Memo
nummer datum aan
van kopie project projectnummer betreft
14 juni 2013 Paul Weber gemeente Lelystad Tanja Tuenter Paul Bakker Paul Pot Havenbedrijf Amsterdam Carla Jong Marijke VisserOranjewoud Poldervaart Ernst Koomen Oranjewoud Jeroen Stegeman Buro Vijn Foekje Ankersmit Plan- en projectm.e.r. voor ontwikkeling Flevokust, gemeente Lelystad 0258908.00 Memo verkeer 2
Inleiding Ten noorden van Lelystad bestaat het plan een haven en bedrijventerrein te realiseren: een multimodaal terrein voor op- en overslag met ruimte voor zwaardere industriële functies en logistiek. De hoofddoelstelling van het terrein is het mogelijk maken van een modal shift: door een haven in het achterland te maken wordt ruimte geboden in de Amsterdamse en Rotterdamse Haven om meer overslag van zeecontainers / vanaf zeeschepen in de havens te verwerken. De zeehavens blijven een belangrijk onderdeel voor de Nederlandse werkgelegenheid en economische groei. Voor de uitbreiding van de capaciteit van de zeehavens van Amsterdam en Rotterdam, vormt de congestie op de wegen in de Randstad echter een belangrijke belemmerende factor. Door bij de overslag vanaf zeeschepen geen gebruik te maken van de havencapaciteit van de zeehavens, maar direct over te slaan op binnenvaart duwbakken kunnen de havenactiviteiten worden verplaatst naar het achterland. Daarmee ontstaat ruimte voor het overslaan van meer goederen in de zeehavens en werkgelegenheid in het achterland. Tegelijkertijd wordt de congestie van de wegen in de Randstad verlicht, doordat minder vrachtauto's vanuit de zeehavens rijden, maar deze kilometers worden opgevangen door de binnenvaart. Het doel van de havencapaciteit binnen Flevokust is het leveren van een bijdrage aan de afname van de fileknelpunten in de Metropoolregio Amsterdam met 20% (Programma Beter Benutten Metropoolregio Amsterdam). Naast het bieden van een multimodaal terrein voor op- en overslag, biedt Flevokust ook ruimte aan zwaardere industrie, namelijk tot milieucategorie 5.2. Tevens is er ruimte voor logistieke bedrijven. Ook deze bedrijven leiden tot een verkeersproductie. Doel van het verkeersonderzoek In verband met de realisatie van Flevokust is een onderzoek gedaan naar verkeer. Dit verkeersonderzoek heeft een tweeledig doel. Enerzijds levert het verkeersonderzoek input voor het geluidsonderzoek voor het gedeelte verkeersgeluid. Anderzijds is onderzocht in hoeverre de wegenstructuur de verkeersbewegingen kan verwerken. Hiervoor is gebruik gemaakt van het verkeersmodel van de gemeente Lelystad, aangevuld met een model voor het uitvoeren van kruispuntberekeningen.
blad 1 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
Uitgangspunten Intensiteiten Voor de berekeningen van verkeersintensiteiten is gerekend met het verkeersmodel van de gemeente Lelystad. Daarbij zijn de volgende situaties beschouwd: huidige situatie (modeljaar 2011) autonome situatie 2023 (doorrekening situatie 2023 zonder ontwikkeling van de haven) situatie 2023 met plan (doorrekening situatie 2023 met ontwikkeling van de haven) Het plan dat in dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt gaat uit van 104 ha (bruto) bedrijventerrein. Daarbij is de verdeling over Fase 1 en Fase 2 respectievelijk 32 en 72 hectare (bruto). Voor de omrekening van bruto naar netto-oppervlakte hanteren wij, gelijk aan de berekening in het eerdere MER, een percentage van 64%. Dit percentage komt overeen met de omrekenfactor zoals het CROW hanteert voor Zeehaventerreinen. Dit leidt tot 66 hectare (netto) bedrijventerrein. Daarbij hanteren we dezelfde verdeling naar milieucategorieën zoals gebruikt in de eerdere berekeningen. Tabel 1 Aantal hectare bedrijvigheid per milieucategorie Milieucategorie 2 3 4 Fase 1 1 3 11 Fase 2 14 14 9
5 5 9
totaal 20 46
Bij de berekeningen zijn de kencijfers van de CROW-publicatie 317 gehanteerd. Kruispuntberekeningen Voor de kruispuntberekeningen is gebruik gemaakt van Omni-X (rekenmodel). De geoptimaliseerde kruispuntvormen vanuit het voorgaande MER (2009) zijn hierbij als uitgangspunt genomen voor de berekeningen. Tevens zijn bij de nieuwe berekeningen de uitgangspunten die voor de eerdere kruispuntberekeningen als uitgangspunt golden overgenomen: Het drukste uur van de 2-uur spits is 55% van de totale 2-uur spits; De personenauto equivalent (pae) van vrachtverkeer is 2. Dit betekent dat elk voertuig dat onderdeel uitmaakt van het vrachtverkeer in de berekening wordt meegenomen als twee personenauto's. Dit omdat vrachtverkeer meer capaciteit inneemt dan personenauto's; Negatieve effecten op de verkeersafwikkeling door de aanwezigheid van fietsers en/of voetgangers zijn niet als aanwezig verondersteld (daadwerkelijk niet aanwezig door aanwezigheid van andere routes of bijvoorbeeld ongelijkvloerse kruisingen). De volgende kruispunten zijn doorgerekend (zie Figuur 1): A kruispunt Flevokust - Binnenhavenweg; B kruispunt Binnenhavenweg - Houtribweg; C kruispunt Houtribweg - aansluiting A6-west; D kruispunt Houtribweg - aansluiting A6-oost.
blad 2 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
Figuur 1 Beschouwde kruispunten Huidige situatie Bedrijventerrein Flevokust ligt ten noorden van de N302 tussen de IJsselmeerdijk en de Rijksweg A6. Ten noordoosten van het plangebied ligt - in het IJsselmeer - de energiecentrale (Flevocentrale/Maximacentrale). Het gebied heeft een agrarische functie in de huidige situatie en kent een zeer beperkte verkeersproductie. Net buiten het gebied is Orgaworld gevestigd (Karperweg 20). Tevens is recent een bestemmingsplan vastgesteld voor realisatie van 3D Metal Forming (bewerking van metalen) aan de Karperweg 8. Ook deze vestiging ligt juist buiten het plangebied van Flevokust. Beide bedrijven genereren een beperkte hoeveelheid verkeer. Verkeersstructuur, intensiteiten en verkeersbeeld (gemotoriseerd verkeer) Het plangebied wordt omsloten door de N302 (Houtribweg), de IJsselmeerdijk en de A6. Het verkeer op de IJsselmeerdijk wordt door de gemeente in de huidige situatie als 'nihil/zeer gering' gekwalificeerd. Deze kwalificatie wordt onderschreven door het feit dat de dijk niet is opgenomen in het verkeersmodel. Tussen de IJsselmeerdijk en de A6 bestaat de Houtribweg over vrijwel het gehele tracé over 2 x 2 rijstroken. De kruispunten tussen de Houtribweg en de zijwegen zijn door middel van voorrangssituatie geregeld. Er zijn op de kruispunten geen verkeersregelinstallaties aanwezig. De etmaalintensiteiten in de huidige situatie zijn weergegeven in de onderstaande figuur. Wegvak A B C D E F G H I J K L M N O Figuur 2 Intensiteiten per wegvak voor weekdagen in mvt/etmaal, huidige situatie
blad 3 van 8
huidig (2010) 10700 4500 nvt 4500 14800 17200 17600 16400 17100 4100 4100 3300 3500 12600 10200
memonummer: betreft: Memo verkeer
Wegvakken N en O zijn niet ingetekend. Wegvak N ligt onder het viaduct op de Houtribweg, wegvak O ligt ten oosten van het viaduct op de Houtribweg De etmaalintensiteiten kunnen in de huidige situatie redelijk gemakkelijk afgewikkeld worden op de Houtribweg. Alleen in spitsperioden kan het invoegen vanaf de zijwegen tot enige, maar acceptabele, vertraging leiden. Overige verkeersaspecten Met betrekking tot de fiets kan gesteld worden dat de fietsstructuur in grote lijnen de structuur van het gemotoriseerde verkeer volgt. In de huidige situatie speelt de fiets in het transport van en naar het plangebied niet of nauwelijks een functie. De beperkte omvang van de functies in het plangebied leidt ook niet tot een grote hoeveelheid fietsverkeer. Openbaar vervoer en parkeren zijn in de huidige situatie geen verkeersaspecten van betekenis. In de huidige situatie kan de verkeersveiligheid mogelijk een aandachtspunt zijn. De verkeersveiligheid kan namelijk een van de aanleidingen zijn voor de reconstructie van de kruispunten die reeds wordt uitgevoerd. Referentiesituatie Intensiteiten In de referentiesituatie zijn geen grootschalige wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie. De referentiesituatie is berekend voor 2023. Daarin zijn alle ontwikkelingen (in het verkeersmodel van de gemeente) verwerkt en betrokken. Er is geen referentiesituatie voor 2030 berekend, omdat voor 2030 slechts een doorkijk wordt geboden naar de effecten. De etmaalintensiteiten in de huidige situatie zijn weergegeven in de onderstaande figuur. Wegvak A B C D E F G H I J K L M N O
Referentie 13500 5200 nvt 4900 17500 30200 29000 30400 28900 5100 4800 5100 4500 15100 11700
Figuur 3 Intensiteiten per wegvak per weekdag in mvt/etmaal, referentie 2023 Kruispunten Voor de kruispunten Binnenhavenweg – Houtribweg (B), Houtribweg - aansluiting A6- west (C) en kruispunt Houtribweg - aansluiting A6-oost (D) is voor de referentiesituatie beschouwd wat het verkeersbeeld/het niveau van verkeersafwikkeling op kruispuntniveau zou zijn (NB kruispunt A: Flevokust – Binnenhavenweg bestaat in de referentiesituatie niet). Voor deze beschouwing is gebruik gemaakt van de Omni-X bestanden die reeds in het eerdere MER zijn gehanteerd. Daarbij is van de toen geoptimaliseerde kruispunten uitgegaan. Deze geoptimaliseerde
blad 4 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
kruispunten zijn reeds ontwikkeld in verband met de in 2009 geconstateerde knelpunten in de referentiesituatie, dan wel de plansituatie. In Tabel 2 zijn de maatgevende I/C verhoudingen van de toeritten opgenomen. Een waarde van 85% of lager resulteert in een goede verkeersafwikkeling. Tabel 2 I/C verhouding maatgevende toerit kruispunten A, B, C en D (zie ook Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) I/C verhouding Zonder planontwikkeling maatgevende toerit Ochtendspits Avondspits Kruispunt A 64% 64% Kruispunt B 85% 85% Kruispunt C 85% 85% Kruispunt D 85% 85% Uit het overzicht van de I/C-waarden blijkt dat er in de referentiesituatie geen probleem is om de verkeersstromen op kruispuntniveau met de geoptimaliseerde kruispunten af te wikkelen. De verwachting is dat er voor sommige kruispunten minder rijstroken nodig zullen zijn. Situatie met realisatie van Flevokust In de plansituatie wordt ter plaatse van het plangebied een grootschalig havengerelateerd bedrijventerrein aangelegd. De ligging aan diverse uitstekende ontsluitingsmogelijkheden (regionale wegen, A6, diep vaarwater, spoor) op korte afstand is van belang voor de locatiekeuze. De ligging aan het IJsselmeer en de Vaarweg Amsterdam-Lemmer (VAL) is van belang om te kunnen functioneren als extended gate van de haven van Amsterdam (en Rotterdam). Uitgangspunt van het onderzoek is de realisatie van het gehele bedrijventerrein in 2023. Daarbij is één havenbekken aanwezig (met een maximale omvang van 5 ha.) binnen het eerste gedeelte van het bedrijventerrein. Het overige bedrijventerrein is opgehoogd en gevuld in 2023. Verkeersstructuur, intensiteiten en verkeersbeeld (gemotoriseerd verkeer) Voor wat betreft de toekomstige ontsluitingsstructuur van het bedrijventerrein Flevokust wordt uitgegaan van een aansluiting op de Binnenhavenweg (die aan de noordzijde op de Houtribweg aansluit, na eerst de Houtribweg ongelijkvloers gekruist te hebben; zie tevens Figuur 1). De aansluiting van de bestaande IJsselmeerdijk op de Houtribweg blijft op dezelfde plaats. Op basis van de uitgangspunten eerder in deze memo weergegeven is de verkeersproductie van het plan berekend. Het aantal motorvoertuigbewegingen met een bestemming of herkomst binnen het plan 8.700 gemiddeld per weekdag per etmaal. Ca. 20% (1750 mvt/etem) hiervan is vrachtverkeer (ruim 8% licht vrachtverkeer en ruim 11% zwaar vrachtverkeer). De intensiteit op de Houtribweg neemt als gevolg hiervan toe en is in de plansituatie in de nabijheid van de A6 circa 22.000 motorvoertuigen per weekdag per etmaal. Ten westen van het plangebied is een aantal motorvoertuigen per etmaal (weekdag) van ca. 14.600 berekend.
blad 5 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
Tabel 3 Intensiteiten per wegvak per weekdag in mvt-etmaal, incl. verschil tussen referentie en plansituatie Wegvak A B C D E F G H I J K L M N O
Referentie
Plansituatie
13547 5166 nvt 4897 17521 30192 29018 30430 28861 5066 4849 5074 4514 15063 11666
14666 12008 7918 5433 22130 30861 29826 31406 29795 5655 5635 5970 5426 18094 12881
Toename t.o.v. referentie 1119 8,26% 6842 132,44% 7918 100,00% 536 10,95% 4609 26,31% 669 2,22% 808 2,78% 976 3,21% 934 3,24% 589 11,63% 786 16,21% 896 17,66% 912 20,20% 3031 20,12% 1215 10,41%
De verkeerstoename leidt op bijna geen van de wegvakken tot knelpunten in de intensiteit-capaciteit verhouding. Deze verhouding is weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 4 I-C verhouding (maatgevende richting in de spits)
Wegvak A B C D E F G H I J K L M N O
Referentie Plansituatie Ochtend Avond Ochtend Avond 0,29 0,23 0,26 0,22 0,3 0,29 0,82 0,72 n.v.t. n.v.t. 0,61 0,52 0,29 0,28 0,29 0,28 0,99 0,81 1,23 1,03 0,55 0,25 0,57 0,26 0,23 0,53 0,24 0,55 0,5 0,26 0,53 0,29 0,25 0,5 0,28 0,53 0,23 0,07 0,24 0,08 0,06 0,18 0,07 0,19 0,16 0,1 0,18 0,13 0,09 0,12 0,2 0,15 0,67 0,66 0,86 0,78 0,46 0,38 0,54 0,45
Hieruit blijkt dat de capaciteit van de wegen in de plansituatie (vrijwel) overal voldoende is (onder 0,8). Alleen op de Houtribweg direct nabij de afrit van de A6 is sprake van een knelpunt in de I/C-verhouding (wegvakken E en N). In de referentiesituatie treedt op wegvak E ook reeds een knelpunt op in de ochtendspits. De capaciteit op wegvakken E en N moet verruimd worden bij ontwikkeling van de haven. Capaciteit op wegvak B is een aandachtspunt.
blad 6 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
De verkeersstructuur op het bedrijventerrein zelf is in deze situatie niet onderzocht. De verkeersstructuur wordt in het bestemmingsplan niet vastgelegd. Als uitgangspunt wordt daarom gehanteerd dat in het plansituatie de verkeersstructuur op het bedrijventerrein voldoende robuust wordt gerealiseerd om het verkeer af te kunnen wikkelen. Dit geldt zowel voor de wegen als voor de kruispunten. Kruispunten Voor de kruispunten Flevokust – Binnenhavenweg (A), Binnenhavenweg – Houtribweg (B), Houtribweg - aansluiting A6-west (C) en Houtribweg - aansluiting A6-oost (D) is beschouwd welk verkeersbeeld / niveau van verkeersafwikkeling op kruispuntniveau te verwachten is. Conform de beschouwing van de referentiesituatie is ook voor de plansituatie gebruik gemaakt van de Omni-X bestanden. In Tabel 2 zijn de maatgevende I/C verhoudingen van de toeritten opgenomen. Een waarde van 85% of lager resulteert in een goede verkeersafwikkeling. Tabel 5 I/C verhouding maatgevende toerit kruispunten A, B, C en D (zie ook Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.) I/C verhouding Plansituatie maatgevende toerit Ochtendspits Avondspits Kruispunt A 92 % 67% Kruispunt B 85% 85% Kruispunt C 85% 85% Kruispunt D 85% 90% Uit het overzicht van de I/C-waarden blijkt dat er ook in de plansituatie geen enkel probleem is om de verkeersstromen op kruispuntniveau met de geoptimaliseerde kruispunten af te wikkelen. De gehanteerde kruispuntvormen zijn overgenomen uit het MER van Tauw en zijn geoptimaliseerd voor de destijds berekende verkeersstromen. Aangezien de omvang van de geplande ontwikkeling kleiner is geworden, is de verkeersgeneratie ook lager. Daarnaast zijn de cijfers voor de referentiesituatie ook iets lager, waarschijnlijk toe te schrijven aan de herziening/actualisatie van het verkeersmodel. Dit betekent dat de geoptimaliseerde kruispunten met de nieuwe lagere intensiteiten het verkeer gemakkelijk af kunnen wikkelen. De verwachting is dat er voor sommige kruispunten minder rijstroken nodig zullen zijn. Overige verkeersaspecten De fietsstructuur kent naast de ‘reguliere’ met de wegen meelopende verbindingen een ongelijkvloerse kruising van de Houtribweg langs de Binnenhavenweg. In het programma van eisen voor het nieuw te realiseren bedrijventerrein is opgenomen dat parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden. Dit is conform de geldende parkeernormen. Ondanks de komst van de Hanzelijn mag er op dit moment niet van uit gegaan worden dat de aanwezigheid van openbaar vervoerverbindingen (en fietsverbindingen) wezenlijk van invloed zullen zijn op de vervoerwijzekeuze van en naar het bedrijventerrein. Fietsafstanden vanaf Lelystad en loopafstanden vanaf het NS-station zijn gemiddeld te lang om werkelijk als alternatief te dienen. Desalniettemin dient in de verdere planuitwerking de beperkende invloed van fiets en OV wel nader onderzocht te worden en waar mogelijk bij de verdere uitwerking betrokken te worden. Er dient rekening gehouden te worden met voldoende veilige fietsoversteekplaatsen.
blad 7 van 8
memonummer: betreft: Memo verkeer
Doorkijk naar 2030 Nu in 2023 weinig tot geen knelpunten optreden in de verkeerssituatie is in beeld gebracht welke toename van het verkeer over de periode 2020-2030 optreedt. Daarbij is voor beide situaties rekening gehouden met de realisatie van het bedrijventerrein. Deze gegevens zijn gebaseerd op de eerdere berekeningen voor het MER uit 2009. Er is een vergelijking gemaakt tussen 2020 GC en 2030 GC. Daarbij is in 2030 ook rekening gehouden met de realisatie van de N23 langs het terrein (zie ook Figuur 4). Figuur 4 Gemiddelde groei op de wegvakken tussen 2020 en 2030 Gemiddelde groei op de wegvakken Wegvak % A -17 B 41 C D 40 E 58 F 29 G 31 H 41 I 40 J 27 K 34 L 92 M 83 N 56 O 49 Om uitspraken te doen over de omvang van het verkeer zijn voor de genoemde wegvakken de procentuele toe- en afnames in de tabel opgenomen. Doordat de ontwikkeling van de haven ook gedeeltelijk in deze varianten is opgenomen kan deze groei niet direct bij de eerder genoemde intensiteiten worden opgeteld. De vergelijking biedt een globaal beeld van de groei van het verkeer en de verandering door de aanpassingen aan de N23. Gezien de afname op wegvak A (westelijke deel van de Houtribweg) is de inschatting dat de realisatie van de N23 een belangrijke impact op de verkeersintensiteiten heeft. Bij een realisatie van de N23 moet rekening gehouden worden met de ontwikkeling van Flevokust. De ontwikkeling zelf wordt niet belemmerd door de realisatie van de N23. Met name de aansluitingen op de A6 in zuidelijke richting (wegvakken L en M) krijgen met een grote toename van de intensiteit te maken.
blad 8 van 8