. AP20 De dienst benadert geïdentificeerde afnemers op persoonlijke wijze. AP21 De dienst is gebundeld met verwante diensten zodat deze samen met één aanvraag afgenomen kunnen worden. AP22 Overheidsloketten verwijzen gericht door naar de dienst. AP23 De dienst wordt na bepaalde signalen automatisch geleverd. AP24 De dienst ondersteunt proactiviteit van dienstverleners binnen en buiten de organisatie. AP25 De afnemer wordt geïnformeerd over de stand van zaken bij de gevraagde dienst. AP26 De afnemer heeft inzage in de eigen informatie en het gebruik ervan. Datum: 1 november 2011
Pagina 15 van 20
Sturing en verantwoordelijkheid AP27 Eén organisatie is verantwoordelijk voor de dienst. AP28 Dienstverlener en de afnemer hebben afspraken vastgelegd over de levering van de dienst. AP29 De dienstverlener draagt zelf de consequenties wanneer de dienst afwijkt van afspraken en standaarden. AP30 De wijze waarop de dienst geleverd is, kan worden verantwoord. AP31 De kwaliteit van de dienst wordt bestuurd op basis van cyclische terugkoppeling. AP32 Sturing op de kwaliteit van de dienst is verankerd op het hoogste niveau van de organisatie. AP33 De dienst voldoet aan de baseline kwaliteit. AP34 De dienstverlener legt verantwoording af over de mate van control, in overleg met de afnemers. Betrouwbaarheid AP35 De levering van de dienst is continu gewaarborgd. AP36 Wanneer de levering van de dienst mislukt, wordt de uitgangssituatie hersteld. AP37 De dienstverlener en de afnemer zijn geauthenticeerd wanneer de dienst een vertrouwelijk karakter heeft. AP38 De betrokken faciliteiten zijn gescheiden in zones. AP39 De betrokken systemen controleren informatie-objecten op juistheid, volledigheid en tijdigheid. AP40 De berichtenuitwisseling is onweerlegbaar.
Datum: 1 november 2011
Pagina 16 van 20
Bijlage 1.C. GEMMA De zeven thema's zijn: 1. Zaak- en procesgericht werken; 2. Ontsluiting en gebruiken van basisgegevens; 3. Naast koppelen ook kantelen en generiek maken; 4. De gemeente ontwikkelt zich tot dé poort tot de overheid; 5. Aansluiten op e-overheidsvoorzieningen (volgens het NUP); 6. Ketensamenwerking en de federatieve overhead; 7. Een groeipad naar serviceoriëntatie. De principes per thema: Thema 1: zaak- en procesgericht werken Onze gemeente geeft invulling aan zaak- en procesgericht werken door bij procesinrichting en (her)ontwerp door de volgende principes toe te passen: 1. Onze gemeente richt de processen in als onderdeel van complete ketens. 2. Onze gemeente ontwerpt processen vanuit de behoefte van burgers, ondernemingen en overige belanghebbenden in de samenleving. 3. Onze gemeente hanteert proces- en zaakgericht werken bij verbetering en ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening en de gemeentelijke organisatie. 4. Onze gemeente geeft burgers en ondernemingen inzicht in de statuswijzigingen van elke zaak. 5. Onze gemeente maakt bij herontwerp of herinrichting van processen gebruik van overeenkomstige processen of deelprocessen en doet dit door middel van de productgroep georiënteerde procesmodellen (GEMMA eProcessen) of met delen van de bestaande procesmodellen. 6. Onze gemeente volgt voor het ontwerpen en modelleren van processen de modelleerconventies uit de GEMMA Procesarchitectuur. 7. Onze gemeente schakelt voor iedere zaak na de kanaalafhankelijke intake zo snel mogelijk over op een kanaalonafhankelijke afhandeling. 8. Onze gemeente splitst processen uit verschillende domeinen in verschillende zaken: een overlastmelding of het verstrekken van een vergunning is een zaak van dienstverlening, het handhaven als gevolg daarvan is een zaak van handhaving. 9. Voor de processen van proactief handhaven geldt, dat een onderzoek rond een thema als één zaak wordt behandeld. 10. De signalen en meldingen, die bij proactief handhaven worden gegeven door vakspecialisten of ketenpartners, triggeren een zaak over een specifiek object of persoon in een re - actief proces. Thema 2: ontsluiting en gebruik van basisgegevens De volgende procesarchitectuurprincipes geven invulling aan het thema 'ontsluiten en gebruiken van basisgegevens': 1. Onze gemeente voert de processen zodanig uit dat burgers en ondernemingen niet naar (basis)gegevens worden gevraagd die al bekend zijn binnen de vastgestelde basisregistraties. 2. Onze gemeente maakt gebruik van het Burger Service Nummer (BSN). 3. Onze gemeente zorgt ervoor dat de vermeende onjuistheden in basisgegevens teruggemeld worden aan de desbetreffende bronhouder van de basisgegevens. 4. Onze gemeente heeft voor het gebruiken van de vastgestelde basisgegevens deelprocesmodellen uitgewerkt die in de diverse dienstverleningsprocessen worden hergebruikt. 5. Onze gemeente zorgt ervoor dat de interne bronhouder de teruggemelde vermeende onjuistheden binnen een vooraf afgesproken tijd zullen onderzoeken en verwerken. 6. Onze gemeente maakt afspraken met partners over doelbinding om informatie te kunnen delen voor het raadplegen van bronbestanden en voor onderzoek en dossieropbouw. Thema 3: naast koppelen ook kantelen en generiek maken Voor het thema 'naast kantelen ook kantelen en generiek maken' gelden de volgende principes: 1. Onze gemeente richt de processen ten behoeve van intake en leveren van zaken product(groep)onafhankelijk in en los van de vakinhoudelijke behandeling. 2. Onze gemeente onderkent een zogenaamde orkestratierol die de overkoepelende besturing m.b.t. de levering van een product of dienst verzorgt en die los staat van de gespecialiseerde uitvoering (behandelen en besluiten). 3. Onze gemeente richt de processen m.b.t. het registeren van zaken, kanaal- en productgroeponafhankelijk in. 4. Onze gemeente richt een apart proces in voor het integraal behandelen en besluiten van samengestelde producten of diensten. Datum: 1 november 2011
Pagina 17 van 20
5. Onze gemeente brengt de processen, rollen en functies ten behoeve van procesmanagement niet onder bij de vakspecialistische organisatieonderdelen. 6. Onze gemeente houdt rekening bij het kantelen en generiek maken van haar processen met haar volwassenheidsniveau en de ambities volgens de plateauaanpak dienstverlening (PAD). Thema 4: de gemeente ontwikkelt zich tot dé poort tot de overheid Gemeenten ontwikkelen zich volgens de visie van de commissie Jorritsma tot dé poort tot de overheid. Onderstaande principes helpen de processen in deze richting te sturen: 1. Onze gemeente heeft de gemeentelijke onderdelen die zich met klantcontact bezig houden ondergebracht in een herkenbare eenheid, hier verder genoemd KCC (Klant Contact Centrum). 2. Onze gemeente handelt eenvoudige vragen af via het KCC zonder andere organisatieonderdelen in te schakelen. 3. Onze gemeente is via meerdere kanalen bereikbaar en de op de aanvraag volgende processen worden zoveel mogelijk via één kanaal afgehandeld. 4. Onze gemeente maakt gebruik van klantcontactmedewerkers die inzicht hebben in de status van alle zaken binnen de gemeente én de zaken die door ketenpartijen worden behandeld, maar waarvoor de aanvraag via onze gemeente is binnengekomen. 5. Onze gemeente heeft een proces 'informeren', waarin het merendeel van alle producten en diensten van de overheid bekend zijn, zodat men haar klanten gericht doorverwijst. Thema 5: aansluiten op e-overheidsvoorzieningen (volgens NUP) Aansluiten op e-overheidsvoorzieningen is een belangrijke vereiste die voortkomt uit het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP). Bij dit thema horen de volgende principes: 1. Onze gemeente sluit aan op de landelijke e-overheidsvoorzieningen uit het NUP. 2. Onze gemeente wil aansluitrisico's minimaliseren door het volgen van de GEMMAarchitectuurafspraken over (deel)producten, diensten, processen, procesmodellering, semantiek en notatiewijze. 3. Onze gemeente neemt de aansluiting en het gebruik van de NUP-voorzieningen expliciet op in haar procesmodellen. 4. Onze gemeente houdt, bij het aansluiten op de NUP-voorzieningen rekening met haar volwassenheidsniveau en de ambities volgens de plateauaanpak. 5. Onze gemeente heeft voor elke procesmatige aansluiting op de NUP-voorziening een serviceniveau beschikbaar met ten minste als kenmerken: procesmatige aansluiting, responstijd, beschikbaarheid, openstelling, support, contactpersoon, escalatie. Thema 6: ketensamenwerking en de federatieve overheid Belangrijke procesprincipes voor ketensamenwerking zijn: 1. Onze gemeente voert de intake en levering uit voor een aantal vastgestelde producten en diensten van andere organisaties uit de publieke sector. 2. Onze gemeente laat voor een aantal vastgestelde producten en diensten de intake en/of levering verzorgen door een andere ketenpartner. 3. Onze gemeente en haar ketenpartners voeren ketenprocessen uit conform afgesproken serviceniveaus en leggen deze afspraken vast in serviceniveauovereenkomsten, inclusief de afspraken over proces, input, output, tussenresultaten (status), besturing en informatie-uitwisseling. 4. Onze gemeente maakt afspraken met haar partners om integraal te kunnen handhaven over de grenzen van de gemeentelijke bevoegdheden heen. Thema 7: groeipad naar serviceoriëntatie Serviceoriëntatie is een thema dat ook impact heeft op de gemeentelijke procesarchitectuur. Deelprocessen kunnen als services worden beschouwd. De volgende principes geven richting aan een groeipad naar serviceoriëntatie: 1. Onze gemeente ontkoppelt autonoom uitvoerbare (deel)processen door middel van services. 2. Onze gemeente deelt haar processen op tot logische autonoom uitvoerbare componenten. 3. Onze gemeente maakt gebruik van medewerkers die processen ontwerpen of optimaliseren, met inzicht en kennis van de vastgestelde services die landelijk en gemeentelijk beschikbaar zijn. 4. Onze gemeente onderkent generieke processen die in meerdere dienstverleningsprocessen kunnen worden gebruikt en legt van deze processen de in- en output uniform vast in standaard servicespecificaties. 5. Onze gemeente laat soortgelijke processen afhandelen in één uniform generiek proces, waarbij men gedeelde bedrijfsmiddelen gebruikt.
Datum: 1 november 2011
Pagina 18 van 20
Bijlage 2. Meerjareninvesteringsschema in detail Opm. De tweede kolom is een kolom met cijfertjes zonder uitleg. Het is in feite het registratienummer van de activiteit, waarbij nummers onder de 100 nog uit het oude EGEM-i-plan afkomstig zijn en nummers vanaf 101 de afgelopen 1,5 jaar in de inventarisatierondes naar voren zijn gekomen.
Meerjareninvesteringschema Informatisering en Automatisering Grote lijn basisregistraties basisregistraties basisregistraties basisregistraties basisregistraties
KCC KCC KCC KCC KCC KCC KCC KCC KCC KCC
team
Product 55 71 72 73 129
112 132 135 17 65 103 123 125 126 127
vervanging BRS met Gegevensmakelaar Basisregistratie Kadaster, onderdeel BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie/BGT (plusversie) Nieuw Handelsregister Basis Registratie Ondergrond (BRO) Totaal basisregistraties
IVO geg IVO geg IVO geg IVO geg IVO geg
website doorontwikkelen, beleidsaspecten Nieuw intRAnet Social media opzetten/gebruiken Digitalisering documenten Ontwikkeling KCC (inclusief kwaliteitshandvest) digitale klantendossiers afsprakensysteem voor burgers via internet klantregistratiesysteem CJG Wet werken naar vermogen abonn. infobanken tbv effectmeting afspr./res.
BMO BMO BMO IVO P&A KCC KCC KCC KCC KCC KCC Totaal KCC
koppelingen koppelingen koppelingen koppelingen koppelingen
Datum: 1 november 2011
38 102 51 110 111
NedBrowser/Nedview/NGDM MID-office, al of niet met een Zakenmagazijn erin Stuf TAX/WOZ relatie belasting/WOZ met BAG/WABO ontwikkeling digitaal loket (GIS-kaart/loket) Totaal koppelingen
IVO geg IVO alg IVO geg IVO geg IVO geg
2012 € € €
70.000,00 11.000,00 80.000,00
€
161.000,00
2013
€ 100.000,00 € 20.000,00 € 10.000,00 € 130.000,00
2014
€ € € €
10.000,00 5.000,00 10.000,00 25.000,00
2015
€
-
€
-
pm € pm € €
40.000,00
80.000,00 33.000,00 € 50.000,00 pm
pm pm pm € 113.000,00 €
Pagina 19 van 20
€
90.000,00
€
-
€
25.000,00
€
75.000,00
€ 100.000,00
25.000,00
€ €
10.000,00 85.000,00
€ 40.000,00 € 140.000,00
40.000,00
pm pm €
pm
pm 40.000,00
€
Grote lijn reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing
reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing reguliere vernieuwing
36 133 134 13 53 115 121 128 131 101 7 28 117 122 104 105 106 107 130 109 124 116
118 119 120 136 137 138
Product aanpassingen/vernieuwingen MIT-Office Aanvullingen (caf.-model, kijklicenties teamlds) ADP Facilitair pakket Civision TDI TIM tijdregistratie zwaardere versie LIAS-enterprise vervanging SAP R/3 door SAP ERP, moet vóór 1/4/2013 Civision Workflow Volgsysteem bezwaarschriftenafhandeling Archiefachterstanden wegwerken Cipers Gravenadministratie uitwijkcontract Extravar vernieuwen aanpassing/vernieuwing SZWNet/Planconsult photoshop Lichtmasten, verkeersbrd in GBI-systeem+inventarisatie beheersysteem begraafplaatsen vervanging PEN-veldcomputer vervanging diverse programmaatjes gemeentewerf "buitenscherm" dig tekening buiten beschikbaar toevoeging digitale bodemkwaliteitskaart aan Squit SQUIT-module bestemmingsplanprocedure Totaal reguliere vernieuwingen ex basisinfrastr.
vervanging AS/400 vervanging PC´s vervanging servers vervanging ipads gemeenteraad vervanging telefooncentrale vervanging pda´s/mobiele telefoons vervanging/uitbreiding hardware/software Totaal reguliere vernieuwingen basisinfrastructuur Totaal per jaar
Datum: 1 november 2011
team
BMO BMO BMO Fin Fin Fin Fin Fin Fin IVO P&A KCC KCC KCC KCC PB RB RB RB RB VH WM WM
2012
€ pm
2013
2014
2015
9.000,00
€
25.000,00
€
25.000,00
€ pm €
10.000,00 20.000,00
€
7.500,00
€ €
40.000,00 10.000,00
€ 10.000,00 pm € 15.000,00 € 25.000,00 € 196.500,00
€
€
30.000,00
€
30.000,00
25.000,00
pm € 40.000,00 €
15.000,00
€
20.000,00
€ 10.000,00 € 110.000,00
IVO alg IVO alg IVO alg IVO alg IVO alg IVO alg
€
-
€ 65.000,00 € 150.000,00 € 150.000,00 € 15.000,00 € 80.000,00 € 10.000,00 € €
10.000,00 10.000,00
€
520.500,00
Pagina 20 van 20
€ €
40.000,00 40.000,00
€ 470.000,00
€ 200.000,00 € 200.000,00
€ 395.000,00
€ 610.000,00
€ 340.000,00