Gemeente Smallingerland Bestemmingsplan “Locatie van der Valk”
INHOUD Toelichting Voorschriften Plankaart
Status: ontwerp Datum: juni 2009 Werknummer: 898.300.00
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1
Inleiding .................................................................................................. 5
1.1. Aanleiding voor de planherziening ............................................................................................5 1.2. Korte inhoud van het plan ..........................................................................................................5
Hoofdstuk 2
Huidige situatie ..................................................................................... 7
2.1. Beschrijving plangebied .............................................................................................................7 2.1.1. Ligging plangebied ....................................................................................................................7 2.1.2. Historie.......................................................................................................................................8 2.1.3 Huidige situatie ..........................................................................................................................8 2.1.4. Cultuurhistorie ...........................................................................................................................9 2.2. Bestemmingsplan van toepassing op de locatie .....................................................................9
Hoodstuk 3
Beleid en planontwikkeling ................................................................ 11
3.1. Beleid ..........................................................................................................................................11 3.2 Behoefte aan hotelkamers ........................................................................................................11 3.3. Planontwikkeling........................................................................................................................12
Hoofdstuk 4
Planbeschrijving .................................................................................. 13
4.1. Ruimtelijke plan in hoofdlijnen.................................................................................................13 4.1.1. Hoofdopzet ..............................................................................................................................13 4.1.2. Kantoren ..................................................................................................................................15 4.1.3. Horeca .....................................................................................................................................15 4.1.5. Groen.......................................................................................................................................18 4.1.6. Water ......................................................................................................................................19 4.2. Verkeersaspecten ......................................................................................................................20 4.2.1. Ontsluiting................................................................................................................................20 4.2.2. Parkeren ..................................................................................................................................21 4.3. Juridische opzet.........................................................................................................................22
Hoofdstuk 5
Uitvoerbaarheidsaspecten .................................................................. 23
5.1. Milieuaspecten ..........................................................................................................................23 5.1.1. Geluidhinder ...........................................................................................................................23 5.1.2. Bodem en grondwater ............................................................................................................24 5.1.3. Waterhuishouding en riolering................................................................................................25 5.1.4. Duurzaam bouwen .................................................................................................................26
5.1.5. Externe veiligheid ...................................................................................................................26 5.1.6. Luchtkwaliteit ..........................................................................................................................27 5.2. Archeologisch onderzoek ........................................................................................................27 5.3. Economische uitvoerbaarheid ................................................................................................28 5.4. Flora en Faunawet ....................................................................................................................29
Hoofdstuk 6
Overleg en inspraak............................................................................. 33
6.1. Overleg........................................................................................................................................33 6.2. Inspraak ......................................................................................................................................33 6.3. Vervolgprocedure ......................................................................................................................33
Bijlagen 1. Akoestisch 1.1. Geluidprognose nieuwbouw Van der Valk te Drachten (WNP juli 2008) 1.2. Akoestisch onderzoek huidige gevelbelasting t.g.v. wegverkeerslawaai t.b.v. indirecte hinder hotel Van der Valk te Drachten (Service bureau De Friese Woudenapril 2009) 1.3. Notitie indirecte geluidbijdrage nieuwbouw Van de Valk Hotel te Drachten (WNP) 2. Luchtkwaliteit 2.1. Onderzoek luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer plan Van der Valk Drachten (Service bureau De Friese Wouden) 3. Bodemonderzoek 3.1. Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van een deel van een drietal percelen aan de Zonnedauw 1 te Drachten (december 2009 WMR Rinsumageest bv.) 3.2. Verkkennend bodemonderzoek ter plaatse van een deel van een tweetal percelen aan de Lavendelheide en Ureterpvallaat te Drachten (mei 2008 WMR Rinsumageest bv.) 4. Flora en Faunaonderzoek 4.1. Natuurinventarisatie t.b.v. sloop en nieuwbouw (april 2008 Groen team i.s.m. Adviesbureau Riede 4.2. Einrapportage Natuurinventarisatie t.b.v. sloop en nieuwbouw (juli 2008 Groen team i.s.m. Adviesbureau Riede 5. Inspraakreacties
5 1.
INLEIDING
Hoofdstuk 1 1.1.
Inleiding
Aanleiding voor de planherziening
Hotel Van der Valk Drachten is onderdeel van het kantorenpark Drachten en is gelegen op de hoek Zonnedauw/Ureterpvallaat. De huidige accommodatie voldoet niet meer aan de gestelde eisen, bovendien bestaat er behoeft aan uitbreiding. Het door Van der Valk voorgestelde bouwplan past echter niet binnen het geldend bestemmingsplan "Kantorenpark Drachten". In 2003 is voor de locatie Van der Valk reeds een 1e herziening opgesteld. Door omstandigheden heeft deze herziening geen doorgang gekregen. Vandaag de dag speelt de behoefte voor het uitbreiden van het hotel van Van der Valk nog steeds een belangrijke rol. In het kader van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is er voor gekozen een geheel nieuw en op zich zelf staand bestemmingsplan op te stellen voor de locatie Van der Valk. Dit nieuwe bestemmingsplan zal worden opgesteld conform de eisen die door het Rijk zijn gesteld in het kader van het project digitale uitwisseling van ruimtelijke plannen (DURP), zoals de standaard vergelijkbare bestemmingsplannen (SVBP) 2008 en de meest recente versie van het coderingssysteem IMRO. Het onderhavige bestemmingsplan maakt het mogelijk om het voorgestelde bouwplan te realiseren. 1.2.
Korte inhoud van het plan
Het bestemmingsplan bestaat uit een plankaart en de van toepassing verklaarde voorschriften. De toelichting vormt in juridische zin geen onderdeel van het plan. In de toelichting (deel A) wordt de opzet van het plan beschreven en verantwoord. In hoofdstuk 2 worden in het kort de ruimtelijke en juridische kenmerken van de bestaande situatie beschreven. In hoofdstuk 3 wordt het van toepassing zijnde beleid verwoord. Tevens wordt het programma aangegeven. In hoofdstuk 4 wordt de opzet van het plan beschreven. Hierin wordt ook ingegaan op de juridische opzet. Hoofdstuk 5 heeft betrekking op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 6 wordt verslag gedaan van de gevoerde inspraak- en overlegprocedures.
6
7
Hoofdstuk 2 2.
HUIDIGE SITUATIE
2.1.
Huidige situatie
Beschrijving plangebied
2.1.1. Ligging plangebied Het plangebied van het plan is gelegen op het kantorenpark Drachten, dat aan de zuidoostzijde van Drachten gesitueerd is. De locatie wordt in het noorden begrensd door de Ureterpvallaat en het oude lint Ureterpvallaat, in het westen door de Zonnedauw en in het oosten door de Lavendelweide. Het zuiden van het plangebied wordt begrensd door de eigendomsgrenzen van het Van der Valk concern.
Afbeelding 1: Situering van het plangebied
8 2.1.2. Historie Door de infrastructurele ontwikkelingen aan de oostzijde van Drachten is in de jaren ’60 en ’70 de historisch gegroeide structuur verbroken. Alleen het oude lint Ureterpvallaat herinnert nog aan de oorspronkelijke situatie (zie ook paragraaf 2.1.4 Cultuurhistorie). Het vervallen van de functie van de Ureterpvallaat, de aanleg van de snelwegen en het verkeersknooppunt hebben er toe geleid dat er nieuwe ontwikkelingen zijn ingezet die met name gericht waren op de goede externe verkeersontsluitingen (naar Groningen, Heerenveen en Leeuwarden). In deze ontwikkeling is in 1970 het hotel gebouwd. Het was een van de eerste gebouwen die werden gerealiseerd. De infrastructuur heeft zich geleidelijk aan uitgebreid tot de huidige situatie. Uitgangspunt voor het ontwerp van het hotel was de kegelvormige toren die goed zichtbaar was vanaf de snelwegen en het kruispunt. Inmiddels is door een steeds verdergaande verdichting van de bebouwing de vrije ligging en goede zichtbaarheid onder druk komen te staan. 2.1.3 Huidige situatie Het huidige hotel is met de entree en parkeerplaatsen georiënteerd op de Zonnedauw. Ten oosten van het hotel zijn een hertenkamp en een tennisbaan gelegen. Het zuidelijk deel van het plangebied bestaat uit een carpoolplaats. De overige ruimte rondom het hotel is groen in de vorm van een park. Langs de randen van het plangebied liggen watergangen die deel uitmaken van de waterhuishouding. Het hotelgebouw bevat een restaurant, hotelkamers, vergaderzalen, een bowlingbaan en de benodigde facilitaire ruimten. Zowel in ruimtelijk als in logistiek opzicht is de huidige situering van het hotel en bijbehorende parkeerplaats niet gunstig. In de vormgeving van het huidige hotel werd uitgegaan van een "vrije" ligging; het hotel heeft een stervormige plattegrond en lag oorspronkelijk centraal in het gebied. Door de ontwikkeling van onder andere het Kantorenpark rondom het hotel is de ruimtelijke relatie tussen het stervormige gebouw en de omgeving verstoord. Het parkeerterrein ligt nu ter hoogte van de entree naar het Kantorenpark. Door het ontbreken van bebouwing op deze plek is de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de entree beperkt. Daarnaast draagt deze open plek niet bij aan de attractiviteit van het achterliggende Kantorenpark. Ook de kwaliteit van de ontsluiting van het hotel is gering. Er is geen aparte bevoorradingsroute, waardoor het bevoorradingsverkeer van het hotel gebruik moet maken van dezelfde route als de bezoekers. Bovendien lopen beide routes over het parkeerterrein. Het parkeerterrein is onoverzichtelijk en wordt door een groot deel van de bezoekers (sociaal) onveilig bevonden. Naast de gebreken in de ruimtelijke inrichting van het terrein doen zich ook problemen voor in het hotelgebouw zelf. Het huidige hotel heeft slechts 45 kamers. De keuken is veel te klein en voldoet niet meer aan de
9 wettelijke eisen en ook de hotelkamers zijn volgens de huidige normen te klein. De zalen liggen te ver uit elkaar, de afstand tussen de zalen en de keuken is te groot en het restaurant ligt te ver van de entree. Verder is de entree te klein en te laag en heeft een geringe uitstraling. Ook de aanvoer van goederen ligt ongunstig en de afvoer voldoet niet meer aan de huidige wettelijke eisen. 2.1.4. Cultuurhistorie Ten noordoosten van het plangebied is de Ureterpvallaat gelegen. Een als een ensemble op te vatten restant van een oude buurschap aan de oostzijde van de bebouwde kom van Drachten. Het voormalige bebouwingslint wordt onderbroken door verschillende infrastructurele maatregelen, maar zet zich verder door buiten de bebouwde kom. De Ureterpvallaat is voor de gemeente Smallingerland van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische, de architectuurhistorische en de ensemblewaarde. - Ureterpvallaat heeft (cultuur)historische waarde als één van de laatste overblijfselen van een oude buurtschap met bijbehorende voorzieningen, die haar ontstaan heeft te danken aan de vervening en de aanwezigheid van de hiermee samenhangende infrastructurele voorzieningen en waterstaatkundige werken; - Ureterpvallaat heeft architectuurhistorische waarde vanwege de aanwezigheid van een aantal panden die belangrijk zijn vanwege de typologie en de voor de bouwtijd karakteristieke stilistische kenmerken, bouwmaterialen en detaillering; - Ureterpvallaat heeft ensemblewaarde vanwege de sterke visuele en historische samenhang tussen de samenstellende onderdelen van het ensemble. Het algemeen belang van de Ureterpvallaat dient mee te worden genomen in de planvorming ten aanzien van het gebied en de omgeving. Belangrijk is dat de uitstraling van dit stukje cultuurhistorie niet teniet wordt gedaan door ontwikkelingen. 2.2.
Bestemmingsplan van toepassing op de locatie
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan "Kantorenpark Drachten" dat op 7 maart 2000 door de gemeenteraad is vastgesteld en dat (gedeeltelijk) door Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân is goedgekeurd op 21 juli 2000. GS hebben geen goedkeuring verleend aan artikel 1 lid IV, onder 3, sub b van de planvoorschriften. In geldende bestemmingsplan heeft het voorliggende plangebied de volgende bestemmingen: Horecabedrijven met bijbehorende erven -H-, Kantoren met bijbehorende erven -K-, Groen en Water -G+W- en Parkeervoorzieningen -Vp-. Het bestemmingsplan maakt in de bestemming -H- bebouwing mogelijk ten
10 behoeve van horecabedrijven, met de daarbijbehorende gebouwen, zoals vergaderaccommodaties en voorzieningen als tennisbanen, parkeer- en groenvoorzieningen, en dergelijke. De maximale bebouwingshoogte is op de plankaart aangegeven. In 2003 is tevens een herziening op het bestemmingsplan “Kantorenpark Drachten” opgesteld. Reden voor deze 1e herziening was een door Van der Valk voorgestelde uitbreiding die niet binnen het geldend bestemmingsplan paste. Door omstandigheden heeft deze herziening geen doorgang gevonden waardoor het bestemmingsplan “Kantorenpark Drachten” nog steeds voor het plangebied van toepassing is.
11
Hoodstuk 3 3.
BELEID EN PLANONTWIKKELING
3.1.
Beleid en planontwikkeling
Beleid
Provincie en gemeente hebben diverse beleidsplannen ontwikkeld die (onder andere) het kantorenpark Drachten betreffen. Voor het onderhavige plangebied zijn deze beleidsplannen niet specifiek van toepassing. Met uitzondering van de Structuurschets A7-zone die in februari 2002 door de provincie is vastgesteld. De structuurschets A7-zone is gemaakt in opdracht van de gemeenten Sneek, Skarsterlân, Heerenveen, Smallingerland en Opsterland. De A7-zone kent een sterke economische groei. De ambitie van de provincie Fryslân en de A7 gemeenten is om die economische groei verder op te stuwen. Uitgangspunt in de Structuurschets is behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteit gekoppeld aan deze ambitieuze groei. Dit leidt onder andere tot de keuze voor concentratie van verstedelijking en bundeling in en aansluitend bij de drie stedelijke centra, waaronder ook Drachten. Drachten heeft in de structuurschets een belangrijke ontwikkelingstaak voor zowel wonen als werken. Mede met het oog op de ontwikkeling van bedrijventerreinen, wordt een hotel in Drachten wenselijk geacht. 3.2
Behoefte aan hotelkamers
De huidige locatie van het van der Valk hotel is gunstig gelegen nabij het knooppunt van de rijkswegen Heerenveen-Groningen (A7) en Leeuwarden-Drachten (N31). De N31 vormt onderdeel van de hoofdverbindingsroute van Leeuwarden naar Groningen. Het traject Leeuwarden-Drachten is in 2007 opgewaardeerd tot een complete 4 strooks-autoweg. Verder zijn er vergevorderde plannen voor een aantakking van de provinciale weg van Dokkum op de N31. De vraag naar hotelkamers in Drachten komt zowel uit de "zakelijke" als de "recreatieve" hoek. Gezien de economische ontwikkeling binnen Drachten is de verwachting dat de vraag naar hotelkamers toe zal nemen. Om in te kunnen spelen op de huidige en toekomstige vraag is een uitbreiding van het hotel gewenst. Het Van der Valk hotel streeft naar een hotel met tenminste 110 hotelkamers. De ervaring binnen het hotelconcern is dat een dergelijke omvang op deze locatie in Drachten haalbaar en exploitabel is. Tot op heden is het Van der Valk hotel het enige in zijn soort in Drachten. Voor de toekomst zijn er plannen voor de bouw van een zeer luxueus hotel, dat eveneens een ander publiek zal aantrekken dan het Van der
12 Valk hotel. De uitbreiding van het Van der Valk hotel vormt daarmee in principe geen concurrentie voor andere hotels binnen Drachten. 3.3.
Planontwikkeling
Om te kunnen voldoen aan de huidige eisen zal het bestaande hotelgebouw grondig moeten worden aangepakt. Daarnaast bestaat er de wens het hotel uit te breiden. Het hotel zoals dat Van der Valk voor ogen staat, moet voorzien in tenminste 100 kamers, een restaurant/keuken, een bar/brasserie, een bowlingcomplex met 10 banen en daarnaast 8 multifunctionele zalen voor vergaderingen, ruimte voor grotere exposities (product promoties) enz. voor de zakelijke markt. Dit programma is getoetst aan de mogelijkheden van het bestaande hotel en aan de mogelijkheden binnen het van toepassing zijnde bestemmingsplan. Zowel het huidige hotelgebouw als het bestemmingsplan bieden hiervoor onvoldoende mogelijkheden. Het geldende bestemmingsplan is afgestemd op de huidige vorm van het hotel. Door de specifieke stervorm van het hotel, is het moeilijk om in stedenbouwkundig opzicht een goede aansluiting op het bestaande gebouw te realiseren. Ook in logistiek opzicht levert de stervorm, waar alles vanuit het hart (de receptie) wordt bereikt, bij een uitbreiding problemen op. Wat betreft de verkeerssituatie is het praktischer om de toegangsweg te verplaatsen naar de oostzijde aansluitend op de Lavendelheide aangezien het merendeel van de bezoekers van het hotel direct van de snelweg zullen komen. De Lavendelheide dient specifiek als hoofdontsluiting van het kantorenpark en is ook als zodanig gedimensioneerd. De Lavendelheide is dus berekend op een dergelijke capaciteit die het hotel kan genereren. Om een goed functionerend hotel te kunnen realiseren is derhalve nieuwbouw nodig. Bovenstaande heeft er toe geleid dat er een plan voor nieuwbouw is ontwikkeld, welke logistiek en inhoudelijk past bij de bedrijfsfilosofie. Het ontwerp gaat uit van een gefaseerde aanpak (drie fasen). Deze fasering heeft te maken met de wens een zogenaamd "going concern" te realiseren. Hierbij wordt uitgegaan van een basis van 106 kamers en een mogelijkheid uit te kunnen breiden tot circa 159 kamers. Nieuwbouw op de betreffende locatie biedt tevens de mogelijkheid om het terrein opnieuw in te richten en het entreegebied van het Kantorenpark te verbeteren. Aan de westelijke zijde van het projectgebied bestaat de mogelijkheid voor het creëren van een bijzondere plek. Deze locatie leent zich uitstekend voor een kantoor. Hiermee kan op een aantrekkelijke manier aangesloten worden bij de rest van het Kantorenpark. Deze kantorenbestemming wordt van het oosten naar de westzijde verplaatst. Van een extra kantorenlocatie is dan ook geen sprake.
13 4.
PLANBESCHRIJVING
Hoofdstuk 4 4.1.
Planbeschrijving
Ruimtelijke plan in hoofdlijnen
4.1.1. Hoofdopzet Het plangebied maakt deel uit van het Kantorenpark Drachten. Alleen aan de noordoostelijke zijde grenst het plangebied aan een oud bebouwingslint met een woonfunctie. Ook aan de Noordelijke zijde bevindt zich een woonbestemming, deze wordt echter van het plangebied gescheiden door de Ureterp Vallaat. Ten behoeve van de samenhang is in de ruimtelijke opzet van dit plan zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de ruimtelijke structuur van het Kantorenpark. Het plangebied krijgt een nieuwe invulling en wordt opgedeeld in twee delen. Het westelijke deel van het terrein krijgt de bestemming "Kantoren, met bijbehorende erven, klasse A" en biedt ruimte aan één kantoorpand. Het oostelijke deel krijgt de bestemming "Horeca, met bijbehorende erven" en biedt ruimte aan een nieuw hotelgebouw. Beide delen worden van elkaar gescheiden door een waterpartij. Verder zal het plangebied omgeven worden door groen en watergangen met de bestemming "Groen en Water". Aan de oostzijde van het plangebied wordt een deel van de bestemming kantoren ingekort ten behoeve de bestemming "Horeca".
14
15 4.1.2. Kantoren Het westelijke deel van het plangebied ligt ter hoogte van de entree naar het Kantorenpark en vormt daarmee een beeldbepalende locatie. Een kantoorpand op deze plek biedt de mogelijkheid om de entree ruimtelijk te versterken. Derhalve is een markant gebouw wenselijk, dat wil zeggen op de locatie afgestemde architectuur van hoge kwaliteit. Van belang is dat het pand zich zoveel mogelijk met de voorzijde richting de Zonnedauw en de Ureterpvallaat oriënteert. Wat betreft de bebouwingsmogelijkheden wordt grotendeels aangesloten bij de bestaande regeling voor de kantoren binnen het Kantorenpark. De maximaal toegestane bebouwingshoogte op deze plek is 15 meter. Binnen het bebouwingsvlak kunnen in het kantorenpand meerdere vestigingen gerealiseerd worden. Iedere vestiging mag een maximum vloeroppervlak van 2.500 m² bevatten. Het pand mag rechtstreeks aan het omliggende water gesitueerd worden. Het gehele project zal pas vanaf 2016 gerealiseerd mogen worden. 4.1.3. Horeca In het oostelijke deel van het plangebied wordt de bouw van een hotel met aparte bowlingbaan mogelijk gemaakt. Ook voor dit deel geldt dat het gaat om een beeldbepalende plek. Van belang is dat het gebouw zich met de voorzijde richt naar de Ureterpvallaat en dat voldoende aandacht wordt besteedt aan de vormgeving van het gebouw en de inrichting van de buitenruimte. Op de kaart van dit bestemmingsplan is een bebouwingsvlak aangegeven waarbinnen het hotel opgericht kan worden. De afstand tussen het bebouwingsvlak en het oude lint Ureterpvallaat is daarbij zo groot mogelijk gehouden. Daarnaast zijn binnen het bebouwingsvlak verschillende hoogten aangegeven. De toegestane hoogte neemt af naarmate het bebouwingsvlak dichter bij het oude lint ligt. Op die manier wordt de mogelijke visuele hinder van het hotel zo veel mogelijk beperkt. Om aan te sluiten bij de schaal van de omliggende bebouwing is het wenselijk dat in het gebouw een duidelijke verticale geleding wordt aangebracht. Deze geleding kan bijvoorbeeld worden versterkt door toepassing van grote dakvlakken en verspringingen in de gevel. Binnen het bouwvlak van het hotel waarvoor de grootste nokhoogte van toepassing is mag tevens een reclame uiting worden opgenomen van maximaal 5 meter hoog. In het geval van Van der Valk zal het gaan om de kenmerkende toekan. Dit is de enige mogelijkheid voor een reclame uiting die is opgenomen binnen dit bestemmingsplan.
16 Naast het hotel mag binnen het bebouwingsvlak één bedrijfswoning worden gerealiseerd. Voor deze woning geldt een maximale nokhoogte van 12 meter. De vormgeving van de woningen moet aansluiten bij de architectuur van het hotel. Het voorterrein van het hotel zal in hoofdzaak ruimte bieden aan parkeerplaatsen. Gezien de grootte van het terrein is het wenselijk zowel op als rond het parkeerterrein te streven naar een groene inrichting. Van belang is dat het terrein veilig en overzichtelijk wordt vormgegeven. Hierbij dient ook gelet te worden op de zichtbaarheid van de entree van het gebouw. Fasering horeca De nieuwbouw van het hotel zal in oostelijke richting gefaseerd worden uitgevoerd. De 1e fase (2039 m²), welke reeds is gerealiseerd, betreft in hoofdzaak hotelkamers in vijf bouwlagen. Tijdens deze fase blijft het bestaande hotel nog gehandhaafd. Om ruimte te maken voor de 2e fase (543 m²) wordt de vleugel met de bestaande bowlingbanen gesloopt. Deze fase betreft in feite het hoofdgebouw met de receptie, de zalen, het restaurant, de keuken en hotelkamers. Terzijde van het hoofdgebouw, in de zuidwestelijke hoek van het plangebied, wordt tevens een bowlingcentrum gedurende de 2e fase gerealiseerd. Na de 2e fase kan het oude hotel geheel worden gesloopt. De 3e fase (511 m²) betreft de bouw van een uitbreidingsvleugel met hotelkamers aansluitend aan fase 1. Door de nieuwbouw gefaseerd aan te leggen kan adequaat ingespeeld worden op de vraag naar hotelruimte. Uitgaande van een basis van circa 106 kamers bestaat dan de mogelijkheid uit te breiden tot circa 159 kamers.
17
Concept inrichting locatie hotel van der Valk en fasering
18 4.1.5. Groen Uitgangspunt voor het Kantorenpark Drachten is een parkachtige uitstraling; de groenstructuur is daarom sterk bepalend voor het gebied. Het kantorenpark wordt dooraderd door groenzones. De groenstructuur in het plangebied sluit hierop aan. Het plangebied kent twee groen-typologieën. De hoofdentree naar het hotel wordt gekenmerkt door een formeel karakter door toepassing van een laanstructuur. Aan de zijde van de Ureterpvallaat en het oude lint kent het landschap een meer organische verschijningsvorm. Dit wordt mede bereikt door toepassing van natuurlijke oevers en kleine boomgroepen in een open landschap. Nabij het oude lint wordt tevens een grondwal geplaatst om de bestaande bebouwing af te schermen van de parkeerplaats van het hotel. Voor de uitvoering van de plannen zullen enkele bomen moeten worden gekapt.
19 4.1.6. Water Binnen het plangebied zijn verscheidene waterstructuren opgenomen. Zo is aan de noordwestelijke zijde bij de entree van de Zonnedauw een grote waterplas geprojecteerd. Deze waterplas loopt door langs de gehele noordelijke zijde van het plangebied waar het bijdraagt aan de organische karakter van het parklandschap ter plaatse. Met name de natuurlijke oevers dragen hieraan bij. Deze waterplas vormt tevens een retentie mogelijkheid die aansluit op verscheidene watergangen rondom het plangebied. Met betrekking tot de watergangen en waterlopen kan worden opgemerkt dat deze een belangrijke waterhuishoudkundige functie hebben. Hier wordt in paragraaf 5.1.3. nader op ingegaan.
20 4.2.
Verkeersaspecten
4.2.1. Ontsluiting De ontsluiting van het plangebied wordt gewijzigd ten opzichte van de huidige situatie. Het kantoorpand krijgt een eigen ontsluiting vanaf de Zonnedauw. De hoofdontsluiting van het hotel zal plaatsvinden vanaf de Lavendelheide. Deze ontsluiting is bedoeld voor verkeer dat vanaf de snelweg Drachten binnenkomt. Van belang is dat deze entree duidelijk en herkenbaar wordt vormgegeven. Het wegprofiel en de constructie van de weg zijn berekend op het aantal en de aard van de verkeersbewegingen. Langs de Lavendelheide loopt een watergang. Voor de kantoorkavels elders langs de Lavendelheide geldt dat deze over het water dienen te worden ontsloten. Deze ontsluiting dient de uitstraling van een brug te verkrijgen. Dit kan echter ook een dam zijn met een grote duiker; rond de 1meter, die is afgewerkt met een stenen muur aan weerszijden doorlopend in het water. Om aan te sluiten bij dit ruimtelijk beeld dient ook het hotel via een brug te worden ontsloten. Om overlast op het oude lint Ureterpvallaat te voorkomen is de afstand tussen de ontsluiting en het lint zo groot mogelijk gehouden. Het akoestisch onderzoek dat is opgenomen als bijlage bij het bestemmingsplan (ruimtelijke onderbouwing) geeft een raming van het aantal en de aard van de motorvoertuigen dat het hotel zal bezoeken op de verschillende momenten van de dag. Er is sprake van een toename van het aantal verkeersbewegingen op de Lavendelheide. Wanneer hierbij wordt aangenomen (worst case) dat deze allemaal gebruik zullen maken van de Lavendelheide, betekent dit een toename van ca. 1.058 verkeersbewegingen per etmaal over de Lavendelheide (zie ook H 5.1.1 geluidhinder). De bezoekers van het bowlingcentrum zullen naar verwachting deels ook gebruik maken van de Zonnedauw. De belasting van de Zonnedauw door bezoekers van het horecacomplex zal door de gewijzigde ontsluiting aanzienlijk afnemen. De Lavendelheide vormt de hoofdontsluitingsweg van het kantorenpark en is zonder meer geschikt om ook de verkeersbewegingen van het hotel en het bowlingcentrum af te wikkelen. Het wegprofiel en de constructie van de weg zijn berekend op het aantal en aard van de verkeersbewegingen. Ten behoeve van de verkeersveiligheid is ter hoogte van de kruising van de Lavendelheide met het Ureterpvallaat in het verleden al een verkeersplateau aangelegd, waardoor verkeersdeelnemers op de kruising worden geattendeerd.
21 4.2.2. Parkeren Het parkeren ten behoeve van werknemers en bezoekers van het kantoor en het hotel zal hoofdzakelijk op eigen terrein moeten geschieden. Door deze regeling is het mogelijk het openbaar gebied een parkachtige uitstraling te geven. Om het groene karakter te versterken is het wenselijk de parkeerterreinen op de percelen zelf zo groen mogelijk in te richten, dit geldt met name voor de randen. Ten behoeve van een optimaal gebruik dient het parkeerterrein zo overzichtelijk en veilig mogelijk ingericht te worden. Bij het bepalen van het aantal parkeerplaatsen zijn de landelijke erkende en gebruikte richtlijnen van het CROW, ASVV 2004 toegepast.
Hotelkamers Parkeerplaatsen (1 pp per kamer)
Fase 1
Fase 2
Fase 3
(Bestaande nieuwbouw)
(Huidig ontwerp)
(toekomstige nieuwbouw)
53 53
53 53 333 m2 43
53 53
Restaurant Parkeerplaatsen
Subtotaal
159 43
(13 pp per 100 m2 BV))
Bar/Brasserie Parkeerplaatsen
263 m2 34
34
705 m2 49
49
10 banen 20
20
(13 pp per 100m2 BVO)
Congresruimte/Zalen Parkeerplaatsen (71 pp per 100m2 BVO)
Bowlingcentrum Parkeerplaatsen (2 per baan)
Carpoolstrook Huidig aanbod Aanvulling
40
40 30
70 375
N.B 1 Genoemde normgetallen zijn inclusief parkeergelegenheden ten behoeve van personeel.
22 Op het voorterrein van het hotel kunnen ruim 250 parkeerplaatsen en nog eens 70 carpoolplaatsen gerealiseerd worden. Aan de achterzijde is voldoende ruimte aanwezig voor 50 parkeerplaatsen ten behoeve van bezoekers van het bowlingcentrum en voor het personeel. Op het terrein zijn daarmee ruim voldoende parkeermogelijkheden aanwezig wanneer tevens een realistische bezettingsgraad in ogenschouw wordt genomen. De praktijkervaring wijst uit dat bezoekers van het restaurant over het algemeen gasten zijn van het hotel, dit geld eveneens voor gebruikers van het zalencomplex. Dit betekent dat voor een gebruiker van meerdere faciliteiten slechts een enkele parkeerplaats benut. In de berekening is dit gegeven echter niet opgenomen waardoor er ten alle tijden voldoende parkeergelegenheid beschikbaar zal zijn. Parkeerruimte voor bussen wordt waarschijnlijk gesitueerd in de strook na de slagboom aan de linkerzijde van de weg ter plaatse van de 9 parkeerplaatsen. Dit is een parkeerstrook van ongeveer 50 meter waar 2 á 3 bussen kunnen staan. 4.3.
Juridische opzet
Het bestemmingsplan Hotel van der Valk bestaat uit een plankaart en voorschriften. De voorliggende toelichting bevat de aan het plan ten grondslag liggende gedachten, alsmede de verrichte onderzoeken en de uitkomsten van het overleg en de inspraak. De plankaart is getekend op een actuele GBKN ondergrond aangeleverd door de gemeente. Op deze nieuwe plankaart is de nieuwe bestemming "Kantoren" ingetekend. Voor deze bestemming geld dat het parkeren op eigenterrein geregeld dient te worden. Teneinde de bedrijfswoning te kunnen regelen is op de kaart binnen de bestemming "Horecabedrijven" de functieaanduiding "bedrijfswoning" opgenomen. Ook het bouwvlak voor het bowlingcentrum is met een functieaanduiding aangegeven. Teven is binnen het vlak Horeca, parkeergelegenheid opgenomen, eveneens door middel van een functieaanduiding. De carpoolvoorzienig aan de noordoost zijde van het plangebied is aangegeven als zijnde een verkeerzone Overigens is de aanduiding "hertenkamp", die binnen de bestemming "Groen en water -G+W-" bestond, vervallen, evenals de gehele bestemming "Parkeervoorzieningen -Vp-".
23 5. UITVOERBAARHEIDSASPECTEN
Hoofdstuk 5 5.1.
Uitvoerbaarheidsaspecten
Milieuaspecten
5.1.1. Geluidhinder Het eerder genoemde hotel en het kantoor zijn geen geluidgevoelige objecten in de zin van de Wet Geluidhinder. Mocht op de op de kaart aangegeven locatie een bedrijfswoning gerealiseerd worden in de toekomst, dan is het noodzakelijk alvorens er kan worden overgegaan tot ontheffing, een akoestisch onderzoek uit te voeren waaruit blijkt dat aan de Wet Geluidhinder wordt voldaan. Met de uitbreiding van het hotel zal ook het aantal verkeersbewegingen toenemen langs de Ureterpvallaat en de Lavendelheide. Dit gegeven is met name van belang voor de bestaande woningen langs het oude lint Ureterpvallaat. In het kader van het huidige bestemmingsplan Kantorenpark Drachten is reeds een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai van de toen nieuw aan te leggen ontsluitingsweg, zijnde de Lavendelheide (Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai nieuw aan te leggen ontsluitingsweg, d.d. 20-01-2000). Op basis van de berekeningsresultaten uit dit onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) van de Wet geluidhinder (Wgh) bij de bestaande woningen langs de Ureterpvallaat niet wordt overschreden. In Juli 2008 is onderzoek gedaan naar de geluidhindereffecten van het nieuwe hotel op de omgeving als gevolg van de toename van het aantal verkeersbewegingen van en naar het hotel. De resultaten van dit onderzoek zij opgenomen in bijlage 1.1. Tevens is vervolgstudie uitgevoerd naar de indirecte geluidbijdrage waarmee de daadwerkelijk te verwachten geluidhinder is berekend. Als basis voor de berekeningen is er vanuit gegaan dat al het bestemmingsverkeer, zo wel heen als terug, het hotel bereikt via de Ureterpvallaat en de Lavendelheide. Nu de locatie in de nieuwe situatie ook bereikbaar is via de Zonnedauw en de Kraaiheide kan dit uitgangspunt worden aangemerkt als “worst case”. Het onderzoek heeft geresulteerd in de hier op volgende bevindingen; - in verband met de voorgenomen nieuwbouw van Van der Valk Hotel Drachten is de te verwachten geluidsbelasting op de omgeving vastgesteld. Uitgaande van het geprognosticeerde aantal voertuigen van bezoekers en leveranciers kan de inrichting, tezamen met de overige geluidsbronnen behorende bij de horeca-activiteiten, voor langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (L AR,LT) ruimschoots voldoen aan de grenswaarden zoals verbonden aan het “Activiteitenbesluit”.
24 - uit de berekeningsresultaten van WNP (zie bijlage 1.2/1.3) blijkt dat de vastgestelde geluidsbelasting ten hoogste 55 dB(A) etmaalwaarde bedraagt [ontvangerpunt 02, zijgevel woning Ureterpvallaat 5]. De etmaalwaarde wordt daarbij bepaald door het te verwachten wegverkeer in de avondperiode. Met 52 dB(A) is alleen nog bij woning Ureterpvallaat 7 [ontvangerpunt 01] de etmaalwaarde van het geluidsniveau hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Bij alle overige woningen is de indirecte geluidbijdrage lager dan de voorkeursgrenswaarde en daarmee verwaarloosbaar. De op deze wijze berekende geluidhinder blijft daarmee ruimschoots binnen de voor vergunningverlening relevante bandbreedte van 50 tot 65 dB(A). - mogelijk optredende maximale geluidsniveaus (L Amax) vanwege de inrichting ter plaatse van de meest nabijgelegen woningen van derden zijn, overeenkomstig het gestelde in het “Activiteitenbesluit”, buiten beschouwing gelaten in het onderzoek. 5.1.2. Bodem en grondwater In het kader van de voorbereiding van de 1e herziening van het bestemmingsplan "Kantorenpark Drachten" is in 2002 verkennend onderzoek verricht naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grondwater. In mei 2008 heeft wederom een verkennend bodemonderzoek van het projectgebied plaatsgevonden waarbij het voorgaande onderzoek als opzet is toegepast. Beide onderzoeken zijn opgenomen in bijlage 3 van deze plantoelichting. Ten behoeve van het onderzoek zijn zowel de bovengrond als de ondergrond drie mengmonsters samengesteld. Het grondwater uit de verschillende peilbuizen is eveneens separaat geanalyseerd. Alle monsters zijn geanalyseerd op het voorkomen van de parameters genoemd in het basispakket van de NEN 5740. Geconcludeerd mag worden dat hoewel voor enkele parameters verhoogde concentraties zijn gemeten er geen aanleiding is voor het uitvoeren van een aanvullend onderzoek. Deze overschrijdingen liggen ruim beneden de toetsingswaarde. Nader onderzoek is alleen nodig in die gevallen waarbij de toetsingswaarde wordt overschreden. Tevens vormen de gemeten gehalten en concentraties geen aanleiding milieuhygiënische beperkingen te stellen aan het gebruik van de locatie.
25 5.1.3. Waterhuishouding en riolering Uitgegaan wordt van behoud en aanleg van (retentie) vijvers en hoofdwatergangen met de bijbehorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, zoals gemalen, stuwen, oeververdedigingen en bruggen. Het Wetterskip Fryslân is de waterbeheerder voor het onderhavige gebied, en de keur van het waterschap is dan ook van toepassing. De keur is het juridische instrument van het waterschap waarin diverse bepalingen ten aanzien van de wateren en de waterkeringen zijn opgenomen (o.a. verbodsbepalingen). Deze herziening is in overeenstemming met de bepalingen uit de keur van het waterschap. Uitvoering en realisatie zal in overleg met het waterschap plaatsvinden. Daarnaast wordt uitgegaan van realisering van een verbeterd gescheiden rioolstelsel, waarbij het regenwater van wegen en daken naar de in het plangebied aanwezige (retentie)vijvers en sloten wordt afgevoerd. Uit waterhuishoudkundig oogpunt dient minimaal 10% open water te worden aangelegd ten opzichte van het verharde oppervlak (eis Waterschap). Het ontwerpvoorstel voor de terreininrichting is er op gebaseerd dat er voor 10% van het extra oppervlak aan daken en verharding, compensatie in het oppervlaktewater moet worden gevonden. Hiermee kan worden voldaan aan de gestelde eisen. De volgende tabel (berekening compensatie oppervlaktewater) illustreert dit. Verharde oppervlakten: Gebouwen: Rijwegen: Parkeren: Tennisbaan: Voetpaden: Totaal
Bestaand 2931m² 4140,9 m² 1782,6 m² 696,4 m² 569,5 m² 7189,4m²
Nieuw 5933,31 m² 6261,74 m² 6028,36 m² 0 m²* 1713,42 m² 19936,83 m²
Totaal toegenomen verhard oppervlak: 12747 m² Benodigde toename van het wateroppervlak; 10% van het toegenomen verharde oppervlak: 1274 m²
26 Wateroppervlak: Bestaand = 3807 m² Nieuw = 8095 m² Toename wateroppervlak = 4288 m² BEREKENING: Benodigde toename: Berekende toename: Overschot:
1275 m² 4288 m² 3013 m²
Dit betekent dat er nog ruimte is voor de realisatie van de op de plankaart aangegeven bedrijfswoning in de toekomst. 5.1.4. Duurzaam bouwen Bij het realiseren van het plan wordt gestreefd naar het beperken van de negatieve invloed op het milieu als gevolg van het bouwen en inrichten van het plangebied. Uitgangspunt daarbij is te voldoen aan de eisen en richtlijnen voor duurzaam bouwen, zoals aangegeven in het "Nationaal Pakket Utiliteitsbouw". 5.1.5. Externe veiligheid De regels met betrekking tot externe veiligheid zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Gebaseerd op het BEVI moet het hotel worden beoordeeld als een gevoelige bestemming. De volgende activiteiten zijn van invloed op externe veiligheid: • bedrijven; • transport (aardgas) door buisleidingen; • transport over de weg van gevaarlijke stoffen. In de directe omgeving van het hotel zijn geen bedrijfsmatige activiteiten aanwezig die van invloed zijn op de externe veiligheid. Ook zijn er geen ondergrondse leidingtrace's aanwezig die een risico kunnen vormen. Om de risico’s van het transport van gevaarlijke stoffen te kunnen beoordelen en toetsen is een risicoanalyse uitgevoerd: “Risicoanalyse wegtransport gevaarlijke stoffen Drachten”, 17 januari 2006, AVIV. Uit de resultaten van dat onderzoek blijkt dat de risico’s worden veroorzaakt door het transport van LPG over de N-31 en de A-7. De afstand tot de snelweg A-7 bedraagt ruim 270 m. De afstand tot de N-31 is
27 groter dan 300 meter. Naar aanleiding van de berekeningen kan worden geconcludeerd dat er geen normen ten aanzien van externe veiligheid worden overschreden. 5.1.6. Luchtkwaliteit De uitbreiding van het hotel zal een vergroting van de verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben. Ten opzichte van de bestaande belasting op de A-7, de N-31 en het Ureterpvallaat is deze toename marginaal. Deze heeft geen meetbare invloed op de bestaande luchtkwaliteit. Ter aanvulling kan worden genoemd dat nergens in de noordelijke provincies overschrijdingen van grenswaarden voor de luchtkwaliteit aanwezig zijn. Naar aanleiding van de inspraakreactie is aanvullend onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van de prognose van de verkeersintensiteit in 2020. Getoetst is aan de grenswaarden zoals die gelden voor 2010. Geconcludeerd wordt dat de berekende jaargemiddelden nagenoeg gelijk zijn aan de achtergrondniveaus, die ruim beneden de grenswaarden liggen. Er vinden geen overschrijdingen of dreigende overschrijdingen plaats van de grenswaarden NO2 en PM10. Geconcludeerd kan worden dat de luchtkwaliteit geen belemmering geeft voor het bouwplan. Voor een nadere onderbouwing wordt verwezen naar de rapportage: (bijlage 2) Luchtkwaliteit locatie Van der Valk Drachten, servicebureau De Friese Wouden, 6 mei 2009, die is bijgevoegd als bijlage bij de ruimtelijke onderbouwing (het ontwerpbestemmingsplan Locatie Hotel Van der Valk). 5.2.
Archeologisch onderzoek
Voor het plangebied vermoed FAMKE (Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra) op basis van eerder onderzoek dat eventuele aanwezige archeologische resten uit de steentijd al ernstig verstoord zijn. Voor de meeste kleine ingrepen is hier dan ook geen verder onderzoek noodzakelijk. Diepere sporen en vondsten kunnen evenwel nog intact zijn. Een uitzondering wordt daarom gemaakt voor zeer omvangrijke ingrepen van meer dan 2,5 hectare, die bijvoorbeeld betrekking hebben op de aanleg van een complete woonwijk, of wegaanleg. Daarvan is in voorliggende situatie geen sprake, omdat het hier in hoofdzaak het bestaande bebouwingsvlak wordt gehandhaafd.
28 Voor de periode Middeleeuwen is volgens Famke geen onderzoek nodig. Op basis van eerder onderzoek is gebleken dat er zich geen archeologische resten in de bodem bevinden, of de archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit de periode midden-bronstijd – vroege Middeleeuwen zijn zodanig laag dat de kans op aantasting bij de meeste ingrepen zeer klein is. Onderstaande afbeelding van de Provincie Fryslân bevestigd binnen het plangebied geen onderzoek noodzakelijk is.
De cultuurhistorische kaart volgens FAMKE (Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra)
5.3.
Economische uitvoerbaarheid
Het project wordt gerealiseerd door Pyramide Beheer B.V. Omtrent de uitvoering van dit bestemmingsplan is door de gemeente Smallingerland met Pyramide Beheer een overeenkomst gesloten waarin financiële afspraken zijn gemaakt over onder meer de overdracht van grond, de aansluiting op het riool, borgstelling voor de mogelijke planschade en de realisatie van het plan. De private investeringen en ontwikkelingen komen
29 voor rekening en risico van de Pyramide Beheer. Het bovenstaande rechtvaardigt naar het oordeel van de gemeente Smallingerland de conclusie dat sprake is van een economisch uitvoerbaar bestemmingsplan. 5.4.
Flora en Faunawet
Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (Ffwet) in werking getreden, waardoor een aantal oudere wetten, zoals de Vogelwet en de Jachtwet, is vervangen. Voorts zijn in de Ffwet de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn voor Nederland nader uitgewerkt (geïmplementeerd). De Ffwet beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen zijn alleen Huismuis, Bruine en Zwarte rat niet beschermd. Van de vissen, ongewervelde dieren (zoals vlinders, libellen en sprinkhanen) en planten zijn alleen de in de wet genoemde soorten beschermd. De Ffwet gaat uit van het ‘nee, tenzij’-principe. Dit betekent dat alleen onder bepaalde (zeer stringente) voorwaarden een inbreuk mag worden gemaakt op de bescherming van soorten en hun leefomgeving. Daarnaast beschermt de wet niet alleen soorten in het algemeen, maar ook individuen van soorten. Voor ruimtelijke ingrepen die gevolgen hebben voor een beschermde soort en / of zijn leefgebied moet een ontheffing op grond van de Ffwet worden aangevraagd. Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor werkzaamheden die uit een bestemmingsplan of een projectbesluit voortvloeien dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen. Voor de goedkeuring van een bestemmingsplan, alsmede voor het verlenen van de verklaring van geen bezwaar ten behoeve van een projectbesluit dient reeds duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen. Beschrijving huidige situatie plangebied Het plangebied kenmerkt zich door bebouwing, verhardingen, enkele kunstmatig aangelegde en intensief onderhouden tuinstroken en een aantal bomen. Daarnaast zijn er enkele waterlopen aanwezig, alsmede een vijver. Het plangebied ligt aan de rand van het stedelijk gebied van Drachten, ingesloten tussen flats, de N31 en de A7. Het plangebied is geen onderdeel van een beschermd natuurgebied. Ook in de directe omgeving zijn geen Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden of overige gebieden aanwezig die onder de Natuurbeschermingswet 1998 vallen. Evenmin maakt het onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS).
30 Geplande ruimtelijke ontwikkeling In het plan is de bouw van extra hotelkamers, parkeerplaatsen en uitbreiding van carpoolplaatsen voorzien, waardoor het terrein grondig zal veranderen. Het hiervoor benodigde slopen van bebouwing, kappen van de bomen, verwijderen van tuinbegroeiing en het opnemen van verhardingen kan een zekere natuurschade aan flora en fauna veroorzaken. In ieder geval zullen met de werkzaamheden delen van het water worden gedempt en struiken, bomen en ruigte worden verwijderd. Begin Juli is door Groen Team in samenwerking met Adviesbureau Riede een naar aanleiding van voorafgaand onderzoek (bijlage 4.1) een eindrapportage (bijlage 4.2) samengesteld waarin zij het volgende concluderen: – Ontheffingplicht en controle Er zijn geheel geen ontheffingsplichtige soorten aangetroffen of te verwachten: werkzaamheden kunnen dus worden verricht zonder ontheffing waarbij de uitgevoerde Natuurtoets (bijlage 4) als bewijslast geldt. Daartoe dient deze Natuurtoets bij eventuele controle door het bevoegd gezag tijdens de werkzaamheden, te allen tijde direct ter inzage beschikbaar te zijn en dienen de mitigerende maatregelen aantoonbaar in acht te worden genomen. Slopen, terreinwerkzaamheden en broedvogels Sloop-, opschonings- en alle andere werkzaamheden, ook het verwijderen van de verhardingen, grasvelden en overige begroeiing, dienen in het kader van de gedragscode voor broedvogels; strikt buiten de broedtijd plaats te vinden. Dit loopt voor de meeste soorten vanaf 1 maart tot half juli (wat grotendeels ook voor de voortplanting van andere soorten geldt). Indien het broedseizoen niet (geheel) kan worden ontzien dienen met name ten aanzien van broedvogels, strikte mitigerende maatregelen te worden toegepast. dempen van watergangen Met name dit werkonderdeel vergt in het kader van de zorgplicht ontzien van het voortplantingsseizoen, globaal van 1 maart tot eind juli. Voorts vergt dempen aandacht voor preventieve voorwaarden en of maatregelen met betrekking tot vissen, amfibieën en andere waterorganismen. terreinwerkzaamheden Dit vergt aandacht voor alle op land levende dieren, welke zoveel als mogelijk moeten worden ontzien (wegjagen, oppakken en op veilige plek wegzetten)
31 Met het toepassen van de overige mitigerende maatregelen zoals aangegeven in bijlage 4.2 - §5.2 kan het grootste deel van de natuurschade aan niet-ontheffingsplichtige soorten worden voorkomen waarmee de wettelijke zorgplicht zo optimaal mogelijk wordt ingelost.
32
33 6.
OVERLEG EN INSPRAAK
Hoofdstuk 6 6.1.
Overleg en inspraak
Overleg
Het voorontwerp van dit bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening ter beoordeling toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende instanties. 6.2.
Inspraak
Over het onderhavige bestemmingsplan is een inspraakprocedure gevolgd conform de gemeentelijke inspraakverordening. 6.3.
Vervolgprocedure
Na afronding van de inspraakprocedure en het vooroverleg is de bestemmingsplanprocedure voortgezet. De aanpassingen die volgden uit de inspraakreacties en de overlegreacties zijn verwerkt in de Notitie Samenvatting en beantwoording overleg- en inspraakreacties voorontwerpbestemmingsplan "Locatie Van der Valk" (zie bijlage 5). Ook zijn er ambtshalve aanpassingen doorgevoerd. De reacties uit de notitie zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.