GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL AAL
Wij doen mee! Beleidsplan 2008-2011 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
5 juni 2008
-2-
Inleiding Doet u mee? De meeste van onze 18.320 inwoners maken het goed. Ze wonen, werken, leven en recreëren op de manier die ze zelf hebben gekozen. Ze redden zich prima omdat ze hun leven zelf kunnen bepalen en inrichten. Al dan niet met behulp van allerlei voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Kortom, hun leefbaarheid is goed geregeld. Dat geldt niet voor al onze inwoners. Want niet iedereen beschikt over de middelen en voorzieningen om tevreden te leven. We hebben het dan over de groep inwoners die de – ook voor hen bedoelde – voorzieningen niet kan vinden of er geen beroep op wil doen. Zij maken dus geen of onvoldoende gebruik van de zogenaamde maatschappelijke ondersteuning en doen daarom niet mee aan wat de samenleving hen te bieden heeft. Dit is één van de redenen waarom het rijk in 2007 de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft ingevoerd. De Wmo verplicht de gemeente zodanige maatregelen te nemen dat iedereen mee kan doen. Deze maatregelen moeten blijken uit een vierjarig plan waarin de gemeenteraad het Wmo-beleid vastlegt. Een plan dat we willen opstellen, samen met onze inwoners en organisaties die Wmo-voorzieningen aanbieden (hierna: de Wmoorganisaties). En dit Wmo-beleidsplan 2008-2011 (hierna: Plan) ligt nu voor u om te gaan lezen. We hebben gekozen voor de titel ´Wij doen mee!´. Niet alleen om aan te sluiten bij het centrale thema van de Wmo. Maar ook om u te bewegen na lezing mee te doen aan de uitvoering van ons Plan. Wij hopen van harte dat u meedoet! Doel Wij willen met dit Plan voor alle Wmo-taken aangeven hoe wij denken over de uitgangspunten en doelstellingen van het beleid voor de komende vier jaar. Deze kaders houden geen rekening met de financiële en andere gevolgen. Deze gevolgen zijn uitgewerkt in het Wmo-uitvoeringsprogramma 2008-2011 vanaf blz. 35 (hierna: Programma) dat onlosmakelijk met de kaders is verbonden. Daarin staat te lezen wat het aan tijd en geld kost om de doelstellingen te vertalen naar concrete acties die de gewenste resultaten moeten opleveren. Ook hebben we de fasering aangegeven want alles tegelijk uitvoeren zal om meerdere redenen niet kunnen (geen geld genoeg, niet voldoende personeel etc.). Onuitstelbare Wmo-acties, die niet tot 2009 kunnen wachten, stellen we nog in 2008 aan de orde. Ambitie Wij moeten ons in dit Plan op diverse manieren beperken. De Wmo-taken bestrijken namelijk bijna alle terreinen waarmee onze gemeente zich bezig houdt. Vooral de taak ´leefbaarheid en sociale samenhang´ is heel breed want hier valt bijna alles onder. Daarom gaan we in dit Plan in eerste instantie uit van de wettelijke verplichtingen in de Wmo en van de instandhouding van de huidige gemeentelijke Wmo-voorzieningen. Alleen als er aanleiding is om deze voorzieningen aan te passen, wijzigen we het beleid. Zodra we het Plan hebben vastgesteld, gaan we bekijken of onze ambities bijgesteld moeten worden. Want de Wmo-taken zijn niet allemaal nieuw. Veel taken die we al vóór 2007 uitvoerden, vallen nu onder de Wmo. Het zijn daarom vooral de nieuwe Wmo-taken – en de samenhang met de bestaande taken – die in dit Plan aandacht krijgen. Wij doen dit vanuit de 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 2 van 67
-3-
nieuwe rol die in de Wmo voor de gemeente is weggelegd. Voorheen was die rol meer verstrekkend en controlerend (bijv. de Wet voorzieningen gehandicapten). In de Wmo krijgt de gemeente de rol om te faciliteren en te regisseren. Opzet De Wmo kent negen zogenaamde prestatievelden. Dit zijn wettelijke taken waarbij we vooraf vastgestelde prestaties moeten behalen en waarover we jaarlijks verantwoording moeten afleggen aan de inwoners. Voor de opzet en indeling van dit Plan houden we daarom de volgorde aan van de negen prestatievelden. Per prestatieveld vermelden we kort: wat het inhoudt wat we nu doen wat we willen doen (doelstellingen) Tijdsplanning Dit Plan had vóór 1 januari 2008 vastgesteld moeten zijn. Dit is helaas niet gelukt. We hebben voorrang gegeven aan de komst van de Wmo-adviesraad West Maas en Waal en andere onuitstelbare werkzaamheden.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 3 van 67
-4-
Hoofdstuk 0 Uitgangspunten, wettelijke basis en Wmo-budget 2008 Uitgangspunten In de uitgangspunten staan de onderstaande kernbegrippen centraal. Ze gelden voor alle prestatievelden voor zover van toepassing. 0.1 Samenhang Wij vinden het een uitdaging om de samenhang tussen de negen Wmo-prestatievelden in beeld te brengen en in de praktijk vorm te geven. Daarom wordt per hoofdstuk de eventuele onderlinge relatie met andere prestatievelden beschreven. 0.2 Integraal De Wmo-prestatievelden hangen niet alleen onderling samen, maar vertonen ook relaties met aangrenzende beleidsterreinen. Bijvoorbeeld volksgezondheid, wonen, onderwijs, werk en inkomen, armoedebeleid en veiligheidsbeleid. Daarom vraagt de uitwerking van de Wmo vaak ook om integraal beleid, oftewel overkoepelende hoofdlijnen die verschillende beleidsterreinen met elkaar verbinden. Dit betekent meestal méér dan alleen het inventariseren van wat er al aan beleidsuitspraken is of wat er al aangeboden wordt. Wij vinden het belangrijk dat zowel de gemeente zelf als de Wmo-organisaties zich bewust zijn van de samenhang. We moeten samen nagaan waar versterking en aanvulling van de huidige voorzieningen nodig zijn. En ook of er overlap, hiaten of tegengestelde belangen zijn. Verder is het van belang dat de verschillende partijen onderling afspreken hoe ze met overeenkomsten en verschillen omgaan. 0.3 Inclusief Beleid dat rekening houdt met mensen die een beperking hebben, is inclusief beleid. Wij doelen hierbij op chronisch zieken, ouderen met een functiebeperking en mensen met een psychiatrische aandoening, een verstandelijke, motorische of zintuiglijke handicap. Zij moeten – ondanks hun beperking – mee kunnen doen aan de samenleving. Dit betekent dat de openbare voorzieningen zodanig moeten zijn dat iedereen er gebruik van kan maken. Pas als dit niet mogelijk blijkt, zullen we praten over het treffen van aanvullende voorzieningen. Bekend voorbeeld: in huizen die bij de (ver)bouw al zodanig worden geconstrueerd, dat ze ook geschikt zijn voor rolstoelgebruikers, hoeven geen dure voorzieningen getroffen te worden als de bewoner zorg nodig heeft. 0.4 Draagvlak Dit Plan is niet alleen een gemeentelijk beleidsplan. Het is hopelijk ook een plan dat gedragen wordt door onze inwoners en de Wmo-organisaties. Want zonder draagvlak is er natuurlijk geen sprake van meedoen. Wij gaan ook geen zaken oppakken of ideeën uitwerken die niet door hen ondersteund worden. Hierbij geldt dus dat we alleen iets zullen doen als dit samen met de inwoners en de Wmo-organisaties kan. 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 4 van 67
-5-
0.5 Dynamisch Niemand weet hoe West Maas en Waal en de rest van Nederland er over vier jaar uitzien. Daarom is de inhoud van dit Plan niet statisch maar dynamisch. We moeten het beleid aan durven te passen als dat nodig mocht zijn. Dit gebeurt dan bij de jaarlijkse voorbereiding van de gemeentebegroting. Daarin leggen wij ook verantwoording af over de stand van zaken rond de uitvoering van het Programma. 0.6 Preventie Preventie kan veel problemen voorkomen. Vooral als het gaat om de – geestelijke en lichamelijke – gezondheid van onze inwoners. Daarom vinden wij het logisch dit Plan en het Programma te koppelen aan het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Immers, gezondheidsklachten zijn vaak een onderdeel van de vele andere problemen waarmee kwetsbare – niet zelfredzame - inwoners te maken kunnen krijgen. Te denken valt aan werkloosheid, slechte beheersing van de Nederlandse Taal, slechte woning, schulden, psychische problemen, verslaving, gebrek aan plekken om anderen te ontmoeten, beperkte sociale vaardigheden enz. Gemeenten zijn ook verplicht elke vier jaar een gezondheidsnota op te stellen. Wij combineren deze nota met dit Plan en het Programma om zo de belangrijke onderlinge relatie duidelijk te maken. Bij de negen prestatievelden zullen we daarom de relevante gezondheidsaspecten vermelden bij het uitvoeren van het programma. Dit zijn dan de concrete actiepunten om de gezondheid van onze – vooral kwetsbare – inwoners te verbeteren. Het ligt voor de hand hierbij in elk geval aan te sluiten bij de - bijna overbekende - prioriteiten van het rijk (roken, overmatig alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie in de Preventienota ´Kiezen voor Gezond Leven´ 2006 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Wij moeten ervoor zorgen dat onze inwoners meedoen en blijven meedoen. Dit kan alleen als zij zich goed voelen. Als iemand namelijk goed in zijn vel zit, voelt hij zich zelfstandiger en onderneemt hij eerder activiteiten om zelfstandig te blijven en om anderen te helpen. Zodat niet alleen híj blijft meedoen, maar ook degenen die hij helpt. 0.7 Regionaal Onze gemeente is relatief klein. Steeds meer voorzieningen worden regionaal geregeld omdat er dan effectiever, efficiënter, deskundiger en minder kwetsbaar gewerkt kan worden. Hierdoor hoeft elke gemeente niet zelf het wiel uit te vinden. Daarom kiezen we in dit Plan voor het uitgangspunt: ´Regionaal waar het kan, lokaal waar het moet´. Om een indruk te geven: NIM maatschappelijk werk, GGD Regio Nijmegen, MEE Gelderse Poort, Iriszorg, Forum GGZ, Stichting Voormekaar, Waterborgh Wonen, Zorggroep Maas en Waal, Regionaal Instituut Begeleid Wonen en diverse thuiszorgorganisaties zijn allemaal Wmo-organisaties in de regio Nijmegen en/of Land van Maas en Waal, die een rol vervullen bij het uitvoeren van dit Plan. Natuurlijk moeten we wel blijven zorgen dat de dienstverlening van deze organisaties goed geregeld is voor onze inwoners. Ook veel cliëntenorganisaties werken regionaal zoals De Kentering (cliëntgestuurde organisatie voor mensen met een psychiatrische achtergrond of psychosociale problematiek, hun familieleden of andere betrokkenen) en Zorgbelang Gelderland. 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 5 van 67
-6-
0.8 Betaalbaar Alles wat we doen en willen doen, moet betaald kunnen worden. Dat geldt ook voor de uitvoering van de acties in het Programma dat op basis van dit Plan wordt gemaakt. Dit betekent dat we keuzes moeten maken die jaarlijks in de gemeentebegroting afgewogen worden tegenover andere gemeentelijke prioriteiten. Daarom moeten we ons realiseren dat niet alle acties op korte termijn uitgevoerd kunnen worden. We zullen er dus niet aan ontkomen de acties te spreiden over meer jaren, afhankelijk van de beschikbare budgetten (incl. externe subsidiemogelijkheden). Wij vinden het wel belangrijk in dit Plan duidelijk de richting en de noodzaak aan te geven van de prioriteiten op het gebied van de Wmo. Zodat hierover geen inhoudelijke discussie meer nodig als de benodigde middelen beschikbaar zijn. In het algemeen zullen we de mogelijkheden benadrukken en niet de onmogelijkheden. Dit bevordert de creativiteit beter om – ondanks geldgebrek – toch te proberen de Wmo-doelstellingen te bereiken. 0.9 Communicatie Als we alle inwoners willen laten meedoen aan de samenleving, zullen we ook goed moeten communiceren om hen te laten meedenken en meepraten over het Wmo-beleid. Tot nu toe hebben we het volgende gedaan: in juni en december 2006 en oktober 2007 informatie- en discussiebijeenkomsten in Beneden-Leeuwen; in april 2007 discussiebijeenkomsten in alle dorpen over participatie en mantelzorg/vrijwilligerswerk; in september 2007 de installatie van de Wmo-adviesraad West Maas en Waal, die zodanig is samengesteld dat hij de belangen van alle inwoners behartigt; in december 2007 een full-color huis-aan-huisblad met o.a. informatie over de Wmo en de Wmo-adviesraad. De resultaten van de bijeenkomsten zijn betrokken bij het opstellen van dit Plan. We weten dat de communicatie altijd beter kan. Maar we weten ook dat inwoners zich vaak pas gaan interesseren voor zaken als het hen of hun familie persoonlijk treft (voorbeeld: wie nog zelfstandig kan wonen zonder zorg, houdt niet bij welke mogelijkheden er zijn als hij wel zorg nodig heeft.) Ook voor de communicatie over dit Plan kiezen we – intern en extern – voor een brede verspreiding met de mogelijkheid om schriftelijk te reageren. 0.10 Borging kwaliteit Artikel 4, lid 4 onder d, van de Wmo bepaalt dat dit Plan vermeldt welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd. Wij hebben deze eis als vaste rubriek (nummer 13) opgenomen in het Programma. Hierin vermelden we de manier waarop de kwaliteit van het desbetreffende actiepunt wordt geborgd (indien van toepassing). We denken hierbij aan onder meer: nader op te stellen kwaliteitscriteria toetsing aan uitgangspunten in dit Plan wettelijke, branche-eigen en andere kwaliteitseisen 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 6 van 67
-7-
goede communicatie, registratie en controle deskundige scholing klanttevredenheidsonderzoeken
0.11 Keuzevrijheid De Wmo schrijft in artikel 4, lid 4 onder e, voor welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend, als bedoeld bij de prestatievelden 2 (jeugd- en opvoedingsondersteuning), 5 (participatie van - ook kwetsbare - inwoners) en 6 (individuele voorzieningen), keuzevrijheid te bieden voor de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning. Wij hebben deze eis als vaste rubriek (nummer 14) opgenomen in het Programma. Niet alleen bij de prestatievelden 2, 5 en 6 maar bij alle prestatievelden. Bij de uitvoering van de actiepunten benoemen we of keuzevrijheid wel of niet van toepassing is. Ter illustratie twee voorbeelden waarin keuzevrijheid een rol speelt: Voorbeeld 1: in het geval van hulp bij het huishouden is duidelijk dat een cliënt kan kiezen uit hulp in natura (momenteel uit drie aanbieders) en een Persoons Gebonden Budget (PGB). Voorbeeld 2: bij mantelzorg is er een andere vorm van keuzevrijheid. Hierbij kan een mantelzorger kiezen wel of geen gebruik te maken van het aanbod dat de gemeente gaat organiseren in samenwerking met Wmo-organisaties, zoals Stichting Voormekaar. 0.12 Evaluatie Dit Plan bevat de hoofdlijnen voor het Wmo-beleid in de periode 2008-2011. De concrete acties en doelen staan in het Wmo-uitvoeringsprogramma dat de gemeenteraad jaarlijks actualiseert en vaststelt. Het uitvoeren van de acties en het behalen van de doelen worden ook elk jaar geëvalueerd. Hiermee leggen we verantwoording af aan de inwoners en de Wmo-organisaties. We willen hierbij praktische meetinstrumenten gebruiken om de effectiviteit te kunnen vaststellen van de doelstellingen van het Wmo-beleid dat we voor ogen hebben. Meer dan voorheen willen we weten en meten welke resultaten zijn behaald. Wettelijke basis De wettelijke basis voor dit beleidsplan is artikel 3 van de Wmo met daarin de voorgeschreven kaders. Ter informatie volgt hier de volledige tekst van dit artikel: ´Artikel 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning´ 1. De gemeenteraad stelt een of meer plannen vast, die richting geven aan de door de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning. 2. De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden. 3. Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning. 4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven: 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 7 van 67
-8-
a. wat de gemeentelijke doelstellingen zijn op de verschillende in artikel 1, eerste lid, onder g, genoemde onderdelen van maatschappelijke ondersteuning; b. hoe het samenhangende beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd en welke acties in de door het plan bestreken periode zullen worden ondernomen; c. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode wenst te behalen; d. welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de maatschappelijke ondersteuning wordt uitgevoerd; e. welke maatregelen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders nemen om voor degene aan wie maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, onderdelen 2°, 5° en 6°, wordt verleend, keuzevrijheid te bieden met betrekking tot de activiteiten van maatschappelijke ondersteuning; f. op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders zich hebben vergewist van de behoeften van kleine doelgroepen´
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 8 van 67
-9-
Wmo-budget 2008 In de gemeentebegroting 2008 zijn de volgende ramingen opgenomen die betaald worden uit de Integratie-uitkering Wmo 2008: Kostenplaats 4.622.00.00 4.622.00.00 4.622.00.00 4.622.00.00 4.622.00.00
4.622.00.00 4.622.00.70 4.622.00.70 4.622.00.70 4.622.00.70 4.652.00.00 4.630.90.00 4.714.00.00
5 juni 2008
Omschrijving Hulp hij het huishouden (hbhh) Advieskosten Centrum Indicatiestelling Zorg hbhh Doorberekening apparaatskosten VraagWijzer voor hbhh Eigen bijdrage hulp bij het huishouden (339 x € 221) Stelpost reservering structureel budget uit de voormalige AWBZ-regelingen ´Diensten bij wonen met zorg´ en ´Zorgvernieuwingsprojecten Geestelijke Gezondheidszorg´ Facilitering Wmo-adviesraad Persoonsgebonden budget (PGB) Advieskosten Centrum Indicatiestelling Zorg PGB Doorberekening apparaatskosten VraagWijzer voor PGB Eigen bijdrage (227 cliënten x € 221) Sociaal vervoer voormalig AWBZ Coördinatie vrijwillige thuiszorg (voorheen CVTM) Collectieve preventie Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) Sub-totaal Incidentele rijksuitkering 2007 voor mantelzorgers Totaal Wmo-budget 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Raming (€) 957.300 11.500 75.351 - 74.919 54.354
10.000 374.000 7.590 9.149 - 50.167 16.380 8.140 9.268 1.407.946 31.208 1.439.154
Pagina 9 van 67
- 10 -
Hoofdstuk 1 Prestatieveld 1: Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.1 Wat houdt het in? Sociale samenhang betekent dat we moeten samenwerken met Wmo-organisaties die zich ook bezig houden met wonen, welzijn, werken en zorg. Leefbaarheid houdt in dat onze inwoners moeten kunnen wonen in een prettige en veilige omgeving. Hierbij moeten zij – thuis of in de buurt – gebruik kunnen maken van zorg-, welzijns- en gemaksdiensten. Leefbaarheid raakt ook gemeentelijke taken op het gebied van sociale veiligheid, verkeersveiligheid, voorzieningen voor jeugd en jongeren en recreatie, 1.2 Wat doen we nu? We willen de acht dorpen van onze gemeente leefbaar houden. Dit doen we o.a. door: a. uitvoering van concrete woningbouwplannen in elk dorp b. instandhouding van basisvoorzieningen in elk dorp (o.a. basisschool, dorpshuis, een sportaccommodatie en ondersteuning van het verenigingsleven) c. ontwikkeling van woonservicepunten in de acht dorpen. Voorbeelden: BovenLeeuwen (Kulturhus), Appeltern, Dreumel (in combinatie met Huize St. Barbara) en Alphen (De Hucht) op basis van het Masterplan Woonzorgzone 2004. Hieronder valt ook de bouw van zorggeschikte huurwoningen en het aanpasbaar verbouwen van huurwoningen door Woningstichting Rivierengebied. d. verkeersveiligheidsplannen (incl. straatverlichting) e. uitvoering plan van aanpak problematische jeugdgroepen f. raadsbehandeling in 3e kw 2008 (planning) van reeds in 2007 door de gemeenteraad besproken gemeentelijke Cultuurnota g. uitvoering – samen met gemeente Druten – van het Masterplan Sport en Bewegen waarvoor uiterlijk 2009 een structurele rijksbijdrage wordt verwacht; in dit plan wordt ook een link gelegd naar het onderwijs vanwege de noodzaak om meer te bewegen. h. uitvoering integraal veiligheidsplan (verkeersoverlast, jeugdoverlast, alcohol- en drugsoverlast, politiekeurmerk veilig wonen en overige veiligheidsvraagstukken) i. overleg met en samenwerking tussen alle betrokken instellingen in de Stuurgroep wonen, welzijn en zorg West Maas en Waal j. het uitvoeren van de prestatieafspraken met Woningstichting Rivierengebied
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 10 van 67
- 11 -
1.3 Wat willen we doen? 1.3.1. Initiatieven vanuit de inwoners en inwonersorganisaties alleen ondersteunen als er voldoende draagvlak is Wij vallen onze inwoners niet lastig met het uitvoeren van plannen over leefbaarheid als ze deze plannen niet zien zitten. We kunnen ze natuurlijk wel op ideeën brengen. Maar we werken alleen maar mee aan de uitvoering als deze ideeën mét de inwoners gerealiseerd kunnen worden. Lang niet alle inwoners weten welke kansen de Wmo hen biedt om met buurtbewoners en gemeente te werken aan de leefbaarheid. Tot nu toe is bij het grote publiek de aandacht vooral naar prestatieveld 6 gegaan (individuele verstrekkingen zoals de hulp bij het huishouden). Maar de Wmo is veel meer! Als het om een concreet onderwerp gaat in hun buurt en dorp zullen inwoners eerder geinteresseerd zijn om mee te denken en mee te praten. Om hen op de mogelijkheden van de Wmo te wijzen, willen we in de komende jaren – met behulp van een provinciale subsidie – bijeenkomsten organiseren in elk dorp. Ook willen we kleine initiatieven ondersteunen door jaarlijks een vast bedrag reserveren dat inwonersgroepen kunnen krijgen als hun ideeën de leefbaarheid van hun dorp stimuleren. 1.3.2. Alle gemeentelijke plannen en besluiten toetsen op Wmo-raakvlakken. De gemeenteraad heeft op 14 september 2006 in zijn Wmo-beleidsnotitie gekozen voor het opnemen van een Wmo-paragraaf bij alle onderwerpen die te maken (kunnen) hebben met de Wmo. Uit het huidig beleid (zie boven) blijkt al dat dit vaak het geval is. Een dergelijke paragraaf voorkomt namelijk dat de gemeente besluiten neemt die (negatieve) gevolgen kunnen hebben voor de leefbaarheid van onze acht dorpen. Bekend voorbeeld: nieuwbouw die geen rekening houdt met voldoende speelvoorzieningen. Een dergelijk besluit – maar dan op het punt van gezondheidsraakvlakken – heeft de raad ook al op 16 december 2004 genomen bij de vaststelling van de gezondheids- en zorgnotitie ´Voorkomen is Beter´. 1.3.3. Alle dorpshuizen de mogelijkheid bieden volledige horeca-activiteiten uit te voeren Dorpshuizen zijn een belangrijke spil voor het draaiende houden van het lokale verenigingsleven. En daardoor ook voor de leefbaarheid. Daarom onderzoeken we momenteel – samen met alle besturen – de wettelijke mogelijkheden om de dorpshuizen als volwaardige horeca-gelegenheden te kunnen gebruiken. 1.3.4. Bij alle dorpshuizen nagaan hoe het gebruik door jongeren gestimuleerd kan worden De Uithof in Altforst is een goed voorbeeld van hoe een jongerenaccommodatie (van ´Jeugd van Altforst´) in een dorpshuis gehuisvest kan worden. Wij gaan proberen – natuurlijk in overleg met de betrokken besturen – om dat ook in andere dorpen voormekaar te krijgen. Het mes snijdt dan namelijk aan minstens drie kanten: jongeren kunnen elkaar
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 11 van 67
- 12 -
overdekt ontmoeten, er is minder kans op overlast en het is goed voor de exploitatie van het dorpshuis. 1.3.5. Voor elk dorp de knelpunten onderzoeken op het punt van de accommodaties Inwoners van de kleinere dorpen houden er rekening mee dat daar minder voorzieningen zijn dan in grotere dorpen. Vaak kiezen ze er bewust voor om daar te wonen vanwege relatief goedkope woningen, ruimte, rust en veiligheid. Maar om die dorpen voldoende leefbaar te houden, moet er wel een aantal basisvoorzieningen zijn. Dit uitgangspunt kost natuurlijk meer geld dan wanneer de inwoners van een dorp zonder (bijvoorbeeld) dorpshuis naar een ander dorp zouden moeten. De gemeenteraad heeft eerder besloten dat hij een inzicht wil in de bestaande accommodaties van alle dorpen. Daarbij gaat het om het aantal, de kwaliteit, de mate van gebruik en de knelpunten. Ook wil de raad een antwoord op de vraag: ´Welke maatregelen zijn nodig om tot een goed en betaalbaar evenwicht te komen tussen vraag en aanbod?´ Wij willen hierbij ook laten onderzoeken wat de meest gewenste beheersvorm is. 1.3.6. Duidelijke productafspraken maken met Stichting Voormekaar Wij zien voor Stichting Voormekaar (voorheen SSKW, SWW en SWOD) een belangrijke rol weggelegd als het gaat om de Wmo en vooral de leefbaarheid van de dorpen. Over de taken die zij uitvoert voor en in onze gemeente, willen we in 2008 duidelijke productafspraken voor 2009 maken over het te bereiken maatschappelijk effect. Het betreft taken op het gebied van jeugd- en jongerenwerk, mantelzorg, vrijwilligerswerk, vluchtelingenwerk, inwoners met een handicap en oudere inwoners die zorgbehoeftig zijn. Dit zijn namelijk voorzieningen die inwoners is staat stellen om zo lang mogelijk zelfstandig mee te doen aan de samenleving. Wij zullen met Stichting Voormekaar vooraf afspraken maken over de aantallen en kwaliteit van de te leveren producten, de kosten per product en de manier waarop de kwaliteit wordt beoordeeld. 1.3.7. Reïntegratie van ex-gedetineerden in de maatschappij (project aansluiting nazorg) Deze doelstelling komt voort uit het ´Project Aansluiting Nazorg´ van de Dienst Justiële Inrichtingen (DJI) van het Ministerie van Justitie. Het komt erop neer dat de gemeente deel uitmaakt van de keten aan instellingen die moeten zorgen voor een naadloze overdracht van ex-gedetineerde inwoners (of ex-gedetineerden die in onze gemeente willen wonen) op het gebied van identiteitsdocumenten, inkomen, huisvesting en zorg. Dit betekent wettelijke verplichte samenwerking tussen DJI, gemeente, Woningstichting Rivierengebied, Stichting Voormekaar (vrijwilligerswerk), Centrum voor Werk en Inkomen en zorginstellingen. Deze ketensamenwerking vereist fatsoenlijke begeleiding van de betrokken inwoners. Dit er voorkoming van problemen met de buurtbewoners. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat 71% van de ex-gedetineerden door hun gebrek aan zelfredzaamheid binnen zes jaar weer vervalt in crimineel gedrag.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 12 van 67
- 13 -
Hoofdstuk 2 Prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden 2.1. Wat houdt het in? Dit prestatieveld bepaalt onze taken op het terrein van preventieve ondersteuning van de jeugd. Wij zijn verantwoordelijk voor preventieve voorzieningen voor kinderen, jeugdigen of ouders met problemen met opvoeden. Het gaat hierbij om informatievoorziening, het vroeg signaleren van problemen, het toeleiden naar en wegwijs maken in het hulpaanbod, pedagogische hulp en coördinatie van zorg. Wij moeten ons niet laten verleiden om alleen maar aandacht te schenken aan jeugdoverlast. We moeten wel erkennen dat het probleem bestaat, dat overlast door jeugd komt en gaat en dat het in elke gemeente voorkomt. Door inzet van politie, ambulant jongerenwerk en gemeente is de situatie zodanig dat het momenteel redelijk rustig en beheersbaar is in onze gemeente. Voor alle duidelijkheid: jeugdoverlast helemaal terugbrengen tot 0% is een utopie. Het gaat erom de aanwezigheid van groepen jeugd aanvaardbaar en beheersbaar te maken. Al enkele jaren is de roep aanwezig om meer jeugdvoorzieningen in de gemeente. Algemene jeugdvoorzieningen en activiteiten dragen bij tot preventief jeugdbeleid. Met meer voorzieningen voorkom je echter niet altijd problemen. Hoewel het gezegde ´Geef de jeugd iets te doen en ze hebben geen tijd om rond te hangen´ zeker opgaat. Het gaat hierbij om sporten, hobby, vrijetijdsbesteding in welke vorm dan ook. De komende jaren zal het rijk extra geld uittrekken voor deelname van jongeren aan sport, muziek, cultuur, etc. Dit geld gaat naar de gemeenten. 2.2. Wat doen we nu? a. Informatie verstrekken door het Jongeren Informatie Punt (JIP), bestaande uit: een folderrek met actuele informatie over allerlei onderwerpen bij de bibliotheek de website www.jongin.westmaasenwaal.nl het JIP-spreekuur dat wekelijks door de NIM (maatschappelijk werk) wordt gehouden; tijdens dit spreekuur kunnen bezoekers ook chatten en mailen met een hulpverlener b. Signalering van problemen, vroegtijdige onderkenning o.a. via de zorgadviesteams in het kader van School en Hulp. Deze zorgadviesteams zijn er in het Primair Onderwijs, in het Voortgezet Onderwijs en ze zijn in ontwikkeling op het Middelbaar Beroeps Onderwijs c. Toegang tot het gemeentelijk hulpaanbod: via de leerplichtambtenaar, de jeugdgezondheidszorg (GGD), huisarts, jongerenwerker en/of politie d. Licht pedagogische hulp, aangeboden door de NIM (maatschappelijk werk) en opvoedingsondersteuning e. Coördineren van zorg o.a. via Bureau Jeugdzorg en gezinscoaching 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 13 van 67
- 14 -
f. Onderwijs: uitval in het onderwijs zoveel mogelijk voorkomen en jongeren toeleiden naar werk g. Peuterspeelzaalwerk en kinderopvang (voor- en vroegschoolse educatie), sportbeleid, leerplicht (verzuimbeleid in het primair en voortgezet onderwijs en het MBO, kwalificatieplicht, Zorg Advies Team (ZAT). h. Preventie o.a. alcohol, drugs, overgewicht), onderzoek jeugdmonitor E-MOVO. i. Algemene jeugdvoorzieningen: speelruimtebeleid, jongerenaccommodaties, jeugdhonken, de lopende jeugdactiviteiten door het sociaal-cultureel werk (regulier jongerenwerk en ambulant jongerenwerk = op straat), jeugdverenigingen of jeugdafdelingen van de verenigingen, Scouting, cultuur zoals de Bibliotheek, subsidiëren van koren en muziekverenigingen, recreatie etc. j. In regionaal verband functioneert het Team Integrale Vroeghulp dat ook beschikbaar en bereikbaar is voor West Maas en Waalse kinderen van 0 – 6 jaar met ontwikkelingsvragen. Dit team is bij MEE Gelderse Poort ondergebracht. Het is een Multi-disciplinair team bestaande uit deskundigen vanuit verschillende sectoren 2.3. Wat willen we doen? 2.3.1. Iedere jongere de kans geven om op te groeien tot een volwaardig lid van de samenleving Alle jeugd of alleen probleemjeugd: waar leggen we de focus op? Vaak wordt de focus alleen gelegd op jongeren die overlast veroorzaken. Laten we niet vergeten dat het grootste deel van de jeugd ´gewoon opgroeit´. Al jaren blijkt uit diverse onderzoeken dat het met circa 85% van de jongeren gewoon goed gaat; die vinden hun weg zonder hulp of bemoeienis van anderen. Gemiddeld heeft circa 15% van de jongeren op enig moment hulp of ondersteuning nodig. Van deze groep vindt 12 % zijn weg weer om zelf op het goede spoor te komen. Ongeveer 3% heeft dus continue aandacht en hulp nodig en komt hier moeilijk uit. De problematiek is de laatste jaren wel zwaarder, complexer en langdurig geworden, door alle lagen van de bevolking heen. Het samenwerkingsproject van politie Midden-Gelderland ter voorkoming van jeugdoverlast kan bij gebleken succes ook – via het uitvoeringsprogramma – in andere delen van de provincie Gelderland worden uitgevoerd. Onder andere NIM maatschappelijk werk is hierbij partner. 2.3.2. Preventief ervoor zorgen dat kinderen gezond blijven en achterstanden voorkomen worden; hierbij moeten ouders hun verantwoordelijkheid blijven nemen voor de opvoeding Gemeenten zien erop toe dat kinderen vanaf de geboorte doorlopend worden gevolgd door consultatiebureaus, peuterspeelzalen, scholen en de jeugdgezondheidszorg. Het gaat om alle jeugdigen bij wie sprake is van een verhoogd risico op ontwikkelingsachterstand of uitval of om ouders met opvoedingsproblemen. Ouders zijn en blijven de eerstverantwoordelijken voor de jeugdigen. De ondersteuning is erop gericht dat ouders die rol op een verantwoorde manier kunnen invullen.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 14 van 67
- 15 -
Hiertoe behoort ook de realisering van een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). In 2011 moet er een landelijk dekkend netwerk zijn van Centra voor Jeugd en Gezin. Deze Centra kunnen per gemeente verschillen en lokaal worden ingevuld. Wij hebben als gemeente hierin de eindregie. Met het CJG willen we toe naar een verantwoordelijk trajectbegeleider voor de jongere en zijn gezin. Het kind of de jongere en hun opvoeders zijn uitgangspunt bij de vorming van het CJG. Hierbij willen wij meer aandacht voor een preventieve aanpak bij (jonge) gezinnen. Ouders worden meer dan voorheen aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Wij zullen de functie opvoedingsondersteuning expliciet opnemen in het lokale CJG. In 2008-2009 wordt een basisconcept neergelegd en wordt een lokaal plan uitgewerkt met de andere partners zoals GGD (Jeugdgezondheidszorg), Bureau Jeugdzorg, NIM maatschappelijk werk, Leerplicht, Zorgen Adviesteams en politie en jongerenwerk. Verder verwachten wij in 2008 meer duidelijkheid over de start van het Elektronisch Kinddossier (EKD). Dit dossier volgt kinderen van 0 tot 18 jaar en moet- met goede afstemming tussen alle jeugdinstellingen - opgroei- en opvoedproblemen zoveel mogelijk voorkomen. Ook moet de gemeente in samenwerking met de andere regio-gemeenten de verwijsindexrisicojongeren aanschaffen. 2.3.3. Door netwerkvorming binnen het onderwijs snel ingrijpen om uitval te voorkomen De huidige samenwerking binnen Zorg Advies Teams (ZAT-teams) en tussen ZAT-teams onderling kan beter. Wij willen deze samenwerking optimaliseren door een netwerk te vormen. Hierbij zijn, behalve de leerplichtambtenaar, het Regionaal Meld- en Coördinatie Centrum Voortijdig Schoolverlaters (RMC), ook de netwerkagent van politie en de ambulante jongerenwerker betrokken. 2.3.4. Een breed en actief jeugdbeleid voeren, gericht op vrije tijd, omgeving en het vergroten van de kansen van jeugd om zichzelf te ontplooien, mee te doen en zich thuis te voelen in onze gemeente Het accent leggen we hierbij op de instandhouding van het huidig niveau van algemene jeugdvoorzieningen, activiteiten, jongerenaccommodaties en jongerenwerk. Voor een breed activiteitenpalet zetten we in op algemene jeugdactiviteiten na een vraaggerichte afstemming met de doelgroep. Het uitvoerend jongerenwerk, dat wordt uitgevoerd door Stichting Voormekaar, heeft hierin een belangrijke taak. Algemene jeugdactiviteiten zijn de activiteiten door het sociaal cultureel werk, jongerenverenigingen, Scouting, sportverenigingen, cultuur, recreatie en kerkelijk jeugdwerk. Inzet jongerenwerk Plannen maken is mooi, maar de uitvoering ervan gebeurt door partijen in het veld. Het jongerenwerk voert activiteiten uit in de gemeente, benadert jeugd actief, werft jongeren als vrijwilliger mee te doen aan activiteiten. Het jongerenwerk nodigt hen ook uit om in het algemeen (meer) mee te doen en mee te denken. Het kunst- en cultuur festival Moduzz dat in de jaren 2007-2008-2009 als proef loopt, is hier een voorbeeld van. Het festival is georganiseerd en bedoeld voor jongeren, maar met de organisatie en voorbereidingen is een 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 15 van 67
- 16 -
actieve groep van vrijwilligers (jongeren) al maanden bezig, onder leiding van de jongerenwerker. Ook het jongerendebat, dat in september 2007 voor het eerst is gehouden ´voor en door jongeren´ is daar een voorbeeld van. Het ambulant jongerenwerk (= jongerenwerk op straat en naar de groepen toe), waarvan de inzet vanaf 2007 structureel is uitgebreid, is voor de gemeente de ´ogen en oren op straat´. De ambulante jongerenwerker weet wat er leeft en wat er speelt, kent de groepen en hun samenstelling en rapporteert tweemaal per jaar over de jeugdgroepen in de gemeente. Uiteraard vindt tussentijds veelvuldig afstemming hierover plaats met politie en met gemeente. Bij vermoeden van drugsgebruik in het ambulante jeugd- en jongerenwerk is het goed dat ook een gespecialiseerde medewerker van Iriszorg (regionale instelling voor verslavingszorg) meegaat naar een groep jongeren die overlast veroorzaakt. Jeugdaccommodaties In twee kernen zijn er zelfstandige jongerenaccommodaties: Hexapoda in Wamel en De Grote Waarheid in Dreumel. Het bestuur van deze jongerenaccommodaties wordt gevormd door een groep vrijwilligers (jongeren) en die wordt begeleid door de jongerenwerker. Met vallen en opstaan verloopt het beheer van deze accommodaties redelijk tot goed. In enkele kernen is er een jeugdhonk in de vorm van een keet: Maasbommel en BenedenLeeuwen. De wens bestaat bij vele jeugdgroepen om ´een eigen keet´ te hebben, maar de realisering hiervan stuit vaak op het gebrek aan een geschikte locatie en op bezwaren van omwonenden die vrezen voor overlast (zie de notitie “De JOP op de Schop” uit 2006). Een eigen onderkomen voor de jeugd, onder begeleiding, in een dorpshuis wordt zoveel mogelijk gestimuleerd, daar waar de mogelijkheid zich aandient. Hierbij valt te denken aan het Kulturhus in Boven-Leeuwen en de nieuw te bouwen accommodatie in Alphen. Daarnaast is er al jaren een vraag naar een jeugdaccommodatie in Beneden-Leeuwen. Hiervoor moet eerst een haalbaarheidsonderzoek worden gedaan. Voor de realisering van activiteiten en toezicht is een beheerder c.q. jongerenwerker nodig. Om een jeugdaccommodatie optimaal te laten renderen is de inzet van een professioneel jongerenwerker van belang. 2.3.5. De jeugd betrekken bij beleid In november 2007 is de website www.jongin.westmaasenwaal.nl online gegaan. Op deze website kunnen jongeren informatie vinden over onderwerpen die hen bezig houden, een (hulp)vraag stellen, ervaringen uitwisselen met andere jongeren. Daarnaast kunnen jongeren op deze website zien hoe de activiteitenagenda er uit ziet (´Is er nog iets te doen dit weekend?´) en foto´s bekijken van feesten en activiteiten. De site kan uitgebouwd worden door vanuit de gemeente en/of het jongerenwerk, jongeren actief te benaderen en hen te vragen om ideeën, wat er leeft, waarover zij met gemeente of bestuur in gesprek willen gaan.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 16 van 67
- 17 -
Jongerenparticipatie wordt uitgevoerd als taak door het jongerenwerk. Met de ´doe´-groep KROEW verloopt dit goed: er is een grote groep jongeren uit de gemeente actief met het voorbereiden en organiseren van activiteiten voor andere jongeren. De ´denk´-groep heeft de afgelopen periode een actieve periode gehad, maar er zijn veel jongeren uit deze groep gestapt. Het is een taak van het jongerenwerk om te proberen deze ´denk´-groep nieuw leven in te blazen en hen weer te betrekken bij beleid. 2.3.6. Gebruik maken van ZorgAdviesTeams en onderzoek doen naar overige (casuïstiek)netwerken Volgens het model School en Hulp is er op elke school voor primair en voortgezet onderwijs in de gemeente c.q. in de regio Nijmegen een Zorg Advies Team (ZAT). In deze multidisciplinaire teams worden leerlingen besproken bij wie gesignaleerd wordt dat er een probleem is. Tevens wordt een traject uitgezet voor de leerling: wie pakt het probleem op en met welke instanties moet afgestemd worden? In een ZAT zitten: de leerlingbegeleiding van de school, de schoolarts of schoolverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg (GGD), de schoolmaatschappelijke werker, de leerplichtambtenaar en op afroep overige vakinhoudelijke deskundigen zoals Bureau Jeugdzorg of de politie. In het middelbaar beroepsonderwijs is de instelling van een ZAT in ontwikkeling. In onze gemeente is er geen casuïstieknetwerk waarin jongeren worden besproken die problemen hebben of problemen veroorzaken. Het verdient aanbeveling om onderzoek te doen naar de noodzaak van een dergelijk casuïstieknetwerk en om hierin – zij het in aanvang op bescheiden schaal – een start mee te maken in 2008. Deelnemers aan een casuïstieknetwerk zijn: netwerkagent van politie, ambulante jongerenwerker en leerplichtambtenaar. Regievoerder van dit netwerk is de beleidsmedewerker jeugd of de beleidsmedewerker integrale veiligheid: het hangt af van op welk aspect de nadruk bij een netwerk wordt gelegd.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 17 van 67
- 18 -
Hoofdstuk 3 Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning 3.1. Wat houdt het in? Dit prestatieveld heeft een algemene en een individuele component. Met 'geven van informatie en advies' wordt gedoeld op activiteiten die onze inwoners de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan dan gaan om het wijzen van de weg naar algemene voorzieningen, maar ook naar meer specifieke voorzieningen zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een vraag om ondersteuning. Onder ‘cliëntondersteuning’ verstaan wij de ondersteuning van een cliënt bij het maken van een keuze of het oplossen van een probleem. Cliëntondersteuning heeft de regieversterking van de cliënt (en zijn omgeving) tot doel om zo de zelfredzaamheid en het meedoen van de cliënt in de maatschappij te bevorderen. De ondersteuning kan bestaan uit informatie en advies, maar vooral ook uit uitgebreide vraagverheldering en kortdurende en kortcyclische hulp bij keuzes op diverse levensterreinen. Bij vraagverheldering worden problemen geanalyseerd en niet per se opgelost. Cliëntondersteuning gaat een stap verder dan informatie en advies en richt zich op inwoners die voor een vraag of een situatie staan die zodanig complex is dat ze die zelf - met hun omgeving - niet op kunnen lossen. 3.2. Wat doen we nu? Sinds 1 januari 2007 – tegelijk met de inwerkingtreding van de Wmo – is VraagWijzer West Maas en Waal van start gegaan als uitbreiding en voortzetting van het gemeentelijk smalle Zorgloket dat al op 1 januari 2003 was gestart. In het Bedrijfsplan (raadsbesluit van 1 maart 2007) liggen de missie en visie vast: Missie ´De zorg- en hulpvragende inwoners van de gemeente West Maas en Waal voorzien van één centraal punt in deze gemeente waar zij terecht kunnen met (aan)vragen op de terreinen wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning en mobiliteit (hierna: producten en diensten). Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het zelfstandig functioneren van de klant´. Visie ´VraagWijzer West Maas en Waal biedt informatie en advies over het totale aanbod van producten en diensten transparant aan. De vraag van de klant staat hierbij centraal. VraagWijzer is onafhankelijk in zijn advisering, gericht op de vraag van de klant. VraagWijzer levert informatie ten behoeve van afstemming c.q. aanpassing van het aanbod op de vraag. Zij is gericht op het slechten van schotten tussen organisaties en zoekt actief naar samenwerking met andere partijen op de markt van haar producten en diensten. VraagWijzer is geen ontwikkelaar van producten en diensten. Hij heeft een signalerende functie en levert daarmee een bijdrage aan nieuwe producten en diensten, op basis van de vraagontwikkeling. VraagWijzer is een ontmoetingsplaats van vraag en aanbod.` 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 18 van 67
- 19 -
Knelpunten Het Bedrijfsplan is gebaseerd op productiecijfers van 2005. Het functioneren van VraagWijzer, de toenemende vergrijzing en maatschappelijke ontwikkelingen dragen er toe bij dat de vraag om informatie, advies, cliëntondersteuning en om individuele voorzieningen toeneemt. De productiecapaciteit is dan een kritische factor in het realiseren van de gestelde doelen. Duidelijk is dat de formatie-omvang onder druk komt te staan. Om meedoen van Stichting Voormekaar, Centrum Indicatiestelling Zorg, NIM maatschappelijk werk en MEE Gelderse Poort mogelijk te maken zijn voorzieningen voor hun de huisvesting getroffen. In de praktijk blijkt de kwaliteit van de huisvesting het goed functioneren te belemmeren. Dit geldt ook voor de verdere ontwikkeling van VraagWijzer als gezichtsbepalende dienstverlenende organisatie in onze gemeente, zoals in missie, visie en doelstelling is vastgelegd. De kwaliteit van het functioneren van VraagWijzer wordt voor een groot deel bepaald door de deskundigheid van de medewerkers. Het oorspronkelijke smalle zorgloket is uitgebreid tot een breed en diep Wmo-loket. De Wmo draagt nieuwe taken op aan de gemeente, die voor een deel bij VraagWijzer zijn neergelegd. Dit alles stelt hoge eisen aan de deskundigheid van de medewerkers en eist een forse scholingsinspanning. Een inspanning die ook weer zijn weerslag heeft op de productiecapaciteit. 3.3. Wat willen we doen? 3.3.1 Zelf regie voeren en uitvoering geven aan het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning Wij hebben in het Bedrijfsplan niet alleen gekozen voor een regierol bij het geven van informatie, advies en ondersteuning van de klant die op zoek is naar maatschappelijke ondersteuning. Maar we hebben er ook nadrukkelijk voor gekozen dit prestatieveld zelf uit te voeren volgens het zogenaamde VraagWijzer-concept. Wij laten ons hierbij leiden door de 'één loket gedachte': een inwoner moet zich in principe niet vaker dan één maal tot de gemeente hoeven te wenden om over het gehele scala van voorzieningen de nodige informatie te krijgen. Dat beperkt zich niet tot die voorzieningen waar de gemeente zelf 'over gaat', maar dat geldt ook voor informatie over andere aangrenzende terreinen zoals wonen, welzijn en zorg. De cliënt is hierbij het uitgangspunt. Als zijn vraag het startpunt voor de ondersteuning markeert en een adequate oplossing van zijn vraag het doel is, dan wordt in feite gestreefd naar het integreren van de voor de klant logisch bij elkaar horende velden: welzijn, zorg en daaraan gerelateerd wonen en inkomensondersteuning. 3.3.2 Fors investeren in kennis, intensieve samenwerking en gezamenlijke huisvesting met Wmoorganisaties en in een productiecapaciteit die overeenkomt met de geformuleerde doelstellingen en ambities Ons ambitieniveau is hoog, want dienstverlening door VraagWijzer is niet alleen duidelijkheid verschaffen over wat de cliënt kan en mag verwachten als hij de ´loketdrempel´ 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 19 van 67
- 20 -
heeft overwonnen. VraagWijzer doet méér. Hij biedt niet uitsluitend toegang tot de Wmoverstrekkingen. Hij geeft ook informatie, advies en cliëntondersteuning over niet-Wmovoorzieningen op het gebied van welzijn, wonen en zorg. De dienstverlening is dus een mix van beide elementen. Zo zal VraagWijzer de cliënt volledige en actuele informatie kunnen bieden over de Wmo-verstrekkingen, inclusief de voorwaarden om ervoor in aanmerking te kunnen komen, de te volgen procedure, de tijdsduur en de eventuele kosten. De consulent zal in staat zijn de cliënt bij het maken van een keuze te ondersteunen en wellicht kunnen eenvoudige aanvragen direct worden afgehandeld. De producten 'vervoer', 'rolvoorzieningen', 'woningaanpassing', 'vervoer' en 'hulp bij het huishouden' geven de breedte van de dienstverlening aan. Op de lijn informeren/verwijzen, adviseren/doorverwijzen, ondersteunen/bemiddelen, toeleiden en monitoren zullen wellicht al deze diensten reiken tot het toeleiden naar de achterliggende Wmo-organisaties. Voor overige vragen over welzijn, wonen en zorg zal het loket wellicht alleen beperkte informatie kunnen verschaffen en voorts verwijzen.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 20 van 67
- 21 -
Hoofdstuk 4 Prestatieveld 4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 4.1. Wat houdt het in? Hoewel mantelzorg en vrijwilligerswerk naar inhoud en motivatie van de betrokkenen verschillen, zijn deze twee thema’s samengebracht in één prestatieveld. De overeenkomst is dat het hier gaat om de inzet voor naasten. Met de komst van de Wmo heeft de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers een wettelijke basis gekregen. Mantelzorg is langdurige zorg die niet vanuit een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende inwoner door personen uit diens directe omgeving. Hierbij vloeit het verlenen van de zorg rechtstreeks voort uit de sociale relatie en is veel meer dan de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar. Mantelzorg neemt in Nederland een belangrijke plaats in binnen zorg en welzijn. Uit gegevens van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat er 3,4 miljoen mensen zijn die zich voor anderen inzetten. Natuurlijk zijn deze mensen niet allemaal even langdurig en intensief bezig. Het Ministerie van VWS richt zich beleidsmatig vooral op de groep mensen voor wie dit wel geldt. Daarbij wordt uitgegaan van een zorgperiode van minstens drie maanden en een inzet van minstens acht uur per week. Niet dat andere varianten minder belangrijk zijn, maar langdurige en intensieve zorgverlening gaat vaak gepaard met overbelasting en ontwrichting van de eigen leefsituatie. Belangrijke doelen binnen het huidige rijksbeleid zijn: voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers bieden van ondersteuning bieden informatie en advies, waardering en erkenning Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht voor andere inwoners of de samenleving, zonder dat degene die vrijwilligerswerk verricht daarvan voor zijn levensonderhoud afhankelijk is. De vrijwillige inzet van inwoners kan informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) zijn. En het kan in georganiseerd verband (vrijwilligersorganisaties en bijvoorbeeld in de sport) gebeuren. Beide onderdelen vormen een onmisbaar deel van de ‘civil society’ (= samenleving waarin de inwoners verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en voor hun omgeving). Vrijwilligerswerk is ook bij uitstek het voertuig voor inwoners om zelf verantwoordelijkheid te nemen en niet alles van een ander of de overheid te verwachten. Met zijn vrijwillige inzet is de inwoner niet slechts consument van publieke diensten, maar levert hij ook actief een bijdrage. Hij geeft hiermee niet alleen zijn eigen ‘meedoen’ vorm, maar hij draagt ook bij aan het ‘meedoen’ van kwetsbare groepen inwoners. De komende jaren komen er meer oudere inwoners die ook steeds ouder worden. Dit heeft ook heeft gevolgen voor de positie van mantelzorg en vrijwilligerswerk. Het belang van de inzet wordt groter dan die nu al is. Tegelijkertijd neemt het aantal beschikbare in5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 21 van 67
- 22 -
woners voor mantelzorg en vrijwilligerswerk af door een toenemende behoefte aan personeel voor de arbeidsmarkt. De gemeentelijke verplichting op dit prestatieveld is vooral procedureel, via subsidiëring en regelgeving. Onder meer door subsidiëring aan (lokale) welzijnsinstellingen die de mantelzorgers en vrijwilligers in de gemeente bereiken en ondersteunen. 4.2. Wat doen we nu? a. Ondersteuning mantelzorgers via het lokale steunpunt mantelzorg dat onderdeel is van Stichting Voormekaar b. Levering van respijtzorg (de mantelzorger kan er even tussenuit terwijl een vrijwilliger de zorg op zich neemt) zoals die is georganiseerd in diverse dorpen. Dit werk wordt door vrijwilligers verricht, ondersteund door een beroepskracht van Stichting Voormekaar c. Instandhouding van de VrijwilligersCentrale en vacaturebank van vrijwilligers d. Levering van informatie en advies door Stichting Voormekaar e. Subsidiëring jaarlijkse vrijwilligersavond met de verkiezing van de Vrijwilliger van het Jaar (sinds 2003) f. Servicebureau voor vrijwilligersorganisaties, ondergebracht bij Stichting Voormekaar g. Subsidiëring van verenigingen op het gebied van o.a. jeugd, ouderen, sport, kunst en cultuur h. Uitvoering ´Uitgangspuntennotitie ondersteuning vrijwilligers en mantelzorgers´ (raadsbesluit van 13 december 2007); deze notitie wordt vertaald naar dit Plan en het Programma. 4.3. Wat willen we doen? 4.3.1. Mantelzorgers en vrijwilligers daar waar nodig en waar mogelijk ondersteuning bieden bij de door hen te verrichten taken. Wij willen hen actief stimuleren door belemmeringen daar waar mogelijk weg te halen, oog te hebben voor de overbelaste mantelzorgers en door vrijwilligerswerk blijvend te promoten en te ondersteunen. 4.3.2. Meer aandacht geven aan de mantelzorgers Wij willen meer bekendheid geven aan de term mantelzorger. Van de mantelzorgers ziet namelijk 40% zichzelf niet als zodanig of kent de term niet. Er moet extra aandacht komen voor de overbelaste mantelzorgers. Hiervoor dient vervangende mantelzorg (respijtzorg) geregeld te worden. Het verstrekken van informatie en advies, zowel door VraagWijzer als door de lokale welzijnsinstellingen, kan mantelzorgers een eind op weg helpen om steun te vragen of eventueel respijtzorg te (laten) regelen. 4.3.3. Mantelzorgers met elkaar in contact brengen en hen “wegwijs maken” in de regelgeving en de mogelijkheden 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 22 van 67
- 23 -
In 2007 is voor de eerste keer een Mantelzorgmiddag gehouden, georganiseerd door Stichting Voormekaar. Wij vinden het belangrijk dat mantelzorgers gehoord en erkend worden. Het is de bedoeling om meerdere keren – in verschillende dorpen – een Mantelzorgmiddag te houden Behalve uitwisseling van ervaringen, biedt deze middag ook een informatiemarkt voor mantelzorgers. 4.3.4. Waardering en erkenning voor mantelzorgers en vrijwilligers, door activiteiten als de Vrijwilliger van het Jaar en een vrijwilligersmiddag of –avond Deze jaarlijkse activiteiten, die vanaf 2003 worden gehouden, willen we voortzetten. Wij willen onze waardering voor de mantelzorgers en vrijwilligers uiten door te stimuleren dat er zoveel mogelijk leden van het college van Burgemeester en Wethouders, gemeenteraad en ambtelijke organisatie aanwezig zijn. 4.3.5. De VrijwilligersCentrale versterken De bestaande VrijwilligersCentrale moet versterkt worden door een uitbreiding van haarbekendheid en van haar diensten. Ze maakt deel uit van Stichting Voormekaar. Ook de vacaturebank voor vrijwilligers moet actiever opgezet worden. Nieuw hierbij is de vraag en het aanbod van kleine, overzichtelijke klussen in het vrijwilligerswerk. Van de doelgroep jongeren is bijvoorbeeld bekend dat zij zich in het algemeen minder voor langere tijd willen binden aan vrijwilligerswerk. Maar als het om een project gaat, of iets met een beperkte duur, zijn veel meer jongeren bereid zich ervoor in te zetten. Hierbij kunnen de jongerenwerkers een belangrijke wervende taak vervullen.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 23 van 67
- 24 -
Hoofdstuk 5 Prestatieveld 5: Het bevorderen van: de deelname aan het maatschappelijk verkeer het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psycho-sociaal probleem 5.1. Wat houdt het in? Vooral dit prestatieveld maakt duidelijk waar de Wmo om draait: meedoen! Ook de kwetsbare inwoners moeten voldoende weerbaar worden gemaakt om (weer) mee te kunnen doen. Dit kan natuurlijk alleen maar als zij dit zelf ook willen. Hierbij zullen ze vaak hulp nodig hebben waarvoor de Wmo de mogelijkheden biedt. Het is ook een prestatieveld dat elke inwoner raakt omdat ´deelname aan het maatschappelijk verkeer´ inhoudt dat de inwoners participeren door mee te denken, mee te praten en mee te werken. 5.2. Wat doen we nu? Op dit moment is onder meer het volgende geregeld om inwoners te laten deelnemen aan de samenleving: a. de cliëntenraad Wet Werk en Bijstand adviseert over inkomensvoorziening (uitgevoerd door afdeling Werk en Inkomen van gemeente Tiel) en inkomensondersteuning (uitgevoerd door VraagWijzer) b. de gemeenteraad heeft op 14 september 2006 gekozen voor een participatie op twee manieren: instelling van een Wmo-adviesraad, waarbij ervaringsdeskundigen uit de verschillende doelgroepen goed vertegenwoordigd zijn het organiseren van enkele thema-bijeenkomsten waarvoor alle inwoners en Wmoorganisaties worden uitgenodigd c. VraagWijzer oefent binnen zijn informatie- en adviesfunctie ook een signaleringsfunctie uit; hierdoor kunnen de consulenten een klant die tot de doelgroep van dit prestatieveld behoort, naar de juiste Wmo-organisatie doorverwijzen d. de gemeente financiert o.a. NIM maatschappelijk werk en het regionale Meldpunt Bijzondere Zorg in Nijmegen die zich beide richten op de doelgroep e. binnen het gemeentelijk minimabeleid en de schuldhulpverlening is er ook veel aandacht voor inwoners die buiten de boot (dreigen te) vallen f. er zijn en worden fysieke maatregelen getroffen om de toegankelijkheid van openbare voorzieningen (dorpshuizen) en dorpskernen (verlaagde trottoirs) te vergroten.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 24 van 67
- 25 -
5.3. Wat willen we doen? 5.3.1. De Wmo-adviesraad voldoende faciliteren om zijn taak adequaat te kunnen uitvoeren en hem betrekken bij het organiseren van de Wmo-thema-bijeenkomsten In de gemeentebegroting 2008 is op basis van de Wmo-beleidsnotitie van 14 september 2006 een budget € 10.000 voor de Wmo-adviesraad opgenomen. In deze notitie wordt ook een bedrag genoemd van € 10.000 voor het organiseren van thema-bijeenkomsten. Hiervoor is nog geen budget geraamd. De tot nu toe gehouden informatie- en discussieavonden, die als voorbode van de thema-bijeenkomsten gezien kunnen worden, zijn door de gemeente georganiseerd. Uit overleg met de in september 2007 geïnstalleerde Wmo-adviesraad blijkt dat vooral door noodzakelijke scholingskosten het budget waarschijnlijk niet toereikend zal zijn. De Wmo-adviesraad moet met zijn 13 individuele leden door scholing en bestudering van het brede terrein van de Wmo, uitgroeien tot een homogeen adviesorgaan. Doel is natuurlijk om een participatiestatus te bereiken die onze inwoners erkennen en herkennen. Wij denken dat het betrekken van de Wmo-adviesraad bij het organiseren van de halfjaarlijkse Wmo-thema-bijeenkomsten hiertoe een bijdrage zal leveren. Tijdens recent overleg is al gesproken om het contact met de inwoners als thema aan de eerstvolgende bijeenkomst te verbinden. 5.3.2. Maatregelen nemen om het ´niet-gebruik´ van Wmo-voorzieningen tegen te gaan Het was altijd al moeilijk de inwoners ´op te sporen´ voor wie de speciale (financiële) regelingen in het leven zijn geroepen. Dit is door de komst van de Wmo, die de gemeenten verplicht ook andere doelgroepen bij het beleid te betrekken, niet veel gemakkelijker geworden. VraagWijzer heeft door zijn contacten met de leden van de doelgroep ook de mogelijkheid en de taak om hen te wijzen op de (financiële) mogelijkheden die de Wmo en het gemeentelijke minimabeleid bieden. Stichting Voormekaar kan gebruik maken van haar netwerk (o.a. vrijwillige ouderenadviseurs in alle dorpen en seniorenverenigingen) om vermeend ´niet-gebruik´ tegen te gaan. Want juist onder oudere inwoners komt veel eenzaamheidsproblematiek voor die om doeltreffende maatregelen vraagt. In de productafspraken 2009 met haar zullen we ook praten over het actief bezoeken van inwoners van 75 jaar en ouder die nog geen gebruik maken van Wmo-voorzieningen en inkomensondersteuning. Dit geldt overigens ook voor het opsporen van onzichtbare armoede bij andere inwoners. We moeten er namelijk voor waken dat armoede niet van ouders op kinderen wordt doorgegeven. Beide groepen zijn erbij gebaat om ondersteuning te krijgen om (weer) mee te kunnen doen in de maatschappij: maatschappelijke ondersteuning van het beste soort!
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 25 van 67
- 26 -
Hoofdstuk 6 Prestatieveld 6: Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer 6.1 Wat houdt het in? Dit prestatieveld beschrijft het onderdeel van maatschappelijke ondersteuning dat zich richt op individuele inwoners met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het gaat om individueel te verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. Dat individuele gebruikskarakter van de voorziening betekent niet dat wij het verlenen van die voorziening niet op collectieve wijze vorm kunnen geven. Voorbeeld: het collectieve vervoer met Regiotaxi Rivierenland waarvan geïndiceerde cliënten gebruik kunnen maken. Onder dit prestatieveld valt ook ondersteunende begeleiding die vanaf 1 januari 2009 vanuit de AWBZ in de Wmo komt (bijv. dagbesteding thuis). Gemakshalve wordt dit prestatieveld verder aangeduid als: ´het verstrekken van individuele voorzieningen´. De prestatievelden 5 en 6 zijn nauw verwant. Prestatieveld 6 is een nader gespecificeerd onderdeel van het in meer algemene termen gedefinieerde prestatieveld 5. Met ´bevorderen van´ in prestatieveld 5 wordt gedoeld op algemene maatregelen die, zonder dat inwoners zich tot de gemeente hoeven te wenden, ten goede kunnen komen aan iedereen die daar behoefte aan heeft. In die zin hoeft de maatregel dus niet bij uitsluiting gericht te zijn op mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem, zolang zij er in ieder geval maar baat bij hebben. Bij prestatieveld 5 gaat het om een breed scala aan maatregelen. Het kan gaan om toegankelijkheid van de woonomgeving en de openbare ruimte, maar bijvoorbeeld ook om het organiseren van activiteiten met een sociaal- recreatief of sportief karakter waar ook specifieke doelgroepen aan kunnen deelnemen. Bij prestatieveld 6 gaat het om individueel te verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. Of een cliënt met een beperking 'toegang' heeft tot een dergelijke voorziening hangt echter altijd af van zijn individuele kenmerken. Wij zijn, met uitzondering van die voorzieningen waarvoor een zorgplicht geldt, geheel vrij om te bepalen welke concrete voorzieningen wij wel verlenen, en welke niet. Voor de hand liggen hierbij onder meer: woonvoorzieningen, (sport)rolstoelen, begeleiding bij zelfstandig wonen, dagbesteding voor ouderen, maaltijdvoorziening, sociale alarmering, vervoersvoorzieningen, klussendiensten, maatschappelijk werk of vormen van psychosociale hulpverlening.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 26 van 67
- 27 -
6.2. Wat doen we nu? Uitvoering gemeentelijk Wmo-voorzieningenbeleid dat is vastgelegd in: a. Beleidsnotitie Wmo; b. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (ex art. 5 Wmo); c. Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2007 d. Verstrekkingenboek Wmo. Op grond van artikel 5 van de Wmo moet de verstrekking van individuele voorzieningen bij verordening worden geregeld. Met de vaststelling van de verordening door de gemeenteraad is aan deze eis voldaan. Hierin is geregeld: de toegang tot de voorzieningen; de manier waarop de verstrekking van de voorzieningen wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager; het gemeentelijk beleid over de verstrekking van de voorzieningen. Daarnaast heeft het college van burgemeester en wethouders voor de uitvoering van de verordening een Uitvoeringsbesluit Wmo en het Verstrekkingenboek vastgesteld. Doelstelling Doelstelling van het huidig gemeentelijk beleid is het - binnen de wettelijke en financiële mogelijkheden - verlenen van voorzieningen aan inwoners met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psycho-sociaal probleem voor het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. In ons verstrekkingenbeleid hanteren wij een aantal algemene uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn ingegeven door de visie op de rol die wij willen spelen binnen het kader van de Wmo. De ervaringen met het Wvg-verstrekkingenbeleid zijn meegenomen in deze visie. Ook is meegewogen dat het Wmo-budget gelimiteerd is: het geld kan maar één keer worden uitgegeven. Dit betekent concreet dat een verstrekking aan de ene inwoner de ruimte voor verstrekkingen aan andere inwoners beperkt. Zorgvuldigheid bij het toekennen van voorzieningen is dus geboden. Uitgangspunten De volgende algemene uitgangspunten zijn richtinggevend geweest bij de verdere uitwerking van het verstrekkingenbeleid en vormen de basis voor de handelwijze van de consulenten binnen VraagWijzer: a. Streven naar een daling van de vraag naar individuele verstrekkingen, onder andere door het stimuleren van een verruiming van het aanbod aan algemene voorzieningen en door het faciliteren van mantelzorg en vrijwilligerswerk. b. Bij het toekennen van een voorziening wordt de noodzaak en het effect van de individuele verstrekking bezien in combinatie met andere zorg- en ondersteuningsmogelijkheden, zowel binnen als buiten de Wmo. De individuele verstrekking kan onderdeel
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 27 van 67
- 28 -
uitmaken van een breder ondersteuningsarrangement. c. Een arrangement als bedoeld in het vorige punt vereist goede afstemming, enerzijds om efficiëntie te bevorderen en anderzijds om te voorkomen dat de cliënt last heeft van het feit dat er meerdere aanbieders betrokken zijn bij het oplossen van zijn probleem. Wij zien hierbij voor de gemeente (via Vraagwijzer) de regierol weggelegd. d. De persoonlijke ondersteuningsvraag van de individuele cliënt staat centraal bij het beoordelen van de noodzaak tot het verstrekken van een voorziening. De specifieke situatie waarin de cliënt zich bevindt, inclusief omgevingsfactoren, speelt een rol bij het toekennen van een voorziening, die zoveel mogelijk ´op maat´ wordt ingevuld. Voor cliënten van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) kunnen dit ook individuele voorzieningen zijn zoals taxivervoer om psychische redenen, een sportabonnement voor aangepast sporten en hulp bij de administratie. e. Hoewel het geen bepaling is in de Wmo verstrekken wij individuele voorzieningen volgens het principe ´goedkoopst adequaat´. In het geval van meerdere geschikte oplossingen wordt via de goedkoopste weg aan een ondersteuningsvraag tegemoet gekomen. f. Wij houden bij de beoordeling van ondersteuningsvragen rekening met wat ´algemeen gebruikelijk´ is. Dit betekent dat er voorzieningen zijn die weliswaar het probleem van de cliënt verlichten of wegnemen, maar die niet verstrekt zullen worden, aangezien dergelijke voorzieningen normaal gesproken ook door cliënten zelf worden bekostigd. g. Bij de toekenning van hulp bij het huishouden houden we rekening met ´gebruikelijke zorg´. Bij de toekenning van verhuiskostenvergoedingen of woningaanpassingen wordt de ´natuurlijke levensloop´ in ogenschouw genomen. Hiermee worden verhuizingen wegens gezinsuitbreiding of als jongvolwassene zelfstandig te gaan wonen uitgesloten. h. Wij achten een eigen bijdrage voor individuele verstrekkingen noodzakelijk. Een eigen bijdrage verruimt het totale Wmo-budget, past in het denkkader van ´eigen verantwoordelijkheid´ en stimuleert het zoeken naar alternatieve oplossingen. Het kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en het ontvangen van compensatie voor knelpunten die de deelname beperken, is echter het recht van elke inwoner. De eigen bijdrage mag hierbij geen onoverkomelijke belemmering vormen. Om die reden is de eigen bijdrage inkomensafhankelijk. Bij individuele verstrekkingen aan kinderen jonger dan 18 jaar wordt geen eigen bijdrage opgelegd. i. De beoordeling van ondersteuningsvragen van cliënten doen de consulenten van VraagWijzer zoveel mogelijk zelf. Dat betekent dat zij de cliënten begeleiden bij het vinden van een passend ondersteuningsaanbod en individuele verstrekkingen toekennen of afwijzen. Er bestaat echter altijd de mogelijkheid om tot externe (medische) indicatiestelling over te gaan. 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 28 van 67
- 29 -
Wij willen de ondersteuning vanuit de Wmo zo toegankelijk mogelijk maken en realiseren ons dat ingewikkelde procedures, zeker voor de doelgroepen binnen de Wmo, een drempel opwerpen om gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden. Wij hanteren daarom het beginsel dat ´bureaucratie´ binnen de Wmo zoveel mogelijk wordt vermeden. Procedures zijn eenvoudig en formulierenstromen beperkt. Daar waar complexiteit dreigt, ondersteunt de gemeente de inwoners bij het nemen van administratieve hindernissen. Knelpunt Een knelpunt zijn de beschikbare financiële middelen. De huidige middelen blijken toereikend te zijn om het beoogde voorzieningenniveau te realiseren. Bij de vaststelling van de budgetten is echter uitgegaan van een gelijkblijvende vraag naar hulp bij het huishouden. Er is dus geen enkele zekerheid dat de beschikbare budgetten ook in de toekomst, mede gezien de toenemende vergrijzing, toereikend zijn. Op dit moment is er nog onvoldoende samenhang in het beleid op de verschillende gebieden. Dit zal niet van de ene op de andere dag kunnen veranderen, maar moet wel een doelstelling te zijn. Meer samenhang kan ook leiden tot kostenbesparing. Levensloopbestendig bouwen kan bijvoorbeeld kosten besparen op de Wmo-woonvoorzieningen. Het bevorderen van mantelzorg en vrijwilligerswerk kan de kosten voor hulp bij het huishouden beperken. 6.3. Wat willen we doen? 6.3.1. Grenzen stellen aan het individueel voorzieningenniveau bij de uitvoering van de Wmo Om de kosten beheersbaar te houden zal het naar verwachting in de toekomst noodzakelijk zijn in het gemeentelijk beleid grenzen te stellen aan het individueel voorzieningenniveau. Ook moeten we meer samenhang brengen in het algemene gemeentelijk beleid.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 29 van 67
- 30 -
Hoofdstuk 7 Prestatieveld 7: Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld 7.1 Wat houdt het in? Maatschappelijke opvang bestaat uit activiteiten zoals het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan thuisloze inwoners (´bed, bad en brood´). Zij hebben door een of meer problemen, al dan niet gedwongen, de thuissituatie verlaten en zijn niet in staat zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Vrouwenopvang is het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwelijke inwoners die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten door problemen van relationele aard of geweld. Dit gebeurt vaak in Blijf-van-mijnlijfhuizen. Vrouwenopvang komt namelijk vaak voort uit huiselijk geweld. Huiselijk geweld is alle relationeel geweld achter de voordeur (man-vrouw, kind-ouder, kind-kind). Voor de aanpak zijn er de landelijke steunpunten ´huiselijk geweld´. Voor onze regio is dat Arnhem. 7.2 Wat doen we nu? Dit prestatieveld wordt – net als de prestatievelden 8 en 9 – uitgevoerd door de gemeente Nijmegen. Zij treedt op als centrumgemeente naar het rijk voor de financiering en naar de regiogemeenten voor het gezamenlijk ontwikkelen van beleid (beleidsnotitie ´Iedereen doet mee´). De rijksbijdrage die Nijmegen krijgt, is niet voldoende om dit beleid uit te voeren en daarom dragen zij en alle regiogemeenten sinds 2007 uit eigen middelen bij in het tekort. Het voorkomen van dak- en thuisloosheid en maatschappelijk herstel is namelijk een Wmo-taak voor alle gemeenten. In de praktijk vertrekken dak- en thuisloze inwoners namelijk naar de grote stad (waaronder Nijmegen). Via de begroting van GGD Regio Nijmegen financiert onze gemeente het Meldpunt Bijzondere Zorg. Professionals (huisartsen, zorginstellingen, sociale diensten e.d.) kunnen hier complexe gevallen (multiprobleem-gezinnen) aanmelden. Het Meldpunt maakt een integrale probleemanalyse en probeert deze gezinnen zo snel mogelijk naar de reguliere zorg te leiden. Wat het huiselijk geweld betreft, neemt het Meldpunt de melding aan, maakt een integrale probleemanalyse en leidt het gezin door naar de zorg of hulpverlening. Momenteel is er nog geen sluitende lokale coördinatie. Er zijn wel diverse overlegvormen maar die zijn verschillend van niveau en van samenstelling en sluiten daarom niet naadloos aan op elkaar. Het gaat om de volgende overleggen: Integraal Veiligheids Overleg Gelderland-Zuid (regionaal en ambtelijk) Beleidsoverleg Veiligheid (lokaal, burgemeester, teamchef politie Maas en Waal en beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid, OOV) Netwerkoverleg Jeugd (diverse regionale en lokale instellingen waaronder scholen en politie onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Wmo)
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 30 van 67
- 31 -
Casusoverleg tussen beleidsmedewerkers Jeugd en Jongeren, ambtenaar OOV, jongerenwerker van Stichting Voormekaar en politie
7.3 Wat willen we doen? 7.3.1. Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen Dit doen we samen met Nijmegen en de andere regiogemeenten met een naadloze aansluiting op het Meldpunt Bijzondere Zorg. In de praktijk betekent dit dat de bestaande lokale netwerken zodanig gestructureerd worden dat zij inwoners met problemen, of die in de problemen dreigen te komen, tijdig signaleren. Op deze manier willen we voorkomen dat inwoners te diep in de problemen raken waardoor de hulp- en zorgverlening veel langer gaat duren. Want dit zorgt niet alleen voor persoonlijk leed maar het kost ons ook geld. Lokaal voorkomen is altijd beter dan intensief opvangen en begeleiden in de regio. In een betere structuur is ook een signaleringstaak weggelegd voor o.a. Woningstichting Rivierengebied (burenoverlast, huurachterstand, dreigende huisuitzetting), VraagWijzer (vraaganalyse, thuissituatie aanvrager), Stichting Voormekaar (informatie over jongeren en ouderen en hun thuissituatie), scholen (verzuim), gemeente (o.a. leerplichtambtenaar) en mogelijk ook huisartsen. 7.3.2 Lokaal een sluitende aanpak voor huiselijk geweld realiseren Wij willen bereiken dat de hulpverlenende instellingen, die werkzaam zijn in onze gemeente, contactpersonen voor huiselijk geweld aanwijzen. Alleen op deze manier is er namelijk een sluitende aanpak mogelijk. Ook hierbij kan preventie niet vroeg genoeg beginnen.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 31 van 67
- 32 -
Hoofdstuk 8 Prestatieveld 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psycho-sociale hulp bij rampen 8.1 Wat houdt het in? Openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) richt zich op inwoners die niet of niet voldoende in hun eigen bestaan kunnen voorzien (geen huisvesting, voedsel, inkomen en sociale contacten). Ze hebben meer problemen tegelijkertijd (bijv. slechte zelfverzorging, sociaal isolement, vervuiling van woonruimte, psychische problemen en verslaving). De hulp die geboden wordt, is een reactie op de overlast. Ook kan het zijn dat mensen in de directe omgeving zich zorgen maken. 8.2 Wat doen we nu? Voor dit prestatieveld wordt – net als voor de prestatievelden 7 en 9 – regionaal samengewerkt waarbij de gemeente Nijmegen als centrumgemeente optreedt. De doelgroep maakt ook deel uit van de regionale beleidsnotitie ´Iedereen doet mee´. Het gaat om de volgende taken: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg; het bereiken en begeleiden van kwetsbare inwoners en risicogroepen; het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare inwoners en risicogroepen; het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Het Meldpunt Bijzondere Zorg (MBZ), dat is ondergebracht bij GGD Regio Nijmegen, fungeert voor de OGGZ als trajectregisseur. De gemeenten financieren het MBZ via de begroting van de GGD. 8.3 Wat willen we doen? 8.3.1. Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen Deze doelstelling geldt ook voor prestatieveld 7 omdat de doelgroepen elkaar vaak overlappen. Daarom verwijzen wij voor een toelichting naar hoofdstuk 7. 8.3.2. Preventie-activiteiten in de regio Nijmegen financieren Vóór de komst van de Wmo werden de preventie-activiteiten in de regio Nijmegen uitgevoerd door Forum GGZ Nijmegen. De AWBZ-gelden werden verkregen van het Zorgkantoor Nijmegen. Onze gemeente behoorde tot de komst van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 tot het werkgebied van de Rivierenlandse GGZ-instelling ´De Gelderse Roos´. Vanaf deze datum geldt echter ook voor de beide instellingen de vrije marktwerking waardoor de gebiedsindeling niet meer relevant is. 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 32 van 67
- 33 -
De gelden voor de preventie-activiteiten zijn per 1 januari 2007 overgeheveld naar de Wmo via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. In overleg met en tussen Forum GGZ Nijmegen en De Gelderse Roos betaalt onze gemeente het beschikbare budget 2007 (ca. € 9.300) aan De Gelderse Roos omdat deze instelling over 2007 de preventieactiviteiten in onze gemeente heeft uitgevoerd. Voor 2008 hebben beide instellingen een aanbod gedaan. Vanwege de onlosmakelijke koppeling van de doelgroep en de preventie-activiteiten aan het MBZ en andere zorginstellingen in de regio Nijmegen kiezen wij voor het aanbod van Forum GGZ Nijmegen.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 33 van 67
- 34 -
Hoofdstuk 9 Prestatieveld 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid 9.1 Wat houdt het in? Het gaat bij dit prestatieveld om de ambulante verslavingszorg en dus niet om de ontwenningsklinieken waar patiënten worden opgenomen. De ambulante verslavingszorg bestaat uit activiteiten, zoals: hulpverlening tijden spreekuren preventie van verslavingsproblemen bestrijding overlast die veroorzaakt wordt door verslavingsproblemen 9.2. Wat doen we nu? IrisZorg is de regionale instelling die de ambulante verslavingszorg centraal coördineert. Zij heeft hiervoor een contract afgesloten met de gemeente Nijmegen. Deze gemeente treedt – net zoals voor de prestatievelden 7 en 8 – op als centrumgemeente. De doelgroep maakt ook deel uit van de regionale beleidsnotitie ´Iedereen doet mee´. 9.3 Wat willen we doen? 9.3.1 Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen Deze doelstelling geldt ook voor prestatievelden 7 en 8 omdat de doelgroepen elkaar vaak overlappen. Daarom verwijzen wij voor een toelichting naar hoofdstuk 7.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 34 van 67
- 35 -
Wmo-uitvoeringsprogramma 2008-2011
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 35 van 67
- 36 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling
3. Actiepunt(en) 4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.1. Initiatieven vanuit de inwoners en inwonersorganisaties alleen ondersteunen als er voldoende draagvlak is Informatiebijeenkomst organiseren en hiervoor alle inwoners en inwoners-organisaties uitnodigen. 2009/2 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Stichting Voormekaar 1. Criteria opstellen waar de aanvragen aan moeten voldoen. 2. Publicaties in de media en inwoners-organisaties uitnodigen Honorering van drie aanvragen die aan de nog vast te stellen criteria voldoen. Aantal aanwezigen op informatie-bijeenkomst. Aantal ingediende aanvragen. Aantal toegekende aanvragen. Onvoldoende belangstelling voor indiening aanvraag. Aanvragen die niet aan de te stellen criteria voldoen. 40 (binnen formatie) € 3.000 (max. € 1.000 per aanvraag). Dekking vragen via Perspectiefnota. Via de op te stellen criteria(voor o.a. noodzakelijk draagvlak) Benoemen bij uitvoering 1. In publicaties en uitnodiging vooral aandacht vragen voor de behoeften van deze groep. 2. Ook in de criteria hiermee rekening houden
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 36 van 67
- 37 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.2. Alle gemeentelijke plannen en besluiten toetsen op Wmo-raakvlakken. Informatiebijeenkomsten organiseren voor: college van burgemeester en wethouders, samen met Managementteam. Beleidsambtenaren die te maken hebben met één of meerdere Wmo-prestatievelden 2008/4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport nvt Voorbereiding: meedoen aan de Wmo-30 minutentest door alle deelnemers aan de bijeenkomsten onder punt 3. Alle (ontwerpen van) gemeentelijke plannen en notities hebben een paragraaf waarin de eventuele Wmoaspecten worden belicht. Percentage van het totaal plannen en notities van 2009 t/m 2010 dat een Wmo-paragraaf heeft Onvoldoende belangstelling voor deelname aan de beide bijeenkomsten. 20 (binnen formatie) Binnen formatie Inhoud Wmo-paragraaf toetsen aan Wmo-beleidsplan Benoemen bij uitvoering Niet van toepassing
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 37 van 67
- 38 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.3. Alle dorpshuizen de mogelijkheid bieden volledige horeca-activiteiten uit te voeren Vrijstelling verlenen van de relevante voorwaarden in bestemmingsplannen en het verlenen van een volledige vergunning op grond van artikel 4 van de Drank- en Horecawet 2008/4 Afdeling Publiek en Zorg/Ruimtelijke Ontwikkeling Burgerzaken/Welzijn, Onderwijs en Sport Particuliere dorpshuizen en Federatie van Dorpshuizen Wettelijke procedures volgen 1. Alle dorpshuizen bezitten op 1-1-2009 een volledige vergunning o.g.v. de Drank- en Horecawet. 2. Alle dorpshuizen hebben op 1-1-2009 een horecabestemming. Afgeronde procedure. Bezwaarprocedures tegen horeca-activiteiten 100 (binnen formatie) p.m. Kwaliteitseisen zijn vastgelegd in de Wet Ruimtelijke Ordening en de Drank- en Horecawet Benoemen bij uitvoering Niet van toepassing
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 38 van 67
- 39 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. 4. 5. 6. 7.
Actiepunt(en) Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.4. Bij alle dorpshuizen nagaan hoe het gebruik door jongeren gestimuleerd kan worden Dorpshuisbesturen uitnodigen voor oriënterend gesprek. 2008/4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Raadswerkgroep Jeugd en Stichting Voormekaar 1. Oriënterend overleg openen met dorpshuisbesturen 2. Dorpshuis De Uithof vragen naar opzet van en ervaringen met de inpandig gehuisveste ´Jeugd van Altforst´ 3. Stichting Voormekaar vragen overleg met jongeren in alle dorpen te organiseren om hun behoeften en wensen te inventariseren. Duidelijkheid verkrijgen over behoeften en wensen van jongeren en mogelijkheden van dorpshuizen.
nvt 40 (binnen formatie) € 500 (binnen bestaand budget) Criteria opstellen over noodzakelijk draagvlak. Benoemen bij uitvoering 1. In publicaties en uitnodiging vooral aandacht vragen voor de behoeften van deze groep. 2. Ook in de criteria hiermee rekening houden
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 39 van 67
- 40 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.5. Voor elk dorp de knelpunten onderzoeken op het punt van de accommodaties 1. Het formuleren en vaststellen van accommodatiebeleid. 2. Het ontwerpen en vaststellen van een accommodatieplan per dorp. 1. 2008/3 2. 2009/1 Alle afdelingen (primaat bij cluster Welzijn, Onderwijs en Sport) Interne projectorganisatie en besturen van alle welzijnsaccommodaties 1. Brainstormsessie door BenW, MT en gemeenteraad. 2. Formuleren van beleid. 3. Inventarisatie van de feitelijke situatie per dorp. 4. Ontwerpen van een accommodatieplan per dorp. Een door de raad vastgesteld beleidsplan en een plan per dorp. Nvt nvt 360 uren € 37.000 (dekking uit voorziening leefbaarheid kernen) Goede communicatie Benoemen bij uitvoering Niet van toepassing
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 40 van 67
- 41 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.6. Duidelijke productafspraken maken met Stichting Voormekaar 1. Subsidiebeschikking 2008 afgeven op basis van de budgetovereenkomsten en productafspraken over 2007 en op basis van budget in gemeentebegroting 2008. 2. Overleg voeren met Stichting Voormekaar over afname van producten tegen integrale kostprijzen vanaf 1-1-2009. 1. Budgetovereenkomst 2008: 2008/2 2. Product-afspraken 2009: 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Gemeente Druten (gezamenlijk overleg omdat Stichting Voormekaar voor twee gemeenten werkt) 1. Programma van eisen en te bereiken maatschappelijk effect opstellen voor de volgende producten: jeugden jongerenwerk, mantelzorg, vrijwilligerswerk, vluchtelingenwerk, activiteiten voor inwoners met een handicap en voor oudere inwoners die zorgbehoeftig zijn. 2. Stichting Voormekaar brengt offerte uit met aantallen en kwaliteit van de te leveren producten, de kosten per product en de manier waarop de kwaliteit wordt beoordeeld. 3. Op basis van haar offerte volgen onderhandelingen en gemeentelijke besluitvorming over de productie 2009. 1. Budgetovereenkomst 2008 2. Product-afspraken 2009 Nagaan of Stichting Voormekaar afgesproken productie en kwaliteit heeft gerealiseerd. Geen tijdige overeenstemming over productafspraken en prijs/kwaliteitverhouding op basis van budget 2009. 100 (binnen formatie) Binnen beschikbaar budget Wettelijke en branche-eigen kwaliteitseisen toepassen Opnemen in programma van eisen
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van klei- Opnemen in programma van eisen ne doelgroepen (indien van toepass.)
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 41 van 67
- 42 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en) 4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten 1.3.7. Reïntegratie van ex-gedetineerden in de maatschappij (project aansluiting nazorg) a. lokaal netwerkoverleg opzetten b. beleid vaststellen 2008/2 Afdeling Publiek en Zorg/Cluster Openbare Orde en Veiligheid Dienst Justitiële Inrichtingen, Politie, Woningstichting Rivierengebied, Stichting Voormekaar (vrijwilligerswerk), Centrum voor Werk en Inkomen en zorginstellingen Deelname aan regionaal en lokaal overleg. Invoering reïntegratie per 1 september 2008 Daadwerkelijke huisvesting van ex-gedetineerden. Onvoldoende bereidheid tot samenwerking tussen de ketenpartners. 26 (binnen eigen formatie) n.v.t. Kwaliteitseisen zijn vastgelegd in ´Project Aansluiting Nazorg´ Benoemen bij uitvoering Niet van toepassing
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 42 van 67
- 43 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen om kwaliteit te waarborgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.1. Iedere jongere de kans geven om op te groeien tot een volwaardig lid van de samenleving. 1. Binnen algemeen beleid jeugd en ouders informeren over ook voor hen bedoelde voorzieningen. 2. Voorlichting geven aan netwerken rondom jongeren en ouders over vroegsignalering in verband met preventie. 2009/4 Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport Publiek en Zorg/Openbare Orde en Veiligheid, website Jongin, Stichting Voormekaar, GGD Regio Nijmegen, Bureau Jeugdzorg, NIM maatschappelijk werk, Leerplichtambtenaar, Zorg en adviesteams scholen, politie. Netwerken opzetten en kanalen binnen netwerken gebruiken. 1. Meer jongeren weten waar ze met hun eventuele hulpvraag heen kunnen, wat zal blijken uit de vierjaarlijkse EMOVO. 2. Meer ouders weten de juiste organisaties te vinden voor hun hulpvraag of voor hun kinderen, wat zal blijken uit de bezoekcijfers van het Jongeren Informatie Punt. Bij uitvoering actiepunt vaststellen.
Zorgmijdende jongeren en ouders. Binnen formatie nvt Inhoud Wmo- paragraaf toetsen aan vastgestelde Wmobeleidskaders Benoemen bij uitvoering. Opnemen aandacht voor zorgmijdende jongeren in programma van eisen bij productafspraken met Stichting Voormekaar
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 43 van 67
- 44 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling
3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering
5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.2. Preventief ervoor zorgen dat kinderen gezond blijven en achterstanden voorkomen worden; hierbij moeten ouders hun verantwoordelijkheid blijven nemen voor de opvoeding 1. Realisering Centrum Jeugd en Gezin (CJG) 2. Invoering Elektronisch Kind Dossier (EKD) 3. Aanschaf van verwijsindex risicojeugd 1. Realisering CJG vóór 1 januari 2012 2. Invoering EKD nader te bepalen, waarschijnlijk start op 1 januari 2009 3. Aanschaf van provinciale verwijsindex risicojeugd in 3e kwartaal 2008 Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport GGD Regio Nijmegen, Bureau Jeugdzorg, NIM maatschappelijk werk, Leerplichtambtenaar, Zorg en adviesteams, MEE Gelderse Poort, politie, VraagWijzer, Stichting Voormekaar Regionale afstemming met gemeenten, samenwerking partners, opzetten nieuwe samenwerkingsvormen, aanschaf computersystemen voor gelijke registratie tussen de diverse organisaties binnen Provincie Gelderland. 1. Realisatie van een gezamenlijke BackOffice CJG voor de regio Nijmegen en realisatie van een CJG in Beneden Leeuwen 2. Invoering EKD door GGD 3. Gebruik door provincie Gelderland van één systeem voor verwijsindex risicojeugd Bij uitvoering actiepunt vaststellen.
1. Wijzigingen in wet of uitvoeringsregelingen 2. Vertraging in besluitvorming door onvoldoende bereidheid in de regio om samen te werken. 3. Onvoldoende geld om invoering te bekostigen. 11. Verwacht aantal uren Uit bestaande formatie 12. Kostenraming (excl. uren) nvt 13. Maatregelen om kwaliteit te waar- Inhoud Wmo- paragraaf toetsen aan Wmo Beleidskader. borgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te Benoemen bij uitvoering bieden (indien van toepassing) 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 44 van 67
- 45 -
15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 45 van 67
- 46 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en) 4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen om kwaliteit te waarborgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.3. Door netwerkvorming binnen het onderwijs snel ingrijpen om uitval te voorkomen Optimaliseren samenwerking binnen Zorg– en Advies Teams (ZAT-teams) en tussen ZAT-teams onderling Continue proces Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport 1. ZAT-teams op scholen, leerplichtambtenaar, Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum Voortijdig Schoolverlaten (RMC) 2. Netwerkagent van politie en ambulante jongerenwerker. 1. Hanteren protocollen 2. Regionaal overleg over school en hulp waarin functioneren ZAT´s wordt besproken. 3. Jaarlijkse evaluatie 10% reductie van het aantal vroegtijdig schoolverlaters in 2012 Via jaarlijkse verslaglegging.
Naarmate de doelgroep kleiner wordt, neemt de problematiek toe. Binnen bestaande formatie Niet van toepassing. Niet van toepassing. Benoemen bij uitvoering. Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 46 van 67
- 47 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling
3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door
6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.4. Een breed en actief jeugdbeleid voeren, gericht op vrije tijd, omgeving en het vergroten van de kansen van jeugd om zichzelf te ontplooien, mee te doen en zich thuis te voelen in onze gemeente 1. In stand houden van huidig niveau algemene jeugdvoorzieningen, activiteiten, jongerenaccommodaties en jongerenwerk. 2. Inzet jongerenwerk voor ambulant jongerenwerk en voor activiteiten gericht op jongeren. 3. Een jeugdaccommodatie voor ieder dorp stimuleren. 4. Aantal en soort jeugdgroepen inventariseren. 5. Nota jeugdbeleid actualiseren. 2008/4 Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport, Publiek en Zorg/Openbare Orde en Veiligheid, politie, Ruimtelijk Beheer Stichting Voormekaar Duidelijke productafspraken maken met Stichting Voormekaar Divers aanbod jongerenactiviteiten, jongeren hebben een plek om naar toe te gaan binnen afzienbare reisafstand. Bij uitvoering actiepunt vaststellen.
1. Accommodatie voor jongeren ook afhankelijk van mogelijkheden in het kader van de nota accommodatiebeleid. 2. Wisselende behoeften, samenstelling en gedrag van de jeugd. 11. Verwacht aantal uren Uit bestaande formatie 12. Kostenraming (excl. uren) p.m. 13. Maatregelen om kwaliteit te waar- Inhoud Wmo- paragraaf toetsen aan Wmo Beleidskaders borgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te Benoemen bij uitvoering bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van Niet van toepassing kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 47 van 67
- 48 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.5. De jeugd betrekken bij beleid 1. Bekendheid vergroten van www.jongin.westmaasenwaal.nl onder jongeren inclusief het vergroten van actieve deelname aan de website door jongeren. 2. Politiek jongerencafé evalueren. 1. 2008/2 2. 2008/2 Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport 1. Raadswerkgroep Jeugd, Stichting Voormekaar, Bibliotheek Rivierenland, Pax Christi College, ROC´s 2. Gemeenteraad Afhankelijk van evaluatie in 2e kw 2008 en raadsbesluit in 3e kw 2008 Website: 1. Aantal bezoekers website stijgt 2. Aantal bijdragen op de website neemt toe. 3. Naamsbekendheid website onder jongeren wordt vergroot door publicaties. Politiek jongerencafé: 1. Politieke participatie bij jongeren wordt vergroot door deelname van jongeren aan politieke (jongeren) bijeenkomsten en advisering. 2. Nieuw raadsbesluit over voortzetting politieke participatie jongeren. Bij uitvoering actiepunt vaststellen.
Negatief besluit raad tav voortzetting politiek jongerencafé. PM Als raad besluit tot voortzetting vergroting politieke participatie jongeren zullen hiervoor uren worden geraamd binnen bestaande formatie.. 12. Kostenraming (excl. uren) € 5.000 (op basis van vorige raming) als initiatief wordt voortgezet om jongeren te betrekken bij politiek en beleid 13. Maatregelen om kwaliteit te waar- 1. Enquête ten aanzien van naamsbekendheid website. borgen 2. Gegevens bezoekers website bijhouden voor evaluatie gegevens website. 3. Inhoud Wmo- paragraaf toetsen aan Wmo Beleidskaders. 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 48 van 67
- 49 -
14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Benoemen bij uitvoering Niet van toepassing
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 49 van 67
- 50 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen om kwaliteit te waarborgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
2. Op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. 2.3.6. Gebruik maken van Zorg Advies Teams en onderzoek doen naar overige (casuïstiek)netwerken Noodzaak nagaan van casuïstieknetwerk (naast ZATteams) waarin individuele jongeren worden besproken die problemen hebben of problemen veroorzaken. 2009/1 Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport 1. Zorg- en Advies Teams (ZAT-teams) op scholen, leerplichtambtenaar, Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum Voortijdig Schoolverlaten 2. Netwerkagent van politie, ambulante jongerenwerker en leerplichtambtenaar. Oriënterend overleg met samenwerkingspartners Duidelijkheid over noodzaak van apart casuïstieknetwerk Niet van toepassing
Naarmate de doelgroep kleiner wordt, neemt de problematiek toe. Binnen bestaande formatie Niet van toepassing. Niet van toepassing. Benoemen bij uitvoering. Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 50 van 67
- 51 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling
3. Actiepunt(en) 4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 3.3.1. Zelf regie voeren en uitvoering geven aan het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 3.3.2. Fors investeren in kennis, intensieve samenwerking en gezamenlijke huisvesting met Wmo-organisaties en in een produktiecapaciteit die overeenkomt met de geformuleerde doelstellingen en ambities. Het doorontwikkelen en verbeteren van het VraagWijzer-concept door middel van een evaluerend onderzoek. 1. Doorontwikkeling is een continue proces. 2. Evaluatie: 2008/2en3 Publiek en Zorg/cluster VraagWijzer en Stichting VraagWijzer Nederland. Ketenpartners 1. Dossieronderzoek en interviews. 2. Toetsen van resultaten aan missie, visie en doelstelling in bedrijfsplan. Inzicht in de mate waarin VraagWijzer visie, missie en doelstelling realiseert. Referentiepunt is visie, missie en doelstelling bedrijfsplan VraagWijzer. Voortbestaan VraagWijzer ter discussie. Externe opdracht € 10.000,00 Onderzoekscriteria opstellen en opnemen in plan van aanpak. Benoemen bij uitvoering. Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 51 van 67
- 52 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling
3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 4.3.1. Mantelzorgers en vrijwilligers daar waar nodig en waar mogelijk ondersteuning bieden bij de door hen te verrichten taken. 1. Mantelzorgers en vrijwilligers actief stimuleren door eventuele belemmeringen, daar waar mogelijk, weg te halen. 2. Vrijwilligerswerk blijvend promoten en ondersteunen. 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Stichting Voormekaar Bestuurlijk overleg plannen met Stichting Voormekaar over hoe zij de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers vorm gaat geven vanaf 2008. Herkenbaar lokaal steunpunt voor de mantelzorgers en vrijwilligers. Vaststellen bij uitvoeren afspraken. Afnemende beschikbaarheid van vrijwilligers. 30 Binnen huidig budget Kwaliteitseisen baseren op informatie van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligers Benoemen bij uitvoering. Opnemen in programma van eisen voor Stichting Voormekaar.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 52 van 67
- 53 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren)
13. Maatregelen voor borgen kwaliteit
4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 4.3.2. Meer aandacht geven aan de mantelzorgers 1. Als uitgangspunt ervoor kiezen dat de beschikbare middelen voor het grootste deel terecht komen bij degenen die mantelzorg verlenen. 2. Met alle betrokken organisaties overleggen hoe een zo groot mogelijk deel van deze groep bereikt kan worden; hierbij ook aandacht geven aan respijtzorg (vervangende mantelzorg). 3. Structurele beroepsmatige ondersteuning van de mantelzorg opnemen in het programma van eisen voor de productafspraken met Stichting Voormekaar. 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Stichting Voormekaar, Stichting Vrijwilligers Palliatieve Zorg Land van Maas en Waal, Vereniging voor Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg, Kringberaad Seniorenverenigingen West Maas en Waal, Seniorenvereniging 50+ Beneden-Leeuwen en andere mantelzorgorganisaties in de gemeente. Bestuurlijk overleg plannen met Stichting Voormekaar over de wijze waarop de andere partijen bij het vinden van mantelzorgers betrokken gaan worden en hoe ze het beste gezamenlijk de doelgroep kunnen benaderen. 1. Herkenbaar lokaal steunpunt voor de mantelzorg 2. Proberen om 80 mantelzorgers in beeld te krijgen. Nagaan of het aantal onder 8. is gehaald. 40% van de mantelzorgers ziet zichzelf niet als mantelzorgers zodat zij zich niet in een oproep herkennen 80 € 8.140 (structureel, stelpost in gemeentebegroting 2008) € 31.208 (incidenteel, overheveling naar 2008 via jaarrekening 2007) Kwaliteitseisen baseren op informatie van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligers Benoemen bij uitvoering.
14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van klei- Opnemen in programma van eisen voor Stichting Voorne doelgroepen (indien van toepass.) mekaar.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 53 van 67
- 54 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling
3. Actiepunt(en) 4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering is samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen om kwaliteit te waarborgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen
5 juni 2008
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. 4.3.3. Mantelzorgers met elkaar in contact brengen en hen informeren over de regelgeving en de mogelijkheden. Organiseren van een mantelzorgmiddag in alle dorpen. 2008/3 en voortzetting in volgende jaren bij gebleken succes. Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport Stichting Voormekaar, Stichting Vrijwilligers Palliatieve Zorg Land van Maas en Waal, Vereniging voor Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg, Kringberaad Seniorenverenigingen West Maas en Waal, Seniorenvereniging 50+ Beneden-Leeuwen en andere mantelzorgorganisaties in de gemeente. Opnemen in programma van eisen voor productafspraken vanaf 2009 met Stichting Voormekaar. Opkomst van minimaal 50% van de mensen die zijn uitgenodigd. Hulpvermijdende mantelzorgers. Lage opkomst. Binnen bestaande formatie p.m. Registratie opkomst.
Benoemen bij uitvoering. Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 54 van 67
- 55 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering is samenwerking met
7. Wijze van uitvoering 8. Te behalen resultaat 9. Prestatie-indicatoren 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder punt 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen om kwaliteit te waarborgen 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen
5 juni 2008
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. 4.3.4. Waardering en erkenning voor mantelzorgers en vrijwilligers. 1. Organiseren bijeenkomst “Vrijwilliger van het Jaar” en Vrijwilligersmiddag/avond. 2. Vergroten van de deelname van de media en de gemeente aan de bijeenkomst onder punt 2 (collegeleden, raadsleden en ambtenaren). 2008/3 en voortzetting in volgende jaren bij gebleken succes. Publiek en Zorg/Welzijn, onderwijs en sport Stichting Voormekaar, Kringberaad Seniorenverenigingen West Maas en Waal, Seniorenvereniging 50+ Beneden-Leeuwen en andere vrijwilligersorganisaties in de gemeente. Opnemen in programma van eisen voor productafspraken vanaf 2009 met Stichting Voormekaar. Opkomst van minimaal 50% van de mensen die zijn uitgenodigd. Lage opkomst. Binnen bestaande formatie p.m. Registratie opkomst.
Benoemen bij uitvoering. Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 55 van 67
- 56 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7. 8.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers 4.3.5. De VrijwilligersCentrale versterken 1. Met Stichting Voormekaar productafspraken maken over plaats, diensten en kwaliteit van de VrijwilligersCentrale en de Vacaturebank voor Vrijwilligers in het gemeentelijk vrijwilligersbeleid 2. Ontwikkelingen rond de invoering van ´maatschappelijke stage´ in het voortgezet onderwijs hierbij betrekken. 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Stichting Voormekaar Zie toelichting bij 1.3.6 Minstens 10% meer vrijwilligers die via de VrijwilligersCentrale en de Vacaturebank voor Vrijwilligers op 1 januari 2010 worden bemiddeld. Aantal bemiddelingen 2006: 17 waarvan 5 niet gelukt; aantal bemiddelingen 2007: 21 waarvan 4 niet gelukt. (info d.d. 15-5-2008 van Stichting Voormekaar). Toename bekendheid, gebruik en tevredenheid. Na te gaan tijdens reguliere contacten met verenigingen (bijeenkomsten en correspondentie over subsidies). Maatschappelijke trend dat steeds minder volwassenen bereid zijn vrijwilligerswerk te verrichten 40 (binnen formatie) Binnen huidig budget Kwaliteitseisen baseren op informatie van Mezzo, Landelijke Vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwilligers Benoemen bij uitvoering. Opnemen in programma van eisen voor Stichting Voormekaar.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 56 van 67
- 57 -
1. Prestatieveld
Prestatieveld 5: Het bevorderen van: de deelname aan het maatschappelijk verkeer het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psycho-sociaal probleem
2. Doelstelling
5.3.1. De Wmo-adviesraad voldoende faciliteren om zijn taak adequaat te kunnen uitvoeren en hem betrekken bij het organiseren van de Wmo-thema-bijeenkomsten. 1. In nog vast te stellen reglement voor de Wmo— adviesraad zijn taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en structuur vastleggen. 2. Op basis hiervan ook het structureel jaarlijks budget bepalen. 3. Afspraken maken over de rol van de Wmoadviesraad bij de door de gemeente te organiseren Wmo-thema-avonden. 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Wmo-adviesraad 1. Ontwerp-reglement en ontwerp-afspraken opstellen en bespreken met Wmo-adviesraad. 2. Budget bepalen op basis van begroting aan de hand van het ontwerp—reglement. 3. Definitief reglement ter kennis brengen van de raad en in Perspectiefnota 2009 een aanvullend budget opnemen. Een Wmo-adviesraad die de inwoners van West Maas en Waal op het gebied van alle 9 Wmo-prestatievelden beter representeert dan nu het geval is. Toename bekendheid door erkenning en herkenning. Onder meer te verkrijgen door het jaarlijks verplicht Wmo-klanttevredenheidsonderzoek. De Wmo-adviesraad werkt aan het verbeteren van zijn deskundigheid. Onder meer door scholing door Zorgbelang Gelderland, met een provinciaal subsidie. 40 (binnen formatie) Aanvullend budget van € 2.000; definitief aanvullend budget wordt gebaseerd op nog vast te stellen reglement Gebruikmaking van deskundige scholing door Zorgbelang Gelderland. Benoemen bij uitvoering.
3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 57 van 67
- 58 -
15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Aandachtspunt voor het scholingstraject·
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 58 van 67
- 59 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Prestatieveld 5: Het bevorderen van: de deelname aan het maatschappelijk verkeer het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psycho-sociaal probleem 5.3.2. Maatregelen nemen om het ´niet-gebruik´ van Wmo-voorzieningen tegen te gaan 1. VraagWijzer verzoeken om bij de reguliere taken (informatie, advies en cliëntondersteuning) zijn cliënten ook te wijzen op (financiële) regelingen en hiertoe de medewerkers zonodig te scholen. 2. Maatregelen opnemen in programma van eisen voor de offerte van Stichting Voormekaar als onderdeel van de productafspraken voor 2009 (zie ook 1.3.6) 3. Relatie leggen met eenzaamheid en sociaal isolement 2008/3 en 4 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport Stichting Voormekaar en VraagWijzer. 1. Zie punt 3 en daarbij goede afspraken over afstemming tussen VraagWijzer en Stichting Voormekaar maken. 2. Eventuele ervaringen in andere gemeenten (o.a. Heumen) erbij betrekken (voor zover vergelijkbaar). Het gefaseerd in beeld brengen van de inwoners die geen gebruik maken van de Wmo- en/of WWBvoorzieningen maar hier wel recht op hebben. Lijst van inwoners vanaf een nog vast te stellen leeftijd. Niet voldoende vrijwillige ouderenadviseurs Niet voldoende deskundige ouderenadviseurs Capaciteitsproblemen bij VraagWijzer 40 PM Zonodig aanvullende scholing Benoemen bij uitvoering. Dit punt wordt meegenomen in het scholingstraject·van de ouderenadviseurs.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 59 van 67
- 60 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering
5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met 7. Wijze van uitvoering
5 juni 2008
6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem t.b.v. het behoud van zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer 6.1. Grenzen stellen aan het individueel voorzieningenniveau bij de uitvoering van de Wmo. 1. Herzien van de tarieven voor pgb bij hulp in het huishouden. 2. Nieuwe aanbesteding Hulp bij het huishouden. 3. Terugdringen en uitbannen bemiddelingshulpen. 4. Nieuwe aanbesteding hulpmiddelen. 5. Bevorderen gebruik van voorzieningen. 6. Stimuleren van algemene voorzieningen. 7. Grenzen stellen zodra dit nodig is uit het oogpunt van kostenbeheersbaarheid. 8. Stelpost van € 54.354 in gemeentebegroting 2008 besteden aan Wmo-voorzieningen (betreft voormalige gelden op grond van de AWBZ-regeling Regeling Diensten bij Wonen met Zorg) 9. Voorbereidingen treffen vanwege overheveling ´Ondersteunende begeleiding algemeen´ van AWBZ naar Wmo per 1-1-2009 (= mensen helpen om hun leven – ook buiten hun huishouden – op orde te houden) 1. 2008/1 2. 2008/4 3. 2009/1 4. 2009/1 5. 2009 6. 2008 e.v. 7. 2009 (zonodig) 8. 2008/2, 3 en 4 9. 2008/2, 3 en 4 Publiek en Zorg/VraagWijzer West Maas en Waal/Cluster Welzijn, onderwijs en Sport. Ketenpartners met uitzondering van punt 2. 1. Optrekken tarieven voor Hulp bij het huishouden 1 2. Uitvoeren aanbestedingstraject 3. Aanpassen aanbestedingscriteria 4. Uitvoeren aanbestedingstraject 5. niet-gebruik van (financiële) regelingen tegengaan 6. Bevorderen algemene voorzieningen t.b.v. individuele voorzieningen.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 60 van 67
- 61 -
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt)
10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren
12. Kostenraming (excl. uren)
13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te 5 juni 2008
7. oplossingsgerichte advisering aan college en raad. 8. overleg plegen met Zorggroep Maas en Waal en Stichting Voormekaar 9. overleg plegen met o.a. Stichting Voormekaar (dagverzorging) en Centrum Indicatiestelling Zorg 1. Tarieven, die aan het gelijkwaardigheidsbeginsel voldoen. 2. Actuele contracten die voldoen aan de wettelijke criteria. 3. Uitbanning bemiddelingshulpen per 1-1-2009. 4. Voordelige maar kwalitatief goed aanbestedingresultaat 5. Terugdringing onderuitputting. 6. Daling vraag individuele voorzieningen. 7. Uitgaven in overeenstemming brengen met beschikbare middelen. 8. Besteding van de stelpost aan Wmo-voorzieningen 9. Soepele invoering van deze nieuwe taak met als uitgangspunt dat klanten, die met de wetswijziging te maken krijgen te maken krijgen, hiervan niet de dupe mogen worden. 1. ultimatum 1-4-2008 2. ultimatum 1-1-2009 3. ultimatum 1-1-2009 4. ultimatum 1-3-2009 5. toename nieuwe aanvragen 6. uitbreiding algemene voorzieningen 7. sluitende begroting. 8. ultimatum 1-1-2009 9. ultimatum 1-1-2009 Er wordt niet voldaan aan het compensatiebeginsel in de Wmo. Overschrijding begrotingspost. Het betreft veelal reguliere taken van VraagWijzer en Welzijn, onderwijs en sport, zodat de uren in de formatie zitten. 1. € 44.000,00 2. Afhankelijk van aanbestedingsresultaat 3. Afhankelijk van aanbestedingsresultaat 4. Afhankelijk van aanbestedingsresultaat 5. Open eind financiering 8. € 54.354 (stelpost in gemeentebegroting 2008) 9. PM Plannen, uitvoeren en controleren. Benoemen bij uitvoering.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 61 van 67
- 62 -
bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
Niet van toepassing.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 62 van 67
- 63 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling
3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 5 juni 2008
7. Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld 7.3.1. Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen 7.3.2. Lokaal een sluitende aanpak voor huiselijk geweld realiseren. 1. Gestructureerd overleg opzetten tussen alle betrokken lokale en regionale partijen. 2. Dit overleg naadloos laten aansluiten bij bestaande regionale overlegvormen. 3. Hulpverlenende instellingen, die werkzaam zijn in onze gemeente, verzoeken om contactpersonen voor huiselijk geweld aan te wijzen. 2008/3 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport/Openbare Orde en Veiligheid 1. Integraal Veiligheids Overleg Gelderland-Zuid (regionaal en ambtelijk) 2. Beleidsoverleg Veiligheid (lokaal, burgemeester, teamchef politie Maas en Waal en beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid (OOV) 3. Netwerkoverleg Jeugd (diverse regionale en lokale instellingen waaronder scholen en politie onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Wmo) 4. Casusoverleg tussen beleidsmedewerkers Jeugd en Jongeren, ambtenaar OOV, jongerenwerker van Stichting Voormekaar en politie 5. Regionaal Meldpunt Bijzondere Zorg (via GGD Regio Nijmegen) 1. In de relevante regionale ambtelijke overleggen inventariseren wat de planning en de aanpak in de andere regiogemeenten zijn. 2. De beoogde lokale en regionale samenwerkingspartners nader informeren. 3. Na verkregen duidelijkheid over de samenwerkingsmogelijkheden in de regio Nijmegen formele afspraken maken (regionaal en lokaal). Een goed werkende regionale en lokale structuur met een sluitende preventieve werking waardoor hulpbehoevende inwoners niet tussen wal en schip vallen Vaststellen bij uitvoeren actiepunten. Onvoldoende bereidheid tot samenwerking tussen de ketenpartners.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 63 van 67
- 64 -
11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
40 (binnen formatie) 1. Maatschappelijke opvang € 11.205 (structureel) 2. Aanpak huiselijk geweld € 5.700 (structureel) Wettelijke eisen en Wmo-tevredenheidsonderzoeken Afspraken maken met betrokken instellingen 1. Afspraken over methodiek maken met betrokken instellingen. 2. Advies vragen aan Wmo-adviesraad.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 64 van 67
- 65 -
1. Prestatieveld
2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. 5. 6. 7.
Jaar en kwartaal van uitvoering Uitvoering door Uitvoering in samenwerking met Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet behalen van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit
8 Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psycho-sociale hulp bij rampen 8.3.1. Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen 1. In regionaal verband afspraken maken met Forum GGZ Nijmegen over het organiseren van preventieactiviteiten op het gebied van de Geestelijke Gezondheidszorg voor de inwoners van West Maas en Waal. 2. Gestructureerd overleg opzetten tussen alle betrokken lokale en regionale partijen. 3. Dit overleg naadloos laten aansluiten bij bestaande regionale overlegvormen. 2008/2 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport De andere gemeenten in de regio Nijmegen 1. Regionaal ambtelijk overleg met Forum GGZ over activiteitenaanbod 2. Afsluiten overeenkomst met Forum GGZ. 1. Een stijging van 10% van het aantal deelnemers aan de preventie-activiteiten in 2008 in vergelijking met 2007. 2. Goede inbedding van de preventie-activiteiten in het lokale aanbod van Wmo-voorzieningen. Aantal bijeenkomsten en geregistreerde deelnemers aan dezebijeenkomsten die Forum GGZ organiseert. Onvoldoende bekendheid van de doelgroep met het aanbod en onvoldoende bereidheid om hieraan deel te nemen 20 (binnen formatie) € 9.268 (stelpost in gemeentebegroting 2008); voorheen AWBZ-middelen die naar Wmo zijn overgeheveld Inzet deskundige medewerkers van Forum GGZ en toepassing van voor de branche geldende kwaliteitsvoorschriften. Benoemen bij uitvoering.
14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van klei- 1. Afspraken over methodiek maken met Forum GGZ ne doelgroepen (indien van toepass.) 2. Advies vragen aan Wmo-adviesraad.
5 juni 2008
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 65 van 67
- 66 -
1. Prestatieveld 2. Doelstelling 3. Actiepunt(en)
4. Jaar en kwartaal van uitvoering 5. Uitvoering door 6. Uitvoering in samenwerking met
7. Wijze van uitvoering
8. Te behalen resultaat
9. Prestatie-indicatoren (om te kunnen meten of doelstelling is bereikt) 10. Eventueel risico van wel/niet beha5 juni 2008
Prestatieveld 9: Het bevorderen van verslavingsbeleid 9.3.1 Lokaal werken aan een structuur voor het tijdig signaleren van problemen om erger te voorkomen Gelijktijdig met de relevante actiepunten van Prestatieveld 7: 1. Gestructureerd overleg opzetten tussen alle betrokken lokale en regionale partijen. 2. Dit overleg naadloos laten aansluiten bij bestaande regionale overlegvormen. 2009/1en2 Afdeling Publiek en Zorg/Welzijn, Onderwijs en Sport/Openbare Orde en Veiligheid 1. IrisZorg (regionale instelling voor verslavingszorg en maatschappelijke opvang) 2. Integraal Veiligheids Overleg Gelderland-Zuid (regionaal en ambtelijk) 3. Beleidsoverleg Veiligheid (lokaal, burgemeester, teamchef politie Maas en Waal en beleidsmedewerker Openbare Orde en Veiligheid (OOV) 4. Netwerkoverleg Jeugd (diverse regionale en lokale instellingen waaronder scholen en politie onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Wmo) 5. Casusoverleg tussen beleidsmedewerkers Jeugd en Jongeren, ambtenaar OOV, jongerenwerker van Stichting Voormekaar en politie 6. Regionaal Meldpunt Bijzondere Zorg (via GGD Regio Nijmegen) 1. In de relevante regionale ambtelijke overleggen inventariseren wat de planning en de aanpak in de andere regiogemeenten zijn. 2. De beoogde lokale en regionale samenwerkingspartners nader informeren. 3. Na verkregen duidelijkheid over de samenwerkingsmogelijkheden in de regio Nijmegen formele afspraken maken (regionaal en lokaal). 1. Meer ambulante preventie-voorlichting aan risicogroepen in de gemeente. 2. Een goed werkende regionale en lokale structuur met een sluitende preventieve werking waardoor hulpbehoevende verslaafde inwoners niet tussen wal en schip vallen. Vaststellen bij uitvoeren actiepunten. Onvoldoende bereidheid tot samenwerking tussen de
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 66 van 67
- 67 -
len van resultaat onder 8 11. Verwacht aantal uren 12. Kostenraming (excl. uren) 13. Maatregelen voor borgen kwaliteit 14. Maatregelen om keuzevrijheid te bieden (indien van toepassing) 15. Wijze van nagaan behoefte van kleine doelgroepen (indien van toepassing)
5 juni 2008
ketenpartners. 20 (binnen formatie) 1. Maatschappelijke opvang € 11.205 (structureel) 2. Aanpak huiselijk geweld € 5.700 (structureel) Wettelijke eisen en Wmo-tevredenheidsonderzoeken Afspraken maken met betrokken instellingen 1. Afspraken over methodiek maken met betrokken instellingen. 2. Advies vragen aan Wmo-adviesraad.
Wij doen mee! Wmo-beleidsplan 2008-2011
Pagina 67 van 67