Prodock Moezelhavenweg 9 Amsterdam. Havenbedrijf Amsterdam NV

Prodock Moezelhavenweg 9 Amsterdam

Havenbedrijf Amsterdam NV

Prodock Moezelhavenweg 9 Amsterdam Havenbedrijf Amsterdam NV

projectnummer 0404912.00 – DO80 revisie 1.2 21 januari 2016

Adviesgroep SAVE

Opdrachtgever Havenbedrijf Amsterdam NV Postbus 19406 1000 GK Amsterdam

Colofon Projectgroep bestaande uit ing. S. (Susan) Eggink-Eilander

datum vrijgave 21 januari 2016

beschrijving revisie 1 definitief

goedkeuring SEE

vrijgave HJS

Inhoudsopgave

Blz.

1

Inleiding

1

2

Uitgangspunten

2

2.1 2.2

Gebouw Voorlopig ontwerp en gebruik

2 3

3

Doelen van brandveiligheid

5

4

Vertaling van doelen naar Denken in scenario’s en risico’s

6

5

Veiligheidsanalyse

8

5.1 5.2 5.3 5.4

Werkwijze Gebruik van het gebouw Scenario’s Uitwerking scenario’s

8 9 9 10

6

Brandveiligheidsconcept

15

7

Tot slot

16

Prodock Moezelhavenweg 9 Amsterdam Havenbedrijf Amsterdam NV Projectnummer 0404912.00 – DO80 21 januari 2016 revisie 1.02

1

Inleiding U heeft ons gevraagd een brandveiligheidsadvies te verzorgen voor de verbouw van de bedrijfshal aan de Moezelhavenweg 9 in Amsterdam. Het gebouw dateert uit de jaren '60 en heeft een oppervlak van ongeveer 2.700 m2 op de begane grond en 455 m2 op de 1e verdieping. In totaal is dit ongeveer 3.155 m2. Door middel van een verbouwing wilt u het gebouw in gebruik gaan nemen als bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers. In het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het van belang inzicht te krijgen in het brandveiligheidsniveau van de gewenste eindsituatie. Omdat het oppervlak van het gebouw groter is dan de prestatie-eisen die Bouwbesluit 2012 geven voor een brandcompartiment, doen we voor de toepassing van artikel 2.83 (nieuwbouw) en artikel 2.89 (bestaande bouw) een beroep op het gelijkwaardigheidsbeginsel (artikel 1.3). Een brandcompartiment voor dit gebruik mag maximaal 2.000 m2 groot zijn. Omdat het totale gebouw een gebruiksoppervlak heeft van ongeveer 3.155 m2 wordt er voor dit aspect een beroep gedaan op gelijkwaardigheid.

Blad 1 van 16


2

Uitgangspunten

2.1

Gebouw Het gebouw dateert uit de jaren '60 en heeft een oppervlak van ongeveer 2.700 m2 op de begane grond en 455 m2 op de 1e verdieping. In totaal is dit ongeveer 3.155 m2. Door middel van een verbouwing wilt u het gebouw in gebruik gaan nemen als bedrijfsverzamelgebouw voor startende ondernemers. De gevels van het gebouw zijn steenachtig. Het dak is steenachtig met aan de bovenzijde een bitumen laag. In het dak zijn een aantal polycarbonaat lichtstraten aanwezig. Het gebouw is ooit voorzien geweest van een werkende sprinklerinstallatie. Het leidingwerk van de sprinklerinstallatie is nog steeds (in het zicht) aanwezig. Echter, bij een rondgang door het gebouw is geen sprinklerpomp aangetroffen. De voeding van de sprinklerinstallatie en de wijze waarop deze op druk wordt gebracht is daarmee onduidelijk. Bovendien dateert de sprinklerinstallatie uit 1964. In alle redelijkheid moet worden geconstateerd dat op basis van de huidige informatie de sprinkler niet meer functioneel is en niet meer aan de huidige eisen kan voldoen.

Blad 2 van 16


2.2

Voorlopig ontwerp en gebruik Uit uw voorlopig ontwerp blijkt dat u het gebouw wilt behouden zoals het is. In de bedrijfshal worden kleine werkruimten geplaatst die door de huurders zelf kunnen worden vormgegeven qua afmeting en omhulling. Het concept gaat uit van hout, touw, glas, maar de keuze voor gesloten of open wordt aan de huurder overgelaten. In de lengterichting van de hal wordt een installatiekanaal met voorzieningen geplaatst. Vanuit elke werkunit kan op dit kanaal worden aangesloten. In het kanaal zitten voorzieningen zoals elektra en data. Op de begane grond zijn meerdere units (aantal wordt bepaald door huurders) te plaatsen. Verder is de begane grond bedoeld voor lezingen en een centrale ontvangstruimte.

Blad 3 van 16


Een klein deel van het gebouw krijgt een 1e verdieping. In deze strook worden units gemaakt en vergaderruimten.

In aansluiting bij het bestemmingsplan zal het gebouw de gebruiksfunctie lichte industriefunctie krijgen. In het bedrijfsverzamelgebouw is er binnen deze gebruiksfunctie ook een mogelijkheid voor de nevenfuncties die daarbij horen zoals kantoorwerk, vergaderingen etc. Aan de voorkant van het gebouw zijn kleine ruimten gepositioneerd. Voor het gebruik en het aantal personen in deze ruimten wordt uitgegaan van een bezetting van meer dan 1 persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte. Dit betekent bijvoorbeeld voor de toetsing van de maximaal toegestane loopafstand dat deze in dit gedeelte 30 meter is. Aan de voorkant van het gebouw is ook een ontvangstruimte voor bezoekers / klanten. Deze ruimte zal bestemd zijn voor ongeveer 50 personen. Dit komt overeen met een bezetting van meer dan 1 persoon per 12 m2 gebruiksoppervlakte. In de hal worden units geplaatst. Een huurder kan de maatvoering van een unit zelf vormgeven. Het kunnen gesloten units zijn, maar evengoed open units. Het aantal units en het aantal personen dat de hal gebruikt, is niet concreet bekend. Dit is mede afhankelijk van de vraag. Het blijft een flexibel concept, dus over de jaren heen kan het aantal units en gebruikers ook variëren. Gezien het bedrijfsconcept van Prodock met startende ondernemers die pilot-producten maken wordt er voor de hal vanuit gegaan dat de bezetting minder is dan 1 persoon per 12 m2 maar meer dan 1 persoon per 30 m2. Dit betekent bijvoorbeeld voor de toetsing van de maximaal toegestane loopafstand dat deze in de hal 45 meter is.

Blad 4 van 16


3

Doelen van brandveiligheid Het doel van het brandveiligheidsonderzoek voor deze bedrijfshal is te onderzoeken met welke voorzieningen de doelen van de wetgever ten aanzien van brandveiligheid worden bereikt. De doelen van de wetgever met de brandveiligheidsvoorschriften zijn: • •

het voorkomen van slachtoffers (gewonden en doden) en het voorkomen dat een brand zich uitbreidt naar een ander perceel.

[Bron: Paragraaf 6.5 Algemeen deel van de toelichting bij het Bouwbesluit 2012, samengesteld uit de toelichtingen bij de Staatsbladen 2011, 416; 2011, 676; 2013, 75 en 2013, 244]

Deze doelen zijn vrij abstract. Om de regelgeving concreet, toepasbaar en navolgbaar te maken heeft de wetgever de doelen vertaald naar functionele eisen en prestatie-eisen in het Bouwbesluit 2012. Dit maakt de regelgeving uniform en geeft gelijkheid en rechtszekerheid. Dit zijn grote voordelen van de Bouwbesluitregelgeving voor de standaardgebouwen in Nederland.

Blad 5 van 16


4

Vertaling van doelen naar Denken in scenario’s en risico’s In Bouwbesluit 2012 is door middel van een gelijkwaardigheidsbepaling (artikel 1.3) vastgelegd dat de aanvrager het recht heeft op gelijkwaardigheid. Dit betekent dat de aanvrager het recht heeft om op een andere manier dan rechtstreeks volgens de prestatie-eisen aan te tonen dat er sprake is van een zelfde mate van veiligheid als beoogd met de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012.

Dit recht op gelijkwaardigheid is zeer bruikbaar voor dit project, omdat de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012 zodanig vastomlijnd en concreet zijn, dat er weinig oplossingsruimte is. Omdat het gebouw een gebruiksoppervlakte heeft van ongeveer 3.155 m2 zou dit betekenen dat het gebouw ingedeeld moet worden in ten minste twee brandcompartimenten. Met een dergelijke oplossing wordt het gebouw verdeeld en verdwijnen de gewenste zichtlijnen. Bovendien is het maken van een bouwkundige scheiding (bijvoorbeeld halverwege het gebouw) een heel moeilijke en daarmee kostbare ingreep. De wand moet namelijk niet alleen brandwerend zijn, maar ook stabiel in geval van brand. Dit betekent dat het aanbrengen van een wand tegen de bestaande stalen vakwerkspanten niet mogelijk is. Immers, wanneer een brand de stalen draagstructuur aanstraalt en de constructie daarmee lokaal bezwijkt, zal uiteindelijk de hele constructie bezwijken. Daarmee valt de brandwerende wand om. Dit pleit voor een zoektocht naar een voor alle partijen passende, gelijkwaardige oplossing. Een gelijkwaardige oplossing kan op diverse manieren worden ingevuld. Zo is er voor grote brandcompartimenten de methode Beheersbaarheid van Brand waarmee een standaard gelijkwaardige oplossing wordt gegenereerd. Een deel van de methode zou bruikbaar kunnen zijn voor dit project. Echter, vanwege de celstructuren die in dit gebouw gewenst zijn (op de verdieping met kleine ruimten en in de hal

Blad 6 van 16


met kleine units) is de methode niet volledig toepasbaar. Het volgen van de methode zal betekenen dat de celvormige structuren brandwerend afgescheiden moeten worden van de grote open ruimte. Zoals gezegd is het maken van een brandwerende wand een ingrijpende klus. Ook het aanbrengen van een sprinklerinstallatie is gezien de geringe mate van overschrijding van de brandcompartimentsgrootte ten opzichte van de prestatie-eisen uit Bouwbesluit 2012 een buitenproportionele voorziening. Wij stellen daarom voor om voor dit project maatwerk te realiseren op basis van Fire Safety Engineering en een risicobenadering. Het is in de figuur de top van de driehoek. De beoordeling van de brandveiligheid is gericht op maatwerk voor een specifiek object. Dit vereist specialistische kennis van brand-, gebouw-, mens-, omgevings- en interventiekenmerken. Daarbij schakelen we niet alleen binnen de top van de driehoek, maar maken we ook gebruik van de mogelijkheden uit de standaardprestatie-eisen en de standaardgelijkwaardige oplossingen. Met andere woorden: de werkmethode en de oplossingen zijn simpel als het kan en ingewikkeld als het moet. Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen risicoanalyses: • de kwalitatieve; • de semi-kwalitatieve; • de kwantitatieve analyse. Omdat betrouwbare gegevens over kansen ontbreken, stellen wij voor gebruik te maken van een kwalitatieve scenario- en risicoanalyse. Een kwalitatieve risicoanalyse geeft inzicht in reële scenario’s, bepaalt effecten en definieert daaruit maatregelen. De analyse die we bij dit project gebruikt hebben, is ook bekend als het ‘vlinderdasmodel’.

Blad 7 van 16


5

Veiligheidsanalyse

5.1

Werkwijze Bij de veiligheidsanalyse is gebruikgemaakt van het 'vlinderdasmodel'. Dit betekent dat er een overzicht wordt gemaakt van mogelijke oorzaken van een incident of ongewenste gebeurtenis. Daarna wordt er geanalyseerd op welke manier er verdedigingslinies kunnen worden ingebracht om deze oorzaken weg te nemen. Als het incident zich voordoet, wordt gekeken naar de effecten ervan. Ook bij de effecten analyseren we op welke manier er verdedigingslinies kunnen worden ingebracht om de effecten te beperken. Paragraaf 5.3 geeft een overzicht van de reëel denkbare scenario’s die het primaire werkproces van Prodock kunnen bedreigen. Vanuit deze scenario’s werken we in paragraaf 5.4 de oorzaken en effecten verder uit. Vervolgens worden verdedigingslinies bepaald die of vanuit de doelen van de wetgever danwel vanuit het beschermen van het primaire werkproces noodzakelijk zijn.

Oorzaken

Verdedigingslinies

Effecten

Onveilige(r) afloop

Veilige(r) afloo afloop

Blad 8 van 16


5.2

Gebruik van het gebouw Het primaire werkproces van Prodock ziet er als volgt uit:

5.3

Scenario’s De volgende scenario’s kunnen het primaire bedrijfsproces van Prodock bedreigen: 1.

2. 3.

4.

Brand a. Brand in de werkplaats b. Brand in een unit op de begane grond c. Brand in een ruimte op de 1e verdieping d. Brand in de vergaderruimte e. Brand bij de direct aangrenzende buren f. Brand bij de naastgelegen buren Sturing en regelingen a. Computers b. Databestanden Ondersteunen a. Personeel (kennis en ervaring) b. Machines c. Gas d. Elektriciteit Invoer/uitvoer a. Grondstoffen b. Gereed eindproduct

Blad 9 van 16


5.4

Uitwerking scenario’s Het doel van de scenario-analyse is een situatie te krijgen waarmee alle aanwezigen in geval van brand het gebouw veilig kunnen verlaten en een brand beheerst blijft tot dit gebouw en niet overslaat naar naastgelegen gebouwen en percelen. Bij de scenario’s zoals genoemd in paragraaf 5.3 komen we tot de volgende analyse van oorzaken en effecten. Om te kunnen voldoen aan de gestelde doelen, zijn aangegeven verdedigingslinies noodzakelijk. 1.

Brand

Oorzaken

Effecten

• • •

Kortsluiting Open vuur Bewerking van materiaal (lassen, slijpen?) • Aard van de grondstoffen (gevaarlijke stoffen?) • Oververhitting als gevolg van vervuiling (stof) van computers, modems, printers, etc. Verdedigingslinies

• • • • •

Bedrijfscontinuïteit Productie ligt stil Levertijd van goederen in gevaar Wat doet de concurrentie? Wat doet de klant?

Voorkomen

• •

Verbod op roken en open vuur Verbod op brandgevaarlijke bewerkingen. In de hal mag alleen elektrisch gelast worden. Lassen met acetyleen mag alleen buiten plaatsvinden. Verbod op brandgevaarlijke stoffen (ADR klasse 2/3/4.1-4.2-4.3/5.1-5.2) zoals spuitbussen, olie, terpentine, waterstofperoxide, etc.) Het laden en lossen van een vrachtwagen mag in de hal plaatsvinden, maar alleen bij aanwezigheid van personen. En binnen 2 uur moet de vrachtwagen weer weg zijn. De afstand tussen de gebouwen op nummer 7 en nummer 9 is ongeveer 10 meter. De gevel van nummer 9 is voornamelijk opgebouwd uit steenachtig materiaal. Het brandoverslagrisico van het naastgelegen gebouw naar dit gebouw is niet exact berekend. Echter, op dit moment wordt de hal op huisnummer 7 gebruikt voor de opslag

•

•

•

Blad 10 van 16


•

Ontdekken en alarmeren

van (kunststof) banken/meubilair. Een eventuele brand in dat gebouw zal significant zijn. Ongeacht of er al dan niet sprake is van een wettelijk toegestane situatie, kan een brand (gezien de grote hoeveelheid brandbaar materiaal) in het gebouw op nummer 7 een bedreiging zijn voor het gebouw van Prodock. Dit vraagt niet direct om maatregelen, maar wel om bewustzijn met betrekking tot veiligheid in de omgeving. Voer E-keuringen uit. Door middel van periodieke inspecties en thermografie onderzoek kan overbelasting van de elektriciteitsvoorziening en dus een mogelijke oorzaak van brand worden voorkomen.

Omdat het veiligheidsconcept berust op de filosofie dat mensen tijdig het gebouw moeten kunnen verlaten, moet een brand in het gebouw snel ontdekt worden. De ruimte op de begane grond is vrij indeelbaar met losstaande units. Dit levert een flexibele inrichting, afhankelijk van de huurderswensen. Hoewel er sprake is van een grote open ruimte op de begane grond, kan door de flexibele indelingsmogelijkheden een celvormige, deels gesloten structuur ontstaan. Wanneer een gebruiker een gesloten unit wenst (gesloten wil zeggen: ten minste voorzien van een dak) dan moet deze unit voorzien worden van een brandmelder. Wanneer een gebruiker een open unit heeft (open wil zeggen: zonder dak) dan is een brandmelder in de unit niet direct noodzakelijk. De rookpluim van een beginnende brand in een unit stijgt op naar het dak van de hal en wordt daar gedetecteerd door de brandmeldinstallatie in de hal.

Blad 11 van 16


Bovendien is het overzicht op de 1e verdieping gezien de celvormige structuur beperkt. Dit vraagt om een adequate automatische brandmeldinstallatie met een volledige bewaking. Deze brandmeldinstallatie stuurt de ontruimingsalarminstallatie aan. Wanneer er in de hal bewerkingen worden uitgevoerd met veel geluid, moet de ontruimingsalarminstallatie ook voorzien worden van een flitslicht. Met deze installatie worden mensen tijdig gealarmeerd en kan de ontvluchting starten. Ook kan dankzij de volledige bewaking de brandweer via het brandweerpaneel uitlezen waar de brand is ontstaan. Een eventueel noodzakelijke verkenning door de brandweer kan in het deel met de celvormige structuur op deze manier effectief worden uitgevoerd. Ingreep

Zorg voor voldoende blusmiddelen om een beginnende brand te kunnen blussen. De aard van de blusmiddelen moet afgestemd zijn op het specifieke gebruik en de materialen in de ruimte. Gezien de flexibele indeling van het gebouw en het gebruiksgemak stellen wij voor gebruik te maken van draagbare blustoestellen. Deze zijn eenvoudig te verplaatsen en te bedienen in het geval van een beginnende brand (prullenbak).

Compartimenteren

Alle aanwezigen moeten binnen 30 meter / 45 meter buiten het gebouw of in een bouwkundig gecompartimenteerde ruimte in het gebouw kunnen zijn. Van daaruit kunnen zij hun vluchtweg rookvrij vervolgen rechtstreeks naar buiten. In de bijlage is door middel van cirkels aangegeven dat er sprake is van een dekkend patroon. De werkelijke loopafstand in de hal is maximaal 45 meter. De werkelijke loopafstand op de verdieping en aan de

Blad 12 van 16


voorkant van het gebouw is maximaal 30 meter. Zorg bij een indeling van de hal met units ervoor dat uitgangen vrij zijn en dat er zichtlijnen zijn vanuit elk punt in de hal naar de uitgangen. Bestrijden

Een brand in het gebouw kan niet effectief worden bestreden door het personeel en de aanwezigen van Prodock. Hiervoor ontbreken de vaardigheden en middelen. De inzet van de brandweer zal gericht zijn op het gecontroleerd laten uitbranden van het gebouw en het koelen van de gevels op de buurpercelen.

2.

Sturing en regelingen

Het businessplan dat (beginnende) ondernemers een unit in een werkplaats/atelier kunnen huren levert voor alle ondernemers voordelen op: het gezamenlijk gebruik van voorzieningen, mogelijkheden om klanten te ontvangen, kennis en kunde te verbinden, te inspireren. Een bijkomend nadeel is dat voor alle ondernemers een kwetsbaarheid ontstaat in geval van brand.

Blad 13 van 16


Door het open karakter van het gebouw en het gebruik van brandbare materialen (hout, touw en kunststof) zal een beginnende brand in een deel van het gebouw uiteindelijk kunnen uitgroeien tot een volledige brand in het hele compartiment. Om bedrijfscontinuïteit voor alle huurders te borgen is het belangrijk om back-ups van databestanden op een andere locatie te bewaren. 3.

Ondersteuningen

De mensen kunnen na een brand op een andere locatie hun werk voortzetten. De kennis en kunde is in de mensen verankerd. Dit is anders bij gebruikmaking van bijzondere machines of de fabricage van unieke producten. Huurders moeten zich ervan bewust zijn dat (kostbare) machines in geval van brand niet gered kunnen worden. De inzet van de brandweer zal gericht zijn op een defensieve buitenaanval. Dit betekent dat ze het pand gecontroleerd zullen laten uitbranden. Het doel van de veiligheidsfilosofie is gericht op het beperken van slachtoffers en het beperken van brandoverslagrisico’s naar buurpercelen. Dit betekent dat schadebeperking geen doel van de wetgever is ten aanzien van brandveiligheid. In het bouwkundig en installatieconcept zijn geen maatregelen opgenomen die tot doel hebben schade in het gebouw te beperken. 4.

Invoer/uitvoer

Evenals bij de machines, moeten huurders zich ervan bewust zijn dat unieke eindproducten in geval van brand niet gered kunnen worden. De inzet van de brandweer zal gericht zijn op een defensieve buitenaanval. Dit betekent dat ze het pand gecontroleerd zullen laten uitbranden.

Blad 14 van 16


6

Brandveiligheidsconcept Het brandveiligheidsconcept is gebaseerd op de doelen van de wetgever ten aanzien van brandveiligheid. • •

het voorkomen van slachtoffers (gewonden en doden) en het voorkomen dat een brand zich uitbreidt naar een ander perceel.

[Bron: Paragraaf 6.5 Algemeen deel van de toelichting bij het Bouwbesluit 2012, samengesteld uit de toelichtingen bij de Staatsbladen 2011, 416; 2011, 676; 2013, 75 en 2013, 244]

Bovendien sluiten de maatregelen aan op het voorkomen dan wel beperken van de oorzaken en effecten uit de risicoanalyse. Concreet vertaalt dit brandveiligheidsconcept zich in de volgende maatregelen: 1.

2.

3. 4.

5.

6.

Voorkomen is beter dan genezen. Het brandveiligheidsconcept bevat dus concreet een aantal voorzieningen en maatregelen die de kans op het ontstaan van brand verkleinen. Dit zijn: a. Verbod op roken en open vuur b. In de hal mag alleen elektrisch gelast worden. Lassen met acetyleen moet buiten plaatsvinden. c. Laden en lossen van een vrachtwagen mag alleen in de hal bij aanwezigheid van personen en binnen 2 uur. d. Voer E-keuringen uit door middel van thermografie. Hiermee kan overbelasting van de elektriciteitsvoorziening en dus een mogelijke oorzaak van brand worden voorkomen. Het bouwkundig concept is gebaseerd op één groot brandcompartiment, waarbij de afstand tot het buurperceel ongeveer 10 meter is. Tussen dit gebouw en het naastgelegen aangrenzende gebouw is een steenachtige brandwerende muur van ten minste 60 minuten aanwezig. Om de persoonlijke veiligheid te borgen, moeten de loopafstanden tot buiten of tot een veilige plaats in het gebouw (trappenhuizen) maximaal 30 meter bij de 1e verdieping en in de vergaderruimten / 45 meter in de hal zijn. Het installatieconcept is gebaseerd op een snelle ontdekking van de brand, zodat aanwezigen (die bekend zijn met het gebouw) snel kunnen vluchten. Een snelle ontdekking is nodig omdat er sprake is van een flexibel indeelbare grote ruimte op de begane grond en een celvormige structuur op de 1e verdieping. De automatische brandmeldinstallatie met ontruimingsalarminstallatie (eventueel met flitslicht) alarmeert de aanwezigen. In een later stadium moet nader gespecificeerd worden welk type automatische brandmeldinstallatie geschikt is bij dit gebouw en dit gebruik. Bij gesloten units moet een brandmelder in elke unit worden voorzien. Bij open units, volstaat de brandmeldinstallatie in de hal. Het organisatieconcept is gebaseerd op de aanwezigheid van een BHV-organisatie die namens alle huurders kan optreden. Dit is het aanspreekpunt voor de hulpdiensten. Verder is er sprake van zelfredzame personen die het gebouw kennen. De bezoekers worden door de medewerkers begeleid naar de uitgangen. De inzet van de brandweer zal gericht zijn op een defensieve buitenaanval. Daarmee zal de brandweer het pand gecontroleerd laten uitbranden (mits er geen mensen meer gered hoeven te worden). Ook worden gevels van naastgelegen gebouwen gekoeld.

Blad 15 van 16


7

Tot slot Door middel van een brandveiligheidsanalyse zijn we gekomen tot een weloverwogen pakket van maatregelen waarmee de beoogde doelen van de wetgever ten aanzien van brandveiligheid kunnen worden bereikt. Het voorliggende rapport is een definitieve versie. Een voorgaande versie van het document is besproken met meneer Mark Holthuizen van Brandweer Amsterdam-Amstelland op 25 september 2015. In dit vooroverleg heeft meneer Holthuizen in beginsel goedkeuring gegeven op het brandveiligheidsconcept en aanbevelingen gedaan voor het verduidelijken en aanvullen van het rapport. Deze aanbevelingen zijn in voorliggende versie allemaal verwerkt. Het rapport is hiermee geschikt als onderdeel van de aanvraag van de Omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en voor de Melding brandveilig gebruik.

Blad 16 van 16

1

2 7990

3 8000

4

5

8050

6

7955

8025

7

9 8

7973

7152

376

A 3870

bsh. verplaatst

4033

B

C 4020

30

30

30m straal

nooduitgang bestaand

30

-

30m straal 30

D nooduitgang bestaand

30

3993

30

30

--

20m straal

E 4010

20m straal

4000

F

3980

G

H

bsh. verplaatst

3995

20m straal

MATEN IN HET WERK CONTROLEREN

30m straal

-

I 4000

projectnummer

project

Prodock Moezelhavenweg Amsterdam

J 4030

20m straal

K

opdrachtgever

Havenbedrijf

ontwerper

R. Martins

modelleur

TDW

schaal

1 : 100

formaat

A1

datum

..-..-2015

wijz. datum fase

20m straal 3990

onderdeel

L

tekeningnummer

ingang bestaand

N02-010

4027

30

30

30

Vluchtwegen nieuwe plattegrond begane grond

30

30

1

1 : 100


in concept

nieuwe vluchtdeur

Vluchtwegen

M

-

18-09-2015

-

in concept


claessens erdmann architects & designers b.v. postbus 15032 1001 ma amsterdam kruithuisstraat 19 1018 wj amsterdam t +31(0)20-4280000 f +31(0)20-4280111 www.claessens-erdmann.nl

postbus 60 1950 ab velsen-noord leidsevaartweg 1 2106 na heemstede tel. +31(0)251-284700 www.everspartners.nl

Over Antea Group Van stad tot land, van water tot lucht; de adviseurs en ingenieurs van Antea Group dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen en wegen, realiseren woonwijken en waterwerken. Maar we zijn ook betrokken bij thema’s zoals milieu, veiligheid, assetmanagement en energie. Onder de naam Oranjewoud groeiden we uit tot een allround en onafhankelijk partner voor bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group zetten we deze expertise ook mondiaal in. Door hoogwaardige kennis te combineren met een pragmatische aanpak maken we oplossingen haalbaar én uitvoerbaar. Doelgericht, met oog voor duurzaamheid. Op deze manier anticiperen we op de vragen van vandaag en de oplossingen van de toekomst. Al meer dan 60 jaar.

Contactgegevens Zutphenseweg 31D 7418 AH DEVENTER Postbus 321 7400 AH DEVENTER T. 0570-663993 E. [email protected]

www.anteagroup.nl

Copyright © 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.

Prodock Moezelhavenweg 9 Amsterdam. Havenbedrijf Amsterdam NV

Recommend Documents